19
- 2170/3 - 98 / 99 Chambre des représentants de Belgique SESSION ORDINAIRE 1998 -1999(') 29 AVRIL 1999 PROPOSITION DE RÉSOLUTION relative à la situation au Kosovo RAPPORT FAIT AU NOM DE LA COMMISSION DES RELATIONS EXTÉRIEURES (1) PAR M. Chokri MAHASSINE (1) Composition de la commission: Président: M. Duquesne (A) A.- TItulaires C.V.P. MM. Cauwenberghs, Eyskens, Ghesquière, Mme Verhoeven. P.S. MM.Dalions, Harmegnies, Moriau. V.L.D. MM. De Croo, Eeman, Versnick. S.P. MM. Mahassine, Van der Maelen. P.R.L.- MM.de Donnéa, Duquesne. F.D.F. P.S.C. M. Gehlen. Vl.BlokM. Lowie. B.- Suppléants M.De Crem, Mme Hermans, MM. Moors, Van Erps, N. MM. Borin, Henry, Larcier, Meureau. MM. Chevalier, Daems, Lahaye, Valkeniers. Mme Dejonghe, MM. Schellens, Schoeters. MM. Michel, Reynders, Simonet. MM. Beaufays, Mairesse. MM. Sevenhans, Van den Eynde. Agalev/M. Van Dienderen. Ecolo Mmes Nys, Schüttringer. C.- Membre sans voix délibérative: V.U. M. Borginan Voir: - 2170 - 98 / 99: - N° I : Proposition de résolution de M. Van der Maelen. - N° 2 : Amendements. Voir aussi: - N° 4 : Texte adopté par la commission. (*) Cinquième session de la 49 èmo législature 2170 / 3- 98 / 99 Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers GEWONE ZITTING 1998 - 1999 (') 29 APRIL 1999 VOORSTEL VAN RESOLUTIE over de situatie in Kosovo VERSLAG NAMENS DE COMMISSIE VOOR DE BUITENLANDSE BETREKKINGEN (1) UITGEBRACHT DOOR DE HEER Chokri MAHASSINE (1) Samenstelling van de commissie: Voorzitter: de heer Duquesne (A) A. - Vaste leden C.V.P. HH. Cauwenberghs, Eyskens, Ghesquière, Mevr. Verhoeven. P.S. HH. Dallons, Harmegnies, Moriau. V.L.D. H. De Croo, Eeman, Versnick. S.P. HH. Mahassine, Van der Maelen. P.R.L.- HH. de Donnéa, Duquesne. F.D.F. P.S.C. H. Gehlen. VI.BlokH. Lowie. B.- Plaatsvervangers H.De Crem, Mevr. Hermans, HH. Moors, Van Erps, N. HH. Borin, Henry, Larcier, Meureau. HH. Chevalier, Daems, Lahaye, Valkeniers. Mevr. Dejonghe, HH. Schellens, Schoeters. HH. Michel, Reynders, Simonet. HH. Beaufays, Mairesse. HH. Sevenhans, Van den Eynde. Agalev/H. Van Dienderen. Ecolo Mevr. Nys, Mevr. Schüttringer. C.- Niet-stemgerechtigd lid V.U. H. Borginan Zie: - 2170 - 98 / 99: - Nr. I : Voorstel van resolutie van de heer Van der Maelen. - Nr. 2 : Amendementen. Zie ook: - Nr. 4 : Tekst aangenomen door de commissie. (*) Vijfde zitting van de 49"0 zittingsperiode 6666

- 2170/3 - 98 / 99 2170 / 3 - 98 / 99 Chambre des

  • Upload
    others

  • View
    8

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: - 2170/3 - 98 / 99 2170 / 3 - 98 / 99 Chambre des

- 2170/3 - 98 / 99

Chambre des représentantsde Belgique

SESSION ORDINAIRE 1998 -1999(')

29 AVRIL 1999

PROPOSITION DE RÉSOLUTION

relative à la situation au Kosovo

RAPPORTFAIT AU NOM DE LA COMMISSIONDES RELATIONS EXTÉRIEURES (1)

PARM. Chokri MAHASSINE

(1) Composition de la commission:Président: M. Duquesne (A)

A.- TItulaires

C.V.P. MM. Cauwenberghs,Eyskens, Ghesquière,Mme Verhoeven.

P.S. MM.Dalions, Harmegnies,Moriau.

V.L.D. MM. De Croo, Eeman,Versnick.

S.P. MM. Mahassine,Van der Maelen.

P.R.L.- MM.de Donnéa, Duquesne.F.D.F.P.S.C. M. Gehlen.Vl.BlokM. Lowie.

B.- Suppléants

M.De Crem, Mme Hermans,MM. Moors, Van Erps, N.

MM. Borin, Henry, Larcier,Meureau.MM. Chevalier, Daems, Lahaye,Valkeniers.Mme Dejonghe, MM. Schellens,Schoeters.MM. Michel, Reynders, Simonet.

MM. Beaufays, Mairesse.MM. Sevenhans, Van den Eynde.

Agalev/M. Van Dienderen.Ecolo

Mmes Nys, Schüttringer.

C.- Membre sans voix délibérative:V.U. M. Borginan

Voir:- 2170 - 98 / 99:

- N° I : Proposition de résolution de M. Van der Maelen.- N° 2 : Amendements.

Voir aussi:- N° 4 : Texte adopté par la commission.

(*) Cinquième session de la 49èmo législature

2170 / 3 - 98 / 99

Belgische Kamervan volksvertegenwoordigers

GEWONE ZITTING 1998 - 1999 (')

29 APRIL 1999

VOORSTEL VAN RESOLUTIE

over de situatie in Kosovo

VERSLAG

NAMENS DE COMMISSIE VOOR DEBUITENLANDSE BETREKKINGEN (1)

UITGEBRACHT DOOR DE HEERChokri MAHASSINE

(1) Samenstelling van de commissie:Voorzitter: de heer Duquesne (A)

A. - Vaste leden

C.V.P. HH. Cauwenberghs,Eyskens, Ghesquière,Mevr. Verhoeven.

P.S. HH. Dallons, Harmegnies,Moriau.

V.L.D. H. De Croo, Eeman,Versnick.

S.P. HH. Mahassine,Van der Maelen.

P.R.L.- HH. de Donnéa, Duquesne.F.D.F.P.S.C. H. Gehlen.VI.BlokH. Lowie.

B.- Plaatsvervangers

H.De Crem, Mevr. Hermans,HH. Moors, Van Erps, N.

HH. Borin, Henry, Larcier,Meureau.HH. Chevalier, Daems, Lahaye,Valkeniers.Mevr. Dejonghe, HH. Schellens,Schoeters.HH. Michel, Reynders, Simonet.

HH. Beaufays, Mairesse.HH. Sevenhans, Van den Eynde.

Agalev/H. Van Dienderen.Ecolo

Mevr. Nys, Mevr. Schüttringer.

C.- Niet-stemgerechtigd lidV.U. H. Borginan

Zie:- 2170 - 98 / 99:

- Nr. I : Voorstel van resolutie van de heer Van der Maelen.- Nr. 2 : Amendementen.

Zie ook:- Nr. 4 : Tekst aangenomen door de commissie.

(*) Vijfde zitting van de 49"0 zittingsperiode6666

Page 2: - 2170/3 - 98 / 99 2170 / 3 - 98 / 99 Chambre des

- 2170/3 - 98 / 99

MESDAMES, MESSIEURS,

La présente proposition de résolution a été exami-née par votre commission lors de ses réunions du 27avril 1999.

I. EXPOSÉ INTRODUCTIF DE L'AUTEURDE LA PROPOSITION

M. Van der Maelen renvoie au texte de sa proposi-tion (cf. doc. n° 2170/1).

Il justifie le dépôt de la proposition par la volontéque la Chambre, avant que n'ait lieu sa dissolution,prenne position sur la situation au Kosovo et four-nisse ainsi au gouvernement un cadre de référenceet d'appréciation.

Par manque de temps, l'auteur a agi seul, mais ilsouhaite recueillir la plus large adhésion pour sa pro-position, laquelle est dès lors susceptible d'être amen-dée.

II. DISCUSSION GÉNÉRALE

Les différents intervenants dans la discussion dé-clarent partager l'objectif de l'auteur, quant à la né-cessité d'une prise de position de la Chambre avantsa dissolution.

M. Van Dienderen estime que, pour que son groupepolitique puisse s'y rallier, la proposition devrait êtreconsidérablement modifiée, car sa formulation initialeéquivaut à une légitimation de l'action agressive del'OTAN. Or, il est grand temps de remplacer la logi-que militaire par celle de la diplomatie et de redon-ner à l'ONU un rôle moteur à la place de l'OTAN.

M. Borginon partage le point de vue de l'interve-nant précédent, selon lequel la résolution en proposi-tion devra être considérablement amendée.

Il a d'ailleurs cosigné certains des amendementsproposés par l'intervenant précédent (cf. infra).

Il rappelle par ailleurs s'être toujours montré cri-tique vis-à-vis de la tactique des bombardements sui-vie par l'OTAN. Si cette politique est condamnable, ilfaut cependant tenir compte de la réalité qu'elle acontribué à créér sur le terrain: il n'existe plus dé-sormais de bonne solution.

M. Versnick déclare partager largement le point devue de l'auteur de la proposition, même si un certainnombre d'amendements de détail apparaissent sou-haitables (cfr, infra).

[2 ]

DAMES EN HEREN,

Uw commissie heeft dit voorstel van resolutie be-sproken tijdens haar vergaderingen van 27 april1999.

I. INLEIDENDE UITEENZETTINGVAN DE INDIENER VAN HET VOORSTEL

VAN RESOLUTIE

De heer Van der Maelen verwijst naar de tekst vanzijn voorstel van resolutie (zie Stuk nr. 2170/1).

Hij verantwoordt de indiening van het voorstel vanresolutie door de wens dat de Kamer vóór haar ont-binding over de toestand in Kosovo een standpuntinneemt en zodoende de regering een referentie- enbeoordelingskader aan de hand doet.

Wegens tijdgebrek handelde de indiener op eigenhoutje, maar hij zou voor zijn voorstel van resolutie,dat overigens kan worden geamendeerd, graag degrootst mogelijke steun krijgen.

II. ALGEMENE BESPREKING

De verschillende sprekers verklaren het eens te zijnmet de doelstellingvan de indiener, namelijk de nood-zaak om de Kamer nog vóór haar ontbinding eenstandpunt te laten innemen.

De heer van Dienderen is van mening dat, opdatzijn fractie zich erbij kan aansluiten, het voorstel vanresolutie aanzienlijk zou moeten worden gewijzigd,want de oorspronkelijke formulering ervan komt eropneer dat het agressieve optreden van de NAVOwordtgelegitimeerd. Het is nochtans hoog tijd dat de mili-taire logica wordt vervangen door die van de diplo-matie en dat de VN opnieuw de drijvende kracht wor-den in plaats van de NAVO.

De heer Borginon is het eens met het standpuntvan de vorige spreker, volgens hetwelk de voorge-stelde resolutie ingrijpend zal moeten wordengeamendeerd.

Hij heeft overigens bepaalde van de door de vorigespreker ingediende amendementen medeondertekend(zie infra).

Bovendien brengt hij in herinnering dat hij altijdkritisch heeft gestaan tegenover de door de NAVOgevolgde tactiek van bombardementen. Al is dezemethode te verwerpen, er moet rekening worden ge-houden met de toestand die mede daardoor in het veldtot stand werd gebracht: voortaan bestaat geenjuisteoplossing meer.

De heer Versnick verklaart het in ruime mate methet standpunt van de indiener van het voorstel vanresolutie eens te zijn, al lijken een aantal amende-menten over bijzonderheden wenselijk (zie infra).

Page 3: - 2170/3 - 98 / 99 2170 / 3 - 98 / 99 Chambre des

Il dénonce par contre «l'esprit de Munich» qu'il dé-cèle dans la déclaration du premier intervenant etrappelle que lorsque «pacifisme»est interprété commesynonyme de «passivité», les conséquences à termedu choix de cette voie sont inévitablement les plusmauvaises possibles, comme l'histoire l'a montré àsuffisance.

M. Deleuze déclare que son groupe politique ne peutaccepter le texte proposé, dans lequel il ne voit guèreplus qu'une motion pure et simple déguisée en pro-position de résolution.

Il souhaiterait pour sa part voir la Chambre adop-ter un texte plus volontariste, qui donne clairementdes injonctions au gouvernement et qui adopte uneposition se démarquant clairement de la politiquedictée par les États-Unis.

Il lui paraît par ailleurs qu'au-delà des responsa-bilités - accablantes - de l'actuel régime serbe, il fau-drait rappeler combien la communauté internationalea fait preuve de négligence vis-à-vis du Kosovo. Lavoie qui a été choisie dans le sillage des États- Unis -alors que la situation dans les Balkans réclame clai-rement le développement d'une politique européennepropre - n'a jusqu'à présent atteint aucun des objec-tifs annoncés et les conditions supplémentaires énon-cées par l'OTANne font rien d'autre que de rallongerle conflit.

Au contraire, il faut appliquer de manière progres-sive, à l'instar de ce que propose le plan allemanddévoilé le 13 avril dernier, les résolutions de l'OTAN- dont l'option de principe d'une intervention n'est pascontestée par le groupe politique auquel appartientl'intervenant, ainsi que ce dernier l'a indiqué lors dela séance plénière du 25 mars dernier.

La proposition de résolution devrait également con-tenir une injonction au gouvernement, appelant cedernier à adopter et à appliquer une politique géné-reuse à l'égard des réfugiés kosovars.

Enfin, l'intervenant s'insurge contre le fait que lesmanifestations en faveur de la paix soient interditesen Belgique.

Sur un plan plus général, il estime inacceptableque l'OTAN s'arroge le rôle de gendarme du mondeet intervienne désormais en dehors de sa zone, alorsque le représentant légitime de la communauté in-ternationale est sans conteste l'O'Nl.I. L'attitude adop-tée par l'Alliance risque de toute manière de se révé-ler contre-productive à terme, car quel argumentpourrait-elle désormais opposer à la volonté d'uneautre alliance régionale d'étendre sa zone?

[3 ] - 2170/3 - 98 / 99

Hij stelt daarentegen de «geest van München» aande kaak, die hij in de verklaring van de eerste spre-ker ontwaart, en brengt in herinnering dat als «paci-fisme» wordt geïnterpreteerd als synoniem van «pas-sivitoit», de langetermijngevolgen van de keuze voordie weg onvermijdelijk de slechtst mogelijke zijn, zo-als de geschiedenis voldoende heeft aangetoond.

De heer Deleuze verklaart dat zijn fractie de voor-gestelde tekst, waarin hij nauwelijks meer ziet daneen als voorstel van resolutie vermomde eenvoudigemotie, niet kan aannemen.

Hij zou, wat hem betreft, graag zien dat de Kamereen meer voluntaristische tekst aanneemt, die aande regering duidelijke aansporingen geeft en die eenstandpunt inneemt dat duidelijk afstand neemt vanhet door de Verenigde Staten gedicteerde beleid.

Hij is bovendien van mening dat naast de immenseverantwoordelijkheid van het huidige Servische re-gime in herinnering zoumoeten worden gebracht hoe-zeer de internationale gemeenschap zich tegenoverKosovo nalatig heeft getoond. De aanpak waarvoorin het spoor van de Verenigde Staten werd gekozen -terwijl de toestand in de Balkan duidelijk de ontwik-keling van een eigen Europees beleid nodig maakt -heeft tot dusver tot de realisatie van geen enkele vande aangekondigde doelstellingen geleid en de bijko-mende voorwaarden die door de NAVOworden ge-steld hebben alleen een verlenging van het conflicttot gevolg.

De resoluties van de NAVO moeten integendeelprogressief worden toegepast, in navolging van hetop 13 apriljongstleden bekendgemaakte Duitse plan.Zoals de spreker in de plenaire vergadering van 25maartjongstleden aangaf, wordt de principiële keuzevan de NAVOvoor een militair optreden door zijn frac-tie niet bestreden.

Het voorstel van resolutie zou ook een aansporingaan de regering moeten bevatten, waarbij deze laat-ste ertoe wordt opgeroepen ten aanzien van deKosovaarse vluchtelingen een ruimhartig beleid tevoeren en toe te passen.

Ten slotte komt de spreker op tegen het feit datbetogingen voor de vrede in België zijn verboden.

Meer in het algemeen vindt hij het onaanvaard-baar dat de NAVOzich de rol aanmatigt van politie-agent van de wereld en voortaan optreedt buiten haarzone, terwijl de legitieme vertegenwoordiger van deinternationale gemeenschap ontegensprekelijk deVNzijn. De houding van de Alliantie dreigt op termijnhoe dan ook een omgekeerd effect te hebben, wantwelke argumenten zal zij in de toekomst kunnen in-brengen tegen de wil van een andere regionaal bond-genootschap om zijn invloedssfeer uit te breiden?

Page 4: - 2170/3 - 98 / 99 2170 / 3 - 98 / 99 Chambre des

- 2170/3 - 98 / 99

L'intervenant conclut que, si l'on souhaite que l'Eu-rope acquière une capacité militaire qui soit opéra-tionnelle de manière autonome, il convient de se don-ner les moyens budgétaires pour ce faire.

M. Gehlen souligne que la résolution en discussions'inscrit dans le cadre de la résolution n° 1199 duConseil de Sécurité des Nations unies, ainsi que dansla logique des exigences formulées tant par la prési-dence de l'Union européenne que par la communautéinternationale toute entière.

M. Lowie juge inacceptables, parce qu'irréalistes,deux aspects de la proposition: la référence à l'invio-labilité des frontières (point 11) et la volonté de pro-mouvoir la coexistence pacifique des divers groupesethniques dans les Balkans (point 14).

Le Kosovomulticulturel, que les auteurs de la pro-position entendent promouvoir de cette manière, estutopique car la YougoslaviemulticulturelIe n'a existéque sous la poigne de fer de la dictature communistetitiste et ne lui a pas survécu.

Contrairement à ce que pensent les auteurs de larésolution, la solution passe dès lors par la modifica-tion des frontières et par la reconnaissance du droità l'autodétermination des peuples.

Dans le cas du Kosovo, ceci implique une divisiondans le cadre de laquelle une petite région dans lenord restera sous l'autorité de la Serbie, tandis quela majeure partie du Kosovodeviendra indépendante,ou rejoindra, le cas échéant, l'Albanie.

Enfin, le membre souligne son opposition à l'envoid'une force d'intervention au sol et se prononce parailleurs en faveur de l'accueil des réfugiés en Alba-nie, même si cet accueil implique un soutien finan-cier considérable de la part des pays européens.

Mme Verhoeven met l'accent sur le caractère diffi-cile des décisions prises et encore à prendre par lacommunauté internationale. Elle ne partage dès lorspas les prises de position trop réductrices de certainsdes intervenants précédents : la recherche d'une so-lution de paix est évidemment primordiale, mais ilne faudrait pas occulter le fait que les démarches pu-rement diplomatiques, tant formelles qu'informelles,prises jusqu'à présent sont restées vaines; quant auprincipe de l'autodétermination des peuples, invoquépar l'intervenant précédent, il ne doit pas faire oublierque c'est dans la coexistence pacifique des culturesque réside la civilisation.

M. Van Erps déclare partager le point de vue del'intervenante précédente. Pour sa part, il juge que,si le texte est susceptible d'être amendé, il ne peut

[4 ]

Het besluit van de spreker luidt derhalve dat alsmen Europa tot een operationele en autonome mili-taire macht wil zien uitgroeien, daar de nodige bud-gettaire middelen voor moeten worden uitgetrokken.

De heer Gehlen onderstreept dat de ter besprekingvoorliggende resolutie moet worden gezien in het lichtvan resolutie nr. 1199 van de Veiligheidsraad van deVerenigde Naties; tevens vertolkt de tekst de logicaachter de eisen van zowel het voorzitterschap van deEuropese Unie als de gehele internationale gemeen-schap.

De heer Lowie vindt twee aspecten van het voor-stelonrealistisch en dus onaanvaardbaar: de verwij-zing naar de onschendbaarheid van de grenzen (punt11) en het streven naar een vreedzaam samenlevenvan de diverse etnieën in de Balkan (punt 14).

Het multiculturele Kosovodat de indiener van hetvoorstel aldus voorstaat, berust op een utopie, wanthet multiculturele Joegoslavië heeft slechts bestaantijdens het schrikbewind van de communistische die-tator Tito en heeft diens dood overigens amper over-leefd.

In tegenstelling tot wat de indiener van het voor-stel denkt, bestaat de oplossing dus uit een grens-wijziging en de erkenning van het recht op zelfbe-stuur van de volkeren ter plaatse.

Wat Kosovo betreft, betekent dat een opdelingwaarbij een klein gebied in het noorden onderServisch gezag blijft, terwijl het grootste gedeelteonafhankelijk zou worden en vervolgens eventueel bijAlbanië kan aansluiten.

Tot slot onderstreept het lid dat hij zich tegen hetsturen van een interventiemacht verzet en spreekthij zich uit voor het opvangen van de vluchtelingenin Albanië, ook al zou zulks van de Europese landeneen aanzienlijke financiële bijdrage vergen.

Mevrouw Verhoeven beklemtoont hoe moeilijk dedoor de internationale gemeenschap reeds genomenen nog te nemen beslissingen liggen. Bijgevolg is zijhet niet eens met de te enge standpunten van eenaantal voorgaande sprekers: uiteraard is het vanprimordiaal belang dat aan een vreedzame oplossingwordt gewerkt, maar daarbij mag men niet vergetendat alle -zowel formele als informele- initiatieven vanlouter diplomatieke aard totnogtoe zijn mislukt; in-zake het recht op zelfbeschikking waarover de vorigespreker het had, zij eraan herinnerd dat van be-schaving pas sprake kan zijn, zo verschillende cultu-ren erin slagen vreedzaam samen te leven.

De heer Van Erps deelt de zienswijze van de vorigespreekster. Wat hem betreft is de voorgestelde tekstvoor verbetering vatbaar, maar moet te allen prijze

Page 5: - 2170/3 - 98 / 99 2170 / 3 - 98 / 99 Chambre des

toutefois être question d'en faire un manifeste reflé-tant le point de vue d'un groupe politique particulier.

M. Duquesne estime l'adoption d'une résolutionpar la Chambre d'autant plus importante que la dis-solution des Chambres est imminente: il est essen-tiel que, pour jouer le rôle majeur qui est le sien dansle domaine de la politique étrangère, le gouvernementdispose d'un cadre de référence tracé par le parle-ment.

Contrairement à ce qu'ont semblé craindre plu-sieurs intervenants, le membre juge que la proposi-tion en discussion n'est en rien comparable à unemotion pure et simple. S'il est souhaitable de l'amen-der, il ne peut toutefois être question de la transfor-mer en une accumulation de critiques -bien qu'il soitcertes permis de se montrer réticent sur un certainnombre d'évolutions (comme le rôle trop prépondé-rant des États-Unis), de s'interroger sur l'opportu-nité de certaines mesures, de s'inquiéter de l'évolu-tion de la situation (laquelle ne paraît pas totalementmaîtrisée) et de regretter que le droit n'ait pas tou-jours été respecté.

D'une manière générale, cependant, il convientavant tout d'exprimer la solidarité belge avec l'ac-tion entreprise par l'OTAN ainsi qu'avec le consen-sus existant à ce sujet au sein de l'Alliance.

Il est clair que la situation doit faire l'objet d'uneévaluation permanente, mais le moment de l'évalua-tion définitive n'est pas encore arrivé. Il apparaît dèslors inopportun de remettre déjà en cause des actionsengagées avec l'approbation du Parlement.

Il faut par ailleurs souligner que l'objectif doit res-ter la recherche d'une solution négociée et que -mêmesi l'intervention de l'OTAN a été pleinement justifiéepar un état de nécessité - les principes du droit doi-vent être respectés; toute poursuite du processus doitvoir celui-ci se rattacher aux principes de l'ONU.

L'intervenant souhaite par ailleurs que la résolu-tion mette l'accent sur le rôle majeur que doit jouerla Russie dans la recherche d'une solution négociée.

Il lui apparaît également important d'exprimer lasolidarité qu'appelle la situation difficile vécue parle Monténégro.

Enfin, il importe de ne pas traiter en adversaire lapopulation serbe - qu'il ne faut pas confondre avec lerégime du président Milosevic - et il faut donc éviterde lui faire perdre la face.

L'intervenant conclut que la paix a un prix maisqu'il ne faut pas donner l'impression qu'elle peut s'ac-quérir à n'importe quel prix.

[ 5 ] - 2170/3 - 98 / 99

worden voorkomen dat hij uitgroeit tot een pamfletvan een of andere fractie.

Volgens de heer Duquesne is het van belang dat deKamer een resolutie terzake goedkeurt, temeer daarzij op het punt staat te worden ontbonden. Teneindede gewichtige rol te kunnen spelen die inzake bui-tenlandse politiek voor haar is weggelegd, moet deregering hoe dan ook over een door het parlementafgebakend referentiekader beschikken.

In tegenstelling tot wat een aantal sprekers ken-nelijk vrezen, is het lid van oordeel dat het ter be-spreking voorliggende voorstel in niets met eengewonen motie te vergelijken is. Alhoewel het wen-selijk ware er amendementen op in te dienen, kan ergeen sprake van zijn de tekst te veranderen in eenopeenstapeling van kritiek; een en ander neemt ui-teraard niet weg dat enige terughoudendheid op zijnplaats is in verband met een aantal evoluties (zoalsde te prominente rol van de Verenigde Staten), datvraagtekens kunnen worden geplaatst bij de rele-vantie van sommige maatregelen, dat ongerustheidover de evolutie van de (blijkbaar niet geheel in dehand gehouden) toestand gewettigd is en dat de niet-naleving van de rechtsregels moet worden betreurd.

In het algemeen komt het er evenwel vooral op aande Belgische solidariteit met de NAVO-acties, alsookde consensus die daarover binnen het Bondgenoot-schap heerst, te onderstrepen.

Het is duidelijk dat de toestand permanent moetworden geëvalueerd, maar voor een slotevaluatie ishet nog te vroeg. Daarom lijkt het niet aangewezennu al kritiek te formuleren op acties die met toestem-ming van het parlement werden uitgevoerd.

Bovendien dient te worden beklemtoond dat hetnog steeds de bedoeling moet zijn om tot een onder-handelde oplossing te komen en dat de rechtsbegin-selen moeten worden geëerbiedigd, ook al zijn deNAVO-acties volkomen gewettigd en noodzakelijk.Hoe de toestand ook moge evolueren, de door de VNgehanteerde beginselen moeten worden nageleefd.

Voorhet overige wenst de spreker dat de resolutiede betekenisvolle rol van Rusland bij het zoeken naareen onderhandelde oplossing in de verf zou zetten.

Het lijkt hem eveneens van belang te doen blijkenvan solidariteit met Montenegro, dat momenteelmoeilijke tijden doormaakt.

Tot slot is het uit den boze de Servische bevolking(die niet met het regime van president Milosevic magworden gelijkgesteld) als een vijand af te schilderen;zij moet immers haar waardigheid kunnen behouden.

De spreker besluit met de woorden dat vrede eenprijs heeft, al mag niet de indruk ontstaan dat omhet even welke prijs kan worden betaald.

Page 6: - 2170/3 - 98 / 99 2170 / 3 - 98 / 99 Chambre des

- 2170/3 - 98 / 99

III. DISCUSSION DES AMENDEMENTSET VOTES

Point 1

Un amendement (n° 16) est proposé par M. VanDienderen et consorts. Il vise à remplacer le point 1.

M. Van Dienderen estime que la résolution doitdavantage prendre en compte l'insuffisance de l'at-tention dont a fait preuve la communauté internatio-nale vis-à-vis du Kosovo. Il déplore que la résolutionn° 1462 adoptée par la Chambre le 3 juin 1998, quidemandait «de soutenir de nouveaux programmes decollecte des armes en Albanie et d'aider la police etles douanes albanaises à enrayer l'afflux d'armes enprovenance d'Albanie» n'ait guère été suivie. Au con-traire, rUCK a pu disposer de toujours plus d'armes.Or, si le nationalisme est indéniablement la cause pre-mière des situations de conflits dans les Balkans, lesactions extrémistes n'ont cependant été rendues pos-sibles que par l'armement des intéressés. En l'occur-rence, les milices de rUCK ont pu terroriser ceux desKosovars qui ne les suivaient pas et fournir ainsi unprétexte à Milosevic pour réagir. La trop longue pas-sivité de la communauté internationale a débouchésur une guerre au coût exorbitant, alors qu'une ac-tion préventive aurait été autrement moins coûteuse.

De plus, la politique agressive et unilatérale me-née par l'OTAN mine le droit international, ce qui, aterme, ne peut manquer de léser les membres les plusfaibles de la communauté internationale.

M. Borginon, cosignataire des amendements, faitsien le point de vue développé par l'intervenant pré-cédent.

M. Van der Maelen, suivi en cela par MM. Versnick,Van Erps et Duquesne, juge que, s'il serait judicieuxque le Parlement évalue la manière dont tant la Bel-gique et ses institutions que la communauté interna-tionale ont agi face aux deux crises récentes de l'Iraket du Kosovo, il serait par contre prématuré d'effec-tuer cette évaluation quand la crise est encore encours.

Sur le fond, le membre conteste que la communautéinternationale se soit désintéressée du destin du Ko-sovo. Il rappelle que la tenue d'un certain nombred'élections en Serbie, prévue par les accords de Day-ton, a incité la communauté internationale à pariersur une démocratisation interne en Serbie. Il est re-

[ 6 ]

III. BESPREKING VAN DE AMENDEMENTENEN STEMMINGEN

Punt1

De heer Van Dienderen c.s. dient amendement nr.60 in, dat ertoe strekt punt 1 te vervangen.

De heer Van Dienderen is van mening dat de reso-lutie de al te geringe aandacht die de internationalegemeenschap aan Kosovo heeft geschonken, sterkerin de verf moet zetten. Hij betreurt dat de door deKamer op 3 juni 1998 ingediende resolutie nr. 1462,waarin werd gevraagd «nieuuie wapeninzamel-programma's in Albanië te steunen en de Albanesepolitie en douane te helpen de uitstroom van wapensuit Albanië te stoppen», nauwelijks werd gevolgd. Hettegendeel is het geval: het UCK kon over almaar meerwapens beschikken. Nu lijdt het niet de minste twij-fel dat het nationalisme de eerste oorzaak is van deconflictsituaties in de Balkan. Zulks neemt echter nietweg dat de extremistische operaties alleen door debewapening van de betrokkenen mogelijk werdengemaakt. In casu hebben de UCK-milities diéKosovaren die hen niet volgden, met terreurafgedreigd en Milosevic op die manier een voorwend-sel gegeven om te reageren. De internationale ge-meenschap heeft al te lang lijdzaam toegezien, watheeft geleid tot een oorlog die waanzinnig veel geldkost, terwijl preventief optreden heel wat kasten-besparender ware geweest.

Bovendien ondergraaft de door de NAVOeenzijdiggevoerde, agressieve politiek het internationaal recht,wat op termijn alleen maar in het nadeel van de zwak-ste leden van de internationale gemeenschap kanuitvallen.

Ook de heer Borginon deelt, als mede-onderteken-aar van de amendementen, het door de vorige spre-ker uiteengezette standpunt.

Volgens de heer Van der Maelen, daarin gevolgddoor de heren Versnick, Van Erps en Duquesne, warehet verstandig dat het parlement de wijze evalueertwaarop zowel België en de Belgische instellingen alsde internationale gemeenschap hebben gereageerd opde twee jongste crisissen die in Irak en in Kosovohebben plaatsgevonden, maar dat het daarentegenvoorbarig zou zijn die evaluatie uit te voeren op eenogenblik waarop de crisis nog steeds aan de gang is.

Wat de grond van de zaak betreft, betwist het liddat de internationale gemeenschap niet met de toe-stand in Kosovobegaan zou zijn. Hij herinnert eraandat de organisatie van een aantal verkiezingen inServië, waarin het Dayton-akkoord voorzag, de in-ternationale gemeenschap ertoe heeft aangezet de

Page 7: - 2170/3 - 98 / 99 2170 / 3 - 98 / 99 Chambre des

grettable que l'opposition serbe ait commis l'erreurde ne pas participer à ces élections.

M. Versnick ajoute que, dans le cadre de la négo-ciation des accords de Dayton, la communauté inter-nationale avait dûment insisté auprès du présidentserbe pour qu'un règlement spécifique soit trouvé pourle Kosovo. Cette tentative s'est toutefois heurtée àune fin de non-recevoir du président Milosevic.

De toute manière, il est erroné de vouloir voir dansle point 1 de la proposition un satisfecit injustifié: lefait de faire mention des «très nombreuses tentati-ves» de la communauté internationale n'est riend'autre que le reflet correct de la réalité.

MM. Van Erps et Duquesne partagent ce point devue.

Le représentant du ministre des Affaires étrangè-res ajoute qu'après la conclusion des accords de Day-ton, l'Union européenne a établi les conditions souslesquelles elle entendait placer ses rapports avec lesrépubliques de l'ex-Yougoslavie et qu'elle s'est tenueaux principes ainsi établis. Dans le cas de la Serbieet du Kosovo, elle a commencé par adopter une atti-tude susceptible d'induire un maximum d'évolutionspositives: dans le contexte des élections en Yougosla-vie, la pression sur le président Milosevic a été relâ-chée afin de ne pas handicaper de facto l'opposition;dans le cas du Kosovo, des formules susceptibles deramener la confiance ont été recherchées - par exem-ple, en ce qui concerne le système éducatif - sous lesauspices de la communauté de Sant' Egidio, avec leconcours financier de l'Union européenne. Devant lesabotage systématique de ces tentatives par le régimede Belgrade (l'initiative de Sant Egidio a été définiti-vement torpillée en avril 1998), l'Union européennea alors donné à la Serbie une série de signaux néga-tifs, par exemple en matière d'échanges commerciaux.Tant les incitations à l'ouverture que les pressionsont donc été utilisées.

M. Van der Maelen fait observer que ces explica-tions montrent combien réductrice est la tentative desauteurs de l'amendement n° 16 de juger en une seulephrase de l'attitude de la communauté internationaledans son ensemble.

M. Van Dienderen rétorque que, si grande la res-ponsabilité de Milosevic soit-elle, il n'en est pas moinsnécessaire - et ce d'autant plus que l'on prône la voiediplomatique - de prendre en considération l'ensem-ble des actions et des réactions des uns et des autres.

[ 7 ] - 2170/3 - 98 / 99

democratisering in Servië krediet te geven. Het valtte betreuren dat de Servische oppositie de vergissingheeft begaan niet aan die verkiezingen deel te ne-men.

De heer Versnick voegt daaraan toe dat de interna-tionale gemeenschap er, in het raam van de onder-handelingen over het Dayton-akkoord, bij deServische president sterk ophad aangedrongen naareen specifieke regeling voor Kosovo te zoeken. Diepoging stuitte echter op een veto van presidentMilosevic.

In elk geval is het onjuist in punt 1 van het voor-stel een onverantwoorde instemming te willen zien:dat melding wordt gemaakt van de «anonderbroheninspanningen» van de internationale gemeenschap isniet meer dan een correcte weergave van de realiteit.

De heren Van Erps en Duquesne delen dat stand-punt.

De vertegenwoordiger van de minister van Buiten-landse Zaken voegt daaraan toe dat de Europese Unie,na de ondertekening van het Dayton-akkoord, duide-lijk heeft omlijnd onder welke voorwaarden haar be-trekkingen met de republieken uit ex-Joegoslaviëmoesten verlopen, en dat zij zich aan de aldus ge-stelde voorwaarden heeft gehouden. Wat Servië enKosovobetreft, heeft de Unie aanvankelijk een hou-ding aangenomen die een zo positiefmogelijke evolu-tie in de hand zou kunnen werken (in het raam vande in Joegoslavië gehouden verkiezingen, werd dedruk opMilosevic wat verminderd teneinde de oppo-sitie de facto geen stokken in de wielen te steken).VoorKosovowerd naar formules gezocht die opnieuwhet vertrouwen konden herstellen (dit gebeurde on-der meer voor het onderwijssysteem, waar deEgidiusgemeenschap met de Europese Unie heeftsamengewerkt). Gelet op het feit dat het regime inBelgrado die pogingen systematisch heeft tegenge-werkt (zo werd het initiatief van deEgidiusgemeenschap in april 1998 definitief gekel-derd), heeft de Europese Unie - bijvoorbeeld wat hethandelsverkeer betreft - een aantal negatieve signa-len naar Servië uitgezonden. De Unie stuurde dusenerzijds aan op een opening en oefende anderzijdspressie uit.

De heer Van der Maelen merkt op dat die toelich-ting aantoont hoe verengend de indieners van amen-dement nr. 16 te werk gaan, wanneer zij pogen in éénvolzin een oordeel uit te spreken over de houding diede hele internationale gemeenschap aanneemt.

De heer Van Dienderen repliceert dat, ongeacht hoegroot de verantwoordelijkheid van Milosevic is, re-kening moet worden gehouden met alle acties en reac-ties van alle betrokkenen, temeer daar een diploma-tieke oplossing wordt voorgestaan. In dit geval moet

Page 8: - 2170/3 - 98 / 99 2170 / 3 - 98 / 99 Chambre des

- 2170/3 - 98 / 99

En l'occurrence, force est de constater que le blocusmaritime imposé par les États-Unis sans être légi-timé par les Nations unies équivaut à un acte de pi-raterie d'autant plus inacceptable que les États-Unisn'ont pas respecté l'embargo légitime sur les armeset ont contribué à armer rUCK, dont les actions deharcèlement ont donné du grain à moudre au prési-dent serbe.

** *

L'amendement n° 16 de M. Van Dienderen et con-sorts est rejeté par 9 voix contre une.

Le point 1 est adopté par 9 voix et une abstention.

Point 2

M. Deleuze et consorts déposent un amendement(n° 12) tendant à nuancer l'explication de l'échec destentatives de la communauté internationale en pré-cisant que cet échec est dû «principalement» à l'atti-tude inflexible du président Milosevic.

Un secondamendement (n°2) est introduit par MM.Lefevre et Gehlen (voir doc. n° 2170/2, p. 2).

M. Lefevre précise qu'il s'agit à la fois de rappelerle prescrit de la résolution n° 1199 du Conseil de Sé-curité et de souligner le double jeu du président serbe,qui entamait déjà son opération d'épuration ethni-que au Kosovo alors qu'il faisait mine de négocier àRambouillet.

** *

L'amendement n° 12 de MM. Deleuze et consorts,l'amendement n° 2 de MM. Lefevre et Gehlen et lepoint 2 ainsi amendé sont successivement adoptés àl'unanimité.

Point 3

L'amendement n° 15 de M.Deleuze et consorts (Doc.n° 2170/2) tend à compléter ce point par une disposi-tion condamnant les actes de violence commis par desorganisations albanaises telles que rUCK.

M. Van Dienderen précise qu'il condamne, lui aussi,l'armée, la police et les organisations paramilitairesyougoslaves en ce qui concerne la déportation desAlbanais kosovars, mais attire l'attention sur le faitque rUCK a, par ses actes de violence à l'encontredes populations serbe et albanaise, poussé le régime

[8 ]

worden vastgesteld dat de zeeblokkade die door deVerenigde Staten wordt opgelegd maar niet door deVerenigde Naties werd goedgekeurd, gelijkstaat meteen volstrekt illegale daad, die des te meer onaan-vaardbaar is omdat de Verenigde Staten het recht-matige wapenembargo niet in acht hebben genomenen hebben bijgedragen tot het bewapenen van hetUCK, waarvan de guerrilla-acties het de Servischepresident knap lastig hebben gemaakt.

** *

Amendement nr. 16 van de heer Van Dienderenc.s. wordt verworpen met 9 stemmen tegen 1.

Punt 1 wordt aangenomen met 9 stemmen en 1onthouding.

Punt2

De heer Deleuze c.s. dient amendement nr. 12 in,dat ertoe strekt de verklaring voor het mislukken vande pogingen van de internationale gemeenschap tenuanceren door aan te geven dat die mislukking «voor-namelijk» te wijten is aan de onbuigzame houdingvan president Milosevic.

Amendement nr. 2 (zie Stuk nr. 2170/2) wordt inge-diend door de heren Lefevre en Gehlen.

De heer Lefevre stipt aan dat het erom te doen isenerzijds te herinneren aan het bepaalde in resolutienr. 1199 van de Veiligheidsraad en anderzijds te wij-zen op het dubbel spel van de Servische president,die de etnische zuivering al had ingezet terwijl hij inRambouillet deed alsof hij aan de onderhandelingendeelnam.

** *

Amendement nr. 12van de heer Deleuze c.s., amen-dement nr. 2 van de heren Lefevre en Gehlen en hetaldus geamendeerde punt 2 worden achtereenvolgenseenparig aangenomen.

Punt3

Amendement nr. 15 (Stuk nr. 2170/2 - 98/99) vande heer Deleuze cs. strekt ertoe dit punt aan te vullenmet een veroordeling van het gewelddadig optredenvan Albanese organisaties zoals bvb. het UCK.

De heer van Dienderen licht toe dat hij het eens ismet de veroordeling van het Joegoslavische leger,politie en paramilitaire organisaties inzake de depor-tatie van de Kosovaarse Albanezen maar hij wijst eropdat het UCK harde wraakacties heeft uitgelokt van-wege het Servische regime door zelf gewelddaden te

Page 9: - 2170/3 - 98 / 99 2170 / 3 - 98 / 99 Chambre des

serbe à exercer de sévères représailles. Il précise querUCK a cherché délibérément à provoquer cette réac-tion afin de légitimer une intervention de l'OTAN. Iltient dès lors à ce que la condamnation de tels actesde violence figure dans le texte de la résolution.

M. Van der Maelen marque son accord sur cetteproposition, mais estime qu'il convient de mention-ner toutes les organisations paramilitaires.

Mme Verhoeven présente dès lors l'amendement n°36 tendant à insérer un point 2bis condamnant lesactions violentes de toutes les organisations parami-litaires telles que rUCK.

L'amendement n° 15 est retiré.

L'amendement n° 19 de MM. Duquesne, De Croo etVersnick tend à préciser qu'il s'agit de la déportationde la population civile albanophone du Kosovo.L'amendement ne donne lieu à aucune observation.

MM. Lefevre et Gehlen présentent l'amendementn° 3 tendant à condamner non seulement la déporta-tian de la population civile du Kosovo, mais aussi larépression menée par l'armée yougoslave à l'encon-tre de celle-ci.

L'amendement n° 4 des mêmes auteurs a pour ob-jet d'insérer un point 3bis faisant état de l'inquiétudesuscitée par les déclarations du Haut Commissariatde l'ONU aux réfugiés répercutant de nombreux té-moignages d'atrocités commises par l'armée, la po-lice et les unités paramilitaires yougoslaves.

L'amendement n° 5 de MM. Lefevre et Gehlen tendà insérer un point 3ter précisant qu'il faut encoura-ger les efforts déployés en vue d'assurer l'applicationdu droit pénal international.

M. Van der Maelen marque son accord sur cetamendement.

** *

L'amendement n° 36 de Mme Verhoeven visant àinsérer un point 2bis est adopté à l'unanimité.

L'amendement n° 3 de MM. Lefèvre et Gehlen estadopté à l'unanimité.

L'amendement n° 19 de M. Duquesne et consortsest adopté à l'unanimité.

Le point 3, ainsi modifié, est également adopté àl'unanimi té.

L'amendement n° 4 de MM. Lefèvre et Gehlen vi-sant à insérer un point 3bis est adopté par 9 voix etune abstention.

L'amendement n° 5 des mêmes auteurs visant àinsérer un point 3ter est adopté à l'unanimité.

[ 9 ] - 2170/3 - 98 / 99

plegen tegen Serviërs en Albanezen. Hij voegt eraantoe dat het UCK dit bewust nastreefde om aldus eenNAVO-interventie te legitimeren. Hij wenst dan ookeen veroordeling van dergelijke gewelddaden in detekst opgenomen te zien.

De heer Van der Maelen treedt het voorstel bij maarmeent dat alle paramilitaire organisaties moetenworden vermeld.

Mevrouw Verhoeven dient hierop amendement nr.36 in tot invoeging van een punt 2bis dat het geweld-dadige optreden van alle paramilitaire organisaties,zoals het UCK, veroordeelt.

Amendement nr. 15 wordt ingetrokken.

Amendement nr. 19van de heren Duquesne, De Crooen Versnick beoogt te preciseren dat het om de depor-taties van deAlbaneessprekende burgerbevolking vanKosovo gaat. Het amendement geeft geen aanleidingtot verdere bespreking.

De heren Lefevre en Gehlen dienen amendement nr.3 in dat ertoe strekt niet alleen de deportatie maarook de onderdrukking van de Kosovaarse burgerbe-volking door het Joegoslavische leger te veroordelen.

Amendement nr. 4 van dezelfde indieners heeft totdoel een punt 3bis in te voegen, dat uiting geeft aande bezorgdheid met betrekking tot de verklaringenvan het Hoog Commissariaat voor de vluchtelingenvan de Verenigde Naties, die namelijk talrijkegetuigenissen van wreedheden vanwege hetJoegoslavische leger, politie en paramilitaire eenhe-den weergeven.

Amendement nr. 5 van de heren Lefevre en Gehlenbeoogt een punt 3ter in te voegen waarbij duidelijkwordt gesteld dat de inspanningen om de toepassingvan het internationaal strafrecht te waarborgen, moe-ten worden aangemoedigd.

De heer Van der Maelen is het daarmee eens.

** *

Amendement nr. 36 van mevrouw Verhoeven totinvoeging van een punt 2bis wordt eenparig aange-nomen.

Amendement nr. 3 van de heren Lefevre en Ge-hlen wordt eenparig aangenomen.

Amendement nr. 19 van de heren Duquesne c.s.wordt eenparig aangenomen.

Het aldus gewijzigde punt 3 wordt eveneens een-parig aangenomen.

Amendement nr. 4 van de heren Lefevre en Ge-hlen tot invoeging van een punt 3bis wordt aangeno-men met 9 stemmen en lonthouding.

Amendement nr. 5 van dezelfde indieners tot in-voeging van een punt 3ter wordt eenparig aangeno-men.

Page 10: - 2170/3 - 98 / 99 2170 / 3 - 98 / 99 Chambre des

- 2170/3 - 98 / 99

Point 4

M. Van Dienderen propose de compléter le point 4par une disposition soulignant que l'objectif visé aupoint 4, à savoir la condamnation du nationalisme,peut être atteint en accordant l'autonomie au Kosovotout en respectant la population serbe et sans modi-fier les frontières européennes (amendement n° 18 deM. Van Dienderen et consorts).

M. Borginon estime que la situation est trop com-plexe pour accepter la disposition proposée commeseule et unique solution.

Mme Verhoeven partage ce point de vue. Elle es-time du reste que la solution proposée est trop res-trictive et qu'il faudrait prendre en compte l'ensem-ble de la région.

M. Van Dienderen maintient que l'amendementn'est pas restrictif et qu'il se borne à apporter uneprécision.

M. Borginon présente par ailleurs un amendement(n°28) visant à remplacer, dans le texte néerlandais,le mot «zuiuerheid» (pureté) par le mot «zuioering»(purification). Il explique que le but doit être de con-damner un État déterminé qui recourt à une tellenotion (purification).

M. Gehlen craint que que l'on ne passe trop facile-ment de la pureté ethnique à la purification ethni-que et préfère dès lors conserver le mot -zuioerheid».

Plusieurs membres se rallient à ce point de vue.

** *

L'amendement n° 18 de M. Van Dienderen et con-sorts est rejeté par 3 voix contre une et 6 abstentions.

L'amendement n° 28 de M. Borginon est rejeté àl'unanimité.

Le point 4 est adopté à l'unanimité.

Point 5

L'amendement n° 14 de M. Van Dienderen et con-sorts vise à remplacer le texte proposé par la consta-tation que les objectifsdes bombardements de l'OTAN,bombardements qui transgressent le droit interna-tional du fait qu'ils n'ont pas été autorisés par le Con-seil de sécurité, ne sont pas atteints. L'auteur cons-tate que depuis le début de ces bombardements,l'opposition serbe est réduite au silence, l'instabilités'est accrue dans la région et les relations avec laRussie sont gravement perturbées.

M. Borginon se rallie à cette constatation: il es-time en effet qu'il s'agit d'une analyse réaliste de lasituation. Il présente d'ailleurs à l'amendement n° 14un sous-amendement (n° 27) visant à remplacer letexte proposé par la constatation que si les bombar-dements de l'OTANne sont pas légitimés par le droitinternational, leur objectif est cependant acceptable.

[ 10]

Punt4

De heer Van Dienderen stelt voor punt 4 aan te vul-len met de bepaling dat het in dit punt beoogde doel,namelijk het veroordelen van nationalisme, kan wor-den gerealiseerd door het toekennen van autonomieaan Kosovo evenwel met respect voor de Servischebevolking en zonder de Europese grenzen te wijzigen(amendement nr. 18 van de heren Deleuze c.s.).

De heer Borginon meent dat de gegeven omstan-digheden te complex zijn om de voorgestelde bepa-ling als enige oplossing te kunnen accepteren.

Mevrouw Verhoeven treedt die zienswijze bij, zijvindt de voorgestelde oplossing overigens te beper-kend, de hele regio zou moeten worden bekeken.

De heer Van Dienderen blijft erbij dat het amende-ment geen beperking inhoudt maar slechts eenprecisering aanbrengt.

Voorts dient de heer Borginon amendement nr. 28in dat het woord zuiverheid door zuivering beoogt tevervangen. Hij licht toe dat het de bedoeling moetzijn een welbepaald land te veroordelen dat van eeneen dergelijk concept (zuivering) gebruik maakt.

De heer Gehlen vreest dat de stap van ethnischezuiverheid naar etnische zuivering niet zo groot is enverkiest bijgevolg de term zuiverheid te behouden.

Verschillende leden sluiten zich bij die zienswijzeaan.

** *

Amendement nr. 18 van de heer Deleuze c.s. wordtverworpen met 3 stemmen tegen 1 en 6 onthoudin-gen.

Amendement nr. 28 van de heer Borginon wordteenparig verworpen.

Punt 4 wordt eenparig aangenomen.

Punt5

Amendement nr. 14 van de heer Deleuze c.s. beoogtde voorgestelde tekst te vervangen door de vaststel-ling dat de doelstellingen van de NAVO-bombarde-menten, die ingaan tegen het internationaal rechtomdat ze niet zijn toegestaan door de Veiligheidsraad,niet worden gehaald. Hij stelt vast dat sinds de bom-bardementen aanvingen, de Servische oppositiemonddood is gemaakt, dat de instabiliteit in de regiois toegenomen en dat de relaties met Rusland ern-stig zijn verstoord.

De heer Borginon treedt die vaststelling bij, hijmeent dat het een nuchtere analyse van de situatieinhoudt. Hij dient overigens subamendement nr. 27in op amendement nr. 14. Het houdt de vaststellingin dat de NAVO-bombardementen evenwel niet gele-gitimeerd zijn door het internationaal recht maar dathet motiefvan de actie ze toch aanvaardbaar maken.

Page 11: - 2170/3 - 98 / 99 2170 / 3 - 98 / 99 Chambre des

Il est constaté, en ordre subsidiaire, qu'il n'a pas étésuffisamment tenu compte de la réaction éventuellede Milosevic et du fait que les bombardements n'ontpas permis d'éviter une épuration ethnique sur le ter-rain.

M. Gehlen ne peut se rallier à cette constatation,étant donné qu'elle ne tient pas suffisamment comptedu plan du ministre allemand Fischer.

** *

L'amendement n° 27 de M. Borginon est rejeté àl'unanimi té.

L'amendement n° 14 de M. Van Dienderen et con-sorts est rejeté par 9 voix contre une.

Le point 5 est adopté par 9 voix contre une.

Points 6 et 7

Plusieurs amendements sont présentés en ce quiconcerne le soutien apporté au point 6 à la positionadoptée par le Conseil européen du 14 avril 1999 etles conditions auxquelles la Yougoslavie doit satis-faire pour que les opérations militaires de l'OTANpuissent être suspendues (point 7).

L'amendement n° 6 de MM. Lefèvre et Gehlen viseà modifier les conditions fixées au point 6 pour arrê-ter les opérations militaires de l'OTAN, afin de lesconformer davantage aux conclusions de la présidenceallemande de l'Union européenne et aux exigencesde la communauté internationale.

L'amendement n° 11de M. Deleuze et consorts vi-sant à insérer un point 6bis tend à souligner la né-cessité que la position adoptée par le Conseil euro-péen (du 14 avril 1999) soit mise en oeuvre de façonprogressive et équilibrée, en se basant sur le plan depaix élaboré par le gouvernement fédéral allemand àla mi-avril.

L'amendement n° 29 de M. Borginon visant à in-sérer un point 7bis appelle aussi explicitement legouvernement à soutenir activement l'initiative alle-mande.

L'auteur souligne, à cet égard, l'importance duphasage du processus de paix.

Le représentant du ministre des Affaires étrangè-res précise qu'il faut relativiser ce phasage: le planallemand n'implique nullement que l'on s'écarte dela politique menée jusqu'à présent; c'est en outre deBelgrade que dépend la décision d'entamer le retraitdes troupes yougoslaves du Kosovo,division à la suitede laquelle l'OTAN pourrait suspendre les bombar-dements pendant vingt-quatre heures.

M. Borginon maintient que le texte de la résolu-tion tient encore trop compte de la situation anté-rieure à la présentation du plan allemand.

M. Van der Maelen opte pour le libellé de l'amen-dement n° 37 de MM. Versnick et Duquesne (qui rem-place l'amendement n° 1 des mêmes auteurs) ten-

[ 11] - 2170/3 - 98 / 99

In bijkomende orde wordt vastgesteld dat er onvol-doende rekening werd gehouden met de mogelijkereactie van Milosevic en dat de bombardementen eenetnische zuivering op het terrein niet hebben kun-nen voorkomen.

De heer Gehlen gaat met die vaststelling niet ak-koord omdat het onvoldoende rekening houdt met hetplan van de Duitse minister Fischer.

** *

Amendement nr. 27 van de heer Borginon wordteenparig verworpen.

Amendement nr 14 van de heer Deleuze c.s. wordtverworpen met 9 stemmen tegen 1.

Punt 5 wordt aangenomen met 9 stemmentegen 1.

Punten 6en 7

Met betrekking tot de in punt 6 gestelde steun voorhet standpunt van de Europese Raad van 14 april1999 en de voorwaarden waaraan Joegoslavië moetvoldoen opdat de militaire actie van de NAVO zouworden opgeschort (punt 7), worden verschillendeamendementen ingediend.

Amendement nr. 6 van de heren Lefevre en Gehlenwijzigt de in punt 6 gestelde voorwaarden om deNAVO-acties te stoppen teneinde ze meer afte stem-men op de conclusies van het Duitse EU-voorzitter-schap en op de eisen van de internationale gemeen-schap.

Amendement nr. 11 van de heer Deleuze c.s. tot in-voeging van een punt 6bis beoogt de noodzaak van degeleidelijke en evenwichtige tenuitvoerlegging vanhet standpunt van de Europese Raad (dd. 14 april1999) te onderstrepen. Daarbij wordt uitgegaan vanhet vredesplan dat midden april door de DuitseBondsregering werd uitgewerkt.

Ook amendement nr. 29 van de heer Borginon, totinvoeging van een punt 7bis, roept de regering expli-ciet op het Duitse plan te steunen.

De indiener onderstreept daarbij het belang vande fasering in het vredesproces.

De vertegenwoordiger van de minister van Buiten-landse Zaken verduidelijkt dat de zogenaamde fase-ring moet worden gerelativeerd: het Duitse plan houdtgeenszins een afwijzing in van de tot dusver gevolgdepolitiek, het hangt bovendien van Belgrado af ommetde terugtrekking van de Joegoslavische troepen uitKosovoaan te vangen waarop de NAVOde bombarde-menten gedurende een etmaal kan opschorten.

De heer Borginon blijft erbij dat de tekst van deresolutie nog te veel rekening houdt met de situatievan het vóór Duitse plan.

De heer Van der Maelen opteert voor de formule-ring van het amendement nr. 37 van de heren Versnicken Duquesne tot invoeging van een punt 7bis (dat

Page 12: - 2170/3 - 98 / 99 2170 / 3 - 98 / 99 Chambre des

- 2170/3 - 98 / 99

dant à insérer un point 7bis qui met l'accent sur l'en-semble des initiatives prises par la présidence alle-mande, en particulier en vue de permettre à la Rus-sie de jouer un rôle diplomatique et en vue d'obtenirun mandat de l'ONU.

** *

L'amendement n° 6 de MM. Lefevre et Gehlen estadopté par 9 voix et une abstention.

Le point 6, ainsi modifié, est adopté par un voteidentique.

L'amendement n° 11de M.Deleuze et consorts ten-dant à insérer un point 6bis est rejeté par 9 voix con-tre une.

Le point 7 est adopté à l'unanimité.L'amendement n° 29 de m. Borginon, tendant à

insérer un point 7bis, est rejeté à l'unanimité.

L'amendement n° 37 deMM.Versnick et Duquesne,présenté en remplacement de l'amendement n° 1 ettendant à insérer un point 7bis, est adopté par 9 voixet une abstention.

Point S

M. Duquesne et consorts présentent un amendement(n° 20) tendant à souligner que, quelles que soientles circonstances, la Russie doit pouvoir être associéeà la recherche d'une solution.

M. Van der Maelen est également de cet avis.

L'amendement n° 10 de M. Deleuze et consorts tendà insérer un point 8bis visant à demander que toutedécision gouvernementale de participation des for-ces armées belges à une offensive terrestre fasse préa-lablement l'objet d'un débat parlementaire.

M. Van Dienderen souligne qu'il est important depréciser que les partis politiques doivent être tenusinformés des décisions prises par le gouvernementquant à l'envoi de troupes terrestres.

Mme Verhoeven fait observer qu'en raison de ladissolution imminente du parlement, il n'est pas op-portun de prévoir un débat parlementaire. Elle ren-voie à son amendement n° 38 tendant à insérer unpoint 12bis, qui demande au gouvernement d'infor-mer le parlement, même après la dissolution de ce-lui-ci, et l'opinion publique le plus fidèlement possi-ble avant de prendre la décision d'engager des troupesterrestres belges.

** *

L'amendement n° 10 est ensuite retiré.

[ 12]

amendement nr. 1 van dezelfde indieners vervangt),waarbij de nadruk wordt gelegd op het geheel aaninitiatieven van het Duits voorzitterschap, in het bij-zonder inzake de mogelijke diplomatieke rol van Rus-land en inzake het bekomen van een VN-mandaat.

** *

Amendement nr. 6 van de heren Lefevre en Ge-hlen wordt aangenomen met 9 stemmen en lonthou-ding.

Het aldus gewijzigde punt 6 wordt met dezelfdestemming aangenomen.

Amendement nr. 11 van de heer Deleuze c.s. totinvoeging van een punt 6bis wordt verworpen met 9stemmen tegen 1.

Punt 7 wordt eenparig aangenomen.Amendement nr. 29 van de heer Borginon tot in-

voeging van een punt 7bis wordt eenparig verwor-pen.

Amendement nr. 37 van de heren Versnick en Du-quesne, ter vervanging van amendement nr. 1 en totinvoeging van een punt 7bis, wordt aangenomen met9 stemmen en lonthouding.

PuntS

De heer Duquesne c.s. dient amendement nr. 20 indat beoogt te onderstrepen dat Rusland in ieder ge-val, ongeacht de omstandigheden, bij de oplossing vanhet conflict moet kunnen worden betrokken.

De heer Van der Maelen is het hiermee eens.

Amendement nr. 10 van de heer Deleuze c.s. beoogteen punt 8bis in te voegen dat stelt dat elkeregeringsbeslissing tot deelname van de Belgischestrijdkrachten aan een grondoffensief, zou wordenvoorafgegaan door een parlementair debat.

De heer Van Dienderen benadrukt dat het belang-rijk is te stellen dat de politieke partijen op de hoogteblijven van de beslissingen van de regering inzakehet sturen van grondtroepen.

Mevrouw Verhoeven wijst er op dat, gelet op de ko-mende ontbinding van het parlement, de verwijzingnaar een parlementair debat niet is aangewezen. Zijrefereert hierbij naar haar amendement nr. 38 totinvoeging van een punt 12bis waarbij de regeringwordt verzocht om het parlement, ook na de ontbin-ding ervan, en de publieke opinie zo nauwgezet mo-gelijk te informeren vóór ze de beslissing neemt omBelgische grondtroepen in te zetten.

** *

Amendement nr. 10 wordt hierop ingetrokken.

Page 13: - 2170/3 - 98 / 99 2170 / 3 - 98 / 99 Chambre des

L'amendement n° 20 de M. Duquesne et consortsest adopté à l'unanimité.

Le point 8, ainsi modifié, est adopté par un voteidentique.

L'amendement n° 21 de M. Duquesne et consortstendant à insérer un point 8bis est adopté à l'unani-mité.

Point 9

Ce point ne donne lieu à aucune observation et estadopté à l'unanimité.

Point 10

Ce point n'appelle pas d'observations.

Il est adopté à l'unanimité.

Point 10bis (nouveau)

L'amendement n° 22 de MM. Duquesne et consorts,sous-amendé par l'amendement n° 35 de M. Duquesne,vise à prendre en compte l'attitude courageuse du gou-vernement du Monténégro.

Le sous-amendement n° 35 à l'amendement n° 22et l'amendement n° 22 insérant un point 10bis sontsuccessivement adoptés à l'unanimité.

Point 11

Au point 11, qui pose le principe de l'inviolabilitédes frontières, M. Borginon dépose un amendement(n°31), qui précise que la mise en oeuvre de ce prin-cipe ne peut se faire que «moyennant l'accord des paysconcernés».

Mme Verhoeven, MM. Van der Maelen, VanDienderen et Gehlen jugent cet ajout inopportun.

Mme Verhoeven déclare que le groupe politiqueauquel elle appartient applique les mêmes principesaux Balkans qu'à l'Afrique : les frontières doivent êtrerespectées.

M. Van der Maelen ajoute que, dans la pratique, lanégociation d'un accord international postule l'accorddes parties.

[ 13 ] - 2170/3 - 98 / 99

Amendement nr. 20 van de heer Duquesne c.s.wordt eenparig aangenomen.

Het aldus gewijzigde punt 8 wordt met dezelfdestemuitslag aangenomen.

Amendement nr. 21 van de heer Duquesne c.s. totinvoeging van een punt 8bis wordt eenparig aange-nomen.

Punt9

Over dit punt worden geen opmerkingen gemaakt.Het wordt eenparig aangenomen.

Punt 10

Over dit punt worden geen opmerkingen gemaakt.

Het wordt eenparig aangenomen.

Punt 10bis (nieuw)

Amendement nr. 22 van de heer Duquesne c.s., datwordt gesubamendeerd door amendement nr. 35 vande heer Duquesne, strekt ertoe rekening te houdenmet de moedige houding van de Montenegrijnse re-gering.

Amendement nr. 22 waarbij een punt 10bis wordtingevoegd en het daarop betrekking hebbende amen-dement nr. 35 worden achtereenvolgens eenparigaangenomen.

Punt 11

De heer Borginon dient op punt 11, dat het prin-cipe van de onschendbaarheid van de grenzen stelt,amendement nr. 31 in, waarin wordt gepreciseerd datdit principe slechts met het «akkoord van de betrok-ken landen» kan worden toegepast.

Volgens mevrouw Verhoeven en de heren Van derMaelen, Van Dienderen en Gehlen is die toevoegingongepast.

Mevrouw Verhoeven stipt aan dat haar fractie voorde Balkan dezelfde principes huldigt als voorAfrika :de grenzen moeten in acht worden genomen.

De heer Van der Maelen voegt eraan toe dat in depraktijk het onderhandelen over een internationaleovereenkomst onderstelt dat de partijen daarmee in-stemmen.

Page 14: - 2170/3 - 98 / 99 2170 / 3 - 98 / 99 Chambre des

- 2170/3 - 98 / 99

Un deuxième amendement (amendement n° 32 deM. Lowie), prônant le refus de la constructionmulticulturelle et la division du Kosovo (voir le pointde vue défendu par l'auteur dans la discussion géné-rale ci-avant), est jugé inacceptable par M. Van derMaelen et Mme Verhoeven.

** *

Les amendement nOs31 de M. Borginon et 32 deM. Lowie sont successivement rejetés à l'unanimité.

Le point 11 est adopté à l'unanimité.

Point 12

L'amendement n° 17 de M. Van Dienderen et con-sorts, sous-amendé par l'amendement n° 39 de MM.Van Dienderen et Borginon, condamne le bombarde-ment d'installations de la télévision yougoslave etproteste contre l'interdiction des manifestations enBelgique.

M. Van der Maelen fait observer que de très nom-breuses indications témoignent de l'utilisation desinstallations de la télévision yougoslave pour l'infor-mation et le monitoring des groupes serbes au Ko-sovo. Ces installations sont dès lors devenues un ob-jectif militaire du fait des Serbes eux-mêmes.

Enfin, s'agissant des programmes télévisés eux-mêmes, il faut rappeler qu'ils ne sont conçus quecomme un instrument de propagande au service durégime. Ils sont ainsi totalement muets sur le sort dela population kosovare.

M. Gehlen s'insurge contre le fait que l'amende-ment n° 17donne à penser que l'action de propagandede la télévision yougoslave serait comparable à l'atti-tude adoptée en Belgique vis-à-vis des manifestants.

** *

Le sous-amendement n° 39 deMM.VanDienderenet Borginan et l'amendement n° 17 de M. VanDienderen et consorts sont successivement rejetés par9 voix contre une.

Le point 12 est adopté à l'unanimité.

Point 12bis (nouveau)

L'amendement n° 26 de MM. Versnick, De Croo etDuquesne, qui traite de la nécessité d'informer le

[ 14]

Een tweede amendement (amendement nr. 32 vande heer Lowie), waarin de weigering van demulticulturele constructie en de splitsing van Kosovoworden voorgestaan (zie het standpunt dat deindiener heeft verdedigd tijdens de algemene bespre-king), wordt door de heer Van der Maelen en mevrouwVerhoeven onaanvaardbaar geacht.

** *

Amendement nr. 31 van de heer Borginon en amen-dement nr. 32 van de heer Lowie worden achtereen-volgens eenparig verworpen.

Punt 11wordt eenparig aangenomen.

Punt12

Amendement nr. 17vande heer Van Dienderen c.s.,waarop amendement nr. 39 van de heren Van Diende-ren en Borginon als subamendement werd ingediend,veroordeelt «de bombardementen op installaties vande Joegoslavische televisie-omroep» en protesteerttegen het verbieden van de betogingen in België.

De heer Van der Maelen wijst erop dat uit tal vanaanwijzingen blijkt dat de installaties van deJoegoslavische televisie-omroep worden gebruikt totinformatie en sturing van de Servische groepen inKosovo. Die installaties zijn dus militaire doelwit-ten geworden door toedoen van de Serviërs zelf.

Wat ten slotte de televisie-uitzendingen zelfbetreft,dient eraan te worden herinnerd dat ze uitsluitendzijn opgevat als een propagandamiddel ten dienstevan het regime en dat ze niet de minste aandachtbesteden aan het lot van de Kosovaarse bevolking.

De heer Gehlen protesteert tegen het feit dat amen-dement nr. 17 laat uitschijnen dat de propaganda vande Joegoslavische televisie vergelijkbaar zou zijn metde houding die in België ten aanzien van de betogerswordt aangenomen.

** *

Subamendement nr. 39 van de heren Van Diende-ren en Borginon en amendement nr. 17 van de heerVan Dienderen c.s. worden achtereenvolgens verwor-pen met 9 stemmen tegen 1.

Punt 12 wordt eenparig aangenomen.

Punt 12bis (nieuw)

Amendement nr. 26 van de heren Versnick, De Crooen Duquesne, dat betrekking heeft op de noodzaak

Page 15: - 2170/3 - 98 / 99 2170 / 3 - 98 / 99 Chambre des

Parlement après sa dissolution, est remplacé par unamendement (n° 38) de Mme Verhoeven, reprenant lepoint de vue développé par l'intervenante dans la dis-cussion de l'article 8 (cf. supra).

Il est par ailleurs unanimement rappelé que le gou-vernement devra veiller, pendant la période de disso-lution - conformément à l'engagement pris par le Pre-mier ministre -, à discuter de toute évolutionultérieure avec des représentants des formations po-litiques démocratiques, moyennant une procédure adhoc à trouver.

** *

L'amendement n° 26 est retiré.

L'amendement n° 38 de Mme Verhoeven insérantun point 12bis est adopté à l'unanimité.

Point 13

Au point 13, qui traite de la situation des réfugiés,M. Van Dienderen et consorts proposent un amende-ment (n° 13), qui précise que la Belgique et l'Unioneuropéenne doivent veiller à l'accueil des réfugiés surleurs propres territoires.

M. Versnick est d'avis que la formulation initialedu point 13 est en fait plus large.

L'amendement n° 13 est retiré.

L'amendement n° 23 de M. Duquesne et consortsremplace les mots «les Albanais du Kosovo» par lesmots «les Kosovars albanophones».

Cet amendement ainsi que le point 13 ainsi amendésont successivement adoptés à l'unanimité.

Point 14

Un amendement (n° 33) est proposé par M. Lowie.II reflète le point de vue développé par cet interve-nant dans la discussion générale ci-avant.

L'amendement n° 7 de MM. Lefevre et Gehlen viseà placer l'initiative que l'Union européenne est invi-tée à prendre dans une perspective à long terme (voirDoc. n° 2170/2, pp. 3 et 4).

L'amendement n° 33 de M. Lowie est rejeté à l'una-nimité.

[ 15 ] - 2170/3 - 98 / 99

om het parlement in te lichten nadat het ontbondenis, wordt vervangen door amendement nr. 38 van me-vrouw Verhoeven, waarin het standpunt wordt opge-nomen dat de spreekster tijdens de bespreking vanpunt 8 heeft uiteengezet (zie hierboven).

Er wordt bovendien eenparig aan herinnerd datde regering na de ontbinding, overeenkomstig hetengagement van de eerste minister, erop zal moetentoezien dat elke latere evolutie wordt besproken metvertegenwoordigers van de democratische politiekepartijen, mits een daartoe geschikte procedure wordtgevonden.

** *

Amendement nr. 26 wordt ingetrokken.

Amendement nr. 38 van mevrouw Verhoeven, dattot doel heeft een punt 12bis in te voegen, wordt een-parig aangenomen.

Punt 13

De heer Van Dienderen c.s. dient op punt 13, datbetrekking heeft op de situatie van de vluchtelingen,amendement nr. 13 in, waarin wordt aangegeven dat«ookBelgië en de Europese Unie C.') zich [dienen] teengageren in een ruimhartige opvang van deKosovaarse vluchtelingen in de lidstaten van deUnie.».

Volgens de heer Versnick is de oorspronkelijke for-mulering van punt 13 in feite ruimer.

Amendement nr. 13 wordt ingetrokken.

Met zijn amendement nr. 23 beoogt de heerDuquesne c.s. de woorden «deKosovaarse Albanezen»te vervangen door de woorden «deAlbaneessprekendeKosovaren»,

Amendement nr. 23 en het aldus geamendeerdepunt 13 worden achtereenvolgens eenparig aangeno-men.

Punt 14

De heer Lowie dient amendement nr. 33 in, dat hetstandpunt weergeeft dat de spreker tijdens de alge-mene bespreking heeft uiteengezet.

Amendement nr. 7 van de heren Gehlen en Lefevreheeft tot doel het initiatief dat de Europese Unie ver-zocht wordt te nemen in een lange-termijnperspectiefte plaatsen (zie Stuk nr. 2170/2, blz. 3 en 4).

Amendement nr. 33 van de heer Lowie wordt een-parig verworpen.

Page 16: - 2170/3 - 98 / 99 2170 / 3 - 98 / 99 Chambre des

- 2170/3 - 98 / 99

L'amendement na 7 de MM. Lefevre et Gehlen, ainsique le point 14 ainsi modifié, sont successivementadoptés à l'unanimité.

Point 14bis (nouveau)

Un amendement (n 034) , insérant un point 14bis,est introduit par M. Lowie. Il reflète le point de vuedéveloppé par cet intervenant dans la discussion gé-nérale (cf. supra).

L'amendement na 34 de M. Lowie est rejeté à l'una-nimité.

Point 15

L'amendement na 7 de MM. Lefevre et Gehlen tendà compléter le point 15 de la même manière que lepoint 14 (cf. supra).

Cet amendement, ainsi que le point 14 ainsi modi-fié, sont successivement adoptés à l'unanimité.

Point 16

Mme Verhoeven fait observer que, quels que soientles ajouts susceptibles d'être proposés (voir les amen-dements proposés en points 17 et 18), ce point doitclore le texte adopté.

Ce point est adopté à l'unanimité.

Points 17 et 18 (nouveaux)

Plusieurs amendements sont déposés, qui ont pourobjet d'ajouter à la proposition des points supplémen-taires.

L'amendement na 30 de MM. Versnick et Duquesnevise à ce que le Parlement exprime son soutien auxdemandes futures qui seraient adressées par le HCRà la communauté internationale.

L'amendement na 8 de M. Deleuze et consorts invitele gouvernement «à ne pas marquer son accord à unnouveau concept stratégique permettant à l'OTANd'agir hors zone, hors cas de légitime défense, sansmandat de l'ONU».

M. Versnick constate qu'il y un large accord pourestimer que les initiatives de la communauté inter-nationale devraient être prises sous l'égide des Na-tions unies; force est toutefois de constater que le mode

[ 16 ]

Amendement nr. 7 van de heren Gehlen en Lefevreen het aldus gewijzigde punt 14 worden achtereen-volgens eenparig aangenomen.

Punt 14bis (nieuw)

De heer Lowie dient amendement nr. 34 in, dat hetstandpunt weergeeft dat de spreker tijdens de alge-mene bespreking heeft uiteengezet (zie supra).

Amendement nr. 34 van de heer Lowie wordt een-parig verworpen.

Punt15

Amendement nr. 7 van de heren Lefevre en Gehlenstrekt ertoe punt 15 op dezelfde wijze als punt 14 aante vullen (cf. supra).

Dit amendement, alsook het aldus gewijzigde punt14, worden achtereenvolgens eenparig aangenomen.

Punt16

Mevrouw Verhoeven merkt op dat dit punt het af-sluitende punt van de aangenomen tekst moet blij-ven, ongeacht wat er nog aan wordt toegevoegd (ziede op de punten 17 en 18 voorgestelde amende-menten).

Dit punt wordt eenparig aangenomen.

Punten 17 en 18 (beide nieuto)

Teneinde aan het voorstel een aantal bijkomendepunten toe te voegen, wordt een reeks amendemen-ten ingediend.

Met amendement nr. 30 willen de heren Versnicken Duquesne het parlement ertoe bewegen zijn steunte betuigen aan verzoeken die het UNHCR in de toe-komst aan de internationale gemeenschap zou rich-ten.

Amendement nr. 8 van de heer Deleuze c.s. strektertoe de Belgische regering uit te nodigen «zich nietakkoord te verklaren met een nieuw strategisch con-cept dat de NAVO in staat stelt zonder VN-mandaatbuiten haar grondgebied op te treden, uitgezonderdbij wettige zelfverdediging».

De heer Versnick stelt vast dat iedereen het er ingrote lijnen over eens is dat de internationale gemeen-schap al haar initiatieven onder het toezicht van deVerenigde Naties moet ontplooien; niettemin blijkt

Page 17: - 2170/3 - 98 / 99 2170 / 3 - 98 / 99 Chambre des

de fonctionnement de l'ONU, hérité du passé, ne per-met pas pour l'instant à l'institution de jouer, dans lecontexte de l'après-guerre froide, le rôle qui devraitêtre le sien.

L'intervention de l'OTAN, justifiée par la nécessitéde sauver des vies humaines, a été rendue obligéepar ce bloquage.

M. Van Dienderen ne conteste pas que des situa-tions d'exception appellent parfois des réponses d'ex-ception. Il s'insurge toutefois contre le fait que lesÉtats-Unis, le Royaume-Uni et la France, principauxprotagonistes des actions militaires sur la Serbie,mais par ailleurs membres permanents du Conseilde Sécurité, n'aient rien tenté pour réformer le fonc-tionnement de ce dernier, paralysé par le droit de véto.

MM. Gehlen et Van der Maelen font observer quela commission débattra le 28 avril du nouveau con-cept stratégique de l'OTAN avec le Premier ministre.L'adoption d'un amendement faisant référence aunouveau concept stratégique de l'OTAN n'est par con-tre pas à sa place dans le cadre de la présente propo-sition de résolution.

M. Van Dienderen conteste ce point de vue: l'inter-vention de l'OTAN vis-à-vis de la Serbie ne montre-t-elle pas à suffisance que le nouveau concept stratégi-que permettant à l'OTAN d'agir hors zone est d'oreset déjà appliqué au Kosovo?

MM. Dallons et Moriau proposent d'ajouter (amen-dement n° 24) une référence à l'élan de solidarité quis'est fait jour en Belgique pour venir en aide aux ré-fugiés kosovars.

Sur la proposition de Mme Verhoeven et du prési-dent, la commission corrige la formulation de ce nou-veau point (<<sefélicite ...» au lieu de «se réjouit ...»),

L'amendement n° 25 de MM. Dallons et Moriaupropose l'ajout d'un point faisant référence à la pour-suite des programmes humanitaires et à l'accueil desréfugiés, aux initiatives à prendre pour favoriser unesolution négociée, à l'information de la populationbelge et aux conditions de modification (il faudraitune nouvelle décision politique) du mandat des mili-taires belges envoyés en Albanie (voir doc. n° 2170/2,pp. 8 et 9).

MM. Duquesne, Van der Maelen et Versnick fontobserver que certains points de cet amendement fontdouble emploi avec d'autres points de la proposition.

[ 17 ] - 2170/3 - 98 / 99

de VN op organisatorisch vlak nog steeds te lijdenonder vergissingen uit het verleden, waardoor zijmomenteel niet in staat is de rol te vervullen die haarin dit post-Koude-Oorlogtijdperk toekomt.

Door die matte houding van de VN kon de NAVOniet anders dan in te grijpen, teneinde mensenlevenste redden.

De heer Van Dienderen betwist niet dat uitzonder-lijke situaties soms uitzonderlijke antwoorden ver-gen. Wel is hij verontwaardigd over het feit dat deVerenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frank-rijk, die niet alleen het voortouw nemen in de inter-ventie tegen Servië maar die ook vaste leden van deVeiligheidsraad zijn, in het verleden niets hebbenondernomen om de werking van die door het veto-recht vleugellam gemaakte Raad te versoepelen.

De heren Gehlen en Van der Maelen merken op datde commissie op 28 april met de eerste minister overde nieuwe NAVO-strategie van gedachten zal wisse-len. Voor het overige wordt in het licht van de terbespreking voorliggende resolutie maar beter geenamendement aangenomen, dat naar die nieuweNAVO-strategie verwijst.

De heer Van Dienderen is het oneens met die ziens-wijze. Het NAVO-optreden tegen Servië toont immersoverduidelijk aan dat de nieuwe NAVO-strategie,waarbij het bondgenootschap buiten zijn grenzen magoptreden, nu al in Kosovo wordt toegepast.

In amendement nr. 24 stellen de heren Dallons enMoriau een verwijzing voor naar de golf van solidari-teit die in België ten aanzien van de Kosovaarse vluch-telingen is ontstaan.

Op voorstel van mevrouw Verhoeven en de voorzit-ter brengt de commissie in dat nieuwe punt een tekst-correctie aan (<<isingenomen met ...» in plaats van«verheugt zich ...»),

Amendement nr. 25 van de heren Dallons en Moriaustrekt tot de toevoeging van een punt waarin wordtgerefereerd aan de voortzetting van de humanitaireprogramma's en de opvang van de vluchtelingen, aande noodzakelijke initiatieven ter bevorderingvan eenonderhandelde oplossing, aan de voorlichting van deBelgische bevolking, alsook aan de voorwaardenwaaronder het mandaat van de naar Albanië ge-stuurde militairen mag worden gewijzigd (zulks ver-eist met name een nieuwe politieke beslissing) (zieStuk nr. 2170/2, blz. 8 en 9).

De heren Duquesne, Van der Maelen en Versnickmerken op dat een aantal punten van dit amende-ment elkaar overlappen.

Page 18: - 2170/3 - 98 / 99 2170 / 3 - 98 / 99 Chambre des

- 2170/3 - 98 / 99

M. Dallons sous-amende dès lors son amendementinitial, pour tenir compte de ces observations (voirl'amendement n° 40, doc. n° 2170/2, pp. 12 et 13).

L'amendement n° 9 de M. Deleuze et consorts viseà ajouter à la proposition un nouveau point, invitantl'Europe «à tout mettre en oeuvre pour acquérir unecapacité militaire qui soit opérationnelle de façonautonome».

M. Versnick s'interroge sur les implications finan-cières de la mise en oeuvre d'une telle politique : siles États européens doivent consacrer à la Défensenationale la même proportion de leur PNB que lesÉtats-Unis, ne va-t-on pas vers un doublement dubudget de la Défense nationale en Belgique?

MM. Van der Maelen et Van Dienderen contestentce point de vue. Dès lors que les ambitions européen-nes en matière de défense seraient en tout état decause plus limitées que l'interventionisme planétairedes États-Unis, il devrait être possible - grâce auxéconomies d'échelle - de renforcer la capacité de dé-fense européenne sans trop augmenter la part desbudgets nationaux consacrée aux dépenses militai-res.

M. Van Dienderen ajoute que le doublement dubudget est par contre requis en ce qui concerne lesdépenses consacrées aux initiatives diplomatiques(renforcement de l'OSeE ...).

MM. Versnick et Gehlen font observer que lesauteurs de l'amendement n° 9 font clairement réfé-rence à la «capacité militaire» de l'Europe.

** *

L'amendement n° 30 de MM.Versnick et Duquesneest adopté à l'unanimité.

L'amendement n° 8 de M. Deleuze et consorts estrejeté par 10 voix contre une.

L'amendement n° 9 des mêmes auteurs est retiré.

L'amendement n° 24 de MM. Dallons et Moriauainsi que l'amendement n° 40 de M. Dallons qui rem-place l'amendement n° 25 sont successivement adop-tés à l'unanimité.

[ 18 ]

De heer Dallons dient daarom een subamendementop zijn oorspronkelijke amendement in, teneinde metdie opmerkingen rekening te houden (zieamendementnr. 40, Stuk nr. 2170/2, blz. 12 en 13).

Amendement nr. 9 van de heer Deleuze c.s. strektertoe in de voorgestelde tekst een nieuw punt in tevoegen, waarin Europa ertoe wordt uitgenodigd «al-les in het werk te stellen om een militaire capaciteitte verwerven die zelfstandig kan optreden».

De heer Versnick vraagt zich af wat de tenuitvoer-leggingvan een en ander zal kosten: zo de EU-lidsta-ten hetzelfde percentage van het BNP voor defensiemoeten uittrekken als de Verenigde Staten, zou datwel eens tot een verdubbeling van de Belgische be-groting van defensie kunnen leiden.

De heren Van der Maelen en Van Dienderen betwis-ten dat. De Europese ambities inzake defensie zou-den immers hoe dan ook minder ver reiken dan deplanetaire interventiedrang van de Verenigde Staten;bijgevolg zou het mogelijk moeten zijn -via een schaal-vergroting- de capaciteit van de Europese defensie-macht op te voeren zonder dat de nationale uitgavenvoor defensie daartoe al te zeer hoeven te stijgen.

Volgens de heer Van Dienderen is het daarentegenwel noodzakelijk in een verdubbeling te voorzien vanhet budget voor diplomatieke initiatieven (verdereuitbouw OVSE,...).

De heren Versnick en Gehlen stippen aan dat deindieners van amendement nr. 9 wel degelijk «eenmilitaire capaciteit» voor ogen hebben.

** *

Amendement nr. 30 van de heren Versnick enDuquesne wordt eenparig aangenomen.

Amendement nr. 8 van de heer Deleuze c.s. wordtverworpen met 10 stemmen tegen 1.

Amendement nr. 9 van dezelfde indieners wordtingetrokken.

Amendement nr. 24 van de heren Dallons enMoriau, alsook amendement nr. 40 van de heerDallons ter vervanging van amendement nr. 25, wor-den achtereenvolgens eenparig aangenomen.

Page 19: - 2170/3 - 98 / 99 2170 / 3 - 98 / 99 Chambre des

Intitulé

A la suite des modifications apportées au texte, M.Van der Maelen dépose un amendement (n° 41) quiremplace l'intitulé, de manière à élargir l'objet de larésolution aux Balkans.

Cet amendement est adopté à l'unanimité.

** *

L'ensemble de la proposition, telle qu'amendée, estadopté par 10 voix contre une.

Le rapporteur, Le président,

C. MAHASSINE A. DUQUESNE

[ 19 ] - 2170/3 - 98 / 99

Opschrift

Als gevolg van de in de tekst aangebrachte wijzi-gingen, dient de heer Van der Maelen amendementnr. 41 in, dat ertoe strekt het opschrift te wijzigen,zodat de resolutie op de hele Balkan betrekking heeft.

Dat amendement wordt eenparig aangenomen.

** *

Het gehele, aldus geamendeerde voorstel van re-solutie wordt aangenomen met 10 stemmen tegen 1.

De rapporteur, De voorzitter,

C. MAHASSINE A. DUQUESNE

Centrale drukkerij van de Kamer - Imprimerie centrale de la Chambre