View
53
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
5/16/2018 Archeobrief 2009 Marc Kocken_xs - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeobrief-2009-marc-kockenxs 1/7
m a r c k o c k e n
ARCHEO b r i e f
8 Methoden en technieken
Het onzichtbare verbeeldOntwerpen met archeologie
Inspiratie op papier
De theorievorming over het verbeelden staat nog altijd
in de kinderschoenen. Wel verschijnen sinds het laatste
decennium van de vorige eeuw met enige regelmaat
publicaties en rapporten over aspecten van het verbeel-den. Midden jaren negentig werd in het kader van het
vrom-programma ‘Kwaliteit op Locatie’ de cultuur-
historie aangedragen als kwaliteitsimpuls voor nieuwe
stadsuitbreidingen. Met het verschijnen van de nota
Belvedere (1999) werd cultuurhistorie op de kaart gezet
als inspiratiebron bij en kwaliteitsimpuls voor ruimte-
lijke ontwikkelingen. In de stroom Belvederestudies
die in de jaren hierna het licht zag, bleek de archeologi-
sche component echter een bescheiden rol te spelen.Historische gebouwen, landschapselementen en -struc-
turen blijken toch een grotere aaibaarheidsfactor te
hebben dan enkele verkleuringen en wat losse vond-
In Nederland is – net als in de ons omringende
landen – een steeds groter draagvlak om archeolo-
gie als cultureel erfgoed te ontsluiten en ervaarbaar
te maken voor een groot publiek. Daarbij kan niet
worden volstaan met beschermen en in stand hou-den. Archeologie is in Nederland vrijwel altijd ver-
borgen in de grond, en daarom onzichtbaar. Dat
maakt het visualiseren van archeologisch erfgoed
en het inpassen in ruimtelijke ontwikkelingen tot
een aparte opgave. Voor die opgave is kennis van
de archeologische inhoud nodig, maar ook kennis
van de technische mogelijkheden en een visie op
vormgeving en visualisatie. Daarnaast spelen
bestuurlijke, procesmatige en financiële randvoor-
waarden een belangrijke rol. Niet in de laatsteplaats is inzicht vereist in wat het publiek er uit-
eindelijk van vindt. Daar doen we het met z’n allen
toch voor. In dit artikel wordt kort ingegaan op de
mogelijkheden en knelpunten om archeologie te
verbeelden.
1
Archeo 2009-1 deel A:WTK nr. 2-2006 deel A 16-03-2009 14:52 Pagina 8
5/16/2018 Archeobrief 2009 Marc Kocken_xs - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeobrief-2009-marc-kockenxs 2/7
1 In 2008 werd bij Groenlo de Slag om Grol, die plaatsvond in 1628,
nagespeeld. Het evenement trok ruim 35.000 bezoekers.
2 Het schema toont de ruimtelijke en niet ruimtelijke omgangsvor-
men met onder iedere omgangsvorm de termen zoals deze in
verschillende studies worden gebruikt. Er wordt onderscheid
gemaakt tussen ruimtelijke omgangsvormen voor de inrichting
van een locatie (fysiek beschermen, zichtbaar maken en herin-
neren en verwijzen) en omgangsvormen voor de communicatie en
het vermarkten van het verhaal naar het publiek (presentatie van
de inhoud en branding). De verschillende omgangsvormen kun-
nen op zichzelf staan, maar worden vaak gelaagd en in combi-
natie toegepast.
3 Het badhuis aan het RömerMuseum in het Archeologisch Park
Xanten (Duitsland) is een inspirerend voorbeeld waar meerdere
omgangsvormen naast elkaar zijn toegepast. Het meest manifest
zijn de eerste twee: de archeologische resten worden beschermd
door een zogeheten ‘Schutzbau’ (fysiek beschermen) die de vorm
en bouwmassa van het originele bouwwerk volgt (zichtbaar ma-
ken). In het gebouw wordt vervolgens door middel van maquettes
en (digitale) infopanelen het badhuis uitgelegd (presentatie van
de inhoud). Hoe meer omgangsvormen naast elkaar worden
gebruikt, hoe completer en informatiever de presentatie is.
ARCHEO b r i e f
Methoden en technieken 9
sten in de grond. Ook de publicatie Ruimtelijk ontwer-
pen en Archeologie (1998)1 bracht daar geen verandering
in. In dit boek werd aan de hand van verschillende
praktijkvoorbeelden volop inspiratie geboden voor ont-
werpen met archeologie. Mogelijk was het te veel ge-
schreven in ontwerperstaal of was de tijd nog niet rijp.
Inmiddels zijn er aardig wat publicaties verschenen
met voorzetten voor vormgeving en verbeelding van ar-
cheologische objecten en structuren. Te noemen zijn
Staats-Spaanse Linies (2003), Limes Atlas (2005), De Ro-
meinse Lijn (2005), Via Belgica (2006), Ontwerp Master-
plan Limes (2006) met de ontwerpgrammatica, Het Ver-
haal Verbeeld (2007) en het Werkboek Cultuurhistorie
Meinerswijk (2008).2 Redelijk wat inspiratie op papier,
maar met de uitgevoerde projecten loopt het nog niet
zo’n vaart. Daarin zal de komende jaren verandering
komen, zo is mijn verwachting.
Omgangsvormen
Afhankelijk van situatie, onderwerp en programmazijn er verschillende manieren om archeologie te be-
houden en/of te verbeelden. Vanuit mijn ervaring in de
erfgoedsector heb ik een schema ontwikkeld waarbij de
termen en strategieën zijn ondergebracht in vijf om-
gangsvormen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen
ruimtelijke omgangsvormen voor de inrichting (fysiek
beschermen, zichtbaar maken, herinneren en verwij-
zen) en omgangsvormen voor de communicatie en het
vermarkten van het verhaal naar het publiek (presenta-
tie van de inhoud, branding ). De verschillende om-
gangsvormen kunnen op zichzelf staan, maar worden
2
>
3
conserveren consolideren
afdekken met grondverhogen grondwaterpeil
statisch markerenflexibel markeren
opnemen in een structuuretaleren onthullen
architectuurtransformeren
citerenaccentueren
beeldende kunstensceneren
naamgeving, actualiserenmaterialiseren
informatiedragers
digitale media(tijdvenster)
maquettes beeldmerktoeristische productontwikkeling
city marketing
illustraties
restaureren inpassen reconstrueren visualiseren indirect visualiseren
Archeo 2009-1 deel A:WTK nr. 2-2006 deel A 16-03-2009 14:52 Pagina 9
5/16/2018 Archeobrief 2009 Marc Kocken_xs - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeobrief-2009-marc-kockenxs 3/7
ARCHEO b r i e f
10 Methoden en technieken
vaak gelaagd en in combinatie toegepast. Hoe meeromgangsvormen naast elkaar worden toegepast, des te
completer en informatiever de presentatie is. Met al-
leen een ruimtelijk ontwerp komt het educatieve effect
van een visualisatie vaak niet optimaal uit de verf.
Fysiek beschermen
De omgangsvorm ‘fysiek beschermen’ volgt eigenlijk
rechtstreeks uit de bepalingen van het Verdrag van Val-
letta (Malta), dat als doel stelt het behoud van archeolo-
gische waarden in situ als bron van kennis en beleving.
Fysiek beschermen is erop gericht het (verder) verval
van archeologische waarden tegen te gaan en aange-
richte schade, zo mogelijk, te herstellen. Hierbij wor-
den maatregelen getroffen die actief of fysiek ingrijpen
in de situatie waarin het archeologisch monument ver-
keert. Voorbeelden zijn het afdekken met grond, het
verhogen van het grondwaterpeil, bomen afzetten of
opnemen in een ruimtelijke structuur. Het ontwerpen
met archeologie blijft in deze gevallen doorgaans be-
perkt tot verantwoorde inpassing van het object in een
nieuw inrichtingsplan. Voordat kan worden overgegaan
tot het treffen van maatregelen, wordt volgens de Kwa-
liteitsnorm Nederlandse Archeologie het opstellen van
een archeologische visie op inrichting en beheer ver-
langd. In deze archeologische visie moet antwoord wor-den gegeven op wat (welke archeologische waarden),
waar (in welk gebied) en waarom in stand moet worden
gehouden. Werkzaamheden die in het kader van fysiek
beschermen plaatsvinden, zijn de inrichting (conserve-
ren en restaureren), het beheer, het schouwen, het
onderhouden en het monitoren. In de archeologische
visie kan met redenen omkleed worden aangegeven dat
het archeologisch monument zich eveneens leent voor
publieke ontsluiting. Sommige van de inrichtingsmaat-
regelen lopen hier al op vooruit. Zo is een grafheuvel,
ontdaan van begroeiing en opnieuw aangevuld met
grond, toegankelijker en beter te herkennen.
Zichtbaar maken
Onder ‘zichtbaar maken’ wordt het reconstrueren ofwel
letterlijk visualiseren van één of meerdere objecten ver-
staan op een locatie waar in veel gevallen geen feitelijke
informatie (meer) in de grond aanwezig is. De door ar-
cheologen geïnterpreteerde verschijningsvorm en
maatvoering van het oorspronkelijke object of struc-
tuur zijn doorgaans leidend. Zichtbaar maken ligt in
het verlengde van fysiek beschermen en wordt vaak in
combinatie met een beschermend gronddek uitge-
voerd, wanneer nog archeologische resten aanwezig
zijn. De locatie van zichtbaarmaken kan verschillen
4
5
6
Archeo 2009-1 deel A:WTK nr. 2-2006 deel A 16-03-2009 14:52 Pagina 10
5/16/2018 Archeobrief 2009 Marc Kocken_xs - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeobrief-2009-marc-kockenxs 4/7
4 De ruim vijfduizend jaar oude vuursteenmijn aan de Plenkert-
straat in Valkenburg aan de Geul is ontdaan van begroeiing.
Armaturen lichten de resten van gangen en schachten op ter-
wijl een tijdbalk op de balustrade van het hekwerk over de
geschiedenis verhaalt. Op de muur van de Leeuwbrouwerij
(rechts) geeft een wandschildering een beeld van het land-
schap toen.
5 Door de bruinkoolwinning in de Niederlausitz in Duitsland wer-
den archeologische monumenten vernietigd, zo ook een burgter-
rein uit de negende eeuw na Christus. Nu is in de een op een
gereconstrueerde ‘Slawenburg Raddusch’ een museale presentatie
te zien over het verdwenen archeolandschap.
6 In het natuurgebied bij Plasmolen geven moderne materialen een
indruk van de omvang en hoogte van de Romeinse villa op de
Sint Jansberg.
7 Architectonische citaten moeten ons wijzen op het Romeinse ver-
leden. De klassieke orde aan de buitengevel van het stadhuis van
Heerlen is daar een voorbeeld van.
8 Een stalen plaat met gravure herinnert aan de vondst van de
loden grafkist met de stoffelijke resten van een Romeinse dame.
Moderne statussymbolen verwijzen naar haar hoge status.
ARCHEO b r i e f
Methoden en technieken 11
van die van het oorspronkelijke object, als bescher-mingsmaatregelen of inpassing dat wenselijk maakt.
Voorbeelden hiervan zijn reconstructies van Romeinse
wachttorens aan de Duitse limes, die vaak enkele tien-
Zichtbaar maken ligt in het
verlengde van fysiek beschermen
tallen meters van de eigenlijke vindplaats zijn ge-
bouwd. De combinatie ‘fysiek beschermen’ en ‘zicht-
baar maken’ is bij uitstek geschikt om uitvoering te ge-
ven aan het Belvedere credo ‘behoud door ontwikkeling’.
Herinneren en verwijzen
Bij ‘herinneren en verwijzen’ gaat het om ontwerpen aan
plaatsen van herinnering (lieux de mémoires, memorials of
‘geheugenplaatsen’). Deze omgangsvorm richt zich op
het indirect visualiseren van het cultureel erfgoed, waar-
onder ook gebeurtenissen uit de recente geschiedenis
moeten worden gerekend. De relatie met het archeolo-
gisch object is vaak speculatief. Architectonische citaten
en verwijzingen worden in Nederland eigenlijk zelden7
8
>
Archeo 2009-1 deel A:WTK nr. 2-2006 deel A 16-03-2009 14:52 Pagina 11
5/16/2018 Archeobrief 2009 Marc Kocken_xs - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeobrief-2009-marc-kockenxs 5/7
ARCHEO b r i e f
12 Methoden en technieken
toegepast. Meestal krijgt herinneren en verwijzen vormdoor beeldende kunst of (straat)naam-geving. Uit het pu-
blieksonderzoek bij het Utrechtse kunstproject roman
blijkt dat de inzet van kunst wel voldoende prikkelt en
verwondert, maar om een verhaal te vertellen, zal altijd
nog aanvullende informatie moeten worden aangeboden.
Het ontbreken van informatie kan leiden tot onbegrip en
afkeuring, zoals ook blijkt uit reacties van bewoners en
publiek bij de visualisatie van een wachttoren in LeidscheRijn en het Romeinse graf ‘Loden Lady’ in Nijmegen.
Presentatie van de inhoud
De omgangsvorm ‘presentatie van de inhoud’ doelt op
de inzet van fysieke media om ter plekke het verhaal
9
10 11
Archeo 2009-1 deel A:WTK nr. 2-2006 deel A 16-03-2009 14:52 Pagina 12
5/16/2018 Archeobrief 2009 Marc Kocken_xs - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeobrief-2009-marc-kockenxs 6/7
9 Evenementen waarbij de geschiedenis tot leven komt, staan volop
in de belangstelling. Zo ook de Slag om Grol (Groenlo) die in 2008
ruim 35.000 bezoekers in een weekend trok.
10 Bij het ‘Heidentor’ in het Archeologisch Park Carnuntum (Oosten-
+ rijk) laat een perspexplaat met lijntekening het eens zo majes-
11 tueuze bouwwerk herleven. Andere media ondersteunen het ver-
haal.
12 Infopaneel over een verdwenen kasteel in Bemmel (ontwerp
Kelvin Wilson).
ARCHEO b r i e f
Methoden en technieken 13
ject Ontwerpen aan een Vreemd Land (2006).5 Het bleek
dat een aantal dilemma’s dikwijls voor misverstanden
en onduidelijkheden tijdens het ontwerpproces zorgde.
Daarmee waren ze ook van directe invloed op het resul-
taat, namelijk een voor alle betrokken partijen meer of
minder geslaagd ontwerp. Door in een zo vroeg moge-
lijk stadium van het ontwerpproces nadrukkelijk aan-
dacht te besteden aan deze dilemma’s, kunnen veel
misvattingen worden weggenomen. Dat komt zowel
het proces als het ontwerp ten goede.
Kennis als basis
Cultuurhistorische kennis is van vitaal belang bij ruim-
telijke opgaven. Uitgangspunten hierbij zijn: vroegtij-
dig, integraal, gerelateerd aan de plek en aansprekend
gepresenteerd. Maar met welke kennis gaan we het
ontwerpproces in? Archeologen vinden het bijzonder
als meerdere verledens op één plek samenkomen. Het
Belvederebeleid legt ook de nadruk op het laten zien
van al die tijdlagen door middel van een nieuw ont-
werp. Kiezen voor één bepaald verleden en daarmee
andere verledens uitsluiten, is voor archeologen vaak
van de locatie aan de man te brengen. Een zeer traditi-oneel, maar nog altijd probaat middel is het informatie-
paneel. Overigens gaan dit soort panelen met de tijd
mee en hebben de afgelopen jaren een grote gedaante-
wisseling ondergaan. Deze vorm van informatievoor-
ziening blijkt op veel plekken onontbeerlijk om tekst
en uitleg te geven over wat er te zien en te beleven is.
Andere media zijn kaarten, boeken en brochures, (digi-
tale) maquettes en tijdvensters. Een informatieve publi-
catie waarin veel voorbeelden van deze omgangsvorm
staan, is Archeologie Presenteren (2003).3
Branding
‘Branding’ tot slot slaat op het toeristisch-economisch
vermarkten van het erfgoed door middel van marke-
tingplannen, toeristische arrangementen, routeontwik-
keling, evenementen (‘living history’), merchandising
et cetera. Publieksevenementen, als het Gebroeders van
Limburgfestival in Nijmegen en de Slag om Grol in
Groenlo, trekken al gauw enkele tienduizenden bezoe-
kers. Men staat dan oog in oog met een levendig gere-
construeerd verleden. Nu de digitalisering een grote
vlucht neemt, worden ook verschillende gps-routes ont-
wikkeld, waarvan het succes echter nog niet vaststaat.
Aandachtspunten bij ontwerpen met archeologie
Het is nog steeds wachten op een breed opgezet pu-
blieksonderzoek naar de waardering van archeologi-
sche reconstructies en visualisaties. Wel hebben ver-
schillende studies al geleid tot aandachtspunten voor
een geslaagd ontwerpproces. Het is goed om hier enke-
le te noemen. Een recente studie is Levend verleden
(2008)4, waarin een reflectie wordt gegeven op de
inzet en het handelen van de cultuurhistorische sector
in Leidsche Rijn en enkele andere casussen in Neder-
land. De aandachtspunten die hier werden geformu-
leerd, kwamen ook al naar voren bij het Belvederepro-
12
>
Archeo 2009-1 deel A:WTK nr. 2-2006 deel A 16-03-2009 14:52 Pagina 13
5/16/2018 Archeobrief 2009 Marc Kocken_xs - slidepdf.com
http://slidepdf.com/reader/full/archeobrief-2009-marc-kockenxs 7/7
ARCHEO b r i e f
14 Methoden en technieken
moeilijk te accepteren. Voor ontwerpers zijn al deze
verschillende tijdlagen juist een complicerende factor,
die ervoor kunnen zorgen dat het ontwerp ‘vertroebeld’
raakt. Het is van groot belang dat het selecteren van
verledens vroegtijdig tijdens het ontwerpproces aan de
Kiezen voor slechts één bepaald
verleden is vaak moeilijk te
accepteren
orde komt. Verder is het noodzakelijk een bewuste en
weloverwogen keuze te maken over het meenemen van
alle tijdlagen, een aantal of zelfs één bepaald verleden
in het ontwerp.
Bestuurlijke borging
De keuze wat precies te doen of te laten met het arche-
ologisch erfgoed is vooral een politieke keuze, en die is
weer afhankelijk van de grootte van het bestuurlijk
draagvlak. Op welke wijze archeologie zal doorwerken
in het planproces valt of staat met het vroegtijdig bor-
gen van het besluit hiertoe. Hiervoor zijn verschillende
instrumenten aan te reiken zoals een Nota van Uit-
gangspunten of een Programma van Eisen. Het ont-
werp zelf is een proces dat tot stand komt in een span-
ningsveld van personen, partijen, posities en belangen.
De belangen kunnen bijvoorbeeld van culturele, weten-
schappelijke, politieke of persoonlijke aard zijn. Het is
goed om dan te kunnen teruggrijpen op de keuzes die
eerder zijn vastgelegd.
Samen optrekken
Vroegtijdige inbreng van kennis betekent nog maar al te
vaak dat de archeoloog dan zijn taak heeft volbracht en
de ontwerper het overneemt. Verschillende projecten,
zoals Leidsche Rijn (Utrecht) en Ravense Hoek (Helle-
voetsluis), laten echter zien dat juist het samen optrek-
ken van bevlogen archeologen met in cultuurhistorie ge-
interesseerde ontwerpers tot grote successen leidt. Als
dan ook nog in een vroeg stadium de juiste keuzes wor-
den gemaakt over de locaties, omgangsvormen, inhoud
en toegepaste middelen, heb ik er vertrouwen in dat de
archeologie in Nederland een stuk beleefbaarder wordt.6
Noten1 Marrewijk, D. van, A. Haytsma, W. de Visser en J. Wychers (eds., 1998), Ruim-
telijk ontwerpen en Archeologie , Den Haag.
2 – h+n+s Landschapsarchitecten (2003), Staats-Spaanse Linies. Valorisering
van frontierland Zeeuwsch-Vlaanderen, Utrecht, studie in opdracht van
Provincie Zeeland.
– Colenbrander, B. en must (red., 2005), Limes Atlas , Rotterdam.
– Paalvast, E. en A. Vernooij (eds., 2005), De Romeinse Lijn. De limes van
Levefanum naar Laurum. Ontwerpideeën, Utrecht, uitgave van Provincie
Utrecht.
– dla+ landschapsarchitecten (2006), Via Belgica. Verleden op weg naar de
toekomst , Groesbeek, studie in opdracht van Provincie Limburg.
– Luiten, E., M. Kocken, C. Visser, P.P. Witsen en E. Joosting Bunk (2006),
Tijdgrens. Ontwerp Masterplan Limes , Arnhem/Utrecht/Nijmegen, uitgave
door Provincie Gelderland i.s.m. Stadsregio Arnhem Nijmegen en Pro-
grammabureau de limes.
– Parklaan landschapsarchitecten (2007), Het Verhaal Verbeeld , Den Haag,
uitgave door Provincie Zuid-Holland.– m a r c erfgoed adviseurs (2008), Werkboek Cultuurhistorie Meinerswijk.
Ontwerpen aan 2000 jaar geschiedenis in het licht van toekomstige ont-
wikkelingen, Bemmel/Arnhem, studie in opdracht van de gemeente Arn-
hem.
Meer studies zijn te vinden op de websites van het Projectbureau Belvedere
en Programmabureau de limes.
3 Ginkel, E. van en A. Cruysheer (2003), Archeologie Presenteren. Ervaringen,
voorbeelden, adviezen, kosten, Amsterdam (Archeologie leidraad 2), uitgave
van het College voor de Archeologische Kwaliteit.
4 Groffen, B. en A. Posthuma (2008), Levend verleden. Een reflectie op inzet en
handelen cultuurhistorische sector in Leidsche Rijn e.a. casussen, Utrecht,
uitgave van Projectbureau Belvedere i.s.m. racm en gemeente Utrecht.
5 Heijden, P. van der, C. Matla, S. Mudde, A. Cruysheer en E. Ennen (2006),
Ontwerpen aan een Vreemd Land. Een Belvedere kennisproject over ontwer-
pen met archeologie , Amersfoort/Amsterdam (adc Heritage rapport h20).
6 Auteur Marc Kocken is directeur van m a r c erfgoed adviseurs. Daarvoor
werkte hij bij derob
(thansracm
) enadc
Heritage.
13 Plaatsaanduiding van de tijdens de oorlog verwoeste Joodse
synagoge in Kleve.
13
<
Archeo 2009-1 deel A:WTK nr. 2-2006 deel A 16-03-2009 14:52 Pagina 14
Recommended