View
3
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
AannemÍngsbedrijf J. den Boer s.v.Ïransporuíedrijf Reduchím s.v.
Reductiebe/eid en doelstel/ingen
Auteur:
Versie :
Eisen:
Goedgekeurd.'
Handtekening.'
C. Klompenhouwer
versie september 2019
3. B. I
A. W. Verboon i
Inhoud
INHOUD
1 l INlEIDING
2 I HET C02 REDUCÏIEBELEID VAN ONS BEDRUF2.1 ENERGIESTROMEN.
2.2 INZICHT/VOORTGANGC02REDUCTIEAFGELOPENJAREN
DOELSTELLINGEN
3.1 SCOPE 1 I SUBDOELSTELLING BRANDSTOFVERBRUIK...........
3.2 SCOPE 2 l SUBDOELSTELLING ENERGIEVERBRUIK KANTOREN
3.3 VERGELuKINGMETSECTORGENOTEN..............................
3.4 EIGEN STELLINGNAME
4 MAATREGELEN OM DOELSTELLINGEN ÏE REALISEREN
4.1 REDUCEREN BRANDSTOFVERBRUIK
4.1.1 Algemeen
4.1.2
4.1.3
Efficiënter rijgedrag...................Verminderen van reiskilometers
4.1.4
4.1.5
4.1.6
4.1.7
4.1.8
Vergroening brandstoffen..............Reduceren elektm- en gasverbruik
AIgemeen.......................................
Reduceren gasverbruik..................
Reduceren elektraverbruik.............
5 BEHEERSING MIDDELS ENERGIEMEEÏPLAN
SCOPE 1 EMISSIES.
SCOPE 2 EMISSIES
5.1 MONITORING
6 INTEGRAÏIE MET MILIEU MANAGEMENT SYSTEEM ISO 14001
7 ROL OMSCHRUVING C02 VERANTWOORDELuKE
7.1 ENERGIESTROMEN.
7.2 DOELSTELLINGEN.
7.3 ONTWIKKELINGEN
7.4 EXTERNE BELANGHEBBENDE
7.5 IMPLEMENTATIE
COz-reductieplan 2019 - 3.B.1
1 l Inleidíng
Verboon Maasland wil concreet en aantoonbaar maken dat we ons inspannen om CChte reduceren. In dit
document worden de scope 1 en 2 COz-reductiedoeIsteIlingen van Verboon Maasland gepresenteerd en de
voortgang van de CCh-reductie beoordeeld. Voorafgaand hieraan is de C02 footprint voor scope I en 2
opgesteld conform ISO 14064-1 en het GHG Protocol.
2 l Het C02 reductíebeleid van ons bedríjfDe Visie van Verboon Maasland kenmerkt zich door het bewerkstelligen van een toonaangevend
aannemingsbedrijf van kwalitatief hoogwaardige grond-, weg- en waterbouwkundige werken.
Ons doel ten aanzien van de samenleving is dat deze ons herkent en respecteert omdat wij ons verantwoord
opstellen ten aanzien van de wetten van onze samenleving, de democratische grondbeginselen, het milieu en
energievoorraden. Wij zijn ons bewust van het impact van onze bedrijfsactiviteiten op het klimaat en zien het
als onze taak om die impact te reduceren.
In 2013 zijn wij gestart met het systematisch en structureel in kaart brengen van de C02 emissies van onze
bedrijfsvoering. Het jaarlijks monitoren van de C02 voetafdruk biedt ons bedrijf de kans om te sturen op
reductie maatregelen en de bedrijfsvoering verder te verduurzamen.
Het beleid van de directie is gericht op het voldoen aan de voorwaarden ten aanzien van het milieu zoals
omschreven in de milieuwetgeving en 1S014001. Het behouden van het C02 PL certificaat (trede 3) maakt
tevens onderdeel uit van het beleid en de duurzame ambities van het bedrijf.
2.1 Energiestromen
Energiestromen zijn alle "stromen" binnen ons bedrijf die C02 uitstoot met zich meebrengen. Onze
energiestromen worden jaarlijks geïnventariseerd en gerapporteerd middels de emissie inventaris scope 1&2.
De scope 1 (directe) emissies hebben betrekking op het gasverbruik en het brandstofverbruik van ons
wagenpark/materiaal/-materieel. De scope 2 (indirecte) emissies hebben betrekking op het
eIektriciteitsverbruik.
2.2 Inzicht/voortgang C02 reductie afgelopen jarenTen opzichte van 2016 is er 77 ton meer C02 uitgestoten in 2018, bij een omzetdaling van ruim 6%. Hierdoor is
onze doelstelling niet gehaald.
Met de vaststelling van de nieuwe boundary in 2016 is ingezet op een reductie van 5% voor de komende 3 jaar.
Gezien de diversiteit aan werkzaamheden binnen onze organisatie is dit moeilijk te sturen. De meest voor de
hand liggende reductie mogelijkheden zijn ingezet en benut. Alle bedrijfsbesluiten zijn en worden gerelateerd
aan duurzaamheid, de gevolgen voor het milieu en de C02 uitstoot. Voor 2019 blijft de doelstelling van
toepassing om een reductie te behalen van 5 % t.o.v. het basisjaar 2016.
Doordat in 2015 het bedrijf J. den Boer/Reductum is overgenomen, is de C02 uitstoot over 2016 niet meer
vergelijkbaar met het basis/referentiejaar. Om de juiste vergelijkingen te kunnen maken is het
basis/referentiejaar aangepast naar 2016. Voor het inzicht is het van belang om te weten welk veranderingen
er hebben plaatsgevonden zodat de effecten correct vergelijkbaar zijn. Het effect op de organisatie en de C02
uitstoot staat hieronder vermeld.
Medewerkers Aantal Omzet p/jr. C02 uitstoot Ton COz/med. COz/euro omzet
FTE in 2016 82,0 26,5 mio 5.024 ton 61,3 ton/med. 0,19 ton/euro omzet
FTE in 2017 82,0 26,9 mio 4.693 ton
- 6.6 %
57,2 ton/med.
- 6,59%
0,17 ton/euro omzet
- 8,42%
FTE in 2018 80,0 24,9 mio 5.101 ton
+ 1,53 %
63,8 ton/med.
+ 4,07%
0,21 ton/euro omzet
+ 7,89 %
COzreductieplan 2019 - 3.B.1 3
3 Doelstellingen
Vanwege een organisatie wijziging is in 2016 (overname J. den Boer in 2015) het referentiejaar veranderd van
2013 naar 2016 (2016 eerste emissie inventaris van de nieuwe organisatie). In het nieuwe referentiejaar is
onderstaande doelstelling geformuleerd.
_j N N í lí í llílíaíffi l J @ í lj N J N aí N N. 0
ri'i'I'ëfi'l'í91füllll9QgQ,,íalalaí íi'l-í Il'fülll - m'ia1{i6 ji í
5 %.'C02 rèductie in 2019't.o.v. "'
2016 ' . ' " . ." '
5 % COj 7e;1uct.ie in 2019 t.o.ú;"...2016 ' . . , ' :,' . _ : , _ . ' - " _ =:
i'Totaa13 %=CO:_ reduCtie t.g.v. -
.2m6 - ..: ' . ' . , -
Conform de eisen zijn onze kwantitatieve reductiedoeIsteIIingen uitgedrukt in een absoluut getal/percentage
ten opzichte van een referentiejaar.
3.1 Scope 1 l Subdoelstelling brandstofverbruíkOm de scope 1 doelstelling te kunnen behalen hebben we aan de hand van de mogelijk reductiemaatregelen
bekeken hoeveel brandstof we kunnen reduceren met de bedrijfsauto's.
We hebben dit ingeschat op 5% reductie in 2020. Deze reductie wordt gerelateerd aan het totaal aantal
gereden kilometers.
Om de scope I doelstelling te kunnen behalen hebben we aan de hand van de mogelijk reductiemaatregelen
bekeken hoeveel brandstof we kunnen reduceren met de machines en het materieel. We hebben dit ingeschat
op 8% reductie in 2020. Deze reductie wordt gerelateerd aan het verbruikte aantal liters ten opzichte van het
totaal aantal draaiuren. En het in praktijk brengen van de geboden handvatten in de cursus "Het Nieuwe
Draaien".
3.2 Scope 2 l Subdoelstelling energíeverbruík kantorenOm het elektra- en gasverbruik en de bijbehorende CO;i uitstoot te kunnen verlagen hebben we maatregelen
geïnventariseerd die op ons bedrijf van toepassing zijn. Wij schatten in dat we de komende jaren ons verbruik
met 5% kunnen verlagen. Om dit te kunnen monitoren wordt de voortgang gekoppeld aan het aantal
graaddagen en het aantal FTE.
3.3 Vergelijking met sector genoten
Vanuit de CO,-Prestatieladder wordt gevraagd om reductiedoeIsteIIingen op te stellen die zowel
ambitieus als realistisch zijn. Daarom is voor het opstellen van de doelstelling onderzocht welke
maatregelen en doelstellingen sectorgenoten ambiëren. Verboon behoort tot de middenmoot op het
gebied van COl-reductie vergeleken met sectorgenoten. In de branche waarin wij opereren is hetbelangrijk om bezig te zijn met duurzaamheid. Verboon Maasland werkt voor veel overheden en
waterschappen en voert veel projecten uit die te maken hebben met natuurbehoud. Dít maakt dat wij
C02 en milieubewust ondernemen hoog in het vaandel hebben staan. De CO,-reductiedoelsteIIingen
en bijbehorende maatregelen helpen om als bedrijfduurzamerte kunnen ondernemen. Om de ambitie
van de C02 reductie doelstelling van Verboon te meten is er een vergelijk gemaakt met Groeneveld
GWW, een bedrijf die vergelijkbare activiteiten uitvoert met betrekking tot de huidige C02 prestatie
en genomen reductie maatregelen. Groeneveld GWW heeft de ambitie uitgesproken om in de periode
Sectorgenoot - Groeneveld GWW
Heeft in april 2014 het niveau 3 COrPrestatieladder certificaat behaald. Zij hebben zich ten
doel gesteld om in 2020 (ten opzichte van 2016) 6% minder C02 uit te stoten in scope 1 en 1%
minder in scope 2. Dit willen ze gaan realiseren door de volgende maatregelen te nemen:
* Op kantoor weinig tot geen reductie, voordeel valt nog te behalen door het gesloten
houden van deuren in de winterperiode om warmte/energieverIies te voorkomen.
* Bijdeaanschafvanleaseauto'seengoedeafwegingmakentussenpraktischingebruik
en C02 uitstoot.
* Onderzoek uitvoeren naar rijden op alternatieve brandstoffen
COz{eductieplan 2019 - 3.B.1 4
* Alle medewerkers instrueren met het "nieuwe rijden'
* Beter inzicht in verbruik en eigen normverbruik berekenen
* Alle medewerkers instrueren op "het nieuwe draaien'
* Beperken intern transport
* Selectief omgaan met capaciteit en brandstofverbruik
3.4 Eigen stellingname
Als we kijken naar de initiatieven die door Groeneveld GWW zijn/worden genomen om C02 tereduceren kan gesteld worden dat de reductiedoelsteIling (5%) van Verboon reëel genoemd kan
worden. Met inachtneming van de reeds gerealiseerde maatregelen uit de ingevulde maatregellijst
kunnen we stellen dat Verboon een middenmoter is in vergelijking met sector genoten.
De gekozen reductiedoeIsteIIing is voldoende ambitieus en wel om de volgende reden:
- We moeten de registratie t.a.v. het brandstofverbruik van het materieel beter trechteren
en inzichtelijker maken, zodat we hierop beter kunnen sturen.
- Meerdere zaken zijn nog in uitvoering (maatregellijst en plan van aanpak)
We kijken tijdens de halfjaarlijkse controle van onze reductiedoelstellingen ook of onze
doelstelling nog ambitieus genoeg zijn.
4 Maatregelen om doelstellíngen te realiseren
4.1 Reduceren brandstofverbruik
Het brandstofverbruik heeft een aandeel van ruim 90% in de totale C02 footprint van Verboon Maasland. Dit
wordt voornamelijk veroorzaakt door het verbruik van het materieel, de vracht- en bestelwagens.
Verhoudingsgewijs verbruiken de personenwagens relatief weinig, daarnaast wordt nog een kleine hoeveelheid
benzine verbruikt door kleine (hand) werktuigen.
Het verminderen van brandstofverbruik kan op 2 manieren: het verminderen van het aantal te rijden kilometers
en het efficiënter rijden waardoor minder brandstof verbruikt wordt. Dit is uiteraard afhankelijk van de project
locaties. Hieruit volgen een aantal mogelijk te nemen maatregelen.
4.1.1 Algemeen
I Zorgenvoüreengoedregistratiesysteemvaneventueleeigentankvoorbrandstofvoormaterieelen/of
aggregaten, zodat het verbruik eenvoudig per machine uit de administratie gehaald kan women.
4.1.2 Efficiënter rijgedrag
J Vervolg Cursus Het Nieuwe Rijden/Het Nieuwe Draaien voor medewerkers. Door instructies te geven
over welke aspecten van het rijgedrag het brandstofverbruik van de auto beïnvloeden, leren
autobestuurders zuiniger te rijden.
De verwachte CO»-reductie op brandstofverbruik: initieel 5-10%. Bij het juist toepassen van de cursus kaneen besparing van 8% behaald worden.
J Bewustwording van bestuurders over hun rijgedrag vergroten door:
o Regelmatig terugkerende aandacht aan Het Nieuwe Rijden via toülbox, werkoverleg, etc.
o Wedstrijd voor chauffeurs: Green Driver Challenge (terugkoppeling per kwartaal of half
jaar; voortgang van het rijgedrag meten a.d.h.v. normverbruik per auto, of aan verbruik
van chauffeur zelf)
o Halfjaarlijks een 'Fiets naar je werk' dag (met "s middags een bedrijfs bbq of -borrel)
o Mentoren die nieuwe medewerkers coachen op veilig en zuinig rijden/draaien
CCh-reductieplan 2019 - 3.B.1 5
I Verder stimuleren van carpooling door te verzamelen op de bedrijfslocatie en vandaar gezamenlijk
verder te reizen naar de projectlocatie.
J Ter beschikking stellen van zuinige leenwagens (eventueel van andere medewerkers die op kantoor
werken) aan medewerkers die voor enkele uren een auto nodig hebben.
I Invoeren van een mobiliteitsregelinz met verschillende vervoersvormen. Hiermee wordt duurzaam
reisgedrag gestimuleerd, door medewerkers naast het gebruik van een auto ook gebruik te laten maken
van andere vervoersmiddelen zoals de fiets, trein en/of bus.
4.1.3 Verminderen van reískílometers
I Bij projecten verder van huis het personeel laten overnachten in hotels
I Inschakelen van personeel wat dichtbij projectlocatie woont
I Materieel zoveel mogelijk op projectlocatie laten staan
J Visualisering en optimalisatie van afgelegde afstanden in werkplaats d.m.v. bijvoorbeeld spaghetti-
diagram (Lean Six Sigma)
%/ Carpoolen medewerkers die op eenzelfde locatie werken
4.1.4 Vergroening brandstoffen
J Aanschaffen van zuinige auto"s en materieel (A- of B-label, hybride/elektrische auto)
De verwachte COz-reductie op brandstofverbruik: Een zuinige auto met A- of B-label verbruikt zo'n 10%
minder dan een gemiddelde auto in dezelfde klasse.
s/ Rijden op alternatieve brandstoffen (bijv. GTL) Hiermee wordt nu getest op 1 van onze projecten
J Start-stop systeem, ECO stand en/of motormanagementsysteem op kranen en shovels
J Lager instellen van hydraulische druk op materieel
I Frequent onderhoud (i.c.m. Het Nieuwe Rijden: controleren bandenspanning, etc.)
De vervmchte CCh-reductie op brandstofverbruik: banden op spanning houden scheelt o/ zo'n 3% inbrandstofverbruik.
J Brandstof met optimale verbrandingswaarde aanschaffen
De verwachte CO:z-reductie is mogelijk enkele procenten
J Bouwkeet/schaftruimte verduurzamen (isoleren, gebruik maken van zonne-energie)
J Onderzoek naar aanschaf van elektrische en/of hybride machines en materieel
I Aanschaf van nieuwe vrachtwa@ens en machines met EUR06 motüren
sl Elektrische heftruck
J Gebruik van Aspen als brandstofadditief
! Gebruik van Traxx
In 2019 zal verdere vernieuwing/verduurzaming van het wagenpark en materieel worden ingezet voor zowelVerboon als Den Boer, daar waar dit financieel haalbaar en verantwoord is.
Voor de toepassing van alternatieve brandstoffen lopen we tegen een vervangingstermijn van de voertuigen
aan. Alternatieve brandstoffen vergen vaak een extra investering en zijn niet altijd geschikt voor het type werk
wat wij uitvoeren of onvoldoende duurzaam.
4.1.5 Reduceren elektra- en gasverbruik
Het aandeel van gasverbruik op de C02 footprint is 1%; het aandeel van het elektraverbruik is 1,5%. In de
onderstaande alinea's wordt beschreven welke maatregelen er kunnen worden genomen om in kantoren,
magazijnen en serverruimten voornamelijk het energieverbruik te verminderen.
NOTE: Opgemerkt moet worden dat de directie op dit moment druk doende is met een voorlopig ontwerp voor
de nieuwbouw van het bedrijf in Maasland. De voorgestelde doelstellingen voor de nieuwe locatie (kantoor,
werkplaats en opslag) worden meegenomen in de plannen en daar waar financieel mogelijk uitgevoerd.
COz-reductieplan 2019 - 3.B.1 6
4.1.6 Algemeen
V" Het plaatsen van slimme meters waardoor gas- en elektraverbruik nauwkeuriger gemeten wordt. Dit
helpt om beter inzicht te krijgen in het energieverbruik en nauwkeuriger meetgegevens waardoor
onzekerheden in de emissie inventaris kleiner worden.
v' Verboon heeft voor Groene stroom gekozen omdat dit een vrij eenvoudig te implementeren
maatregel is en dit direct resultaat oplevert. Voor J. den Boer is dit nog niet doorgevoerd. Dit staat op
de planning voor 2019.
Verwachte reductie op het gas- en elektraverbruik: 2,5 % door deze maatregel.
4.1.7 Reduceren gasverbruik
%/ Betere isolatie van het nieuwbouw pand door toepassen van dakisolatie, muurisolatie, HR-glas,
isolerende raamfolie, tochtwering in kozijnen of deuren; kortom gebruik maken van de mogelijkheden
die nieuwbouw biedt.
%/ Onnodig aan laten staan van ruimteverwarming buiten bedrijfsuren, voornamelijk bij bedrijfshallen.
Toepassen van een tijdschakelaar. Eventueel temperatuur per ruimte inregelen met ruimte
thermostaten.
J Aanbrengen van sneldeuren in magazijnen cq bedrijfshallen om warmteverlies te voorkomen.
Verwachte reductie op gasverbruik: bespaart 5% ten opzichte van gewone CV-ketel.
%/ Onderzoek naar Warmte-Koude-Opslag met warmtepomp
J Bewuste keuze maken voor nieuw verwarmingssysteem (aardwarmte/kIimaatinstaIIatie of CV met
hoog rendement)
Verwachte reductie op het gasverbruik: afhankelijk van hoeveel in het nieuwe pand verbeterd kan worden.
4.1.8 Reduceren elektraverbruik
J Het inkopen van groene stroom met SMK-keurmerk voor alle panden of een gedeelte van de panden.
Verwachte reductie: volledige overstap op groene stroom realiseert een reductie van 100% op de C02
uitstoot door elektraverbruik.
J Plaatsen van energiezuinige verlichting zoals LED-verlichting of energiezuiniger TL-verlichting.
Verwachte reductie op elektraverbruik: afhankelijk van de huidige soort verlichting kan 5-50% bespaard worden
(in een gemiddeld kantoor is verlichting 60% van totale elektmverbruik)
sÍ Plaatsen van lichtsensoren voor dagIichtafhankeIijke lichtregeling
Vervmchte reductie op elektraverbruik niet bekend
Wij zijn begin 2019 gestart met een kwaliteitssysteem (i.c.m. ISO 14001) waarin wij in het milieuhandboek de
reductie mogelijkheden hebben gekoppeld aan zogenaamde KPl's (Kern Prestatie Indicatoren). Dit wordt in
2C)19 nader uitgewerkt zodat we de voortgang kunnen monitoren en daar waar nodig bijsturen. Afwijkingen
worden gemeld aan het MT zodat er (indien gewenst en haalbaar) corrigerende maatregelen kunnen worden
genomen.
Dit verslag is een opsomming van allerlei mogelijke CO,-reductiemaatregeIen, benoemd per emissiestroom. Dit
document dient als inspiratie voor het bepalen van de reductiemaatregelen die zullen worden toegepast binnen
Verboon Maasland. Per maatregel is een globale indicatie Begeven van het reductiepotentieel. Tevens is er opde website van de SKAO de maatregelenlijst ingevuld, deze zal ook ter inspiratie gelden voor de
reductiemaatregeIen.
5 Beheersing míddels EnergiemeetplanBelangrijk onderdeel van ons Cfüreductiebeleid is het Energie meetplan. In dit energie meetplan is vastgelegd
hoe de doelstellingen die we hebben geformuleerd bewaakt worden, namelijk door de jaarlijkse vaststelling
van onze C02 footprint.
Cfü-reductieplan 2019 - 3.B.1 7
Voor de jaarlijkse vaststelling van onze C02 footprint is eenduidigheid in het meten van de verschillende
energiestromen belangrijk, hïervoor is onderstaand plan opgesteld. Voor het meten van de verschillende
energiestromen is een plan opgesteld. In de onderstaande tabel is te zien wanneer energiefactoren gemeten
worden, door wie en waar de informatie verkregen kan worden.
Scope 1 emissies
4,:è-ffi@.jg:i;fü':il(;=5";.J%:'5;,';,';Í'-y',: :7',':0éeimorr-e_Ö't_,', ,::_Í:)8.íe,',';.' *J%a)0 "-_Iaa' _":' i,':ÍÖ03i-éh'Íi%i,":-:""',.).)ï=':' ," ,"":1"J':'öJ":" _i'.'a:'Í.'.".::::Gasverbruik (in m3
ar:irdgas)
Elk % jaar C02
verantwoordelijke
Via maand factuur, gegeneerd door de
slimme meter (leverancier Essent) via de
boekhoudinB
Via dq j<iarafrekening, factuur NUON,
. via de boekhÓuding .
í3randstofverbruik
1èase7personen auto's
(in liters benzine, diesel
& LPG)
Elk half jaar C02
verantwoordelijke,
Via gege*ens ta.rikcompute'r
. (maandelijks op te vragqn via beheer
(Carolin@ Klompenhouwer) controle metfactuur geleverde hoeyeelh,eid met
leyerancier brandstof
Qia gegevens Leasernij. (tankcards)
, Via gegevens saIarisadministratie (prive
.getankte liters)
Brandstofverbruik
bedrijfsmiddelen (in
iiters diesel)
Elk halfjaar C02
verantwoordplijke
Voor vrachtwagens via gegevens
tankcomputer
Voor materieeí via factuur leverancier
Via boekhouding (Metacom) materieel
(terugrekenen naar projecten).
Via gegevens tankcomputer
Factuur op te vra.gen via boekhouder
(Gerard Dalen)
Overige brandstoffen;
Aardgas
Propaan
Lasgas
Aspen
Elk halfjaar C02
verantwoordelijke
Facturen;
Praxair / Huisman
Praxair / Huisman
Praxair / Huisman
Schouten/Den Hartog
Scope 2 emissies
;':eaiqgorie,',':' ( "'. ': ,- '. iMe_atffioffieÖt ;. " I 'l/4ié,_, :,; :-. _.:,. :', Ha '_ fl,elipÖtitig":i'i'o ",,'-, ,-"-:" '-,:},;,' J,_:a : -Elektriciteitsverbruik (in
' kWh)
Elk jaar
lvCeor2antwoordelijkeVia overzichten slimme
meter/leverancier= Essent
Via jaarafrekening/factuur op te vragenbij vía boekhouder (Gerard Dalen)
Bovenstaande informatie voor scope 1&2 wordt verwerkt in de milieubarometer van SKAO. DE output geeft de
C02 footprint van ons bedrijf. Hieruit volgt de emissie inventaris, daarmee wordt de juistheid van de methode
geborgd.
5.1 Monitoring
Elk half jaar zal de werkelijke situatie worden getoetst aan de te verwachten situatie. Dit würdt gerapporteerd
aan het management. Wanneer afwijkingen worden geconstateerd geeft deze rapportage aan welke
corrigerende maatregelen worden getroffen. Het management van Verboon Maasland wordt te allen tijde op
de hoogte gebracht van de halfjaarlijkse stand van zaken
CCh-reductieplan 2019 - 3.B.1 8
6 Integratie met Milieu Management systeem ISO 14001De wijze waarop wij ons C02 reductie beleid uitvoeren is onderdeel van ons kwaliteitssysteem. We zijn begin
2019 gestart met het koppelen van het handboek aan het Milieu management systeem ISO 14001. Daaraan
worden KPl's gekoppeld. In 2019 gaan we dit verder optimaliseren. De bevindingen worden vervolgens jaarlijks
vastgelegd in het interne audit verslag. Wat hiermee onderdeel wordt van het kwaliteitshandboek en
milieumanagement systeem.
De resultaten worden teruggekoppeld aan de directie waardoor sturing ontstaat.
7 Rol omschrijving C02 verantwoordelijkeDe verantwoordelijke voor het C02 reductiebeleid is gekoppeld aan de directie. De operationele invulling is
gekoppeld aan de functie van de C02 verantwoordelijke en de KAM coördinator. De C02 verantwoordelijke
rapporteert aan de directie en het MT. Onderstaand de beschrijving van de taken, verantwoordeIijkheden en
bevoegdheden die bij deze rol horen.
7.1 Energíestromen
* Verantwoordelijk voor een up to date overzicht van alle energiestromen
* Taak om deze lijst te kwantificeren en bij te houden
* Bevoegd om (deel)taken te delegeren
7.2 Doelstellingen
In samenwerking met de MT leden verantwoordelijk voor het behalen van de C02 reductie doelstellingen
Het uitvoeren van taakstellingen
Bevoegd om deeltaken te delegeren
7.3 0ntwikkelingen
In samenwerking met de MT leden verantwoordelijk voor overzicht van ontwikkelingen in de sector/keten en
de technologie die van invloed kunnen zijn op het bedrijf
Het organiseren van brainstorm sessies om deze kennis binnen de organisatie up to date te houden
Bevoegd om acties uit te zetten, na opdracht directie
7.4 Externe belanghebbende
Verantwoordelijk voor overzicht van extern belanghebbenden en communicatie
7.5 Implementatie
Mede verantwoordelijk voor algemene kennis/bewustzijn C02 reductiebeleid bij alle medewerkers van het
bedrijf
Uitvoering C02 reductie programma en voorzien van verbetervoorstellen
Bevoegd om taken te delegeren/acties uit te zetten
COz{eductieplan 2019 - 3.B.1 9
Recommended