22
Auteurs: Tibo Van Bever Leerkracht: mevr. Van Damme I. Silke Helon Onderzoeksverslag; Precolumbiaanse volkeren voor en na Columbus: de Inca’s

1451568989_inca.docx - media.scholieren.net file · Web viewIn dit onderzoeksverslag gaan wij op zoek naar de antwoorden op onze vragen over de precolumbiaanse volkeren. We willen

Embed Size (px)

Citation preview

Auteurs: Tibo Van Bever Leerkracht: mevr. Van Damme I. Silke Helon

Onderzoeksverslag;

Precolumbiaanse volkeren voor en na Columbus: de

Inca’s

School: VKO Schooljaar: 2014-2015

Voorwoord

In dit onderzoeksverslag gaan wij op zoek naar de antwoorden op onze vragen over de precolumbiaanse volkeren. We willen dus wat meer weten over hoe de politiek, socio-economie en de cultuur bij de Inca’s eruit zag. Aangezien er in de het leven van de Inca’s grote veranderingen geweest zijn, na de komst van de Europeanen, zoeken we antwoorden op onze vragen van voor en na de komst van de Europeanen. Om aan deze antwoorden te komen, hebben we verscheidene bronnen geraadpleegd: boeken uit de bib, het internet en ons werkboek geschiedenis. Aangezien vele bronnen andere antwoorden bevatten of onjuist zijn, is één bron niet voldoende. We hebben verscheidene bronnen bekeken om een zo juist en volledig mogelijk verslag te kunnen neerzetten. Een onderzoek is dus ook niet in één twee drie gemaakt. We hebben vele keren overlegd en samengezeten, om ons verslag in deze vorm te gieten. We zouden graag onze dank willen uitbrengen aan mevrouw I. Van Damme , Ines Willemarck, An Merckx, Personeel van de Opwijkse bibliotheek. Zonder deze mensen was dit onderzoek niet zo goed verlopen.

Inhoudsopgave

De Inca’s

Inleiding (p1)

Hoofdstuk 1; Het leven voor de precolumbiaanse ontdekking Politiek (p2-3) Socio-economie (p4-7) Cultuur (p8-10)

Hoofdstuk 2; Het leven na de precolumbiaanse ontdekking Politiek (p11) Socio-economie (p12) Cultuur (p12)

Besluit/Conclusie (p13)Bronnen (p14)

Inleiding

Dit onderzoek wordt uitgevoerd naar aanleiding van een opdracht voor de lessen geschiedenis. Voor dit vak moeten we de levenswijze voor en na de precolumbiaanse ontdekking van de Inca’s bestuderen. Onze hoofdvraag luidt; Hoe leefden de Inca’s voor en na de precolumbiaanse ontdekking? Deze vraag hebben we in enkele deelvragen opgesplitst om zo het onderzoek eenvoudiger en overzichtelijker te maken. De deelvragen luiden;

Hoe was het bestuur bij de Inca’s geregeld voor de komst van de Europeanen? Hoe zag de cultuur eruit, bij de Inca’s, voor de komst van de Europeanen? Hoe zag het leven van de Inca’s er op socio-economisch vlak uit voor de komst

van de Europeanen? Hoe was de samenleving per domein veranderd na de komst van de Europeanen?

Met deze vragen zoeken we dus antwoorden op hoe het leven van de Inca’s eruitzag in het huidige Peru, Chili en Bolivia. Om deze vragen te kunnen beantwoorden raadplegen we eerst vele bronnen. Na genoeg informatie verzameld te hebben, gaan we grondige antwoorden op de deelvragen zoeken. We gaan dus eerst kritisch te pas met onze bronnen.

Kerntekst

Hoofdstuk 1; Het leven voor de precolumbiaanse ontdekkingPolitiek

BestuurDe Inca's waren een indianenvolk dat rond de dertiende eeuw leefde in een gebied rondom hun Cuzco, het huidige Peru. Aan het hoofd van het bestuur voor de komst van de Europeanen stond de Sapa Inca. Vertaald naar het Nederlands betekent dit “de enige Inca”. De Sapa Inca was een alleenheerser, de leider van het rijk over alle mogelijke vlakken. Men zag hem ook als de vervanger van de zonnegod Inti op aarde. Hij had alles te zeggen en zij wil was wet. Je kunt hem vergelijken met wat wij een dictator noemen. De Apu’s stonden de Sapa Inca bij, bij belangrijke beslissingen. Zij waren de belangrijkste personen op de Sapa Inca na. Hun benoeming was gebaseerd op woord en daad, hun plaats in het bestuur was dan ook niet erfelijk. Onder de Apu’s stonden de gouverneurs. Ondanks het feit dat de Sapa Inca over heel het land heersde, werd het land in 4 delen gesplitst, gebaseerd op de windstreken. Tocricoc Apu’s of provinciale gouverneurs waren hier de bestuurders van. Ze hadden rechtelijke en bestuurlijke taken. De gouverneurs kwamen uit de hoogste adel. Vaak waren ze zelfs verwant met de Sapa Inca. De gouverneurs waren baas over de belastingen en konden deze verhogen. Ze waren ook baas over plaatselijke wetten voor de gezinnen. Binnen de verschillende provincies waren er verschillende curaca’s. Binnen deze groep heerste er een hiërarchie. In de curaca’s waren er inlandse heersers. De gouverneurs kun je vergelijken met de heersers over een gebied, de inlandse heersers met de huidige gouverneurs. Onder de curaca’s stonden de Camayocs. Dit zijn dan weer de huidige burgemeesters. Zij hebben amper iets te zeggen over het bestuur.In de steden leefden vele gezinnen. Aan het hoofd van het gezin stond het gezinshoofd. Tijdens tijden van oorlog konden de gezinshoofden opgeroepen worden om mee te gaan vechten. Ook waren het de gezinshoofden die de belastingen moesten betalen. Het hele bestuur is ongeveer hetzelfde gebleven in de vroege en de late Inca-periode en is pas beginnen veranderen na de komst van de Spanjaarden in 1532.

Wetten

11

In de samenleving golden er heel wat wetten. Aangezien de Inca’s geen schrift kenden, hadden ze een soort systeem ontwikkelt. Dit systeem heet de quipu’s. Het zijn een soort touwen waarin knopen gelegd werden om zo bepaalde gebeurtenissen of voorwaarden weer te geven. De quipu’s worden vaak vergeleken met huidige telramen.Als men informatie wou terugvinden over landverdeling of over verplichtingen voor boeren spreekt men over de Agrarische wetten. De wet op broederschap zegt dan weer dat elke boer zijn naaste of broeder moet helpen in de arbeid. Stedelijke wetten zijn wetten die verschillend zijn per regio. Zij zijn dan ook gemaakt door de Tocricoc Apu’s. In deze wetten staat wat wel en niet mocht in die regio of stam. De Mitachanacuy was een wet die de verdeling van de arbeid regelde. Die wet zorgde dat alle arbeid eerlijk verdeeld werd over elk gezin van de stammen.De gezinswetten eisten dat iedere bewoner bepaalde taken op het veld of in het huishouden op zich zou nemen. Deze wet moest de arbeid stimuleren. Daarnaast werd in deze wet ook het bezit van goederen en de standaardpeil van de persoonlijke hygiëne vastgelegd. De laatste twee zaken konden onverwachts gecontroleerd worden door inspecteurs.De armenwet voorzag dat zowel armen (invaliden en bejaarden werden hier ook in meegerekend) voedsel en kleding kregen. Deze spellen konden verkregen worden uit de opslagplaatsen van de Sapa Inca.Er was ook nog een wet die er op wees dat reizende ambtenaren overal gratis mochten verblijven. Deze wet was natuurlijk niet echt nuttig, maar zorgde vooral dat leiders en ambtenaren gratis rechten kregen zoals onderdak en eten.De staatshoofden pasten de wetten zeer nauw toe. Er stonden dan ook vele en zware straffen op het overtreden ervan. Iedereen was dus op de hoogte van alle wetten en wist wat wel en niet mocht. Men zag een misdaad als een aanslag op de Sapa Inca en dus ook op Inti, de zonnegod. De graad van de straf was afhankelijk van de misdaad of de overtreding.LegerIn het leger zaten zowel beroepssoldaten als gewone burgers. Het leger was ook onderverdeeld in vele standen. De verdelingen zijn namelijk:

De Apusquiprantin is de adjudant van de opperbevelhebber.

De Apusquipay is de opperbevelhebber.

De Hatun Apuratin is de plaatsvervangende bevelhebber over 5000 mannen.

De Hatun Apu is een generaal over 5000 mannen.

De Apuratin is een plaatsvervangende bevelhebber over 2500 mannen.

De Apu is een bevelhebber over 2500 mannen.

De Guaranga Camayoc is een commandant over 1000 mannen.

De Pachaca Camayoc is een commandant over 100 mannen.

2

De Picha Camayoc is een commandant over 50 mannen.

De Chungacamayo is een commandant over 10 mannen.

3

Socio-economisch

StandenOp sociaal vlak waren er twee grote bevolkingsgroepen. Enerzijds was er de adel of ook wel de bestuurselite genoemd, anderzijds het gewone volk. De verschillende functies binnen de elite en het gewone volk bevinden zich vooral op het politieke vlak. Je hebt in de standenmaatschappij dus 2 grote delen; de adel en het gewone volk. Helemaal vanboven staat de Sapa Inca.De adel die koninklijk bloed had en dus verwant was aan de Sapa Inca, werden verdeeld in Panacas.De Panacas bestonden vooral uit de troonopvolger en de andere zonen van de Sapa Inca. Als de Sapa Inca zou sterfen werden zij dan geleid door de broer van de nieuwe vorst. Om de koninklijke bloedlijn niet te veranderen mochten de Panacas enkel huwen en kinderen krijgen met mensen binnen de 4e graad van verwantschap. Vaak trouwden ze dan eens met een halfzus of een nicht.Apu’s behoorden tot de hoogste adel. De prefecten hadden meestal een nauwe bloedverwantschap met de Sapa Inca, aangezien de vorst ze zelf aanstelde.De adel werd rijk door twee belangrijke zaken. Enerzijds door de opbrengst van de goederen uit de opslagplaatsen en anderzijds door de stukken landbouwgrond die door het gewone volk voor hen bewerkt werd. Ook werden ze vrijgesteld voor de belastingen. Wanneer ze bijvoorbeeld een bezoek brachten aan de Sapa Inca werd dan wel weer verwacht dat ze mooie en dure geschenken voor hem meebrachten. Hierdoor kregen ze zelf nog meer luxegeschenken terug. Hun cadeaus van de Sapa Inca waren dan vooral gronden en het absolute luxeproduct: goud.Onder de adel waren er nog meerdere verdelingen. De Curacas waren zo nog licht van adel. Zij waren vaak mannen die de leiders waren van volkeren die veroverd waren. Hun kinderen werden naar Cuzco gebracht, de “hoofdstad” van de Inca’s. Daar leerden ze de Incacultuur. Na hun studies waren ze dan capabel om hun vader op te volgen. Onder de Curacas kwam dan het gewone volk. Dat werd verdeeld in Ayllus, een gemeenschap of stam. Deze stammen hadden hun eigen administratieve én religieuze eenheden. Deze Aylussen brachten meerdere verplichtingen met zich mee. De belangrijkste was dat men niet mocht trouwen met iemand uit een andere stam. Incesten waren echter wel verboden, huwelijken tussen broer en zus waren bijvoorbeeld strikt verboden.Het gewone volk had ook nog andere verplichtingen. Zo waren ze verplicht om belastingen te betalen en behoorlijk hard te werken. De mensen werkten meestal op akkers maar konden ook opgeroepen worden om voor de staat te werken. Zo kon de staat je in totaal 5 jaar voor zich laten werken.Het gewone volk was in drie delen gesplitst. De Camayocs, de Yanas en de Acllacuna. De Camayocs waren vooral ambachtslieden. Zij verkochten luxeproducten, waren wevers en sommigen waren zelfs een soort van boekhouder. Deze rang binnen het gewone volk werd onderhouden met goederen uit de opslagplaatsen van de Sapa Inca. De rang werd ook tewerkgesteld door de Curaca’s.

De Yanas werden ook de ‘eeuwige knechten’ genoemd. Deze rang waren vaak zonen van krijgsgevangenen en andere misdadigers. De status van gevangene of misdadiger was erfelijk. Als je vader er één was, was jij er automatisch ook één. De Yanas moesten werken op gronden van de Sapa Inca of moesten tempels bouwen. De Yanas met meer geluk konden ambachtslieden, beheerders of bewakers van de opslagplaatsen worden. Er heerste dus een grote ongelijkheid en omkoopmarkt binnen de Yanas. De laatste rang binnen het gewone volk waren de Acllacuna. Dit waren meisjes en vrouwen die omwille van hun schoonheid gekozen zijn. De meisjes werden al op hun tiende levensjaar uitgekozen door functionarissen. Vele van deze meisjes werden meteen geofferd. Andere van hun werden voor een vier jaar durende opleiding naar Cuzco gestuurd om de huiselijke taken te leren. Daarna werden die meisjes aan de adel of aan belangrijke militairen toebedeeld. Ze konden ook bijvrouw worden van de Sapa Inca. Dit was een grote eer aangezien er niet veel deze taak toebedeeld kregen en werden ook de Zonnemaagden genoemd.

TakenDe gewoontes waren dan ook zeer verschillend naargelang de standen van de Inca’s. Het leven van de mensen op de akkers was zeer zwaar met gemiddelde werkdagen van 8-9 uur tot 2 uur voor zonsondergang. En aangezien de mannen tussen hun 25 en 50 jaar 5 jaar door de staat konden opgeroepen worden moesten ze ook steeds iemand hebben die hun akker zou kunnen verzorgen als zij opgeroepen werden. Ook vrouwen hadden belangrijke taken. Zij moesten het huis altijd net houden en waren verplicht de kinderen op te voeden en taken aan te leren. Het huishouden moesten ze helemaal alleen doen en hun taken werden gecontroleerd door inspecteurs. Zelfs een zwangere vrouw mocht haar taken niet verwaarlozen. Enkel de vrouwen van Sapa Inca en de hoge adel hadden het makkelijker. De vrouw van de Sapa Inca had dienstmeiden, waardoor zij zelf amper moest werken. En aangezien bij de hoge adel de mannen meerdere vrouwen hadden, werd het werk zo verdeeld dat iedereen niet te veel taken hadden.

VoedingDe gewone mens at bijzonder sober. Maïs, tomaat, gedroogde aardappel, radijs, bonen en soep waren basisproducten. Vlees at de gewone mens niet elke dag omdat het te duur was. Als ze dan al eens vlees aten was het vooral lama en cavia. Hun maaltijd nuttigden ze op de grond. Tafels en stoelen waren er niet. Man en vrouw zaten met hun rug tegen elkaar zodat ze toch iets van steun hadden.De adel en koninklijke familie at wat uitgebreider. Zij aten elke dag en verscheidene soorten vlees. Ook aten zij vis en tropische vruchten. Door kruiden toe te voegen was hun eten al helemaal anders als dat van de gewone mens. Voedsel werd klaargemaakt in aarden potten in open lucht. Het voedsel zelf werd bij de adel in gouden of zilveren schotels opgediend.Het voedsel werd zowel bij de adel als bij het gewone volk om 8 à 9 uur ’s morgens en om 2 uur voor de zonsondergang genuttigd.Qua dranken, was er tussen de gewone bevolking en de adel niet veel verschil. De meest gedronken dranken waren Chicha en maïsbier.

OntspanningOndanks het harde werk, werd er wel tijd vrijgemaakt voor ontspanning. Bij de adel waren er vooral proeven om sterkte en uithouding te testen. Ook waren er vele

4

jachtpartijen bij zowel adel als het gewone volk. Toch was de voornaamste ontspanning voor het gewone volk dansen en zingen. De kinderen uit gewone gezinnen hadden wel vaak een houten tol waarmee ze vele jaren speelden. Er zouden ook al enkele gezelschapsspellen geweest zijn.

EstheticaUiterlijk was voor de Inca’s zeer belangrijk. Alle overbodige lichaamsbeharing werd verwijderd, persoonlijke hygiëne was zeer belangrijk. Kleding werd vooral uit wol van plaatselijk vee vervaardigd. Er waren wel grote verschillen tussen de kledij van de armere en de rijkere bevolking. Bij de mannen bestond de basiskledij uit een lendendoek en een riem. Bij de adel werd de lendendoek al snel bezet met gouddraad en andere juwelen. Als schoeisel droegen ze sandalen. De vrouwen hadden een enkellange tuniek; de ‘anacu’. Hierover droegen ze een mantel, de ‘topo’. De mantel was bij de rijkere dames vastgespeld met een speld uit zilver of goud en was versierd met gouddraad en andere juwelen. Bij de armere vrouwen werd de topo vastgehouden met een speld vervaardigd uit botten. De Inca’s droegen soms ook rokken met veren. Deze veren waren afkomstig van vogels in het Amazonewoud.Aan de hand van extra juwelen, zoals haarspelden, kon je zien in welke rang een persoon zich bevond.

EconomieQua werk waren de Inca’s hun tijd vooruit. Op de velden van hun heren werkten ze vele uren. Ze teelden vele verschillende soorten groentes, fruit en ander voedsel. De gronden waarvan een boer of heer eigenaar was werd later doorgegeven op de zonen. Aangezien de Inca’s niet met geld werkten, deden ze aan goederenruil. Voor er geruild werd, kwamen de inspecteurs wel kijken of er genoeg goederen waren voor het dorp zelf. De Inca’s zijn de bedenkers van 2 landbouwtechnieken. De eerste is de terrascultuur. De landbouwgronden werden in terrassen verdeeld omwille van de regen en de bergachtige reliëfs. Deze techniek word nog steeds toegepast. De 2e landbouwtechniek was aanleggen van greppels om zo bevloeiing te doen.Er werd ook veel aan veeteelt gedaan. De dieren die hiervoor gebruikt werden waren vooral lama’s. de boer had slechts enkele dieren, kuddes waren er namelijk niet. De veeteelt was een grote bron van handel aangezien lama’s zeer gewild waren omwille van hun wol en aangezien het prima trekdieren waren. De dieren werden ook vaak gebruikt bij rituelen. De mannetjes althans. Vrouwtjes mochten echter niet geofferd worden. Er heerste ook een ziekte onder de lama’s, churft of caracha. Als een dier de ziekte had moest het onmiddellijk geslacht worden.Aan jacht en visvangst werd er ook zeer veel gedaan. Vooral rond het Titicacameer. Het was dus ook een bron van wol en voedsel. Ook hier mochten geen vrouwtjesdieren geslacht worden.Elke man van 25 tot 50 jaar moest in totaal vijf jaar werk geleverd hebben voor de staat. Dit noemde men de mit’a plicht of de mit’a dienst. Men kon in het leger, op de arbeidsdienst, in de mijnen of bij de bouwprojecten gaan werken. Elke man moest de Sapa Inca persoonlijk gediend hebben. Dit soort werk behoorde tot belastingwerk.

5

Andere jobs waren bijvoorbeeld bedienden. Voor het werk werden velen opgeleid. Er waren ook vele soorten bedienden. Die voor bij de rijken thuis maar ook om bij ambachtslieden te werken. Uiteindelijk komen we bij een belangrijke arbeid, de ambachten. Er waren vele handwerkers die o.a. metalen als goud of zilver bewerkten. De ambachten waren ook erfelijk. Als een vader stierf, kon de zoon zonder enig probleem de ambacht verderzetten.Er was dus ook veel werk in de mijnen. Hierin verzamelde men metalen en andere zaken. De metalen werden dan vervaardigd door de ambachtslieden. Er ware ook veel aardewerkers. Ze maakten vele potten en kannen. De Inca’s waren echte kunstenaars, ze waren zeer bekend om hun aardewerken potten en hun vervaardigde metalen. Er waren ook vele jobs in de textiel en weef-sector en in de bouwsector. Ook de personen die goud zochten in rivieren hadden veel te doen. Er werden ook vele wegen en bruggen gebouwd om handel te kunnen voeren. De transportmogelijkheden werden zo ook altijd eenvoudiger. Zo werd reizen via het water en op lama’s door de jaren heen steeds makkelijker en fijner. Ook via de boodschappers werd de handel beter. De boodschappen over handel en handelsroutes konden snel doorgegeven worden via hun.

6

Cultuur

Kunst De Inca’s waren vooral bekend om hun bouw-, beeldhouw- ,edelsmeed- , juweel-, weef- en vederkunst. Om de gigantische bouwwerken te kunnen verwezenlijken hadden ze veel arbeiders nodig. Ze hadden hiervoor een speciaal systeem ontwikkeld, het Mita-systeem. Die arbeid kon verschillende vormen aannemen. De Sapa Inca had met deze gigantische bouwwerken vooral een politieke bedoeling. Het eigenlijke doel van de Sapa Inca was om zijn macht te tonen.Hij stimuleerde ambachtslui en Mita-plichtigen om hun techniek zo veel mogelijk te verfijnen. De Inca’s bouwden meestal verder op de kunst van de onderworpen gebieden. De gebouwen zelf werden meestal geconstrueerd aan de hand van rechthoekig gehouwen blokken steen die in lagen op een rij werden gelegd. Soms maakten ze ook gebruik van massieve, uitgehakte stenen die perfect in elkaar passen. Ze maakten ook geen gebruik van cement of dergelijke , maar de bouwwerken waren zo sterk dat ze zelfs aardbevingen konden doorstaan.Ook een andere bouwtechniek werd vaak gebruikt. De ietwat primitievere bouwtechniek is die met leem en stro. Deze techniek kwam vooral voor aan de kust.Eén van de bekendste restanten uit de Incacultuur is Machu Picchu. Deze oude stad is één van de best behouden bouwwerken van de Inca’s. Het bouwwerk met vele tempels is zeer goed bewaard gebleven. Dit komt onder andere doordat het bouwwerk op een hoogte lag. Vele andere gebouwen zijn vernield door oorlogen en later door de Spanjaarden.Dan nu de andere kunstsoorten. De Inca’s waren zeer artistiek aangelegd. Zo waren ze enorm bezig met beeldhouwkunst, edelsmeedkunst, juweelkunst en weefkunst. De beeldhouwkunst bij de Inca’s bestond vooral uit aardewerk, potten en beeldjes. De beeldjes werden voornamelijk vervaardigd uit goud en zilver. Het aardewerk bestond uit verschillende vormen en kleuren. De edelsmeedkunst bestond vooral uit het vervaardigden van beeldjes uit gesmolten goud. Meestal maakten ze beeldjes van goden, vooral van de zonnegod Inti. Juwelen werden voornamelijk gedragen voor grote feesten bij de adel. Ze moesten er dus zeer chic en speciaal uitzien. Daarom werden ze meestal vervaardigd uit goud of zilver. Ook het vervaardigen van kledij en stoffen was heel belangrijk. De weefkunst werd meestal volbracht door vrouwen, die met de wol van o.a. lama’s lange draden vervaardigden. Die draden werden dan aan de hand van bessen, vetstoffen en insecten gekleurd en daarna werden er dan vooral kledij van gemaakt.

7

TaalDe Inca’s spraken een taal die in de huidige samenlevingen amper te horen is. De taal Quechua behoort tot de Andes-Equatoriale talen. De taal wordt nog in enkele regio’s in Peru gesproken.

SchriftEen echt schrift hadden de Inca’s nog niet. Wat ze wel al hadden was de quipu’s. Dit waren een soort van rekje met touwen aan. In deze touwen werden knopen gelegd. Zo konden boodschappen toch doorgegeven worden.

Literatuur

Ook al hadden de Inca’s geen schrift, toch waren ze al vaak bezig met literatuur. Mondelinge verzen waren het hoogtepunt van hun literatuur. De poëzie die de volksdichters vertelden waren lyrisch, episch en vooral dramatisch. Ze probeerden via de verzen de gevoelens van het volk weer te geven. Ook gingen er veel verhalen rond, ook waren er vele plaatselijke volkslieden en Er zijn maar een paar voorbeelden bewaard gebleven. Heel wat verhalen werden jammer genoeg ook veranderd door de Spaanse vertalersMuziek De Inca’s maakten vooral gebruik van blaas- en slaginstrumenten om muziek te maken, zoals fluiten en trommels..Blaasinstrumenten werden gemaakt uit verschillende stukken riet of hout. Deze stukken hadden elk een andere lengte en werden aan elkaar vastgemaakt. Een ander instrument dat ook vaak gebruikt werd, was de ‘pototo’. Dit was een soort van trompet die gemaakt werd van grote zeeschelpen, die gevonden werden op het strand. Dit instrument diende niet alleen om muziek te maken. Het werd ook gebruikt in oorlogstijd om signalen te geven aangezien het geschetter zeer luid kon weerklinken. De trompetten konden van hout, zilver of goud gemaakt zijn waardoor ze allemaal een andere klank produceerden en zo een vrolijke symfonie konden vormen.Grote trommels gebruikten de Inca’s ook vooral ten tijde van oorlog. Meestal werden de trommels gemaakt met huiden die ze verkregen van overwonnen vijanden. Kleinere trommen werden gebruikt om muziek te maken. Er werd hard geoefend om muziek te maken die geschikt was om op gelegenheden waar de Sapa Inka aanwezig was te spelen. Hun muziek klonk niet eenstemmig. Iedereen speelde op zijn instrument hoe hij dat wilde.

Dans

Er bestonden verschillende soorten dansen. Dansen die speciaal voor de elite waren, maar ook dansen die vooral door de arbeiders uitgevoerd werden. Heel wat dansers die tot de hogere klassen behoorden, droegen kleren die heel mooi bewerkt en afgewerkt waren. Voor vele feestelijke gelegenheden waren er speciale dansen. Een bekende dans

8

is bijvoorbeeld Huay-yaya, dit was een dans die enkel door en voor de koninklijke familie zou opgevoerd worden.

ReligieDe religie van de Inca’s draaide vooral om de verering van de zon, afgebeeld als een grote gouden schijf genaamd Punchao. De Inca’s geloofden dat hun leider een afstammeling was van de zonnegod en zijn vrouw van de maan. De Inca’s bouwden speciale tempels om de goden te eren en om er bij speciale gelegenheden offers te brengen. Net als de Maya’s en de Azteken offerden de Inca’s mensen. Waar dit bij de Maya’s en Azteken vaak krijgsgevangen betrof die op gruwelijke wijze werden verminkt, was het bij de Inca’s een grote ‘eer’ om te worden geofferd. De kinderen waren immers uitverkoren om boodschappen van de Inca’s over te brengen aan de goden. Kinderen werden vanuit alle hoeken van het rijk speciaal geselecteerd, want alleen perfecte mensen waren goed genoeg voor deze taak. Het offeren van kinderen gebeurde vooral bij bijzondere gelegenheden, zoals de geboorte of het overlijden van een heerser, een grote overwinning, speciale feestdagen, na natuurrampen als aardbevingen of overstromingen. Uitverkoren kinderen werden naar de hoofdstad Cusco gebracht waar zij dan geofferd werden tijdens de grote feesten. De Inca's kennen vier perioden waarin de wereld werd geschapen door de goden. Elke periode duurde duizend jaar en wordt bepaald door een zon. Er waren vier perioden en vier zonnen. De eerste periode is de Wari-Viracocha-Runa. Deze periode werd afgesloten met de vernietiging van de mensheid door middel van oorlogen en de pest. De tweede periode is die van Wari-Runa. Ook wel de periode van de heilige mensen genoemd. Deze periode eindigt doordat de zon moe was en weigerde licht te geven aan de mensen. De mensen offeren veel om de zon gunstig te stemmen en om hen licht te geven, maar werden door het hemelse vuur verbrand. De derde periode heet Purun-Runa. Het is de periode van de krijgers. Deze periode kwam aan het eind omdat de goden alle mannen op een vrouw deden lijken. Zo zorgden ze ervoor dat er geen kinderen meer kwamen en de mensheid uitstierf.In de vierde periode maakten de goden de mens opnieuw. De Inca's van nu stammen af van de Inca's die toen door de goden levend gemaakt zijn.

Wetenschap

De Inca’s waren op het gebied van geneeskunde, wiskunde en tijdsberekeningen zeer vooruitstrevend. Ze rekende of telden aan de hand van de quipu. De quipu bestaat uit verscheidene touwen, die uit verschillende kleuren bestonden en samen hingen aan een hoofdtouw. Met behulp van knopen gaven ze hoeveelheden weer. De onderste knopen waren de eenheden en de bovenste de tientallen. De kleuen gaven de eenheden weer , maar konden ook personen of voorwerpen weergeven. De richting en de dikte van de knoop speelden ook een rol. Al de quipu’s werden bijgehouden in archieven door de Sapa Inca.

9

De Inca’s hielden kalenders bij aan de hand van de stand van de zon, maan en sterren. Hierdoor werd bepaald wanneer het tijd was om te oogsten of dergelijke. Hun kalender, ook wel de zonnekalender genoemd, bestond uit 12 maanden. Een week duurde 10 dagen en een maand duurde van nieuwe maan tot nieuwe maan. Ze hadden ook een speciale ceremoniekalender , waar bij elke maand naar een verschillend eredienst genoemd werd.Om de tijd te berekenen richten ze zich ook voornamelijk op de stand van de zon. Een vlakke plek met in het midden een rechtopstaande steen diende als zonnewijzer. Aan de hand van de lengte van de schaduw kon men bepalen hoe laat het was. Zo was er bv in de middag geen schaduw omdat de zon loodrecht op de steen scheen.Om ziektes te bestrijden, hadden de Inca’s vele geneesheren die een rijke kennis van planten en kruiden bezaten. De ziektes werden meestal behandeld door spreuken, gezang en trances. Dit deden ze omdat ze dachten dat alle ziektes een bovennatuurlijke oorzaak hadden. Naast spreuken, gezang en trances gebruikten ze ook veel kruiden , mineralen, amputaties en zelfs hersenoperaties uitgevoerd om mensen te genezen. Om hersenoperaties uit te voeren boorden ze een gat in de schedel van de patiënt om de druk te verlichten en mogelijke kwade geesten te verjagen. Tijdens deze operaties stierven de meeste patiënten. De meest voorkomende ziektes waren longontstekingen, bronchitis en een vorm van lepra.

Hoofdstuk 2; Het leven na de precolumbiaanse ontdekking

De jaren voor de komst van de Europeanen

In een vijftigtal jaar voor de komst van de Spanjaarden veranderde er heel wat. Enkele oorlogen tussen stammen zorgden samen met vele pokkenepidemieën dat de bevolking fel uitgedund werd. Toch bleef het rijk groeien door het innemen van vele stammen. Onder het gezag van Topa Inca (nakomeling van Sapa Inca) drongen de Inca’s Bolivia en Chili binnen. Ze vergrootten hun rijk tot aan de rivier de Maule, wat dan ook de zuidgrens van het rijk werd.

Francisco PizarroSedert het jaar 1524 waren er al enkele Spaanse nederzettingen in Panama. De Spaanse wereldreizigers hadden gehoord over een groot en machtig volk, genaamd de Inca’s. Na de toestemming van de Spaanse koning gekregen te hebben om op expeditie reis te gaan, vertrok Francisco Pizarro, een Spaanse edelman, naar de Inca’s. Contact zoeken duurde niet lang aangezien het rijk van de Inca’s zeer uitgestrekt was. Na enkele gesprekken, regelde de edelman een ontmoeting met de toenmalige heerser van de

100

Inca’s; Atahualpa. De heerser had sterk getwijfeld om de ontmoeting plaats te laten vinden door de voorspellingen van zijn vader dat de Spanjaarden het rijk zouden inpalmen. Toch liet hij de afspraak doorgaan. Tijdens het gesprek duwde Pizarro de heerser een bijbel in de hand en verzocht hem zich tot het christendom te bekeren. In shock van deze woorden wierp Atahualpa de bijbel weg en zei dat hij zijn goden niet zou verloochenen. Toen viel Pizarro met zijn leger het rijk aan. Bijna 2000 Inca’s lieten het leven en de leider werd gevangen genomen. Pizarro eiste een grote som losgeld. Na ongeveer 6000kg goud en 12000kg zilver ingezameld te hebben, hadden de Inca’s nog niet genoeg. Pizarro nam het losgeld aan, maar vermoordde de leider toch.De Spanjaarden stelden enkele meewerkende Inca’s in als nieuwe leiders. Zo kwam het bij het volk over of de Inca’s toch nog baas over zichzelf. Het volk zelf werd meer en meer tot slaven gemaakt. Ze moesten werken op de akkers en in de mijnen. Het werk bleef dus wel hetzelfde, het werd nog intensiever en ze konden de goederen niet meer gebruiken voor ruilhandel. Ondertussen vernielden de Spanjaarden het rijk. Zonnetempels werden omgebouwd tot christelijke kerken. Heidense werken werden vernield en vervangen door beelden en schilderijen over het christendom. Uiteindelijk lieten vele Inca’s zich, verslagen en vernederd, toch dopen. Langzaam maar zeker ging de Incacultuur verloren. Toch bleven enkele gebruiken en goden behouden in de hedendaagse Peruaanse cultuur.PolitiekHet rijk van de Inca’s was dus ingestort. De schijnheersers deden alles wat de Spanjaarden hun opdroegen. De Spanjaarden hadden dus alles in handen. Gouverneurs en andere heersers hadden niets meer te zeggen. Enkel als ze meewerkten met de Spanjaarden konden ze toch nog iets wat aanzien krijgen. Om de schijn nog wat te verbeteren riepen de Spanjaarden de nieuwe heersers uit tot Sapa Inca. Een terugblik naar het verleden dus.

Socio-economischOp sociaal vlak ging het leven sterk omlaag. Mensen moesten te hard werken en hadden amper vrije tijd. Ook vrouwen moesten vele taken doen en de kinderen werden eveneens niet gespaard. Vele ziekten troffen de inwoners. Aan handel tussen de mensen onderling werd veel minder gedaan. Ambachten bleven bestaan, maar in een veel kleinere versie. Ruilhandel tussen de mensen onderling werd moeilijker. De oogst van de akkers ging namelijk rechtstreeks naar de Spanjaarden. De tot slaaf gemaakte Inca’s kregen enkel het hoogstnoodzakelijke.

CultuurVele bouwwerken werden vernietigd door de Spanjaarden, waardoor er slechts enkele ruïnes overbleven. Ook de andere kunsten moesten plaatsmaken, voor Spaanse kunst. De Inca’s werden ook gedwongen tot het christelijk geloof. Hiervoor werd gebruik gemaakt van geweld en dergelijke. De

110

Europese technieken werden hen ook aangeleerd, waardoor vroegere gebruiken en kennis verloren gingen.

De oude taal, Quechua, werd steeds meer vervangen door de Europese talen. Het Quechua bleef verdergezet worden bij de lokale bevolking, maar door de aanwezigheid van de Spanjaarden werd er vooral in de hoge rangen veel Spaans gesproken.

Besluit/conclusie

Na dit onderzoek kun je meerdere conclusies trekken. De inval van de Spanjaarden zelf was dan wel weer zeer laf. De Inca’s die de vreemdelingen goed ontvingen, werden afgeslacht en als slaven gebruikt. Ondanks de inval bleven vele gebruiken hetzelfde. Vooral op sociaal vlak bleef veel hetzelfde. De taal veranderde stilaan, en onder dwang veranderde het geloof. Toch bleven de eetgewoonten, kledij en andere zaken hetzelfde. Op politiek en economisch vlak gebeurde de meeste veranderingen. Het bestuur werd overgenomen door de Spanjaarden die toch nog een soort van schijnkoning op de troon zetten. Deze hadden echter niets voor het zeggen. De Spaanse koning reageerde vanuit Spanje over de Inca’s, door gebruik van boodschappers. De gouverneurs en de andere leiders hadden niets meer te zeggen, er kwam een soort tirannie aan bod. Ook economisch kregen de Spanjaarden alles voor het zeggen. Doordat de mensen harder moesten werken, werd er meer geoogst en meer handel gedreven. De mensen zelf kregen echter enkel het hoogstnoodzakelijke. Ruilhandel werd dus ook minder gedaan. Enkele leuke weetjes die we gevonden hebben zijn zaken uit onze kindertijd. Als kind kende iedereen van ongeveer onze leeftijd de film “The Road to El Dorado”. 2 Spanjaarden gaan naar Peru op zoek naar de stad van het goud. Ze komen terecht bij de

120

Inca’s en leren hier het volk kennen. Ze beleven vele avonturen en leren de echte Inca’s kennen. Een tweede zaak die we wel leuk vonden was een strip van “Suske en Wiske”, “De Tamme Tumi”. In deze strip leer je onder andere de zonnegod Inti kennen. Ook weer een echte aanrader.

Gebruikte bronnen

Hieronder vindt u de bronnen die wij gebruikt hebben. We hebben boeken en websites bekeken. Allereerst de boeken. Wij hebben de boeken “De Inca’s, kijk op het verleden” geschreven door Tim Wood. Het andere geraadpleegde boek is “De Inca’s, sporen uit het verleden” geschreven door John Malam. We hebben ook vele sites bekeken, op vele sites vind je namelijk andere zaken. De gebruikte sites zijn:

Wikipedia (http://nl.wikipedia.org/wiki/Inca%27s) De Inca’s Worldpress (https://incacultuur.wordpress.com/) isgeschiedenis (http://www.isgeschiedenis.nl/nieuws/historisch/mensenoffers-van-

de-incas/) prezi, de Inca politiek (https://prezi.com/almj343qijuu/de-incas-politiek/ )

130