View
1
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
m a g a z i n e o v e r r e v a l i d a t i e | s e p t e m b e r 20 1 2
Medisch-specialistische zorg in 2020De revalidatiearts als spelverdeler ‘Welke kleur heeft geluk?’Beeldend therapeut belangrijk in behandelteam Eerder, sneller en effectieverHerontwerp zorgprogramma’s verbetert kwaliteit
2 R E L E V A N T M A G A Z I N E
iN diT NummER
Kort nieuws 3
Onze samenwerking doet recht aan deze patiënten 4
Nieuwe revalidatiearts 6
Medisch-specialistische zorg in 2020 6
Dit is de revalidant… en dit is zijn team 8
Revant tilt zorgprogramma’s naar ‘next level’ 10
coLofoN
Relevant is het driemaandelijkse relatiemagazine
van Revant, revalidatie in West-Brabant en Zeeland.
Het wordt verspreid onder medisch specialisten,
huisartsen, revalidatieartsen, longartsen, wetenschap-
pers, beleidsmakers en medewerkers van Revant
Redactie: Jan-Willem Meijer, Marjan Leusink,
Ingrid van de Port, Inge Fokkema, Carla Oomen
Redactie, vormgeving en productie: Demare
Fotografie: Frans Strous
Redactieadres:
Stichting Revant
Brabantlaan 1
4817 JW Breda
info@revant.nl
www.revant.nl
STiLTE iN dE SToRm
Tijdens het schrijven van dit voorwoord, midden
in de zomervakantie, is er even stilte in de storm.
De gezondheidszorg in Nederland bevindt zich in
een vacuüm in de stormachtige financiële crisis.
De politiek is met zomerreces en gaat zich daarna
voorbereiden op de verkiezingen. Wie er straks
ook aan de macht komt, één ding is zeker: we
zullen met minder middelen voor grotere aantallen
patiënten goed werkende zorg moeten blijven
realiseren. Beter voor minder is het adagium van
VWS.
Maar wanneer werkt de zorg beter? De World
Health Organisation (WHO) noemt als belangrijke
indicatoren kwaliteit van leven, autonomie en
maatschappelijke reïntegratie van de patiënt.
Revalidatie richt zich daar bij uitstek op. Vraag-
gerichte zorg, samenwerking met collega-instel-
lingen en stepped care afspraken; een lokale,
generalistische behandeling waar het kan en een
centrale, specialistische aanpak waar nodig. Zo
kunnen wij elke patiënt een optimaal en passend
revalidatieaanbod doen.
Christianne Lennards en Pieter Vos bespreken
op pagina 6 en 7 de toekomst van de zorg aan
de hand van een rapport van de Raad voor de
Volksgezondheid en Zorg. De Raad vraagt
hierin ook om goede ketenafspraken en
stepped care. De revalidatie is dus goed
op weg. Tevens zullen we door toepassing
van innovaties en ondersteunende
technologie zoeken naar mogelijk-
heden om behandelingen
effectiever en minder arbeids-
intensief te maken. Dus als de
storm in het najaar weer oplaait,
blijven wij op koers.
Jan Willem meijer
medisch directeur Revant
R E L E V A N T M A G A Z I N E 3
KORT NIEUWS
Revant biedt sinds mei 2012 een nieuw arbeidsrevalidatieprogramma
aan. Het programma bestaat uit groepsbehandelingen (fysieke en
arbeidstraining) en individuele coaching. de behandelingen vinden plaats
op locatie Lindenhof. Breda volgt binnenkort.
Het programma is helemaal gericht op snelle integratie, vertelt unitmanager
Han Mes. ‘Vijf dagen na de verwijzing door een huisarts of bedrijfsarts vindt
al het eerste onderzoek plaats door de revalidatiearts en het arbeidsteam.
Binnen een week na de arbeidsrevalidatie-analyse kan de revalidant
instromen in het groepsprogramma, als er geen contra-indicaties zijn.
Het totale programma duurt acht tot maximaal vijftien weken. Tijdens die
weken komt een aantal thema’s voorbij, zoals ‘ergonomie’ of ‘belastbaar-
heid’. Die thema’s zijn voor iedereen gelijk, de accenten en de individuele
trajecten verschillen per revalidant.’
Het reïntegratietraject wordt vergoed door de meeste zorgverzekeraars.
Bedrijven kunnen daarnaast een module afnemen met extra informatie of
begeleiding op de werkvloer. •
Verwijzen kan telefonisch, via 0113 - 236229 (Lindenhof) of 076 - 579 7716
(Breda), of via het online formulier op www.revant.nl. Klik op ‘Informatie
voor verwijzers’, dan op ‘arbeidsrevalidatie bij Revant’ en scroll naar
beneden voor het formulier.
ARBEidSREVALidATiEpRogRAmmABiJ REVANT
FIT StrokeEen intensieve taakspecifieke circuittraining
in een groep verbetert de loopvaardigheid
bij patiënten na een cVA op een effectieve
en kostenefficiënte wijze. dit is de algemene
conclusie van het fiT Stroke onderzoek.
250 patiënten van 9 revalidatiecentra deden
hieraan mee. 25 deelnemers kwamen van
Revant, locatie Breda.
Het effect van een intensieve taakspecifieke
circuittraining werd vergeleken met reguliere
fysiotherapie voor patiënten die een CVA
hebben gehad. Uit de resultaten blijkt dat
de circuittraining zorgt voor een verbetering
in loopsnelheid en loopafstand ten opzichte
van de reguliere therapie. Daarnaast is de
groepstraining een goedkopere interventie.
Voor alle andere gemeten uitkomsten,
waaronder vermoeidheid, depressie en
kwaliteit van leven, verschillen beide groepen
niet van elkaar. Vanwege de goede resultaten
en de positieve ervaringen van zowel behan-
delaars als patiënten, wordt de circuittraining
nu aangeboden in de reguliere zorg. •
Het onderzoek werd uitgevoerd door
een studente HBO-communicatie.
Zij hield een online enquête onder
800 verwijzers, sprak met diverse
medewerkers van Revant en voerde
een benchmarkonderzoek uit.
Uit de resultaten blijkt dat de naams-
bekendheid van Revant goed is en
dat verwijzers tevreden zijn over het
aanbod van Revant. Ook over het
relatiemagazine waren de verwijzers
positief. Alleen de nieuwe website
was voor een aantal deelnemers
onbekend of te weinig informatief.
Revant gaat nu aan de slag met deze
resultaten. Zo wordt er al gewerkt aan
online verwijsformulieren en staat
sinds kort de wachttijdinformatie
vermeld op de website. De mogelijk-
heden voor een digitale nieuwsbrief
worden onderzocht. Revant bedankt
via deze weg alle verwijzers die heb-
ben deelgenomen aan het onderzoek.
Onder de verwijzers die hebben deel-
genomen aan het onderzoek is een
dinerbon verloot. De heer dr. R.H.T. van
Beek, kinderarts / neonatoloog (Amphia
ziekenhuis te Breda) mocht de bon in
ontvangst nemen van de voorzitter Raad
van Bestuur van Revant, Christianne
Lennards.
uiTSLAg VERWiJzERSoNdERzoEk op welke manieren kan Revant haar informatievoorziening aan verwijzers nog
verder verbeteren? dat was de kernvraag van het onderzoek dat dit voorjaar onder
ruim 800 verwijzers plaatsvond. Het resultaat: hoge tevredenheid en nuttige input.
4 R E L E V A N T M A G A Z I N E
Zijn ouders riepen de hulp in van het spasticiteitspreekuur van
neuroloog Jos van de Nes van ziekenhuis ZorgSaam en revalida-
tiearts Erik de Klerk en fysiotherapeut Joke Winne van Revant
De Wielingen. Ze vroegen zich af of Jeroen* baat zou hebben bij
intrathecale baclofen-therapie. Daarbij wordt via een onder-
huids pompje rechtstreeks in de ruimte rond het ruggenmerg
een antispastisch geneesmiddel toegediend.
De Klerk: ‘Nu heeft Jeroen een gigantische aversie tegen witte
jassen. Je kunt hem niet zo maar een dagje ter observatie
opnemen. Dus zijn Jos en ik samen naar het dorp gereden waar
hij woont. Zonder witte jas.’ Van de Nes: ‘Dat doen we niet
vaak hoor, naar een patiënt toe gaan. Maar het is voor ons wel
normaal om samen patiënten te zien. We hebben een gezamen-
lijk spreekuur. En dan bedoel ik echt gezamenlijk, niet serieel.’
zWEmmEN‘We spraken eerst met de ouders van Jeroen. We vroegen wat zij
voor hem wilden bereiken. Een menswaardig bestaan, was het
antwoord, maar niet overdreven veel medisch handelen. De
leiding van de groep had een gedragsmatige aanpak van zijn
probleem. Die aanpak bestond eruit dat Jeroen vanwege zijn
pijn mocht kiezen wat hij wel of niet wilde doen. Wilde hij op
een dag zwemmen, dan hoefde hij zichzelf niet aan te kleden.
Zo kreeg hij meer grip op zijn leven. En meer plezier, hoopten
ze. Wat er feitelijk gebeurde: zijn pijnklachten namen niet af.
Zijn gedrag verbeterde wel. Er waren minder confrontaties’,
vertelt Erik de Klerk.
kNuffELBEERJos van de Nes vult aan: ‘We hebben daar ook geprobeerd
om Jeroen lichamelijk na te kijken. Dat lukte, met heel veel
afleiding, in zijn eigen kamer, met zijn knuffelbeer binnen
handbereik. We maakten bovendien een filmpje van de manier
waarop hij zich beweegt.’ Ook fysiotherapeut Joke is op
huisbezoek geweest. ‘Een tijdje later, omdat ik in verband met
vakantie niet meteen met Jos en Erik mee kon. Ik heb onder
meer gekeken naar de mate van spasticiteit, de hulpmiddelen
die hij gebruikt en zijn oefenprogramma. Daarvan maken we
een multidisciplinaire rapportage.’
Jos van de Nes: ‘En er is een scan van zijn nek gemaakt, omdat
hij zijn hoofd steeds naar achteren hield. Dat kan de spasticiteit
met zich meebrengen, maar veroudering zou ook een rol
‘onze samenwerking doet recht aan deze patiënten’Jeroen is 37. Hij woont in een woonvorm in een klein zeeuws dorp. Hij heeft onder andere een verstandelijke beperking, autisme en hij is spastisch. Revalidatiearts Erik de klerk: ‘Een grote, sterke vent is het. Hij doet niet zo maar wat jij wilt. zijn ouders maakten zich zor-gen over hem. Hij had pijn, zat steeds minder lekker in zijn vel en raakte zijn levensenergie kwijt’.
R E L E V A N T M A G A Z I N E 5
INSIDE, OUTSIDE
kunnen spelen. Uit de scan bleek dat Jeroen een aangeboren
afwijking in zijn wervelkolom heeft. Daardoor is het kanaal
waar het ruggenmerg in zit, erg vernauwd. Dat was mede een
verklaring van zijn verlies aan mobiliteit.’ Erik de Klerk vult
aan: ‘Bovendien bleek de spasticiteit heel erg mee te vallen.
Hij had juist vrij zwakke spieren. De pijn in zijn benen had te
maken met compensatoire spierspanning.’
Het plaatsen van een pompje met antispastisch medicijn
zou dus precies de verkeerde behandeling zijn voor Jeroen.
REgiE In een gesprek met de ouders en begeleiders van Jeroen is
dan ook besloten om het pompje achterwege te laten. Ook de
optie om het probleem met het wervelkanaal operatief op te
lossen, werd verworpen. Neuroloog Van de Nes: ‘Dat zou een
operatie betekenen, met langdurige intramurale revalidatie.
Wij vreesden dan verlies aan medewerking en welbevinden.
Jeroen zou erg regressief gedrag kunnen gaan vertonen.’
Revalidatiearts De Klerk: ‘Onze adviezen gingen juist over een
aangepast oefenprogramma, waarbij rekening wordt gehouden
met de problemen door de compensatoire spierspanning.’
Joke Winne: ‘En we hebben uitgelegd dat ‘pijn’ bij Jeroen niet
per se betekent dat hij pijn heeft. Het is voor hem een manier
om contact te maken. We hebben dan ook aangeraden om voor
hem een sta-op stoel te kopen. Als hij dan aangeeft pijn te
hebben, kunnen zijn begeleiders tegen hem zeggen: ‘ga maar
even in je stoel liggen tot het over is. Dat geeft hem de regie
terug en haalt hem weg uit het steeds benoemen van pijn.
De adviezen hebben daarnaast veel inzicht gegeven aan de
ouders en begeleiders van Jeroen. Dat hij bijvoorbeeld door
zijn autisme dingen doet die hij lichamelijk eigenlijk niet kan.
Die het spasme en de pijnklachten juist verergeren.’
Joke houdt vanaf nu maandelijks contact met de begeleiders
van Jeroen. ‘Nee, we kunnen nog niet zeggen wat de concrete
resultaten zijn. Daarvoor wordt de nieuwe aanpak nog te kort
toegepast’. Maar de drie collega’s hebben goede hoop dat de
situatie van Jeroen verbetert. Ze zijn zeer te spreken over hun
samenwerking. Neuroloog van de Nes: ‘Omdat de materie
zo ontzettend gecompliceerd is. Met een monodisciplinaire
manier van werken doe je deze patiënten geen recht.’ •
‘onze samenwerking doet recht aan deze patiënten’
*) Om privacyredenen zijn een andere naam en foto gebruikt.
Aangenaam,Jolene van den Borne
Jolene van den Borne werkt sinds 1 mei jl.
als revalidatiearts bij Revant, op de locatie
de Wielingen in Terneuzen. Van den Borne
voltooide onlangs de opleiding tot revalidatie-
arts. ze volgde haar opleiding in het ‘Limburgse
circuit’: ze werd opgeleid in Adelante centrum
voor volwassenenrevalidatie te Hoensbroek,
in het maastricht universitair medisch centrum
en in het Vie curi medisch centrum te Venlo.
Jolene koos uit volle overtuiging voor revalidatie-
geneeskunde. ‘Toen ik net aan de opleiding
geneeskunde begon, deed er zich in mijn familie
een situatie voor, waardoor ik in aanraking
kwam met revalidatie. Ik vond het meteen een
heel boeiend specialisme. Later, tijdens de
co-schappen, heb ik mijn ervaring met revalidatie-
geneeskunde uitgebreid en werd ik in mijn keuze
bevestigd. Het maximale halen uit de mogelijk-
heden van mensen is het mooie aan het vak.
Hierbij staat het doel van de patiënt centraal:
de één wil een marathon kunnen lopen, de ander
wil zelfstandig naar de supermarkt.’
Het werken voor Revant bracht voor Jolene een
ingrijpende verhuizing met zich mee, van Limburg
naar Zeeland. Cultuurshock? ‘Nee hoor, dat valt
mee. Ik heb een Zeeuws-Vlaamse partner, die
hier sinds 2010 als huisarts werkt, dus ik kende
de streek al een beetje. Het bevalt me erg goed
bij Revant. Ik ben blij met de korte lijnen, de fijne
werksfeer en de mogelijkheid om in de breedte
van het vakgebied ervaring op te doen. Over vijf
jaar? Dan hoop ik hier een stevig netwerk te
hebben. Daarnaast zou ik mijn aandachtsgebied
graag verder ontwikkelen: revalidatie bij centraal
neurologische en neuromusculaire aandoeningen,
zoals ALS.’
6 R E L E V A N T M A G A Z I N E
Eind vorig jaar publiceerde de Raad voor de
Volksgezondheid en zorg (RVz) zijn rapport
‘medisch-specialistische zorg in 2020. dichtbij
en ver weg’. Het rapport is doordrenkt van het
principe ‘dichtbij als het kan en ver weg als
het moet’. christianne Lennards, Raad van
Bestuur van Revant en pieter Vos, secretaris
van de RVz bespreken het rapport en de rol
van de revalidatiegeneeskunde daarin.
SpiN iN HET WEBVos: ‘Revalidatiegeneeskunde wordt ontzettend belangrijk in de
ontwikkeling van de medisch specialistische zorg. In de eerste
plaats omdat revalidatiegeneeskunde bij uitstek specialist is in
transmuraal werken. De Raad vindt de revalidatiegeneeskunde
hierdoor in strategisch opzicht erg belangrijk.’
Lennards: ‘Dat klinkt me als muziek in de oren! Wij zijn een spin
in het web. Revalidatiegeneeskunde lééft bij samenwerking.
Binnen een behandelteam, met de patiënt, maar ook met de
netwerkpartners. We spelen graag de rol van spelverdeler.
De revalidatiecentra hebben een brede kennis over werken
aan zelfstandig functioneren, herwinnen van eigen regie en het
verbeteren van de kwaliteit van leven. We kennen het netwerk en
weten op welke plaats de revalidatie het best kan plaatsvinden.
Samenwerking tussen bijvoorbeeld revalidatiearts en specialist
ouderengeneeskunde kan de zorg sterk verbeteren door de
aanvullende expertise over en weer. De revalidatiearts heeft
verstand van functionele diagnostiek en prognostiek, de
specialist ouderengeneeskunde van de invloed van co-morbidi-
teit op het functioneren en de revalidatie.’
NoRmAAL mENSVos: ‘Dat vind ik een goede rolopvatting. Dát is moderne
gezondheidszorg. Niet gebonden aan instituten, bakstenen of
budgetten. Daarnaast zit jullie kracht in de communicatie met
de patiënt. Je praat er mee als een normaal mens met rechten
èn plichten.’
mEdiScH-SpEciALiSTiScHE zoRg iN 2020
De revalidatiearts als spelverdeler
NIEUWS
mEdiScH-SpEciALiSTiScHE zoRg iN 2020
De revalidatiearts als spelverdeler
Lennards: ‘Precies. De patiënt heeft een actieve rol in het
revalidatieproces. Het stimuleert het herwinnen van eigen
regie. En dat waarderen zij ook zeer. Dat zien we aan de
uitkomsten van onze patiënttevredenheidsonderzoeken.
De patiënt wordt bij ons niet alleen als de héle mens gezien,
maar ook als mens in zijn sociale context.’
Vos: ‘De kern van de zaak is, en revalidatiegeneeskunde is
daar al heel ver in, dat het veel planmatiger moet. In de ideale
zorgsituatie maak je afspraken met de patiënt. Over wat je wilt
bereiken met de behandeling, maar ook over de investeringen
van de patiënt. Bij welke gedragsveranderingen zou hij baat
hebben? Beter gewicht, meer bewegen, oefeningen uitvoeren,
stoppen met roken?’
SmARTpHoNELennards: ‘Je gaat inderdaad samen in gesprek: wat moet
het doel van de behandeling zijn? Welke, vaak heel normale,
dingen wil je weer zelf doen. Vaak moeten revalidanten na
een ernstige aandoening opnieuw hun leven gaan uitvinden.
Ik verwacht overigens ook veel van ontwikkelingen op het
gebied van E-health. Op termijn kan de revalidant met behulp
van apps op een smartphone behandelafspraken maken en
raadplegen. En we kunnen op die manier ook het gedrag van de
patiënt volgen en gedragsveranderingen gaan ondersteunen.
Optimaliseren van eigen levensregie door de patiënt en
realiseren van zelfmanagement is waar het om draait.’
Vos: ‘Op weg naar zorg 2.0’! Onderschat ook niet de kracht van
internet en social media. In de psychiatrie is al duidelijk wat
die voor een gedragsveranderende invloed kunnen hebben.
Op die manier kan de patiënt thuis blijven en bespaar je veel
kosten. Dat veronderstelt wel een andere soort zorgverlener.
Eentje die veel meer gericht is op zelfmanagement van de
patiënt. Revalidatieartsen en huisartsen kunnen dat nu al heel
goed. Ook daarom is hun rol in de toekomst essentieel.’ •
R E L E V A N T M A G A Z I N E 7
‘Dat ik op mijn leeftijd nog zoveel kan leren!’
Vorig najaar kreeg peter
Weistra (52) een ernstig
auto-ongeluk op de duitse
Autobahn. Het gevolg was ernstig
hersenletsel en verwondingen
aan zijn linkerhand.
Na een kunstmatig coma en een
tiental operaties aan zijn hand,
startte in december zijn
revalidatietraject bij Revant.
D I T I S D E R E VA L I D A N T. . . E N D I T I S Z I J N T E A M
‘Zowel fysiek als geestelijk was het hard
werken. Bepaalde oefeningen vond ik lastig.
Soms heb ik me er ook echt tegen verzet.
Dan mopperde ik: waarom moet ik nou leren
afwassen? Maar al snel drong het belang ervan
tot me door. Toen ik weer voor het eerst mijn
eigen veters had gestrikt, mocht dit van mij
op de voorpagina van de krant. Voor mij
was het immers wereldnieuws. Die kleine
successen beheersten mijn leven.’
BEELdENdE THERApiEPeter had door zijn hersenletsel vooral moeite
met het uiten en verwerken van zijn emoties.
Hiervoor werd beeldende therapie aan zijn
behandelplan toegevoegd. ‘Ik had er weinig
vertrouwen in, maar na de eerste sessie
was ik helemaal om. De combinatie van met
je handen én met je gevoel bezig zijn, is
geweldig! Al knippend, plakkend of kleiend,
uitte ik mijn gevoelens en gaf ze een plek.
IngeAnneleen
SuzanneInge
8 R E L E V A N T M A G A Z I N E
Inge FrankenMaatschappelijk werker
‘Ik sprak gemiddeld een keer per drie weken met Peter. Over de verwerking van het ongeluk, zijn herstel en het omgaan met zijn beperking. Daarnaast heb ik zijn vriendin en kinderen begeleid. Want dit heeft natuurlijk ook een grote impact op hun leven. Peter is een enorme knokker met een positieve levensvisie. Hij komt er wel. Zeker met alle steun die hij van zijn naasten krijgt.’
Suzanne TimmermansFysiotherapeut
‘Peter had cognitief letsel en kon daardoor in het begin geen externe prikkels verdragen. We startten dus met dagelijkse individuele sessies in een rustige omgeving. Hierbij lag de nadruk op rustig bewegen, oriëntatie, tijdsbesef en mobilisatie van zijn arm. Na een aantal maanden konden we zijn trainings-programma uitbreiden met ontspanningsoefeningen, fitness, zwemmen en het trainen van zijn verkeers-inzicht. Peter zwemt nu als sport.’
Anneleen van NieuwenhuijzenNeuropsycholoog
‘Ik heb samen met Peter en zijn partner en familieleden onder andere onderzocht welke veranderingen hadden plaatsgevonden op het vlak van cognitief, emotioneel en gedragsmatig functioneren. Peter heeft tweemaal deel- genomen aan een neuro-psychologisch onderzoek. Hij wilde immers zoveel mogelijk zijn gebruikelijke activiteiten en werk weer oppakken. Psycho-educatie speelde een belangrijke rol in de therapie. Het hielp Peter om grip te krijgen op wat hem overko-men is.’
Inge AkkermansErgotherapeut
‘In het begin oefende ik elke dag met Peter vooral basale hande-lingen, zoals wassen en aankleden, maar ook de weg vinden en afspraken onthouden. Later in het traject oefenden we drie keer per week heel specifieke activiteiten van veters strikken, schrijven en brood smeren tot samen fietsen door Breda. Hij had vooral het vertrouwen nodig dat hij het zelf kon en dat heeft hij nu ook.’
BEELdENdE THERApiEDeze behandelmethode richt zich op psychosociale problemen en wordt binnen Revant Breda zowel individueel als in groepsverband aangeboden. Beeldende therapie biedt een veilige therapiesituatie waarbinnen revalidanten kunnen experimenteren met gevoelens en gedrag. De ervaringen tijdens de therapie bieden ondersteuning en houvast om in het dagelijks leven verandering aan te brengen. Kenmerkend is de inzet van beeldende middelen, zoals teken- en schildertechnieken, klei of hout. De beeldend therapeut werkt nauw samen met de psycholoog.
‘Dat ik op mijn leeftijd nog zoveel kan leren!’
Dr. Mirto XanthouliRevalidatiearts
‘Peter was bij aan-komst binnen Revant enorm apathisch. We hebben op alle fronten met hem gewerkt. Het waseen dynamisch
proces met veel overleg en samenwerking, zowel multi- als interdisciplinair. De ene keer lag de nadruk op zijn motoriek, dan weer op cognitief of psychisch herstel. Peter werkt heel hard en het resultaat, tot nu toe, is heel goed.’
Ella GerritsBeeldend therapeut
‘Peter voelde veel emoties maar was door zijn hersen-letsel niet in staat zich te uiten. Hierdoor voelde hij zich geregeld onrustig. Binnen beeldende therapie heeft hij emoties en dingen die hem bezig hielden letterlijk een plek gegeven op papier. Wij keken er samen naar en oefenden om iets op een andere wijze aan te pakken. Oefenen, in deze veilige setting, hielp hem binnen de revalidatie gedrag te veran-deren. In zijn geval: nieuwe dingen aangaan, meer rust ervaren en zichzelf uiten.’
Bijvoorbeeld toen ik me een dag enorm
onrustig voelde. Ik mocht die onrust een
kleur geven en ik ging aan de slag met een
leeg doek en verf. Ineens was de onderkant
van mijn doek knalrood. ‘Welke kleur
associeer je met geluk?’, vroeg Ella. Voor mij
is dat geel. Dus die kleur ging op de boven-
kant van het doek. Vervolgens schilderde
ik van het rood richting het geel en bij elke
penseelstreek voelde ik me rustiger worden.
Het schilderij hangt nu op mijn slaapkamer.
Het herinnert mij eraan dat geluk iets is om
naartoe te werken, elke dag opnieuw.’
AAN HET WERk‘Ik ben blij met wat ik tot nu toe heb bereikt
en ik weet dat het nog beter zal worden.
Ik besef ook dat ik bepaalde dingen nooit
meer zal kunnen, zoals biljarten en gewicht-
heffen. Hopelijk mag ik over een tijdje weer
gaan werken, al is het maar een uurtje per dag.
Ik begeleid jongeren in een beschermde
woonvorm. Ik moet dus echt rustig opbouwen,
anders worden mijn cliënten er de dupe van.
Maar ik heb er vertrouwen in dat het goed
komt. Want wie had nou gedacht dat ik op mijn
leeftijd nog zoveel kon leren?’ •
Ella
R E L E V A N T M A G A Z I N E 9
Peter Weistra
Neurorevalidatie was als eerste aan de beurt. Met de pijn-
revalidatie, kinderrevalidatie en oncologische revalidatie is
inmiddels ook gestart. Bij het herontwerp deelt Revant het
zorgprogramma op in verschillende kleine stukjes. Deze kleinere
projecten worden dan één voor één ingevoerd. Ingrid houdt
overzicht over al deze projecten. Bovendien zorgt ze dat de
juiste methodieken worden toegepast bij het ontwikkelen van
nieuwe programma’s.
‘Bij het herontwerpen van de zorgprogramma’s baseren we
ons op vier pijlers. We willen allereerst zorgen voor state of the
art zorg. Die zorg moet ten tweede toegankelijk, transparant
en kostenefficiënt zijn en ten derde aantoonbaar effectief. En
tot slot stellen we de klantbehoefte en de klantbelofte centraal.
Waarbij de klant niet alleen de patiënt is. Dat kan bijvoorbeeld
ook de verwijzer zijn’.
SNEl BEElDMet state of the art werken bedoelen we: doen we wat het
huidige wetenschappelijk onderzoek vraagt? Tijdens het
herontwerp neurorevalidatie zijn alle beschikbare richtlijnen
en de laatste inzichten meegenomen om te komen tot een
zo effectief mogelijk behandelprogramma dat aansluit bij de
huidige kennis. Ook bij de andere programma’s wordt dit gedaan.
Toegankelijk betekent: voeren we de logistiek, de revalidanten-
doorstroom, uit binnen de normen die daarvoor gelden?
We willen onze revalidanten zo snel mogelijk helpen. Er mag
geen vertraging ontstaan omdat ze op verschillende plaatsen
dezelfde informatie moeten verstrekken. We voeren daarom
een intakeformulier in dat revalidanten zelf vooraf voor een
groot deel kunnen invullen. Zo hebben we bij het eerste consult
al een zo volledig mogelijk beeld van de revalidant en kan het
consult efficiënter worden ingericht.
Na het eerste consult bezoekt de revalidant in korte tijd alle
disciplines. Zo weten we snel wat de zorgvraag is en wat de
daaraan gerelateerde kernproblemen zijn. De verschillende
disciplines komen vervolgens met een gezamenlijk plan van
aanpak. Bij dit plan is de revalidant nadrukkelijk betrokken
en er worden heldere doelen gesteld. Het is daarmee voor
iedereen duidelijk waar de focus ligt voor de komende
revalidatieperiode. Revalidanten die met een heel concrete
vraag binnenkomen, worden meteen na het eerste consult
door verwezen naar de relevante disciplines.
SAMEN OEFENENIn het huidige klimaat is het van belang de zorg en behandeling
zo efficiënt mogelijk in te richten zonder in te boeten op de
kwaliteit. Die effectiviteit en kwaliteit bereiken we bijvoorbeeld
door revalidanten, waar dat kan, in groepen te behandelen. En
door ‘over diagnoses heen te denken’. Een CVA-patiënt kan best
samen oefenen met een patiënt met MS, als ze allebei beter
willen leren lopen. Zo kun je groepen samenstellen die gericht
zijn op de activiteit die men wil oefenen en niet op de diagnose.
1 0 R E L E V A N T M A G A Z I N E
Pijnrevalidatie‘Pijnrevalidatie is heel erg in ontwikkeling’, vertelt Ingrid. ‘We doen dat weer volgens de vier pijlers: state of the art zorg, die
toegankelijk, transparant en kostenefficiënt is, aantoonbaar effectief en gebaseerd op de klantbehoefte. Daarbij onderzoeken
we de mogelijkheid om pijnrevalidanten meer in groepen te gaan behandelen. Het gaat daarbij om therapie die gericht is op
gedragsverandering. Ze gaan namelijk niet meer van die pijn afkomen, maar moeten leren ermee om te gaan. Ze moeten de
balans vinden tussen belasting en belastbaarheid. We zijn nu bezig met een pilot om deze groepsbehandeling toe te passen.’
ZORGINNOVATIE
Revant tilt zorgprogramma’s naar
Revant gaat zijn zorgprogramma’s opnieuw ontwerpen. ‘We doen dat om de kwaliteit van de zorg voor onze revalidanten nog verder te verhogen. We kunnen hen dan eerder, sneller en effectiever helpen’, zegt programma-manager Ingrid van de Port.
Metingen die de veranderingen tijdens de revalidatie vastleggen,
maken een belangrijk deel uit van de behandeling. We willen
het revalidatieproces precies kunnen monitoren. Zo kunnen we
ook aantonen wat de effecten van onze behandelingen zijn.
Dat is belangrijk voor revalidanten, verwijzers, medewerkers én
financiers. Daarnaast is het essentieel voor de communicatie
tussen behandelaars binnen en buiten Revant.
KETENEn tot slot: het centraal stellen van de behoefte van en de
belofte aan de klant, betekent dat we uitgaan van de hulpvraag
van de revalidant en zijn omgeving. De therapie is daar op
ingericht. We zijn duidelijk over hoe het revalidatietraject eruit
ziet, wat de revalidant van ons mag verwachten en wat wij van
hem verwachten. Dat proberen we ook te doen in de zorgketen.
Bij het herontwerpen van de programma’s betrekken we
daarom ook onze partners buiten Revant. De vraag is: hoe
kunnen we een zo goed mogelijke keten vormen voor onze
revalidanten en wat is onze plek in die keten? Ook hier kijken
we wat de verwachtingen van onze ketenpartners zijn en maken
wij duidelijk wat ze van ons kunnen verwachten.
‘Het herontwerpen van de zorgprogramma’s gebeurt Revant-
breed en dat is erg inspirerend. Zowel in Breda als in Zeeland
zit veel expertise en ervaring. We willen met programma-
management bereiken dat alle locaties op een vergelijkbare
manier gaan werken en daarmee het beste van deze ‘werelden‘
bij elkaar te brengen.‘ •
R E L E V A N T M A G A Z I N E 11
ZORGINNOVATIE
Senior-onderzoekerNaast programmamanager is Ingrid ook senior-
onderzoeker bij Revant. ‘Het leveren van state of
the art zorg, betekent dat je op de hoogte moet zijn
van de nieuwste ontwikkelingen uit wetenschap-
pelijk onderzoek. Daar komen mijn beide functies
heel mooi bij elkaar. De ervaring die ik hiervoor heb
opgedaan als onderzoeker bij het Kenniscentrum
Revalidatiegeneeskunde Utrecht (Revalidatie-
centrum De Hoogstraat/ UMC Utrecht) is van grote
waarde bij mijn huidige onderzoekswerkzaam-
heden. Als senior onderzoeker ondersteun en
coördineer ik het onderzoek binnen Revant. Als een
universiteit bij ons komt met een onderzoeksvoor-
stel, dan bespreek ik dat met de wetenschappelijke
commissie. Is de onderzoeker eenmaal aan de slag
dan ondersteun ik het onderzoek en zorg ik dat
iedereen geïnformeerd wordt. Andersom, als één
van de medewerkers van Revant onderzoek wil
doen, dan help ik met het formuleren van de juiste
onderzoeksvraag en het kiezen van de methodiek.
Het wetenschappelijk onderzoek heeft een
duidelijke plek in de organisatie. Het zorgt ervoor
dat we op de hoogte zijn van de laatste inzichten
en kritisch blijven op ons eigen werk.’
Revant tilt zorgprogramma’s naar next level
Revant Revalidatiecentrum Breda, Revant Schoondonck
Brabantlaan 1
4817 JW Breda
Telefoon 076 5797900
Fax 076 5797901
www.revant.nl
Revant De Wielingen
Vlietstraat 8
4535 HA Terneuzen
Telefoon 0113 236236
Fax 0113 236899
www.revant.nl
Revant Lindenhof
’s-Gravenpolderseweg 114a
4462 RA Goes
Telefoon 0113 236236
Fax 0113 236221
www.revant.nl
Revant Reigerbos
Schubertlaan 21
4462 KA Goes
Telefoon 0113 236236
Fax 0113 236888
www.revant.nl
Zo bereikt u onze vier vestigingen
Recommended