http://www.tangali.net

Publicatie 025

Alhaaj Mohamed Juzoef Tangali QadriAlhaaj Mohamed Juzoef Tangali Qadri

Copyright © M.J. TangaliAmsterdam, 15 augustus 2011

1e drukUitgever: Stichting Noorani Islamic Research Institute

E-mail: info@tangali.netWebsite: www.tangali.net

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaargemaakt door druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijzedan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uit-gever.

No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permissionfrom the publisher.

1 Voorwoord

In dit E-book over Shia’s worden slechts een beperkt aantal valseovertuigingen van de vervloekte Shia’s en hun vervloekte aftak-kingen aangehaald. De Shia’s hebben niet alleen een eigengodsdienst bedacht wat absoluut nietstrookt met de islam. Zij hebben zelfs ineen stadion in Iran een eigen Kaabanagebouwd. In dit opzicht verschillenzij absoluut niet van de afvallige bos-varken Kazzāb Mirza Ghoelām Qadia-nie, die zei kom naar mijn tjaupara alsje hajj wil doen.

Voor meer achtergrond van deze afvalligesekten kunt u meer op de website www.tangali.net de Nederland-se vertalingen lezen:

· De veroordeling van Rafizie Tabarraei Shia (Ala Hazrat),publicatie nr. 077

· Shia en islam, publicatie nr. 020· Qadianie Dharm van Moefti Abdul Wajid Qadri, publicatie

nr. 022· Was hij een moesliem (Mirza)? Publicatie nr. 016

2 Weergaven van hoe de Shia over de Heilige Qur’aan denkt

1. Er zijn zeventien duizend (17.000) Ayah in de origineleQur’aan. (Al Shafi, deel 2, p. 616)

2. Een vergelijking tussen de huidige Qur’aan en de origineleQur’aan (die werd samengesteld door Imam Ali (radi Allahoanho) zal door Imam Mahdi (12de Imam van de Shia) worden

meegebracht als hij verschijnt voor de Dag des Oordeels(Usool Kaafi, Vol 2, p 123)

3. De Qur’aan is met opzet veranderd door de dronkaard kalie-fen Abu-Bakr, Oemar en Oesman (radi Allaho anhoma). Dehuidige Qur’aan is vals, het is de plicht van Imam Mahdi (12de

Imam van de Shia) om het in zijn oorspronkelijke vorm tebrengen. Als Imam Mahdi komt, dan zal de Qur’aan wordengereciteerd in zijn oorspronkelijke vorm. (Qur’aan Vertalingdoor Maqbool Hussain Dehlvi, hoofdstuk 12, blz. 384 en p.479,gepubliceerd in India).

4. De originele Qur’aan zal pas bekend worden na de manifesta-tie van Imam Mahdi (12de Imam van de Shia). (Anwār-ul-Na'umania, Vol 2, p 360, gepubliceerd in Iran).

5. De huidige Qur’aan is verkorte versie terwijl de origineleQur’aan wordt gehouden door de Imam Mahdi. (Hazaar Tum-hari Das Hamari, blz. 553).

6. Niemand beschikt over volledige kennis van de Qur’aan metuitzondering van de imams. (Usool Kaafi, deel 1, p. 228)

7. Na de dood van de Heilige Profeet (sallallaaho alaihi wa sallam)was de originele Qur’aan in bewaring bij Ali (radi Allaho anho)en hij bracht het naar Abu-Bakr (radi Allaho anho), maar AbuBakr weigerde deze originele versie te accepteren. Dat is dereden waarom Moslim Ummah werd beroofd van de origineleQur’aan. (Sheikh-e-Saqifah, blz. 138, gepubliceerd in Pakistan).

8. Shaykhain (Abu Bakr en Oemar) weigerde de Qur’aan, die issamengesteld door Ali (radi Allaho anho) te accepteren. (Fasal-ul-Khitab, p. 64)

9. Belediging voor de Heilige Qur’aan. (Tohfa-tul-Awaam, deel2, p. 293)

10. De Qur’aan bestaat (werd geopenbaard) in vier delen en dehuidige Qur’aan bestaat uit drie delen. (Shia Aur Tehrief-e-Qur'aan, p. 62).

11. De huidige Qur’aan is in een veranderde, beschadigde envervormde vorm. (Fatuhat-e-sjiitische, p. 129).

12. Een aanvaarding van het geloof dat de Qur’aan is veranderd.Shia beschuldigen Abu Bakr (radi Allaho anho) van betrokken-heid bij de verandering. (Ayat-ul-Qaloob, deel 2, p. 832).

13. Afvalligen veranderden de originele Qur’aan. (Qur’aan Majiddoor Hakiem Sayed Maqbool, p. 1011).

14. On-islamitische opvattingen van de Qur’aan. (Sheikh-e-Saqifa,p. 138).

15. De belangrijkste samenstellers van Qur’aan veranderden, be-schadigden en vervormden de Qur’aan. (Al-Ehtijaj, p. 257).

16. Verzamelaars van de Qur’aan verwijderden verzen over dedeugden van de nakomelingen Profeet uit Surah Al-Ahzab,die de lengte van Surah Al-Baqarah heeft. (Haq-ul-Yaqien, blz.66, gepubliceerd in Iran).

17. Oesman (radi Allaho anho) bracht verandering in Surah Al-Rahman door het elimineren van woorden "minkoem". (Haq-ul-Yaqien, blz. 525, gepubliceerd in Iran).

18. De uitspraak “ILAA AJALIN-MUSAMMA” is verwijderd uitde Qur’aan. (Muta'h Aur Salahuddin A'ybi, blz. 60, gepubli-ceerd in Pakistan).

19. Pogingen voor re-interpretatie van de Qur’aan verzen gerela-teerd aan "WATI-fil-DUBR" stranden. (Tehzieb-ul-Ahkaam,Vol 7, blz. 415, gepubliceerd in Iran).

20. De Qur’aanische verzen werden niet geregeld door Abu-Bakr(radi Allaho anho) in dezelfde volgorde als die waarin ze wer-den geopenbaard. (Sheikh-e-Saqifah, p. 134, gepubliceerd inPakistan).

21. De huidige Qur’aan noemt niet de naam van "Pakistan", maaronze (Shia) echte Qur’aan bevat de naam van "Pakistan". (Ha-zaar Tumhari Das Hamari, blz. 554, gepubliceerd in Pakistan).

3 Shia’s Concept van Tauhid

22. Bad ‘ah: Allah vertelt een leugen. (Asool Kaafi, deel 1, pagina148. Een sjiitische leer).

23. Iman en Kufr: onze gehoorzaamheid is Iman en onze onge-hoorzaamheid is ontrouw, gezegd door Imam Baqar. (Al-Sha-fi, vertaling van Asool Kaafi, deel 2, pagina 33).

24. "Weigering van Kalma Tayyibah". (Al-Shafi, vertaling vanAsool Kaafi, deel 2, pagina 41)

25. Ali en Hasan, hen gehoorzamen is verplicht. (Al-Shafi, verta-ling van Asool Kaafi, vol 2, pagina 42.)

26. "Ontkenning van het fundamentele beginsel van de islam".(Al-Shafi, vertaling van Asool Kaafi, deel 2, pagina 30)

27. "Verschil tussen ALLAH en Ali". (Jila-ul-Ayoun, deel 2, pagina66)

28. Ali is God. (Jila-ul-Ayoun, deel 2, pagina 66)

29. Imams zijn God. (Jila-ul-Ayoun, deel 2, pagina 85)

30. "Ontkennen van Tauhid". (Hayat-ul-Quloob, deel 3, pagina233)

31. Abdullah Ibn-e-Saba behoud de onmiskenbaarheid vanImaamat en beweerde dat Ali de ware Heer is. (Anwār-e-Nau-mania, deel 2, pagina 234)

32. Wij aanvaarden noch God noch profeet wiens opvolger AbuBakr is. (Anwār-e-Naumania, deel 2, pagina 278)

33. "Veertien zelf gecreëerde goden van Shia". (Chawdah Sitaray,pagina 2)

34. "Een verklaring van goddelijke eigenschappen van Ali". (Ba-sair-ud-Darajat, pagina 22)

35. "Het bezit van goddelijke eigenschappen door Imam". (Basair-ud-Darajat, pagina 23)

36. "Een aanvaarding van zelf gemaakt Kalma en belediging vande engelen". (Riaz-ul-Masaib, pagina 78)

37. "Een aanvaarding van afzonderlijke Kalma". (Asool-e-Shari’atFee Aqaid-ul-Shia't, pagina 423)

38. "Verklaring van de zelf gecreëerde Kalma". (Shia Mazhab HaqHai, pagina 325)

39. "Een aanvaarding van de wijziging in het Kalma Tayyibah".(Shia Mazhab Haq Hai, deel 2, pagina 57)

40. Om hulp te vragen aan Ali is geen polytheïsme, maar eenmanier zoals de Heilige Profeet (sallallaaho alaihi wa sallam) hetdeed ʺ. (Hathi Kay Daant Khanay Kay Aur Dikhanay Kay Aur,deel 2, pagina 41)

41. Kalma Tayyibah zonder Ali Wali Ullah is vals. (Shia MazhabHaq Hai, pagina 2)

42. Als God blij wordt, praat Hij in het Perzisch en als hij geërgerdis praat hij in het Arabisch. (Tareekh-ul-Islam, pagina 163)

4 Shia standpunt over de vrouwen van de Profeet Mohammedsallallaaho alaihi wa sallam

De Shia beledigen de vrouwen van de Profeet Mohammed sallal-laaho alaihi wa sallam ook al is in de Qur’aan verwezen naar deprofeet Mohammed sallallaaho alaihi wa sallam zijn vrouwen alsMoeders van de Gelovigen.

Laten we eens onderzoeken wat de Shia boeken zeggen:

43. Als de Shia's Imam Mahdi (de 12de sjiitische Imam) komt zal hijde vrouw Aisha van de profeet Mohammed weer tot levenbrengen en haar zwepen als straf voor het wreken van deProfeet Mohammed's dochter Fatima. (Al-Shafi, deel 2, p. 108),(Haq-ul-Yaqeen, p. 139 & 347) & (Hayat-ul-Quloob, deel 2, p.901)

44. Profeet Mohammed's vrouwen, Aisha en Hafsa, worden be-schuldigd van vergiftiging van de Profeet Mohammed. (Jila-ul-Ayoun, p. 118)

45. Abu Bakr, Oemar, Aisha en Hafsa vergiftigden Mohammad.(Qur’aan vertaling door sjiitische Schriftgeleerde, Maqbool H.Dehlvi, hoofdstuk 28, p. 894)

46. Aisha wordt beledigd en negatief beschreven. (Hayat-ul-Quloob, deel 2, pagina 879) en (Tohfa-e-Hanfia Dar JawabTohfa-e-Jaffria, p. 271 en p. 334)

47. Aisha en Hafsa waren hypocriet en ongelovige vrouwen.(Hayat-ul-Quloob, deel 2, p. 900)

48. Aisha was een hypocriet. (Hayat-ul-Quloob, p. 867)

49. Aisha was een ongelovige vrouw. (Hayat-ul-Quloob, deel 2, p.726)

50. Aisha wordt beschuldigd van het plegen van overspel.(Qur’aan Majeed door Maqbool Hussain Dehlvi, p. 840)

51. Een belediging voor Aisha en Profeet Mohammad's metgezel,Muawiyah. (Tohfa-e-Hanfia Dar Jawab Tohfa-e-Jaffria, p. 65)

52. Profeet Mohammed's vrouw, Hafsa, was een onfatsoenlijkevrouw. (Tohfa-e-Hanfia Dar Jawab Tohfa-e-Jaffria, p. 123)

5 Weergaven van de gedachte van sjiieten over de Sahāba radiAllaho anhoem

Het geloof van een Shia over de metgezellen (radi Allaho anhoem)van de Profeet Mohammed (sallallaaho alaihi wa sallam) is:

53. Shia beweren dat alle metgezellen, behalve drie (of vier) vanhen afvalligen werden na de dood van de Profeet Mohammed(sallallaaho alaihi wa sallam). Aan de andere kant verlenen zijaan de metgezel 'Ali bin Abi Talib "een zeer bijzondere status,een aantal van hen beschouwen hem als plaatsvervanger eneen aantal beschouwen hem als een profeet, terwijl anderenhem zien voor een God!

54. Shia's uitspraak over moesliems in overeenstemming met hetstandpunt van deze moslims met betrekking tot "Ali". Wieverkozen werd tot kalief vóór "Ali" wordt gezien als een tiran,een afvallige of een zondaar. Hetzelfde oordeel wordt doorge-geven aan elke moesliemheerser die niet aftreedt voor een vande afstammelingen van "Ali" en zijn vrouw "Fatima" (radiAllaho anha). De Shia's hebben dus een sfeer van vijandigheidin de geschiedenis van de islam, en de kwestie van de partij-digheid van de Ahl-e-Bayt ontwikkelt tot een wetschool diepredikte en bestendigd een dergelijke schadelijke leerstellin-gen door de generaties heen.

55. Een beledigende opmerkingen tegen twee van de profeet Mo-hammed's metgezellen: Talha en Zubair (radi Allaho anho).(Usool Kaafi, pagina 345)

56. De eerste drie kaliefen en andere metgezellen werden ongelo-vige door het ontkennen van het goddelijke recht van(Wilāyah) aan Hazrat Ali. (Usool Kaafi, pagina 420)

57. Na de dood van de Profeet Mohammad zijn al metgezellenafvallige geworden met uitzondering van vier. (Israr-e-Mo-hammed, pagina 43)

58. Alle Metgezellen werd ongelovige, behalve drie. (Hayat-ul-Quloob, deel 2, pagina 923)

59. Profeet Mohammad's metgezellen werd afvalligen, met uit-zondering van Miqdad, Salman Perzisch en Abu Zar. (Qur’aanMajeed door Maqbool Hussain Dehlvi, pagina 134)

60. Abu Bakr (radi Allaho anho) kon de Shahāda (getuigenis van hetgeloof: "Er is geen god dan Allah, Mohammed is Boodschap-per van Allah") niet reciteren op het moment van zijn dood.(Israr-e-Mohammed, pagina 211)

61. Satan was de eerste die de eed van trouw te zweren aan AbuBakr in de moskee. (Israr-e-Mohammed, pagina 30)

62. Het is ontrouw (Kufr) om aan het ongeloof (kufr) van Oemarte twijfelen. (Jila-ul-Ayoun, pagina 63)

63. "Oordeel van ontrouw op de eerste drie kaliefen". (Anwār-e-Naumania, pagina 81)

64. Degenen die ontkennen dat Ali de eerste kalief had moetenzijn, zijn ongelovigen. (Anwār-e-Naumania, deel 3, pagina 264)

65. "Een beledigende opmerkingen tegen Oemar". (Anwār-e-Nau-mania, deel 1, pagina 82)

66. Abu Bakr en Oemar waren een grote tiran dan Satan. (Haq-ul-Yaqeen, pagina 509)

67. De eerste drie kaliefen waren tiran. (Tehqeeq-ul-Yaqeen, pagi-na 468)

68. Abu Bakr en Oemar zijn een van de zeven poorten van de hel.(Haq-ul-Yaqeen, pagina 500)

69. Abu Bakr en Oemar zijn de farao's van deze Ummah (moslim-gemeenschap). (Haq-ul-Yaqeen, pagina 374)

70. Als de Shia's Imam Mahdi verschijnt, gaat hij uit het graf vande Shaykhain (Abu Bakr en Oemar) de dode lichamen opgra-ven, doen herleven en hen straffen. (Haq-ul-Yaqeen, pagina371) en (Haq-ul-Yaqeen, pagina 475)

71. Shia’s Imam Mahdi zal de veroordeling voltrekken van deophanging van Abu Bakr en Oemar. (Basair-ud-Darajat, pagi-na 81)

72. Shia’s Imam Mahdi zal de lichamen van Abu Bakr en Oemaropgraven. (Basair-ud-Darajat, pagina 80)

73. Shia’s Imam Mahdi zal de veroordeling voltrekken van degeseling (sjorren) van Abu Bakr en Oemar. (Haq-ul-Yaqeen,pagina 464)

74. Abu Bakr, Oemar, Oesman en Muawiyah zijn als afgoden, zezijn het ergste van Gods schepselen. (Haq-ul-Yaqeen, pagina519)

75. Een beschuldiging van hypocrisie van de kaliefen. (Haq-ul-Yaqeen, pagina 528)

76. Een vloek op de Shaykhain (Abu Bakr en Oemar) en hunbegeleiders tot Dag des Oordeels. (Haq-ul-Yaqeen, pagina 159)

77. Shaykhain (Abu Bakr en Oemar) zijn metgezellen van Nam-roed, Farao en Hamaan in de Hel. (Haq-ul-Yaqeen, pagina 522)

78. Hij die Abu Bakr en Oemar verkiest boven Ali is Naasbi.(Haq-ul-Yaqeen, pagina 521)

79. Beschuldiging van overspel op de derde kalief, Oesman (radiAllaho anho). (Hayat-ul-Quloob, deel 2, pagina 723)

80. Hij die twijfelt in het ongeloof van Oemar is een ongelovige.(Hayat-ul-Quloob, deel 2, pagina 842)

81. Degenen die trouw zwoer aan Abu Bakr waren huichelaars.(Hayat-ul-Quloob, deel 2, pagina 1027)

82. Het is een verplichting voor elke Shia om te vloeken, tijdenshet gebed, de Shaykhain (Abu Bakr en Oemar), de profeetMohammed’s vrouwen Aisha, Hafsa, Hind en Umm-ul-Hakm. (Aain-ul-Hayat, pagina 599)

83. Abu Bakr is vergelijkbaar met het kalf van de kinderen vanIsraël (de Joden) en Oemar is vergelijkbaar met Saamry. (Be-har-ul-Anwār, pagina 629)

84. Abu Bakr en Oemar zijn volgelingen van Satan. (Qur’aanMajeed door Maqbool Hussain Dehlvi, pagina 674)

85. Abu Bakr was de eerste persoon die Satan's religie omarmde.(Charagh-e-Mustafvi, deel 2, pagina 18)

86. Volgens de Shia vertaling van de Qur’aan, komt in de Qur’aanhet woord "Fahsha" betekent grote zonde) voor dat verwijstnaar Abu Bakr, het woord "Munkar" (betekent wat God verbo-den heeft) verwijst naar Oemar en het woord "Baghi" (onder-drukking) verwijst naar Oesman. (Qur’aan Majeed doorMaqbool Hussain Dehlvi, pagina 551)

87. Abu Bakr gebruikte grove taal. (Sheikh-e-Saqifa, pagina 148)

88. Een Shia moet elk jaar op de dag (9 Rabi-ul-Awwal) van dedood van Oemar vasten om het te vieren. (Zaad-ul-Meyad,pagina 404)

89. Aisha overleed op 22 Rajab, dus alle Shia moet die dag vierendoor jaarlijks gedurende die dag te vasten. (Zaad-ul-Meyad,pagina 34)

90. Oemar pleegde incest met zijn eigen dochter. (Tanzia-ul-In-saab Fee Sheikh-ul-Ashaab, pagina 23)

91. De vader van de derde kalief, Oesman, was impotent en zijnmoeder was een hoer. (Tanzia-ul-Insaab Fee Sheikh-ul-As-haab, pagina 66)

92. Volgens verschillende sjiitische Boeken was Oemar een beoe-fende sodomie. (Tohfa-e-Hanfia Dar Jawab Tohfa-e-Jaffria,pagina 434)

93. Soennieten beoefenen sodomie zoals Oemar. (Tohfa-e-HanfiaDar Jawab Tohfa-e-Jaffria, pagina 122)

94. Oemar toonde gebrek aan respect en minachting aan de Pro-feet Mohammad (sallallaaho alaihi wa sallam). (Tohfa-e-HanfiaDar Jawab Tohfa-e-Jaffria, pagina 435)

95. De profeet Mohammed’s metgezellen worden beschreven alscriminelen en huichelaars. (Fasal-ul-Khitab, pagina 21)

96. Het kalifaat van Aboe Bakr en Oemar is als de penis van eenezel. (Haqeeqat-e-Fiqah Hanfia Dar Jawab Haqeeqat-e-FiqahJaffria, pagina 72)

97. Het schrijven van de namen van de Abu Bakr en Oemar op detestikels van een man voorkomt ejaculatie. (Haqeeqat-e-FiqhHanfia Dar Jawab Haqeeqat-e-Fiqh Jaffria, pagina 250)

98. De profeet Mohammed’s metgezellen zijn eeuwigdurend be-woners van de Hel. (Ahsan-ul-Fawaid Fee Sharah-ul-Aqaid,pagina 356)

99. De eerste drie kaliefen waren leugenaars en ontkenners van deDag des Oordeels. (Ahsan-ul-Fawaid Fee Sharah-ul-Aqaid,pagina 599)

100. Een bewering dat de Profeet's metgezel Muawiyah incestpleegde met zijn zus. (Yazeediat Bokhla Utthe, pagina 126)

101. De profeet Mohammed’s metgezellen worden aangeduidals honden van de Hel. (Manazara-e-Hussainia, pagina 76)

102. Hij die een hekel aan de eerste drie kaliefen heeft zal wor-den bestemd voor het Paradijs. (Noor-e-Iman, pagina 321)

6 Conclusie

De Shia’s met deze valse overtuigingen gaan rechtstreeks naar deHel.