Upload
roelandop
View
208
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
VISIE 19
daardoor gemakkelijker van werk-naar-werk geholpen kunnen
worden. Ik ben ook erg voor de herinvoering van de scholingsaf-
trek. Na het afschaffen hiervan een aantal jaren geleden, merk-
ten wij meteen dat de investering van bedrijven in persoonlijke
ontwikkeling en loopbaanbegeleiding enorm terugliep.’
UWVWerkbedrijf biedt met zijn mobiliteitscentra ‘gratis’ out-
placement aan. Ziet u dat als broodroof voor de commerciële
outplacementbureaus?
‘Ja, in zekere zin wel. Wij merken in demarkt dat UWVWerkbe-
drijf bedrijven gratis outplacementtrajecten aanbiedt. Ondanks
dat in het verleden is afgesproken dat dit proces door de private
sector moet worden geregeld.
‘Aan de andere kant mag UWVWerkbedrijf maar twee uur indi-
vidueel aan een kandidaat besteden; dit gaat dus niet veel verder
dan vacaturematching en enige sollicitatietraining. In de out-
placementcontracten die onze ledenmet bedrijven afsluiten, is
vaak opgenomen dat mensen gedurende zes maanden intensief
individueel worden begeleid en er (twee)wekelijks gesprekken
plaatsvinden. Dan heb je het toch over een ander soort outplace-
ment. En hoger opgeleiden vinden zeker niet veel hulp bij het
mobiliteitscentrum van UWVWerkbedrijf.
‘Naast het UWV zijn er meer spelers gekomen. Reïntegratiebedrij-
ven bieden dit soort diensten aan, uitzendbureaus zijn er mee
begonnen. Demarkt is veel complexer geworden.’
Is het vak niet ookmeer volwassen geworden? Vroeger kleefde
aan outplacement toch het beeld dat het iets was voor kneusjes
die geholpenmoeten worden bij het solliciteren?
‘Natuurlijk, voorheen zei iemand bij sollicitaties nooit dat hij in
een outplacementtraject zat. En bij werkgevers leefde het idee “ik
ga toch niet iemand via een outplacementbureau binnenhalen?”
Maar dat is gelukkig veranderd. Wij worden de laatste maanden
steeds vaker gebeld door bedrijven, gemeenten en bijvoorbeeld
de politie, die een tekort aanmensen hebben.
‘Bovendien is het vak sterk in ontwikkeling. Nieuwe generaties
hebben nieuwe vragen, en dat levert voor de toekomst interessan-
te vraagstukken op. Dertigers stellen nu de vragen die veertigers
vroeger stelden. En twintigers lopen nu al rondmet loopbaanvra-
gen. Het schuift allemaal op.
‘Ik denk dat rond halverwege 2010, als de golf van outplacement-
trajecten voorbij is, de vraag naar loopbaanbegeleiding weer
sterker wordt. Dan zal die wens van een goede werk/privé-balans
en persoonlijke ontwikkeling onherroepelijk terugkomen. De
generatie X en Y wil al in het begin van de carrière niet meer dan
vier dagen werken, liefst om de vijf jaar op wereldreis, en heeft
tegelijkertijd allerlei verwachtingen van hun werkgever en eisen
omtrent carrièremogelijkheden. En als het ze niet zint, nemen
ze ontslag en gaan ergens anders aan de slag. Misschien heeft in
de toekomst iedere jonge werknemer wel een eigen coach, een
talentmanager, bij wie hij regelmatig te rade gaat enmet wie hij
zijn carrièrepad uitstippelt.
‘Ik kanmij overigens ook voorstellen dat mensen zich zorgen
maken of die generatie nou wel zo bruisend is en of het wel-
vaartsniveau wel gehandhaafd kan worden. Want zestig uur in de
week werken, dat zie ik die nieuwe generatie nog niet doen. En zij
zullen toch onze pensioenenmoeten verdienen. Hoe dan ook, het
vakgebied zal met deze ontwikkelingmeemoeten groeien.’
Toch is het een onbeschermd beroep. Iemand hangt een bordje
aan zijn deur enmag zich loopbaanspecialist noemen. En dus
lopen in deze branche ook beunhazen rond. Hoe scheidt een hr-
manager die een outplacementbureau wil inschakelen, het kaf
van het koren?
‘Inderdaad, iedereen kan zich zo noemen. En ik ken ook wel men-
sen die dit doen, waarvan ik mij afvraag hoe dat kan. Maar er zijn
drie dingen waar een p&o’er op zou kunnen letten. Ten eerste de
branchevereniging Nobol, waar ongeveer vijftig bureaus bij zijn
aangesloten, en die redelijk strenge toelatingscriteria hanteren.
Samenmet de Cedeo-erkenning die wij sinds twee jaar hieraan
koppelen, kun je dit als keurmerk zien. En het is verstandig om
naar de CMI-certificering te vragen, een kwaliteitskeurmerk voor
gecertificeerde loopbaanprofessionals van het Career Manage-
ment Institute.’
Watmaakt iemand tot een goede loopbaanspecialist?
‘Voorheen vondmen dat je minimaal 42 jaar oudmoet zijn. Dat
vind ik niet, maar het is wel belangrijk dat je zelf weleens een cri-
sis hebt meegemaakt, zowel privé als zakelijk. Het helpt wanneer
je als ervaringsdeskundige ooit een overstap hebt gemaakt in je
carrière of het weleens heel moeilijk hebt gehad. Overigens zie je
in de praktijk dat privé- en werkgerelateerde problemen vaak bij
elkaar komen.
‘Natuurlijk moet je verstand hebben van verschillende vakge-
bieden, zoals psychologie, maar wat is dat dan? Je kunt ervoor
geleerd hebben, maar het kan ook zijn dat je er gevoel voor hebt.
Iemandmoet over de juiste persoonlijkheidskenmerken en vaar-
digheden beschikken.
‘Organisatiekennis, opgedaan inmeerdere organisaties en opma-
nagementniveau, is wel vereist. Iemand die bijvoorbeeld hr-ma-
nager is geweest, is in staat breder te denken en processen goed
te doorzien. Want net als in hrmmoet je je kunnen verplaatsen in
de kandidaat die tegenover je zit, maar ook in het bedrijf waar hij
vandaan komt. De klassieke loopbaanadviseur is niet voor niets
een psycholoog of p&o’er die na verloop van tijd in het vak van
loopbaanadviseur rolt.’
‘Het helpt wanneerje als ervarings-deskundige zelfook weleens eencrisis hebtmeegemaakt,zowel privé alszakelijk’
WWW.INTERMEDIAIRPW.NL#7 / 14 APRIL 2009