View
7
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
Adviesrapport
Werkgroep Sporten met een beperking
Door: Jasper Nijdeken Datum: April 2011
Adviesrapport Jasper Nijdeken
1
Inhoudsopgave
1. INLEIDING 2
2. PLAN VAN AANPAK 4
2.1 PROJECTCONTRACT 4
2.2 OPZET ONDERZOEK 5
2.3 VERSCHILLENDE DOCUMENTEN ADVIESRAPPORT 5
2.4 OPZET ADVIESRAPPORT 5
3. THEORETISCH KADER 6
3.1 DE DOELGROEP 6
3.2 SPORTEN MET EEN BEPERKING 7
3.3 ORGANISATORISCH INTEGRATIE 8
4. HUIDIGE SITUATIE, SPORTINFRASTRUCTUUR 9
5. INTERNE ANALYSE 10
5.1 WERKGROEP (STERKE ZWAKKE PUNTEN), 10
5.2 SPORTEN MET BEPERKING (STERKE ZWAKKE PUNTEN) 10
6. EXTERNE ANALYSE 11
6.1 KANSEN BEDREIGINGEN 11
7. SWOT- ANALYSE 12
7.1 STERKTEN EN ZWAKTEN 12
7.2 KANSEN EN BEDREIGINGEN 12
7.3 CONFRONTATIE MATRIX 13
7.4 STRATEGISCHE OPTIES 14
7.5 ONDERWERPEN ADVIES 15
8. ADVIEZEN 16
8.1 ADVIEZEN 16
9. BIJLAGE(S) 29
9.1 INVENTARISATIE DOELGROEP 30
9.2 SPORT- EN BEWEEGAANBOD 31
9.3 ANALYSE SPORT- EN BEWEEGAANBOD 32
9.4 INFRASTRUCTUUR SPORTEN MET EEN BEPERKING APELDOORN 33
9.5 INTERNE ANALYSE 34
9.6 EXTERNE ANALYSE 35
Adviesrapport Jasper Nijdeken
2
‘Adviesrapport Werkgroep Sporten met een beperking Apeldoorn’
Jasper Nijdeken
Afstudeeropdracht S&B sportmanagement (4e jaar)
Opdracht: Adviesrapport Opdrachtgever: Werkgroep Sporten met een beperking Apeldoorn
Datum: 26-04-11
Adviesrapport Jasper Nijdeken
3
1. Inleiding
In dit adviesrapport zijn een aantal adviezen uitgewerkt voor de Werkgroep Sporten met een
beperking Apeldoorn. Deze werkgroep bestaat uit een aantal organisaties uit Apeldoorn die
betrekking hebben tot sporten voor mensen met een te weten:
• Verenigingsburo Apeldoorn
• ACCRESS
• Sportraad Apeldoorn
• MEEVeluwe
• Stichting de Klup
• Fitklik
• ViaReva
• Gelderse Sport Federatie
• Stichting Deventer Sportploeg
• Sportbedrijf Deventer
Al deze organisaties zetten zich in op het gebied van sporten met een beperking. Dit adviesrapport
zal deze werkgroep van advies voorzien om de huidige situatie op het gebied van sporten met een
beperking te verbeteren. Dit advies is tot stand gekomen na een aantal onderzoeken. Zo is er een
inventarisatie van de doelgroep gemaakt. Hierin worden de specifieke kenmerken van de doelgroep
beschreven. Verder is het sport- en beweegaanbod voor de doelgroep in kaart gebracht. Daarnaast
zijn ook alle organisaties die betrekking hebben tot sporten met een beperking in kaart gebracht (de
sportinfrastructuur). Vervolgens is er in een interne en externe analyse onderzocht waar de sterke
punten, zwakke punten, kansen en bedreigingen lagen voor zowel de werkgroep als het sporten met
een beperking.
Met al deze informatie (te vinden in dit rapport en de bijlagen) zijn in dit rapport een aantal adviezen
uitgeschreven waarmee de werkgroep op de korte en lange termijn aan de slag kan gaan.
Adviesrapport Jasper Nijdeken
4
2. Plan van aanpak
Dit adviesrapport is samengesteld onder de voorwaarden en doelstellingen die in het projectcontract vermeld staan. In het projectcontract zijn een aantal doelstellingen opgenomen met betrekking tot de werkgroep sporten met een beperking en ook met betrekking tot het project.
2.1 Projectcontract
2.1.1 Algemene doelstellingen werkgroep
De algemene doelstellingen die de werkgroep voor ogen heeft bij het starten van dit project zijn:
• Samenwerking verbeteren
o De samenwerking inzichtelijk maken
• De doelgroep motiveren
o Het aanbod op peil houden/brengen
• Aanhaken bij andere (regionale) initiatieven
o Het project naar een regionaal (stedendriehoek) niveau tillen
De doelstellingen van de werkgroep zijn tijdens het onderzoek en het schrijven van het adviesrapport
nadrukkelijk meegenomen bij de adviezen.
2.1.2 Doelstelling project
De specifieke doelstelling van het project is om advies te geven op het gebied van sporten met een
beperking in de gemeente Apeldoorn. Dit advies zal informatie bieden over de volgende punten:
• Advies geven over verbetering van de sportinfrastructuur met betrekking tot sporten met
een beperking.
• Inzicht verkrijgen in de aard en omvang van de doelgroep.
• Inzicht verkrijgen in het bestaande sport- en beweegaanbod en inzicht verkrijgen in de aard
en omvang van de sportaanbieders.
• Onderzoek naar de haalbaarheid en de voorwaarden van een centraal punt en de
samenwerking op het gebied van sporten met een beperking.
• Beperkt inzicht verkrijgen in de wensen en behoeften van de doelgroepen.
De doelstellingen van het project zijn d.m.v. bijbehorende onderzoeken gehaald en in dit adviesrapport en in de bijlagen uitgewerkt.
2.1.2 Effecten (outcome) project
Verbetering van de sportinfrastructuur in de vorm van samenwerking tussen de organisaties op het
gebied van herkenning, instroom, begeleiding, uit/doorstroom en nazorg voor sporters met een
beperking. Evenals een hogere sportparticipatie van mensen met een beperking (bij verenigingen).
Adviesrapport Jasper Nijdeken
5
2.2 Opzet onderzoek
Voor het onderzoek waren er een aantal vragen waar antwoord op gezocht moest worden.
• Hoe ziet de doelgroep eruit en welke kenmerken heeft deze doelgroep?
• Hoe groot is het aanbod in Apeldoorn, en welke kenmerken heeft dit aanbod?
• Hoe ziet de sportinfrastructuur in Apeldoorn er uit, en welke kenmerken heeft deze
structuur?
• Wat zijn de sterke en zwakke punten van sporten met een beperking en de werkgroep?
• Wat zijn kansen en bedreigingen voor sporten met een beperking en de werkgroep?
De doelgroep is in kaart gebracht in een inventarisatie van de doelgroep. Het aanbod is geanalyseerd
en in kaart gebracht. De sportstructuur is in een analyse van de sportinfrastructuur in kaart gebracht,
de organisaties zijn per sector ingedeeld. De sterke en zwakke punten zijn middels een interne
analyse geformuleerd en kansen en bedreigingen zijn als resultaat van een externe analyse
geformuleerd.
2.3 Verschillende documenten adviesrapport
De documenten met de achtergrondinformatie voor dit rapport en tevens de verschillende rapporten van de analyses en inventarisaties:
• Inventarisatie doelgroep (Bijlage 1.)
• Sport en beweegaanbod (Bijlage 2.)
• Analyse sport- en beweegaanbod (Bijlage 3.)
• Analyse sportinfrastructuur (Bijlage 4.)
• Interne analyse (Bijlage 5.)
• Externe analyse (Bijlage 6.)
2.4 Opzet adviesrapport
Dit adviesrapport, bestaat naast de inleiding en het plan van aanpak ten eerste uit het theoretische kader. Hierin wordt zowel de doelgroep, als het aangepaste sporten zelf en de organisatorische integratie van aangepast sporten toegelicht. Vervolgens wordt de huidige situatie met betrekking tot de sportinfrastructuur in Apeldoorn op het gebied van sporten met een beperking kort besproken. Dan worden de interne- en externe analyse behandeld waarin input wordt gegenereerd voor de daaropvolgende SWOT- analyse waarin strategische opties worden geformuleerd. Deze strategische opties worden vervolgens in de conclusies en adviezen aan het eind van dit rapport uiteengezet. In de bijlagen zijn alle werkdocumenten van het project te vinden.
Adviesrapport Jasper Nijdeken
6
3. Theoretisch kader
Achtergrond informatie over de onderwerpen in dit adviesrapport.
3.1 De doelgroep
De doelgroep, mensen met een beperking, is heel divers. Er bestaan verschillende beperkingen die weer verschillende gradaties kennen.
Lichamelijke beperkingen
Volgens de schatting van het Sociaal Cultureel Planbureau zijn alle aantallen bij elkaar opgeteld ongeveer 3,5 miljoen zelfstandig wonende mensen met lichte, matige of ernstige lichamelijke beperkingen. In Apeldoorn wonen er volgens een schatting van MEEVeluwe ongeveer 34 duizend mensen met een lichamelijke beperking.
Verstandelijke beperking
Het aantal verstandelijke beperkten komt voor heel Nederland neer op 147.000 mensen. Voor
Apeldoorn komt dit aantal op zo’n 1.100 aldus een schatting van MEEVeluwe.
De totale doelgroep in Apeldoorn kan dus worden vastgesteld op ongeveer 35 duizend mensen.1
1 Voor meer informatie over de doelgroep: Bijlage 9.1 Inventarisatie Doelgroep
Schematische weergave beperkingen
Bron: Rapport (on)beperkt sportief (2008)
Beperking
Lichamelijke beperking
Zintuiglijke beperking Organische beperking Motorische beperking
Verstandelijke beperking
Visueel
Auditief
Adviesrapport Jasper Nijdeken
7
Sport- en beweegdeelname2
• Het percentage personen met een chronische beperking dat aan de Nationale Norm voor
Gezond Bewegen (NNGB, minimaal 5 dagen in de week 30 minuten matig intensief bewegen)
voldoet, is in de jaren 2000 tot 2009 geleidelijk gestegen van 44% tot 55%.
• Het percentage dat aan de Fitnorm (3 keer per week minstens 20 minuten zwaar intensief
bewegen) voldoet, laat in de periode 2000 tot 2009 geen duidelijke trend in positieve of
negatieve richting zien. De gemiddelde percentages schommelen over de jaren, met een
minimum van 12% in 2008 en een maximum van 20% in 2002.
• In de periode 2001-2006 is het percentage personen met een chronische beperking dat aan
de Combinorm (zowel aan de NNGB als aan de fitnorm) voldoet, gestegen van 43% in 2001
tot 61% in 2009.
• De mate van inactiviteit van personen met een chronische beperking blijft vrijwel constant
over de jaren en schommelt rond de 12%.
Zie ook bijlage 1, inventarisatie doelgroep.
3.2 Sporten met een beperking
Op grond van het al dan niet aanpassen van een of meerdere aspecten van een bepaalde sport
komen we tot een indeling in drie soorten sport voor mensen met een beperking:
• Niet-aangepaste reguliere sportvormen: Sporten die, ondanks dat de sporters een beperking hebben, volgens de gangbare regels kunnen worden beoefend.
• Aangepaste reguliere sportvormen: Sporten die in principe identiek zijn aan de reguliere sport, maar op enkele gebieden zijn aangepast, zoals rolstoelbasketbal, rolstoelhockey, G-voetbal.
• Speciaal ontwikkelde sportvormen: Sporten die, weliswaar op basis van bestaande spelprincipes, speciaal zijn ontworpen voor een speciale groep sporters met een beperking, zoals quadrugby voor sporters met een hoge dwarslaesie en goalball en showdown voor blinde en slechtziende sporters.
Aanbod Apeldoorn
3
In Apeldoorn bevinden zich 30 verschillende aanbieders van sporten voor mensen met een beperking. In onderstaande tabel staan alle aanwezige sporten met daarachter het aantal aanbieders van de sport.
(Boog)schieten (1) Handbal (1) Sportinstuif (1)
Atletiek (1) Hockey (1) Sportmix (1)
Badminton (1) Judo (2) Sportvariant (1)
Basketbal (1) Korfbal (1) Sportvariant junior (1)
Biljart (1) Nordic Walking (1) Tafeltennis (1)
Bowling (1) Paardrijden (2) Tennis (1)
Club Extra (1) Rolstoelbasketbal (1) Voetbal (3)
Dansen (1) Rolstoelhockey (1) Volleybal (1)
Darts (1) Rolstoeltennis (1) Zitvolleybal (1)
Fietscross (1) Scouting (1) Zwemmen (2)
Gymnastiek (1) Showdown (1) Fitness (1)
2 Cijfers NISB: www.30minutenbewegen.nl
3 Zie ook Bijlage 9.2 Sport- en beweegaanbod
Adviesrapport Jasper Nijdeken
8
Sporten waar geen aanbod in is maar welke wel een goede aanvulling zouden zijn, zijn: jeu de boules en zaalvoetbal.
Overige kenmerken sport- beweegaanbod m.b.t de doelgroep
Auditieve beperking (3) Lichamelijke beperking (23) Verstandelijke beperking (15) Visuele beperking (2)
Alle leeftijden (31) Jeugd (10) Senioren (2)
Zie ook bijlage 2 en 3, sport- en beweegbod, analyse sport- en beweegaanbod. En bijlage 5 interne analyse.
3.3 Organisatorisch integratie4
Organisatorische integratie is het proces waarbij een reguliere sportvereniging sporters met een beperking binnen hun vereniging laten integreren. Dit kan op verschillende manieren zijn:
• Sporters met een beperking sporten mee met de reguliere lessen
• Er wordt een specifieke groep opgezet voor sporters met een beperking De doelstelling van organisatorische integratie is het vergroten van de sportmogelijkheden voor mensen met een beperking door:
• Gebruik te maken van de bestaande sportinfrastructuur, bijvoorbeeld de reguliere sportbonden, sportverenigingen, accommodaties en ondersteuners in de sport
• De sport voor mensen met een beperking in al haar facetten zowel organisatorisch als beleidsmatig bij de reguliere sportbond in te bedden.
In al haar facetten betekent dat de sportbond de verantwoordelijkheid neemt voor alle doelgroepen die de betreffende tak van sport (breedtesport tot en met topsport) beoefenen. De inbedding bij de bond en haar geledingen kan desgewenst gefaseerd (per doelgroep en per organisatieonderdeel van de reguliere bond) verlopen. Binnen een vereniging hoeft het niet zo te zijn dat sporters met en zonder een beperking met elkaar moeten sporten, volledige integratie is niet de doelstelling van organisatorische integratie. Sporters binnen een vereniging kunnen hier zelf voor kiezen. Het landelijke project 'organisatorische integratie' heeft ervoor gezorgd dat het merendeel van de gehandicaptensporten onder de hoede is gebracht van de reguliere sportbonden. Een klein aantal sporten wordt vanuit Gehandicaptensport Nederland aangestuurd. Voor een overzicht van alle sportbonden waar gehandicaptensport is geïntegreerd, zie bijlage 1, inventarisatie doelgroep hoofdstuk 6.3.
4 Zie ook Bijlage 9.1 Inventarisatie doelgroep, hoofdstuk 6
Adviesrapport Jasper Nijdeken
9
4. Huidige situatie, sportinfrastructuur
De sportinfrastructuur met betrekking tot mensen met een beperking in Apeldoorn is een divers netwerk van allerlei organisaties die binnen één van de vijf onderstaande categorieën vallen:
1. Zorg 2. Onderwijs 3. Overheden 4. Ondersteunend 5. Sport- (en beweeg)aanbod
In elk van deze categorieën zijn veel verschillende organisaties uit Apeldoorn in te delen.5 De zorg is een vanzelfsprekende categorie als het om mensen met een beperking gaat. Ook het (speciale) onderwijs in Apeldoorn is een belangrijke categorie. Daarnaast heeft de overheid in de vorm van de gemeente Apeldoorn ook een belangrijke plaats in het sportnetwerk voor mensen met een beperking in Apeldoorn. Verder zijn er een aantal ondersteunende organisaties in Apeldoorn die onder de categorie ondersteunend vallen. Als laatste zijn er natuurlijk de sportvoorzieningen bij de sportorganisaties die een belangrijk onderdeel vormen van het totale plaatje. In onderstaand figuur is een sportinfrastructuur weergegeven voor mensen met een beperking waarin deze vijf categorieën naar voren komen. Deze categorieën worden in dit plaatje verbonden door één punt. In dit figuur is dat een Sportservice punt. Dit figuur komt uit een visiestuk van de NOC*NSF. Vanuit eigen ervaringen heeft de NOC*NSF veel succeservaringen (in bepaalde regio’s) met een sportservicepunt als centraal punt voor onder andere sporten met een beperking. Zij zien een soort organisatie zoals geschetst in onderstaand figuur als een ideale situatie voor de doelgroep.
6
5 Zie ook Bijlage 9.4 Infrastructuur sporten met een beperking
6 Zie ook http://www.nocnsf.nl/cms/showpage.aspx?id=5529
Adviesrapport Jasper Nijdeken
10
5. Interne analyse
In de interne analyse is in twee delen uitgevoerd. Één deel over de werkgroep en één deel over sporten met een beperking. De werkgroep is aan de hand van het 7S- Model van McKinsey geanalyseerd. Bij sporten met een beperking is gekeken naar belangrijke kenmerken van sporten met een beperking en ontwikkelingen met betrekking tot sporten met een beperking.
5.1 Werkgroep (sterke zwakke punten), Uit de analyse met het 7S-Model van McKinsey komt vooral dat de werkgroep een uitstekend netwerk heeft en informatie/middelen in de huidige sportinfrastructuur goed weet te vinden. Ook bezit de werkgroep veel kennis en deskundigheid en is ze gemotiveerd om de situatie voor de doelgroep te verbeteren. Daarentegen heeft de werkgroep nog geen achterliggend plan van waaruit gewerkt wordt.
5.2 Sporten met beperking (sterke zwakke punten)
Belangrijke punten met betrekking tot sporten met een beperking zijn het goed regelen van vervoer, betaalbaarheid, voldoende variatie in het aanbod, kwaliteit en kwantiteit bij kader en begeleiding. Het belang van sporten met een beperking is groot aangezien de sportdeelname nog achterligt ten opzichte van mensen zonder beperking. Ook zijn er veel drempels om te gaan sporten (vervoer, betaalbaarheid, etc.) en is de doelgroep niet altijd op de hoogte van het aanbod en de locatie van bepaalde informatie. In Apeldoorn zijn er meer dan dertig aanbieders op het gebied van sporten met een beperking. Het is niet duidelijk of dit aan de wensen en behoeften van de doelgroep voldoet. Ontwikkelingen bij het sporten met een beperking zijn bijvoorbeeld het ontwikkelen van cursussen en trainingen voor kader door Gehandicaptensport Nederland, de organisatorische integratie bij veel grote sportbonden en het bestaan van de werkgroep sporten met een beperking in Apeldoorn.
Sterkten Zwakten
S1 De werkgroep heeft een goed netwerk. En
weet waar het moet zijn voor bepaalde
informatie/middelen.
Z1 Er is geen centraal punt/loket voor sport.
De informatie is onbekend bij de
doelgroep.
S2 De werkgroep bezit veel kennis en
deskundigheid en is betrokken en
gemotiveerd.
Z2 Er is geen/weinig inzicht in de wensen en
behoeften van de doelgroep. Ook
geen/weinig inzicht in de drempels
(vervoer, betaalbaarheid, etc.)
S3 Veel aanbieders van aangepaste sporten in
Apeldoorn (>30).
Z3 De werkgroep heeft geen duidelijk plan.
(Geen achterliggende missie, visie,
doelstellingen, actie- en speerpunten)
Adviesrapport Jasper Nijdeken
11
6. Externe analyse
De externe analyse bekijkt aan de hand van onderstaande factoren ontwikkelingen op het gebied van sporten met een beperking.
• Demografische factoren
• Economische factoren
• Sociaal-culturele factoren
• Politiek-juridische factoren Vanuit deze ontwikkelingen worden kansen en bedreigingen gesignaleerd.
6.1 Kansen bedreigingen
In onderstaande tabel zijn de belangrijkste kansen en ontwikkelingen met betrekking tot sporten met
een beperking opgesomd.
Kansen Bedreigingen
K1 Ontwikkeling sportservice centrum/loket B1 Sportdeelname bij mensen met een
beperking ligt ver achter ten opzichte van
mensen zonder een beperking
K2 Regionalisering (regionale samenwerking
en beleidsontwikkeling tussen gemeenten
B2 Bezuinigingen in de gemeente Apeldoorn
(op sport)
K3 Bestuurdersacademie Apeldoorn7 B3 De doelgroep komt niet op voor haar
belangen
Standpunt gemeente Apeldoorn
Belangrijk bij deze kansen en bedreigingen is het standpunt van de gemeente Apeldoorn met betrekking tot Sporten met een beperking. De gemeente wil af van het doelgroepenbeleid. De gemeente wil geen onderscheid maken tussen de inwoners van Apeldoorn. De gemeente vindt dat iedere inwoner voor zichzelf verantwoordelijk is. De gemeente wil wel ondersteuning bieden in de vorm van ontwikkelen van accommodaties voor alle inwoners. Ook heeft de gemeente subsidie verstrekt aan het opzetten van een G- tak bij de hockeyvereniging Achilles, en verleent het haar medewerking aan de Olympische Spelen voor mensen die een hart en/of longtransplantatie hebben gehad, in 2012 in Apeldoorn. De gemeente Apeldoorn vindt dat mensen met een beperking terecht moeten kunnen bij de bestaande organisaties als het Verenigingsburo, de sportraad en Accres. Ondersteuning richting verenigingen en aanbod moet ook vanuit deze bestaande organisaties geïnitieerd worden. Zie ook bijlage 6, externe analyse.
7 De bestuurdersacademie is een initiatief van Sportraad Apeldoorn en het Verenigingsburo voor alle leden van
verenigingen en stichtingen die zich willen oriënteren op bestuurs- en vrijwilligersfuncties, maar ook voor
vrijwilligers die al actief zijn en zich meer willen bekwamen in hun functie.
Adviesrapport Jasper Nijdeken
12
7. SWOT- Analyse
In deze SWOT- Analyse zijn de uikomsten van de interne- (sterkten en zwakten) en externe analyse
(kansen en bedreigingen) in een confrontatie matrix (hoofdstuk 7.3) ingevuld. In deze matrix zijn
vervolgens “matches” gezocht tussen enerzijds sterke of zwakke punten en anderzijds kansen of
bedreigingen. Per match is vervolgens bepaald of deze match relevant is richting een advies of niet.
De relevante matches zijn uitgeschreven tot de strategische opties in hoofdstuk 7.4. In hoofdstuk 7.5
staan de onderwerpen waarop wordt geadviseerd.
7.1 Sterkten en zwakten
Sterkten Zwakten
S1 De werkgroep heeft een goed netwerk. En
weet waar het moet zijn voor bepaalde
informatie/middelen.
Z1 Er is geen centraal punt/loket voor sport.
De informatie is onbekend bij de
doelgroep.
S2 De werkgroep bezit veel kennis en
deskundigheid en is betrokken en
gemotiveerd.
Z2 Er is geen/weinig inzicht in de wensen en
behoeften van de doelgroep. Ook
geen/weinig inzicht in de drempels
(vervoer, betaalbaarheid, etc.)
S3 Veel aanbieders van aangepaste sporten in
Apeldoorn (>30).
Z3 De werkgroep heeft geen duidelijk plan.
(Geen achterliggende missie, visie,
doelstellingen, actie- en speerpunten)
7.2 Kansen en bedreigingen
Kansen Bedreigingen
K1 Ontwikkeling sportservice centrum/loket B1 Sportdeelname bij mensen met een
beperking ligt ver achter ten opzichte van
mensen zonder een beperking
K2 Regionalisering (regionale samenwerking
en beleidsontwikkeling tussen gemeenten
B2 Bezuinigingen in de gemeente Apeldoorn
(op sport)
K3 Bestuurdersacademie Apeldoorn B3 De doelgroep komt niet op voor haar
belangen
Adviesrapport Jasper Nijdeken
13
7.3 Confrontatie matrix
Kansen Bedreigingen
On
twik
kelin
g sp
ort
serv
ice
cen
tru
m/l
oke
t
Reg
ion
alis
erin
g (r
egio
nal
e sa
me
nw
erki
ng
en
bel
eid
son
twik
kelin
g tu
sse
n g
eme
ente
n)
Bes
tuu
rder
saca
dem
ie A
pel
do
orn
Spo
rtd
eeln
ame
bij
men
sen
met
een
bep
erki
ng
ligt
ver
ach
ter
ten
op
zich
te
van
men
sen
zo
nd
er e
en b
eper
kin
g
Bez
uin
igin
gen
in d
e ge
mee
nte
Ap
eld
oo
rn (
op
sp
ort
)
De
do
elgr
oep
ko
mt
nie
t o
p v
oo
r h
aar
bel
ange
n
1 2 3 1 2 3
1 De werkgroep heeft een
goed netwerk. En weet
waar het moet zijn voor
bepaalde
informatie/middelen.
x x x
2 De werkgroep bezit veel
kennis en deskundigheid
en is betrokken en
gemotiveerd.
x x x x
Ste
rkte
n
3 Veel aanbieders van
aangepaste sporten in
Apeldoorn (>30).
x x x x
1 Er is geen centraal
punt/loket voor sport. De
informatie is onbekend bij
de doelgroep.
x x x x
2 Er is geen/weinig inzicht in
de wensen en behoeften
van de doelgroep. Ook
geen/weinig inzicht in de
drempels (vervoer,
betaalbaarheid, etc.
x x
Zw
ak
ten
3 De werkgroep heeft geen
duidelijk plan (geen
achterliggende missie,
visie, doelstellingen, actie-
en speerpunten).
x
Adviesrapport Jasper Nijdeken
14
7.4 Strategische opties
De beste “matches” uit de confrontatiematrix vertaald naar strategische opties
Kansen Bedreigingen
K1 Ontwikkeling sportservicecentrum/loket B1 Sportdeelname bij mensen met een beperking ligt ver achter ten opzichte van mensen zonder een beperking
K2 Regionalisering (regionale samenwerking en beleidsontwikkeling tussen gemeenten)
B2 Bezuinigingen in de gemeente Apeldoorn (op sport)
K3 Bestuurdersacademie Apeldoorn B3 De doelgroep komt niet op voor haar belangen
Sterkten Zwakten
S1 De werkgroep heeft een goed netwerk. En weet waar het moet zijn voor bepaalde informatie/middelen.
Z1 Er is geen centraal punt/loket voor sport. De informatie is onbekend bij de doelgroep.
S2 De werkgroep bezit veel kennis en deskundigheid en is betrokken en gemotiveerd.
Z2 Er is geen/weinig inzicht in de wensen en behoeften van de doelgroep. Ook geen/weinig inzicht in de drempels (vervoer, betaalbaarheid, etc.)
S3 Veel aanbieders van aangepaste sporten in Apeldoorn (>30).
Z3 De werkgroep heeft geen duidelijk plan. (Geen achterliggende missie, visie, doelstellingen, actie- en speerpunten)
S2K1 De kennis, deskundigheid, betrokkenheid en motivatie van de werkgroep gebruiken/inzetten
om een centraal punt te ontwikkelen. S1K2 Het netwerk van de we rkgroep gebruiken/inzetten om de samenwerking tussen gemeenten
in de regio te verbeteren (regionalisering). Z1K2 Een centraal punt ontwikkelen om de samenwerking tussen de gemeente in de regio te
verbeteren (regionalisering). S3B1 Het grote aantal aanbieders van aangepast sporten inzetten/gebruiken om de
sportdeelname bij mensen met een beperking toe te laten nemen. Z1B1 Een centraal punt ontwikkelen om de sportdeelname toe te laten nemen bij mensen met
een beperking. Z2B1 De wensen, behoeften en drempels van mensen met een beperking in kaart brengen om de
sportdeelname toe te laten nemen. Z1B3 Een centraal punt ontwikkelen dat op komt voor de belangen van mensen met een
beperking in de sport. Z2B3 De wensen, behoeften en drempels van mensen met een beperking in kaart brengen om zo
voor de belangen van deze doelgroep op te kunnen komen. Z3K1 Een “beleidsplan” voor de werkgroep ontwikkelen wat als input kan dienen voor een centraal
punt/ sportloket. S3K3 De (vele) aanbieders van aangepast sporten in Apeldoorn deel laten nemen aan de
bestuurdersacademie om de bestuurders van deze verenigingen kennis te laten op doen en informatie en ervaringen te kunnen uitwisselen.
S1B2 Het netwerk van de werkgroep aanspreken om informatie/middelen te vinden om de bezuinigingen van de gemeente Apeldoorn op te kunnen vangen.
Adviesrapport Jasper Nijdeken
15
7.5 Onderwerpen advies
Onderstaande onderwerpen komen het meest aan bod in de strategische opties. Hier zal een advies
over geschreven worden.
Adviseren over:
1. Centraal punt voor sport (met een beperking)
2. Verhogen sportdeelname doelgroep
3. Regionalisering
4. Wensen en behoeften doelgroep
5. Gebruik maken van het grote aanbod en het goede netwerk
Na een discussie over de SWOT-analyse is besloten om onderstaand onderwerp toe te voegen aan
het adviesrapport.
6. De doelgroep zelf
De focus ligt hierbij op de mensen met een beperking en eventueel begeleiders en kader.
Adviesrapport Jasper Nijdeken
16
8. Adviezen
8.1 Adviezen
Opzet adviezen
Alle adviezen hebben als gewenste effect dat de sportdeelname onder de doelgroep wordt
verhoogd. Dus het hoofddoel “verhogen van de sportdeelname” is in principe een overkoepelend
doel. De overige vijf adviezen kunnen worden gezien als een van de middelen om de sportdeelname
te verhogen. Het onderwerp de doelgroep zelf heb ik onder gebracht bij het advieshoofdstuk over
de wensen en behoeften van de doelgroep. Dit aangezien veel van de doelgroep bij dit advies al aan
bod komt. Er zijn een aantal onderwerpen die bij meerdere adviezen naar voren komen:
• Onderzoek
• (Sportstimulerings)projecten
• De werkgroep
• Centraal punt
• Regionalisering (en de rol van de GSF)
• Ondersteuningstaken
• (Trainingen, ondersteuning) kader
• Financiën, financiële middelen
• Sportinfrastructuur
• Sport- en beweegaanbod, de aanbieders
• Lokale consulent, regio coördinator
• Samenwerking, aansluiten andere initiatieven
• Belangen doelgroep (Onderzoek naar, opkomen voor)
Bovenstaande punten zijn dus belangrijke punten in het totale adviesrapport, en die bijdragen aan
het verhogen van de sportdeelname van de doelgroep.
Achtergrond informatie, wat wordt er bedoeld met verhogen sportdeelname doelgroep
De sportdeelname van mensen met een beperking ligt in vergelijking met de sportdeelname van
mensen zonder beperking nog ver achter (cijfers). Niet in elke sport is er een aangepast aanbod ook
is het sportaanbod vaak regionaal. Doordat het aanbod regionaal is kampen veel (potentiële)
sporters met problemen zoals vervoer. Sporten met een beperking vereist vaak andere materialen en
hulpmiddelen, dit zorgt ook voor drempels en meerkosten. Al deze punten dragen bij aan het
achterblijven van de sportdeelname van mensen met een beperking. Door deze drempels (deels)
weg te nemen kan de sportdeelname worden verhoogd. Ook de wensen en behoeften van de
doelgroep zelf zijn bij dit onderwerp van groot belang. Door in te spelen op deze wensen en
behoeften kan de sportdeelname worden verhoogd.
Adviesrapport Jasper Nijdeken
17
Welke doelen worden er bij dit onderwerp nagestreefd?
1. Verhoging sportdeelname (en beweegdeelname) van de doelgroep 2. Wensen en behoeften in kaart brengen van de doelgroep 3. Gaten in het aanbod in kaart brengen 4. Verenigingen met aanbod of die aanbod willen creëren ondersteunen 5. Centraal punt voor sporten creëren voor de doelgroep 6. Sportstimuleringsprojecten organiseren (of aansluiten bij bestaande projecten) 7. Deskundigheidsbevordering kader (via o.a. bestuurdersacademie) 8. Informatieverstrekking aan doelgroep
Welke werkzaamheden komen hier bij kijken?
• Centraal punt creëren (zie advies 1, centraal punt)
• Wensen en behoeften in kaart brengen (zie advies 3, wensen en behoeften doelgroep)
o Gaten in het aanbod in kaart brengen, regionaal kijken(zie advies 2, regionalisering
en advies 3, wensen en behoeften doelgroep)
• Verenigingen ondersteunen (zie advies 4, het aanbod en het netwerk)
o Deskundigheidsbevordering (zie advies 4, het aanbod en het netwerk)
• Sportstimuleringsprojecten organiseren of aansluiten bij bestaande projecten (zie advies 1,
centraal punt)
• Informatie verstrekking aan doelgroep (zie advies 3, wensen en behoeften doelgroep)
Wat wordt er van de werkgroep verwacht?
Van de werkgroep wordt verwacht aan de slag te gaan met de adviezen in dit adviesrapport, en waar
nodig acties te ondernemen zoals in de adviezen staan beschreven.
Relevante informatie/literatuur
• Input van verenigingen
• Bestuurdersacademie
• Scholing kader
• Meerkosten NebasNSG
Adviesrapport Jasper Nijdeken
18
8.1.1 Centraal punt
Achtergrond informatie, wat wordt er bedoeld met een centraal punt sport?
Met een centraal punt sport, of een centraal punt sporten met een beperking wordt bedoeld dat er
één persoon, locatie, website of organisatie centraal staat, voor de doelgroep. Als er een vraag is
vanuit de doelgroep of organisaties m.b.t. de doelgroep (organisaties die als (sub)doelgroep mensen
met een beperking hebben) dan komt deze in principe eerst binnen bij het centrale punt.
Welke doelen worden er bij dit onderwerp nagestreefd?
1. Er is één centraal punt welke gespecialiseerd is in het doorverwijzen van de doelgroep naar sportaanbod of ondersteunende organisaties. Het centrale punt is op de hoogte van de mogelijkheden (sportaanbod, ondersteuning, wet- en regelgeving, etc) voor de doelgroep.
2. De doelgroep en organisaties m.b.t. de doelgroep weten het centraal punt te vinden en maken regelmatig gebruik van de diensten van het punt.
3. Het centrale punt heeft een duidelijk beleidsplan waarin de missie, visie, doelstellingen en werkzaamheden in vastgesteld zijn.
4. Door de aanwezigheid van het punt worden veel mensen doorverwezen richting sportaanbod, dit leidt tot een verhoging van de sportdeelname van mensen met een beperking.
5. De belangen van de doelgroep moeten in kaart worden gebracht en door het punt worden behartigd.
6. De samenwerking met andere organisaties m.b.t. mensen met een beperking moet worden onderhouden en waar nodig worden verbeterd.
7. Er moet een regionale samenwerking ontstaan om zo de doelgroep beter van dienst te kunnen zijn.
8. Het punt benadert de doelgroep en initieert stimulerende projecten. 9. In samenwerking met bijvoorbeeld het Verenigingsburo deskundigheidsbevordering
aanbieden op het gebied van aangepast sporten aan verenigingen.
Welke werkzaamheden komen hier bij kijken?
De vorm
De werkzaamheden bij dit onderwerp zijn in eerste instantie het opstarten van een centraal punt. Er
moet worden bepaald welke vorm dit centrale punt zal krijgen. Er zijn een aantal opties:
1. Consulent sporten met een beperking Een consulent sporten met een beperking is een deskundige adviseur met veel kennis en
deskundigheid op het gebied van aangepast sporten en mensen met een beperking. Deze
consulentfunctie zal binnen een bestaande organisatie gecreëerd moeten worden, of via een
nieuw opzichzelfstaand initiatief gecreëerd moeten worden.
2. Werkgroep sporten met een beperking De werkgroep neemt de functie van centraal punt op zich. De voorzitter van de werkgroep
zal als contactpersoon fungeren. Binnen gekomen vragen dienen binnen de werkgroep
uitgezet te worden.
3. Een stichting met vrijwilligers opzetten Naar het voorbeeld van de Stichting Deventer Sportploeg, een gelijksoortige organisatie
oprichten gerund door vrijwilligers.
Adviesrapport Jasper Nijdeken
19
4. Website sporten met een beperking Een website ontwikkelen met een doorverwijsfunctie. Op de website is het actuele
sportaanbod voor de doelgroep in kaart gebracht en kunnen contacten worden gelegd
tussen vraag en aanbod. Ook is er informatie beschikbaar op de website over ondersteuning,
wet- en regelgeving en allerlei achtergrond informatie.
De vorm van een website is zeker aan te bevelen ter ondersteuning van opties één en twee. De
voorkeur in deze opties gaat uit naar de eerste optie, een consulent sporten met een beperking.
Deze voorkeur gaat uit naar optie één omdat een consulent zich direct kan richten op de situatie van
de doelgroep. De werkzaamheden van deze consulent zullen zich richten op de eerder genoemde
doelstellingen. De consulent zal als spil in een netwerk van organisaties fungeren om zo verbindingen
te leggen en de doelgroep optimaal te kunnen doorverwijzen. Omdat de consulent onafhankelijk is
en via een achterliggend beleidsplan werkt kan optimaal worden samengewerkt met belangrijke
partners. Er zijn geen belangen met betrekking tot bepaalde organisaties. De consulent handelt
vanuit een eigen missie en visie om zo snel conclusies te kunnen trekken en beslissingen te kunnen
nemen. Bij deze optie kan ook gedacht worden aan het inzetten van combinatiefunctionarissen.8
Voor 2012 moeten er in Apeldoorn en Deventer nog een aantal combinatiefuncties gecreëerd
worden. Uit navraag bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) blijkt dat deze
combifuncties ook als bijvoorbeeld consulent kunnen worden ingezet. In sommige gemeenten wordt
dit zelfs al gedaan. Ook worden sommige combifuncties gecreëerd door meerdere gemeenten. Deze
combinatiefunctionarissen werken dus regionaal.
Bij de tweede optie, de werkgroep als centraal punt, zal de werkgroep het eerste aanspreekpunt
vormen voor de doelgroep en organisaties m.b.t. de doelgroep. Er zal een duidelijke taakverdeling
(achterliggend plan) moeten komen en ieder zal zijn eigen werkzaamheden krijgen. De vraag hierbij is
of elke organisatie in de werkgroep een dergelijke actieve rol zal waarderen. Zo zal één
organisatie/werkgroeplid contactpersoon moeten worden voor de doelgroep en de organisaties
m.b.t. de doelgroep. Een digitale omgeving in de vorm van een website zal in deze situatie zeer
gewenst zijn. Voorbeelden van functies/werkzaamheden in de werkgroep als centraal punt:
1. Voorzitter (koers werkgroep) 2. Contactpersoon (doelgroepen, organisaties mbt doelgroep, verenigingen/sportaanbod) 3. Doorverwijzen richting aanbod 4. Aanbodsoverzicht actueel houden 5. Aansluiten bij of initiëren van (nieuwe) projecten 6. (Regionale) samenwerking 7. PR en voorlichting 8. Kwaliteit waarborgen aanbod 9. Deskundigheids bevordering 10. Fondsenwerven 11. Penningmeester
8 Zie ook http://www.combinatiefuncties.nl
Adviesrapport Jasper Nijdeken
20
De derde optie is het opzetten van een vrijwillige organisatie (stichting) naar het voorbeeld van
Stichting Deventer Sportploeg. De Stichting Deventer Sportploeg is een vrijwillige organisatie met als
doel het bevorderen van (de integratie van) sporten voor mensen met een beperking, het
organiseren van activiteiten in het belang van aangepast sporten en het financieel ondersteunen van
initiatieven voor mensen met een beperking. De stichting heeft een driekoppig bestuur, een
vijfkoppig comité van aanbeveling, een werkgroep met contactpersonen vanuit verenigingen en een
samenwerkingsconvenant met gemeente Deventer, Special Heroes, en Sportbedrijf Deventer. Een
initiatief naar dit voorbeeld kan in Apeldoorn ook worden geïnitieerd. De verschillende functies
kunnen door leden van de werkgroep vrijwillig worden ingevuld maar ook via bijvoorbeeld de
vacaturebank van het Verenigingsburo. Daarnaast kunnen ook maatschappelijke stages vanuit het
Verenigingsburo hier iets betekenen. Deze stageplaatsen voor leerlingen vanuit het voortgezet
onderwijs zijn tegenwoordig verplicht en het Verenigingsburo is voor Apeldoorn verantwoordelijk
voor de invulling hiervan. Deze leerlingen zouden als stage werkzaamheden voor deze stichting
kunnen vervullen.
De laatste optie is het opzetten van een website met een doorverwijsfunctie. In de database van
deze website zal al het (sport)aanbod voor mensen met een beperking staan. Via een zoekfunctie kan
er gericht gezocht worden naar een passend aanbod. Ook is er op de website informatie te vinden
over ondersteunende organisaties, wet- en regelgeving en overige informatie met betrekking tot
aangepast sporten. Deze website moet beheerd worden en (veranderingen in) het aanbod zal
bijgehouden moeten worden. Dit kan door de werkgroep gedaan worden maar ook door een
bepaalde organisatie in de werkgroep zoals het Verenigingsburo, ACCRES of de Sportraad Apeldoorn.
Financiële vertaling
In de meeste van bovenstaande gevallen zijn financiële middelen nodig om de adviezen in daden om
te zetten. Deze financiële middelen zijn hedendaags lastig te verkrijgen. Er moet gekeken worden
wat de gemeente kan betekenen, maar er moet ook gedacht worden aan het bedrijfsleven
(maatschappelijk ondernemen Apeldoorn, MOA), sponsoring en fondsen, subsidies van sportbonden,
Provincie Gelderland, en de organisaties van de werkgroep zelf. Wellicht is het werven van deze
middelen gemakkelijker als er meerdere partijen belang bij hebben. Dus in deze situatie zal het
voordelig zijn om het project naar een regionaal niveau te tillen. De gemeentes in de regio zouden
benaderd kunnen worden om gezamenlijk de kosten voor een regiocoördinator sporten met een
beperking (of een regionaal functionerende website) voor hun rekening te nemen. In deze situatie
kan de Gelderse Sport Federatie wellicht een belangrijke rol spelen. Wat belangrijk is bij het
verkrijgen van deze middelen is een goed en doordacht achterliggend plan. Dit plan kan eventueel
aan de belanghebbende worden gepresenteerd.
Wat wordt er van de werkgroep verwacht?
• Verkenning van de (financiële) mogelijkheden
• Keuze maken hoe het centrale punt voor sporten met een beperking in te richten (consulent,
werkgroep, stichting, website)
• Achterliggend plan maken (stagiaire)
• Middelen werven
Adviesrapport Jasper Nijdeken
21
Relevante informatie/literatuur
• Regionale infrastructuur NOC* NSF
• Presentatie Stichting Deventer Sportploeg
• Projectplan regiocoördinator GSF
• Functiebeschrijving consulent, Anniek van Vilsteren, Zwolle
• Olympisch vuur, Olympisch netwerk
• Beleidsplan Sportservice Ede
• Projectplan SMB
• Adviesrapport Website
Adviesrapport Jasper Nijdeken
22
8.1.2 Regionalisering
Achtergrond informatie, wat wordt er bedoeld met regionalisering
Met regionalisering wordt bedoeld het project uitbreiden van een lokale omvang naar een regionale
omvang. Dus vanuit het project in Apeldoorn moet er worden gekeken naar de regio stedendriehoek
(Gemeentes Apeldoorn, Brummen, (Deventer,) Epe, Lochem, Voorst en Zutphen). Ook zijn er in
Deventer al connecties met de gemeente Raalte, welke en interessante optie zou kunnen zijn voor de
samenwerking. Wat kunnen de andere gemeentes in de regio stedendriehoek voor elkaar
betekenen. Aangepast sporten is vaak een regionale aangelegenheid. Doordat het aanbod regionaal
verspreid is zou regionalisering met betrekking tot aangepast sporten een goede ontwikkeling zijn.
De doelgroep zou dan bijvoorbeeld via een regionaal aanspreekpunt naar een passend aanbod
doorverwezen kunnen worden.
Welke doelen worden er bij dit onderwerp nagestreefd?
1. Een regionale infrastructuur opzetten 2. Contacten met de gemeenten uit de regio maken 3. Regiocoördinatorfunctie creëren (GSF) 4. Aanbod in de stedendriehoek in kaart brengen 5. Regionale activiteiten/projecten organiseren 6. Aansluiten bij topsportpunt stedendriehoek (Olympisch netwerk)
Welke werkzaamheden komen hier bij kijken?
Met de gemeente Deventer is, in de vorm van Stichting Deventer Sportploeg, al contact en
samenwerking gelegd. Aangezien het aanbod voor sporten met een beperking in een kleine
omgeving vaak gering is moet er dus breder worden gekeken. De stedendriehoek is een uitstekende
omgeving om contacten te leggen met verschillende vertegenwoordigende organisaties uit
omliggende gemeenten. In het bestaande netwerk van de werkgroep zitten ongetwijfeld organisaties
met betrekking tot sporten met een beperking uit één of meer van de omliggende gemeenten van
Apeldoorn.
Het is goed om contact op te nemen met deze organisaties om te peilen hoe zij staan tegenover
regionalisering. Er kan een bijeenkomst worden georganiseerd om met alle partijen om de tafel te
gaan zitten en te kijken naar de mogelijkheden voor samenwerking. De Gelderse Sport Federatie kan
hier wellicht een aansturende rol in spelen. Dit aangezien deze organisatie, bijvoorbeeld in de regio’s
Nijmegen en Arnhem, reeds een regionaliseringproces hebben ingezet. In deze regio’s is door
samenwerking tussen de gemeenten in die regio’s een regiocoördinator functie opgezet.
De regiocoördinator heeft de volgende kerntaken:
• Loketfunctie voor sportvragen en sportadviezen op locatie van de partners.
• Begeleiding van personen met een beperking naar de sportaanbieders.
• Ondersteuning sportaanbieders door middel van verenigingsondersteuning.
• Randvoorwaarden optimaliseren (vervoer, financiële ondersteuning sporters, subsidies,
deskundigheidsbevordering kader en toegankelijkheid accommodaties).
• Criteria formuleren op basis waarvan de gemeente beleid maken (criteria voor subsidie aan
sportaanbieders en/of de doelgroep en verbetering accommodaties).
Adviesrapport Jasper Nijdeken
23
• PR en voorlichting (bestaande websites voorzien van content, contact met lokale media,
gebruikmaken van gemeentelijke communicatiemiddelen en een nieuwsbrief).
• Zorg dragen voor afstemming, samenwerking en verbinding van partners en in dit kader
initiëren en coördineren van samenwerking (kennisdeling, themabijeenkomsten en
netwerkmeetings organiseren).
• Evenementen organiseren en aansluiten bij bestaande initiatieven (plaatselijke sportweken,
regionale Special Olympics, Week Chronisch Zieken en Week van de Toegankelijkheid).
• Zorg dragen voor regionaal beleid door de gemeenten en initiëren van intern overleg op
integraal beleid, bijvoorbeeld tussen beleidsmakers sport en WMO.
• Aangepast sporten op de agenda zetten van het regionale overleg met beleidsmedewerkers
sport dat enkele keren per jaar door de Gelderse Sport Federatie wordt geïnitieerd.
• Onderzoek verrichten met betrekking tot de sportdeelname, sportaanbieders en
randvoorwaarden.
Deze taken zouden prima in de regio stedendriehoek uitgevoerd kunnen worden. Het is dus
belangrijk om de (financiële) mogelijkheden in kaart te brengen en de partijen binnen de
Stedendriehoek bij elkaar te brengen.
Verder bevind zich in het Omnisportcentrum te Apeldoorn een frontoffice Topsport als onderdeel
van het Olympisch Netwerk Gelderland. Doel van het Olympisch Netwerk is om naast een
topsportcoördinator ook een breedtesportcoördinator in de verschillende regio’s actief te hebben.
Hier moet ook zeker aansluiting mee worden gezocht.
Wat wordt er van de werkgroep verwacht?
De werkgroep zal het initiatief moeten nemen tot regionalisering en omliggende gemeentes moeten
benaderen. Van belang hierbij is om eerst het moment van toenadering te bepalen. Hierbij moet
eerst gedacht worden aan de huidige situatie in Apeldoorn die wellicht op de korte termijn eerst
aandacht nodig heeft (zie andere advies punten). Anderzijds kan een regionaal initiatief de situatie in
Apeldoorn natuurlijk ook versterken. De GSF heeft voor andere regio’s plannen opgesteld om een
regiocoördinator aan te stellen. De GSF kan ook voor deze regio een plan opstellen. De werkgroep
kan hierbij een belangrijke rol spelen. Als initiatiefnemer kan de werkgroep de contacten leggen met
gemeenten in de regio en de houding ten opzichte van regionalisering van de verschillende
organisaties in de gemeenten peilen.
De werkgroep kan zelf ook taken die bij de functie van een regiocoördinator behoren uitvoeren.
Zoals het in kaart brengen van regionaal aanbod, het initiëren en/of aansluiten bij regionale
projecten en het doorverwijzen van mensen met een beperking.
Relevante informatie/literatuur
• Regionale infrastructuur NOC*NSF
• Plan regiocoördinator Arnhem
• Plan regiocoördinator Nijmegen
Adviesrapport Jasper Nijdeken
24
8.1.3 De doelgroep, wensen en behoeften van de doelgroep
Achtergrond informatie, wat wordt er bedoeld met wensen en behoefte doelgroep
Mensen met een beperking hebben een lagere sportdeelname dan mensen zonder beperking. Om
deze sportdeelname te verhogen moet er goed gekeken worden naar de redenen van deze mensen
om niet aan sport deel te nemen. Er moet in kaart gebracht worden welke drempels er zijn voor deze
mensen. Het is ook van groot belang om de wensen en behoeften van deze mensen in kaart te
brengen. Als deze wensen en behoeften bekend zijn kan er op worden ingespeeld om zo eventuele
wensen in te vullen en behoeften te bevredigen. Ook kunnen deze drempels, als er inzicht is waar de
drempels liggen, verlaagd worden.
Welke doelen worden er bij dit onderwerp nagestreefd?
1. Wensen en behoeften in kaart brengen 2. Drempels in kaart brengen 3. Gaten in het aanbod in kaart brengen 4. Kwaliteit van aanbod (kader) in kaart brengen 5. Belangen van de doelgroep in kaart brengen (en hoe te behartigen) 6. De doelgroep zelf inzetten als vrijwilliger 7. Projecten voor de doelgroep 8. Instroom, begeleiding, uit/doorstroom, nazorg (figuur maken)
Welke werkzaamheden komen hier bij kijken?
Om alle doelen bij dit onderwerp te halen dient er een groot onderzoek gehouden te worden in de
gemeente Apeldoorn. Aangezien dit veel werk is wordt het gebruik maken van een stagiaire of
meerdere stagiaires aanbevolen. Er moet een goed projectplan worden gemaakt waarin goed moet
worden vastgelegd wat het resultaat moet zijn van het onderzoek. De manier van onderzoeken moet
ook goed overdacht worden. Een deel van de doelgroep kan wellicht niet of met moeite een enquête
invullen. In sommige gevallen zal een interview het gewenste resultaat opleveren een andere keer
komt een enquête wellicht beter tot zijn recht. Ook moet er bij bijvoorbeeld bij kinderen met een
beperking gekeken worden na de ouders en verzorgers van dit deel van de doelgroep. Deze
ouders/verzorgers hebben vaak een betere kijk op bepaalde zaken dan de persoon in kwestie zelf.
Ook moeten begeleiders en kaderleden niet worden overgeslagen in dit onderzoek. Al deze zaken
zullen van te voren vastgesteld moeten worden in een projectplan.
Er moet worden bepaald welke informatie relevant is voor het onderzoek. In gedachte moet worden
gehouden hoe de doelgroep tijdens onderstaand proces het best ondersteund kan worden.
Begeleiding
Adviesrapport Jasper Nijdeken
25
Onderstaande onderwerpen zijn zeer relevant en dienen in het onderzoek naar voren te komen.
• Basisinformatie persoon (leeftijd, geslacht, gezins- en/of woonsituatie, aard v/d beperking)
• Sportdeelname (sport en beweeggedrag, lid van vereniging, op de hoogte van aanbod)
• Regelingen/ondersteuning (gebruik maken van regelingen en/of ondersteuning bijv. vanuit
wmo)
• Tevredenheid (sport- en beweegaanbod, ondersteuning, wet/regelgeving, betaalbaarheid,
vervoer, kader)
• Wensen en behoeften (inspelen op ontevredenheid)
• Eigen inzet (vrijwilligerswerk)
• Kader (behoefte aan ondersteuning)
Vervolgens moet met deze punten een uitgewerkte vragenlijst gemaakt worden. De vragenlijst zal
moeten uitgezet worden bij een bepaald percentage van de doelgroep om een goed beeld te krijgen.
Hiervoor zijn een aantal formules beschikbaar.9 De vragenlijst kan middels een schriftelijke of
telefonische enquête worden afgenomen bij de doelgroep of begeleiding. Het onderzoek kan ook in
twee delen worden gesplitst, één deel gericht op de doelgroep en één deel gericht op ouders,
verzorgers en begeleiding. De doelgroep kan worden benaderd via bijvoorbeeld zorg en/of
revalidatie-instellingen, scholen en woonvoorzieningen.
De uitkomsten van de vragenlijsten kunnen worden ingevoerd in database programma’s zoals MS
Excel of SPSS. In deze programma’s kunnen grafieken worden opgeroepen die inzicht geven in
bepaalde kenmerken van de doelgroep. Deze uitkomsten dienen geanalyseerd te worden in een
onderzoeksrapport waarin uiteindelijk een aantal conclusies worden getrokken met betrekking tot de
kenmerken van de doelgroep en haar wensen, behoeften en drempels.
Verder dienen de sportstimuleringsprojecten in de regio in kaart te worden gebracht. Bij deze
projecten kan aansluiting worden gezocht. Ook dienen nationale projecten ten behoeve van de
doelgroep in kaart te worden gebracht. Met deze nationale projecten kunnen lokale initiatieven
worden opgestart.
Dit onderzoeksrapport zal vervolgens als input dienen voor eventuele acties vanuit de werkgroep om
bijvoorbeeld drempels te verlagen en aan de wensen en behoeften van de doelgroep tegemoet te
kunnen komen. Ook kan richting bijvoorbeeld de gemeente duidelijk worden gemaakt dat deze
doelgroep dringend behoefte heeft aan bepaalde zaken om goed te kunnen participeren in de
Apeldoornse (sport)maatschappij.
Wat wordt er van de werkgroep verwacht?
Het onderzoek zal naar alle waarschijnlijkheid niet door de werkgroep zelf maar door één of
meerdere stagiaires worden uitgevoerd. De werkgroep zal dus op zoek moeten naar een stagiaire.
Gezien de omvang van het onderzoek moet gedacht worden aan een HBO of WO opleiding. Voor de
hand liggend is om bij Christelijke Hogeschool Windesheim te informeren naar geschikte stagiaires.
Dit kan zijn bij de sportopleiding binnen Windesheim maar een onderzoek uitvoeren komt in veel
9 http://wetenschap.infonu.nl/wiskunde/9884-het-berekenen-van-de-steekproefomvang-voor-enquetes.html
Adviesrapport Jasper Nijdeken
26
opleidingen aan de orde. Dus binnen Windesheim kunnen ook andere opleidingen (bijvoorbeeld de
opleiding Communicatie) worden benaderd. Dit zelfde geld bijvoorbeeld voor het Saxion (Deventer
of Enschede) aangezien deze hogeschool in de buurt ligt van Apeldoorn. De werkgroep zal de
stagiaire moeten ondersteunen d.m.v. een fysieke stagelocatie, informatievoorziening en discussie
over het onderzoek.
Relevante informatie/literatuur
• Behoefte onderzoek op speciale scholen door MEEVeluwe, de Klup en ACCRES
Adviesrapport Jasper Nijdeken
27
8.1.4 Gebruik maken van het grote aanbod en het goede netwerk
Achtergrond informatie, wat wordt er bedoeld met gebruik maken van het grote aanbod en het
goede netwerk
Er is in Apeldoorn een groot aantal aanbieders van sporten met een beperking. Dit is een goede zaak
alleen er is weinig overzicht in het aanbod. Er kan veel beter worden samengewerkt tussen de
aanbieders. Elk lid uit de werkgroep heeft een prima netwerk, door goed samen te werken in de
werkgroep kan er dus een groot aantal organisaties benaderd worden ter ondersteuning.
Welke doelen worden er bij dit onderwerp nagestreefd?
1. Platform oprichten voor aanbieders (verenigingen) a. Contactpersonen per verenigingen aanstellen/benaderen
2. Netwerken 3. Wensen en behoeften aanbieders in kaart brengen
a. Aanbieders ondersteunen (materialen, cursussen/trainingen) b. Bestuurdersacademie
Welke werkzaamheden komen hier bij kijken?
Omdat er in Apeldoorn zo’n dertig aanbieders zijn van sporten met een beperking is het belangrijk
om te weten wat er zoals leeft bij deze aanbieders. Door een platform voor deze organisaties te
ontwikkelen kunnen deze organisaties hun verhaal kwijt. Dit platform kan bestaan uit een aantal
bijeenkomsten per jaar. Tijdens deze bijeenkomst kunnen ervaringen gedeeld worden. Ook kunnen
wensen/behoeften en drempels worden uitgesproken. De werkgroep, of een afvaardiging hiervan zal
aanwezig zijn tijdens deze bijeenkomsten om de hulp- en ondersteuningsvragen van deze
organisaties te erkennen. De werkgroep kan dan een advies teruggeven aan de organisaties of actie
ondernemen richting andere partijen. Andere partijen kunnen bijvoorbeeld ondersteunende
organisaties zijn of eventueel de bestuurdersacademie als het gaat om trainingen op het gebied van
sporten met een beperking.
Voor het netwerken en contact leggen is het van belang dat verschillende organisaties aanschuiven
bij bijeenkomsten van de werkgroep. Dit kunnen contactpersonen zijn vanuit de zorg, speciaal
onderwijs, verenigingsleven, etc. Door steeds van andere kanten het verhaal te belichten kunnen
nieuwe inzichten en ideeën ontstaan die tot verbetering van de huidige situatie leiden.
Wat wordt er van de werkgroep verwacht?
De werkgroep zal de organisaties met sport- en beweegaanbod moeten benaderen. Als de
organisaties een contactpersoon hebben dan zal deze gevraagd worden deel te nemen aan het
platform sporten met een beperking in Apeldoorn. Mocht er geen contactpersoon zijn, dan moet er
geadviseerd worden om voor sporten met een beperking een contactpersoon aan te stellen. Deze
contactpersonen van al het aanbod zullen dan een aantal keer per jaar bij elkaar komen in een
bijeenkomst. De werkgroep zal deze bijeenkomsten moeten organiseren. De aftrapbijeenkomst zal in
het teken moeten staan van kennismaking en het opstellen van de verwachtingen van de
contactpersonen. De volgende bijeenkomsten staan in het teken van discussie over sporten met een
beperking en beantwoorden van vragen en de ondersteuningsvragen vanuit het sport- en
beweegaanbod.
Adviesrapport Jasper Nijdeken
28
Voor de uitvoering van deze adviezen kan er wellicht een convenant worden ondertekend door de
leden van de werkgroep om zo vast te leggen dat een aantal taken kunnen worden uitgevoerd en dat
er binnen de organisaties uren voor vrij kunnen worden gemaakt.
Relevante informatie/literatuur
• Lijst sportaanbod
Adviesrapport Jasper Nijdeken
29
8.2 Eindaanbeveling
Op de korte termijn zal er vastgesteld moeten worden wat er met dit adviesrapport gedaan gaat
worden. Welke adviezen gaat de werkgroep op de korte termijn opvolgen en welke activiteiten
komen daar bij kijken. Aanbevolen wordt om daar de eerst volgende bijeenkomst over te
discussiëren en een plan van aanpak op te maken voor de korte termijn. Er zal een nieuwe voorzitter
moeten worden gekozen die hier het initiatief in neemt. Aangezien er bij een aantal adviezen de
inzet van stagiaires wordt aanbevolen is het belangrijk om hier snel mee aan de slag te gaan. De
nieuwe stageopdrachten beginnen vaak in september. Voor die tijd zullen er dus opdrachten
geformuleerd dienen te worden en zullen er opleidingen benaderd moeten worden. De reeds
bestaande contacten kunnen hier het best voor worden gebruikt (Windesheim).
Verder zal er ook voor de lange termijn een visie en missie moeten worden ontwikkeld voor de
werkgroep. Waar staan we voor, wat willen we bereiken en hoe ziet de toekomst er voor ons uit. Het
is dus van belang om een achterliggend beleidsplan met concrete doelen (SMART, Specifiek,
Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden) te formuleren.
Adviesrapport Jasper Nijdeken
30
9. Bijlage(s)
9.1 Inventarisatie doelgroep
Adviesrapport Jasper Nijdeken
31
9.2 Sport- en beweegaanbod
Adviesrapport Jasper Nijdeken
32
9.3 Analyse sport- en beweegaanbod
Adviesrapport Jasper Nijdeken
33
9.4 Infrastructuur sporten met een beperking Apeldoorn
Adviesrapport Jasper Nijdeken
34
9.5 Interne analyse
Adviesrapport Jasper Nijdeken
35
9.6 Externe analyse
Recommended