View
176
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
Éva Lieber
1932 nov. 16 – 2005 dec. 2.
Schilder en textilkunstenaress
Ze heeft in 1951 haar middelbare diplome behaald aan de Szépmives Liceum te Boedapest bij de
aftudeerrichting mode. Op de Hongaarse Academie voor de Kunsten studeerde ze onder leiding van
Gyula Pap én György Kadar. In 1956 geguwd met de kunstschilder Miklós Somos. In 1968 heeft ze
haar diploma behaald voor grafisch kunstenaar, maar ze heeft haar oorspronkelijke plannen gevolgd
en begon met schilderen. In 1958 is haar docher Éva, later in1960 is haar zoon Gyula gebooren.
Vanaf 1959 tot de einde van de 70-er jaaren reisde ze voor langere tijd naar de kunstenaars-verblijf in
Zsennye. Tot 1965 verbleven ze ook op een andere kunstoorde in Hódmezővásárhely. Hier heeft ze
kennis gemaakt met de maiolika. Ze heeft gegazuurde boorden en kleurrijke keramiaplaaten gemaakt
in de plaatselijke vabriek.
Vanaf 1960 heeft ze regelmaatig deelgenomen aan de Herfstsalon van Hodmezővésérhely, een ook
aan andere landelijke exposities .Aan haar eerste studierijs heeft za met haar man naar Italie gegaan.
Haar eerste solo tentoonstelling van olieverf en keramia-schilderijen heeft in 1966 plaatsgevonden in
de Adolf Fényes Zaal te Boedapest. László Marsall, de dichter schrijft als volgt in haar Cataalogus:
„Haar fantasie voedt zich uit dezelfde grond waarvan de volks-liederen, sprookjes en oeroude
toverspreuken stammen.”
Deze kompact inhoudelijk simbolische vormtaal vanaf 1967 in een nieuwe materie huist. Vanaf die
tijd gaat ze met textiel bezigen. Anders dan de vertrouwde textielmetode zoals gobeline boorduurde ze
op gewoone zaklinnen of naaide scheerwol en vilt op. Op die manier heeft ze opnieuw vorm gegeven
aan haar ideeen over de belangrijkste fazen van mensenleven, zoals geboorte, lievde en dood,
verlangens en teleurstellingen, twijvels en overtuigingen. Het publiek heeft haar verzaamelde textil-
werk eerst in 1972 in de camara-zaal van de Műcsarnok (Kunstzaal) mogen zien, welk expositie ook in
de Televisie-Galerie was uitgezonden.In de hierop volgende jaaren werd de zich steeds uitbrijdende
materie in grote steden van Hongarije (Vác, Dunaújváros, Veszpráűém, Hódmezővásárhely, Szentes)
ook graag ontvangen.
Door het werken met kleurrijke wol-draaden heeft in deze periode de olieverf meer in de achtergrond
is geraakt. Maar ze ging onvermoeid door met aquarelleren. in 1970 heefz ze een prijs gewonnen aan
de Aquarellbiennale in Eger.
Ze heeft steedsmeer erkenningen gekregen in de landelijke exposities van beeldende kunst, waar ze
als schilder ook met haar textils deel mocht nemen. Vanaf de 70-er jaren waren er mogenlijkheden
naar verschillende studierijzen naar het buitenland. Éérst naar Macedonie waar zij samen met haar
man in Prilep aan een internationale kunstenaarcolonie werkte. De hier ervaren landschap en cultur
hebben ook hun afduck achtergelaaten in haar latere werk.
De innerlijke vernieuwing van haar werk was toch eerder te danken van hun verhuising van een
manzard-atelier-woning naar Boedakeszi in 1977. De naabijheid van de natuur heeft niet alleen hun
levenswijze veranderd, maar zorgde ook voor inspiratie en gaf mogenlijkheid voor een nieuwe start
met olieverf. Deze tweede, groot schilderperiode wordt gekennmerkt door zuivere vormen, door op
elkaar geprojecteerde in- en ex-terieuren, door lucht en licht.
Haar nieuwe schilderijen heeft ze in 1982 in de Helikon Galerie geexposeerd. Een jaar later heeft ze
weer haar schilderijen laten zien in Vesprém. Miklós Somos schrijt als volgt over haar nieuwe werken:
„Deze schilderije zijn uiterst eenvoudig en bizonder schoon. Hierin paart de schoonheid van de
geometrie en de schoone verwondering van de zil wannez die naar de hemel of in de verte kijkt.” Haar
overzichtexpositie in 1988 bij de Csepeli Iskola Galéria haar veelzijdigheid goed representeerd.
Laater past ze de verschillende technieken, textils, en schilderijen naast elkaar of afwisselend toe.
Vanav de jaaren 90 heeft ze en nieuwe techniek gevonden. De eerst mooi getekende en beschilderde
linnen gaat zij met een borduurwerk van dunne draden combineren. De nieuwe techniek heeft door
een nieuw thematiek haar ontwickeling gevonden. naast series uit de Kristologie werden landschap-
serieg vervaardigd van de Donauknie en de hoger liggende Balaton-streek.
In de laatste jaaren van haar leven heeft ze met alle eerder gebruikte kunstvormen gewerkt, maar haar
laatste werk is toch iets wat ze nog nooit eerder is gemaakt: een geborduurde liurgische stola met
tavereelen uit de kerst en paas-verhaal.
Belangrijkste soloexposities:
1966 Fényes Adolf Zaal, Boedapest
1968 Ferencvárosi Pincetárlat, Boedapest ( met Miklós Somos )
1972 Műcsarnok (Kunsthall), Kleine zaal, Boedapest
Bakony Museum, Veszprém
1973 Tornyai János Museum, Hódmezővásárhely
1977 Móricz Zsigmond Kulturele Centrum, Szentes
1982 Helikon Galéria, Boedapest
1983 Dési Huber Zaal, Veszprém
Tornyai János Museum, Hódmezővásárhely
1988 Csepeli Iskola Galéria , Boedapest
1990 Antológia Landelijke Monumentenzorg, Boedapest ( met Miklós Somos )
1993 Kastély-Galéria, Szirák
Erkel Ferenc Culturele Centrum, Budakeszi
1994 Pannónia Galéria, Sopron ( met Miklós Somos )
1996 Katona Lajos Stedelijke Bibliotheek, Vác
2000 Rudnay Zaal, Pesthidegkút
2001 Burcht-museum, Simontornya ( met Miklós Somos )
2005 Főtér Galéria, Gyöngyös
Belangrijkste groepsexposities:
1962 – 78 Herfst Salon, Tornyai János Museum, Hódmezővásárhely
1968 – 74 Landelijke Akvarell Expositie, Gárdonyi Géza Theater, Eger
1968 – 74 Zomersalom bij de Balatonmeer, Keszthely
1964 – Vásárhelyi Tárlat Overzichtsexpositie, Hongaarse Nationale Galerie, Boedapest
1968 – Stúdió 58-68, Jubileum-expositie, Műcsarnok (Kunsthall), Boedapest
1975 – Landbau in de beeldende kunst, Hongaarse Landbauw Museum, Boedapest
- 30 – Jubileum-expositie, Műcsarnok (Kunsthall), Boedapest
- In de geest van de volkskunst, Katona József Museum, Kecskemét
1979 – Overzichtexpositie van de Vásárhely Groep, Műcsarnok (Kunsthall), Boedapest
1983 – Galeria U. 12, Oslo ( aquarell en grafiek expositie)
1990 – Expositie van de Mednyánszky Groep, Csontváry Zaal, Boedapest
1991 – Expositie van Modern Kerkelijke Kunst, Szombathelyi Képtár, Szombathely
1991 – Adalbertinum, Boedapest ( Dobi P., Udvardy E., R, Törley M., Somos M. )
1993 – Expositie van de Vereniging Heilige Stephanus, Hongaarse Instituut, Parijs
1995 – Hongaarse watercoloristen, Cremona – Csepel Galéria, Boedapest
1997 – De Heilige Adalbert: Eigentijdse Kerkelijke Kunstexpositie, Hatvan
1998 – Expositie van de Vereniging Helige Stephanus, Hongaarse Instituut, Room
- Ecce Homo, Vigadó Galéria, Budapest
1999 – Expositie van de Mednyánszky Groep. Koller Galéria, Boedapest
2000 - Pest Megyei Tárlat, Kunst Molen, Szentendre
- Leerlingen van Gyula Pap, Kunst Molen, Szentendre
2001 – Expositie van de Mednyánszky Groep. Vigadó Galéria, Boedapest
2002 – 05 Jaarlijkse thema-exposities van de Christelijk Kunstenaar-gemeenschap:Olajág,
2003 - 50 kunstenaars-100 kunstwerken, Tornyai János Museum, Hódmezővásárhely
Prijsen:
1970-SZOT prijsvraag ( Hongaarse Nationale Galerie ), II. Landelijke Aqarell Biennále, Eger, 1974-
VII. Zomersalon bij de Balatonmeer, Keszthely, 1975- In de geest van de volkskunst, Kecskemét,
1982-Tornyai-prijs, Herfst Salon, Hódmezővásárhely
Ze was lid van de Gezelschap van Hongaarse schilders, van de Mednyánszky Groep, van de
Hongaarse Watercoloristen en van de Christelijke Kunstenaar-gemeenschap: Olajág
Recommended