View
562
Download
1
Category
Preview:
Citation preview
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 1
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, digitale kopie, scan of op welke wijze dan ook en voor gelijk welke doeleinden, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Amelior. Het gedeeltelijk of volledig gebruik van de inhoud van deze uitgave is verboden, tenzij met uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van Amelior.
No part of this edition can be multiplied and/or made public by means of print, photocopy, digital copy, scan or by any other means and for any purpose, without prior written consent by Amelior. The partial or full use of the contents of this edition is forbidden, except in case of express prior written consent by Amelior
De opslag van gevaarlijke stoffen, de Vlarem trein 2013 heeft wel wat gevolgen
voor uw milieuvergunning
Vlarem en CLP
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 2
Inhoud
Achtergrond : waar komt CLP vandaan ?
Vlarem trein 2013
Nieuwe indelingslijst en nieuwe manier van indelen van gevaarlijke stoffen
Impact op de milieuvergunning
Ook belangrijk : nieuwe bodem-verplichtingen
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 3
Vlarem trein 2013
De Vlarem-wetgeving wordt met de publicatie van de Vlarem-trein 2013 grondig gewijzigd.
Naast een aantal andere wijzigingen wordt de Vlarem-wetgeving gestroomlijnd met de CLP-verordening.
Dit is de Europese verordening 1272/2008 waarbij CLP staat voor Classification, Labelling and Packaging of voor indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels.
Hoewel deze wijziging pas op 1 juni 2015 van kracht wordt, heeft deze een grote impact. Zowel op de opslag van gevaarlijke stoffen als op uw milieuvergunning.
Want ondanks het principe ‘wat vergund is, blijft vergund’, houd u uw milieuvergunning best eens tegen het licht, zodat wijzigingen nog mogelijk zijn.
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 4
WAAR KOMT CLP VANDAAN ?
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 5
Harmonisatie van indeling van gevaarlijke stoffen was noodzakelijk
LD50 (oraal rat) = 257 mg/kg LD =letale dosis, dodelijke hoeveelheid 50%
Harmonisatie op vlak van
• Criteria om stoffen mengsel in te delen
• Communicatie van deze gevaren
Jurisdictie / Systeem Gevarenindeling / Communicatie
Transport Liquid: Slightly toxic Solids: not classified
EU Harmful St.Andrew’s cross
US Toxic
Canada Toxic
Australia Harmful
India Non-toxic
Japan Toxic
Malaysia Harmful
Thailand Harmful
New Zealand Hazardous
China Not dangerous
Korea Toxic
GHS Signal word: “Danger” Pictogram: Skull & crossbones
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 6
Wereldwijde harmonisering = GHS
Verenigde Naties
– Wereldwijd geharmoniseerd systeem voor de indeling, etikettering en communicatie van chemische stoffen, het Globally Harmonized System of Classification and Labelling of Chemicals.
– Gestart in 1992 Top van Rio
VN-GHS is niet bindend
VN Wereldtop Duurzame Ontwikkeling (Johannesburg, 2002)
“Encourage countries to implement the new globally harmonized system for the classification and labelling of chemicals as soon as possible with a view to having the system fully operational by 2008.”
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 7
CLP = omzetting van GHS in Europa
Verordening nr. 1272/2008 over de indeling, etikettering en verpakking van chemische stoffen en mengsels
Regulation on Classification, Labelling and Packaging
• Vervanging van
– Europese Stoffenrichtlijn 67/548/EG
– Europese Preparatenrichtlijn 1999/45/EG
• Rechtstreeks van toepassing in alle Europese landen, geen omzetting naar nationale wetgeving nodig
• CLP is van toepassing op zuivere stoffen en mengsels
CLP is van kracht sinds 2009 maar er is een lange overgangstermijn
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 8
CLP : Overgangsperiode voor etikettering
Stoffen
EU
verplicht
67/548
EU of CLP
(indien CLP
class.)
1 etiket !
CLP verplicht
EU optie*
CLP verplicht
Mengsels
20 Jan 2009
1 Dec 2010 1 Juni 2015
1 Dec 2012 1 Juni 2017
EU of CLP (indien CLP classified.)
1 etiket !
EU optie*
CLP verplicht
* Indien al op de markt met EU etiket vóór de deadline
EU
verplicht
1999/45
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 9
Huidige pictogrammen
Richtlijn 67/548/EEG
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 10
GEVAARLIJK VOOR HET
AQUATISCH MILIEU
GHS09
Nieuwe pictogrammen
EXPLOSIEF
GHS01
ONTVLAMBAAR
GHS02
OXIDEREND
GHS03
CORROSIEF
GHS05
GIFTIG
GHS06
! IRRITEREND,
SENSIBILISEREND,
SCHADELIJK
GHS07
LANGE TERMIJN
GEZONDHEIDSGEVAARLIJK
GHS08
GASSEN ONDER DRUK
GHS04
http://www.unece.org/trans/danger/
publi/ghs/pictograms.html
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 11
Omzetting van oude naar nieuwe symbolen (bijlage 1)
Info FOD WASO gebaseerd op de conversietabel van Bijlage VII van de CLP-Verordening :
Bijlage VII : Tabel voor het omzetten van de indeling volgens Richtlijn 67/548/EEG naar de indeling van deze (CLP)-verordening
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 12
Nieuwe versus oude etikettering
R- en S- zinnen worden H- en P-zinnen
Taal etiket : 3 lands-talen
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 13
Sint Andries kruis vervangen door ?
Het Sint Andries kruis kan door verschillende pictogrammen vervangen worden, afhankelijk van het risico van de gevaarlijke stof :
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 14
CLP : 29 Gevarenklassen
Fysische gevaren 1. Ontplofbare stoffen
2. Ontvlambare gassen 3. Ontvlambare aërosolen
4. Oxiderende gassen 5. Gassen onder druk
6. Ontvlambare vloeistoffen
7. Ontvlambare vaste stoffen 8. Zelfontledende stoffen en mengsels
9. Pyrofore vloeistoffen 10. Pyrofore vaste stoffen
11. Voor zelfverhitting vatbare stoffen en mengsels 12. Stoffen en mengsels die in contact met water ontvlambare gassen ontwikkelen
13. Oxiderende vloeistoffen 14. Oxiderende vaste stoffen 15. Organische peroxiden
16. Bijtende stoffen voor metalen
Gevaren voor de gezondheid 1. Acuut toxische stoffen
2. Stoffen en mengsels die bijtend of irriterend zijn voor de huid
3. Ernstig oogletsel/oogirritatie
4. Inhalatie- of huidallergenen
5. Mutageniteit in geslachtscellen
6. Kankerverwekkendheid
7. Voortplantingstoxiciteit
8. Doelorgaantoxiciteit na eenmalige blootstelling
9. Doelorgaantoxiciteit bij herhaalde blootstelling
10. Aspiratiegevaar
Milieugevaren 1. Acute toxiciteit (aquatisch milieu)
2. Chronische toxiciteit (aquatisch milieu) 3. Gevaar voor de ozonlaag
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 15
VLAREM TREIN 2013
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 16
Vlarem trein 2013
Besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 2014 tot wijziging van diverse besluiten inzake leefmilieu, wat betreft een aanpassing aan de evolutie van de techniek en aan de CLP-verordening (B.S. 24/09/2014).
Overgangstermijn :
De CLP-verordening is vanaf 1 juni 2015 verplicht van toepassing op gevaarlijke producten.
De Vlarem-trein 2013 neemt de nieuwe gevarenklassen, -categorieën en -pictogrammen alvast op in Vlarem, maar eist dat tot die datum de oude indeling gebruikt wordt op de gevaarlijke producten-fiches.
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 17
NIEUWE INDELINGSLIJST EN NIEUWE MANIER VAN INDELEN VAN GEVAARLIJKE STOFFEN
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 18
Huidige indeling volgens VLAREM
Indeling op 3 manieren:
1. door stoffen met naam te noemen
2. door stof-eigenschappen te hanteren
3. door naar de indeling van gevaarlijke stoffen te verwijzen volgens de oude Europese Stoffenrichtlijn (1967/548/EEG)
Dit alles verandert op 1 juni 2015 als de indeling op basis van de gevarenpictogrammen gevolgd wordt volgens de CLP-verordening.
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 19
Huidige indeling volgens VLAREM
1. door stoffen met naam te noemen
individuele stoffen
zoals bij de lozingsparameters of de emissiegrenswaarden
groepen van stoffen
worden gedefinieerd los van gevaarsindeling
zoals “vluchtige organische stof” of “gehalogeneerd organisch oplosmiddel”
Voordeel : gemakkelijk en duidelijk
Nadeel : niet flexibel, indien je van product wil (kunnen) wisselen
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 20
Huidige indeling volgens VLAREM
2. door stof-eigenschappen te hanteren
“P1-producten”: zeer licht en licht ontvlambare vloeistoffen, met name vloeistoffen met een vlampunt lager dan 21°C
"P2-producten": ontvlambare vloeistoffen, met name vloeistoffen met een vlampunt gelijk aan of hoger dan 21 °C en gelijk aan of lager dan 55 °C ;
“P3-producten”: brandbare vloeistoffen met een vlampunt hoger dan 55°C en gelijk aan of lager dan 100°C
“P4-producten”: brandbare vloeistoffen met een vlampunt hoger dan 100 °C en gelijk aan of lager dan 250°C
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 21
Huidige indeling volgens VLAREM
3. door naar de indeling van gevaarlijke stoffen te verwijzen volgens de EU-Stoffenrichtlijn
"hoofdeigenschap": de catalogisering volgens
de EG-richtlijn 67/548 en de EG-richtlijn 88/379; 1) indien een product wordt gekenmerkt met twee of meer gevaarsymbolen, moet het meest relevante risico in aanmerking worden genomen; De meest relevante gevaarsymbolen worden als volgt gepreciseerd:
T > C en T > Xn C > Xi E > F en E > O
2) indien dit niet wordt gepreciseerd in de EG-richtlijn, moet de indeling worden gevolgd van de ADR-reglementering (Reglement voor het vervoer van gevaarlijke goederen langs de weg)
Dit gaat echter verdwijnen op 1 juni 2015
33
1294
tolueen
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 22
Verschillen in indeling tussen oude en nieuwe wetgeving
Gevarenklassen en gevarencategorieën GHS-indelingsgrenzen wijken soms af van oude EU-indelingsgrenzen
EU
Zeer giftig
Zeer giftig bij opname door de
mond
Giftig
Giftig bij opname door
de mond
Schadelijk
Schadelijk bij opname door de mond
LD50 <=5 5-25 25-50 50-200 200-300 300-2000
GHS/CLP
Cat. 1 Cat.2 Cat.3 Cat. 4
Gevaar Dodelijk
bij inslikken
Gevaar Dodelijk
bij inslikken
Gevaar Giftig
bij inslikken
Waarschuwing
Schadelijk bij inslikken
bv.: orale acute toxiciteit
oud
Vanaf 1/6/2015
T+ T Xn
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 23
EU
Zeer licht
ontvlambaar
Licht ontvlambaar
Ontvlambaar
geen pictogram
Vlampunt Kookpunt
< 0°C 35 °C 21 °C > 21 °C en 55 °C
Vlampunt Kookpunt
< 23 °C 35 °C
< 23 °C > 35 °C 23 °C en 60 °C
GHS/CLP
Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3
Gevaar Zeer licht ontvlambare
vloeistof en damp
Gevaar Licht ontvlambare
vloeistof en damp
Waarschuwing Ontvlambare vloeistof en
damp
Verschillen in indeling tussen oude en nieuwe wetgeving : vlampunt
GHS-indelingsgrenzen wijken af van oude EU-indelingsgrenzen voor ontvlambare vloeistoffen
oud F+ F
Vanaf 1/6/2015
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 24
NIEUWE MANIER VAN INDELEN
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 25
Nieuwe manier van indelen
Tot 1 juni 2015 moet men de hoofdeigenschap van een gevaarlijk product bepalen om de toepasselijke rubriek van Vlarem te kunnen kiezen. De subrubrieken van 17.3.x zijn namelijk ingedeeld op deze basis.
Vanaf 1 juni 2015 wordt met alle eigenschappen, gekenmerkt door een GHS-pictogram rekening gehouden voor het bepalen van de rubrieken.
Voor eenzelfde product kan er een dubbele of meervoudige rubricering gelden.
Gemiddeld zouden er 1,8 symbolen per product voorkomen, dus afgerond 2. Dit heeft dus gemiddeld twee rubrieken per stof als gevolg.
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 26
Meervoudige rubricering
Om door deze wijziging niet te veel klasse verhogingen te genereren, werden de klasse 1- en klasse 2-drempels in de subrubrieken verdubbeld voor de meeste gevarencategorieën (behalve voor ontplofbare stoffen).
Voorbeeld voor de milieugevaarlijke stoffen :
– Klasse 2 vanaf 2 ton (nu 1000 kg)
– Klasse 1 vanaf 200 ton (nu 100 000 kg)
Voor de giftige stoffen vervijfvoudigt de klasse 1-drempel zelfs van 1 naar 5 ton.
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 27
Meervoudige rubricering
De meervoudige rubricering geldt zowel voor de opslag van vaste stoffen als vloeistoffen, met uitzondering van de vloeibare brandstoffen. Voor deze wordt enkel met het gevarenpictogram GHS02 rekening gehouden.
Vloeibare brandstoffen die het gevarenpictogram GHS02 niet dragen, worden ingedeeld in rubriek 6.4.
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 28
Nieuwe indeling in Vlarem
1 gevarenpictogram = 1 (sub)rubriek Vlarem I
Geen gevarenpictogram = niet ingedeeld
Rubriek 17.3.1
Rubriek 17.3.4
Rubriek 17.3.2
Rubriek 17.3.5
Rubriek 17.3.3
Rubriek 17.3.6
Rubriek 17.1.2 opslag van gevaar-lijke gassen
Rubriek 17.3.7
Rubriek 17.3.8
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 29
Vlarem wil CLP trouw volgen
Basisuitgangspunt is om alle opslagplaatsen van gevaarlijke producten zoals gedefinieerd in CLP over te nemen, niet meer maar ook niet minder.
Daarom wordt
De opslag van gasflessen en van gas in vaste houders van rubriek 16.7 en 16.8 overgeheveld naar rubrieken 17.1.2.1 respectievelijk 17.1.2.2
Vanaf 1 juni 2015 is rubriek 16 enkel nog het behandelen van gassen, niet meer de opslag
Inerte gassen (vloeibare stikstof of CO2) zijn ook ‘gevaarlijke gassen’ want door het pictogram GHS04, vallen ze volgens CLP onder ‘gassen onder druk’.
“gevaarlijke gassen”: samengeperste, vloeibaar gemaakte, in oplossing gehouden of sterk gekoelde vloeibare gassen volgens de CLP-verordening
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 30
Vlarem wil CLP trouw volgen
Volgende items vallen niet (meer) onder opslagplaats :
– Recipiënten die het ‘dagverbruik’ (24u) niet overschrijden
– Transportvoertuigen;
– Fabricagetoestellen waarin de producten een bewerking moeten ondergaan en de pompen en buffervaten, gekoppeld aan de productie;
– NIEUW : winkelruimten, voor het publiek toegankelijk, voor de verkoop van gevaarlijke producten in verpakkingen van maximaal 30 l of 30 kg;
– NIEUW : geïntegreerde brandstoftanks bij vast opgestelde motoren zoals bij aggregaten, pompen, noodgeneratoren,… tot 1000 l.
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 31
EU
Zeer licht
ontvlambaar
Licht ontvlambaar
Ontvlambaar
geen pictogram
Brandbaar
geen pictogram
Vlampunt < 0°C
Kookpunt 35 °C
21 °C > 21 °C en 55 °C > 55 °C en ≤ 100 °C > 100°C ≤ 250°C
Vlampunt Kookpunt
< 23 °C 35 °C
< 23 °C > 35 °C 23 °C en 60 °C
GHS/CLP
Categorie 1 Categorie 2 Categorie 3
Gevaar Zeer licht
ontvlambare vloeistof en
damp
Gevaar Licht ontvlambare
vloeistof en damp
Waarschuwing Ontvlambare vloeistof en
damp
Vlampunt volgens verschillende wetgevingen
Nieuwe GHS-indelingsgrenzen versus oude EU-indelingsgrenzen voor ontvlambare vloeistoffen Oude Vlarem-indeling: P1 P2 P3 P4
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 32
Indeling in de 3 categorieën volgens GHS/CLP
De stoffen met een GHS02 pictogram zijn ingedeeld in de volgende categorieën :
Categorie 1 : vlampunt <23°C en beginkookpunt ≤ 35°C
Categorie 2 : vlampunt <23°C en beginkookpunt > 35°C
Categorie 3 : vlampunt >23°C en vlampunt ≤ 60°C
Maar volgens GHS zitten in categorie 3 ook de gasolie, diesel en lichte stookolie met een vlampuntbereik ≥ 55 en ≤ 75 °C, want zij dragen ook het symbool GHS02.
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 33
Indeling van brandbare vloeistoffen (P3 en P4)
Rubriek 17 wordt exclusief voorbehouden aan de opslag van stoffen ‘gevaarlijk’ volgens CLP. Begrijp : dragen een CLP-gevarensymbool.
De vroegere P3- en P4-producten hebben geen GHS02-pictogram en vallen hier dus niet onder.
Daarom worden deze nu overgeheveld naar rubriek 6, met als nieuwe titel ‘Brandstoffen en brandbare vloeistoffen’ (voorheen enkel vaste brandstoffen).
Alle sectorale voorwaarden voor opslag van P3- en P4-producten uit Vlarem II, hoofdstuk 5.17 verhuizen dus ook mee naar hoofdstuk 5.6.
Deze verschijnen nu in 2 nieuwe afdelingen van Vlarem II : afdeling 5.6.1 voor de opslag en afdeling 5.6.2 voor brandstofverdeelinstallaties.
De huidige rubriek 17.3.9 wordt ook overgeheveld naar de nieuwe rubriek 6.5. Inhoudelijk wijzigt er niks.
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 34
Indeling van brandbare vloeistoffen (P3 en P4)
Speciaal geval : gasolie en diesel
Als ze het pictogram GHS02 dragen, vallen ze onder de rubriek 17.3.2. (vlampunt <75°C)
Hebben ze het GHS02-pictogram niet, dan vallen ze onder rubriek 6.4.
Omdat er ook maar rekening gehouden wordt met enkel het vlampunt, is er hier geen verdubbeling van de drempels.
Voorbeeld : de oude drempel van 500 m³ voor P3-vloeistoffen voor een klasse 1 is een nieuwe drempel van 500 ton geworden.
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 35
Rubriek 17.3.2 brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen
Opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS02
17.3.2.1 Ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3
17.3.2.1.1 Gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt ≥55 °C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van: …
17.3.2.1.2 Overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van:…
17.3.2.2 Ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van:…
Benzine
17.3.2.3 Overige brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen niet vermeld in rubriek 17.3.2.1. en 17.3.2.2. met een gezamenlijke opslagcapaciteit van:…
Zelfontledende of pyrofore stoffen, …
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 36
Definitie Vlarem I – rubriek 6.4
Brandbare vloeistoffen =
vloeistoffen op basis van etikettering niet gekenmerkt door een gevarenpictogram volgens de CLP-verordening met een vlampunt > 60 °C en ≤ 250 °C of vloeibare brandstoffen op basis van etikettering niet gekenmerkt door gevarenpictogram GHS02 volgens de CLP-verordening met een vlampunt > 60 °C en ≤ 250 °C
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 37
Schematisch
Rubriek 17.3.2 17.3.3-17.3.8
Rubriek 17.3.2
Brandbare vloeistof ? Vloeibare brandstof ?
GHS02 ?
Andere GHS ?
ja nee
ja nee
Andere GHS ?
ja nee
Rubriek 6.4
Rubriek 17.3.3-17.3.8
OF
GHS02 ? ja nee
Rubriek 17.3.2
Rubriek 6.4
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 38
Nieuwe structuur hoofdstuk 5.17 Vlarem II (vanaf 1 juni 2015)
Afdeling 5.17.1 Gemeenschappelijke bepalingen
Afdeling 5.17.2 Opslagplaatsen voor aërosolen
Afdeling 5.17.3 Opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen
– Subafdeling 5.17.3.1 Algemene bepalingen
– Subafdeling 5.17.3.2 Opslag van gevaarlijke stoffen in verplaatsbare recipiënten
– Subafdeling 5.17.3.3 Opslag van gevaarlijke stoffen in vaste reservoirs
Afdeling 5.17.4 Gevaarlijke vaste stoffen en vloeistoffen
– Afdeling 5.17.4.1 Algemene bepalingen
– Afdeling 5.17.4.2 Opslag gevaarlijke vloeistoffen in ondergrondse houders
– Afdeling 5.17.4.3 Opslag gevaarlijke vloeistoffen in bovengrondse houders
– Afdeling 5.17.4.4 Beheersing VOS-uitstoot en verlading
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 39
Nieuwe structuur rubriek 17 Vlarem I (vanaf 1 juni 2015)
Rubriek 17.1 opslagplaatsen voor aërosolen en voor gevaarlijke gassen
Rubriek 17.2 Seveso-inrichtingen
Rubriek 17.3 opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met 8 subrubrieken volgens 8 GHS-pictogrammen (dit zijn ze allemaal behalve GHS04, gassen)
Rubriek 17.4 opslagplaatsen van gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen in kleine verpakkingen van <30 liter/kg (klasse 3)
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 40
Nieuwe structuur rubriek 17 Vlarem I (vanaf 1 juni 2015)
Rubriek 17.3 opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met 8 subrubrieken
Rubriek 17.3.1
Rubriek 17.3.4
Rubriek 17.3.2
Rubriek 17.3.5
Rubriek 17.3.3
Rubriek 17.3.6
Rubriek 17.3.7
Rubriek 17.3.8
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 41
Tolueen – nieuwe indeling
De nieuwe indeling volgens CLP van tolueen (volgens een veiligheidsfiche) is
Dit wil dus zeggen dat tolueen voortaan ingedeeld is in 3 rubrieken :
Rubriek 17.3.2
Rubriek 17.3.6
Rubriek 17.3.7
Waar dit tot 1/06/2015 wordt ingedeeld in rubriek 17.3.4 (P1-producten) op basis van de hoofdeigenschap en klasse 3 (brandgevaar) uit ADR
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 42
Nieuwe rubrieken
In de nieuwe subrubrieken komen wel een aantal gevarenklassen voor van gevaarlijke producten die nu nog niet vergunnings- of meldingsplichtig zijn
Zo komen de CMR-stoffen (kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische stoffen) in de nieuwe rubriek 17.3.7 : lange termijn gezondheidsgevaarlijk
Wegens het nieuwe symbool waarvoor vroeger enkel R-zinnen op de verpakking stonden.
R 45: kan kanker veroorzaken
R 46: kan erfelijke genetische schade veroorzaken
…
Een ander voorbeeld zijn de brandgevaarlijke vaste stoffen. Rubrieken 17.3.4, 17.3.5, 17.3.6, … spraken enkel over (zeer) (licht) ontvlambare vloeistoffen.
Opnieuw is dit een trouw volgen de van de CLP-indeling
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 43
Register gevaarlijke stoffen
Alle inrichtingen klasse 1 volgens rubriek 17 moeten beschikken over ‘een register of alternatieve informatiedrager waarin, per hoofdeigenschap, ten minste de aard en hoeveelheden van de opgeslagen gevaarlijke producten worden vermeld’.
Vanaf 1 juni 2015 :
Register blijft verplicht, maar niet meer rangschikking per hoofdeigenschap maar wel
– Per groep voor de gevaarlijke gassen en aërosolen
– Per (GSH) gevarenpictogram voor de gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen
De bestaande registers moeten dus vertaald worden van de bestaande indeling naar de CLP-indeling. Hiervoor is een overgangstermijn voorzien tot 1/12/2015.
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 44
Scheidingsafstanden (voor bovengrondse
opslag van gevaarlijke vaste stoffen en vloeistoffen)
= de vroegere ‘afstandsregels’
Scheiden van producten die onderling met elkaar kunnen reageren
De vroegere bijlagen 5.16.1 en 5.16.2 voor gassen worden opgeheven en samengevoegd in nieuwe bijlage 5.17.1 waar zowel een tabel is voor aërosolen, gassen, vaste stoffen als vloeistoffen
Voorrangsregeling via flowchart
Vergelijkbaar met het begrip hoofdeigenschap wordt dit aangepakt via een voorrangsregeling van de verschillende pictogrammen : GHS02 > GHS06 > GHS05 > GH08 > GHS07 > GHS09
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 45
Scheidingsafstanden
Voor de toepasselijke scheidingsafstanden (nieuwe bijlage 5.17.1) moet rekening gehouden worden met alle verschillende tabellen van scheidingsafstanden, waarbij de te hanteren afstand tussen twee elementen de grootste is van de afstanden aangegeven in de verschillende tabellen. Ook bij meerdere gevaarsymbolen.
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 46
Scheidingsafstanden
Voor de toepasselijke scheidingsafstanden (nieuwe bijlage 5.17.1) moet rekening gehouden worden met alle verschillende tabellen van scheidingsafstanden, waarbij de te hanteren afstand tussen twee elementen de grootste is van de afstanden aangegeven in de verschillende tabellen. Ook bij meerdere gevaarsymbolen.
Tabel voor vaste stoffen en vloeistoffen
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 47
Scheidingsafstanden
Zie ook de limieten tot eigendom in bijlage 5.17.1
* Als er geen onderscheid is tussen de scheidingsafstanden voor vloeistoffen en vaste stoffen wordt één afstand gegeven. Als voor vloeistoffen en vaste stoffen verschillende scheidingsafstanden gelden dan worden deze beide afstanden gegeven gescheiden door een schuine streep (scheidingsafstand vloeistoffen/scheidingsafstand vaste stoffen).
** Voor gevaarlijke producten gekenmerkt door meerdere gevarenpictogrammen is de te hanteren scheidingsafstand de grootste van de afstanden die uit deze tabel volgen.
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 48
Sectorale voorwaarden gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen
Men heeft getracht om de huidige sectorale voorwaarden uit Vlarem II, hoofdstuk 5.17 zo goed als mogelijk te behouden.
Daarom wordt voor de verdwijning van de indeling in P-producten een nieuwe indeling in het leven geroepen:
– Gevaarlijke vloeistoffen van groep 1: ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1, 2 en 3 volgens de CLP-verordening met een vlampunt <55 °C (=P1/P2-producten)
– Gevaarlijke vloeistoffen van groep 2 (= P3 met vlampunt >55°C en de vloeibare brandstoffen met vlampunt >55°C) en
– Gevaarlijke vloeistoffen van groep 3 (andere gevaarlijke vloeistoffen).
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 49
Inkuiping
Voor de reeds bestaande gevarencategorieën blijft de inkuipingscapaciteit onveranderd.
Huidige inkuiping voor bovengrondse houders :
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 50
Inkuiping
Voor de reeds bestaande gevarencategorieën blijft de inkuipingscapaciteit onveranderd.
Vlarem tekst geldig vanaf 1/6/2015 (bovengrondse houders)
Onder 3° : voor de nieuwe gevarenklassen en categorieën wordt vastgelegd dat de inkuiping minimaal de capaciteit van de grootste houder moet kunnen opvangen.
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 51
IMPACT OP DE MILIEUVERGUNNING
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 52
Nieuwe manier van indelen
Vanaf 1 juni 2015 wordt met alle eigenschappen, gekenmerkt door een GHS-pictogram rekening gehouden voor het bepalen van de rubrieken.
Voor eenzelfde product kan er een dubbele of meervoudige rubricering gelden.
De milieuvergunning zal hierdoor soms een vertekend beeld geven van de totale reële opslaghoeveelheden in een bedrijf, omdat eenzelfde gevaarlijk product meerdere keren wordt gerekend.
Belangrijk is ook om de vergunde situatie voor 1/6/2015 te kunnen koppelen met deze erna.
tolueen
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 53
Overgangsbepalingen
Uitgangspunt : wat is vergund, blijft vergund
Ook als er voor een vergund product nieuwe rubrieken van toepassing worden
De vergunde opslag gevaarlijke producten moet aangepast worden aan de nieuwe rubriek 17 bij de eerstvolgende milieuvergunningsaanvraag of mededeling kleine verandering
Ook verleende afwijkingen blijven geldig tot het einde van de vergunningstermijn
Nieuwe inplantingsregels (huidig art. 5.17.1.2) gelden niet voor ‘bestaande opslag’. Bestaande opslag wordt gedefinieerd in nieuwe afdeling 3.2.3 ‘overgangsbepalingen voor bestaande opslag van gevaarlijke producten en brandbare vloeistoffen’.
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 54
Overgangsbepalingen
Voor producten die vergunningsplichtig worden op 1 juni 2015 door wijziging van de indelingsrubriek 17, zoals bvb de opslag van CMR-producten, kan een aanvraag ingediend worden en behandeld worden via een ‘mededeling kleine verandering’ (art. 6 quater van Vlarem I) en niet met een milieuvergunning (art. 38. van Vlarem I).
Zie art. 634 van het wijzigingsbesluit
Art. 38 van Vlarem I stelt : “De exploitant van een inrichting die na haar inbedrijfstelling vergunningsplichtig wordt door aanvulling of wijziging van de indelingslijst, dient binnen een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van die aanvulling of wijziging, een vergunningsaanvraag in te dienen…”
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 55
Overgangsbepalingen
Wanneer de opslag door de gewijzigde indeling volgens CLP vanaf 1/06/2015 verandert van klasse en daardoor ook de hele inrichting
Dit moet niet onmiddellijk gemeld worden, maar er moet rekening mee gehouden worden dat dit bij de eerstvolgende melding of vergunningsaanvraag moet gebeuren bij een andere instantie.
Daarbij dient dan het document dat de ‘vertaling’ aangeeft tussen de oude rubrieken en deze volgens de CLP-indeling toegevoegd worden.
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 56
Overgangsbepalingen
Wanneer de opslag door de gewijzigde indeling volgens CLP vanaf 1/06/2015 verandert van klasse of dat er een nieuwe rubriek vergund moet worden, maar de hele inrichting verandert niet van klasse
Dit moet niet onmiddellijk gemeld worden. Het document dat de ‘vertaling’ aangeeft tussen de oude rubrieken en de nieuwe CLP-indeling moet opgesteld worden en ter beschikking gehouden. Om bij de eerstvolgende melding of vergunningsaanvraag toe te voegen.
Zie art. 635 van het wijzigingsbesluit.
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 57
OVERGANGSTABEL OUDE NAAR NIEUWE INDELING
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 58
Vertaalslag van de oude naar de nieuwe indeling
De exploitant dient tegen 1 december 2015 te beschikken over een document waarin vermeld wordt onder welke subrubrieken van de nieuwe indelingslijst van Vlarem I aangepast aan het CLP, het bedrijf valt.
Dit document dient men ter beschikking te houden van de toezichthoudende overheid.
Enkel Seveso-inrichtingen dienen dit document aangetekend op te sturen naar de afdeling Milieuvergunningen van LNE (art. 635 van het wijzigingsbesluit).
tolueen
Rubriek 17.3.2
Rubriek 17.3.6
Rubriek 17.3.7
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 59
Vertaalslag van de oude naar de nieuwe indeling
Deze vertaalslag wordt best gemaakt voor 1 juni 2015.
Zeker als je vergunning is gebaseerd op soort producten (giftige, corrosieve, irriterende, …)
Want heeft u een milieuvergunning waarbij in de aanvraag ‘2 ton schadelijke stoffen’ zijn opgeslagen op uw terrein, zonder vermelding van de productnaam, dan komt u best in actie voor 1/6/2015.
Staan de producten in de aanvraag op productnaam vermeld, hou dan goed de oude en nieuwe veiligheidsfiche bij om de vertaling aan te tonen.
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 60
Vertaalslag van de oude naar de nieuwe indeling
Bij een vergunningsaanvraag met ‘2 ton schadelijke stoffen’ kunnen deze mogelijks volgens de nieuwe indeling toxisch worden, ondanks dat het over identiek dezelfde stof gaat, die u al jaren bij dezelfde leverancier aankoopt.
Dan is het verband met de bestaande producten veel moeilijker aan te tonen.
Milieuvergunningen met producten op naam zijn veel duidelijker.
Het is echter begrijpelijk dat bvb. opslagmagazijnen eerder werkten met een milieuvergunning met generieke opbouw omdat dit flexibiliteit geeft.
Het verband wordt nog moeilijker aan te tonen als er ook nog een 2e gevarenpictogram bvb. milieugevaarlijk bijkomt.
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 61
Vertaalslag van de oude naar de nieuwe indeling
Besluit
De vertaalslag moet gemaakt worden voor 1/12/2015
Maak deze al vroeger zodat kan beslist worden welke aanpak de beste is.
Dit kan zijn de milieuvergunning voor 1/6/2015 nog volgens de huidige (eenvoudigere) procedures aanpassen of misschien eerder wachten indien de impact klein is of een hervergunning er binnenkort aankomt.
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 62
NIEUWE VEILIGHEIDSFICHES : WAT DOEN ?
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 63
Downstream-gebruiker
Een downstream-gebruiker is iedere in de EU gevestigde natuurlijke persoon of rechtspersoon, die een stof als zodanig of in een preparaat gebruikt bij industriële activiteiten of beroepsactiviteiten.
Bij de ontvangst van een veiligheidsfiche door een downstream gebruiker starten 2 belangrijke termijnen
– 6 maanden om het “gebruik” van deze stof te controleren. Staat het gebruik dat wij met deze stof doen, in het veiligheidsinformatieblad ?
– 12 maanden om de beheersmaatregelen opgenomen in de blootstellingsscenario’s Controleren of de voorwaarden voor een veilig gebruik van de stof overeenkomen met de omstandigheden waarin u de stof gebruikt : bekijk de risicobeheersmaatregelen
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 64
Info opgenomen in een extended veiligheidsinformatieblad
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 65
Info opgenomen in een extended veiligheidsinformatieblad
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 66
Info opgenomen in een extended veiligheidsinformatieblad
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 67
Info opgenomen in een extended veiligheidsinformatieblad
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 68
Info opgenomen in een extended veiligheidsinformatieblad
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 69
OOK BELANGRIJK : NIEUWE BODEM-VERPLICHTINGEN
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 70
Bodem
In de indelingslijst bij Vlarem I wordt de commentaar bij de kenletters ‘O’, ‘A’, ‘B’ en ‘S’ uit de achtste kolom (Vlarebo) gewijzigd en komen er vanaf 1 juni 2015 2 nieuwe kenletters bij : A* en B*.
A*= inrichting waarvoor
a) bij uitsluitend bovengrondse opslag een oriënterend bodem-onderzoek verplicht is bij overdracht, onteigening, sluiting en faillissement (= categorie O)
b) bij ondergrondse opslag of bij combinatie van ondergrondse of bovengrondse opslag een oriënterend onderzoek verplicht is bij overdracht, sluiting en faillissement en om de 20 jaar (= A)
B*=inrichting waarvoor
a) bij uitsluitend bovengrondse opslag een oriënterend onderzoek verplicht is bij overdracht, sluiting en faillissement en om de twintig jaar (= categorie A)
b) bij ondergrondse opslag of bij combinatie van ondergrondse of bovengrondse opslag een oriënterend onderzoek verplicht is bij overdracht, sluiting en faillissement en om de 10 jaar (= B)
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 71
Bodem
De risico-codes voor bodem wijzigen door de CLP. Daarom ‘betonneert’ met deze lijst en steekt men een kopie van deze lijst als bijlage bij de Vlarebo – het uitvoeringsbesluit bij het Bodemdecreet.
Deze Vlarebo lijst met risico-inrichtingen blijft van toepassing op alle inrichtingen waarvan de exploitatie dateert van vóór 1 juni 2015. De bestaande inrichtingen dus.
Voor risico-inrichtingen die na 31 mei 2015 geëxploiteerd worden (nieuwe inrichtingen), zal de indelingslijst bij Vlarem I (kolom 8) gelden, zoals die vanaf 1 juni 2015 wordt aangepast in uitvoering van de CLP-verordening.
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 72
Actuele en toekomstige wetgeving
https://nnavigator.emis.vito.be (nieuwe navigator)
Je kan vergelijkingen maken tussen huidige versie en toekomstige versie of gewoon de versie van 1/6/2015 al bekijken
© Amelior – geen kopie toegelaten – no copy allowed 73
Recommended