View
226
Download
5
Category
Preview:
DESCRIPTION
Op initiatief van de gemeente Heerlen is 2015 het Jaar van de Mijnen. Precies vijftig jaar geleden kondigde de toenmalige minister van Economische Zaken Joop den Uyl de sluiting van alle Limburgse mijnen aan. Met méér dan 200 evenementen wordt stilgestaan bij deze beslissing die een voor de regio moeizame periode inluidde. Tevens wordt de blik op de toekomst gericht. Het breed gedragen programma is nog steeds groeiende, en wordt ondersteund door 12 gemeenten in Zuid-Limburg en tal van maatschappelijke partners; ook in de voormalige mijngebieden in België en Duitsland.
Citation preview
#M2015KRANT
Eigentijdse popversies van nummers ´Carboon`
op Mama´s PrideZie pag. 7
DÍT IS HET JAAR VAN DE MIJNEN
Dit is een uitgave van Stichting Jaar van de Mijnen 2015 / #M2015 / Bongerd 18, 6411 JM Heerlen, 045 - 560 48 15 / info@JaarVanDeMijnen.nl
Voorjaar 2015
Jarenlange strijd
voor gerechtigheid
Zie pag. 11
Nour uit Irak geïnspireerd door
Limburgs mijnverleden
Zie pag. 13
Het Jaar van de Mijnen is een initiatief
van gemeente Heerlen en wordt mede
mogelijk gemaakt door de Provincie
Limburg samen met 14 gemeenten en
tal van maatschappelijke partners uit
Nederland en de Euregio Maas-Rijn.
KAMERAADSCHAPKnoop eens een gesprek aan met een oud-mijn- werker. Daarmee bedoel ik dan een man die jarenlang tot soms wel duizend meter onder het maaiveld direct aan het kolenfront heeft gezwoegd en niet iemand die bovengronds op kantoor zat. Die werkte weliswaar ook ´op de mijn´, maar dan anders. Praat eens met een èch-te oud-mijnwerker over zijn tijd ondergronds en je kunt er donder op zeggen dat binnen een minuut het woord ´kameraadschap´ valt. Neem dat dan héél serieus en vat het niet op als ‘och, ze konden het goed vinden met elkaar’. Als een koempel spreekt over kameraadschap, dan stokt zijn stem, wellen soms tranen in zijn ogen en zegt hij: “Die kameraadschap, dat heb ik nog het meest gemist na de sluiting van de mijnen!”
De arbeid diep onder het aardoppervlak was zwaar, ongezond en vooral gevaarlijk. Ruim 1450 mijnwerkers zijn in de Limburgse steenkolenmijnen omgekomen. Instortingen, ontploffingen, overstromingen, ongevallen. In de loop der jaren verbeterde de veiligheid enorm, maar waakzaamheid bleef geboden. Koempels werk-ten - na een degelijke opleiding op de OVS, de Onder-grondse Vakschool - in vaste ploegen. Mannen die vaak jarenlang en intensief met elkaar samen waren. Die gezamenlijk ervoor moesten zorgen dat de productie- afspraken gehaald werden. Die - ieder met eigen taken - blindelings op elkaar konden vertrouwen. Niet alleen in het belang van de vastge-stelde kolenquota, maar ook de veiligheid. Een kraakje of wat gesis kon mogelijk de voorbode zijn van een ramp. Bloedheet daar beneden, met ook nog de hete adem van de opzichters - die de productie moeten bewaken - in je nek. Kruipend door enkele decimeters hoge gangen met honderden meters steen- en kolenlagen boven je. Hels machinekabaal. Veel stof. In die omstandigheden kweek je - noodgedwongen - een onverbrekelijke onderlinge band. Zónder elkaar is onmogelijk. Hier voel je hoe je van mekaar afhankelijk bent. Bovengronders kunnen zich dat moeilijk voor-stellen. De koempels, maar ook de mènsen daarachter, worden aan elkaar gesmeed voor het leven. Eigenlijk terug naar de oertijd, toen overleven enkel mogelijk was in groepsverband. Een mijnwerker spreekt over kame-raadschap omdat hij geen ander woord voorhanden heeft. Ik denk dat de definitie ‘onvoorwaardelijke liefde’ korter in de buurt komt bij hetgeen een ondergronder wil uitdrukken.
De koempels die na de sluiting van de mijnen elders te werk werden gesteld, maakten die ‘kameraadschap’ daar niet meer mee. Misschien omdat de ‘noodzaak’ ontbrak. Een nog jonge koempel die op kantoor een nieuwe car-rière startte vertelde mij eens: “Het grootste gevaar dat daar dreigde, was dat een pen op mijn tenen zou vallen.”
Koempels waren stoere mannen, trots op hun werk. Ik hoorde eens: “We hebben daar diep beneden hele kathedralen gebouwd.” Kerels met grote verantwoor-delijkheden. Ondergrondse cowboys met het kolenveld als hun steppe. Kreeg je van een mijnwerker een hand, dan was het alsof je een baksteen voelde. Ja, er kwam - mondjesmaat - vervangende werkgelegenheid. En dan zat een koempel aan een tafeltje met een minuscuul schroevendraaiertje de hele dag speelgoedautootjes in elkaar te prutsen. Hij heeft daar gehuild en draaide door. Waar waren zijn kameraden? Hij miste ze. Hij heeft ze nog eens getroffen op een reünie. Toen het mijnwer-kerslied ´Glück Auf´ uit de luidsprekers klonk, stonden ze allemaal op en zongen met rechte rug en natte ogen mee. Hoe vaak hebben ze het niet tegen elkaar gezegd: “Glück Auf!” Kom weer veilig boven!
Mooi, dat in het Zuid-Limburgs taalgebruik het woord ‘koempel’ nog steeds wordt benut. In de betekenis van ‘allerbeste vriend’.
Maarten Brorens
1 MEI 2015 Lentekriebels!• Exclusief concert voor gepensioneerden van DSM & SABIC
Guido Dieteren, muzikaal leider van Guido’s Orchestra en de
mannenkoren van DSM-SABIC en RML 1921 (o.l.v. Wim Schepers)
brengen tijdens Lentekriebels een ode aan ‘onze’ helden’:
de koempels in de mijnen.
www.parkstadlimburgtheaters.nl
UIT-GELICHT
T/M 30 SEPT 2015 Eetkamer van de wijk• 11 buurten in Heerlen
De eetkamer van de wijk trekt de buurt in en verzamelt bijzonde-
re recepten die ontstaan zijn in het multiculturele mijnverleden.
Daarop volgen gratis buurtdiners in 11 verschillende buurten.
Eetkamer 3: MSP zaterdag 2 mei
Eetkamer 4: Welten-Benzenrade zaterdag 9 mei
Eetkamer 5: GMS zaterdag 16 mei
Eetkamer 6: Heerlen-Centrum zaterdag 23 mei
Eetkamer 7: Zeswegen zaterdag 30 mei
www.eetkamervandewijk.nl
9 MEI 2015 MIJN CARBOON op Mama’s prideHet festival opent dit jaar met het unieke project ‘MIJN
CARBOON’. In het kader van M2015 maakte een enthousiaste,
nieuwe generatie Limburgse muzikanten een eigen versie op
een lied van Carboon, de band die in 1976 het fameuze album
‘Witste nog Koempel’ uitbracht.
www.mamaspride.nl 9 t/m 11 mei 2015 Lange Lies Lange JanHerneming van het spraakmakende theaterstuk van Jeroen
Willems uit 2001 en 2002, gemaakt en uitgevoerd in een
Patronaat (nu Cultuurhuis Heerlen) van voor de revitalisatie/
renovatie. Deze voorstelling heeft op alle fronten in Heerlen en
omstreken veel los gemaakt. De in 2012 veel te vroeg gestorven
acteur Willems ging terug naar zijn roots in Heerlen en interview-
de tal van oud mijnwerkersvrouwen. De dramaturg van toen
(in 2002) tekent nu voor de regie. De voorstelling wordt zowel in
Cultuurhuis Heerlen als bij Sevagram, in zorgcentra, gespeeld.
Een tournee in en buiten Limburg is in voorbereiding.
www.stichtingmijn-cultuur.nl
17 MEI 2015 HEILIGE HUISJES VAN ZWART GOUDEen verhalentocht van de hand van journalist Lubert Priems en
verhalenverteller Maria van Raak die begint waar de mijnen
voor altijd gesloten werden. De voorstelling speelt zich af op
verschillende locaties in de Sittardse oud-mijnwerkerskolonie
Sanderbout waarbij een duidelijke koppeling met de Geleense
wijk Lindenheuvel wordt gemaakt.
www.lubert.nl
14 MEI 2015 Koeltoerenproject• ‘Van MIJN verleden naar mijn TOEKOMST’. Officiële
presentatie met pungelontbijt tijdens de opening van de
braderie in Hoensbroek
Vlakbij de Emma, waar in 1918 de allereerste koeltoren ter wereld
verrees, worden anno 2015 tien kleine versies geplaatst van circa
5 meter hoog. Gemaakt van houten planken die geschilderd zijn
in de kleuren van de vlaggen van de verschillende nationaliteiten
die destijds in de mijnbouw werkten.
30 mei 2015 KOPEREN GOLF• Start week van de amateurkunsten
Tenminste 16 muziekkorpsen uit Zuid-Limburg spelen op exact
hetzelfde moment hetzelfde muziekstuk (een nieuw voor deze
gelegenheid gecomponeerd werk). Veel van deze muziekvereni-
gingen zijn opgericht tijdens de mijnbouwperiode en zijn nog
steeds een sociaal bindmiddel. Een traditie om te vieren. Daarom
laat de Mijnstreek van zich horen met een golf van blaasmuziek!
30 mei 2015 Limburgs Mooiste: Familietocht & opening MIJNroute• Ontdek het mijnverleden samen op de fiets!
Limburgs Mooiste organiseert een bijzondere familie fietstocht.
Op stadsfiets, mountainbike of E-bike fiets je door de groen-
gebieden en langs het historisch erfgoed van het mijnverleden
in Parkstad. Kinderen in een stoeltje mogen gratis mee.
Start: tussen 10.00 en 12.00 uur. Tussen 10.00 uur en 11.00 uur
vindt een ludiek openingsprogramma van de MIJNroute plaats op
het Burg. van Grunsvenplein.
www.limburgsmooiste.nl
Uitgave: Stichting Jaar van de Mijnen, Postbus 1, 6400 AA Heerlen, info@JaarVanDeMijnen.nl ,
045 - 560 48 15. Redactie: Maarten Brorens. Tekstbijdragen: Lettergeniek / Jenneke van Genechten.
Grafisch ontwerp: Groenergras / Aline Ploeg. Foto´s: Luc Lodder, Fabian de Kloe, Ermindo Armino,
Foto-archief DSM, Continium e.a. Druk: Rodi Diemen. Verspreiding: diverse plekken in Zuid-Limburg.
Oplage: 7.500 stuks.
Colofon
foto: Luc Lodder
Heerlens wethouder Jordy Clemens:
“WE MOGEN HIER BEST WAT TROTSER ZIJN.”
Directeur Stichting Jaar van de Mijnen Marc Jetten:
“HET BLIJVEN VERSCHUILEN ACHTER DE MIJNSLUITINGEN IS ER NIET MEER BIJ.”
Net nog geen 30 jaar is Jordy Clemens. Hij heeft de mijnwerkers die met koelpungels
uit de bussen stapten niet gezien, evenmin als de walmende schoorstenen van de
mijnbedrijven. Hij heeft zijn moeder niet in paniek naar buiten zien rennen om snel de
drogende was binnen te halen omdat de wind ´verkeerd´ stond en gruis meebracht.
Zijn persoonlijke link met het mijnverleden is zijn overgrootvader van moeders kant.
Die is op hoge leeftijd, ver in de 90, overleden.
“Ja, hij heeft ondergronds gewerkt en
was ook nog een stevige roker”, begrijpt
Jordy de verbazing. “Ik heb hem nooit
anders gekend als zittend in zijn oude
leunstoel, pijprokend en met een deken-
tje op zijn schoot. Op een keer gaf hij me
de blikken drinkfles die hij jarenlang had
gebruikt. Die `blech´ was ondergronds
eens gevallen, waardoor er een gat in
kwam. Dat had hij toen met kauwgom
gedicht en die zit er nog steeds op!”
Als Heerlens wethouder heeft Jordy
onder meer het Jaar van de Mijnen in
zijn portefeuille. Het is bekend dat dit
project niet enkel bedoeld is om terug te
blikken (“Natuurlijk is het mooi als we bij
de concerten van ´Carboon´ een traantje
wegpinken.”), maar ook vooruit te kijken.
Hij beseft dat de regio uit een diep dal is
gekropen.
“Tijdens het recent gehouden jongeren-
debat van het Jaar van de Mijnen na de
vertoning van de film ´Gluckauf´ bleek
dat velen van hen zich bewust zijn van
ons verleden, maar ze zitten er niet meer
in gevangen. Hier heerst een enorme
strijdlust onder de bevolking. Er zijn, met
vallen en opstaan, heel wat tegenslagen
overwonnen. Ik zie een vechtersmentali-
teit. Dit is een regio van doeners en aan-
pakkers. Af en toe lijkt het wel of iedereen
dat weet, behalve wijzelf. Ik vind de
mensen hier erg bescheiden. We mogen
best wat meer trots uitstralen!”
In Heerlen zijn de oude mijngangen ove-
rigens deels nog steeds in gebruik. Het
warme water waarmee deze zijn volgelo-
pen wordt op verschillende plaatsen ge-
bruikt om gebouwen te verwarmen en te
koelen. Jordy: “Onze voorouders droegen
met bloed, zweet en tranen zorg voor de
energievoorziening van toen en hielpen
dus tegelijkertijd mee aan de opbouw
van duurzame energie voor nu.”
Maarten Brorens
Dit is een regio van doeners en aanpakkers. Af en toe lijkt het wel of iedereen dat weet,
behalve wijzelf
Staatsmijn Maurits te Geleen wachtte in 1966 tandenknarsend op een onvrijwillige
euthanasie, toen in de naburige gemeente Stein Marc Jetten werd geboren.
Marc - directeur van Stichting Jaar van de Mijnen - kreeg van ´de koel´ dus weinig
mee, want die werd in 1967 gesloten. Wel zijn er de herinneringen en verhalen: “Laatst
nog vertelde een oom van mijn vrouw dat hij altijd bang was ondergronds. Dat had
hem uiteindelijk doen besluiten om wat anders te gaan doen; hij werd verpleger. Ook
sprak ik eens een oud-mijnwerker die vol vuur verkondigde dat hij zó weer terug zou
willen. Maar toen ik hem vroeg of hij ook zijn zoon de mijn in zou sturen, antwoordde
hij resoluut `Neen!` Dat heb ik altijd heel tegenstrijdig gevonden.”
Marc groeide dus niet op onder de rook
van de mijn, maar wel die van DSM, een
concern dat rechtstreeks voort is geko-
men uit de mijnindustrie. De afkorting
staat nog steeds voor Dutch State Mines.
Maar lijnen met ´de mijn´ zijn er binnen
alle families, dus ook die van Marc. “Mijn
moeder, afkomstig uit Simpelveld, werkte
bij een houthandel die stutten leverde
aan de mijnen. Mijn schoonvader werkte
op de Julia in Eygelshoven. Vreemd
genoeg heeft hij later nooit over zijn
mijnwerkerstijd gepraat.”
Na studies werktuigbouwkunde en
technische bedrijfskunde woonde en
werkte Marc geruime tijd in Brabant, om
later weer terug te keren naar het zuiden
en neerstreek in Spaubeek. De Oostelijke
Mijnstreek werd omgedoopt in Parkstad,
maar Marc´s woonplaats bevindt zich in
wat nog steeds ´Westelijke Mijnstreek´
heet. Hij pleit voor “met respect terug-
kijken door mijnwerkers, hun kinderen en
kleinkinderen”. Daarvoor biedt het Jaar
van de Mijnen met ruim 200 programma-
onderdelen ruimschoots de gelegenheid.
Marc: “Na de sluiting van de mijnen ging
deze regio door een diep dal, waar we
weer uit gekomen zijn. Maar de jeugd
van nu heeft daar geen weet van. Die
heeft enkel de opgaande lijn meege-
maakt. Ik herinner me nog de - zoals ik
het noem - ´zelfcultivering van achter-
stand´, mensen die redeneerden vanuit
´Het is niks en het wordt niks!´ Gelukkig
is er een omslag gekomen.
Het zich blijven verschuilen achter de
mijnsluitingen is er niet meer bij.”
Marc vindt het belangrijk - zeker nu er
weer ruimte is voor optimisme - dat de
jeugd kennis neemt van het mijnverleden.
Een van de programma-onderdelen van
het Jaar van de Mijnen was een jongeren-
debat.
Marc: “Er kwamen jongeren aan het woord
die tot een paar keer toe vast hebben
gezeten, maar uiteindelijk kozen voor een
andere weg en nu gelukkig zijn in een
vaste baan met werk waar ze plezier in
hebben.”
Maarten Brorens
Jordy Clemens koestert de ´blech´ van zijn overgrootvader / foto: Luc Lodder
Marc Jetten met een van de koeltorens van DSM op de achtergrond / foto: Luc Lodder
3
Leo groeide op in de schaduw van de
imposante schacht van de Staatsmijn
Emma. Daar werkte zijn vader 19 jaar
ondergronds. “Naarmate ik ouder word
begin ik steeds meer te beseffen wat het
werk inhield. Vroeger werd er nauwe-
lijks over gepraat thuis. Het was gewoon
allemaal vanzelfsprekend. Wel kan ik me
herinneren dat mijn moeder vertelde dat
vader vaak angst had op het werk. Jezus,
als je nu bijvoorbeeld filmbeelden terug-
ziet. Ze moesten soms liggend in hele lage
pijlers de kolen eruit boren. Ik krijg niet
alleen meer belangstelling, maar ook
steeds meer bewondering.”
Bij de val van de Lange Jan - een van de
schoorstenen van de mijn ON I in Heerlen
- maakte Leo foto´s. Jaren later was hij als
verslaggever van de toenmalige ROZ
(Radio Omroep Zuid) present bij het
opblazen van de schacht van ´zijn´ Emma.
Een verklaring voor het feit dat ´de koel´
nog steeds lééft, meent Leo hierin te
vinden: “De diepe kameraadschap onder
de koempels zal ongetwijfeld een rol
spelen. Maar volgens mij is het ook een
compensatie voor het feit dat na de
mijnsluitingen vrijwel alles volledig is
afgebroken. Er zijn geen fysieke
herinneringen meer en dus koestert
men het verleden tussen de oren, waarbij
misschien ook wel eens wat geromanti-
seerd wordt.”
Maarten Brorens
De Regento Stars samen op één plaat
HISTORISCHE GEBEURTENIS
Tijdens de première eind maart 2015
van de L1-documentaire LAILA (van
filmmaker Hans Heijnen) in Cultuurhuis
Heerlen kwamen voor het eerst sinds
begin ‘60 de leden van de Regento Stars
weer samen.
Doortje en Otto Zerdoner (zij speelden
accordeon en trompet, linksboven op deze
foto) waren er, evenals drummer Zigmund
Zawodny (bovenaan rechts) en de alom
bekende zanger/klarinettist Bruno
Majcherek (links beneden op de foto)
samen met Hans Heijnen. De Regento
Stars verkochten in 1960 méér dan
1 miljoen singeltjes van Laila. De formatie
viel kort daarna uit elkaar. In het Jaar van
de Mijnen 2015 kwamen zij voor het eerst
- na dik méér dan vijftig jaar - weer eens
even samen.
Oud-koempels vertellen hun verhalen op L1 TV
NIEUWE SERIE ONZE MIJNWERKERS TOT EIND 2015
L1 zet dit jaar fors in op het Jaar van de Mijnen 2015 #m2015. Eén van de onderdelen is de 35-delige tv-serie Onze Mijnwerkers.
Tientallen oud-koempels halen persoonlijke herinneringen op, vertellen over wat ze meemaakten ondergronds, kijken terug op het
bijzondere kameraadschap; wat ze vonden van de opzichters, mijnheer pastoor, de immigranten, en het verenigingsleven. Onze
Mijnwerkers is iedere zaterdag te zien op L1 TV, onder andere om 16:00, 21:00 en 23:00 uur. Alle afleveringen zijn eveneens online
te zien op L1.nl/mijnen.
Mijnwerkerszoon en L1-hoofdredacteur Leo Hauben:
“OPVALLEND DAT ZE ER NA RUIM 40 JAAR NOG ZÓ MEE BEZIG ZIJN!”
Samensteller/regisseur van deze nieuwe
serie is Eugene van den Bosch,
oorspronkelijk afkomstig uit Heerlen.
Hij maakte tien jaar geleden voor L1 de
serie Zwarte Ogen. Al tijdens zijn studie
aan de Filmacademie in Amsterdam
verdiepte Van den Bosch zich in de
geschiedenis van zijn geboortestreek.
“In 2007 ben ik begonnen met het
interviewen van de 60 oudste mijn-
werkers in Limburg en dat leverde 160
uur materiaal op. Nu in 2015 is meer
dan de helft van deze mijnwerkers over-
leden, maar hun verhalen en herinne-
ringen zijn gelukkig bewaard gebleven
en nu te zien in deze unieke serie bij
L1.”
Hoofdredacteur Leo Hauben van L1:
“Voor wie de tijd van de steenkool-
mijnen heeft meegemaakt, is de serie
een feest der herkenning. Prachtige
verhalen, soms romantisch maar soms
ook heel confronterend.
De tijd van de mijnen kent immers zo-
wel zonnige als ellendige kanten. Voor
wie de tijd van de mijnen niet bewust
heeft meegemaakt schetst de serie
een veelzijdig beeld van de Limburgse
samenleving in een groot deel van de
vorige eeuw.”
De tv-serie Onze Mijnwerkers is mede
mogelijk gemaakt met financiële steun
van de Stichting Behoud Mijnhistorie
en het Fonds voor Sociale Instellingen
(FSI). L1 TV is te ontvangen via kabel,
webtv op L1.nl [3], Ziggo Digitaal kanaal
30, UPC kanaal 713, Interactieve TV KPN
kanaal 508, CanalDigitaal (Familie-
pakket), DVB-T en Digitenne.
N.B. L1 wijdde in december al een
thema-avond aan de mijnen, inclusief
een live-verslag van de opening van
het Jaar van de Mijnen. De regionale
omroep heeft ook drie lange documen-
taires laten maken waarin de mijn-
historie een grote rol speelt. Twee daar-
van gingen al in première en zijn online
nog steeds te zien.
Laila gaat over de beroemde tango van
Bruno Majcherek en het mijnwerkers-
orkest De Regento Stars. En in Witste
nog, Carboon.. staan de mannen van
de beroemde elpee Witste nog koempel
centraal. Later dit jaar komt L1 met de
derde documentaire over het DNA van
Heerlen. Ook is een radio-serie in de
maak over een mijnwerkerskolonie in
de Westelijke Mijnstreek.
Het is al meer dan 40 jaar geleden dat de laatste Limburgse mijn sloot. Daarom vindt
Leo Hauben, hoofdredacteur van radio- en TV-zender L1, het zo frappant dat dit
afgesloten stuk geschiedenis nog steeds leeft. “ Je wilt een voorbeeld? Nou, een club
supporters van Roda JC noemt zich ´De Koempels´. Het mijnverleden zit gewoon nog
in de genen van de mensen. Het is diepgeworteld en ook sociaal, cultureel en
economisch heeft het nog steeds impact op de streek. Daar wil L1 in het kader van
het Jaar van de Mijnen vooral jongeren bewust van maken.”
Ik krijg niet alleen meer belangstelling,maar ook steeds meer bewondering
Leo Hauben bij het enige wat nog rest van Staatsmijn Emma: de in steen gehouwen naam die boven de hoofdingang van het bedrijf prijkte / foto: Luc Lodder
4
Stichting HeerlensDNA organiseert multiculti ´buurtdiners´ in de wijken
“ONDERZOEKEN OF DE MIJNEN INVLOEDHEBBEN GEHAD OP GERECHTEN VAN NU.”
“Mijn moeder was het eerste Heerlense meisje dat met een van ver komende buiten-
lander trouwde”, zo meent Erol Öztan zeker te weten. Zijn vader kwam vanuit Turkije
naar Nederland en zijn eerste betrekking was - bijna als vanzelfsprekend - op de mijn.
Eten stond in huize Öztan op de
Molenberg in Heerlen centraal. Erol:
“Dat had te maken met het feit dat mijn
moeder een talenknobbel had. Ze leer-
de Turks en fungeerde als tolk voor de
emigratiestichting, terwijl mijn vader les
gaf aan Turkse kinderen. Dat betekende
dat we de hele dag mensen over de vloer
hadden en dus werd er ook de hele dag
gegeten. Eigenlijk ben ik met eten
opgegroeid. Mijn moeder kookte zowel
Hollandse pot als Turks.”
De mijnen in Limburg zorgden - door
de komst van steeds meer buitenlandse
arbeiders - voor een kleurrijke,
internationale gemeenschap. Verschillende
nationaliteiten, uiteenlopende culturen.
Dat betekende natuurlijk ook een breed
spectrum aan eetgewoonten en menu´s.
Erol: “In het kader van het Jaar van de
Mijnen wil ik onderzoeken of er typische
gerechten uit de mijnen waren en of deze
onder invloed van migranten ´verlekkerd´
zijn. Welke invloed hebben de migranten
op onze eetcultuur gehad? Bestaat er een
typisch ´mijn´-recept? In elf weken doen
we elf buurten aan op zoek naar bijzonde-
re gerechten, waarvan er één uit elke wijk
in een andere wijk gekookt wordt. Daarom
zijn we met Stichting HeerlensDNA gestart
met het project ´Eetkamer van de Wijken´.
Afgelopen zaterdag vond de eerste
bijeenkomst plaats. We hadden meer dan
60 inschrijvingen in de buurt Molenberg.”
Project-medewerker Cynthia Smeets
polst vooraf al in de buurten wat er aan
bijzondere gerechten voorhanden is. Ook
kunnen belangstellenden via de website
eetkamervandewijk.nl recepten opgeven.
“Koken verbindt”, heeft Erol zelf ervaren.
“Gezelligheid, het samenzijn is belangrijk.
Tijdens het eten komen ook nog alle-
maal verhalen los. Daarom en nog veel
belangrijker: een mooie start voor een
vervolg om elkaar op een andere wijze
te leren kennen. Ken je eigen buur is niet
meer zo vanzelfsprekend. Het wordt tijd
voor verandering. Dus houden we elke
zaterdag in een Heerlense wijk, doorgaans
het gemeenschapshuis, een buurtdiner.
Greetje van Gemert blij met nominatie Europees Erfgoedlabel
“ZE MOGEN HIER TERECHT TROTS ZIJN OP WAT TOT STAND IS GEBRACHT.”
De Limburgse mijnstreek kreeg door het afbouwen en uiteindelijk volledig opdoeken
van alle twaalf mijnzetels een stevige schop onder kont, beter gezegd: een
genadeloze vuistslag in het gezicht. De grootste werkgever was weg en vervangende
werkgelegenheid kwam er maar mondjesmaat. Met alle gevolgen van dien. Dit kwam
het zelfvertrouwen van de Zuid-Limburgse bevolking, die decennialang vol trots het
hele land van energie voorzag, niet ten goede.
Nu heeft zeer recent de ministerraad
besloten om de ´mijnindustrie´ als
Nederlandse kandidaat voor te dragen
voor het Europees Erfgoedlabel. Omdat
er van die mijnindustrie weinig tastbaars
over is gebleven worden bij deze nomina-
tie het Heerlense Glaspaleis en Huis
de Luijff als boegbeelden benut. Het
Glaspaleis werd nog voor de oorlog
als warenhuis van de firma Schunck
gebouwd en leverde onder meer werk-
kleding aan generaties mijnwerkers.
Momenteel fungeert het pand onder de
naam SCHUNCK* als cultureel centrum
van waaruit onder meer de thema´s
´mijnverleden´ en in samenhang daar-
mee ´Europese eenwording´ belicht
zullen worden.
In Huis de Luijff, een van de oudste
panden in het centrum van Heerlen,
vond een van de voorbereidende verga-
deringen van de in 1951 opgerichte EGKS
We nemen een professionele kok mee en
die bereidt ter plekke drie aangeboden
gerechten die door ons geselecteerd zijn.
En dat kan van alles zijn. Zo hebben we
konijn in chocoladesaus op het menu
gehad, maar ook Turkse bonensoep met
gehakt. Verder willen we bekijken of de
Nederlandse en buitenlandse keuken
elkaar beïnvloed hebben. Dat zou kunnen.
Stel je bent stamppot aan het maken. Je
Marokkaanse buurvouw komt binnen en
geeft je wat kruiden uit haar thuisland om
ze erin te verwerken. Dat kan heel lekker
uitpakken.”
Dan komt er ook nog een boek. Daarin
wordt een selectie van de ingezonden
recepten geplaatst, aangevuld met leuke
verhalen die tijdens de buurtdiners boven
tafel zijn gekomen.
“Uiteindelijk gaat het niet alleen om het
eten en het boek”, stelt Erol. “We willen
de gemeenschapszin in de wijken verder
versterken. Ik hoop dat dit ertoe leidt dat
de bewoners elkaar beter leren kennen en
vaker voor elkaar gaan koken.”
Maarten Brorens
(Europese Gemeenschap van Kolen en
Staal) plaats. Dit was een voorloper van
de huidige Europese Unie en die is weer
de initiatiefnemer van het Erfgoedlabel,
bestemd voor locaties die een rol hebben
gespeeld bij de Europese eenwording.
Leuk dat de mijnstreek genomineerd is
en misschien volgend jaar het label
ontvangt, maar wat hebben de bewoners
van deze zo geplaagde regio eraan?
Greetje van Gemert, inmiddels gepensi-
oneerd, maar tot voor kort ´strategisch
beleidsadviseur cultuur´ in dienst van de
gemeente Heerlen, is een van de men-
sen die zich sterk hebben gemaakt voor
een voordracht. Daar heeft zij duidelij-
ke bedoelingen mee: “Toen ik in 2006
vanuit Deventer naar Heerlen kwam was
ik verbaasd over de bescheidenheid hier.
Ik vond dat de bewoners zichzelf onder-
schatten. Ik zag Heerlen als een ruwe
diamant. Met nog prachtige niet-gesloop-
te wijken en gebouwen. Een rijke cultuur,
een mooi theater. Veel evenementen. Het
was voor mij een ontdekkingstocht. De
bevolking heeft een enorme kracht en
power, zonder dat ze het zelf beseft.”
De recente geschiedenis van de mijn-
streek in ogenschouw nemend begrijpt
Greetje wel waar die bescheidenheid
vandaan kwam. “Daarom vind ik alleen
al zo´n nominatie belangrijk. De mensen
hier mogen terecht trots zijn op wat in
het verleden tot stand is gebracht. Op het
feit dat ze blijkbaar zelfs internationaal
respect genieten.”
Daarnaast ziet ze hierin een kans om
het ´Europese gevoel´ te versterken.
Greetje: “Euregionale samenwerking en
uitwisseling binnen het netwerk wordt
erdoor gestimuleerd. Onder meer met de
museummijnen Hückelhoven in Duits-
land en natuurlijk Blegny en C-mine in
België.” Maarten Brorens
Erol Öztan heeft de liefde voor koken en eten niet van een vreemde, maar van zijn moeder / foto: Luc Lodder
5
Wiel: “Mijn vader, mijnwerker en vooral
vakbondsman, zat vijftig jaar geleden
óók in de zaal. Hij werkte op de
Willem-Sophia in Spekholzerheide. Als
jonge mijnwerker kreeg hij een ongeval
en zijn rechterhand raakte voor het leven
verminkt. Hij weigerde zich arbeids-
ongeschikt te laten verklaren, bleef door-
werken en klom op van machinist tot
meesterhouwer.”
In het Kerkraadse Bleijerheide werd Wiel
geboren, vervolgens verhuisde het gezin
naar Heilust, maar het grootste deel van
zijn jeugd bracht hij door in
Spekholzerheide. “Er was saamhorigheid
in de wijken. De buurten waren intact.
Iedereen kende en hielp elkaar.
Het verenigingsleven floreerde.
Dat mis ik nu allemaal!”
Het leven van de jonge Wiel was door-
trokken van ´de koel´. Zijn moeder -
van Sloveense afkomst - kwam uit een
Hoensbroeks mijnwerkersgezin. Zijn
Poolse schoonouders belandden na
dwangarbeid in Nazi-Duitsland op de
Gracht in Kerkrade en vonden een
bestaan bij de Willem-Sophia. Daarom
doet het hem nu pijn dat zo weinig
van het mijnverleden bewaard is. “Toen
dertig jaar geleden de laatst overge-
bleven Van Iterson-toren in Brunssum,
een van de koeltorens van de Emma,
gesloopt werd, was ik behoorlijk kwaad,
als journalist en als burger. Dat unieke
stuk industrieel erfgoed was nota bene al
voorbestemd als Rijksmonument.”
Met name omdat zo weinig rest, vindt
Wiel het belangrijk dat de jeugd van
nu kennis neemt van het mijnverleden.
“Pas als je weet waar je vandaan komt,
dan kun je ergens naar toe! Ik pleit voor
permanente educatie. Mijn zoon kent de
verhalen nog wel, maar het mag niet zo
zijn dat ze daarna verloren gaan.
Daarom vind ik dat het Mijnmuseum niet
de nadruk moet leggen op nostalgie,
maar een presentatie die voor de jeugd
ook aantrekkelijk is. Maak er een echt
belevingsmuseum van.”
Maarten Brorens
Mijnwerkerszoon en dagbladjournalist Wiel Beijer:
“ER WAS SAAMHORIGHEID IN DE WIJKEN EN DAT MIS IK NU.”
De buurten waren intact. Iedereen kende en hielp elkaar
Wiel Beijer in de Gladiolenstraat van Heilust, de wijk waar hij als klein kind woonde. Binnenkort zijn deze woningen gesloopt om plaats te maken voor een park / foto: Luc Lodder
“Als je niet je best doet op school, dan ga je de mijn in!” Dat kreeg Wiel Beijer thuis
regelmatig te horen. Dagelijks in dat zwarte gat afdalen leek hem niet aanlokkelijk,
dus hij dééd zijn best en werd uiteindelijk journalist. In Dagblad De Limburger/
Limburgs Dagblad publiceert hij tijdens het Jaar van de Mijnen een serie verhalen
over ´de koel´. Daarnaast was hij een van de initiatiefnemers van de theatrale
opening van dit herdenkingsjaar in Parkstad Limburg Theater Heerlen. Toen dat
gebouw nog Stadsschouwburg Heerlen heette kondigde dáár in 1965 toenmalig
minister van Economische Zaken Joop den Uyl de mijnsluitingen aan. En die
gebeurtenis werd op exact dezelfde plek opnieuw uitgevoerd.
6
´Carboon´ in een hedendaags jasje op Mama´s Pride. Kees van den Berg heeft al voorpret! / foto: Luc Lodder
Tijdens festival Mama´s Pride in Burgemeester Damenpark Geleen
JONGE BANDS UIT DE MIJNSTREEK SPELEN EIGEN VERSIES VAN
CARBOON-NUMMERSDit opvallende project met de naam
´Mijn Carboon´ is in het kader van het
Jaar van de Mijnen mede geïnitieerd door
Kees van den Berg, in het dagelijks leven
programmeur van poppodium Nieuwe
Nor in Heerlen en sedert 2001 vrijwilliger
bij Mama´s Pride. Geboren en getogen in
voormalige mijnstad Geleen, maar zijn
herinneringen aan het mijnverleden gaan
niet terug naar Staatsmijn Maurits, maar
het Belgische Zwartberg-Genk. Daar komt
zijn moeder vandaan en bezochten ze
samen regelmatig oma. “Mijn opa had
in de mijn een been verloren. Daarom
werd hij kapper en knipte de mijnwerkers.
Uiteindelijk is hij toch aan de complicaties
overleden. Hem heb ik nooit gekend.”
In tegenstelling tot Nederlands-Limburg,
is in Genk wel veel van het industrieel erf-
goed bewaard gebleven. Kees komt er nog
regelmatig, nu voor de C-mine.
“Een aantal van die oude panden heeft een
culturele bestemming gekregen. Zo was
daar laatst een popconcert in een gebouw
waarin nog de machines die voor de
luchtverversing in de schachten
moesten zorgen bewaard waren. Dat was
erg indrukwekkend!”
Het bewaren en dóórgeven van ons
cultureel erfgoed, dat vindt Kees belangrijk.
Daarom dat hij blij is met het enthousi-
asme van de bands om nummers van
Carboon te spelen. “Op social media zie
ik al dat veel jongeren hier een aanleiding
in zien om ook hun ouders uit te nodigen
mee te gaan naar Mama´s Pride!”
Oh ja, de leden van de oorspronkelijke
formatie ´Carboon´ zijn daar
Special Guests.Maarten Brorens
Het bewaren en dóórgeven van ons cultureel erfgoed, dat vindt Kees belangrijk
Wel eens een concert van CUDA meegemaakt? Deze band uit de mijnstreek maakt
rauwe en harde ´cowpunk´. Geen muziek voor watjes. Zou je wel eens willen horen
hoe het klinkt als de zwaar bebaarde heren een nummer van Carboon spelen? Dan
moet je zaterdagavond 9 mei - daags voor Moederdag - present zijn op Mama´s Pride,
het tweedaagse popfestival dat nu voor de 21e keer plaatsvindt in het Burgemeester
Damenpark te Geleen. Verder zijn die avond onder meer regionale acts als Jick Munro
& The Amazing Lazerbeams (rockabily/Americana), Peter Beeker & Ongenode Gaste
(indierock), Southern Sunrise (pop) en Sem Dylan (singer/songwriter) present. Stuk
voor stuk met een nummer in eigen stijl van de befaamde in 1976 uitgebrachte LP
´Witste nog, koempel...´ van de formatie Carboon.
7
Heilige Huisjes van Zwart Goud in gemeente Sittard-Geleen
´VERHALENTOCHT´ DOOR SANDERBOUT EN LINDENHEUVEL
Als iets stopt, is dat het begin van iets nieuws. Toen de mijnen gesloten werden moest
een voormalige ondergrondse mijnwerker het meeste wennen aan het daglicht.
Journalist Lubert Priems en verhalenverteller Maria van Raak pakken de draad op
toen vijftig jaar geleden de mijndeuren voorgoed gesloten werden. Hoe is het de
bewoners uit de vervlogen mijnwerkerskolonieën Sanderbout en Lindenheuvel
gegaan? In de Verhalentocht ‘Heilige huisjes van zwart goud’ trekken Priems en
Van Raak met het publiek de wijk in.
Via een koptelefoon hoor je passievolle zorgzame bewoners, klinkt melancholische
accordeonmuziek en een romantisch betoog voor scheve schuurtjes. Je stapt in een
kleine wereld van een groot gezin, je ziet straatjochies van toen en nu, en je ademt de
sfeer van een jubilerende feestzaal. Het publiek wandelt door de volkswijk, waar nu een
aantal mijnwerkershuisjes plaats maken voor nieuwe woningen.
Toen de schoorstenen van de Staatsmijn Maurits nog volop rookten, liepen de
mijnwerkers in groten getale vanuit Sanderbout en Lindenheuvel dagelijks naar de
mijnzetel in Lutterade. Via de mijn kwamen de koempels van deze wijken met elkaar in
contact. Dit fascineerde Priems en bood hem inspiratie voor het project. Priems: “De koel
beheerste alles. Je werk, je vrije tijd, je sociale leven. Het was een sociaal bindmiddel.
Toen dat weg viel, moesten veel mensen het plots zelf doen. Noem het participeren.
De diversiteit aan nationaliteiten en culturen was in de tijd van de mijnen groot, maar
is nu misschien nog groter door de tijdelijke anti-kraakbewoners. Stof genoeg dus voor
uiteenlopende vertellingen”.
Op 17 mei beginnen de verhalentochten; tot en met 1 juli heb je de kans om deel te
nemen. ‘Heilige huisjes van zwart goud’ is een bijzonder samenwerkingsproject met
De Domijnen en met het vaandelproject van kunstenaars Sandrien Wansink en Nathalie
Brans.
Méér informatie over de Verhalentocht is te lezen op: www.verhalentocht.eu. Deelnemen
kost tien euro per persoon. Reserveren voor deelname aan de tocht is verplicht.
Continium presenteert drie exposities over mijnbouw
IN SAMENWERKING MET HET DOMEIN, MUSEUM LAND VAN VALKENBURG
EN HET JAAR VAN DE MIJNENOut of the Dark
Continium werkt samen met Museum Het Domein in Sittard en Museum Land van
Valkenburg aan het project genaamd ‘Out of the Dark’, een estafette van drie
exposities rondom het thema mijnbouw en kunst. De tentoonstellingen worden
grotendeels samengesteld met schilderijen, tekeningen, glas-in-loodramen en
maquettes uit de collectie van het Continium en uit de DSM Art Collection. Buiten het
bestaande werk om, zijn diverse studenten en kunstenaars gevraagd om nieuw werk te
maken. Met Out of the Dark zetten de musea de nieuwe en oude kunst uit de depots
in de schijnwerpers. Voor de Out of the Dark-expositie in het Continium geven drie
hedendaagse kunstenaars, Ingeborg Meulendijks, Diana Ramaekers en Paul Devens
een reflectie op het mijnverleden.
Out of the Dark bestaat uit de tentoonstellingenreeks:
- De DoMIJNen - Barbara en andere mijnheiligen: 04/12/2014 t/m 28/06/2015
- Museum Land van Valkenburg – Het Landschap: 28/06/2015 t/m 30/08/2015
- Het Continium - De Arbeid: 23/10/2015 t/m ca. april 2016
Productie in Columbus – Earth Theatre
Naast de exposities zal er - in het nog te realiseren Columbus - Earth Theatre - een film
te zien zijn over de mijnbouw: de gigantische afmetingen en industrie van de mijnen.
Door het digitaal reconstrueren van ondergrondse schachten, galerijen en pijlers en
de koppeling met objecten uit de collectie steenkolenmijnbouw van het Continium en
oral history-materiaal zal de bezoeker veel te weten komen over de mijnen zelf. Deze
film is vanaf 23 oktober te zien in het theater.
8
Dries groeide op in het Kerkraadse
Spekholzerheide. Daar stond de mijn
Willem-Sophia. Zijn vader dreef er een
steenfabriek, die veel aan de mijnen
leverde.
“Ik was misdienaar en had geen moeite
met opstaan. Daarom werd ik vaak
gevraagd om de vroege mis van half zes
te dienen. Daar zaten dan mijnwerkers
die na hun werk rechtstreeks naar de kerk
gingen. De meesten van hen zaten door-
gaans te slapen in de banken. Dat beeld
staat me nog altijd bij.”
De bloeitijd van de mijnen, de sluiting-
en en het daaropvolgende jarenlange
herstructureringsproces van ´zwart naar
groen´. Dries stond er met zijn camera
bij.
Momenteel is hij vrijwel fulltime doen-
de met de organisatie van het jaarlijkse
fietsevenement Limburgs Mooiste, met
telkens ruim 15.000 deelnemers uit
het hele land. Dries: “In het Jaar van de
Mijnen moeten we niet alleen terugblik-
ken, maar ook vooruit kijken. In de nu
´groene´ streek kunnen we inzetten op
de toeristische industrie.”
´Limburgs Mooiste´ doet daarbij letterlijk
een aardige duit in het zakje, want al die
duizenden fietsers die het heuvelland
doorkruisen laten ook geld achter. Dit
jaar vindt het tweedaagse evenement
plaats op 29 en 30 mei.
Onderdeel van het programma is nu een
familietocht op zaterdag, die in het teken
staat van het Jaar van de Mijnen. Deze
is opgezet in samenwerking met de ge-
meentelijke organisatie Historisch Goud
en voert de deelnemers langs punten die
te maken hebben met de mijnhistorie,
waar tevens vrijwilligers uitleg geven.
De routes krijgen daarna een permanent
karakter.
Maarten Brorens
Onder onze voeten. Beelden uit de mijnstreek
244 PAGINA’S FOTOBOEK SAMEN-GESTELD DOOR PAUL ARNOLD (SHCL)
Sinds het begin van de moderne kolenmijnbouw in ons land brachten fotografen elke
uithoek van die boven- en ondergrondse bedrijven in beeld. Staatsmijnen richtte er na
de oorlog zelfs een eigen fotodienst voor op.
De vijf fotografen die in die jaren voor deze fotodienst werkten (Frans Cals, Harry
Driessen, Chris Geurts, Math Grubben, Karel van Straaten) maakten naar schatting een
miljoen opnames. Het merendeel van al die mijnbouwfoto’s bleef bewaard en is onder-
gebracht in archieven. Historicus Paul Arnold is al jaren gefascineerd door de rijke
verzameling beelden uit het Nederlandse mijnverleden. Voor Onder onze voeten
verzamelde hij een aantal van de mooiste zwart-witfoto’s verzameld en voorzag ze van
commentaar. Het merendeel van zijn selectie wordt nu voor het eerst gepubliceerd.
Het boek Onder onze voeten. Beelden uit de mijnstreek is een uitgave van Uitgeverij
Vantilt (ISBN 9789460042225) en kost €22,95; verschijnt op 1 mei 2015.
In Jaar van de Mijnen een speciale fietsroute langs historische plekken
OUD-FOTOGRAAF DRIES LINSSEN ZET MET LIMBURGS MOOISTE IN OP ´MIJNTOERISME´
In de nu ‘groene’ streek kunnen we inzetten op de
toeristische industrie
Dries Linssen heeft heel wat mijnen voor de lens gehad. Het mijnsluitingsproces legde hij vast met zijn toenmalige collega´s Frans Welters en John Herstein. Dit zijn nu dus historische opnamen / foto: Luc Lodder
Dries Linssen uit Heerlen - toen persfotograaf - was er in 1976 bij toen de 135 meter
hoge Lange Jan, een van de schoorstenen van de mijn Oranje Nassau in Heerlen,
opgeblazen werd en ter aarde stortte. Alleen stond hij, net als vele anderen die wilden
fotograferen en filmen, aan de verkeerde kant. Immers, de Lange Jan viel niet in de
geplande richting, maar vlijde zich neer aan de andere zijde. “Ik rende toen naar de
Sittarderweg in de hoop iemand tegen te komen die van daaruit de val wèl in beeld
had kunnen brengen. John van Deursen, een bekende van me, had op het juiste
moment afgedrukt en ik mocht het filmpje van hem kopen. Die foto is toen de hele
wereld over gegaan.”
9
Theatermaakster en stadsdichteres kiezen toch voor Heerlen
NINA EN MICHELLE: THUISGEVOEL IN EEN STAD
WAAR ZE ZICH EERST VOOR SCHAAMDEN Heerlens officieel benoemde ´stadsdichteres´ Michelle Bracke is net terug van een korte vakantie in New York. Een zinderende en
inspirerende wereldstad, zou je zeggen. Niet dus: “Te druk, heel commercieel, erg kunstmatig. En dan alleen maar die brede en
rechte straten. Ik was blij toen ik weer in Heerlen was!”
Theatermaakster Nina Willems ging voor
studie en werk naar het westen, maar
keerde uiteindelijk toch weer terug naar
het zuiden. Woont nu in Maastricht,
maar voelt steeds meer de drang om
zich te nestelen in de stad waar zij op-
groeide: Heerlen.
De centrumgemeente van de voorma-
lige Oostelijke Mijnstreek had de naam
een naargeestige drugs- en betonstad te
zijn en fungeert nu voor jonge mensen
als een warme moederschoot. Michelle
en Nina, beiden medio tachtiger jaren
geboren, kennen de verhalen. Nina: “Mijn
jeugd bracht ik door op Zeswegen, de
wijk die gebouwd is op de steenberg van
de mijn Oranje Nassau I. De dagelijkse
route van en naar school liep via de tip-
pelzone aan de CBS-weg en het centrum
waar zich veel verslaafden ophielden.
De stad zelf vond ik ook lelijk en suf. Als
18-jarige wilde ik weg van hier.”
Michelle herkent dat gevoel: “Ik vond dat
ik hier verstofte. Veel bekenden verhuis-
den naar Utrecht en Amsterdam. Uitein-
delijk ben ik niet weggegaan omdat mijn
familie en vrienden hier wonen. Maar
toen ik later de geschiedenis van de stad
leerde kennen, was het schaamtegevoel
weg.” Tijdens een recent jongerendebat
maakte Michelle een gedicht, geïnspi-
reerd op wat verteld werd. Ze noteerde
onder meer ´huldigen van wat aan ons
vooraf ging´,
´hervinden wat verloren is´ en ´van de
sokkel geslagen likken we braaf de
littekens van ons verleden`.
Nina bereidt momenteel een theaterstuk
voor dat uitgevoerd wordt tijdens het
zomerfestival Cultura Nova. “Natuurlijk
zijn er nog steeds problemen in de stad.
Leegstand, lelijke kantoren en de krimp.
Maar dat gevoel van ´het is niks en het
wordt niks´ is gelukkig weg. Ook bij mij.
Ik doe nu research en begrijp dat de
mijnsluitingen niet alleen een economi-
sche, maar ook emotionele klap bete-
kenden. Wat de impact was op de men-
sen.” Michelle merkt ook hoe diep ´de
koel´ nog steeds in genen zit. “De vader
van een vriend grijpt alles aan om over
de mijn te vertellen. Hij is er nog hele-
maal vol van. Een paar zwarte schoenen
brengt hem al op een verhaal.”
Nina´s voorstelling gaat echter niet over
de mijnen, maar Heerlen nú.
De stad waarvan ze zegt: “Hier vind ik
rust, die ik in de Randstad niet heb. Hier
kan ik mijn werk laten aarden.”
´Doorgrond´ is de naam van het project.
“Hé, da´s een sterke titel”, roept Michelle.
“Ja, ik probeer inderdaad te doorgronden
wat deze stad is”, bevestigt Nina. “In ieder
geval kijk ik nu positief naar de stad. Als
ik vroeger aankwam dacht ik ´Hè!´ en nu
`Há!`”
Maarten Brorens
De stad zelf vond ik ook lelijk en suf.
Als 18-jarige wilde ik weg van hier
nazaten van het beloofde land
wij, nazaten van het beloofde land
onontkoombaar lijkt voor ons
het huldigen van wat aan
ons voorafging
het knielen voor wat we nooit
geweest zijn, waar we nooit waren
maar we moeten hooghouden
wat gezonken is, ontharden
wat versteend en hervinden
wat verloren is in een wereld
wiens schwung is ontwricht
van de sokkel geslagen likken
we braaf de littekens van ons
verledenzo ketent zich iets
langzaam om onze polsen
kostbaar en benauwend tegelijk
is het alsmaar omslaan van de
zwarte bladzijden
de gele randen van het verleden
die ze volhardend vergouden
want het is daarwaar het beloofde
land nog bruist als een rijpe vulkaan
raak het aan en het springt hoog uit
zijn kloof omhoog en wij, nazaten
van het beloofde land wegen onze
opties af: we rennen, we blijven
en eten van de resten in een
verlaten tempel of we loven
de zwarte glorie die ons baarde en
rijpen als prille eieren voort onder
haar vleugels het raam naar buiten
lijkt groter dan vroeger hoog en
mintblauw hangt het wolkendek
als een kalme oceaan boven de
regio daaronder een volk in dubio -
wij een beetje ten vondeling gelegd
op een verlaten dansvloer
Gedicht van Michelle Bracke,
stadsdichteres van Heerlen,
gemaakt tijdens een recent
gehouden jongerendebat
Michelle (links) en Nina op het marktplein van de stad die ze weer in hun hart hebben gesloten / foto: Fabian de Kloe
10
“Na de sluitingen wilde men alles zo snel mogelijk vergeten.”
JAN DE WIT VERZETTE ZICH TEGEN NAAMSWIJZIGING OOSTELIJKE MIJNSTREEK
“Na de mijnsluitingen wilde men het verleden blijkbaar zo snel mogelijk vergeten. Alles
werd gesloopt en zo snel mogelijk moest de regio van zwart naar groen. Toen ook nog
plannen werden geopperd om de naam Oostelijke Mijnstreek te vervangen, heb ik me
daar als gemeenteraadslid in Heerlen tegen verzet.” De actie van Jan de Wit heeft niet
mogen baten. Ook in naam werden mijnverleden en historie weggevaagd. Parkstad
Limburg werd de nieuwe naam van deze regio. Jan heeft er nog steeds moeite mee.
De ellende die de afbouw van de
kolenindustrie met zich meebracht zag
Jan overal om zich heen. “Mijnwerkers
werden ontslagen. Ze woonden met hun
gezinnen in slecht onderhouden huizen,
waarvan ook nog eens de huren omhoog
gingen. Stoflongen. Slechte pensioenen.
De meesten waren na ontslag radeloos.
Het was zelfs zo, dat als ze weigerden de
huurverhoging te betalen, ze meteen de
deurwaarder op de stoep kregen.”
Hem staat nog altijd het beeld van zijn
vroegere buurman voor ogen. “Hij had
een ernstige vorm van silicose. Als het
mooi weer was dan droegen zijn zonen
hem de tuin in en het enige wat hij nog
kon was voorovergebogen naar adem
snakken. Verschrikkelijk vond ik dat.”
Samen met mede-SP´ers trok Jan de
mijnwerkerswijken in. We gingen
huis-aan-huis om de problemen te in-
ventariseren en er werden actiecomite´s
opgericht. We merkten ook dat mensen
vaak bang waren, want de mijnen zorg-
den altijd voor werk, een huis en kolen.
Ze durfden hun mond niet open te doen.”
Uiteindelijk bleken de Limburgse koem-
pels wel degelijk strijdbaar, want medio
1975 trokken ze met maar liefst 300 auto-
bussen vol naar Den Haag om aandacht
te vragen voor de slechte pensioen-
regelingen. Die strijd heeft nog heel lang
aangehouden, weet Jan de Wit. Ook die
van het Actiecomité Ereschuld Mijnwer-
kers, waarvan hij een tijdlang voorzitter
was. “We wilden erkenning van silicose
als beroepsziekte en dus vergoedingen
voor mijnwerkers en hun weduwen.
In de tijd van de mijnen was het zo dat
keuringsartsen het meestal afdeden als
astma en bronchitis. Uiteindelijk hebben
zo´n 2000 oud-mijnwerkers een ver-
goeding van 20.000 gulden gekregen.
Dit was mede te danken aan toenmalig
premier Ruud Lubbers, die in 1991 bij een
bezoek aan Heerlen erkende dat er inder-
daad sprake was van een ereschuld.”
Jan ging de landelijke politiek in. Vorig
jaar pensioneerde hij. Nu is hij onder
meer secretaris van het Mijnmuseum in
Heerlen.
Brabant, daar groeide hij op. Maar zijn
vrouw Riet is afkomstig uit Hoensbroek,
een straat in de schaduw van de
imposante schacht van Staatsmijn Emma.
Jan besluit met een anekdote: “De slaap-
kamer van de ouders van Riet keek uit op
de mijn. Riet´s moeder heette ook Emma.
Haar vader zei vaker: `Of ik in me in bed
nu links- of rechtsom draai, altijd
zie ik Emma!´”
Maarten Brorens
Jan de Wit op de plek van de ondergrondse treinmachinist nabij het Mijnmuseum in Heerlen. Op de achtergrond locomotief ON 14, die jarenlang voor de Oranje Nassau-mijnen stoomde en recent dank zij de inzet van Stichting tot Behoud van Mijnlocomotieven na 36 jaar is teruggehaald naar Heerlen / foto: Luc Lodder)
Monumenten die herinnering aan mijnverleden levend houden
HOOFDROL VAN ITERSON-TORENS IN PLANNEN VOOR
OPVALLENDE LANDMARKS Op het terrein van Staatsmijn Emma
stonden de eerste zogeheten Van
Iterson-torens. Koeltorens die honderd
jaar geleden werden ontworpen door
Frederik van Iterson, toen directeur
van de Staatsmijnen. Het betrof een
revolutionair ontwerp, een zelfdragende
constructie van gewapend beton. Nog
steeds worden ze wereldwijd gebruikt.
Het laatste exemplaar van de Emma was
voorbestemd als Rijksmonument, maar
werd - na veel protesten - in 1985 g
esloopt. Nu, in het Jaar van de Mijnen,
zijn er plannen om op de plek waar
voorheen de betreurde Van Iterson-
toren van de Staatsmijn Emma stond,
een nieuwe toren te plaatsen met een
hoogte van 12 meter, met daaromheen
tien kleinere torens van vijf meter. Deze
krijgen de kleuren van de vlaggen uit de
landen van herkomst van de vroegere
mijnwerkers in deze regio, waaronder
Polen, Hongarije, Italië, Slovenië, Spanje,
Turkije en Marokko. Alle torens krijgen
een lattenconstructie in diverse kleuren,
zodat ze van verre de aandacht trekken.
Dit project wordt gedragen door Stich-
ting BIZ Winkelcentrum Hartje Hoens-
broek. De grote toren is voorgedragen
als uit te voeren project bij IBA Parkstad
(Internationale Bau Ausstellung), maar
de kleine, verplaatsbare torens komen
er in ieder geval. De eerste beleeft een
onthulling tijdens de Braderie
Hoensbroek op 14 mei.
Marc Jetten, directeur van Stichting Jaar
van de Mijnen, raakte geïnspireerd door
dit initiatief. Dat bracht hem op het idee
invulling te geven aan de breed ge-
dragen wens voor een ´landmark´ op
een open zichtlocatie. “Ik denk aan een
modern monument dat de herinnering
aan de Limburgse steenkolenmijnen
levend houdt. En dat tevens symbool
staat voor het feit dat sedert de mijn-
sluitingen Zuid-Limburg weer uit het dal
is gekropen en nu optimistisch vooruit
blikt. Op een markante plek, ergens in de
mijnstreek zou een groot herkennings-
punt, een landmark gerealiseerd dienen
te worden dat visueel een onmiskenbare
link met de mijnen legt.”
Maurer United Architects uit Maastricht,
dat ook borg stond voor het ontwerp
van het Hoensbroekse monument, heeft
twee plannen uitgewerkt. Een daarvan
is gebaseerd op de immense koeltoren
van Chemelot te Geleen, die duidelijk
zichtbaar is vanaf de A2. Marc: “Gedacht
wordt aan een opvallende beschildering
in de kleuren geel, zwart, blauw en wit
van de EGKS, de in 1951 opgerichte Euro-
pese Gemeenschap voor Kolen en Staal
waarvan een van de voorbereidende
vergaderingen in Heerlen plaatsvond.
De EGKS was de voorloper van de
Europese Unie. Na zonsondergang wordt
de toren aangestraald in wisselende
kleuren. Een ander idee behelst een
uitkijktoren, voorzien van een laser-
installatie die licht over de wijde om-
geving kan uitstralen maar ook zodanig
ingesteld kan worden dat middels licht-
lijnenspel een koeltoren zichtbaar wordt.”
Mede omdat er zo weinig zichtbaars van
het mijnverleden is overgebleven, hoort
Marc in heel Zuid-Limburg al geruime tijd
de roep om een herkenbaar landmark. “We
hebben het idee getoetst bij verschillende
bestuurders en instellingen en de reacties
zijn zeer positief.”
Maarten Brorens
11
Het tweede weekend van april ‘opende’
het Jaar van de Mijnen in Brunssum;
er was o.a. een bijzondere fototentoon-
stelling in d’r Brikke Oave van circa 120
foto’s uit de collectie van Antoon Adriaens.
Heemkundevereniging Brunssum
presenteerde een nieuwe publicatie;
tevens werden er speciale Brunssumse
#M2015-postzegels verkocht, evenals
een Brunssums herdenkingsspeldje.
Het MIJN pop-up museum trekt de Heerlense wijken in. Medio april organiseerde
Rijckheyt (het centrum waar de historische archieven en collecties van de gemeenten
Brunssum, Gulpen-Wittem, Heerlen, Nuth, Simpelveld en Voerendaal zijn ondergebracht)
het eerste MIJN pop-up museum in Beersdal. Met onder meer een foto- en film-
presentatie, mijnwerkersattributen uit het privémuseum van Roy Simons uit Meerssen,
(Mijnmuseum de Beukel). Heerlen Vertelt noteerde interessante verhalen van bewoners
uit de wijk.
Historicus Roelof Braad: “Na een sfeervol weekend vol enthousiaste verhalen en een
bezoek - sommigen bleven een hele middag - door ongeveer 250 mensen, vooral (oud-)
buurtbewoners die het Mijn Pop Up Museum bezochten kijken we uit naar het volgende
weekend in de buurt Passart in Heerlerheide dat zal plaatsvinden in het Volkshuis,
Dennestraat 2 van 29 t/m 31 mei” De huizen van Beersdal en Rennemig zijn rond de
Eerste Wereldoorlog door de Oranje Nassaumijnen gebouwd voor mijnwerkersgezinnen.
Op het terrein van ON III verrees in de jaren tachtig de buurt Rennemig.
Er zijn in totaal acht MIJN Pop Up Musea. Volg hun verrichtingen op Facebook;
en de social media van het Jaar van de Mijnen via #m2015.
foto´s: Luc Lodder
foto´s: Fabian de Kloe
12
Opening Cultura Nova in teken van Jaar van de Mijnen
THEATERVOORSTELLING OP FUNDAMENTENVAN ´LANGE LIES´ EN ´LANGE JAN´
Mijnverleden inspireert de creativiteit van Nour Kadhem
“IK HEB GEHOORD VAN KANARIES DIE MIJNGAS MOESTEN OPSPOREN”
“Als we met de trein Heerlen binnenreden vond ik het altijd prachtig om naar de draaiende schachtwielen en de rokende
schoorstenen Lange Lies en Lange Jan te kijken. Als we op familiebezoek in Maastricht waren geweest en in het Dafje van
mijn vader terugreden hielden mijn broer en ik een wedstrijdje: wie ziet de schoorstenen als eerste?”
Fiedel van der Hijden, grondlegger van het
jaarlijks theaterfestival Cultura Nova dat
komende zomer haar 25e editie beleeft,
koestert scherp getekende herinneringen
uit zijn kinderjaren. “Ja, die schoorstenen
van de Oranje Nassau-mijn waren her-
kenningspunten van Heerlen, ´landmarks´
zoals ze dat tegenwoordig noemen.”
De Heerlense volkszanger Wiel Knipa
vergeleek de 135 meter hoge Lange Jan
in een bekend lied met de Eifeltoren van
Parijs. Die staat echter nog fier overeind.
Dat kunnen we van het Heerlense schoor-
stenen-echtpaar niet zeggen. Beide wer-
den, met een tussenpoos van een week,
in 1976 opgeblazen. Waarbij de Lange Jan
´wraak´ nam door - tot ontzetting van de
honderden toeschouwers - de verkeerde
kant op te vallen. Fiedel was er als 16-jari-
ge knaap bij. “Met een 8mm camera was ik
aan het filmen. Na de plof van de spring-
stof hupte Lange Jan even op en neer,
blies wat rook uit en het leek wel of hij niet
toe wilde geven. In het publiek werd al
triomfantelijk gejuicht: ´Hij blijft staan!`.
Met glanzende ogen vertelt Nour
Kadhem uit Heerlen in nagenoeg
vlekkeloos Nederlands hoe plezierig zij
het vindt om hier te wonen en werken:
“De mensen zijn heel open en vriende-
lijk. Nadat ik met mijn vader, moeder en
broer zes jaar geleden vanuit Irak naar
Nederland was gekomen, hebben we
eerst in Den Haag gewoond. Daar kijken
ze je heel vreemd aan als je iemand die
je niet kent gedag zegt. Hier in Limburg
gebeurt dat niet. De mensen zijn aardig!”
Momenteel studeert Nour Interieur en
Vormgeving in Maastricht en loopt stage
bij een modeproject van het Jaar van de
Mijnen. Drie jonge Limburgse ontwer-
pers maken haute couture-ontwerpen
die gebaseerd zijn op de mijnwerkers-
kleding èn die van de vele nationale en
internationale culturen in de mijnstreek.
Op basis daarvan worden tevens com-
merciële kledingstukken voor verkoop in
de MIJNshop aan de Bongerd gemaakt.
Nour is een van de degenen die deze aan
de machine vervaardigt. Dat doet ze bij
het creatieve leerwerkbedrijf 100%
Heerlen onder leiding van Carola van
Iersel aan de Geleenstraat, waar ze drie
jaar geleden een traject van een half jaar
doorliep.
“Ik wist niets van de geschiedenis hier,
dus heb ik veel met mensen gepraat. Ik
wilde weten hoe ze leefden en hoe ze
zich kleedden. En ze vertelden me van de
mijnwerkerspungel. Een geblokte hand-
doek met daarin de boterhammen.” Trots
toont Nour een tas die gemaakt is van
pungeldoek, voor de koper een mooie
herinnering aan het mijnverleden.
Maar de kennis van Nour gaat gedetail-
leerd verder: “Ik heb ook gehoord van de
kanaries die ze vroeger in de mijnen ge-
bruikten om mijngas op te sporen.” Breed
lachend showt ze een tas met daarop het
profiel van een zwarte kanarie genaaid.
Het zwart van de steenkool gecombi-
neerd met de kanarie die levens redde,
maar er zelf het loodje bij moest leggen.
In de MIJNshop ontmoet ze veel
oud-mijnwerkers. “Laatst kwam een oude
Waarna hij alsnog omviel.” Fiedel herinnert
zich die periode als “geen leuke tijd”. Hij
studeerde Sociale Dienstverlening en liep
stage bij een project voor werkloze mijn-
werkers. “Ze stonden wekelijks in lange
rijen om hun briefjes af te laten stempelen.
Samen met onder meer een jurist
bemande ik een stand om ze te helpen.
Het gebeurde wel dat ze gekort werden
op hun magere uitkering omdat ze bij-
voorbeeld vergeten hadden het briefje in
te leveren.”
Begin tachtiger jaren startte Fiedel met
een kleinschalig straatfestival om wat kleur
te geven aan de toen nog zieltogende
meneer in een rolstoel binnen. Hij begon
helemaal te stralen en riep `Oh wat mooi!´
toen hij spullen zag die hij nog kende van
vroeger.”
Een jonge Irakese vrouw die de vreug-
devolle trots van de Limburgse koempels
weer aanwakkert! Hoe mooi wil je het
hebben in het Jaar van de Mijnen?
“Maar ik heb het Nederlands staats-
burgerschap, hoor. Ik ben nu officieel
een kaaskop!”
Haar brede smile blaast de laatste resten
mijnstof weg en staat symbool voor een
frisse toekomst van de mijnstreek.
Maarten Brorens
Fiedel van der Hijden geeft met Cultura Nova kleur aan stad en regio / foto: Luc Lodder
Nour Kadhem maakt kleding voor de MIJNshop-collectiefoto: Luc Lodder
voormalige mijnstad. Dat groeide uit tot
Cultura Nova. Samen met huidig festival-
directeur Rocco Malherbe geeft hij regel-
matig opdracht uitvoeringen te maken die
gebaseerd zijn op heden en verleden van
de streek. De groep Plasticiens Volants, die
met kolossale ballonfiguren door de stad
trekt, had eens een voorstelling met de
naam De Vreemdeling. Fiedel: “Ze hadden
zich verdiept in de regio en gezien dat hier
veel mensen van verschillende nationali-
teiten wonen. Naar aanleiding daarvan is
ook de muurschildering in het Schelmen-
hofje aan de Heerlense Pancratiusstraat
gemaakt. Het pompstation van de voor-
malige staatsmijn Hendrik in Brunssum
hebben we eens gebruikt als decor voor
een voorstelling.”
De opening van Cultura Nova 2015
vindt plaats bovenop de nog bestaande
fundamenten van Lange Lies en Lange
Jan. Een groot aantal andere voor-
stellingen staat ook in het teken van het
mijnverleden.
Maarten Brorens
De Limburgse mijnstreek was al multi-cultureel, lang voordat dit woord bestond. Vanaf de grootschalige start van deze bedrijfstak
aan het begin van de vorige eeuw trokken de mijnen werknemers aan uit allerlei Europese landen en later ook van daarbuiten.
Nog steeds is de regio een kleurrijk palet van uiteenlopende nationaliteiten.
13
Belgische oud-mijnwerkers uit Belgisch
en Nederlands Limburg en Blégny
bezochten eerst het Nederlands mijn-
museum in Heerlen, daarna de mijn in
Blégny en eind maart diverse mijnsites
in Belgisch Limburg. Dit driedelig
uitwisselingsprogramma van Het Jaar
van de Mijnen #m2015 (een samen-
werking tussen de Blégny-mijn, Erfgoedcel
Mijn-Erfgoed, het Nederlands Mijnmuseum
en Stichting M2015) brengt het gemeen-
schappelijk mijnverleden van de Euregio
Maas-Rijn in beeld. Studenten van de
Universiteit Maastricht documenteren
deze ontmoetingen met audio- en
video-opnames.
foto´s: Fabian de Kloe
14
• Collectie Jef Diederen Venlo
T/M 30 AUGUSTUS 2015
Tentoonstelling - Venlo
• “Mind the Black”
door Wafae Ahalouch el Keriasti
T/M 31 DEC 2015
Muurschildering - Heerlen
• Mine-Art Holland
T/M 31 AUG 2015
Tentoonstelling - Sittard-Geleen
• Expositie van Vetkoal tot Dyneema
T/M 31 AUG 2015
Expositie - Geleen
• De Limburgers in de DSM Art Collection
T/M 21 JUNI 2015
Expositie - Valkenburg
• ‘Onder onze voeten’
T/M 6 JULI 2015
Mini-expositie - Maastricht
• Mine Mapping
T/M 3 MEI 2015
Tentoonstelling - Aken
• Dusty Talk door Malène Zegers
1 MEI 2015 T/M 31 MEI 2015
Expositie - Kerkrade
• Kunstproject ‘De ene hand wast
de andere hand’
MEI 2015
Sittard-Geleen
• De sociale kwestie in het mijnbedrijf
8 MEI 2015
Film, lezing - Heerlen
• 2e Charlemagnelezing Lezing:
Verdeeld verleden & gedeelde toekomst
9 MEI 2015
Lezing - Sittard-Geleen
• Aad de Haas: Sociaal Rebel
27 MEI T/M 27 SEPT 2015
Tentoonstelling - Heerlen
• Aad de Haas: In de Mijnstreek
T/M 24 MEI 2015
Tentoonstelling - Heerlen
• Bezoek Mijnmuseum Alzheimerafdeling
Parkstad Limburg
11 & 19 MEI & 9 JUNI 2015
Ontmoeting/bezoek
Heerlen, Brunssum, Kerkrade
• Koempelwandeling
17 MEI 2015
Evenement - Voerendaal
• Heilige Huisjes van Zwart Goud
15 MEI T/M 1 JUNI 2015
Evenement - Sittard-Geleen
• Europees Kampioenschap
Böhmisch-Märisch 2015
15 MEI 2015 T/M 17 MEI 2015
Muziek - Kerkrade
• Internationaal Voetbaltoernooi D-jeugd
SV Langeberg
17 MEI 2015
Evenement - Brunssum
• Exploring the landscape 2:
Silica door Frank Bruggeman
T/M ZONDAG 7 JUNI 2015
Tentoonstelling - Heerlen
• MIJNverzet
29 & 30 MEI 2015
Theatervoorstelling – Sittard-Geleen
• Week van de amateurkunsten:
30 MEI 2015 T/M 7 JUNI 2015
Evenement - Sittard-Geleen
• Opening mijnfietsroute tijdens
Limburgs Mooiste
30 MEI 2015
Sport - Heerlen, Kerkrade, Brunssum
• 35-delige tv-reeks Onze Mijnwerkers L1
Elke zaterdag t/m 12 DEC 2015
TV
• And the winner is.... Barbara
T/M 27 JUNI 2015
Tentoonstelling - Sittard-Geleen
OOKDEZE
MAAND
Zeche Zollverein ~ EssenIn 2010, toen het Ruhrgebied Culturele hoofdstad van Europa
was, was het terrein van de voormalige mijn het middelpunt van
de activiteiten. De Zeche Zollverein Schacht XII in Essen is een
representatief voorbeeld van de ontwikkeling van de zware
industrie in Europa. Het was ooit de grootste en modernste
kolenmijn ter wereld. Tegenwoordig is het industriecomplex met
zijn door het Bauhaus beïnvloede architectuur (de architecten
Fritz Schupp en Martin Kremmer brachten hier tussen 1927 en
1932 een heel bijzonder industriecomplex tot stand) een icoon
van de moderne industriebouw en een centrum van kunst en
cultuur. Er zijn exposities van moderne kunst in de naburige
cokesfabriek en hedendaags design in het verbouwde ketelhuis
van de kolenmijn. Zollverein is ‘pure industrie’ en tegelijkertijd
symbool van het Ruhr-gebied als regio die aan het veranderen is.
Industriecomplex Zeche Zollverein in Essen maakt deel uit van
de UNESCO-route „Levenslust en hoogstaande cultuur“. Sinds
2001 draagt het industriemonument de titel van werelderfgoed.
Openingstijden en rondleidingen (óók Nederlandstalig):
www.zollverein.de
Mijnmuseum Beringen Het mijnverleden van Belgisch Limburg belicht. Elke dag
geopend van 10u tot 17u. Er is een moderne tentoonstellings-
ruimte inclusief ondergrond-simulatie met authentieke
historische mijngebouwen. Je kan je er mijnwerker voor één dag
voelen tijdens de Mijn-zondagen. Onder begeleiding van een
gids maak je dan een twee uur durende tocht door de historische
gebouwen. Je legt dezelfde weg af als de mijnwerkers vroeger
voor ze in de ondergrond afdaalden. Je komt langs de betaalzaal,
de badzaal, de lampenzaal, de bezettingszaal (waar het werk
verdeeld werd) en de liftkooien. Ook het ophaalmachinegebouw
maakt deel uit van de toer, die wordt afgesloten met een ritje in
een authentieke mijntrein. Er zijn mijnzondagen op 3 en 17 mei,
7 en 21 juni, 5 en 19 juli, 2 en 16 augustus, 20 september, 4 en
18 oktober; telkens om 11 en 14 uur. De rondleiding duurt 2 uur.
Reserveren is niet verplicht. Zie: www.mijnmuseum.be
C-mine Expeditie GenkC-mine expeditie is een uniek belevingsparcours, dat al je zintui-
gen prikkelt. De avontuurlijke tocht dompelt je onder in boeiende
verhalen over de mijn in al zijn vormen. Je daalt af tot zes meter
onder de grond en ziet er verrassende installaties. Je produceert
er je eigen mijn-‘sound’ door hendels, knoppen en wielen te
bedienen. Proef de atmosfeer van de mijnen terwijl je ronddwaalt
in het doolhof op weg naar de bovengrond. Het hoogtepunt van
de expeditie is de beklimming van de gigantische en authentieke
schachtbok op het plein in Genk. Kijk op voor meer informatie
op www.C-Mine.be daar staat méér over deze Beleef C-mine
bezoekersattractie.
Blégny Mine Slechts één plaats in België biedt nog de mogelijkheid om af te
dalen in de mysterieuze, ondergrondse wereld. Dat is de mijn van
Blégny. Gekleed in een typische overjas en met gele veiligheids-
helm dalen bezoekers met de liftkooi af naar het Belgische indus-
triële verleden. De spannende en soms gevaarlijke realiteit van de
mijnwerkers komt er weer tot leven. Maak kennis met de
omstandigheden waarin de mijnwerkers dagelijks zwoegden en
zie de gevaren waar ze mee geconfronteerd werden. U hoort
het lawaai van de machines die ze gebruikten en krijgt zo een
realistisch beeld van het leven in de mijn. Zie voor méér
informatie: www.BlegnyMine.be
Energeticon Alsdorf AachenOp het terrein van de voormalige steenkolenmijn AnnA II in
Alsdorf, gemeente Aken, staat het Energeticon: een belevenissen-
wereld en centrum over de mijnbouwgeschiedenis en
toekomstige technologieën. De geschiedenis en de toekomst
van energie worden hier in de historische ruimtes spannend en
interactief gepresenteerd. Men begint bij het leven en de werk-
zaamheden van de mijnwerkers en eindigt bij vernieuwende
technologieën. Zie voor meer details en openingstijden:
www.energeticon.de
Nederlands Mijnmuseum HeerlenHet Nederlands Mijnmuseum koestert het Limburgse steen-
kolen- en mijnbouw-verleden. Het is gevestigd in het enige
Heerlense top 100 monument van de door Unesco beschermde
historische gebouwen, het schachtgebouw van de voormalige
Oranje Nassau 1 mijn te Heerlen. Het 3 etages tellende
schachtgebouw, gebouwd rond de 470 meter diepe mijnschacht,
is ingericht als expositieruimte. Tevens is het ophaalgebouw te
bezichtigen met de originele stoom aangedreven ophaalmachine
uit 1897. ‘s Maandags gesloten. Dinsdag t/m vrijdag van 10.30 tot
16.00 uur. Zaterdag en zondag van 10.30 tot 14.00 uur. Van dins-
dag tot en met vrijdag dagelijks rondleidingen om 11.00 uur en
13.30 uur. Zaterdag en zondag is er één rondleiding om 11.00 uur.
Raadpleeg de website voor meer informatie:
www.NederlandsMijnmuseum.eu
15
JAAR VAN DE MIJNEN M2015BLIKT TERUG MET OOG OP
DE TOEKOMSTOp initiatief van de gemeente Heerlen is 2015 het Jaar van de Mijnen. Precies vijftig jaar geleden
kondigde de toenmalige minister van Economische Zaken Joop den Uyl de sluiting van alle Limburgse
mijnen aan. Met méér dan 200 evenementen wordt stilgestaan bij deze beslissing die een voor de
regio moeizame periode inluidde. Tevens wordt de blik op de toekomst gericht. Het breed gedragen
programma is nog steeds groeiende, en wordt ondersteund door 12 gemeenten in Zuid-Limburg
en tal van maatschappelijke partners; ook in de voormalige mijngebieden in België en Duitsland.
DSM International, internationaal onderzoekscentrum innovatieve materialen / Foto: archief DSM, Ermindo Armino.
PARTNERS VAN HET JAAR VAN DE MIJNEN 2015 #M2015
Recommended