View
220
Download
3
Category
Preview:
DESCRIPTION
De Studiewijzer MARIFONIE & MARCOM-B is gemaakt voor de beginnende watersporter met weinig of geen ervaring. Alle specifieke begrippen en vaardigheden die de cursist moet kennen voor het examen worden inbegrijpelijke taal uitgelegd.
Citation preview
73
Vaarbewijsopleidingenvragen LES 4
Marifonie
DEEL 2: MARCOM-B
LES 5LES 6LES 7LES 8LES 9
LES 5_
INLEIDING; REGELGEVING; UITRUSTINGSEISEN;
ZEEGEBIEDEN EN CONTROLES; KANALEN
EN IDENTIFICATIE; RADIOVERKEER
74
VaarbewijsopleidingenLES 5
Marcom-B
5.0 Inleiding
Deze cursus Marcom-B, module GMDSS, is een korte,
bondige samenvatting van de examenstof op basis van
de meest recente examens.
Module GMDSS bestaat uit:
- LES 5
Inleiding; regelgeving; uitrustingseisen;
zeegebieden en controles; kanalen
en identificatie; radioverkeer
- LES 6
INMARSAT; COSPAS-SARSAT en EPIRB; tests,
controles, gebruik, distress en zoeken
- LES 7
DSC-apparatuur; format en geographical
area call; verzenden en ontvangen van
een ‘distress alert; ‘urgency’, ‘safety’
en ‘routine’; opstellen uitgaande berichten;
interpreteren binnenkomende berichten
- LES 8
SART; SARTopsporing; portofoon; NAVTEX;
NAVTEX-codering; AIS
- LES 9
Nautisch Engels
Beroepscertificaat
Bij de bestudering van de leerstof is het belangrijk
te weten dat het Marcom-B-certificaat geen specifiek
watersportcertificaat is, zoals bijvoorbeeld het Klein
Vaarbewijs. Het certificaat is bedoeld voor alle mensen
die met SOLAS-(zend)apparatuur, speciaal bestemd
voor de zeevaart, werken.
De watersporter kan, in het kader van de veiligheid
op zee, ook gebruik maken van deze apparatuur. Hij
moet dan wel over dezelfde papieren beschikken als de
mensen van de beroepsvaart.
Basiscertificaat Marifonie of Marcom-B?
Vroeger had je een binnenvaart- of een zeevaartmarifoon.
Dat waren twee verschillende apparaten. Voor een binnen-
vaartmarifoon is het basiscertificaat marifonie vol-
doende, voor de zeevaartmarifoon heb je Marcom-B
nodig. De huidige marifoons zijn geschikt voor zowel
de binnenvaart als de zeevaart. Niet de hardware
(de marifoon) maar de software bepaalt of er sprake
is van een binnenvaart- of zeevaartmarifoon. De
bevoegdheden van de gebruiker/eigenaar bepalen of
het apparaat een zee- of binnenvaartmarifoon is.
Elke marifoon moet namelijk geregistreerd worden;
met een basiscertificaat marifonie krijg je alleen een
ATIS-nummer, met Marcom-B (of SRC) een ATIS- en
MMSI-nummer.
Basiscertificaat Marifonie (binnenvaartmarifoon)
Als in de marifoon alleen een ATIS-nummer gepro-
grammeerd is, voldoet de marifoon aan alle eisen van
de Basel-overeenkomst. Dat betekent: automatische
reductie op verschillende kanalen en geen dual watch;
bovendien is DSC (digitale berichten versturen) uitge-
schakeld. Met zo’n marifoon mag je overal varen, op
het binnenwater maar ook op zee. Je mist op zee wel
de mogelijkheden van dual watch, hoog vermogen en
DSC; bovendien werkt de distress-toets niet.
Marcom-B (zee- en binnenvaartmarifoon)
Met Marcom-B krijg je bij registratie een ATIS- en een
MMSI-nummer. Als beide nummers geprogrammeerd
zijn, kun je de marifoon gebruiken als binnenvaart-
marifoon (ATIS aan) en zeevaartmarifoon (ATIS uit).
Met uitgeschakelde ATIS, wordt de automatische
reductie opgeheven en kun je zelf van hoog naar laag
schakelen en omgekeerd. De dual watch werkt en je
kunt dus gelijktijdig op twee kanalen uitluisteren.
Last but not least, je kunt er zeker van zijn dat de distress-
toets voor digitale alarmering (DSC) het doet.
Bovendien kun je met Marcom-B andere veiligheids-
apparatuur zoals SART en/of EPIRB aanschaffen en
laten registreren.
GMDSS (Global Maritime Distress
and Safety System)
Je kunt dit begrip in het Nederlands vertalen als
‘wereldwijd maritiem nood- en veiligheidssysteem’.
Het systeem is met name bedacht voor de grote handels-
vaart, met schepen die wereldwijd varen en regel-
matig oceanen oversteken. GMDSS is een belangrijk
onderwerp op de zeevaartschool.
75
Vaarbewijsopleidingen LES 5
Marcom-B
De toekomstige zeelieden worden terdege getraind
in het gebruik van de modernste, voor de zeevaart
verplichte apparatuur. De meeste zeevarende water-
sporters beschikken niet over GMDSS-apparatuur en
zijn daartoe ook niet verplicht. De verplichting geldt
alleen voor schepen die onder de Schepenwet vallen.
Maar ook als je slechts een klein deel van de GMDSS-
apparatuur aan boord hebt (bijvoorbeeld een marifoon
die je handmatig op hoog vermogen kunt schakelen)
moet je hetzelfde certificaat (Marcom-B) behalen als
de mensen van de grote handelsvaart.
Je moet dus veel leren wat niet direct voor jou van
belang is, bijvoorbeeld allerlei zaken over apparatuur
waarmee je nooit zult werken. Wij proberen de leerstof
zo simpel mogelijk te houden en gaan niet al te diep op
de onderwerpen in. Bedenk bij het bestuderen van de
stof dat het examen niet bedoeld is voor de jachtschipper,
maar voor de mensen van de grote vaart.
Nautisch Engels
Het theoretisch examen GMDSS bestaat uit twee delen:
kennis van het GMDSS (75%) en kennis van Nautisch
Engels (25%). Voor Nautisch Engels gebruiken we het
boek IMO Standard Marine Communication Phrases
met de specifieke gestandaardiseerde maritieme vak-
taal. Dit Nautisch Engels wijkt nogal af van het
gewone Engels. Je hoeft niet het hele boek te kennen;
deel B, communicatie aan boord (bladzijde 90 e.v.),
valt grotendeels buiten de GMDSS-examenstof.
Het gaat met name om het eerste gedeelte van het
boek, de bladzijden 8 t/m 89. In deze cursus besteden
we niet al te veel aandacht aan Nautisch Engels; het
is vooral een kwestie van zelfstudie.
Theoretisch examen en Operationele
Vaardigheden
Theoretisch examen
Het theoretisch examen Marcom-B bestaat
uit twee delen:
- basiskennis marifonie;
- GMDSS module.
Als je in het bezit bent van het Basiscertificaat
Marifonie krijg je vrijstelling voor het onderdeel basis-
kennis marifonie.
Operationele Vaardigheden
Bij het verplichte praktijkexamen, ga je de theorie in
praktijk brengen. Het is een belangrijk maar ook heel
interessant examen. De meeste kandidaten zijn erg
enthousiast over dit onderdeel. Meer informatie hier-
over vind je op www.watersportcursussen.nl.
Als je in het bezit bent van de verklaring Operationele
Vaardigheden en de verklaring dat je geslaagd bent
voor de theorie, kun je het Marcom-B-certificaat
aanvragen.
_
5.1 Regelgeving
Certificaten
Voor de maritieme communicatie kennen we
in Nederland drie certificaten:
Basiscertificaat Marifonie
Dit certificaat geeft de bevoegdheid tot het bedienen
van een binnenvaartmarifoon (VHF-installatie, uitge-
rust voor de binnenwateren).
Marcom-B (B van ‘beperkt’)
Dit certificaat geeft de bevoegdheid tot het bedienen
van alle maritieme VHF-installaties, uitgezonderd
midden- of langegolfzenders.
Marcom-A (A van ‘algemeen’)
Dit certificaat geeft de bevoegdheid tot het bedienen
van alle maritieme zendinstallaties (korte-, midden-
en langegolfzenders).
Organisaties
International Maritime Organisation (IMO)
Het IMO regelt de internationale zaken op het gebied
van de zeevaart en is o.a. verantwoordelijk voor Safety
Of Life At Sea (SOLAS) ofwel het internationale Verdrag
betreffende de veiligheid van mensenlevens op zee.
Onthoud:
IMO > SOLAS > GMDSS.
organisatie verdrag systeem
76
VaarbewijsopleidingenLES 5
Marcom-B
International Telecommunication Union (ITU)
De ITU regelt alles op het gebied van de coördinatie
van het gebruik van frequenties en het standaardiseren
van systemen. Denk aan de uitgifte van frequenties
voor commerciële zenders, mobiele telefoons en mari-
tieme doeleinden. Alle afspraken zijn vastgelegd in
het RR (RadioReglement), dat de internationale afspra-
ken met betrekking tot de frequentieverdeling bevat.
Onthoud:
ITU > RR
organisatie verdrag
Verdrag
SOLAS (Safety Of Life At Sea)
In het SOLAS-verdrag kun je gegevens vinden over
onder andere:
- soort en aantal voorgeschreven radioapparatuur
aan boord van schepen;
- de verplichte controles (inspecties en keuringen)
op de aanwezigheid en juiste werking van
voorgeschreven radioapparatuur aan boord
van schepen;
- de communicatieprocedures.
Nationale wet- en regelgeving
Schepenwet, Schepenbesluit en
Vissersvaartuigenbesluit
De internationale afspraken (SOLAS) zijn ‘vertaald’ in
nationale (Nederlandse) wet- en regelgeving. Het gaat
met name om: de Schepenwet (SW), het Schepenbesluit
(SB) en het Vissersvaartuigenbesluit (VVB).
RR (RadioReglement)
Het radioreglement is een bijlage bij het Internationale
verdrag met betrekking tot de verre berichtgeving.
Veiligheidscertificaten
De veiligheidseisen die gesteld worden aan de beroeps-
vaart zijn onder andere afhankelijk van tonnage en
vaargebied. Voor de pleziervaart gelden geen wette-
lijke veiligheidseisen.
Veiligheidscertificaat (VC)
(voor schepen boven de 500 BRT)
Schepen die vallen onder de Schepenwet dienen in
het bezit te zijn van een Veiligheidscertificaat (VC).
Zo’n certificaat wordt verstrekt na een intensieve
controle van het hele schip. Verschillende contro-
les dienen minimaal eens in de vijf jaar uitgevoerd
te worden en daarom is de geldigheidsduur van het
Veiligheidscertificaat voor vrachtschepen maximaal
5 jaar. In Nederland wordt het VC verstrekt door
de Divisie Scheepvaart van de Inspectie Verkeer en
Waterstaat. Bij het VeiligheidsCertificaat (VC) hoort
een uitrustingsoverzicht (record of equipment). Dit
bevat o.a. de ‘details of radio facilities’ en daarin is de
voorgeschreven radioapparatuur vermeld. De zendin-
stallatie dient jaarlijks gecontroleerd te worden door
een erkend bedrijf.
Radioveiligheidscertificaat
(voor schepen van 300 BRT tot 500 BRT)
Het Radioveiligheidscertificaat (RVC) is een onder-
deel van het Veiligheidscertificaat (VC).
Harmonized System of Survey and Certification
(HSSC)
Het Harmonized System of Survey and Certification
(HSSC) is het internationale certificeringsysteem voor
het Veiligheidscertificaat. Voor schepen waarop het
HSSC van toepassing is, vervalt het Radioveiligheids-
certificaat (RVC).
_
77
Vaarbewijsopleidingen LES 5
Marcom-B
5.2 Uitrustingseisen
De uitrustingseisen gelden alleen voor schepen die val-
len onder de Schepenwet. De vereiste radio-uitrusting
is in hoofdzaak afhankelijk van het gebied waarin het
schip vaart. Een schip dat is uitgerust met maritieme
communicatieapparatuur noem je een scheepsstation.
Aan jachten en pleziervaartuigen worden geen eisen
gesteld. Hier volgt een kleine selectie uit de lijst van
uitrustingseisen.
Apparatuur
- tenminste één VHF-radiotelefonie-installatie,
voorzien van DSC (Digital Selective Calling);
- een apparaat voor de ontvangst van MSI
(Maritime Safety Information) en veiligheids-
berichten, zoals navigatie- of windwaarschuwingen,
bijvoorbeeld een NAVTEX (zie les 8);
- schepen die zijn uitgerust voor de vaart in alle
zeegebieden: een EPIRB die gebruik maakt
van COSPAS-SARSAT (406,0 MHz), uitleg volgt;
- een Search And rescue Radar Transponder
(SART), uitleg volgt;
- op de bedieningsplaats van de GMDSS-
apparatuur: in ieder geval een noodprocedure-
kaart, noodverlichting, roepnaam en MMSI
van het schip (op de noodprocedurekaart kun je
snel de te gebruiken noodfrequenties vinden).
Boekwerken
- List of Shipstations: dit is een verplicht ITU-
boekwerk; als je van een schip met bijvoorbeeld
de naam Tokyo Bay de identificatie (roepnaam)
wilt weten, kun je dat in dit boekwerk opzoeken;
- List of Coaststations: ook een verplicht ITU-
boekwerk; hierin kun je de gegevens van
VHF-kuststations vinden;
- List of Callsigns and Numerical Identities:
eveneens een verplicht ITU-boekwerk; hierin kun
je de naam van het station met bijvoorbeeld
het MMSI-nummer 246302000 opzoeken;
- Manual for Use by the Maritime Mobile
and Maritime Mobile Satellite Services:
in dit boekwerk kun je alle aan de maritieme
dienst toegewezen frequenties, kanaalnummers
en doelen waarvoor zij gebruikt moeten
worden, vinden;
- International Aeronautical and Maritime Search
and Rescue Manual (IAMSAR): hierin staan
de richtlijnen en schema’s voor opsporing
en redding op zee;
- INMARSAT Maritime Communications Handbook:
hierin kun je tabellen vinden met onder meer
gegevens over telex country codes, telephone
country codes en Coast Earth Stations-ID-codes
die nodig zijn voor communiceren via INMARSAT;
- Scheepsdagboek (scheepsjournaal, radiodagboek):
hierin worden o.a. de verplichte controles (tests)
van de GMDSS-apparatuur genoteerd.
Het scheepsdagboek
Hierin worden onder andere genoteerd:
- het maandelijks testen van EPIRB en SART;
- het wekelijks testen van de VHF-installatie en
de noodapparatuur (portofoon) die meegaat in
de reddingboot;
- het wekelijkse onderhoud aan de accu’s;
- naam en functie van de persoon die is
aangewezen voor de afhandeling van
het nood-, spoed- en veiligheidsverkeer.
Onderhoud
Er zijn drie manieren om ervoor te zorgen dat
de radioapparatuur wat betreft het onderhoud
aan de GMDSS-eisen voldoet:
- I: onderhoud aan wal
(shore-based maintenance);
- II.: duplicering van de apparatuur
(duplication of equipment);
- III: onderhoud aan boord
(at sea maintenance capability).
Een schip dat uitgerust is voor het varen in zeegebied
A1 (zie volgende paragraaf) moet voldoen aan tenminste
één van de genoemde opties.
78
VaarbewijsopleidingenLES 5
Marcom-B
Glaszekeringen
Snelle zekeringen beginnen altijd met de letter F
(Fast), bijvoorbeeld F 5A/60V.
Trage zekeringen beginnen met de letter T
(Traag/Tardy), bijvoorbeeld T 400mA/250V.
Kwaliteitskeurmerk (wheelmark)
Maritieme radiocommunicatieapperatuur
die voldoet aan de SOLAS-eisen is te her-
kennen aan een wheelmark-markering.
GMDSS-apparatuur en stroomvoorziening
De bedieningsplaats van GMDSS-apparatuur dient
te zijn voorzien van verlichting die in geval van nood
kan worden gevoed door de reservekrachtbron van
de radiozendinstallatie. Ook de elektronische navi-
gatieapparatuur die de GMDSS-apparatuur van een
positie-update voorziet, dient in geval van nood te
kunnen worden gevoed door de noodkrachtbron van
de radiozendinstallatie.
_
5.3 Zeegebieden en controles
Zeegebieden
De vereiste radio-uitrusting is in hoofdzaak afhan-
kelijk van het gebied waarin een schip vaart. Er zijn
vier zeegebieden vastgesteld waarbinnen bepaalde
apparatuur voor de ontvangst van Maritime Safety
Information (MSI) verplicht is.
- A 1: VHF-installatie (korte golf).
Onder zeegebied A1 verstaan we in het maritieme
radioverkeer een zeegebied binnen het radio-
telefoniebereik van tenminste één VHF-
kuststation waarin een ononderbroken
DSC-alarmering beschikbaar is.
- A2: MF-installatie (middengolf).
Onder zeegebied A2 verstaan we in het maritieme
radioverkeer een zeegebied, met uitzondering
van A1, binnen het radiotelefoniebereik van
tenminste één MF-kuststation waarin
continu DSC-alarmering mogelijk is.
- A3: INMARSAT-installatie (satellietverbinding).
Onder zeegebied A3 verstaan we in het maritieme
radioverkeer een zeegebied, met uitzondering
van A1 en A2, binnen het dekkingsgebied van
een INMARSAT-satelliet waarin continu
alarmering mogelijk is.
- A4: onder zeegebied A4 verstaan we in
het maritieme radioverkeer een zeegebied
buiten de zeegebieden A1, A2 en A3.
Het A4-gebied, dat zich rond de polen bevindt,
is op de tekening niet zichtbaar.
Controles door de overheid in binnen-
en buitenland
De controles worden uitgevoerd door de Inspectie
Verkeer en Waterstaat, Divisie Scheepvaart. In het
buitenland moet gecontroleerd worden door een door
de Inspectie Verkeer en Waterstaat, Divisie Scheepvaart
erkende instantie. Ambtenaren van toezichthoudende
instanties hebben altijd toegang tot de radiocommuni-
catieapparatuur aan boord en mogen altijd naar de
bedieningscertificaten van de radio-operators vragen.
De periodieke controle van de radiozendinstallatie,
ook wel radiostation genoemd, moet in verband met
het Veiligheidscertificaat voor vrachtschepen jaarlijks
plaatsvinden.
_
79
Vaarbewijsopleidingen LES 5
Marcom-B
5.4 Kanalen en identificatie
Kanalen
Het GMDSS is op 1 februari 1999 officieel ingevoerd,
maar met de nodige overgangsmaatregelen. Kanaal
16 zal op den duur vervangen worden door kanaal
13. Voorlopig is het nog niet zo ver, de uitluister-
plicht op 16 (oude systeem) is voor onbepaalde tijd
verlengd.
Hier volgen enkele kanaalnummers die je zeker moet
kennen.
06 Dit is het VHF-kanaal dat aangewezen is voor
onderling radioverkeer tussen schepen op zee. Op dit
kanaal kan ook VHF-radiotelefoniecommunicatie tus-
sen schepen en SAR-vliegtuigen plaatsvinden op de
plaats van een calamiteit tijdens een gecoördineerde
zoekactie (met uitzondering van coördinatie van
scheepsbewegingen en andere op de veiligheid betrek-
king hebbende communicatie).
13 Volgens de bepalingen van het GMDSS (als het
GMDSS volledig is ingevoerd en er geen overgangs-
maatregelen meer bestaan) moet op VHF-kanaal 13,
ten behoeve van de veilige navigatie in die gebie-
den waarvoor dat noodzakelijk wordt geacht, een
onafgebroken luisterdienst op het gehoor worden
onderhouden.
16 De ononderbroken luisterwacht op VHF-kanaal
16 aan boord van een Nederlands schip dat onder de
Schepenwet (SW) valt, blijft voorlopig gehandhaafd
voor onder meer de ontvangst van noodseinen.
67 Op de Nederlandse kustwateren wordt on scene
communication bij voorkeur afgehandeld op VHF-
kanaal 67.
70 Dit kanaal wordt uitsluitend gebruikt voor
digitale communicatie, onder andere voor alarmering
(distress alerting). Moderne marifoons zijn zo gepro-
grammeerd dat kanaal 70 niet als gesprekskanaal
kan worden gebruikt.
Als kanaal 70 niet voor spraak geblokkeerd is (oud
type marifoon), kan gebruik ervan tot gevolg hebben
dat een DSC-oproep in de categorie distress wordt ver-
minkt. Als op VHF-kanaal 70 digitaal op het beeld-
scherm een DSC-boodschap in de categorie distress
wordt ontvangen, moet je voor de afwikkeling van het
noodverkeer (distress traffic), voorzover in het bericht
niet anders is aangegeven, overschakelen op VHF-
kanaal 16. In les 3 gaan we uitvoerig in op het werken
met DSC.
Zendbereik
Het maximale zendbereik van een VHF-radiozend-
installatie van schip tot schip bedraagt op zee ongeveer
20 zeemijl.
Identificatie
Een zeeschip heeft verschillende namen.
Scheepsnaam:
bijvoorbeeld ‘Johanna-Maria’.
Roepnaam (call sign):
voor Nederlandse schepen vier letters uit de serie
PAAA-PIZZ.
MMSI-nummer (Maritime Mobile Service Identity):
dit nummer wordt altijd met een DSC-uitzending mee-
gezonden. Het negencijferig nummer bestaat uit het
MID-nummer (3 cijfers) plus 6 cijfers. Het MID- num-
mer (Maritime Identification Digit) bevat de landen-
code. De landencode voor Nederland is 244, 245, 246 of
247. Het MMSI-nummer is als volgt opgebouwd:
- schepen MID + 6 cijfers
- een groep schepen 0 + MID + 5 cijfers
- kustwacht 00 + MID + 4 cijfers
- AIS onbemand zeestation 99 + MID + 4 cijfers
- SAR-vliegtuigen 111 + MID + 3 cijfers
Inmarsat nummer
IMO-nummer:
alle zeeschepen hebben van de Internationale
Maritieme Organisatie een nummer gekregen. Dit
nummer kan nooit gewijzigd worden.
_
80
VaarbewijsopleidingenLES 5
Marcom-B
5.5 Radioverkeer
Korte samenvatting van de verschillende vormen
van ’radioverkeer’.
Openbaar verkeer:
telefoneren met de wal met behulp van de marifoon.
Havenverkeer (nautisch verkeer):
het radioverkeer tussen o.a.:
- schepen en verkeersbegeleidingsstations
(Vessel Traffic Service);
- schip en verkeersbrug;
- schip en sluis.
Intershipverkeer:
het radioverkeer tussen schepen onderling.
Intrashipverkeer:
het radioverkeer op één schip (met portofoons).
Nood-, spoed- en veiligheidsverkeer.
Openbaar verkeer
PSTN (Public Switched Telephone Network)
Om te kunnen bellen met een walabonnee maak je
gebruik van het PSTN, het wereldwijd gebruikte
telefonienetwerk. Oorspronkelijk was dit netwerk
volledig analoog en alleen bedoeld voor vaste telefonie;
tegenwoordig is het volledig digitaal en ook voor
mobiele telefoontoestellen geschikt.
Gesprek aanvragen
Je kunt met een VHF-DSC-installatie digitaal een tele-
foongesprek aanvragen. Als er geen acknowledgement
wordt ontvangen op de dialphone call via VHF-DSC,
mag de oproep in een automatisch VHF-DSC-systeem
na 5 seconden worden herhaald.
Walstation
Een walstation kan verschillende functies hebben en
bij verschil in functie is er ook verschil in naam.
RCC:
het walstation coördineert het opsporings- en red-
dingswerk op zee. Wanneer de Nederlandse kustwacht
als RCC fungeert, gebruikt hij de aanduiding Den
Helder Rescue.
Kustwachtstation:
het walstation voor het nood-, spoed- en veiligheids-
verkeer.
Kuststation:
het walstation handelt het openbaar verkeer (telefoon-
gesprekken met de wal) af. Dit kan niet in Nederland.
Voor het aanroepen van een kuststation dien je bij
voorkeur gebruik te maken van het werkkanaal van
het dichtstbijzijnde walstation van dat kuststation.
Verkeersbegeleidingsstation
(Vessel Traffic Servicestation of VTS):
het walstation begeleidt de scheepvaart in een bepaald
gebied.
Loodsstation:
het walstation dat de beloodsing van schepen regelt.
Scheepsstation
Een scheepsstation is een schip dat uitgerust is met
maritieme radiocommunicatieapparatuur.
Enkele veelvoorkomende afkortingen
SAR:
Search and Rescue ofwel opsporings- en reddings-
werkzaamheden.
RCC:
Rescue Coordination Center: de organisatie die in een
bepaald gebied verantwoordelijk is voor de opsporings-
en reddingswerkzaamheden.
SRR:
Search and Rescue Region: het gebied waarvoor een
RCC verantwoordelijk is.
OSC:
On Scene Co-ordinator: de organisatie ter plaatse die
verantwoordelijk is voor de opsporings- en reddings-
werkzaamheden.
Recommended