View
227
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
Loek Hermans We Laten ons niet meer tegen eLkaar uitspeLen
DoeLmatigHeiD Beperk u tot De must Haves…
december 2010
Kloof tussen bestuur en werkvloer: fabel of feit
docenten en bestuurders aan het woord
Opi
nie
bla
d O
ver
berO
epsO
nd
erw
ijs
en e
du
ca
tie
bacK
sta
ge#7
mboraad.nl
Het vakcoLLege aLternatief voor Het mBo?
bacK stage
Colofon
Back Stage is het tweemaandelijks opinieblad van de MBO Raad. De MBO Raad is de brancheorganisatie voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie.
tweede jaargang, nummer 7, december 2010Overname van teksten is toegestaan onder bronvermelding en met toestemming van de redactie.redactie Twan Stemkens (hoofdredacteur), Marije Hulsbosch (adviseur), Marie-José Linders (eindredacteur), Dagmar de Kruif-Pot (redacteur), Tanja Krieger (redacteur).aan dit nummer werkten mee: Roel Smit, Somajeh Ghaeminia, Sander Peters, Seb Jarnot, Hanneke Arts, Friso Keuris, Ed van Rijswijk, FMAX, Elmer Veerhoff, Luuk Obbink, Guus Mater, Jeroen Poortvliet, Sander van der Ploeg, Corien Lambregtse, Henk Veenstra.
concept en vormgeving Link Design, Amsterdam.drukwerk: Senefelder Misset, Doetinchem.coverfoto: Bram Petraeus/HHabonnementen en adreswijzigingen: backstage@mboraad.nl. Back Stage wordt gericht, kosteloos, toegezonden aan onderwijsorganisaties en particulieren. Betaalde abonnementen kosten 30 euro per jaar inclusief BTW en verzendkosten. Opzeggen abonnement: schriftelijk en uiterlijk 1 juli 2011.redactie-adres: Houttuinlaan 6, 3447 GM Woerden
tel. 0348 - 75 35 00 backstage@mboraad.nl www.mboraad.nl/backstage
12 bezuinigingen zijn een Kans om de stofKam door het onderwijs te halen
MKB-voorman Loek Hermans schuwt revolutionaire in-grepen niet. Prestatiebeloning is een prima middel om het bedrijfsleven naar de klas te halen.
20 PublieK geld mag niet verKwist worden
De oplossing: een zakelijke aanpak. Maar zonder kwaliteitsconcessies, stelt IVA-directeur Marc Vermeulen.
4 afstand tussen bestuur en Personeel zal blijven bestaan
Een probleem hoeft dit niet te zijn volgens Olaf McDaniel, projectleider voor de WEB in de jaren ’90 en partner bij organisatieadviesbureau CBE consultants.
bacK stage
3 / 32 / 3
28 een bonte schaKering van mogelijKheden
Veelzijdig mbo op de gevoelige plaat. Negen studenten aan het woord over hun deelname aan de 6-Daagse Beroepsonderwijs fotowedstrijd.
32 een uitval van nul zegt genoeg
Hans Kamps, medeoprichter Vakcollege, in discussie met Jan van Zijl over de beloftes van het Vakcollege.
rubrieken
9 ColumnmBo Raad-voorzitter Jan van Zijl verwijt de
overheid gebrek aan visie.
10 mBoóhtJeshoe staat het nou eigenlijk met de schooluitval?
15 Columnniet alle problemen worden veroorzaakt door
een ander, zo weet studente hanneke Arts.
16 WAt doet hiJ ZoAl?de week van luuk Visser, voorzitter Jongeren
organisatie Beroepsonderwijs.
18 in Beeldstudenten van RoC tilburg lopen stage op
wereldniveau.
24 Columndocent elmer Veerhoff roept zijn collega’s op
wakker te worden.
25 ministeR VooR 1 dAgAandacht voor intuïtie en creativiteit, dat wil
docent van het Jaar José Jansen-gulen.
26 ViJf VRAgen AAn…Back stage-lezers voelen PVV-tweede Kamerlid
harm Beertema aan de tand. ‘staakt de PVV het
verzet tegen de invoering van cgo?’
35 Pittige tAAl‘de meerwaarde van onderwijstoezicht is
onduidelijk’, stelt professor dr. heinrich Winter.
8 uitBlinKeR
‘overal waar iK Kom Probeer iK wat te beteKenen voor anderen’
Juan hofland volgt Ashwin Zondag op als landelijk Ambassadeur Beroepsonderwijs.
bacK stage
bestuur
docenten
studenten
bestuurders en hun afstand tot de onderwijspraktijk
Hoe groot is de kloof?
bacK stage
bacK stage
5 / 54 / 5
Mbo-scholen zijn te groot geworden en er is een kloof tussen het college van bestuur en de docenten. Dat is het beeld, maar wat is de werkelijkheid? Wat vinden docenten, teammanagers en colleges van bestuur? Is er een probleem? En zo ja, is er een oplossing?
Tekst roel smit Beeld iris Loonen/HH, istockphoto
“Jazeker”, antwoordt Joop Simonis, docent
economie en marketing van ROC Aventus (200
mbo-opleidingen en 1.200 docenten op drie
locaties in de stedendriehoek Apeldoorn-
Deventer-Zutphen) op de vraag of er een
probleem is.
In de hiërarchie heeft ROC Aventus vier lagen:
docenten, teammanagers, sectordirecteuren,
college van bestuur. “Dat valt op zich dus wel
mee”, zegt Simonis. “Ik heb niet veel contacten
met het college van bestuur, maar dat is ook
niet nodig. Onderwijsteams hebben veel vrijheid
het onderwijs zelf in te richten.” Waar zit dan
wel het probleem? “Naast het college van
bestuur zijn er vijf stafafdelingen, voor zaken
als automatisering, facilitair beheer, communi-
catie en dergelijke. Dingen die docenten vroeger
vaak zelf deden. Hierover is nu vaak te weinig
contact met de dagelijkse praktijk. Over ons,
maar zonder ons.”
Arnold Klunder is de leidinggevende van Joop
Simonis. Hij geeft als manager van het team
Mode (sector Ondernemen) van ROC Aventus
leiding aan negentien docenten. Klunder
bevestigt de irritaties over zaken die staf-
diensten hebben overgenomen van docenten.
“Er is een gevoel van onbehagen; professionals
vinden dat ze minder invloed hebben op de
omstandigheden waaronder ze les moeten
geven. Ik denk dan aan zaken die betrekking
hebben op de roosters, het gebruik van de
lokalen, promotionele activiteiten, computer-
gebruik door studenten. Docenten zijn gewend
dingen zelf te regelen. Ze voelen zich nu nogal
eens geremd door teveel centralisme.”
Betere communicatie zou al veel onvrede
kunnen wegnemen, zeggen docenten en
teammanagers van verschillende mbo-
scholen. En: veel meer uitleggen waarom het
efficiënt is soms voor centralisatie te kiezen.
De voorzitters van colleges van bestuur zeggen
op hun beurt dat ze daar zo veel mogelijk
aan doen.
oP de theeDat geldt bijvoorbeeld voor Heimen van Andel,
die vorige maand met pensioen ging als
bestuursvoorzitter van ROC Aventus. “Ik voelde
geen afstand tot de docenten, maar ik weet dat
die van de andere kant soms wel werd gevoeld.
Daar heb ik begrip voor. Toch is het college van
bestuur altijd beschikbaar. We laten regelmatig
ons gezicht zien, maken een praatje.
Mijn collega-bestuurder Anky Veldman heeft
een spreekuur, waarvoor iedere medewerker
zich kan aanmelden: ‘op de thee bij Anky’.
bestuurders en hun afstand tot de onderwijspraktijk
Hoe groot is de kloof?
‘Een professional moet weten wat zijn
speelruimte is’
bacK stage
hoe groot is de Kloof? vervolg
Mijn opvolger, Gideon Alewijnse, gaat zelf
gastlessen geven.”
Bert Molenkamp, bestuursvoorzitter van
Amarantis Onderwijsgroep, doet vergelijkbare
dingen. Hij geeft leiding aan 60 scholen voor
voortgezet en mbo-onderwijs met 3.300
medewerkers en 30.000 studenten. Enorme
aantallen, maar toch heeft de kleinste school
van Amarantis slechts 200 studenten en lopen
er in het grootste gebouw van de onderwijs-
groep niet meer dan 1.500 studenten rond.
Qua structuur lijkt Amarantis op ROC Aventus.
Ook hier: docenten, teammanagers en
directeuren onder leiding van een college van
bestuur. Molenkamp: “Ik ken de directeuren
van alle scholen persoonlijk, net als vrijwel alle
teammanagers.”
“Natuurlijk sta ik niet bij elk school ‘s ochtends
om negen uur onder de klok, maar ik ben wel
degelijk zeer betrokken bij alles wat er speelt.
De afgelopen week hebben we bijvoorbeeld
een bijeenkomst gehouden voor de dertig
teammanagers en schoolleiders die de
afgelopen jaren nieuw bij ons zijn binnen-
gekomen. Wat zijn je ervaringen? Wat zijn je
suggesties? We organiseren als college van
bestuur ook ontbijtbijeenkomsten op locatie;
medewerkers kunnen daarop intekenen.”
slecht gevoelMaar Molenkamp draait er niet omheen. Het
raakt hem persoonlijk als het verwijt wordt
gemaakt dat hij te weinig betrokken zou zijn:
“Dat voelt slecht, vooral omdat ik weet dat
de werkelijkheid anders is. Dan krijg ik van
docenten klachten over de afvalverwerking,
terwijl we die verantwoordelijkheid juist bij
schooldirecties hebben neergelegd. En zo zijn
er meer voorbeelden. Misschien heeft het ook
een functie: je moet iemand de schuld kunnen
geven als het niet goed gaat.”
tiKKeltje eigenwijsHeimen van Andel (ROC Aventus) signaleert
een ander probleem. In theorie zijn onderwijs-
mensen wel doordrongen van de voordelen
van schaalvergroting, maar de gevolgen wil
niet iedereen accepteren. Van Andel: “Dankzij
schaalgrootte kun je specialisten aan het
werk zetten om nieuwe methoden te laten
ontwikkelen en bijvoorbeeld ICT beter te
integreren in de onderwijspraktijk.
Maar onderwijsmensen zijn van nature nogal
eigenwijs; we vinden het wiel liever zelf uit.
We gebruiken liever elkaars tandenborstel dan
elkaars producten en werkmethoden. Dat is in
het bedrijfsleven heel anders. Daar is het gebrui-
kelijk dat nieuwe dingen die door specialisten
zijn ontwikkeld snel in de praktijk worden
toegepast.”
Zijn er echt zulke grote verschillen tussen
een school en een ‘gewone’ onderneming?
Natuurlijk, zijn die er, zeggen de mensen uit de
praktijk. “Onderwijs is people business”, zegt
Arnold Klunder, teammanager bij ROC Aventus.
“Dat vraagt een andere benadering dan bij een
‘Docenten voelen zich geremd door teveel centralisme’
‘Het probleem zit vaak niet bij de bestuurders, maar bij degene die bestuurd worden’
stafdiensten
bestuur
docenten
docenten
7 / 76 / 7
bacK stage
industrieel bedrijf. Professionals kun je veel
vrijheid geven.”
Vanzelfsprekend zijn er verschillen tussen
onderwijs en bedrijfsleven, maar de
bestuurbaarheid van een roc hoeft niet persé
ingewikkelder te zijn, zegt Olaf McDaniel.
McDaniel was midden jaren negentig ambtelijk
projectleider op het ministerie van Onderwijs
voor de Wet Educatie en Beroepsonderwijs
(WEB), waarmee de basis werd gelegd voor de
vorming van de huidige roc’s. Als partner van
organisatieadviesbureau CBE consultants heeft
hij de afgelopen jaren veel te maken gehad met
fusies, reorganisaties en interne problemen bij
mbo-scholen.
“Ik heb geholpen bij de reorganisatie van een
groot zuivelbedrijf in Friesland. De besturing van
zo’n bedrijf is veel ingewikkelder dan van een
roc: veel meer producten, veel meer belang-
hebbenden, veel minder professionaliteit bij
medewerkers.”
Waarom loopt het daar wel goed en soms niet
bij een roc? Is de afstand tussen bestuur en
werkvloer te groot? McDaniel: “Die is groot,
maar dat hoeft geen probleem te zijn. Een
organisatie met zoveel professionals; hoeveel
sturing hebben die nodig? Een bescheiden
leiding moet voldoende zijn. Het gaat mis,
omdat het vaak ontbreekt aan professionaliteit.
Het probleem zit vaak niet bij de bestuurders
en bij de besturingswijze, maar bij degenen
die bestuurd worden. Dat blijkt ook uit een
vergelijking die we gemaakt hebben tussen
docenten en andere goedopgeleide beroeps-
beoefenaren. Ik realiseer me dat dit een
generieke uitspraak is, maar ik leg graag de
vinger op de zere plek.”
Maar wat is dan ‘professionaliteit’? McDaniel:
“Het vermogen te innoveren, kwaliteit te
bewaken, problemen op te lossen. Dat zijn geen
zaken die van bovenaf geregeld moeten worden.
Het gaat ook om het peil houden van je eigen
kennis. De wendbaarheid en de flexibiliteit van
een docent is vaak minder groot dan je van een
professional zou mogen verwachten.”
geen slaPjanussenIs het dan allemaal de schuld van de docenten?
McDaniel: “Nee, ik zeg beslist niet dat docenten
slapjanussen zijn. Het versterken van de
professionaliteit van docenten is ook een
taak van het bestuur, absoluut! Dit is te lang
verwaarloosd. Bij professionaliteit hoort ook
het vermogen om leiding te geven en leiding
te ontvangen. Een bestuurder moet niet op de
plek van een docent gaan zitten en een docent
niet op die van de bestuurder. Er wordt teveel
gediscussieerd terwijl er gewoon leiding
gegeven moet worden. Een professional moet
weten wat zijn speelruimte is; die zit niet in
zaken waarover de instelling als totaliteit een
helder beleid heeft. Bij een roc moet dat ook
zo zijn: als het bestuur verlangt dat studenten
1.200 uur les per jaar krijgen, dan kun je nog
praten over de haalbaarheid, maar dan is dat
wel het uitgangspunt. Geen onderwerp van
fundamentele discussie. Wie als professional
denkt volledige vrijheid te hebben, krijgt het
moeilijk binnen elke instelling. Net zo goed
als een bestuurder zich niet met de gang van
zaken in de les hoort te bemoeien.”
Heeft McDaniel nog een tip van roc’s die zich
in dit beeld herkennen? “Ja, begin met een
krachtige professionalisering van het personeel
en zorg voor effectief bestuur, dat stuurt op
basis van harde gegevens. De afstand tussen
bestuur en personeel zal blijven bestaan, maar
hoeft geen probleem te zijn. Het gaat om het
empoweren van beide kanten en een juiste
rolverdeling.”
‘Dankzij schaalgrootte kun je
specialisten aan het werk zetten’specialisten docenten
bacK stage
uitblinker
‘alles wat iK gaf, Kwam in duizendvoud terug’
juan hofland (20) wil via sport de wereld verbeteren. de oud-student van de cios-opleiding sport- en bewegings-coördinator van het roc nova college in haarlem zegt het niet alleen, hij doet het ook. daarom is hij tijdens de 6-daagse beroepsonderwijs gekozen tot de nieuwe landelijk ambassadeur.
Tekst somajeh ghaeminia Foto Carel Anderson
“Sport is een krachtig middel om mensen samen te brengen.
Tijdens sportlessen aan kinderen kun je dat goed zien. Ik mix
bewust jongens met meisjes, ook al zien zij dat eerst niet zitten.
Uiteindelijk hebben ze het heel gezellig met elkaar en voelen:
wij zijn allemaal gelijk.”
“De stages tijdens mijn CIOS-opleiding deed ik in Suriname en
Ghana. Naar Suriname ging ik samen met een vriend, om sportles
te geven aan kinderen in de stad en bij primitieve volkeren in het
binnenland. En op eigen houtje vertrok ik naar Ghana. Ik promootte
sport aan kinderen van een weeshuis, een government school en
privéschool. Maar ik wilde meer en dacht: hoe kan ik als sportleraar
de mensen het beste bereiken? Zo heb ik een sportwinkel opgezet,
gesponsord door een kringloopwinkel uit Castricum. Ik onderhan-
delde met Ghanese leveranciers om lage prijzen te creëren, zodat
ook de allerarmsten goed materiaal konden aanschaffen. Dat
werkte; ik zag de kinderen later op mijn voetbalschoenen lopen.”
“Het weeshuis bood me een slaapplek, maar ik wilde bij een
gastgezin logeren zodat ik de bevolking goed kon leren kennen.
Drie maanden verbleef ik bij een complete Afrikaanse familie.
Elke ochtend haalde ik water uit de put om te kunnen baden.
Wat me in beide landen raakte was het enthousiasme van de
kinderen. Die gaven zoveel liefde en energie! Zij zijn niet
beïnvloed door media als een Playstation, ze genieten al van je
aanwezigheid. Alles wat ik gaf kreeg ik in duizendvoud terug.
Van hun foto’s en brieven heb ik een collage gemaakt die nu
boven mijn bureau hangt.”
“Ik kan me goed aanpassen in verschillende situaties. Dat heb ik
op het Nova College verder kunnen ontwikkelen. Vanaf dag één
werd ons geleerd je kwetsbaar op te stellen voor een groep.
‘Fouten maakt iedereen, leer ervan!’ Als mbo-ambassadeur wil ik
studenten laten zien dat de stap naar het buitenland zo gemaakt
is. Ik wil ze op het hart drukken: ik ben niet anders, jij kunt dit
ook. Dus doe het, pak die kans, verbreed je horizon.”
“In de toekomst wil ik nog een studie doen. Maar eerst ga ik terug
naar Ghana. Ik wil daar CIOS-studenten inzetten bij verschillende
projecten en mijn sportwinkel uitbreiden. De afgelopen maanden
heb ik sportartikelen verzameld, die nu in een container liggen te
wachten om naar Ghana te gaan. Zo probeer ik overal waar ik
kom wat te betekenen voor anderen.”
bacK stagebacK stage
cOlumn
Waarheen leidt de weg?Foto Friso Keuris
ik ben niet zo van het nederlandse levenslied, maar deze speelt
hardnekkig door mijn hoofd: waarheen leidt de weg? Het gaat
uiteraard niet om het chanson zelf, maar om de gestelde vraag;
de tomtom voor de stuurloze overheid in roc-land.
in 1996 trad de WeB in werking, de overheidskroon op de vorming
van regionale opleidingscentra. Doel: via deze centra het beroeps-
onderwijs aan laten sluiten op de vraag van de regionale arbeids-
markt en een zo breed mogelijk scala aan bevolkingsgroepen
opleiden. Jongeren via regulier mbo en volwassenen, zij-instromers
en herintreders via educatie. Het (regionale) bedrijfsleven en de
onderwijsinstellingen zorgen gezamenlijk voor onderwijs dat aan-
sluit op de vraag van de markt. gemeenten, roc’s, jeugdzorg en uWv
werken samen om maatwerk te bieden aan jongeren die begeleiding
nodig hebben, ouderen die willen om- en bijscholen en medelanders
die willen inburgeren. iedereen gelukkig, zou je denken.
De realiteit is dat met name de educatietak van de roc’s sluipen-
der wijs wordt uitgehold. een voorbeeld: de introductie van
markt werking in de inburgering. De binnen de roc’s zorgvuldig
opgebouwde infrastructuur voor inburgeraars raakt daardoor
onherstelbaar afgebroken: scholen haakten noodgedwongen af
omdat ze niet konden concurreren en te hoge verliezen leden.
Het effect daarvan is nog terug te vinden in hun begrotingen. met
de plannen om inburgeraars voortaan zelf te laten betalen voor
hun cursus, wordt het voor de roc’s onmogelijk de infrastructuur
overeind te houden.
een ander voorbeeld: de kabinetsplannen om de opleidingen van
30-plussers niet langer te bekostigen. Daarmee zaag je aan de
tweede poot onder de stoel van de roc’s: het pakket aan bij-,
om- en herscholing dat mensen mogelijk maakt ten dienste van
een veranderende arbeidsmarkt en hun eigen flexibiliteit bij te
leren en te switchen. Deze maatregel gaat mogelijk nog van tafel,
dat zou gezien het verzet ertegen logisch zijn.
Waar het mij hier om gaat is het signaal dat van beide voorbeelden
uitgaat. De overheid komt steeds met plannen die raken aan de
elementaire educatietaken van de roc’s, schijnbaar zonder te
denken aan de consequenties daarvan. Wat ik mis is visie! Wil
de overheid af van het roc-concept, dan moet ze het daar over
hebben en niet sluipenderwijs zagen aan de fundamenten ervan.
Jan van Zijlvoorzitter mBo raad
8 / 9
bacK stage
Aantallen nieuwe voortijdig schoolverlaters
40.000 30.000 20.000 10.000 0 1.000 2.000
Bron: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
mboóhtjes
Volg al het mbo-nieuws via: www.twitter.com/mbonieuws
wist u dat?
mbo
mbo
mbo
mbo
vavo
vavo
vavo
vavo
1.18836.274
35.904
33.917
30.735
979
1.042
876
2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
Aantallen voortijdig schoolverlaters ten opzichte van de aantallen onderwijsdeelnemers in 2009
Mbo
Vavo
Bron: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Schoolverlaters Mbo
(30.735)
Onderwijsdeelnemers Mbo
(396.132)
Schoolverlaters Vavo
(867)
Onderwijsdeelnemers Vavo
(6.977)
Legenda
bacK stage
10 / 11
Personalia
edudelta Onderwijsgroep
heeft sinds oktober een
nieuwe bestuursvoorzitter
in de persoon van niek barendregt. Barendregt was al
lid van het college van bestuur
en volgt Herman Laros op.
De raad van toezicht van het
Alfa-college heeft Louwe Dijkema benoemd als nieuw
lid. Dijkema is algemeen
directeur van Koninklijke
Gorcum BV en onder meer
vicevoorzitter van de raad van
toezicht van het Wilhelmina
Ziekenhuis in Assen.
Na acht jaar bestuursvoor-
zitterschap bij rOC Aventus
neemt Heimen van Andel afscheid. Hij is eind november
met pensioen gegaan. Vanaf
1990 was Van Andel voorzitter
van de centrale directie van
ROC Apeldoorns College en
onder meer betrokken bij het
fusieproces tussen drie roc’s,
dat uiteindelijk leidde tot ROC
Aventus. Gideon Alewijnse is
zijn opvolger. Hij is momen-
teel bestuursvoorzitter van
het Zwolse Travers.
Hans Verschoor heeft
MKB-voorzitter Loek Hermans
opgevolgd als voorzitter van
de raad van toezicht van Skills netherlands. Naast deze
functie is Verschoor bestuurs -
voorzitter van het Utrechtse
nimeto en algemeen directeur
van Vakcentrum Savantis.
Het kennis- en Ontwikel-Centrum voor de uiterlijke Verzorging krijgt een
onderwijsman als voorzitter.
rob Martinot begint in
december aan zijn nieuwe
functie. Naast het voorzitter-
schap blijft Martinot
bestuurs voorzitter van De
Nassau, een vo-school in Breda.
Eerder was hij bestuursvoorzit-
ter van ROC de Leijgraaf.
Marc Otto is met ingang van
1 november benoemd tot
bestuurslid van het Deltion
College. Samen met waarne-
mend voorzitter dr. Albertjan Peters vormt hij het College
van Bestuur. De heer Otto is als
bestuurslid verantwoordelijk
voor bedrijfsvoeringsprocessen
als financiën, ICT, facilitaire
zaken, vastgoedbeheer en
administratie. Sinds oktober
2009 droeg hij al verantwoor-
delijkheid voor deze
portefeuille als lid van de
kerndirectie.
Het Scheepvaart en Transport-college heeft Jan kweekel benoemd als bestuurslid.
Kweekel was rector bij
Meanchton, een scholen-
gemeenschap in Rotterdam.
Hij begon zijn loopbaan als
docent lichamelijke opvoeding
en stapte na een studie
bedrijfskunde over naar het
onderwijsmanagement.
kitty Oirbons begint op
1 januari als bestuurslid
van rijn iJssel. Tot eind dit
jaar is zij bestuurslid van
Wellant college, een functie
die zij vier jaar vervulde.
MbO 2010-voorzitter Hans van nieuwkerk mag zich ridder
in de orde van Oranje Nassau
noemen. Hij kreeg de onder-
scheiding opgespeld tijdens
de opening van de 6-Daagse
Beroepsonderwijs door toen-
malig staats secretaris Marja van bijsterveldt. “Deze man
ademt mbo, al meer dan 20 jaar
zet hij zich met hart en ziel in
voor het beroepsonderwijs.”
nieuws?Berichten voor de rubriek
personalia kunt u
sturen naar:
backstage@mboraad.nl
waarom de overstap van het voorgezet onderwijs naar stc?“De complexiteit trok mij aan: stc is een
grote organisatie met vmbo, mbo, hbo,
een master, een reguliere en commerciële
poot. in de maritieme sector zit je ook
dicht op het bedrijfsleven, dat had ik niet
in het voortgezet onderwijs. prachtig,
zo’n nieuwe wereld.”
u studeerde lichamelijke opvoeding en bedrijfskunde. Klinkt als twee verschillende werelden.“Dat zijn het niet helemaal. gymnastie-
kers zijn slagvaardige mensen, ik
ben eigenlijk overal ingerold. om de
praktijk van een stevigere basis te
voorzien ben ik bedrijfskunde gaan
studeren.”
hoe omschrijft u uw bestuursstijl?“Je komt in een nieuwe wereld met een
bestuursstijl. Bij stc kenmerkt deze zich
door duidelijke en snelle besluitvorming.
er kan veel als je het goed beargumen-
teert. ik ben heel toegankelijk. ik ben de
man van het gesprek met de mensen die
het moeten doen.”
wat wilt u bereiken?“ik wil dat stc een excellente werk-
gever is en het beste kennisinstituut
ter wereld in de maritieme sector.
ambitieuze doelen, maar doelen
moet je hoog durven stellen.”
jan KweeKel bestuurslid STC Group,
ging van vo naar bo
bacK stage
‘De grootste uitdaging
voor het mbo is
het dreigend
docententekort’
13 / 13
bacK stage
12 / 13
“De kern van goed onderwijs? Jonge
mensen een basis verschaffen, een fun-
dament waarop ze een loopbaan kunnen
bouwen. Een goede docent stimuleert en
motiveert z’n studenten. Voelt aan waar
ambities en talenten van jongeren liggen.
En geeft ze als coach of begeleider een
vliegende start op de arbeidsmarkt.” De
ogen van MKB-voorzitter Loek Hermans
(59) beginnen te glimmen als hij over
onderwijs en lesgeven praat. Hier zit
overduidelijk een man met een levens-
lange onderwijspassie. Toch? “Ja en nee.
Ja, omdat ik oprecht warme gevoelens
koester voor het onderwijs. Nee, omdat
die gevoelens pas ontstaan zijn in 1998,
als minister van Onderwijs. Ik ben
weliswaar begonnen als docent, maar dat
was meer een bijbaan tijdens mijn studie.
Ik heb ook geen lesbevoegdheid. In mijn
werkende leven heb ik me jarenlang
vooral met andere terreinen bemoeid. Pas
toen Jo Ritzen me in 1997 vroeg advies te
geven over de studiefinanciering, kwam
het onderwijs weer in beeld.”
in de jaren daarna was het onderwijs, en dan met name het beroepsonderwijs, wel een rode draad in uw werk… “Sterker nog: het beroepsonderwijs is
mijn love baby. Klinkt misschien wat
overdreven, maar het thema fascineert
me mateloos. De liefde ontvlamde toen
ik als kersvers minister een bezoek
bracht aan EuroSkills, het Europees
Kampioenschap Vakmanschap. Dat
enthousiasme! Ik was onmiddellijk
verkocht. Vakmanschap is wezenlijk
voor een samenleving. Dingen maken.
Als we dat niet meer kunnen, gaan we als
maatschappij failliet. Onlangs merkte ik
het zelf nog eens, in mijn privéleven. De
buitenverlichting was kapot. Een monteur
kwam langs en slaagde er in het in no
time te repareren. Ik vertel je: zoiets is
enorm complex. Ik heb grote bewonde-
ring voor mensen die een dergelijk vak
beheersen. Het beroepsonderwijs is het
betonnen fundament van onze arbeids-
markt, economie en maatschappij.”
vandaar uw inzet het afgelopen jaar voor de oprichting van de centra voor innovatief vakmanschap? “Precies. Ik spreek wel eens over de
commissie ‘gouden handjes’, om aan te
geven dat daar de crux zit. In dat talent,
of beter gezegd de vaardigheid om met
je handen dingen te maken. Ik merk dat
de waardering voor de stukadoor, de
tegelzetter en andere vaklieden weer toe-
neemt. Ook in de politiek, waar het debat
jarenlang toch vooral over po, vo en ho
ging. Nu staat het beroepsonderwijs weer
in de schijnwerpers. Gelukkig maar, want
juist in een moderne kenniseconomie is
vakmanschap onmisbaar.”
waarin verschillen de centra van de vakcolleges waarvoor hans de boer en hans Kamps zich sterk maken? “Die colleges vormen meer de schakel
tussen vmbo en mbo, terwijl de Centra
voor Innovatief Vakmanschap bedoeld
zijn voor studenten van mbo-niveau 3 of
4. Jongeren die anders misschien door-
stromen naar het hbo. Dat hoeft dus niet
altijd. Sterker nog: het is juist goed dat
dit niet altijd gebeurt. Want ook op het
uitvoerende vlak is innovatief vakman-
schap steeds belangrijker. Denk aan het
beheer en onderhoud van hoogspannings-
netwerken. Of in de auto-industrie en de
telecommunicatie. We hebben niet alleen
ingenieurs nodig die het bedenken, maar
ook knappe vaklieden die het uitvoerende
werk verrichten.”
de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven in het mbo kan beter. draagt de intentieverklaring die sociale partners en de mbo raad in maart hebben ondertekend, daaraan bij? “Dat is de bedoeling, maar het is een
eerste stap. Het proces heeft tijd nodig,
veel tijd. Hoe logisch het ook lijkt, soepele
Intensieve samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs, prestatiebeloning voor docenten en zijinstroom bevorderen. Enkele ambities van vertrekkend MBK-voorman Loek Hermans. Ook als VVD-fractievoorzitter in de Eerste Kamer krijgt het mbo zijn aandacht, want “zonder vakmanschap gaat een samenleving failliet.”
Tekst sander Peters Illustratie seb Jarnot - Unit CMA
‘Haantjesgedrag is nu echt verleden tijd’
loek hermans, voorzitter mKb-nederland:
bacK stage
curriculum vitae
geboren: 23 april 1951 in Heerlen.
studie: HBS A, Politicologie (Katholieke Universiteit Nijmegen).
werk: docent Bestuursschool Gelderland (1972-1976), lid Tweede Kamer/
vicevoorzitter VVD-fractie (1977-1990), burgemeester van Zwolle
(1990-1994), commissaris van de Koningin in Friesland (1994-1998),
minister van Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen (1998-2002),
voorzitter MKB-Nederland (2003-2011).
‘haantjesgedrag is nu echt verleden tijd’vervolg
‘Ophouden met klagen, focussen op de zaken die goed gaan
en hard werken’
een slimme regionale spreiding. Geef
les in de buurt van industriële sleutel-
gebieden: Rijnmond, Delfzijl, de regio
rond DSM, noem maar op. Dan is de link
tussen bedrijfsleven en onderwijs haast
vanzelf intensief. Zo houd je ook het
niveau van de docenten op peil.”
u wordt voorzitter van de eerste Kamerfractie van de vvd. blijft u zich met het beroepsonderwijs bemoeien? “Absoluut. Ik heb zoveel ideeën. Neem de
toepassing van ICT in de les. Misschien
lastig voor de huidige generatie docenten,
maar van wezenlijk belang om jongeren
te blijven aanspreken. Be connected!
Verder wil ik me hard maken voor twee
thema’s waar ik al als minister mee
bezig was, maar die toen niet van de
grond gekomen zijn: prestatiebeloning
en zijinstroom. Ik ben groot voorstander
van de Teach second-aanpak, zeker
als je weet dat slechts 25 procent van
onderwijs bestaat uit nieuwe dingen
leren. De rest is herhaling in de praktijk.
En dus moet je het bedrijfsleven naar de
klas halen. Prestatiebeloning – nog altijd
revolutionair in het onderwijs – is daar
een prima middel voor. In mijn ideaal-
plaatje is de school het middelpunt
van de samenleving. De muren van de
school zijn bedoeld om het dak te dragen,
niet om de rest van de wereld buiten te
sluiten.”
samenwerking tussen ‘hoe’ en ‘wat’
(onderwijs en bedrijfsleven, red.) is niet
evident. Het onderwijs vindt dat bedrijven
te veel op afstand opereren, terwijl het
bedrijfsleven vindt dat het onderwijs
niet altijd aansluit op de behoeften van
werkgevers. Die wederzijdse pijnpunten
de wereld uit helpen, dat is de uitdaging
die Jan (Van Zijl, red.) en ik zijn aan-
gegaan. We kennen elkaar goed uit onze
Haagse tijd. We hebben de handen ineen
geslagen en gezegd: nu moet het écht
opgelost worden. Wij ondernemen actie,
dan volgt de rest vanzelf. Geen excuses
meer. Als mensen er met elkaar uit willen
komen, lukt dat ook. We hebben samen
één doel: de kwaliteit van het beroeps-
onderwijs op peil brengen en houden. En
dat bereik je niet met over en weer pittige
nota’s uitbrengen en jij-bakken. Dat soort
haantjesgedrag, leuk voor de pers, is
echt verleden tijd.”
zeggen de voormannen. het echte werk moet op de werkvloer gebeuren… “Klopt. Daarom stralen Jan en ik uit dat
het deze keer hoe dan ook gebeurt. Als
anderen niet mee willen of kunnen, houdt
ons dat niet tegen. Onderwijs en bedrijfs-
leven gaan nauwer, beter en intensiever
samenwerken in het mbo. Wij laten ons
ook niet meer tegen elkaar uitspelen.
Mooi voorbeeld: het mkb hamert al langer
op meer doelmatigheid in het mbo. Met
name in de kwalificatiestructuur, het
Crebo-systeem en opleidingenaanbod.
Ik verklaarde ons standpunt aan Jan
van Zijl in de commissie ‘kwalificeren
en examineren’, waarop hij meteen zei:
‘Loek, dat wil ik ook. Geloof me: het gaat
waar mogelijk ook gebeuren, maar niet
alles kan op korte termijn.’ Dan ga ik
niet doordrammen. Nee, we moeten het
samen doen. En dus toon ik begrip voor
zijn situatie.”
wat een eensgezindheid… “Nou ja, eerlijk is eerlijk. Mijn achterban
is nog steeds behoorlijk sceptisch. Veel
werkgevers denken: eerst zien, dan
geloven. Ook is er nog steeds een
bepaalde rivaliteit tussen de sectoren,
maar wel een gezonde. Dat houdt elkaar
scherp. Een goede zaak. Als je maar altijd
het doel voor ogen houdt. Ophouden met
klagen, focussen op de zaken die goed
gaan, en hard werken.”
wat is de grootste uitdaging in het mbo de komende jaren? omgaan met de bezuinigingen? “Ik zie de bezuinigingen eerder als een
kans om de stofkam door het onder-
wijs te halen. Wat kan beter, wat kan
effectiever? Laten we kritisch kijken naar
macrodoelmatigheid. Anders gooien we
misschien belastinggeld weg. De grootste
uitdaging is het dreigende docenten-
tekort. De babyboomers gaan massaal
met pensioen. Wie komt daarvoor in de
plaats? Hoe houden we ervaren vaklieden
voor de klas? Ik denk: onder meer door
15 / 15
bacK stage
cOlumn
zonnestralen Foto Friso Keuris
als u dit leest is het december, de maand met de kortste en donkerste
dagen. De winter heeft nu echt zijn intrede gedaan en het duurt nog
even voordat het lente wordt. ik betrap mezelf erop dat ik in deze
periode wat negatiever denk. ‘s ochtends draai ik me meestal nog
even om want het is zo koud. ik sport minder, met als reden: het
regent zo hard buiten.
Laten we eens kijken naar minder goed georganiseerde dingen en
hoe je daar een positieve draai aan kunt geven. Laten we positieve
gebeurtenissen gebruiken als zonnestralen die ons motiveren de
negatieve dingen aan te pakken. regelmatig hoor je studenten die
bewust niet doorstuderen, maar praktijkgericht willen leren. Deze
studenten zijn zo blij dat ze beroepsgerichte vakken krijgen. voor
sommigen zijn verplichte vakken als rekenen en taal een domper.
maar als deze geïntegreerd worden in het eigen vakgebied, kan het
voor zowel de docent als de student zeer interessant worden.
Zeker wat de praktijk betreft wordt het mbo soms onderschat. in
eerste instantie had ik veel kritiek, vooral op de organisatie. kritiek
die ik ook landelijk hoor. uitval, op school zitten om uren te maken
terwijl je weinig doet. ikzelf merk sinds kort hoeveel ik geleerd heb
tijdens mijn opleiding. Dat besef kwam pas toen ik kritisch naar
mezelf ging kijken; wat gaat er goed, wat niet, waar sta ik nu en waar
sta ik vergeleken met het eerste jaar? Wat heb ik gelachen om de
taalfouten die ik het eerste jaar maakte! Door dit kritisch kijken besef
ik dat sommige dingen ook bij mezelf liggen. Het is altijd makkelijker
een ander de schuld te geven.
ik heb toch het meeste geleerd van de praktijk: mijn eerste stage en
een aantal projecten. projecten die ik mocht presenteren en van a tot
z organiseren. als ik bezig was met zo’n project was ik juist blij met
elk uur dat uitviel. Dan kon ik nog even een paar dingen regelen. Het
ging met vallen en opstaan. ik keek vooral naar wat er goed ging. als
er dingen niet mogelijk waren, heb ik geleerd te kijken waar het dan
fout gaat. maar ik besefte meestal wel, hoe onmogelijk of onhaalbaar
een situatie lijkt, als je alles hebt gedaan wat je kan doen dan moet je
het loslaten. sommige dingen zijn niet te veranderen, maar kritisch
naar jezelf kijken en weten waar het fout gaat: kan je vooruit helpen.
en op een dag komen dan de zonnestralen weer door de wolken heen.
Hanneke Artsvierdejaars studente Journalistiek & fotografie roc friese poort
14 / 15
bacK stage
alle hulP is welKom “Studenten van een
mini onderneming van SintLucas demonstreerden
vandaag hun ideeën voor de presentatie van de
JOB Monitor, een onafhankelijk onderzoek naar
tevredenheid onder 151.000 studenten. Ik vind het
fijn dat we studenten met een startende onder-
neming zo kunnen helpen. Een eigen bedrijf is
hard werken, alle hulp is welkom. Op mijn 14e
organiseerde ik mijn eigen schoolfeest, op mijn 18e
had ik een eigen bedrijf in evenementenorganisatie.
Dat had ik niet gekund zonder de hulp van de juiste
mensen in het Eindhovense evenementencircuit.”
Vr di
‘iK irriteer me aan schoolbestuurders die zich verschuilen in hun ivoren toren’Bang niet toegelaten te worden tot zijn opleiding Marketing en Communicatie aan
ROC Eindhoven, verzweeg Luuk Visser (20) dat hij zwaar dyslectisch is. Zijn aandoening
leidt tot onbegrip. Een handicap die niet zichtbaar is, is tenslotte geen handicap. Luuk vindt
zichzelf allesbehalve zielig. Hij weet wat hij wil, komt op voor anderen en is niet bang zijn
mond open te doen. Het voorzitterschap van JOB is hem dan ook op het lijf geschreven.
en wat dOet hij zOal?
Tekst dagmar de Kruif-Pot Foto’s ed van rijswijk
de week van luuk visser, voorzitter jongeren organisatie beroepsonderwijs
de Kantjes er vanaf “Ik vond het een mooie ervaring
jurylid te zijn bij de verkiezing van de Landelijk
Ambassadeur Beroepsonderwijs. Er zit zoveel talent in
het mbo. Ik denk dat Juan Hofland een terechte winnaar
is. Een energieke persoonlijkheid en niet op zijn mondje
gevallen, eigenschappen die je als ambassadeur nodig
hebt. Voordat ik gevraagd werd als jurylid had ik nog nooit
gehoord van de Uitblinkers of Landelijk Ambassadeur
Beroepsonderwijs. Zelf ben ik dan ook niet de ideale
student, ik loop er nogal eens de kantjes vanaf. Al mijn tijd
gaat momenteel naar JOB en mijn evenementenbedrijf.”
bacK stage
17 / 1716 / 17
waar voor mijn geld “Ik hoop dat JOB
aankomende studenten heeft kunnen helpen
op de Studiebeurs. Veel jongeren weten niet
wat ze willen na de middelbare school. Ikzelf
net zo. Ik heb vmbo grafisch afgerond, maar die
wereld prikkelde me na een tijdje niet meer.
Na zes weken fietsen door Europa besloot ik
voor mezelf te beginnen. Op mijn 19e maakte
ik bewust de keus weer naar school te gaan.
Ik wil terug kunnen vallen op een diploma.
Vanwege mijn dyslexie is het hard werken. Niet
erg, school is een investering, maar ik wil waar
voor mijn geld. Ik zit niet te wachten op uitleg
over overheadprojectors en dia’s. Daar werkt
niemand meer mee!”
weinig handvatten “Ik vind het jammer dat
we JOB Academy, het leerbedrijf dat onder-
steunt bij het opzetten van studentenraden,
vandaag hebben af gesloten. JOB heeft dit jaar
niet de capaciteit stagiairs goed te begeleiden.
Studenteninspraak blijft mijn persoonlijke speer-
punt. Studenten hebben weinig handvatten om
iets gedaan te krijgen op school. Ik heb dit aan den
lijve ondervonden toen ik een studentenraad op
wilde zetten. Scholen zijn verplicht mee te werken
aan het opzetten van
de raden, maar lijken in de praktijk vaak tegen
te werken. De studentenraad op mijn school is
er in elk geval, na twee jaar, nog steeds niet.”
niet je ogen sluiten “Vandaag was ik voor het eerst op
de radio: BNR. Onder begeleiding van Tweede Kamerlid
Ahmed Marcouch discussieerde ik met Jos Leenhouts,
bestuurslid van de MBO Raad en bestuursvoorzitter van
ROC Mondriaan, over het beboeten van scholen die zich
niet aan de regels houden. Er gaat een hoop goed, maar ook
een hoop fout. Daar moet je je ogen niet voor sluiten. Ik irri-
teer me aan schoolbestuurders die zich verschuilen in hun
ivoren toren en problemen wegwuiven. Het is belachelijk dat
studenten moeten vechten voor lessen! Achteraf sloegen de
zenuwen toe; in die donkere radiostudio ben je je totaal niet
bewust van de luisteraars.”
www.job-site.nl
Za
dom
a
in beeld
bacK stage
Tekst roC tilburg Foto Nout steenkamp (FMAX)
‘fantastics gymnastics’ mede mogelijk gemaakt door mbo’ers
Honderdvijftig studenten van de School voor Sport en Bewegen van ROC Tilburg
hebben van 10 tot en met 24 oktober in Rotterdam meegewerkt in de organisatie van
het WK turnen. Een fantastisch gymnastiekfeest voor deelnemers en duizenden fans
op de tribunes. De activiteiten waren vooraf geïntegreerd in het studieprogramma.
Met daarna twee weken lang hard werken op een groot internationaal sportevenement
als beloning. Van opbouw in de hallen van Ahoy, tot aan het beweegplein met
dagelijkse activiteiten voor Rotterdamse basisschoolleerlingen. Da’s nog eens
een stage, een evenement op wereldniveau, die kans krijg je niet elke dag!
19 / 19
bacK stage
18 / 19
bacK stagebacK stage
20 / 21
bacK stage
macrodoelmatigheid in mbo
Een draak van een vraagstuK
Volgend jaar bestaat het mbo-stelsel vijftien jaar. Tijd voor evaluatie: werkt het systeem zoals het moet? IVA/KBA deed in opdracht van de mbo-sector onderzoek naar het optimaliseren van de doelmatigheid in het mbo. Een gesprek met IVA-directeur Marc Vermeulen. “Juist in de publieke sector is doelmatigheid een must.”
Tekst sander Peters Foto erik van der Burgt/HH Illustraties Link design, Amsterdam
‘Wie te veel doelen nastreeft gaat op al die
aspecten de boot in’
Doelmatigheid. Het is een terugkerend thema
in de publieke sector, zeker in economisch
zware tijden. Maar wat bedoelen we er eigen-
lijk mee? Wat betekent deze term precies?
Digitale vraagbaak Wikipedia geeft de volgende
definitie: “Een (voorgenomen) handelswijze
is doelmatig of efficiënt als de betreffende
inspanningen en uitgaven daadwerkelijk
bijdragen aan de realisatie van het beoogde
doel en als de kosten in verhouding staan tot
de opbrengsten.” Duidelijke taal. Tenminste:
als het doel helder en eenduidig is en de
opbrengsten meetbaar zijn. En laat daar nu
net de schoen wringen in het mbo.
streven naar doelmatigheid in het mbo is onzin: het aantal betrokken partijen (en dus ook de diversiteit aan definities, belangen, perspectieven en doelen) is simpelweg te groot.
“Nee, organisaties en sectoren moeten altijd
streven naar doelmatigheid. Wel is het mbo
zo ongeveer de ingewikkeldste sector om
doel matigheid te realiseren. We hebben hier
te maken met een zogenoemd ‘wicked pro-
blem’. Dit soort vraagstukken gedraagt zich
als mythologische draak: voor elke kop die
je eraf hakt, komen er zeven terug. Grofweg
zijn er drie ‘problemen’. Ten eerste is er de
kwestie van de verschillende niveaus: micro,
meso en macro. Wat op het ene niveau doel-
matig is, hoeft dat op een ander niveau niet
te zijn. Daarnaast is het aantal verschillende
doelen erg groot. Dat is een gevolg van het
grote aantal betrokken partijen in het mbo.
We onderscheiden onder meer de overheid,
onderwijsbestuurders, docenten, werkgevers,
studenten en ouders. Het derde dilemma is
de beperkte meetbaarheid van doelen als de
kwaliteit van onderwijs of sociale integratie.”
dan luidt de stelling dus: bij het streven naar doelmatigheid in het mbo moeten we ons beperken tot één doel, één regio of één aspect van de organisatie.
“Ja en nee. Het gaat vooral om prioriteiten.
Mijn eerste advies: beperk je in de optimalise-
ring van de doelmatigheid tot de hoofdlijnen,
20 / 21
bacK stage
bacK stage
een draaK van een vraagstuKvervolg
marc vermeulenprof. dr. marc vermeulen
is sinds 2006 directeur
van het iva, een aan de
universiteit van tilburg
gelieerd instituut voor
beleidsonderzoek en
advies. Hij is hoogleraar
onderwijssociologie aan
deze universiteit, de open
universiteit en academic
Director van de postaca-
demische opleidingen voor
onderwijsmanagement
van tiasnimbas Business
school. Daarnaast werkt
hij als consultant voor
het ministerie van ocW
en scholen in binnen- en
buitenland.
de zogenoemde must haves. Dit brengt me
meteen bij mijn tweede tip: geef alle doelen
en belangen een weging mee. Deze weging is
momenteel in het mbo goeddeels afwezig. Alles
lijkt even belangrijk te zijn op elk moment. Dat
is echt funest, want wie te veel doelen tegelijk
nastreeft, gaat op al die aspecten de boot in.
Op zeker.”
onderwijsinstellingen moeten bestuurd worden als een bedrijf.
“We moeten de verschillen tussen bedrijfs-
leven en de publieke sector niet overdrijven.
Overal speelt hetzelfde optimalisering-
vraagstuk: met zoveel mensen en zoveel
middelen moeten we deze doelen halen.
Persoonlijk vind ik dat juist de publieke sector
heel bewust naar doelmatigheid moet streven.
Publiek geld mag niet verkwist worden. Waar
we geld kunnen verdienen door ondoelmatige
structuren en processen uit de weg te ruimen,
daar mogen we dat niet nalaten. Winst is geen
vies woord in softe sectoren als onderwijs
en zorg, als je er maar het woordje leer- of
gezondheid voor kunt zetten. Ook het mbo
is gebaat bij nuchterheid, een heldere focus,
en verstandige investeringen. Inderdaad:
bij een zakelijke aanpak. Maar: natuurlijk
zonder onverantwoorde kwaliteitsconcessies.
Daarvoor is het onderwijs in maatschappelijk
opzicht te belangrijk.”
de diverse actoren houden onvoldoende rekening met de complexiteit van het vraagstuk en met elkaars belangen.
“Die indruk heb ik inderdaad. De voor gestelde
oplossingen zijn vaak veel te simpel. Er wordt
dikwijls uit de heup geschoten, terwijl deze
problematiek vraagt om een weloverwogen
aanpak. Bovendien kijken de partijen vaak
slechts naar de korte termijn of eigen regio.
Het is ieder voor zich. Zo willen roc’s het
onderwijs vooral zo effectief en efficiënt
mogelijk inrichten. Dat uit zich bijvoorbeeld
in de wens om brede, generieke opleidingen
aan te bieden. Vanwege de schaalvoordelen
inderdaad. Dit staat echter op gespannen voet
met de behoefte aan maatwerk en flexibiliteit
bij werkgevers en studenten.
Ook veel werkgevers kijken vanuit een
een zijdig perspectief naar doelmatigheid,
namelijk vanuit hun eigen vraag naar arbeids-
krachten. Zo willen grote bedrijven liefst
generiek op geleide jongeren, die ze nog kunnen
vormen. Kleine bedrijfjes zijn juist op zoek
naar gespecialiseerde vaklieden, vaak in de
techniek. Groot of klein, allemaal stellen ze
hun eigen arbeidsmarktvraag voorop. En dat
is slechts een van de vele perspectieven.
De overheid ten slotte moet beseffen dat er
geen blauwdruk is om vanuit Den Haag te
sturen op doelmatigheid. Juist op regionaal
niveau moeten bedrijven en scholen samen tot
oplossingen komen. Landelijke maat regelen,
zoals het streven naar maximalisering van
het opleidingsniveau of het sturen van de
studiekeuze van jongeren, dragen wellicht bij
aan macrodoelmatigheid maar kunnen volledig
haaks staan op de vraag vanuit de regionale
arbeidsmarkt. Met alle gevolgen – verdringing,
onderbenutting – van dien.”
eén partij moet de lead nemen in het optimalisatieproces in het mbo.
“Nee. Werken aan doelmatigheid is bij uitstek
iets dat partijen samen moeten doen. Vergelijk
het met een act van koorddansers. Op een slap
koord welteverstaan. Die acrobaten moeten
samenwerken. Vloeken en schelden mag best
af en toe, maar blijf niet op elkaar mopperen.
Ze moeten ook goed naar de ander kijken, en
van elkaar leren. Elkaar niet voor verrassingen
stellen. Precies dat geldt ook voor de partijen
bacK stage
22 / 2322 / 23
in het mbo. Maar dit alles vereist vertrouwen.
En dat heeft tijd nodig. Tijd die in het huidige
politieke klimaat nauwelijks gegeven wordt.
Gaat er iets niet helemaal goed, dan wordt er
meteen ingegrepen.
Het huidige mbo-stelsel bestaat vijftien jaar.
Voor onderwijsvernieuwingen is dat relatief
kort. We zitten nu nog in de overgangsfase.
Daarin gaat er weleens iets mis, waardoor
mensen terugverlangen naar de oude situatie.
Dat is de normale ‘leercurve’. Het beroerde in
het onderwijs is echter dat sommige generaties
tussen wal en schip vallen. Maar dat mag geen
reden zijn om alles radicaal om te gooien. Dan
gaat het helemaal mis en komen we nooit te
weten of de sector er uiteindelijk in slaagt zelf
haar doelen te halen.”
streven naar doelmatigheid is een proces met een duidelijk eindpunt. als het doel bereikt is, kunnen we tevreden achterover leunen.
“Het optimaliseren van doelmatigheid is
een continu proces. Het vereist blijvende
aandacht van alle partijen. Doelmatigheid
moet geïnternaliseerd worden, zeker in de
uitvoering. In de frontlinie. Bij de docenten
dus. Doelmatigheid is geen technisch-
instrumentele aanpak die van buitenaf wordt
opgelegd. Nee, het hoort juist bij het vak. In
het onderwijs stranden dit soort processen
vaak, omdat uitvoerders het terzijde schuiven.
Niemand voelt zich ‘probleemeigenaar’ en er
treden perverse processen in werking. Dan
glijdt het onderwijs verder van het doel af.
Doodzonde.
Maar ook studenten hebben hun verant-
woordelijkheid: natuurlijk is het weinig
motiverend als er geen les gegeven wordt.
Maar jonge mensen kunnen die tijd dan
aangrijpen om aan zichzelf te werken. Het
hoeft niet allemaal in hapklare brokjes aan-
geboden te worden. Ik heb pedagoog Luc
Stevens ooit horen zeggen: ‘Op school zie je
de docenten met bezwete koppen rondlopen,
terwijl de leerlingen lui onderuithangen.
Dat is de omgekeerde wereld.’ En zo is het
maar net.”
‘Er is geen blauwdruk om vanuit Den Haag
te sturen op doelmatigheid’
bacK stage
cOlumn
Helaas is het bijhouden en onderhouden van een bekwaamheids-
dossier bij veel docenten en management een probleem. ik heb voor
de certificering van Assessor in het mbo tijdens een eind assessment
mijn vakbekwaamheid moeten aantonen. Wat betekent dat ik als
docent met bewijzen moet komen van nieuwe certificeringen,
cursussen die ik heb gevolgd, dat ik getuigschriften overleg uit het
beroepenveld, en ga zo maar door. We hebben het hier dus over
bedrijven die mijn vakbekwaamheid toetsen.
ik was onlangs uitgenodigd bij de verkiezing van de leraar van het
jaar 2010. een uitstekend initiatief om de aandacht te vestigen
op mijn beroep. De kwaliteit van de leraar stond voorop en mijn
aandacht werd getrokken door flyers over het bekwaamheidsdossier.
voor goed onderwijs is de kwaliteit van leraren doorslaggevend.
sinds 1 augustus 2006 zijn de Wet op de beroepen in het onderwijs
(wet Bio) en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel
van kracht. De wet Bio is te beschouwen als een concrete uitwerking
van de overheidszorg voor de beroepskwaliteit van het onderwijs-
personeel. vanaf 1 augustus 2006 moet de school aantonen dat
leraren daadwerkelijk bekwaam zijn en dat het management hen in
staat stelt hun bekwaamheid te onderhouden. De bekwaamheids-
eisen worden ontwikkeld door onze beroepsgroep.
radio, televisie en kranten klagen steen en been over ons mbo. ook
onze studenten laten zich regelmatig horen: docenten die niet weten
waar ze het over hebben, die vaak ziek zijn, zelf te laat komen en
vervolgens studenten aanspreken op hun te-laat-kom-gedrag. We
hebben het steeds over studententevredenheid; vakbekwaamheid
is hierbij in mijn ogen essentieel. Jij als docent moet energie stoppen
in je vakbekwaamheid. studenten hebben respect voor kennis en
houding ten opzichte van het beroepenveld. krijgen respect voor
jou tijdens stage, als je met door het bedrijf erkende kennis een
assessment afneemt.
elk mbo-management en elke mbo-docent zou met vakbekwaam-
heidsverbetering bezig moeten zijn. Het management zou moeten
faciliteren in tijd, want met een lesrooster van 28 uur is investeren
in vakbekwaamheid simpelweg onmogelijk. kom op docenten,
wordt wakker, pak je verantwoordelijkheid en ga in de aanval…..
Elmer VeerhoffDocent ict academie roc Leiden en schreef als songwriter
vele nederlandstalige hits
in de aanval!Foto Friso Keuris
bacK stage
“We hebben te maken met de eerste generatie
van studenten die volledig digitaal en multi-
mediaal is opgevoed. Voor hen is internet er
altijd geweest, net als de mobiele telefoon. HP/
De Tijd heeft er een term voor bedacht: de
confettigeneratie. Jongeren krijgen als confetti
van alles over zich heen en pikken eruit wat zij
nodig hebben. Ze zijn in staat informatie van
alle kanten te verbinden en creëren zo een breed
wereldbeeld. Wetenschappelijk is aangetoond
dat ze hiertoe in staat zijn doordat beide hersen-
helften tegelijk worden aangesproken en dat ze
die ook tegelijk gebruiken. Ze weten informatie
en creativiteit te verbinden, op een manier die
eerdere generaties niet kennen. Dat kan straks
een enorme meerwaarde geven op de werkvloer.
Je ziet het nu al: ze gaan niet alleen naar school,
maar doen ook allerlei andere dingen, een hele
waaier. Hebben een webwinkel en na een tijdje
doen ze weer wat anders.”
“In het mbo groeit de aandacht voor hoe deze
generatie in elkaar steekt, maar het mag
nog wat meer. Hier op het ROC Nijmegen
heb ik drie jaar geleden een studieloopbaan-
programma opgezet met trainingen van het iq
en het eq, maar ook het sq, ofwel de spirituele
intelligentie. Het traint de studenten om aan de
slag te gaan met hun creativiteit en meer op hun
intuïtie te vertrouwen. Met het intuïtiespel leren
ze de kracht hiervan kennen. Het is mooi ze te
zien groeien: ‘heb ik dit allemaal zelf gedaan?’
José Jansen-gulen, docente team Juridisch ROC Nijmegen en Leraar van het Jaar
‘Als ik Marja ben, ZOEK IK MEER AANSLUITING BIJ DE CONFETTIGENERATIE’
Laat ze trots zijn, laat ze stralen. Die training is
nodig, want als studenten zich niet bewust zijn
van hun kunnen, worden ze op de werkvloer
afgepoeierd door ouderen die zeggen dat ze
het al veertig jaar doen zoals ze het doen en
dat verandering onnodig is. Terwijl werkgevers
er juist hun voordeel mee kunnen doen.”
“Ook zij hebben steeds meer oog voor deze
aspecten. We hebben hier gastsprekers, laatst
nog iemand uit het bankwezen. Bij uitstek een
sector van cijfers en getallen, maar hij kon
goed uitleggen hoe intuïtie een belangrijke rol
speelt bij beslissingen. Bij uitzendbureaus wordt
steeds vaker niet alleen een iq-test afgenomen,
maar ook een eq-test. Wij geven hier invulling
aan door studenten voor hun stageplek niet
een sollicitatiebrief te laten schrijven, maar
een gevisualiseerde brief te laten maken, in de
vorm van een tijdschrift over zichzelf. Dat wordt
zeer gewaardeerd door stagebedrijven. Verder
hebben twee hbo-studenten hier bij wijze van
stage een training opgezet om studenten te
helpen ontdekken wat hun passie is. Want dat
is het mooist: als je werk je passie kan zijn.
Jazeker, dat is ook bij mij beslist het geval.”
“Als ik minister ben, zou ik hier meer aandacht
voor hebben. Docenten trainen die hiermee
kunnen werken. En ja, dat mag best een bak met
geld kosten. Maar of het allemaal in één dag zou
lukken? Ik weet het niet...”
minister vOOr 1 dag
Tekst Luuk obbink Foto’s Nout steenkamp (FMAX)
‘Laat studenten
trots zijn,
laat ze stralen’
jongeren beschikken over een vaardigheid die eerdere generaties missen: het verbinden van ratio, emotie en intuïtie. als studenten zich hier bewust van worden, kan dat leiden tot een revolutie op de werkvloer. de missie van ‘minister’ josé jansen-gulen: dit gedachtegoed verspreiden in het mbo.
24 / 25
bacK stage
vijf vragen aan…
aan:
harm beertema, Tweede Kamerlid PVV
onderwerp: Als het aan de PVV ligt, is het gebeurd met de brancheorganisaties in het
onderwijs. “Ze hebben hun onderwijskundige missie uit het oog verloren”,
zegt PVV-Tweede Kamerlid Harm Beertema. Hij werkte zelf 34 jaar als leraar
Nederlands, tot juni 2010 bij het Rotterdamse Albeda College. Lezers stellen
vijf vragen aan het kersverse Kamerlid.
Tekst guus Mater Foto Jeroen Poortvliet
bacK stage
Kijk op www.mboraad.nl/ backstage om uw vragen voor de volgende aflevering in te sturen.
“de knip tussen vmbo en mbo is te hard. Dat
moeten de roc’s zich aantrekken. De schaal-
vergroting heeft tot een vernielingsslag geleid. Die
grote organisaties zijn moeilijk aan te sturen, zeker als
het om de kerntaken gaat. Terugkeer naar de ambachts-
school van de jaren ’50 is niet reëel. Het idee staat
voor nadruk op techniek, vakmanschap, discipline en
structuur. Echte vakmensen afleveren, dat moet het
ideaal van het mbo zijn. Vakcolleges en vaklycea zijn
een stap in de goede richting. Als het maar kleinschalig
gebeurt. Op het vmbo gebeuren mooie dingen, maar in
het mbo verdwalen de studenten.”
“rotterdam heeft het laagste besteedbare
inkomen, het hoogste percentage uitkerings-
gerechtigden en, tot enige jaren terug, de hoogste
criminaliteitscijfers. Leefbaar Rotterdam heeft daar
iets aan gedaan, maar het blijft de stad met de laagst
opgeleide bewoners. Ten onrechte wordt gedacht
dat de haven veel ongeschoold werk biedt. Maar het
werk wordt vooral gedaan door operators en ICT-
specialisten. Daar komt nog bij dat het je als laag
opgeleide allochtone Rotterdammer erg makkelijk
gemaakt wordt aan de kant te blijven staan. Je
kunt als jonge Turk een compleet leven leiden
in de parallelle Turkse samenleving. De stad is
gesegregeerd. Maar allochtonen die verder willen
komen moeten Nederlands leren en zich aansluiten
bij de dominante Nederlandse cultuur. Met een
boerka en hoofddoekje kom je er niet.”
“nee. Tegen het aanleren van competenties wil
ik me zeker niet keren. De discussie wordt
vervuild door de combinatie met de ideologie van het
Nieuwe Leren, waar ik wel tegen ben. Het idee dat
kennis er niet meer toe doet, is onderwijskundige
prietpraat van kruidenvrouwtjes. De onderwijs-
kundigen die wat zien in het Nieuwe Leren moeten
maar eens tien jaar voor de klas gaan staan. Alleen
Greetje van der Werf en Jaap Dronkers mogen wat
mij betreft op hun post blijven. Het mbo en de manier
van leren heeft te weinig aandacht van de politiek,
doordat politici het mbo onvoldoende kennen. Hun
kinderen volgen havo, vwo. Als daar verdacht hoge
examencijfers vallen, worden er Kamervragen
gesteld. Met Beter Onderwijs Nederland wilden we
de kwaliteit van de mbo-examens, die niet meer zijn
dan een invuloefening, aankaarten. Aanvankelijk
werden we als Gekke Gerritje weggezet.”
“ik vind de houding van de vragensteller niet juist.
Zodra je kritiek hebt, ben je kennelijk negatief.
De leiding van het mbo heeft geen contact met de
dagelijkse werkelijkheid van de school. Ik zie een
bestuur dat zich met pr-adviseurs heeft gevestigd
aan de Zuidas en zo nu dan op werk bezoek gaat.
Dan wordt een modelvoorbeeld getoond. De
werkelijkheid is dat de financiële planning en de
leerlingen administratie niet op orde zijn. Dat het
ziekte verzuim te hoog is en er nauwelijks perso-
neelsbeleid is. De kwaliteit van de managers is vaak
slecht. Die hebben het docentenberoep uitgekleed
tot er niet meer overbleef dan het invullen van een
excelsheet. Waar zijn de bevlogen docenten? Als het
gaat om integratie zouden die de studenten
nieuwsgierig moeten maken naar Nederland. Dat
gebeurt niet meer.”
vraag 1: De uitval bij de overgang van vmbo naar mbo is een probleem. terugkeer van ambachtsscholen, een pvv-voorstel, kan daar toch geen antwoord op zijn?
vraag 4: u heeft ervaring opgedaan in rotterdam, de stad met het laagste opleidingsniveau. Wat ziet u als oorzaak en hoe is dat te herstellen?
“objectieve normering en landelijke centrale
examens in het mbo. Dat geldt voor alle vakken,
niet alleen voor taal en rekenen. En alle opleidingen.
Liever nog in het hele spectrum van primair onderwijs
tot en met hoger beroepsonderwijs. Verder moeten we
af van de perverse prikkels die het onderwijssysteem
managers geeft. Dan bedoel ik bijvoorbeeld de output-
financiering. Dan hebben we veel bereikt.”
vraag 3: vindt u het niet erg, dat u met uw negatieve houding ten opzichte van het beroeps onderwijs de meerderheid die keihard leert en trots is tekort doet?
vraag 2: Het standpunt van de pvv tegen invoering van competentiegericht onderwijs is niet overgenomen in het regeerakkoord. staakt de pvv het verzet?
vraag 5: Wat wilt u over vier jaar bereikt hebben?
26 / 27
bacK stage
fotowedstrijd veelzijdig mbo en de winnaar is?
Viola gori (22)
student Fotovakschool
“Ik deed eerst een secretaresseopleiding, maar wist
al snel dat ik creatiever wilde werken. Het mbo biedt
die ruimte en gelukkig is het mogelijk te switchen als
je toch een andere kant uit wilt. Voor de foto vond
ik veel inspiratie bij mijn vriend, die ook op de foto
staat. Hij volgt nu een modeopleiding aan de Hoge-
school voor de Kunsten.”
Melvin Winkeler (20)
Werkt om de opleiding aan de
Fotoacademie te financieren.
“Deze wedstrijd was een goede oefening. Ik
had een model ingehuurd, maar hij werd ziek,
dus sta ik er zelf maar op. Dat ik een camera
in mijn hand heb is natuurlijk geen toeval,
geldt ook voor de gitaarversterker. Dat je ook
een muzikantenopleiding kan doen, toont
voor mij de veelzijdigheid van het mbo aan.”
bacK stage
Winnaar van de MacBook Pro
Dat het mbo veelzijdig is bleek tijdens de 6-Daagse Beroepsonderwijs. Maar hoe breng je als student de
bonte schakering van mogelijkheden het beste in beeld? Negen studenten over hun deelname aan de
fotowedstrijd ‘Veelzijdig mbo’, hun inzending en afwisselend beroepsonderwijs.
Tekst sander van der Ploeg
romano de graaf (21)
student Mediavormgever – Animatie/
AV-vormgeving, grafisch Lyceum Utrecht
“Mijn foto toont welke beroepen belangrijk
zijn voor de samenleving. Zoals de politie-
agent en verpleegster. Zonder hen wordt het
een zooitje. Het mbo is, net als de maatschap-
pij, divers. Wie een mbo-opleiding wil moet
verder kijken dan zijn neus lang is en zich
goed laten voorlichten. Zo ontdek je welke
studie het beste bij je past.”
Nicole reijnders (18)
student Communicatie en Marketing,
id-College
“Met papier wilde ik de diverse opleidingen
van mijn school verbeelden. Ik neem deel
aan het leerbedrijf ClubID en we organi-
seren schoolfeesten, zaalvoetbaltoernooien
en maken een blad voor studenten. Zo kom
ik in aanraking met andere opleidingen.
Mijn studie bevalt me, maar is eigenlijk te
makkelijk, ik wil dan ook nog naar het hbo.”
28 / 29
bacK stagebacK stage
veelzijdig mbofotowedstrijdvervolg
Marjolein van ederen (17)
student in- en outdoorstyling
Clusius College
“Ik wil later verder in de fotografie,
dus dit is een mooie kans. Ik
koos dit ontwerp omdat je op het
mbo veel vrijheid hebt, maar ook
eigen verantwoordelijkheid. De
zelfstandig heid was voor mij wel
even wennen, want ik ben pas
twee maanden geleden begonnen.
Maar tot nu toe ben ik erg
tevreden!”
Nicole Pulles (20)
student Projectleider interieur / exterieur, sint Lucas
Vakcollege
“Mijn zus Marleen wees mij op deze wedstrijd. Ik heb dit jaar
de studie vormgeving Product presentatie afgerond en doe nu
weer een creatieve studie. Het mbo biedt veel, dat zie je terug
in mijn foto. Ik ben tevreden over mijn studiekeuzes. Het on-
derwijs is praktijkgericht; dat past goed bij een doener als ik.”
bacK stage
31 / 31
Marjolijn eggens (18)
student in- en outdoorstyling,
Clusius College
“Het was een ingeving om mee
te doen. Ik had weinig tijd, maar
gelukkig was er een modeshow
op school en kon ik foto’s maken.
Deze is het mooist. En geeft de
veelzijdigheid van het mbo weer:
meerdere studenten werken aan
de jurk en de styling van het
model. De foto én het model laten
de talenten van het mbo zien en
wat zij in huis hebben.”
30 / 31
bacK stage
Wouter van der Linde (18)
student Fotografie roC
de Mare
“Ik doe de fotografieopleiding en deze wedstrijd was
voor mij een kans mijn naamsbekendheid te vergroten
en creatief bezig te zijn. Door mijn studie omring ik
mij met creatieve mensen en dat is toch een ander slag
mensen dan op het vmbo. Hier kan je echt jezelf zijn.
Dat is voor mij het grote voordeel van het mbo.”
Marleen Pulles (22)
Voltooide dit jaar de opleiding
Marketing en Communicatie
aan het Koning Willem i College
“Het voordeel van het mbo is de
brede keuze, maar je moet wel een
idee hebben wat je wilt. Zelf had ik
daar geen problemen mee. Ik erger
mij aan het negatieve imago van
het mbo. Middelbare scholieren
moeten zich niet blind staren
op de havo, het mbo heeft ook
goede studies. Ik kan het iedereen
aanraden. Dat wil ik aantonen
met mijn foto.”
bacK stage
discussie
hans KamPs in discussie met…jan van zijl
Zetten de vakcolleges het mbo buitenspel?
vz “Het vakcollege is ont-
staan vanuit het idee
dat er voor kwetsbare jonge-
ren een meer op de praktijk
gerichte opleiding moest
komen. Een vakopleiding voor
jongens en meisjes die met
de handen willen werken.
Eerst was het er alleen voor
techniek, nu ook voor de zorg
en als we niet uitkijken ook in
no time voor toerisme, horeca
en sport. Een interessant idee
en vooral: marketingtech-
nisch een voltreffer. Maar als
MBO Raad moeten we er toch
wat kritischer naar kijken.
Die verhalen over megasuc-
cessen gaan mij iets te vlug.
Laten we eens kijken of die
vakcolleges hun beloften wel
waar maken, bijvoorbeeld
als het gaat om stage- en
baangarantie.”
K “Wij zijn drieënhalf
jaar geleden met dit
idee begonnen, nu zijn er
ongeveer vijftig vakcolleges
over het hele land. Op voor-
lichtingsavonden puilt het uit
van ouders en kinderen die
enthousiast zijn. En we heb-
ben een uitval van ongeveer
0. Dat zegt genoeg.”
vz “Dat zegt in ieder
geval dat de vak-
colleges niet per se de meest
kwetsbare jongeren aantrek-
ken, zoals oorspronkelijk de
bedoeling was, maar vooral
ook de getalenteerde.”
K “Voordat die studen-
ten op het vakcollege
kwamen, werden ze als zwak
gezien omdat ze niet konden
leren. Achteraf constateren wij
dat die studenten niet zwak
zijn, maar sterk. Ze krijgen
lesmateriaal dat helemaal op
de praktijk is gebaseerd en
vervolgens krijgen ze theorie
aan de hand van de praktijk.
Daar blijken ze dan zelfs beter
33 / 33
bacK stage
Tekst Corien Lambregtse Foto’s Jeroen Poortvliet
Vakcolleges bieden studenten in zes jaar een opleiding in techniek en zorg tot mbo-niveau 2. Zonder tussentijdse overstap, mét stage- en baangarantie. En straks misschien ook tot niveau 3 en 4. Wat betekent dit voor het ‘gewone’ mbo-niveau 3 en 4? Hans Kamps, één van de oprichters van het Vakcollege in kritisch debat met Jan van Zijl, voorzitter MBO Raad.
32 / 33
in dan kinderen die de theore-
tische kant volgen. Als ze een
gieter in elkaar moeten lassen
met een inhoud van 2 liter,
dan krijgen ze algebra om te
berekenen hoe dat moet. Het is
een andere manier van leren.”
vz “Maar ik betwijfel
toch of de zwakste
studenten worden bereikt. En
los daarvan: hoeveel alloch-
tone studenten en meisjes zijn
er bijvoorbeeld bij?”
K “Dat weet ik niet.”
vz “Ik ook niet, maar we
weten wel dat meisjes
het lastigst tot techniek te ver-
leiden zijn. Als de vakcolleges
erin slagen meisjes binnen te
halen en op te leiden tot niveau
2, dan zou dat echt winst zijn.
Wat mij niet bevalt, is dat de
vakcolleges zijn neergezet als
alternatief voor het mbo.”
K “De vakcolleges zijn niet
gestart om de concurren-
tie aan te gaan met het huidige
mbo. Er is niet één vakcollege
waar het mbo niet aan mee-
doet. De vakcolleges zetten het
mbo absoluut niet buiten spel.”
vz “Ik zit toch met een
paar inhoudelijke
vragen. Als blijkt dat het werkt,
dan moeten we als mbo en
vakcollege natuurlijk bond-
genoten worden. Want het gaat
ons om de studenten. Maar
hoe zit het met die stage- en
baangarantie? Krijgen jullie
het bedrijfsleven mee?”
K “Ja! We hebben een
goede afspraak met USG
People. Een beurs genoteerd
bedrijf dat overal in het land
zit. USG geeft de garantie dat
leerlingen die zelf geen baan
vinden, bij hen op de loonlijst
komen. En USG is een erkend
leerwerkbedrijf.”
hans KamPs in discussie met…jan van zijl
bacK stage
hans KamPs in discussie met jan van zijlvervolg
vz “En hoe zit het met
de plannen om het
vakcollege van niveau 2 uit te
breiden naar niveau 3 en 4? Ik
zou zeggen: zorg er eerst maar
eens voor dat de studenten zo
goed van niveau 2 komen dat
ze kúnnen doorstromen naar
niveau 3 en 4. Het is belangrijk
dat we nu eerst werk maken
van het keurmerk voor vak-
colleges. Een keurmerk dat
garandeert dat het diploma
vakcollege hoogwaardige
kwaliteit heeft.”
K “Dat willen wij ook:
een keurmerk dat
kwaliteit garandeert. Want
als elk vmbo ineens een
bord ophangt: ‘Vakcollege’,
dan heb je weer niks.”
vz “Maar begin dan als
vakcolleges niet met
het aanbieden van niveau 3
en 4! Het vakcollege is toch
een inhoudelijk didactisch
concept? Toch heel praktijk-
gericht? Het aanbieden van
niveau 3 en 4 vraagt een ander
concept en een ander soort
school. De roc’s zijn daar hele-
maal op ingesteld. Die laatste
twee jaar van het vakcollege
moeten ook binnen een roc
worden georganiseerd, omdat
daar de voorzieningen zijn,
omdat de roc’s stages kunnen
begeleiden en er al contacten
zijn met het bedrijfsleven.
Laten we het vooral praktisch
en overzichtelijk houden.”
K “In principe leiden vak-
colleges op tot niveau 2:
gekwalificeerd vakman. Dat
is wat we voor ogen hebben
met de vakcolleges. Maar er
zijn studenten die meer in
hun mars hebben. Als het
vak college, waarin een vmbo
en mbo samenwerken, hen de
mogelijkheid wil bieden door
te stromen naar niveau 3, 4,
dan organiseren ze dat toch?
En als een bedrijf dat aangeslo-
ten is bij het vak college zegt:
ik wil een interne opleiding
op niveau 3 of 4, dan moet dat
ook kunnen. Wie wat doet en
in welke institutionele vorm-
geving, maakt mij niks uit. Het
gaat erom dat we het beste uit
studenten naar boven halen.
En dat hoeft zeker niet alleen
binnen het vakcollege.”
vz “En mijn laatste
punt: zou het niet
verstandig zijn, voordat jullie
ook een vakcollege horeca,
sport en toerisme beginnen,
de bestaande vakcolleges
eerst goed neer te zetten?
Laten we daar rustig de tijd
voor nemen.”
K “We zijn met techniek
begonnen, we hadden
helemaal niet de intentie om
dat met vakcolleges zorg uit
te breiden, maar de scholen
zeiden: als jullie het niet doen,
doen wij het zelf. Toen hebben
we steun gekregen vanuit
het ministerie van VWS om
die vakcolleges zorg aan te
bieden.”
vz “Het techniekverhaal
snap ik, maar bij de
zorg heb ik er echt mijn twij-
fels over of die vakcolleges nu
zoveel meer te bieden hebben
dan de huidige roc’s. Het punt
is dat er een hype ontstaat,
waar scholen wel aan mee
móeten doen om niet achter
te blijven. Maar laten we dan
ten minste duidelijk maken
wanneer een school zich vak-
college mag noemen en wat er
van een vakcollege verwacht
mag worden.”
K “Helemaal mee eens.
Dat is in ons beider
belang. Want op het moment
dat je niet levert wat gesug-
gereerd wordt, is het einde
oefening.”
vz “Als aan die
voor waarden is
voldaan, zul je zien dat meer
mbo- scholen dan nu de
samenwerking in het vak-
college zullen zoeken.”
‘Er moet een keurmerk komen voor de vakcolleges’
‘Ik betwijfel of de zwakste studenten worden bereikt’
discussie
bacK stage
35 / 35pittige taal
De Nederlandse overheid spendeert jaarlijks zo’n 1 miljard euro aan toezicht. Toezicht op de gezondheidszorg, verkeersveiligheid, het onderwijs en andere terreinen van het maat-schappelijke leven. Maar leveren deze inspecties waar voor hun geld? Pittige taal in de oratie van professor dr. Heinrich Winter, bijzonder hoogleraar toezicht en parttime hoofddocent bestuursrecht en bestuurskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.
hoezo? doen de inspecties hun werk niet goed?“Dat is niet gezegd. Het is de vraag of toezicht
een organisatie als het onderwijs daadwerkelijk
beter maakt, de meerwaarde is onduidelijk. en die
meerwaarde moet een belangrijke doelstelling zijn.”
volgens Winter wordt wel beweerd dat toezicht
lijkt op zelfrijzend bakmeel. “maar zolang we niet
precies weten wat de effecten zijn, kan evengoed
worden beweerd dat er te weinig toezicht is.”
ranglijsten van roc’s op internet. is dat een goed idee?“naming, blaming en shaming is een goed instrument. Het laat
zien welke instellingen voldoen aan de normen en vormt een
prikkel voor scholen die onder de maat zijn. Het is in ieder geval
transparant. als je zegt dat je een minimumkwaliteit wilt hand-
haven, kan een ranglijst ook van pas komen. De inspectie moet
dan wel aangeven waarom een instelling onderaan staat. Dat
kan komen door de bijzondere studentenpopulatie of doordat
het halve docentenkorps is opgestapt.”
hoe doet de onderwijsinspectie het?“vergeleken met andere toezichthouders niet slecht. Dat de
inspectie basisscholen bezoekt waarvan de cito-scores uit de toon
vallen, die gegevens analyseert en maatregelen adviseert, geeft
aan dat ze zich echt druk maakt de meerwaarde te vergroten.”
is het wel gewenst dat inspecties zelf onderzoeken of ze hun geld waard zijn?“Ja. Daarmee voorkom je dat een extra instantie in het leven moet
worden geroepen. Bij wetgeving geldt ook vaak de verplichting tot
meten en evalueren van de effecten na een bepaalde
periode. De minister moet daarbij ook dat inzicht
verschaffen aan het parlement.”
de roep om toezicht is de laatste jaren sterk toegenomen. meer regels en meer marktwerking betekenen meer controle.“De tweede kamer vraagt voortdurend om meer toezicht, maar
als kamerleden zien wat die inspecties kosten, willen ze dat
toezicht wel verminderen. niet bepaald consistent. probleem is dat
over heden, meer dan vroeger, verantwoordelijk worden gehouden
voor allerlei risico’s. Dat is niet vol te houden. De burger zal een deel
van die verantwoordelijkheid terug moeten krijgen. Bij elk incident
wordt het toezicht geacht in actie te komen. rampen en incidenten
worden geanalyseerd, waarna passende maatregelen volgen.
misschien is het beter niet altijd mee te gaan in de waan van de
dag. een inspectie zou dan moeten zeggen dat ze een andere
programma heeft. Dat maakt je niet populair bij de politiek.”
veel reacties gehad op uw oratie?van verschillende kanten. Het havenbedrijf in rotterdam,
de inspectie verkeer & Waterstaat, de afm. Het blijkt dat de
meerwaarde van het toezicht latent op de agenda staat. ik
denk dat er we er meer van gaan horen de komende jaren.”
Tekst guus Mater Foto Henk Veenstra
bacK stage
34 / 35
Pittige taal van… heinrich winter
‘Naming, blaming
en shaming is goed
instrument in toezicht’
‘het lesaanbod van mbo-scholen kun je vergelijken met de
menukaart van een chinees restaurant. honderden opleidingen,
maar geen leerling die weet hoe ze precies smaken. dan wordt het
dus kiezen op goed geluk en maar hopen dat het smaakt.’renk roborgh, directeur-generaal en daarmee hoogste ambtenaar en beleidsadviseur van het ministerie van
onderwijs, cultuur en Wetenschappen, is kennelijk nog nooit bij een goede chinees geweest.
‘ben in de ridderzaal voor
Prinsjesdag. voer voor 1 dag
een kopvoddentax in en het
gat in de begroting is dicht.’
sp-tweede kamerlid Harry van Bommel
helpt geert Wilders bij de uitvoering van zijn
verkiezingsprogramma.
‘heb je ooit een kabinet gezien dat
precies uitvoert wat het zegt?’
Bernard Wientjes, vno-ncW, legt in het nrc uit
waarom het schrijven van verkiezingsprogramma’s
tijdverspilling is.
‘misschien is dat wel de kwaliteit
van de goede docent, dat hij
leerlingen behandelt alsof het
gewone mensen zijn.’
mbo-student Lisa van roon geeft een heel heldere
visie op de vakbekwaamheid van docenten in de
volkskrant.
‘de mensen die hier komen, zijn
hartstikke gemotiveerd. heb je
ooit een klas zo stil zien werken?’
inburgeringsdocente verschoor, beschrijft in Bn
Destem de voordelen van het lesgeven aan mensen
die de taal niet spreken.
‘in het begin liet ik mijn chauffeur
nog wel eens stoppen bij de
mcdonald’s, om even een
hamburger te halen.’
oud-minister plasterk geeft de nieuwe ministers in
het nederlands Dagblad tips om in contact te blijven
met het ‘gewone volk’.
‘docenten kunnen nu jaren aaneen
werken zonder bijscholing. dat
kan een hersenchirurg zich niet
veroorloven - waarom een docent
die elke dag bezig is met de hersens
van onze kinderen dan wel?’
nieuwbakken minister van onderwijs marja van
Bijsterveldt laat in de volkskrant zien dat een docent
niet onder hoeft te doen voor een hersenchirurg.
‘inholland heeft voor tenminste
150 diploma’s onterecht een bonus
ontvangen van ruim 10.000 euro. er
is dus minimaal 1,5 miljoen euro extra
beschikbaar voor goed onderwijs.’
sp-kamerlid Jasper van Dijk bewijst in zijn motie over
onterecht ontvangen diplomabonussen door inHolland
dat elk nadeel ook zo zijn voordeel heeft.
‘de handjes, die maken de waarde.
de praters, die zorgen voor
toegevoegde waarde. maar te
veel praters, dat is bureaucratie.’
Boerenzoon Hennie van der most die rijk werd als
uitbater van attractieparken, laat in elsevier zijn
afkeer blijken van veelpraters.
Recommended