Upload
others
View
3
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
BO EKEN
u irgangspunt om r€ bedenken of, en zo ja
hoe. je de zorg voor deze patiëntencatego-
de kunt verbeteÍen in de eigen werkomge-
ving,
EL5 LICHT
HuisàÍts, Amstelveen
Í. DEHUE 12008J.
De dep ressie-e pide m ie. over de plicht het
lot in eigen hand tê nêmen.
Amsterdam: Au gustus, 333 p., € ?.4,90
A.V. HORWTÍZ & J.C. WAKEFTELD t20O7r.
The Loss of sadne5s. How psychiatÍy trans-
formed normalsoÍrow into deprêssive di5-
oroeÍ.
oxford: OxfoÍd University P.ess, 287 p., € 32,50
'Depression is a flaw in chemistry, not in
charactef,' luidt de tekst op een uithang-
bord aan een winkelpand in waarschijnlijk
eenAmeríkaanse stad. Het bord, dat ook
een t€lefoonnummer vermeldt voor wi€
(gratis!) informatie wil, staat afgebeeld
op het omslag van Th( L2ss 0fSodness .
socioloogAllan Horwítz en medicus
Jerome WakeÍie1d buigen zich daarin over
de vraag hoe we de epidemische vorm
díe depressie in de westerse wereld heeft
aang€nomen, moeten verklaren. Verdriet
wordt in toenemende mate gemedica-
liseerd eII daarvoorstellen de auteuÍs
vooral de psychiatrie yeranrwooÍde1ijk.
Psychiaters maken onvoldoende ondeÍ-
scheid russen depÍessies en verdriet daÍ
een normale reactie is op verlies en teleur-
srelling. Terwijl dar laatste een evolutio-
nair functioneel antwooÍd is op externe
gebeurrenissen, is bij een'echLe depressie
zo'n externe oorzaak afwezig. Wie depres-
sief is,lijdt ondereen verstoord'loss
response'-mechanisme, aldus Horwitz en
1 /akefield.
Theoretische legitimatie vooÍ hun te
ruwe diagnoses vinden psychiaters in ale
DsM . Latere versies daarvan beschÍijven
psychische stoornissen in teÍmen van
symptomen, Daarmee woÍdt voorbij ge-
gaan aan de context waarin die sroornis-
sen ontsÍaan. Deze conceptuele verschui-
vingligt, zo laten de auteurs ni€t na steeds
weer te benadrukker\ aan de wortel van
de depressie-epidemie, De symptoom-
logica van de lslr leidde niet alleen totincorrecte diagnoses maar ook tot to€ne-
mend gebruik van antidepressiva, werd
uitgangspunt voor sociaal beleiil (scree-
nings- en preventieprogrammars) en kreeg
een sturenile betekenis bij onderzoek naar
biologisóe oorzaken van depressie. zo is
specifieke hersènactiviteit bij peÍsonen die
voldoen aan de osIr.t -criteria voor depres-
sie, door onderzoekers omschreven a1s bio-
logísch subsffaat van een'depressíve dis-
order'- ten onrechte, menen de auteurs,
want bij 'normaal veÍdriet'is die acdvíteitidentiek.
Dat het symptoomdenken oyer depres-
sie een steunend (want legitimerend)
effect zal hebben op de hoge vlucht die
de diagnose ?epressie' inmiddels heeftgenomen, behoeft nauwelijks betoog.
Maarhet idee dat eerherstel - normalise-
ring - yan verdriet een ,or-r, krijgt als in de
DsM -definitie van depressie nu maarweer
contextuele referenties wofden opgeno-
men. roepI ook vragen op, nog àfgezien
van de kwestie ofde wens een depressie te
bestrijden identiek is met het wíllen uíÍ-bannen van verclriet. onderzo€k naar (de
AOEKEN
van een biologisch d efect, zÀg z3:ch in die
opvatting gesteund door dit effecl Maar
zelfs als bewijs voor zo'n biologische basis
zou bestaan) stelt Dehue, betekent dat nog
niet automatisch dat depressie een ziekte
is die medische behandeling vergt: van een
ziekte spreken we pas als we symptomen
onaanvaardbaar vinden en de geneesLun-
ile aanspreken voor een oplossing.
Maar op datlaa$te puntlijkt zich
sinds enkele clecennia nujuist een opmer-
kelijke beweging in de omgekeerde rich-
ting voor te aloen: op het viaden van een
'oplossing' voor depressies (ss rurt.1 volgde
beeldvorming vanhet euvel aIs een (ondeí-
behandelale) hersenziekte, Dat contextuele
teferenties uit de Dsu verdwenen waren
en de zi€ktelabels uit het overzichÍ door
medici steeds vaker werden opgevoerd als
oorzaak van de symptomen (de patiënt is
ne€rslachtig omalát hij depfessief is)droeg
bij aan het beeld van depressie als een
ziekÍe met een bíologische ooÍzaak.
Daarnaast zijnhet sindsdien niet
alleen advertenties en ziektebewustwor-
dilgscampagnes' van de farmaceutische
industrie die het beeld veÍsterken, ook de
door de overheid gestimuleeÍde commeÍ-
cialisering van de wetenschap en de toene-
mende same[werking tussen bedíijfsleven
en universiteiten dragen eraan bij. Waar
onderzoek geld en handel moeÍ oplèveren,
blijkt de verleiding gÍoot om experimen-
ten niet zo op te zetten dat ze antwoord
geven op de vraag óf een medicijn inder-
daad de gewenste werkzaamheid heeft,
maar zo dat die werkzaamheid blijkt uithet expeÍiment. wat idealiter eerl onaf-
hankelijke contÍolerende functie heeft
(experimenteel wetenschappelijk onder-
zoek) is veelal een hulpmiddel geworden
bij het op de marht bíengen van die
medicijnen. Professionals uit de gezond-
heidszorg (aÍtsen, psychiatets, zorgverze-
keraars) deinzen er ni€t voor terug om op
te treden als ambassadeurs voot farma-
ceutische bedrijven. De media suggereren
vooÍts in hun berichtgeving nogal eens
een zekerheid over de biologische oorzaak
van deptessie en de werkzaamheid van
pillen ertegen, die allesbehalve gerecht-
vaardigd wordt door de oorspronkelijke
ondesoeksresultaten. ook de overheid
brengt depressie onder de aandacht als
een onderbehandelde hersenziekte, onder
meer in preventie- en inteÍventiepfogfam-
ma's.
Biologische maakbaarhêid
Een veel gehoorde opvatting, veÍdedigd inotdeÍ aÍrdeÍeTher1,W Culture van socioloog
FÍank Furedi (Londen, 2oo3), is dat de
depr€ssie-epidemie een bij veÍschij nsel is
van de verzorgingsstaat, die slappe, the-
rapíeafhankelijke navelstaarders van ons
zou hebben gemaakt. Dehue bÍengt daar
tegenin dat de epidemiejuist opkwam
met de aÍbraak van de verzorgingsstaat.
De beeldvorming rond ilepressie, meent
zij, past probleemloos ín de neoliberale
marktsamenleving. De bij dat politiehe
klimaat horenile mentaliteit beklemtoont
de eigen verantwoordelijkheid van men-
sen: het geloofin de maakbare samenle-
ving maekte er plaats voor het geloof inhet (biologisch) maakbare individu. De
geest van de neoliberale markt dicteert
ondernemingszin en pÍoductiviteit als
norm. TobbeÍs vormen een bedreiging
voor economische vooruitgang. r'vie niet
enthousiast meedoet aan de concurfen-
tiemaatschappij, wordt toch ten minste
wisselwerkiÍlg tussen) biologische, sociale
en psychische dimensies yan d€pressie
heeft tot op heden geen onomsffeden,
harde kennis opgeleverd, dus de vraag
waar depressieve gevoelens nog proportio-
neel ten opzichte van (vermeende) externe
ooÍzaken mog€n heten ('normaal' zijn), en
waar niet - valt nauwelijks te beantwoor-
den. Wanneer weten we nu dat iemands
depr€ssieve symptomen géén externeoorzaak hebben en dat er dus sprake is
van een'echte' depressief En wie bepaalt
eigenlijk wat in dit verband legitieme oor-zakenzijn?
Daarnaast rijst de vreag of met hetherhaald aanwijzen van de osu a1s oer-
zdLk van de depÍessieproblematiek, rechtgedaan wordt aan de complexiteit daar-
van. Of Horwitz en Wakefield, met andere
woorden, niet een te grote pefformatieve
macht toekennen aan een psychíatíisch
handboelí. ze suggeÍeren een enkelvoudigcausaal verband tussen de psychiatrische
proÍessie en verschillende aan depÍessiegerelateeÍde ontwikkelingen in weten-schap en samenleving, maaÍ een ver-
klaring in termen van meerdere, elkaaronderling veísterkende factoren ligt meer
in de líjn der verwachdng, De DsM zoudaarbi.i eerder moeten woÍden aangeduidals een oorzaakscomponent dan als dé oor-
zaak van een en ander.
Ziektebewustwordin gscampagnes
Voor het yerschijnsel dat steeds meer men-sen zich laren behàndelen regen depressie
rouleren ook verschillende andere verkla-
ringen. DepÍessíe, zo luidt een daaÍvan,
zou altijd al bestaan hebben maar woÍdtnu pas onderkend als een voÍm van lij-den die sedeuze aandacht beho€ft.In De
depres sie-epid,elnie toont psycholoog-filosoof
Trudy Dehue zich kritisch over die opyar-ting. Aanhangers van deze verklaring ont-nemen het verleden haaÍ eigenheid, dooÍdat in het keurslijfvan hetheden re per-
sen. IVie halverwege de vorige eeuw werd
aangemerkt als 'depressief', was bijvoor-beeld boos op zijn vader maar dchrte diewoede op zichzelf. In de therapiekamer
kon de padënt zijn onderdrukte gevoe-
lens uit€n en zich verzoenen met tekortenuithet veÍleden. Maar wie thans depres-
sief is,líjdr, zo dicreerr ol].s de rcmmunis
opinio, ondeÍ eenbiologisch defect dat
moet \rrorden bestfeden met pillen. Onze
definitie van depressie, onze verklaringen
ervoor en onze omgang ermee veranderen
voortdurend, in onderlinge samenhang.
Deze dynamiek maakt Dehue inzichtelijl!tegen de lineair-historísche opyattingvan depressie in. De belangÍijl$te vraag
die ze daarmee wil beentwoorden, is hoe
we moeten duiden dat in de Nederlandse
samenleving, die roch alleszins welvarendis, inmidtlels ruim een miljoen mensen
antidepressiva slik]{en.
Dehue brengt een complex van inelkaar grijpende, oorzakelijke factoren
in beeld. De faÍmaceutische industriekrijgt daarbij een hooÍdrol. Mer de roe-
vallige ontdekking, koft na de Tweede
Wereldoorlog, van de opwel<kende bijwer-king van een medicijn tegen tuberculose,
wx het idee van de chemische sremmings-
verbeteraar geboren. De zoektocht naar de
ideale pil resulteerde in dejaren rachrigin de ontdekking van ssRr's: pillen die de
acdviteit van de neurotransmitter seroro-
nine verlengen, wat bij sommige depres-
sieve mensen leidt tot verhoogde vitaliteit.Wie meende dat depressie een gevolg is
765
BOÉK EN
geacht dat als een pÍobleem te beschou-
wen.In een samenleving waafhet zachte
recht op autonomie is ontaard in de hardeplicht autonoom te zijn, moet dat pro-
bleem meÍ alle middelenworden bestre-
den. En waar de ooÍzaak van een depressie
gelokaliseerd wordt in onze biologie,
impliceert die verplichte zelfzorg al snel
het gebruik vaÍr medicij nen, aldus Dehue.
De depïessie-epidemie is een fascineíend
boek dat roulerende verklaringen voor
het gelijknamige veÍschijnsel tegen het
licht houdt en heroyerweegt, en daar
een belangiwekkende verklarende factor
aan toevoegl Maar het is ook vooral een
onthutsend boek, níet in de laatste plaats
waar het een kongsi bloorlegt Lussen
werenschap, farmaceutische industrie,gezondheidszorg en politiek, Dehuc
laat zich (haár materiaal is er schokkend
genoeg voor) nergens gaan in een schan-
daliserende toon. Rustig de feiten analyse-
rend en zonder ook maaÍ één keer het leed
van wie somber of ongeluklig is te baga-
telliseren,laat ze zien hoe bestuutders
en wetenschappers die het niet zo nauw
nemen met de onafhankelijkheid van
ondeÍzoek, een faÍmaceutisdre industÍiedie eerst pillen ui8indt om daar vervol-gens een passende klvaal bij te zoeken, en
professionals uit de gezondheidszorg die
zich voor het karretj€ van het bedrijfslêven
laten spannen, elkaar yinden in een poli-
tiek klimaat dat enthousiaste deelname
aan de concurrentiemaatschappij tot norm
verheft. Hoe het tij te kerenlJe zou, om
maaÍ eens bescheiden te beginnen, in elkgeval hopen dat onderzoekers, politici, far-
maceuten, medici en zorgverzekeÍaaÍs ditboek lezen en met elkaar bediscussiëren,
En je zou daarnaast wensen dat de tegen-
lsacht die uitgaat van dit boek bij veel
mensen wortel schiet.
Dehue heeft, zoals ze in haar voor-
woord meldt, geen therapeutisch boek
willen schrijven. Niettemin gaat vanDs
depres sie-epiden|ie een v oÍm \ aÍr emp ow er-
ment wit,waat ookwie geen therapeut
bezoekt of antidepÍessiva slikt, zijn voor-
deel mee kan doen. Het geestesklimaat dat
Dehue schetst veÍoorzaakt zonder twijfelook pijn die buiten de statistieken blijftomdat mensen er niet voor naar de huis-
arts ofde psychiater gaan, Wie gevoelig is
voor de aanhoudende oproep om zichzelf
te beschouwen a1s een onderneming waaÍ-
aan consranr, opgewekt o[zel[s meI passie
alient te worden gewerkt, maar daar veÍ-
vreemdingbij ervaart ofgewoon niet mee
ka\komen iÍ de ratíacr, vinilt in dit boek
gereedschap om innerlijk verzet te plegen
teg€n de normadyiteitvan de markt - enjuist daaí het lot in eigenhand te nemen.
Met haar nucl, tere analyse legt Dehue niet
alleen een cornplex maatschappelijk pro-
bleem ondeÍ de lamp, maar verdedigr ze
ookhet mensenrecht op een zachtaardige,
ingetogen levenshouding. Dat geeft ditbelangrijke boek een extra waarde.
ELSE DE JONGE
ÍilosooÍ en freelance journalist, Amsterdam
767