View
218
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
20 #ROM5
Het kan: peuters lekker laten spelen en tegelijkertijd gericht hun ontwikkeling
stimuleren. Het opleidingstraject Opbrengstgericht werken met peuters helpt
pedagogisch medewerkers om dat voor elkaar te krijgen. Zij leren beter herkennen
in welke ontwikkelingsfase het kind zit en hoe ze het verder kunnen brengen.
Alles begint met goed kijken naar spelende kinderen
Onderzoekers verschillen van mening over
wat de ‘opbrengst’ is van vve. Ze zijn het
daarentegen wel eens over het feit dat aan
het niveau van de leidsters nog wel iets valt
te verbeteren. Waar schort het aan? ‘Ik heb
daar geen onderzoek naar gedaan, maar ik
heb er wel een idee over’, zegt adviseur Ka-
rin van der Meulen van de CED-Groep. ‘Veel
pedagogisch medewerkers (pm’ers) zijn in
de dagelijkse praktijk niet gericht bezig met
de ontwikkelingsdomeinen van kinderen. Zij
herkennen het verloop van de ontwikkeling
bij kinderen onvoldoende.’
Het traject Opbrengstgericht werken met
peuters rakelt de aanwezige voorkennis van
pm’ers op en vult de ontbrekende kennis aan.
Allereerst gaat de aandacht naar observatie:
hoe observeer je, wat is het verschil tussen
objectief en subjectief? Hoe gebruik je een
observatie-instrument, zoals bijvoorbeeld de
Zo-lijsten of KIJK?
TEKST MARIJKE NIJBOER
FOTO’S JAN VAN DER MEIJDE
OPBRENGSTGERICHT WERKEN MET PEUTERS
#ROM5 21
‘HET GAAT EROM DAT JE HAALBARE DOELEN STELT VOOR DE VOLGENDE PERIODE’
jaarlijks waar we staan en wat er nog moet
gebeuren. Daar zetten we ons scholingsbeleid
voor in.’
Karin voegt toe: ‘Deze werkwijze beklijft al-
leen wanneer mensen de tijd krijgen om zich
opbrengstgericht werken eigen te maken.
Het werkt niet als de werkgever mensen hier-
na meteen laat doorhollen naar een andere
cursus. Het verwerven van nieuwe vaardighe-
den kost nu eenmaal tijd.’
En de kinderen: moeten die niet gewoon lek-
ker spelen? Karin: ‘Dat is het mooie: de kinde-
ren spelen gewoon, die hebben geen idee dat
de pm’er aan doelen werkt.’
groepsplannen te maken. ‘En vooral om die
uit te voeren in de vier domeinen.’
Het traject Opbrengstgericht werken met
peuters legt een goede basis, vindt Vanessa.
‘We zien zeker vooruitgang. Veel pm’ers we-
ten inmiddels waar kinderen zitten in hun
ontwikkeling en hoe ze spelenderwijs het vol-
gende stapje moeten aanbieden. Ze hebben
ook goed in hun hoofd aan welke doelen ze
moeten werken.’
Hoe zorg je nu dat mensen deze werkwijze
goed in de vingers krijgen en er vaardig in
blijven? Vanessa: ‘Onze vve-coaches begelei-
den de teams hierin op locatie. We evalueren
WAAR ZIT HET KIND IN Z’N
ONTWIKKELING?
De pm’ers leren om te werken volgens de
stappen: data, duiden, doelen, doen. Ze ver-
zamelen data: observatiegegevens en infor-
matie uit gesprekken met ouders. Die infor-
matie moet worden geduid: waar zit het kind
in z’n ontwikkeling? Wanneer dat duidelijk
is, kunnen er doelen worden gesteld, die ver-
volgens worden uitgevoerd (‘doen’). Dit alles
leren de pm’ers toepassen in vier domeinen:
taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotio-
nele ontwikkeling.
Het klinkt misschien ingewikkeld, maar vol-
gens Karin is deze werkwijze niet radicaal an-
ders. ‘De pm’ers deden altijd al interventies,
maar nu kijken ze tevoren welke interventie
op dit moment passend is voor een bepaalde
groep kinderen. Die groep noemen we dan
een arrangement.’
Zij geeft een voorbeeld. ‘De pm’er observeert
de spelende kinderen en ziet dat een van hen
weinig spreekt. Ze overlegt met haar col-
lega’s: hoe verbeteren we het praten van dit
kind? De pm’ers hebben de groep voor het
domein ‘taal’ verdeeld in arrangementen: ba-
sis, verdiept en intensief. Dit kind komt in de
groep ‘intensief’. Nu is de vraag: wat moet er
gebeuren? Biedt de speelhoek niet de juiste
spulletjes? Of moet de pm’er meespelen en
dialoog voordoen, interacties begeleiden?
Speelt dit kind wel? Wat kan het al wel, en
wat is logisch dat het hierna gaat leren? Op
welke manier leert dit kind dat gemakkelijk?’
Het kind moet worden verleid om de komen-
de periode z’n woordenschat uit te breiden.
En ondertussen moet er misschien ook wor-
den gewerkt aan het samen spelen. ‘Het gaat
erom dat je haalbare doelen stelt voor de vol-
gende periode’, zegt Karin. ‘Je speelt elke dag
tien minuten mee en kijkt na twee maanden
wat dat heeft gedaan voor de ontwikkeling
van het kind. Zijn de doelen bereikt? Dan stel
je nieuwe doelen.’
‘GOEDE BASIS’
Vanessa de Raad-Vellinga is als projectme-
dewerker bij de Rotterdamse instelling Peu-
ter & Co verantwoordelijk voor de scholing
en ontwikkeling van het personeel. Op alle
97 locaties zijn pm’ers (mbo, hbo) en vve-
coaches (hbo) door de CED-Groep getraind in
opbrengstgericht werken. Vanessa merkt dat
veel medewerkers het nog lastig vinden om
Recommended