View
231
Download
3
Category
Preview:
DESCRIPTION
Â
Citation preview
Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
Boeveriestraat 73
(B)8000 Brugge
050 34 75 00
cvo@vtibrugge.be
http://cvo.vtibrugge.be
VOLWASSENENONDERWIJS
CVO VTIBRUGGE
20
12-2
013
2015-2
01
6
VOLWASSENENONDERWIJS CVO VTI Brugge Boeveriestraat 73 (B) 8000 Brugge 050 34 75 00 cvo.vtibrugge@vives.be www.cvo.vtibrugge.be/lerarenopleiding
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
2
Missie
Het CVO VTI BRUGGE organiseert de specifieke lerarenopleiding die leidt tot het “diploma van leraar”. Binnen de specifieke lerarenopleiding willen we aan alle volwassenen met leer- en/of werkervaring die leraar willen worden/zijn, optimale ontwikkelings- en groeikansen scheppen in een aangename, open en dynamische cultuur met respect voor eigenheid en diversiteit.
Visie
De “specifieke lerarenopleiding” (SLO) van het CVO VTI BRUGGE stelt de cursist centraal en biedt de cursist een traject op maat aan waarbij persoonlijke begeleiding en professionele ondersteuning van het SLO team voor een stimulerende leer- en ervaringsomgeving zorgen. Binnen de opleiding worden de cursisten gevormd tot een professionele leraar die de basiscompetenties beheersen met aandacht voor de attitudes waarin kritische ingesteldheid en eigenverantwoordelijkheid centraal staan. Een duidelijke communicatie en structuur worden gehanteerd via diverse kanalen binnen de opleiding. Binnen de opleiding voeren de verantwoordelijken een open en transparant lectoren- en cursistenbeleid met aandacht voor samenwerking met verschillende actoren binnen het onderwijslandschap.
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
3
Inhoudsopgave
1. Wat is SLO? 4
2. Voor wie? 10
2.1 Algemene toelatingsvoorwaarden 11
3. Opleidingsstructuur 13
3.1 Uitgangspunt: theorie en praktijk gaan hand in hand 13
3.2 Keuze voor gecombineerd onderwijs 13
3.3 Modulair systeem 14
3.4 Schematische voorstelling van de opleidingsstructuur 15
3.5 Verticaal overzicht van de opleidingsstructuur 18
3.6 Spreiding van de modules 18
4. Diverse trajecten 19
4.1 Het brugprogramma 19
4.2 Het reguliere traject 19
4.3 Het eenjarige traject 20
4.4 Het LIO-traject 20
5. Inschrijven 22
5.1 Kostprijs van de opleiding 22
5.2 Betaling 23
5.3 Inschrijfperiodes – richtdata 23
5.4 Inschrijfprocedure 23
6. Vrijstellingen 24
6.1 Algemeen 24
6.2 Vrijstellingenbeleid 24
6.3 Vrijstellingenprocedure 25
6. Contactinfo – Specifieke Lerarenopleiding 26
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
4
1. Wat is SLO?
De SLO (Specifieke Lerarenopleiding) is een pedagogisch-didactische vorming tot leraar.
Deze opleiding leidt tot het behalen van het diploma van leraar en bereidt je voor op
het ambt van leraar secundair onderwijs en bijgevolg vooral het lesgeven. Het diploma
van leraar is vereist om benoemd te worden in het secundair onderwijs.
Tijdens de opleiding verwerf je o.a. communicatie- en presentatievaardigheden die nuttig
zijn voor elke functie waar opleiding of training aan bod komt, ook buiten het onderwijs.
Daarnaast krijg je de kans om leerervaringen op te doen in diverse authentieke
werkomgevingen (stagescholen). Dit leerproces op de werkvloer wordt ondersteund door
de stagementoren van de stageplaats én door de stagebegeleiders van het CVO VTI
Brugge.
Je kan na de lerarenopleiding terecht in verschillende sectoren:
- het secundair onderwijs
- het hoger onderwijs
- het volwassenenonderwijs
- de educatieve, vormings- en opleidingssector in het algemeen
Om les te geven in het hoger onderwijs is het diploma van leraar strikt genomen niet
vereist. Het diploma geeft wél een aanduiding van jouw didactische kwaliteiten als
lesgever. De meeste directies zullen tijdens de sollicitatieprocedure zeker voorkeur geven
aan kandidaten met dit bewijs van pedagogische bekwaamheid (BPB).
De SLO wordt georganiseerd aan het CVO VTI Brugge in de Boeveriestraat 73 te Brugge.
Dit adres is echter enkel relevant voor de inschrijving voor de opleiding. Alle lessen gaan
door in hogeschool VIVES campus Noord, in de Xaverianenstraat 10 te Brugge!
Via een samenwerkingsverband kunnen de cursisten daar gebruik maken van alle
faciliteiten en genieten van onderwijs in een professionele en kwaliteitsvolle omgeving.
Diploma van Leraar
Na het succesvol afronden van de verschillende modules behaalt men het
diploma van leraar.
Belangrijk om weten is dat in de reglementering betreffende de onderwijs-
bevoegdheid in het secundair onderwijs geen onderscheid gemaakt wordt
tussen een Specifieke Lerarenopleiding gevolgd aan een universiteit, aan een
hogeschool of een centrum voor volwassenenonderwijs. In de drie gevallen
ontvangt met hetzelfde diploma. Er is dus geen onderscheid op gebied van
aanstelling, bezoldiging...
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
5
De lerarenopleiding is een beroepsopleiding. Het beroepsprofiel van de leraar (Besluit
van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2007) is de omschrijving van de kennis,
vaardigheden en attitudes van de leraar bij zijn beroepsuitoefening. Het beroepsprofiel
bevat de taken die een ervaren leraar verricht en zal verrichten in het licht van
maatschappelijke en andere ontwikkelingen, zoals de grootstedelijke context, de
taalvaardigheid in het Nederlands, de meertaligheid en de diversificatie van het
onderwijsgebeuren. De bouwstenen van het beroepsprofiel worden geordend op
basis van de grote verantwoordelijkheidsdomeinen van een leraar. Deze
verantwoordelijkheden worden gespecificeerd in typefuncties. Dit zijn algemene
beschrijvingen van deze verantwoordelijkheden voor de leraar. Dit zijn de drie
verantwoordelijkheidsdomeinen met bijhorende typefuncties:
de verantwoordelijkheid ten aanzien van de lerende:
1 de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen;
2 de leraar als opvoeder;
3 de leraar als inhoudelijk expert;
4 de leraar als organisator;
5 de leraar als innovator/onderzoeker;
de verantwoordelijkheid ten aanzien van de school/de onderwijsgemeenschap:
6 de leraar als partner van de ouders/verzorgers;
7 de leraar als lid van een schoolteam;
8 de leraar als partner van externen;
9 de leraar als lid van de onderwijsgemeenschap;
de verantwoordelijkheid ten aanzien van de maatschappij:
10 de leraar als cultuurparticipant.
Om te kunnen evolueren naar het beroepsprofiel van leraar bepaalt de overheid de
basiscompetenties van de leraar SO. De basiscompetenties van de leraar zijn de
omschrijving van de kennis, vaardigheden en attitudes, waarover iedere afgestudeerde
moet beschikken om op een volwaardige manier als beginnend leraar te kunnen
fungeren. De basiscompetenties stellen de leraar in staat door te groeien naar het
beroepsprofiel en worden rechtstreeks afgeleid van het beroepsprofiel. Je vindt deze
basiscompetenties ook verder in deze studiegids terug bij de beschrijving van de
opleidingsonderdelen (bij elke module wordt vermeld welke basiscompetenties ermee
worden nagestreefd).
Typefunctie 1 : de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
De leraar kan :
1.1 de beginsituatie van de lerenden en de groep achterhalen;
1.2 doelstellingen kiezen en formuleren;
1.3 de leerinhouden en leerervaringen selecteren;
1.4 de leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten;
1.5 aangepaste werkvormen en groeperingsvorm bepalen;
1.6 individueel en in team leermiddelen kiezen en aanpassen;
1.7 een krachtige leeromgeving realiseren, met aandacht voor de heterogeniteit binnen
de leergroep;
1.8 observatie en evaluatie voorbereiden, individueel en indien nodig in team;
1.9 proces en product evalueren met het oog op bijsturing, remediëring en
differentiatie;
1.10 in overleg met collega’s deelnemen aan zorgverbredingsinitiatieven en die laten
aansluiten bij de totaalbenadering van de school;
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
6
1.11 het leer- en ontwikkelingsproces adequaat begeleiden in Standaardnederlands en
daarbij rekening houden met en gericht inspelen op de diverse persoonlijke en
maatschappelijke taalachtergronden van de leerlingen.
1.12 omgaan met de diversiteit van de leergroep.
1.13 Leer- en ontwikkelingsprocessen opzetten, zowel vanuit de inhouden van zijn/haar
vakgebied, als vanuit een vakoverschrijdende invalshoek.
Typefunctie 2 : de leraar als opvoeder
De leraar kan :
2.1 In overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op
school;
2.2 de emancipatie van de leerlingen bevorderen;
2.3 door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke
participatie voorbereiden;
2.4 actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context;
2.5 adequaat omgaan met leerlingen in sociaal-emotionele probleemsituaties of met
gedragsmoeilijkheden;
2.6 de fysieke en geestelijke gezondheid van de leerlingen bevorderen;
2.7 communiceren met leerlingen met diverse taalachtergronden in diverse talige
situaties.
Typefunctie 3 : de leraar als inhoudelijke expert
De leraar:
3.1 beheerst de domeinspecifieke kennis en vaardigheden, en kan die verbreden en
verdiepen;
3.2 kan de verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden aanwenden;
3.3 kan het eigen vormingsaanbod situeren en integreren in het geheel van het
onderwijsaanbod met het oog op de begeleiding en oriëntering van de leerlingen.
Typefunctie 4 : de leraar als organisator
De leraar kan :
4.1 een gestructureerd werkklimaat bevorderen;
4.2 een soepel en efficiënt les- of dagverloop creëren, passend in een tijdsplanning
vanuit het oogpunt van de leerkracht en de leerlingen;
4.3 op correcte wijze administratieve taken uitvoeren;
4.4 een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de
veiligheid van de leerlingen.
Typefunctie 5 : de leraar als onderzoeker
De leraar kan :
5.1 vernieuwende elementen en resultaten van onderwijsontwikkelingswerk aanwenden
en aanbrengen;
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
7
5.2 kennisnemen van toegankelijke resultaten van onderwijsonderzoek en van
vakdidactisch en vakinhoudelijk onderzoek;
5.3 het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen.
Typefunctie 6 : de leraar als partner van de ouders of verzorgers (Het begrip
"verzorgers" verwijst naar de personen die ter vervanging van de ouders de
verantwoordelijkheid dragen voor de leerlingen.)
De leraar kan :
6.1 zich informeren over en discreet omgaan met de gegevens over de leerling;
6.2 met ouders of verzorgers communiceren over de leerling in de school op basis van
overleg met collega’s of externen;
6.3 in overleg met het team, communiceren met de ouders of verzorgers over het klas-
en schoolgebeuren, rekening houdend met de diversiteit van de ouders;
6.4 met ouders of verzorgers dialogeren over opvoeding en onderwijs;
6.5 in Standaardnederlands of in een ander passend register, communiceren met
ouders en verzorgers met diverse taalachtergronden in diverse talige situaties.
Typefunctie 7 : de leraar als lid van een schoolteam
De leraar kan :
7.1 overleggen en samenwerken binnen het schoolteam;
7.2 binnen het team zowel vakspecifiek als vakoverschrijdend over een taakverdeling
overleggen en de afspraken naleven;
7.3 de eigen pedagogische en didactische opdracht en aanpak in het team
bespreekbaar maken;
7.4 zich documenteren over de eigen rechtspositie en die van de leerlingen;
7.5 in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met alle leden van het
schoolteam.
Typefunctie 8 : de leraar als partner van externen
De leraar kan :
8.1 in overleg met collega’s contacten leggen, communiceren en samenwerken met
externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden;
8.2 met de hulp van collega’s de nodige relaties met organisaties initiëren, uitbouwen
en onderhouden en samenwerken met actoren op de arbeidsmarkt en het hoger
onderwijs;
8.3 onder meer met het oog op gelijkeonderwijskansen en in overleg met collega’s,
contacten leggen, communiceren en samenwerken met de brede sociaal-culturele
sector;
8.4 in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met medewerkers van
onderwijsbetrokken initiatieven en van stage- of tewerkstellingsplaatsen.
Typefunctie 9 : de leraar als lid van de onderwijsgemeenschap
De leraar kan :
9.1 deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema's;
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
8
9.2 dialogeren over zijn beroep en zijn plaats in de samenleving.
Typefunctie 10 : de leraar als cultuurparticipant
De leraar kan :
10.1 actuele thema's en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen op de
volgende domeinen :
10.1.1 het sociaal-politieke domein;
10.1.2 het sociaal-economische domein;
10.1.3 het levensbeschouwelijke domein;
10.1.4 het cultureel-esthetische domein;
10.1.5 het cultureel-wetenschappelijke domein.
Volgende beroepshoudingen/attitudes gelden voor alle typefuncties:
1 beslissingsvermogen: durven een standpunt innemen of tot een handeling overgaan
en er ook verantwoordelijkheid voor dragen;
2 relationele gerichtheid: in contacten met anderen kenmerken van echtheid,
aanvaarding, empathie en respect tonen;
3 kritische ingesteldheid: bereid zijn zichzelf en zijn omgeving in vraag te stellen, de
waarde van een bewering of een feit, de haalbaarheid van een vooropgesteld doel
te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen;
4 leergierigheid: actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te
verdiepen;
5 organisatievermogen: erop gericht zijn de taken zodanig te plannen, te coördineren
en te delegeren, dat het beoogde doel op een efficiënte manier bereikt kan worden;
6 zin voor samenwerking: bereid zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te
werken;
7 verantwoordelijkheidszin: zich verantwoordelijk voelen en zich engageren om een
positieve ontwikkeling van de lerende te bevorderen;
8 flexibiliteit: bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden,
middelen, doelen, mensen en procedures.
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
9
LEER-KRACHT
HET BEROEPSPROFIEL EN DE BASISCOMPETENTIES
GEFORMULEERD VANUIT DE VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE LERAAR (5-10-2007)
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
10
2. Voor wie?
Iedereen kan in theorie deze opleiding volgen. Zowel cursisten die al in het bezit zijn van
een basisdiploma (secundair of hoger onderwijs) of die een aantal jaren beroepservaring
hebben in een bepaald vakgebied (al dan niet met diploma secundair onderwijs) kunnen
deze opleiding volgen. Het publiek is zeer divers en dat geeft net een meerwaarde aan de
opleiding.
In principe bereidt deze studie voor op een ambt (leraar, opvoeder, leerlingbegeleider…)
in het secundair onderwijs, maar ook voor het hoger onderwijs of het lesgeven buiten het
reguliere onderwijs bewijst ze haar nut.
De opleiding is een aanvulling op de reeds verworven theoretische of praktische kennis
van de cursisten; men leert die kennis gebruiken in een lessituatie en in een
schoolsituatie. Op grond van je basisdiploma of beroepservaring wordt bepaald welke
vakken en op welke niveaus je les mag geven.
Via de site http://www.ond.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/ kan je – mits wat
zoekwerk en heen-en-weer-geklik tussen ‘diploma en vak’ – achterhalen (1) welke
vakken je zal mogen geven met jouw bekwaamheidsbewijzen en/of (2) over welke
bekwaamheidsbewijzen je moet beschikken om een bepaald vak te mogen geven.
Aangezien het niet steeds eenvoudig is om je weg te vinden doorheen dit doolhof vol
vakjargon, geven we jullie nog de volgende ‘hulplijnen’ mee. Tevens de handleiding en
gids voor studenten lerarenopleiding (zie pijlen in onderstaande figuur) zijn aan te raden.
Voor meer informatie
Site: http://www.ond.vlaanderen.be/infolijn/faq/default.htm
Gratis infolijn (nummer 1700): Hier probeert men je te helpen, elke werkdag
te bereiken tot 19:00 uur.
o Leerwinkel: zie brochure achteraan
Afbeelding 1: schermweergave http://www.ond.vlaanderen.be/bekwaamheidsbewijzen/
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
11
2.1 Algemene toelatingsvoorwaarden
Als algemene toelatingsvoorwaarden voor de Specifieke Lerarenopleiding gelden:
1. minimum voldaan hebben aan de deeltijdse leerplicht (tot 15-16, voltijds);
2. eventueel beschikken over een diploma (dit is een EVK: eerder verworven
kwalificatie) van het secundair onderwijs, een diploma van het hoger onderwijs of een
gelijkwaardig verklaard diploma.
Indien je geen diploma secundair onderwijs behaald hebt, kan je toch
toegelaten worden tot de Specifieke Lerarenopleiding als je de opstap-modules
OTV en OAV volgt of slaagt voor de toelatingsproeven van deze modules. Deze
worden ingericht op vaste data in CVO VIVO Kortrijk. Voor meer informatie
omtrent deze examens kan je steeds terecht bij mevr. Stéphanie Van Marcke1.
Gerichte oefeningen maken vooraf, kan je slaagkansen zeker verhogen. Wij
kunnen het nodige materiaal ter beschikking stellen. Maak hiervoor tijdig een
afspraak met mevr. Stéphanie Van Marcke zodat je je zo goed mogelijk kunt
voorbereiden. Je hoeft immers een volledig semester minder les te volgen indien
geslaagd!
Let wel, het toegelaten worden tot de SLO betekent echter niet automatisch dat
je vervolgens zomaar aan de slag kan als leraar en/of zomaar stage mag lopen.
Soms moet je eerst een aantal jaren gewerkt hebben binnen een bepaalde sector. Je
moet m.a.w. dus eerst wat praktijkervaringen opdoen. Dit wordt ook wel aangeduid met
de term ‘nuttige ervaring’ (NE). Het vereiste aantal jaren ‘nuttige ervaring’ hangt af
van jouw hoogst behaalde diploma. Houders van een master- of een bachelordiploma
moeten in principe geen werkervaring te hebben. Behaalde je een diploma van het Hoger
Secundair Onderwijs, dan volstaat drie jaar nuttige ervaring. Zes jaar werkervaring kan
dan weer volstaan indien je in het bezit bent van een getuigschrift van het Lager
Secundair Onderwijs (t.e.m. 2e graad). Beschik je over geen van de bovenvermelde
diploma’s, dan zal je moeten kunnen aantonen dat je minstens negen jaar ervaringen
hebt opgedaan binnen een welbepaalde sector. Alle informatie betreffende de aanvraag
en erkenning van de nuttige ervaring vind je terug op volgende site:
http://www.ond.vlaanderen.be/leerkrachtendatabank/nuttige-ervaring/.
1 stephanie.vanmarcke@cvovivo.be
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
12
2.2 Startcompetenties
Om de opleiding te kunnen starten en met succes te kunnen doorlopen moet je eveneens
over enkele competenties beschikken:
(1) ICT-vaardigheden: kunnen werken met internet, Office (basis) en e-mail,
Smartschool, …
In onze huidige maatschappij zijn computer- en ICT-vaardigheden in het algemeen
onmisbaar geworden. Dit geldt evenzeer in de lerarenopleiding en in de latere
beroepspraktijk van een leraar. Gelukkig zijn er veel online cursussen en merken we dat
cursisten elkaar in deze graag helpen.
Van een leraar wordt niet alleen verwacht dat hij zelf vlot overweg kan met
tekstverwerking, internet en leerplatformen, daarnaast heeft elke leraar ook de
verantwoordelijkheid om leerlingen op dit vlak bij te sturen en hen de nodige
ondersteuning te bieden. Het verleden leerde ons dat we er niet zomaar mogen van
uitgaan dat onze diverse doelgroep alle voorgaande vaardigheden even sterk onder de
knie heeft. We willen daarom ook iedereen verschillende oefenkansen bieden, door
bijvoorbeeld te werken met een digitale leeromgeving en door de opleiding te
organiseren in de gebouwen van de Vives campus Noord, met up-to-date PC-lokalen en
lokalen uitgerust met digitale borden. Elk semester wordt een ICT-peilingstoets
afgenomen bij de nieuwe cursisten. Diegene die onvoldoende competenties bezit
betreffende ICT kan via een zelfremediëring gaan bijspijkeren. Indien dit onvoldoende
zou blijken is er nog steeds de ICT-coördinator om op terug te vallen via gratis
bijspijkersessies. Informatie hierover wordt tijdig gecommuniceerd via Smartschool
tijdens de opleiding.
Hoewel weinig CVO’s hier gebruik van maken; hebben we er als team bewust voor
gekozen om het elektronisch platform Smartschool te integreren in de opleiding.
Ondanks het feit dat dit digitaal leerplatform misschien niet het meest ideale is om te
gebruiken in het volwassenenonderwijs, is dit een zeer bewuste keuze: Smartschool
wordt immers door meer dan 90% van de Vlaamse secundaire scholen gebruikt bij
de ondersteuning van hun onderwijsproces. Daarnaast werkt Smartschool nauw samen
met de verschillende onderwijskoepels en uitgeverijen. Een continue ontwikkeling wordt
dus gegarandeerd.
Het spreekt voor zich dat je een streepje voor hebt bij een sollicitatie als je deze
applicatie al goed onder de knie hebt. Voor verdere info verwijzen we graag naar de
infobundel over het leerplatform en ook de site van Smartschool kijk je het best even
goed na.2 Voor nieuwe cursisten wordt tijdens een introductiesessie de basis van
Smartschool uit de doeken gedaan door onze ICT-coördinator.
(2) Taalvaardigheid: Vaardigheden op het vlak van lezen, schrijven, spreken en
luisteren beheersen. Bereid zijn tot bijsturen op dit vlak. Ook hiervoor zijn
2 website Smartschool: http://www.smartschool.be/
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
13
bijspijkercursussen waarin ondersteuning wordt voorzien via de taalcoach. Een complete
taalondersteuning is voorzien, waarop de cursisten mee aan de slag kunnen.
(3) Vakbekwaamheid: Over de vereiste vakkennis beschikken. Dit wordt al snel
duidelijk tijdens je eerste (oefen)lessen. De bibliotheek in VIVES zorgt alvast voor een
schat aan informatie.
(4) Attitudes: Zelfstandig kunnen werken, leergierigheid, respectvolle omgang met
medecursisten en docenten, verantwoordelijkheidszin, sociaal vaardig zijn… Ook de
decretale attitudes zijn een rode draad doorheen de opleiding.
3. Opleidingsstructuur
3.1 Uitgangspunt: theorie en praktijk gaan hand in hand
De specifieke lerarenopleiding omvat 60 studiepunten, waarbij zowel de theoretische
component als het praktijkgedeelte elk 30 studiepunten vertegenwoordigen. De
hervorming van de lerarenopleiding wil een duidelijk accent op praktijk leggen en dit
doorheen alle eenheden van de opleiding. ‘Theorie en praktijk direct aan elkaar
koppelen’, is een belangrijke doelstelling van deze waardevolle hervorming. Er worden
praktijkopdrachten in de lessen geïntegreerd (opleidingspraktijk - OP) en men maakt
kennis met het werkveld, met name de onderwijspraktijk in een stageschool (pre-
servicepraktijk - PP). Hierbij word je uiteraard voldoende gebrieft en gecoacht door de
betrokken lectoren. Zo vermijden we de ‘praktijkshock’ en kun je ook meteen ervaren of
een job in het onderwijs echt iets voor jou is. Concrete uitleg OP-PP volgt.
3.2 Keuze voor gecombineerd onderwijs
Het CVO VTI Brugge werkt volgens de principes van gecombineerd onderwijs. Dit
betekent dat de lesmomenten (contactonderwijs - CO) op het CVO afgewisseld kunnen
worden met momenten waarop men van thuis uit een gedeelte van de leerstof
bestudeert en/of opdrachten maakt (afstandsonderwijs - AO). De lectoren zullen dit
grondig met jullie bespreken en de data inlassen in hun jaarplan of moduleplan.
Voor deze vorm van onderwijs wordt verplicht intensief gebruik gemaakt van onze
elektronische leeromgeving ‘Smartschool’. Op het leerplatform wordt een grote
mate van interactiviteit verondersteld: het werken met een forum en het coachen door
de leraar zijn een absolute noodzaak. Daarenboven wordt een sociaal leerproces
verondersteld, waarbij het collaboratief leren als meerwaarde van het gecombineerd
leren wordt geponeerd. Via Smartschool kunnen jullie in groepjes ingedeeld worden en
vanop afstand een groepstaak voorbereiden, reageren op stellingen op fora…
Elke lector zal beslissen welk gedeelte van de leerstof best aangebracht wordt tijdens de
contactmomenten en welk gedeelte best past voor een onderwijs op afstand; het is
daarbij onverschillig of dat deel betrekking heeft op T (theorie), OP of PP (opdrachten in
de klas of op een stageschool). De verhouding tussen de contacturen en de uren
afstandsonderwijs, moet overeen komen met de vastgelegde verhouding voor deze
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
14
module; in welk ritme dat gedeelte afstand wordt aangeboden is een keuze die de
lectoren zelf kunnen maken. De vraag ‘wat een zinvolle invulling is’ voor het
afstandsgedeelte hangt samen met de vraag welke de geschatte werkbelasting is voor de
cursist; deze schatting kan echter nooit haarfijn berekend worden en is verschillend van
cursist tot cursist.
Let wel, afstandsonderwijs betekent niet ‘minder werk’, integendeel! Jouw
actieve participatie wordt gequoteerd en bijgehouden door de docent. Bijvoorbeeld: Op
Smartschool kan een forum opgestart worden waarvan men dan verwacht dat iedereen
en met voldoende argumenten reageert op bvb. stellingen, actief en constructief
participeert aan discussies, de thuisgemaakte voorbereiding op PP’s uploadt, taken tijdig
indient… Indien hij of zij dit niet doet, brengt dat de slaagkansen ernstig in het gevaar.
De lector volgt immers nauwgezet jullie kwaliteit en kwantiteit van participatie op. De
toepassing hiervan hangt echter af van module tot module.
3.3 Modulair systeem
De Specifieke Lerarenopleiding (SLO) is modulair georganiseerd en bestaat uit een
opstapmodule en vier clusters geconcentreerd rond de belangrijkste basiscompetenties
van een leerkracht. Voor meer informatie omtrent de ‘Beroepsprofielen en
Basiscompetenties van de leraar secundair onderwijs’ wordt verwezen naar
www.ond.vlaaderen.be.
Module OPSTAP Opstapmodule
Module MBC Maatschappelijke & Beroepsgerichte Competentie
Module POC Pedagogisch-Organisatorische Competentie
Module PPC Psycho-Pedagogische Competentie
Module DC Didactische Competentie
Tabel 1: Overzicht competentieclusters
Alle competentieclusters (met uitzondering van PPC) zijn verder opgesplitst in modules.
Elke module loopt over een half of een volledig semester en wordt doorgaans minstens
twee keer per jaar aangeboden. Op het einde van elke module (met uitzondering van
DCO en DCS) wordt een examen afgenomen. Indien deze succesvol doorlopen zijn heeft
de cursist recht op een 'deelcertificaat'. Deze kan vrijblijvend worden opgevraagd via
de administratie. Deze worden niet standaard opgestuurd. Op het einde van de opleiding,
ontvangt de cursist het diploma van leraar.
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
15
3.4 Schematische voorstelling van de opleidingsstructuur
LT: aantal lestijden. Een module van 80 LT is uiteraard zwaarder dan een module
van 40LT. Doorgaans is de duurtijd van een module van 80 LT een volledig semester
terwijl een van 40 bijgevolg een half semester veronderstelt. Een lestijd duurt net als
in het secundair onderwijs 50 minuten.
SP: studiepunten zijn een maatstaf waarmee de studielast van (delen van)
opleidingen wordt uitgedrukt. Uiteraard is dit een richtlijn, niet iedereen studeert
bijvoorbeeld even snel. Bij iedere module wordt geschat hoeveel uren de gemiddelde
cursist nodig heeft om de leerdoelen van de module te bereiken. Dit wordt
omgerekend naar een aantal studiepunten die de student behaalt wanneer hij of zij
voor een module slaagt. Algemeen kunnen we stellen dat 1 SP gelijkgesteld wordt
met ongeveer 25 tot 30 uur taakbelasting voor de cursist. De volgende activiteiten
worden meegenomen in de berekening van de studielast: (1) het bijwonen van de
lessen, (2) de voorbereidingstijd en (3) het studeren en het afleggen van het
examen. Zo bedraagt de studietijd van een voltijds studiejaar van 60 studiepunten
minstens 1500 en hoogstens 1800 uren studietijd. De studiepunten worden vermeld
in het studieprogramma. Ter vergelijking: een driejarige opleiding bachelor secundair
onderwijs bestaat uit 18O SP.
T: De cursus samen met de lessen zijn de basis van de theorie. Deze wordt bevraagd
d.m.v. een examen. Deze kan verschillende vormen aannemen (mondeling,
schriftelijk, open boek, gesloten boek etc.). Indien niet geslaagd kan een herkansing
voorzien worden door de lector.
OP: Onder Opleidingspraktijk verstaan we alle opdrachten en taken die uitgevoerd
worden tijdens de lessen. Indien niet geslaagd voor dit onderdeel dient men zich
opnieuw in te schrijven het daaropvolgende semester voor dat onderdeel. Het
inschrijvingsgeld is uiteraard evenredig aan het aandeel van OP binnen de totale
module.
PP: De Preservicepraktijk omvat alle praktijkopdrachten die uitgevoerd worden
binnen een of meerdere stagescholen naar keuze. Indien niet geslaagd voor dit
onderdeel dient men zich opnieuw in te schrijven het daaropvolgende semester voor
dat onderdeel. Het inschrijvingsgeld is uiteraard evenredig aan het aandeel van PP
binnen de totale module.
In elke module - binnen het reguliere en eenjarige traject – zitten zowel OP’s als PP’s
vervat, alle cursisten moeten dus voor elke module praktijkopdrachten uitvoeren,
enerzijds in de klas (VIVES), anderzijds in de stageschool. De voorbereiding hierop
kan gebeuren onder de vorm van afstandsonderwijs of tijdens de les. Dit betekent dat
het contact met het werkveld niet wordt uitgesteld tot het einde van de opleiding
maar men reeds van bij de start van de opleiding een samenwerking met een
stageschool opstart.
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
16
Doelgroep
COMPETENTIECLUSTERS MODULES SP LT LSO HSO HO
Opstapmodule TV
Taalvaardigheid
9 120 x
AV
Algemene vorming
6 80 x
MBC
Maatschappelijke en beroepsgerichte
competentie
OMA
Onderwijs en maatschappij
3 40 x
x x
LEV
Leerkracht en
verantwoordelijkheden
4 40 x
x x
POC
Pedagogisch-organisatorische
competentie
COO
Communicatie en overleg
6 80 x x x
BEG
Begeleiding
4 40 x x x
GRM
Groepsmanagement
4 40 x x x
PPC
Psycho-pedagogische competentie
PPC
Psycho-pedagogische
competentie
6 80 x x x
DC
Didactische Competentie
DCA
Didactische Competentie
Algemeen
6 80 x x x
DCP
Didactische Competentie
Praktijkinitiatie
10 120 x x x
DCO
Didactische Competentie
Oefenlessen
10 120 x x x
DCS
Didactische Competentie Stage
7 80 x x x
Tabel 2: Opleidingsmodel - Overzicht competentieclusters en volgtijdelijkheid
DCA is de startmodule.
De modules met een zijn de modules die moeten worden afgewerkt
vooraleer men de stagemodule DCS kan aanvangen (zie tabel 3, p. 17)!
GRM kan samen met DCS worden vervolledigd.
Met vragen omtrent jouw individueel traject kan je terecht bij de
zorgcoördinator Nathalie Peene en/of de opleidingscoördinator Dennis Monte
(zie contactgegevens op p. 26).
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
17
Tabel 3:
Opleiding
smodel –
Overzicht
logische
opbouw
modules
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
18
3.5 Verticaal overzicht van de opleidingsstructuur
Wanneer je het opleidingsmodel van de SLO (pagina 17) verticaal leest, vind je:
in de eerste kolom de 5 competentieclusters (benaming van een groep modules die
inhoudelijk samen horen).
in de tweede kolom een nummering (1, 2, 3). Deze cijfers verwijzen naar de 3
groepen cursisten die kunnen instromen, met name
o groep 1: cursisten zonder diploma (hoger) secundair onderwijs
o groep 2: cursisten met diploma secundair onderwijs (SO)
o groep 3: cursisten met diploma hoger Onderwijs (HO)
vanaf de derde kolom de verschillende modules per cluster.
De opstapmodule of het brugprogramma moet enkel gevolgd worden door groep
1 indien men niet slaagt voor de toelatingsproeven. De andere clusters (MBC,
POC, PPS en DC) dienen door iedereen (groepen 1, 2 en 3) gevolgd te worden, tenzij
men een vrijstelling heeft verworven.
In het reguliere traject (zie later) zijn enkel de didactische modules onderworpen aan
een volgtijdelijkheid (zie pijlen). Dit betekent dat deze modules in deze volgorde
worden afgelegd in functie van een duidelijke didactische leerlijn. De overige modules
zijn vrij in te plannen. De keuze wordt vaak gebaseerd op de lesdag waarop de
module wordt ingericht. Op de site3 vindt men de roosters terug waarop men zich kan
baseren om een juiste keuze te maken in functie van werk en gezin.
Voorwaarde om de DCS-eindstage aan te vatten is het vervolledigen van de
clusters POC, PPC en uiteraard de overige modules in de DC-cluster.
3.6 Spreiding van de modules
Iedere module wordt over één semester gespreid. Er zal niet elke week
contactonderwijs zijn, maar interpreteer dit niet als minder werkbelasting. Via
afstandsonderwijs worden inspanningen gevraagd om op zelfstandige basis opdrachten te
maken of leerinhouden voor te bereiden. De lector in kwestie zal coachen, begeleiden en
bijsturen in onderlinge afspraak met de cursisten.
3 website CVO VTI Brugge: http://cvo.vtibrugge.be/lerarenopleiding
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
19
4. Diverse trajecten
De Specifieke Lerarenopleiding wordt op drie manieren aangeboden, m.s. via het
reguliere traject, via het eenjarige traject en via het LIO-traject. Iedereen kan dus een
traject op maat kiezen. Tevens voorzien we een brugprogramma voor cursisten die
niet beschikken over een diploma secundair onderwijs.
4.1 Het brugprogramma4
Sinds 2010 is het mogelijk om cursisten, die niet beschikken over het diploma secundair
onderwijs, vrij te stellen van dit brugprogramma op basis van een toelatingsproef. Met
deze toelatingsproef wordt nagegaan of de cursist beschikt over de competenties die
vereist zijn om de specifieke lerarenopleiding te volgen. Indien u hiervoor slaagt, kunt u
meteen overstappen naar het reguliere traject! In het andere geval dient het
brugprogramma gevolgd te worden.
De lessen Opstap Taalvaardigheid ontwikkelen taalvaardigheid die stoelt op een
nauwkeurig taalbegrip in het lezen en luisteren en een verzorgd spreken en schrijven. De
studenten leren het juiste taalgedrag aannemen volgens hun onderwijsdoelen. Ze
ervaren dat het rendement van hun lesgeven verhoogt door een geslaagde verbale
interactie met hun leerlingen. Er gaat veel aandacht naar een correcte toepassing van de
spellingsregels, het schrijven van verslagen en het geven van speeches.
In de module Opstap Algemene vorming verwerven de studenten een zo breed
mogelijk inzicht over politiek, cultuur, communicatie, onderwijs… Ze maken ook kennis
met de diverse onderwijsniveaus. Mogelijke onderwerpen die aan bod kunnen komen:
criminaliteit, jeugddelinquentie met de sociologische verklaringen en maatschappelijke
reacties, psycho-sociale benadering van communicatie.
4.2 Het reguliere traject
Je kan in ruime mate zelf bepalen in welke volgorde je de modules volgt: enkel waar er
pijlen getekend werden (in de cluster 'Didactische competentie'), moet je de vier
modules opeenvolgend doorlopen; dit noemen we ‘volgtijdelijkheid’. Verder zijn er
wettelijk geen regels opgelegd op dit vlak. Wel is het zinvol om te starten met modules
als COO, DCA en PPC en dit best in combinatie met een kleinere module (OMA, LEV, BEG,
GRM…); maar dit is vrijblijvend advies. Voor advies omtrent het opmaken van een traject
kan men steeds contact opnemen de opleidingscoördinator Dennis Monte5.
Het reguliere traject wordt dus gekenmerkt door flexibiliteit en de mogelijkheid tot
combinatie van leren, werken en gezin. De cursist kan kiezen om ’s avonds en/of op
4 De opstapmodules gaan vanaf 2013-2014 door in CVO VIVO Kortrijk in het kader van
een nieuw samenwerkingsverband. 5 Alle contactgegevens vindt men terug op het einde van deze brochure.
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
20
zaterdagvoormiddag les te volgen. Je bepaalt met andere woorden door het modulaire
systeem zelf het studietraject en bijgevolg de duur ervan. Elke module wordt elk
semester aangeboden en dit zowel tijdens de week (van 18:00u of 19:00u tot 21:30u)
als op zaterdagvoormiddag.
Je kunt zelf kiezen hoe “intensief” je jouw programma maakt: dit is een van onze grote
troeven. De cursist kiest per semester welke modules hij/zij wil volgen. Zo kan hij/zij de
omvang van het pakket, het aantal lesdagen, en het tempo qua vorderen in het
programma bepalen. Afhankelijk van bijvoorbeeld gewijzigde gezins- of
werkomstandigheden, is het perfect mogelijk om het een semester iets kalmer aan te
doen door bijvoorbeeld slechts één module van 40LT te volgen.
4.3 Het eenjarige traject
Vanaf september 2012 richten we – in samenwerking met Vives – een voltijdse
dagopleiding in. In de eerste plaats staat dit traject open voor afgestudeerde
professionele bachelors en houders van een masterdiploma. Het voltijdse
dagprogramma kan enkel aangevat worden in september.
Het programma van de eenjarige dagopleiding of m.a.w. de volgorde van de te doorlopen
modules staat vast. De lessen gaan door op maandag, woensdag en vrijdag (van 9:00
tot 12:30 en van 13:30 tot 17:00). De cursist wordt gemiddeld 3 dagen per week op
school verwacht. De andere dagen zijn voorbehouden voor het uitvoeren van
praktijkopdrachten op de stageplaatsen, voor zelfstudie en afstandsonderwijs. Vanaf
halverwege maart wordt hoofdzakelijk stageperiode voorzien om DCS-module tot een
goed eind te brengen. Het eerste semester ligt de nadruk op een theoretische vorming
om deze in het tweede semester toe te passen in de praktijk.
4.4 Het LIO-traject
De SLO bestaat uit 60 studiepunten: 30 studiepunten theorie en 30 praktijk. Wanneer je
kiest voor een LIO-baan (Leraar In Opleiding), betekent dit dat je het praktijkgedeelte
van de SLO binnen je eigen onderwijspraktijk uitoefent (inservicetraining). Je wordt
hierin dan begeleid in je eigen school, instelling of centrum en door het
opleidingscentrum (CVO VTI Brugge).
Het LIO-traject binnen de lerarenopleiding bedraagt minstens 1,5 jaar. De LIO-baan
heeft binnen dit traject een minimumduur van 1 jaar. Hierin worden de modules DCP,
DCO, DCS, GRM en COO geïntegreerd opgenomen wegens het klasgebonden karakter
van de praktijkopdrachten. Instappen is mogelijk in februari en september.
Voordelen
Deze cursisten mogen de verplichte praktijkopdrachten volledig uitvoeren binnen hun
eigen lespraktijk. De beginnende leraar kan zo een groot deel van zijn
lerarenopleiding volbrengen door middel van werkplekleren op de school waar
men als leraar is aangesteld. Dit betekent concreet dat de praktijkopdrachten van de
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
21
meeste modules vervangen worden door opdrachten op de eigen werkplek. Hiertoe
wordt een consequente begeleiding voorzien vanuit de opleidingsinstelling.
Instapvoorwaarden
Je hebt de module Didactische Competentie Algemeen (DCA) reeds gevolgd;
Je bent als tijdelijk personeelslid tewerkgesteld in het (gewoon of buitengewoon)
secundair onderwijs, deeltijds onderwijs en/of het volwassenenonderwijs voor een
opdracht van minstens 9/20. In deze opdracht geef je ook theoretische lessen. Als je
dus bijvoorbeeld enkel stagebegeleiding verzorgt, kan je niet in een LIO-baan
stappen.
Het centrum, de instelling of de school van tewerkstelling is bereid een LIO-
baanovereenkomst af te sluiten met CVO VTI Brugge en de LIO-cursist;
Je volgt vooraf een introductiemoment indien je een LIO-traject wil aanvatten.
Voor meer informatie betreffende het LIO-traject kan men contact opnemen met LIO-
coördinator Nathalie Peene6.
6 Nathalie.peene@vtibrugge.be
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
22
5. Inschrijven
5.1 Kostprijs van de opleiding
De voorliggende tabel is van toepassing op alle cursisten die het reguliere traject
volgen. Merk op dat de kostprijs in de loop van dit schooljaar aangepast wordt aan de
nieuwe decretale richtlijnen.
Module
(aantal lestijden)
Inschrijvingsgeld
per module
Cursusgeld Totaal
OTV
(120 LT)
€ 180 € 22 € 202
OAV
(80 LT)
€ 120 € 23 € 143
OMA
(40 LT)
€ 60 € 19 € 79
LEV
(40 LT)
€ 60 € 24 € 84
COO
(80 LT)
€ 120 € 28 € 148
BEG
(40 LT)
€ 60 € 24 € 84
GRM
(40 LT)
€ 60 € 19 € 79
PPC
(80 LT)
€ 120 € 23 € 143
DCA
(80 LT)
€ 120 € 23 € 143
DCP
(120 LT)
€ 180 € 32 € 212
DCO
(120 LT)
€ 180 € 22 € 202
DCS
(80 LT)
€ 120 € 23 € 143
Basisprijs per lestijd (LT) € 1,5
Tabel 4: Overzicht inschrijvingsgeld voor de verschillende SLO-modules (2015-2016)
De maximumprijs voor het inschrijvingsgeld voor het eenjarige traject bedraagt, vanaf
september 2015, 600 euro. Het cursusgeld (237 euro) valt hier uiteraard niet onder. In
totaal betaalt men dus 837 euro voor het eenjarige traject.
Het LIO-jaartraject bedraagt een kostprijs van 600 euro + 124 euro cursusgeld. In
totaal betaalt men voor dit LIO-jaartraject dus 624 euro. Dit wanneer alle modules
worden opgenomen die aangeboden worden in het LIO-traject. De overige modules die
niet binnen dit jaartraject vallen (OMA, LEV, DCA, PPC, BEG) dienen afzonderlijk modulair
betaald zoals in het reguliere traject (zie tabel hierboven).
Een vernieuwde regeling is in ontwikkeling voor wat betreft het
inschrijvingsgeld. Zodra deze decretaal verankerd is worden de prijzen voor het
eenjarige en het LIO-traject herleid tot respectievelijk 537 euro en 424 euro.
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
23
5.2 Betaling
De betaling gebeurt met Bancontact of met opleidingscheques en dit onmiddellijk bij
inschrijving. Wens je te betalen met opleidingscheques, maar deze laten even op zich
wachten, dan dien je vooralsnog het bedrag te betalen. Bij afgifte van de cheques wordt
dat deel terugbetaald.
Opleidingscheques kan je aanvragen via de site van de VDAB.7 Men kan ten laatste de
cheques aanvragen tot twee maanden na de start van de cursus. Houd er echter wel
rekening mee dat deze cheques een beperkte houdbaarheidsdatum hebben (14
maanden). Deze geldigheidsdatum staat vermeld op de cheques. De startdatum van
de cursus of module moet binnen deze geldigheidsdata vallen! Sinds maart 2015
kunnen houders van een diploma hoger onderwijs geen gebruik meer maken van
opleidingscheques. Met vragen aangaande de betaling van uw opleiding of cursus kan u
zich steeds wenden tot mvr. Barbara Janssens.8
Ben je werkzoekend of ben je net afgestudeerd (beroepsinschakelingstijd), dan heb je
recht op een verminderd inschrijvingsgeld. Hiervoor dien je bij ons een VDAB-attest
in voor ‘Aanvraag van een vrijstelling van het inschrijvingsgeld in het
Volwassenenonderwijs’. Indien jij voldoet aan de voorwaarden, zal dit attest automatisch
op de VDAB-site gegenereerd worden onder ‘Mijn loopbaan’. Klik vervolgens op
‘Aanvraag CVO-attest’ op de startpagina van ‘Mijn loopbaan’.9 Vervolgens kan je een
attest afprinten. Je vult tenslotte nog de naam van de opleiding in en ondertekent het
attest.
5.3 Inschrijfperiodes – richtdata
Raadpleeg steeds de website van het CVO VTI Brugge10 om de meest recente data en
inschrijfperiodes terug te vinden.
5.4 Inschrijfprocedure
Stap 1 – Informeren: Voor meer informatie omtrent de opleiding kan je steeds terecht
op de website van het CVO VTI Brugge en op de verschillende infomomenten die steeds
terug te vinden zijn op de website. Zowel de data, waarop deze momenten plaatsvinden,
als de locaties kan je terugvinden op onze website. Heb je specifieke vragen omtrent de
opleiding (organisatie, organisatie, etc.), aarzel dan zeker niet om contact op te nemen
met de opleidingscoördinator SLO.11 In de dienst cursistenadministratie12 van het
CVO VTI Brugge kan je steeds terecht met al je administratieve vragen, bijvoorbeeld
vragen met betrekking tot inschrijvingsgeld, opleidingscheques, educatief verlof, etc.
7 website VDAB: http://vdab.be/opleidingscheques/werknemers.shtml 8 e-mail Barbara Janssens: barbara.janssens@vtibrugge.be 9 website VDAB: http://vdab.be/mijnloopbaan/ 10 website CVO VTI Brugge: http://cvo.vtibrugge.be/lerarenopleiding 11 e-mail opleidingscoördinator: cvo.vtibrugge@vives.be 12 e-mail cursistenadministratie: cvo@vtibrugge.be
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
24
Stap 2 – Definitief inschrijven:
Breng, bij de inschrijving, steeds een kopie van je hoogst behaalde diploma en je
identiteitskaart mee. Vul het ‘inschrijvingsformulier’ (in bijlage) volledig en zorgvuldig
in.13 Je bent pas definitief ingeschreven van zodra je het inschrijvingsgeld betaald hebt,
bij voorkeur met Bancontact.
6. Vrijstellingen
6.1 Algemeen
Elke cursist van de Specifieke Lerarenopleiding kan een vrijstelling aanvragen als
hij meent dat hij reeds over bepaalde kennis en/of vaardigheden beschikt, die
nagestreefd worden gedurende de opleiding. Zo is het best mogelijk dat jij bijvoorbeeld
reeds in het verleden een aantal vakken of modules volgde die sterk gelijken op bepaalde
opleidingsonderdelen die je dient te volgen in het kader van de Specifieke
Lerarenopleiding. Of misschien heb je je al doende en door ervaring een aantal
competenties en vaardigheden eigen gemaakt. Meen je hieraan te voldoen, neem dan
aandachtig de volgende paragrafen door.
6.2 Vrijstellingenbeleid
De directie van het CVO VTI Brugge kan, in samenspraak met de ‘Commissie
Vrijstellingen SLO’, een vrijstelling van opleidingsonderdelen of modules verlenen.
Deze vrijstellingen hebben steeds betrekking op de combinatie van lessen en bijhorende
examenactiviteiten en kunnen leiden tot studieduurverkorting. De vrijstelling geldt
voor de volledige leerinhoud van een opleidingsmodule. Gedeeltelijke vrijstellingen
worden niet toegekend. Zo worden bijvoorbeeld geen vrijstellingen verleend voor
bepaalde hoofdstukken van een module.
Mogelijkheid tot vrijstelling voor Geen vrijstellingen mogelijk voor
Onderwijs en Maatschappij (OMA)
Leraar en Verantwoordelijkheden (LEV)
Communicatie en Overleg (COO)
Begeleiding (BEG)
Groepsmanagement (GRM)
Psycho-pedagogische Competentie (PPC)
Didactische Competentie Algemeen (DCA)
Taalvaardigheid (TV)
Algemene vorming (AV)
Didactische Competentie Praktijkinitiatie (DCP)
Didactische Competentie Oefenlessen (DCO)
Didactische Competentie Stage (DCS)
Tabel 5: Voor welke modules kan ik een vrijstelling aanvragen?
De directie kan bepaalde opleidingsonderdelen uitsluiten van de mogelijkheid tot
vrijstelling. Vrijstellingen voor stage, eindwerk en praktische proeven worden in principe
niet toegestaan. Vanuit het SLO-team werd er hier doelbewust voor gekozen om
13 Een digitale versie van dit document is beschikbaar op de website CVO VTI Brugge.
zoekweg: http://cvo.vtibrugge.be/lerarenopleiding vrijstellingsprocedure
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
25
vrijstellingen voor de modules DCP, DCO en DCS structureel uit te sluiten, aangezien
deze onderdelen de ‘ruggengraat’ van de opleiding vormen. Daarnaast kunnen er geen
vrijstellingen aangevraagd worden voor de opstapmodules Taalvaardigheid en
Algemene Vorming. In de bovenstaande tabel krijg je een duidelijk overzicht van de
modules waarvoor je al dan niet een vrijstelling kan aanvragen.. Tot slot wensen we hier
te benadrukken dat het indienen van een vrijstellingsverzoek niet automatisch tot gevolg
heeft dat de cursist deze lessen niet hoeft bij te wonen. Zolang er geen attest van
vrijstelling verleend werd, dient de student de lessen van desbetreffende
module(s) te volgen.
6.3 Vrijstellingenprocedure
Voor de meeste recente procedure en handleiding wordt verwezen naar de site van CVO
VTI Brugge. Daar vind je alle informatie terug betreffende de gronden voor vrijstelling,
stappenplan etc.
Deadlines
Reguliere traject:
1ste semester: voor 15 oktober 2015 om uitsluitsel in januari te verkrijgen.
2e semester: voor 15 maart 2015 om uitsluitsel in juni te verkrijgen.
De dossiers worden steeds behandeld met de bedoeling deze toe te kennen tegen het
daaropvolgende semester!
Eenjarige traject:
Voor 1 september 2015
Men dient eenmalig een dossier in voor de volledige opleiding. Je dient dus telkens
een dossier in voor de start van de opleiding of in het 1ste semester van de
opleiding.
Kostprijs
De EVK-procedure is volledig gratis.
Voor een EVC-procedure wordt een administratieve kost aangerekend.
De kost van de EVC-procedure bedraagt:
- 25 euro (voor 1 module van 3 of 4 studiepunten)
- 35 euro (voor 1 module van 6 studiepunten)
- 50 euro (aanvraag voor meerdere modules)
Die kost wordt achteraf betaald nà ontvangst van een factuur.
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
26
6. Contactinfo – Specifieke Lerarenopleiding
COÖRDINATOREN SLO
De coördinatoren vormen steeds het eerste
aanspreekpunt .
Opleidingscoördinator SLO
Dhr. Dennis Monte
cvo.vtibrugge@vives.be
Tel: 0476 79 05 21
Coördinator LIO
Mevr. Nathalie Peene
nathalie.peene@vtibrugge.be
CONTACTPERSONEN
Contactpersoon Opstapmodule en Toelatingsproef
Mevr. Stéphanie Van Marcke
stephanie.vanmarcke@cvovivo.be
Contactpersoon stage (DCS)
Dhr. Dennis Monte
cvo.vtibrugge@vives.be
Tel: 0476 79 05 21
Contactpersoon educatief verlof
Mevr. Rosita Decoker
rosita.decoker@vtibrugge.be
DIRECTIETEAM CVO VTI Brugge
Enkel bij dringende vragen die niet door de coördinatoren
beantwoord kunnen worden.
Adjunct-Directeur
Mevr. Hilde De Doncker
hilde.de.doncker@vtibrugge.be
Pedagogisch Directeur
Dhr. Ronny Sanders
ronny.sanders@vtibrugge.be
Administratief Directeur
Dhr. Geert Degrande
geert.degrande@vtibrugge.be
OMBUDS- EN VERTROUWENSPERSOON
Mvr. Liesbet Carlier
liesbet.carlier@vtibrugge.be
CURSISTENADMINISTRATIE
Hier kan u steeds terecht met uw vragen omtrent:
educatief verlof, opleidingscheques, betalingen, etc.
Administratief medewerkers
Mevr. Sylvie Elinck
Dhr. Kristof Goethals
Mevr. Barbara Janssens
Mevr. Rosita Decoker
cvo@vtibrugge.be
050/34 75 00
Boeveriestraat 73, 8000 Brugge
Openingstijden
maandag: 14:00 uur – 20:00 uur
dinsdag: 14:00 uur – 20:00 uur
woensdag: GESLOTEN
donderdag 14:00 uur – 20:00 uur
vrijdag: 14:00 uur – 18:00 uur
Ook open op de eerste zaterdagvoormiddag van de
schoolvakanties.
Gesloten op woensdag, tijdens schoolvakanties en tijdens
officiële verlofdagen.
CVO VTI Brugge – Specifieke Lerarenopleiding (SLO)
27
Zit je met allerhande?
Wegwijzer naar opleidingen voor volwassenen in West-Vlaanderen
Leerwinkel West-Vlaanderen richt zich tot alle volwassenen die informatie en/of
begeleiding wensen bij het kiezen van een opleiding, cursus of vorming in (West-
)Vlaanderen. De Leerwinkel biedt informatie met betrekking tot opleidingen maar ook de
mogelijkheid tot individuele begeleiding of begeleiding in groep bij het bepalen van de
studiekeuze, en het aanpakken van mogelijke drempels (financieel, mobiliteit,
taal … gelijkstelling van diploma’s).Deze dienstverlening is gratis. De Leerwinkel
organiseert zitdagen in Kortrijk, Brugge, Oostende, Roeselare en Ieper.
Leerwinkel West-VlaanderenLeiestraat 22, Kortrijk
Ondernemerscentrum, kantoor 2.3, 2de verdieping
056 28 09 22 info@leerwest.be
http://www.leerwest.be
Bijlage: inschrijffiche
VOLWASSENENONDERWIJS CVO Vrij Technisch Instituut Brugge Boeveriestraat 73, 8000 Brugge
050/34 75 00 cvo@vtibrugge.be www.vtibrugge.be
Onderstaande cursist verklaart zich in te schrijven voor de SLO:
Omcirkel: eenjarig traject / regulier traject / LIO-traject
Indien regulier traject of LIO-traject, de module(s) : ……………………………………… .....................
Familienaam : ..................................................................................................................................
Voornaam : ....................................................................................................................................
Straat nr/bus : ....................................................................................................................................
Postcode : ............................ Gemeente : ...........................................................................
Geboortedatum : ............................ Geboorteplaats : ....................................................................
Rijksregisternummer : .....................................................................................................................
Nationaliteit : .....................................................................................................................
Indien geen Belgische nationaliteit is een kopie van het paspoort vereist.
Telefoon : ............................ GSM : ...........................................................................
E-mail : ....................................................................................................................................
Tewerkstellingsstatuut : .............................................................................................................................
Hoogst behaald diploma in België : ............................................................................................................
waarbij een kopie afgeleverd wordt in het secretariaat van het CVO VTI Brugge bij
inschrijving.
Voor akkoord, Brugge, . . / . . / 20 . .
Uur:……………………………… De cursist ns. De Directeur
Recommended