Broedende Kleine Mantelmeeuwen in het binnenland - Jeroen Nagtegaal

Preview:

DESCRIPTION

Talk of Jeroen Nagtegaal on the Landelijke Dag of Sovon 2013.

Citation preview

Kleine Mantelmeeuwen als broedvogel in het binnenland

30 november 2013Landelijke Dag Sovon

Jeroen Nagtegaal

OpbouwHistorisch verloop

Recente trends

Ligging huidige locaties

Oorzaken

Broed- en geboortedisperie

Diversiteit in broedbiotoop

Potentiele locaties

Indicaties van broeden

Historisch verloop

1926 eerste broedgeval voor Nederland op Terschelling.

1981 eerste broedgeval in Noord-Brabant in het Markiezaat

1989 eerste territorium in Gelderland nabij Erlecom

1999 eerste broedgeval in Utrecht in de Vinkeveense Plassen

2004 eerste broedgeval in Overijssel nabij Rijssen

2010 eerste broedgeval in Drenthe in het Bargerveen

2012 eerste broedgeval in Limburg nabij Stevensweert

Aantal kolonies in het binnenland Roosendaal en Bergen op Zoom ontbreken als kolonie.

Tussen 2000 en 2007 betroffen de 1-2 kolonies in het binnenland totaal 6 plekken.

Vooralsnog in het aantal kolonies in 2013 gestegen tot 19. Hiervan zijn er 15 in het binnenland en 4 in Delta

'00 '01 '02 '03 '04 '05 '06 '07 '08 '09 '10 '11 '120

2

4

6

8

10

12

14

16

18

Het jaar van vestiging, voor zover bekend. In diverse gevallen is vestiging 1 of 2 jaar eerder niet uit te sluiten.

<2007 enkel kolonies in het westen van het onderzoeksgebied op Budel (Nbr) en Rijssen (Ov) na waar tussen Kokmeeuwen werd gebroed.

Woerden is pas in 2012 ontdekt, maar was toen al een grotere kolonie van mogelijk 50 paar.

Aantal paar in het binnenland Roosendaal en Bergen op Zoom ontbreken.

Aantallen van Utrecht, Arnhem, Deventer, Woerden en Amerongen zijn niet geheel compleet en deels geschat

Grootste kolonie in 2012 in het Binnenland is Amerongen met 23 paar.

In 2013 was het aantal broedpaar in het binnenland rond de 200 broedpaar.

'00 '01 '02 '03 '04 '05 '06 '07 '08 '09 '10 '11 '120

500

1000

1500

2000

2500

3000

3500

4000

Wat veroorzaakt de toename in aantal en verspreiding?

Verstoring lijkt een belangrijke oorzaak te zijn. Op industriegebieden worden meeuwen soms actief geweerd of bestreden.

Hetzelfde zal (gaan) gelden voor dakbroeders in steden als Leiden, Den Haag en Amsterdam.

Voedsel kan een tweede reden zijn om het binnenland in te trekken. .

Dispersie vanaf MoerdijkVan als pull geringde Kleine Mantelmeeuwen én Zilvermeeuwen

Utrecht, herkomst broedvogels

Op basis van aflezingen tijdens één bezoek op het dak in 2013.

Op één vogel na, die als adulte broedvogel op de Maasvlakte geringd is, zijn ze allen geringd als pull.

Herkomst AmerongenMoerdijk en het Krammer-Volkerak betreft als pull geringde Kleine Mantelmeeuwen.

Europoort heeft betrekking op één als pull en één als adult geringd Kleine Mantelmeeuw die één paar vormen.

Enkel vanuit Moerdijk is zekere geboorte-dispersie. Vermoedelijk volgen de vogels van de Europoort en het Krammer-Volkerrak in de komende jaren.

Type locatiesVaak tussen Kokmeeuwen en Visdieven, zowel op daken als eilanden en veen-weide gebieden.

Op daken van industrietreinen, veelal zijn deze vermost en/of bedekt met grind.

Op de grond op afgesloten industrieterreinen zodat predatie van Vossen niet mogelijk is.

Ligging potentiële locatieGroen: >2000 min. 1 broedgeval

Blauw: Mogelijk al bezet

Geel: Locatie met potentie

Locaties waar >2000 gebroed wordt of werd kunnen ook nieuwe locaties hebben. Voorbeelden hiervan zijn Utrecht, Nijmegen en Kampen.

Enkele voorbeelden vanaf luchtfoto's.

Links: Belfeld, een sluiseilandRechtsonder: Harderwijk,

eilandjes en industrieterreinRechtsboven: Waalwijk, industrieterrein

Postende adulten

Postende adulte Kleine Mantelmeeuwen kunnen een indicatie van broeden zijn. Ze kunnen alleen maar ook als paar staan op hoge objecten. Te denken is dan aan lantaarnpalen, dakranden en schoorstenen.

Dit posten kan ook voor voedsel zijn op vaste voerplekken in steden en duidt niet direct op broeden.

Indicatief gedrag

Balts en paringen gebeuren vaak in of in de nabijheid van de kolonie.

Opbraken van voedsel dat aan de partner wordt aangeboden

Alarmerend achter roofvogels aanvliegend.

PoepPoepsporen op de buitenkant van een gebouw duiden vaak op broeden.

Ondergepoepte uitkijkposten duiden vaak op veelvuldig gebruik en kan een indicatie zijn dat in de buurt gebroed wordt.

Foeragerende AdultenOndanks dat Kleine Mantelmeeuwen over grote afstanden kunnen foerageren zijn adulte Kleine Mantelmeeuwen in de broedtijd nog altijd schaars.

Zeker in het Oosten van het Studiegebied kunnen op regenwormen foeragerende adulten duiden op een broedgeval in de omgeving.

Foerageer-afstanden van 10-20km zijn normaal.

Geringde Kleine MantelmeeuwenKleine Mantelmeeuwen zijn relatief veel gekleurringd. Als één en dezelfde adulte Kleine Mantelmeeuw vaak op dezelfde plek zit, kan dat aanleiding zijn eens extra op te letten.

Kleine Mantelmeeuwen kunnen ook over grote afstanden foerageren.

Er is geringd in diverse kolonies in de Zeeuwse Delta (Moerdijk, Krammer-Volkerak etc.) maar ook in Utrecht, Amerongen, de Maasvlakte, Ijmuiden en op Texel en Vlieland

Einde!Nog een klein oproepje.

Geef kolonies door aan Sovon, ook 0-tellingen van reeds bestaande kolonies.

Voer verdachte waarnemingen in op Waarneming.nl met zoveel mogelijk details.

Let eens op geringde Kleine Mantelmeeuwen, elke waarneming is waardevol.

Dank aan: Wil Beeren, Tijs van den Berg, Arjan Boele, Vincent de Boer, Gerrit Bril, Joost van Bruggen, Roland-Jan Buijs, Sjoerd Dirksen, PieterGeert Gelderblom, Wil Gerritse, Gerrit Gerritsen, Leen Heemskerk, Jeroen Helmer, Arno ten Hoeve, Michell Klemann, Erik Lam, Koos van den Mortel, Martin Poot, Janmartin Rahder, Mervyn Roos, Piet Schemerhorn, Ran Schols, Jan Schoppers, Wilco Stoopendaal, Jan Timmermans, Willem Vergoossen, Hisko de Vries, Stef Waasdorp, Pascal Wink & Ben Zwinselham.

Foto's afkomstig van: Herman Bouman, Maarten van Kleinwee, Martin Poot, Piet Schermerhorn, Willem Vergoossen, Otto de Vries, Jan Zorgdrager & Ben Zwinselham (presentatieachtergrond)

Recommended