View
223
Download
1
Category
Preview:
Citation preview
Nederlandse Commissie voor Stralingsdosimetrie Platform “Stralingsbescherming in het ziekenhuis” http://www.stralingsdosimetrie.nl/stralingsbescherm ing-in-het-ziekenhuis.php Januari 2012
Aanbevelingen risico-inventarisatie en -analyse
van de stralingshygiëne voor radiologische verricht ingen
in ziekenhuizen.
RIAS-RAD
NEDERLANDSE COMMISSIE VOOR STRALINGSDOSIMETRIE
Platform Stralingsbescherming in het Ziekenhuis
In samenwerking met de NVKF
Derde definitieve CONCEPT
ii
Disclaimer regarding NCS publications
The NCS frequently publishes reports for fellow professionals in which recommendations are
given for various quality control procedures or otherwise. The members of the NCS board,
the NCS platform and the members of the concerning subcommittee do not claim any
authority exceeding that of their professional expertise. Responsibility on how the NCS
recommendations are implemented lies with the user, taking into account the practice in
his/her institution.
iii
Preface
The Netherlands Commission on Radiation Dosimetry (Nederlandse Commissie voor
Stralingsdosimetrie, NCS) was officially established on September 3rd, 1982 with the aim of
promoting the appropriate use of dosimetry of ionising radiation both for scientific research
and for practical applications. The NCS is chaired by a board of scientists, installed upon the
suggestion of the supporting societies, including the Netherlands Society for Radiotherapy
and Oncology (Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie), the Dutch Society
of Nuclear Medicine (Nederlandse Vereniging voor Nucleaire Geneeskunde), the Dutch
Society for Medical Physics (Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica), the Netherlands
Radiobiological Society (Nederlandse Vereniging voor Radiobiologie), the Netherlands
Society for Radiological Protection (Nederlandse Vereniging voor Stralingshygiëne), the
Dutch Society for Medical Imaging and Radiotherapy (Nederlandse Vereniging Medische
Beeldvorming en Radiotherapie), the Radiological Society of The Netherlands (Nederlandse
Vereniging voor Radiologie), the Dutch Society for Medical Physics Engineers (Nederlandse
Vereniging van Klinisch Fysisch Medewerkers) and the Belgian Hospital Physicists
Association (Belgische Vereniging voor Ziekenhuisfysici / Société Belge des Physiciens des
Hôpitaux).
To pursue its aims, the NCS accomplishes the following tasks: participation in dosimetry
standardisation and promotion of dosimetry inter-comparisons, drafting of dosimetry
protocols, collection and evaluation of physical data related to dosimetry. Furthermore, the
commission shall maintain or establish links with national and international organizations
concerned with ionising radiation and promulgate information on new developments in the
field of radiation dosimetry.
Current members of the board of the NCS
J.B. van de Kamer, chairman T.W.M. Grimbergen, vice-chairman
J. de Pooter, secretary J.M.J. Hermans, treasurer
K. Franken A.A. Lammertsma
P. Sminia A. Spilt
A. Van Der Plaetsen F.W. Wittkämper
D. Zweers
iv
NCS platform “Stralingsbescherming in het ziekenhuis”
De taakstelling van het platform zijn advisering wat betreft de regelgeving KEW die
betrekking heeft op de aandachtsgebieden van de NCS. Dit houdt praktisch in het
begeleiden en initiëren van de totstandkoming van praktische handvatten voor de naleving
en invulling van bestaande en nieuwe regelgeving KEW op het gebied van de
aandachtsgebieden van de NCS. Dit geschiedt vanuit het werkveld en voor het werkveld van
de stralende beroepen, werkzaam in academische ziekenhuizen, algemene ziekenhuizen
en/of zelfstandige instituten.
Leden van het NCS platform “Stralingsbescherming in het ziekenhuis”:
Kees Visscher (voorzitter, NVRO)
Paul Jonkergouw (secretaris, NVS)
Bradley Pieters (NVRO)
Marja Harbers (NVKFM)
Jeroen Zöllner (NVMBR)
Koos Geleijns (NVvR)
Kirsten Schimmel (NVZA)
Christiaan van Swol (NVKF)
Dirk Zweers (NVMBR)
Johan Willems (NVNG)
Aart van der Molen (NVvR)
Roel Claessens (NVNG)
Jeroen van de Kamer (NCS)
v
Aanbevelingen risico-inventarisatie en -analyse
van de stralingshygiëne voor radiologische verricht ingen
in ziekenhuizen.
RIAS-RAD
Nederlandse Commissie voor Stralingsdosimetrie
Platform “Stralingsbescherming in het ziekenhuis”
Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica
vi
Samenvatting
Dit document beschrijft een model voor de risico-inventarisatie en analyse voor de
stralingshygiëne van werknemers bij handelingen met ioniserende straling uitzendende
toestellen in het kader van medische toepassingen in het ziekenhuis. De nadruk ligt hierbij
op het rekenmodel voor het bepalen van mogelijke risico's van voorspelbare scenario's,
zowel bij reguliere werkzaamheden als bij voorziene onbedoelde gebeurtenissen.
Het rapport besteed aandacht aan de methode van het gebruiken van signaleringsniveaus.
De signaleringsniveaus worden gebruikt om de grootte van reguliere en potentiële
blootstellingen aan straling te kunnen schatten. Het rekenmodel van deze
signaleringsniveaus is gebaseerd op referentie gebruiksscenario’s. Uitgangspunt is de te
gebruiken hoeveelheid straling passend bij de te medische vraagstelling op basis van DRN,
de aantallen uitgevoerde verrichtingen, de eventuele aanwezigheid in tijd en plaats van de
medewerker en de gebruikte afschermingmiddelen. Dit rapport is een stap naar het
standaardiseren van risico-inventarisatie bij veelvoorkomende handelingen met straling bij
toestellen in het kader van medische toepassingen.
Redactie:
Chris Borns
Frank de Lange
Kees Visscher
Jolanda Reuvers
Met bijdrage van
Bart Titulear
Willy Hummel
Marcel Greuter
vii
Inhoudsopgave
Preface .................................................................................................................................. iii
Samenvatting ........................................................................................................................ vi
1 Inleiding .......................................................................................................................... 8
2 Lijst van definities en afkortingen ...................................................................................12
3 Referentie- of signaleringsniveau ..................................................................................14
4 Literatuur .......................................................................................................................17
A Handleiding bij RIAS radiologie v2.0..............................................................................18
1. Model en opbouw rekensheet ....................................................................................19
2. RIAS radiologie en Cardiologie ..................................................................................21
B Opbouw rekensheet ......................................................................................................22
C Voorbeelden ..................................................................................................................31
8
1 Inleiding
Deze richtlijn voor een Risico Inventarisatie en Analyse Stralingshygiëne voor radiologische
verrichtingen, RIAS-RAD (voorheen RIenE) is een invulling van de RIVM leidraad
“risicoanalyse stralingstoepassingen” [1] voor de radiologische handelingen in ziekenhuizen.
De voorliggende richtlijn is de tweede in een serie van drie (nucleaire geneeskunde,
radiologie en radiotherapie). Eerder is verschenen de Risico Inventarisatie en Analyse
Stralingshygiëne Nucleaire Geneeskunde (RIAS-NG) “aanbevelingen voor het werken met
radioactieve stoffen en bronnen binnen ziekenhuizen” (oorspronkelijk RING van
NVKF/NVNG 2009, nu RIAS-NG NCS 2012).
De signaleringswaarden voor de handelingen die in dit stuk worden gepresenteerd,
vervangen de referentiedosis waarden uit RIVM rapport 620850001 [1].
De richtlijn is opgesteld door het NCS platform “Stralingsbescherming in het ziekenhuis”,
onder auspiciën van de Nederlandse Commissie voor Stralingsdosimetrie (NCS).
Doel van de “aanbevelingen risicoanalyse en evaluatie voor radiologische verrichtingen in
ziekenhuizen”
Het aanreiken van een methode om voor de radiologische en cardiologische verrichtingen,
zowel diagnostische en interventionle, in het ziekenhuis op een standaard wijze een risico-
inventarisatie uit te voeren.
Uitgangspunten voor de opzet van een Risico Inventarisatie en Analyse.
Het begrip handelingen (zie artikel 10 Besluit stralingsbescherming Staatsblad 397, 2001
[2]), waarvoor de risicoanalyse moet worden uitgevoerd, wordt conform ICRP 66/103 ruim
geïnterpreteerd [3]. Als radiologische handelingen in ziekenhuizen onderscheiden we drie
categorieën:
1 Diagnostische radiologie waarbij aanwezigheid van personeel in ruimte niet vereist is,
bijvoorbeeld conventionele radiologie
2 Diagnostische en therapeutische verrichtingen waarbij aanwezigheid van personeel
bij verrichting wel vereist is, bijvoorbeeld interventie radiologie en cardiologische
diagnostiek en interventies.
3 Diagnostische verrichtingen waarbij aanwezigheid van personeel niet (geheel) te
voorkomen is, bijvoorbeeld zaalopnames en radiologische verrichtingen tijdens
operaties.
9
De volgende 5 punten zijn belangrijke randvoorwaarden voor het verantwoord uitvoeren van
radiologische handelingen.
1) Afscherming van de röntgenkamers zodanig dat de dosis buiten deze kamers de wettelijke
limieten voor algemeen publiek en werknemers niet overschrijdt.
- Dosistempo buiten radiologische ruimte zodanig dat de effectieve dosis voor
personen kleiner is dan 1 mSv/jaar (zie Besluit stralingsbescherming, versie 2010,
artikelen (6, 48, 49) [2]).
- De bedieningsruimte wordt als een ruimte buiten de eigenlijke radiologische ruimte
beschouwd. Dus de blootstelling van werknemers in bedieningsruimte is ook minder
dan 1 mSv/jaar [4].
- De toegankelijkheid tot de ruimte is beperkt conform de zwaarte van de toepassing.
2) Blootstelling binnen bewaakte en gecontroleerde ruimten: ruimte-monitoring door
berekening
- Continu of steekproefsgewijs uitgevoerde metingen op meerdere punten in de ruimte
geven geen inzicht in de dosis die een medewerker kan oplopen of heeft opgelopen
gedurende een zekere handeling op een bepaalde positie in die ruimte. De in de
richtlijn beschreven methodiek en meegeleverde rekensheets kunnen hier wel voor
worden gebruikt. Daarom wordt deze berekende dosis in het vervolg van deze
richtlijn gebruikt als de aanbevolen vorm van ruimte-monitoring. Hierbij wordt wellicht
ten overvloede opgemerkt dat dit specifiek is voor radiologische verrichtingen in
ziekenhuizen. De gebruikte systematiek is geschikt voor het schatten van voorzien
onbedoelde blootstellingen en voor het simuleren van calamiteiten, nodig voor een
gedegen RIAS.
- De toegankelijkheid tot de ruimte is beperkt conform de zwaarte handeling.
- De protocollair voorgeschreven beschermingsmiddelen (loodschorten) worden
meegenomen in de berekening van de blootstelling van de medewerker, met dien
verstande dat voor de primaire indeling van de werknemer de potentiële blootstelling
zonder beschermingsmiddelen als uitgangspunt wordt genomen voor de
risicoanalyse.
- Conform advies NCS loodschorten mag als standaard verzwakking voor loodschorten
een factor 5 worden gebruikt [5].
3) Kwaliteit van de röntgenapparatuur en verrichting
- Acceptatietesten en reguliere kwaliteitscontrole (QC), voorvloeiend uit de
kwaliteitswet en Bs garanderen de juiste dosimetrische instelling van de toestellen.
10
- De Diagnostische Referentie Niveaus (DRN, [6]) worden gebruikt om toestel
dosimetrisch te ijken voor de in de DRN beschreven verrichtingen. De Dose Area
Product (DAP) waarde voor een gegeven klinisch onderzoek is van meer factoren
afhankelijk en is niet noodzakelijkerwijs gelijk aan DRN waarde.
4) Opleiding, instructie en bescherming van het personeel
- Eisen omtrent specifieke, op de werkzaamheden toegesneden
stralingsdeskundigheid, alsmede omtrent specifieke kennis en vaardigheden in het
gebruik van de apparatuur, borgen het juiste gebruik van deze apparatuur.
5) Stralingsbescherming van de patiënt
- De rechtvaardiging van het onderzoek in combinatie met het voldoen aan de DRN
richtlijnen van de gebruikte apparatuur verzekert een verantwoorde blootstelling van
de patiënt.
Ad 2) Meenemen van gedragen/gebruikte beschermingsmiddelen.
De verzwakkende werking van persoonlijke stralingsbeschermingsmiddelen wordt bij
berekening van Effectieve volgdosis meegenomen als deze protocollair
voorgeschreven is en een reproduceerbare af te schatten bijdrage in de verzwakking
levert. Beschermingsschorten, zowel lood- als composietschorten en schildklier
kragen worden wel meegenomen maar aanvullende afscherming niet. De
verzwakkende werking van loodschorten wordt op Floodschort = 5 gesteld, conform NCS
rapport 19, “Code of practice for personal dosimetry of professionals wearing
protective clothing during radiological procedures” [5]. Een NCS rapport over
composiet schorten is in ontwikkeling. De correctiefactor voor dit type
beschermingsschorten kan gebruikt worden zodra het rapport hierover gepubliceerd
is.
Ad 3 en 5) Diagnostische referentie niveaus
De hoeveelheid straling die naar de stand der techniek haalbaar is voor een
standaardopname bij acceptatie van een röntgentoestel ligt vast in de Diagnostische
Referentie Niveaus. Voor een aantal radiologische verrichtingen zijn deze beschreven
in twee NCS publicaties. In een uiteindelijk NCS rapport zijn de onderzochte DRN
vastgelegd [6]. Dat rapport geldt als veldstandaard en als benchmark.
Door voor röntgentoestellen het Dose Area Product (DAP) en voor CT opnames het
Dose Length Product (DLP) per type verrichting te registreren wordt de bronterm voor
dat type verrichting bepaald. Uit de gemeten DAP/DLP waarde en model-
11
verstrooiingsfactoren kan bepaald worden wat de blootstelling van personen binnen
en buiten de bestralingsruimte is.
Ad 5) Randvoorwaarden die aan handeling gesteld worden
De hoeveelheid straling nodig voor een radiologische verrichting wordt bepaald door
de benodigde beeldkwaliteit van de opnames en de kwaliteit van de interventie. Het
risico op een foute diagnose ten gevolge van een te lage beeldkwaliteit, of onveilige
ingrepen doordat de ondersteunende doorlichtbeelden van onvoldoende kwaliteit zijn
vormen een reëel risico. Dit risico moet afgewogen moet worden tegen het risico van
de stralingsbelasting.
De gebruikte dosis per onderzoek (DAP waarde) is dus niet een te minimaliseren
parameter hoogstens een te optimaliseren. Hiertoe dienen de DRN waarden als
richtlijn.
12
2 Lijst van definities en afkortingen
Definities
activiteit Aaneenschakeling van handelingen binnen de bedrijfssituatie die gezamenlijk
een specifiek doel hebben
bedrijfssituatie De geplande en bedoelde volgorde en plaats van werkzaamheden en
handelingen met daarbij behorende maatregelen ter bescherming van
personeel, bevolking en omgeving
effect Gevolg van een gebeurtenis. Dit gevolg kan zich onder andere uiten in:
• een verhoging van de blootstelling van een medewerker en/of
• een radioactieve besmetting
• een overschrijding van limieten
onbedoelde
gebeurtenis
Zowel voorzien als onvoorzien een gebeurtenis die kan optreden als gevolg
van een activiteit, waarbij die gebeurtenis niet bedoeld is. Een onbedoelde
gebeurtenis leidt niet altijd tot een effect
potentiële
blootstelling
Blootstelling aan straling als gevolg van voorziene onbedoelde gebeurtenissen
met bronnen
reguliere
blootstelling
Blootstelling aan straling als gevolg van reguliere handelingen met bronnen
risico Risico = Belastingsfactor x Effectfactor x Waarschijnlijkheidsfactor
waarbij de kans is onderverdeeld in de kans dat een onbedoelde gebeurtenis
plaatsvindt en de waarschijnlijkheid dat dit tot een effect leidt
signaleringsniveau Signaleringswaarde voor de dosis ten gevolge van een blootstelling of
besmetting die bij handelingen met bronnen zou kunnen optreden. Het
signaleringsniveau is bedoeld als een signalering en houdt derhalve geen
limiet in
stralingsincident Onvoorziene onbedoelde gebeurtenis, als bedoeld in artikel 13 van het Besluit
stralingsbescherming, die direct of op termijn een al dan niet voorziene
radioactieve besmetting en/of blootstelling aan ioniserende straling van
personen zou kunnen veroorzaken (bijvoorbeeld: brand, defecte apparatuur,
vermissing of ongeval)
13
voorziene
onbedoelde
gebeurtenis
In plaats van de in het Bs en de KEW-vergunning gebruikte term
(stralings)incident wordt in dit stuk waar nodig de term “voorziene onbedoelde
gebeurtenis” gebruikt. Dit type gebeurtenissen wordt in een risicoanalyse
meegenomen, in tegenstelling tot “onvoorziene onbedoelde gebeurtenissen”.
Alleen laatstgenoemde gebeurtenissen dienen dan ook aan de betrokken
inspecties te worden gemeld
Afkortingen
HVL half value layer
KEW Kernenergiewet
Bs Besluit stralingsbescherming
VMS Veiligheids Management Systeem
EPD Elektronische persoonsdosismeter
DAP Dose Area Product
DOP Dosis Oppervlakte Product = DAP
14
3 Referentie- of signaleringsniveau
Zowel de leidraad van het RIVM als de aanbeveling RIAS-NG gebruikt een referentie- of
signaleringsniveau om de risicoanalyse te begrenzen. Een handeling heeft namelijk een
bepaald doel en dat weegt op tegen het risico van die handeling. Voor een handeling die een
zodanige blootstelling geeft dat deze onder het signaleringsniveau, en dus zeker de
wettelijke limieten, valt, kan de nadere risicoanalyse vervallen. In die gevallen kan de
risicoanalyse dus eindigen als voor de handeling aangetoond kan worden dat
INDEXhandeling = blootstellinghandeling / signaleringsniveauhandeling < 1
De leidraad van het RIVM kent maar een referentie niveau, namelijk 0.1 mSv.
Voor de het werken met radioactieve stoffen is in de RIAS-NG daarentegen gekozen voor
een stelsel van signaleringsniveaus: voor reguliere blootstelling van 1 mSv/jaar,voor de
onbedoeld voorziene blootstelling ligt de signaleringwaarden op 0.1 mSv per gebeurtenis. De
waarde van 1 mSv voor reguliere blootstelling is gekozen zodat deze samenvalt met de
grens waaraan het publiek in een ziekenhuis mag worden blootgesteld, daarnaast is het 1/10
van de jaarlimiet van een blootgestelde werker. De 0.1 mSv per gebeurtenis is gekozen
zodat een voorzien ongewenste gebeurtenis niet na eenmalig voorkomen al tot problemen
leidt.
Voor de radiologische handelingen zullen de signaleringswaarden ook gedifferentieerd
moeten worden, nu naar de drie genoemde categorieën van handelingen zoals
geïntroduceerd in de inleiding. Het signaleringsniveau bij interventie radiologie (categorie 2)
zal anders zijn dan het signaleringsniveau voor werk in een bucky kamer (categorie 1). Voor
“bucky” opnames geldt dat onvoorziene blootstelling niet nodig is en eigenlijk niet zou
moeten kunnen. Dit leidt tot een scherpe ondergrens van 1 mSv/jaar voor reguliere en 0.1
mSv/jaar voor onvoorziene blootstelling. Voor interventie werk geldt dat het potentiële
blootstelling onvermijdelijk is dat en dat de blootstelling voornamelijk begrensd wordt door
het aantal verrichtingen per jaar. De signaleringsdosis volgt hier uit de DRN * strooifactor *
afstandsfactor.
15
Wij stellen de volgende signaleringsniveaus voor:
Signaleringniveaus per handelingscategorie
Categorie
Effectieve dosis
Regulier (mSv/jaar)
Badgedosis
(mSv/jaar)
Onbedoelde
Gebeurtenis
(mSv/jaar)
Equivalente
Extremiteiten
dosis [7]
(mSv/jaar)
(1) Externe blootstelling
conventionele
radiologie
1
1
0.1
2.5
(2) Externe blootstelling
Interventie
radiologische
5 (assisterende)
20 (uitvoerende) =
DRN * strooifactor* aantal
interventies
5
20
1.0
25
(3) Externe blootstelling
mobiele apparatuur
1 assisterende
1
1
25
16
Proces handelingen
Regulier Onbedoelde gebeurtenis
Externe blootstelling Externe blootstelling
INDEX< 1 INDEX>1
“geen verdere RIAS” “breakdown” analyse
Berekening van totale potentiële jaardosis werknemer en indeling in werknemerklasse (A, B, C of niet blootgesteld)
Optimalisatie / maatregelen / verantwoording
Monitoring / metingen / meldingen (besmettingsmetingen, TLD -badges , EPD , incident meldingen etc)
Vergelijking van blootstelling met signaleringsniveau
( is verhouding tussen blootstelling en signaleringsniveau )
17
4 Literatuur
[1] S. Bader: RIVM rapport 620850001/2010 “Leidraad risicoanalyse stralingstoepassingen”
[2] Besluit van 16 juli 2001, houdende vaststelling van het Besluit stralingsbescherming Staatsblad
2001 nr 397
[3] ICRP Publication 106, Annex E. Radiation exposure of hands in radiopharmacies:monitoring of
doses and optimisation of protection, volume 38 Nos,1-2-2008, pp.167-184.
[4] NCRP 147, Structural Shielding Design for Medical X-Ray Imaging Facilities, 2004,
Secondary shielding barriers for diagnostic X-ray Facilities: Scatter and leakage revisited (Simpkin en
Dixon, 1998)
[5] NCS rapport 19 “Code of practice for personal dosimetry of professionals wearing protective
clothing during radiological Procedures.”, 2008, zie www.radiationdosimetry.org/ncs-report.php
[6] NCS rapport 21 “Diagnostische referentieniveaus in Nederland.”, 2012, zie
www.radiationdosimetry.org/ncs-report.php
[7] F. Vanhavere et. al., An overview on extremity dosimetry in medical applications. Radiation
Protection Dosimetry, 2008, Vol. 129, No. 1-3, pp. 350-355
[8] Archer BR, Thornby JI, Bushong SC. Diagnostic x-ray shielding design based on an empirical
model of photon attenuation. Health Phys, 1983, 44:507-517
18
A Handleiding bij RIAS radiologie v2.0
Inleiding
Dit document dient als naslagwerk en handleiding voor het invullen van de RIAS radiologie
rekensheet voor het inschatten van de stralingsbelasting van werknemers ten gevolge van
het werken met röntgenapparatuur. Het is expliciet de bedoeling geweest om het risico van
groepen werknemers in- en af- te schatten. Nadere risicoanalyse kan achterwege blijven
indien de risico INDEX voor een handeling of activiteit de INDEX = Epot(regulier) / Sreg < 1.
Nadere analyse van activiteiten per persoon of handeling is echter alleen geïndiceerd als de
INDEX > 1.
In het eerste deel zal de opbouw van de rekensheet besproken worden en het onderliggende
model dat is gebruikt. Het tweede deel van de handleiding bevat een stap-voor-stap
instructie voor het daadwerkelijke invullen.
De benodigde spreadsheet heet 2011_RAS-RAD_v2.0_dd_06-12-2012.xls, en is te vinden
op http://www.stralingsdosimetrie.nl/stralingsbescherming-in-het-ziekenhuis/rias.php
Disclaimer
Bij het invullen van de diverse parameters zal er een schatting gemaakt moeten worden van
de werkelijke situatie. Hierdoor kunnen de verkregen resultaten afwijken van de werkelijke
blootstelling. De resultaten dienen ook als zodanig geïnterpreteerd te worden.
19
1. Model en opbouw rekensheet
Het model
De blootstelling van personen ten gevolge van het werken in de buurt van röntgenapparatuur
kan worden verdeeld over drie ‘bron’ – termen: De directe bundel, strooistraling en
lekstraling. In het model wordt aangenomen dat de directe bundel volledig wordt ingevangen
door de detector en geen bijdrage levert aan de blootstelling van werknemers. Voor de
lekstraling kan gesteld worden dat de bijdrage aan de ruimtedosis (ook achter een
afscherming) verwaarloosbaar klein is, als deze kleiner is dan 0,1 mGy/uur, een dosistempo
waaraan de meeste moderne röntgensystemen kunnen voldoen.
Hieronder worden de details van het model beschreven voor de volledigheid. Voor de
gebruiker zijn de DAP-waarde en de buisspanning de parameters waarmee de blootstelling
wordt berekend:
Het hieronder beschreven model wordt gebruikt voor de RIAS Radiologie. Hierbij zijn de
volgende aannames gemaakt:
- De directe bundel wordt volledig ingevangen door de patiënt, de tafel en de detector.
- De lekstraling van het röntgentoestel bedraagt niet meer dan 0,1 mGy/uur op 1
meter. Dit is 1/10 van de wettelijke limiet.
- Het dosistempo wordt berekend uit de totale DAP-waarde*verstrooiingsfactor. Deze
verstrooiingsfactor is afhankelijk van de buisspanning en de verstrooiingshoek.
- Voor de strooistraling wordt uitgegaan van een 90-graden verstrooiing. Voor
berekeningen bij cardiologieverrichtingen worden ook andere hoeken gebruikt.
Inleiding
De spreadsheet als tool voor de RIAS-RAD geeft de mogelijkheid om het dosistempo of de
geïntegreerde dosis te berekenen ten gevolge van handelingen met röntgentoestellen. Deze
dosisgetallen kunnen gebruikt worden voor:
20
- De berekening van de blootstelling van werknemers in de radiologische ruimte
- De berekening van de blootstelling van werknemers buiten de radiologische ruimte
- De berekening van de terreingrensbelasting
Voor de RIAS is vooral dit eerste punt van belang, mits is vastgesteld dat de afscherming
van de radiologische ruimte voldoet aan de 1mSv/jaar grens.
Dosistempo
Op het moment dat de primaire bundel in contact komt met de patiënt wordt de strooistraling
gegenereerd. De hoeveelheid strooistraling is afhankelijk van de totale output, de
buisspanning, de afstand tot de röntgenbuis en de hoek van de verstrooiing. De fractie
verstrooide straling wordt berekend met de volgende formule [1]:
De fractie verstrooide straling a is afhankelijk van de buisspanning en de hoek van de
verstrooiing. Deze fractie is voor rekenkundig gemak geschaald met een factor 106. Hieruit
volgt vervolgens de dosis ten gevolge van strooistraling op 1 meter van het verstrooiende
object:
Transmissie
De transmissie van röntgenstraling door een materiaal is afhankelijk van de eigenschappen
van het materiaal en het spectrum van de röntgenbundel. De transmissiefractie T van
röntgenstraling wordt berekend met de volgende fitformule [8]:
De fitparameters α, β en γ beschrijven de transmissiekarakteristiek van een materiaal bij een
bepaald röntgenspectrum. Verder is de transmissie afhankelijk van de dikte x van het
materiaal. De boven beschreven fitformule is gebaseerd op transmissiemetingen van een
directe bundel. Deze fitformule wordt in dit model ook gebruikt voor transmissieberekeningen
21
aan de verstrooide bundel. Aangezien een verstrooide bundel een ‘harder’ spectrum heeft
dan de directe bundel, zal dit leiden tot een kleine onderschatting van de transmissiefractie.
In de praktijk is dit verschil verwaarloosbaar klein.
2. RIAS radiologie en Cardiologie
Het hierboven beschreven model wordt gebruikt voor de RIAS Radiologie. Hierbij zijn de
volgende aannames gemaakt:
- De directe bundel wordt volledig ingevangen door de patiënt, de tafel en de detector.
- De lekstraling van het röntgentoestel bedraagt niet meer dan 0,1 mGy/uur op 1
meter. Dit is 1/10 van de wettelijke limiet.
- Voor de strooistraling wordt uitgegaan van een 90-graden verstrooiing. Voor
berekeningen bij cardiologieverrichtingen worden ook andere hoeken gebruikt.
- De buisoutput word berekend met behulp van een fitformule die alleen afhankelijk is
van de buisspanning. Extra (koper)-filtratie wordt niet meegenomen in het model.
22
B Opbouw rekensheet
Inleiding
De RIAS rekensheet, gebaseerd op het hierboven beschreven model, is opgebouwd uit een
aantal werkbladen. De eerste vier werkbladen dienen te worden ingevuld door de gebruiker.
De overige werkbladen worden gebruikt voor de berekening van de diverse blootstellingen.
Figuur 1 geeft een overzicht van de structuur en onderlinge verbanden van de verschillende
werkbladen.
Figuur 1
De rekensheet wordt van voor naar achter ingevuld, te beginnen bij het werkblad
Kamerspecificaties. In het algemeen geldt dat vetgedrukte blauwe cellen ingevuld of
gecontroleerd dienen te worden door de gebruiker.
23
Kamerspecificaties
Figuur 2 is een screenshot van het werkblad Kamerspecificaties. Hier zijn de
röntgentoestellen gegroepeerd in een aantal toestelcategorieën:
- Buckytoestellen
- CT
- Mobiele opnamesystemen
- Mobiele doorlichtapparatuur
- Kaakopnameapparatuur
- Cardiologie
- Interventie
- Doorlichting
Per toestelcategorie zijn er twee invulblokken:
Afschermingparameters en onderzoekparameters.
Afschermingparameters
In het eerste blok dient te worden ingevuld hoe de kamer en de bediening zijn afgeschermd
en wat de afstand is van de patiënt tot aan de muur1 en de bediening:
Figuur 2
In de derde kolom kan een afschermingmateriaal ingevuld worden. In de huidige versie
kunnen de volgende materialen ingevuld worden: lood, beton, gips, hout, glas en staal .
Voor de afschermingparameters van CT-ruimtes kan alleen gekozen worden uit lood en
beton , omdat de transmissiekarakteristiek van secundaire straling van CT-scanners verschilt
1 In deze versie van de RIAS worden alleen de afscherminggegevens van de bediening gebruikt, de dosisberekening buiten de kamers is (nog) niet opgenomen.
24
van andere röntgenapparatuur en alleen gegevens van deze twee materialen beschikbaar
zijn.
Voor de toestelcategorieën Mobiele doorlichtsystemen en Kaakopnameapparatuur is er nog
een onderscheid te maken in de afscherming. Zie Figuur 3.
Figuur 3
Onderzoekparameters
Het invulblok Onderzoekparameters bevat per toestelcategorie een aantal in te vullen
parameters:
Figuur 4
Voor elke toestelcategorie zijn er een aantal onderzoeken gedefinieerd, waarvoor de
verschillende onderzoekparameters ingevuld dienen te worden. De percentages zijn de
relatieve productiecijfers, die opgeteld 100% moeten zijn. De DAP en kV zijn de
dosisparameters, die als basis dienen voor de dosisberekening. De kolom aantal/onderzoek
geeft aan hoeveel opnamen er per onderzoek gemaakt worden.
25
Voor de CT-berekeningen wordt het Dosis Lengte Product (DLP) gebruikt. Voor CT-
onderzoeken is de keuze in de buisspanning beperkt tot 120 kVp en 140 kVp.
Figuur 5
Voor kaakopnameapparatuur is een splitsing gemaakt tussen OPG-apparatuur en Cone
Beam CT. Ervan uitgaande dat deze apparaten in verschillende ruimtes gebruikt worden,
staan de percentages per apparaat op 100%. De dosisberekening wordt gedaan met behulp
van een ruimtedosis per onderzoek.
Figuur 6
De cardiologieberekeningen gaan uit van een DAP-waarde. Afhankelijk van het type
onderzoek worden in het werkblad Cardiologie de dosiswaarden per onderzoek uitgerekend,
waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende standen van de röntgenbuis tijdens
het onderzoek. Voor een uitgebreidere uitleg van de cardiologie rekensheet, zie bijlage A
Voorzien onbedoeld
Het tabblad Voorzien onbedoeld bevat een overzicht van voorziene onbedoelde
gebeurtenissen waarbij de werknemer blootgesteld wordt aan röntgenstraling. Voor de
analyse van de voorziene onbedoelde gebeurtenissen wordt gebruik gemaakt van de Fine-
Kinney methodiek. Er wordt een Risicogetal (R) berekend aan de hand van Effect (E),
Belasting (B) en Waarschijnlijkheid (W). Het risicogetal is gedefinieerd als R = B*W*E. Als R
< 20 is het risico van de onbedoelde gebeurtenis aanvaardbaar en zijn geen verdere
matregelen vereist. In tabellen 1-4 staan de tabellen voor B, W, E en R zoals ze gebruikt zijn
voor deze RIAS.
26
In het tabblad Voorzien onbedoeld zijn een aantal voorzien onbedoelde gebeurtenissen
gedefinieerd. In dit werkblad zullen een aantal afstanden (bijvoorbeeld bij het vasthouden
van een patiënt) ingevuld moeten worden. Voor sommige onbedoelde gebeurtenissen
worden de afstanden uit het tabblad Regulier gehaald. Dit geldt met name voor het werken
zonder loodschort. Ook zal er een schatting gemaakt moeten worden van de kans op het
voorkomen van de onbedoelde gebeurtenis ( De waarschijnlijkheidsfactor W).
Tabel 1: Belastingsfactoren (B)
B Frequentie (%)
1 0-10
2 10-20
3 20-50
6 50-80
10 80-100
Tabel 2: Waarschijnlijkheidsfactoren (W)
W Kwalitatieve omschrijving Kwantitatieve vertaling
0,1 bijna niet denkbaar 1,0E-06
0,2 praktisch onmogelijk 1,0E-05
0,5 Denkbaar 1,0E-04
1 Onwaarschijnlijk 1,0E-03
3 Ongewoon 1,0E-02 (1 op 100)
6 zeer wel mogelijk 0,1-0,5
10 te verwachten > 0,5
27
Tabel 3: Effectfactoren (E)
Eff Effectieve dosis
(mSv)
Effectieve huisdosis
(mSv per cm2)
1 < 0,02 < 1 mSv
3 0,02- 0,1 1- 5 mSv
5 0,1- 0,5 5 – 25 mSv
7 0,5 - 1 25 - 50 mSv
10 1 - 2 50 - 100 mSv
15 2 - 6 100 - 150 mSv
40 6 – 20 150 - 500 mSv
100 > 20 > 500 mSv
Tabel 4: Risicogetallen (R)
R Omschrijving risico
R < 20 zeer beperkt risico, aanvaardbaar
20 <R <70 aandacht vereist
70 <R <200 maatregelen vereist
200<R<400 directe verbetering vereist
R>400 werkzaamheden stoppen
Regulier
Het tabblad Regulier bevat de parameters van de reguliere werkzaamheden. De reguliere
werkzaamheden zijn opgedeeld in werkzaamheden van de (röntgen)laborant en een
medisch specialist. De eerste categorie is onderverdeeld in bediening, assisteren en omloop.
De afstanden voor de bediening worden uit Kamerspecificaties gehaald. De afstanden voor
assisteren en omloop zullen hier ingevuld moeten worden. De werkzaamheden voor de
medisch specialist zijn onderverdeeld naar type verrichting. Per verrichting wordt de afstand
ingevuld die de specialist heeft tot de patiënt tijdens het uitvoeren van de verrichting.
28
Overzicht en aanmaken van nieuwe groepen en /of fun cties
In het overzicht kan voor twee (groepen) werknemers de risicoanalyse worden uitgevoerd. In
het voorbeeld in Figuur 7 zijn de resultaten zichtbaar voor een röntgenlaborant en een
radioloog. Om een overzicht te maken voor andere groepen werknemers en afdelingen
kunnen de waarden van deze werkmap gekopieerd worden naar een nieuwe werkmap. In de
werkmap “overzicht” kan nu een nieuwe groep worden gemaakt en berekend.
Het aantal onderzoeken dat een laborant of medisch specialist uitvoert dien te worden
ingevuld in de kolom “Aantal verrichtingen per week”. In het overzicht kan ook worden
aangegeven of de desbetreffende werknemers een loodschort dragen tijdens het uitvoeren
van de diverse werkzaamheden. Voor het dragen van een loodschort wordt een correctie
gehanteerd van een factor 5, maar deze kan ook aangepast worden.
Als alle parameters zijn ingevuld zijn in het tabblad overzicht de resultaten zichtbaar in de
linker kolommen. Zowel voor een laborant als een medisch specialist is de geschatte
jaardosis af te lezen samen met een maximale Fine-Kinney factor. Deze geeft aan in
hoeverre de voorzien onbedoelde gebeurtenissen aanleiding geven tot het nemen van extra
maatregelen op het gebied van stralingshygiëne.
29
Figuur 7
30
Invulchecklist
Kamerspecificaties Ingevuld?
Afschermingparameters
Onderzoekparameters
Buisspecificaties
Voorzien onbedoeld
Afstanden
Waarschijnlijkheidsfactoren
Regulier
Afstanden
Overzicht
Loodschortfactor
Rol (Laborant algemeen, Radioloog etc)
Tijdsindeling
Max verrichtingen per kamer per dag
Gebruik loodschort
31
C Voorbeelden
Diagnostiek kamers waarbij aanwezigheid in kamer ni et nodig is
Dit zijn bijvoorbeeld Bucky kamers, CT ruimtes en bedieningsruimtes van telecommand
doorlichting.
Voor wat betreft de reguliere handelingen die tot externe blootstelling kunnen leiden, zijn de
volgende referentiescenario’s beschouwd. De hierbij gekozen tijdsduur kan per handeling
naar believen worden aangepast in het werkblad:
Regulier
• Voor de werkzaamheden in dit type kamers geldt dat de blootstelling veel kleiner dan
1 mSv/jaar is
Conclusie gebaseerd op dit scenario:
• Indeling werknemers C of niet-blootgesteld
• Ruimte: niet ingedeeld
• Stickering: alleen op röntgenbuis
Randvoorwaarden kamer:
• Voldoende afscherming
• Deur naar patiëntengang blinde klink
• Deur vanuit patiëntengang opent richting bedieningsruimte
• Acceptatie meting bij ingebruikname
• Regelmatige QA meting/evaluatie op functioneren toestel
Doorlicht en interventiekamers
Regulier
• 100 % cardiologisch werk geeft voor laborant een blootstelling van 3.8 mSv en voor
de medisch specialist 18.6 mSv bij 100% radiologisch werk. Dit is niet gebruikelijk
voor de medisch specialist deze zal ook poli spreekuur hebben en overige
werkzaamheden. Bij 50% (800 verrichtingen) kloppen de badge uitslagen weer goed
met de berekende dosis.
32
• Bij DRN van 25000 mGy*cm2 is volgens rekenblad “dosisberekening personeel” de E
op 1 meter in de ruimte 140 µSv (gemeten) 30 µSv en op 2 meter 40 µSv/onderzoek
berekent en 7-11 gemeten in praktijk. Bij een referentie niveau van 20.000 µSv
kunnen dus 200/1.4 * beschermingsfactor loodschort aan onderzoeken per
cardioloog worden verricht.
Conclusie gebaseerd op dit scenario:
• Indeling werknemers A voor uitvoerders van het onderzoek en B voor werknemers
die assisteren
• Ruimte: gecontroleerd
• Stickering: op röntgenbuis en toegangsdeuren
• Afhankelijk van intensiteit gebruik kamer is 2 mm lood equivalent noodzakelijk.
• Streven naar haalbare DRN voor interventie levert groots mogelijke besparing van
volgdosis per verrichting
• Voor werknemer geldt dat voor deze toepassingen het aantal beperkend is
• De werkelijke afweging is dan ook winst door verrichting voor patiënt vs detriment
voor uitvoerder
• Assisterende hoeven veel minder op te lopen dan uitvoerders
• Via DAP en via badge uitslag is terugkoppeling en verificatie mogelijk
Randvoorwaarden kamer:
• Voldoende afscherming
• Deur naar patiëntengang geblokkeerd tijdens onderzoek
• Acceptatie meting bij ingebruikname
• Ruime aandacht voor selectie optimale doorlicht en cine curves
• Regelmatige QA meting/evaluatie op functioneren toestel en instellingen
Literatuurgegevens lijken er echter ook op te wijzen dat limieten kunnen worden
overschreden indien onvoldoende afschermingmaatregelen zijn genomen [3,7]. Conclusie is
dat de extremiteiten dosimetrie een punt van nadere aandacht moet zijn bij risicoanalyses.
Recommended