View
4
Download
0
Category
Preview:
Citation preview
training:
Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA
> Over deze training 3 > Observeren kun je leren 7 > Observatiemethodieken 10 > Interpreteren van het groepsproces 12 > Kinderen met opvallend gedrag 17 > Rapportagemethodieken 21 > Theoriebron 1: Observeren en observatiemethodieken 23 > Theoriebron 2: Interpreteren 26 > Theoriebron 3: Interpreteren van het groepsproces 30 > Theoriebron 4: Het sociogram 32 > Theoriebron 5: Kinderen met opvallend gedrag 33 > Theoriebron 6: Rapportagemethodieken 35 > Werkmodel: Observatieplan 37 > Werkmodel: Observatieschema 38 > Beoordeling 39
>Inhoud
Colofon Uitgeverij Edu’Actief b.v. Meppel Postbus 1056 7940 KB Meppel Tel.: 0522-235235 Fax: 0522-235222 E-mail: info@edu-actief.nl Internet: www.edu-actief.nl
Auteurs Greke Heida, Lidy Sibon en ROC Mondriaan Titel Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA Vormgeving Binnenwerk DBD design/Ruurd de Boer, Omslag: Tekst in Beeld/Hubi de Gast
ISBN 978 90 3720 636 4 Copyright © 2012 Uitgeverij Edu’Actief b.v.
Eerste druk/tweede oplage
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 3
Kijken wordt observeren wanneer het kijken naar de ander bewust, doelgericht en systematisch gebeurt. Je kijkt bewust met een bepaald doel voor ogen. Je hebt specifiek gedrag gekozen waarover je nadere informatie wilt verzamelen. Groepsgedrag kan veel informatie geven over het gedrag van het individu in de groep. Je kunt een groep ook goed gebruiken om gerichte observaties uit te voeren. Het kan je helpen om opvallend gedrag waar te nemen en ook om te zien hoe opvallend gedrag tot stand kan komen. Wanneer je belangrijke informatie hebt opgedaan uit observaties, is het van belang die goed te interpreteren en te rapporteren. Een rapportage geldt als duidelijk communicatiemiddel richting ouders en je collega's.
Je toekomstige collega
>Over deze training
Doelstellingen• Je kunt objectief observeren. • Je kunt verschillende observatieformulieren en -methodieken inzetten. • Je kunt het sociogram inzetten. • Je kunt gegevens analyseren. • Je kunt groepsgedrag analyseren en interpreteren. • Je kunt conclusies trekken en aanbevelingen doen aan de hand van een observatie. • Je kunt een rapportage schrijven. • Je kunt opvallend gedrag van kinderen interpreteren.
Naam: Quincy van de Akker
Leeftijd: 28
Werkzaam als: Pedagogisch medewerker jeugdzorg
Medewerkers: Ik werk in een multidisciplinair team met een gedragswetenschapper en een leidinggevende.
Soort werkzaamheden: Groepsleiding, activiteiten ondernemen met de jongeren, motiveren van jongeren om zich te ontwikkelen en wat van hun leven te maken.
Belangrijkste tool in haar werk:
Passie voor mijn werk.
Uitdaging in haar werk: Jongeren motiveren om wat van hun leven te maken en lastige dingen om te zetten in iets positiefs voor hun ontwikkeling.
Grootste moeilijkheid: Ik moet me aan regels en vaste protocollen houden, ik interpreteer snel vanuit mijn eigen ideeën.
Wat er moet veranderen:
Mijn enthousiasme voor het begeleiden van jongeren gebruiken om meer uit hen te laten komen in plaats van dingen voor hen in te vullen.
Grootste blunder: Ik was zo betrokken bij een jongere die ik niet kon bereiken. Ik ben toen uit mijn slof geschoten. Ik was te veel op mijn gevoel aan het werk.
Waaraan je wilt werken: Ik moet leren om methodieken te gebruiken en om minder snel van mijn eigen interpretatie uit te gaan.
Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA 4
Beoordeling Je oefent tijdens de training veel. In welke mate je vooruit bent gegaan en hoe je meer inzicht hebt verworven in de theorie en de praktijk, wordt als volgt beoordeeld: 1. je actieve deelname tijdens de lessen 2. een persoonlijk verslag:
– het trainingslogboek – een reflectie van de training volgens de STARR-methode.
3. een demonstratie van je communicatievaardigheden. Maak een planning voor deze training.
Persoonlijk verslag Het persoonlijk verslag inleveren voor:
In het persoonlijk verslag houd je bij wat je hebt gedaan en geleerd. Het persoonlijk verslag bestaat uit een trainingslogboek en een reflectie volgens de STARR-methode. • Het trainingslogboek bestaat uit een schrift of snelhechter waarin je notities bewaart.
Voor elke opdracht of oefening noteer je de antwoorden op de vragen. Na elke oefening leg je ook de reflectie vast op papier. Het trainingslogboek werk je netjes uit.
• De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de training. Je kiest, met behulp van je trainingslogboek, enkele voor jou belangrijke opdrachten en oefeningen uit. Deze verwerk je in een STARR. Hieronder staat de opzet van een STARR.
Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat
hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.
Demonstratie: Presentatie observatieverslag en rapportage Deze demonstratie doe je op:
1. Casus Kies een groepssituatie waarin je een kind/jongere (overeenkomend met je doelgroep) kunt gaan observeren. Je mag een situatie op je werk of stage kiezen, maar het mag ook iemand uit de familie zijn, bijvoorbeeld een neefje of nichtje.
2. Bijzonderheden
De observatie moet aan een aantal eisen voldoen: • Je observeert iemand in een groepssituatie. • Je kunt iemand minimaal twintig minuten observeren. • Je kunt voldoende observatiegegevens verkrijgen om een rapportage over te
schrijven. 3. Voorbereiding
Kies een geschikt moment om iemand in een groep te observeren en licht eventueel andere aanwezige personen daarover in.
Werkmodel: studieplanning op www.factor-e.nl
Zorg everkrijieman
Je ber Je kieinterv Je bergedrawaaro Aan dhierbibijvoo Let bijWees
4. Uitvo
ObserLet bijGebruobserv RappoSchrijfwelkeaanbe PresenBrengje in dtrainin
Je prepresen• de• we• wa• wa• we
tra• ho
hie• ho• we• wa
5. Beoo
De puboek
ervoor dat de jgen en daaro
nd in een groe
reidt de obser
st van tevorenvalsysteem.
reidt deze meagingen op paom je voor de
de hand van joj ook waarom
orbeeld voor e
j het schrijvenzo objectief m
oering
rvatie j de observatiuik tijdens de vatiemethode
ortage f een rapporta
e invloed de gevelingen. Mo
ntatie g duidelijk naade presentatieng hebt gelee
esenteert jouwntatie komen e voorbereidinelke observatiat de observatat je hebt geoelk groepsgedaining) oe je bent omerbij de theoroe je rapportaelke rapportagat je hebt gele
rdeling unten waarop vinden in het
observatiesituover een rappoepssituatie ob
rvatie voor aan
n een observa
thode voor. Bapier. Deze meze observatiem
ouw observatim je voor dezeeen observatie
n van de rappomogelijk. Eind
e goed op de observatie ee
e hebt gekoze
age over dezeroepssituatie
otiveer waarom
ar voren welkee ook op de grrd over groep
w observatie ein elk geval n
ng van de obseiemethode je tiesituatie wa
observeerd drag je hebt g
gegaan met hie uit de trainge eruitziet gemethode jeeerd van deze
je wordt beohoofdstuk ‘B
uatie geschiktortage te schrserveert.
n de hand van
tiemethode, b
Bij het turfsysteethode vul je tmethode hebt
iegegevens sce rapportagemeverslag of beo
ortage op hoedig je rapporta
punten die jen observatiem
en.
e observatie. Lhad op de pem je voor deze
e keuzes je heroepssituatie e
psgedrag.
en rapportage naar voren: ervatie aan dehebt gebruikts
eobserveerd (
het interpretering)
e hebt gebruike training en w
oordeeld tijdeneoordeling’.
t is om voldoerijven. Houd e
n het observat
bijvoorbeeld h
eem zet je bijvtijdens de obst gekozen.
chrijf je een ramethode hebt
oordelingssch
e je de observaage met concl
e geleerd hebtmethode en ge
Laat in deze rarsoon die je he rapportagem
ebt gemaakt een laat naar v
aan de groep
e hand van het en waarom
(gebruik hierb
ren van de ob
kt en waaromwat je het mee
ns je demonst
ende observatier ook rekenin
tiestappenplan
het turfsysteem
voorbeeld verservatie in. Je
pportage. Je bgekozen. Wa
haal?
atiegegevens usies en/of aa
t over objectieeef aan waaro
apportage naahebt geobservmethode hebt
en leg jouw keoren komen w
p en de docen
et observatiest
bij de theorie u
bservatiegegev
est leerzaam v
ratie, kun je a
© Uitgeverij
iegegevens teg mee dat je
n.
m of
rschillende beschrijft ook
beschrijft arom kies je
interpreteert.anbevelingen.
ef observerenom je voor dez
ar voren komeeerd en doe t gekozen.
euzes uit. Richwat je in deze
nt. In de
tappenplan
uit deze
vens (gebruik
vond.
achter in dit
Edu’Actief b.v.
e
k
. ze
en
ht e
WerkmodObservat
. 5
del: ieplan
Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA 6
Taalopdracht Bij het schrijven van een rapportage is het belangrijk dat je weet hoe een net werkstuk, verslag of rapportage eruitziet. Besteed zorg aan je eindopdracht, de rapportage, zodat je het begrijpelijk en aantrekkelijk maakt voor de lezer. Bij een werkstuk, verslag of rapportage is sprake van een inwendige structuur (de opbouw van de informatie) en een uitwendige structuur: de vormgeving of lay-out. Inwendige structuur: • volgorde van de hoofdstukken • indeling van de hoofdstukken • uitwerking van de gestelde doelen • volgorde van de alinea's • zinsbouw. Uitwendige structuur: • titelblad • titel en subtitels • pagina-indeling • inhoudsopgave • tabellen en/of grafieken • illustraties • paginanummering. Zorg dat de eindopdracht, de rapportage, die je inlevert, voldoet aan de volgende eisen. Denk aan een verzorgde lay-out. Maak een titelblad en vermeld daarop: • de titel van de rapportage • je naam, je groep, je opleiding • de datum • de naam van de docent. Maak een overzichtelijke inhoudsopgave en vermeld daarin: • de titel ‘Inhoud’ • de titels van de verschillende hoofdstukken • de bijbehorende paginanummers achter de hoofdstuktitels. Zorg voor een aantrekkelijke lay-out. Een aantrekkelijke vormgeving nodigt de lezer uit tot het lezen van je werkstuk, verslag of rapportage. • Maak verschillende alinea's. • Maak gebruik van korte zinnen. • Maak voor opsommingen gebruik van bullets of een tabel zodat het er overzichtelijk
uitziet. • Gebruik eventueel illustraties, maar doe dit alleen als deze de tekst ondersteunen.
Taal Taal Taal Taal
• Neem deze training door en onderstreep de woorden die je niet kent. • Neem deze woorden over in je woordenlijst en zet de betekenis erbij. • Nieuwe onbekende woorden die je tegenkomt tijdens deze training voeg je toe aan
de woordenlijst. • Na afloop van de training neem je dit overzicht op in je taalportfolio.
Werkmodel: Woordenlijst op www.factor-e.nl
© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 7
Om antwoord te krijgen op een specifieke vraag, is het nodig om systematisch te werk te gaan. De informatie die je door een observatie verkrijgt, zul je moeten vastleggen; je wilt daarmee iets kunnen doen. Je hebt in de eerdere training over observeren al het een en ander geleerd over observeren en de verschillende methodieken die daarvoor gebruikt worden. In dit hoofdstuk gaan we hier verder op in.
Er wordt veel gebruikgemaakt van observaties bij het werken met mensen. • Schrijf voor jezelf op waarom observeren belangrijk is in je werk. • Leg uit hoe observeren je kan helpen in het uitoefenen van je werk. • Wat zijn de belangrijkste zaken waarmee je rekening moet houden bij observeren? • Bespreek in de groep met elkaar welke antwoorden zijn opgeschreven. • Schrijf de goede ideeën die je van anderen hebt gehoord ook op bij jouw antwoorden.
Voorbereiding • Maak groepjes van vier. • De docent deelt de casus uit. • Twee groepsleden nemen de casus door en bereiden zich voor op het uitspelen ervan. • Twee groepsleden observeren. Zij zorgen voor pen en papier om hun aantekeningen
op te schrijven.
>Observeren kun je leren
Doelstellingen• Je kunt objectief observeren.
1. Opdracht: Waarom observeren?
2. Oefening: In de groep observeren
8
Uitvoerin• De ca Controle• Is het • Is het • Kwam• Is er o• Wat d Reflectie• Waren• Wat m De groepdie geobs Beschrijf
Voorber• Zoek
filmpj Uitvoerin• Bekijk• Schrijf• Bekijk Controle• Wat h• Wat w Reflectie• Ben je• Hoe z Beschrijf
Voordat jMaak dez• Stel je
zich p• Maak• Verge• Bespr• Notee
3. Oe
4. Op
Observeren, r
ng sus wordt uitg
e gelukt om deobserveren g
m er genoeg inobjectief of sudenk je dat str
e n er verschillemaak je daaru
psleden wisseleserveerd heeft
het proces en
eiding een rustige ple: ‘Supernann
ng k het filmpje ef je observatie
k het filmpje m
e heb je over dewas er volgens
e e tevreden ovezou jij na deze
het proces en
je een observaze opdracht ine voor dat je eprettig voelt ink voor deze sitelijk jouw vrageek in de groe
er alle informa
efening:
pdracht:
rapporteren, in
gespeeld en g
e casus te speoed gelukt? nformatie uit bjectief geobsraks zal gaan
n tussen wat uit op?
en van taak (zt) en herhalen
n jouw ervaring
lek met toegany the Orm Fa
en observeer degegevens opmeermalen wa
e situatie in hes jou aan de h
er wat je hebte observatie ve
n jouw ervaring
atie gaat doenn tweetallen. een klasgenoon de groep. tuatie observagen met die vaep waaraan oatie die uit obs
Filmpje
Maak ob
terpreteren vo
geobserveerd.
len?
de observatieserveerd? gebeuren (als
de twee obse
zodat elk groen deze opdrac
gen in het tra
ang tot interneamily 6/7’,
de situatie die . anneer dit nod
et filmpje opgehand?
t opgeschreveerder handele
gen in het tra
n, bereid je je
ot gaat observ
tievragen. an een klasgeobservatievragservatievragen
observe
bservatie
oor OA
s?
s de casus ver
ervatoren is op
epslid een keecht.
ainingslogboek
et en zoek op
je te zien krij
dig is.
eschreven?
en over de situn in deze situ
ainingslogboek
voor door ob
veren omdat je
noot. en moeten von naar voren i
ren
evragen
rder uitgespee
pgevallen?
er de casus he
k.
YouTube het
gt.
uatie? atie?
k.
bservatievrage
e erachter wilt
oldoen. s gekomen in
eld zou worde
eft gespeeld e
t volgende
n te maken.
t komen of hi
n je map.
en)?
en
ij
Zie voor informatwww.fac
TheoriebObserverobservatimethodie
Tip Je wilt mobserveriemand bdat je eebetrouwuitslag kTijdens eobservatdus van bdat je zomogelijkobservee
meer ie:
ctor-e.nl
ron 1: ren en ie-eken
met het ren van bereiken
en wbare
rijgt. een tie is het belang
o objectief k ert.
Voorber• Maak Uitvoerin• Bespr• Bespr• Maak
moge• Presen Controle• Wiste• Is het Reflectie• Waren
ideeën• Waren
lijstenversch
• Wat vjouw van d
Houd dezde hand egedurendtrainingsl
Beschrijf
Voorafgade eindop • Maak
eindo Neem voomee van j
5. Oe
6. Op
eiding k groepjes van
ng eek in je groeeek in je groe
k met je groepelijk objectief tnteer jullie lijst
e n jullie nog gogelukt om ee
e n er veel verscn in je groepjen er veel versc
n gekomen uithillende groepvond je van degroepje en vae andere groe
ze lijst de heleen vul de lijst de de training ogboek).
het proces en
aand aan de dpdracht nog e
k een start mepdracht.
or de volgendje stage of zo
efening:
pdracht:
vier.
epje wat objecepje hoe je kupje een lijst mete observerent aan de rest v
oed wat objecen lijst met pu
chillende e? chillende t de pen? e lijst van an de lijsten epen?
e training bij aan (in je
n jouw ervaring
emonstratie geens goed doo
t het observat
de bijeenkomsoek er zo veel
Objectie
Start me
ctief observerent zorgen datet punten om . van de klas.
ctief observerenten te make
gen in het tra
ga je zelf een or.
tieplan ter voo
st observatiemmogelijk op in
ef observ
et de ein
en inhoudt. t je zo objectierekening mee
en inhoudt?en en die te pr
ainingslogboek
observatie do
orbereiding op
methodieken enternet.
veren
ndopdrac
ef mogelijk obe te houden o
resenteren?
k.
oen. Lees de in
p de observat
en rapportage
cht
© Uitgeverij
bserveert. om zo goed
nformatie ove
ie van de
emethodieken
Edu’Actief b.v.
r WerkmodObservat
. 9
del: ieplan
© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 23
Om gerichte observaties te kunnen doen en daarover inhoudelijke rapportages te kunnen schrijven, bestaan er voor verschillende doelgroepen verschillende methodieken. Er zijn algemene observatielijsten en er zijn lijsten die gebruikt worden om specifiek meer op een bepaald onderdeel van gedrag te letten. Daarnaast kun je zelf betrokken zijn bij de situatie waarin je iemand observeert of kun je wat afstand nemen om te observeren. We bespreken enkele verschillende mogelijkheden: • Participerende observatie: de observator neemt zelf deel aan de handelingen van de
persoon die geobserveerd wordt. • Niet-participerende observatie: de observator neemt zelf niet deel aan de handelingen
van de persoon die geobserveerd wordt. • Gestructureerde observatie: er worden vooraf strenge regels gesteld. De
observatiecategorieën staan van tevoren vast en worden in de vorm van een observatielijst of observatieschema uitgewerkt.
• Ongestructureerde observatie: er zijn geen strenge regels opgesteld en geen vaste afspraken gemaakt over de beschrijving van de observatie. Er wordt niet gewerkt met van tevoren vastgestelde categorieën of schema's.
Er zijn verschillende manieren waarop je kunt observeren. Er zijn drie manieren van observeren aan te geven: • iemand continu observeren • iemand op bepaalde momenten observeren • iemand in een bepaalde situatie observeren. Je wilt met het observeren van iemand bereiken dat je een betrouwbare uitslag krijgt met betrekking tot het doel dat je je voor de observatie had gesteld. Je zult in veel situaties ook willen kiezen voor een methode waarmee je een zo objectief mogelijk resultaat krijgt. Je zult de observatiemethode, het registreren van de observatiegegevens, dus weloverwogen gaan kiezen voor een zo goed mogelijk inhoudelijk resultaat. Verschillende manieren van registreren tijdens de observatie: Ongestructureerde registratiemethode • alles wat je waarneemt letterlijk opschrijven • trefwoordensysteem. Wanneer je voor een ongestructureerde observatie kiest, schrijf je op wat je op dat moment waarneemt. Je hebt niet van tevoren categorieën vastgesteld waarover je iets invult. Je schrijft voor je vraagstelling alles op of noteert trefwoorden voor wat je waarneemt. Gestructureerde registratiemethode • observatie met als doel een totaalbeeld van het gedrag van de persoon te krijgen • toegespitste observatie van bepaalde aspecten van het gedrag van de persoon. Bij een gestructureerde observatie heb je van tevoren nagedacht over de categorieën waarover je iets wilt invullen tijdens de observatie. De methoden die je hiervoor kunt gebruiken, geven dus ook meer richting aan de observatie en de observatiegegevens die daaruit naar voren zullen komen.
>Theoriebron 1: Observeren en observatiemethodieken
Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA 24
We richten ons hier verder op de verschillende gestructureerde observatiemethodieken. Je kunt voor een observatie vaak gebruikmaken van bestaande observatielijsten of -schema's. Op je werk zullen ze zeker enkele hebben liggen die je kunt gebruiken. Je kunt er ook voor kiezen om zelf een observatieschema te maken. Je hebt je observatiedoel duidelijk voor ogen en kiest daarbij de meest geschikte manier van registreren, bijvoorbeeld het intervalsysteem of het turfsysteem. Soms zijn in een instelling bestaande observatieschema's aanwezig. Deze zijn gemaakt door deskundigen. Wanneer zo'n observatieschema goed aansluit op wat jouw doelen zijn, kun je het prima gebruiken. Wanneer het erg afwijkt van waarvoor jij het wilt gebruiken, kun je beter zelf een observatieschema maken. Om te zorgen voor een zo objectief mogelijke observatie zijn de onderstaande punten een hulpmiddel: • Zorg voor een duidelijke formulering van het observatiedoel en de daaruit
voortvloeiende vraagstelling. • Bepaal van tevoren op welk specifiek gedrag je gaat letten en formuleer duidelijke
categorieën. • Probeer niet-participerend te observeren. • Werk met een observatielijst of een observatieschema. • Formuleer geldige en betrouwbare conclusies. De vragen die centraal staan bij de voorbereiding en de beeldvorming van de observatie, zijn: Observatievragen/voorbereiding: • Wie ga je observeren? • Wat is de onderzoeksvraag? • Op welk gedrag ga je letten? • Hoe ga je observeren (methode)? Wanneer je de observatie uitgebreid gaat voorbereiden (zoals voor de eindopdracht van deze training), kun je het observatiestappenplan invullen. Wanneer je het stappenplan volledig hebt ingevuld, ben je goed voorbereid om de observatie te gaan uitvoeren. Stap 1: Geef de aanleiding voor de observatie aan. • Wat is de aanleiding voor de observatie? • Ben je ongerust over de ontwikkeling van een kind? • Ben je nieuwsgierig hoe een nieuw groepslid contacten aangaat? • Kies je zelf voor de observatie? • Heb je de opdracht gekregen? Stap 2: Stel het observatiedoel vast en formuleer de vraagstelling. Met iedere observatie die je uitvoert, heb je een doel. Je zoekt informatie over een bepaald aspect van het gedrag van de persoon die je observeert. Het is heel belangrijk dat je van tevoren precies weet wat je met de observatie beoogt. Beschrijf dus zo duidelijk mogelijk wat je doel is.
© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 25
Stap 3: Inventariseer het concrete gedrag. Zorg dat je een beeld hebt van het gedrag waarop je precies moet gaan letten. Dit wordt het concrete gedrag genoemd. Stel jezelf de vraag: hoe kan ik het gedrag precies waarnemen? Voorbeeld: met gedrag aandacht vragen. Dit kun je waarnemen door bijvoorbeeld het roepen, huilen, lachen, schreeuwen, duwen of op schoot kruipen van de geobserveerde persoon. Dit noemt men het concrete gedrag.
Stap 4: Bepaal de observatiecategorieën. Om te voorkomen dat je een enorme lijst met concrete gedragingen hebt wanneer je gaat observeren, is het goed om te bekijken of verschillende gedragingen binnen één categorie vallen. Met de vraagstelling als uitgangspunt maak je categorieën waarin de concrete gedragingen vallen. Dit werkt overzichtelijk bij de uitvoering van de observatie. Stap 5: Kies een observatiemethode en beschrijf de werkwijze. Kies de methode die het best past bij de vraagstelling. Je kunt kiezen voor een bestaande methode van je werk of stage. Of voor een observatieschema dat je zelf maakt, waarbij je bijvoorbeeld gebruikmaakt van het intervalsysteem of turfsysteem. Stap 6: Bepaal plaats, situaties, data, tijdstippen. Meestal observeer je meermalen om er zeker van te zijn dat je voldoende informatie hebt om je vragen te beantwoorden. Zet daarom de volgende zaken voor jezelf op papier: • de ruimte waarin geobserveerd wordt • de data waarop geobserveerd wordt • de tijdstippen waarop geobserveerd wordt • de personen die meewerken aan de observatie. Stap 7: Beschrijf de algemene gegevens. Je noteert alle gegevens die je hebt van de te observeren persoon. De volgende punten zijn altijd goed om te vermelden: • persoonsgegevens (naam, leeftijd, geslacht) • gegevens over de gezinssituatie, cultuur, samenstelling van het gezin • gegevens over de gezondheid van de persoon (wanneer dat van belang is voor de
observatie) • jouw persoonlijke indruk van de persoon.
© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 37
Als je gaat observeren, begin je niet lukraak te schrijven. Je stelt eerst een observatieplan op. In dit observatieplan staan onder andere de volgende zaken beschreven:
Een voorbeeld naar aanleiding van een casus: Rob, een jongen van 6, gaat drie dagen per week na schooltijd naar de bso. Het valt de activiteitenbegeleider op dat Rob niet lang met hetzelfde speelgoed kan spelen. Ook bij andere activiteiten is zijn aandacht snel weg. Rob heeft een normale intelligentie. Hij heeft niet zo veel andere kinderen bij wie hij aansluiting vindt. De activiteitenbegeleider wil graag van jou weten of Rob inderdaad een korte spanningsboog heeft of dat hij zich dat inbeeldt.
>Werkmodel: Observatieplan
De beginsituatie: Wat is de aanleiding van deze observatie? Wat is het probleem?
Achtergrondgegevens: Wat weet je allemaal van de geobserveerde persoon?
Observatiedoel en de doelgroep: Waar wil je uiteindelijk een antwoord op geven? Welk type cliënt is het?
Observatievragen: Waar ga je allemaal op letten?
Manier van observeren: Kwalitatief? Kwantitatief? Continu? Participerend?
Het observatiemoment: Wanneer ga je observeren? Op welke datum? Hoe laat?
Observatiehulpmiddelen: Wat heb je nodig? Welke observatiehulpmiddelen zet je in?
Manier van rapporteren: Mondeling? Schriftelijk? Open-observatieverslag? Voorgedrukt formulier? Checklist?
Observatieplan Cliënt R
Beginsituatie: R. is snel afgeleid.
Achtergrondgegevens: jongen, 6 jaar, 3 dagen per week bso, normale intelligentie, weinig aansluiting bij andere kinderen
Observatiedoel: erachter komen of cliënt R. een korte spanningsboog heeft
Doelgroep: jongen op de bso
Observatievragen: - Hoelang speelt hij met hetzelfde speelgoed?
- Hoelang doet hij mee met dezelfde activiteit?
Manier van observeren: kwantitatief, niet-participerend
Observatiemoment: tijdens activiteiten, tijdens het spelen
Observatiehulpmiddelen: stopwatch, pen en papier
Manier van rapporteren: schriftelijk
Observatievoorbereiding Wie ga je observeren? Wat is de onderzoeksvraag? Welk gedrag ga je observeren? Hoe ga je observeren (methode)?
© Uitgeverij Edu’Actief b.v. 39
>Beoordeling
Naam deelnemer:
Namen groepsgenoten:
Groep:
Docent:
Blok/periode:
Onderwerp:
Onderdeel Criteria Voldoende Onvoldoende
Actieve deelname
• De student was voldoende aanwezig. • De student leverde een positieve bijdrage in
zijn groepje. • De student leverde een actieve bijdrage in
de les.
Persoonlijk verslag
Compleet • Het persoonlijk verslag bevat alle gevraagde
onderdelen. • Het persoonlijk verslag voldoet aan de
punten die zijn genoemd bij de taalopdracht.
Trainingslogboek • Het trainingslogboek is goed bijgehouden. • Het trainingslogboek is netjes en verzorgd. • Het trainingslogboek voldoet aan de punten
die zijn genoemd bij de taalopdracht. STARR • Er is van zes opdrachten een reflectie
volgens de STARR-methode gemaakt. • De reflectie volgens de STARR-methode
bevat de onderdelen situatie, taak, actie, resultaat en reflectie.
• De reflectie volgens de STARR-methode geeft aanleiding tot verbeterpunten.
Demonstratie • Rapportage voldoet aan de afgesproken punten.
• Presentatie voldoet aan de afgesproken punten.
Observeren, rapporteren, interpreteren voor OA 40
Datum: ......................................... Paraaf docent: Paraaf deelnemer: ……………………………… ………………………………
Onderdeel Criteria Voldoende Onvoldoende
Demonstratie • De student geeft blijk van voldoende theoretische achtergrond.
Taalgebruik Mondeling taalgebruik Schriftelijk taalgebruik • De schriftelijke producten zijn in correct
Nederlands geschreven.
Overig
Eindbeoordeling: Onvoldoende Voldoende Goed >
Recommended