View
3
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
Spiegelen en symmetrie
Bedoeling: De leerlingen komen doormiddel van verschillende activiteiten te weten wat spiegelen (en
spiegelas) en symmetrie is.
Doelen: De leerlingen kunnen…
- in eigen woorden verwoorden wat spiegelen is.
- in eigen woorden verwoorden wat een spiegelas is
- een spiegelas zelf tekenen en aanduiden op een tekening of figuur.
- in eigen woorden uitleggen wat symmetrie is.
- symmetrie en asymmetrie aanduiden in de omgeving.
- al dan niet met behulp van een spiegeltje symmetrische en eenvoudige figuren spiegelen
en tekenen.
Leerplandoelen wiskunde (VVKBaO): MK36 Spiegelbeelden ontdekken in de omgeving en in vlakke figuren:
a) door een spiegel te gebruiken, door te vouwen
b) door te meten en daarbij de termen spiegelbeeld, spiegeling en spiegel(as) gebruiken
MK37 Symmetrie en asymmetrie ontdekken:
a) in de omgeving
MK38 Op geruit papier tekenen:
a) eenvoudige symmetrische figuren
b) spiegelbeelden van eenvoudige figuren
Hoe gaan we te werk?:
Voorbereiding:
Dit is een activiteit dat goed past bij de aanbreng van spiegelen en symmetrie. Dus het
kennismaken. Geef elke leerling een A4 tekenblad en verf. Laat de leerlingen een vouwdruk
maken door het blad eerst in twee te plooien en er verf in te ‘laten vallen’. Nadien vouwen
de leerlingen hun blad in twee en drukken ze deze zachtjes aan. Als ze hun blad terug
openvouwen krijgen ze een vouwdruk.
Aan de slag:
1) De leerkracht projecteert de vouwdrukken van de kinderen. Overloop klassikaal met de
leerlingen wat ze allemaal kunnen zien aan deze vouwdrukken, de kenmerken.
Als ze komen op het feit dat ze links hetzelfde, maar dan omgekeerd, zien als rechts, leg je
uit dat dit symmetrie heet.
Symmetrie: Er is symmetrie bij een voorwerp, figuur of tekening wanneer de ene helft het
spiegelbeeld is van de andere helft.
Vraag aan de leerlingen vanwaar ze het woord spiegelbeeld kennen. Vraag ze achteraf wat
ze dan zouden kunnen gebruiken als hulpmiddel om te controleren of de twee helften
elkaars spiegelbeeld zijn. Als ze ‘een spiegel’ antwoorden laat je hen de volgende opdracht
doen; Ze staan per 2 recht tegenover elkaar. Leerling 1 is de spiegel en leerling 2 kijkt in de
spiegel. Leerling 2 maakt gebaren, leerling 1 doet deze na. Pas op! Links is nu recht en
omgekeerd! Laat ze dit goed beseffen.
Achteraf worden de rollen omgedraaid en is leerling 2 de spiegel.
Na dit spelletje kijken we terug naar de vouwdrukken.
Waar moeten we onze spiegel plaatsen?
Als de leerlingen deze plaats gevonden hebben, haal je het begrip ‘spiegelas’ aan.
Spiegelas: Plaats waar de spiegel moet staan, hier wordt het voorwerp, de figuur, de
tekening gespiegeld. Als je er in kijkt zie je hetzelfde dan hetgeen je verstopt met de spiegel.
2) We hebben net eigenlijk al wat kunst gemaakt. We gaan nu eens kijken of er nog
kunstwerken zijn die symmetrisch zijn, waar we een spiegelas kunnen tekenen (bijvoorbeeld
werken van Vasarely e.d.).
Toon PowerPoint 1 (Symmetrie in de kunst). Pas op! Niet alles is symmetrisch!
Laat de leerlingen telkens verwoorden waarom iets symmetrisch is of niet. Laat ze bij
symmetrische afbeeldingen ook telkens de spiegelas tekenen.
3) Hierna volgt ongeveer dezelfde opdracht, maar dan met symmetrie in de natuur.
Toon hiervoor PowerPoint 2 (Symmetrie in de natuur).
Nabespreking:
Laat nog enkele leerlingen de net geziene termen uitleggen voor de klas. Laat ze kort
voorbeelden zoeken in de klas of tekenen op het bord.
Extra:
Ter aanvulling kan je de leerlingen ook een werkblad laten maken of een eenvoudige
kunstopdracht geven waarbij ze moeten spiegelen.
Kunstopdracht
1) Beschouwen
De leerlingen bekijken enkele knipsels dat op een toontafel liggen. Ze mogen ze vastnemen
en bestuderen, wat valt er op? Deze knipsels zijn allemaal symmetrisch.
Daarna bekijken ze enkele ‘kunstwerken’. Wat valt er op?
De knipsels zijn symmetrisch, maar het hele werk is dat ook. Daarna formuleren de
leerlingen hun eigen mening over de werken: Zijn ze mooi? Waarom wel/niet? Wat vind je er
mooi aan? …
2) Uitproberen
De leerlingen nemen een kladblaadje en proberen enkele patronen en figuren te bedenken
die hen aanspreken om te gebruiken in hun kunstwerk. De figuren moeten natuurlijk
symmetrisch zijn. Laat de kinderen zelf uitvinden hoe ze het best figuren kunnen maken: zelf
tekenen en meten, dubbel vouwen en uitknippen, een spiegel gebruiken, …
3) Zelf creëren
De leerlingen gaan nu zelf aan het werk en maken hun eigen kunstwerk.
Leg de opdracht nog eens goed uit: Ze moeten een kunstwerk maken waarvan de gebruikte
(uitgeknipte) figuren symmetrisch zijn. Maar niet alleen dat, het kunstwerk in zijn geheel
moet ook symmetrisch zijn. Daarna geef elke je leerling een tekenblad. Ze mogen dat
tekenblad niet in twee plooien! Er mag wel een spiegelas met potlood getekend worden die
ze op het einde wegvegen. Op de toontafel staat gekleurd papier ter beschikking waaruit de
leerlingen hun figuren kunnen knippen.
4) Nabeschouwing
We bekijken de kunstwerken van de anderen. De leerlingen formuleren hun mening over de
werkjes en kijken zelf na (aan de hand van een spiegeltje) ze symmetrisch zijn.
5) Extra: In thema Afrika
Een iets wat uitdagendere opdracht (die past binnen thema Afrika) is het maken van een
Afrikaans masker. De opdracht blijft ongeveer dezelfde:
• Je kiest een kleur als achtergrondpapier en een (andere) papierkleur waar het gezicht mee
gemaakt wordt.
• Teken eerst een ontwerp van je masker (zorg dat je masker symmetrisch is)
• Daarna ga je de vormen uitknippen (gemakkelijk is om te werken met je spiegelbeeld.
Zodat je twee figuren hebt )
• Leg eerst je figuren op het papier. Wanneer je zeker bent dat alles op de juiste plaats ligt,
mag je je figuur vastplakken.
Werkblad spiegelen en symmetrie
Opdracht 1
Vervolledig het huis door te spiegelen. Vergeet niet te meten!
Opdracht 2
Vervolledig de onderstaande prenten door te spiegelen.
Recommended