Klaver (Vierde adventszondag C)

Preview:

Citation preview

loof het onkruid,

wilgen roos en vlinderstruik,

de wouw en de klauw,

de brem, het slangekruid;

rode klaver, steppeheks

omringd door varkensgras,

de duizendknoop, de klis,

de kleine herderstas.

loof het onkruid,

mensen, volken niet in tel

de laagsten die zuchten

onder hoog bevel;

hongerslaven, krotbewoners,

wijd en zijd verspreid,

bestempeld en geschuwd

als last en minderheid.

Loof het onkruid,

en gedenk het oude woord:

de minste zal lachen,

leven ongehoord.

Onkruid wint, wat zeker is,

het allerlaatst gevecht

en brengt de minste mens

tot zijn verloren recht.

Wijnrood, het mysterie van bevrijding,

avond die gekruid is met verraad,

half doorbroken kring,

Jouw verbond versplinterd

net als in de woestijnherinnering.

Samen zitten wij weer rond die tafel,

angstzweet en beproeving zijn ons deel,

durven wij het aan

om doorheen de duisternis

de weg van de graankorrel te gaan?

Volgen smaakt weer bitter en gevaarlijk,

niemand meer benijdt ons in dit uur,

nu zijn we ontdaan

van de gist, het zout en zal het vuur

stilaan laaien door het graan.

(Jan v

an O

pberg

en

/ J. W

. van d

e V

eld

e)

In de duisternis schijnt de luister van Uw

licht

de nacht is helder als de dag.

(Ta

izé))

Draag mij, God in barmhartigheid.

Til mij op uit al mijn kleinheid.

Koester mij in barmhartigheid:

Vader, Moeder, God met ons.

(Ta

izé)

Zo donker als de wereld is,zo stil wij gaan in duisternis,wij blijven niet in deze nacht,geen woord van God blijft zonder kracht.

Woord aan Maria toegezegd,gezongen voor Elizabet,twee vrouwen zonder macht en staat in wie Gods toekomst open gaat:

"Het zal de machtigen vergaan,wie zwak is zal in vrijheid gaan,de wapens worden neergelegd,de armen komen tot hun recht."

Dat ons geschiede naar uw woord, dat onze toekomst helder wordt, dat nacht het laatste woord niet ismaak zo met ons geschiedenis.

(Ste

ehouder

Mic

haël /

Bie

sbro

uck P

)

[Voorganger]

Geloven is wegen en doen

de woorden die door de Heer zijn gezegd.

Geloofsbelevenis

[Allen]

Geloven is

dieper indringen in de alledaagse dingen,

dan wat ogen en oren ervan verstaan.

[Vg]

Geloven is

tasten tot de diepste grond

die alles draagt.

[Al]

Geloven is dit oude leven anders leven,

onder de nieuwe zon en nieuwe hemel,

met het nieuw hart en nieuwe geest.

[Vg]

Geloven is

zoals ieder mens

het waarom van zoveel dingen en vragen

horen en dragen,

zonder het antwoord

zwart op wit te weten.

[Al]

Geloven is geen ander wonder vragen

dan dat van het hart,

dat rimpelloos simpel is geworden,

waarin het leven als een lach ligt vervat.

[Vg]

Geloven is zoals Jezus:

mens-zijn voor God en mensen,

liefhebben, lijden en sterven,

verrijzen, hemelwaarts gaan.

[Al]

Geloven is

ook de kerk uw moeder noemen,

en u niet ergeren

aan de rimpels van verouderde vormen.

[Vg]

Geloven is

schreien bij de pijn van anderen,

en de tranen drogen

van de kinderen op uw schoot.

[Al]

Geloven is de liefde van God

ernstig nemen.

K o m , o H e e r , e n w a c h t n i e t l a n g e r ;

k o m o n s r e d d e n i n d e z e t i j d .

(Ta

izé)

In het spel dat het leven is ,

b l i j f t de put of gevangenis:

u i tgesloten langs de welvaarts l i jn

en levenslang veroordeeld z i jn

Met een hart voor de zaak z ingen wi j ,

maar w i j worden niet gehoord.

Moeten wi j schoppen schoppen

en moeten wi j s laan

opdat Gods woord weer wordt verstaan?

Als een stem middenin de woest i jn

roept de profeet ons tot op vandaag:

"God z iet de mens als een rover d ie steel t a ls h i j de koek n iet eer l i jk deel t . "

Geef een aas of een k lavert je v ier

aan wie de s lechtste kaarten heeft

dan kan het kerstmis z i jn: God bi j de mens,

vrede op aard ' , Gods grootste wens!

I n h e t s p e l d a t h e t l e v e n i s ,

b l i j f t d e p u t o f g e v a n g e n i s :

u i t g e s l o t e n l a n g s d e w e l v a a r t s l i j n

e n l e v e n s l a n g v e r o o r d e e l d z i j n

M e t e e n ♥ v o o r d e z a a k z i n g e n w i j ,

m a a r w i j w o r d e n n i e t g e h o o r d .

M o e t e n w i j s c h o p p e n e n m o e t e n w i j s l a a n

o p d a t G o d s w o o r d w e e r w o r d t v e r s t a a n ?

(Pete

r B

iesbro

uck )

GEBED ROND DE TAFEL

[Voorganger]

Wij bidden om de Messias,

hier en nu, in ons midden.

Wij smeken om de mens

die onbestaanbaar lijkt

en toch niet wijkt

uit onze dromen.

[Allen]

Wij roepen om

de langverwachte,

om de mens die weet van recht en vrede

een die niet kwijnen zal,

niet gebroken worden,

opdat de wereld ooit

zal zijn omgekeerd.

[Vg]

Wij bidden om de Messias,

om de mens die toegang zoekt in ons allen:

die als een kind

opnieuw begint en ons verzoent, verzacht

tot één en al menslievendheid,

­tot naasten,

[Al]

die niemand bindt aan het verleden,

maar die ons voor een toekomst wint,

ver voorbij aan

onze smalle burgermansdromen

van schuur en voorraadskast,

van ieder voor zich;

[Vg]

die ons de ogen opent

voor een lang ontweken koninkrijk

van oog en oor voor elkaar

en onze lieve moeder aarde.

Wij bidden om die Messias,

dat hij mag geboren worden

hier en nu, in ons midden.

[Al]

Wij bidden om de mens in ons

die zuiver hoort

Gods eigen stem

in het roepen van verdrukten om bevrijding;

die daarom kiest

en doet wat hij kan

om de armen nabij te komen;

die macht en aanzien aflegt

om geloofwaardig te zijn;

[Vg]

die dwars

door zijn schaamte en schande heen

probeert een bondgenoot

te zijn van de minsten,

het onkruid van onze aarde.

Wij bidden om de mens

die onder ons allang is opgestaan

en niet meer weg te prijzen is:

[Al]

Jezus, onuitroeibaar begin,

onuitwisbare weg

en onafwendbaar teken van toekomst voor allen:

het leven wereldwijd gedeeld,

wij, naar elkander toe gebroken

als levend brood,

wij, voor elkander uitgeschonken

als bekers wijn van hand tot hand.

[ RECHTSTAAN ]

[Vg]

Zoals Hij ons heeft voorgedaan

op die laatste avond…

Wij verkondigen hier

het mysterie van zijn dood

en tegelijk bidden we

dat hij opnieuw mag geboren worden

hier en nu, in ons midden.

[Al]

Wij bidden om die mens in ons

die Messias naast ons.

Dat hij niet zal kwijnen,

niet gebroken worden;

dat hij steeds opnieuw geboren wordt,

tot hier dan toch het recht mag zegevieren,

tot wij met allen zijn

Jouw langverwachte koninkrijk van vrede.

[Vg]

Dan zul jij in onze ogen

opnieuw ten volle zijn Vader zijn,

een Vader die recht en vrede doet komen…

Vader die in de hemel zijt,

verhaast in ons uw koninkrijk,

dat recht en vrede komen.

Maak ons vandaag nog bondgenoot

tot vriend van hen die zijn in nood,

wie alles is ontnomen.

Verlos ons heden van het kwaad,

van waanzin die voor brood doorgaat,

dat wij ons voor U schamen,

en nieuwe wegen leren gaan

die leiden tot een nieuw bestaan

van recht en vrede. Amen.

(Pete

r B

iesbro

uck )

(ja

n v

an o

pberg

en /

'N

u z

ijt w

elle

com

e')