View
0
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
SAMEN LEVEN, SAMEN STERKUitvoeringsplan Wmo 2017
Uitvoeringsplan Wmo 2017
SAMEN LEVEN, SAMEN STERK
1 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
UITVOERINGSPLAN WMO 2017 ........................................................................................................... 0
1. INLEIDING ....................................................................................................................................... 2
2. EEN STERKE BASIS ...................................................................................................................... 4
2.1 INFORMATIEVOORZIENING ................................................................................................................. 5
2.2 WIJKPUNTEN, SOCIAAL WIJKTEAMS EN CLIËNTONDERSTEUNING .......................................................... 6
2.3 WIJKVOORZIENINGEN/WELZIJNSWERK ............................................................................................. 12
2.4 MANTELZORGONDERSTEUNING ....................................................................................................... 13
2.5 VRIJWILLIGERSWERK ...................................................................................................................... 16
2.6 BEWONERSINITIATIEVEN ................................................................................................................. 19
2.7 ALGEMEEN MAATSCHAPPELIJK WERK / PREVENTIE GGZ PROBLEMATIEK ............................................. 20
2.8 VERVOER ....................................................................................................................................... 20
2.9 SCOOTMOBIEL- EN ROLSTOELPOOLS ............................................................................................... 21
2.10 AANGEPAST/BESCHUT WONEN ...................................................................................................... 22
2.11 GEZONDE LEEFSTIJL ..................................................................................................................... 23
2.12 EENZAAMHEID .............................................................................................................................. 24
2.13 E-HEALTH/DOMOTICA .................................................................................................................... 25
3. MAATWERKVOORZIENINGEN .................................................................................................... 26
3.1 HUISHOUDELIJKE ONDERSTEUNING.................................................................................................. 26
3.2 ONDERSTEUNING THUIS .................................................................................................................. 29
3.3 DAGBESTEDING .............................................................................................................................. 31
3.4 KORTDUREND VERBLIJF/RESPIJTHUIS .............................................................................................. 33
3.5 BEGELEID WONEN........................................................................................................................... 33
3.6 WONINGAANPASSINGEN, SCOOTMOBIELEN, ROLSTOELEN EN REGIOTAXI ............................................ 34
3.7 MAATWERKVOORZIENING INKOMENSSTEUN CHRONISCH ZIEKEN ........................................................ 34
3.8 EIGEN BIJDRAGEN........................................................................................................................... 35
3.9 MELDPUNT, KLACHTEN, BEZWAAR E.D. ............................................................................................. 37
3.10 TOEZICHT WMO ............................................................................................................................ 38
3.11 REGRESRECHT WMO .................................................................................................................... 39
4. VANGNET VOORZIENINGEN ...................................................................................................... 40
4.1 MAATSCHAPPELIJKE OPVANG/VROUWENOPVANG ............................................................................. 40
4.2 BESCHERMD WONEN ...................................................................................................................... 40
4.3 GGZ: INLOOPVOORZIENING EN BEGELEIDING .................................................................................. 41
4.4 VEILIG THUIS .................................................................................................................................. 42
5. STURING EN FINANCIERING ...................................................................................................... 43
5.1 MONITORING .................................................................................................................................. 43
5.2 STURINGSMODEL ............................................................................................................................ 43
5.3 FINANCIERING ALGEMEEN ............................................................................................................... 44
5.4 RIJKSUITKERINGEN WMO ................................................................................................................ 45
5.5 OVERZICHT UITGAVEN 2017 WMO .................................................................................................. 46
Bijlagen: 1. Effecten veranderende leeftijdsopbouw op het Wmo voorzieningenniveau
2. Resultaten Cliëntervaringsonderzoek Wmo
3. Informatie Sociaal wijkteams
4. Maatregelen aanpak eenzaamheid
5. Advies Wmo Cliëntenraad plus college reactie
2 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
1. Inleiding
Op 11 maart 2014 is de Kadernota “Samen Leven, Samen Redzaam” in de gemeenteraad besproken
en zijn de kaders voor de transitie AWBZ/Wmo vastgesteld. In het verlengde hiervan wordt er jaarlijks
een uitvoeringsplan voor de Wmo opgesteld. Voor u ligt het derde uitvoeringsplan. In dit uitvoeringsplan
is uitgewerkt hoe we in 2017 inhoudelijk en financieel invulling willen gaan geven aan de Wmo taken.
Vanaf 1 januari 2015 is de gemeente op grond van de Wmo verantwoordelijk voor de ondersteuning
van inwoners zodat zij zoveel mogelijk meedoen en zelfstandig kunnen (blijven) participeren in de
maatschappij. De Lelystadse sociale infrastructuur is/wordt in dit kader heringericht en aangepast.
Daarbij is de beweging in gang gezet van aanbod- en systeemgericht naar vraag- en mensgericht, van
curatief naar preventief, van zware ondersteuning naar lichtere vormen van ondersteuning, van formeel
naar informeel, van exclusief naar inclusief, van duur en bureaucratisch naar efficiënt en effectief en
van sectoraal naar integraal.
Er zijn twee belangrijke ontwikkelingen die van invloed zijn op de ondersteuningsvraag: vergrijzing en
extramuralisering.
Het aantal 65-plussers zal naar verwachting toenemen van ca. 12.000 in 2016 tot ca. 17.000 in 2030.
Er is berekend dat (uitgaande van ongewijzigd beleid) de uitgaven voor de Wmo
maatwerkvoorzieningen als gevolg van de veranderende leeftijdsopbouw in 2020, 2025 en 2030 zullen
stijgen met respectievelijk 8%, 20% en 32% (ten opzichte van 2016)1.
Daarnaast zal het beroep op de Wmo groter worden doordat mensen steeds langer zelfstandig blijven
wonen en minder snel opgenomen worden in een instelling (extramuralisering). Meer mensen met een
zwaardere ondersteuningsvraag zullen hierdoor onder de Wmo gaan vallen.
De ondersteuningsvraag zal als gevolg van deze ontwikkelingen toenemen. De verwachting is echter
dat de beschikbare middelen voor ondersteuning beperkt zullen blijven. Dit maakt het noodzakelijk om
de beweging van meer gespecialiseerde ondersteuning naar ondersteuning in de basis met kracht in te
blijven zetten, zodat we nu en in de toekomst kwetsbare inwoners kunnen blijven ondersteunen als dat
nodig is. Het versterken van de basis is daarom een belangrijk speerpunt binnen het Wmo beleid.
Er is nu bijna twee jaar ervaring opgedaan met de nieuwe Wmo. Dit is aanleiding geweest om met het
veld te kijken naar het ondersteuningsaanbod en welke aanpassingen nodig/wenselijk zijn. Mede op
basis van informatie die we uit het veld hebben opgehaald is geconstateerd dat op een aantal
onderdelen aanpassingen nodig c.q. gewenst zijn zoals:
- Aanpassing budget huishoudelijke ondersteuning per klant als gevolg van verzwaring
problematiek van de klanten.
Het aantal gebruikers van huishoudelijke ondersteuning neemt af. Mensen met lichtere
problematiek lijken steeds vaker zelf oplossingen te vinden en minder vaak een beroep te doen
op huishoudelijke ondersteuning vanuit de Wmo. Bij de mensen die gebruik (blijven) maken van
de Wmo is er in toenemende mate sprake van zwaardere problematiek.
Dit is aanleiding het beschikbare budget per klant aan te passen.
- Continueren dienstencheques.
Dienstencheques zijn een goede aanvulling op het reguliere pakket en het is wenselijk deze
ook in 2017 beschikbaar te blijven stellen.
- Extra begeleiding voor kwetsbare ouderen.
Voor ouderen met zwaardere problematiek is, aanvullend op het bestaande aanbod vanuit de
Wmo en wijkverpleging, soms extra ondersteuning en begeleiding - bijvoorbeeld bij de
maaltijden - nodig om zelfstandig te kunnen blijven wonen. Daarom zal ook deze vorm van
ondersteuning binnen de Wmo worden geregeld.
1 In bijlage 1 is dit verder onderbouwd en uitgewerkt.
3 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
- Organiseren (extra) huisbezoeken voor kwetsbare ouderen.
Er blijkt, met name nu ouderen met zwaardere problematiek langer zelfstandig (moeten) blijven
wonen, meer risico te zijn op vereenzaming/verwaarlozing. Daarom willen we deze risicogroep
(vaker) thuis bezoeken. Ook zullen we extra inzetten op het meer verbinden van ouderen
(telefooncirkels, ontmoetingsactiviteiten e.d.).
- Meer mogelijkheden realiseren voor wonen met begeleiding.
We constateren dat het voor bepaalde groepen (jongeren) gewenst/nodig is dat er woonvormen
met begeleiding beschikbaar komen. Inzet vanuit de Wmo op dit onderdeel is nodig/gewenst.
- Verruiming bereik aanvullende ziektekostenverzekering voor chronisch zieken.
Het gebruik van deze verzekering is tot op heden beperkt gebleven terwijl er bij deze groep wel
sprake kan zijn van een (ongewenste) stapeling van kosten. Daarom is het wenselijk dat wordt
ingezet op het verruimen van de gebruikersgroep, het vergroten van het aantal gebruikers en
op het aantrekkelijker maken van de verzekering.
- Versterking van de Sociaal wijkteams.
De complexiteit van de onderzoeken neemt toe. Het opstellen van een goed
ondersteuningsplan vraagt daardoor meer tijd. Het is nodig om de capaciteit van de teams uit
te breiden om te voorkomen dat er wachtlijsten ontstaan.
- Versterken van de Wijkpunten, o.a. met financieel spreekuren.
Het is belangrijk dat eenvoudige vragen laagdrempelig en efficiënt opgepakt worden bij de
Wijkpunten. In dat kader is verdere uitbreiding van de financieel spreekuren gewenst.
Deze en nog een aantal andere kleinere aanpassingen zijn in dit uitvoeringsplan bij de betreffende
onderdelen nader uitgewerkt.
Inmiddels zijn de resultaten van het Cliëntervaringsonderzoek Wmo2 beschikbaar. In bijlage 2 treft u
een samenvatting van het rapport aan alsmede een aantal aanbevelingen. Deze aanbevelingen zijn
verwerkt in het uitvoeringsplan.
In hoofdstuk 2 wordt een beeld geschetst van de basis en de wijze waarop we hier in 2017 invulling aan
willen geven. Er is extra aandacht besteed aan het mantelzorgbeleid. Het mantelzorgbeleid is zoveel
mogelijk geïntegreerd binnen het Wmo beleid.
In hoofdstuk 3 is aangegeven welk maatwerk, als aanvulling op het basisaanbod, vanuit de Wmo
beschikbaar is. Het uitgangspunt hierbij is dat passende ondersteuning wordt geboden als het nodig is,
zodat ook kwetsbare inwoners zoveel mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en meedoen aan de
maatschappij.
In hoofdstuk 4 zijn de vangnetvoorzieningen opgenomen. Het gaat hier om voorzieningen voor zeer
kwetsbare inwoners die niet beschikken over een eigen netwerk of financiële draagkracht, inwoners
waarvoor zelfredzaamheid (tijdelijk) niet mogelijk is.
Hoofdstuk 5 geeft tenslotte inzicht in de sturing, monitoring en het Wmo budget dat in 2017 beschikbaar
is voor de uitvoering van de Wmo.
Het uitvoeringsplan is voor advies voorgelegd aan de Wmo Cliëntenraad. Achterin het rapport (bijlage
5) is het advies opgenomen. Daarbij is per onderdeel aangegeven wat er met het advies is gedaan en
hoe dit in het uitvoeringsplan is verwerkt.
2 Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016, onderzoek onder de gebruikers van Wmo maatwerkvoorzieningen over hun ervaringen in 2015.
4 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
2. Een sterke basis
Versterking van de basis is een belangrijk speerpunt is binnen het Wmo beleid.
De basis wordt primair gevormd door de bewoners zelf, de mantelzorgers en de vrijwilligers. Daarnaast
worden allerlei algemene voorzieningen gerekend tot de basis, zoals welzijnswerk in de buurt, een
inloop, cliëntondersteuning, ontmoetingsactiviteiten, dagactiviteiten in de wijk, openbaar vervoer, de
huisarts, algemeen maatschappelijk werk, een klussendienst etc.
Wij willen de basis versterken zodat inwoners zoveel mogelijk op eigen kracht, eventueel met lichte
ondersteuning, kunnen participeren in de samenleving. Hiermee willen we enerzijds bereiken dat
mensen meer samen doen en bij elkaar betrokken zijn, zodat iedereen, ook mensen met een beperking,
mee kan doen. Anderzijds is het versterken van de basis nodig om het beroep op duurdere vormen van
ondersteuning terug te dringen. Dit is noodzakelijk om in de toekomst, als de vergrijzing toeneemt, de
kosten van ondersteuning beperkt te houden. Er is daarom voor gekozen een deel van het Wmo
rijksbudget in te zetten voor versterking van de basis en daarmee te stimuleren dat een verschuiving
plaatsvindt van zwaardere zorg naar de basis.
We willen deze versterking ook in 2017 continueren en daarbij vooral inzetten op de volgende punten:
- Informatievoorziening
- Wijkpunten/Sociaal wijkteams/cliëntondersteuning
- Wijkvoorzieningen/welzijn in de wijk
- Stimuleren en ondersteunen bewonersinitiatieven
- Mantelzorgondersteuning
- Vrijwilligerswerk
- Algemeen maatschappelijk werk / preventie ggz problematiek
- Vervoer
- Scootmobiel- en rolstoelpools
- Aangepast/beschut wonen
- Gezonde leefstijl
- Eenzaamheid
- E-health
In de volgende paragrafen zijn deze onderdelen nader uitgewerkt.
Vangnet
Maatwerk vanuit de Wmo
Basis
ontmoetingsactiviteiten en dagactiviteiten in de buurt, cliëntondersteuning, openbaar vervoer, open
inloop, mantelzorgondersteuning,
bewoners zelf, mantelzorgers, vrijwilligers etc.
5 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
2.1 Informatievoorziening
Goede informatievoorziening is een belangrijk instrument om de zelfredzaamheid te bevorderen. Veel
inwoners zullen met de juiste informatie zelf een antwoord weten te vinden op hun vraag of er een
oplossing is voor hun probleem. Het is daarom essentieel dat de informatievoorziening zowel digitaal
als fysiek op orde is. Ook moet de informatie toegankelijk en leesbaar/begrijpelijk zijn voor alle
doelgroepen. Dit betekent bijvoorbeeld een gemeentelijke website met actuele en overzichtelijke
informatie, als start voor verdere verwijzing naar websites van partners zoals www.zorgwelflevoland.nl
(sociale kaart van de GGD), www.welzijnlelystad.nl, www.welzijnindewijk.nl, www.regelhulp.nl en
www.wmoraadlelystad.nl.
Op de gemeentelijke website is informatie te vinden over de Wmo maatwerkvoorzieningen zoals
huishoudelijke ondersteuning, dagbesteding of scootmobielen.
Welzijn Lelystad heeft in coproductie met de GGD een zoekmachine ontwikkeld die actuele informatie
van verschillende websites koppelt met de digitale sociale kaart (https://www.welzijnlelystad.nl/wie-
wat-waar/). De zoekmachine is kosteloos door alle partijen en bewonersorganisaties met een banner
vanuit hun eigen website te gebruiken. Zo kunnen bewoners eenvoudig vanuit verschillende ingangen
de weg vinden naar alle Wmo-, participatie- en ondersteuningsmogelijkheden. Het gaat zowel om
terugkerende vaste voorzieningen en aanbod, als meer kortlopende activiteiten vanuit bijvoorbeeld
bewonersinitiatieven en voorlichtingsbijeenkomsten. Deze zoekmachine is nog in ontwikkeling. Alle
partijen en bewonersorganisaties zijn zelf aan zet om de achterliggende digitale kaart met actuele
gegevens te vullen zodat er uiteindelijk alle relevante informatie eenvoudig te vinden is.
De Wijkpunten spelen een belangrijke rol in de informatievoorziening. Er zijn verspreid over de stad
Wijkpunten die zowel telefonisch, digitaal als fysiek bereikbaar zijn. Deze Wijkpunten zijn het eerste
aanspreekpunt voor inwoners met ondersteuningsvragen en vormen de toegang tot de Sociaal
wijkteams. Zij zijn een belangrijke schakel in het proces en moeten goed vindbaar zijn voor zowel
inwoners als professionals. Er worden daartoe verschillende instrumenten ingezet zoals het uitbrengen
van folders, het goed toegankelijk maken van de webinformatie (zie www.welzijnlelystad.nl en
www.welzijnindewijk.nl) en het uitbrengen van voorlichtingsfilmpjes over bijvoorbeeld de werking van
de Sociaal wijkteams in Lelystad. Ook zijn er afspraken gemaakt met een aantal huisartsen over de
doorverwijzing naar de Sociaal wijkteams. In 2017 zal dit worden geïntensiveerd.
Huisbezoeken kwetsbare ouderen
Daarnaast zal er in 2017 extra ingezet worden op het bereiken van kwetsbare ouderen.
Er blijkt, met name nu ouderen met zwaardere problematiek langer zelfstandig (moeten) blijven wonen,
meer risico te zijn op vereenzaming/verwaarlozing. Daarom willen we dat deze risicogroep (vaker) thuis
wordt bezocht. Daarbij wordt in eerste instantie gedacht aan alleenstaande ouderen van 75 jaar en alle
ouderen vanaf 80 jaar (zowel alleenstaanden als echtparen). Er zal daarbij o.a. worden ingezet op het
meer verbinden van ouderen (telefooncirkels, ontmoetingsactiviteiten e.d.).
Momenteel wordt in beeld gebracht op welke wijze dit georganiseerd kan worden en welke kosten dit
met zich meebrengt. De vrijwillige ouderenadviseurs van de MDF kunnen hier een rol in spelen. Ook de
ouderenbonden, die ook huisbezoeken brengen bij hun leden, worden hierbij betrokken.
Lokale markt in het kader van de Week van Zorg en Welzijn
Op 18 maart 2017 wordt er tijdens de Nationale Week van Zorg en Welzijn op een centrale locatie in
Lelystad een informatie-, activiteiten- en belevingsmarkt georganiseerd. Er werken ca. 30 zorg-,
welzijns- en vrijwilligersorganisaties mee aan deze markt. De markt is bedoeld om mensen te
interesseren om in de zorg te gaan werken maar vooral om inwoners te laten zien wat er allemaal aan
welzijn, ondersteuning en zorg in Lelystad is zodat zij, als het nodig is, dit weten te vinden. Er zal, gezien
6 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
het belang hiervan, vanuit de Wmo € 10.000,- worden gereserveerd voor het organiseren van de markt
in 2017.
Informatievoorziening
Inzet 2017:
a. Informatie over de Wmo (in brede zin) is goed vindbaar en de informatie is actueel.
b. De Wijkpunten/Sociaal wijkteams zijn goed vindbaar en goed bereikbaar, zowel fysiek,
digitaal als telefonisch.
c. Er wordt voor 2017, evenals 2016, vanuit de rijksbijdrage Wmo een bedrag van € 20.000,-
gereserveerd voor extra communicatie rond de Wijkpunten en de Sociaal wijkteams.
d. Er worden in 2017 (extra) huisbezoeken gebracht aan kwetsbare ouderen. Hiervoor wordt
vooralsnog een bedrag van € 100.000,- gereserveerd.
e. Er wordt vanuit de rijksbijdrage Wmo voor 2017 € 10.000,- gereserveerd voor het in 2017
organiseren van een markt in Lelystad gedurende de Nationale Week van Zorg en Welzijn.
2.2 Wijkpunten, Sociaal wijkteams en cliëntondersteuning
2.2.1 Wijkpunten
De toegang voor alle ondersteuningsvragen verloopt via de Wijkpunten/Sociaal wijkteams.
Voor de inwoner is het eerste aanspreekpunt de medewerker van het Wijkpunt. Eenvoudige vragen
kunnen daar direct worden afgehandeld, door bijvoorbeeld verwijzing naar een spreekuur van Centrada
of naar een algemene voorziening in de wijk. Bij een wat meer uitgebreide ondersteuningsvraag zal een
afspraak worden gemaakt met iemand van het Sociaal wijkteam. Deze medewerker gaat dan op
huisbezoek om in overleg met betrokkene (en diens mantelzorger) in beeld te brengen wat de
betrokkene zelf op kan pakken en wat er verder mogelijk en nodig is. De afspraken worden vastgelegd
in een ondersteuningsplan.
De Wijkpunten moeten aantrekkelijke en laagdrempelige plekken zijn waar wijkbewoners graag komen.
Ook is van belang dat de Wijkpunten voldoende kwantiteit en kwaliteit hebben om de vragen goed te
kunnen behandelen en als het nodig is door te verwijzen naar de Sociaal wijkteams of andere instanties.
Vanaf 2016 is een start gemaakt met het versterken van de Wijkpunten. In elk stadsdeel is de toegang
versterkt met een goed gekwalificeerde medewerker die de intake verzorgt en beoordeelt of er sprake
is van enkelvoudige problematiek die in de basis kan worden afgehandeld of meer complexe
problematiek, waarvoor naar een medewerker van het Sociaal wijkteam wordt doorverwezen.
Op vier locaties in de stad zijn bij de Wijkpunten financieel spreekuren gestart. Hier worden eenvoudige
vragen op financieel/administratief gebied afgehandeld door speciaal opgeleide vrijwilligers van IDO,
MDF en Humanitas. Deze vrijwilligers worden ondersteund door schuldhulpverleners en sociaal
raadslieden van het MDF. Ook het aantal financieel spreekuren willen we in 2017 verder uitbreiden. Dit
is verder uitgewerkt in paragraaf 2.2.3.
Onderdeel van de Wijkpunten zijn ook de spreekuren van de bewonersconsulenten van Centrada en
de spreekuren van de wijkagenten.
In 2017 zullen de Wijkpunten verder vorm krijgen zodat de bewoners voor informatie en advies op allerlei
terreinen terecht kunnen bij de Wijkpunten in de MFA’s.
Een belangrijk aandachtspunt is de afstemming tussen de toegang voor de Wmo, Jeugdhulp en
Participatiewet. In 2017 zal hier verder op worden ingezet. In dit kader kan worden vermeld dat de
participatiecoaches van de gemeente in 2017 bij de Wijkpunten/Sociaal wijkteams worden aangehaakt.
Er is een grote overlap tussen de groep waarop de participatiecoaches zich richten en de groep die
7 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
gebruik maakt van de Wmo. Met de aanhaking van de participatiecoaches wordt er gezorgd voor een
meer integrale inzet voor deze groep.
2.2.2 Sociaal wijkteams
De Sociaal wijkteams hebben een belangrijke rol wat betreft het versterken van de leefbaarheid in de
buurt. Zij zetten in op het vergroten van participatie, onderlinge cohesie en betrokkenheid. Ook kunnen
inwoners bij het Sociaal wijkteam terecht als er sprake is van meer uitgebreide ondersteuningsbehoefte,
zoals behoefte aan een vervoersvoorziening of aan ondersteuning thuis. Er zijn in Lelystad vier Sociaal
wijkteams. Elk stadsdeel heeft een Sociaal wijkteam bestaande uit de volgende partijen en expertises:
Welzijn Lelystad (coördinatie en opbouwwerk)
MDF (maatschappelijk werk/ouderenadviseur)
Icare/Woonzorg Flevoland (wijkverpleegkundigen)
GGZ specialist
MEE IJsseloevers.
Er is daarmee in de teams deskundigheid aanwezig wat betreft ouderen, mensen met een verstandelijke
of lichamelijke beperking en mensen met GGZ problematiek. Welzijn Lelystad is verantwoordelijk voor
de coördinatie binnen en tussen de teams. Het Sociaal wijkteam heeft als kerntaken:
- zelf signaleren (signaalfunctie in de wijk) en reageren op signalen van buurtbewoners, politie,
school, etc.
- in overleg met betrokkene (en familie/mantelzorger) opstellen van een ondersteuningsplan waarin
in beeld is gebracht wat de problematiek is, wat de cliënt zelf gaat doen en welke ondersteuning
vanuit de sociale infrastructuur mogelijk en nodig is.
- begeleiden van mensen naar een voorziening (richting algemene voorzieningen en als het nodig is
richting specifieke voorzieningen).
- algemene regie houden op het ondersteuningsplan en het houden van follow-up gesprekken. Een
medewerker van het Sociaal wijkteam blijft vast aanspreekpunt voor betrokkenen en partijen die
betrokken zijn bij de ondersteuning.
- zorgen voor een goede afstemming met het Centrum Jeugd en Gezin en het Jeugd- en Gezinsteam.
Als er een kind bij betrokken is, dan vindt altijd afstemming plaats met het Centrum Jeugd en Gezin
of het Jeugd- en Gezinsteam. Als het zwaartepunt bij de ouder/volwassene ligt, dan zorgt het
Sociaal wijkteam voor het ondersteuningsplan en de regisseur. Als het zwaartepunt bij het kind ligt,
dan zorgt het Jeugd- en Gezinsteam voor een ondersteuningsplan en de regisseur.
Het Sociaal wijkteam werkt samen met allerlei andere partijen in de wijk zoals politie, huisartsen,
Centrada en hoofdaannemers voor ondersteuning thuis en dagbesteding. Naast deze partijen vindt er
ook afstemming plaats met bijvoorbeeld het Meldpunt OGGz3 voor wat betreft maatschappelijke opvang
en beschermd wonen en met Veilig Thuis voor wat betreft kindermishandeling/huiselijk geweld. Verder
wordt er nauw samengewerkt met de gemeentelijke Wmo consulenten, die zorgen voor de afhandeling
van de aanvragen voor woon-, rol- en vervoersvoorzieningen.
3 Er is een regionaal Meldpunt OGGz (Openbare Geestelijke Gezondheidszorg). Dit kan gebeld worden (door de
wijkteams) in geval van:
- dak en thuisloosheid (inclusief zwerfjongeren);
- zorgmijdend gedrag en/of complexe problematiek op het gebied van OGGz of verslavingszorg;
- dreigende dak/thuisloosheid (overlast) en complexe problematiek die hieraan gerelateerd kan zijn;
- vermoeden van zware psychiatrie in combinatie met verslaving en vaak ook nog zorgmijdend gedrag.
Vangnet en Advies, Centrale toegang van dak en thuislozen zijn opgegaan in het Meldpunt OGGz.
8 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
In de Wmo 2015 is bepaald dat het college voor maatwerkvoorzieningen een beschikking moet afgeven.
De beschikking moet zijn gebaseerd op een onderzoek naar behoeften, persoonskenmerken,
mogelijkheden om op eigen kracht zaken te regelen, mogelijkheden om gebruik te maken van algemene
voorzieningen, inzicht in de hoogte van de eigen bijdrage e.d. Op basis hiervan kan een aanvraag voor
een maatwerkvoorziening worden gedaan en het college moet daarop binnen twee weken een
beschikking afgeven. De Sociaal wijkteams stellen ondersteuningsplannen op en deze plannen kunnen
worden aangemerkt als het onderzoek zoals in de wet omschreven.
Als er in het ondersteuningsplan maatwerkvoorzieningen zijn opgenomen, dan kan dit omgezet worden
in een aanvraag die binnen twee weken moet leiden tot een beschikking. In complexe gevallen waarbij
deze termijn niet wordt gehaald, wordt een vertragingsbericht verstuurd.
De klant kan kiezen voor een persoonsgebonden budget (PGB) of zorg in natura (ZIN). Als het gaat om
een PGB, dan moet de klant, in aanvulling op het ondersteuningsplan, een PGB budgetplan maken.
Het aantal gesprekken lijkt zich te stabiliseren rond de 3.850 per jaar. Het kan hierbij gaan om
gesprekken met nieuwe cliënten maar ook om vervolggesprekken als de ondersteuning al in gang is
gezet.
Tabel 1: raming aantal ondersteuningsgesprekken 2016 Sociaal wijkteams
Aantal gesprekken
Aantal aanmeldingen/aanvragen 2.700
Aantal follow up gesprekken 1.150
Totaal 3.850
De Sociaal wijkteams waren tot voor kort in staat, zonder wachtlijsten, de gesprekken in te plannen en
bij de mensen thuis te voeren.
Er doet zich nu een aantal ontwikkelingen voor waardoor de druk op de Sociaal wijkteams toeneemt en
er toch wachtlijsten (zijn) ontstaan. Er blijkt per bewoner/huishouden meer tijd nodig te zijn dan waarvan
eerder werd uitgegaan. Er wordt nu steeds meer gekeken naar de totale gezinssituatie i.p.v. individuele
situaties en naar de mogelijkheden om het eigen netwerk e.d. in te zetten (stepped care benadering).
Ook komen er bij de overdracht 18-/18+ steeds meer complexe situaties terecht bij het Sociaal wijkteam.
Verder komen bestaande klanten steeds vaker met complexe vragen terug bij het Sociaal wijkteams.
Er is geïnvesteerd in de wijkpunten. Dit blijkt evenwel niet voldoende om de druk op de wijkteams in
voldoende mate op te vangen. In bijlage 3 is dit verder (cijfermatige) onderbouwd.
De Sociaal wijkteams zijn de “spil” in het systeem. Het is belangrijk dat inwoners die zich melden
moeten, zonder lange wachttijd, worden geholpen. Daarom willen we de dat de formatie met ingang van
2017 vooralsnog wordt uitgebreid met 4 fte’s (gemiddeld 1 fte extra per teams) waarvan 2,7 fte’s
(gemiddeld 24 uur/ 0,67 fte per team) worden gefinancierd vanuit de rijksbijdrage Wmo. De rest van de
fte’s 1 (gemiddeld 12 uur/0,33 fte per team) zal gevonden worden door hiervoor binnen de reguliere
formaties van de deelnemende partijen4 ruimte vrij te maken door andere prioriteiten te stellen.
Met ingang van 2015 is de formatie van de Sociaal wijkteams ingericht op de nieuwe taken. Hiervoor is
toen vanuit de rijksbijdrage Wmo een budget van € 280.000,- beschikbaar gesteld. Wij willen voor 2017
€ 230.0005 extra beschikbaar stellen zodat vanuit de rijksbijdrage de formatie met 2,7 fte’s uitgebreid
kan worden.
4 Er zal ook overlegd worden met de partijen die verantwoordelijk zijn voor het inzetten van wijkverpleegkundigen
in de teams. Een uitbreiding van het aantal uren wijkverpleging is zeer gewenst. 5 Er wordt hierbij uitgegaan van een integrale kostprijs van € 85.000 per fte (incl. overhead).
9 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Tabel 2: inzet formatie per Sociaal wijkteam
Inzet per wijkteam
per week
Inzet regulier
gefinancierd
Extra inzet gefinancierd
uit rijksbijdrage Wmo
Welzijn Lelystad coördinator 24 uur (0,67 fte) 18 uur 6 uur
Welzijn Lelystad opbouwwerk 16 uur (0,45 fte) 16 uur 0 uur
Ggz specialist 16 uur (0,45 fte) - 16 uur
MDF maatschappelijk werk 16 uur (0,45 fte) 4 uur 12 uur
MDF ouderenadviseur 16 uur (0,45 fte) 16 uur 0 uur
Icare/WZF wijkverpleegkundige 16 uur (0,45 fte) 16 uur 0 uur
MEE 30 uur (0,83 fte) 30 uur 0 uur
Extra inzet m.i.v. 2017 36 uur (1,00 fte) 12 uur 24 uur
Totaal 170 uur (4,72 fte) 112 uur (3,11 fte) 58 uur (1,61 fte)
Het gaat hier om een gemiddelde inzet van 4,7 fte per team. De expertise kan flexibel worden ingezet,
aansluitend bij de specifieke problematiek per stadsdeel.
In de raadsvergadering van 15 november 2016 is een motie aangenomen inzake het versterken van de
Sociaal wijkteams en de Jeugd- en Gezinsteams. De raad roept hierin het college op in de komende
periode een grondige analyse te maken van de kwalitatieve en kwantitatieve inzet van de Sociaal
wijkteams en Jeugd- en Gezinsteams en daarbij expliciet in beeld te brengen in hoeverre de doelgroep
wordt bereikt, welke taken nu niet of onvoldoende kunnen worden uitgevoerd, welke kwalitatieve
versterking wenselijk is en wat daarvoor nodig is. Wij zullen dit onderzoek in het eerste kwartaal van
2017 uitvoeren en de uitkomsten daarvan ter besluitvorming aan de raad voorleggen, uiterlijk bij de
vaststelling van de Kadernota 2018. Op basis van de uitkomsten zal worden bepaald of een bijstelling
nodig/wenselijk is.
2.2.3 Cliëntondersteuning
Cliëntondersteuning maakt integraal onderdeel uit van de Sociaal wijkteams. Binnen de Sociaal
wijkteams is deskundigheid en capaciteit aanwezig om de inwoners goed te ondersteunen en - als het
nodig is - in overleg met hen een ondersteuningsplan te maken. Ook zijn er afspraken gemaakt over
een eventuele second opinion. Mocht een klant het niet eens zijn met het ondersteuningsplan, dan zal
er vanuit het wijkteam een gesprek worden geregeld met een ander lid van een Sociaal wijkteam. Op
deze manier is de onafhankelijkheid geborgd. Mocht men er dan toch nog niet samen uitkomen, dan
kan er eventueel nog mediation worden ingezet.
Er is in het kader van de cliëntondersteuning een aantal specifieke diensten beschikbaar zoals:
a. Tolkdiensten bij taalproblemen
Tolkdiensten t.b.v. Sociaal wijkteams
Er komen soms inwoners bij het Sociaal wijkteam waarmee vanwege de taal geen communicatie
mogelijk is. Het uitgangspunt is dat mensen zoveel mogelijk zelf verantwoordelijk zijn voor het zorgen
voor een vertaler (bijv. familielid of iemand uit de eigen gemeenschap). In een aantal situaties blijkt dit
niet te lukken en is een tolk noodzakelijk om tot een goed ondersteuningsplan te komen. In 2016 is rond
de 100 keer de hulp van een tolk ingeroepen. Dit wordt alleen ingezet als andere opties niet mogelijk
zijn. Wij zullen voor 2017, evenals in 2016, € 6.000,- reserveren voor het inhuren van deze tolkdiensten
door de Sociaal wijkteams.
10 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Tolkdiensten t.b.v. andere Wmo partijen
In de afgelopen periode is gebleken dat ook bij andere partijen, die ondersteuning bieden, de taal een
obstakel kan zijn waardoor geen goede ondersteuning geboden kan worden. Het gaat hierbij met name
om maatschappelijk werk, schuldhulpverlening en ondersteuning thuis. Ook hierbij geldt dat eerst wordt
geprobeerd om dit binnen het netwerk op te lossen maar dat het soms noodzakelijk is een tolkdienst in
te huren.
Er zal in 2017 maximaal € 10.000,- worden gereserveerd voor de tolkdiensten t.b.v. maatschappelijk
werk en schuldhulpverlening. Ook zal er in het budget voor ondersteuning thuis een bedrag worden
verwerkt in verband met het inschakelen van tolkdiensten (zie verder paragraaf 3.5 en 3.6).
b. Anonieme hulp op afstand
De gemeente is op grond van de Wmo 2015 verplicht anonieme hulp op afstand (telefoondienst) te
bieden. Wij maken hiervoor gebruik van Stichting Sensoor. Meer informatie hierover is te vinden op
www.sensoor.nl. Deze stichting biedt met inzet van deskundige vrijwilligers 24 uur per dag en 365 dagen
per jaar anonieme hulp op afstand. De VNG maakt namens de gemeenten afspraken met Sensoor over
hun inzet. De kosten hiervan worden verrekend in de rijksbijdrage die we voor de Wmo ontvangen. Er
zijn/worden nadere afspraken worden gemaakt met Sensoor over het aansluiten bij de lokale structuur
zodat bellers eventueel doorverwezen kunnen worden naar hulp/ondersteuning vanuit bijvoorbeeld de
Sociaal wijkteams en de Sociaal wijkteams kunnen verwijzen naar Sensoor.
c. Doventolk
Met de decentralisaties in 2015 is de doventolk onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid komen te
vallen. Ook voor dit onderdeel heeft de VNG namens de gemeenten afspraken gemaakt waarbij wij
aansluiten. De kosten hiervan worden verrekend in de rijksbijdrage die we voor de Wmo ontvangen.
Inwoners met gehoorproblemen kunnen op basis van de landelijke afspraken een aantal keren per jaar
gratis gebruik maken van deze tolkdiensten.
d. Ondersteuning bij financiële problemen
De vraag naar ondersteuning bij financiële problemen is groot. Het Sociaal wijkteam wordt regelmatig
geconfronteerd met financiële problematiek onder hulpvragers. Het komt vaak voor dat als iemand met
een ondersteuningsvraag komt, er ook sprake is van financiële problematiek. Er wordt daarom, naast
de reguliere inzet voor schuldhulpverlening, vanaf begin 2016 in een aantal wijken laagdrempelige
ondersteuning bij financiële problemen geboden. Er wordt in vier stadsdelen in de stad (Hanzeborg,
Atolplaza, Waterbever en Windhoek) financieel spreekuur gehouden waar bewoners binnen kunnen
lopen voor advies of ondersteuning bij vragen op financieel gebied, het invullen van formulieren of het
doornemen van een brief. Dit spreekuur wordt bemenst door vrijwilligers en gecoördineerd door de
afdeling Schuldhulpverlening van de MDF. Tevens worden er trainingen georganiseerd waarbij
bewoners o.a. leren hun financiën te ordenen of leren omgaan met een huishoudboekje. Ook kunnen
de medewerkers van de Sociaal wijkteams hier terecht met vragen op financieel gebied. Door eerder te
signaleren en te ondersteunen verwachten we dat er minder curatieve schuldhulpverleningstrajecten
nodig zijn. Deze vorm van ondersteuning lijkt ook goed te werken voor mensen van allochtone afkomst.
In 2017 willen we meer zicht krijgen op effecten: betekent het laagdrempelig afvangen van vragen dat
zij elders niet meer opduiken, of dat zwaardere hulpvragen achterwege blijven?
De eerste ervaringen laten zien dat bewoners de spreekuren goed weten te vinden. In de eerste vijf
maanden vanaf de start hebben bijna 300 inwoners gebruik gemaakt van het spreekuur (zie tabel 3).
11 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Tabel 3: Aantal en soort hulpvragen bij de financieel spreekuren gedurende eerste 5 maanden vanaf de start
(februari tot juli 2016).
Aantal en soort hulpvragen financieel spreekuur
uitkering schulden kwijtschelden inkomen DigiD overig totaal
februari 2016 7 10 12 9 4 5 47
maart 2016 8 10 20 11 7 13 69
april 2016 7 15 10 8 6 10 56
mei 2016 10 7 3 14 6 16 56
juni 2016 14 8 6 18 4 6 56
Totaal 46 50 51 60 27 50 284
Wij willen het spreekuur, gezien de positieve ervaringen, vanaf 1 januari 2017 ook gaan aanbieden in
MFA de Brink en MFA Zuiderzeewijk en vanaf 1 juli 2017 in MFA de Dukdalf.
Met ingang van 2016 is er vanuit de rijksbijdrage Wmo € 85.000,- beschikbaar gesteld voor de financieel
spreekuren. Om de uitbreiding van het aantal locaties mogelijk te maken zal het budget voor de
financiële spreekuren met ingang van 1-1-2017 met € 50.000,- worden verhoogd zodat er in totaal in
2017 € 135.000,- beschikbaar is.
e. Juridische ondersteuning
MDF (sociaal raadslieden) en MEE werken samen en verlenen juridische ondersteuning aan mensen
met een laag inkomen en/of mensen met een beperking. Voorbeelden zijn het helpen bij een aanvraag
voor huurtoeslag of het helpen bij problemen rond de zorgverzekering. Er is door MDF/MEE
aangegeven dat de druk op het sociaal raadslieden hoog is.
Wij gaan ervan uit dat met de extra investering in de financieel spreekuren de druk op de sociaal
raadslieden af zal nemen en wij zullen hiervoor geen extra middelen beschikbaar stellen.
f. Overig
Naast de hiervoor genoemde cliëntondersteuning die vooral individueel gericht is, zijn er ook allerlei
organisaties die zich richten op (specifieke) groepen, zoals de MS vereniging, Ypsilon, Inloophuis
Passie en het GOL.
Het GOL heeft binnen de cliëntondersteuning een aantal specifieke taken zoals:
- adviseren van de gemeente over fysieke toegankelijkheid van de openbare ruimte.
- afvaardigen van vertegenwoordigers in de Wmo Cliëntenraad, inclusief het
adviseren/ondersteunen van deze vertegenwoordigers.
- organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten voor diverse aandachtsgroepen.
- ontwikkelen en bijhouden van een voorlichtingsagenda. Het is wenselijk dat informatie over het
aanbod van (patiënten)organisaties bij inwoners en de Wijkpunten/Sociaal wijkteams bekend
is. De Wijkpunten/Sociaal wijkteams kunnen de inwoners waarvoor dit relevant is, dan gericht
verwijzen. In dit kader is het raadzaam een voorlichtingsagenda te maken met alle
voorlichtingsactiviteiten zodat deze beter op elkaar afgestemd en beter benut kunnen
worden. Herhalingen kunnen hiermee worden voorkomen en organisaties kunnen worden
samengebracht rond een onderwerp.
Daarnaast voert het GOL een aantal activiteiten uit in het kader van Agenda 22. Momenteel wordt nader
bekeken of en welke rol het GOL gaat vervullen in het kader van de ratificatie medio 2016 van het VN
verdrag voor rechten van mensen met een beperking .
De gemeenteraad heeft besloten voor 2016 en 2017 op jaarbasis een subsidie van € 43.000,- aan het
GOL beschikbaar stellen zodat het GOL deze taken uit kan (blijven) voeren. Na 2017 zal de subsidiering
van het GOL in principe vanuit de rijksbijdrage Wmo worden geregeld.
12 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
g. Wmo Cliëntenraad
De Wmo Cliëntenraad adviseert gevraagd en ongevraagd over het Wmo beleid. De cliëntenraad heeft
een belangrijke en nuttige rol binnen ons Wmo beleid en de implementatie hiervan. Naast deze
adviesraad voor de Wmo zijn er ook adviesraden voor de Participatiewet en de Jeugdwet. Momenteel
wordt de werking van deze adviesraden geëvalueerd. Op basis daarvan zal nader worden bepaald of
en in welke mate het wenselijk is deze adviesraden samen te voegen tot één adviesraad voor het sociaal
domein.
Wijkpunten/Sociaal wijkteams/cliëntondersteuning
Inzet 2017:
Wijkpunten:
a. Er wordt, evenals in 2016, vanuit de rijksbijdrage Wmo € 175.000,- gereserveerd voor
versterking van de formatie van de wijkpunten.
b. Er worden laagdrempelige voorportalen met vrijwilligers gerealiseerd. Dit wordt binnen
de reguliere middelen geregeld.
c. De financieel spreekuren worden in 2017 uitgebreid van vier naar zeven locaties.
Hiervoor wordt vanuit de rijksbijdrage Wmo € 135.000,- beschikbaar gesteld. Dit is een
toename van € 50.000,- ten opzichte van 2016.
Sociaal wijkteams/cliëntondersteuning:
d. De Sociaal wijkteams zijn toegerust om hun taken goed uit te voeren. Er wordt in 2017
vanuit de rijksbijdrage Wmo € 480.000,- beschikbaar gesteld om de capaciteit op
voldoende niveau te houden/brengen.
e. Er wordt in het eerste kwartaal van 2017, conform de motie die in de raadsvergadering
van 15 november 2016 is aangenomen, een analyse uitgevoerd naar de kwantitatieve en
kwalitatieve inzet van de Sociaal wijkteams en de Jeugd- en Gezinsteams.
f. De toegangen voor de Wmo en Jeugdhulp worden verder op elkaar afgestemd.
g. Er wordt voor 2017, evenals in 2016, vanuit de rijksbijdrage Wmo € 350.000,-
gereserveerd voor inzet van MEE binnen de Sociaal wijkteams; daarnaast is er vanuit de
rijksbijdrage Wmo € 400.000,- gereserveerd voor inzet van MEE binnen de CJG’s.
h. Inwoners kunnen voor anonieme hulp op afstand gebruik maken van Sensoor. Er wordt
ingezet op een versterking van de aansluiting van Sensoor bij de lokale inzet.
i. Inwoners met gehoorproblemen kunnen gebruik maken van een doventolk.
j. Er wordt vanuit de rijksbijdrage Wmo € 6.000,- gereserveerd voor het inhuren van
tolkdiensten door de Sociaal wijkteams en € 10.000 voor het inhuren van tolkdiensten
voor algemeen maatschappelijk werk en/of schuldhulpverlening.
k. Op basis van de evaluatie naar de adviesraden voor Wmo, Jeugdhulp en Participatiewet
wordt nader bepaald of en in welke mate de adviesraden worden samengevoegd tot één
adviesraad voor het sociaal domein.
2.3 Wijkvoorzieningen/welzijnswerk
We willen dat mensen meer participeren en meer bij elkaar betrokken zijn. De wijkvoorzieningen en de
activiteiten die daar plaatsvinden spelen daarin een belangrijke rol en zijn daarmee een essentieel
onderdeel van de basisinfrastructuur voor de Wmo. De gemeente is op grond van de Wmo
verantwoordelijk voor de ondersteuning van inwoners met dementie, inwoners met een lichamelijke of
verstandelijke beperking en mensen met psychiatrische aandoeningen. Wij willen dat er in de wijken
meer laagdrempelige (dag)activiteiten voor deze aandachtsgroepen beschikbaar zijn en dat reguliere
activiteiten zoveel mogelijk ook geschikt zijn voor deze groepen. Dit past bij het uitgangspunt dat alle
inwoners zoveel mogelijk mee kunnen doen. Ook kunnen deze activiteiten een goed alternatief zijn voor
ondersteuning thuis of voor reguliere dagbesteding. In 2015 en 2016 is een start gemaakt met het
13 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
ontwikkelen van activiteiten voor de nieuwe aandachtsgroepen. Zo worden er bijeenkomsten
georganiseerd waarbij partners van dementerenden bij elkaar komen en er tegelijkertijd een activiteit is
voor de dementerenden. Ook is Open je Hart en Mantelkring van start gegaan waarbij (eenzame)
mensen letterlijk en figuurlijk in beweging worden gebracht (www.openjehart.nu). Ander voorbeelden
zijn de diverse kookcafe’s, eetclubs en creatieve activiteiten in de wijkvoorzieningen.
In 2017 willen we hier verder op in blijven zetten. Gezien de problematiek van deze groepen is, naast
de inzet van vrijwilligers, een bepaalde mate van professionele begeleiding nodig. Wij zullen, gezien het
belang van deze activiteiten, voor 2017 (evenals 2016) een bedrag van € 150.000,- reserveren voor het
ontwikkelen en realiseren van laagdrempelige activiteiten voor deze nieuwe aandachtsgroepen.
In 2016 is “Vraagelkaar” in Lelystad van start gegaan. Dit is een methode die mensen stimuleert elkaar
dingen/diensten te vragen en te bieden. Hierbij kan gedacht worden aan gezamenlijk theaterbezoek of
hulp bij het koken. Dit kan digitaal (https://www.vraagelkaar.nl). Daarnaast worden er Vraagelkaarcafé’s
georganiseerd. De belangstelling is groot.
Lelystad beschikt over diverse wijkvoorzieningen waar deze activiteiten voor en door buurtbewoners
kunnen worden georganiseerd, waaronder een aantal buurthuizen. Er zijn in Lelystad nog zeven
buurtvoorzieningen die bestuurd worden door vrijwillige besturen: De Windhoek, De Waterbever, De
Brink, De Dukdalf, De Joon, De Krakeling en Het Palet. Het Palet heeft een verenigingsstructuur, de
anderen zijn stichtingen. De meeste voorzieningen zijn inmiddels onderdeel van een MFA.
Het is belangrijk dat de wijkgebouwen toegankelijk en beschikbaar zijn voor activiteiten voor
buurtbewoners waaronder de nieuwe aandachtsgroepen. In het afgelopen jaar is extra ingezet om de
kwaliteit van het beheer te verbeteren. Het programmabeheer is nu volledig ingericht op het ontvangen
van de verschillende aandachtsgroepen.
Het is van belang dat buurthuisbesturen en de programmabeheerders van de MFA’s goed met elkaar
samenwerken zodat de wijkvoorzieningen beschikbaar zijn voor activiteiten van wijkbewoners en
optimaal worden gebruikt. Een buurthuis of MFA moet het bruisend hart van een gebied zijn.
In dit kader zal De Dukdalf worden gemoderniseerd doorontwikkeld tot een MFA light. Het is nodig om
hierin te investeren om hiervan een centrum te maken voor en door bewoners. Er is bij de
Programmabegroting 2017 besloten om het pand naar de huidige eisen te verbouwen.
Laagdrempelige activiteiten in de wijk
Inzet 2017:
a. Er wordt onderzocht of De Dukdalf kan worden doorontwikkeld tot een MFA light.
b. Er wordt ingezet op een goede samenwerking tussen buurthuisbesturen en
programmabeheerders van de MFA’s.
c. Er worden in 2017 in de wijkvoorzieningen laagdrempelige activiteiten aangeboden voor
mensen met een lichamelijke, verstandelijke, psychische beperking en/of dementie.
Voor de invulling hiervan wordt vanuit de rijksbijdrage Wmo € 200.0000,- gereserveerd.
d. Er wordt voor 2017 voor Vraagelkaar vanuit de rijksbijdrage Wmo € 50.000,- gereserveerd.
2.4 Mantelzorgondersteuning
De gemeentelijke beleidsnota informele zorg loopt eind 2016 af. Omdat mantelzorg en zorgvrijwilligers
onderdeel zijn van het Wmo beleid kiezen we ervoor om net als het beleid rondom vrijwilligers het
informele zorg beleid op te nemen in dit uitvoeringsplan.
Het beroep op mantelzorgers neemt toe. Mensen blijven langer zelfstandig wonen wat vaak betekent
dat mantelzorgers langer maar ook intensiever zorgen voor hun naasten. We moeten ons er van bewust
14 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
zijn dat mantelzorgers hun zorgtaken combineren met andere dagelijkse taken. Hierdoor is de dreiging
van overbelasting altijd aanwezig. Het is dan ook belangrijk dat we als gemeente maar zeker ook al
onze zorg- en welzijnspartners oog hebben voor mantelzorgers en hen ondersteunen waar dat gewenst
en/of noodzakelijk is. In dit kader kan ook het initiatief Mantelkring/OpenJeHart worden genoemd dat in
2016 in Lelystad van start is gegaan. Wanneer wij voldoende ondersteuning bieden aan mantelzorgers
kunnen zij langer en beter voor hun naaste blijven zorgen en zal er minder professionele inzet nodig
zijn. In het Cliëntervaringsonderzoek Wmo6 geeft ruim een kwart van de respondenten, die hulp van
een naaste ontvangen, aan dat deze naaste de hulp niet aankan. Het blijven versterken en verbeteren
van het aanbod aan mantelzorgondersteuning blijft daarom nodig om aan de toenemende en
veranderende ondersteuningsbehoefte van mantelzorgers te kunnen voldoen. Dit is niet alleen een
verantwoordelijkheid van de gemeente maar ook van de partners die via hun cliënten direct of indirect
te maken hebben met mantelzorgers.
Mantelzorgconvenant
Op 17 maart 2014 is door de gemeente met verschillende zorg- en welzijnspartijen een
mantelzorgconvenant gesloten. Medio 2014 is het convenant ook namens alle huisartsen ondertekend.
Partijen die zijn aangesloten bij het mantelzorgconvenant hebben verschillende thema’s waaraan zij
gezamenlijk werken.
Het mantelzorg convenant is eind oktober 2016 met de aangesloten partijen positief geëvalueerd. Het
belang van een gezamenlijke ondersteuningsstructuur voor mantelzorgers wordt breed onderschreven.
De partijen willen daarom de samenwerking, met nieuwe doelstellingen, voortzetten door het convenant
met twee jaar te verlengen.
Ondersteuningsplannen
Mantelzorgers worden door de leden van de Sociaal wijkteams betrokken bij de keukentafelgesprekken.
Bij nieuwe ondersteuningsvragen wordt de mantelzorger standaard betrokken. Het systeem waar de
Sociaal wijkteams mee werken heeft een module waar ook de mantelzorger(s) en eventuele
zorgvrijwilligers in opgenomen worden. Hiermee is het mogelijk om niet alleen doelen te formuleren voor
de hulpvrager maar ook voor de mantelzorger(s). Er kan bijvoorbeeld, waar nodig een zorgvrijwilliger
worden gekoppeld aan een gezin. Ook het Steunpunt Mantelzorg werkt met ditzelfde systeem. Hierdoor
wordt de ondersteuning van de mantelzorger snel opgepakt door het steunpunt en wordt ook de
voortgang bewaakt.
Versterking mantelzorgondersteuning
Op 19 maart 2013 is de nota informele zorg vastgesteld. Deze nota loopt eind 2016 af. Op grond van
de nota informele zorg is besloten om de inzet van het mantelzorgsteunpunt uit te breiden en hiervoor
jaarlijks € 80.000,- beschikbaar te stellen. De vraag naar mantelzorgondersteuning is in de afgelopen
jaren toegenomen en de verwachting is dat deze toename zich in de komende jaren voort zal blijven
zetten. Mantelzorgondersteuning is een brede verantwoordelijkheid. Het steunpunt zet zich dan ook in
om andere (zorg)partijen bewust te maken van deze gezamenlijke verantwoordelijkheid. Gezien de
toenemende vraag en het belang van goede mantelzorgondersteuning is de genoemde € 80.000,-
structureel in de Wmo begroting opgenomen.
Mantelzorgwaardering
Inwoners konden tot 2015 vanuit de AWBZ onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor
een mantelzorgcompliment van maximaal € 200,-. Vanaf 2015 zijn de middelen die hiermee gemoeid
waren overgeheveld naar de gemeenten. In Lelystad waarderen we mantelzorgers door middel van een
Lelypas (met een bedrag van € 200,-) of een geldbedrag (€ 180,-). Mantelzorgers die minimaal drie
6 Cliëntervaringsonderzoek Wmo, oktober 2016 (onderzoek onder gebruikers Wmo maatwerkvoorzieningen over ervaringen 2015).
15 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
maanden aaneengesloten en meer dan acht uur per week mantelzorg verlenen aan een thuiswonende
inwoner van Lelystad komen in aanmerking voor de waardering. Deze vorm van waardering is tot stand
gekomen na consultatie van mantelzorgers, de Wmo Cliëntenraad en het Steunpunt Mantelzorg. De
uitvoering hiervan is belegd bij Welzijn Lelystad (Steunpunt Mantelzorg). In 2015 zijn ruim 800
waarderingen uitgereikt. In 2016 zal het aantal waarderingen hoger uitvallen. Men kiest ook vaker dan
in 2015 voor de waardering door middel van de Lelypas.
Daarnaast is er in 2016 als waardering voor jonge mantelzorgers, een gezamenlijk dagje uit
georganiseerd voor jonge mantelzorgers. In 2017 wordt gekeken naar een structurele vorm van
waardering voor jonge mantelzorgers. Gedacht wordt o.a. aan een pluim die kan worden uitgereikt aan
jonge mantelzorgers waarmee zij een leuk dagje uit kunnen. In 2017 blijft het bedrag van € 259.000,-
beschikbaar voor de waardering van mantelzorgers.
Respijtzorg
Respijtzorg is de tijdelijke en volledige overname van zorg met als doel de mantelzorger een adempauze
te geven. Respijtzorg is een containerbegrip waar veel soorten ondersteuning onder vallen. Zo kan
bijvoorbeeld huishoudelijke hulp of dagbesteding ook worden ingezet ter ontlasting van de mantelzorger
(naast het ondersteunen van de zorgvrager). De mantelzorgconsulenten signaleren dat de behoefte
aan respijtzorg groter wordt. Ook constateren zij dat het niet altijd makkelijk te achterhalen welke wegen
mantelzorgers moeten bewandelen om in aanmerking te komen voor respijtzorg. Dit komt door de
diversiteit in het aanbod en de verschillende manieren waarop worden gefinancierd. Zo hebben
zorgverzekeraars bepaalde vormen van respijtzorg vaak verzekerd in aanvullende pakketten. Het gaat
hier dan om gepland verblijf in respijtvoorzieningen door zorgvragers zodat mantelzorgers tijdelijk
ontlast worden (bijvoorbeeld op vakantie kunnen gaan). Vanuit de Wmo wordt dagbesteding,
huishoudelijke ondersteuning, ondersteuning thuis en kortdurend verblijf gefinancierd. Dit zijn
voorzieningen die vaak voor langere tijd, worden ingezet. Tenslotte wordt vanuit de Wet langdurige zorg
verblijf bij crisis geregeld, bijvoorbeeld in het geval dat de mantelzorger zelf uitvalt en de zorgvrager niet
langer zelfstandig kan blijven wonen. Het is belangrijk dat het voor mantelzorgers makkelijker wordt om
te weten waar zij terecht kunnen voor respijtzorg die past bij hun situatie. Mantelzorgconsulenten en
wijkteamleden kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. Er zal daartoe een overzicht worden gemaakt
van de verschillende vormen respijtzorg met daarbij de stappen die moeten worden gezet om hiervoor
in aanmerking te komen.
Overigens wordt in Lelystad hard gewerkt aan het realiseren van een respijthuis (zie paragraaf 3.5)
Naar verwachting sluit deze voorziening goed aan bij de vraag van mantelzorgers die steeds vaker op
zoek zijn naar tijdelijke opvang van de zorgvrager zodat zij tijd voor zichzelf hebben. Hierbij is ook de
inzet van zorgvrijwilligers in de thuissituatie een mooi middel. Hier wordt steeds meer gebruik van
gemaakt.
Zorgvrijwilligers
Zorgvrijwilligers krijgen een steeds grotere en belangrijkere rol in de samenleving. Veel zorg- en
welzijnspartijen werken steeds meer met zorgvrijwilligers. Het is belangrijk om zorgvrijwilligers
voldoende te begeleiden en op te leiden. Het belang hiervan wordt in Lelystad door veel partijen
onderschreven. In 2016 is met Lelystadse zorg- en welzijnspartijen een gezamenlijke visie en aanpak
ontwikkeld op het gebied van zorgvrijwilligers. Verschillende thema’s zijn hierbij uitgewerkt zoals het
opleiden van vrijwilligers, het behouden van vrijwilligers en samenwerking tussen informele en formele
zorgaanbieders. Organisaties in Lelystad zijn er van doordrongen dat de rol van zorgvrijwilligers groter
wordt en dat zij mede verantwoordelijk zijn om dit in goede banen te leiden. Hierbij zien zij grote
meerwaarde in het samen optrekken. De verwachting is dat er begin 2017 een
samenwerkingsovereenkomst (o.i.d.) wordt afgesloten en een gezamenlijke werkwijze wordt
afgesproken zodat er op een kwalitatief goede en efficiënte manier gewerkt wordt met zorgvrijwilligers.
16 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Omdat de vraag naar respijtzorg steeds groter wordt, willen wij in 2017 € 50.000,- extra investeren in
het werven, trainen en bemiddelen van zorgvrijwilligers als respijtmiddel en het ontwikkelen van een
instrument dat helpt bij het bij het bieden en aanvragen van de juiste respijtzorg.
Mantelzorgondersteuning
Inzet 2017
a. Eind 2016 wordt, naar verwachting, het mantelzorgconvenant verlengd.
b. Begin 2017 worden afspraken rondom de werkwijze met zorgvrijwilligers vastgelegd en
is er een gezamenlijk manier van werken in Lelystad.
c. Mantelzorgers worden nadrukkelijk betrokken bij het opstellen van het
ondersteuningsplan (is onderdeel van het standaardproces).
d. Er wordt in 2017, evenals in 2015 en 2106, naast de reguliere inzet vanuit de
rijksbijdrage Wmo € 80.000,- extra beschikbaar gesteld voor ondersteuning van
mantelzorgers en zorgvrijwilligers.
e. Er wordt in 2017, evenals in 2015 en 2016, vanuit de rijksbijdrage Wmo € 259.000,-
gereserveerd voor de invulling van mantelzorgwaardering. Er wordt nog nader bepaald
hoe de waardering van jonge mantelzorgers in 2017 wordt ingevuld.
f. Er wordt in 2017 vanuit de rijksbijdrage Wmo € 50.000,- extra ingezet op respijtzorg.
g. Er wordt een overzicht gemaakt van verschillende vormen van respijtzorg zodat
mantelzorgers weten waar ze terecht kunnen.
2.5 Vrijwilligerswerk
Vrijwilligers zijn van grote waarde voor de stad. Dankzij de inzet van veel vrijwilligers is er extra aandacht
voor wie dat nodig heeft en is er een breed scala aan maatschappelijke, culturele en sportieve
activiteiten. De gemeente wil zorgen voor zodanige randvoorwaarden dat vrijwilligers zich enthousiast
in blijven zetten en drempels worden weggenomen om actief te worden. Vrijwilligerswerk is een
onderdeel van het Wmo-beleid. Vrijwilligerswerk draagt bij aan de leefbaarheid en onderlinge cohesie
in Lelystad. Ook spelen vrijwilligers een onontbeerlijke rol bij het ondersteunen van meer kwetsbare
inwoners en als gevolg van de vergrijzing e.d. zal er in de toekomst een steeds groter beroep op deze
vrijwilligers worden gedaan. Ook zullen kwetsbare groepen worden gestimuleerd vrijwilligerswerk te
doen. Zo kan vrijwilligerswerk bijdragen aan het vormen van een sterke basis, waarbij inwoners zoveel
mogelijk hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Het vrijwilligersbeleid maakt daarom integraal
onderdeel uit van het Wmo beleid. In de Kadernota Samen Leven, Samen Redzaam is de ambitie
uitgesproken dat de gemeente Lelystad ondersteuning zoveel mogelijk laagdrempelig wil organiseren
in de eigen leefomgeving van mensen, met behulp van sociale netwerken en (zorg)vrijwilligers in de
wijken. Er is daarbij aangegeven dat we het vrijwilligerswerk willen blijven stimuleren waarbij we ons
richten op alle bevolkingsgroepen. In deze paragraaf is dit verder uitgewerkt.
Visie op vrijwilligerswerk
Vrijwilligers spelen een belangrijke rol in het goed laten functioneren van de Lelystadse samenleving.
De gemeente wil ervoor zorgen dat vrijwilligers deze functie optimaal kunnen uitvoeren door goede
voorwaarden te scheppen. Het doel van het Lelystadse vrijwilligerswerk is dan ook het ondersteunen
en versterken van de maatschappelijke betrokkenheid en actieve inzet van inwoners bij wijk en stad en
het werken aan persoonlijke ontplooiing en zinvolle tijdsbesteding, waarbij het uitgangspunt is dat ieder
op zijn eigen manier volwaardig kan deelnemen aan de samenleving. Het vrijwilligerswerk wordt ingezet
om enerzijds de zelfredzaamheid en participatie te vergroten en anderzijds om netwerken rondom
personen te vergroten. Daarbij kunnen verschillende vormen van vrijwilligerswerk worden
onderscheiden zoals vrijwilligers die er bewust voor kiezen om vrijwilligerswerk te doen, vrijwilligers met
een lichte beperking en/of grote afstand tot de arbeidsmarkt voor wie vrijwilligerswerk een manier is om
17 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
te participeren, opgeleide zorgvrijwilligers en burenhulp. Vrijwilligers doen om diverse redenen
vrijwilligerswerk en de aard van het vrijwilligerswerk verschilt dan ook. Het is belangrijk om dit
onderscheid in het achterhoofd te houden.
Speerpunten
Binnen het vrijwilligerswerk worden de volgende speerpunten onderscheiden:
1. Vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties ondersteunen
2. Vrijwilligers en vrijwilligerswerk promoten, stimuleren en waarderen
3. Maatschappelijk betrokken ondernemen stimuleren
4. Speciale doelgroepen stimuleren tot het doen van vrijwilligerswerk
5. De inzet van zorgvrijwilligers stimuleren
Hierna volgt een nadere uitwerking per speerpunt.
Speerpunt 1: vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties ondersteunen
Deze ondersteuning wordt voornamelijk uitgevoerd door Welzijn Lelystad. Zij geven voorlichting en
advies over vrijwilligerswerk, toetsen vacatures voor vrijwilligerswerk, houden de vrijwilligers-
vacaturebank in stand en organiseren netwerkbijeenkomsten en deskundigheidsbevordering voor
vrijwilligers. Ook wordt gekeken naar mogelijkheden om krachtkoppels breder in te zetten, waarbij sterke
vrijwilligers andere vrijwilligers kunnen coachen en begeleiden. Er wordt ingezet op het anders inrichten
van de training en opleiding van vrijwilligers door het opzetten van een vrijwilligersacademy. Hierbij
wordt de expertise van verschillende organisaties ingezet en het aanbod voor vrijwilligers geclusterd en
uitgebreid. Het Sportsteunpunt is inmiddels toegevoegd aan het Steunpunt Vrijwilligerswerk van Welzijn
Lelystad. Hiermee is de ondersteuning van vrijwilligers geclusterd in één organisatie.
Vrijwilligersorganisaties kunnen in aanmerking komen voor een subsidie ter ondersteuning van hun
activiteiten. In 2015 zijn beleidsregels rondom de vrijwilligerswerksubsidies aangepast waarbij ook
administratieve lasten rond aanvragen en verantwoording zijn teruggebracht.
De gemeente heeft een vrijwilligersverzekering afgesloten voor alle vrijwilligers in de gemeente, zodat
zij goed verzekerd zijn.
Speerpunt 2: vrijwilligers en vrijwilligerswerk promoten, stimuleren en waarderen
Om vrijwilligers te werven en te behouden is goede promotie van belang. Welzijn Lelystad is hier met
name voor verantwoordelijk. Welzijn Lelystad zet middelen, zoals de vacaturebank, in om
vrijwilligerswerk onder de aandacht te brengen en te houden. Ook de gemeente blijft aandacht geven
aan vrijwilligerswerk in publicaties en op de website. Er ligt nu ook een belangrijke taak bij de Sociaal
wijkteams om mensen die zij spreken te wijzen op de mogelijkheden om vrijwilligerswerk te doen en
aan te zetten tot vrijwilligerswerk. Er wordt er jaarlijks een aantal evenementen georganiseerd om
vrijwilligerswerk te promoten en de waardering naar vrijwilligers te uiten. In 2016 is er een
vrijwilligersmarkt georganiseerd waar vele organisatie en potentiele vrijwilligers met elkaar in contact
zijn gekomen. Er vindt jaarlijks NL Doet plaats, waarbij Welzijn Lelystad diverse klussen binnenhaalt die
inwoners en organisaties op die dag uitvoeren. Ook wordt er jaarlijks door de gemeente een activiteit
georganiseerd om de waardering voor vrijwilligers te uiten. Verder wordt er gewerkt aan Lelystad Doet!,
waarbij alles wat met vrijwilligerswerk te maken heeft bij elkaar wordt gebracht en tot een gezamenlijke
verantwoordelijkheid wordt gemaakt.
Speerpunt 3: Maatschappelijk betrokken ondernemen stimuleren
Maatschappelijk betrokken ondernemen is een manier voor bedrijven om hun middelen, mensen of
kennis in te zetten voor de samenleving. Dit wordt steeds populairder, nu bedrijven hierin een kans zien
om iets terug te doen voor de samenleving. Om hierop in te spelen en dit te stimuleren organiseert
Welzijn Lelystad, in samenwerking met lokale organisaties en de gemeente, jaarlijks de lokale
Beursvloer. Bedrijven en organisaties zoeken elkaar hierbij op en bekijken wat ze elkaar te bieden
18 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
hebben. Er wordt ingezet op het verder vergroten van de bekendheid van de Beursvloer. Naast de
Beursvloer wordt er gedurende het gehele jaar vanuit het bedrijfsleven een beroep gedaan op Welzijn
Lelystad om passende klussen te zoeken om zelf vrijwilligerswerk te doen.
In 2016 is De Uitdaging van start gegaan. Het gaat hierbij om een netwerk om verbindingen tot stand te
brengen tussen het lokale bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties met als doel de leef kwaliteit
van de bewoners in de gemeente te verbeteren door het inzetten van middelen, materialen en
menskracht. Dit sluit aan bij de groeiende behoefte aan lokale invulling van maatschappelijk betrokken
ondernemen. Met De Uitdaging worden vraag en aanbod samengebracht. Er wordt hierbij
samengewerkt met Welzijn Lelystad, de beursvloer en er zal onderzocht worden of middels deze
formule ook Social Return on Investment vorm gegeven kan worden.
Speerpunt 4: Speciale doelgroepen stimuleren tot het doen van vrijwilligerswerk
Het is belangrijk dat ook mensen met een beperking, mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt,
jongeren en ouderen zoveel mogelijk participeren in de samenleving. Vrijwilligerswerk kan daarbij een
Voor sommige inwoners is participatie niet vanzelfsprekend doordat zij bijvoorbeeld een (lichte)
beperking en/of een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Het vrijwilligerswerk geeft de betrokkene
een zinvolle dag invulling, de mogelijkheid iets terug te doen voor de wijk/buurt en ook handvatten voor
persoonlijke groei. Ook kan dit zinvol zijn om hun directe omgeving te ontlasten.
Voor deze potentiele vrijwilligers vraagt dat om extra expertise en inzet: voor de vrijwilliger zelf, voor het
vinden en organiseren van vrijwilligersplaatsen en voor het ondersteunen van organisaties die de
vrijwilligers in hun organisaties opnemen. Het project Overstag biedt daartoe een passend antwoord.
Met Overstag worden mensen met een lichte beperking en/of grote afstand tot de arbeidsmarkt middels
een groepsgerichte methodiek toe geleid naar vrijwilligerswerk. Zij worden daarbij ondersteund door
vrijwillige coaches waardoor er zogenaamde krachtkoppels ontstaan. Wanneer het functioneren in een
groep niet mogelijk blijkt wordt er middels Latent Talent een individueel traject gestart.
Het volgende filmpje geeft een beeld van het werk van Overstag:
https://www.welzijnlelystad.nl/vrijwilligerscentrale/specifieke-doelgroepen/
Vrijwilligerswerk kan voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt een stap zijn in het re-
integratieproces richting werk. Dit is verder uitgewerkt in de nota “Evaluatierapport Pilot Verplicht
Vrijwillig. Over Tegenprestatie naar vermogen”, die begin 2016 is verschenen. Het uitgangspunt hierbij
is dat de bemiddeling van uitkeringsgerechtigden naar tijdelijke vormen van vrijwilligerswerk maximaal
aansluiting vindt bij het Steunpunt Vrijwilligerswerk zodat partijen zoveel mogelijk vanuit één punt
worden benaderd voor vrijwilligersplaatsen.
Jongeren zijn de vrijwilligers van de toekomst. Het is belangrijk om jongeren actief te enthousiasmeren
voor vrijwilligerswerk. Welzijn Lelystad is hierover o.a. in overleg geweest met het onderwijsveld. Dit
heeft niet geleid tot het gewenste resultaat. Er wordt nu naar nieuwe andere mogelijkheden gekeken
hoe jeugd meer betrokken kan worden bij vrijwilligerswerk, bijvoorbeeld in het programma “De stad
van, voor en door jongeren”. Gepensioneerden zijn een belangrijke vrijwilligersgroep. Het is een groep die na hun pensioen meer tijd
heeft om middels vrijwilligerswerk actief te blijven in de maatschappij. Ook kan hiermee de onderlinge
betrokkenheid worden vergroot. Deze groep wordt als gevolg van de vergrijzing steeds groter en
daarom is het van belang deze groep te interesseren voor vrijwilligerswerk. Er ligt hierbij een belangrijke
taak bij werkgevers, om hen te informeren en ruimte te bieden om naast hun werk vrijwilligerswerk te
doen. Ook kan er tijdens evenementen zoals de Dag van de Ouderen aandacht worden gegeven aan
vrijwilligerswerk. Tot slot moeten er vrijwilligersklussen worden aangeboden die voor senioren
interessant zijn. Welzijn Lelystad heeft de taak om hierbij te ondersteunen.
19 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Speerpunt 5: De inzet van zorgvrijwilligers stimuleren
Er zal een steeds groter beroep worden gedaan op (zorg)vrijwilligers. Wij willen daarom extra in blijven
zetten op begeleiding van vrijwilligers en het bemiddelen tussen vraag en aanbod. Zie verder bij de
vorige paragraaf (blz. 14).
Financiering vrijwilligerswerk
Er is vanaf 1-1-2015, naast de reguliere inzet van € 414.000,-, vanuit de rijksuitkering Wmo € 200.000,-
extra geïnvesteerd in het vrijwilligerswerk.
We willen deze extra inzet in 2017 continueren. In totaal is er daarmee in 2017 vanuit de gemeente
€ 614.000,- beschikbaar zijn voor het ondersteunen van vrijwilligerswerk:
- € 150.000,- voor subsidiering van vrijwilligersorganisaties door de gemeente (ter ondersteuning
en waardering);
- € 150.000,- (vanuit de rijksbijdrage Wmo) voor het realiseren van extra vrijwilligersplaatsen voor
mensen met een (lichte) beperking;
- € 295.755,- voor het Steunpunt Vrijwilligerswerk (incl. € 50.000,- voor extra bemiddeling e.d.,
gefinancierd uit de rijksbijdrage Wmo);
- € 21.217,- voor de vrijwilligersverzekering.
Vrijwilligerswerk
Inzet 2017:
a. Er wordt ingezet op de volgende speerpunten ter versterking van het vrijwilligerswerk:
- vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties ondersteunen
- vrijwilligers en vrijwilligerswerk promoten, stimuleren en waarderen
- maatschappelijk betrokken ondernemen stimuleren
- speciale doelgroepen stimuleren tot het doen van vrijwilligerswerk
- inzet zorgvrijwilligers stimuleren
b. De extra inzet vanuit de rijksbijdrage Wmo wordt in 2017 gecontinueerd: € 150.000,-
voor vrijwilligersplaatsen voor mensen met een beperking en € 50.000,- voor bemiddeling
van (zorg) vrijwilligers.
c. De bemiddeling van vrijwilligers wordt zoveel mogelijk gecoördineerd vanuit één punt
(Steunpunt vrijwilligerswerk).
2.6 Bewonersinitiatieven
In de Wmo staat zelfredzaamheid centraal. Mensen regelen nu al heel veel zelf, met familie, vrienden
of de buurt. Wij willen bewonersinitiatieven stimuleren en eventueel (tijdelijk) ondersteunen zodat deze
daadwerkelijk zoveel mogelijk op eigen kracht gaan draaien. Wij zullen daarom in 2017 extra in blijven
zetten op het faciliteren, stimuleren en ondersteunen van bewonersinitiatieven. De gemeenteraad heeft
besloten daar tijdelijk vanuit het Transitiefonds Sociaal Domein middelen voor beschikbaar te stellen. In
dat kader is er een ideeënmakelaar aangesteld. Met de inzet van de ideeënmakelaar wordt een
vernieuwende en extra impuls gegeven aan het stimuleren en ondersteunen van bewonersinitiatieven
op het sociale vlak.
Er zijn vanuit de gemeente diverse regelingen gericht op het ondersteunen en stimuleren van
bewonersinitiatieven. Deze regelingen zijn op elkaar afgestemd onder de noemer “Mensen Maken de
Buurt” (https://www.lelystad.nl/mensenmakendebuurt). Voor inwoners is zo duidelijk is waar ze terecht
kunnen.
20 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Bewonersinitiatieven
Inzet 2017:
a. Er wordt in 2017 extra ingezet op het ondersteunen en tot ontwikkeling brengen van nieuwe
(bewoners)initiatieven. Hiervoor zijn extra middelen beschikbaar vanuit het Transitiefonds
(€ 35.000,- voor de Ideeënmakelaar en 175.000,- voor nieuwe initiatieven.
2.7 Algemeen maatschappelijk werk / preventie ggz problematiek
Algemeen maatschappelijk werk
Het algemeen maatschappelijk werk wordt door MDF uitgevoerd vanuit de gezondheidscentra. Hierbij
wordt nauw samengewerkt met huisartsen. Er wordt hulp geboden bij psychosociale problematiek zoals
relatieproblemen, psychische problemen, verwerkingsproblemen e.d. Er wordt oplossingsgericht
gewerkt en hulpverlening is in principe kortdurend. Er worden concrete doelen gesteld waarbij naar
mogelijkheden wordt gezocht om problemen zoveel mogelijk zelf of met hulp van de omgeving op te
lossen. Ook is een algemeen maatschappelijk werker een vast lid van de Sociaal wijkteams.
Preventie ggz problematiek.
Het is belangrijk dat mensen met psychische klachten vroeg gesignaleerd en preventief behandeld
worden. Dit voorkomt nieuwe gevallen van psychische problematiek en vermindert het aantal mensen
met chronische problematiek. In het kader daarvan voert Welzijn Lelystad in samenwerking met Indigo
Centraal preventieactiviteiten uit op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg. Indigo Centraal is
een organisatie die psychische ondersteuning biedt. Dat doet ze door het verzorgen van voorlichting,
zelfhulp en begeleiding bij diverse klachten en problemen.
We zien dat bij ggz cliënten vaak sprake is van eenzaamheid waarbij een ondersteunend netwerk
ontbreekt. Het is daarom belangrijk om in te zetten op het versterken van netwerken. Hiermee kunnen
depressie en andere gezondheidsklachten op lange termijn worden voorkomen. Welzijn Lelystad voert
activiteiten uit, zoals het project “Gewoon Bijzonder”, die specifiek gericht zijn op het bevorderen van de
zelfredzaamheid en participatie van mensen met psychische klachten. Belangrijk hierbij is dat mensen
gestimuleerd worden deel te nemen aan reguliere activiteiten in de wijk. Het project “Gewoon Bijzonder”
is gericht op mensen, die als gevolg van eenzaamheid, psychische problemen, armoede, overbelasting
of andere redenen, aan de zijlijn staan. Het project is bedoeld om mensen nét dat duwtje in de rug te
geven dat nodig is om in contact te komen met anderen.
Maatschappelijk werk/preventie ggz problematiek
Inzet 2017:
a. Het algemeen maatschappelijk werk blijft beschikbaar in alle gezondheidscentra.
b. Er worden extra (welzijns)activiteiten georganiseerd gericht op zelfredzaamheid van mensen
met ggz problematiek.
2.8 Vervoer
De gemeente is verantwoordelijk voor aangepast vervoer voor diverse doelgroepen: leerlingenvervoer,
Wmo vervoer (regiotaxi) en vervoer van en naar de dagbesteding. We willen het vervoer efficiënt
organiseren en het gebruik van aangepast vervoer terugbrengen. Dit kan o.a. door het openbaar vervoer
zoveel mogelijk toegankelijk te maken voor mensen met een beperking. Het kan hierbij gaan om fysieke
toegankelijkheid, maar het kan bijvoorbeeld ook gaan om trainingen aan bepaalde groepen om gebruik
te maken van het openbaar vervoer. In dit kader is in 2015 het project “MEE op Weg” gestart. Dit project
maakt zelfstandig reizen voor mensen met een beperking mogelijk, waardoor zelfredzaamheid wordt
vergroot en sociale contacten en spontane acties mogelijk worden gemaakt. Bovendien levert het een
kostenbesparing op als alternatief voor aangepast vervoer.
21 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
De resultaten van dit project komen eind december 2016 beschikbaar. Op basis hiervan zal worden
bepaald of dit project in 2017 wordt gecontinueerd.
Er is in regionaal verband onderzocht hoe vervoer van en naar dagbesteding efficiënt georganiseerd
kan worden. Een van de conclusies is dat het voor de korte termijn het meest efficiënt en werkbaar is
om de verantwoordelijkheid voor vervoer neer te leggen bij aanbieders van dagbesteding. Zij kunnen
per cliënt bepalen welke vervoersvorm wenselijk/noodzakelijk is. Nu al organiseren deze partijen vaak
het vervoer voor cliënten die onder de Wet langdurige zorg blijven vallen. Zij kunnen deze
vervoersstromen combineren. Het vervoer van en naar de dagbesteding is daarom onderdeel van de
inkoop van dagbesteding en een verantwoordelijkheid van geselecteerde hoofdaannemers voor
dagbesteding.
Naast het professionele vervoer heeft Lelystad ook “De Opstap”, een vervoersvorm die vrijwel geheel
draait op vrijwilligers. De Opstap richt zich op de senioren in Lelystad (55 jaar en ouder) en heeft als
doel dat senioren actief blijven in de samenleving en deel blijven nemen aan sociale activiteiten. Dit
doen ze door senioren te halen en brengen naar activiteiten en andere bestemmingen binnen Lelystad.
Waar nodig worden mensen begeleid door vrijwillige begeleiders. Zowel voor de passagiers als de
vrijwilligers geldt dat zij met inzet van De Opstap hun sociale contacten buiten de deur onderhouden en
mobiel blijven. Gezien de sociale functie van De Opstap en gezien de besparing die dit oplevert voor
het Wmo vervoer, hebben wij met ingang van 2015 € 30.000,- op jaarbasis beschikbaar gesteld voor
het in standhouden van deze vorm van vrijwilligersvervoer.
De gemeenteraad heeft eind 2014 een amendement aangenomen op grond waarvan jaarlijks
€ 25.000,- beschikbaar is voor het beschikbaar stellen van gratis vervoersbewijzen voor ritten met het
stadsvervoer of met De Opstap ter bestrijding van armoede en eenzaamheid. Deze regeling wordt
uitgevoerd door Welzijn Lelystad (Sociaal wijkteams).
Vervoer
Inzet 2017:
a. Er wordt voor 2017, evenals in 2016, vanuit de rijksbijdrage Wmo € 10.000,- gereserveerd
om het gebruik van het openbaar vervoer voor mensen met een beperking te stimuleren. Op
basis van de resultaten van de pilot wordt begin 2017 bepaald of en op welke wijze dit budget
in 2017 wordt ingezet.
b. Er wordt voor 2017, evenals in 2016, vanuit de rijksbijdrage Wmo € 30.000,- beschikbaar
gesteld voor het vrijwilligersvervoer van “De Opstap”.
c. Er wordt in 2017 nader onderzocht of de gebruikersgroep van de Opstap verbreed kan
worden tot andere kwetsbare groepen.
d. Er worden in bepaalde situaties ter bestrijding van armoede en eenzaamheid gratis
vervoersbewijzen beschikbaar gesteld. Hiervoor is in 2017, evenals in 2016,
€ 25.000,- beschikbaar. Dit wordt uit algemene middelen gedekt.
2.9 Scootmobiel- en rolstoelpools
Er zijn verspreid over de stad acht scootmobiel- en rolstoelpools waar inwoners (gratis) een scootmobiel
of duwrolstoel kunnen lenen. Wij willen het gebruik hiervan verder promoten. Als blijkt dat de inzet van
een rolstoel of scootmobiel nodig/wenselijk is, dan wordt in eerste instantie verwezen naar de pool. Dit
kan vooral een oplossing zijn voor degenen die tijdelijk of incidenteel een scootmobiel of rolstoel nodig
hebben.
Er wordt nog beperkt gebruik gemaakt van de pools. Er is in 2015 ruim 250 keer een scootmobiel/rolstoel
uitgeleend. Een belangrijk obstakel is de afstand tussen potentiële gebruiker en uitleenpunt. Meer dan
22 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
150 meter lopen is voor veel mensen niet haalbaar. Er wordt, in samenwerking met het Werkbedrijf, in
2017 een haal- en breng service gerealiseerd. Wij verwachten dat hiermee het gebruik van de pools toe
zal nemen en er minder gebruik gemaakt zal worden van individuele scootmobielen e.d.
De scootmobiel- en rolstoelpools worden gefinancierd uit de reguliere budgetten die voor scootmobielen
en rolstoelen beschikbaar zijn.
Scootmobiel- en rolstoelpools
Inzet 2017
a. Het gebruik van de scootmobiel- en rolstoelpool wordt in 2017 verder gestimuleerd door een
haal- en brengservice.
2.10 Aangepast/beschut wonen
Het (landelijk) beleid is erop gericht dat mensen langer zelfstandig blijven wonen. Er zullen in de
toekomst steeds minder mensen in een instelling worden opgenomen. Een groot deel van de inwoners
kan zelfstandig blijven wonen in een gewone, al dan niet aangepaste woning. Voor een bepaalde groep
zal een meer beschutte woonvorm nodig/wenselijk zijn. Voorbeelden hiervan zijn
woningen/appartementen in de woonzorgzones rond de Hanzeborg, De Uiterton en De Hoven. In deze
zones is zorg en welzijn (ontmoeting e.d.) in de directe nabijheid beschikbaar.
Begin 2016 is het beleidsplan “Wonen, welzijn en zorg in Lelystad 2016-2020” aan de raad voorgelegd
en zijn de volgende kaders vastgesteld:
In 2016 is het Beleidsplan wonen, welzijn en zorg 2016-2020 aan de raad voorgelegd en zijn de
volgende kaders/uitgangspunten vastgesteld:
a. de woonzorgzones rondom De Hoven, De Uiterton en Hanzeborg te behouden en waar
nodig te versterken primair t.b.v. ouderen en lichamelijk gehandicapten;
b. (beschutte) woonvormen voor inwoners met een verstandelijke beperking of psychische
problematiek te spreiden over de stad, binnen de bebouwde kom;
c. voorzieningen en gelijkvloers woningaanbod in Warande met het oog op een mogelijke
realisatie van een vierde woonzorgzone na 2020 ruimtelijke te clusteren;
d. in te zetten op aanpassing van reguliere woningen en wooncomplexen voor ouderen en
gehandicapten;
e. medewerking te verlenen aan het realiseren van beschutte woonvormen voor groepen die
geen toegang meer hebben tot zorg met verblijf en die evenmin volledig zelfstandig
kunnen wonen, mits voldaan wordt aan het afwegingskader zoals opgenomen in het
beleidsplan.
Er waren bij de vaststelling van het beleidsplan nog geen betrouwbare gegevens beschikbaar op basis
waarvan een kwantitatieve prognose kon worden gemaakt van vraag en aanbod van verschillende
woonvormen. Er is een rekentool ontwikkeld die deze informatie zou kunnen leveren. De rekentool wordt
momenteel op bruikbaarheid en betrouwbaarheid getoetst bij betrokken partijen. Afhankelijk hiervan zal
worden bepaald of de rekentool een bruikbaar instrument is om de ontwikkeling van vraag en aanbod
van specifieke woonvormen te monitoren.
Het is van belang dat vraag en aanbod in grote lijn in evenwicht zijn. Wij gaan, als duidelijk is dat er een
discrepantie ontstaat tussen vraag en aanbod wat betreft bepaalde woonvormen, hierover in overleg
gaan met betrokken partijen om te bepalen welke oplossingen mogelijk/wenselijk zijn.
In paragraaf 3.2 (ondersteuning thuis) en 3.5 (begeleid wonen) wordt nader ingegaan op begeleid
wonen voor en aantal specifieke groepen.
Voor de duidelijkheid: het gaat hier om beschut wonen en niet om beschermd wonen; deze term wordt
gebruikt als het gaat om specifieke woonvoorzieningen voor mensen met zware ggz problematiek
(paragraaf 3.8).
23 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Aangepast/beschut wonen
Inzet 2017
a. Er wordt jaarlijks, voor zover mogelijk, in beeld gebracht welke behoefte er is aan beschutte
woonvormen in Lelystad. Er wordt vanuit de rijksbijdrage Wmo voor 2017 € 6.000,-
gereserveerd ter dekking van de kosten van een dergelijk (jaarlijks) onderzoek.
b. Er wordt, als duidelijk is dat er sprake is van een tekort, in overleg met betrokken partijen
bepaald welke oplossingen mogelijk/wenselijk zijn.
2.11 Gezonde leefstijl
Van oudsher definiëren wij gezondheid als: ‘gezondheid is een toestand van volledig fysiek, geestelijk
en sociaal welbevinden en is niet louter het ontbreken van ziekte of gebrek’ (WHO). Onderzoekers
Huber en Van Vliet hebben een nieuw concept voor gezondheid ontwikkeld en getoetst: ‘Gezondheid
als het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele
en sociale uitdagingen van het leven.’ Dit wordt ook wel positieve gezondheid genoemd.
Deze positieve gezondheidsbenadering sluit naadloos aan bij onze Wmo visie. We willen een gezonde
gemeente zijn met inwoners die zoveel mogelijk op eigen kracht een zinvol en kwalitatief hoogwaardig
leven kunnen leiden.
In 2014 is het Beleidsplan Gezondheidszorg 2015-2018 vastgesteld. Hierin is uitgewerkt hoe we ons
gezondheidsbeleid in de komende jaren vorm willen geven langs drie pijlers.
De eerste pijler bestaat uit maatregelen ter bescherming en bevordering van de gezondheid via de
gezondheidstaken van de GGD:
1. Vaccinatieprogramma’s en de SOA-poli
2. Jeugdgezondheidszorg via contactmomenten met de schoolarts
3. Regionale ambulancedienst en geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen
4. Onderzoek naar en monitoring van de publieke gezondheid
De tweede pijler van het gezondheidsbeleid is het programma ‘’Lelystad in beweging’’. Dit programma
is gericht op meer samenhang in het zorg- en welzijnsaanbod zodat gezondheid effectiever en
doelmatiger wordt bevorderd. Dat moet leiden tot meer welbevinden, leefplezier en minder kosten.
Naast de gemeente participeren zorgverzekeraar Achmea, zorgaanbieders en Welzijn Lelystad in dit
programma. Het programma zet in op chronische zorg, ouderenzorg, preventie en participatie. In de
Waterwijk zijn welzijnswerk en huisartsen gezamenlijk gehuisvest in de Waterbever. Hierdoor is
verwijzing door huisartsen naar welzijnsactiviteiten (welzijn op recept) laagdrempeliger geworden. De
ervaringen hier worden benut om ook de samenwerking tussen huisartsen en welzijn in andere
stadsdelen te versterken.
Bevordering van gezonde leefstijl heeft in 2016 vorm gekregen in ‘’gezonde Bos- en Waterwijk”. Daarin
is gezonde leefstijl een vrolijk avontuur met volop mogelijkheden voor lekker eten, leuke contacten en
energie gevende activiteiten. Om aan te sluiten bij wat Lelystedelingen echt nodig en motiverend vind
zijn ideeën opgehaald bij bewoners en professionals uit de wijk. De leefstijlcoach heeft gezorgd voor
verbindingen tussen partijen waardoor verschillende activiteiten op het gebied van gezonde leefstijl zijn
georganiseerd. Er is bijvoorbeeld een leefstijldag georganiseerd, er zijn lessen gegeven op
basisscholen en kinderdagverblijven, er is een pluktuin aangelegd en er rijdt een bakfiets door de wijk
met informatie.
De aanpak van ‘’gezonde Bos- en Waterwijk” willen we graag verder uitbreiden naar andere stadsdelen.
Vanuit de Atol- en Zuiderzeewijk is er veel belangstelling en ook in de Botter is enthousiasme aanwezig.
De derde pijler van het gezondheidsbeleid wordt gevormd door het verslavingsbeleid. In het kader van
het gezondheidsbeleid worden er preventieactiviteiten uitgevoerd door Tactus verslavingszorg. Er blijkt
bij de Sociaal wijkteams behoefte te zijn aan deskundigheidsbevordering op het gebied van verslaving.
24 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Daarnaast is er behoefte aan korte lijnen met de verslavingszorg en de mogelijkheid om hen in te
schakelen voor consultatie en advies. In 2016 is aan de vier Sociaal wijkteams een training aangeboden
op het gebied van verslaving (gericht op signaleren en bespreekbaar maken). De training is uitgevoerd
door Tactus en Amethist. Hierdoor zijn korte lijnen ontstaan met de preventie en hulpverlenings-
medewerkers. De Sociaal wijkteams kunnen in 2017 ook gebruik maken van de consultatie en advies
functie van Tactus en Amethist.
Er zijn eerder trainingen aan ouderen gegeven op dit gebied. Daar lijkt nog veel vraag naar te zijn en
daarom zullen deze ook in 2017 trainingen worden georganiseerd t.b.v. ouderen.
Gezonde leefstijl
Inzet 2017:
- Het gezondheidsbeleid wordt langs de drie pijlers, zoals opgenomen in het beleidsplan
Gezondheidszorg 2015-2018 verder ingevuld.
- De aanpak ‘gezonde Bos- en Waterwijk’ wordt uitgerold naar Atol- en Zuiderzeewijk en de
Botter. Om dit mogelijk te maken wordt er vanuit de rijksbijdrage Wmo € 30.000,- beschikbaar
gesteld voor extra uren inzet van een leefstijlcoach.
2.12 Eenzaamheid
Eenzaamheid is voor steeds meer mensen een probleem waar ze dagelijks tegen aanlopen. Dit speelt
met name bij mensen met gezondheidsproblemen en ouderen. Zij hebben een grotere kans om in een
sociaal isolement te komen. Het is belangrijk aandacht te hebben voor eenzaamheid. De Sociaal
wijkteams spelen hier een belangrijk rol in. In de gesprekken met het Sociaal wijkteam krijgt
eenzaamheid en het opbouwen van netwerken dan ook een duidelijk plaats. Er wordt besproken of er
sprake is van eenzaamheid en hoe dit kan worden tegengegaan. De Sociaal wijkteams kunnen actief
doorverwijzen naar laagdrempelige activiteiten in de wijk, waarbij inwoners met elkaar in contact komen.
Zo is de bestrijding van eenzaamheid ingebed in het werk van de Sociaal wijkteams.
Het is belangrijk dat eenzaamheid breed wordt aangepakt en een duurzaam karakter krijgt. Er gebeurt
veel in Lelystad maar het is wenselijk hier meer samenhang in te brengen. De verschillende betrokken
partijen moeten daarom een goed overzicht hebben van wie wat doet, en hun eigen rol hierin duidelijk
voor ogen hebben. Bij het aanpakken van eenzaamheid is het daarnaast belangrijk om aandacht te
houden voor de vraagkant: sociale eenzaamheid behoeft een andere aanpak als emotionele
eenzaamheid. Ten slotte is het de moeite waard om oog te hebben voor de preventie van eenzaamheid.
Als mensen zich bewuster zijn van het belang van een sociaal netwerk, verkleinen zij het risico op
eenzaamheid.
Bijna de helft van alle senioren in Lelystad kent gevoelens van matige tot ernstige eenzaamheid.
Ouderen zijn daarmee een belangrijke risicogroep. Wij willen daarom in 2017 extra inzetten op het
verminderen van eenzaamheid onder ouderen. In bijlage 4 treft u een overzicht aan van mogelijke
maatregelen die leiden tot vermindering van eenzaamheid van ouderen in Lelystad. Wij zullen dit in
overleg met partijen verder uitwerken en vertalen in concrete stappen.
Eenzaamheid
Inzet 2017:
a. De Sociaal wijkteams besteden in de gesprekken nadrukkelijk aandacht aan het
thema eenzaamheid en het opbouwen van netwerken.
b. Er wordt in 2017 extra ingezet op het verminderen van eenzaamheid onder ouderen. Er
wordt, in overleg met het veld, nader bepaald hoe eenzaamheid gezamenlijk aangepakt
kan worden.
25 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
2.13 E-health/domotica
Het is interessant om te kijken hoe de toepassing van eHealth kan worden gestimuleerd. Nieuwe
informatie- en communicatietechnologieën kunnen worden gebruikt om gezondheid en
gezondheidszorg te ondersteunen of te verbeteren.
Het biedt mogelijkheden om eenzaamheid te bestrijden, zelfredzaamheid van kwetsbare inwoners te
versterken, mantelzorgers te ondersteunen en vrijwilligers met hulpvragers te matchen.
Er zal, in overleg met partijen, onderzocht worden hoe de kennis over de mogelijkheden van e-health
vergroot kan worden.
De toepassing van domotica of huisautomatisering is nog volop in ontwikkeling. Domotica kan ertoe
bijdragen dat mensen veiliger en langer zelfstandig kunnen blijven functioneren in hun eigen huis. Er
zal in 2017 nader onderzocht worden of en op welke wijze het gebruik van domotica gestimuleerd kan
worden.
E-health
Inzet 2017:
a. De mogelijkheden van het benutten van e-health en domitica worden nader in beeld gebracht;
deze kennis wordt gedeeld met de partijen in het veld.
26 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
3. Maatwerkvoorzieningen
Wij willen dat er zoveel mogelijk wordt geregeld in de basis. De basis bestaat uit de bewoners zelf, de
mantelzorgers en vrijwilligers, maar ook uit algemene voorzieningen die het mogelijk maken dat
bewoners zoveel mogelijk zichzelf kunnen redden. In de voorgaande paragraaf is aangegeven hoe we
de basis op verschillende onderdelen versterken.
Voor bepaalde inwoners zal de basis niet toereikend zijn en is extra ondersteuning nodig om zelfstandig
te kunnen blijven functioneren. Het kan bijvoorbeeld gaan om een rolstoel of aangepast vervoer, maar
ook om dagbesteding of ondersteuning op het gebied van structuur, dagritme en praktische hulp.
Daarnaast is er aantal specifieke voorzieningen voor zeer kwetsbare inwoners, zoals dak- en thuislozen
of mensen met zware psychiatrische problematiek.
Als een inwoner ondersteuning nodig heeft bij het zelfstandig wonen, dan kan hij zich melden bij een
Sociaal wijkteam. Het Sociaal wijkteam stelt dan in overleg met de inwoner een ondersteuningsplan op.
Bij de beoordeling van de ondersteuningsbehoefte wordt uitgegaan van maatwerk en het stepped care
principe. Er wordt gekeken wat de bewoners zelf kan, wat de mogelijkheden zijn van het netwerk, of er
vrijwilligers ingezet kunnen worden en of er algemene voorzieningen beschikbaar zijn. Als het nodig is,
zal er (aanvullend) een maatwerkvoorziening worden ingezet.
In de Wmo 2015 wordt onderscheid gemaakt tussen algemene voorzieningen en maatwerk-
+voorzieningen. De voorzieningen in de basis kunnen worden aangemerkt als algemene voorzieningen.
Deze zijn in principe vrij toegankelijk. Voor een algemene voorziening is geen beschikking nodig. Voor
maatwerkvoorzieningen moet een beschikking worden afgegeven. Het Sociaal wijkteam geeft in het
ondersteuningsplan aan of een maatwerkvoorziening nodig is. De gemeente geeft dan op basis van het
ondersteuningsplan (eventueel aangevuld met een werkplan) een beschikking af.
De klant kan kiezen of hij/zij deze voorziening wil in de vorm van een Persoonsgebonden Budget (PGB)
of Zorg in Natura (ZIN). Om in aanmerking te kunnen komen voor een PGB moet in ieder geval worden
voldaan aan de volgende voorwaarden:
- de klant moet in staat zijn het PGB te beheren;
- de diensten en producten die met het PGB worden ingekocht moeten van goede kwaliteit zijn;
- de klant moet motiveren waarom hij een PGB kiest.
In de Verordening maatschappelijke ondersteuning Lelystad 2015 zijn deze voorwaarden nader
uitgewerkt. Op grond van deze verordening is het Besluit maatschappelijke ondersteuning Lelystad
2015 vastgesteld. Hierin zijn de PGB tarieven opgenomen. De PGB tarieven zijn bepaald op 75% van
de tarieven voor ZIN. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) is verantwoordelijk voor de uitbetaling van
de PGB’s.
In dit hoofdstuk zijn de verschillende maatwerkvoorzieningen in beeld gebracht. Ze zijn vanwege de
overzichtelijkheid apart benoemd. In de praktijk wordt integraal gekeken naar de
ondersteuningsbehoefte en kunnen verschillende vormen van ondersteuning zowel vanuit de basis als
vanuit het maatwerkpakket worden ingezet.
3.1 Huishoudelijke ondersteuning
Schoon en leefbaar huis
Er is vanaf 2015 aanzienlijk gekort op de rijksvergoeding die we van het rijk ontvangen voor
huishoudelijke ondersteuning. Dit is mede aanleiding geweest te kiezen voor een koerswijziging, waarbij
27 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
gewerkt wordt op basis van het principe “schoon en leefbaar huis”. De belangrijkste kenmerken van dit
systeem zijn:
- Er is sprake van resultaatfinanciering. Er wordt afgerekend op basis van het aantal schone en
leefbare huizen en niet op basis van het aantal geleverde uren.
- Het Sociaal wijkteam stelt in overleg met de cliënt een ondersteuningsplan op. Als daaruit blijkt
dat huishoudelijke ondersteuning nodig is, vult de leverancier in overleg met de klant (en diens
mantelzorger) het werkplan in (hoe vaak komt men en wat wordt er gedaan). Dit kan per klant
verschillen. De klant krijgt een beschikking (inclusief werkplan) waarin staat dat hij/zij
aanspraak kan maken op een schoon en leefbaar huis.
- De aanbieder krijgt per cliënt een vast gemiddeld bedrag.
- De aanbieder levert maatwerk, afhankelijk van de situatie van de cliënt en van de woning. De
omvang van de inzet kan per klant verschillen.
- De gemeente zorgt voor een goed systeem van kwaliteitscontrole.
Deze systematiek sluit goed aan bij de uitgangspunten zoals verwoord in de kadernota “Samen Leven,
Samen Redzaam”: vraaggericht, maatwerk, ruimte voor de professional e.d. Ook heeft de raad als
uitgangspunt vastgesteld dat het aantal open eind regelingen zoveel mogelijk wordt beperkt.
Er is ten behoeve van een beperkt aantal klanten een aanvullende afspraak gemaakt met de
leveranciers. Het gaat hierbij om klanten die geen of nauwelijks een netwerk hebben en vanwege een
beperking/ziekte uitzonderlijk veel huishoudelijke ondersteuning nodig hebben. De leveranciers
ontvangen voor die klanten een dubbele vergoeding zodat ook in die situaties kan worden gezorgd voor
een schoon en leefbaar huis.
Er zijn met ingang van 2015 contracten gesloten met 15 partijen voor het leveren van huishoudelijke
ondersteuning in Lelystad. In 2016 is het onderdeel TSN Huishoudelijke Hulp failliet gegaan en zijn de
activiteiten overgenomen door de andere door de gemeente gecontracteerde partijen. Hierbij is de
koppeling tussen klant en medewerkwerker in vrijwel alle gevallen in stand gebleven.
Op 18 mei 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep een aantal uitspraken gedaan over huishoudelijke
hulp. We hebben naar aanleiding hiervan in de tweede helft van 2016 de volgende twee wijzigingen
doorgevoerd:
1. Het begrip “schoon en leefbaar huis” is nader omschreven zodat duidelijk is wat hieronder
wordt verstaan.
De volgende omschrijving is in het Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 opgenomen:
1. De klant moet gebruik kunnen maken van een schone woonkamer, in gebruik zijnde
slaapkamer, keuken, badkamer, toilet en gang.
2. Een schoon huis wil niet zeggen dat alle ruimtes wekelijks schoongemaakt moeten worden.
Het betekent dat het huis periodiek wordt schoongemaakt en niet vervuilt.
3. De aanspraak op huishoudelijke ondersteuning bestaat uit een aanvulling op de eigen
mogelijkheden van de cliënt (en zijn netwerk).
4. Het is aan de cliënt om, in samenspraak met de aanbieder, de werkzaamheden zodanig in
te zetten dat er maximaal rendement uit wordt gehaald.
5. Het onderhoud van een tuin, en het verzorgen van huisdieren (dit geldt niet voor
hulphonden), hoort niet bij de maatwerkvoorziening. Deze zaken worden beschouwd als
keuzes waarop de cliënt zelf invloed kan uitoefenen.
De omschrijving geeft het basisniveau aan voor een “schoon en leefbaar huis” en dient als
kader voor het werkplan dat in overleg met de klant wordt opgesteld.
2. Het werkplan dat deel uitmaakt van de beschikking, wordt voorafgaand aan de vaststelling
van de beschikking opgesteld in plaats van achteraf (zoals eerder het geval was). Daarmee is
bij het afgeven van de beschikking direct helder vastgelegd waar de klant aanspraak op kan
maken.
28 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Met deze wijzigingen voldoen we aan de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep.
Het aantal klanten van huishoudelijke ondersteuning is vanaf begin 2015 tot medio 2016 met ruim 10%
gedaald tot ca. 1.400 klanten. Mensen met lichtere problematiek lijken steeds vaker zelf oplossingen te
vinden en minder vaak een beroep te doen op huishoudelijke ondersteuning vanuit de Wmo. Bij de
mensen die gebruik (blijven) maken van de Wmo is er in toenemende mate sprake van zwaardere
problematiek. Daarbij speelt ook dat in algemene zin de zwaarte van de problematiek van mensen die
onder de Wmo vallen toeneemt doordat men langer zelfstandig blijft wonen en minder snel in een
verzorgings- of verpleeghuis wordt opgenomen.
Wij hebben signalen uit de praktijk gekregen dat het budget per klant als gevolg van de verzwaring van
de problematiek beperkt is doordat klanten minder zelf kunnen en een intensievere ondersteuning nodig
is. Dit is aanleiding om de gemiddelde vergoeding met ruim 10% te verhogen (van € 184,20 naar
€ 206,70 per klant per vier weken) zodat de leveranciers, ook nu de problematiek toeneemt, passende
ondersteuning en maatwerk kunnen blijven bieden.
De totale kosten van de inkoop van huishoudelijke ondersteuning worden, rekening houdend met deze
verhoging, geschat op 3,7 miljoen euro.
De raad heeft in de vergadering van 15 november 2016 een motie aangenomen waarin het college
wordt opgeroepen te regelen dat gelijktijdig met het opmaken van het werkplan een nulmeting wordt
verricht naar de onderhoudstoestand van de gehele woning en dat waar nodig een schoonmaakbedrijf
wordt ingeschakeld voor het eenmalig “gezond” maken van de woning, voordat de huishoudelijke hulp
daar aan de slag gaat op basis van het werkplan. Financiële dekking hiervan kan, aldus de motie,
worden gevonden in het Transitiefonds aangezien het een hier soort frictiekosten betreft. Wij zullen dit
in de komende tijd verder uitwerken en komen met een nadere invulling hiervan. Daarbij zal ook gekeken
worden naar de het aanbod van Icare dat op dit terrein reeds beschikbaar is en ingezet wordt bij
ontregelde huishoudens.
Dienstencheques
Op 1 juli 2015 is gestart met het verstrekken van dienstenscheques. De volgende inwoners kunnen hier
gebruik van maken:
- inwoners die gebruik maken van een Wmo maatwerkvoorziening of wijkverpleging;
- inwoners die zelfstandig wonen met een leeftijd van 70 jaar of ouder;
- mantelzorgers, die geregistreerd zijn bij het Steunpunt Mantelzorg en mantelzorg verlenen voor
een Lelystedeling die gebruik maakt van een Wmo maatwerkvoorziening of een Wlz
extramuraal indicatie heeft.
Deze inwoners konden in 2016 voor € 7,50 een dienstencheque kopen voor een uur huishoudelijke
ondersteuning of aanverwante dienstverlening. De kostprijs van een cheque is ca. € 22,50. Het verschil
tussen kostprijs en het bedrag dat de klant betaalt komt dan voor rekening van de gemeente (€ 15,00
per cheque).
Vanuit het veld is aangegeven dat men de dienstencheque een zinvolle aanvulling vindt op het reguliere
Wmo pakket. Daarom zullen wij ook na 2016 de dienstencheques blijven aanbieden. Ook is
geconstateerd dat er een groep is voor wie (tijdelijke) inzet van een dienstencheque wenselijk is maar
voor wie de vergoeding van € 7,50 per uur te hoog is. Voor deze nog nader af te bakenen groep willen
we de cheques tegen een gereduceerd bedrag van € 2,00 per uur beschikbaar gaan stellen.
De kosten van het beschikbaar blijven stellen van de dienstencheques worden geraamd op ca.
€ 275.000. Er is hierbij vanuit gegaan dat er in totaal 16.000 cheques wordt verkocht, waarvan 2.000
tegen het lagere tarief.
29 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Huishoudelijke ondersteuning
Inzet 2017
a. Huishoudelijke ondersteuning wordt in 2017 ingevuld op basis van het principe “schoon en
leefbaar huis”. De gemiddelde vergoeding die de gemeente per cliënt betaalt, wordt met ca.
10% verhoogd.
b. Er wordt 3,7 miljoen euro gereserveerd voor de inkoop van huishoudelijke ondersteuning in
2017.
c. In 2017 blijven de dienstencheques tegen een vergoeding van € 7,50 beschikbaar voor 70-
plussers, inwoners die gebruik maken van een Wmo maatwerkvoorziening en/of
wijkverpleging en mantelzorgers.
d. Voor een nader te bepalen groep inwoners met een laag inkomen wordt de cheque
beschikbaar gesteld tegen een vergoeding van € 2,00 per cheque.
e. Er wordt € 275.000 gereserveerd voor het beschikbaar blijven stellen van de
dienstencheques (waarvan een deel tegen een gereduceerd tarief).
f. Er wordt invulling gegeven aan de motie inzake het eventueel inschakelen van een
schoonmaakbedrijf als de onderhoudstoestand van de woning daar aanleiding toe geeft.
3.2 Ondersteuning thuis
Ondersteuning thuis is vanaf 2015 een nieuwe taak voor de gemeente. Het gaat om extra ondersteuning
om zelfstandig te kunnen blijven functioneren, zoals ondersteuning op het gebied van structuur,
dagritme en praktische hulp bij taken gericht op het bevorderen, behouden en vergroten van
zelfredzaamheid. Het gaat hier niet om persoonlijke verzorging (zorg aan het lichaam). Dit valt onder de
zorgverzekeringswet. Een uitzondering vormt de persoonlijke verzorging voor mensen met een
zintuiglijke beperking, mensen met een verstandelijke beperking of mensen met psychiatrische
problematiek. De persoonlijke verzorging voor deze groepen valt wel onder de Wmo en is onderdeel
van de maatwerkvoorziening ondersteuning thuis.
Ondersteuning thuis is gebiedsgericht ingevuld. Er wordt gewerkt met hoofdaannemers die moeten
zorgen voor een breed aanbod. Om alle vormen van ondersteuning te kunnen bieden werken ze samen
met andere aanbieders die als onderaannemers worden ingezet. De hoofdaannemers ontvangen een
vooraf vastgesteld jaarbudget en hebben de ruimte en de verantwoordelijkheid om met dit budget
maatwerk en passende ondersteuning te bieden aan de inwoners in hun werkgebied. Lelystad heeft
hiermee voor een persoonlijke en maatwerkgerichte aanpak gekozen en dit lijkt goed te werken. Er is
bepaald dat een partij in maximaal twee stadsdelen kan optreden als hoofdaannemer. Hiermee wordt
een te grote afhankelijkheid van één partij voorkomen en is vergelijking tussen de
stadsdelen/aanbieders mogelijk. Er zijn, na een aanbestedingsprocedure met ingang van 2015
contracten gesloten met de volgende drie hoofdaannemers:
- TSN voor ondersteuning thuis voor inwoners van stadsdeel Zuidwest;
- Kwintes voor ondersteuning thuis voor de inwoners van stadsdeel Zuidoost;
- Woonzorg Flevoland voor ondersteuning thuis voor inwoners van stadsdeel Noordwest en
stadsdeel Noordoost.
In maart 2015 is, naast TSN Huishoudelijke Hulp, ook TSN Begeleiding failliet gegaan en zijn de
activiteiten overgegaan naar Kwintes. Kwintes heeft het personeel en de klanten overgenomen zodat
er ondersteuning zoveel mogelijk ongewijzigd door is gelopen.
De contracten zijn 1-1-2015 ingegaan en hebben een looptijd van twee jaar met de mogelijkheid drie
keer met een jaar te verlengen. De totale looptijd kan uitkomen op vijf jaar, zodat voor langere tijd sprake
is van continuïteit van zorg. De ingebouwde verlengingsmomenten geven daarnaast de mogelijkheid
het contract bij niet goed functioneren eerder te beëindigen.
30 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
De contracten met de hoofdaannemers zijn, gezien het positieve verloop tot op heden, voor 2017
verlengd zodat de zorg gecontinueerd kan worden.
Er wordt jaarlijks bepaald welk budget per stadsdeel beschikbaar is voor ondersteuning thuis. De
hoofdaannemers hebben de verantwoordelijkheid en de mogelijkheid om hiermee maatwerk te leveren.
Er is geen sprake meer van een open eind regeling en er wordt invulling gegeven aan het uitgangspunt
dat professionals de ruimte krijgen flexibele ondersteuning en maatwerk te bieden.
Het stadsdeelbudget vormt in principe het financieel plafond voor de hoofdaannemer. Als blijkt dat het
aantal cliënten dat gebruik maakt van ondersteuning thuis meer dan 5% afwijkt van de raming, dan
zullen de gemeente en de hoofdaannemer met elkaar in overleg gaan om af te spreken hoe hiermee
om te gaan. Er kan dan, als hier voldoende grond voor is, besloten worden om een deel van het “reserve
bedrag” hiervoor in te zetten.
Wanneer een cliënt in het werkgebied van de hoofdaannemer een PGB heeft voor ondersteuning thuis
dan worden de kosten hiervan in mindering gebracht op het budget voor de hoofdaannemer. Zo worden
hoofdaannemers gestimuleerd om voldoende passend ondersteuningsaanbod in natura te bieden. Wij
gaan ervan uit dat het gebruik van PGB’s beperkt blijft als de hoofdaannemer in staat is een divers en
passend aanbod te doen.
Medio 2016 maakten bijna 950 inwoners gebruik van ondersteuning thuis. Van deze inwoners had ca.
15% een PGB. Het PGB gebruik is ten opzichte van 2015 aanzienlijk gedaald: in 2015 had nog 30%
van de klanten een PGB.
In de inleiding is aangegeven dat in de volle breedte van de Wmo is gekeken naar het
ondersteuningsveld en welke aanpassingen nodig/gewenst zijn.
Voor wat betreft ondersteuning thuis zijn de volgende ontwikkelingen van belang:
a. Extra inzet t.b.v. kwetsbare ouderen
Er is geconstateerd dat voor een aantal ouderen met zwaardere problematiek, aanvullend op het huidige
aanbod vanuit de Wmo en de Zorgverzekeringswet (wijkverpleging), extra begeleiding nodig is om
zelfstandig te kunnen blijven wonen en functioneren. Het gaat hierbij dan met name om (dagelijkse)
ondersteuning bij maaltijden. Een eerste inschatting is dat het om ca. 80 ouderen gaat voor wie deze
extra ondersteuning noodzakelijk is om vereenzaming en verwaarlozing te voorkomen.
Deze vorm van ondersteuning is geen regulier onderdeel van ondersteuning thuis of wijkverpleging. Er
is afgesproken dat dit deze vorm van dienstverlening vanaf 1-1-2017 regulier onderdeel uitmaakt van
ondersteuning thuis.
b. Begeleiding bij wonen kwetsbare groepen
De hoofdaannemers hebben met ingang van 2016 de verantwoordelijkheid voor Kamers met Kansen
en de daarbij behorende begeleiding op zich genomen. Kamers met Kansen biedt ruimte aan 9
jongeren, die daar in principe 1 ½ jaar met begeleiding kunnen wonen.
Er is geconstateerd dat er behoefte is aan uitbreiding van dergelijke beschutte woonvormen met name
voor de volgende groepen:
- een groep van jongeren voor wie wonen met begeleiding nodig/zeer wenselijk is. Deze jongeren
kunnen vaak niet meer thuis wonen en zijn nog onvoldoende toegerust om geheel zelfstandig
te wonen.
- jongeren met laag IQ voor wie op 18 jarige leeftijd nog niet duidelijk is wat hun perspectief is:
opname in een Wlz voorziening of zelfstandig wonen met begeleiding. Het is wenselijk voor
deze groep een vorm van beschut wonen te realiseren waarin zij tijdelijk met begeleiding
kunnen wonen in afwachting van een definitieve invulling.
31 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Er vindt overleg plaats met de hoofdaannemers voor ondersteuning thuis en verhuurders (Centrada en
particuliere verhuurders) met als inzet te komen tot extra woonvoorzieningen waarbij wonen en
begeleiding zijn gekoppeld.
c. Toename begeleiding i.v.m. extramuralisering e.d.
We zien een toename van inwoners met GGZ problematiek voor wie ambulante begeleiding nodig is.
De opname duur in GGZ klinieken is al aanzienlijk verkort en ook vanuit beschermd wonen zal de lijn
richting zelfstandig wonen met begeleiding worden ingezet. Ook zien we dat ouderen langer zelfstandig
blijven wonen en minder snel opgenomen worden in een verzorgings- of verpleeghuis
Deze ontwikkelingen kunnen er toe leiden dat er (in de toekomst) een extra beroep wordt gedaan op
ondersteuning thuis.
In 2016 is er in totaal € 4.505.000,= beschikbaar voor ondersteuning thuis.
Het budget 2017 zal worden opgehoogd met € 312.000,-7 in verband met de extra inzet t.b.v. kwetsbare
ouderen. Wij gaan er hierbij vanuit dat begeleiding bij wonen e.d. binnen de reguliere inzet opgepakt
wordt.
Ondersteuning Thuis
Inzet 2017
a. Ondersteuning Thuis wordt uitgebreid met extra ondersteuning t.b.v. kwetsbare ouderen ter
voorkoming van vereenzaming/verwaarlozing.
b. Er wordt voor 2017, vanuit de rijksbijdrage Wmo een bedrag van € 4.817.000,- gereserveerd
voor de ondersteuning thuis .
c. In 2017 worden de populatiebekostiging en de bonus/malus regeling verder uitgewerkt.
3.3 Dagbesteding
Dagbesteding is vanaf 2015 een nieuwe taak voor de gemeente. Dagbesteding is beschikbaar voor
inwoners met complexe problematiek en een grote begeleidingsbehoefte. De dagbesteding hebben we
per aandachtsgroep ingekocht. Er wordt daarbij gewerkt met hoofdaannemers. De hoofdaannemers
zorgen voor een breed aanbod. Dit aanbod kan variëren van eenvoudige dagbesteding dichtbij tot
complexe dagbesteding op specifieke locaties. Om diverse vormen van dagbesteding te kunnen bieden
werken ze samen met andere aanbieders (die als onderaannemers worden ingezet). De
hoofdaannemers ontvangen een vooraf vastgesteld jaarbudget en hebben de ruimte en de
verantwoordelijkheid om met dit budget maatwerk en passende ondersteuning te bieden. Lelystad heeft
hiermee voor een persoonlijke en maatwerk aanpak gekozen en dit lijkt goed te werken. Met ingang van
2015 zijn er, na een aanbestedingsprocedure, contracten gesloten met de volgende vier
hoofdaannemers:
- Kwintes : dagbesteding voor mensen met ggz problematiek;
- Triade : dagbesteding voor mensen met een verstandelijke beperking;
- Interaktcontour : dagbesteding voor mensen met lichamelijke beperking en niet
aangeboren hersenletsel;
- Woonzorg Flevoland : dagbesteding voor ouderen.
De contracten met de hoofdaannemers hebben een looptijd van twee jaar met de mogelijkheid deze
drie keer met een jaar te verlengen. De totale looptijd kan daarmee uitkomen op vijf jaar, zodat voor wat
langere tijd sprake is van continuïteit van zorg. De ingebouwde verlengingsmomenten geven daarnaast
de mogelijkheid het contract bij niet goed functioneren eerder te beëindigen.
7 Dit bedrag is als volgt berekend: 80 ouderen x 3 uur per week x 52 weken x € 25,- per uur = € 312.000,-.
32 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
De contracten met de hoofdaannemers zijn, gezien het positieve verloop tot op heden, voor 2017
verlengd.
Er wordt jaarlijks bepaald welk budget per aandachtsgroep voor het volgende jaar beschikbaar is. De
hoofdaannemers hebben de verantwoordelijkheid en de mogelijkheid om met dit budget maatwerk te
leveren. Er is daarmee geen sprake meer van een open eind regeling en er wordt invulling gegeven aan
het uitgangspunt dat professionals de ruimte krijgen binnen het budget flexibele ondersteuning te bieden
waarbij maatwerk uitgangspunt is.
Het budget per aandachtsgroep vormt in principe het financieel plafond voor de hoofdaannemer. Als
blijkt dat het aantal cliënten dat gebruik maakt van dagbesteding meer dan 5% afwijkt van de raming,
dan zullen de gemeente en de hoofdaannemer met elkaar in overleg gaan om af te spreken hoe hiermee
om te gaan. Er kan dan, als hier voldoende grond voor is, besloten worden om een deel van het “reserve
bedrag” hiervoor in te zetten.
Als een cliënt een PGB heeft voor dagbesteding, dan worden de kosten hiervan in mindering gebracht
op het budget voor de hoofdaannemer. Op deze manier worden hoofdaannemers gestimuleerd om
voldoende passend ondersteuningsaanbod in natura aan te bieden. Wij gaan ervan uit dat het gebruik
van PGB’s beperkt blijft als de hoofdaannemer in staat is een divers en passend aanbod te doen.
Medio 2016 maakten ruim 400 inwoners gebruik van dagbesteding. Van deze inwoners had nog maar
2% een PGB. Het PGB gebruik is ten opzichte van 2015 aanzienlijk gedaald. Hieruit kunnen we
concluderen dat er een gevarieerd aanbod beschikbaar is dat aansluit bij de behoeftes van de inwoners.
Wij willen dat dagbesteding beschikbaar blijft voor inwoners met complexe problematiek en een grote
begeleidingsbehoefte. In aanvulling daarop willen we dat er op wijk- en buurtniveau extra dagactiviteiten
worden georganiseerd. Ook zetten we in op alternatieven zoals vrijwilligersplaatsen voor mensen met
een lichte beperking. Versterking van de basis op deze onderdelen is en blijft noodzakelijk. Kwetsbare
inwoners krijgen zo een zinvolle daginvulling en zullen daardoor minder snel gebruik (hoeven) te maken
van duurdere vormen van dagbesteding. Deze ontwikkeling is noodzakelijk om ook in de toekomst
dagbesteding te kunnen blijven bieden aan de inwoners waarvoor dit nodig is.
Er worden in het kader van de Participatiewet ook vormen van dagbesteding georganiseerd. Het gaat
dan met name om dagbesteding als instrument om mensen toe te leiden naar werk. Er zal in 2017
gekeken worden naar mogelijkheden om beide vormen van dagbesteding optimaal op elkaar af te
stemmen en eventueel te combineren.
In 2016 is er in totaal € 2.377.000,= gereserveerd voor dagbesteding. Dit bedrag zullen we ook voor
2017 beschikbaar stellen.
Er is geconstateerd dat de kosten van vervoer, vooral als er sprake is van rolstoelvervoer, hoog zijn en
dat hiermee in de budgetten onvoldoende rekening is gehouden. Er wordt daarom € 100.000,- extra
gereserveerd zodat er ruimte is om, als het nodig is, passend vervoer te regelen.
Dagbesteding
Inzet 2017
a. Er wordt voor 2017 vanuit de rijksbijdrage Wmo een bedrag van € 2.477.000,- gereserveerd
voor de dagbesteding (inclusief vervoer).
b. In 2017 wordt de populatiebekostiging en de bonus/malus regeling verder uitgewerkt.
c. Er wordt onderzocht op welke wijze dagbesteding vanuit de Wmo en vanuit de Participatiewet
optimaal op elkaar kunnen worden afgestemd.
33 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
3.4 Kortdurend verblijf/respijthuis
Er zijn diverse manieren om huisgenoten en mantelzorgers te ontlasten, bijvoorbeeld door dagbesteding
te regelen of een vrijwilliger in te schakelen die een paar uur de zorg voor de naaste overneemt. Soms
is dat niet voldoende en kan vanuit de Wmo8 kortdurend verblijf worden ingezet om de mantelzorger te
ontlasten. Bij kortdurend verblijf gaat het om logeren in een instelling gedurende maximaal drie etmalen
per week.
Om in aanmerking te komen voor kortdurend verblijf vanuit de Wmo moet er permanent toezicht
noodzakelijk zijn. Ook moet ontlasting van de persoon, die de gebruikelijke zorg of mantelzorg levert,
noodzakelijk zijn. Kortdurend verblijf wordt vrijwel altijd in de vorm van een PGB toegekend.
Vanuit de wijkteams en met name de mantelzorgconsulenten krijgen wij signalen dat er veel behoefte
is bij mantelzorgers aan respijtzorg in de vorm van logeren. Het kan dan gaan aan een vorm waarbij de
zorgvrager tijdelijk (bijvoorbeeld voor een week) ergens kan gaan logeren zodat de mantelzorger tot
rust kan komen bijvoorbeeld door zelf op vakantie te gaan. Zo’n voorziening noemen we een respijthuis.
In Lelystad is een initiatiefgroep bezig met het opstarten van een dergelijke voorziening. Helaas is het
tot op heden niet gelukt om een geschikte locatie te vinden voor de voorziening. De verwachting is wel
dat dit op korte termijn zal lukken waardoor in 2017 het respijthuis echt van start kan gaan.
In 2016 is er € 296.000,- gereserveerd voor kortdurend verblijf en een respijthuis. We zien in de praktijk
dat er minder gebruik wordt gemaakt van kortdurend verblijf dan was voorzien. We zullen dit budget
daarom met € 50.000,- naar beneden bijstellen. We zien dat er een groter beroep wordt gedaan op
zorgvrijwilligers die thuis respijtzorg kunnen bieden. Dat budget is daarom naar boven bijgesteld (zie
paragraaf 2.4).
Ook vanuit andere regelingen zijn er mogelijkheden voor tijdelijk verblijf, bijvoorbeeld na opname in een
ziekenhuis of bij een crisis. Op de in 2016 geopende afdeling Tijdelijk verblijf in de Uiterton zijn er
bijvoorbeeld 11 plaatsen waar mensen tijdelijk kunnen verblijven (voor meer informatie zie
http://www.woonzorgflevoland.nl/thuiszorg/hotelbed-met-zorg).
De Wmo Cliëntenraad heeft aangegeven het wenselijk te vinden dat de mogelijkheden van tijdelijk
verblijf worden opgenomen in het uitvoeringsplan. In paragraaf 2.4 is aangegeven dat de verschillende
vormen van respijtzorg in beeld worden gebracht. Hierbij zullen ook de verschillende mogelijkheden van
tijdelijk verblijf worden meegenomen zodat zowel inwoners als medewerkers van de Sociaal wijkteams
deze voorzieningen weten te vinden.
Kortdurend verblijf
Inzet 2017
a. Er wordt vanuit de rijksbijdrage Wmo € 246.000,- gereserveerd voor logeervoorzieningen/
kortdurend verblijf.
b. Er wordt medewerking verleend aan het realiseren van een respijthuis in Lelystad.
c. Er wordt bekendheid gegeven aan de verschillende vormen van kortdurend verblijf.
3.5 Begeleid wonen
Er is in Lelystad een aantal projecten begeleid wonen. Voorbeelden hiervan zijn Kamers met Kansen
en een aantal huizen van Tikvah en Iriszorg waar inwoners met begeleiding samen wonen. De
begeleiding van deze bewoners kan onder de centrumgemeente Almere (maatschappelijke opvang) of
34 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
onder de lokale Wmo vallen. Als het gaat om ondersteuning vanuit de lokale Wmo, dan valt de
begeleiding onder ondersteuning thuis en is dit een verantwoordelijkheid van de hoofdaannemers.
Er is geconstateerd dat er behoefte is aan uitbreiding van wonen met begeleiding met name voor
jongeren, die geen vaste verblijfplaats hebben en jongeren met een laag IQ (zie paragraaf 3.2). Er vindt
overleg plaats met de hoofdaannemers en andere betrokken partijen met als inzet te komen tot en
passend aanbod voor deze jongeren.
Begeleid wonen
Inzet 2017:
- Er worden in overleg met de hoofaannemers voor ondersteuning thuis en verhuurders nadere
afspraken gemaakt over mogelijkheden wat betreft wonen met begeleiding voor jongeren.
3.6 Woningaanpassingen, scootmobielen, rolstoelen en regiotaxi
In 2011 is de nota “Aanpassing pakket individuele Wmo voorzieningen” vastgesteld. Er is toen een
aantal wijzigingen doorgevoerd en er is nu geen aanleiding dit pakket te herzien. Wel wordt er extra
geïnvesteerd in de basis, waardoor het gebruik van deze maatwerkvoorzieningen in een aantal situaties
beperkt kan worden. Voorbeelden zijn het stimuleren van het gebruik van openbaar vervoer en van de
scootmobiel- en rolstoelpool en de investering in het vrijwilligersvervoer. Ook is in 2016 in regionaal
verband gestart met een mobiliteitscentrale voor wat betreft het Wmo vervoer. Deze mobiliteitscentrale
neemt de ritverzoeken aan en verdeelt deze over de gecontracteerde taxibedrijven. Deze
mobiliteitscentrale zal bij een aanvraag van een rit bekijken of ook andere vormen van vervoer
(vrijwilligersvervoer, openbaar vervoer) tot de mogelijkheden behoren.
Wat betreft de woningaanpassingen worden er (met Centrada) bij nieuwbouw en renovatie afspraken
gemaakt over het regulier meenemen van aanpassingen in de bouw/renovatie zodat er later minder
individuele aanpassingen nodig zijn.
In het Besluit maatschappelijke ondersteuning Lelystad 2015 zijn nadere regels opgenomen wat betreft
deze maatwerkvoorzieningen.
Woningaanpassingen, scootmobielen, rolstoelen
Inzet 2017
a. Het pakket van woningaanpassingen, scootmobielen, rolstoelen en regiotaxi blijft in 2017
beschikbaar conform de eerder vastgestelde verstrekkingennota. Dit kan in principe binnen
de huidige budgettaire ruimte worden ingevuld. Voor deze voorzieningen zijn de volgende
budgetten gereserveerd:
- woningaanpassingen: € 1.052.000,-
- scootmobielen € 820.000,-
- rolstoelen € 636.000,-
- regiotaxi € 840.000,-
3.7 Maatwerkvoorziening inkomenssteun chronisch zieken
Het rijk heeft met ingang van 2015 een aantal financiële compensaties voor chronisch zieken afgeschaft,
omdat de tegemoetkoming vaak niet op de juiste plek terecht kwam. De budgetten die hiermee zijn
gemoeid zijn met een aanzienlijke korting overgeheveld naar de gemeenten, die daarmee gericht
maatwerk kunnen bieden. Wij hebben ervoor gekozen deze middelen in te zetten voor inwoners met
een laag inkomen die als gevolg van hun ziekte/handicap (veel) gebruik moeten maken van allerlei
voorzieningen. Wij vinden het belangrijk dat deze voorzieningen voor hen bereikbaar en betaalbaar
blijven. Bij de invulling hiervan is uitgegaan van de volgende uitgangspunten:
35 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
- de tegemoetkoming komt terecht bij de doelgroep chronisch zieken en gehandicapten;
- de tegemoetkoming komt terecht bij inwoners met een laag inkomen;
- de regeling is relatief eenvoudig uit te voeren en de uitvoeringskosten blijven beperkt.
Er is, uitgaande van de benoemde uitgangspunten, gekozen voor het uitbreiden van de collectieve
zorgverzekering. Hiermee komt de tegemoetkoming terecht bij inwoners met een laag inkomen die veel
uitgaven hebben als gevolg van een chronische ziekte of handicap. Een bijkomend voordeel is dat de
uitvoering hiervan relatief eenvoudig is zodat uitvoeringskosten beperkt blijven.
Inwoners met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum konden voor 2016 tegen een
gereduceerd tarief een aanvullende verzekering afsluiten bij Menzis of Zilveren Kruis Achmea. Deze
aanvullende verzekering heeft een pakket dat aantrekkelijk is voor mensen met veel kosten als gevolg
van een handicap of chronische ziekte. Ruim 2.300 inwoners maken hier in 2016 gebruik van. Dit is
minder dan was gepland. Er is daarom besloten de aanvullende ziektekostenverzekering voor 2017 op
een aantal punten aan te passen. De doelgroep is uitgebreid tot inwoners met een inkomen tot 130%
van het sociaal minimum en de premie voor de aanvullende verzekering is aanzienlijk verlaagd. We
zullen we in het laatste kwartaal van 2016 extra inzetten op communicatie om de zorgverzekering
opnieuw onder de aandacht te brengen bij potentiële gebruikers. De verwachting is dat met deze
maatregelen het aantal gebruikers in 2017 zal toenemen.
Maatwerkvoorziening inkomenssteun
Inzet 2017:
- Er is een aantrekkelijke aanvullende (gemeentelijke) zorgverzekering voor chronisch zieken
en gehandicapten met een inkomen tot 130% van het sociaal minimum.
- Er wordt voor 2017, evenals in 2016, vanuit de rijksbijdrage Wmo € 650.000,- gereserveerd
voor de collectieve zorgverzekering.
3.8 Eigen bijdragen
Gemeenten kunnen voor Wmo voorzieningen een eigen bijdrage vragen die op grond van landelijke
regelgeving aan een maximum is gebonden. Voor de eigen bijdragen geldt een anticumulatiebepaling:
men betaalt voor alle Wmo voorzieningen samen nooit meer dan een maximum bedrag. Dit maximum
is gerelateerd aan het inkomen en het vermogen en wordt landelijk vastgesteld. De eigen bijdrage geldt
zolang gebruik wordt gemaakt van de maatwerkvoorziening en mag niet hoger zijn dan de kostprijs.
Voor vrijwel alle maatwerkvoorzieningen mag op grond van de Wmo een eigen bijdrage worden
gevraagd. Een uitzondering zijn rolstoelen en een aantal opvangvoorzieningen voor daklozen e.d.
Hiervoor mag geen eigen bijdrage worden gevraagd.
De eigen bijdragen worden berekend en geïnd door het CAK. Op de site van het CAK is eenvoudig na
te gaan welke bijdrage maximaal betaald dient te worden bij een bepaald inkomen (www.hetcak.nl).
Bij het opstellen van het ondersteuningsplan wordt door een medewerker van het Sociaal wijkteam met
behulp van de site van het CAK inzicht gegeven in de hoogte van de te verwachte eigen bijdrage. De
klant kan dan mede op basis hiervan de afweging maken of hij/zij gebruik maakt van bepaalde vormen
van ondersteuning.
Er is in de Kadernota Samen Leven, Samen Redzaam bepaald dat voor Wmo maatwerkvoorzieningen,
voor zover de wet dit toestaat, de maximaal toegestane inkomensafhankelijke eigen bijdrage in rekening
wordt gebracht.
Begin 2016 bleek dat klanten die gebruik maken van dagbesteding of ondersteuning thuis soms een
veel hogere eigen bijdrage moesten gaan betalen dan eerder onder de AWBZ gebruikelijk was. De
oorzaak was dat er onder de AWBZ werd uitgegaan van een fictieve kostprijs die veel lager lag dan de
36 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
werkelijke kostprijs die onder de Wmo werd gehanteerd. We kregen signalen dat dit soms aanleiding
was minder of geen ondersteuning meer af te nemen terwijl deze cliënten de ondersteuning wel nodig
hadden. Ook kan het afzien van deze ondersteuning leiden tot een extra zware belasting van de
mantelzorgers. Dit is aanleiding geweest om de eigen bijdragen op dit punt aan te passen en voor de
berekening van de eigen bijdragen voor dagbesteding en ondersteuning thuis uit te gaan van een lagere
fictieve kostprijs die min of meer aansluit bij hetgeen eerder onder de AWBZ gebruikelijk was.
Verder is gebleken dat voor een bepaalde groep zorgwekkende zorgmijders de eigen bijdrage ook een
aanleiding c.q. argument is om ondersteuning te weigeren terwijl begeleiding voor betrokkene of de
omgeving wel zeer gewenst is. Voor deze (beperkte) groep wordt de mogelijkheid gecreëerd om
(tijdelijk) geen eigen bijdrage in rekening te brengen.
Het kabinet heeft besloten met name meerpersoonshuishoudens waarbij één van de partners chronisch
ziek is en daardoor niet kan werken, financieel tegemoet te komen via een verlaging van de eigen
bijdragen voor de Wmo. Het kabinet heeft ervoor gekozen de landelijk vastgestelde maximale waarden
binnen de eigen bijdragesystematiek van Wmo, die jaarlijks door VWS worden gepubliceerd, per 2017
in het voordeel van de cliënten aan te passen. Deze maatregel is van invloed zijn op alle huishoudens
die een eigen bijdrage betalen maar in grotere mate voor meerpersoonshuishoudens onder de AOW-
leeftijd.
In de volgende tabel zijn de effecten per klantgroep in beeld gebracht.
Tabel 4: effecten verlaging eigen bijdrage Wmo per huishouden van 2016 op 2017
Huishouden 2016
per jaar
2017
per jaar
Verschil
Niet pensioengerechtigd
Eenpersoonshuishouden:
Minimumloon € 252 € 227 € -25
Modaal € 2.204 € 1.854 € -350
2x modaal € 7.529 € 6.291 € -1.238
Meerpersoonshuishouden:
Minimumloon € 361 € - € -361
Modaal € 1.460 € 63 € -1.397
2x modaal € 6.785 € 4.500 € -2.285
Pensioengerechtigd
Eenpersoonshuishouden
Uitsluitend AOW € 252 € 227 € -25
AOW + € 5.000 € 599 € 516 € -83
AOW + € 10.000 € 1.349 € 1.141 € -208
Meerpersoonshuishouden
Uitsluitend AOW € 361 € 227 € -134
AOW + € 5.000 € 548 € 383 € -165
AOW + € 10.000 € 1.298 € 1.008 € -290
De verwachting is dat we hierdoor in 2017 € 250.000,- minder aan eigen bijdragen zullen ontvangen.
De gemeenten worden via de Wmo rijksuitkering gecompenseerd voor de minder opbrengsten aan
eigen bijdragen.
37 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Het voorgaande heeft betrekking op maatwerkvoorzieningen. Voor allerlei laagdrempelige algemene
voorzieningen in de basis wordt in principe geen of een beperkte bijdrage in rekening gebracht. Wij
willen dit voorlopig handhaven zodat het ook uit financieel oogpunt aantrekkelijk is om hier gebruik van
te maken (i.p.v. een beroep te doen op duurdere maatwerkvoorzieningen).
Eigen bijdragen
Inzet 2017
a. Voor Wmo maatwerkvoorzieningen wordt in principe de maximaal toegestane
inkomensafhankelijke eigen bijdrage in rekening gebracht.
b. Voor dagbesteding en ondersteuning thuis wordt voor de berekening van de eigen bijdrage
uitgegaan van een fictieve kostprijs die lager ligt dan de werkelijke kostprijs.
c. Voor een beperkte groep zorgwekkende zorgmijders wordt de mogelijkheid gecreëerd om
tijdelijke geen eigen bijdrage in rekening te brengen.
d. Voor algemene voorzieningen wordt geen of een beperkte bijdrage in rekening gebracht.
e. Er wordt , als gevolg van de landelijke aanpassing van de eigen bijdrage berekening,
rekening mee gehouden dat er € 250.000,- minder aan eigen bijdragen wordt ontvangen.
3.9 Meldpunt, klachten, bezwaar e.d.
Het ondersteuningsplan wordt zoveel mogelijk in overleg met de cliënt (en familie/mantelzorger)
opgesteld. Het is de basis voor de beschikking voor maatwerkvoorzieningen. Het is belangrijk dat
inwoners, die vinden dat zij onvoldoende ondersteund worden, de mogelijkheid krijgen dit voor nadere
beoordeling neer te leggen bij een andere persoon/partij. Ook is het belangrijk dat mensen de weg hier
naar toe goed weten te vinden. Dit proces hebben we als volgt ingericht:
Als een cliënt niet tevreden is over het ondersteuningsplan en/of de bejegening, dan zal een
ander lid van het Sociaal wijkteam in overleg met de cliënt (en diens mantelzorger) kijken naar
het ondersteuningsplan (second opinion).
Als dit niet leidt tot een oplossing, dan kan cliënt zich wenden tot een mediator bij de gemeente.
Tenslotte kan de cliënt, als hij/zij vindt dat er onvoldoende maatwerk wordt geleverd, een
bezwaar- en beroepsprocedure starten.
Wij zetten mediation actief in om voor betrokken partijen tot een bevredigende oplossing te komen en
om juridische procedures zoveel mogelijk te beperken. In 2015 en 2016 is mediation regelmatig ingezet,
met name wat betreft de huishoudelijke ondersteuning. Ook in 2017 zullen we mediation actief in blijven
zetten.
Op 1-1-2016 is de nieuwe Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) in werking getreden. De
wet bevat regels voor zorgaanbieders op het gebied van behandeling van klachten en geschillen,
kwaliteit van zorg en meldingen. Deze wet geldt voor vrijwel alle instellingen die onder de Wmo vallen.
Er komt nog een Algemene Maatregel van Bestuur met een set criteria, waaraan de interne
klachtenprocedure moet voldoen. Als een klant een klacht heeft over de feitelijke zorg en ondersteuning
die hij krijgt, dan zal hij/zij die klacht in eerste instantie neer moeten leggen bij die leverancier, die moet
beschikken over een deugdelijke klachtenregeling conform de nieuwe wet. Wij monitoren het aantal en
de afhandeling van de klachten en zullen, als hier aanleiding toe is, nadere stappen ondernemen om te
komen tot verbetering. Wij willen dat klanten goed weten waar ze met klachten terecht kunnen. Daarom
moet informatie over klachtenprocedures e.d. digitaal goed vindbaar zijn. Ook is de klachtenprocedure
opgenomen in het foldermateriaal.
38 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
We vinden het belangrijk dat inwoners laagdrempelig een melding kunnen doen van zaken die naar hun
mening niet goed lopen, aandacht nodig hebben of verbeterd zouden kunnen worden. Het kan
bijvoorbeeld gaan om onnodige administratieve rompslomp of te lange wachttijden. Er is daartoe een
Meldpunt Wmo (www.lelystad.nl/4/wmo/s-Waar-kan-ik-terecht/Meldpunt-Wmo) ingericht waar digitaal
en telefonisch meldingen kunnen worden gedaan. Dit meldpunt is niet bedoeld voor individuele klachten.
Hiervoor geldt de klachtenprocedure zoals hiervoor beschreven.
Klachten, mediaton
Inzet 2017:
a. Cliënten weten goed waar ze met klachten terecht kunnen.
b. Er wordt voor 2017, evenals in 2016, vanuit de rijksbijdrage Wmo € 40.000,- gereserveerd
voor de extra inzet van mediation.
c. Er is op de gemeentelijke site een (digitaal) meldpunt waar inwoners en partijen
laagdrempelig voorstellen voor verbeteringen kunnen doen en zaken die niet goed lopen e.d.
kunnen melden.
3.10 Toezicht Wmo
In de Wmo 2015 is bepaald dat partijen calamiteiten en geweldsdelicten binnen hun organisatie moeten
melden bij de gemeente. De gemeente moet een toezichthoudend ambtenaar aanwijzen die de
meldingen onderzoekt en hierover rapporteert aan het college. Het is vervolgens aan het college om
hier een passend vervolg aan te geven. De toezichthouder moet een ambtenaar zijn in dienst van een
gemeente of een bestuursorgaan waarmee de gemeente nauw samenwerkt, zoals een GGD. Het
toezicht mag niet worden uitbesteed aan derden.
Het toezicht is gericht op de volle breedte van de Wmo: maatschappelijke opvang, vrouwenopvang,
openbare geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg, beschermd wonen, alle vormen van
ondersteuning thuis, dagactiviteiten en kortdurende verblijf. Het toezicht op zowel de lokale als de
regionale Wmo taken is vanaf 1-1-2016 voorlopig voor 1 jaar ondergebracht bij de GGD
(http://www.ggdflevoland.nl/Themas/Milieu-en-Toezicht/wmo-toezicht). De kosten van het toezicht op
de regionale taken worden gefinancierd uit de rijksbijdragen die de centrumgemeente ontvangt voor de
uitvoering van die taken. De kosten van het lokale toezicht zijn voor 2016 berekend op € 5.500,- op
jaarbasis. Er zijn in 2016 vanuit de lokale Wmo taken geen meldingen van calamiteiten geweest bij het
Toezicht Wmo. Er zijn voor de regionale Wmo taken wel diverse meldingen gedaan, met name wat
betreft beschermd wonen.
Er wordt op dit moment onderzocht op welke wijze het Toezicht Wmo in 2017 lokaal en regionaal wordt
ingevuld. Daarbij wordt tevens bekeken of, naast dit wettelijke toezicht, ook andere vormen van toezicht
nodig c.q. gewenst zijn. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een onderzoek in opdracht van de gemeente,
bijvoorbeeld als er signalen zijn dat zaken niet helemaal goed lopen of ter algemene controle (signaal
gestuurd en preventief toezicht). Met het oog op deze mogelijke uitbreiding wordt voor 2017 vooralsnog
€ 20.000,- gereserveerd voor het Toezicht Wmo.
Toezicht Wmo
Inzet 2017
a. Er wordt (in regionaal verband) nader bepaald hoe het Toezicht Wmo voor lokale en
regionale taken in 2017 wordt ingevuld.
b. Er wordt onderzocht of, naast het wettelijk toezicht, ook vormen van kwaliteitstoezicht bij de
GGD worden ondergebracht.
c. Er wordt voor 2017 vanuit de rijksbijdrage Wmo € 20.000,- gereserveerd voor het toezicht op
de lokale Wmo taken.
39 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
3.11 Regresrecht Wmo
In de Wmo 2015 is een artikel over regres opgenomen (artikel 2.4.3). Het regresrecht stelt gemeenten
in staat om de kosten voor Wmo-voorzieningen te verhalen op een derde bij wettelijke aansprakelijkheid
voor een ongeval dat tot de beperking heeft geleid. Daarbij komen gemeenten meestal uit bij een
aansprakelijkheidsverzekeraar.
De VNG en het Verbond van Verzekeraars hebben een overeenkomst gesloten waarmee de
verzekeraars het regresrecht afkopen. Het is als individuele gemeente ingewikkeld en tijdrovend om,
als er mogelijk gebruik gemaakt kan worden van het regresrecht, hiervoor een procedure te starten.
Daarom hebben we ervoor gekozen aan te sluiten bij de overeenkomst van de VNG.
In 2016 is de afkoopsom vastgesteld op € 0,65 per inwoner (€ 50.000,-). Het bedrag voor 2017 moet
nog worden vastgesteld. Vooralsnog gaan we voor 2017 uit van hetzelfde bedrag.
Regresrecht Wmo
Inzet 2017:
a. Het regresrecht wordt afgekocht (tegen vergoeding van ca. € 50.000,-; er wordt
aangesloten bij de overeenkomst die de VNG met de zorgverzekeraars heeft afgesloten.
40 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
4. Vangnet voorzieningen
Voor inwoners die niet beschikken over een eigen netwerk of financiële draagkracht en voor wie
zelfredzaamheid (tijdelijk) buiten bereik ligt is er een vangnet. Het gaat hier veelal om zeer kwetsbare
mensen die dak- en thuisloos zijn, zorg mijden en/of te maken hebben met zware verslavings- en/of
GGZ problematiek. Wij vinden het belangrijk dat hiervoor een goed vangnet aanwezig is. In dit
hoofdstuk zijn de opvangvoorzieningen in beeld gebracht.
Er worden regionaal afspraken gemaakt over de ondersteuning en zorg voor zeer kwetsbare mensen.
Het regionale beleid en de afspraken hierover zijn opgenomen in het Regionaal Kompas 2015-2017.
Het Regionaal Kompas is het beleidskader voor dak- en thuislozen, zorgmijders, zwerfjongeren, ex-
gedetineerden, verslaafden, slachtoffers van huiselijk geweld en kindermishandeling en mensen met
ernstige geestelijke gezondheidsproblemen. Het Regionaal Kompas is in overleg met de zes gemeenten
opgesteld en in 2015 vastgesteld door alle zes gemeenten. Het advies van de Wmo cliëntenraden van
de zes gemeenten is hierin meegenomen.
Almere is centrumgemeente en ontvangt de rijksmiddelen voor de uitvoering van het regionaal beleid
op genoemde terreinen. De rijksmiddelen worden in overleg met de gemeenten in Flevoland ingezet.
Deze centrumgemeenteconstructie blijft in ieder geval tot 2018 van toepassing. Daarna worden deze
taken waarschijnlijk neergelegd bij de individuele gemeenten.
4.1 Maatschappelijke opvang/vrouwenopvang
Er zijn in Lelystad op dit moment twee voorzieningen voor maatschappelijke opvang, namelijk de
crisisopvang en de dag- en nachtopvang. De crisisopvang wordt geheel gefinancierd met rijksmiddelen;
de dag- en nachtopvang wordt deels gefinancierd met rijksmiddelen en deels door Lelystad met eigen
middelen. Er zijn daarnaast in Lelystad twee nachtopvang plekken speciaal voor jongeren; deze worden
geheel gefinancierd met rijksmiddelen. Ook wordt een aantal begeleid wonen plekken in Lelystad
gefinancierd vanuit de rijksmiddelen maatschappelijke opvang. Elk jaar worden er in de regio afspraken
gemaakt over de (her)verdeling van de rijksmiddelen en de eventuele aanvullende inzet vanuit de
gemeenten.
In regionaal verband is vraag en aanbod van opvangvoorzieningen in beeld gebracht. Mede op basis
hiervan worden er regionaal afspraken gemaakt over aanvullende maatregelen.
Maatschappelijke opvang
Inzet 2017
a. De inzet, zoals opgenomen in het Regionaal Kompas, wordt in 2017 uitgevoerd.
b. Er wordt actief ingezet op een efficiënte inbedding/afstemming tussen de lokale en
regionale inzet voor de doelgroep maatschappelijke opvang.
4.2 Beschermd wonen
Dit is vanaf 2015 een nieuwe regionale taak voor de gemeenten. In de Wmo 2015 is beschermd wonen
omschreven als een woonvorm voor mensen met psychische of psychosociale problemen die niet in
staat zijn zich op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen
uit zijn/haar netwerk te handhaven in de samenleving. Landelijk is besloten dat beschermd wonen,
evenals andere vormen van maatschappelijke opvang, de eerste drie jaren (2015 t/m 2017) onder de
verantwoordelijkheid van de centrumgemeente Almere valt. Het gaat voor Flevoland wat betreft
beschermd wonen om een budget van ruim 38 miljoen euro op jaarbasis (septembercirculaire 2016).
Dit budget wordt aan Almere beschikbaar gesteld om uitvoering te geven aan deze taak.
41 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
In Lelystad hebben we een aantal instellingen met voorzieningen die onder beschermd wonen vallen,
zoals Tikvah, Leger des Heils, Kwintes, Triade, Woonzorg Flevoland, Omega Groep en IrisZorg. Het
gaat in totaal om ca. 250 plaatsen in Lelystad. Voorbeelden zijn de “Bolder” een voorziening voor
ouderen met behoefte aan zowel psychische als lichamelijke ondersteuning, “Vast en Verder” een
voorziening voor jongeren (18+) en de woonzorgvoorziening van IrisZorg aan de Gondel.
In 2015 hebben de zes Flevolandse gemeenten een beleidsplan 2015 voor beschermd wonen
opgesteld. In 2016 is in regionaal verband het Uitvoeringsplan 2016-2017 voor beschermd wonen
vastgesteld. Hierbij is er aandacht voor innoveren, opvangen van geplande rijks bezuinigingen en
inbedden in de lokale zorgstructuren (uitstroom, op- en afschalen). De gemeente Lelystad is nauw
betrokken bij dit proces. Het is belangrijk dat de lokale en regionale inzet goed op elkaar aansluit zodat
er tijdig op- en afgeschaald kan worden van lichtere naar zwaardere voorzieningen en andersom.
Hierover zijn afspraken gemaakt.
Beschermd wonen
Inzet 2017:
a. Er wordt regionaal beleid voor beschermd wonen voor 2017 en verder vastgesteld.
b. Er wordt in 2017 actief ingezet op een efficiënte inbedding/afstemming tussen de lokale en
regionale inzet voor de doelgroep beschermd wonen.
4.3 GGZ: inloopvoorziening en begeleiding
Inloopvoorzieningen
De Waterspiegel is een laagdrempelige inloopvoorziening voor inwoners met ggz problematiek. Deze
voorziening valt met ingang van 2015 onder de Wmo. Er is hiervoor in 2015 en 2016 € 113.500,-
beschikbaar gesteld. Voor 2017 zullen we eenzelfde bedrag reserveren voor deze inloopvoorziening.
In 2017 willen we nader onderzoeken of en op welke wijze we deze inloopvoorziening als aparte
voorziening in stand willen houden. Er zal daarbij gekeken worden naar mogelijkheid en wenselijkheid
om deze functie onder te brengen bij de reguliere wijkvoorzieningen.
Ambulante begeleiding bij GGZ problematiek
De ambulante begeleiding maakt onderdeel uit van de maatwerkvoorziening ondersteuning thuis (zie
3.2). Daarnaast zijn er in Flevoland vier FACT (Flexibel Assertive Community Treatment) teams,
waarvan er een in Lelystad werkzaam is. De financiering van FACT valt binnen de Zorgverzekeringswet.
FACT is een vorm van actieve ambulante behandeling waarbij een team van hulpverleners patiënten
die langdurende zorg nodig hebben samenhangende hulp biedt op alle levensgebieden. Het
voornaamste doel is om patiënten in hun eigen leefomgeving te begeleiden, behandelen, ondersteunen
en vaardigheden aan te leren. De inzet heeft ook als doel opname te voorkomen of te beëindigen. De
grootste doelgroep bestaat uit patiënten die reeds ambulant deelnemen aan de behandelprogramma’s
voor mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen. In het FACT-team werken hulpverleners nauw
met elkaar samen: psychiater, (sociaal-)psychiatrisch verpleegkundige, verslavingsdeskundige,
woonbegeleider, maatschappelijk werker en ketenpartners van Kwintes en Tactus. Het team richt zich
niet alleen op het verminderen van de psychische klachten, maar ook op onderwerpen als wonen,
werken, financiën, sociale relaties en vrijetijdsbesteding. De Sociaal wijkteams, het FACT team en de
aanbieders van ondersteuning thuis stemmen hun activiteiten op elkaar af om zo tot een samenhangend
en afgestemd aanbod te komen. Een versterking van de consultatie- en adviesfunctie tussen het FACT
team en de Sociaal wijkteams is hierbij van belang. Hiermee kan worden voorkomen dat mensen
worden doorverwezen naar specialistische GGZ zorg.
42 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Ggz: inloopvoorziening en begeleiding
Inzet 2017:
a. Er wordt € 113.500,- gereserveerd voor de inloop De Waterspiegel.
b. In 2017 wordt nader onderzocht of en op welke wijze deze inloopvoorziening wordt
gecontinueerd.
c. De samenwerking tussen de Sociaal wijkteams, het FACT team en de aanbieders
van ondersteuning thuis wordt verder versterkt.
4.4 Veilig Thuis
Op 1 januari 2015 moesten de gemeenten op grond van de Jeugdwet en de Wmo 2015 een regionaal
Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK) ingericht hebben voor een groep
zeer kwetsbare inwoners: kinderen, volwassenen en ouderen die te maken krijgen met agressie, geweld
en verwaarlozing in huiselijke kring.
Op 1 januari 2015 is het AMHK ,Veilig Thuis genoemd, van start gegaan. In organisatorische zin is Veilig
Thuis een samenvoeging van het Advies en Meldpunt Kindermishandeling en het Steunpunt Huiselijk
Geweld. Er wordt in regionaal verband overlegd over de invulling van Veilig Thuis in 2017 en volgende
jaren (benodigde formatie, omvang takenpakket e.d.). Een belangrijk punt hierbij is dat de aansluiting
tussen Veilig Thuis en de lokale zorgstructuren van de zes gemeenten in Flevoland goed op orde is
zodat er tijdig en efficiënt kan worden op- en afgeschaald.
Veilig Thuis
Inzet 2017:
a. Er functioneert een regionaal Veilig Thuis.
b. Er wordt gezorgd voor een goede aansluiting tussen Veilig Thuis en de lokale
zorgstructuren zodat er tijdig en efficiënt op- en afgeschaald kan worden.
43 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
5. Sturing en financiering
Op 1 januari 2015 is de nieuwe Wmo in werking getreden en is de gemeente verantwoordelijk geworden
voor de ondersteuning van onze inwoners. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering wordt daarbij
vooral neergelegd bij inwoners en partijen, maar we willen hier wel regie op houden. Wij gaan daarbij
uit van vertrouwen en loslaten. We sturen op hoofdlijnen waarbij onze inzet is dat onnodige
administratieve rompslomp en bureaucratie zoveel mogelijk wordt voorkomen.
5.1 Monitoring
Om de regiefunctie uit te kunnen voeren is een systeem van monitoring nodig. Deze monitoring heeft
betrekking op:
- output: wat wordt er gedaan in het veld? Welke maatwerkvoorzieningen zijn er geleverd?
Wat is het gebruik hiervan e.d.?
- outcome: wat is het resultaat van alle inspanningen? Is de zelfredzaamheid van de inwoners
toegenomen? Is de kwaliteit van leven verbeterd? Zijn de inwoners tevreden over de
ondersteuning?
Er wordt nu al het een en ander gemonitord, zoals het gebruik van Wmo voorzieningen en de
tevredenheid van gebruikers van Wmo voorzieningen. Ook is er een wijkmonitor waarin veel informatie
over de toestand van een wijk is opgenomen. En er is een Lelystadse 3D monitor ontwikkeld voor het
sociale domein. Hierin zijn uitvoeringsindicatoren en indicatoren voor het meten van maatschappelijke
effecten opgenomen voor zowel Wmo, Jeugdhulp als Participatiewet. De derde 3D monitor is begin
november 2016 verschenen en aan de raad voorgelegd. Daarbij is aan de raad voorgesteld om deze
monitor ook in 2017 voort te zetten in de huidige opzet en frequentie.
Een onderdeel van de monitoring is de klanttevredenheid. Het college moet op grond van de Wmo
onderzoeken hoe cliënten de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning ervaren en de uitkomsten
hiervan jaarlijks voor 1 juli publiceren. Er is landelijk bepaald welke vragen verplicht in dit onderzoek
moeten worden meegenomen. Aangezien deze vragen pas laat beschikbaar kwamen is landelijk
bepaald dat voor 2016 de publicatiedatum van 1 juli niet van toepassing is; een latere publicatie is
toegestaan. Inmiddels zijn de resultaten van het jaarlijkse cliëntervaringsonderzoek beschikbaar. Een
samenvatting hiervan is opgenomen in bijlage 2.
Per saldo zijn er aldus de volgende monitor momenten:
- in de jaarlijkse programmabegroting zijn diverse (outcome) indicatoren voor de Wmo
opgenomen.
- in de 3D Monitor zijn er daarnaast ook allerlei uitvoeringsindicatoren rond de Wmo,
Jeugdhulp en Participatiewet opgenomen.
- in de wijkmonitor is een heel breed scala aan cijfers opgenomen die relevant zijn voor de
Wmo; de geactualiseerde wijkmonitor is in de eerste helft van 2016 in de wijken
besproken; op basis daarvan is o.a. bepaald welke thema’s relevant zijn om aan te
pakken.
In 2017 willen nader invulling geven aan de kwaliteitsmeting. Daarbij zal gekeken worden naar de
mogelijkheid om een vorm van kwaliteitstoezicht bij de GGD onder te brengen (zie ook paragraaf 3.10).
5.2 Sturingsmodel
De gemeente is vanaf 1-1-2015 verantwoordelijk voor een aantal nieuwe taken, zoals ondersteuning
thuis en dagbesteding. De manier waarop dit in Lelystad is aanbesteed is redelijk uniek. Er zijn voor de
44 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
dagbesteding vier hoofdaannemers geselecteerd, die kennis hebben op een specifiek terrein: ouderen,
inwoners met een lichamelijke beperking, inwoners met een licht verstandelijke beperking en inwoners
met een psychiatrische aandoening. Voor ondersteuning tuis zijn er twee hoofdaannemers werkzaam,
die verantwoordelijk zijn voor de ondersteuning van de inwoners in een bepaald stadsdeel. Deze
hoofdaannemers zorgen voor een breed aanbod. De hoofdaannemers ontvangen een vooraf
vastgesteld jaarbudget en hebben de ruimte en verantwoordelijkheid om met dit budget maatwerk en
passende ondersteuning te bieden. Lelystad rekent niet af op productie en heeft daarom geen open
eind financiering. Het gaat erom dat met minder middelen toch een efficiënte ondersteuningsstructuur
blijft bestaan, waarbij het accent ligt op zelfredzaamheid en participatie van inwoners, op inzet van
(zorg)vrijwilligers en mantelzorgondersteuning en goede basisvoorzieningen.
Wij zullen ook in 2017 de werking van dit sturingsmodel goed blijven volgen. De ervaringen tot nu toe
zijn positief. We zien bij de hoofdaannemers dat er goed gekeken wordt naar de persoonlijke situatie
van de klant en dat er maatwerk wordt ingezet. Ook zien we dat dit systeem stimuleert te komen tot
nieuwe concepten en een andere invulling van de ondersteuning en niet vast te blijven houden aan
datgene wat binnen de zorg gangbaar/gebruikelijk is.
5.3 Financiering algemeen
In het Raadsprogramma 2014-2018 is opgenomen dat de decentralisaties, in principe zonder
gemeentelijke aanvulling, worden gefinancierd uit de middelen die we daartoe vanuit het rijk ontvangen.
Deze rijksmiddelen worden volledig voor die taken aangewend. De Wmo kent de volgende financiële
voorzieningen:
Integratie uitkeringen Wmo
Er worden binnen de Wmo twee integratie uitkeringen onderscheiden, die beiden onderdeel uitmaken
van de totale uitkering die de gemeente ontvangt uit het gemeentefonds: de integratie uitkering Wmo
2007 en de integratie uitkering Wmo 2015. Er is richting het rijk geen bestedings- en verantwoordings-
plicht ten aanzien van deze middelen. Via de reguliere Iv3 informatievoorziening zijn gemeenten
echter wel verplicht om informatie beschikbaar te stellen, zodat het Rijk de uitgaven kan monitoren
(onder andere ter verbetering van de verdeling van het gemeentefonds). Zo dient er onder andere te
worden aangegeven welk bedrag aan maatwerkvoorzieningen en algemene Wmo voorzieningen is
uitgegeven. Er wordt hierbij geen onderscheid gemaakt tussen inzet vanuit de oude en vanuit de
nieuwe Wmo uitkering. Ook binnen ons beleid wordt hierin geen onderscheid gemaakt. De Kadernota
Samen Leven, Samen Redzaam heeft betrekking op de totale Wmo, evenals dit Uitvoeringsplan Wmo
2017. Wij gaan er, aansluitend op het Raadsprogramma, in dit Uitvoeringsplan vanuit dat de Wmo in
totaliteit in 2017 in principe budgettair neutraal wordt ingevuld.
Reserve sociaal domein 2015 t/m 2017 (budget materieel evenwicht)
Dit betreft een egalisatiereserve voor de jaren 2015 t/m 2017 voor de domeinen Jeugd en Wmo.
Hiermee kunnen schommelingen in de inkomsten en uitgaven voor Jeugd en Wmo worden opgevangen
zonder tussentijdse bijsturing/aanpassing van de begroting. Deze reserve dient ter verevening van
schommelingen in en tussen de desbetreffende jaarschijven; primair binnen het betreffende dossier en
desgewenst na besluitvorming door de gemeenteraad tussen de dossiers.
Dit zijn de uitgangspunten:
1. Voeding vindt plaats door een vooraf te bepalen deel van de Rijksmiddelen Wmo 2015 &
Jeugdzorg te bestemmen als storting in de ‘reserve sociaal domein’. Daarnaast worden
aanpassingen in de rijksuitkering hierin gestort/onttrokken.
2. Verrekening met deze reserve vindt slechts plaats bij vaststelling van de jaarrekening en niet
tussentijds.
45 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
3. De verrekening wordt bepaald door het verschil tussen begrote baten en lasten versus de
realisatie voor respectievelijk de beleidsterreinen Wmo en Jeugdzorg.
4. Tussentijdse afwijkingen zullen via de begrotingsmonitor worden gerapporteerd. Bij substantiële
afwijkingen buiten deze rapportagemomenten zal de raad via een informatiebrief worden
geïnformeerd.
Algemene Reserve 2015-2018 (=risicobuffer gemeente breed)
Uit de Algemene Reserve kunnen eventueel incidentele overschrijdingen worden gedekt wanneer
bovenstaande voorzieningen niet toereikend zijn. Bij tekorten met doorwerking op termijn (structureel)
is herijking van het ondersteuningsaanbod noodzakelijk. Zoals ook vastgesteld in de kadernota is het
uitgangspunt nadrukkelijk dat de bekostiging van de Wmo en jeugdhulp in Lelystad plaatsvindt binnen
de door het rijk beschikbaar gestelde gelden.
Transitiefonds 2014-2015-2016
De gemeenteraad heeft eind 2013 bij het vaststellen van de begroting 2014-2017 het Transitiefonds
Sociaal Domein ingesteld. Er is in totaal 4,5 miljoen euro beschikbaar voor de vier transities in het
sociale domein: Wmo, Jeugdhulp, Participatiewet en passend onderwijs. Er is inmiddels een aantal
projecten gehonoreerd. De raad heeft in de tweede helft van 2015 besloten dat de Sociaal wijkteams
en de Jeugd- en Gezinsteams adviseren over de inzet van het Transitiefonds.
Voor wat betreft de Wmo zijn de volgende projecten gehonoreerd:
Tabel 7: Overzicht inzet Transitiefonds t.b.v. Wmo
Project Budget Looptijd
Nieuwe collectieve Wmo arrangementen voor
mensen met een beperking
€ 304.200 2015/2016
Kwaliteitsimpuls voor beheer Mfa’s € 139.100 2015/2016
Ondersteunen bewonersinitiatieven € 260.000 2015/2016/2017
Samenwerking zorgvrijwilligers € 63.015 2015
5.4 Rijksuitkeringen Wmo
Er worden binnen de Wmo twee integratie uitkeringen onderscheiden:
- Integratie-uitkering Wmo die we vanaf 2007 ontvangen: vooral ter dekking van de taken die
destijds werden overgeheveld zoals huishoudelijke hulp en mantelzorgondersteuning.
- Integratie uitkering Wmo 2015 die we vanaf 2015 ontvangen: deze rijksuitkering is opgebouwd
uit verschillende onderdelen. Het grootste deel wordt gevormd door de rijksvergoeding voor
ondersteuning thuis, dagbesteding en kortdurend verblijf. Verder is de uitkering bedoeld voor
de invulling van cliëntondersteuning, Sociaal wijkteams, waardering mantelzorgers, doventolk,
uitvoeringskosten, maatwerkvoorziening inkomenssteun chronisch zieken e.d.
Daarnaast ontvingen we in 2015 en 2016 vanuit het rijk de Huishoudelijke Hulp Toelage ten behoeve
van de invoering van dienstencheques. Met ingang van 2017 is deze regeling afgeschaft en een deel
van de daarbij behorende middelen onderdeel geworden van de integratie uitkering Wmo 2015.
VNG en VWS hebben onlangs afspraken gemaakt over het aanpassen van de integratie uitkering
Wmo 2015. In totaal gaat het om een aanpassing ingaande 2017 van 179 miljoen euro op jaarbasis.
Deze wijziging is verwerkt in de Septembercirculaire 2016.
Op grond van deze Septembercirculaire 2016 ziet het meerjarenperspectief er als volgt uit:
46 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Tabel 8: rijksuitkeringen Wmo o.b.v. Septembercirculaire 2016
September-
circulaire
2015
Septembercirculaire 2016
2016* 2016 2017 2018 2019 2020 2021
Integratie-
uitkering Wmo
oud
4.268.913 4.503.927 4.690.336 4.690.336 4.690.336 4.730.421 4.927.020
Integratie-
uitkering Wmo
2015
10.109.019 10.225.733 9.777.719 9.659.066 9.553.523 9.534.142 9.517.620
Huishoudelijke
Hulp Toelage
563.000 563.000 - - - -
Totaal
rijksbijdragen
14.940.932 15.292.660 14.468.055 14.349.402 14.243.859 14.264.563 14.444.640
* Deze bedragen (uit de Septembercirculaire 2015) zijn verwerkt in het Uitvoeringsplan Wmo 2016.
Het Uitvoeringsplan 2016 en de daarop opgenomen begroting was gebaseerd op de rijksuitkeringen
2016 zoals opgenomen in de Septembercirculaire 2015. Voor het Uitvoeringsplan Wmo 2017 zijn de
kortingen op de rijksuitkeringen voor 2017 zoals opgenomen in de Septembercirculaire 2016 verwerkt.
De Septembercirculaire 2016 laat zien dat er na 2017 geen grote verschuivingen zijn te verwachten.
Hierbij dient gerealiseerd te worden dat de Wmo doelgroep groter en zwaarder wordt als gevolg van
de vergrijzing en de extamuralisering. De uitdaging is dat we met gelijkblijvende middelen toch
ondersteuning kunnen blijven bieden aan de inwoners waarvoor ondersteuning nodig is.
5.5 Overzicht uitgaven 2017 Wmo
In de vorige hoofdstukken is aangegeven hoe we de verschillende onderdelen van de Wmo invullen en
welke kosten hieraan zijn verbonden. In de tabel op de volgende bladzijde zijn alle uitgaven
samengevat. Het gaat hier om de uitgaven die ten laste worden gebracht van de rijksuitkering Wmo
2015 (nieuwe Wmo).
Daarnaast zijn ook de uitgaven voor de maatwerkvoorzieningen, die al eerder onder de gemeentelijke
verantwoordelijkheid vielen, in beeld gebracht. Deze maatwerkvoorzieningen worden deels uit de oude
rijksuitkering Wmo betaald en deels uit algemene middelen (de rijksmiddelen voor een aantal
voorzieningen zoals rolstoelen zijn in het verleden, voordat de Wmo werd ingevoerd, al opgenomen in
de algemene uitkering van het gemeentefonds).
Per saldo geeft de tabel daarmee een compleet beeld van wat er vanuit de rijksbijdrage Wmo wordt
uitgegeven aan de Wmo (maatwerk) voorzieningen.
Daarnaast zijn er ook middelen beschikbaar vanuit het transitiefonds. Een overzicht hiervan staat in
paragraaf 5.3.
Voor het Uitvoeringsplan Wmo 2017 is in de vastgestelde Programmabegroting 2017-2019 in totaal
€ 17.509.870,- beschikbaar (hierin is de korting op de rijksbijdrage verwerk).
Het overzicht op de volgende bladzijde laat een klein overschot zien. Per saldo kan worden
geconcludeerd dat met deze invulling de inkomsten en uitgaven voor de Wmo in 2017 min of meer in
evenwicht zijn gekomen.
De afrekening 2016 moet nog plaatsvinden. De verwachting is dat 2016 afgesloten kan worden met
een positief resultaat zodat de in 2015 opgebouwde reserve beschikbaar blijft c.q. verder vergroot kan
worden. Er zijn daarmee voorlopig voldoende middelen beschikbaar om eventuele aanvullende
maatregelen te kunnen financieren en toekomstige schommelingen op te vangen.
47 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Tabel 9: indicatief overzicht van Wmo uitgaven 2016 en 2017
Uitvoeringsplan
Wmo 2016
Uitvoeringsplan
Wmo 2017
Algemeen
Uitvoeringskosten
inzet personeel, mediation, ict e.d. 390.000 390.000
kosten Toezicht Wmo 5.500 20.000
Een sterke basis
Informatie en advies
communicatie Sociaal wijkteams 20.000 20.000
markt Nationale Week van Zorg en Welzijn 10.000
huisbezoeken kwetsbare ouderen 100.000
Wijkpunten/Sociaal wijkteams/Cliëntondersteuning
versterking wijkpunten 175.000 175.000
formatie Sociaal wijkteams op peil 280.000 510.000
inzet MEE t.b.v. sociale wijkteams 350.000 350.000
inzet MEE t.b.v. jeugdhulp 400.000 400.000
versterking voorkant aanpak financiële problematiek 85.000 135.000
24-uurs anonieme hulp op afstand/Sensoor - -
doventolk - -
tolkdiensten bij taalproblemen Sociaal wijkteams/
maatschappelijke dienstverlening/schuldhulpverlening
MDF
6.000 16.000
Wijkvoorzieningen/welzijn in de wijk
extra activiteiten voor nieuwe aandachtsgroepen 150.000 200.000
Vraagelkaar 50.000
Mantelzorgondersteuning
inzet o.b.v. nota mantelzorg 80.000 80.000
reservering t.b.v. waardering mantelzorgers 259.000 259.000
extra inzet zorgvrijwilligers/respijtzorg 50.000
Vrijwilligerswerk
vrijwilligersplaatsen inwoners met lichte beperking 150.000
150.000
extra bemiddeling vrijwilligers 50.000 50.000
Vervoer
stimuleren gebruik openbaar vervoer 10.000 10.000
bijdrage voor vrijwilligersvervoer De Opstap 30.000 30.000
Beschut wonen
onderzoek vraag/aanbod beschut wonen
6.000 6.000
48 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Gezonde leefstijl
uitrol gezonde wijk/extra inzet leefstijlcoach 30.000
Maatwerkvoorzieningen
Huishoudelijke ondersteuning
schoon een leefbaar huis 4.200.000 3.700.000
dienstencheques 563.000 275.000
Ondersteuning thuis
stadsdeelbudgetten ondersteuning thuis (PGB/ZIN) 4.505.000 4.505.000
aanpassing budget i.v.m. taakuitbreiding 312.000
Woningaanpassingen/verhuiskostenvergoeding
reservering t.b.v. woningaanpassingen e.d. 1.052.000 1.052.000
Vervoersvoorzieningen
scootmobielen 820.000 820.000
rolstoelen e.d. 636.000 636.000
regiotaxi (incl. eigen bijdragen) 840.000 840.000
Dagbesteding en dagactiviteiten
budgetten dagbesteding (PGB/ZIN) 2.377.000 2.377.000
aanpassing budget i.v.m. vervoerskosten 100.000
Kortdurend verblijf/logeervoorzieningen
kortdurend verblijf/respijthuis 296.000 246.000
Maatregel t.b.v. chronisch zieken
aanvullende verzekering voor chronisch zieken 650.000 650.000
Eigen bijdragen
eigen bijdragen maatwerkvoorzieningen - 1.550.000 - 1.300.000
1.1.200.00001.100.001.5
0.000 Regresrecht Wmo
afkoopsom regresrecht - 46.500 - 50.000
Opvangvoorzieningen
Maatschappelijke opvang
financiering uit rijksbijdrage centrumgemeente - -
Beschermd wonen
inzet rijksbijdrage centrumgemeente voor lokale inzet - PM
inloopvoorzieningen GGZ 113.500 113.500
Veilig Thuis -
aanvullende bijdrage Veilig thuis 7.000
Onvoorzien/storting reserve
680.519 222.370
Totaal 17.620.019
17.509.870
49 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Bijlage 1: Effecten veranderende leeftijdsopbouw op het Wmo voorzieningen-niveau
De berekeningen in deze bijlage zijn gebaseerd op de cijfers 2016: de begrote uitgaven voor 2016 voor de
verschillende maatwerkvoorzieningen en het aantal gebruikers (plus leeftijdsopbouw) begin 2016. Er is,
uitgaande van deze cijfers, berekend wat het effect is van de veranderende leeftijdsopbouw op het toekomstig
Wmo gebruik. Wij zullen deze berekening jaarlijks herhalen. Er is daarbij geen rekening gehouden met eventuele
beleidswijzigingen. Er vinden evenwel binnen het Wmo beleid wel voortdurend beleidswijzigingen plaats, zoals de
extra inzet ten behoeve van ouderen. Dit zal ook effect hebben op het (toekomstige) gebruik en zullen naar
verwachting bij de volgende berekening zichtbaar zijn.
a. Prognose aantal gebruikers Wmo maatwerkvoorzieningen
In bijlage 1a is de bevolkingsprognose aan voor de jaren 2020, 2015 en 2030 opgenomen. Er is per leeftijdsgroep aangegeven wat de absolute en procentuele toename zal zijn. We zien dat met name de leeftijdsgroep 75 + de komende jaren aanzienlijk in omvang zal toenemen.
Het klantenbestand van een aantal omvangrijke Wmo maatwerkvoorzieningen is geanalyseerd: ondersteuning thuis, dagbesteding, huishoudelijke ondersteuning, rolstoelen en scootmobielen. Per maatwerkvoorziening is de leeftijdsopbouw van het klantenbestand in beeld gebracht en vervolgens berekend hoe het klantenbestand zich de komende jaren zal ontwikkelen uitgaande van de bevolkingsprognose voor Lelystad. Het gaat hierbij niet om een voorspelling maar om een indicatie van het verwachte aantallen klanten. Dit levert het volgende beeld op:
Tabel 1: Procentuele toename van het aantal inwoners/klanten ten opzichte van 2016, gebaseerd op de verwachte bevolkingsgroei tot 2030.
2020 2025 2030
Aantal inwoners 1 % 2 % 4 %
Aantal inwoners 65 en ouder 23 % 78 % 115 %
Aantal gebruikers ondersteuning thuis 2 % 5 % 9 %
Aantal gebruikers dagbesteding 7 % 19 % 27 %
Aantal gebruikers huishoudelijke ondersteuning 13 % 35 % 58 %
Aantal gebruikers rolstoelen 8 % 20 % 31 %
Aantal gebruikers scootmobielen 11 % 26 % 39 %
We zien vooral een grote procentuele toename bij de maatwerkvoorzieningen die relatief veel door ouderen worden gebruikt: huishoudelijke ondersteuning en scootmobielen. Bij de maatwerkvoorziening ondersteuning thuis is de toename beperkt. Deze voorziening wordt vooral gebruikt door inwoners jonger dan 65 jaar.
b. Prognose uitgaven Wmo maatwerkvoorzieningen
In de volgende tabel is berekend wat de toename van het klantenbestand betekent voor de uitgaven. Er is hierbij van uitgegaan dat de uitgaven gelijke tred houden met het aantal klanten dat van een voorziening gebruik maakt.
50 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Tabel 2: Uitgaven maatwerkvoorzieningen op basis van veranderende leeftijdsopbouw (uitgaven 2016 gebaseerd op bedragen opgenomen in het Uitvoeringsplan Wmo 2016)
2016 2020 2025 2030
Ondersteuning thuis € 4.505.000 € 4.595.000 € 4.730.000 € 4.910.000
Dagbesteding 2.377.000 2.543.000 2.829.000 3.019.000
Huishoudelijke ondersteuning 4.200.000 4.746.000 5.670.000 6.636.000
Rolstoelen 536.000 579.000 643.000 702.000
Scootmobielen 820.000 910.000 1.033.000 1.140.000
Totaal 12.438.000 13.373.000 14.905.000 16.407.000
Procentuele toename uitgaven t.o.v. 2016
7,5 % 19,8 % 31,9 %
De uitgaven voor de genoemde maatwerkvoorzieningen zullen in de komende jaren toenemen van ruim 12 miljoen in 2016 naar ruim 16 miljoen in 2030. Dit is een toename van ruim 30% ten opzichte van 2016, ruim 2% per jaar.
Bij de prognose van het aantal gebruikers en de uitgaven is alleen gekeken naar de veranderende leeftijdsopbouw. Er zijn daarnaast ook allerlei andere factoren die het gebruik beïnvloeden zoals veranderend beleid (lokaal en landelijk), de hoogte van de eigen bijdragen, de aanwezigheid van alternatieven, ontwikkeling van de kostprijzen etc.
Ook dient hierbij vermeld te worden dat ook de rijksbijdrage voor de Wmo jaarlijks wordt bijgesteld. Er wordt o.a. een correctie voor de vergrijzing toegepast. Dit betekent dat een deel van de extra uitgaven in verband met vergrijzing zal worden gecompenseerd door een hogere rijksbijdrage. Maar ook voor de rijksbijdrage geldt dat deze, naast allerlei objectieve criteria, ook afhankelijk is van landelijke besluitvorming en keuzes rond het beschikbaar stellen van budgetten t.b.v. verschillende (gemeentelijke) taken.
c. Anticiperen op gevolgen veranderende leeftijdsopbouw
De vergrijzing zal leiden tot een toenemende vraag naar maatwerkvoorzieningen. Daarnaast zal ook de extramuralisering van grote invloed zijn op de ondersteuningsvraag. Het gaat hierbij om de ontwikkeling waarbij mensen (langer) zelfstandig blijven wonen en minder (snel) in een instelling worden opgenomen. Er zullen als gevolg hiervan meer mensen met zwaardere problematiek een beroep gaan doen op het ondersteuningsaanbod vanuit de Wmo9.
In de Kadernota Samen Leven, Samen Redzaam is aangegeven hoe we inspelen op deze toenemende ondersteuningsvraag, ervan uitgaande dat de financiële middelen daarvoor beperkt zullen zijn. Een aantal belangrijke maatregelen in dit kader zijn:
- De eigen verantwoordelijkheid en de eigen mogelijkheden van de inwoners staan centraal. De Sociaal wijkteams bepalen in overleg met de inwoner welke ondersteuningsbehoefte er is en of/ welke maatwerkvoorzieningen nodig zijn. Er wordt daarbij gewerkt vanuit het stepped care principe de mogelijkheden van de inwoners en zijn netwerk centraal staan.
- Er wordt geïnvesteerd in het versterken van de basis zodat er minder of later een beroep hoeft te worden gedaan op maatwerkvoorzieningen. Hierbij kan gedacht worden aan extra inzet vrijwilligers, laagdrempelige activiteiten in de wijk en vrijwilligersvervoer.
- De maatwerkvoorzieningen worden op een andere manier ingekocht. Er wordt vooral gewerkt met resultaat- en budgetfinanciering. De leveranciers en professionals krijgen daarmee de verantwoordelijkheid en de ruimte om de maatwerkvoorzieningen passend en flexibel in te vullen. Zij kunnen maatwerk leveren aansluitend bij de ondersteuningsvraag van de klant. Dit levert efficiency winst (en goedkopere maatwerkvoorzieningen) op.
9 De gevolgen van deze extramuralisering en andere ontwikkelingen zijn niet meegenomen in deze prognose.
51 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Bijlage 1 a: Prognose gebruik Wmo maatwerkvoorzieningen o.b.v. veranderende leeftijdsopbouw
Bevolkingsprognose:
Tabel 1: Bevolkingsprognose tot 2030, aantal inwoners per leeftijdsgroep
2016 2020 2025 2030
jonger dan 18 17.403 17.032 16.519 16.403
18 t/m 64 47.308 46.346 46.335 46.804
65 t/m 74 8.258 9.468 9.179 8.993
75 t/m 84 2.672 3.499 5.361 6.322
85 en ouder 947 965 1.080 1.463
Totaal 76.588 77.310 78.474 79.985
Tabel 2: Bevolkingsprognose tot 2030; procentuele toename/afname van het aantal inwoners per
leeftijdsgroep ten opzichte van 2016
2016 2020 2025 2030
jonger dan 18 17.403 -2% -5% -6%
18 t/m 64 47.308 -2% -2% -1%
65 t/m 74 8.258 15% 11% 9%
75 t/m 84 2.672 31% 101% 137%
85 en ouder 947 2% 14% 54%
Totaal 76.588 1% 2% 4%
Prognose aantal klanten Wmo maatwerkvoorzieningen:
Tabel 3: Raming aantal klanten Ondersteuning thuis
2016 2020 2025 2030
jonger dan 18 0 0 0 0
18 t/m 64 600 589 591 595
65 t/m 74 61 74 72 70
75 t/m 84 37 47 71 87
85 en ouder 23 23 26 33
Totaal 722 734 761 786
Toename t.o.v. 2016 2% 5% 9%
Tabel 4: Raming aantal klanten Dagbesteding
2016 2020 2025 2030
jonger dan 18 0 0 0 0
18 t/m 64 232 229 231 232
65 t/m 74 55 68 66 64
75 t/m 84 58 74 114 136
85 en ouder 24 25 28 37
totaal 369 396 438 470
toename t.o.v. 2016 7% 19% 27%
52 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Tabel 5: Raming aantal klanten huishoudelijke ondersteuning
2016 2020 2025 2030
jonger dan 18 0 0 0 0
18 t/m 64 325 317 317 320
65 t/m 74 304 369 367 358
75 t/m 84 375 472 724 927
85 en ouder 272 280 310 415
totaal 1.276 1.438 1.718 2.020
toename t.o.v. 2016 13% 35% 58%
Tabel 6: Raming aantal gebruikers rolstoelen
2016 2020 2025 2030
jonger dan 18 83 81 79 77
18 t/m 64 372 366 367 370
65 t/m 74 181 220 217 209
75 t/m 84 148 187 284 356
85 en ouder 130 135 146 186
totaal 914 989 1.093 1.198
toename t.o.v. 2016 8% 20% 31%
Tabel 7: Raming aantal gebruikers scootmobielen
2016 2020 2025 2030
jonger dan 18 2 2 2 2
18 t/m 64 378 370 373 374
65 t/m 74 254 309 303 293
75 t/m 84 182 233 361 446
85 en ouder 94 96 109 151
Totaal 910 1.010 1.147 1.267
toename t.o.v. 2016 11% 26% 39%
53 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Bijlage 2: Resultaten Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015
Het Cliëntervaringsonderzoek is in 2016 uitgevoerd onder Wmo cliënten die een maatwerkvoorziening hebben
ontvangen in 2015. Dit onderzoek wordt jaarlijks herhaald. Het volgende onderzoek vindt in de eerste helft van
2017 plaats.
Hierbij de belangrijkste uitkomsten plus aanbevelingen
Algemeen
De response uit Lelystad verschilt niet van die van referentiegemeenten waar het gaat om de ‘soort
ondersteuningsvraag’. Opvallend is dat relatief weinig reacties zijn teruggekomen uit de groepen cliënten die
gebruik maken van de ‘nieuwe’ Wmo voorzieningen’ zoals ondersteuning thuis en dagbesteding. Hierin is Lelystad
niet uniek, dit zien we bij meer gemeenten. Voor het volgende onderzoek zal in beeld worden gebracht op welke
manier we de respons in deze cliëntgroepen kunnen verhogen.
(Keukentafel)gesprek
Van de respondenten geeft 51% aan een (keukentafel)gesprek te hebben gehad. Dit is aanzienlijk hoger dan het
gemiddelde uit de referentiegroep (43%). Van de cliënten die gebruik maken van een ‘nieuwe Wmo-voorziening’ in
Lelystad, geeft 59 tot 60% aan een (keukentafel)gesprek te hebben gehad. Respondenten met een wonen, rollen
of vervoersvoorziening hebben het minst vaak een (keukentafel)gesprek gehad. Dit is niet verbazingwekkend
omdat veel van deze indicaties in 2015 gewoon doorliepen en keukentafelgesprekken vooral plaatsvinden bij
nieuwe aanvragen en herindicaties. Verder heeft een groot deel van de cliënten met huishoudelijke ondersteuning
in 2015 een gesprek gehad met de leverancier en niet met het Sociaal wijkteam. In het onderzoek lopen deze
gesprekken waarschijnlijk door elkaar.
Sociaal wijkteams
Een meerderheid van de respondenten (75%) geeft aan dat zij zich serieus genomen voelen door de medewerker
van het Sociaal wijkteam.
Drie wijkteams scoren op de verschillende onderdelen (onder meer vindbaarheid en deskundigheid) conform de
referentiegemeenten. Eén wijkteam heeft een lagere score. Er zijn/worden afspraken gemaakt om te komen tot een
verbetering van het functioneren van dit team. Daarnaast is het van belang om te blijven investeren in vindbaarheid,
toegankelijkheid en telefonische bereikbaarheid van de wijkteams in z’n algemeenheid.
Eigen bijdrage
Een grote meerderheid van de respondenten (84%) geeft aan vooraf niet of niet volledig te zijn geïnformeerd over
de hoogte van de eigen bedrage.
Er is (opnieuw) afgesproken dat de Sociaal wijkteams tijdens een gesprek standaard de eigen bijdrage aan de
orde stellen en samen met de cliënt de CAK rekentool in te vullen.
Tevredenheid over zorg
De respondenten gaven de volgende rapportcijfers voor de verschillende ondersteuningsvormen:
- Rolstoelen 6,8
- Scootmobiel 7,6
- Huishoudelijke ondersteuning 6,5
- Woonvoorziening/woningaanpassing 8,2
- Regiotaxi 7,2
- Ondersteuning thuis 7,4
- Dagbesteding 7,7
De nieuwe taken (dagbesteding en ondersteuning thuis) scoren goed. Opvallend is de relatief lage score voor
huishoudelijke ondersteuning. Daarbij speelt waarschijnlijk dat 2015 een overgangsjaar is geweest waarin is
overgegaan op resultaatfinanciering op basis van schoon en leefbaar huis. Ook heeft het faillissement van TSN
gezorgd voor de nodige onrust.
Inmiddels is dit weer in rustiger vaarwater terechtgekomen. Ook is besloten de beschikbaarheid van huishoudelijke
ondersteuning iets te verruimen. De verwachting is dat hiermee de tevredenheidsscore op dit onderdeel de
volgende keer hoger uit zal vallen.
54 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Mantelzorgers
Tenslotte komt naar voren dat 26% van de respondenten aangeeft dat hun mantelzorger de zorg niet aankan.
Hoewel dit iets lager ligt dan het percentage in de referentiegroep is dit een punt van zorg. Het geeft aan dat er
extra moet worden ingezet op ondersteuning van mantelzorgers en informatievoorziening over deze ondersteuning.
Er zijn daartoe maatregelen opgenomen in het Uitvoeringsplan Wmo 2017.
De resultaten van het onderzoek worden opgenomen in www.waarstaatjegmeente.nl.
55 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Bijlage 3: Informatie Sociaal wijkteams
1
‘Verder ontwikkelen en kantelen in 2017’
Dit is een notitie met twee doelen: v 18-11-16
1. Op korte termijn in gang zetten dat de teams voldoende tijd hebben; tijd om de werkwijze verder te ontwikkelen en de kanteling door te zetten.
2. De basis leggen voor een werkplan 2017 per Sociaal Wijkteam
De notitie is geschreven voor de Sociaal Wijkteams, de projectgroep SWT (met de partners) en om als bijlage te kunnen gebruiken bij de Uitvoeringsnota Wmo 2017. De directe aanleiding is dat de teams dermate druk blijven met ‘productie draaien’ (binnen de termijn alle vragen afhandelen) dat wachttijden oplopen en de ‘kanteling’ ondersneeuwt.
Wat is al bereikt
Het volgende waardevolle is opgebouwd en bereikt:
Intrinsiek gemotiveerde teams met de goede mensen en kwaliteiten (evaluatie 2015) Positie om over zelfredzaamheid in gesprek te gaan (omdat aannemers over de uren gaan) Een ‘lean’ werkproces en volledig geautomatiseerde afhandeling van plannen Een vaste koppeling met opbouwwerk en collectieve voorzieningen Verbeterde Wijkpunten met meer tijd en kwaliteit (betere intake en doorverwijzing) Grote kennis van de wijk, de mensen die er wonen, de prioriteiten en de netwerken Financiële spreekuren Steeds betere koppeling met huisartsen en gezondheidscentra (welzijn op recept) Zo eenvoudig mogelijk verlengen van ondersteuning als er niets veranderd is. Een goede verdeling van de regie met de hoofdaannemers (zij dagelijks, wij algemeen) Goed bereikbaar, digitaal goed te vinden, wie-wat-waar zoekmachine, campagne eind 2016
Wat knelt er nu
In de teams is nu twee jaar (vanaf oktober 2014) hard gewerkt om nieuwe aanvragen voor ondersteuning goed met de bewoners thuis te bespreken en in een ondersteuningsplan te verwerken. In zo’n plan staat wat zowel de bewoner als professionals gaan doen. Dat lukte steeds precies qua tijd en aantallen, zonder blijvende wachtlijsten en in de regel binnen de onderzoekstermijn (van 6 weken volgens de Wmo). De veronderstelling was dat er gaandeweg meer lucht zou komen. Lucht om bij een deel van de bewoners die waren geholpen een vervolgstap te maken (follow up) op wat ze nu meer in eigen kracht met hun netwerk en algemene voorzieningen zouden kunnen doen en om daar met de nieuwe aanvragen voldoende tijd aan te kunnen besteden.
56 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
2
In de praktijk blijft er echter een gebrek aan tijd in de Sociaal Wijkteams waardoor de afgesproken werkwijze onvoldoende uit de verf komt; aandacht geven aan de ‘stepped care’ benadering en wat een bewoner met zijn netwerk zelf kan doen. Dat wat ook wel het ‘kantelen’ wordt genoemd. Er blijven dus kansen liggen om tot een ombuiging en afschaling van de Wmo ondersteuning te komen, terwijl we de teams hier nu juist op trainen. Het risico is dan ook aanwezig dat dit tot frustratie en afhaken leidt. Een tweede gevolg is dat de strategie onvoldoende van de grond komt om de samenwerking met de gezondheidszorg (huisartsen en gezondheidscentra) te versterken. Doorverwijzingen vanuit de zorg kunnen onvoldoende opgepakt worden, waarmee besparingen op zorg en winst op welbevinden van bewoners onbenut blijven.
Als derde gevolg zijn er in het derde kwartaal wachtlijsten ontstaan en lukt het niet meer om binnen de onderzoekstermijn van 6 weken te blijven.
Wat kost er nu meer tijd
De nieuwe aanvragen om ondersteuning (grafiek blz. 4) zijn inmiddels op een vrij constant niveau. Deze aanvragen komen door het hele jaar heen, ook in de zomerperiode en de kerstperiode. Het gebrek aan tijd zit in een aantal andere factoren samen:
we hebben nu meer tijd nodig per bewoner/huishouden om met hem/haar een ondersteuningsplan te maken, omdat de situaties complexer zijn geworden:
o In 2014 en 2015 kwam door het overgangsrecht niet alles binnen een huishouden boven tafel, maar in 2016 kan dat niet anders en gaat het echt om de dynamiek in een huishouden met alles wat erbij komt kijken om zelfstandig te kunnen blijven functioneren. Zodoende zijn er meer multi-probleem situaties.
o Overdracht van 18+ uit de jeugdhulp. Dit speelde begin 2015 nog nauwelijks, maar komt inmiddels uiteraard steeds vaker voor. Deze situaties (zowel individueel als in een huishouden) zijn complexer dan gemiddeld.
o Het ‘onderzoek’ dat de Sociaal Wijkteams namens de Gemeente bij een aanvraag uitvoert vraagt inmiddels meer tijd en aandacht. Feedback uit jurisprudentie leidt tot meer aandacht aan onderbouwing en onderzoek in het ondersteuningsplan.
o Bewoners worden onrustig door wat ze zelf moeten doen en nieuwe ontwikkelingen; dat vraagt om tijd en aandacht van de generalist. In het bijzonder voor mensen die verstandelijk beperkt zijn of problemen hebben met hun geestelijke gezondheid.
vragen van bestaande klanten vormen inmiddels ± 1/3e deel van het dagelijks werk. Alledaagse vragen komen bij de uitvoerenden van de hoofdaannemers terecht. Complexere vragen over veranderingen in hun leven komen bij de generalist terecht. In alle tot dusver gemaakte plannen staat bewust de naam en het nummer van de generalist als contactpersoon. Dit speelde nog niet bij de start in 2014.
57 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
3
Wijkpunten
De investeringen in de Wijkpunten in 2016 werpen inmiddels vruchten af. De Financieel Spreekuren slaan aan en lijken er vooral aan bij te dragen dat bewoners in een eerder stadium hun financiële problemen aanpakken. De Sociaal Wijkteams en bijvoorbeeld Centrada verwijzen bewoners dan ook actief naar de spreekuren. Een ander effect is dat de kwaliteit van de bereikbaarheid en de ‘intake’ van vragen verbeterd is. De complexere ondersteuningsvragen worden nu scherper in beeld gebracht zodat het Sociaal Wijkteams er gerichter mee verder kan.
Wie voeren nu gesprekken met bewoners die om ondersteuning vragen
Per team voeren de volgende ‘generalisten’ gesprekken met bewoners (die om ondersteuning vragen) om een ondersteuningsplannen te maken:
Generalist ouderenadviseur [13 uur netto per week = 16 uur bruto] (HHM)
Generalist maatschappelijk werk [13 uur netto per week = 16 uur bruto] Generalisten MEE [24 uur netto per week = 30 uur bruto]
in 3 van de 4 teams door 2 personen, in 1 team door 1 persoon Generalist Wijkverpleegkundige [2 x 6,5 uur netto per week = 16 uur bruto]
En in 2 teams (ZO en NW) aanvullend:
Generalist met GGZ-deskundigheid [9 uur netto per week = 11 uur bruto]
De coördinator onderhoudt contacten met partners, bouwt relaties op (zoals met de huisartsen), vangt de lastige casussen op en faciliteert zijn/haar team.
Een teamondersteuner ondersteunt de generalisten met administratieve handelingen (bijvoorbeeld het toevoegen van het PGB budgetplan aan het dossier/ondersteuningsplan) en springt bij in de bezetting van het Wijkpunt. Zo besteden de generalisten zo min mogelijk tijd aan administratie en zoveel mogelijk aan gesprekken en regelwerk.
De opbouwwerker koppelt bewoners aan activiteiten, collectieve voorzieningen en bewonersinitiatieven. Daarnaast ontwikkelt hij/zij deze collectieven.
In 2014 zijn de teams getraind in hun rol om als generalist gesprekken te voeren. In 2015 zijn de teams op onderdelen bijgeschoold waar nodig. In 2016 is op twee vlakken ingezet op de kennis en kwaliteit van de teams:
1. Training op preventief handelen (Sociale Netwerkversterking). Er is gekozen voor zowel training als inzet van een ‘kantelcoach’ om alle generalisten, de wijkpunten en het opbouwwerk in staat te stellen daadwerkelijk zo met bewoners te handelen.
2. Feedback vanuit de Wmo consulenten om de beschrijvingen en het onderzoek in de ondersteuningsplannen aan te passen aan wat er nodig blijkt te zijn binnen de Wmo.
58 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
4
Analyse van de vraag en de inzet van de teams (kwaliteit en hoeveelheid)
Zowel de vraag als de inzet van de teams is geanalyseerd. De hoofdlijn staat in deze paragraaf, achterliggende grafieken per stadsdeel staan in de bijlage.
Het aantal ondersteuningsplannen heeft zich als volgt ontwikkeld:
Het aantal in het 4e kwartaal 2016 zal hoger zijn dan het 3e kwartaal omdat er (naast nieuwe aanvragen) vragen voor verlening van huishoudelijke ondersteuning bijkomen.
Het aantal binnenkomende vragen voor ondersteuning lijkt in 2016 redelijk stabiel en in het jaar loopt het vrij constant door. De ondersteuning wordt al langere tijd op maat ingezet voor de tijd die bij die bewoner in die situatie nodig is. Dat betekent dat er door het jaar heen verzoeken komen om opnieuw naar iemands situatie te kijken als er door welke reden ook andere ondersteuning of een langere periode nodig is. Alleen voor de huishoudelijke ondersteuning is er nog een groep beschikkingen die per 1-1-17 aflopen en die voor een deel verlengd moeten worden of waarbij een nieuw keukentafelgesprek nodig is om goed op een rij te zetten wat er in zijn/haar leven veranderd is en welke acties nu passen.
1ekwartaal
2ekwartaal
3ekwartaal
4ekwartaal
1ekwartaal
2ekwartaal
3ekwartaal
2015 2016NoordOost 157 170 90 98 105 114 86ZuidOost 184 179 98 103 129 98 105C-ZuidWest 120 161 71 68 96 108 109NoordWest 129 137 75 103 109 120 98rest 13 20 15 12 9 14 11
0
100
200
300
400
500
600
700
800
aant
al p
lann
en
Aantal plannen 2015 en 2016
59 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
5
Kwalitatief valt het volgende op (zie de grafieken in de bijlage):
In het Centrum en ZuidWest doen naar verhouding meer ouderen een beroep op ondersteuning en daar ook het aantal ingezette maatregelen het hoogste (bijvoorbeeld zowel vervoer, een voorziening in huis en ondersteuning thuis).
In ZuidOost is de leeftijd van bewoners die ondersteuning nodig hebben het laagst en zijn er naar verhouding meer problemen met de geestelijke gezondheid.
Alle typen vragen en ondersteuning zijn op Ggz na in alle delen van Lelystad redelijk gelijk.
Van de binnenkomende vragen bij het Wijkpunt leidt grofweg de helft tot een keukentafelgesprek en een ondersteuningsplan vanuit het Sociaal Wijkteam:
Preventie; waar mogelijk wordt er een eenvoudige oplossing of voorziening ingezet. Waar nodig wordt de vraag naar een generalist van het Sociaal Wijkteam doorgezet.
De preventie bestaat grofweg voor de helft uit geven van informatie en aandacht (zowel vanuit het Wijkpunt als door de Generalisten). Voor ruim 40 % door iemand te verwijzen of te koppelen aan een algemene (voorliggende) voorziening zoals het financieel spreekuur en een kleine 10% door (in plaats van een maatwerkvoorziening) in te zetten op iemands welzijn.
Grafieken: voorbeeld 2e kwartaal 2016 in stadsdeel ZuidOost.
Wmo inzet&plan52%
Gaat niet door 7%
Preventief41%
Acties op aanmeldingen
info&aandacht49%
maatje, opbouwwerk, vrijwillig
8%
algemene voorziening
43%
Waarvan preventieve inzet
60 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
6
Wat zijn verbeterpunten in de formatie
De verwachting is per team in ieder geval 1 fte extra nodig te hebben om te voorkomen dat de wachtlijsten verder oplopen en om daarnaast aandacht in de gesprekken te kunnen geven aan preventie en de stepped care aanpak.
Op zich zijn de juiste expertises in de teams aanwezig. Voor de verdeling van de benodigde extra tijd (1 fte per team) komen dan de volgende wensen naar boven om tot een effectievere inzet van de generalisten te komen:
Meer tijd voor/van de Wijkverpleegkundigen Deze werkers zijn voor de teams van grote waarde en verrichten een bijzondere prestatie. Hun uren (bruto 8 en netto 6,5) in de teams zijn te laag om effectief te zijn en hun verantwoordelijkheden zijn dermate groot daarbinnen ook nog multi-tasken.
Grotere contracten voor de generalisten Grotere contracten (dan de 16 uur bruto/ 13 uur netto) maakt het werken in/voor de teams effectiever.
Idealiter zou daarom een invulling van de 1 fte (36 u/week bruto) per team bestaan uit:
2 wijkverpleegkundigen met ieder 16 uur bruto (of 1 met 32 uur bruto) [+ 16 u bruto] Generalisten met 16 uur naar 24 uur (AMW en ouderenadviseur) [+ 16 u bruto] Nader in te vullen [+ 4 u bruto]
18-11-2016
W. van Laar kwartiermaker Sociaal Wijkteams Welzijn Lelystad met de partners Icare, MDF en MEE
61 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
7
Bijlage 1: analyse-informatie
Bij de vraag naar ondersteuning en inzet van de Sociaal Wijkteams
De gegevens en grafieken van de Sociaal Wijkteams staan steeds zo gerangschikt dat het overeenkomt met de verdeling in Lelystad in 4 stadsdelen, dus op de wijze van dit kaartje. De opsomming is steeds ‘met de klok mee’ vanuit NoordOost (Atol en Zuiderzeewijk).
NoordWest NoordOost
Centrum en ZuidWest ZuidOost
62 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
8
Het aantal gemaakte ondersteuningsplannen (links) en inzet van maatwerkvoorzieningen (rechts)
0,00
0,50
1,00
1,50
2,00
2,50
3,00
3,50
NoordOost ZuidOost C-ZuidWest NoordWest
Gemiddeld aantal maatwerkvoorzieningen
per plan, eerste halfjaar 2016
1ekwartaal
2ekwartaal
3ekwartaal
4ekwartaal
1ekwartaal
2ekwartaal
3ekwartaal
2015 2016NoordOost 157 170 90 98 105 114 86ZuidOost 184 179 98 103 129 98 105C-ZuidWest 120 161 71 68 96 108 109NoordWest 129 137 75 103 109 120 98rest 13 20 15 12 9 14 11
0
100
200
300
400
500
600
700
800
aant
al p
lann
en
Aantal plannen 2015 en 2016
9
Het beroep op GGZ-ondersteuning in het eerste halfjaar van 2016
De onderste 2 blokken zijn het aantal (door het Sociaal Wijkteam) ingezette voorzieningen voor mensen die problemen hebben met hun geestelijke gezondheid bij ‘Ondersteuning Thuis’ en ‘Dagbesteding’. De 2 blokken erboven zijn de ingezette voorzieningen die niet op GGZ gericht zijn. Zo is de verhouding zichtbaar zowel van wat er binnen een stadsdeel speelt (wel/geen GGZ) als tussen de stadsdelen van Lelystad.
57
122
5237
18
20
22
15
52
89
95
73
16
15
41
24
0
50
100
150
200
250
300
NoordOost ZuidOost C-ZuidWest NoordWest
Aant
al in
geze
tte
maa
twer
kvoo
rzie
ning
en
Ggz 1e halfjaar 2016 OT en DB
Dagbesteding overig
Ondersteuning thuis overig
Dagbesteding GGZ
Ondersteuning thuis GGZ
63 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
10
De ingezette Wmo ondersteuning met Wmo ‘maatwerkvoorzieningen’ per deel van Lelystad (WRV = Woningaanpassing, Rolvoorziening (persoonlijk) en Vervoer)
Ondersteuning
thuis25%
Dagbesteding9%
Schoon en leefbaar huis
18%Kortdurend verblijf
1%
WRV47%
NoordWest, Maatwerkvoorzieningen half 2016
Ondersteuning thuis30%
Dagbesteding9%
Schoon en leefbaar huis16%
Kortdurend verblijf
0%
WRV45%
NoordOost, Maatwerkvoorzieningen half 2016
Ondersteuning thuis24%
Dagbesteding10%
Schoon en leefbaar huis
20%
Kortdurend verblijf
1%
WRV45%
C-ZuidWest, Maatwerkvoorzieningen half 2016
Ondersteuning thuis37%
Dagbesteding6%
Schoon en leefbaar huis
17%
Kortdurend verblijf
0%
WRV40%
ZuidOost, Maatwerkvoorzieningen half 2016
11
De leeftijd van de bewoners die een beroep deden op ondersteuning en met wie een plan is gemaakt (2015)
0-173% 18-22
8%
23-6451%
65+38%
Noordwest, leeftijden in 20150-170%
18-228%
23-6448%
65+44%
Noordoost, leeftijden in 2015
0-171%
18-224%
23-6442%
65+53%
C-Zuidwest, leeftijden in 20150-171% 18-22
10%
23-6456%
65+32%
Onbekend1%
Zuidoost, leeftijden in 2015
64 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
65 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Bijlage 4: Maatregelen aanpak eenzaamheid
66 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
67 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
68 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
69 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Bijlage 5: Advies Wmo Cliëntenraad plus reactie college
Aan College van de Gemeente Lelystad Van Wmo Cliëntenraad Lelystad
Tav wethouder mevr. J. Sparreboom Adres Postbus 91 Adres Lemmerstraat 127
8200 AB Lelystad 8244 DJ Lelystad
Telefoon 0320 264407
E-mail info@wmoraadlelystad.nl
Datum 5 november 2016
Onderwerp 2016-7 gevraagd advies Uitvoeringsplan Wmo 2017
Van Wmo Cliëntenraad Lelystad
Geacht College,
Allereerst laten wij u weten dat wij het waarderen in een vroeg te zijn betrokken bij het Uitvoeringsplan Wmo 2017 “SAMEN LEVEN, SAMEN STERK”. Wij vinden het een prettig leesbaar plan en vragen uw aandacht voor de volgende punten.
2.1. Informatievoorziening Wij constateren dat de vindbaarheid van de sociale wijkteams via de wijkpunten is verbeterd, maar dat met name oudere inwoners (zonder internet) de weg naar zorg en ondersteuning nog niet kennen. Via huisbezoeken aan kwetsbare ouderen kan hier extra aandacht aan worden gegeven. Wij adviseren u om in eerste instantie alleenstaande 75plussers en echtparen van 80plus te bezoeken, die nog niet bekend zijn bij de Sociale wijkteams. Tijdens het bezoek hen op de hoogte brengen van de ondersteuningsmogelijkheden en het aanbod aan ontmoetingsactiviteiten in hun buurt. Dit om vereenzaming te voorkomen bij thuiswonende ouderen. Deelname aan de lokale markt in de week van Zorg en Welzijn lijkt ons zinvol, hoewel wij het bedrag van €10.000 aanzienlijk vinden.
2.2.3. Cliëntondersteuning Wij onderschrijven de constatering dat veel inwoners ondersteuning nodig hebben op financieel/administratief gebied. De inzet van door vrijwilligers bemensde financiële spreekuren in de diverse wijken juichen wij toe om ernstiger financiële problematiek te voorkomen. Wij begrijpen dat er wordt gewerkt met vrijwilligers, waarom zijn de kosten dan €135.000?
70 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
In het kader van de ratificatie van het VN verdrag voor de rechten van mensen met een beperking zijn wij van mening dat de gemeente samen met het GOL een plan van aanpak moet opstellen (vervolg op Agenda22) om te komen tot een “inclusief” Lelystad.
Als Wmo Cliëntenraad staan wij positief tegenover het onderzoek naar het samenvoegen tot één raad voor het sociaal domein.
2.8. Vervoer Wij stellen het op prijs eind 2016 op de hoogte te worden gesteld van het resultaat van het project “Mee op Weg”.
2.9. Scootmobielpools Wij zijn van mening dat de Sociale wijkteams nieuwe aanvragers van scootmobielen eerst tijdelijk een leenscootmobiel vanuit de pool moeten aanbieden. Wij horen dat gebruikers soms na korte tijd ervaren dat het rijden met een scootmobiel problemen geeft en hem weer inleveren. Een leenscootmobiel moet ook ingezet kunnen worden na een knie- of heupoperatie. Wij adviseren u dit bekend te maken bij de betrokken organisaties, Wij worden graag op de hoogte gehouden van het onderzoek naar de haal- en brengservice. Hierdoor zou het aantal scootmobiels dat weinig wordt gebruikt teruggedrongen kunnen worden.
2.10. Beschut wonen Wij onderschrijven de noodzaak om voor kwetsbare jongeren beschutte woonvormen te hebben waar zij met begeleiding kunnen groeien naar het zelfstandig kunnen wonen.
3.1. Huishoudelijke ondersteuning Wij denken dat het goed is dat het begrip “schoon en leefbaar huis” nader is omschreven. Door de gemiddelde vergoeding te verhogen met 10% moet het mogelijk zijn ook cliënten met een zwaardere ondersteuningsvraag te helpen. Wij zijn van mening dat het inzetten van individuele begeleiding naast de huishoudelijke hulp (als vervanging van het vroegere HV2) nog niet voldoende bekend is bij cliënten en zorgverleners en –aanbieders. Men moet individuele begeleiding aanbieden aan ouderen die de regie aan het kwijtraken zijn. Wij adviseren u ervoor te zorgen dat zorgverleners die merken dat hun cliënt meer zorg en ondersteuning nodig heeft de weg weten hoe en waar ze dit kunnen melden. Het beschikbaar stellen van betaalbare dienstencheques vinden wij een goed besluit. Met name de nog goedkopere cheques voor mensen met een laag inkomen kunnen problemen voorkomen.
3.2. Ondersteuning thuis Het positieve verloop van deze nieuwe taak van de gemeente is prettig te vernemen. Ook de daling van het PGB gebruik is positief. Wij adviseren u aan de cliënten die zijn overgestapt van PGB naar ZIN te vragen of zij hierover tevreden zijn. De extra inzet voor ondersteuning thuis voor kwetsbare ouderen en jongeren is zinvol en noodzakelijk. Wij adviseren u om voor mensen met GGZ problematiek een oplossing te zoeken die voor hen en voor hun omgeving de problemen oplost.
3.3. Dagbesteding Het positieve verloop van deze nieuwe taak van de gemeente is prettig te vernemen evenals de daling van het PGB gebruik. Wij adviseren u aan de cliënten die zijn overgestapt van PGB naar ZIN te vragen of zij hierover tevreden zijn. Het aanbieden van extra dagactiviteiten op wijk- en buurtniveau vraagt om deskundigheidsbevordering van vrijwilligers die zich hier inzetten. Wij adviseren u kennis
71 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
over te dragen aan vrijwilligers die te maken hebben met bijvoorbeeld buurtbewoners met complexe GGZ problematiek. Wij maken ons zorgen over goede uitstroomplekken voor leerlingen van het ZMLK onderwijs. Deze jongeren hebben een werkplek of dagbesteding nodig met goede begeleiding. Vrijwilligerswerk voor mensen met een lichte verstandelijke beperking onder leiding van vrijwilligers is niet voldoende. Wij adviseren u voor dit probleem een oplossing te zoeken. Als er in Lelystad geen geschikte dagbestedingsplek beschikbaar is, wat is er dan geregeld tav vervoer?
Extra opmerking tav van PGB gebruik Wij zijn van mening dat het Sociaal wijkteam in een aantal gevallen cliënten moet wijzen op het invullen van ondersteuning vanuit een PGB. Zeker als eigen regie en meer vrijheid verlangd wordt.
3.4. Kortdurend verblijf/respijthuis Wij worden graag op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen rond het respijthuis. Wij adviseren u via het steunpunt mantelzorg en de media (over)belaste mantelzorgers op de hoogte te brengen van de mogelijkheid gebruik te maken van respijtzorg. Niet alle mantelzorgers herkennen zich in deze benaming, maar kunnen wel behoefte hebben aan ondersteuning om hun taak langer vol te houden. Dit geldt zowel voor ondersteuners van ouderen als van jongeren met een beperking. Wij horen signalen dat de logeeropvang voor meervoudig gehandicapte kinderen in Lelystad niet beschikbaar is. Zij kunnen niet terecht in het logeerhuis van Triade.
3.7. Inkomenssteun chronisch zieken Wij zijn van mening dat de uitbreiding van de collectieve zorgverzekering voor inwoners met een beperking of chronische ziekte veel medische kosten kan voorkomen. Wij adviseren u de maandelijkse premie concurrerend vast te stellen, omdat vaak vooral gekeken wordt naar de maandelijkse kosten en niet direct naar de inhoud van de verzekering.
3.9. Meldpunt, klachten, bezwaar e.d. Als een cliënt niet tevreden is over het opgestelde ondersteuningsplan zal een ander lid van het Sociaal wijkteam er nogmaals naar kijken. Wij kunnen ons voorstellen dat een cliënt hier niet gelukkig mee is. Het inzetten van een mediator (gemeenteambtenaar) is ook niet onafhankelijk. Graag vernemen wij van u hoe vaak dit jaar na bemiddeling van de mediator toch is overgegaan tot het starten van een bezwaar- en beroepsprocedure. Wij adviseren u het Meldpunt voor het melden van verbeteringen beter bekend te stellen.
3.10. Toezicht Wmo Wij worden graag op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen rond toezicht op de Wmo.
5.1. Monitoring Wij willen graag ter informatie de 3D monitor voor het sociale domein ontvangen. Evenals de uitkomsten van het Klanttevredenheidsonderzoek.
Met vriendelijke groet,
Lia van Vliet
Secretaris
75 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
2.10. Beschut wonen
Wij onderschrijven de noodzaak om voor kwetsbare jongeren beschutte woonvormen te
hebben waar zij met begeleiding kunnen groeien naar het zelfstandig kunnen wonen.
Reactie: Wij gaan in overleg met betrokken partijen om te bepalen of en op welke wijze dit gerealiseerd kan worden. Dit is verwerkt in het Uitvoeringsplan Wmo 2017.
3.1. Huishoudelijke ondersteuning
Wij denken dat het goed is dat het begrip “schoon en leefbaar huis” nader is omschreven.
Door de gemiddelde vergoeding te verhogen met 10% moet het mogelijk zijn ook cliënten met
een zwaardere ondersteuningsvraag te helpen. Wij zijn van mening dat het inzetten van
individuele begeleiding naast de huishoudelijke hulp (als vervanging van het vroegere HV2)
nog niet voldoende bekend is bij cliënten en zorgverleners en –aanbieders.
Men moet individuele begeleiding aanbieden aan ouderen die de regie aan het kwijtraken zijn.
Wij adviseren u ervoor te zorgen dat zorgverleners die merken dat hun cliënt meer zorg en
ondersteuning nodig heeft de weg weten hoe en waar ze dit kunnen melden.
Het beschikbaar stellen van betaalbare dienstencheques vinden wij een goed besluit. Met
name de nog goedkopere cheques voor mensen met een laag inkomen kunnen problemen
voorkomen.
Reactie: Wij onderschrijven uw constatering dat de mogelijkheden van ondersteuning vanuit de Wmo soms nog onvoldoende bekend zijn. Er is met de leveranciers van huishoudelijke ondersteuning afgesproken dat zij, als zij constateren dat er extra ondersteuning nodig is, dit melden bij het Sociaal wijkteam. Het Sociaal wijkteam kan dan op huisbezoek gaan en regelen dat er bijvoorbeeld ondersteuning thuis wordt ingezet. Ook is er de mogelijkheid om dienstencheques in te zetten. Er wordt voortdurend ingezet op het vergroten van de bekendheid van de Sociaal wijkteams zodat ook bijvoorbeeld politie, huisartsen e.d. bij het wijkteam melden als er ondersteuning voor een inwoners nodig/gewenst is. Verder zullen we, zoals hiervoor al is genoemd, huisbezoeken gaan brengen aan kwetsbare ouderen zodat zij de ondersteuning krijgen die nodig is en/of de weg weten te vinden naar het Sociaal wijkteam als dit nodig is. 3.2. Ondersteuning thuis
Het positieve verloop van deze nieuwe taak van de gemeente is prettig te vernemen. Ook de
daling van het PGB gebruik is positief. Wij adviseren u aan de cliënten die zijn overgestapt van
PGB naar ZIN te vragen of zij hierover tevreden zijn.
De extra inzet voor ondersteuning thuis voor kwetsbare ouderen en jongeren is zinvol en
noodzakelijk. Wij adviseren u om voor mensen met GGZ problematiek een oplossing te zoeken
die voor hen en voor hun omgeving de problemen oplost.
Reactie: Wij voeren jaarlijks een cliëntervaringsonderzoek uit, waarin o.a. de tevredenheid over de verschillende maatwerkvoorzieningen wordt gemeten. Wij gaan ervan uit dat mensen bewust zijn overgestapt naar ZIN en dat daar voor hen een passend aanbod is (anders was men niet overgetapt en/of was weer teruggegaan naar een PGB). Een extra onderzoek op dit punt vinden we, gezien de capaciteit die dit vraagt, niet nodig/wenselijk. Vanuit ondersteuning thuis zal er extra worden ingezet op ouderen. Ondersteuning thuis is en blijft beschikbaar voor mensen met GGZ problematiek. Wij zijn in overleg met betrokken GGZ partijen om te komen tot een samenhangende aanpak en ondersteuning voor deze groep.
72
76 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
3.3. Dagbesteding
Het positieve verloop van deze nieuwe taak van de gemeente is prettig te vernemen evenals de
daling van het PGB gebruik. Wij adviseren u aan de cliënten die zijn overgestapt van PGB naar
ZIN te vragen of zij hierover tevreden zijn.
Reactie: Zie het antwoord bij het vorige onderdeel.
Het aanbieden van extra dagactiviteiten op wijk- en buurtniveau vraagt om
deskundigheidsbevordering van vrijwilligers die zich hier inzetten. Wij adviseren u kennis over
te dragen aan vrijwilligers die te maken hebben met bijvoorbeeld buurtbewoners met complexe
GGZ problematiek. Wij maken ons zorgen over goede uitstroomplekken voor leerlingen van
het ZMLK onderwijs. Deze jongeren hebben een werkplek of dagbesteding nodig met goede
begeleiding. Vrijwilligerswerk voor mensen met een lichte verstandelijke beperking onder
leiding van vrijwilligers is niet voldoende. Wij adviseren u voor dit probleem een oplossing te
zoeken.
Reactie: Wij onderschrijven dit. Voor een bepaalde groep is en blijft dagbesteding met professionele begeleiding nodig. Dit kan enerzijds vanuit de Wmo maar ook vanuit de Wlz worden georganiseerd. Een deel van de leerlingen vanuit het ZMLK onderwijs zal immers een Wlz indicatie krijgen. Voor een bepaalde groep zullen ook alternatieven mogelijk zijn, zoals vrijwilligerswerk met begeleiding of deelname aan activiteiten in een wijkvoorziening. Gemeente, scholen voor speciaal onderwijs en andere betrokken partijen zijn in overleg om te komen tot goede afspraken over de uitstroom vanuit het speciaal onderwijs en het vervolgtraject dat daarop volgt. Als er in Lelystad geen geschikte dagbestedingsplek beschikbaar is, wat is er dan geregeld tav
vervoer?
Reactie: De hoofdaannemer moet zorgen voor passende dagbesteding, inclusief het vervoer dat daarbij hoort. Mocht er gekozen worden voor een dagbestedingsplek buiten Lelystad (hetgeen voor zover wij weten niet of nauwelijks voorkomt), dan is de hoofdaannemer ook verantwoordelijk om afspraken te maken over (de kosten van) het vervoer.
Extra opmerking tav van PGB gebruik
Wij zijn van mening dat het Sociaal wijkteam in een aantal gevallen cliënten moet wijzen op het
invullen van ondersteuning vanuit een PGB. Zeker als eigen regie en meer vrijheid verlangd
wordt.
Reactie: Wij zijn het hiermee eens. De klant kan, als hij/zij aan bepaalde voorwaarden voldoet, kiezen voor een PGB. Het Sociaal wijkteam moet dit in het gesprek kenbaar maken. Wij zullen dit nogmaals onder de aandacht van de Sociaal wijkteams brengen.
3.4. Kortdurend verblijf/respijthuis
Wij worden graag op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen rond het respijthuis.
Wij adviseren u via het steunpunt mantelzorg en de media (over)belaste mantelzorgers op de
hoogte te brengen van de mogelijkheid gebruik te maken van respijtzorg. Niet alle
mantelzorgers herkennen zich in deze benaming, maar kunnen wel behoefte hebben aan
ondersteuning om hun taak langer vol te houden. Dit geldt zowel voor ondersteuners van
ouderen als van jongeren met een beperking.
Reactie:
73
77 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Wij onderschrijven uw constatering dat mantelzorgers vaak niet weten welke respijtzorg er beschikbaar is. Daarom is het Uitvoeringsplan Wmo 2017 opgenomen dat er een overzicht wordt gemaakt van de verschillende vormen van respijtzorg zodat mantelzorgers eenvoudig kunnen opzoeken welke respijtmogelijkheden er zijn. Wij horen signalen dat de logeeropvang voor meervoudig gehandicapte kinderen in Lelystad
niet beschikbaar is. Zij kunnen niet terecht in het logeerhuis van Triade.
Voor deze groep kinderen met meervoudige handicap zijn speciaal aangepaste logeerkamers nodig. De afgelopen periode is de logeervraag van deze groep in aantal toegenomen waardoor de logeervoorziening bij Triade voor deze specifieke doelgroep vaak vol is. Triade gaat in 2017 aanpassingen in de logeervoorziening aanbrengen zodat meer kinderen tegelijkertijd kunnen logeren.
3.7. Inkomenssteun chronisch zieken
Wij zijn van mening dat de uitbreiding van de collectieve zorgverzekering voor inwoners met
een beperking of chronische ziekte veel medische kosten kan voorkomen.
Wij adviseren u de maandelijkse premie concurrerend vast te stellen, omdat vaak vooral
gekeken wordt naar de maandelijkse kosten en niet direct naar de inhoud van de verzekering.
Reactie: Wij onderschrijven uw constatering. Wij hebben daarom op 25 oktober 2016 besloten de maandelijkse premie voor de collectieve ziektekostenverzekering met ingang van 1-1-2017 aanzienlijk naar beneden bij te stellen. De verzekering wordt daarmee veel aantrekkelijker. Ook is besloten de gebruikersgroep te verruimen naar inwoners met een inkomen tot 130% van het sociaal minimum (was 120%). Wij verwachten dat door deze maatregelen meer mensen gebruik gaan maken van de verzekering. 3.9. Meldpunt, klachten, bezwaar e.d.
Als een cliënt niet tevreden is over het opgestelde ondersteuningsplan zal een ander lid van
het Sociaal wijkteam er nogmaals naar kijken. Wij kunnen ons voorstellen dat een cliënt hier
niet gelukkig mee is. Het inzetten van een mediator (gemeenteambtenaar) is ook niet
onafhankelijk.
Graag vernemen wij van u hoe vaak dit jaar na bemiddeling van de mediator toch is
overgegaan tot het starten van een bezwaar- en beroepsprocedure.
Wij adviseren u het Meldpunt voor het melden van verbeteringen beter bekend te stellen.
Reactie: Vanaf medio 2015 tot nu is er bij 27 Wmo zaken mediation ingezet. In twee gevallen is er na mediation toch nog gestart met een bezwaarprocedure. Het Meldpunt Wmo is nu als aparte knop op onze website opgenomen. Wij gaan bekijken hoe we hier meer bekendheid aan kunnen geven aan het meldpunt.
3.10. Toezicht Wmo
Wij worden graag op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen rond toezicht op de Wmo.
Reactie: Wij zullen, als er nieuwe ontwikkelingen zijn, u hiervan op de hoogte stellen.
5.1. Monitoring
Wij willen graag ter informatie de 3D monitor voor het sociale domein ontvangen. Evenals de
uitkomsten van het Klanttevredenheidsonderzoek.
Reactie: De 3 D monitor is u inmiddels toegezonden. Op korte termijn zullen wij u ook het cliëntervaringsonderzoek toezenden.
74
78 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
Wij hebben uw advies verwerkt in het Uitvoeringsplan Wmo 2017. De vastgestelde versie treft u
bijgaand aan.
Wij gaan ervan uit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Als er nog vragen zijn dan kunt u
altijd contact met ons opnemen.
Hoogachtend,
het college van de gemeente Lelystad,
de secretaris, de burgemeester,
75
75 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
2.10. Beschut wonen
Wij onderschrijven de noodzaak om voor kwetsbare jongeren beschutte woonvormen te
hebben waar zij met begeleiding kunnen groeien naar het zelfstandig kunnen wonen.
Reactie: Wij gaan in overleg met betrokken partijen om te bepalen of en op welke wijze dit gerealiseerd kan worden. Dit is verwerkt in het Uitvoeringsplan Wmo 2017.
3.1. Huishoudelijke ondersteuning
Wij denken dat het goed is dat het begrip “schoon en leefbaar huis” nader is omschreven.
Door de gemiddelde vergoeding te verhogen met 10% moet het mogelijk zijn ook cliënten met
een zwaardere ondersteuningsvraag te helpen. Wij zijn van mening dat het inzetten van
individuele begeleiding naast de huishoudelijke hulp (als vervanging van het vroegere HV2)
nog niet voldoende bekend is bij cliënten en zorgverleners en –aanbieders.
Men moet individuele begeleiding aanbieden aan ouderen die de regie aan het kwijtraken zijn.
Wij adviseren u ervoor te zorgen dat zorgverleners die merken dat hun cliënt meer zorg en
ondersteuning nodig heeft de weg weten hoe en waar ze dit kunnen melden.
Het beschikbaar stellen van betaalbare dienstencheques vinden wij een goed besluit. Met
name de nog goedkopere cheques voor mensen met een laag inkomen kunnen problemen
voorkomen.
Reactie: Wij onderschrijven uw constatering dat de mogelijkheden van ondersteuning vanuit de Wmo soms nog onvoldoende bekend zijn. Er is met de leveranciers van huishoudelijke ondersteuning afgesproken dat zij, als zij constateren dat er extra ondersteuning nodig is, dit melden bij het Sociaal wijkteam. Het Sociaal wijkteam kan dan op huisbezoek gaan en regelen dat er bijvoorbeeld ondersteuning thuis wordt ingezet. Ook is er de mogelijkheid om dienstencheques in te zetten. Er wordt voortdurend ingezet op het vergroten van de bekendheid van de Sociaal wijkteams zodat ook bijvoorbeeld politie, huisartsen e.d. bij het wijkteam melden als er ondersteuning voor een inwoners nodig/gewenst is. Verder zullen we, zoals hiervoor al is genoemd, huisbezoeken gaan brengen aan kwetsbare ouderen zodat zij de ondersteuning krijgen die nodig is en/of de weg weten te vinden naar het Sociaal wijkteam als dit nodig is. 3.2. Ondersteuning thuis
Het positieve verloop van deze nieuwe taak van de gemeente is prettig te vernemen. Ook de
daling van het PGB gebruik is positief. Wij adviseren u aan de cliënten die zijn overgestapt van
PGB naar ZIN te vragen of zij hierover tevreden zijn.
De extra inzet voor ondersteuning thuis voor kwetsbare ouderen en jongeren is zinvol en
noodzakelijk. Wij adviseren u om voor mensen met GGZ problematiek een oplossing te zoeken
die voor hen en voor hun omgeving de problemen oplost.
Reactie: Wij voeren jaarlijks een cliëntervaringsonderzoek uit, waarin o.a. de tevredenheid over de verschillende maatwerkvoorzieningen wordt gemeten. Wij gaan ervan uit dat mensen bewust zijn overgestapt naar ZIN en dat daar voor hen een passend aanbod is (anders was men niet overgetapt en/of was weer teruggegaan naar een PGB). Een extra onderzoek op dit punt vinden we, gezien de capaciteit die dit vraagt, niet nodig/wenselijk. Vanuit ondersteuning thuis zal er extra worden ingezet op ouderen. Ondersteuning thuis is en blijft beschikbaar voor mensen met GGZ problematiek. Wij zijn in overleg met betrokken GGZ partijen om te komen tot een samenhangende aanpak en ondersteuning voor deze groep.
76
75 Uitvoeringsplan Wmo 2017 Gemeente Lelystad, 29-11-2016
2.10. Beschut wonen
Wij onderschrijven de noodzaak om voor kwetsbare jongeren beschutte woonvormen te
hebben waar zij met begeleiding kunnen groeien naar het zelfstandig kunnen wonen.
Reactie: Wij gaan in overleg met betrokken partijen om te bepalen of en op welke wijze dit gerealiseerd kan worden. Dit is verwerkt in het Uitvoeringsplan Wmo 2017.
3.1. Huishoudelijke ondersteuning
Wij denken dat het goed is dat het begrip “schoon en leefbaar huis” nader is omschreven.
Door de gemiddelde vergoeding te verhogen met 10% moet het mogelijk zijn ook cliënten met
een zwaardere ondersteuningsvraag te helpen. Wij zijn van mening dat het inzetten van
individuele begeleiding naast de huishoudelijke hulp (als vervanging van het vroegere HV2)
nog niet voldoende bekend is bij cliënten en zorgverleners en –aanbieders.
Men moet individuele begeleiding aanbieden aan ouderen die de regie aan het kwijtraken zijn.
Wij adviseren u ervoor te zorgen dat zorgverleners die merken dat hun cliënt meer zorg en
ondersteuning nodig heeft de weg weten hoe en waar ze dit kunnen melden.
Het beschikbaar stellen van betaalbare dienstencheques vinden wij een goed besluit. Met
name de nog goedkopere cheques voor mensen met een laag inkomen kunnen problemen
voorkomen.
Reactie: Wij onderschrijven uw constatering dat de mogelijkheden van ondersteuning vanuit de Wmo soms nog onvoldoende bekend zijn. Er is met de leveranciers van huishoudelijke ondersteuning afgesproken dat zij, als zij constateren dat er extra ondersteuning nodig is, dit melden bij het Sociaal wijkteam. Het Sociaal wijkteam kan dan op huisbezoek gaan en regelen dat er bijvoorbeeld ondersteuning thuis wordt ingezet. Ook is er de mogelijkheid om dienstencheques in te zetten. Er wordt voortdurend ingezet op het vergroten van de bekendheid van de Sociaal wijkteams zodat ook bijvoorbeeld politie, huisartsen e.d. bij het wijkteam melden als er ondersteuning voor een inwoners nodig/gewenst is. Verder zullen we, zoals hiervoor al is genoemd, huisbezoeken gaan brengen aan kwetsbare ouderen zodat zij de ondersteuning krijgen die nodig is en/of de weg weten te vinden naar het Sociaal wijkteam als dit nodig is. 3.2. Ondersteuning thuis
Het positieve verloop van deze nieuwe taak van de gemeente is prettig te vernemen. Ook de
daling van het PGB gebruik is positief. Wij adviseren u aan de cliënten die zijn overgestapt van
PGB naar ZIN te vragen of zij hierover tevreden zijn.
De extra inzet voor ondersteuning thuis voor kwetsbare ouderen en jongeren is zinvol en
noodzakelijk. Wij adviseren u om voor mensen met GGZ problematiek een oplossing te zoeken
die voor hen en voor hun omgeving de problemen oplost.
Reactie: Wij voeren jaarlijks een cliëntervaringsonderzoek uit, waarin o.a. de tevredenheid over de verschillende maatwerkvoorzieningen wordt gemeten. Wij gaan ervan uit dat mensen bewust zijn overgestapt naar ZIN en dat daar voor hen een passend aanbod is (anders was men niet overgetapt en/of was weer teruggegaan naar een PGB). Een extra onderzoek op dit punt vinden we, gezien de capaciteit die dit vraagt, niet nodig/wenselijk. Vanuit ondersteuning thuis zal er extra worden ingezet op ouderen. Ondersteuning thuis is en blijft beschikbaar voor mensen met GGZ problematiek. Wij zijn in overleg met betrokken GGZ partijen om te komen tot een samenhangende aanpak en ondersteuning voor deze groep.
77
Recommended