View
213
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
Bedrijfsleven en KMO’s
Bedrijfsleven en KMO’s
Jan DegadtStudiecentrum voor Ondernemerschap
HUBrussel
BRIO-colloquium
‘De internationalisering van de Rand’Leuven, 26 april 2012
2
Bedrijfsleven en KMO’s
• 1. Internationalisering en Rand. Determinanten
• 2. Economische context• 3. Locale economie in de Rand.
Beschrijvende analyse en kenmerken• 4. Locale economie en internationalisering
in de Rand. Capita selecta• 5. Toekomstperspectieven en
beleidsaanbevelingen
3
1. Determinanten
• De internationalisering van de Rand wordt bepaald door drie groepen factoren:
• 1) Effecten van globalisering en Europese integratie, zoals overal op het grondgebied van de EU
4
1. Determinanten
• De internationalisering van de Rand wordt bepaald door drie groepen factoren:
• 2) Effecten van de nabijheid van ‘een’ grote agglomeratie
5
1. Determinanten
• De internationalisering van de Rand wordt bepaald door drie groepen factoren:
• 3) Effecten toe te schrijven aan de typisch Brusselse context: internationale instellingen, meertaligheid,hoofdstad
6
2. Economische context
• Er is reeds heel materiaal verzameld:• Planbureau, SVR, BISA• Vives, KMO-Rapport …
7
2. Economische context
• 2.1. Toegevoegde waarde• De stadseconomie van Brussel is
minder conjunctuurgevoelig• Speelt in beide richtingen: crisis
minder diep, herstel trager• Nog grotere tertialisering
8
2. Economische context
• 2.2. Pendelarbeid• Sterke pendel van Vlaanderen en Wallonië
naar Brussel• Mismatch op de Brusselse arbeidsmarkt• Demografische ontwikkeling: ‘verbrusseling’
van de Brusselse arbeidsmarkt?• Toename van de pendel vanuit Brussel naar
de Vlaamse Rand
9
2. Economische context
• 2.2. Pendelarbeid• Loonverschillen: pendelaars werken
vaak in functies met specifieke kwalificaties en hoger loon
• Werklozen zijn vaak ongeschoold (of onvoldoende of verkeerd geschoold)
• Niet typisch Brussels, komt ook voor in andere verstedelijkte gebieden
10
2. Economische context
• 2.3. KMO-landschap• Aantal KMO’s neemt toe• Vooral dienstensector• In Brussel zijn er (in verhouding)
meer bedrijven met een risicoprofiel
11
2. Economische context
• 2.4. Bedrijfsdemografie• Saldo van oprichtingen en
stopzettingen is overal positief maar:• Brussel heeft een netto verlies van
bedrijven die vertrekken naar andere regio’s
12
3. Locale economie Rand
• 3.1. Open markt• Er zijn geen economische grenzen
tussen de Rand, Brussel en naburige subregio’s
13
3. Locale economie Rand
• 3.1. Open markt• Zijn er verschillen tussen Brussel end e
Rand?• - Omgevingsfactoren (regelgeving,
fysieke omgeving …)• - Beschikbaarheid en nabijheid van
input- en outputmarkten
14
3. Locale economie Rand
• 3.1. Open markt• Specifieke problematieken:• - Schaarse ruimte (fysiek,
regelgeving, …)• - Locale fiscale autonomie
15
3. Locale economie Rand
• 3.2. Belangengemeenschap• ‘Rand’ is ‘Rand-van-iets’• Waarvan? Brussel• Wederzijds wantrouwen: ‘carcan’,
‘olievlek’, …
16
3. Locale economie Rand
• 3.2. Belangengemeenschap• Brussel en Rand zijn concurrenten bij
het aantrekken van ‘interessante’ investeringen (jobcreatie, belastingbetalers, niet te veel ruimte, …)
17
3. Locale economie Rand
• 3.2. Belangengemeenschap• Beide partners hebben er belang bij
dat de naburige regio goed bestuurd wordt en welvarend is: mobiliteit, infrastructuur, arbeidsmarkt, onderwijs, gezondheidszorg, woonbeleid, ruimtelijke ordening, …
18
3. Locale economie Rand
• 3.3. Belangengemeenschap• Merknaam Brussel• Vele bedrijven, ook buiten Brussel,
gebruiken de merknaam ‘Brussel’ met een positieve connotatie
• Meest bekende voorbeelden: de luchthavens van Zaventem en Charleroi
19
3. Locale economie Rand
• 3.3. Belangengemeenschap• Merknaam Brussel• Opgelet: de merknaam Brussel heeft
een positieve internationale connotatie in het bedrijfsleven maar Brussel deelt natuurlijk wel in de kritiek op de Europese regelgeving.
20
3. Locale economie Rand
• 3.2. Belangengemeenschap• Rand is geen homogeen gebied• VSGB: concentratie bedrijven in• - het ruime Zaventem• - Zellik-Groot-Bijgaarden• - Zuidelijke Kanaalzone
21
3. Locale economie Rand
• 3.3. Menselijk kapitaal• Vlaamse Rand is deel van ruimer
dichtbevolkt, verstedelijkt gebied• Inwijking uit het buitenland via het
Brusselse Gewest• Injectie van menselijk kapitaal maar
ook investeringen nodig voor kansengroepen
22
4. Locale economie internationalisering
• 4.1. Arbeidsmarkt• (SVR)• Vlaamse Rand scoort voor
hoogtechnologische industrie, kennisintensieve hightechdiensten, kennisintensieve marktdiensten, minder kennisintensieve marktdiensten, …
23
4. Locale economie internationalisering
• 4.1. Arbeidsmarkt• Een aantal gemeenten hebben een
grote instroom van pendelaars• Maar …• Er is een probleem van werkloosheid
in sommige gemeenten
24
4. Locale economie internationalisering
• 4.1. Arbeidsmarkt• Werklozen zijn vaak onvoldoende
geschoold, probleem van talenkennis• Vooral in sommige gemeenten (Asse,
Drogenbos, Machelen, Sint-Pieters-Leeuw, Vilvoorde, Zaventem
25
4. Locale economie internationalisering
• 4.2. Pendel• Uitgaande pendel vanuit Brussel
(10.432 in 2010) gaat vooral naar de Rand, in het bijzonder de luchthavenregio (Zaventem, Machelen, Vilvoorde)
26
4. Locale economie internationalisering
• 4.3. Zelfstandigen• Het aantal zelfstandigen groeit overal• Toenemend aantal zelfstandigen met
niet-Belgische nationaliteit, ong. 10 % nationaal, meer dan een op drie in Brussel
27
4. Locale economie internationalisering
• 4.3. Zelfstandigen• Vlaamse Rand: aantal zelfstandigen
met niet-Belgische nationaliteit groter dan Vlaams gemiddelde maar kleiner dan in Brussel
• ‘Doorsijpeling’ vanuit Brussel?
28
4. Locale economie internationalisering
• 4.4. Buitenlandse bedrijven• Vooral in het gebied rond de luchthaven• Actief in tertiaire sectoren en de
luchtvaartindustrie• Landen van herkomst: Nederland,
Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk• (UK: specifieke regelgeving)
29
4. Locale economie internationalisering• 4.5. Criminaliteit• Benadeelt de kwaliteit van leven en
werken• Imagoprobleem, vooral voor
grootsteden en omgeving• Vlaamse Rand: geen opvallend hoge
criminaliteit in de Vlaamse Rand, maar wel stijgende tendens
30
5. Beleidsaanbevelingen
• Meten is weten. Positief punt dat de studiediensten van de overheden en beleidsniveaus samenwerken bij het verzamelen van gegevens en statistieken en bij het presenteren van analyses
31
5. Beleidsaanbevelingen
• De huidige institutionele structuren en grenzen zullen blijven
• Ook de macro-context van Europese integratie, globalisering en internationalisering zijn blijvers
• Te beschouwen als kansen of opportuniteiten
• … mits passende omkadering
32
5. Beleidsaanbevelingen
• Brussel en de Vlaamse Rand zijn economisch en ruimtelijk complementair
• De bestaande instellingen en structuren zijn aangewezen op samenwerking in een belangengemeenschap
• Er is geen nood aan bijkomende bestuursniveaus
33
Recommended