Hebreeen 4

1

de Hebreeën-brief (4)donderdag 21 maart 2013bespreking vanaf Hebreeen 110

2

De vorige keer...

1 Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, heeft Hij nu in het laatst der dagen tot ons gesproken in de Zoon, 2 die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen, door wie Hij ook de aeonen maakt. 3 Deze, de afstraling zijner heerlijkheid en de afdruk van zijn wezen, die alle dingen draagt door het woord zijner kracht, heeft, na de reiniging der zonden tot stand gebracht te hebben, Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge,

3

het voorgaande...

4 zoveel machtiger geworden dan de engelen, als Hij uitnemender naam boven hen als erfdeel ontvangen heeft. 5 Immers, tot wie der engelen heeft Hij ooit gezegd: Mijn Zoon zijt gij; Ik heb U heden verwekt? En wederom: Ik zal Hem tot Vader zijn, en Hij zal Mij tot Zoon zijn. 6 En wanneer Hij wederom de eerstgeborene in de wereld brengt, spreekt Hij: En Hem moeten alle engelen Gods huldigen. 7 En van de engelen zegt Hij: Die zijn engelen maakt tot winden en zijn dienaars tot een vuurvlam;

4

De vorige keer...

8 maar van de Zoon: Uw troon, o God, is tot in de aeon van de aeon en de scepter der rechtmatigheid is de scepter van zijn koningschap. 9 Gerechtigheid hebt Gij liefgehad en ongerechtigheid hebt Gij gehaat; daarom heeft U, o God, uw God met vreugdeolie gezalfd boven uw deelgenoten.

5

Hebreeën 1

10 En: Gij, Here, hebt in den beginne de aarde gegrondvest, en de hemelen zijn het werk uwer handen;

Een citaat volgt uit Psalm 102• God spreekt niet tot of over de Zoon• MAAR: de Zoon spreekt tot zijn God.

6

23 Hij heeft op de weg mijn (= de Messias) kracht gebroken, mijn dagen verkort.24 Ik zeg: Mijn God, neem mij niet weg op de helft mijner dagen, Gij, wiens jaren duren door alle geslachten heen.25 Gij hebt voormaals de aarde gegrondvest, en de hemel is het werk uwer handen ...

-Psalm 102- IK > de ZoonGIJ > God

7

Hebreeën 1

10 En: Gij, Here, hebt in den beginne de aarde gegrondvest, en de hemelen zijn het werk uwer handen;

8

Hebreeën 1

11 die zullen vergaan, maar Gij blijft; en zij zullen alle als een kleed verslijten,

9

Hebreeën 1

11 die zullen vergaan, maar Gij blijft; en zij zullen alle als een kleed verslijten,

10

Hebreeën 1

12 en als een mantel zult Gij ze oprollen, als een kleed zullen zij ook verwisseld worden; maar Gij zijt dezelfde en uw jaren zullen niet ophouden.

11

Hebreeën 1

12 en als een mantel zult Gij ze oprollen, als een kleed zullen zij ook verwisseld worden; maar Gij zijt dezelfde en uw jaren zullen niet ophouden.

12

Hebreeën 1

13 En tot wie der engelen heeft Hij ooit gezegd: Zet U aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden gemaakt heb tot een voetbank voor uw voeten?

citaat volgt uit Psalm 110

13

1 Van David. Een psalm. Aldus luidt het woord van JAHWEH tot mijn Heer: Zet u aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden gelegd heb als een voetbank voor uw voeten. 2 JAHWEH strekt van Sion uw machtige scepter uit: heers te midden van uw vijanden (...)4 JAHWEH heeft gezworen en het berouwt Hem niet: Gij zijt priester voor eeuwig, naar de wijze van Melchisedek.

-Psalm 110-

14

Hebreeën 1

13 En tot wie der engelen heeft Hij ooit gezegd: Zet U aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden gemaakt heb tot een voetbank voor uw voeten?

15

Hebreeën 1

13 En tot wie der engelen heeft Hij ooit gezegd: Zet U aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden gemaakt heb tot een voetbank voor uw voeten?

16

Hebreeën 1

14 Zijn zij niet allen dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienste van hen, die het heil zullen beerven?

17

Hebreeën 1

14 Zijn zij niet allen dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienste van hen, die het heil zullen beerven?

18

De Engel des HEREN legert Zich rondom wie Hem vrezen, en redt hen. -Psalm 34:7-

want Hij zal aangaande u zijn engelen gebieden, dat zij u behoeden op al uw wegen; -Psalm 91:11-

Mijn God heeft zijn engel gezonden en de muil der leeuwen toegesloten, en zij hebben mij geen kwaad gedaan... -Daniel 6:22-

19

Hebreeën 21 Daarom moeten wij te meer aandacht schenken aan hetgeen wij gehoord hebben, opdat wij niet afdrijven.

> op basis van al het voorgaande.

20

Hebreeën 21 Daarom moeten wij te meer aandacht schenken aan hetgeen wij gehoord hebben, opdat wij niet afdrijven.

= Hebreeën

21

Hebreeën 21 Daarom moeten wij te meer aandacht schenken aan hetgeen wij gehoord hebben, opdat wij niet afdrijven.

> God heeft tot ons gesproken in de Zoon (1:1)

22

Hebreeën 22 Want indien het woord, door bemiddeling van engelen gesproken, van kracht is gebleken, en elke overtreding en ongehoorzaamheid rechtmatige vergelding heeft ontvangen,

23

... gij, die de wet ontvangen hebt OP BESCHIKKING VAN ENGELEN, doch haar niet hebt gehouden.

-Handelingen 7:53-

24

Waartoe dient dan de wet? Om de overtredingen te doen blijken is zij erbij gevoegd, totdat het zaad zou komen, waarop de belofte sloeg, en zij is op last van God DOOR ENGELEN in de hand van een middelaar gegeven.

-Galaten 3:19-

tot aan de komst van de Zoon, bediende God Zich van engelen

25

Hebreeën 22 Want indien het woord, door bemiddeling van engelen gesproken, van kracht is gebleken, en elke overtreding en ongehoorzaamheid rechtmatige vergelding heeft ontvangen,

26

Hebreeën 23 hoe zullen wij dan ontkomen, indien wij geen ernst maken met zulk een heil, dat allereerst verkondigd is door de Here, en door hen, die het gehoord hebben, op betrouwbare wijze ons is overgeleverd,

27

Hebreeën 23 hoe zullen wij dan ontkomen, indien wij geen ernst maken met zulk een heil, dat allereerst verkondigd is door de Here, en door hen, die het gehoord hebben, op betrouwbare wijze ons is overgeleverd,

=aanvankelijk

28

Hebreeën 23 hoe zullen wij dan ontkomen, indien wij geen ernst maken met zulk een heil, dat allereerst verkondigd is door de Here, en door hen, die het gehoord hebben, op betrouwbare wijze ons is overgeleverd,

lett. was bevestigd

29

Hebreeën 24 terwijl ook God getuigenis daaraan geeft door tekenen en wonderen en velerlei krachten en door de Heilige Geest toe te delen naar zijn wil.

"was bevestigd"hoe?

"medegetuigende"

30

Hebreeën 24 terwijl ook God getuigenis daaraan geeft door tekenen en wonderen en velerlei krachten en door de Heilige Geest toe te delen naar zijn wil.

tekenen, wonderen en allerlei krachten> inmiddels verleden tijd

31

Hebreeën 24 terwijl ook God getuigenis daaraan geeft door tekenen en wonderen en velerlei krachten en door de Heilige Geest toe te delen naar zijn wil.

lett. uitdelingen van heilige Geest

32

Hebreeën 25 Want niet aan engelen heeft Hij de toekomende wereld, waarvan wij spreken, onderworpen.

voor de derde keer: 1:5 en 1:13

33

Hebreeën 25 Want niet aan engelen heeft Hij de toekomende wereld, waarvan wij spreken, onderworpen. toekomende eeuw; 6:5

toekomende goederen; 10:1toekomende stad; 13:14

34

Hebreeën 26 Maar, iemand heeft ergens betuigd, zeggende: Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, of des mensen zoon, dat Gij naar hem omziet?

= David in Psalm 8

35

Hebreeën 26 Maar, iemand heeft ergens betuigd, zeggende: Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, of des mensen zoon, dat Gij naar hem omziet?

36

Hebreeën 26 Maar, iemand heeft ergens betuigd, zeggende: Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, of des mensen zoon, dat Gij naar hem omziet?

37

Hebreeën 27 Gij hebt hem voor een korte tijd beneden de engelen gesteld, met heerlijkheid en eer hebt Gij hem gekroond,

38

Toch hebt Gij hem bijna goddelijk gemaakt, en hem met heerlijkheid en luister gekroond.

-Psalm 8:5-lett.

weinig minder dan Elohiem

39

Hebreeën 27 Gij hebt hem voor een korte tijd beneden de engelen gesteld, met heerlijkheid en eer hebt Gij hem gekroond,

40

Hebreeën 28 alle dingen hebt Gij onder zijn voeten onderworpen. Want bij dit: alle dingen hem onderworpen, heeft Hij niets uitgezonderd, dat hem niet onderworpen zou zijn. Doch thans zien wij nog niet, dat hem alle dingen onderworpen zijn;

Matteus 28:18

41

Hebreeën 28 alle dingen hebt Gij onder zijn voeten onderworpen. Want bij dit: alle dingen hem onderworpen, heeft Hij niets uitgezonderd, dat hem niet onderworpen zou zijn. Doch thans zien wij nog niet, dat hem alle dingen onderworpen zijn;

42

27 want alles heeft Hij aan zijn voeten onderworpen. Maar wanneer Hij zegt, dat alles onderworpen is, is BLIJKBAAR HIJ UITGEZONDERD, die Hem alles onderworpen heeft. 28 Wanneer alles Hem onderworpen is, zal ook de Zoon zelf Zich aan Hem onderwerpen, die Hem alles onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen.

-1Korinthe 15-

43

Hebreeën 28 alle dingen hebt Gij onder zijn voeten onderworpen. Want bij dit: alle dingen hem onderworpen, heeft Hij niets uitgezonderd, dat hem niet onderworpen zou zijn. Doch thans zien wij nog niet, dat hem alle dingen onderworpen zijn;

44

Hebreeën 29 maar wij zien Jezus, die voor een korte tijd beneden de engelen gesteld was vanwege het lijden des doods,

= drie dagen

45

Hebreeën 29 maar wij zien Jezus, die voor een korte tijd beneden de engelen gesteld was vanwege het lijden des doods, opdat Hij door de genade Gods voor een ieder de dood zou smaken, met heerlijkheid en eer gekroond.

"de dood van het kruis"Filp.2:8

46

Hebreeën 29 maar wij zien Jezus, die voor een korte tijd beneden de engelen gesteld was vanwege het lijden des doods, opdat Hij door de genade Gods voor een ieder de dood zou smaken, met heerlijkheid en eer gekroond.

47

14 Want de liefde van Christus dringt ons, 15 daar wij tot het inzicht gekomen zijn, dat ÉÉN VOOR ALLEN GESTORVEN IS.

-2Korinthe 5-

48

Hebreeën 29 maar wij zien Jezus, die voor een korte tijd beneden de engelen gesteld was vanwege het lijden des doods, opdat Hij door de genade Gods voor een ieder de dood zou smaken, met heerlijkheid en eer gekroond.