De wens en de belofte

Preview:

DESCRIPTION

Voorganger ds mevr Sijtsma - van Oeverenorganist Johannes de Vriesluister mee via www.kerknoordwolde.nl

Citation preview

Welkom

Voorganger ds mevr Sijtsma –

van Oeveren

Organist Johannes de Vries

Thema: “De wens en de belofte”

Op een lichte wolkenwagen.

Op een lichte wolkenwagen werd

de Heer van d’aard gedragen,

Vaart Hij op naar ’s hemels troon. (bis)

Alles moet voor Hem zich buigen, ied’re tong zijn lof getuigen

En Hem eren als Gods Zoon. (bis)

Vorsten, machten, krachten, tronen, zij, die ‘t hemelrijk bewonen,

Eren Jezus’ heerlijkheid. (bis)

Alle macht is Hem gegeven! Allen die op aarde leven

Make Hij tot dienst bereid. (bis)

Geeft, o zondaars, Hem uw harten, klaagt, o kranken, Hem uw

smarten,

Zegt, o armen, Hem uw nood.(bis)

Ziet, Hij stierf, om u het leven, rijkdom, vred’ en vreugd te geven,

’t leven met Hem, door zijn dood! (bis)

Welkom

Voorganger ds mevr Sijtsma –

van Oeveren

Organist Johannes de Vries

Thema: “De wens en de belofte”

P 24 – 1, 4, 5De aarde en haar volheid zijn

1

De aarde en haar volheid zijn

des HEREN koninklijk domein,

de wereld en die daarin wonen.

Het land rijst uit de oceaan,

rivieren breken zich ruim baan

om Gods volmaakte macht te tonen.

4

Gij poorten, heft uw hoofd omhoog,

aloude deur, maak wijd uw boog,

laat uw verheven koning binnen.

Wie is die vorst zo groot in eer,

die sterke held? Het is de HEER,

die alle macht kan overwinnen.

5

Gij poorten, heft uw hoofd omhoog,

aloude deur, maak wijd uw boog,

ruim baan voor de verheven koning.

Wie is die vorst zo groot in kracht?

Het hoofd van 's hemels legermacht!

Hij komt, Hij maakt bij ons zijn woning.

Stil gebed

Votum en Groet

Aansluitend glorialied ELB 142

Majesteit, groot is zijn majesteit.

Lof zij Jezus, en glorie, hulde en eer.

Majesteit, God die de zijnen leidt.

Vanaf zijn troon vestigt de Zoon zijn heerschappij.

Dus verhoog, maak eeuwig groot

de Naam van Jezus.

Volk van God, kom en breng lof

aan Jezus, de Koning.

Majesteit, groot is zijn majesteit.

Dwars door de dood

werd Hij verhoogd, Jezus regeert.

P 51 – 1Ontferm U God, ontferm U, hoor mijn

klacht,

1

Ontferm U God, ontferm U, hoor mijn klacht,

ik roep tot U, vergeef, vergeef mijn zonden.

Herstel mijn hart, zie, hoe het is geschonden.

Door eigen schuld verzink ik in de nacht.

Wees mij nabij naar uw barmhartigheid,

reinig mij door uw diepe mededogen.

Om al mijn kwaad kwelt zich mijn hart en schreit,

mijn zonden staan mij dagelijks voor ogen.

Genadeverkondiging daarna ELB 343 – 3, 4

3

U komt ons, Heer, in Christus tegemoet.

U geeft ons Heer, verlossing door zijn bloed.

U roept ons, mensen, in uw heerlijkheid:

leven om Jezus' wil in eeuwigheid!

4

Daarom zal, Heer, ons lied een loflied zijn,

dat in ons zingt met eindeloos refrein

Prijzend uw liefde, heffen wij het aan:

Heer, onze God, hoe heerlijk is uw Naam!

Wetslezing, daarnaELB 10

Create in me a clean heart, o God

and renew a right spirit within me.

Create in me a clean heart, o God

and renew a right spirit within me.

Cast me not away

from thy presence, o Lord

and take not thy Holy Spirit from me.

Restore unto me the joy of thy salvation

and renew a right spirit within me.

Gebed om verlichting met de Heilige Geest.

Is je deur nog op slot?

Is je deur nog op slot?

Is je deur nog op slot?

Van je krr krr krr, doe 'm open voor God,

want de Heer wil bij je wonen

en dan ben je nooit alleen.

Je hart is net een huisje waar het gezellig is,

maar 't is er nog zo donker.

Er is iets wat ik mis!

Is je deur nog op slot?

Is je deur nog op slot?

Van je krr krr krr, doe 'm open voor God,

want de Heer wil bij je wonen

en dan ben je nooit alleen!

Wij gaan, tot straks!!

Lezen 2 Kon. 2 : 1 t/m 15Elia ten hemel opgenomen

1 Het geschiedde, toen de HERE Elia in een storm ten hemel zou opnemen, dat Elia met Elisa uit Gilgal ging. 2 En Elia zeide tot Elisa: Blijf toch hier, want de HERE heeft mij naar Betel gezonden. Maar Elisa zeide: Zo waar de HERE leeft en gijzelf leeft, ik zal u niet verlaten. Daarop begaven zij zich naar Betel.

3 Toen kwamen de profeten van Betel naar Elisa en vroegen hem: Weet gij, dat de HERE heden uw heer boven uw hoofd zal wegnemen? En hij antwoordde: Ook ik weet het, zwijgt stil. 4 En Elia zeide tot hem: Elisa, blijf toch hier, want de HERE heeft mij naar Jericho gezonden. Maar hij zeide: Zo waar de HERE leeft en gijzelf leeft, ik zal u niet verlaten.

Zo kwamen zij te Jericho. 5 Toen naderden de profeten van Jericho tot Elisa en vroegen hem: Weet gij, dat de HERE heden uw heer boven uw hoofd zal wegnemen? En hij antwoordde: Ook ik weet het, zwijgt stil. 6 En Elia zeide tot hem: Blijf toch hier, want de HERE heeft mij naar de Jordaan gezonden. Maar hij zeide: Zo waar de HERE leeft en gijzelf leeft, ik zal u niet verlaten.

Zo gingen zij beiden verder. 7 Vijftig man van de profeten waren ook gegaan, maar bleven op verre afstand staan, toen zij beiden aan de Jordaan stilstonden. 8 Daarop nam Elia zijn mantel, wond hem samen en sloeg op het water; en dit verdeelde zich herwaarts en derwaarts, zodat zij beiden door het droge overstaken. 9 En zodra zij overgestoken waren, zeide Elia tot Elisa: Doe een wens.

Wat zal ik voor u doen, eer ik van u word weggenomen? En Elisa zeide: Zo moge dan een dubbel deel van uw geest op mij zijn. 10 En Elia zeide: Gij hebt een moeilijke zaak gewenst. Indien gij mij zult zien, terwijl ik van u word weggenomen, dan zal het u aldus geschieden. Maar indien niet, dan zal het niet geschieden. 11 En, terwijl zij voortgingen, al wandelende en sprekende,

zie, een vurige wagen en vurige paarden! en die maakten scheiding tussen hen beiden. Alzo voer Elia in een storm ten hemel. 12 En Elisa zag het en riep uit: Mijn vader, mijn vader! Wagens en ruiters van Israël! En hij zag hem niet meer. Toen greep hij zijn klederen en scheurde ze in twee stukken. 13 Daarop raapte hij de mantel van Elia op, die van hem afgevallen was,

keerde terug en ging aan de oever van de Jordaan staan. 14 En hij nam de mantel van Elia, die van hem afgevallen was, sloeg op het water, en riep: Waar is de HERE, de God van Elia, ja Hij? Hij sloeg op het water en dit verdeelde zich herwaarts en derwaarts, zodat Elisa kon oversteken.

Lezen Joh. 14 : 15 t/m 20Jezus belooft de Trooster

15 Wanneer gij Mij liefhebt, zult gij mijn geboden bewaren. 16 En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn, 17 de Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn.

18 Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom tot u. 19 Nog een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer, maar gij ziet Mij, want Ik leef en gij zult leven. 20 Te dien dage zult gij weten, dat Ik in mijn Vader ben en gij in Mij en Ik in u.

G 244 – 1, 2Christus stoot de hemel open,

1

Christus stoot de hemel open,

een vuur komt door de wereld lopen,

een nieuw getij breekt haastig aan.

Hoor, de Geest vaart door het heden,

vanwaar? waarheen? met sterke schreden,

geen tegenstand kan Hem weerstaan.

Geeft op uw trots verzet,

verliest u aan zijn wet.

Gij zijt veilig

in zijn domein,

nooit meer alleen,

want nimmer zult gij wezen zijn.

2

Laat u door de Trooster vinden,

eens onbemind, nu Gods beminden,

o kindren van Jeruzalem,

dwaalt niet moedeloos, als vreemden,

want Christus leeft, Hij die u kende.

Nu neemt de Geest en deelt uit Hem.

Uw wachten is voorbij,

de Dag komt naderbij,

merkt het teken,

maakt u bereid,

de Heer bevrijdt,

staat op en volgt, het is de tijd.

“De wens en de belofte”

G 78Laat me in U blijven, groeien,

bloeien,

1

Laat me in U blijven, groeien, bloeien,

o Heiland die de wijnstok zijt!

Uw kracht moet in mij overvloeien,

of 'k ben een wis verderf gewijd.

Doorstroom, beziel en zegen mij,

opdat ik waarlijk vruchtbaar zij!

2

Ik kan mijzelf geen wasdom geven:

niets kan ik zonder U, o Heer!

In uw gemeenschap kiemt er leven

en levensvolheid meer en meer!

Uw Geest moet in mij uitgestort:

de rank die U ontvalt, verdort.

3

Neen, Heer, ik wil van U niet scheiden,

'k blijf de Uw' altijd, blijf Gij de mijn'!

Uw liefde moet alom mij leiden,

uw leven moet mijn leven zijn,

uw licht moet schijnen in mijn huis

bij kruis naar kracht en kracht naar kruis.

4

Dan blijft mijn ziel voor U gewonnen,

dan wint mijn ziel door U in kracht!

Het werk in needrigheid begonnen,

wordt dan in heerlijkheid volbracht!

Wat in de windslen sliep, ontbot,

en komt in 't licht en rijpt voor God.

Dankgebed en voorbeden.

Collecte1ste kerktelefoon

2de eigen gemeente

ELB 209Kom in mijn hart, kom in mijn hart,

1

Kom in mijn hart, kom in mijn hart,

kom iedere macht onttronen.

Aan U de kroon! Kom, Vader, Zoon,

mijn hart door uw Geest bewonen.

2

Reinig mijn hart, reinig mijn hart

in bronnen van uw genade:

Uw Woord geneest; uw bloed, uw Geest

zij stuiten de stroom van 't kwade.

3

Heer van mijn hart, Heer van mijn hart,

blijf eeuwig daar resideren.

Houd Gij er hof. Laat liefde-en lof

en vrede vandaar regeren.

Zegen

Amen, amen, amen!

Dat wij niet beschamen

Jezus Christus onze Heer,

amen, God, uw naam ter eer!

19.00 uur ds Poot

Recommended