2
Examenbespreking Vwo Duits OSG Erasmus (Almelo), 24 mei 2011 Aanwezig Koos Sijtsema (OSG Erasmus, Almelo) Karel Tijhuis (OSG Erasmus, Almelo) Marja Ritterfeld (Vechtdal College, Hardenberg) Henny Grobbink (Bonnhoefer College, Enschede) Erik Haandrikman (CSG het Noordik, Almelo) Stef Hudepohl (CSG het Noordik, Almelo) Charlotte Schouten-Hoogendijk (Montessoricollege OSG Hengelo, Hengelo) Harry Löwik (CSG Reggestein, Nijverdal) Algemene indruk Lang examen, maar goed te doen. Niet te lang, lengte eigenlijk precies goed. Teksten zijn door de leerlingen als leuk beoordeeld. Teksten zouden wat meer voor elk wat wils mogen zijn. Vraag 2 Antwoordmodel is duidelijk. Wat te doen met ‘Hij moet ook in de ruimte kunnen functioneren.’ -> fout Er moet iets in staan van gewichtloosheid, geen zwaartekracht. Montage: hij moet gemakkelijk in elkaar te zetten zijn -> goed. Hij moet bruikbaar zijn, eenvoudig te bedienen zijn = fout. Het gaat om de montage. Vraag 4: Antwoordmodel is duidelijk. Opmerking: de zin stond wel erg ver van het item in de tekst. Vraag 5 Wat te doen met formuleringen zonder het woord taboe, maar wel met woorden als ‘emoties, die gevoeliger liggen’ -> hierover zijn de meningen verschillend. Niet iedereen is van mening, dat het woord taboe noodzakelijk is. De verschillende waardering komt door de ‘verschillende maatschappelijke opvattingen van de aan seksualiteit gerelateerde begrippen’. -> hierover zijn de meningen ook verschillend. Niet iedereen is van mening, dat het woord taboe noodzakelijk is.

110524 vwo almelo

  • Upload
    vri

  • View
    251

  • Download
    0

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Examenbespreking vwo Almelo

Citation preview

Page 1: 110524 vwo almelo

Examenbespreking Vwo Duits

OSG Erasmus (Almelo), 24 mei 2011

Aanwezig Koos Sijtsema (OSG Erasmus, Almelo)

Karel Tijhuis (OSG Erasmus, Almelo)

Marja Ritterfeld (Vechtdal College, Hardenberg)

Henny Grobbink (Bonnhoefer College, Enschede)

Erik Haandrikman (CSG het Noordik, Almelo)

Stef Hudepohl (CSG het Noordik, Almelo)

Charlotte Schouten-Hoogendijk (Montessoricollege OSG Hengelo, Hengelo)

Harry Löwik (CSG Reggestein, Nijverdal)

Algemene indruk

Lang examen, maar goed te doen. Niet te lang, lengte eigenlijk precies goed. Teksten zijn

door de leerlingen als leuk beoordeeld. Teksten zouden wat meer voor elk wat wils mogen

zijn.

Vraag 2

Antwoordmodel is duidelijk.

Wat te doen met ‘Hij moet ook in de ruimte kunnen functioneren.’ -> fout

Er moet iets in staan van gewichtloosheid, geen zwaartekracht.

Montage: hij moet gemakkelijk in elkaar te zetten zijn -> goed.

Hij moet bruikbaar zijn, eenvoudig te bedienen zijn = fout. Het gaat om de montage.

Vraag 4:

Antwoordmodel is duidelijk.

Opmerking: de zin stond wel erg ver van het item in de tekst.

Vraag 5

Wat te doen met formuleringen zonder het woord taboe, maar wel met woorden als ‘emoties,

die gevoeliger liggen’ -> hierover zijn de meningen verschillend. Niet iedereen is van

mening, dat het woord taboe noodzakelijk is.

De verschillende waardering komt door de ‘verschillende maatschappelijke opvattingen van

de aan seksualiteit gerelateerde begrippen’. -> hierover zijn de meningen ook verschillend.

Niet iedereen is van mening, dat het woord taboe noodzakelijk is.

Page 2: 110524 vwo almelo

Vraag 13

De discussie gaat vooral over ‘Persönlichkeitsrechte’. Persoonlijkheidsrechten … Advies is

om met antwoorden op dit deel van deze vraag ruimhartig om te gaan, danwel het CEVO te

adviseren, dit deel van de vraag eruit halen (conform de vraag in het Havo examen over de

formulering ‘in den April schicken’).

Vraag 19

Geen discussie

Vraag 32

Discussie over dat wat bij acceptabel geformuleerd is.

‘Hij wil duidelijk maken, dat kinderen te veel gegevens op het net zetten’ -> goed rekenen.

Antwoorden in de trent van ‘hij wil aantonen / laten zien, hoe gevaarlijk het internet is’ ->

achten sommigen in de lijn van het antwoord dat op het antwoordmodel geformuleerd is bij

‘acceptabel’. Niet iedereen is van mening, dat het woord ‘kinderen’ in het antwoord moet

staan.

Op tv laten zien -> fout

Vraag 36

Geen discussie

Vraag 38

verzameling raakt verstrooid/verdeeld (i.p.v. verspreid) over de hele wereld -> goed.

De verzameling is staatsbezit -> goed rekenen. Bij het derde antwoord: categorisering i.p.v.

catalogisering -> goed.

3e onderdeel: de dure investering (zonder het woord catalogisering): fout!

Vraag 41

Geen discussie.