View
0
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
NOVEMBER 2OO5,1 "\
-,.-->', ALlt'\;",2
Nrruwsentrr vAN HEr l(NGMG, ALWDERTTGSTE JAARGANG / t'ruiunrn 7
rN KTFG / VrnscHtJirr B mnnL ppn Jnnn /
Twee€neenhatf jaar ESA Mars Express
Mars: van een droge woestijn naar een stoffige ijsktomp
Mars, de rode planeet, heeft altijd totde verbeelding gesproken: de kleur, demogelijkheid van leven op de planeet,zelfs de zekerheid bij een select gezel-schap dat we op Aarde al lang bezoekgehad hebben van Marsbewoners.Puntgaaflijkt hij op het eerste gezichtniet. Hij is verre van rond, lijkt op eenmandarijn waarvan aan de bovenkantde schil is afgehaald. Hij heeft eendraaiingsas die sterk uit het lood kanstaan en er ligt, met name op het noor-delijke deel van de planeet, zo'n dikkelaag stof dat er weinig te zien valt. Maarhet is een zeer intrigerende planeet meteen buitengewoon boeiende geologie.
Beagte zOp 2 juni 2003 is de Mars Expressgelanceerd vanaf Baikonur in Kazakh-stan. Ruim zes maanden later kwam deraket aan bij Mars. Beagle 2, het mini-laboratorium dat op de planeet zoulanden, werd op 19 december afgescho-ten vanaf het ruimteschip. De laatstefoto die de lander maakte, was van het'moederschio' direct na het loskomen.
Daarna is er op geen enkele manier meercontact geweest. wat er mis gegaan is,weet niemand. Mars Express zelf cirkeltkeurig om de planeet en geeft een schataan informatie. Het is de NASA in janu-ai 2004 wel gelukt om landers op Marste zetten die rondrijden en gegevensdoorseinen.De kennis over Mars heeft een enormesprong gemaakt door de stereobeeldendie de Mars Express van het oppervlakvan de planeet gemaakt heeft. Er is nueen topografische kaart van de planeetmet hoogtelijnen waarop laagdiktes enhoogteverschillen te zien zrjn. De ouderemissies naar Mars met de Viking haddendie apparatuur nog niet aan boord.
Dichotomy"Dit is echt revolutionair. We weten nudat het noordelijk deel van Mars heelplat is," vertelt Tanja Zegerc, sinds mei2003 als geoloog verbonden aan hetMars-project. "Het is een grote vlaktemet weinig topografie. Het zuidelijkedeel is veel hoger. De grens is een vrijscherpe rand, het hoogteverschil is een
tiental kilometers. De dichotomy wordtdie genoemd: de tweedeling. Het zui-delijk hoogland is bezaaid met inslagkra-ters van meteorieten. Het is een heel oudlandschap. Veel inslagkraters zijn ouderdan drie miliard iaar. De kraterdichtheidis een maat voor de ouderdom van degesteenten. FIoe meer kraters, hoe ouderhet landschap. Het noorden heeft er veelminder. Vulkanische activiteit wordt ookgedateerd met de kraterdichtheid. Dievergelijken we met onze eigen, aardse,maan. Omdat er gesteenten van de maanabsoluut gedateerd zijn, kunnen we zelfseen echte ouderdom toekennen aanperioden van vulkanische activiteit."
VutkanismeDe vulkanische gebieden, zoals deOlympus Mons, liggen rond de scheidingtussen noord en zuid. Sommige vulkani-sche complexen blijken miljarden jarenlang actief te zijn geweest tot eenhonderdvijftig tot tweehonderd miljoenjaar geleden. Het vulkanisme heeft zichsteeds concentreerd op dezelfde plekken.Of de Aarde ook dergelijke zeer oudevulkanische gebieden bezit, is moeilijk tebeantwoorden met een plaattektoniek,die niets op zrjn plaats laat.Dat blijft het wel op Mars. Mars kentgeen recente plaattektoniek. De planeetheeft een rigide korst: een lithospheer-plaat waar geen beweging in zit. Dat isniet altijd zo geweest. Er zijn gebieden in
lees aerder op pagina 2
het oudste, zuideliike deel waarbreuken te zien ziin. Maarduidelifk is nog niet of dat wifstop oude plaattektonische acti-vireiten.
Viif kilometer diepdars E"press is een sterkgeologisch gerichte expeditie.De stereo-luchtfoto's zorgenvoor een nauwkeurigheid in detopografie en de geomorfologievan de planeet die niet eerderbereikt kon worden. Bovendienheeft de orbiter instrumentenaan boord die informatieverschaffen over de geologischeen mineralogische karakterrs-tieken van het Mars-oppervlak,en zelfs tot diep daaronder."sterrenkundigen bepalen uitde spectra welke elementenaanwezig zijn in een ster," legrZegers uit. "Maar wii metenhet spectrum van het oppervlakvan Mars. IJs bijvoorbeeidreflecteert veel licht; bazalt veelminder. Het spectr-um geeftook inlormatie over de minera-
len die er aanwezig ziin. Elkmineraal heeft een bepaald,soms heel karakteristiek spec-tum. Olivijn en pyroxeen ziinduidelijk herkenbaar, I(wartsen plagioklaas veel minder.Dat is voor Mars niet zo'nprobleem, want de planeetbestaat toch vooral uit bazalt.De korst is niet verder gedvolu-eerd zoals op Aarde, omdat ergeen plaattektoniek is. "
MARSISMars bezit op dit moment geen
actief magneetveld. Toch heeftde NASA-orbiter wel degelijksterke magnetische anomalie€ngevonden tien keer zo sterkals op Aarde in langgerektezones in het zuidelilk deel. Eenvergelijking met het symmetri-sche streeppatroon aan weers-zijden van de mid-Atlantisctrer-ug ligt voor de hand, maar hetgaat op Mars om stroken van
duizenden kilometers breed,niet de smalle banden zoais opAarde bekend ziin. Hoe zii
verklaard moeten worden, is
nog niet duideliik. Maar ermoet in het verleden een mag-neetveld geweest ziin.De Mars Express beperkt zichniet tot het oppervlak van derode planeet. MARSIS, de
radar die in iuni van dit jaar in
gebr-uik gesteld is, kan tot viifkilomerer diep in de planeetdoordringen. Zegers: "Hetbeeld wat ie krilgt, is te verge-lijken met een seismisch profieluit de olie-industrie. Alleenhier wordt gebruik gemaaktvan radiogolven en geen ge-
Kllolnetef
die afgegeven wordt aan hetoppewlak van Mars en net
WateriisHet waait hard op Mars. Erziin prachtige foto's van wind-duinen. En er zijn rivieren;hele oude stroompatronen, dievooral voorkomen in het oudezuidelijke deel. De eerste me-tingen aan de iiskappen gavenaan dat het ijs uit CO, zoubestaan. Maar met de uitste-kende hoogtekaarten en spec-trometers die de samenstellingvan het ijs kunnen bepalen,blijken de ijskappen te beslaanuit waterijs met een dun laagjeCO, dat 's winters afgezet*orit .n 's zomers verdampt.Er zijn zelfs aanwijzingen voorgletsiers rond de evenaar,vertelt Zegers.. "De Aarde heeft;;;;;;?ilffiilil"^' * -ergzwaar is. Die zorgt ervoor;;1 ;; Ail;;.n *ii.t"ut.re veel warersrof onder her l
zorgt ook voor de grillige vor- de planeet en de lage druk van verschijnselen. Mars heefr geenmen in de ijskap. Het zijn een de atmosfeer. "Onder de huidi- magneeweld en misr die be-
dat de Aarde een wif stabiele veel waterstof onder her Mars- bescherrnd door het aardmag-draaiingsas heeft. Er zit wel oppervlak te zitten. De meest nerisch veld. De zon zendrwat variatie in, maar niet zo- logische verklaring is dat de naast lichr ook allerlei geladenveel. Mars heeft wel een paar waterstof in wateizit. Dat deeltjes en gassen uit: Jemanen, maar die zijn heel betekent dat er grote hoeveel- zonnewind. Die botst tegen deklein. De draaiingsas daar kan heden waterijs zitten in de atmosfeer en beukr er als heterg schommelen. Nu staat hii bodem. ware srukken uit. Bii de Aarde25 grad,en uit het lood, net als worden de geladen deehiesbij de Aarde, maar vijf miljoen Zonnewind langs de u.ldliin.n v-an herfaar geleden was het 45 graden. Dat er geen vloeibaar water aardmagnetisch veld g€neutra-Dat tollen heeft een enorme meer is aan het oppervlak heeft liseerd * g.trun.poneerd naarinvloed op het klimaat. Het te maken met de aikoeling vqn d9 polen. iat ziin oe uuioi;, '::1',"
als gas. Bij een dichtere atmo-sfeer zou water wel bii deze Leven
Aan het oppervlak van Mars isnu geen leven mogeliik. Er isgeen water en er is teveel hoog-energetische straling. Maar inde ondergrond zou het weldegelijk kunnen. Ook op Aardezijn plekken die uitermateonbewoonbaar lijken - r,r:lka-nen, hydrothermale bronnenop de diepzeebodem en diep inde ondergrond - maar tochleven bevatten. Zegers:t, ".Er zijnop Aarde kilometers diep inmijnen geisoleerde bacterie-koionies gevonden die het aldertig miljoen jaar volhouden.Dat maakt leven in de onder-grond van Mars tot een realis-tische mogeliikheid. Waaromop Aarde wel en op Mars niet.Het is een serieuze waag indeze missiE;:l
Het is onvoorstelbaar hoe sterkher beeld van Mars is veran-derd in de tweedneenhalf jaarvan de Mars Express. Van eendroge woestijn liikt de planeetnu een stoffige ijsklomp re zijn.Maar zelfs een planetaireexcursie is eigenlijk nietsanders dan'gewoon' het inkaart brengen van een onbe-kend gebied, zij het op een ietsandere schaal. "Als ie alsgeoloog in een nieuw gebiedkomt, dan pak je ook eerst deluchtfoto's. Je gaat naar detopografie kijken, je probeert erwat uit te halen. Daar ga je dannaar toe om de gesteenten tebekijken. Op Mars doen wehetzelfde, maar dan met delanders. "Bilzonder is het wel. Zegers:"Je gaat je wel realiseren hoespeciaal hier op Aarde de om-standigheden zijn waardoor erleven mogelijk is. Wii hebbeneen maan die de stand van deaardas stabiliseert. Wii hebbeneen magneetveld dat ervoorzorgt dat onze atmosfeei''be-houden blijft. Door te,'kijkennaar andere planeten, lberje waarderen hoe uniek de
soort draaikolkpatronen." ge omstandigheden is water in scherming. De zonnewind rastEen van de NASA-instrumen- de vloeibare,,{4qe niet stabiel op de atmosfeer dus emstig aan.ten, een gamma-ray spectro- Mars. Het kan alleen voorko- Mars raakt langzaam zijnmeter, meet de gammastraling men als vaste stof - ijs dus - en atmosfeer kwijt."
daaronder. Wateistof geeft een temperaturen stabiel zijn'.'f'hele karakteristieke straling en Zegers gaal verder: "Op deis goed te'herkennen. Er blijkt Aarde wordt de atmosfeer
Aarde is."
AUKIEN NAUiA
Voor meer infotmatie over de MarsExpre ss zie : wztsza. es a. int I S PEC IALS IMrlrs *E xp re s s I index. html
kngrng I alw I ktfg Inieuwsbrief november zoo5 | 3
Hans Oertemans: de onderzoeker
Een reconstructie van het klimaat met behutp van gletsjers
Voor dit onderzoek maakte Oerlemansgebruik van gletsjers verspreid over dehele aarde, zij het met een overvioed aaninformatie uit Europa, met name uit deAlpen. Gegevens van voor 1900 zijnschaars, daarna neemt de hoeveelheid '
informatie fors toe. De langste sedemetingen komt van de Untere Grindel-
waldgletsjer in Zwitserland. Voor dezegletsjer was het mogelijk om de lengtevanaf I 534 te reconslrueren.Mer de gegevens van alle gletsjers heeft
Oerlemans een curve geconstrueerd diede veranderingen toont in de lengte van'de' (hypothetische) gemiddelde gletsjerop aarde. Dezelfde bewerking, maar danzonder de gegevens uit de Alpen, bleekeen cufl/e op- te leveren die sterk overeen-komt me! die van de (wereldwijd) gemid-delde gletsjer. Dit is een sterke aanwiizingda!,het terugtrekken van gletsjers op detijdschaal van een eeuw, waar dan ook opaarde, op dezelfde manier plaatsvindt.Uit de gegevens blijkt dat veel gletsjersvanaf het midden van de negentiendeeeuw korter begonnen te worden. Desnelheid van terugtrekking nam langzaam
il
Posities van de gletsjers woar gegevens von
zijn verzameld. De rechlhoeken geven oan wlorgletsjers Iiggen woarvoor betrouwbare Iengle-
records te reconstrueren zijn.
- Adaertentie -
PanTena Geoconsu/fanfs ls a
geoscience consultancy group in The
Netherlands, providing services to the
international Qil & Gas lndustry.
Since 1 988 PanTerra Geoconsultants
has built an lndustry reputation
for qualiy reliability and client focus,
emphasising teamwork, creativity and
achievement in an employee friendly
and profe ssional environme nt.
GEOCONSUTTANTS BVPanTerra's expansion in the dynamic Oil & Gas Industry is opening up
several positions with exciting growth opportunlties. For our office in
Leiderdorp we are looking for:
. MANAGER GEOSCIENCE GROUP
- (sE vroR, RESERVOiR GEOLOGIST I
SEDIMENTOLOGIST
PLEASE CHECK OUR WEBSITE
FOR FIJRTHER DETAILS
OR CONTACT I.JS: : '')::':'::)"'::)
Greg van de BiltPanTe rra G eocon s ulta nts B.V.Weversbaan 1-3, 2352 BZ Leiderdorp, NLTel. +31 (0)71 5813505 - Fax. +31 (0)71 3010802E-mail: jobs@panterra.nl - Website: twwv.panterra.nl
kngrrg lalw I ktfg Inieuwsbrief november zoo5 | 4
toe. Dit doet vermoeden dat het hoogte-punt van de I{eine IJstijd eerder rond1800 lag dan aan het einde van de negen-tiende eeuw, zoals vaak aangenomenwordt. Slechts een enkele van de 169 glet-sjers is gegroeid: 66n werd groter in deperiode tussen 1860 en 1900, en twee vande 144 gleisjers groeiden tussen 1900 en1980.De manier waarop een gletsjer reageert opklimaatveranderingen is aflrankelijk vanzijn geometrie en van de klimatologischeomstandigheden. Fluctuatie in de massabalans van een gletsjer (hoeveel ijs erafsmelt en hoeveel er aangroeit) op eentermijn van jaren blijkt veroorzaakt teworden door neerslag en temperatuur. Uitmodelleerstudies is tevens naar vorengekomen dat het gedrag van gletsjers overtientallen lot honderden jaren met namealhangt van de temperatuur.Om het gedrag van gletsjers wiskundig teformuleren moeten twee variabelen ge-schat worden: de gevoeligheid van de glet-sjer voor klimaatveranderingen en deresponstiid (de tiid die een gletsjer nodigheeft om ztch aan te passen aan die veran-deringen). Beide variabelen zijn geschatop basis van de fysische eigenschappenvan gletsjers.De gevoeiigheid van een gletsl'er voorklimaatveranderingen lijkt met name be-paald door de helling van het oppervlaken de jaarlijkse hoeveelheid neerslag. Op-vallend is dat gletsjers in een nat klimaatgevoeliger zijn dan gletsjers in een droogklimaat. De responstijd is afhankelijk vande helling van de gletsjer en van de matewaarin de snelheid van aangroei of afsmel-ring verandert met hoogte. Zeer stijle glet-sjers hebben een responstijd in de ordevan tien jaar, terwijl grote, vlakke gletsjerszich over een periode van een paar hon-derd jaar aanpassen. Gemiddeld ligt deresponsl-iid tussen de veertig en honderdlaar.Oerlemans maakt in zijn artikel een re-constructie van de temperatuur op aarde.Hij waarschuwt voor de betrouwbaarheidvan zijn reconsffuctie van voor 1800 dooreen gebrek aan gegevens. Vanaf I 860laten de gletsjers een stijging in tempera-tuur zien. In de eerste helft van de rwin-tigste eeuw (over een periode van veertigjaar) stijgt de temperatuur met een halvegraad. Een stijging die opvaliend consis-tent is overal op aarde. Vanaf 1945 zaktde gemiddelde temperatuur van de aardeiets, om vanaf 1970 weer toe te nemen.Noord-Amerika laat een duidelijk sterkereafkoeling zien in die periode, terwiil degletsiers op dat werelddeel wel korter
geworden zijn in de afgelopen twintig jaar.Oerlemans wijdt het aan een gebrekkigeregistratie van gegevens in Noord-Amerika. Vaak zijn de gegevens niet goedbijgewerkt en eindigen ergens in deperiode 1975 - 1990.Oerlemans concludeert dat zijn bereke-ningen van de gemiddelde temperatuurvan de aarde overeenkomen met die vanandere reconstructies, zij het dat de tem-perauurstiiging na de kieine ijstijd, zoalsgesuggereerd door gletsjersj wat groter is.De temperatuurcurves voor gletsjers
I
hoger en lager in de bergen zijn vergelijk-baar. Er lijkt geen relatie tussen de hoogteop aarde en het opwarmen van de aarde.
Oerlemans gaaL dit onderzoek voortzettendoor op zoek te gaan naar gletsjer-recordsin andere gebieden.
AUKIEN NAUTA
e4ie ffi".
kngxng I alw I ktfg Inieuwsbrief november zoo5 l 5
Hans Oertemans: de bestuurder
&
y1@l
' t-
'-a'-.
tn ,, ",n'' t6?
Had ik maar gewoon een behoortiik eigen onderzoeksbudget
Oerlemans: "Het IMAU staat goed bekend.Onze evaluaties zijn altijd prima geweest.
\fij publiceren veel, vaak in belangrijke tijd-schriften als Nature en Science. De helftvan onze publicaties zijn met buitenlandseauteurs. Er valt niets op ons aan te merken'En toch moeten de stafleden steeds maarmeer papierwerk verrichten voor het krijgenvan onderzoeksgeld. Een onrwikkeling die
al iaren bezig is, en waar ik niet veel begripmeer voor op kan brengen.""In Zwitserland en Duitsland heb ik veelin de keuken gekeken, en ik zie dat topon*derzoekers daar meer vertrouwen kriigenen een groter mandaat hebben (en ookmeer Nobelprijzen winnen). Omdat ik in2001 de Spinozapremie heb ontvangenkan ik nog heel wat opvangen. Maar voormijn getalenteerde medewerkers is hetmoeilijk om een onderzoeksliin op tebouwen.""Vooral voor poolonderzoek is vertrouwenvan de politiek en de subsidiegevers in de
onderzoekers van groot belang, omdat er
een grote behoefte is aan contlnultelt, en
dus aan betrokkenheid van beide kanten.Wii zitn afhankeliik van goede, langlopen-de relaties met buitenlandse instituten,omdat Nederland nauweliiks infrastruc-tuur voor poolonderzoek heeft. HelaasIeidt het huidige systeem van financieringvan poolonderzoek niet tot dit vertrouwen,omdat het, excusez' meer op een schiettentlijkt. Buitenlandse partners waarmee af-spraken gemaakt zijn bliiven tot het laatstenippertje in onzekerheid over deelnamevan onze kant. De enige uitweg is een sys-
teem. waarbii er een basissubsidie toege-kend wordt aan de instituten, die het pool-progamma dragen (met wat mij betreft een
stevige evaluatie om de vijf iaar). Helaaslijkt dit idee tegen de tiidgeest in te drui-sen, waarbij de beheersdrift van de politieken de programmeerdrift van N\fO de toonzetIen.""Iedereen bereidt zich nu voor op het in-ternationale pooljaar, het IPY. Ik trek eengroot internationaal project, waarover ikeen lovend briefie van AL\)7 heb gekregen.Maar mijn collega's in het buitenland heb-ben al geld of hebben al aanvragen inge-diend. Hier is nog niet eens een call, een
oproep voor het indienen van subsidie-aanvragen, geweest. Ik moet nu gaan zlt-ten wachlen tot ALW' met zijn stoet vanbeleidsmedewerkers, eindeliik weet hoe-veel geld er beschikbaar is. Vervolgens zal
er een call komen met subsidieregels dieslecht aansiuiten bij de praktijk. Dan denkik: had ik maar gewoon een behoorlijkeigen onderzoeksbudget, dan kon ik inieder geval een begin maken. De stelling,dat een grotere tweede geldstroom tot een
grotere flexibilteit en hogere produktieleidt, gaat lang niet altijd oP!""Ik zou zo graag willen dat de politiek wattrotser was op zijn wetenschappers en ze
meer vertrouwen gaf. Wetenschap is een
essentieel element van onze cultuur. \irijmoeten ook wetenschap kunnen beoefenengewoon omdat we nieuwsgierig zijn.Nieuwsgierigheid is de meest karakteris-tieke eigenschap van de mens. Ik heb een
heel mooi beroep, maar de wetenschap-pers worden in dit land veel teveel betut-teld."
7;
kngpg, Ialw I ktfg !nieu-rryg1erief.,,'n,ovembq,1 zoo5 I 6
AUKJEN NAUTA
74"&8t:
Rubicon: jong talent instroomve rsnell ing( Uir N WO Onder z o e k s b eric hten
1 1 okrober 2005)De Nederlandse Organisatie voorWetenschappelijl< Onderzoek(NWO) wil jonge, talentvolle pasge-
promoveerde onderzoekers voor de
wetenschap behouden. Jonge talen-ten moeten de kans krijgen onder-zoekservaring in het buitenland op
te doen. 0m deze doelen te beha-
len, gaat dit najaar het zogeheLen
Rubiconprogramma van start.De Rubicon is de rivier die JuliusCaesar overstak in 49 voor Christus,
voorafgaand aan de zegereel<s die
zijn beroemde uitspraak 'veni, vidi,vici' ('ik kwam, ik zag, ik overwon')
opleverde. Deze naam is gekozen.
omdat een Rubiconsubsidie deperiode l<an overbruggen tussen
een promotie en een eventueleVeni-subsidie uit het succesvolle
Vern ieuwingsim p ulsprogram ma.
Het Rubiconprogramma richt zich
op pasgepromoveerde, veelbelo-vende onderzoekers die nog aan
het begin van hun wetenschappe-lijke carridre staan en van wie opgrond van hun wetenschappelijkekwaliteiten kan worden verwachtdat ze een belangrijke plaatskunnen gaan innemen in de Neder-lrndqp urctpnqrhan
Jonge wetenschappers krijgen de
mogelijkheid onderzoekservaringop te doen in de eerste tijd na hun
promotie. Zij kunnen subsidieaanvragen voor een verblijf van
maximaaI twee jaar aan een excel-
lent buitenlands onderzoekslnsti-tuut of 66n jaar voor een verblijfaan een excellent Nederlandsonderzoeksinstituut. Verblijf in
Nederland is met name bedoeldvoor talentvolle onderzoekers uithet buitenland. ZoweI de kwaliteitvan de onderzoeker en zijn of haar
voorstel, als die van het gastinsti-tuut telten mee in de beoordeling.De subsidie staat open voor allewetenschapsdisciplines.
Er zijn drie indienrondes per jaar.
De eerste deadline voor indieningis r5 december. Het ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
stelt jaarlijl<s vier miljoen euro terbeschikking voor dit programma.Daaraan wordt door NWO hetbudget van het Talent-programmatoegevoegd, dat vanaf r5 decemberopgaat in de nieuwe Rubiconrege-
ling. Het totale budget voor hetprogramma bedraagt cica 4,5miljoen euro per jaar. NWO
verwacht ongeveer roo subsidiesper jaar te kunnen toekennen.
Nadere informatie bij: NWO, Voor-lichting en Communicatie, tel: o7o
344o713; e-mail:voorlichting@nwo.nl; internet:www.nwo. n l/rubico n
[:.n ",1; ,t ;" 5 ? :,/ i *; L,.'. ".t ",",
Tem peratuur AtlantischeOceaan bepaalt droogtein Afrika( Uit N WO O nderz o e k s b eic hten
1 3 oktober 2005)Verschillen in zeewatertemperaturen
van de Zuid-Attantische Oceaan be-
paalden de afgelopen 2o.ooo jaar de
vochtigheid in de tropische regen-
wouden van centraal-Afrika. Dat be-
wees Stefan Schouten van het NWO-
instituut Koninklijk Nederlands
lnstituut voor Onderzoek der Zee
(NIOZ) op Texel samen met onder-
zoekers van de Universiteit van
Bremen en de Universiteit van Kie[
(Duitsland). Zij rapporteerden hun
bevindingen in het tijdschrift Nature.
De onderzoekers ontdekten dat de
vochtigheid in centraal-Afrika sterkvarieerde met de oppervlaktetem-peratuur van de Zuid-AtlantischeOceaan. Deze kon door de eeuwen
heen worden bepaald aan de hand
van fossiele restanten van zee-
organismen in sedimentkernen.
De onderzoekers bestudeerdensedimenten die afgezet werdenvtakbij de monding van de Kongo
rivier voor de kust van West-Afrika.Deze rivier voert veel plantenrestenmee uit de tropische regenwoudenvan centraal-Afrika, die op de zee-
bodem worden afgezet en be-
waard. De zeebodem vormt daar-
mee een archief van het klimaat op
het land. Het blijkt dat de hoeveel-heid neerslag en daarmee de rela-
tieve vochtigheid of droogte in de
tropische regenwouden van cen-
traal-Afrika gedurende de Laatste
zo.ooo jaar sterk heeft gevarieerd.Door de veranderingen van de tro-pische vochtigheid te koppelen aan
veranderingen in de oppervlakte-temperaturen van het water in de
Zuid-Atlantische oceaan, ontdektende onderzoekers de oorzaak. Dit
bleken veranderingen in de groot-
schalige circulatie van de Atlantische0ceaan te zijn, die resulteren in
sterk contrasterende,/eewatertem-peraturen tussen het tropische en
de subtropische gedeelte van de
Zuid-ALtantische oceaan. Dit scherpe
contrast zorgt voor grote luchtdruk-verschillen boven deze oceaange-
deelten en voorkomt daarmee de
toevoer van vochtige lucht vanuit de
zee naar het land, waardoor de
regen uitblijft. Dit proces blijkt een
veel grotere invloed te hebben op
klimaatveranderingen in de tropendan tot nu toe gedacht. Men ging er
tot dan toe vanuit dat de relatieve
vochtigheid meer bepaald werd
door verschuivingen in de zones
van moessonregens.
Nieuwe methode bepaalt vroege-re vochtigheidOm de relatieve vochtigheid in tro-pische regenwouden te bepaten,moesten de onderzoekers nieuwetechniel<en toepassen. Zij anaty-
seerden de hoeveelheid deuterium,een natuurlijke variant van water-stof met een twee keer zo grotemassa, in plantenresten via appara-tuur die recenteliil( kon wordenverkregen door subsidie van NWO.
De hoeveelheid zwaar waterstof in
planten is direct afhankelijk van de
hoeveeLheid zwaar waterstof dievia regen in de grond terechtl(omten door de planten wordt opgeno-men. Deze hoeveelheid wordt be-
paald door de hoeveelheid regen
die er op de grond valt en watdaarvan verdampt, ofiweI de rela-
tieve luchtvochtigheid. Door het
meten van lware waterstof in
fossiele pLantenresten kregen de
onderzoekers een idee over de
vochtigheid in vroegere tropischeregenwo uden.
Meer informatie bij: dr. Stefan
Schouten (NIOZ); tet: ozzz 369565;e-mail: schouten@nioz.nL
of bij dr. Jan P. Boon (PR-functio-
naris koninktijk Nl0Z); tel: ozzz
369466; mobiel: o6 2o963o97;e-mai[: boon@nioz.nl
".":..r':\.,-t7
Aankondiging NAC 8Noteer in uw agenda: NAC B 24 en
z5 april zoo5 Kongingshof Veldho-ven. Hou de website www.nac8.nlin de gaten voor meer details; opzo november zal de website in de
lucht gaan.
Vening MeineszprijsTijdens NAC 8 hoopt het Gebieds-
bestuur van ALW wederom een
Vening Meineszprijs te l<unnen
uitreiken uit de opbrengsten van
een schenking die professor dr.ir.Venlng Meinesz in 196z aan NW0
heeft gedaan. Sinds r965 is dezeprijs achtereenvolgens uitgereikt
aan dr. R.D. Schuiling, dr. J.D.A.Zijdervetd, dr. G.B. Engelen, dr. J.A.
Schouten, dr.ir. N. van Breemen,
dr. A.M.H. Nolet, dr. R.K. Sniederen voor het laatst aan dr. F. Marin.
De prijs bedraagt € ro.ooo en isbedoeld ter financiering van onder-
zoeksgerelateerde kosten, zoalsbijvoorbeeld een studiereis.Binnenkort zal de oproep met
daarin de voorwaarden vooraanmeldingen van kandidatenrarnrdon qonr rhliraord
Meer informatieSaskia Matheussen,tel:o7o-344o549;e-mait: matheussen@nwo.nI
kngrng lalw lktfg Inieuwsbrief november zoo5 l7
Subsidie-aanvraag 2OO5 bij de Stichting Dr. SchiirmannfondsHet bestuur van de Stichting Dr. Schiirmannfonds roept bij deze gegadig-
den op voor een subsidie voor het jaar zoo6.De subsidie is bij voorkeur bedoetd voor Nederlandse geologen, teneinde hen
in staat te stellen onderzoek te doen met betrekking tot de evolutie van de
Aarde in het Precambrium (Hadaeicum, Archaeicum en Proterozoitum).In principe komen alleen de kosten van veldwerk voor subsidie in aanmer-
king. Bijbehorend laboratoriumonderzoek kan in beperkte mate voorsubsidiering in aanmerking komen, maar hoogstens als aanvulling op de
bijdrage (financidel of in natura) van het onderzoeksinstituut of de insteL-
ling waar de aanvrager aan verbonden is. Het Fonds neemt geen salaris-kosten en sociale lasten van personeel voor zijn rekening. Tot op zekere
hoogte kan werk op contractbasis worden aanbesteed.De voorkeur van het bestuur gaat uit naar substanti€le probteemgerichte
onderzoeksprojecten. De goed gemotiveerde aanvraag, vergezeld van de
nodige bijtagen, dient een gespecificeerde begroting te bevatten. Subsidievan congresbezoek kan slechts bij hoge uitzondering toegekend worden.Een (genummerd) aanvraagformulier voor subsidie is bij de secretaris van
de Stichting verkrijgbaar. Deze moet, volledig ingevuld en voorzien van de
nodige bijlagen, v66r t jonuari zoo6 in vijfuoud worden ingeleverd bij de
secretaris van de Stichting:
Dr. Charles E.S. Arps, h.t. Secretaris Stichting Dr. Schi.irmannfondsNationaal Natuurhistorisch Museum / NATURALIS
Postbus 9517,2joo RA Leiden
Adreswijziging
Dr. M.C. Getuk
Shell International Exploration &Production BV
Kesslerpark 1
zz88 GS Rijswijk
Prof. Henk HeijnisSydney Catchment AuthorityPO Box 323Penrith NSW z75rAustralid
Dr. R. lonkExxonMobit Upstream Research
Company
New Play Concepts Group
33r9 Mercer Street URC-Sro3
Houston TX 77o27USA
Dr. ir. I Overeem
TUD, Facutteit Civiele Techniek en
Geowetenschap pen
Postbus 5o28,z6z8 RX Delft
Drs. W.E. Pieters
Burmanstraat 7 bis
3515 VS Utrecht
Drs. S.V.l. VeltkampRooseveltlaan 8o-lllroTB NM Amsterdam
Nieuw lid
W. Bakx BSc
Warande 47 K 9837o5 7L Teist
L.M. de Bruijn BSc
lna Boudier-Bakkerlaan
3582 ZL Utrecht7q7
14 ahtobev 2A0S - 12 tnasfi 2A05Tentoonstelling "De Zon, een
eeuwig mysterie" in Museum Boer-
haave, Leiden. Meer informatie:www.m useumboerhaave.n I
2 decentber 2005Jaarvergadering SedimentologischeKring, Instituut voor Mijnbouwkun-de, TU Delft. Thema van de middagis "Onder Professoren". Sprekers
zijn: Prof. dr. Salle Kroonenberg(TU Detft); Prof. dr. Poppe de Boer(Universiteit Utrecht); Prof. dr. JefVandenberghe (Vrije UniversiteitAmsterdam); Prof. dr. Tjeerd van
Weering (NIOZ).
7 januari 2006Algemene reUnie voor alle Utrechtse
oud-studenten Aardwetenschappen,studierichtingen geochemie, geo-
fusica en geologie. Meer informatieop http://www.geo.uu.n[ugv6o
22 febcuari 2046Tweede Vlaams - NederlandseNatuursteendag, TNO, Utrecht.Info: www.tno.nt/natuursteendag
21 april 2AA6Mastercursus van onderzoeks-school ICG en Geoheritage NL
"lnrichtingsprojecten bij de Maas-
horst" - o.l.v. Jan van Mourik (UvA-
IBED) en Klaas van der Laan (SBB-
NB). Voor meer informatie, zie
Nieuwsbrief 6. Aanmelden:telefonisch: mw. Deanna Tjin, tel:o2o-525 7425, fax: o2o-525 7437,of per brief: Research School lCG,
t.a.v. mw. D. Tjin, Nieuwe Achter-gracht t66, Kr. B. zz6, rorS WV
AMSTERDAM.
2,1-25 april 2006Nederlands AardwetenschappelijkCongres, NAC B, Koningshof Vetd-
hoven. Meer informatie opwww.nac8.nl, die op zo novemberin de lucht gaat.
18 mei 2006Mastercursus van onderzoeks-school ICG en Geoheritage NL
"HersteI landschapselementen op
Texel" - o.l.v. Pim Jungerius en
Hanneke van den Ancker (Stichting
Geomorfologie & Landschap) en
Albert Oost (UU). Voor meer infor-matie, zie Nieuwsbrief 6. Aanmel-den: telefonisch: mw. Deanna Tjin,tel: ozo-525 7425, fax: o2o-525
743t, of per brief: Research SchoollCG,t.a.v. mw. D. Tlin, Nieuwe
Achtergracht t66, Kr. B. zz6,1018 WV AMSTERDAM.
Universiteit UtrechtH. Feiken (3o-6-zoo5)
J.van Es (29-7-2oo5)
S.E. de Boer (25-8-2oo5)
T.S.M. Rath (25-8-zoo5)F Aartc fri-R-rndE)
O.D. Attema (3r-8-zoo5)
H.W. Deiman (3r-8-zoo5)
D.M. van Dijk Gr-8-zooS)D.S. Kootstra Gr-8-zoo5)E.A. Smit (3r-8-zoo5)
P.E. Steijnen Gr-8-zoo5)
KNGMG: www.kngmg.nlNederlandse Kring Aardse Materialen: http://www.nkam.nlPetroleum Geologische Kring: www.pgknet.nlI ngenieurs-Geologische Kring: http://www.in geo.n/Nederlandse Kring Aardse Materialen: http://www.nkam.n L/
Palynologische Krin g: http://sheba.geo.vu/- palkring
Geochemische Krin g: http://www.kncv.n l/website/nVpage3 r3.asp?color=3Paleobiologische Kring: http://www.bio.uu.nl/-palaeo/Paleobiologie/index.htmAardwetenschappen Universiteit Utrecht: www.geo.uu.nlAardwetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam: www.falw.vu.nlCentre for TechnicaI Geoscience - Graduate Courses in Technical Geoscience
http ://www.ctg.tud elft . n I
Bodem, Water en Atmosfeer:http://www.weksite.n Ubsc/bodem_water tekst.htmlNederlands Centrum voor Luminescentiedatering: www.ncl-lumdat.nlNederlandse Geologische Vereniging, NGV: www.geologischevereniging.nlGeologisch tijdschrift van de NGV: www.grondboorenhamer.geotogischeverenigin g.n I
Stichting Geologische Activiteiten, GEA: www.gea-geologie.nl
Recommended