124
Referentienummer BP&C/2018/2514 Status Definitief Versienummer 1.1 Rubricering Openbaar Versiedatum 22 mei 2018 Jaarverslag 2017 Verantwoording aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat

180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

Referentienummer  BP&C/2018/2514  Status  Definitief 

Versienummer  1.1  Rubricering  Openbaar 

Versiedatum  22 mei 2018     

 

Jaarverslag 2017 Verantwoording aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat  

 

Page 2: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

 

Inhoudsopgave 

 

Voorwoord LVNL‐bestuur  3 

 

Veiligheid     5 

Efficiëntie     13 

Maatschappij en milieu  19 

Onze topprioriteiten  23 

Overige ontwikkelingen  26 

Personeel    28 

Financiën    30 

 

Bestuursstructuur  36 

In control statement  43 

Bericht van de raad van toezicht  46 

 

Jaarrekening 2017  52 

 

Overige gegevens  115 

 

Afkortingen    119 

 

 

  

© 2018 Luchtverkeersleiding Nederland 

Niets uit deze  publicatie mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van 

druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van 

Luchtverkeersleiding Nederland. 

Page 3: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  3  

Voorwoord LVNL‐bestuur 

Onze purpose ‘SAMEN LUCHTVAART MOGELIJK MAKEN’ vormde de rode draad in 2017. Met elkaar 

stelden we vast dat veiligheid onze hoogste prioriteit is en onze vakkundigheid ons grootste goed. Dat 

we een partner willen zijn waar men op kan rekenen; die meedenkt en verbindt en doet wat nodig is 

om luchtvaartambities mogelijk te maken. 

 

Dit heeft ons onder andere geholpen om in 2017 meer focus aan te brengen in onze bedrijfsvoering. 

Nadat we in het voorgaande jaar constateerden dat de LVNL‐projectportfolio te omvangrijk was en 

focus ontbeerde, zijn we SAMEN met onze managementteamleden in een zorgvuldig proces gekomen 

tot een ambitieus pakket waarvoor we alles op alles zullen zetten om het te halen. Door heldere keuzes 

te maken worden de LVNL’ers gerichter ingezet, waardoor projecten met een topprioriteit met goed 

resultaat, binnen de planning kunnen worden afgerond. In dit jaarverslag rapporteren we 

vanzelfsprekend over de voortgang op deze thema’s.  

 

 

Topprioriteiten 2017 

 

• Co‐locatie met militaire luchtverkeersleiding – afgerond op 7 december 2017 

• Luchtverkeersleiding op Lelystad Airport – voorbereiden voor opening 

• Annex‐gebouw – realisatie in 2019 

• Nieuw luchtverkeersleidingssysteem iCAS – operationeel in 2021/2022 

• Voldoende luchtverkeersleiders om naast operationele inzet ook voldoende expertise zeker te 

stellen voor onze projecten 

 

 

We zijn er trots op dat we conform planning één van deze topprioriteiten in het verslagjaar tot een goed 

RESULTAAT hebben gebracht. Na een gedegen voorbereiding in een samenwerkingsverband met het 

Commando Luchtstrijdkrachten Defensie ‐ CLSK ‐ werken de militaire en burgerluchtverkeersleiders 

sinds 7 december 2017 schouder‐aan‐schouder op de operationele zaal op Schiphol. 

 

Er is geen reden om achterover te leunen. De overige topprioriteiten moeten de komende jaren worden 

opgeleverd en we hebben eind 2017 een nieuwe topprioriteit toegevoegd: de modernisering van de 

verkeerstoren op de luchthaven Schiphol. Naast de doorlopende programma’s uit de lijst van 2017 een 

grote klus waar we vol voor gaan. En om zeker te weten dat de benodigde wijzigingen ook aan de 

behoeften van de betrokken medewerkers voldoen, hebben we in het begin van 2018 in OPEN 

bijeenkomsten met de betrokkenen gesproken over de gewenste aanpassingen aan hun werkomgeving. 

 

Naast onze VERANTWOORDELIJKHEID voor de veilige en efficiënte afhandeling van het luchtverkeer 

heeft ook het milieu onze volle aandacht. In de dagelijkse operatie dragen wij zorg voor het afhandelen 

van luchtverkeer binnen de op nationaal niveau afgesproken milieuregels. En in aanvulling daarop 

hebben wij ons in 2017 onder andere aangesloten bij het Corporate Biofuel Programme van KLM. 

 

Om onze strategische doelen ook in de toekomst waar te kunnen blijven maken is het nodig de 

organisatie op een aantal plaatsen aan te passen. Het gaat hierbij met name om de inrichting van de 

toplaag. Een belangrijke factor is de wens om de safety governance van LVNL verder te verbeteren. 

Waar in het verslagjaar de taken en verantwoordelijkheden weliswaar helder, maar verspreid over 

sleutelposities in de organisatie waren belegd, wordt de topstructuur in 2018 zodanig aangepast dat de 

Page 4: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

4  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

beheersing van veiligheidsgerelateerde verbeteringen beter gestroomlijnd wordt. Daarmee is het 

mogelijk de energie van de organisatie nog efficiënter aan te wenden en effectiever te richten dan nu 

het geval is. 

 

Wij realiseren ons dat ook de komende jaren veel van de medewerkers gevraagd zal worden. Uit het 

medewerkertevredenheidsonderzoek dat in 2017 werd gedaan blijkt een grote motivatie en 

betrokkenheid van de LVNL’ers. Wij zijn trots op wat de collega’s in alle geledingen van onze organisatie 

het afgelopen jaar aan werk hebben verzet. Niet alleen de veilige afhandeling van een record aantal 

vluchten ‐ wat op zichtzelf al een groot compliment waard is ‐ maar ook de voortgang die op de 

topprioriteiten is geboekt. Het van start gaan van de civiel‐militaire co‐locatie in de nacht van 6 op 7 

december vormde daarbinnen een hoogtepunt. Wij hebben er dan ook alle vertrouwen in dat de grote 

uitdagingen waar LVNL de komende jaren voor staat deskundig, met toewijding en enthousiasme 

worden opgepakt. 

 

 

Marlou Banning, CFO en Michiel van Dorst, CEO   

Page 5: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  5  

Veiligheid  

 

Aan het bereiken van een acceptabel niveau van veiligheid geven wij de hoogste prioriteit. We zijn 

open over onze veiligheidsprestaties. Niet alleen in ons jaarverslag. Aanmerkelijke voorvallen en de 

resultaten van onderzoek daarna publiceren wij op onze website lvnl.nl. 

 

 

LVNL heeft in het verslagjaar ten opzichte van 2016 meer vluchten (2,8 procent in het Area Control 

Centre en 3,7 procent op Schiphol) afgehandeld, met een onverminderd hoog veiligheidsniveau. 

Veiligheid van luchtverkeer staat voorop en wij blijven altijd streven naar veiligheidsverbetering.  

 

Onze kerntaak is het voorkomen van botsingen in de lucht en op de grond, tussen vliegtuigen of met 

andere voertuigen en het voorkomen van ongevallen als gevolg van zogturbulentie. Hoe succesvol dat 

is, is niet eenvoudig af te leiden uit het aantal ongevallen, omdat deze zich gelukkig vrijwel nooit 

voordoen. Om een goede indicatie te krijgen van de mate van veiligheid die we bereiken worden 

daarom meer dan alleen ongevallen en voorvallen beschouwd. Zo wordt bijvoorbeeld ook de kwaliteit 

van opleiding en training getoetst, doen we onderzoek naar voorvallen en voeren we 

risicobeoordelingen uit. Alle procedures om de veiligheid van luchtverkeersleiding zo goed mogelijk te 

beheersen zijn vastgelegd in het safety managementsysteem (SMS) van LVNL. Ook de status van de 

verbeterprogramma’s is een belangrijke indicator. 

Totaal aantal gemelde voorvallen per jaar 

 

Aantal gemelde voorvallen per jaar.  

Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een 

Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht is gesteld meer typen voorvallen te 

melden. In 2016 is sterk de nadruk gelegd op de veiligheid van het grondproces (pushback en taxiën) 

hetgeen toen resulteerde in een sprongsgewijze toename van het aantal meldingen. In 2017 is het 

Page 6: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

6  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

aantal gemelde voorvallen dankzij de in gang gezette verbeterprogramma’s voor de grondoperaties 

weer iets afgenomen ten opzichte van 2016. Bij Schiphol TWR/APP nam onder meer het aantal gemelde 

voorvallen in de grondoperatie, het aantal go‐arounds en het aantal airspace infringements af. Bij ACC 

betrof het onder andere een daling van het aantal airspace infringements en afwijkingen van de route. 

Daarnaast nam het aantal zogenoemde ‘levelbusts’ af. Een levelbust is door EUROCONTROL 

gedefinieerd als: ‘any unauthorised vertical deviation of more than 300 feet from an air traffic control 

flight clearance’. 

Voorvallen per 10.000 bewegingen 

Een andere, meer gerichte indicator is het verloop van het aantal ‘serious’ en ‘major’ voorvallen, de 

twee hoogste categorieën in voorvallen. De getallen zijn in absolute zin slechts een fractie (circa 10 

procent) van het totaal aantal gemelde voorvallen. 

 

Trend aantal serious en major voorvallen Mainport Schiphol per 10.000 vluchten.  

De trendlijn buiten het grondproces is in 2017 licht stijgend. Dit wordt onder andere veroorzaakt door 

een toename in luchtruimschendingen ‐ mede veroorzaakt door de snelle toename van het gebruik van 

drones ‐ en door een toename in het aantal separatieonderschrijdingen bij Schiphol Approach. Van deze 

laatste soort waren er ook meer voorvallen waarbij LVNL (mede‐) oorzakelijk was aan het ontstaan van 

het incident. In de figuur is de sprong omhoog van voorvallen die optraden in het grondproces 

(pushback en taxiën) in 2016 goed te zien, net als de afname daarvan in 2017. De trend van het aantal 

‘serious’ en ‘major’ voorvallen in het flight proces is niettemin langzaam stijgend (uitgedrukt in 

voorvallen per 10.000 bewegingen). LVNL besteedt met gerichte verbeterprogramma’s aandacht 

hieraan om deze trend te keren. 

Europese eisen 

Volgens Europese regelgeving is LVNL verplicht te rapporteren over vijf indicatoren, die hierna 

achtereenvolgens worden behandeld. Voor drie van de vijf indicatoren is door de Europese Commissie 

overigens geen kwalitatieve target vastgesteld: 

   

Page 7: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  7  

1. Effectiveness of Safety Management System (EoSMS) 

 

Voor deze indicator is in de Europese regelgeving een target voor het jaar 2019 gesteld: alle scores level 

D (Managing & Measuring) en voor Safety Culture level C (Implementing). De definitie van de 

targetlevels zijn hieronder weergegeven. 

 

De target levels zijn als volgt gedefinieerd: 

 

• Initiating (A): The organisation does not see the need to have a safety culture measuring 

mechanism in place; 

• Planning/Initial Implementation (B): the organisation is aware of the need to have periodic 

measurements of safety culture in place, as well as an improvement plan. However, what will be 

measured, and when, is still being defined;  

• Implementing (C): safety culture is measured and results are available. An improvement plan 

addresses the need for individuals to be aware of, and support, the organisation’s shared beliefs, 

assumptions and values regarding safety; 

• Managing & Measuring (D): all of Implementing plus: the organisation assesses its safety culture on 

a regular basis and implements improvements to any identified weaknesses. Safety Culture 

enablers and barriers are identified, and solutions to reduce barriers are being implemented; 

• Continuous Improvement (E): all of Managing & Measuring plus: all personnel are pro‐active and 

committed to improving safety. Safety Culture Surveys confirm that, within the organisation, there 

is a high level of alignment between what is said, what is done, and what is believed. Organisational 

management approves a continuous improvement plan. 

 

2. Usage of ‘severity classification of the Risk Analysis Tool (RAT) 

 

Wetgeving verplicht de EU‐lidstaten de severity‐classificatie op basis van de RAT‐methodologie te 

gebruiken om een geharmoniseerde rapportage mogelijk te maken van de ernstbeoordeling van 

separatieminima‐onderschrijdingen, runway incursions en ATM‐specifieke technische gebeurtenissen. 

De target voor de ‘usage of the severity classificatie’ ‐indicator is vastgesteld op 100 procent. LVNL 

voldoet daaraan (= ‘yes’). 

 Indicator  2017  2016 

RAT usage     

Separation minima infringements  Yes  Yes 

Runway incursions  Yes  Yes 

ATM specific events  Yes  Yes 

 

3. Just Culture 

 

Voor deze indicator is in de Europese regelgeving geen target vastgesteld. Internationaal wordt het 

rechtvaardig en billijk omgaan met handelingen van professionals aangeduid als Just Culture. De meting 

bestaat uit vierentwintig vragen waar ‘ja’ of ‘nee’ op kan worden geantwoord. Het resultaat is 

afhankelijk van de nationale wetgeving en de interne LVNL‐processen. De score is al enige jaren 

constant. De meetmethode was tien jaar geleden actueel maar heeft aan werkzaamheid verloren. Er 

wordt gewerkt aan een nieuwe Just Culture indicator; het is ook mogelijk dat de wettelijke verplichting 

van de indicator wordt geschrapt. 

 Indicator  2017  2016 

Just Culture  83,3%  83,3% 

 

Page 8: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

8  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

4. Onderschrijdingen separatieminima 

 

Voor deze indicator is in de Europese regelgeving geen target vastgesteld.  

 

 

Separatieonderschrijdingen Mainport Schiphol 2011‐2017.  

In 2017 werden geen separatieonderschrijdingen geclassificeerd als een ‘serious incident (A)’. In het 

aantal gemelde voorvallen van de classificatie ‘major incident’ (B) en ‘significant incident’ (C) valt een 

stijging ten opzichte van voorgaande jaren waar te nemen. 

 

Naast de al bestaande meldingen van voorvallen door operationeel personeel, worden 

separatieonderschrijdingen sinds het derde kwartaal van 2016 automatisch gedetecteerd op basis van 

radargegevens en in onderzoek genomen. Hiermee wordt voor dit belangrijke type voorval een 

completere afspiegeling van de werkelijkheid bereikt, zodat alle significante separatieonderschrijdingen 

onderzocht worden. Dit verklaart deels de toename in het aantal separatieonderschrijdingen in 2017 in 

vergelijking met 2016, met name in de lichtere categorieën (C en D). Daarnaast is een stijging 

waarneembaar van het aantal separatieonderschrijdingen tijdens het type operatie waarbij er op twee 

parallelle banen wordt geland. LVNL monitort deze trend, met het doel oorzaken te vinden en te 

bepalen of en welke aanvullende maatregelen moeten worden genomen. 

 

De ernstcategorieën voor onderschrijdingen van separatieminima zijn internationaal als volgt 

gedefinieerd: 

 

• Serious (A): an incident involving circumstances indicating that an accident nearly occurred. Note: 

The difference between an accident and a serious incident lies only in the result; 

• Major (B): an incident associated with the operation of an aircraft, in which safety of aircraft may 

have been compromised, having led to a near collision between aircraft, with ground or obstacles 

(i.e., safety margins not respected which is not the result of an ATC instruction); 

• Significant (C): an incident involving circumstances indicating that an accident, a serious or major 

incident could have occurred, if the risk had not been managed within safety margins, or if another 

aircraft had been in the vicinity; 

• Not determined (D); 

• No safety effect (E): an incident which has no safety significance. 

 

   

Page 9: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  9  

5. Runway Incursions  

 

Voor deze indicator is in de Europese regelgeving geen target vastgesteld. 

 

 

Aantal runway incursions Schiphol 2011‐2017, per jaar, per ernstcategorie.  

Een runway incursion is iedere gebeurtenis op een luchthaven waarbij een vliegtuig, voertuig of 

persoon zich onbedoeld bevindt in de beschermde zone van een baan die wordt gebruikt voor starts of 

landingen. De ernstcategorieën voor runway incursions zijn door ICAO als volgt gedefinieerd: 

 

• Category A is a serious incident in which a collision was narrowly avoided; 

• Category B is an incident in which separation decreases and there is a significant potential for 

collision, which may result in a time critical corrective/evasive response to avoid a collision; 

• Category C is an incident characterized by ample time and/or distance to avoid a collision; 

• Category D is an incident that meets the definition of runway incursion such as incorrect presence 

of a single vehicle/person/aircraft on the protected area of a surface designated for the landing and 

take‐off of aircraft but with no immediate safety consequences. 

 

Het totaal aantal gemelde runway incursions 2017 is uitgekomen op 46. Ruim tachtig procent hiervan 

betreft voorvallen van de minst ernstige categorie (D) waarbij de veiligheid niet in het geding is 

geweest. Door de uitzonderlijk open meldingscultuur van LVNL ‐ die in Nederland mogelijk gemaakt 

wordt door goede wettelijke bescherming van de melder ‐ melden onze mensen ook deze categorie, en 

dat helpt bij het vinden van oorzaken van runway incursions. 

 

Het aantal runway incursions in categorie C is ten opzichte van 2016 gedaald.  

 

Eén voorval is geclassificeerd in categorie B. Het ontstond doordat een voertuig van de vogelwacht in de 

beschermde zone van de Buitenveldertbaan kwam, terwijl een vliegtuig voor een landing op deze baan 

naderde. De vogelwacht nam het landende vliegtuig waar, verliet daarop de beschermde zone en het 

vliegtuig landde veilig. We hebben het voorval grondig geanalyseerd met het doel er lessen uit te 

trekken. Eén van de aanbevelingen, om de baaninspectie van de Aalsmeerbaan in tegenovergestelde 

richting uit te voeren, om zo het per ongeluk passeren van het baaneinde in de toekomst te voorkomen, 

is inmiddels ingevoerd. 

 

Page 10: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

10  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

De belangrijkste oorzaken van runway incursions in 2017 zijn een langere baanbezettijd (het 

voorgaande vliegtuig draait langzaam de baan af en is nog net niet helemaal vrij van de baan als het 

achteropkomend vliegtuig landt) en het zonder klaring oplijnen, starten en landen van vliegtuigen. De 

genomen maatregelen om vliegtuigen sneller de baan te laten vrijmaken laten een positief effect zien. 

 

In 2017 zijn diverse runway safety maatregelen en initiatieven genomen. Voorbeelden hiervan zijn het 

faciliteren van awareness campagnes voor vliegers en luchtverkeersleiders, een aangepaste procedure 

die het niet‐onderkennen van dubbele baanbezetting door luchtverkeersleiders moet voorkomen en 

infrastructurele aanpassingen aan de Kaagbaan. 

Programma’s ter verbetering van de veiligheid 

Voor de verdere verbetering van de veiligheid besteden wij voortdurend aandacht aan de ontwikkeling 

van onze systemen en procedures en de bekwaamheden van onze medewerkers. Wij doen dit op basis 

van ‘lessons learned’ uit het veiligheidsmanagementsysteem en eisen gesteld door de klanten, de 

toezichthouder, de wet‐ en regelgevers en de eigen organisatie.  

 

Als gevolg van interne risicoanalyses en veiligheidsaanbevelingen wordt uitvoering gegeven aan diverse 

projecten om de veiligheid verder te verbeteren. In het verslagjaar waren de belangrijkste daarvan: 

 

• Voortdurende aandacht voor luchtruimschendingen en pogingen deze terug te dringen. Een 

luchtruimschending ontstaat als een vliegtuig zich in luchtruim bevindt waar het niet mag vliegen, 

omdat het daarvoor geen toestemming heeft gevraagd of gekregen; 

• Samen met de partners in het Veiligheidsplatform Schiphol (VPS) hebben we ons ingespannen om 

het aantal grondvoorvallen terug te dringen. Het gaat hierbij met name om voorvallen tijdens de 

‘pushback’ vanaf de gate; 

• De keuze is gemaakt voor digitale strippen in de verkeerstoren. Het gebruik van digitale strippen 

zorgt voor meer rust in de toren en biedt meer mogelijkheden om elektronische 

veiligheidsvangnetten te introduceren. Een ‘proof‐of‐concept’ kwam in 2016 gereed. In het 

verslagjaar werd met een leverancier een contract getekend om het systeem op te leveren in 2019. 

Rapport(en) Onderzoeksraad voor Veiligheid – OVV  

Op 6 april 2017 publiceerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid een uitgebreid rapport over een 

diepgaand onderzoek naar de veiligheid van het vliegverkeer op Amsterdam Airport Schiphol.  

 

De raad stelt dat er geen aanwijzingen zijn dat de luchthaven op dit moment onveilig is. Tegelijkertijd 

constateert de raad dat verdere groei niet veilig kan worden opgevangen met marginale aanpassingen 

en dat voordat kan worden besloten over groei van luchthaven Schiphol, de risico’s voor het 

vliegverkeer op en rond de luchthaven moeten worden aangepakt. 

 

Het rapport bevat acht uitgebreide aanbevelingen. De overheid en de luchtvaartsectorpartners op 

Schiphol hebben bij brief van 6 oktober 2017 afzonderlijk gereageerd. Opvolging van de aanbevelingen 

is gestart in het verslagjaar en wordt voortgezet in 2018. 

Veiligheidsstudies   

Volgens de Europese regelgeving moet voor elke verandering aan het luchtverkeersleidingssysteem een 

veiligheidsbeoordeling of ‐studie worden uitgevoerd.  

 

De belangrijkste veiligheidsstudies die zijn uitgevoerd ter ondersteuning van wijzigingen waren in 2017:  

Page 11: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  11  

 

• Co‐locatie van militaire verkeersleiding met de civiele verkeersleiding; 

• Modernisering van het ‘AORTA’ netwerk, één van de belangrijkste netwerken in gebruik bij LVNL 

voor het distribueren van vliegverkeergegevens; 

• Operationele ingebruikname van de ‘Last Resort Radio Telephony System’. Een noodset voor 

radioverkeer met vliegtuigen, voor die momenten dat het hoofdsysteem en het back‐upsysteem 

falen; 

• Een proef om gedeeltelijke RPAS ‐ Remotely Piloted Aircraft System; drones ‐ operaties in het 

plaatselijke verkeersleidingsgebied van Schiphol toe te staan; 

• De vervanging van de hardware (computer) op de werkplek van de torenverkeersleider. 

Nationale en internationale samenwerking 

Alle hierna genoemde samenwerkingsverbanden leveren een bijdrage aan het verbeteren van de 

veiligheid in de lucht en op de grond. Het Veiligheidsplatform Schiphol werkt rechtstreeks aan de 

veiligheid van de operaties op Schiphol. De internationale gremia zijn onmisbare plekken om invloed uit 

te oefenen op aanstaande regelgeving of leveren nuttig toegankelijke kennis van collega 

luchtverkeersdienstverleners. 

Veiligheidsplatform Schiphol (VPS) 

VPS en dan met name het Runway Safety team dat is ondergebracht in de Expertgroep Flight Safety 

waar LVNL de voorzitter voor levert, richtte zich in 2017 onverminderd op de onderwerpen runway 

incursions, vogelaanvaringen en ‘ground movement safety’. Voor het onderwerp vogelaanvaringen is 

apart het VPS Schiphol Birdstrike Committee opgericht, onder voorzitterschap van Amsterdam Airport 

Schiphol. Aan de overheidskant is een complementair ‘regieplatform vogelaanvaringen’ actief, dat heel 

Nederland bestrijkt. 

Single European Sky (SES) en Functional Airspace Block Europe Central (FABEC) 

In het kader van SES wordt op diverse terreinen, waaronder veiligheid, samengewerkt met Europese 

collega‐organisaties. Wij leiden de werkzaamheden van het FABEC Standing Committee Safety. FABEC is 

een samenwerkingsverband tussen de staten en civiele en militaire luchtverkeersdienstverleners van 

België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Zwitserland en Nederland, inclusief het Maastricht Upper Area 

Control Centre. Het is gericht op het verbeteren van veiligheid, het verkorten van routes, het verhogen 

van capaciteit in het luchtruim en het verbeteren van kostenefficiëntie voor luchtvaartmaatschappijen.  

 

Eén van de speerpunten is het gezamenlijk in stand houden van een safety management systeem voor 

de aangesloten luchtverkeersdienstverleners. De veiligheidsprestaties worden conform de regelgeving 

gerapporteerd via FABEC aan de Nederlandse overheid en aan de Europese Commissie. 

European Aviation Safety Agency (EASA1) 

Door EASA wordt voor veiligheidsaspecten nieuwe regelgeving voorbereid. De regelgeving wordt door 

EASA voorgesteld en uiteindelijk door de Europese Commissie als wetgeving uitgebracht. Deze 

wetgeving heeft direct kracht van wet in Nederland, zonder tussenkomst van de Nederlandse regering 

of het parlement. Het blijven volgen van de ontwikkelingen op Europees regelgevend gebied vergt door 

de diversiteit en hoeveelheid in wording zijnde regelgeving doorlopend een flinke inspanning van LVNL.  

                                                                 1 EASA: het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart van de Europese Unie, opgericht in 2002. Het agentschap helpt de EU wetten en regels voor een veilige luchtvaart te ontwikkelen en verleent de Commissie bijstand bij de controle op de toepassing van EU‐regels. 

Page 12: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

12  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

EUROCONTROL2 

Het Safety Team van EUROCONTROL is specifiek gericht op de ondersteuning van 

luchtverkeersleidingsdiensten die naar aanleiding van nieuwe Europese regelgeving moeten worden 

aangepast. In 2017 werden drie vergaderingen gehouden; wij leveren de co‐chairman van het Safety 

Team, naast de statutaire co‐chairman van EUROCONTROL. 

 

 

 

 

 

 

                                                                 2   EUROCONTROL verzorgt de centrale coördinatie van de luchtverkeersleiding in Europa, met name via de 'Network Manager' functie. Het Safety Team is een invloedrijk orgaan waar de safety managers van de aangesloten luchtverkeersleidingsdiensten bijeenkomen. 

Page 13: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  13  

Efficiëntie  

 

Wij bereiken een goed operationeel resultaat als de balans tussen veiligheid, efficiëntie en milieu in 

evenwicht is. Betrouwbaarheid van de capaciteit die wij leveren is van groot belang voor onze klanten 

en hun klanten; de reizigers. 

 

Verkeerscijfers 

Amsterdam Area Control Centre – ACC 

Totaal aantal afgehandelde vluchten 2017   609.173 

Verschil ten opzichte van 2016 (592.834)    2,8% 

   

Schiphol Tower/Approach – TWR/APP  

Totaal aantal afgehandelde vluchten 2017   509.134 

Verschil ten opzichte van 2016 (490.927)    3,7% 

   

Totaal inclusief terreinvluchten *)     514.625 

Verschil ten opzichte van 2016 (496.256)    3,7% 

   

Rotterdam The Hague Airport – Rotterdam 

Totaal aantal afgehandelde vluchten 2017, inclusief terreinvluchten *)    49.962 

Verschil ten opzichte van 2016 (52.442)      ‐4,7% 

   

Maastricht Aachen Airport – Beek 

Totaal aantal afgehandelde vluchten 2017, inclusief terreinvluchten *)    18.812 

Verschil ten opzichte van 2016 (19.681)    ‐4,4% 

   

Groningen Airport Eelde – Eelde 

Totaal aantal afgehandelde vluchten 2017, inclusief terreinvluchten *)    27.007 

Verschil ten opzichte van 2016 (24.750**))    9,1% 

   

North Sea Area Amsterdam en ongecontroleerd boven land 

Totaal aantal afgehandelde vluchten 2017    48.472 

Verschil ten opzichte van 2016 (48.520)    ‐0,1% 

Waarvan gefactureerd in 2017    9.110 

Verschil ten opzichte van 2016 (9.371)    ‐2,8% 

   

*)  Een terreinvlucht is een vlucht die start van en daarop volgend landt op hetzelfde luchtvaartterrein. **)  Aangepast voor vergelijkingsdoeleinden  

Verkeerscijfers 2017. 

Page 14: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

14  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

Capaciteit 

 

Aantal vluchten Amsterdam ACC per jaar, inclusief groeicijfers, van 2007 tot en met 2017 

 

Aantal vluchten Schiphol TWR/APP per jaar, inclusief groeicijfers, exclusief terreinvluchten, van 2007 tot en met 2017. 

FABEC‐doelen 

Het FABEC‐capaciteitsdoel is vastgesteld op een gemiddelde air traffic flow management (ATFM) 

vertraging (en‐route luchtruim) van maximaal 0,42 minuut per vlucht in 2017. Daarnaast geldt een 

Page 15: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  15  

aparte norm voor maximale vertraging met door de ANSP’s (Air Navigation Service Providers) 

beïnvloedbare redenen, waaronder luchtverkeersleidingscapaciteit, beschikbaarheid personeel, speciale 

evenementen, medegebruik van luchtruim door militairen en uitval van technische apparatuur. De 

redenen worden aangegeven met de codeletters CRSTMP, waarbij de individuele letters staan voor: 

 

C   ‐  Air traffic control capacity; 

R   ‐  Air traffic control routings; 

S   ‐  Air traffic control staffing; 

T   ‐  Air traffic control equipment; 

M   ‐  Airspace Management; 

P   ‐  Special event. 

 

De CRSTMP‐norm is in het verslagjaar 0,33 minuut per vlucht. Om de FABEC‐doelen te bereiken zijn in 

Nederland individuele doelen gesteld voor het Amsterdam Area Control Centre (ACC), dat de 

verantwoordelijkheid is van LVNL en voor het Maastricht Area Control Centre (MUAC), dat onder 

verantwoordelijkheid valt van EUROCONTROL. De doelen gesteld aan MUAC beslaan het gehele MUAC‐

gebied in Europa. 

 

Het behalen van de individuele doelen is in de tweede referentieperiode (2015‐2019) niet verplicht. De 

doelen verwijzen echter wel naar de gemeenschappelijke belofte om het doel van een gemiddelde 

ATFM‐vertraging per gecontroleerde vlucht (0,42 minuut) en het presteren binnen de CRSTMP‐norm 

(0,33 minuut) in het FABEC‐gebied daadwerkelijk te behalen. FABEC‐luchtverkeersdienstverleners 

mogen onderpresteren mits partners beter presteren, zodat de totale FABEC‐prestatie niet in gevaar 

komt. Hieraan is een bonus‐malusregeling verbonden. De bonus c.q. boete wordt verdeeld over de 

partners die hebben bijgedragen aan het wel of niet halen van de norm. LVNL heeft een positieve 

bijdrage geleverd aan het behalen van de FABEC‐norm. 

Capaciteitsprestaties LVNL 

Gemiddelde vluchtvertraging, gerelateerd aan luchtverkeersdienstverlening (ATFM) 

 

 

Gemiddelde en‐route ATFM‐vertraging per vlucht in 2017. 

De gemiddelde vluchtvertraging gerelateerd aan luchtverkeersdienstverlening (ATFM) wordt 

gemonitord. De indicatieve waarden voor de gemiddelde en‐route ATFM‐vertraging zijn 0,18 minuut 

per gecontroleerde vlucht voor alle redenen en 0,14 minuut per gecontroleerde vlucht voor de 

Page 16: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

16  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

CRSTMP‐redenen. In 2017 was de gemiddelde en‐route ATFM‐vertraging 0,13 minuut per 

gecontroleerde vlucht voor alle redenen en 0,10 minuut voor CRSTMP‐redenen. 

Gemiddelde airport ATFM‐vertraging per arrival 

 

 

Gemiddelde airport ATFM‐vertraging per arrival in 2017. 

Het doel voor de gemiddelde airport ATFM‐vertraging is maximaal 2 minuten per aankomende vlucht 

voor alle redenen en 0,5 minuut voor CRSTMP‐redenen. In 2017 was de gemiddelde airport ATFM‐

vertraging 3,22 minuten per aankomende vlucht voor alle redenen en 0,20 minuut voor CRSTMP‐

redenen. De voornaamste niet‐CRSTMP‐redenen waren slecht zichtcondities, harde wind, sneeuw en 

buien. Deze weersomstandigheden kwamen vooral voor in februari, september en december. 

Betrouwbaarheid capaciteit 

 

Betrouwbaarheid geleverde capaciteit in 2017 

Page 17: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  17  

In de grafiek hierboven staat de tot doel gestelde en gerealiseerde prestatie ten aanzien van de 

betrouwbaarheid (sustainability) dat de afgegeven capaciteit ook daadwerkelijk kan worden 

waargemaakt in de eerste piek van verkeer met bestemming Amsterdam Airport Schiphol. LVNL is 

verantwoordelijk voor de realisatie van deze doelstelling. 

 

In 2017 is in 95,7 procent van de tijd de tot doel gestelde sustainability gerealiseerd. 2017 was 

vergeleken met 2016 een minder goed jaar voor de sustainability. De prestaties in 2017 stonden met 

name onder druk als gevolg van mist, ongunstige windcondities en enkele dagen met sneeuw. De norm 

van 95 procent werd desondanks toch gehaald. 

Contingency  

Het definitieve programma van eisen voor het tweede LVNL‐gebouw dat op Schiphol wordt gebouwd‐ 

de Annex ‐ is in 2017 opgeleverd. De Annex gaat na in gebruik name van het nieuwe 

verkeersleidingssysteem iCAS, tijdelijk dienen als operationeel verkeersleidingscentrum. Daarna wordt 

het gebouw gebruikt als fallback centre. Zodra dit het geval is wordt het huidige fallback centre 

Riekerpolder als ‘last resort’ voorziening gebruikt.  

 

In 2017 is het draaiboek Crisisbeheersing geactualiseerd en hebben we veel aandacht besteed aan het 

trainen en oefenen van de LVNL‐crisisorganisatie en specifiek alle betrokkenen bij het crisisbeleidsteam 

(CBT). In het verslagjaar zijn meerdere CBT‐oefeningen en dilemmasessies gehouden.  

 

Namens de nationale toezichthoudende instantie ‐ NSA – is in 2017 een on‐site contingency audit 

uitgevoerd. De NSA heeft geconstateerd dat we voldoen aan de eisen zoals gesteld in EU‐verordening 

nummer 1035/2011. Er werden geen noemenswaardige afwijkingen op de normering geconstateerd. 

Kwaliteitszorg 

Kwaliteitszorg is het geheel aan maatregelen waarmee we op systematische wijze de kwaliteit van de 

onze operationele dienstverlening in brede zin bepalen, bewaken en verbeteren. De inhoud van de 

processen binnen dit managementsysteem is in 2017 gelijk gebleven. Er zijn wel enkele aanpassingen 

doorgevoerd in de verantwoordelijkheden voor procesresultaten. 

 

De in 2016 ingerichte Governance, Risk and Compliance Board (GRC Board) heeft ook in 2017 zijn 

toegevoegde waarde bewezen. Met als resultaat een significante toename van het aantal Europese 

verordeningen waarmee LVNL volledig compliant is. Ook is het aantal geïdentificeerde potentiële non‐

compliances gereduceerd. In 2017 is ervoor gekozen om de monitor met de auditbevindingen en 

operationele aanbevelingen in het dashboard van de GRC Board uit te breiden met aanbevelingen 

afkomstig van evaluaties van technische voorvallen.  

 

Om meer inzicht te krijgen in de belangrijkste risico’s en de objectieve weging van risico’s te 

bevorderen, is in 2017 de BowTie methode geïntroduceerd. Voor onze operationele dienstverlening zijn 

de aanwezige barrières in kaart gebracht die voorkomen dat geïdentificeerde bedreigingen leiden tot 

het niet meer in control zijn of tot een verminderde dienstverlening. Ook voor de overige 

dienstverlening zijn dergelijke risicoanalyses gemaakt, met als doel mogelijk nadelige operationele 

gevolgen te voorkomen. 

 

Bij LVNL vinden verplichte externe audits op de ICAO‐regelgeving plaats door de European Safety 

Agency (EASA), de National Supervisory Authority (NSA). Daarnaast wordt LVNL op eigen verzoek door 

Det Norske Veritas Germanische Lloyd (DNV GL) geaudit tegen de ISO9001‐kwaliteitsnorm.  

Page 18: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

18  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

 

Deze externe toetsen resulteerden in 2017 in de volgende aantallen bevindingen en observaties: 

 Auditorganisatie  Bevindingen  Observaties 

EASA    7  (categorie 2)    0 

NSA    10   (categorie 2)    1 

DNV    4      13 

Aantal bevindingen en observaties naar aanleiding van externe audits in 2017 3.  

Alle bevindingen betreffen niet risicovolle (categorie 2) afwijkingen van ISO9001‐ en Europese 

verordeningen. 

 

Daarnaast voert LVNL zelf interne audits uit. Het resultaat hiervan was in het verslagjaar eenentwintig 

bevindingen van categorie 2 en negenenveertig observaties. Voor bevindingen moet een ‘corrective 

action plan’ worden opgesteld. De GRC Board monitort de voortgang van deze plannen.  

 

Voor 2018 is de risicogebaseerde auditplanning tot stand gekomen in lijn met de nieuwe strategische 

pijlers, de topprioriteiten en de toprisico’s die relevant zijn voor de strategie van LVNL. 

 

 

 

 

 

 

                                                                 3  Observatie: bevinding waar een relatie met een norm‐eis ontbreekt, of een bevinding zonder duidelijke bewijsvoering; 

Categorie 1: onderwerp is niet geregeld, of in de praktijk niet conform de beschrijving in LVNL Essentials uitgevoerd met mogelijk grote gevolgen voor veiligheid of het verlies van het Common Requirement/ISO9001 certificaat,  Categorie 2: onderwerp is gedeeltelijk geregeld, of in de praktijk niet conform de beschrijving in LVNL Essentials uitgevoerd met mogelijk (beperkte) gevolgen voor veiligheid of het behoud van een Common Requirement/ISO9001 certificaat. 

Page 19: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  19  

Maatschappij en milieu 

 

Wij nemen onze maatschappelijke verantwoordelijkheid door te voldoen aan de wet‐ en regelgeving 

op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en bij te dragen aan de 

duurzame ontwikkeling van de luchtvaart.  

 

 

Minimalisering van negatieve effecten voor de omwonenden van luchthavens, economische 

vooruitgang bij belanghebbenden van de organisatie, minimalisering van negatieve effecten en risico’s 

voor de maatschappij en het milieu en het bevorderen van welzijn van de medewerkers van LVNL, staan 

hoog op de agenda.  

 

Om onze bedrijfsvoering verder te verduurzamen hebben wij ons in 2017 aangesloten bij het Corporate 

Biofuel Programme van KLM. Ook wordt ons wagenpark verder verduurzaamd, installeren we laadpalen 

voor medewerkers en bezoekers en zijn wij aangehaakt bij de Groen Gas tender van de Schiphol Group. 

Omgeving 

Regeling milieu‐informatie luchthaven Schiphol (RMI) 

In het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol zijn elf milieuregels opgenomen, waaraan LVNL is gehouden 

bij de afhandeling van het luchtverkeer van en naar Schiphol. Negen regels hebben betrekking op het 

routegebruik en twee regels op het baangebruik. Voor elke regel is een norm vastgesteld voor het 

percentage afwijkingen dat per gebruiksjaar binnen de regel is toegestaan. Deze normen variëren van 

nul tot vijftien procent van het aantal vliegtuigbewegingen waarop de regel van toepassing is. 

 

In het gebruiksjaar 2017 is geen van de normen van de elf milieuregels, zoals vastgelegd in de RMI, 

overschreden.  

Omgevingsraad Schiphol (ORS) 

De Omgevingsraad Schiphol is het podium waar alle vraagstukken, belangen en partijen rond de 

ontwikkeling van Schiphol en omgeving bij elkaar komen. Het hoofddoel van het College van Advies is 

onderhandeling en advisering over de strategische kaders van de ontwikkeling van de Mainport 

Schiphol en omgeving ten behoeve van de bewindslieden van het Ministerie van Infrastructuur en 

Waterstaat. De focus bij het Regioforum ligt vooral op de informatievoorziening en de bredere dialoog 

over de ontwikkelingen in de omgeving van Schiphol.  

 

In beide organen zitten vertegenwoordigers van het rijk, overheden, luchtvaartsector, inclusief LVNL, 

bewoners en brancheorganisaties.  

Bewonersaanspreekpunt Schiphol (Bas) 

Bas is het informatie‐ en klachtencentrum waar omwonenden terecht kunnen met al hun vragen en 

klachten over het vliegverkeer op Schiphol. Bas is een gezamenlijk initiatief van Amsterdam Airport 

Schiphol en LVNL. Bas rapporteert per kwartaal op basis van gegevens uit het registratiesysteem. De 

rapportages, per kwartaal en per jaar, worden gepubliceerd op de website: www.bezoekbas.nl.  

Page 20: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

20  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

Klachtafhandeling 

LVNL behandelt aan haar gerichte, schriftelijke klachten van externe belanghebbenden af, conform 

hoofdstuk 9 ‘klachtbehandeling’ van de Algemene wet bestuursrecht. Klachten moeten in beginsel 

binnen een termijn van zes weken worden afgehandeld. Er kan eenmaal een uitstel van vier weken 

worden gemeld. In de tabel wordt een beeld gegeven van de klachtafhandeling in 2017.  

 Aantal nog niet afgehandelde klachten uit 2016 of eerder     5   

Aantal binnengekomen klachten in 2017     80   

Totaal aantal te behandelen klachten in 2017      85 

     

Aantal afgehandelde klachten uit 2016 of eerder     5   

Aantal afgehandelde klachten uit 2017     80   

Totaal aantal afgehandelde klachten       85 

     

Aantal nog niet afgehandelde klachten op 31 december 2017      0 

Klachtafhandeling 2017. 

Aard en onderzoek van de klachten 

Van de in 2017 binnengekomen klachten (80) hadden 62 klachten (77,5 procent) betrekking op route‐ 

en baangebruik. Van de overige klachten waren 5 klachten gebaseerd op een gevoel van onveiligheid. 

De andere 13 klachten waren divers van aard.  

 

Wanneer klachten betrekking hebben op situaties die buiten de (directe) verantwoordelijkheid van 

LVNL vallen, worden de klachten doorgestuurd naar andere instanties. De indieners worden daarvan op 

de hoogte gesteld. Als informatie te vinden is op de LVNL‐website worden zij daarnaartoe 

doorverwezen. In 2017 werden 4 van de 80 klachten doorverwezen: 

 Doorverwijzing naar  Aantal doorverwijzingen in 2017 

Gemeente Boekel   1 

Amsterdam Airport Schiphol   1 

Luchtvaartpolitie  1 

Maastricht Upper Area Control Centre  1 

 

De in 2017 ingediende klachten betroffen overigens vliegverkeer dat zich volledig aan de door de 

overheid gestelde regels voor route‐ en baangebruik hield en op een veilige manier werd afgehandeld. 

Aan de klagers is met name uitleg gegeven over deze regels, de wijze waarop route‐ en baangebruik tot 

stand komt en de criteria die worden gehanteerd. 

WOB‐verzoeken 

In 2017 ontving LVNL vier verzoeken om informatie met beroep op de Wet openbaarheid van bestuur 

(WOB). Alle indieners ontvingen binnen de daarvoor vastgestelde wettelijke termijn een reactie en waar 

de informatie bij LVNL beschikbaar en traceerbaar was, werden de verzoeken gehonoreerd.  

 Nr.  Omschrijving 

1.  Aantal uren minder preferente baancombinatie vanwege weerslimieten voor afhankelijk baangebruik 

2.  Vliegroutes luchthaven Rotterdam the Hague Airport 2017 ‐ 2012 

3.  Beschikbaar stellen LVNL‐documenten ten behoeve van WOB‐verzoek aan een gemeente 

4.  Onderliggende informatie ‘vierde baanregel’ 

WOB‐verzoeken 2017. 

Page 21: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  21  

Klant 

Klantwaardering 

Klantwaarderingsonderzoeken worden door LVNL op regelmatige basis uitgevoerd. In het verslagjaar is 

voor de Mainport Schiphol ‐ bestaande uit onze dienstverlening voor Amsterdam Airport Schiphol en 

Rotterdam The Hague Airport ‐ geen klantwaarderingsonderzoek gedaan. Het laatste onderzoek vond 

plaats in 2015, het volgende onderzoek wordt gehouden in 2018.  

 

LVNL heeft zich in 2017 voornamelijk gericht op verbeterpunten uit de eerdere onderzoeken, zoals: 

 

• Het meer structureel en planmatig vormgeven van het stakeholdermanagement; 

• Het hebben van een proactieve houding met het doel relaties verder te verbeteren;  

• Het op managementniveau vaker aangaan van de dialoog met de buitenwereld, ook als het 

inhoudelijke overleg normaal/goed verloopt. 

 

De meest recente klantwaarderingsmeting voor de Regional Unit ‐ bestaande uit onze dienstverlening 

voor Groningen Airport Eelde en Maastricht Aachen Airport ‐ is in mei 2016 uitgevoerd. De stakeholders 

hebben aangegeven tevreden te zijn over de aard en omvang van de dienstverlening en over de veilige 

afhandeling van het luchtverkeer op deze luchthavens. De waardering loopt uiteen van ‘voldoende’ tot 

‘goed’. Individuele opmerkingen zijn gemaakt over de verbeterde klantgerichtheid van de Regional Unit, 

maar ook over de door onze stakeholders ondervonden hinder door de beperkingen van de 

(radar)dienstverlening op Eelde in de zomer. Op basis van de uitkomsten van deze meting is de 

communicatie met onze stakeholders te intensiveren. Het volgende onderzoek wordt gehouden in 

2018. 

Consultaties 

Op basis van de wettelijke verplichting consulteert LVNL haar klanten tenminste jaarlijks.  

 

• Op 7 juni 2017 gebeurde dit in de door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat 

georganiseerde stakeholderconsultatie voor de en‐route en terminal heffingszone. In deze 

consultatie hebben wij informatie gedeeld over onder meer de prestaties/resultaten van 2016, de 

prognose voor 2017, de ontwikkelingen in de projectportfolio en de tariefprojectie voor 2018; 

• De stakeholders van de North Sea Area Amsterdam heffingszone zijn op 27 oktober geconsulteerd 

over de kostengrondslag en de tariefprojectie 2018; 

• Op 13 april 2017 heeft in samenwerking met Groningen Airport Eelde een gebruikersoverleg 

plaatsgevonden met betrekking tot de dienstverlening op Eelde;  

• De consultatie van klanten van Maastricht Aachen Airport is in overleg met de luchthaven 

doorgeschoven naar 2018, in afwachting van het nieuwe Luchthavenbesluit voor deze luchthaven. 

Juridische procedures 

LVNL heeft op 12 maart 2010 cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam 

over onrechtmatig handelen van LVNL met betrekking tot ruimtelijke plannen van Chipshol Holding BV 

voor een gebied in de nabijheid van de luchthaven Schiphol. Chipshol heeft eveneens (incidenteel) 

cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad heeft op 25 mei 2012 zowel het cassatieberoep van LVNL als 

dat van Chipshol verworpen. Dit betekent dat nu onherroepelijk vaststaat dat LVNL over de perioden 

maart 1999 en 29 november 2002 tot 18 oktober 2005 onrechtmatig heeft geadviseerd. De eventueel 

hieraan verbonden schadevergoeding dient in een schadestaatprocedure nader te worden bepaald. Bij 

brief van 30 april 2017 heeft Chipshol aangegeven de verjaring, als bedoeld in artikel 3:317 BW, te 

stuiten.  

Page 22: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

22  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

Op 11 januari 2013 hebben (de verzekeraars van) Turkish Airlines alsmede Boeing, LVNL (mede‐) 

aansprakelijk gesteld voor het ongeval van Turkish Airlines op 25 februari 2009. LVNL wordt verzocht 

een deel van de schadevergoeding voor haar rekening te nemen. LVNL is voor eventueel te vergoeden 

schade verzekerd. De aansprakelijkstellingen zijn afgewezen en (ook) in het verslagjaar 2017 hebben er 

geen juridische vervolgacties van Turkish Airlines respectievelijk Boeing plaatsgevonden.  

Bezwaar‐ en beroepsprocedures 

In het verslagjaar zijn er 14 rechtspositionele bezwaarprocedures gestart. Drie van de bezwaren zijn 

ingetrokken en zeven bezwaren zijn ongegrond verklaard. De overige vier bezwaren zijn in het 

verslagjaar nog niet afgerond. Dat vindt in 2018 plaats.  

 

In 2017 zijn 24 rechtspositionele bezwaarschriften uit het jaar 2016 afgerond. Eén bezwaarschrift is 

ingetrokken, 19 bezwaarschriften zijn ongegrond verklaard en één bezwaarschrift is niet‐ontvankelijk 

verklaard. Van de overige drie bezwaarschriften uit het jaar 2016 is in het verslagjaar één 

bezwaarschrift gedeeltelijk gegrond verklaard en twee bezwaarschriften gegrond.  

 

Tegen acht ongegrond verklaarde bezwaarschriften is beroep aangetekend. Eén van deze beroepen is 

vervolgens ingetrokken. In het verslagjaar is één van de zeven resterende beroepen behandeld met als 

uitkomst dat het beroepschrift gegrond was. De behandeling van de overige zes beroepen vinden in 

2018 plaats.  

 

Ten slotte is in het verslagjaar een bezwaar naar aanleiding van een verzoek op grond van de Wet 

openbaarheid van bestuur, door LVNL ongegrond verklaard. 

 

 

 

 

 

 

Page 23: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  23  

Onze topprioriteiten 

 

Wij werken samen, intern en met onze nationale en internationale partners, aan grote, 

veelomvattende projecten. Een vijftal projecten pakken wij op als topprioriteit, zodat zij met goed 

resultaat, binnen de planning kunnen worden afgerond. 

 

 

 

Topprioriteiten 2017 

 

Co‐locatie met militaire luchtverkeersleiding – afgerond op 7 december 2017 

Luchtverkeersleiding op Lelystad Airport – voorbereiden voor opening 

Annex‐gebouw – realisatie in 2019 

Nieuw luchtverkeersleidingssysteem iCAS – operationeel in 2021/2022 

Voldoende luchtverkeersleiders om naast operationele inzet ook voldoende expertise zeker te 

stellen voor onze projecten 

 

Co‐locatie met militaire luchtverkeersleiding 

Sinds 7 december 2017 is de militaire luchtverkeersleiding voor het luchtruim tot acht kilometer hoogte 

gehuisvest op de operationele zaal van LVNL op Schiphol‐Oost en werken militaire en 

burgerluchtverkeersleiders ‐ weliswaar ieder met zijn/haar eigen werkzaamheden ‐ schouder aan 

schouder. De militaire luchtverkeersleidingstaken in het hogere luchtruim worden sinds april 2017 

uitgevoerd door het Maastricht Upper Area Control Centre van EUROCONTROL.  

 

Deze mijlpaal markeert één van de grootste wijzigingen aan ons verkeersleidingssysteem ooit en beslaat 

tevens één van de grootste luchtverkeersleidingsveranderingen voor Nederland in de afgelopen 

tientallen jaren. Eén van de volgende stappen in de co‐locatie is het verhuizen van de militaire School of 

Air Control naar Schiphol‐Oost in 2020. 

 

De inhuizing van de militaire collega’s biedt volop nieuwe kansen, zowel voor LVNL als voor Defensie. 

Samen formuleren we stappen om zowel de diensten als de organisatie daarvan verder te integreren. 

Zo zijn er synergievoordelen te halen op het gebied van luchtverkeersleiding, training en selectie, 

Aeronautical Information Services (AIS) en Communicatie, Navigatie en Surveillance (CNS). Daarbij 

denken we onder andere aan het gezamenlijk opleiden van nieuwe luchtverkeersleiders, het 

gezamenlijk verwerven van systemen en het combineren van onderhoudswerk aan communicatie‐ 

navigatie‐ en surveillance systemen. 

Luchtverkeersleiding op Lelystad Airport 

In 2017 heeft het programma ‘Realisatie luchtverkeerleiding Lelystad Airport’ flinke vooruitgang 

geboekt in een politiek dynamische omgeving.  

 

• Het route‐ en procedureontwerp en bijbehorende luchtruimaanpassingen voor Lelystad Airport zijn 

ontwikkeld en consultatiebijeenkomsten zijn georganiseerd; 

• De werving van luchtverkeersleiders en assistenten is gestart;  

Page 24: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

24  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

• De ‘fysieke contouren’ van de luchthaven en bijbehorende infrastructuur voor de verkeersleiding 

hebben steeds meer vorm gekregen; 

• Er zijn voorbereidingen getroffen voor de realisatie van het verkeersleidingssysteem en de validatie 

van het route‐ en procedureontwerp; 

• De governance structuur, inclusief personele bemensing, van het programma is verder 

geprofessionaliseerd met specifieke aandacht voor planning en risicomanagement.  

 

In de loop van het jaar is er zowel onder stakeholders als in de politiek in toenemende mate onrust 

ontstaan over de mogelijke impact van ‐ met name ‐ het ontwerp van de routes en het luchtruim. Door 

middel van twee consultatietrajecten en een bewonersadvies hebben stakeholders mee kunnen denken 

over optimalisaties om mogelijke overlast te beperken.  

 

Begin 2018 heeft de minister besloten de in gebruik name van Lelystad Airport uit te stellen. 

Annex‐gebouw 

In het verslagjaar is het definitieve ontwerp van de Annex ‐ een tweede LVNL‐gebouw op Schiphol‐Oost 

‐ opgeleverd en goedgekeurd. De Annex is een uitbreiding van het huidige hoofdkantoor van LVNL op 

Schiphol‐Oost. Het project bevindt zich in de overgang van ontwerp‐ naar uitvoeringfase. Dit houdt in 

dat het ontwerptraject nagenoeg is afgerond en een start is gemaakt richting uitvoering. In het tweede 

kwartaal van 2018 starten we met de bouw. De oplevering van het gebouw is in 2019 voorzien.  

 

In de zomer van 2020 gaat de School of Air Control vanuit AOCS Nieuw Milligen naar de Annex over. Het 

gebouw krijgt op dat moment de functie als volwaardig opleidingscentrum voor militaire en 

burgerluchtverkeersleiding. 

 

Om het nieuwe verkeersleidingssysteem iCAS in gebruik te kunnen nemen wordt het eerst in het 

nieuwe gebouw geïnstalleerd. Na oplevering van de Annex beginnen we met de voorbereiding, 

installatie en opbouw ervan. Vervolgens verhuist de verkeersleiding vanuit het hoofdgebouw naar de 

Annex. In het hoofdgebouw vervangen we vervolgens het huidige systeem door iCAS. Als iCAS ook daar 

in gebruik is genomen, keert de verkeersleiding terug. De Annex is vanaf dat moment naast 

opleidingscentrum ook testfaciliteit en contingency centre. 

Nieuw luchtverkeersleidingssysteem iCAS 

Het LVNL‐luchtverkeersleidingssysteem AAA is veruit het belangrijkste en grootste operationele 

informatiesysteem van LVNL. Vervanging van dit systeem is noodzakelijk omdat het qua opzet en 

architectuur verouderd is en het geen kostenefficiënte invulling kan geven aan nieuwe Europese eisen 

in de zogenoemde Pilot Common Project (PCP)4 verordening, waaraan in 2024 moet worden voldaan.  

Samenwerking 

We hebben met instemming van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gekozen voor het 

iCAS: iTEC based Centre Automation System, in samenwerking met de Duitse 

luchtverkeersleidingsorganisatie Deutsche Flugsicherung ‐ DFS. iTEC is een samenwerkingsverband 

tussen de Spaanse leverancier Indra en de luchtverkeersleidingsorganisaties van Duitsland, Groot‐

Brittannië, Spanje, Nederland, Noorwegen, Polen en Litouwen.  

                                                                 4  Pilot Common Project: identifies a first set of ATM functionalities to be deployed in timely, coordinated and synchronised way 

so as to achieve the essential operational changes stemming from the European ATM Master Plan (European Union).   

Page 25: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  25  

Stappen in 2017 en planning 

In 2017 is LVNL begonnen om met DFS het gezamenlijke deel van de iCAS‐software te testen en te 

valideren. Bovendien heeft LVNL diverse aanbestedingen gedaan voor additionele systemen die nu nog 

geïntegreerd zijn in het huidige luchtverkeersleidingssysteem. In 2018 wordt de software‐versie voor 

gebruik op Schiphol gespecificeerd, getest en gevalideerd. De planning is dat iCAS eind 2020 

operationeel is in München, gevolgd door Bremen en Schiphol in de winter van 2021/2022. Voor een 

gecontroleerde transitie, inclusief de opleiding van de luchtverkeersleiders die het systeem gaan 

gebruiken, moeten de systemen circa twee jaar voor deze data beschikbaar zijn. 

Voldoende luchtverkeersleiders 

Om de ambities van de Nederlandse luchtvaartsector mogelijk te maken is een robuuste 

beschikbaarheid van voldoende luchtverkeersleiders noodzakelijk en tegelijkertijd is een gezonde 

werkdruk voor de individuele luchtverkeersleider van belang. Daarvoor is in 2016 het programma 

‘voldoende luchtverkeersleiders’ van start gegaan. 

 

In 2017 zijn verschillende resultaten behaald, waaronder adviezen over het loopbaanbeleid, 

verbeteringen in de roosters en de herziening van de inzet van operationele expertise in projecten. Ook 

is een prioriteitenlijst opgesteld voor de vereenvoudigingen aan het Air Traffic Management systeem en 

is een duidelijke projectprioritering tot stand gekomen. De verschillende onderdelen van het 

programma zijn in de tweede helft van het verslagjaar in de lijn belegd, om verder tot uitvoering te 

brengen. 

Verhogen opleidingsrendement 

Het programma Verhogen opleidingsrendement heeft tot doel om fasegewijs een slagingspercentage 

van 75 procent van het proces Opleiden nieuwe verkeersleiders voor iedere operationele unit in 2020 te 

realiseren. 

 

Op projectmatige wijze wordt invulling gegeven aan het programma middels de pijlers: 

 

• Selectie 2.0: zorgt voor meer zekerheid van succes door het werven en selecteren van kandidaten 

met een hoge kansrijkheid. Dit gebeurt op basis van de match van het profiel van de kandidaat met 

het profiel van kritische kenmerken en eigenschappen van succesvolle verkeersleiders. Het profiel 

beschrijft de specifieke natuurlijke kenmerken en niet‐leerbare elementen die voorwaardelijk en/of 

voorspellend zijn om verkeersleider te kunnen worden; 

• Opleiden 2.0: ziet er op toe dat leerlingen alleen worden opgeleid voor dat wat nodig is voor een 

bepaalde eindfunctie. Dit betekent dat de inhoud, het moment, de duur en de resources van de 

opleiding worden geoptimaliseerd tot een functiegerichte opleiding; 

• Coaching en Opleidingsklimaat 2.0: focust op het creëren van een veilig opleidingsklimaat door het 

maximaliseren van de kwaliteit van coaching en instructie; 

• Bedrijfsvoering 2.0: richt zich op functionele en transparante bedrijfsvoering en besluitvorming, 

zodat we in control zijn en blijven van het hele proces om de vakbekwaamheid van medewerkers 

op peil te brengen en te houden. 

 

Ter verbetering van het selectietraject is in 2017 na een introductiefase een nieuwe selectiemodule 

geïmplementeerd. Deze module bleek na onderzoek een betere voorspellende waarde te hebben, 

omdat hij een grotere correlatie heeft met de realiteit van de dagelijkse praktijk, waardoor de selectie 

efficiënter is geworden. 

Page 26: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

26  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

Overige ontwikkelingen 

SESAR 

In februari 2017 heeft LVNL subsidieaanvragen ingediend voor projecten om de vereisten uit de 

Europese Pilot Common Project (PCP) verordening te implementeren. Dit betreft onder andere een 

substantiële aanvraag voor de implementatie van iCAS. Daarnaast heeft LVNL in de categorie ‘Other 

Projects’ een aanvraag ingediend voor subsidie voor ‘Performance Based Navigation procedures and 

rationalisation of Air Navigation infrastructure in the Netherlands’.  

 

In 2017 zijn onderstaande projectvoorstellen gehonoreerd, waarvoor in totaal tot maximaal  

€ 27,9 miljoen subsidie verkregen kan worden. 

 

 

Projectnaam voor subsidie  

 

• ATM Network 2.0 Amsterdam  

• XMAN ‐ Cross‐centre arrival management – Part 2  

• European Deployment Roadmap for Flight Object Interoperability  

• System Procurement for Deployment of PCP Air Traffic Control System iCAS at DFS and LVNL  

• Performance Based Navigation procedures and rationalisation of Air Navigation infrastructure in the 

Netherlands 

 

 

In 2017 zijn nieuwe projectvoorstellen ingediend waarover wij nog in afwachting zijn van de 

besluitvorming. Ook in 2018 zal LVNL subsidieaanvragen indienen bij de Europese Unie.  

Functional Airspace Block Europe Central (FABEC) 

Sinds 1 juni 2013 werkt Nederland samen met Duitsland, Frankrijk, Zwitserland, België en Luxemburg in 

het Functional Airspace Blok Europe Central (FABEC). FABEC is gericht op het verder verbeteren van de 

veiligheid, het verkorten van routes, het verhogen van de capaciteit en het verder verbeteren van de 

kostenefficiëntie voor luchtvaartmaatschappijen. 

 

Voor 2017 heeft FABEC als geheel de EU‐doelstellingen voor Referentie Periode 2015‐2019 op het 

gebied van capaciteit en milieu niet gehaald. Dit komt met name door de onvoorziene verkeersgroei, 

waardoor met name de vertragingen per vlucht in het FABEC‐gebied zijn toegenomen. LVNL heeft in die 

periode de doelstellingen wel gehaald. Wij verwachten ook in 2018 en 2019 de doelstellingen te zullen 

halen. 

Luchtruimprojecten 

FABEC kent op dit moment twee grote luchtruimprojecten: XMAN en Free Route Airspace.  

 

XMAN heeft tot doel om de planning van inkomende vliegtuigen te verbeteren, zodat de verkeersleider 

zijn werk efficiënter en met een lagere werklast kan doen. De implementatie is in 2017 gestart en wordt 

de komende jaren voortgezet. 

 

Free Route Airspace heeft als doel om binnen het hogere luchtruim (boven 24.500 voet/7,5 kilometer) 

van de FABEC‐landen, de efficiency voor maatschappijen te verbeteren door hen toe te staan meer 

Page 27: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  27  

directe routes te vliegen. Er zijn al verschillende directe routes geïmplementeerd en dit aantal zal de 

komende jaren toenemen. Voor nachtvluchten is het hogere luchtruim onder controle van het 

Maastricht Upper Area Control Centre (MUAC) in december 2017 volledig vrijgegeven volgens het 

concept van Free Route Airspace. 

 

De andere luchtruimprojecten binnen FABEC worden in bilaterale of trilaterale samenwerking 

uitgevoerd. Wij zijn samen met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in gesprek met de 

Belgische luchtverkeersleiding en MUAC om luchtruimverbeteringen in het grensgebied tussen 

Nederland en België te realiseren. 

Knowledge and Development Centre (KDC) 

Sinds 2006 heeft LVNL een deel van haar onderzoeks‐ en ontwikkelingscapaciteit belegd in de stichting 

KDC. In het KDC doet LVNL samen met Air France‐KLM en Amsterdam Airport Schiphol onderzoek naar 

de innovatie van het air traffic managementsysteem. Uitvoering vindt plaats door kennisinstituten en 

bureaus. In 2017 is in het KDC aan dertien projecten gewerkt. Zij betreffen negen kortlopende studies 

en vier meerjarige studies. Meer informatie is gepubliceerd op: www.kdc‐mainport.nl. 

 

 

 

 

 

 

Page 28: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

28  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

Personeel 

 

Onze medewerkers zijn ons grootste goed. Zij zijn professioneel en vakkundig. Met elkaar zijn we er 

trots op dat we onze verantwoordelijke taak mogen uitvoeren. 

 

Personele bezetting en formatie 

  FORMATIE   BEZETTING 

    Actieven  Overige medewerkers, in fte 

      FLNA  In opleiding  Overig 

31 december 2017   925,64  914,90  56,79  40,26  3,95 

31 december 2016   897,56  880,77  63,68  48,26  2,63 

Bezetting en formatie 2016‐2017, 1 fte ‐ full time equivalent ‐ staat voor 38 uur. 

De uitbreiding in het verslagjaar van de bezetting en de formatie hangt samen met de structurele 

additionele werkzaamheden die LVNL heeft verricht, met name ten behoeve van de civiel‐militaire co‐

locatie en de projecten om te komen tot vervanging van het huidige luchtverkeersleidingssysteem en de 

realisatie van verkeersleiding op Lelystad Airport.  

 

Het aantal medewerkers dat valt onder de regeling voor functionele leeftijdsnon‐activiteit ‐ FLNA ‐ is in 

2017 gedaald van 63,68 fte naar 56,79 fte. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat een aantal 

verkeersleiders hun FLNA hebben opgeschort en daarmee langer actief in dienst blijven, op basis van 

het zogenoemde ‘Vreeland‐akkoord’ dat in het kader van het oplossen van het verkeersleiderstekort in 

2017 tussen het bestuur en de Vereniging het Nederlandse Luchtverkeersleiders Gilde is gesloten. 

 

In het kader van de Participatiewet is het aantal medewerkers met een arbeidsbeperking gelijk 

gebleven. De doelstelling van het Ministerie van Binnenlandse Zaken is om het aantal medewerkers dat 

onder de Participatiewet valt vanaf 2014 elk jaar met drie medewerkers te laten toenemen. LVNL heeft 

deze doestelling niet kunnen realiseren. Voor de toekomst wordt gekeken of (gedeeltelijke) realisatie in 

het kader van nu uitbesteed werk mogelijk is. 

Verzuim 

Het verzuim ‐ exclusief zwangerschap ‐ is 4,2 procent (2016: 4,0 procent). Dit is iets hoger dan de LVNL‐

verzuimnorm van 4 procent en ook iets hoger dan het (verwachte) landelijk gemiddelde in 2017. Er zijn 

geen aanwijsbare redenen voor de lichte stijging ten opzichte van 2016. Met het management is 

afgesproken meer aandacht te besteden aan (frequent) verzuim. Het verzuim inclusief zwangerschap 

bedroeg in het verslagjaar 4,5 procent; 0,1 procent hoger dan in 2016 (4,4 procent). 

Arbeidsvoorwaarden 

In 2017 zijn nieuwe arbeidsvoorwaardenovereenkomsten gesloten. Gezien de specifieke kenmerken van 

de twee beroepsgroepen is bij LVNL sprake van twee gescheiden overeenkomsten: één met de vakbond 

voor het operationele personeel en één met de overige bonden. De looptijd van de overeenkomst voor 

de luchtverkeersleiders is achttien maanden, van 1 februari 2017 tot en met 31 juli 2018. De looptijd 

van de overeenkomst voor het overige personeel is twaalf maanden, van 1 februari 2017 tot en met 31 

januari 2018. 

 

Page 29: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  29  

Met ingang van 1 februari 2017 is voor het operationele personeel een structurele loonsverhoging 

toegekend van 1,45% procent, met ingang van 1 oktober 2017 een verhoging van 0,45% en per 1 

februari 2018 een verhoging van 1,9%. Met ingang van 1 februari 2017 is voor het overige personeel 

een structurele loonsverhoging toegekend van 1,5% procent, met ingang van 1 oktober 2017 een 

verhoging van 0,4%. 

Personeelsbeleid 

Zoals hierboven is uiteengezet is in september 2016 een akkoord gesloten over een pakket 

toekomstbestendige arbeidsvoorwaarden voor het operationele personeel (Vreeland‐akkoord). Het 

akkoord hield verband met mogelijke inwerkingtreding van de WNT‐3. Het nieuwe kabinet heeft dit 

wetsvoorstel echter ingetrokken waarna met de vakorganisatie voor het operationele personeel 

afspraken zijn gemaakt om de elementen die geen verband hielden met WNT‐3 toch doorgang te laten 

vinden. 

 

De afspraken die eerder gemaakt zijn over: 

 

• Modernisering en flexibilisering van de huidige rechten; 

• Vergroting van de inzetbare capaciteit van operationeel verkeersleidingspersoneel; 

• Aanpassing van de salarislijnen van leerlingen; 

• Verschil in einddatum volgens de huidige FLNA‐regeling en de AOW‐gerechtigde leeftijd. 

 

Deze afspraken zijn in 2017 omgezet in regelingen. Op basis van de regelingen schort inmiddels een 

groot deel van de verkeersleiders de FLNA op tot een later tijdstip. 

 

Belangrijke thema’s in het personeelsbeleid waren verder managementontwikkeling, diversiteit en 

duurzame inzetbaarheid. 

 

 

 

 

 

 

Page 30: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

30  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

Financiën 

 

De luchtvaart is een belangrijke economische pijler voor de BV Nederland. Wij leveren resultaten 

binnen het gestelde budget. Mede daardoor is het mogelijk onze tarieven voor luchtvaartmaatschap‐

pijen door de jaren heen nagenoeg stabiel te houden. Ze behoren tot de laagste in West‐Europa. 

 

 

   2017  Begroting  Verschil  2016  Verschil 

Bedrijfsopbrengsten  233.207  218.497  14.710  226.307  6.900 

Bedrijfslasten  202.556  201.562  ‐994  199.104  ‐3.452 

Exploitatieresultaat  29.052  16.935  12.117  27.203  1.849 

Netto financieringslasten  1.177  2.236  1.059  1.316  139 

                 

Resultaat  29.474  14.699  14.775  25.887  3.587 

Exploitatieoverzicht 2017, bedragen in € 1.000.  

Bedrijfsopbrengsten 

De bedrijfsopbrengsten zijn 14,7 miljoen euro (7 procent) hoger dan begroot en 6,9 miljoen euro (3 

procent) hoger dan in 2016. 

 

   2017  Begroting  Stijgings‐

percentage 

2016  Stijgings‐

percentage 

Heffingen en‐route  152.042  148.409  2%  148.115  3% 

Heffingen terminal     63.843  62.032  3%  61.315  4% 

Heffingen NSAA  1.671  1.743  ‐4%  1.508  11% 

Overige opbrengsten    15.651  6.313  148%  15.369  2% 

                 

Bedrijfsopbrengsten  233.207  218.497  7%  226.307  3% 

Bedrijfsopbrengsten 2017, inclusief stijgingspercentage ten opzichte van begroting en resultaat 2016. Bedragen in € 1.000. 

 

Het grootste deel van de bedrijfsopbrengsten (93 procent) komt voort uit de heffingen. De stijging van 

de heffingen in 2017 ten opzichte van de begroting en vorig jaar zijn voor de heffingszones en‐route en 

terminal hoofdzakelijk toe te schrijven aan een toename van het aantal vluchten uitgedrukt in 

zogenoemde in service units (SU). De tarieven 2017 wijken marginaal af van de tarieven 2016. 

De NSAA‐heffingszone laat een daling zien ten opzichte van de begroting en vorig jaar. Dit wordt 

verklaard door een daling van het aantal afgehandelde vluchten hetgeen gedeeltelijk wordt 

gecompenseerd door de doorgevoerde tariefstijging in 2017. 

 

   

Page 31: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  31  

 

 

Overzicht volume en tarief. 

 

De stijging (9,3 miljoen euro) van de overige opbrengsten ten opzichte van de begroting is het gevolg 

van de vrijval van de ontvangen subsidiebedragen en verrekening EUROCONTROL. Bij het opstellen van 

de begroting is het vrij besteedbare deel van de verrekening EUROCONTROL niet meegenomen als 

opbrengst. De bestemming daarvan wordt namelijk jaarlijks door het ministerie bepaald bij de 

goedkeuring van de jaarrekening. In 2017 bedraagt het vrij besteedbare deel 5,8 miljoen euro. Op 

aanwijzing van het ministerie is dit bedrag toegewezen aan de terminal heffingszone ten behoeve van 

de compensatie voor de gemaakte ontwikkelkosten voor de dienstverlening op LA. In de begroting is 

voor de subsidievrijval rekening gehouden met een beperkte vrijval van de toen reeds toegekende en 

ontvangen subsidie (1,5 miljoen euro). Na het opstellen van de begroting zijn er meer subsidiebedragen 

ontvangen door LVNL en blijkt de vrijval subsidie (5,4 miljoen euro) 3,9 miljoen euro hoger dan begroot.  

 

De overige opbrengsten liggen 0,3 miljoen euro hoger dan 2016. Belangrijkste oorzaak hiervan is de 

hogere vrijval van de subsidies in 2017. Daar staat een lagere opbrengst bij de diensten voor derden 

tegenover. In 2016 zijn de studie‐ en onderzoekskosten door de luchthaven Lelystad betaald, terwijl 

vanaf 2017 op aanwijzing van het ministerie de ontwikkelkosten van LA zijn opgenomen in de terminal 

costbase. Aangezien Europese regelgeving verhindert dat LVNL de tarieven van de terminal 

heffingszone gedurende de huidige referentieperiode kan aanpassen en verrekening daarvan op een 

later tijdstip eveneens niet mogelijk is, heeft het ministerie besloten de gemaakte ontwikkelkosten van 

LA te dekken vanuit de verrekening EUROCONTROL.  

Bedrijfslasten 

De bedrijfslasten zijn 1,0 miljoen euro hoger dan begroot en 3,5 miljoen hoger dan in 2016. 

 

   2017  Begroting  Verschil  2016  Verschil 

Personeelskosten  141.800  143.608  1.808  146.664  4.864 

Afschrijvingen  12.944  14.367  1.423  13.164  220 

Algemene kosten  47.812  43.587  ‐4.225  39.276  ‐8.536 

                 

Bedrijfslasten  202.556  201.562  ‐994  199.104  ‐3.452 

Bedrijfslasten, bedragen in € 1.000. 

 

De personeelskosten komen in 1,8 miljoen euro lager uit dan begroot. Dit komt onder andere doordat 

er minder personeelsleden zijn aangesteld dan was begroot. Hier staat wel een stijging van de 

inhuurkosten tegen deze zijn verantwoord onder de algemene kosten.  

 

Het actuariële verlies op de personele voorzieningen in 2016 (een dotatie van toen 6,2 miljoen euro) is 

ten opzichte van de realisatie in 2017 de belangrijkste bepalende factor voor de daling van de 

personeelskosten in het verslagjaar (vergeleken met 2016). Het verlies in 2016 werd onder andere 

En‐route 3.223.221 

SU 4,0% hoger dan 2016 2,7% hoger dan begroting 13,3% hoger dan Perf.Plan 

Tarief 2017   46,99€    ‐1,3% Tarief 2016  47,59€   

Terminal 406.256 

SU 4,0% hoger dan 2016 2,9% hoger dan begroting 12,5% hoger dan Perf.Plan 

Tarief 2017   157,15€     0,1% Tarief 2016  157,03€    

NSAA 9.110 

vluchten

‐2,8% lager dan 2016

‐4,1% hoger dan begroting

Tarief 2017   183,44€    13,9%Tarief 2016  161,09€   

Page 32: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

32  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

veroorzaakt door het opschuiven van de AOW‐leeftijd waardoor personeelsleden langer doorwerken. 

Hierdoor stijgt het aantal personeelsleden dat een ambtsjubileum haalt, waardoor een actuarieel verlies 

is ontstaan. Daarnaast zorgde de stijging van de pensioenpremies en sociale lasten in 2016 voor de 

dotatie. In 2017 bedraagt de dotatie voor actuariële verliezen 0,7 miljoen euro. 

 

Voor een verdere toelichting verwijzen wij naar paragraaf 21 ‘Personeelsbeloningen’ en paragraaf 10 

‘Personeelskosten’ in de jaarrekening. 

 

De afschrijvingen zijn 1,4 miljoen euro lager dan begroot, hetgeen wordt verklaard door een latere 

ingebruikname van een radar (TAR‐west) en de gedeeltelijke activering van de hardware van het huidige 

verkeersleidingssysteem (AAA) in 2017.  

 

De algemene kosten zijn in vergelijking met vorig jaar 8,5 miljoen euro hoger en 4,2 miljoen euro hoger 

dan begroot. De belangrijkste stijgingen ten opzichte van vorig jaar en de begroting doen zich voor bij 

inhuur personeel en advieskosten. De stijging van de inhuurkosten en advieskosten wordt veroorzaakt 

door inhuur en aanvragen van advies op belangrijke strategische projecten, zoals de vervanging van het 

luchtverkeersleidingssysteem, de samenwerking met Defensie en de voorbereidingen op de 

dienstverlening op LA. De toename van deze kosten (inhuur, maar ook personeelskosten) zijn vaak 

meegenomen in de subsidievoorstellen, waardoor een deel van deze stijging wordt gecompenseerd via 

een vrijval onder de overige opbrengsten. Bovendien zal een deel van deze kosten worden vergoed via 

de ‘vierde kostendrager’. 

Netto Financieringslasten  

De financiële lasten zijn ten opzichte van de begroting 1,1 miljoen euro lager. Dit wordt veroorzaakt 

doordat in het verslagjaar geen leningen zijn aangetrokken waarmee wel rekening was gehouden in de 

begroting. De investeringen in 2017 konden vanwege de sterke kasstroom en kaspositie gefinancierd 

worden vanuit de lopende rekeningcourant. 

 

Ten opzichte van 2016 liggen de financiële lasten 0,1 miljoen euro lager. Enerzijds wordt dit veroorzaakt 

door de aflossing van leningen waardoor er lagere rentelasten zijn. Anderzijds worden er minder 

rentekosten toegerekend aan de activa in aanbouw, door lagere investeringsbedragen in 2017 dan in 

2016 en zorgt de financiering vanuit eigen middelen voor een daling van de gemiddelde rentevoet. 

Resultaat 

Het resultaat over 2017 (29,5 miljoen euro) is 14,7 miljoen euro hoger dan begroot en 3,6 miljoen euro 

hoger dan vorig jaar. De oorzaken zijn hierboven beschreven. Het resultaat over 2017, inclusief de 

resultaatbestemming, is als volgt verdeeld over de drie heffingszones en overige diensten: 

 

   Resultaat  Resultaat bestemming 

      Bestemmingsfonds  Egalisatie reserve 

En‐route  21.117  7.246  13.871 

Terminal  8.161  5.007  3.154 

NSAA  196  ‐  196 

Overige diensten  ‐  ‐  ‐ 

Totaal resultaat  29.474  12.253  17.221 

Resultaat 2017, overzicht. Bedragen in €1.000. 

Page 33: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  33  

Eigen vermogen 

Het eigen vermogen bedraagt 100,4 miljoen euro (2016: 71,0 miljoen euro). 

 

Het eigen vermogen bestaat uit een bestemmingsfonds en een egalisatiereserve. Het 

bestemmingsfonds is bedoeld om de financiële effecten van de risico’s uit hoofde van het Europese 

systeem van Prestatiesturing ‐ het zogenoemde volumerisico en kostenrisico en de effecten van het 

capacity incentive scheme voor zover deze voor rekening van LVNL komen ‐ op te kunnen vangen. Het 

bestemmingsfonds is in 2017 toegenomen met 12,3 miljoen euro tot een bedrag van 69,3 miljoen euro.  

 

In 2017 is mede op verzoek van het ministerie onderzoek uitgevoerd naar de benodigde omvang van 

het eigen vermogen voor LVNL. In 2018 zullen de resultaten hiervan worden besproken en nieuwe 

afspraken worden gemaakt over de gewenste omvang, met name van het bestemmingsfonds. 

Investeringen 

In het verslagjaar is 22,4 miljoen euro geïnvesteerd in vaste activa (2016: 32,9 miljoen euro). Een groot 

deel van deze investeringen is gemaakt voor de vervanging van het luchtverkeersleidingssysteem, de 

realisatie van de civiele en militaire co‐locatie Schiphol Oost, de vervanging van AAA‐computers en de 

vervanging van TAR‐4. De komende jaren wordt eveneens een verhoogd investeringsniveau voorzien 

onder meer als gevolg van eerder genoemde projecten en programma’s. 

Kasstromen 

In 2017 genereert LVNL een netto‐kasstroom uit operationele activiteiten die 8,0 miljoen euro hoger is 

dan vorig jaar. Deze toename is met name het gevolg van de stijging in het aantal door LVNL 

afgehandelde vliegbewegingen in zowel de en‐route als terminal heffingszone. De operationele 

betalingen stijgen met 11,0 miljoen euro door toegenomen personeelskosten (cao‐stijging) en de 

toename van de kosten. 

 

De kasstroom uit investeringen is afgenomen met 10,5 miljoen euro. In 2017 is de kasstroom uit 

investeringsactiviteiten in belangrijke mate bepaald door bestedingen aan de ontwikkeling van het 

luchtverkeersleidingssysteem iCAS, de geplande nieuwbouw en samenwerking met Defensie. 

 

Er is een kasinstroom vanuit financieringsactiviteiten. Deze instroom wordt onder andere veroorzaakt 

door de ontvangen subsidiebedragen in 2017. Er zijn geen nieuwe leningen afgesloten in het 

verslagjaar. 

Financiering 

Het totaal bedrag aan openstaande leningen is in 2017 met 8,9 miljoen euro afgenomen. Er zijn in 2017 

geen nieuwe leningen afgesloten. 

   

Page 34: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

34  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

Tarieven 

De Wet luchtvaart bepaalt dat gebruikers van luchtvaartnavigatiediensten een vergoeding verschuldigd 

zijn voor de bestrijding van de kosten van de en‐route en plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten. 

Nederland onderkent een drietal zogenoemde heffingszones: 

• Terminal, voor vliegverkeer dat zich in de nabijheid van de luchthavens Amsterdam Airport 

Schiphol, Rotterdam The Hague Airport, Groningen Airport Eelde en Maastricht Aachen Airport 

bevindt en gebruik maakt van de diensten van de plaatselijke luchtverkeersleiding. Het aantal 

service units dat wordt betaald voor een vlucht is afhankelijk van het gewicht van het vliegtuig; 

• En‐route, voor vliegverkeer dat gebruik maakt van de hogere luchtlagen boven Nederland en het 

naderingsgebied van de luchthavens. Het aantal service units dat wordt betaald voor een vlucht is 

afhankelijk van het gewicht van het vliegtuig in combinatie met de afstand die door het 

Nederlandse luchtruim wordt gevlogen; 

• North Sea Area Amsterdam ‐ NSAA ‐ voor het verkeer dat gebruik maakt van het Nederlandse 

luchtruim boven de Noordzee. Voor een vlucht wordt een vastgesteld aantal service units betaald, 

ongeacht gewicht van het luchtvaartuig ‐ met name helikopters ‐ of de afstand die door dit gebied 

wordt gevlogen. 

De tarieven van LVNL zijn onderwerp van consultatie met de stakeholders, worden jaarlijks bepaald en 

maken deel uit van het nationale tarief voor deze heffingszones. Zij zijn gebaseerd op de verwachte 

totale kosten voor luchtverkeersdienstverlening en de verwachte verkeersontwikkeling in de 

betreffende zones, rekening houdend met de nog te verrekenen resultaten uit voorgaande jaren. 

Jaarlijks wordt voor elke heffingszone een nationaal tarief per dienstverleningseenheid bepaald. De 

kostengrondslag voor de verschillende heffingszones bestaat uit de kosten van verschillende 

dienstverleners waarvan LVNL er één is. Andere dienstverleners zijn het KNMI, voor alle heffingszones, 

en het Maastricht Upper Area Control Centre ‐ MUAC ‐ voor de en‐route heffingszone. De nationale 

tarieven worden jaarlijks gepubliceerd in de Staatscourant. 

Het Europese systeem van Prestatiesturing voorziet in een verdeling van financiële risico’s tussen 

enerzijds de luchtvaartmaatschappijen en anderzijds de luchtverkeersdienstverleners. De 

Prestatiesturing schrijft voor dat de effecten van bepaalde risico’s in de eerstvolgende referentieperiode 

verrekend dienen te worden. Als gevolg van het verwachte volumescenario en kostenniveau voor 2015 

in combinatie met de door de Prestatiesturing voorgeschreven verrekeningseffecten uit voorgaande 

referentieperioden, kon de in voorgaande jaren gehanteerde tariefstabilisatie niet langer worden 

gecontinueerd. 

Het LVNL‐tarief voor en‐route was in het verslagjaar 46,99 euro (2016: 47,59 euro). Voor de terminal 

heffingszone was het tarief 157,15 euro (2016: 157,03 euro). 

De figuur op de volgende pagina geeft inzicht in de nationale en‐route tarieven van een aantal West‐

Europese landen. Hieruit blijkt dat het Nederlandse tarief door de jaren heen nagenoeg stabiel is 

gebleven en tot de laagste in deze regio behoort. 

 

 

 

Page 35: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  35  

 

Nationale en‐route tarieven Europa 2013‐2017, in euro’s. Bron EUROCONTROL. 

 

 

 

 

 

   

Page 36: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

36  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

Bestuursstructuur 

Algemeen 

LVNL is sinds 1 januari 1993 een zelfstandig bestuursorgaan ‐ ZBO. Daarvoor was LVNL onderdeel van 

het directoraat‐generaal Rijksluchtvaartdienst van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Als ZBO 

legt LVNL over haar prestaties verantwoording af aan de staatssecretaris van Infrastructuur en 

Waterstaat. Het personeel van LVNL is ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet. 

 

LVNL hanteert de Code goed bestuur publieke dienstverleners als leidraad. LVNL doet in dit hoofdstuk 

verslag over: 

 

• De hoofdlijnen van haar bestuursstructuur, conform de principes van deze code; 

• De belangrijkste wijzigingen in de bestuursstructuur in het verslagjaar. 

Opvolging van bepalingen 

In dit jaarverslag wordt voldaan aan de bepalingen in de Code goed bestuur publieke dienstverleners, 

met uitzondering van de bepalingen inzake de nevenfuncties van de leden van de raad van toezicht. 

Alleen van de relevante nevenfuncties wordt opgave gedaan. Als relevant worden beschouwd 

nevenfuncties die substantieel tijd vergen van de leden van de raad of nevenfuncties bij organisaties 

van waaruit een potentieel belangenconflict zou kunnen ontstaan. In het verslagjaar zijn geen 

nevenfuncties vervuld waarbij sprake was van een potentieel belangenconflict. 

 

Bij LVNL zijn de door de Code goed bestuur publieke dienstverleners vereiste reglementen en 

procedures vastgesteld en van kracht. Voor de raad van toezicht zijn dit het Reglement van de raad van 

toezicht, inclusief gedragscode voor leden van de raad, de Profielschets van de raad van toezicht en het 

Rooster van aftreden. Op haar website www.lvnl.nl heeft de organisatie de informatie ondergebracht 

die volgens de code publiek toegankelijk moet zijn. 

 

Het LVNL‐bestuur hanteert het Reglement inrichting en bedrijfsvoering LVNL (Bestuursreglement LVNL). 

LVNL legt als ZBO verantwoording af over haar prestaties aan de Minister van Infrastructuur en 

Waterstaat, zoals dit is vastgelegd in de Regeling sturing en beleidsregels van en toezicht op 

Luchtverkeersleiding Nederland. Daarnaast beschikt LVNL over een Klachtenregeling en een 

Klokkenluiderregeling. 

 

Om de veiligheids‐, efficiëntie‐ en milieuaspecten van de primaire processen te bewaken, is een 

bedrijfsmanagementsysteem ingericht. 

 

Op basis van de International Civil Aviation Organisation ‐ ICAO ‐ verplichting, die tevens is opgenomen 

in Europese regelgeving, worden door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, in 

samenwerking met LVNL ten minste jaarlijks zogeheten ‘stakeholder consultation meetings’ 

georganiseerd. Doel van deze bijeenkomsten is het consulteren van de klant bij voorgenomen 

beslissingen die voor hem van belang zijn, dan wel de klant de mogelijkheid te geven ongevraagd advies 

te geven. Ook op FABEC‐niveau vinden dergelijke consultaties plaats.  

Page 37: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  37  

Tegenstrijdige belangen 

In het verslagjaar hebben zich geen situaties voorgedaan waarbij sprake was van tegenstrijdige 

belangen van leden van de raad van toezicht of leden van het bestuur, zoals bedoeld in de Code goed 

bestuur publieke dienstverleners. 

Wettelijke taken  

De taken van LVNL zijn vastgelegd in de Wet luchtvaart. Volgens deze wet is LVNL verantwoordelijk 

voor: 

 

• Het verlenen van luchtverkeersdiensten binnen het vluchtinformatiegebied Amsterdam; 

• Het verlenen van communicatie‐, navigatie‐ en plaatsbepalingsdiensten; 

• Het verlenen van luchtvaartinlichtingendiensten en het uitgeven van luchtvaartpublicaties en 

kaarten; 

• Het verzorgen of doen verzorgen van opleidingen ten behoeve van luchtverkeersbeveiliging; 

• Het adviseren van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat alsmede de Minister van Defensie 

betreffende aangelegenheden op het gebied van de luchtverkeersbeveiliging; 

• Het verrichten van andere bij of krachtens de Wet luchtvaart opgedragen taken.  

 

LVNL kan de aan haar opgedragen taken in beginsel door derden laten verrichten. Ook kan zij deze 

werkzaamheden voor anderen uitvoeren, eventueel ook buiten Nederland. 

Milieutaak 

In het Luchthavenverkeerbesluit, een algemene maatregel van bestuur gebaseerd op de Wet luchtvaart, 

zijn regels voor route‐ en baangebruik vastgelegd waaraan LVNL dient te voldoen. In hetzelfde besluit is 

ook de verantwoordelijkheid om de grenswaarden voor geluid, externe veiligheid en lokale 

luchtverontreiniging na te leven vastgelegd. Het luchtverkeer afhandelen binnen deze grenswaarden is 

een gezamenlijke zorgplicht van LVNL, de luchtvaartmaatschappijen en de exploitant van de luchthaven 

Schiphol. 

   

Page 38: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

38  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

Raad van toezicht 

De raad van toezicht ziet toe op de werkzaamheden van het bestuur en staat het bestuur met raad 

terzijde. De leden van de raad worden benoemd door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat 

voor een periode van maximaal vier jaar en zijn eenmaal herbenoembaar voor een tijdvak van maximaal 

vier jaar. 

Leden van de raad van toezicht op 31 december 2017 

Gerlach Cerfontaine (1946), voorzitter 

Datum eerste benoeming: 1 januari 2011. 

Herbenoemd tot: 1 januari 2019. 

 

Relevante (neven)functies op 31 december 2017: 

 

• Voorzitter raad van toezicht Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR); 

• Voorzitter raad van toezicht Nederlands Filmfonds; 

• Voorzitter vereniging VvAA; 

• Lid raad van advies Partnership Foundation, ondernemen voor straatkinderen in India; 

• Adviseur Gilde Health Care en Life Science Fund; 

• President commissaris Bovemij verzekeringsgroep; 

• Lid bestuur vrienden Hubrecht Instituut. 

 

Partner: Pia Dijkstra (1954) 

 

Relevante functies op 31 december 2017: 

 

• Lid van de Tweede Kamer. 

 

Pieter van Geel (1951) 

Datum eerste benoeming: 1 december 2011. 

Herbenoemd tot: 1 december 2019. 

 

Relevante (neven)functies op 31 december 2017: 

 

• Voorzitter raad van toezicht Koninklijke Kentalis; 

• Voorzitter raad van commissarissen Energiefonds Overijssel; 

• Voorzitter raad van toezicht Elkerliek ziekenhuis; 

• Voorzitter raad van toezicht Ons Middelbaar Onderwijs; 

• Voorzitter Nederlandse Algemene Keuringsdienst (NAK); 

• Lid raad van commissarissen Goede Doelen Loterijen; 

• Lid raad van commissarissen COVRA; 

• Voorzitter raad van toezicht NCDO; 

• Voorzitter raad van toezicht Louis Bolkinstituut. 

 

   

Page 39: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  39  

Lodewijk Hijmans van den Bergh (1963) 

Datum eerste benoeming: 1 oktober 2012. 

Benoemd tot: 1 oktober 2020. 

 

Relevante (neven)functies op 31 december 2017: 

 

• Partner, De Brauw Blackstone Westbroek N.V. (hoofdfunctie); 

• Commissaris HAL Holding N.V.; 

• Lid raad van toezicht Nederlands Kanker Instituut /Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis; 

• Voorzitter bestuur Utrechts Universiteitsfonds. 

 

Charlotte Insinger (1965) 

Datum eerste benoeming: 1 maart 2012. 

Benoemd tot: 1 maart 2020. 

 

Relevante (neven)functies op 31 december 2017: 

 

• Lid raad van commissarissen de Volksbank NV;  

• Lid raad van commissarissen Vastned Retail NV;  

• Lid raad van Toezicht Nederlands Filmfonds 

• Lid Raad van toezicht Hogeschool Rotterdam;  

• Lid Raad van commissarissen PZEM NV;  

• Managing director Cerberus Global Investments BV; 

• Non‐executive director HAYA Real Estate SLU. 

 

Alexander Schnitger 

Eerste benoeming: 1 oktober 2017, benoeming op voordracht Minister van Defensie 

Benoemd tot: 1 oktober 2021 

 

Relevante (neven)functies op 31 december 2017: 

 

• Director Boeing International Government Services for Europe and Israel;  

• Lid Raad van Commissarissen Business Park Aviolanda; 

• Voorzitter Dutch Aviation Group. 

   

Page 40: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

40  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

Bestuur 

Het bestuur is belast met de dagelijkse leiding van LVNL en vertegenwoordigt LVNL in en buiten rechte. 

Het bestuur van LVNL volgt de principes van een collegiaal bestuur. Het bestuur geeft leiding aan de 

organisatie en de daarbinnen onderkende bedrijfsprocessen.  

 

Op voordracht van de raad van toezicht worden de leden van het bestuur benoemd door de Minister 

van Infrastructuur en Waterstaat, voor een periode van maximaal vijf jaar. Herbenoeming kan telkens 

voor een periode van maximaal vijf jaar plaatsvinden. 

Leden van het LVNL‐bestuur op 31 december 2017 

Michiel van Dorst (1969) 

Chief Executive Officer (CEO), voorzitter van het bestuur. 

Datum eerste benoeming: 1 mei 2016. 

 

Relevante nevenfuncties op 31 december 2017:  

 

• Lid Deltalinqs Safety Panel (tot september 2017); 

• Lid Adviescommissie Luchtverkeer NLR. 

 

Marlou Banning (1962) 

Chief Financial Officer (CFO), bestuurslid. 

Datum eerste benoeming: 8 augustus 2016. 

 

Relevante nevenfuncties op 31 december 2017:  

 

• Voorzitter Parochiebestuur Vredeskerk Amsterdam; 

• Voorzitter Stichting Vrienden van de Amsterdamse Montessorischool; 

• Lid raad van commissarissen CANSO BV; 

• Bestuurslid Stichting Graaf Carel van Lynden (100 procent eigenaar Keukenhof Holland) (vanaf 1 juli 

2017). 

Taakverdeling 

De taakverdeling tussen de bestuurders is vastgelegd in het Bestuursreglement LVNL. De bestuursleden 

zijn samen verantwoordelijk voor de taken zoals vastgelegd in de Wet luchtvaart. De voorzitter van het 

bestuur heeft een bijzondere positie. Onverlet de principes van collegiaal bestuur is hij de eerst 

aangesprokene voor de resultaten en de algemene gang van zaken binnen LVNL. 

   

Page 41: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  41  

Managementteam LVNL ‐ MT‐LVNL 

Ter uitvoering van de verantwoordelijkheid van het bestuur, zoals hiervoor beschreven en de aansturing 

van de dagelijkse bedrijfsvoering voert het bestuur periodiek overleg met het managementteam (MT). 

In dit overleg wordt organisatiebrede informatie ten behoeve van besluitvorming door het bestuur 

uitgewisseld en wordt het MT over, door, of namens het bestuur te nemen besluiten geraadpleegd. Het 

MT‐LVNL kende op 31 december 2017 de volgende samenstelling. 

Leden van het managementteam op 31 december 2017 

Jurgen van Avermaete 

General Manager Procedures. 

 

Marcel Bakker 

General Manager Systems & Infrastructure. 

 

Jasper Daams 

General Manager Strategy & Performance.  

 

José Daenen 

Director Operations. 

 

Ad van Haaren 

General Manager Human Factor. 

 

Hans Keetman  

General Manager Corporate Services.   

Page 42: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

42  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

Ondernemingsraad 

De ondernemingsraad (OR) wordt gevormd en gekozen door de LVNL‐medewerkers. De zittingsperiode 

van de leden van de OR is drie jaar. Medewerkers moeten minimaal een half jaar bij LVNL in dienst zijn 

om te mogen stemmen. Kandidaten voor de ondernemingsraad moeten minimaal een jaar in dienst zijn. 

In het verslagjaar zijn ondernemingsraadverkiezingen gehouden. De nieuwe raad is op 1 januari 2018 

aangetreden. 

 

De OR komt op voor de collectieve belangen van de medewerkers door overleg te voeren met het LVNL‐

bestuur over het beleid en het functioneren van de organisatie. Daarnaast heeft de OR het recht het 

LVNL‐bestuur te adviseren over onder meer belangrijke wijzigingen in de organisatiestructuur van LVNL 

en belangrijke investeringen of belangrijke wijzigingen van technologische voorzieningen. De OR heeft 

recht van instemming bij bepaalde besluiten op het gebied van sociaal beleid.  

 

Verder kan de raad op grond van het initiatiefrecht het bestuur ongevraagd advies geven over 

onderwerpen die de organisatie aangaan.  

 

In aanvulling op de reguliere overlegvergaderingen besprak de OR in 2017 tweemaal de algemene gang 

van zaken binnen LVNL met het bestuur. Beide bijeenkomsten werden bijgewoond door een 

afgevaardigde van de raad van toezicht.  

 Leden van de ondernemingsraad op 31 december 2017 

Barbara Baltes, voorzitter  Peter Hokke 

Bert Rolvink, vicevoorzitter  Theo Hoogeboom 

Sylvia Vial, secretaris  Erna Ikelaar 

Anouk Aardema  Anil Jankipersad 

Ricardo ter Bruggen  Bertran Kuipers 

Danny Dollé  Ger Nelissen 

Frédérique Fit   

    

Page 43: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  43  

In control statement   

Het bestuur is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van LVNL en de opzet en werking van de op 

LVNL toegesneden interne risicobeheersings‐ en controlesystemen. Deze systemen zijn ingericht om 

significante risico’s te beheersen en om de realisatie van operationele en financiële doelstellingen te 

waarborgen. De interne risicobeheersings‐ en controlesystemen van LVNL kunnen echter geen absolute 

zekerheid bieden tegen het niet realiseren van de doelstellingen van de organisatie. Noch kunnen deze 

systemen alle onjuistheden van materieel belang, verlies en fraude geheel voorkomen. 

 

LVNL hanteert de Code Goed Bestuur Publieke Dienstverleners als leidraad. In dit In Control Statement 

licht het bestuur op hoofdlijn toe op welke wijze invulling is gegeven aan de verantwoordelijkheid voor 

de bedrijfsvoering en risicobeheersing en welke conclusie het bestuur verbindt aan de effectiviteit 

daarvan. 

 

De opzet en werking van ons kwaliteitsmanagementsysteem monitoren wij, onder meer met externe en 

interne audits, continu. LVNL is NEN‐EN‐ISO‐9001:2008 gecertificeerd en beschikt over een certificaat 

met betrekking tot de Gemeenschappelijke eisen voor het verlenen van luchtvaartnavigatiediensten. 

Onze overtuiging dat ons kwaliteits‐ en veiligheidsmanagementsysteem doeltreffend en toereikend is, is 

onder meer gebaseerd op deze certificaten.  

 

Als tariefgestuurde ZBO hechten wij aan financiële transparantie jegens onze gebruikers, het Ministerie 

van Infrastructuur en Waterstaat en andere stakeholders. Door de toepassing van het door de minister 

goedgekeurde kostenallocatiemodel is de juiste toerekening van kosten aan de verschillende 

heffingszones gewaarborgd. Het bestuur heeft op kwartaalbasis verantwoording afgelegd aan het 

ministerie over de (niet‐) financiële prestaties van LVNL. In 2017 heeft een aantal 

stakeholderconsultaties plaatsgevonden met betrekking tot de financiële gang van zaken, de 

tariefprojecties 2018, de gewijzigde prestatieplannen ten behoeve van de tweede referentieperiode van 

het Europese systeem van prestatiesturing en belangrijke ontwikkelingen in de projectportfolio. 

 

In 2017 is op regelmatige basis in de vergaderingen van het bestuur de effectiviteit van het systeem van 

interne besturing beoordeeld. Onze planning‐ & controlcyclus voorziet in reguliere vergaderingen van 

het bestuur en de leden van het managementteam waarin verantwoordingsrapportages over de 

doelrealisatie, financiële bedrijfsresultaten, (strategische) risicoanalyses, resultaten van in‐ en externe 

audits en de voortgang van strategische/grote projecten of initiatieven ter verbetering van de 

bedrijfsvoering worden besproken. 

 

In overeenstemming met de aard van onze onderneming en het belang van onze dienstverlening 

besteedt het bestuur ‐ in aanvulling op de financiële bedrijfsvoering ‐ nadrukkelijk aandacht aan de 

kwaliteit van onze dienstverlening. De in ons Business en Annual Plan opgenomen doelstellingen ten 

aanzien van onder meer de veiligheid en de efficiency van onze dienstverlening zijn bereikt en voldoen 

aan gestelde normen. De in 2017 bereikte prestaties en ontplooide activiteiten sluiten aan bij onze 

corporate visie en hebben een positieve bijdrage geleverd aan het behalen van onze strategische 

doelstellingen. Wij hebben de bewaking op de prioriteitstelling binnen onze projectportfolio verscherpt 

onder meer vanwege de beperkte capaciteitsbeschikbaarheid van enkele kritische resource pools, 

waaronder het operationeel personeel. De uitkomst van deze prioritering is gecommuniceerd met onze 

medewerkers en stakeholders. Onze topprioriteiten voor de komende jaren zijn: 

 

   

Page 44: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

44  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

• De realisatie van iCAS als vervanging van het huidige luchtverkeersleidingsysteem; 

• De bouw van de Annex als ´enabler´ voor de implementatie van iCAS, de civiel‐militaire co‐locatie 

en de verbetering van onze contingency voorzieningen; 

• Het bewerkstelligen van luchtverkeersdienstverlening op Lelystad Airport; 

• Het waarborgen van voldoende verkeersleiderscapaciteit onder meer door het verhogen van het 

opleidingsrendement; 

• Het aanbrengen van verbeteringen ten behoeve van onze torenoperatie, te weten de introductie 

van Electronic Flight Strips en het uitbreiden van het aantal posities op de verkeerstoren Schiphol 

Centrum. 

 

Een aantal van deze topprioriteiten heeft een directe relatie met de door het kabinet beoogde 

herindeling van het Nederlandse luchtruim waaraan LVNL vanzelfsprekend via deze en andere 

initiatieven een belangrijke bijdrage zal leveren.  

 

Als organisatie waar veiligheid centraal staat besteden wij veel aandacht aan het risicomanagement. 

Dat beperkt zich niet alleen tot het primaire proces of het veiligheidsaspect maar heeft betrekking op de 

volle breedte van onze organisatie waarbij wordt gekeken naar zowel interne als externe 

ontwikkelingen die een bedreiging kunnen vormen voor de continuïteit van de organisatie, de kwaliteit 

van de bedrijfsvoering en de realisatie van doelstellingen en ambities. Onze Governance Risk and 

Compliance board, bestaande uit het bestuur, het 1e lijnsmanagement en staffunctionarissen voor 

Safety, Security, Crisis en Contingency Management en Quality, speelt hierin een belangrijke rol en is 

verantwoordelijk voor het strategisch risicomanagement van LVNL en het bewaken van de opvolging de 

bevindingen en aanbevelingen van in‐ en externe audits. De verantwoordelijkheid voor het beheersen 

van elk van de geïdentificeerde risico´s en het treffen van de gedefinieerde beheersingsmaatregelen is 

eenduidig georganiseerd. In 2018 zal de focus op veiligheid en risicomanagement verder versterkt 

worden door oprichting van een afdeling Operational Risk Management direct opererend onder 

aansturing van het bestuur. 

 

Op grond van onze actuele risicoanalyse zijn onze belangrijkste aandachtspunten de volgende: 

 

1. Het zorgen voor voldoende operationeel personeel om zowel de continuïteit en kwaliteit van onze 

dienstverlening te blijven garanderen als onze strategische doelstellingen te kunnen realiseren; 

2. Het versterken van ons projectportfolio management met als doel de inzet van onze schaarse 

resources te optimaliseren in het licht van de strategische prioriteiten; 

3. Het reduceren van de kans op economische of imagoschade bij een grote reductie van de 

afhandelingscapaciteit als gevolg van calamiteiten. 

4. Het analyseren en reduceren van het aantal grondincidenten. 

 

De omvang van het contingent verkeersleiders is voldoende om de continuïteit en kwaliteit van het 

primaire proces in de huidige situatie te garanderen. Het is voor deze beroepsgroep, met unieke en 

schaarse capaciteiten geen vanzelfsprekendheid dat dit in de toekomst ook het geval zal zijn. De sterke 

groei van de luchtvaart, de toenemende kwaliteitseisen aan onze dienstverlening en onze ambitie om 

als partner toegevoegde waarde te leveren aan de luchtvaartketen maken dat LVNL een belangrijke 

prioriteit blijft toekennen aan het vergroten van de kansen op voldoende capaciteit en het reduceren 

van de risico’s op tekorten en de nadelige effecten daarvan.  

 

Luchtverkeersdienstverlening is vitaal voor het bedrijfsmodel van airlines en luchthavens. Wanneer de 

afhandelingscapaciteit significant afneemt zal dit niet onopgemerkt blijven en kan dat grote (financiële) 

gevolgen hebben voor deze stakeholders. Het imago van LVNL als betrouwbare partner voor de 

luchtvaartsector kan daardoor schade oplopen. In het ATM‐systeem zijn uiteenlopende voorzieningen 

Page 45: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  45  

getroffen om de kans op en effecten van capaciteitsrestricties te reduceren. Het bestuur heeft in 

aanvulling hierop aanvullende maatregelen gedefinieerd om ook in geval van ingrijpende calamiteiten 

dergelijke restricties te minimaliseren. Voorbeelden daarvan zijn de inrichting van back up 

voorzieningen en het besluit om de ‐ in verband met de civiel‐militaire co‐locatie en de vervanging van 

het huidige luchtverkeersleidingssysteem AAA ‐ te bouwen annex tevens als volwaardig contingency 

centre te bestemmen. In februari en november 2017 hebben zich twee systeemstoringen voorgedaan 

als gevolg waarvan tijdelijk minder afhandelingscapaciteit beschikbaar was. Deze gebeurtenissen 

illustreren het belang van onze extra aandacht voor dit risico. Alle aanbevelingen die op basis van 

grondige evaluaties zijn geformuleerd worden dan wel zijn geïmplementeerd teneinde de robuustheid 

van onze systeeminfrastructuur verder te verhogen. 

 

Het financiële resultaat over 2017 is positief en beter dan begroot. Onze vermogenspositie wordt 

hierdoor verder versterkt. Met het oog op de effectieve inzet van het vermogen in relatie tot het 

risicoprofiel van LVNL en het beleid ten aanzien van de tarieven, voert het bestuur overleg met het 

ministerie over de omvang van het vermogen en bestemmingsmogelijkheden daarvan. 

 

ICT is een belangrijke component in onze primaire bedrijfsprocessen. De continuïteit van 

gegevensverwerking en beveiliging van de systemen zijn van groot belang voor de continuïteit en 

kwaliteit van onze bedrijfsvoering. Op grond van artikel 41, lid 1 van de Kaderwet ZBO moet LVNL 

zorgdragen voor de nodige technische en organisatorische voorzieningen ter beveiliging van haar 

gegevens tegen verlies of aantasting en tegen onbevoegde kennisneming, wijziging en verstrekking van 

die gegevens. Gezien het belang van het thema information security heeft dit onderwerp de directe 

aandacht van het bestuur, worden risico’s op dit gebied nauwlettend gemonitord en 

beheersmaatregelen waar nodig, bijvoorbeeld in de vorm van technische voorzieningen, risk 

assessments of aanscherpingen van beleid, versterkt. In de visie van het bestuur vergt information 

security continue aandacht, niet alleen op technisch en procedureel vlak, maar ook als het gaat om 

bewustwording van de organisatie van de risico’s en de zorgvuldigheid die in deze betracht dient te 

worden.  

 

De klanttevredenheid beoordelen wij periodiek door middel van een meting. De in 2015 uitgevoerde 

meting heeft geleerd dat de klanttevredenheid hoog gewaardeerd wordt en is aanleiding geweest voor 

ons om het stakeholder management meer structureel en planmatiger vorm te geven. Een volgend 

onderzoek is voorzien in 2018. 

 

De meest recente meting van de medewerkertevredenheid (2017) heeft uitgewezen dat verbeteracties 

naar aanleiding van het voorgaande onderzoek effectief zijn geweest en de medewerkers van LVNL een 

bovengemiddeld cijfer geven aan de mate van tevredenheid. De meting heeft een aantal 

verbeterpunten aan het licht gebracht. De door veel medewerkers ervaren toename van de werkdruk is 

één van deze verbeterpunten die door het management op gestructureerde wijze zullen worden 

opgepakt. 

 

Alles overziende is het bestuur van mening dat het geïmplementeerde systeem van interne 

besturing van LVNL mede met behulp van de interne risicobeheersings‐ en controlesystemen in 2017 

effectief is geweest en een redelijke mate van zekerheid geeft dat de kwaliteit van de bedrijfsvoering 

goed is en de financiële verslaggeving geen onjuistheden van materieel belang bevat. 

 

 

M.W.A. van Dorst          M.L.F.J. Banning 

CEO/voorzitter bestuur          CFO/bestuurder 

Page 46: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

46  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

Bericht van de raad van toezicht 

De raad kwam in 2017 vijf keer in vergadering bijeen. Daarbij is onder meer expliciet aandacht 

geschonken aan de strategie en het risicomanagement bij LVNL. Daarnaast kwamen de leden van het 

audit committee, de veiligheidscommissie en de commissie iCAS/Annex ieder vijf keer bijeen ter 

voorbereiding van raadsvergaderingen en/of voor advisering van de voltallige raad.  

 

De voorzitter van de raad heeft op regelmatige basis overleg met de voorzitter van het bestuur over de 

lopende gang van zaken. 

 

In april en oktober woonde de voorzitter van de raad het overleg bij tussen het bestuur en de 

ondernemingsraad over de algemene gang van zaken. 

 

Voorts heeft een delegatie van de raad samen met het bestuur tweemaal overleg gevoerd met het 

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. 

Samenstelling van de raad van toezicht 

De heer Tom Bakker heeft per 30 september 2017 afscheid genomen van de raad van toezicht. De raad 

spreekt grote waardering uit voor de bijdrage, in het bijzonder aan het veiligheidsmanagement en de 

veiligheidscultuur, die hij heeft geleverd gedurende zijn 8 jaar durende lidmaatschap. Per 1 oktober 

2017 is de heer Alexander Schnitger op voordracht van de Minister van Defensie toegetreden tot de 

raad. Tevens heeft hij zitting genomen in de Veiligheidscommissie en de commissie iCAS/Annex. De 

samenstelling van de raad en zijn commissies is voor het overige in 2017 ongewijzigd gebleven.  

Functioneren van de raad van toezicht 

De leden van de raad voldoen aan de onafhankelijkheidsvereisten zoals vermeld in de Code goed 

bestuur Publieke Dienstverleners.  

 

Naast de onafhankelijke leden heeft een vertegenwoordiger van de minister van Defensie zitting in de 

raad.  

 

De raad geeft zich volledig en voortdurend rekenschap van zijn wettelijke taken en evalueert periodiek 

de doelmatigheid van zijn functioneren.  

 

Leden van de raad zijn slechts incidenteel afwezig geweest bij raadsvergaderingen. De raad heeft zijn 

werkwijze vastgelegd in een reglement dat voldoet aan de relevante regelgeving en functioneert 

dienovereenkomstig.  

Toezicht op het LVNL‐bestuur 

In de vergaderingen van de raad van toezicht legt het bestuur verantwoording af over de prestaties en 

de bedrijfsvoering. De raad heeft een benoemings‐ en remuneratiecommissie, een 

veiligheidscommissie, een audit committee en een commissie die specifiek aandacht besteedt aan de 

voortgang van op het programma iCAS en project Annex.  

 

Page 47: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  47  

De raad concludeert dat het bestuur adequaat uitvoering heeft gegeven aan de ambitie en beoogde 

doelstellingen zoals verwoord in het Business en annual plan 2017‐2021 en de begroting 2017‐2021. 

Het bestuur heeft daarmee in 2017 een aantal belangrijke resultaten bereikt waaronder: 

 

• De levering van een veilige en efficiënte luchtverkeersdienstverlening bij een sterk toegenomen 

verkeersaanbod en zelfs de drukste zomer ooit. Dit alles binnen de gestelde kaders vanuit de 

Regeling milieu‐informatie luchthaven Schiphol. De gerealiseerde operationele prestaties ten 

aanzien van onder meer sustainability en vertragingen hebben de doelstellingen zoals opgenomen 

in het Business en annual plan overtroffen; 

• Concurrerende tarieven voor de dienstverlening; 

• De bereikte voortgang op de projecten‐ en investeringsportfolio ondanks de capaciteitsdruk die de 

organisatie ervaart. Het meest tot de verbeelding aansprekende resultaat betreft de tijdige 

realisatie van de civiel‐militaire co‐locatie hetgeen een belangrijk fundament is voor het verder 

verstevigen van de constructieve samenwerking met het ministerie van Defensie/CLSK en de 

beoogde herindeling van het Nederlandse luchtruim. Het betreft een van de grootste 

veranderingen in luchtverkeersleiding in Nederland welke mede gefinancierd is door de Connecting 

Europe Facility van de Europese Unie.; 

• De bereikte overeenstemming over de herplanning voor het starten van 

luchtverkeersdienstverlening op Lelystad Airport per 1 april 2019; 

• De samenwerking met de sectorpartners om tot een overkoepelend, geïntegreerd 

veiligheidssysteem; 

• De succesvolle verwerving van additionele Europese subsidies (Connecting Europe Facility) voor 

strategisch belangrijke projecten; 

• Het succesvol lanceren van de inspirerende, klant‐gedreven purpose ‘Samen luchtvaart mogelijk 

maken’ die vertaald is naar kernwaarden en daarmee een extra impuls geeft aan de doelgerichtheid 

van LVNL;  

• De naleving van alle toepasselijke wet‐ en regelgeving; 

• Een positief, beter dan begroot financieel resultaat en het op peil houden van de solide 

vermogenspositie. 

 

De raad is tevreden over de genomen initiatieven met betrekking de efficiëntie en effectiviteit van de 

bedrijfsvoering en in het bijzonder de hoge mate van aandacht voor de prioritering binnen 

projectportfolio. LVNL heeft te maken met een periode waarin een groot aantal omvangrijke en 

complexe projecten en investeringen moeten worden gerealiseerd. De druk op de organisatie is groot 

om majeure veranderingen door te voeren in een situatie waarin de continuïteit van de dienstverlening 

gegarandeerd moet blijven bij een toenemend verkeersaanbod. De raad spreekt nadrukkelijk ook zijn 

waardering uit naar de medewerkers van LVNL. Hun hoge mate van betrokkenheid en inzet zijn 

bepalend geweest voor bereikte resultaten en randvoorwaardelijk voor de realisatie van gestelde 

doelen. 

 

De raad volgt de ontwikkelingen en voortgang van de projectportfolio vanwege het belang, de 

complexiteit en de omvang met bijzondere belangstelling. Om die reden is reeds in 2016 een commissie 

ingesteld om de vervanging van het luchtverkeersleidingssysteem en de uitbreiding van de daarvoor 

randvoorwaardelijke huisvesting van nabij te volgen. Cruciaal om ook in de toekomst de kwaliteit van de 

dienstverlening te kunnen blijven garanderen en projecten die daarvoor de noodzakelijke 

veranderingen in het primaire proces moeten realiseren succesvol te kunnen realiseren is afdoende 

beschikbaarheid van operationeel personeel een voorwaarde. Het bestuur heeft uiteenlopende 

initiatieven daartoe genomen die door de raad met bovengemiddelde belangstelling worden gevolgd.  

 

Page 48: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

48  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

De raad heeft met het bestuur gedurende het verslagjaar meerdere keren expliciet aandacht besteed 

aan strategievorming en risicomanagement. De aandacht voor in‐ en externe audits en de opvolging van 

gedane aanbevelingen is verder verstevigd. 

 

De evaluatie van het bestuur heeft in en buiten aanwezigheid van het bestuur plaatsgevonden. De raad 

is tevreden over de informatievoorziening door het bestuur en is van oordeel dat het bestuur in haar 

besluitvorming de belangen van de verschillende stakeholders op een begrijpelijke en aanvaardbare 

manier heeft afgewogen. De raad is zich bewust van de verschillende belangen die hierbij moeten 

worden beschouwd.  

 

De benoemings‐ en remuneratie commissie heeft de leden van het bestuur individueel beoordeeld.  

Veiligheid 

Veiligheid en het continu verbeteren daarvan heeft de hoogste prioriteit bij het leveren van 

luchtverkeersdienstverlening. Het aspect veiligheid neemt daarmee ook een prominente plaats in op de 

agenda van de raad en haar Veiligheidscommissie. De Veiligheidscommissie vergadert voorafgaand aan 

de reguliere raadsvergaderingen. Onderwerpen die aan de orde komen zijn de interne 

veiligheidsrapportages, rapportages van de OVV, de inrichting en werking van het 

veiligheidsmanagementsysteem en de verbeteringen van dit systeem. De vergaderingen verlopen in 

open en constructieve sfeer en de raad stelt vast dat LVNL op indringende en transparante wijze werkt 

aan de voortdurende verbetering van de veiligheid in het algemeen en aan de strikte opvolging van het 

voorvallenonderzoek in het bijzonder. 

 

Evenals in voorgaande jaren heeft de Veiligheidscommissie in het bijzonder de ontwikkeling van het 

aantal ‘serious’ en ‘major’ incidenten en met name de toename van het aantal ground incidenten daarin 

besproken. De ontwikkelingen wordt uiterst serieus genomen en nauwgezet geanalyseerd teneinde een 

beter begrip van de oorzaken te krijgen en effectieve maatregelen ter voorkoming van dergelijke 

incidenten te treffen. De raad volgt de voortgang en status van de voorvallenonderzoeken en wordt 

goed geïnformeerd over de resultaten en verbetermaatregelen die LVNL daarvan naar aanleiding 

daarvan implementeert. Dat geldt vanzelfsprekend ook voor de rapportages van externe onderzoeken 

zoals van de OVV. De raad staat positief tegenover de maatregelen die LVNL in zijn eigen safety 

management systeem treft en is blij met de aandacht van het bestuur voor de intensivering van de 

samenwerking met sectorpartijen om te komen tot een geïntegreerd veiligheidsmanagementsysteem. 

De voorstellen van het bestuur met betrekking tot de versterking van de interne safety governance en 

deze nog dichter onder de verantwoordelijkheid van het bestuur te plaatsen zijn eveneens onderwerp 

van discussie geweest.  

 

De veiligheidscommissie heeft een open en constructieve sfeer ervaren en meent dat zij adequaat 

geïnformeerd is door het bestuur over de veiligheidsprestaties en relevante ontwikkelingen met 

betrekking tot het safety management systeem. Over het geheel bezien zijn de veiligheidsprestaties 

goed. Waardering is er ook voor de transparantie die naar de externe omgeving toe wordt betracht met 

betrekking tot veiligheidsprestaties en incidenten.  

Financiën  

De raad volgt gedurende het jaar de ontwikkeling van het bedrijfsresultaat en bespreekt waar nodig 

specifieke aandachtspunten met het bestuur. Het bedrijfsresultaat heeft zich gedurende 2017 positief 

ontwikkeld. De sterke ontwikkeling van de opbrengsten uit heffingen heeft daar met name aan 

bijgedragen. De vermogenspositie is solide en toereikend om mogelijke risico’s voortkomend uit het 

Page 49: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  49  

Europese systeem van prestatiesturing in de actuele referentieperiode (2015‐2019) te kunnen 

absorberen. Het bestemmingsfonds overstijgt de maximum waarde zoals in 2012 in overleg met het 

ministerie is vastgesteld. Mede met het oog op de voorbereidingen op de volgende referentieperiode 

(2020‐2024) is de raad direct betrokken bij het in 2017 gestarte onderzoek naar het financieel 

risicoprofiel van LVNL en de betekenis daarvan voor de noodzakelijk geachte omvang van het 

bestemmingsfonds. De audit committee heeft namens de raad inbreng geleverd voor dit onderzoek. De 

resultaten worden in 2018 besproken met het ministerie.  

 

De ontwikkelingen met betrekking tot het Europese systeem van prestatiesturing blijft de raad kritisch 

volgen. Met een aanzienlijke vertraging heeft de Europese Commissie in 2017 het prestatieplan voor de 

tweede referentieperiode (2015‐2019) vastgesteld. Daarmee is een einde gekomen aan de onzekerheid 

met betrekking tot de normstelling waartegen de prestaties worden beoordeeld en op basis waarvan de 

financiële risico’s worden bepaald. In 2018 starten de voorbereidingen voor de derde referentieperiode. 

De aandacht van de raad zal zich daarbij met name richten op de financiële risico’s onder meer in relatie 

tot het eigen vermogen.  

 

Als onderdeel van het risicomanagement heeft de audit committee in het afgelopen jaar specifiek 

gekeken naar de samenstelling van de verzekeringsportfolio van LVNL. Voor wat betreft de financiering 

van kapitaalinvesteringen heeft de audit committee diverse investeringsvoorstellen en 

financieringsaanvragen behandeld.  

 

In 2017 heeft de periodieke Europese aanbesteding van de accountantsdiensten plaatsgevonden. De 

raad is actief betrokken geweest in deze procedure. Met ingang van boekjaar 2018 zal PwC Accountants 

NV de accountantscontrole verrichten.  

Personeel 

De ambitieuze veranderagenda enerzijds en de druk op de tarieven en kosteneffectiviteit anderzijds, 

maken dat de raad de ontwikkelingen met betrekking tot de personele organisatie aandachtig volgt. 

Voldoende operationeel personeel blijft daarbij het belangrijkste aandachtspunt. Met name de 

beschikbaarheid van deze expertise voor bedrijfskritische projecten zoals de vervanging van het 

luchtverkeersleidingsysteem is van groot belang. De raad bespreekt regelmatig de voortgang en 

effectiviteit van de door het bestuur geïnitieerde activiteiten in dit verband, waaronder het programma 

Verhogen Opleidingsrendement. De raad onderschrijft de prioriteit die wordt toegekend aan het 

doorvoeren van verbeteringen met betrekking tot de door de verkeersleiders te gebruiken 

informatiesystemen en de verruiming van het aantal werkposities op de toren van Schiphol Centrum. 

Projectportfolio 

De komende jaren staan in het teken van een aantal omvangrijke, complexe en kritieke projecten. Deze 

projecten zijn noodzakelijk om de omvang en kwaliteit van de dienstverlening ook in de toekomst te 

kunnen blijven garanderen en (inter)nationale ambities vanuit bijvoorbeeld de Single European Sky te 

kunnen realiseren. In 2017 is daarbij een belangrijke mijlpaal bereikt; één van de vijf gestelde 

topprioriteiten, te weten de civiel‐militaire co‐locatie op Schiphol Oost, is succesvol en tijdig 

gerealiseerd. Met het bereiken van deze mijlpaal ontstaat ruimte om de noodzakelijke verbeteringen 

ten behoeve van de torenoperatie, waaronder de systeemondersteuning van de torenverkeersleiding 

en het vergroten van het aantal werkposities op de toren, als nieuwe prioriteit op te gaan pakken. 

Bijzondere aandacht bestaat ook voor het project Lelystad. De invloed van LVNL op de dynamische 

context waarin dit unieke project wordt gerealiseerd is beperkt en vanuit de projectbeheersing bezien 

Page 50: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

50  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

brengt dit extra uitdagingen met zich mee. De diverse externe reviews op dit en andere projecten vindt 

de raad een positieve en waardevolle toevoeging aan het beheersinstrumentarium van het bestuur. 

 

De komende jaren blijft extra inzet van middelen noodzakelijk om de toename van het aantal projecten, 

de capaciteitstekorten bij diverse kritische resource pools en de complexiteit van sommige projecten 

het hoofd te kunnen bieden. De raad vindt dit een belangrijk punt van aandacht. Ondanks de grote inzet 

die eigen medewerkers leveren zal de behoefte aan een groot aantal tijdelijke inhuurkrachten in met 

name technische en projectmanagement functies blijven bestaan.  

 

De raad blijft met bijzondere aandacht de voortgang van de bepaalde prioriteiten volgen en heeft met 

het bestuur afspraken gemaakt over de informatievoorziening daarover met inbegrip van informatie 

over de ontwikkeling van de inhuur. 

Visie op de toekomst  

Internationalisering 

De raad meent dat een goede positionering van LVNL in het Europese speelveld van belang is. Europese 

ontwikkelingen met betrekking tot de Single European Sky worden derhalve regelmatig met het bestuur 

besproken. De raad stelt vast dat de resultaten die in FABEC verband, waartoe ook Nederland behoort, 

worden bereikt nog steeds ver achterblijven bij de oorspronkelijke verwachtingen. De raad vindt de 

keuze van het bestuur om zijn resources doelgericht, met name in het operationele domein, voor FABEC 

in te zetten passend gegeven het feit dat FABEC zelf zijn plannen heeft bijgesteld.  

 

Meer effectief zijn de inspanningen op technologisch vlak. De Europese Unie zet in op innovatie en 

vernieuwing in de sector. In aanvulling op verplicht gestelde implementaties stimuleert Europa 

implementatie van technologie door middel van subsidies via het agentschap Innovation and Network 

Executive Agency (INEA). LVNL is daarbij succesvol. Diverse voorstellen – soms in samenwerking met 

partners – zijn gehonoreerd. Daartoe behoort ook de vervanging van het luchtverkeersleidingssysteem 

waarin wordt samengewerkt met het consortium van de Duitse luchtverkeersleidingsorganisatie DFS, 

het Britse NATS en het Spaanse AENA. Inmiddels dienen zich ook andere luchtverkeersdienstverleners 

aan die zich bij dit samenwerkingsverband willen aansluiten.  

Ontwikkeling nationaal 

LVNL vervult in samenwerking met haar luchtvaartsectorpartners, de overheid en de omgeving een 

cruciale rol in de Nederlandse luchtvaartsector. Als ketenpartner voelt LVNL de verantwoordelijkheid 

om door samenwerking toegevoegde waarde aan de keten te leveren. Naast de blijvende inzet van 

LVNL om de kosteneffectiviteit te verbeteren, handhaaft LVNL haar positie als een state‐of‐the‐art 

luchtverkeersdienstverlener in een complex werkveld. De raad meent dat de prestaties van LVNL 

daarvoor illustratief zijn.  

Civiel‐militaire samenwerking 

De beoogde co‐locatie is in 2017 gerealiseerd. De samenwerking tussen beide organisaties verloopt 

positief en zal in de toekomst uitgebreid worden. De samenwerking beoogt op diverse terreinen 

synergievoordelen te bereiken en zal ertoe bijdragen dat het Nederlandse luchtruim efficiënter benut 

zal kunnen worden. 

ORS 

Geheel passend in de ambities van LVNL en de maatschappelijke verantwoordelijkheid die LVNL draagt 

neemt LVNL actief deel aan onder meer de omgevingsraad Schiphol (ORS), waarbij LVNL zich inzet een 

constructieve bijdrage te leveren aan het samen met alle belanghebbenden vinden van wegen om 

Page 51: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  51  

enerzijds de gewenste groei en vereiste kwaliteit van dienstverlening op Schiphol te kunnen 

accommoderen en anderzijds daarbij de overlast voor omwonenden zoveel als mogelijk te beperken. 

Regionale dienstverlening 

One Group of Airports 

In 2017 heeft het eerder geformuleerde beleidsvoornemen van het ministerie om tot een herziening 

van de heffingen systematiek voor de regionale luchthavens te komen geen concreet vervolg gekregen. 

Gezien de invloed die dit kan hebben op LVNL blijft dit echter een onderwerp op de gespreksagenda 

met het bestuur. 

 

De raad stelt vast dat het bestuur veel aandacht besteedt aan het onderzoeken van mogelijkheden om 

de efficiëntie van de regionale dienstverlening verder te verbeteren. Daarbij wordt onder meer 

onderzoek gedaan naar de introductie van nieuwe technologie, zoals remote towers, om de 

dienstverlening in aard en betrouwbaarheid gelijk te houden aan wat de klanten gewend zijn, met 

lagere kosten. 

Lelystad 

Een van de belangrijkste ontwikkelingen met betrekking tot de regionale dienstverlening waarover de 

raad regelmatig met het bestuur van gedachten heeft gewisseld is de voorbereiding voor de 

dienstverlening op de luchthaven Lelystad. Daarbij is onder meer gesproken over de voortgang van de 

voorbereidingsactiviteiten en de beperking van de financiële risico’s voor LVNL gegeven het feit dat de 

tariefstelling voor de terminal heffingszone geen dekking biedt voor de voorbereidingskosten. In 

februari 2018 heeft de minister besloten tot uitstel van de opening van Lelystad. De raad zal in het 

overleg met het bestuur over de implicaties van dat besluit van gedachten wisselen.  

  

De raad van toezicht heeft kennis genomen van de door het bestuur vastgestelde jaarverslag en de 

jaarrekening 2017 en stemt in met de inhoud daarvan. De raad constateert dat over 2017 een 

goedkeurende verklaring van de accountant is verkregen en heeft kennis genomen van de bevindingen 

van de accountant.  

 

 

Schiphol, 19 april 2018. 

Voor de raad van toezicht,  

Gerlach Cerfontaine, voorzitter. 

   

Page 52: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

52  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

Jaarrekening 2017 

Inhoudsopgave jaarrekening 

Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet‐gerealiseerde resultaten  53 

Geconsolideerde balans    54 

Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen  55 

Geconsolideerd kasstroomoverzicht voor 2017  56 

Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening  57 

Toelichting op de geconsolideerde exploitatierekening  72 

Toelichting op de geconsolideerde balans  79 

 

   

Page 53: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  53  

Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet‐gerealiseerde resultaten 

(bedragen in € 1.000)  Toelichting     2017     2016 

            Voortgezette activiteiten            

            Omzet  8    217.556    210.938 

Overige opbrengsten  9    15.651    15.369 

Bedrijfsopbrengsten      233.207    226.307 

            Personeelskosten  10    141.800    146.664 

Afschrijvingen  11    12.944    13.164 

Algemene kosten  12    47.812    39.276 

Bedrijfslasten      202.556    199.104 

            Exploitatieresultaat       30.651    27.203 

            Financieringsbaten   13    39    77 

Financieringslasten  13    1.216    1.393 

Netto financieringslasten      1.177    1.316 

            Resultaat uit voortgezette activiteiten        29.474     25.887 

            Niet gerealiseerde resultaten      ‐    ‐ 

            Totaal gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten over het boekjaar        29.474     25.887 

            Resultaat toe te rekenen aan:        2017     2016 

Bestemmingsfonds      12.253    7.994 

Egalisatiereserve      17.221    17.893 

Totaal gerealiseerde en niet gerealiseerde resultaten over het boekjaar        29.474     25.887 

   

Page 54: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

54  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

Geconsolideerde balans 

(bedragen in € 1.000)  Toelichting     2017     2016 

            Activa            

            Immateriële vaste activa  14    182    273 

Materiële vaste activa   15    142.590    133.089 

Totaal vaste activa      142.772    133.362 

            

            Vorderingen  16    44.008    36.969 

Geldmiddelen en kasequivalenten  17    55.427    37.731 

Totaal vlottende activa      99.435    74.700 

            Totaal activa        242.207     208.062 

            

            Passiva            

            Eigen Vermogen  18    100.434    70.960 

            Verplichtingen            Leningen en overige financieringsverplichtingen  19    31.527    39.775 

Vooruit ontvangen baten  20    14.226    7.711 

Personeelsbeloningen  21  36.800  40.478 

Totaal langlopende verplichtingen  82.553  87.964 

  

            Leningen en overige financieringsverplichtingen  19    8.248    8.898 

Vooruit ontvangen baten  20    4.291    1.900 

Handels‐ en overige schulden  22    46.681    38.340 

Totaal kortlopende verplichtingen      59.220    49.138 

            Totaal passiva        242.207     208.062 

 

   

Page 55: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  55  

Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen 

(bedragen in € 1.000)  Toelichting Bestemmings‐

fonds    Egalisatie‐

reserve     Totaal 

             Saldo per 1 januari 2016    49.080    ‐4.007    45.073 

             Resultaat 2016    7.994    17.893    25.887 

             Saldo per 1 januari 2017    57.074     13.886     70.960 

                  

Resultaat 2017    12.253     17.221     29.474 

                  

Saldo per 31 december 2017  18  69.327     31.107     100.434 

   

Page 56: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

56  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2017 

(bedragen in € 1.000.000)     2017  2016                

 

Ontvangsten heffingen en‐route  

149,4        144,1   

 

Ontvangsten heffingen terminal  

63,2        61,1   

 

Ontvangsten heffingen NSAA  

1,5        1,6   

 

Overige ontvangsten  

9,3        8,6     

Ontvangsten uit operationele activiteiten  

      223,4      215,4                

 

Betalingen personeel  

‐144,9        ‐140,2   

 

Betalingen verzekeringen  

‐1,1        ‐1,1   

 

Betalingen leveranciers  

‐44,5        ‐38,2     

Betalingen uit operationele activiteiten  

      ‐190,5      ‐179,5                  

Ontvangsten MUAC heffingen en route  

52,7        50,8     Betalingen EUROCONTROL 

 ‐36,5        ‐35,1   

 

Betalingen NSA  

‐2,1        ‐1,9   

 

Ontvangsten KNMI‐heffingen NSAA  

0,2        0,3   

 

Betalingen KNMI  

‐0,5        ‐0,3     Kassiersfunctie luchtverkeersdienstverleningsactiviteiten in nationaal luchtruim door derden 

 

      13,8 

     

13,8 

               

 

Netto kasstroom uit operationele activiteiten  

      46,7        49,7            

 

Investeringen in materiële vaste activa  

‐22,4        ‐33,0  

Desinvesteringen in materiële vaste activa  

0,0        0,0   

 

Betalingen en ontvangsten joint ventures  

‐0,3        ‐0,2   

 

Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten  

      ‐22,7        ‐33,2                

 

Opname lange termijn leningen  

0,0        0,0   

 

Aflossing lange termijn leningen  

‐8,9        ‐8,9   

 

Rente lange termijn leningen  

‐1,7        ‐2,0   

 

Ontvangen subsidies  

4,3        7,4   

 

Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten  

      ‐6,3        ‐3,5    

     

  

   

 

Totaal netto toe‐/afname kasstromen  

      17,7        13,0                

 

Beginstand geldmiddelen en kasequivalenten  

   37,7       24,7  

Totaal netto toe‐/afname kasstromen  

   17,7       13,0  

               

 

Eindstand geldmiddelen en kasequivalenten           55,4        37,7 

 

   

Page 57: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  57  

Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 

1. Verslaggevende entiteit  

Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) is statutair gevestigd aan het Stationsplein Zuid West 1001 te 

Schiphol in Nederland. Bij wet is LVNL, voorheen Luchtverkeersbeveiligingsorganisatie (LVB), met ingang 

van 1 januari 1993 opgericht. LVNL is een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) met rechtspersoonlijkheid. 

Kernactiviteit is het verlenen van luchtverkeersdienstverlening, zodanig dat het luchtverkeer op een 

veilige en efficiënte manier wordt afgehandeld binnen de gestelde milieurichtlijnen. In de Wet 

luchtvaart zijn alle taken van LVNL vastgelegd. Daaronder vallen onder meer het verlenen van 

communicatie‐, navigatie‐ en plaatsbepalingsdiensten, het verlenen van luchtvaartinlichtingendiensten, 

het uitgeven van luchtvaartpublicaties en kaarten en het verzorgen of doen verzorgen van opleidingen 

ten behoeve van luchtverkeersbeveiliging.  

 

De raad van toezicht heeft op 19 april 2018 ingestemd met de jaarrekening. De jaarrekening wordt 

gepubliceerd nadat de minister de jaarrekening heeft goedgekeurd.  

 

De geconsolideerde jaarrekening van LVNL over 2017 omvat de joint ventures Stichting Knowledge and 

Development Centre Mainport Schiphol en Stichting Bewonersaanspreekpunt Schiphol.  

 

LVNL legt als ZBO verantwoording af over haar prestaties aan de Minister van Infrastructuur en 

Waterstaat zoals dit is vastgelegd in de Regeling sturing van en toezicht op Luchtverkeersleiding 

Nederland. Bovendien heeft de minister beslissingsbevoegdheid met betrekking tot de begroting en de 

tarieven van LVNL. 

 

Basis voor presentatie 

 2. Overeenstemmingsverklaring 

In artikel 12 lid 1 van de EG‐verordening Nr 550/2004 van het Europees parlement en de Raad 

betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijke Europees 

luchtruim (zogenoemde luchtvaartnavigatiedienstenverordening) is het volgende vastgelegd: 

 

“Verleners van luchtvaartnavigatiediensten moeten, ongeacht hun eigendomsstructuur of rechtsvorm, 

hun jaarrekeningen opstellen, aan een onafhankelijke accountantscontrole onderwerpen en publiceren. 

Deze jaarrekeningen moeten voldoen aan de door de Gemeenschap goedgekeurde internationale 

standaarden voor jaarrekeningen (lees: EU‐IFRS). Wanneer deze jaarrekeningen vanwege juridische 

status van de dienstverlener niet volledig aan de internationale standaarden voor jaarrekeningen 

kunnen beantwoorden, streeft de betrokken dienstverlener ernaar zoveel mogelijk aan deze 

standaarden te voldoen.” 

 

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft in overleg en afstemming met LVNL de reikwijdte 

van de implementatie van Verordening 550/2004 van het Europees parlement en de Raad beperkt. 

Deze beperking heeft betrekking op de reikwijdte van IAS 19 en IAS 19R. In de brief gedateerd op 5 

februari 2015 heeft het ministerie de reikwijdte van de IAS 19 als volgt beperkt:  

 

   

Page 58: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

58  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

• Er is bepaald dat vooralsnog wordt afgezien van het treffen van een voorziening van de niet‐

afgefinancierde opgebouwde FLNA‐rechten. Het ministerie heeft aangegeven dat deze niet‐

afgefinancierde opgebouwde FLNA‐rechten moeten worden toegelicht onder de niet uit de balans 

blijkende verplichtingen; 

• Er is bepaald dat wordt afgezien van het toepassen van het direct verwerken van de actuariële 

winsten en verliezen van een toegezegde pensioenregeling (DB‐regeling) in het eigen vermogen. De 

actuariële resultaten worden dus verwerkt in de exploitatiekosten onder de personeelskosten.  

 

Belangrijkste reden van het ministerie om de reikwijdte te beperken is ingegeven vanuit de regelgeving 

over de prestatiesturing. Hierin moeten alle kosten worden verantwoord in de heffingszones en moeten 

vanuit hier de controlable en uncontrolable kosten bepaald worden. Wanneer er kosten direct via het 

eigen vermogen zouden lopen, zouden deze kosten buiten de prestatiesturing vallen en dus indien 

nodig niet meer kunnen worden verhaald op, of worden teruggegeven aan de gebruikers.  

 

De jaarrekening van LVNL voldoet daarmee aan de genoemde verordening. Hierdoor voldoet de 

jaarrekening niet volledig, doch zoveel mogelijk, aan de vereisten van EU‐IFRS. 

 

Daar waar in de jaarrekening de term LVNL‐waarderingsgrondslagen wordt gehanteerd, worden de 

waarderingsgrondslagen bedoeld op basis van Verordening 550/2004 van het Europees Parlement en 

de Raad en de brief van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (nu Ministerie van Infrastructuur en 

Waterstaat) met daarin de uitzonderingen op toepassing van IAS 19/19R Jaarrekening LVNL. 

 3. Waarderingsbasis 

De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de 

resultaatsbepaling zijn gebaseerd op historische kosten. 

 4. Functionele valuta en presentatievaluta 

De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro; de functionele valuta voor LVNL. Alle financiële 

informatie is afgerond op duizenden euro’s, tenzij anders vermeld. 

 5. Veronderstellingen en schattingen 

Het management heeft bij het opstellen van de jaarrekening in overeenstemming met de geldende 

grondslagen, op onderdelen gebruik gemaakt van veronderstellingen en schattingen die medebepalend 

zijn voor de opgenomen bedragen. De feitelijke uitkomsten kunnen van deze veronderstellingen en 

schattingen afwijken. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend 

beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schattingen 

worden herzien en in de toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.  

 

Het bovenstaande is van toepassing op de volgende onderwerpen: 

 a. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 

 

De boekwaarde van materiële vaste activa wordt periodiek getoetst aan de realiseerbare waarde als er 

aanwijzingen zijn voor een bijzondere waardevermindering. Een aanwijzing voor een bijzondere 

waardevermindering kan bijvoorbeeld zijn dat, naar inschatting van het bestuur, sprake is van:  

 

Page 59: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  59  

• Een snellere daling van de marktwaarde van een actief dan zou voortvloeien uit het verloop over de 

tijd of normaal gebruik;  

• Een belangrijke wijziging in de toepassing van een actief of in de bedrijfsstrategie; 

• Prestaties die sterk achterblijven ten opzichte van de verwachtingen, een significante verslechtering 

in de bedrijfstak of economie, of veroudering of beschadiging van het actief.  

 

Daarnaast kunnen omstandigheden, naar de inschatting van het bestuur, leiden tot de noodzaak tot het 

terugnemen van een eerder toegepaste bijzondere waardevermindering.  

 

Om in bovengenoemde gevallen te kunnen bepalen of daadwerkelijk sprake is van bijzondere 

waardeverminderingen of de noodzaak tot herziening, wordt de realiseerbare waarde bepaald. Daarbij 

maakt het bestuur gebruik van inschattingen en veronderstellingen ten aanzien van de bepaling van 

kasstroom genererende eenheden, de toekomstige kasstromen en de disconteringsvoet. De 

beoordelingen die hieraan ten grondslag liggen, kunnen van jaar tot jaar verschillen door economische 

of marktomstandigheden, veranderingen in de bedrijfsomgeving of in wet‐ en regelgeving en door 

andere factoren waar LVNL geen invloed op kan uitoefenen. Als de prognoses voor de realiseerbare 

waarde moeten worden bijgesteld, kan dit leiden tot bijzondere waardeverminderingen of ‐ in het geval 

van vaste activa ‐ herziening daarvan. 

 b. Economische levensduur en restwaarde van materiële vaste activa 

 

De materiële vaste activa maken een belangrijk deel uit van de totale activa van LVNL en de kosten van 

periodieke afschrijvingen vormen een belangrijk deel van de jaarlijkse bedrijfslasten. De vastgestelde 

economische levensduur en restwaarden, gebaseerd op inschattingen en veronderstellingen van het 

bestuur, hebben een belangrijke invloed op de waardering van materiële vaste activa. De economische 

levensduur van materiële vaste activa wordt mede geschat aan de hand van de technische levensduur, 

de ervaringen ten aanzien van soortgelijke activa, de onderhoudshistorie en de periode waarin de 

economische voordelen uit hoofde van de exploitatie van het actief ten goede zullen komen aan LVNL. 

Periodiek wordt getoetst of zich wijzigingen hebben voorgedaan in inschattingen en veronderstellingen 

die een aanpassing van de economische levensduur en/of restwaarde noodzakelijk maken. Een 

dergelijke aanpassing wordt prospectief doorgevoerd. 

 c. Actuariële aannames met betrekking tot voorzieningen personeelsbeloningen 

 

Verplichtingen uit hoofde van actuarieel berekende personele regelingen en vorderingen, worden 

actuarieel bepaald. Daarbij wordt gebruik gemaakt van veronderstellingen ten aanzien van toekomstige 

ontwikkelingen in salaris, sterfte, personeelsverloop, rendement van beleggingen en andere 

uitgangspunten.  

 

Voor het disconteren maakt LVNL gebruik van de actuele effectieve marktrente, gebaseerd op 

hoogwaardige ondernemingsobligaties, rekening houdend met de termijnstructuur van de 

verplichtingen. Het is algemeen aanvaard hoogwaardig te vertalen naar AA‐rated 

ondernemingsobligaties. Voor LVNL wordt de disconteringsvoet vastgesteld door de risicovrije 

rentevoet ‐ de swapcurve ‐ te verhogen met de creditspread op basis van iBoxx (AA‐rated). iBoxx is een 

index voor obligaties die wordt gepubliceerd voor verschillende sectoren (bijvoorbeeld overheid, 

semioverheid, corporate), verschillende ratings en looptijden. 

 

   

Page 60: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

60  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

d. Aannames met betrekking tot ontslagvergoedingen 

 

Bij het vaststellen van de voorziening voor ontslagvergoedingen is door het management een 

inschatting gemaakt van het aantal overeen te komen vertrekregelingen en de kans dat 

herplaatsingskandidaten gedurende de herplaatsingsperiode een nieuwe werkkring vinden. Verder is 

rekening gehouden met de bepalingen in het rechtspositiereglement. 

  e. Claims en geschillen 

 

Periodiek wordt door het bestuur een beoordeling uitgevoerd op alle claims en geschillen, om te 

bepalen in welke mate sprake is van bestaande en/of voorwaardelijke verplichtingen. Een voorziening 

wordt opgenomen voor bestaande verplichtingen, voor zover het waarschijnlijk is dat een uitstroom van 

middelen plaatsvindt om de verplichting in te lossen en er een betrouwbare schatting kan worden 

gemaakt van het bedrag van de verplichting. Een voorwaardelijke verplichting moet worden toegelicht. 

Aan de hand van de uitkomst van deze beoordeling wordt bepaald voor welke claims en geschillen een 

voorziening wordt getroffen en voor welke een toelichting wordt opgenomen. Als een voorziening moet 

worden getroffen, vraagt ook de inschatting van de kans en omvang van een uitstroom van middelen 

een aanzienlijke mate van beoordeling. In deze beoordeling maakt het bestuur mede gebruik van 

juridisch advies. 

 f. Voorziening dubieuze debiteuren 

 

De voorziening dubieuze debiteuren wordt gevormd ten behoeve van de luchtvaartmaat‐schappijen 

waarvan onzeker is of zij aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Op basis van de ouderdom 

worden de posten individueel beoordeeld en wordt een schatting gemaakt voor het oninbare deel van 

de vordering. 

 g. Resultaatbestemming 

 

LVNL bepaalt haar resultaatbestemming aan de hand van de in het prestatieplan gemaakte afspraken 

en de werkelijke kosten en volume van enig jaar. Op 22 maart 2017 is het prestatieplan 2015‐2019 

goedgekeurd door de Europese Commissie. 

 h. Belastingen 

 

In 2016 is de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsbedrijven ingegaan. Door LVNL is een 

inventarisatie gemaakt van alle activiteiten van LVNL. Voor een drietal activiteiten is volgens LVNL 

sprake van het drijven van een onderneming. Hierdoor is sprake van een belastingplicht. Het gaat hierbij 

om de volgende activiteiten: 

 

1. Luchtverkeersdiensten; 

2. Verstrekken abonnementen luchtvaartinformatie;  

3. Verkopen luchtvaartkaarten. 

 

Deze activiteiten zijn ook in de Wet luchtvaart benoemd als taken voor LVNL. LVNL is van mening dat 

geen sprake is van concurrentie binnen Nederland. Alleen LVNL is immers door de wet toegestaan deze 

activiteiten te verrichten. Op 6 september 2017 heeft de belastingdienst aangegeven de conclusie te 

delen dat de activiteit ‘luchtvaartdiensten’ voldoet aan een overheidstaak en geen sprake is van 

concurrentie waardoor de overheidstakenvrijstelling van toepassing is. Voor de verkoop van de 

luchtvaartkaarten stelt de belastingdienst dat voor een gedeelte van deze activiteit geen objectieve 

Page 61: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  61  

vrijstelling is. LVNL verstrekt deze kaarten tegen kostprijs. Daarom is geen sprake van een belastbare 

winst. 

 6. Grondslagen voor financiële verslaggeving 

De grondslagen voor de financiële verslaggeving zijn consequent toegepast op alle in deze 

geconsolideerde jaarrekening vermelde perioden. 

 

Het boekjaar van LVNL vangt aan op 1 januari en eindigt op 31 december van hetzelfde jaar. 

 

LVNL is aangemerkt als eindgebruiker voor de btw. Hierdoor zijn de verantwoorde kosten inclusief btw. 

 a. Nieuwe standaarden en wijzigingen in standaarden en het effect op LVNL‐

waarderingsgrondslagen 

 

De International Accounting Standards Board (IASB) heeft nieuwe en/of gewijzigde standaarden en 

interpretaties uitgebracht, die met ingang van het boekjaar 2017 van toepassing zijn. De door de IASB 

goedgekeurde wijzigingen zijn nog niet allemaal door de Gemeenschap (EU) goedgekeurd. Zoals blijkt 

uit de overeenstemmingsverklaring (zie toelichting 2) moet LVNL bij het opstellen van de jaarrekening 

voldoen aan de door de Gemeenschap goedgekeurde internationale standaarden voor jaarrekeningen 

(lees: EU‐IFRS). Wanneer deze jaarrekening vanwege de juridische status van de dienstverlener niet 

volledig aan de internationale standaarden voor jaarrekeningen kan beantwoorden, streeft de 

betrokken dienstverlener ernaar zoveel mogelijk aan deze standaarden te voldoen.  

 

In 2017 is een aantal aanpassingen of verduidelijkingen in de standaarden door de Gemeenschap 

goedgekeurd. Een tweetal hiervan heeft een invoeringsdatum van 1 januari 2018. Zij hebben betrekking 

op IFRS 9, financiële instrumenten, en IFRS 15, omzetverantwoording. Daarnaast is IFRS 16 Leases 

goedgekeurd met een invoeringsdatum van 1 januari 2019 

IFRS 9 Financiële instrumenten 

IFRS 9 geeft nieuwe richtlijnen voor de waardering van financiële instrumenten met betrekking tot 

classificatie en waardering, impairment en hedge accounting. De herziene richtlijnen voor classificatie 

en waardering geven geen aanleiding om de waardering tegen kostprijs aan te passen. LVNL past geen 

hedge accouning toe. Wat betreft het omgaan met bijzondere waardeverminderingen (impairment) van 

financiële instrumenten is de conclusie dat dit niet zal leiden tot aanpassing van de voorziening voor 

dubieuze debiteuren. Reden hiervoor is dat de huidige recovery rate op de vordering hoog is (99,8 

procent). Daarom is LVNL van mening dat er geen reservering nodig is in de periode van de eerste 12 

maanden, wanneer de vorderingen dan nog openstaan zal er een voorziening gevormd worden. Als er 

een debiteur in surseance of failliet is verklaard wordt er direct een voorziening gevormd ook als de 

vorderingen korter dan 12 maanden openstaan. Dit is in lijn met de huidige waarderingsgrondslag. IFRS 

9 heeft daarom geen effect op de waardering in 2018.  

IFRS 15 Omzetverantwoording 

IFRS 15 omzetverantwoording leidt niet tot aanpassing van de waarderingsgrondslagen voor de 

omzetverantwoording. Belangrijkste reden hiervoor is dat er bij LVNL geen contracten zijn waarin zowel 

goederen als een dienst worden geleverd met afzonderlijke prestatiemomenten. Bij onze belangrijkste 

opbrengst (het verlenen van luchtverkeersdiensten: 94 procent van totale opbrengsten) is het moment 

van levering van de dienst ook het moment waarop de prestatieverplichting wordt vervuld. Hierdoor 

wordt de opbrengst verantwoord op het moment van het verrichten van de dienst en valt de opbrengst 

dus in dezelfde tijdscategorie als het moment van het leveren van de dienst. Dit is gelijk aan de huidige 

Page 62: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

62  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

waarderingsgrondslag. LVNL verwacht daarom dat IFRS 15 geen effect heeft op de 

opbrengstverantwoording in 2018. 

IFRS 16 Leases 

IFRS 16 zorgt ervoor dat operationele lease‐ en huurcontracten op de balans verschijnen van de huurder 

als activa. Tegenover dit actief (gebruikersrecht) komt er een huurverplichting op de creditzijde van de 

balans. LVNL heeft een eerste inventarisatie uitgevoerd van het mogelijke effect voor LVNL. In 2018 

vindt een gedetailleerde inventarisatie plaats.  

 

Binnen de huidige exploitatierekening van LVNL zijn huur‐ en leasekosten, licentierechten, erfpacht, 

huurlijnen en het gebruik van het radiospectrum verantwoord als kosten (totaal bedrag circa 4 miljoen 

euro). De verwachting is dat een groot deel hiervan voldoet aan de criteria zoals aangegeven is in de 

richtlijn. Zij moeten dus worden gewaardeerd als een gebruikersrecht. In 2018 wordt hiervoor de 

impact verder bepaald. LVNL heeft niet de intentie de richtlijn voor 1 januari 2019 in te voeren. 

Jaarlijkse aanpassingen 

Begin 2018 is een aantal wijzigingen/verbeteringen doorgevoerd in het kader van de jaarlijkse 

verbeteringen (cyclus 2014‐2016) met een invoerdatum van 1 januari 2017/2018. Deze wijzigingen 

hadden geen effect op de waarderingsgrondslagen van LVNL.  

 b. Wijzigingen die vervroegd in 2017 mogen worden toegepast 

 

LVNL heeft geen nieuwe standaarden, wijzigingen van bestaande standaarden of interpretaties 

vervroegd toegepast die met ingang van het boekjaar 2017 of later verplicht zijn.  

 c. Grondslagen voor consolidatie 

Algemeen 

De grondslagen van waardebepaling en resultaatbepaling van de joint ventures van LVNL zijn waar 

nodig aangepast aan de waarderingsgrondslagen van LVNL. Zie voor een nadere toelichting paragraaf 27 

Gerelateerde partijen. 

Joint ventures 

Joint ventures zijn die entiteiten waarover LVNL gezamenlijk zeggenschap heeft, vastgelegd in een 

contractuele overeenkomst en unanieme instemming vereist is voor strategische beslissingen over het 

financiële en operationele beleid. De joint ventures worden volgens de nettovermogenswaarde 

methode gewaardeerd.  

Eliminatie van transacties bij consolidatie 

Intragroepssaldi en ‐transacties en eventuele niet‐gerealiseerde winsten en verliezen op transacties 

tussen LVNL en haar joint ventures, of baten en lasten uit dergelijke transacties, worden bij de 

opstelling van de geconsolideerde jaarrekening geëlimineerd.  

 d. Financiële instrumenten 

Niet‐afgeleide financiële instrumenten 

De niet‐afgeleide financiële instrumenten omvatten vorderingen, geldmiddelen en kasequivalenten, 

leningen en overige financieringsverplichtingen, handels‐ en overige schulden.  

 

Niet‐afgeleide financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde plus, 

voor instrumenten die niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van 

Page 63: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  63  

waardeveranderingen in de exploitatierekening, eventuele direct toerekenbare transactiekosten. Na de 

eerste opname worden niet‐afgeleide financiële instrumenten op de hierna beschreven manier 

gewaardeerd. 

 

De geldmiddelen en kasequivalenten omvatten rekening‐courantkredieten bij commerciële banken en 

het Ministerie van Financiën. Als het rekening‐courantkrediet bij het Ministerie van Financiën een 

schuld betreft, wordt deze verantwoord onder de post leningen en overige financieringsverplichtingen. 

De rekening‐courantkredieten maken in het kasstroomoverzicht deel uit van het saldo geldmiddelen en 

kasequivalenten. De verwerking van financieringsbaten en ‐lasten wordt toegelicht onder noot k. 

 

De vorderingen worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve 

rentemethode, gewoonlijk de nominale waarde, onder aftrek van een voorziening voor geschatte 

oninbaarheid. Mutaties van deze voorziening worden verantwoord in de exploitatierekening. 

 

De post leningen en overige financieringsverplichtingen bestaat uit leningen en schulden aan 

kredietinstellingen en het Ministerie van Financiën. Leningen worden opgenomen tegen de 

geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. Rentedragende leningen worden 

verantwoord onder de kortlopende verplichtingen, voor zover wordt verwacht dat de aflossing binnen 

twaalf maanden na balansdatum plaatsvindt. 

 e. Vreemde valuta 

 

Transacties in vreemde valuta worden in de functionele valuta omgerekend tegen de geldende 

wisselkoers per transactiedatum. In vreemde valuta uitgedrukte monetaire activa en verplichtingen 

worden per balansdatum in de functionele valuta omgerekend tegen de op die datum geldende 

wisselkoers. 

 

Koersverschillen worden ten gunste, respectievelijk ten laste gebracht van de exploitatierekening over 

de per balansdatum afgesloten verslagperiode.  

 f. Omzet 

 

Onder de omzet worden de vergoedingen verantwoord die LVNL ontvangt uit hoofde van het verrichten 

van haar wettelijke taak, het verlenen van luchtverkeersdiensten binnen het Nederlandse 

burgerluchtruim. Binnen het Nederlandse burgerluchtruim worden door LVNL drie heffingszones 

onderkend: en‐route, terminal en North Sea Area Amsterdam (NSAA). De vergoedingen worden betaald 

door de luchtvaartmaatschappijen. Daarnaast ontvangt LVNL een bijdrage van de overheid voor de 

vrijgestelde vluchten en het VFR‐ (Visual Flight Rules) verkeer binnen het en‐route gebied. Deze bijdrage 

wordt verantwoord onder de heffingen en‐route. 

 

De omzet wordt verantwoord in de exploitatierekening zodra de dienst is geleverd, de vergoeding die 

LVNL ontvangt op een betrouwbare wijze kan worden bepaald en het waarschijnlijk is dat de 

economische voordelen aan LVNL toekomen.  

 g. Diverse opbrengsten 

 

Onder de diverse opbrengsten worden de opbrengsten verantwoord uit hoofde van activiteiten die 

LVNL voor derden verricht naast haar wettelijke kerntaak. Wanneer de dienst of het goed is geleverd 

door LVNL worden de opbrengsten verantwoord in de exploitatierekening.  

 

Page 64: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

64  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

h. Subsidies 

 

De subsidies zijn grotendeels verkregen uit hoofde van investeringen in materiële vaste activa. De 

ontvangen subsidies worden in de balans opgenomen als vooruit ontvangen baten (zie noot o). 

Binnen LVNL wordt onderscheid gemaakt in investeringssubsidies en exploitatiesubsidies.  

 

Investeringssubsidies worden ontvangen voor de vervaardiging van een actief. Vaak wordt een subsidie 

verstrekt voor de gemaakte directe kosten en de gemaakte interne uren. LVNL heeft weinig tot geen 

interne uren die zich kwalificeren als direct toewijsbare uren voor het vervaardigen van een actief. 

Hierdoor vallen de subsidiebedragen voor de interne uren vrij als bate in de exploitatierekening in het 

jaar waarin deze uren worden gemaakt en er voldoende zekerheid bestaat dat zij worden toegekend. 

Subsidiebedragen voor activeerbare kosten in de kostprijs van een actief vallen vrij zodra voldoende 

zekerheid bestaat dat LVNL voldoet aan de gestelde voorwaarden en het betreffende actief 

operationeel is. Zij worden gepresenteerd als vooruit ontvangen subsidies. Deze subsidiebedragen 

vallen systematisch vrij in de exploitatierekening gedurende de gebruiksduur van het actief. Eventuele 

nog te ontvangen subsidiebedragen worden verantwoord als vordering op de subsidieverstrekker 

wanneer de managementinschatting is dat er voldoende zekerheid is dat aan de subsidievoorwaarden 

zal worden voldaan.  

 

Exploitatiesubsidies worden ontvangen voor onderzoek dat LVNL verricht met betrekking tot de 

luchtvaart. Deze subsidiebedragen worden direct in de exploitatierekening verantwoord op het moment 

van ontvangst en wanneer voldoende zekerheid bestaat dat zij worden toegekend.  

 

Mocht onverhoopt blijken dat een subsidie niet wordt toegekend en LVNL deze moet terugbetalen, dan 

wordt dit verwerkt als een schattingswijziging in het jaar van terugbetaling. 

 i. Verrekeningen met EUROCONTROL 

 

De verrekeningen met EUROCONTROL betreffen de verrekeningen van de Nederlandse 

contributiebijdrage aan zowel de centrale EUROCONTROL organisatie als MUAC, het verkeersvolume‐ 

en kostenrisico van MUAC en het gedeelte van het FABEC capacity incentive scheme dat voor rekening 

en risico van MUAC komt. Deze verrekeningen worden als onderdeel van de goedkeuring van het 

jaarverslag door de minister geheel of gedeeltelijk toegewezen aan een bestemming binnen of buiten 

LVNL. Voor zover de verrekeningen aan LVNL worden toegewezen worden hieruit de vergoeding van de 

vrijgestelde vluchten en de kosten van VFR verrekend (zie toelichting bij f Omzet). Het eventuele restant 

wordt toegevoegd aan een vermogenscomponent bij de resultaatbestemming en in de 

exploitatierekening verwerkt via de overige opbrengsten.  

 j. Lease 

 

Voor contracten waar het economisch eigendom in handen is van derden, operational leases, worden 

uitsluitend de huurtermijnen als kosten verantwoord in de exploitatierekening. 

  

LVNL heeft geen leaseovereenkomsten die zich kwalificeren als financiële leases. 

 k. Financieringsbaten en ‐lasten 

 

Financieringsbaten omvatten de rentebaten op ontvangen uitstaande bedragen en de rente op de 

rekening‐courant kredieten. 

 

Page 65: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  65  

Financieringslasten omvatten de rentelasten op opgenomen gelden, oprenting van voorzieningen en de 

behaalde koersverschillen op vreemde valuta. Financieringslasten die niet rechtstreeks zijn toe te 

kennen aan activa in aanbouw, worden met behulp van de effectieve rentemethode in de 

exploitatierekening opgenomen. 

 

Aan activa in aanbouw toegerekende rente wordt gecorrigeerd op de rentelasten in de 

exploitatierekening vanaf het moment dat een activum in aanbouw is tot en met activering van het 

activum onder de vaste activa. Toe te rekenen rente wordt bepaald met behulp van een gemiddelde 

rentevoet. Wanneer sprake is van een specifieke objectfinanciering wordt de toe te rekenen rente 

bepaald op basis van de betreffende lening. Bij het berekenen van de gemiddelde rentevoet wordt er 

vanuit gegaan dat alle materiële vaste activa volledig worden gefinancierd met langlopende leningen. 

Voor het niet gefinancierde deel wordt een rentepercentage genomen van de rekening courant. 

 

Valutakoerswinsten en ‐verliezen worden gerapporteerd op gesaldeerde basis, als financieringsbate of 

als financieringslast. 

 l. Immateriële vaste activa 

 

Immateriële vaste activa omvat de geactiveerde ontwikkelkosten voor luchtverkeersleidings‐

apparatuur. 

 

Uitgaven voor onderzoeksactiviteiten die worden verricht met het vooruitzicht technische kennis of 

inzichten te verwerven, worden als last in de exploitatierekening genomen op het moment dat zij zich 

voordoen. 

 

Met ontwikkelactiviteiten is een plan of ontwerp voor de bouw van nieuwe of wezenlijk verbeterde 

luchtverkeersleidingsapparatuur gemoeid. Uitgaven voor ontwikkelactiviteiten worden alleen 

geactiveerd als de ontwikkelkosten betrouwbaar kunnen worden bepaald, het systeemtechnisch 

haalbaar is, de toekomstige economische voordelen waarschijnlijk zijn, LVNL van plan is en over 

voldoende middelen beschikt om de ontwikkeling te voltooien en het systeem actief te gebruiken is. De 

geactiveerde uitgaven omvatten de materiaalkosten en de indirecte kosten die direct toerekenbaar zijn 

aan het gebruiksklaar maken van het actief en de geactiveerde financieringskosten. De overige 

ontwikkelkosten, waaronder de directe arbeidskosten, worden als last in de exploitatierekening 

opgenomen op het moment dat deze worden gemaakt. 

De geactiveerde ontwikkelkosten worden gewaardeerd tegen kostprijs, verminderd met cumulatieve 

afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen.  

 m. Materiële vaste activa 

 

Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen historische kostprijs, verminderd met cumulatieve 

afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen. In de kostprijs zijn de kosten 

begrepen die direct toerekenbaar zijn aan de verwerving van het actief.  

 

De financieringskosten die samenhangen met de verwerving of bouw van in aanmerking komende 

activa, worden ook in de kostprijs van materiële vaste activa opgenomen. Aangeschafte software wordt 

geactiveerd als onderdeel van de daarmee samenhangende apparatuur. 

 

Wanneer materiële vaste activa bestaan uit onderdelen met een ongelijke gebruiksduur, worden deze 

als afzonderlijke posten onder de materiële vaste activa opgenomen. 

 

Page 66: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

66  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

Winst of verlies op de verkoop van een materieel vast actief wordt vastgesteld aan de hand van een 

vergelijking van de verkoopopbrengsten met de boekwaarde van de materiële vaste activa en wordt 

netto verantwoord onder de afschrijvingskosten in de exploitatierekening.  

 

De kostprijs van de vervanging van een deel van een materieel vast actief wordt in de boekwaarde van 

dat actief opgenomen, als het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen van het 

actief aan LVNL zullen toekomen en de kostprijs van het actief betrouwbaar kan worden bepaald. De 

boekwaarde van het vervangen onderdeel wordt niet langer in de balans opgenomen. De kosten van 

het dagelijkse onderhoud van materiële vaste activa worden als last in de exploitatierekening 

opgenomen op het moment dat zij worden gemaakt. 

 

Afschrijvingen worden gebaseerd op de kostprijs van een actief, verminderd met de restwaarde. 

Belangrijke componenten van individuele activa worden apart beoordeeld. Als een component een 

gebruiksduur heeft die afwijkt van de rest van dat actief, wordt het component apart afgeschreven. 

Afschrijvingen worden ten laste van de exploitatierekening gebracht volgens de lineaire methode, op 

basis van de geschatte gebruiksduur van ieder onderdeel van een materieel vast actief. Als het 

redelijkerwijs zeker is dat LVNL de geleasede activa aan het einde van de leasetermijn in eigendom 

neemt, worden deze afgeschreven in overeenstemming met de termijn van de leaseovereenkomst of 

kortere gebruiksduur. 

 

Afschrijvingsmethoden, gebruiksduur en restwaarde worden gedurende het boekjaar opnieuw 

geëvalueerd en, indien noodzakelijk, aangepast.  

 

De boekwaarde van materiële vaste activa wordt periodiek getoetst aan de realiseerbare waarde als er 

aanwijzingen zijn voor een bijzondere waardevermindering. De realiseerbare waarde is de hoogste van 

de directe opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. De directe opbrengstwaarde is het bedrag dat kan 

worden verkregen uit de verkoop van het actief. De bedrijfswaarde is de contante waarde van de 

geschatte toekomstige kasstromen die naar verwachting uit het actief zullen voortvloeien. 

 

Als de realiseerbare waarde lager is dan de boekwaarde, wordt het verschil als een bijzondere 

waardevermindering direct in aanmerking genomen in de exploitatierekening en in mindering gebracht 

op de boekwaarde van het actief. Voorts wordt, voor zover van toepassing, de lineaire afschrijving over 

de resterende economische levensduur bijgesteld.  

 n. Eigen vermogen  

 

Het bestemmingsfonds is bedoeld om financiële effecten van de risico’s uit hoofde van de 

Prestatieregeling te kunnen opvangen, het zogenoemde volume‐ en kostenrisico voor zover deze voor 

rekening van LVNL komt. Ultimo 2011 is een bestemmingsfonds gevormd om de effecten uit hoofde van 

het risicodelingsmechanisme en het incentive mechanisme als onderdeel van de Prestatieregeling vanaf 

2012 op de heffingszone en‐route op te kunnen vangen. Vanaf 2015 is de Prestatieregeling ook van 

toepassing op de terminal heffingszone. Vanaf 2014 is hiervoor een start gemaakt met het vormen van 

een bestemmingsfonds. 

 

De egalisatiereserve ‐ zoals bedoeld in artikel 33 van de Kaderwet ZBO ‐ omvat het met de gebruikers 

verrekenbare deel van de gerealiseerde over‐ en onderdekkingen op de heffingszones van LVNL. Sinds 

2012 wordt ook het aan de gebruikers toe te rekenen aandeel in het volume‐ en kostenrisico van de en‐

route heffingszone uit hoofde van de Prestatieregeling in de egalisatiereserve verwerkt. De 

egalisatiereserve is onderverdeeld naar de heffingszones binnen de dienstverlening van LVNL: en‐route, 

terminal en NSAA. 

Page 67: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  67  

o. Vooruit ontvangen baten 

 

In deze post zijn de vooruit ontvangen subsidies en vooruit ontvangen bijdragen op activa in aanbouw 

opgenomen. De bedragen worden tegen het nominale bedrag gewaardeerd op de balans.  

 

Subsidies en vooruit ontvangen bedragen op activa worden evenredig met de bijbehorende 

afschrijvingslast van het actief in de exploitatierekening verantwoord onder de overige opbrengsten (zie 

noot h). 

 p. Personeelsbeloningen 

Vergoedingen na uitdiensttreding 

LVNL is verplicht de pensioenregeling onder te brengen bij Stichting Pensioenfonds ABP. De 

pensioenregeling wordt aangemerkt als een collectieve regeling van meerdere werkgevers. IAS 19 

verlangt dat bepaalde informatie over toegezegde pensioenregelingen wordt toegelicht in de 

jaarrekening. Met name het saldo van de met de regeling samenhangende activa en passiva moet in de 

balans worden opgenomen als een vordering en verplichting. Het ABP heeft aangegeven niet in staat te 

zijn aan de deelnemende ondernemingen de informatie te verschaffen die volgens IAS 19 noodzakelijk 

is voor het verantwoorden van de pensioenregeling als een toegezegde‐pensioenregeling.  

 

Daarom wordt de regeling verwerkt volgens de methodiek voor toegezegde‐bijdrageregelingen en is bij 

de berekening van de verplichtingen voortvloeiend uit de pensioenregeling volstaan met het in 

aanmerking nemen in de exploitatierekening van de verschuldigde premie ten behoeve van de 

pensioenen. Voor zover de premie nog niet is betaald, is een verplichting opgenomen op de balans. 

 

LVNL heeft bij eventuele tekorten in het pensioenfonds geen verplichting tot aanvullende bijdragen 

anders dan toekomstige premieverhogingen. 

Andere lange termijn personeelsbeloningen 

Voorziening FLNA/IKV Rotterdam, Eelde en Beek 

In 2017 is de Individueel Keuzeverlof‐regeling (IKV‐regeling) naast de FLNA‐regeling ingevoerd. De 

medewerker maakt een keuze voor één van beide regelingen. De IKV‐regeling biedt de medewerkers, 

op wie de FLNA‐regeling van toepassing is, de mogelijkheid om eerder te stoppen of juist langer door te 

werken (opschorten). Deze keuze heeft invloed op de omvang van het op te bouwen uitkeringsrecht, 

dat in deze regeling het IKV‐recht heet. De totale waarde van het opgebouwde IKV‐recht kan in tijd en 

hoogte flexibel worden ingezet gedurende de IKV‐periode. Door deze regeling krijg de medewerker de 

mogelijkheid om zijn AOW‐gat te overbruggen. De FLNA‐regeling eindigt namelijk bij 65 jaar en de IKV‐

regeling heeft als uiterste einddatum de AOW‐leeftijd. In 2016 was alleen de FLNA‐regeling van 

toepassing. Vanaf 2 augustus 2017 is ook de IKV‐regeling van toepassing.  

 

De voorziening FLNA/IKV Rotterdam, Eelde en Beek is opgenomen tegen de contante waarde van de te 

verwachten toekomstige verplichtingen. Bij de berekening van de contante waarde wordt voor het 

bepalen van de disconteringsvoet rekening gehouden met de looptijd van de voorziening. Jaarlijks 

wordt de waardering van de toekomstige verplichtingen actuarieel berekend. De voorziening bestaat uit 

de verplichting van de FLNA‐ en IKV‐rechten van luchtverkeersleiders op de regionale luchthavens 

Rotterdam The Hague Airport (Rotterdam), Groningen Airport Eelde (Eelde) en Maastricht Aachen 

Airport (Beek), die reeds zijn afgefinancierd in het kader van de doorgevoerde herstructurering.  

 

Het actuarieel resultaat, de servicekosten en de rentelasten worden direct ten laste van de 

exploitatierekening gebracht. Het berekende actuarieel resultaat wordt in afwijking van IAS 19 

Page 68: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

68  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

verantwoord in de exploitatierekening. De uitzondering op de toepassing van IAS 19 is opgenomen 

onder toelichting 2 Overeenstemmingsverklaring. 

 

Voor de overige FLNA‐ en IKV‐rechten van de luchtverkeersleiders op Amsterdam Airport Schiphol en de 

nog niet‐afgefinancierde FLNA‐ en IKV‐rechten van luchtverkeersleiders op de regionale luchthavens 

Rotterdam, Eelde en Beek, heeft LVNL geen voorziening gevormd. De uitzondering op de toepassing van 

IAS 19 is opgenomen onder toelichting 2 Overeenstemmingsverklaring. 

Voorziening gratificatie bij ambtsjubilea 

De voorziening gratificatie bij ambtsjubilea is opgenomen tegen de contante waarde van de te 

verwachten toekomstige verplichtingen. Bij de berekening van de contante waarde wordt voor het 

bepalen van de disconteringsvoet rekening gehouden met de looptijd van de voorziening. De 

verplichting ontstaat vanwege gratificatie bij ambtsjubilea, zoals opgenomen in de rechtspositieregeling 

LVNL. 

 

Jaarlijks wordt de waardering van de voorziening gratificatie bij ambtsjubilea onder IAS 19 actuarieel 

berekend volgens de methode ‘Projected Unit Credit’. Dit houdt in dat aan het begin van het boekjaar 

en aan het eind van het boekjaar van elke verplichting de waarde wordt bepaald. Hierbij wordt rekening 

gehouden met:  

 

• Toekomstige salarisstijgingen; 

• Toekomstige rekenrente; 

• Personeelsverloop: ontslag, sterfte en invalidering. 

 

Deze lasten worden toegerekend aan de diensttijd van de werknemer. Er wordt berekend hoeveel de 

uitkering bedraagt op de jubileumdatum. Vervolgens wordt een evenredig deel van deze uitkering 

toegerekend aan elk dienstjaar en wordt de contante waarde hiervan bepaald, te weten de ‘Projected 

Benefit Obligation’ (PBO). 

 

Het actuarieel resultaat, de servicekosten en de rentelasten worden direct ten laste van de 

exploitatierekening gebracht. 

Ontslagvergoedingen 

LVNL heeft voor een aantal medewerkers een ontslagvoorziening gevormd op basis van de 

overeengekomen ontslagvergoedingen, dan wel de rechtspositionele wachtgeldregeling die van 

toepassing is op medewerkers waarmee nog geen overeenstemming is bereikt. De voorziening voor 

ontslagvergoedingen is opgenomen tegen de contante waarde van de toekomstige verplichtingen, 

rekening houdend met de ingeschatte vertrekregelingen en de kans dat de herplaatsingskandidaten 

gedurende de herplaatsingsperiode een nieuwe werkkring vinden. Ook is rekening gehouden met de 

bepalingen in het rechtspositiereglement. De disconteringsvoet is bepaald op basis van de looptijd van 

de voorziening. 

 

Het actuarieel resultaat, de servicekosten en de rentelasten worden direct ten laste van de 

exploitatierekening gebracht. 

Overige personele voorzieningen 

Dit betreft verplichtingen die voortkomen uit de afkoopverplichtingen, FPU‐ en wachtgeldregelingen die 

LVNL heeft. De overige personele voorzieningen zijn opgenomen tegen de contante waarde, rekening 

houdend met de looptijd van de toekomstige verplichtingen. 

 

Page 69: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  69  

Het actuarieel resultaat, de servicekosten en de rentelasten worden direct ten laste van de 

exploitatierekening gebracht. 

Korte termijn personeelsbeloningen 

De personeelsgerelateerde schulden zijn betaalbaar binnen twaalf maanden na het einde van het 

boekjaar waarin de werknemer de prestaties heeft verricht. De kosten uit hoofde van deze 

personeelsbeloningen worden in de exploitatierekening verantwoord onder personeelskosten, op het 

moment dat de prestaties zijn verricht of rechten op beloningen zijn ontstaan (bijvoorbeeld 

vakantiegeld). 

 

Per balansdatum worden de niet‐opgenomen verlofrechten van het personeel gewaardeerd op basis 

van het tegoed in uren tegen het verwachte tarief op het moment van uitbetaling. Deze kosten komen 

ten laste van de exploitatierekening in het boekjaar waarin de rechten zijn verworven. 

 

De verplichting die LVNL heeft bij de beëindiging van een dienstverband op grond van een met een 

medewerker gemaakte vaststellingsovereenkomst tot beëindiging van de dienstbetrekking, of bij 

onvrijwillig ontslag voor zover dit niet een aan de werknemer verwijtbaar ontslag is, wordt volledig in de 

exploitatierekening van het boekjaar opgenomen zodra deze verplichting ontstaat. Er zijn verschillende 

regelingen, waaronder wachtgeldregelingen, bovenwettelijke uitkering bij werkloosheid, 

compensatieregelingen en WW‐conforme regelingen. Als de verplichting betrekking heeft op meerdere, 

toekomstige jaren wordt een voorziening getroffen die onder de andere lange termijn 

personeelsbeloningen wordt verantwoord. 

Compensatie bij inkomensverlies  

Een werknemer waarvan de mate van arbeidsongeschiktheid op grond van de WIA is vastgesteld op 

minder dan 35 procent en die, als gevolg van een plaatsing in een andere functie of de eigen functie 

onder andere voorwaarden, inkomensverlies heeft, maakt gedurende een tijdvak van vijf jaren 

aanspraak op compensatie van dit inkomensverlies. 

 

De te verwachten kosten van loonsuppletie bij arbeidsongeschiktheid worden volledig in de 

exploitatierekening tot uitdrukking gebracht op het moment dat een personeelslid gedeeltelijk 

arbeidsongeschikt wordt verklaard.  

 q. Overige voorzieningen 

 

Een overige voorziening wordt in de balans opgenomen op het moment dat LVNL een in rechte 

afdwingbare of feitelijke verplichting heeft als gevolg van een gebeurtenis in het verleden, waarvan een 

betrouwbare schatting kan worden gemaakt en het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die 

verplichting een uitstroom van middelen nodig is.  

 

De overige voorzieningen zijn opgenomen tegen de contante waarde van de verwachte toekomstige 

kasstromen. Voor het disconteren maakt LVNL gebruik van de actuele effectieve marktrente, gebaseerd 

op hoogwaardige ondernemingsobligaties, rekening houdend met de termijnstructuur van de 

verplichting. 

 r. Bepaling reële waarde 

 

Een aantal grondslagen en de informatieverschaffing van LVNL vereisen de bepaling van de reële 

waarde van zowel financiële als niet‐financiële activa en verplichtingen. Voor waarderings‐ en 

informatieverschaffingsdoeleinden is de reële waarde op basis van de volgende methoden bepaald. 

Page 70: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

70  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

Indien van toepassing wordt nadere informatie over de uitgangspunten voor de bepaling van de reële 

waarde vermeld bij het onderdeel van deze toelichting dat specifiek op het betreffende actief of de 

betreffende verplichting van toepassing is. 

Vorderingen 

De reële waarde van vorderingen wordt geschat op de contante waarde van de toekomstige 

kasstromen. Zij worden op hun beurt gedisconteerd tegen de marktrente op de verslagdatum. 

Niet‐afgeleide financiële verplichtingen 

De reële waarde van niet‐afgeleide financiële verplichtingen wordt bepaald ten bate van de 

informatieverschaffing en berekend op basis van de contante waarde van toekomstige aflossingen en 

rentebetalingen, gedisconteerd tegen de marktrente op de verslagdatum.  

 s. Rapportage WNT 

 

Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke 

sector (WNT) heeft LVNL zich gehouden aan de bepalingen van en krachtens de wet en deze als 

normenkader bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerd. 

 t. Kasstroomoverzicht 

 

Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de directe methode.  

 

In de kasstroom uit financieringsactiviteiten is de kasstroom zichtbaar gemaakt van partijen waarvoor 

LVNL een kassiersfunctie vervult.  

 

LVNL verricht een kassiersfunctie voor EUROCONTROL binnen de en‐route heffingszone. De ontvangen 

heffingen en‐route bevatten ook de heffingen voor EUROCONTROL en NSA, voor de dienstverlening ten 

behoeve van de en‐route luchtruimgebruikers. De ontvangen heffingen terminal bevatten alleen het 

LVNL‐deel. De betalingen aan EUROCONTROL zijn conform de opvragingen van de contributie vanuit 

EUROCONTROL.  

 

Daarnaast verricht LVNL een kassiersfunctie voor het KNMI. De betalingen KNMI betreffen de 

afstortingen door LVNL voor het KNMI‐deel in de geïnde heffingen voor het NSAA‐heffingsdeel.  

Door deze kasstromen separaat zichtbaar te maken kan een beter beeld worden verkregen van de 

kasstromen die op LVNL betrekking hebben en de kasstromen van derden. 

  7. Financieel risicomanagement 

De volgende risico’s worden door het bestuur onderkend: 

 

• Kredietrisico; 

• Liquiditeitsrisico; 

• Marktrisico, zijnde valutarisico en renterisico. 

 

Hieronder volgt een toelichting op elk van de bovengenoemde risico’s, de doelstellingen, grondslagen 

en procedures van LVNL voor het beheren en meten van deze risico’s en het kapitaalbeheer van LVNL. 

 

   

Page 71: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  71  

Kredietrisico 

 

Kredietrisico is het risico van financieel verlies voor LVNL als een afnemer de aangegane contractuele 

verplichtingen niet nakomt. Kredietrisico’s voor LVNL vloeien vooral voort uit vorderingen op 

luchtruimgebruikers (luchtvaartmaatschappijen). LVNL heeft geen mogelijkheid haar kredietrisico te 

beperken, omdat LVNL volgens de Wet luchtvaart verplicht is luchtverkeersdiensten te verlenen. LVNL 

vormt een voorziening ter grootte van de geschatte verliezen uit hoofde van oninbare vorderingen.  

 

Liquiditeitsrisico 

 

Het liquiditeitsrisico is het risico dat LVNL niet op het vereiste moment aan haar financiële 

verplichtingen kan voldoen. Het uitgangspunt voor het liquiditeitsrisicobeheer is dat er voldoende 

liquiditeiten worden aangehouden om te kunnen voldoen aan de huidige en toekomstige financiële 

verplichtingen, zonder dat daarbij onaanvaardbare verliezen worden gelopen, of de reputatie van LVNL 

in gevaar komt. Zorgvuldig beheer van het liquiditeitsrisico brengt met zich mee dat LVNL voldoende 

geldmiddelen en kasequivalenten aanhoudt en dat via een toereikend bedrag aan kredietfaciliteiten 

financiering voorhanden is. 

 

Valutarisico 

 

Het valutarisico treedt op als toekomstige zakelijke transacties, verantwoorde activa en passiva en 

netto‐investeringen, in activiteiten worden uitgedrukt in andere valuta dan de euro (de functionele 

valuta van LVNL). Het valutarisico voor LVNL is afhankelijk van het aantal materiële transacties in 

vreemde valuta. Het beleid van LVNL is erop gericht valutarisico’s zoveel mogelijk direct af te dekken. 

 

Renterisico 

 

Uit hoofde van de Comptabiliteitswet 2001 is LVNL gehouden aan schatkistbankieren waarvoor een 

variabele rente geldt. De rente van de rekening courant die wordt aangehouden bij het Ministerie van 

Financiën is gebaseerd op het eendaagse interbancaire rentetarief voor het Eurogebied (Euro Overnight 

Index Average, EONIA). Hierdoor loopt LVNL een renterisico. Het renterisico is beperkt voor de 

langlopende leningen, aangezien een vast rentepercentage over de gehele looptijd is afgesproken. De 

leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd.  

   

Page 72: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

72  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

Toelichting op de geconsolideerde exploitatierekening 

8. Omzet 

De specificatie van de omzet is als volgt:  

 

(bedragen in € 1.000)     2017     2016 

          Heffingen en‐route     152.042      148.115  

Heffingen terminal     63.843      61.315  

Heffingen NSAA     1.671      1.508  

          Totaal      217.556     210.938 

 

De omzet wordt ieder jaar berekend op basis van de formeel vastgestelde tarieven zoals deze in de 

Staatscourant zijn gepubliceerd. Het tarief en‐route is vastgesteld door de Statenvertegenwoordigers in 

de Uitgebreide Commissie van EUROCONTROL. Het tarief van de heffingszones terminal en NSAA is 

vastgesteld door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. De tarieven zijn bepaald op basis van het 

door FABEC, waartoe ook Nederland behoort, bij de Europese Commissie (EC) ingediende prestatieplan 

voor de tweede referentieperiode (RP2, 2015‐2019). LVNL en haar tarief maken onderdeel uit van dit 

plan.  

 

Op 22 maart 2017 heeft de Europese Commissie haar besluit gepubliceerd dat de Nederlandse 

(herziene) prestatieplannen in overeenstemming zijn met beide uitvoeringsverordeningen (EU 

390/2013 en EU 391/2013). Hiermee voldoet het tarief 2017 aan de regelgeving en zijn daarin de 

effecten van het herziene prestatieplan verwerkt. In een eerder stadium heeft de Europese Commissie 

de tarieven voor 2015 en 2016 inconsistent verklaard met het toen onderliggende performance plan. In 

het door de Europese Commissie goedgekeurde herziene prestatieplan is de LVNL‐component voor 

2015 en 2016 niet gewijzigd. Naar verwachting verklaart de Europese Commissie de tarieven voor 2015 

en 2016 binnenkort consistent met het goedgekeurde performance plan. Dit alles overziende voldoen 

de gepresenteerde omzet 2016 en 2017 aan de regelgeving.  

 

Nederland heeft de facturatie en inning van de en‐route heffingen, uit hoofde van internationale 

overeenkomsten, belegd bij de Central Route Charges Office (CRCO) van EUROCONTROL. LVNL heeft de 

inning van de terminal heffingen eveneens uitbesteed aan de CRCO. De facturatie en inning voor NSAA 

wordt door LVNL verricht. 

 

De basis voor de facturatie en bepaling van het tarief is gelegen in internationale wet‐ en regelgeving. 

Een gebruiker van het luchtruim is verplicht luchtverkeersdienstverlening af te nemen en hiervoor een 

vergoeding te betalen. Voor aanvang van de vlucht dient een gebruiker een vluchtplan in, op basis van 

dit vluchtplan wordt de gebruiker gefactureerd voor de geplande vlucht en het gebruik van het 

luchtruim. De facturatie vindt plaats tegen het tarief zoals gepubliceerd in de Staatscourant en zoals 

goedgekeurd door de Europese Commissie. De opbrengst wordt verantwoord op het moment dat de 

prestatie door LVNL wordt geleverd aan de gebruiker. 

 

Op basis van Europese wet‐ en regelgeving zijn bepaalde vluchten ‐ waaronder VFR‐verkeer ‐ vrijgesteld 

van heffingen. Als gevolg van deze regelgeving moet de overheid ervoor zorgen dat LVNL, KNMI en NSA 

worden terugbetaald voor de diensten die zij voor vrijgestelde vluchten verleent. De Nederlandse 

overheid heeft ervoor gekozen deze terugbetaling vanuit verrekening met EUROCONTROL te laten 

plaatsvinden.   

Page 73: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  73  

9. Overige opbrengsten 

De specificatie van de overige opbrengsten is als volgt: 

 

(bedragen in € 1.000)     2017     2016 

          Diverse opbrengsten     4.419      5.785  

Subsidies / Bijdrage derden    5.449      3.661  

Verrekeningen EUROCONTROL     5.783      5.923  

          Totaal      15.651     15.369 

 

De diverse opbrengsten hebben onder andere betrekking op de verkoop van luchtvaart‐publicaties, de 

dienstverlening in de vorm van onderhoud van apparatuur voor derden, doorberekening van geleverde 

diensten aan derden en de verhuur van ruimten aan derden. In alle gevallen betreft het verrichten van 

dienstverlening. LVNL verantwoordt de opbrengsten op moment van levering van de dienst. 

 

De subsidies zijn grotendeels verkregen in het kader van studieonderzoeken (SESAR‐subsidies), 

investeringssubsidies vanuit het infrastructuurfonds Connecting Europe Facility for Transport (CEF 

Transport) en vanuit het Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI). Deze laatste subsidies 

worden verstrekt door de Innovation & Networks Executive Agency (INEA). De in 2017 vrijgevallen 

subsidiebedragen betreffen subsidiegelden voor gemaakte exploitatiekosten van LVNL in deze 

projecten. 

 

De verrekeningen EUROCONTROL betreffen de verrekeningen van de Nederlandse contributiebijdragen 

aan zowel de centrale EUROCONTROL organisatie als MUAC, de verkeersvolume‐ en kostenrisico’s van 

MUAC en het gedeelte van het FABEC capacity incentive scheme dat voor rekening van MUAC komt. Op 

basis van de met de overheid gemaakte afspraken moet LVNL vanuit deze verrekening de kosten voor 

de vrijgestelde vluchten en VFR‐verkeer bekostigen. In 2017 heeft het ministerie aangegeven een deel 

van de verrekeningen EUROCONTROL te willen gebruiken voor het dekken van een aantal kostenposten 

voor de luchtverkeersdienstverlening op Bonaire. Over het resterende bedrag ‐ het zogenoemde vrij 

besteedbare deel ‐ heeft LVNL met het ministerie afgesproken deze te mogen gebruiken ter 

compensatie van de niet activeerbare ontwikkelkosten voor Lelystad Airport. Voor verdere informatie: 

zie toelichting 18 Eigen vermogen, paragraaf Bestemmingsfonds. 

 

   

Page 74: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

74  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

10. Personeelskosten 

De specificatie van de personeelskosten is als volgt: 

 

(bedragen in € 1.000)     2017     2016 

          Korte termijn personeelsbeloningen     110.192    107.466 

Vergoedingen na uitdiensttreding     27.914    27.746 

Andere lange termijn personeelsbeloningen     748    5.237 

Ontslagvergoedingen     362    3.666 

Overige personeelskosten    2.584    2.549 

          Totaal      141.800     146.664 

 

In onderstaande tabel is een uitsplitsing opgenomen voor de korte termijn personeelsbeloningen: 

 

(bedragen in € 1.000)     2017     2016 

          Salarissen    101.310    98.908 

Sociale lasten    8.882    8.558 

          Totaal      110.192     107.466 

 

De stijging van de salariskosten wordt voornamelijk veroorzaakt door de cao‐stijgingen conform de 

arbeidsvoorwaardenovereenkomsten voor het operationele personeel en het niet‐operationele 

personeel en een lichte stijging van het aantal fte’s. De overeenkomst van het operationele personeel 

heeft een looptijd van 1 februari 2017 tot en met 31 juli 2018 en voor het niet‐operationele personeel is 

de looptijd van 1 februari 2017 tot en met 31 januari 2018. Beide groepen hebben in 2017 cumulatief 

een structurele salarisverhoging ontvangen van 1,9 procent.  

 

In onderstaande tabel is een uitsplitsing opgenomen voor de vergoedingen na uitdiensttreding: 

 

(bedragen in € 1.000)     2017     2016 

          Pensioenlasten     13.971    11.965 

Pensioenlasten FLNA uit lopende exploitatie    13.238    13.381 

Pensioenlasten FLNA via voorziening Regio    705    2.400 

          Totaal      27.914     27.746 

 

De vergoedingen na uitdiensttreding bestaan uit de:  

 

• Af te dragen pensioenpremie aan het ABP voor actieve en niet‐actieve personeelsleden; 

• Vergoedingen die LVNL betaalt aan de FLNA‐gerechtigden die in het boekjaar gebruik maken van de 

FLNA‐regeling (niet‐actief personeel) voor zover deze rechten niet zijn afgefinancierd; 

• Jaarlijkse dotatie aan/vrijval van de voorziening FLNA Regio.  

 

 

   

Page 75: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  75  

De dekkingsgraad en grondslag van het ABP zijn vermeld in het onderstaande schema: 

 

ABP     2017     2016 

          Dekkingsgraad    104,4%    96,6% 

          

Grondslag   

 actuele marktrente    

 actuele marktrente  

          Peildatum    31‐12‐2017    31‐12‐2016 

 

Het ABP heeft aangekondigd dat zij vanaf 1 januari 2018 een structurele verhoging van de 

pensioenpremie doorvoert van 1,4 procent. De belangrijkste redenen voor de stijging zijn de lage rente 

en een hogere levensverwachting van de deelnemers.  

 

Onder de andere lange termijn personeelsbeloningen worden de kosten voor de ambtsjubileum 

uitkeringen verantwoord. De kosten bestaan uit de dotatie aan de voorziening voor ambtsjubilea. Voor 

een verdere toelichting zie toelichting 21 Personeelsbeloningen.  

 

De kosten voor ontslagvergoedingen bestaan uit de dotatie aan de voorzieningen voor 

ontslagvergoedingen en de dotatie aan de overige voorzieningen (waaronder de wachtgeldregelingen). 

De stijging ten opzichte van 2016 wordt voornamelijk veroorzaakt door een lagere dotatie aan de 

overige personele voorzieningen in 2017. Voor een verdere toelichting zie toelichting 21 

Personeelsbeloningen.  

 

Onder de overige personeelskosten worden onder andere de vergoedingen voor reiskosten woon‐/ 

werkverkeer verantwoord.  

 

Bezetting ultimo 2017 

 

Het aantal personeelsleden ‐ inclusief FLNA, in opleiding en overig ‐ van LVNL bedroeg op 31 december 

2017, op basis van fulltime equivalenten (38 uur) 1.016 fte (2016: 995 fte). 

 

   

Page 76: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

76  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

11. Afschrijvingen 

De samenstelling van de afschrijvingen is als volgt: 

 

(bedragen in € 1.000)     2017     2016 

          Immateriële vaste activa    91    108 

Materiële vaste activa    12.853    13.056 

          Totaal      12.944     13.164 

 De afschrijvingskosten voor de materiële vaste activa zijn als volgt te specificeren:  

(bedragen in € 1.000)     2017     2016 

          Gebouwen en terreinen     2.117      2.146  

Verkeersleidingsapparatuur    7.319      7.498  

Overige bedrijfsmiddelen     3.147      2.885  

           

Subtotaal     12.583      12.529  

          Buitengebruikstellingen     270      527  

          Totaal      12.853     13.056 

 

De boekwaarde van de buitengebruik gestelde activa is 271 duizend euro. Hierop is de ontvangen 

inruilwaarde van 1 duizend euro van één bedrijfswagen in mindering gebracht.  

    

Page 77: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  77  

12. Algemene kosten 

De algemene kosten worden als volgt gespecificeerd: 

 

(bedragen in € 1.000)     2017     2016 

          Inhuur personeel    11.823    7.742 

Overige personeelskosten    3.291    3.824 

Advieskosten    6.357    4.812 

Diensten derden    1.874    2.034 

Onderhoudskosten    8.865    7.825 

Energiekosten    1.771    1.791 

Aanschaf goederen    978    932 

Verzekeringskosten    1.076    1.063 

Communicatiekosten    2.218    1.879 

Erfpacht en licentiekosten    2.798    2.559 

Overige gebruikersrechten    2.002    1.708 

Diverse algemene kosten    4.759    3.107 

          Totaal      47.812     39.276 

 

De algemene kosten stijgen op totaal niveau met 8,5 miljoen euro. De belangrijkste stijgingen doen zich 

voor bij de inhuur van personeel (4,1 miljoen euro) en advieskosten (1,5 miljoen euro). Daartegenover 

dalen de overige personeelskosten (0,5 miljoen euro) en diensten derden (0,2 miljoen euro). De stijging 

van de inhuurkosten en advieskosten wordt veroorzaakt door inzet van tijdelijke medewerkers en 

aanvragen van advies op belangrijke strategische projecten, zoals de vervanging van het 

luchtverkeersleidingssysteem, ontwikkeling Lelystad Airport en de samenwerking tussen Defensie en 

LVNL voor de civiel‐militaire co‐locatie. Een deel van deze stijgingen worden gecompenseerd door 

ontvangen subsidiebijdragen of bijdragen in de kosten door het Ministerie van Defensie. Deze bijdragen 

worden verantwoord in de overige opbrengsten.  

 13. Financieringsbaten en ‐lasten 

De financieringsbaten en ‐lasten kunnen als volgt worden weergegeven: 

 

(bedragen in € 1.000)     2017     2016 

          Rentebaten    39    76 

Koersverschillen         1 

Financieringsbaten    39    77 

          Koersverschillen    1    0 

Rentelasten    1.495    1.851 

Rente voorzieningen personeelsbeloningen     215    348 

Geactiveerde rente op activa in aanbouw    ‐495    ‐806 

Financieringslasten    1.216    1.393 

          Netto financieringslasten     1.177     1.316 

 

Page 78: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

78  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

De netto financieringslasten zijn in 2017 gedaald ten opzichte van 2016. De belangrijkste verschillen 

worden verklaard door de afnemende rentelasten van leningen en de toerekening aan de voorziening 

personeelsbeloningen.  

De rentelasten dalen ten opzichte van 2016 met 0,4 miljoen en deze daling is hoofdzakelijk het gevolg 

van het afnemende bedrag aan uitstaande geldleningen.  

Doordat er in 2017 meer eigen middelen worden ingezet voor de financiering van de activa daalt de 

rentetoerekening aan de activa in aanbouw. Bovendien is sprake van een beperkte toename van de 

activa in aanbouw positie met 3,7 miljoen euro ten opzichte van 2016. In 2017 is een aantal grote 

projecten geactiveerd voor een totaal bedrag van 18,6 miljoen euro (vervanging AAA‐computers en 

TAR‐west). In 2016 waren de activeringen in totaal 10,8 miljoen euro. In 2017 is er daarnaast een 

bedrag van 22,4 miljoen euro geïnvesteerd, in 2016 bedroegen de investeringen 32,8 miljoen euro.  

 

   

Page 79: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  79  

Toelichting op de geconsolideerde balans 

14. Immateriële vaste activa 

Het verloopoverzicht van de immateriële vaste activa is op 31 december als volgt samengesteld:  

(bedragen in € 1.000) 

Onderzoek en Ontwikkeling 

   Stand per 1 januari 2016   Aanschafwaarde   701  

Cumulatieve afschrijvingen  ‐320  

Boekwaarde per 1 januari 2016   381  

   Mutaties gedurende 2016   Investeringen   ‐  

Desinvesteringen   ‐  

Desinvesteringen cum afschrijvingen   ‐  

Afschrijvingen  ‐108  

Saldo mutaties gedurende 2016   108‐ 

   Stand per 31 december 2016   Aanschafwaarde   701  

Cumulatieve afschrijvingen  ‐428  

Boekwaarde 31 december 2016   273  

  

Mutaties gedurende 2017    

Investeringen    

Desinvesteringen  ‐82  

Desinvesteringen cum afschrijvingen   82  

Afschrijvingen  ‐91  

Saldo mutaties gedurende 2017  ‐91  

    

Stand per 31 december 2017    

Aanschafwaarde   701  

Cumulatieve afschrijvingen  ‐519  

Boekwaarde 31 december 2017   182  

 

De immateriële vaste activa bestaan uit de ontwikkelkosten (onder andere gebruikersrechten) voor het 

bouwen van een prototype voor het nieuw te ontwikkelen verkeersleidingssysteem. Dit prototype 

wordt verder ontwikkeld en gebruikt voor test‐ en trainingsdoeleinden tot aan de ingebruikname van 

het nieuwe verkeersleidingssysteem, naar verwachting in de winter 2021/22.   

Page 80: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

80  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

15. Materiële vaste activa 

Overzicht verloop materiële vaste activa 

 

Het verloopoverzicht van de materiële vaste activa is op 31 december als volgt samengesteld: 

(bedragen in € 1.000) 

Gebouwen en terreinen  

Verkeers‐leidings‐

apparatuur 

Overige bedrijfs‐middelen 

Activa in aanbouw 

Totaal 

           Stand per 1 januari 2016           Aanschafwaarde    102.318    285.647    39.101    21.133    448.199  

Cumulatieve afschrijvingen   ‐70.152    ‐239.932    ‐24.796    ‐    ‐334.880  

Boekwaarde 1 januari 2016   32.166    45.715    14.305    21.133    113.319  

           Mutaties gedurende 2016           Investeringen   ‐    ‐    56    32.824    32.880  

Desinvesteringen   ‐3.276    ‐631    ‐898    ‐    ‐4.805  

Desinvesteringen cum afschrijvingen   2.736    631    857    ‐    4.224  

Afschrijvingen   ‐2.146    ‐7.498    ‐2.885    ‐    ‐12.529  

In gebruik genomen activa   1.535    4.789    4.448    ‐10.772    ‐  

Saldo mutaties gedurende 2016   ‐1.151    ‐2.709    1.578    22.052    19.770  

           Stand per 31 december 2016           Aanschafwaarde    100.577    289.805    42.707    43.185    476.274  

Cumulatieve afschrijvingen   ‐69.562    ‐246.799    ‐26.824    ‐    ‐343.185  

Boekwaarde 31 december 2016   31.015    43.006    15.883    43.185    133.089  

              

Mutaties gedurende 2017                

Investeringen            22.356    22.356  

Desinvesteringen   ‐873    ‐3.906    ‐716       ‐5.495  

Desinvesteringen cum afschrijvingen   612    3.906    706       5.224  

Afschrijvingen   ‐2.118    ‐7.319    ‐3.147       ‐12.584  

In gebruik genomen activa   5.096    9.372    4.152    ‐18.620    ‐  

Saldo mutaties gedurende 2017   2.717    2.053    995    3.736    9.501  

                

Stand per 31 december 2017                

Aanschafwaarde   104.800    295.271    46.143    46.921    493.135  

Cumulatieve afschrijvingen   ‐71.068    ‐250.212    ‐29.265    ‐    ‐350.545  

Boekwaarde per 31 december 2017   33.732    45.059    16.878    46.921    142.590  

 

In verband met de toekomstige verwerving van materiële vaste activa zijn contractuele verplichtingen 

aangegaan, zoals nader is toegelicht onder toelichting 25 Niet uit de balans blijkende verplichtingen. Op 

de materiële vaste activa zijn geen zekerheden aan derden verstrekt. 

 

   

Page 81: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  81  

De geschatte gebruiksduur voor de huidige en vergelijkbare periodes is als volgt: 

 

Materiële vaste activa  Component  Afschrijvingstermijn 

     Terreinen  Gebouwen en Terreinen   ‐  

Gebouwen  Gebouwen en Terreinen  20‐44 jaar 

Verkeersleidingsapparatuur  Verkeersleiding‐apparatuur  8‐20 jaar 

Installaties en machines  Overige Bedrijfsmiddelen  10‐15 jaar 

Transportmiddelen  Overige Bedrijfsmiddelen  5‐10 jaar 

Inventaris  Overige Bedrijfsmiddelen  10 jaar 

IT‐middelen  Overige Bedrijfsmiddelen  3‐10 jaar 

 

Op terreinen wordt niet afgeschreven, met uitzondering van de in 1996 betaalde en geactiveerde btw 

met betrekking tot een erfpachtcontract van het terrein op Schiphol, waarop het LVNL‐hoofdgebouw 

staat. De btw wordt over een periode van dertig jaar (de duur van het erfpachtcontract) afgeschreven.  

 

Op activa in aanbouw wordt niet afgeschreven. De overboeking van activa in aanbouw naar materiële 

vaste activa vindt plaats nadat het object operationeel in gebruik is genomen.  

 

Afschrijvingsmethoden, gebruiksduur en restwaarde worden jaarlijks geëvalueerd. 

Schattingswijziging 

De jaarlijkse evaluatie van de gebruiksduur van de activa heeft in 2017 niet geleid tot aanpassing van de 

resterende levensduur. 

 

Buitengebruikstelling activa (desinvesteringen) 

 

In 2017 zijn enkele activa buiten gebruik gesteld. Het betreft hier voornamelijk activa die zijn vervangen 

of verkocht. De eventuele resterende boekwaarde van de buiten gebruik gestelde activa is onder de 

afschrijvingslasten verantwoord als buitengebruikstellingen.  

   

Page 82: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

82  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

Activa in aanbouw 

 

De activa in aanbouw worden op 31 december als volgt gespecificeerd: 

 

(bedragen in € 1.000)     2017     2016   

            Primaire verkeersleidingssysteem (iCas)     25.151      18.752    Civiel‐Militaire samenwerking     1.389      2.652    Annex (Nieuwbouw SPL)     1.359      ‐   * 

Vervanging TAR4     ‐      6.990    Arrival Management Systeem (AMAN)     2.454      2.113    Vervanging AAA computers     6.243      6.487    Overige verkeersleidingssystemen     5.958      4.249    ICT‐onderwerpen     1.977      866    Lelystad     573      ‐    ATM Netwerk     278      ‐    Digi‐strippen Toren     608      ‐    Overige werken     931      1.076   * 

            Totaal      46.921       43.185    * Aangepast voor vergelijkingsdoeleinde 

 

In 2017 is een aantal activa in gebruik genomen waaronder een deel van de vervanging van de AAA‐

computers, TAR‐west en enkele delen vanuit de civiel‐militaire samenwerking.  

 

In 2017 bedraagt de geactiveerde rente 495 duizend euro (2016: 806 duizend euro). Dit komt neer op 

een gemiddelde kapitaalkostenvoet van 0,81 procent (2016: 4,48 procent) voor generiek gefinancierde 

investeringen. Daarnaast heeft LVNL voor een aantal investeringen specifieke financieringen 

aangetrokken. Voor de ontwikkeling van het primaire luchtverkeersleidingssysteem zijn specifieke 

leningen afgesloten. De geactiveerde rente voor deze investeringen wordt separaat berekend op basis 

van de rentepercentages van de bijbehorende leningen. 

 16. Vorderingen 

De vorderingen zijn op 31 december als volgt samengesteld:  

(bedragen in € 1.000)     2017     2016 

          Debiteuren     34.358    34.563 

Vordering EUROCONTROL    1.223    976 

Nog te ontvangen subsidie    7.052     

Overige vorderingen    103    60 

Overlopende activa    1.272    1.370 

          Totaal     44.008     36.969 

 

Onder de post debiteuren wordt de positie opgenomen die LVNL heeft voor haar aandeel in de 

Nederlandse tarieven in de heffingszones en‐route, terminal, NSAA en voor diensten aan derden. Het 

aandeel in de tarieven van EUROCONTROL en KNMI wordt afzonderlijk gepresenteerd, omdat LVNL een 

kassiersfunctie vervult en de risico’s op volume en kosten bij deze derde partijen liggen. Zie hiervoor 

toelichting 22 Handels en overige schulden waar het nog af te dragen deel van de heffingen aan KNMI 

en NSA is opgenomen. 

Page 83: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  83  

LVNL brengt 9,88 procent (2016: 10,06 procent) interest aan haar debiteuren in rekening over de 

openstaande saldi die niet binnen de betalingstermijn van dertig dagen zijn voldaan.  

 

De debiteuren zijn op 31 december als volgt gespecificeerd: 

 

(bedragen in € 1.000)     2017     2016 

          En‐route     23.666    23.384 

Terminal    10.357    9.704 

NSAA    370    198 

Overige     906    1.890 

Af: voorziening voor oninbaarheid    ‐941    ‐613 

          Totaal     34.358     34.563 

 

De voorziening voor oninbare vorderingen bedraagt 0,9 miljoen euro (2016: 0,6 miljoen euro). De 

voorziening is gevormd voor luchtvaartmaatschappijen waarvan onzeker is of ze aan hun 

betalingsverplichtingen kunnen voldoen. In 2017 is voor een bedrag van 22 duizend euro (2016: 85 

duizend euro) afgeboekt aan vorderingen. 

 

De vordering EUROCONTROL is het gevolg van de door EUROCONTROL teveel opgevraagde contributie 

ten opzichte van de werkelijke kosten van het jaar. Deze post wordt in het derde kwartaal van het 

volgende contributiejaar verrekend met de opvragingen voor de contributie over het betreffende jaar. 

Deze verrekening vindt dus niet plaats via de tariefbepaling, maar is een daadwerkelijke verrekening 

aan LVNL. 

 

De post nog te ontvangen subsidie is het verschil tussen de verantwoorde subsidies en de 

vooruitontvangen subsidiebedragen. INEA heeft een voorfinanciering verstrekt van 40 procent van het 

toegekende subsidiebedrag.  Deze voorfinanciering wordt telkens voor een periode van 2 jaar 

afgegeven. Het resterende deel ontvangt LVNL bij de definitieve toekenning van de subsidie na afloop 

van de subsidieperiode. Voor een verdere toelichting zie ook paragraaf 20 Vooruit ontvangen baten. 

 

De overlopende activa zijn op 31 december als volgt gespecificeerd: 

 

(bedragen in € 1.000)     2017     2016 

          Licenties    610    557 

Verzekeringspremie gebouwen en bedrijfsmiddelen    287    301 

Subsidies    ‐    216 

Overige posten    375    296 

          Totaal     1.272     1.370 

 

   

Page 84: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

84  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

17. Geldmiddelen en kasequivalenten 

De geldmiddelen en kasequivalenten zijn op 31 december als volgt samengesteld: 

 

(bedragen in € 1.000)     2017   2016

     Rekening‐courant Ministerie van Financiën    55.424 37.727

Bank    0 0

Kas    3 4

     Totaal     55.427   37.731

 

In 2016 is de liquide middelen positie van LVNL toegenomen tot 55,4 miljoen euro (zie ook toelichting 

25 op het geconsolideerde kasstroomoverzicht). 

LVNL beschikte in het verslagjaar over een structureel rekening‐courant limiet van 25,0 miljoen euro bij 

het Ministerie van Financiën (2016: 25,0 miljoen euro).  

De nominale waarde van bovengenoemde bedragen is nagenoeg gelijk aan de reële waarde ervan. 

18. Eigen vermogen 

Het eigen vermogen bestaat uit een bestemmingsfonds en een egalisatiereserve. Het onderscheid vindt 

zijn oorsprong in de invoering van de Europese Prestatieregeling en de daaruit voortvloeiende 

aanpassingen in de heffingenverordening. 

 

(bedragen in € 1.000)     2017     2016 

          Bestemmingsfonds    69.327    57.074 

Egalisatiereserve    31.107    13.886 

          Totaal     100.434     70.960 

 

In 2017 is mede op verzoek van het ministerie onderzoek uitgevoerd naar de benodigde omvang van 

het eigen vermogen voor LVNL. In 2018 zullen de resultaten hiervan worden besproken. 

 

Bestemmingsfonds 

 

Het bestemmingsfonds is als volgt te specificeren: 

 

(bedragen in € 1.000)  En‐route  Terminal  Overige  Totaal 

         diensten    

         Saldo per 1 januari 2016  34.898   14.182    ‐   49.080 

         Resultaat 2016  2.656  5.004  334  7.994 

         Saldo per 31 december 2016  37.554  19.186  334  57.074 

             

Resultaat 2017  7.246  5.007  0  12.253 

             

Saldo per 31 december 2017  44.800  24.198  334  69.327 

Page 85: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  85  

Vanaf 2012 is de Prestatieregeling van toepassing op de en‐route heffingszone en vanaf 2015 ook op de 

terminal heffingszone. Dit betekent dat met het van toepassing verklaren van de Prestatieregeling het 

met de gebruikers te verrekenen deel van het volumerisico en kostenrisico ten gunste of ten laste van 

de egalisatiereserve mag worden gebracht. Het aandeel in deze risico’s dat voor rekening van LVNL 

komt, moet ten gunste of ten laste van het bestemmingsfonds worden gebracht. Om dit mogelijk te 

maken is met de overheid overeengekomen dat LVNL een bestemmingsfonds mag opbouwen voor 

beide heffingszones. Eind 2013 heeft LVNL de vooraf gestelde vermogensdoelstelling voor de en‐route 

heffingszone behaald. Op 22 maart 2017 is het prestatieplan RP2 voor de en‐route dienstverlening 

alsnog goedgekeurd.  

In 2017 is net als in 2016 met de overheid overeengekomen het vrij besteedbare deel vanuit de 

verrekeningen EUROCONTROL te gebruiken voor het vormen van een bestemmingsfonds terminal, 

omdat vanaf 2015 de Prestatieregeling ook van toepassing is op de terminal heffingszone en het feit dat 

vanaf 2017 de ontwikkelkosten voor Lelystad Airport ten laste komen van de terminal heffingszone. De 

risico’s vanuit de Prestatieregeling welke voor rekening van LVNL komen, moeten ten gunste of ten 

laste van dit bestemmingsfonds worden gebracht.  

Deze ontwikkelkosten voor Lelystad Airport kunnen niet worden verrekend met de gebruikers omdat de 

luchthaven nog niet in gebruik is. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft daarom 

besloten om hiervoor het vrij besteedbare deel vanuit de verrekeningen EUROCONTROL toe te wijzen.  

Vanaf 2016 wordt er ook een bestemmingsfonds gevormd voor de resultaten vanuit de Overige 

Diensten. In 2016 heeft LVNL grond verkocht op de locatie Herwijnen. Deze grond was onderdeel vanuit 

de verzelfstandiging en in overleg met het ministerie is besloten het behaalde resultaat (350 duizend 

euro) afzonderlijk te bestemmen. 

 

Egalisatiereserve 

 

De egalisatiereserve per ultimo boekjaar 2017 bedraagt 31,1 miljoen euro (2016: 13,9 miljoen euro) en 

is als volgt te specificeren naar gebruikers: 

 

(bedragen in € 1.000)  En‐route  Terminal  NSAA  Totaal 

              

         Saldo per 1 januari 2016  ‐6.815  3.208  ‐400  ‐4.007 

         Resultaat 2016  15.067  2.803  23  17.893 

         Saldo per 31 december 2016  8.252  6.011  ‐377  13.886 

             

Resultaat 2017  13.871  3.154  196  17.221 

             

Saldo per 31 december 2017  22.123  9.165  ‐181  31.107 

 a. Egalisatiereserve en‐route 

 

De exploitatietekorten tot en met het boekjaar 2011 werden tot de egalisatiereserve gerekend. Volgens 

de regelgeving mag LVNL het saldo egalisatiereserve ultimo 2011 over een periode van maximaal acht 

jaren (tot en met 2019) verrekenen. Met de invoering van de Prestatieregeling wordt met ingang van 

2012 jaarlijks het met de gebruikers te verrekenen aandeel in het volume‐ en kostenrisico verwerkt in 

de egalisatiereserve. De en‐route resultaten in 2012, 2013 en 2014 vallen in de eerste referentieperiode 

Page 86: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

86  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

van de prestatiesturing. Het met de gebruikers te verrekenen deel is berekend op basis van Europese 

regelgeving en de uitgangspunten van het nationale prestatieplan.  

 

In 2014 is het prestatieplan voor de tweede referentieperiode ingediend. Hierin is vastgelegd hoe het 

totaalsaldo egalisatiereserve in de tweede referentieperiode van 2015 tot en met 2019 wordt 

verrekend. Op 22 maart 2017 heeft de EC goedkeuring gegeven op het plan voor de tweede 

referentieperiode en het daarmee in rekening gebrachte tarief voor 2015 en 2016. 

 b. Egalisatiereserve terminal  

 

De op de balans verantwoorde egalisatiereserve weerspiegelt het nog met de gebruikers te verrekenen 

bedrag. Gezien de voorwaardelijk overeengekomen stabilisatie van de tariefontwikkeling in de jaren 

2012‐2014, wordt flexibiliteit betracht bij het verrekenen van de resultaten uit het verleden. De 

Prestatieregeling is met ingang van 2015 ook van toepassing op de terminal heffingszone. In 2014 is het 

prestatieplan voor de tweede referentieperiode ingediend. Het prestatieplan 2015‐2019 wordt voor 

terminal gebruikt als norm.  

 

In 2016 en 2017 heeft de minister besloten het vrij besteedbare deel vanuit de verrekeningen 

EUROCONTROL toe te voegen aan de egalisatiereserve ten behoeve van de overeengekomen stabilisatie 

van de tarieven en voor de compensatie van de ontwikkelkosten voor Lelystad Airport. Het saldo 

egalisatiereserve kan, evenals bij en‐route het geval is, met de gebruikers worden verrekend tot uiterlijk 

2019. 

 c. Egalisatiereserve NSAA  

 

De resultaten behaald op de helikopteractiviteiten worden conform de geldende internationale wet‐ en 

regelgeving voor de luchtvaartsector verrekend in de tarieven volgens de N+2 methode. LVNL heeft 

inmiddels 0,2 miljoen euro positief ten laste van het tarief 2018 gebracht, hiermee zal de 

egalisatiereserve zijn verrekend. 

 19. Leningen en overige financieringsverplichtingen 

De leningen en overige financieringsverplichtingen zijn als volgt gespecificeerd: 

 

(bedragen in € 1.000)     2017     2016 

          Langlopende verplichtingen          Leningen banken    31.527    39.775 

Totaal    31.527    39.775 

          

          Kortlopende verplichtingen          Leningen banken    8.248    8.898 

Totaal    8.248    8.898 

          Totaal     39.775     48.673 

 

   

Page 87: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  87  

De samenstelling van de leningen is als volgt: 

 

(bedragen in € 1.000)                         

              2017    2016 

Leningdeel     Aflossing in     Rente     Valuta  Boekwaarde     Boekwaarde 

                    BNG    2018    4,60%     EUR    650      1.950  

BNG    2019    4,60%    EUR  1.950     3.250  

BNG    2020    4,60%    EUR  3.250     4.550  

BNG    2021    4,60%    EUR  4.550     5.850  

BNG    2022    4,60%    EUR  5.850     7.150  

                    Min. van Financiën  2028    2,89%    EUR  18.656     20.352  

Min. van Financiën  2021    1,13%    EUR  2.500     3.125  

Min. van Financiën  2019    0,67%    EUR  154     231  

Min. van Financiën  2039    2,28%    EUR  2.215     2.215  

                    Totaal                     39.775       48.673  

 

De geamortiseerde kostprijs is gelijk aan de boekwaarde, aangezien er bij het aangaan van de leningen 

geen transactiekosten zijn betaald. Alle leningen hebben vaste rente‐afspraken voor de hele looptijd. De 

rentepercentages zijn in bovenstaand overzicht opgenomen. 

Op 31 december 2017 bedraagt het kortlopende deel van de leningen 8,2 miljoen euro (31 december 

2016: 8,9 miljoen euro). Dit deel is opgenomen onder de kortlopende verplichtingen. 

LVNL mag volgens de Comptabiliteitswet 2001 zowel bij het Ministerie van Financiën als bij 

commerciële instellingen leningen afsluiten. 

In het kader van bovenstaande leningsfaciliteiten is tot zekerheid bepaald dat LVNL geen van haar 

tegenwoordige of toekomstige registergoederen, vorderingen, activa of delen daarvan ten behoeve van 

anderen met een recht van hypotheek zal belasten, verpanden of anderszins met beperkende rechten 

bezwaren, zonder voorafgaande toestemming van de lening verstrekkers.  

In 2017 en 2016 zijn er geen nieuwe leningen aangetrokken. 

Naast de leningen van Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en het Ministerie van Financiën, heeft LVNL 

een structurele rekening‐courant kredietlimiet van 25 miljoen euro bij het Ministerie van Financiën. In 

2017 is geen gebruik gemaakt van het rekening‐courant krediet. 

   

Page 88: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

88  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

20. Vooruit ontvangen baten 

De vooruit ontvangen baten zijn op 31 december als volgt gespecificeerd: 

 

(bedragen in € 1.000)     2017     2016 

          Langlopende verplichtingen          Activa in aanbouw    5.034    4.375 

Subsidie    9.192    3.336 

Totaal    14.226    7.711 

          Kortlopende verplichtingen          Activa in aanbouw    2.484    335 

Subsidie    1.807    1.565 

Totaal    4.291    1.900 

          Totaal     18.517     9.611 

Activa in aanbouw ‐ vooruit ontvangen 

Onder de vooruit ontvangen bedragen zijn ontvangsten opgenomen op investeringen door Nederlandse 

Olie en Gas Exploratie en Productie Associatie (NOGEPA) en vanuit het Ministerie van Defensie. 

Daarnaast is er een bijdrage opgenomen die is ontvangen bij de aankoop van de verkeerstoren ten 

behoeve van de vervanging van de ramen.  

Eind 2003 heeft de Taskforce Noordzee een advies aan de Minister van Verkeer en Waterstaat (nu 

Infrastructuur en Waterstaat) uitgebracht met betrekking tot de veiligheid van civiele 

helikopteroperaties in de NSAA. In dit advies staat een groot aantal aanbevelingen die tot verbetering 

van de veiligheid van deze operaties moeten leiden.  

Met betrekking tot de financiering van de investeringen is LVNL met NOGEPA overeengekomen dat 

laatstgenoemde een substantieel deel van de door LVNL te realiseren investeringen financiert. Hiermee 

kon het exploitatierisico voor LVNL worden beperkt en kon een extreem sterke stijging van de tarieven 

worden voorkomen. 

In 2008 is de uitgebreide radiodekking ten behoeve van de helikopteroperatie boven de Noordzee 

geactiveerd. De hierop in 2017 vrijgevallen bijdrage van 0,1 miljoen euro (2016: 0,1 miljoen euro) is 

verantwoord onder de overige opbrengsten. Medio 2018 is de installatie volledig afgeschreven en loopt 

de vrijval ook af. 

In 2016 is de radardekking Noordzee in gebruik genomen. In 2017 is een vrijval van 0,15 miljoen 

verantwoord onder de overige opbrengsten.  

In 2012 heeft LVNL bij de aankoop van de toren op Schiphol‐Centrum een bijdrage van 0,9 miljoen euro 

ontvangen voor de in de toekomst te vervangen ramen van de verkeerstoren. Deze bijdrage zal bij een 

toekomstige vervanging van de ramen lineair vrijvallen met een looptijd van de afschrijvingen. In 2017 

heeft geen vervanging plaatsgevonden. 

Voor de ontwikkeling van de civiel‐militaire samenwerking ontvangt LVNL een bijdrage in de kosten 

vanuit het Ministerie van Defensie. In 2017 heeft LVNL een bijdrage ontvangen van 3,2 miljoen euro 

(2016: 2,0 miljoen). Een deel hiervan, 0,3 miljoen euro (2016: 0,5 miljoen euro), is vrijgevallen voor de 

gemaakte exploitatiekosten in 2017. Het restant zal naar verwachting geheel in 2018 vrijvallen. 

Page 89: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  89  

Subsidies ‐ vooruit ontvangen 

LVNL heeft onder andere subsidies toegekend gekregen uit hoofde van Europese investeringspremie‐

regelingen in vaste activa vanuit het infrastructuurfonds Connecting Europe Facility for Transport (CEF 

Transport). Deze subsidies worden beschikbaar gesteld door INEA.  

LVNL heeft hiervoor een (verwachte) bijdrage vanuit de subsidie verantwoord van bijna 16 miljoen 

euro. Hiervan heeft ruim 8 miljoen euro betrekking op gemaakte kosten verantwoord onder de activa in 

aanbouw. Deze subsidie zal vrijvallen wanneer het actief operationeel in gebruik wordt genomen. De 

jaarlijkse vrijval wordt bepaald op basis van de levensduur van het actief. De subsidie vanuit INEA is in 

2017 voor het deel van de gemaakte exploitatiekosten op de projecten direct verantwoord in het 

resultaat onder de overige opbrengsten en bedragen voor 2017: 4,8 miljoen euro (2016 2,4 miljoen 

euro).  

Daarnaast heeft LVNL voorfinanciering ontvangen vanuit INEA. Wanneer deze voorfinanciering hoger is 

dan de werkelijk gemaakte subsidiabele kosten, is het restant opgenomen onder de subsidies als een 

vooruitontvangen bedrag. In 2017 is dit een bedrag van bijna 3 miljoen euro. 

21. Personeelsbeloningen 

Het verloop in 2017 van de voorziening personeelsbeloningen is als volgt gespecificeerd: 

 

(bedragen in € 1.000) 

FLNA/IKV Rotterdam, 

Eelde en Beek 

Ontslag‐vergoedingen 

IUB 2009 

Ontslag‐vergoedingen 

IUB 2010 

Gratificatie bij 

ambtsjubilea 

Overige personele 

voorzieningen 

Totaal 

                 

Saldo per 1 januari 2017   16.491    4.220    541    12.977    6.249    40.478  

                   

Exploitatie boekjaar:                   

Rente over de verplichting   31    7    ‐    173    5    216  

Dotaties aan voorziening   94    30    ‐    676    1.045    1.845  

Vrijval voorziening   ‐    ‐276    ‐10    ‐    ‐415    ‐701  

Actuarieel verlies/winst (‐)   611    ‐12    1    72    ‐    672  

                 0 

   736    ‐251    ‐9    921    635    2.032  

Onttrekking voorziening                   

Uitbetaalde uitkeringen in het boekjaar   2.506    578    146    599    1.881    5.710  

                   

Saldo per 31 December 2017   14.721    3.391    386    13.299    5.003    36.800  

 

FLNA/IKV Rotterdam, Eelde en Beek 

 

De FLNA/IKV‐voorziening voor Rotterdam, Eelde en Beek omvat de contante waarde van de 

opgebouwde FLNA/IKV‐rechten voor een deel van de LVNL‐medewerkers op deze luchthavens. De 

voorziening is gevormd voor de FLNA/IKV‐rechten van luchtverkeersleiders op de regionale luchthavens 

Rotterdam, Eelde en Beek, die reeds zijn afgefinancierd in het kader van de doorgevoerde 

herstructurering. Voor de FLNA/IKV‐rechten van de luchtverkeersleiders op Schiphol en de nog niet‐

afgefinancierde FLNA/IKV‐rechten van luchtverkeersleiders op de regionale luchthavens, heeft LVNL 

geen voorziening gevormd. 

 

Page 90: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

90  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

De algemene aanname is dat voor medewerkers die reeds gebruik maken van de FLNA‐regeling niets 

wijzigt. Indien nog actieve medewerkers al een keuze hebben gemaakt voor de FLNA‐ of IKV‐regeling, 

wordt hun keuze als zodanig verwerkt in de voorziening. Voor medewerkers die nog geen keuze hebben 

gemaakt worden de uitgangspunten gehanteerd die in onderstaande tabel zijn weergegeven. Ter 

vergelijking zijn de uitgangspunten 2016 ook weergegeven. 

 

  31 december 2017 FLNA/IKV‐recht op 55 jaar 

31 december 2017 FLNA/IKV‐recht op 58 jaar 

31 december 2017  FLNA/IKV‐recht op 60 jaar 

31 december 2016 

Startdatum FLNA/IKV 

57 jaar, 2 jaar opschorten 

60 jaar, 2 jaar opschorten 

61 jaar, 1 jaar opschorten 

Conform FLNA‐regeling 55/58/60 jaar, 0 jaar opschorten 

Uitkeringsduur  10 jaar  7 jaar  5 jaar  Conform FLNA‐regeling vanaf startdatum 55/58/60 tot 65 jaar 

Eindleeftijd FLNA/IKV 

67 jaar  67 jaar  66 jaar  65 jaar 

Totaal FLNA/IKV‐recht 

795%  575%  406%  Conform FLNA‐regeling 

Uitkering  Gelijkmatig over uitkeringsduur 

Gelijkmatig over uitkeringsduur 

Gelijkmatig over uitkeringsduur 

Conform FLNA‐regeling 

AOW‐compensatie 

Nee, tenzij de medewerker op 1 augustus 2017 reeds een FLNA‐uitkering ontvangt 

Nee, tenzij de medewerker op 1 augustus 2017 reeds een FLNA‐uitkering ontvangt 

Nee, tenzij de medewerker op 1 augustus 2017 reeds een FLNA‐uitkering ontvangt 

Nee 

 

Aan de waardering van de voorziening ligt een actuariële berekening ten grondslag. Zie onderstaande 

tabel voor de actuariële veronderstellingen en overige uitgangspunten. 

 

  31 december 2017  31 december 2016 

Disconteringsvoet  0,3%  0,2% 

Beleggingsrendement  0% LVNL beschikt niet over beleggingen voor de financiering van deze verplichting. 

0% LVNL beschikt niet over beleggingen voor de financiering van deze verplichting. 

Algemene loonstijging  1,95% in 2018 en 1,5% jaarlijks in de jaren daarna 

1,5% jaarlijks 

Overlevingskansen  Prognosetafel AG2016, met ervaringssterfte Universiteit/HBO 2016 

AG‐prognosetafel 2016, met ervaringssterfte Universiteit/HBO 2016 

Arbeidsongeschiktheid  0,25%  0,5% 

Ontslagkansen  0%  0% 

 

Voor de verwachte loonstijging en indexatie van de FLNA/IKV‐uitkering is aansluiting gezocht bij de door 

LVNL doorgevoerde loonontwikkeling in de opgestelde meerjarenbegroting 2018‐2022 die is 

goedgekeurd door de minister.  

   

Page 91: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  91  

De pensioenlast met betrekking tot de FLNA in het boekjaar 2017 en verwachting voor 2018 bedraagt: 

 

      2017     2018 

          Rente over de verplichting     94      62  

Aan dienstjaar toegerekende rechten     31      41  

Actuarieel resultaat/vrijval voorziening     208      p.m.  

Aanpassing regeling IKV     438       

          Totaal      736      103 

 

Het actuarieel resultaat is een verlies als gevolg van de gewijzigde disconteringsvoet, de wijziging van de 

verwachte loonontwikkeling in 2017 en toekomstige jaren en een wijziging van de aanname op 

arbeidsongeschiktheid. Het actuarieel resultaat wordt in afwijking van IAS 19 verantwoord in de 

exploitatierekening en niet als een directe vermogensmutatie in het eigen vermogen van 208 duizend 

euro. Het verlies als gevolg van de nieuwe IKV‐regeling bedraagt 438 duizend euro. Dit komt met name 

door de AOW‐compensatie van medewerkers die op 1 augustus 2017 al een FLNA‐uitkering ontvangen. 

In 2016 zijn enkele wijzigingen doorgevoerd voor de berekening van pensioentoelage en 

werknemerspremies tijdens de FLNA‐periode. Deze wijzigingen hebben tot een dotatie geleid van 0,9 

miljoen euro en deze is verwerkt in het verslagjaar. 

 

Naar verwachting wordt in 2018 een bedrag van 2,3 miljoen euro onttrokken. In de periode 2019‐2022 

wordt naar verwachting een bedrag van 6,8 miljoen euro (contante waarde van de toekomstige 

verplichtingen) onttrokken aan de voorziening FLNA Rotterdam, Eelde en Beek. 

 

In de berekening is rekening gehouden met de fiscale eindheffing (52 procent) die moet worden betaald 

bij de uitbetaling van de FLNA‐rechten. 

 

Ontslagvergoedingen 

Inkomsten en Uitgaven in Balans 2009 (IUB 2009) 

Het bestuur heeft het programma ‘Inkomsten en Uitgaven in Balans 2009’ geïnitieerd om de financiële 

positie van LVNL te verbeteren. Eén van de doelen van dit programma was de realisatie van een 

personeelsreductie van honderd fte binnen de support staf. Dit doel is behaald. Met een aantal oud‐

medewerkers is niet tot een individuele vertrekregeling gekomen. Voor deze oud‐medewerkers is de 

wachtgeldverplichting in de ontslagvergoedingen opgenomen. 

 

In de berekening zijn de wachtgeldverplichtingen die langer lopen dan twaalf maanden na dit boekjaar 

verdisconteerd tegen een disconteringsvoet van 0,3 procent (2016: 0,2 procent). Daarnaast is in de 

voorziening rekening gehouden met een jaarlijkse loonstijging van 1,0 procent. Het actuarieel resultaat 

is het gevolg van de gewijzigde disconteringsvoet. Het actuarieel resultaat wordt in afwijking van IAS 19 

verantwoord in de exploitatierekening en niet als een directe vermogensmutatie in het eigen vermogen 

van 12 duizend euro positief. De dotaties aan en vrijvallen van de voorziening zijn voornamelijk het 

gevolg van kleine aanpassingen van enkele uitkeringen. 

 

Naar verwachting wordt in 2018 een bedrag van 518 duizend euro ten laste van de voorziening 

gebracht. In de periode 2019‐2022 wordt naar verwachting 1,7 miljoen euro (contante waarde) ten 

laste van de voorziening gebracht en voor de jaren erna 1,2 miljoen euro (contante waarde). In de 

exploitatierekening 2018 zal de rentelast 9 duizend euro bedragen. 

Page 92: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

92  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

Inkomsten en Uitgaven in Balans 2010 (IUB 2010) 

In het vervolg op het programma ‘Inkomsten en Uitgaven in Balans’ heeft het LVNL‐bestuur medio 2010 

besloten de ingeslagen weg van optimalisatie en efficiencyverbetering ook na 2010 voort te zetten. 

Daarbij is als doel gesteld de totale formatie in de periode van 2011‐2014 verder af te laten nemen met 

28 fte. LVNL heeft voor deze medewerkers een ontslagvoorziening gevormd op basis van de 

overeengekomen ontslagvergoedingen of de verwachte uitkering aan de medewerkers.  

 

In deze berekening zijn de verplichtingen die langer lopen dan twaalf maanden na dit boekjaar (de 

wachtgeldverplichtingen) verdisconteerd tegen een disconteringsvoet van ‐0,2 procent (2016: 0,1 

procent). Daarnaast is in de voorziening rekening gehouden met een jaarlijkse loonstijging van 1,0 

procent. Het actuarieel resultaat volgt uit de gewijzigde disconteringsvoet. Het actuarieel resultaat 

wordt in afwijking van IAS 19 verantwoord in de exploitatierekening en niet als een directe 

vermogensmutatie in het eigen vermogen van 1 duizend euro. 

 

Naar verwachting wordt in 2018 een bedrag van 149 duizend euro ten laste van de voorziening 

gebracht. In de periode 2019‐2022 wordt naar verwachting 237 duizend euro ten laste van de 

voorziening gebracht. In de exploitatierekening 2018 zal de rentebate 1 duizend euro bedragen. 

 

Gratificatie bij ambtsjubilea 

 

De voorziening gratificatie bij ambtsjubilea is gebaseerd op de contante waarde van de toekomstige 

ambtsjubileumuitkeringen. Aan de bepaling van de hoogte van de voorziening ligt een actuariële 

berekening ten grondslag. Zie onderstaande tabel voor de actuariële veronderstellingen en 

inschattingen. 

 

  31 december 2017  31 december 2016 

Disconteringsvoet  1,4%  1,3% 

Beleggingsrendement  0% LVNL beschikt niet over beleggingen voor de financiering van deze verplichting 

0% LVNL beschikt niet over beleggingen voor de financiering van deze verplichting 

Algemene loonstijging  Operationeel personeel:  1,95% in 2018 en daarna 1,5% per jaar. Niet‐operationeel personeel: 1,0% per jaar. 

1,5% per jaar 

Overlevingskansen  Prognosetafel AG2016, met ervaringssterfte Universiteit/HBO 2016 

Prognosetafel AG2016, met ervaringssterfte Universiteit/HBO 2016 

Individuele salarisstijging, afhankelijk van leeftijd 

Operationeel personeel: 9,18% (tot 27 jaar), 4,45% (28‐29 jaar), 6,36% (30‐31 jaar), 2,12% (32‐54 jaar), 0,00% (55‐66 jaar). Niet operationeel personeel: 5,00% (tot 29 jaar), 3,50% (30‐39 jaar), 1,00% (40‐66 jaar). 

Operationeel personeel: 9,18% (tot 27 jaar), 4,45% (28‐29 jaar), 6,36% (30‐31 jaar), 2,12% (32‐54 jaar), 0,00% (55‐66 jaar). Niet operationeel personeel: 5,00% (tot 29 jaar), 3,50% (30‐39 jaar), 1,00% (40‐66 jaar) 

Arbeidsongeschiktheid  0,25%  0,5% 

Ontslagkansen  Operationeel personeel 0%. Niet‐operationeel personeel 5% 

Operationeel personeel 0%. Niet‐operationeel personeel 5% 

Page 93: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  93  

De personeelslast met betrekking tot de ambtsjubilea in 2017 en de verwachting voor 2018 is: 

 

      2018     2017 

          Rente over de verplichting     662     676 

Aan dienstjaar toegerekende rechten     190     173 

Actuarieel resultaat     p.m.      72 

          Totaal     852      921 

 

Het actuarieel resultaat is een verlies, veroorzaakt door een verlaging van de 

arbeidsongeschiktheidskans van 0,5 procent naar 0,25 procent. Het actuarieel resultaat wordt in 

afwijking van IAS 19 verantwoord in de exploitatierekening en niet als een directe vermogensmutatie in 

het eigen vermogen van 72 duizend euro. Dit wordt deels gecompenseerd door de stijging van de 

disconteringsvoet en een lagere verwachte algemene loonontwikkeling dan vorig jaar.  

 

In de voorziening zijn de vergoedingsrechten opgenomen voor de ambtsjubilea op 12,5 jaar, 25 jaar, 40 

jaar en 50 jaar.  

 

Naar verwachting wordt in 2018 een bedrag van 0,8 miljoen euro ten laste van de voorziening gebracht. 

In de periode 2019‐2022 wordt naar verwachting 2,5 miljoen euro (contante waarde van de 

toekomstige uitkeringen) ten laste van de voorziening gebracht. 

 

Overige personele voorzieningen 

 

In de overige personele voorzieningen zijn voorzieningen opgenomen voor: wachtgeldregelingen, 55+ 

regeling, ontslagvergoedingen, FPU‐suppletie en aanvullende uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid. De 

disconteringsvoet ultimo 2017 is 0,1 procent (2016: 0,1 procent). 

 

De dotatie aan de voorziening is het gevolg van nieuwe WW‐verplichtingen. Daarnaast zijn de dotaties 

aan en vrijvallen van de voorziening het gevolg van kleine aanpassingen van enkele uitkeringen. 

 

Naar verwachting wordt in 2018 een bedrag van 1,7 miljoen euro ten laste van de voorziening gebracht. 

In de periode 2019 tot 2022 wordt een bedrag van 2,3 miljoen euro ten laste van de voorziening 

gebracht en voor de jaren erna 1,0 miljoen euro (contante waarde). In de exploitatierekening 2017 zal 

de rentelast 3 duizend euro bedragen (2016: 6 duizend euro).  

 

Gevoeligheidsanalyse voorzieningen 

 

In onderstaand overzicht is de gevoeligheid weergegeven van gebruikte parameters bij de personele 

voorzieningen. In de tabel zijn de eindwaardes van de voorzieningen opgenomen bij: 

 

• Disconteringsvoet ‐/‐ 1 procent (DV ‐1 procent); 

• Disconteringsvoet + 1 procent (DV +1 procent); 

• Algemene loonontwikkeling + 1 procent (Loon + 1 procent); 

• Veronderstelde uitstelduur IKV ‐/‐ 1 jaar; 

• Veronderstelde uitstelduur IKV + 1 jaar. 

 

   

Page 94: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

94  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

(bedragen in € 1.000) Huidige stand 

DV ‐1%  DV +1% Loon +1% 

IKV  ‐/‐ 1 jaar 

IKV  + 1 jaar 

FLNA*  14.721  15.404  14.090  15.486  14.707  14.734 

Ambtsjubilea  13.299  15.037  11.864  15.080  13.299  13.299 

IUB 2009*  3.391  3.533  3.259  3.550  3.391  3.391 

IUB 2010*  386  391  380  394  386  386 

Overige personele voorzieningen*  5.003  5.157  4.857  5.181  5.003  5.003 

              

   36.800  39.522  34.450  39.691  36.786  36.813 

 

*   De disconteringsvoet die is gebruikt bij het contant maken van deze voorzieningen is kleiner dan 1 

procent. In bovenstaande tabel is bij de bepaling van de waarde op het moment dat de 

disconteringsvoet 1 procent lager is daarom uitgegaan van een negatieve rente.    

Page 95: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  95  

22. Handels‐ en overige schulden 

De handels‐ en overige schulden zijn op 31 december als volgt gespecificeerd: 

 

(bedragen in € 1.000)     2017     2016 

          Personeelsgerelateerde schulden    7.755    7.110 

Belastingen en sociale verzekeringspremies    10.670    12.035 

Crediteuren    8.014    5.484 

Overige schulden    2.095    1.700 

Nog te betalen rente    606    761 

Inhuur personeel    586    395 

KNMI    192    326 

NSA    370    397 

Kassiersfunctie EUROCONTROL    16.393    10.132 

          Totaal     46.681     38.340 

 

LVNL vervult de kassiersfunctie voor het KNMI in de heffingszone NSAA. De schuld aan het KNMI 

bedraagt het aandeel in de ontvangen heffingen NSAA die LVNL nog moet afdragen aan het KNMI. 

 

LVNL vervult de kassiersfunctie voor de NSA in de heffingszone en‐route. De schuld aan de NSA 

bedraagt het aandeel in de ontvangen heffingen en‐route die LVNL nog moet afdragen aan de NSA.  

 

De kassiersfunctie EUROCONTROL geeft de positie aan die LVNL heeft als gevolg van de kassiersfunctie 

die LVNL voor EUROCONTROL uitvoert. LVNL ontvangt vanuit de heffingen en‐route het aandeel in de 

tarieven voor en‐route dienstverlening. Vanuit deze ontvangsten moet LVNL de bijdrage in de kosten 

EUROCONTROL financieren. Deze betaling vindt niet plaats via afdracht van ontvangen heffingen, maar 

door afdracht van een vast bedrag aan contributie. De contributie is een bijdrage aan de werkelijke 

kosten van EUROCONTROL. Hierdoor kan een onder‐ of overdekking ontstaan op de financiering van de 

afgedragen contributie via de tarieven en de werkelijk betaalde contributie via de vaste bijdrage.  

 

Daarnaast kan er een verschil zijn in de werkelijke kosten EUROCONTROL en de begrote kosten 

EUROCONTROL bij het bepalen van het tarief. Met ingang van 2015 is EUROCONTROL ‐ MUAC eveneens 

onderdeel geworden van het kosten‐ en volumerisico zoals dat ook voor LVNL geldt. Dit betekent dat 

ook voor EUROCONTROL ‐ MUAC de consequenties van deze risico´s voor het aan EUROCONTROL ‐ 

MUAC en/of gebruikers toe te rekenen deel van het exploitatieresultaat moet worden bepaald. Dit leidt 

ertoe dat LVNL vanuit de rol van kassiersfunctie voor EUROCONTROL ‐ MUAC dergelijke 

verrekeningseffecten moet faciliteren. In een situatie waarin de thans gerapporteerde schuldpositie uit 

hoofde van de kassiersfunctie EUROCONTROL niet volledig wordt verrekend met de gebruikers via de 

toekomstige tarieven, is het aan de Nederlandse Staat om voor LVNL te bepalen wat met deze positie 

moet worden gedaan. Dit resultaat, ultimo 2017 een schuld van 24,4 miljoen euro (2016: 17,9 miljoen 

euro), wordt dus gecompenseerd door verrekening in toekomstige tarieven of komt toe aan de 

Nederlandse Staat.  

 

Daarnaast geeft deze post de nog door LVNL te ontvangen gelden aan op de openstaande vorderingen 

van EUROCONTROL, ultimo 2017 een vordering van 8,0 miljoen euro (2016: 7,8 miljoen euro). Om een 

beter inzicht te geven in de positie die LVNL heeft als gevolg van de kassiersfunctie zijn beide posities 

gesaldeerd opgenomen, omdat beide posities betrekking hebben op de ontvangsten uit tarieven. De 

post is onder de overige schulden opgenomen omdat EUROCONTROL meer heeft te verrekenen in haar 

tarieven dan dat er aan debiteurenpositie uitstaat.  

Page 96: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

96  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

De personeelsgerelateerde schulden worden op 31 december als volgt gespecificeerd:  

(bedragen in € 1.000)     2017     2016 

          Vakantietoeslagen    4.246    4.144 

Verlofdagen    3.356    2.883 

Overige personeelsgerelateerde schulden    153    83 

          Totaal     7.755     7.110 

 De belastingen en sociale verzekeringspremies worden op 31 december als volgt gespecificeerd:  

(bedragen in € 1.000)     2017     2016 

          Loonheffing    8.461    8.373 

Omzetbelasting    595    2.271 

Pensioenpremie    1.614    1.391 

          Totaal     10.670     12.035 

 

De overige schulden worden op 31 december als volgt gespecificeerd: 

 

(bedragen in € 1.000)     2017     2016 

          Overige personeelskosten    216    144 

Advieskosten  439  387 

Diensten derden  9  47 

Onderhoudskosten  497  285 

Energiekosten    144    146 

Diverse algemene kosten    790    691 

          Totaal     2.095     1.700 

 23. Financiële instrumenten  

Met de uitvoering van haar wettelijke taak is LVNL blootgesteld aan een verscheidenheid aan financiële 

risico’s. De risico’s zijn in te delen naar kredietrisico, liquiditeitsrisico en marktrisico’s (waaronder het 

risico op rentewijzigingen en het wijzigen van valutakoersen). 

 

Transacties in financiële instrumenten kunnen er in resulteren dat LVNL financiële risico’s overgedragen 

krijgt van of overdraagt aan een derde partij. De risicobeheersing van LVNL is erop gericht om de 

negatieve effecten van de geïdentificeerde risico’s op liquiditeit en op het resultaat, en daarmee op de 

tarieven voor luchtverkeersdienstverlening, te beperken. LVNL handelt niet in financiële instrumenten. 

 

Kredietrisico 

 

Kredietrisico ontstaat uit liquide middelen uitstaand bij banken en uit openstaande vorderingen op 

derden, waarbij de tegenpartij niet aan haar contractuele verplichten kan voldoen. 

 

In onderstaand overzicht is de blootstelling aan het kredietrisico weergegeven. Verondersteld wordt dat 

de nominale waarde van de vorderingen na aftrek van de voorziening voor geschatte oninbaarheid de 

reële waarde benadert.  

Page 97: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  97  

 

(bedragen in € 1.000)     2017     2016 

            Vorderingen    44.008    36.969 

Geldmiddelen en kasequivalenten  55.427    37.731 

            Totaal        99.435     74.700 

 

Op de uitstaande vorderingen loopt LVNL kredietrisico. Voor het overgrote deel bestaan de vorderingen 

van LVNL uit debiteuren met betrekking tot verstrekte luchtverkeersdienstverlening. Uit de 

ouderdomsanalyse van de openstaande vorderingen valt af te leiden dat het betaalgedrag van de 

debiteuren goed is. Slechts 2,6 procent van de vorderingen (3,4 procent in 2016) heeft een vervaldatum 

ouder dan twee maanden. Ten behoeve van het risico op oninbaarheid is een voorziening dubieuze 

debiteuren gevormd. Daarnaast is bij LVNL een debiteurenbeleid van kracht. 

 

Ouderdomsanalyse debiteuren 2017: 

 

(bedragen in € 1.000)  Bruto    Voorzien    Netto 

                

Niet vervallen (< 60 dagen)  34.377     ‐19     34.358 

Vervallen (> 60 dagen)  922     ‐922     0 

                

Totaal  35.299     ‐941     34.358 

 

De ouderdom van de debiteuren per 31 december 2016: 

 

(bedragen in € 1.000)  Bruto    Voorzien    Netto 

           Niet vervallen (< 60 dagen)  33.995    ‐10    33.985 

Vervallen (> 60 dagen)  1.181    ‐603    578 

           Totaal  35.176     ‐613     34.563 

 

Mutaties in de voorziening voor oninbaarheid zijn als volgt te specificeren: 

 

(bedragen in € 1.000)        2017     2016 

            Stand per 1 januari      ‐613    ‐730 

Onttrekkingen      22    85 

Vrijval / Dotaties      ‐350    32 

            Stand per 31 december        ‐941     ‐613 

 

Naast het risico op oninbaarheid van debiteuren loopt LVNL risico op het in gebreke blijven van partijen 

waarmee op basis van vooruitbetalingen afspraken zijn gemaakt over de levering van toekomstige 

diensten en/of nog te leveren producten. Deze post overlopende activa is verantwoord onder 

vorderingen. LVNL dekt dit risico af door zorgvuldige leveranciersbeoordelingen en waar noodzakelijk 

zijn bankgaranties vereist bij vooruitbetalingen aan leveranciers. 

 

LVNL is verplicht tot schatkistbankieren. Dit betekent dat LVNL alleen liquide middelen aanhoudt op een 

rekening‐courant bij het Ministerie van Financiën. LVNL beoordeelt het kredietrisico op het aanhouden 

Page 98: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

98  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

van liquide middelen bij het Ministerie van Financiën als zijnde nihil. Samenvattend acht LVNL bij het 

opstellen van het jaarverslag 2017 het kredietrisico gering.  

 

Liquiditeitsrisico 

 

Liquiditeitsrisico is het risico dat LVNL over onvoldoende middelen beschikt om aan de directe 

verplichtingen te voldoen. Bij het beoordelen van het liquiditeitsrisico maakt LVNL gebruik van 

kasstroomvooruitzichten. Om het liquiditeitsrisico te beheersen zorgt LVNL voor voldoende liquide 

middelen en kredietfaciliteiten.  

 

Bij de beoordeling van het liquiditeitsrisico is uitgegaan van de contractuele kasstroom. De contractuele 

kasstroom is inclusief eventuele renteverplichtingen (bij leningen en leaseverplichtingen).  

 

De niet‐afgeleide financiële instrumenten in onderstaand overzicht zijn opgenomen tegen de reële 

waarde, behoudens de posten vooruit ontvangen baten en handels‐ en overige schulden. Van deze 

laatste posten is de boekwaarde gepresenteerd. De boekwaarde van de vooruit ontvangen baten en 

handels‐ en overige schulden benadert de reële waarde. Voor de bepaling van de reële waarde van de 

verplichtingen uit hoofde van leningen is de discounted cash flow methode gebruikt op basis van de 

rentepercentages die van toepassing zijn op schatkistbankieren.  

 

  Reële Contractuele  < 1 jaar 1 ‐ 5 jaar > 5 jaar

(bedragen in € 1.000)  waarde kasstroom       

     Verplichtingen uit hoofde van leningen  44.119 ‐45.119  ‐9.538 ‐22.117 ‐13.464

Handels‐ en overige schulden  46.681 ‐46.681  ‐46.681 ‐ ‐

 

Totaal  90.800 ‐91.800  ‐56.219 ‐22.117 ‐13.464

 

Afgeleide financiële verplichtingen 

 

Voor het risico < 1 jaar heeft LVNL in 2017 80,4 miljoen euro middelen ter beschikking: 55,4 miljoen 

euro aan geldmiddelen en kasequivalenten, 25 miljoen euro rekening‐courant faciliteit bij het Ministerie 

van Financiën. 

 

Het liquiditeitsrisico beoordeelt LVNL als gering. 

 

   

Page 99: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  99  

Marktrisico 

 

Marktrisico betreft het risico op liquiditeit‐ en resultaatwijzigingen door veranderingen in de markt, 

zoals wijzigingen in rentetarieven en gewijzigde valutakoersen. Voor de beheersing van marktrisico’s 

zijn richtlijnen vastgesteld door LVNL.  

 

Onderstaande posten zijn opgenomen tegen de nominale waarde. De nominale waarde benadert de 

reële waarde. 

 

            Boekwaarde 

(bedragen in € 1.000)           2017     2016 

              Financiële activa              Vorderingen        44.008    36.969 

Geldmiddelen en kasequivalenten        55.427    37.731 

                 

            99.435     74.700 

LVNL loopt enkel valutarisico op openstaande posities ten aanzien van handels‐ en overige schulden.  

 

Eind 2017 heeft LVNL voor 28 duizend euro aan inkoopverplichtingen in buitenlandse valuta openstaan 

voor leveringen na 31 december 2017 (in GBP en USD). LVNL beoordeelt dit risico als gering. 

 

Gevoeligheidsanalyse 

 

     2017    2016 

(bedragen in € 1.000)    Boekwaarde  Toename  Afname    Boekwaarde  Toename  Afname 

                 

Rentemutatie met 100 basispunten               

                 

Financiële activa                 

Vorderingen    44.008  440  ‐440    36.969  370  ‐370 

Geldmiddelen en kasequivalenten    55.427  554  0    37.731  377   

                 

Gevoeligheid kasstromen (netto)      994  ‐440      747  ‐370 

 

 

   

Page 100: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

100  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

24. Niet uit de balans blijkende verplichtingen 

De voorwaardelijke en investeringsverplichtingen bestaan onder meer uit: 

 

(bedragen in € 1.000)     2017     2016 

          Materiële vaste activa in bestelling en huurcontracten    46.866    31.182 

Overige inkoopverplichtingen    19.050    17.936 

Verplichting jegens de Staat der Nederlanden    6.645    6.645 

          Totaal     72.561     55.763 

 

De verplichting jegens de Staat der Nederlanden betreft het verschil tussen de taxatiewaarde en de 

boekwaarde van gebouwen en terreinen op het moment van verzelfstandiging van LVNL. Het bedrag is 

opeisbaar op het moment dat LVNL in liquidatie gaat, overgenomen wordt of fuseert. 

 

Juridische procedures 

 

LVNL heeft op 12 maart 2010 cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam 

over onrechtmatig handelen van LVNL met betrekking tot ruimtelijke plannen van Chipshol Holding B.V. 

voor een gebied in de nabijheid van de luchthaven Schiphol. Chipshol heeft eveneens (incidenteel) 

cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad heeft op 25 mei 2012 zowel het cassatieberoep van LVNL als 

dat van Chipshol verworpen. Dit betekent dat nu onherroepelijk vaststaat dat LVNL over de perioden 

maart 1999 en 29 november 2002 tot 18 oktober 2005 onrechtmatig heeft geadviseerd. De eventueel 

hieraan verbonden schadevergoeding moet in een schadestaatprocedure nader worden bepaald. Bij 

brief van 30 april 2017 heeft Chipshol aangegeven de verjaring, als bedoeld in artikel 3:317 BW, te 

stuiten.  

 

Op 11 januari 2013 hebben (de verzekeraars van) Turkish Airlines alsmede Boeing, LVNL (mede‐) 

aansprakelijk gesteld voor het ongeval van Turkish Airlines op 25 februari 2009. LVNL wordt verzocht 

een deel van de schadevergoeding voor haar rekening te nemen. LVNL is voor eventueel te vergoeden 

schade verzekerd. De aansprakelijkstellingen zijn afgewezen en (ook) in het verslagjaar 2017 hebben er 

geen juridische vervolgacties van Turkish Airlines respectievelijk Boeing plaatsgevonden. 

Naast de hierboven genoemde procedures loopt er nog een beperkt aantal kleine procedures. Hiervoor 

zijn indien nodig reserveringen opgenomen. 

 

Voorziening FLNA/IKV 

 

De verplichting uit hoofde van de niet‐afgefinancierde opgebouwde FLNA/IKV‐rechten bedraagt 451 

miljoen euro per 31 december 2017 (2016: 426 miljoen euro). 

 

Aan de waardering van de voorziening ligt een actuariële berekening ten grondslag. In deze berekening 

is voor 2017 een disconteringsvoet gehanteerd van 1,6 procent (2016: 1,6 procent). Alle overige 

actuariële veronderstellingen en uitgangspunten zijn gelijk aan de veronderstellingen en 

uitgangspunten in de voorziening FLNA/IKV Rotterdam, Eelde en Beek. Zie hiervoor paragraaf 21 

Personeelsbeloningen.  

 

 

Page 101: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  101  

In 2017 is de IKV‐regeling ingevoerd. Deze wijziging heeft geleid tot een daling van 2 miljoen euro. 

Daarnaast is de verplichting gestegen door de gestegen maximumsalarissen door cao‐afspraken (circa 2 

miljoen euro), hogere sociale lasten en pensioenpremies per 1 januari 2018 (circa 4,3 miljoen euro) en 

bijstelling van de kans op arbeidsongeschiktheid (circa 9,5 miljoen euro). 

 

In de berekening is rekening gehouden met de fiscale eindheffing (52 procent) die moet worden betaald 

bij de uitbetaling van de FLNA‐rechten. 

 

De regeling wordt gefinancierd zodra de uitkeringen zich voordoen. De vergoeding die LVNL betaalt aan 

de FLNA‐gerechtigden die in het boekjaar gebruik maken van de FLNA‐regeling (niet‐actief personeel) is 

verantwoord onder de pensioenlasten (voor 2017 een bedrag van 13,2 miljoen euro). De verwachte 

onttrekking in 2018 bedraagt 12,6 miljoen euro. 

 

Op 15 augustus 2016 heeft de rechtbank van Amsterdam uitspraak gedaan ten gunste van de voormalig 

CEO. Met deze uitspraak kan hij na zijn uitdiensttreding bij LVNL aanspraak maken op de FLNA 

(vervangende) regeling tot en met de maximale bezoldiging vanuit deze regeling. Omdat betrokkene 

tijdens het verslagjaar elders een dienstbetrekking heeft met inkomsten die de maximale bezoldiging 

van genoemde vervangende regeling overstijgt, bestaat vanaf en gedurende deze indiensttreding geen 

aanspraak op bezoldiging vanuit genoemde regeling en is de aanspraak als een voorwaardelijke 

verplichting geclassificeerd. 

 25. Toelichting op het geconsolideerde kasstroomoverzicht 

Netto‐kasstroom uit operationele activiteiten 

In 2017 genereert LVNL een netto‐kasstroom uit operationele activiteiten, die 8,0 miljoen euro hoger is 

dan vorig jaar. Deze toename is met name het gevolg van de stijging in het aantal door LVNL 

afgehandelde vliegbewegingen in zowel de en‐route als terminal heffingszone. Daarnaast zijn de 

inkomsten voor diensten aan derden gestegen.  

 

De operationele betalingen stijgen met 11,0 miljoen door meer betalingen aan personeel door de cao‐

afspraken en de toename van de kosten (onder andere inhuur). 

 

Uit hoofde van de kassiersfunctie wordt ook een positieve kasstroom gegenereerd. Deze partijen 

profiteren eveneens van een toename van het en‐route verkeer in 2017.  

Netto‐kasstroom uit investeringsactiviteiten 

De kasstroom uit investeringen daalt ten opzichte van vorig jaar met 10,5 miljoen euro. Voor een 

toelichting op de lopende projecten zie de toelichting in paragraaf 14 Immateriële vaste activa en 

paragraaf 15 Materiële vaste activa.  

Netto‐kasstroom uit financieringsactiviteiten 

Net als vorig jaar is sprake van een kasuitstroom. Deze kasuitstroom wordt onder andere veroorzaakt 

door de reguliere aflossingen op de langlopende leningen. De aflossingsverplichting is gelijk gebleven. Er 

zijn geen nieuwe leningen afgeroepen in 2017. De uitstroom is lager dan vorig jaar omdat er in 2017 een 

aanzienlijk bedrag aan vooruit ontvangen subsidiebedragen is ontvangen. 

 

   

Page 102: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

102  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

26. Specificatie naar heffingszone 

LVNL verleent haar diensten in de volgende heffingszones:  

 

a) En‐route  De en‐route dienstverlening omvat de algemene dienstverlening, inclusief 

naderingsverkeersleiding van de luchthaven; 

b) Terminal   De terminal dienstverlening omvat de torendienstverlening op de luchthavens 

Amsterdam Airport Schiphol, Rotterdam The Hague Airport, Groningen Airport Eelde 

en Maastricht Aachen Airport; 

c) NSAA   De NSAA‐dienstverlening betreft met name het helikopterverkeer in het gebied North 

Sea Area Amsterdam. 

 

Volgens de EU‐verordening EU 550/2004 moet LVNL een transparante verantwoording opstellen. Er 

moet onderscheid worden gemaakt in de kosten voor het verlenen van luchtverkeersdiensten en de 

diensten die een provider maakt anders dan het verlenen van luchtverkeersdiensten. De kosten van 

luchtverkeersdiensten bestaan uit alle kosten die worden gemaakt om de gebruiker in het luchtruim te 

voorzien van luchtvaartnavigatie. Er is hier geen sprake van gesegmenteerde informatie volgens de 

IFRS‐standaard IFRS 8. 

 

Overige diensten zijn activiteiten die LVNL verricht buiten haar wettelijke taak. Het gaat hier om 

werkzaamheden die LVNL verricht voor bijvoorbeeld de civiel‐militaire samenwerking en de verhuur van 

ruimte die ‘tijdelijk’ niet wordt gebruikt. In overleg met en met instemming van het ministerie van 

Infrastructuur en Waterstaat is besloten om deze diensten vanaf 2016 afzonderlijk te presenteren als 

Overige diensten in zowel de begroting als de jaarrekening. 

 

2017  Wettelijke taak  Overige diensten   Totaal (bedragen in € 1.000)  Verlenen van 

luchtverkeerdiensten      

       Omzet  217.556  ‐  217.556 

Overige opbrengsten  10.078  3.974  14.052 

       Bedrijfsopbrengsten  227.634  3.974  231.608 

       Kosten  199.759  3.974  203.733 

       Resultaat  27.875  ‐  27.875 

 

2016  Wettelijke taak  Overige diensten   Totaal (bedragen in € 1.000)  Verlenen van 

luchtverkeerdiensten      

       Omzet  210.938  ‐  210.938 

Overige opbrengsten  10.265  5.104  15.369 

       Bedrijfsopbrengsten  221.203  5.104  231.608 

       Kosten  195.650  4.770  203.733 

       Resultaat  25.553  334  25.887 

   

Page 103: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  103  

De uitsplitsing naar heffingszones over 2017 is als volgt: 

 

   Verreken methodiek  Totaal 

   Prestatiesturing  N+2  Wettelijke taak 

   En‐route  Terminal  NSAA  Luchtverkeerdiensten 

Omzet  152.042  63.843  1.671  217.556 

Overige opbrengsten  4.153  7.270  254  11.677 

              

Bedrijfsopbrengsten  156.195  71.113  1.925  229.233 

              

Kosten  135.078  62.952  1.729  199.759 

              

Resultaat  21.117  8.161  196  29.474 

              

Resultaatbestemming             

Bestemmingsfonds  7.246  5.007   ‐   12.253 

Egalisatiereserve  13.871  3.154  196  17.221 

   21.117  8.161  196  29.474 

 

Op alle heffingszones zijn positieve resultaten behaald.  

 

De uitsplitsing naar heffingszones over 2016 is als volgt: 

 

Uitsplitsing wettelijke taak: verlenen van luchtverkeersdiensten 

   Verrekenmethodiek  Totaal 

   Prestatiesturing  N+2  Wettelijke taak 

   En‐route  Terminal  NSAA  Luchtverkeersdiensten 

Omzet  148.115  61.315  1.508  210.938 

Overige opbrengsten  3.340  6.679  246  10.265 

              

Bedrijfsopbrengsten  151.455  67.994  1.754  221.203 

              

Kosten  133.732  60.187  1.731  195.650 

              

Resultaat  17.723  7.807  23  25.553 

              

Resultaatbestemming             

Bestemmingsfonds  2.656  5.004   ‐   7.660 

Egalisatiereserve  15.067  2.803  23  17.893 

   17.723  7.807  23  25.553 

 

Op alle heffingszones zijn positieve resultaten behaald. 

 27. Gerelateerde partijen 

De Staat der Nederlanden en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat 

 

De Staat der Nederlanden is verantwoordelijk voor de wetgeving met betrekking tot het verlenen van 

luchtverkeersdiensten. Uit artikel 5.14 lid 1 Wet luchtvaart blijkt dat binnen het vluchtinformatiegebied 

Amsterdam luchtverkeersdiensten kunnen worden verleend door: a) LVNL en b) de Minister van 

Defensie. Uit artikel 5.14 lid 2 Wet luchtvaart blijkt dat de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en 

de Minister van Defensie samen bepalen welke instanties luchtverkeersdienstverlening mogen geven.  

Page 104: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

104  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

Door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat wordt jaarlijks bepaald welk deel LVNL ontvangt 

vanuit de verrekeningen EUROCONTROL en hoe LVNL deze moet bestemmen. Voor 2017 is deze als 

volgt bepaald: 

 

           

Verrekeningen EUROCONTROL     9.518  

af:    Vergoeding vrijgestelde vluchten     ‐2.502    Vergoeding VFR     ‐583    Vergoeding Bonaire     ‐650    

 ‐3.735  

Vrij besteedbare deel verrekeningen EUROCONTROL     5.783  

  Bestemming door ministerie 2017    Compensatie ontwikkelkosten Lelystad 2017     4.278    Toevoegen bestemmingsfonds Terminal     1.505    

 5.783  

 

Joint ventures 

 

LVNL heeft belangen in een tweetal joint ventures waarin LVNL gezamenlijke zeggenschap uitoefent in 

bedrijfsvoering en financieel beleid. 

 

• Stichting KDC (Knowledge and Development Centre Mainport Schiphol). Deze stichting heeft als 

doel het ontwikkelen en integreren van kennis om te komen tot oplossingen die het mogelijk 

maken de positie van de luchtvaart in Nederland in het algemeen en de Mainportpositie van 

Amsterdam Airport Schiphol in Europa in het bijzonder zeker te stellen en uit te bouwen. In deze 

stichting nemen naast LVNL ook Schiphol Nederland B.V. en de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij 

deel; 

• Stichting Bas (Bewonersaanspreekpunt Schiphol). Deze stichting is opgericht door LVNL en Schiphol 

Nederland B.V. met als doel de registratie, behandeling, analyse en rapportage van klachten over 

luchtvaartactiviteiten die op en in de omgeving van Amsterdam Airport Schiphol plaatsvinden, het 

geven van informatie daarover en al hetgeen met het bovenstaande verband houdt of daartoe 

bevorderlijk kan zijn.   

 

Naam 

 

 

Plaats van vestiging 

 

Direct/indirect belang 

Stichting KDC  Schiphol  33% 

Stichting Bas  Schiphol  50% 

Deze joint ventures worden gewaardeerd volgens de netto‐vermogenswaardemethode. Voor 2017 en 

2016 is de nettovermogenswaarde van deze joint ventures gelijk gesteld aan 0 euro. 

 

Voor beide stichtingen heeft LVNL geen oprichtingskapitaal gestort. De kosten van de door deze 

stichtingen verrichte diensten zijn opgenomen onder de algemene kosten in de exploitatierekening. 

 

In 2017 bedragen de kosten voor Stichting KDC 59 duizend euro (2016: 73 duizend euro) en voor 

Stichting Bas 228 duizend euro (2016: 203 duizend euro). 

   

Page 105: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1    124 pagina's  105  

Topfunctionarissen  

 

Voor informatie over transacties met de bestuursleden en de leden van de raad van toezicht verwijzen 

wij naar de toelichting 28. Er zijn in 2017 geen andere transacties geweest dan salarissen en de 

verstrekte vergoedingen genoemd in de toelichting 28. 

 28. Rapportage WNT 

Algemeen 

Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector 

(WNT) in werking getreden. LVNL valt hierbij onder regime 2, waar het algemene bezoldigingsmaximum 

van toepassing is. In 2017 is de geldende norm hiervoor 181.000 euro (2016:179.000 euro). 

Topfunctionarissen: bestuur 

Het bestuur is belast met de dagelijkse leiding van LVNL en vertegenwoordigt LVNL in en buiten rechte. 

Bestuursleden worden voor een periode van ten hoogste vijf jaren benoemd door de Minister van 

Infrastructuur en Waterstaat op voordracht van de raad van toezicht. Herbenoeming kan telkens voor 

een periode van maximaal vijf jaar plaatsvinden. Het bestuur van LVNL volgt de principes van collegiaal 

bestuur. Het bestuur geeft leiding aan de organisatie en de daarbinnen onderkende bedrijfsprocessen. 

Het bestuur hanteert het Reglement inrichting en bedrijfsvoering LVNL (Bestuursreglement).  

 

Michiel van Dorst had in 2017 een hogere bezoldiging dan de geldende norm van 181.000 euro. De 

bezoldiging van Michiel van Dorst is conform een gezamenlijk besluit van de Minister van Infrastructuur 

en Waterstaat en de Minister van Binnenlandse Zaken, met instemming van de ministerraad. 

Onderstaande tabel toont de bestuurdersbeloningen in 2017. 

 

 (bedragen in euro’s)  Beloning  Pensioenpremies  WNT‐bezoldiging 

Michiel van Dorst   209.916    19.084    229.000  

Marlou Banning   162.989    17.997    180.986  

Totaal   372.905    37.081    409.986  

 

De pensioenpremies betreffen het werkgeversdeel van de pensioenkosten. De bezoldiging van de 

individuele bestuurders wordt door de raad van toezicht vastgesteld. De bestuursleden hebben een full 

time dienstverband van 38 uur. Onderstaande tabel toont de bezoldiging van de bestuursleden in 2016. 

 

(bedragen in euro’s)  Beloning  Pensioenpremies  WNT‐bezoldiging 

Michiel van Dorst  

(vanaf 1 mei 2016) 133.050  11.251  144.301 

Marlou Banning  

(vanaf 8 augustus 2016) 60.390  6.299  66.689 

Paul Riemens  

(tot 7 april 2016) 101.824  5.028  106.852 

Jos van Rooijen 

(tot 1 september 2016) 209.789  12.310  222.099 

Page 106: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

106  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

Topfunctionarissen: managementteam LVNL  

De werkorganisatie onder het bestuur is ingedeeld in directoraten. Aan het hoofd van ieder directoraat 

staat een Director of een General Manager, belast met de leiding over het directoraat. Zij worden 

benoemd door het bestuur.  

 

Tot 2014 heeft LVNL deze managers aangemerkt als topfunctionarissen. In het huidige 

bestuursreglement is echter aangegeven dat het bestuur de dagelijkse bedrijfsvoering aanstuurt, het 

managementteam is daarbij slechts een adviserend orgaan zonder formele beslissingsbevoegdheden 

ten aanzien van de gehele rechtspersoon. Hierdoor kwalificeren de leden van het managementteam, 

zoals per 31 december 2014 in de jaarrekening is toegelicht, niet (langer) als topfunctionaris. Zij worden 

derhalve vanaf 2015 toegelicht als gewezen topfunctionaris en daarvoor geldt geen bezoldigingsnorm. 

Onderstaande tabel toont de gewezen topfunctionarissen. 

 (bedragen in € 1)  Functie  Beloning  Pensioenpremies  WNT‐bezoldiging 

         Jurgen van Avermaete  General Manager   185.246    18.516   203.762 

Marcel Bakker  General Manager   193.552    18.724   212.276 

Martin Beringer  Verkeersleider FLNA   195.649    25.499   221.148 

Jasper Daams  General Manager   193.979    18.724   212.703 

Hans Keetman  General Manager   211.466    18.832   230.298 

 

Onderstaande tabel toont de bezoldiging van de gewezen topfunctionarissen in 2016. 

 (bedragen in € 1)  Functie  Beloning  Pensioenpremies  WNT‐bezoldiging 

Jurgen van Avermaete  General Manager  180.611  16.028  196.639 

Marcel Bakker  General Manager  188.368  16.211  204.579 

Martin Beringer  Verkeersleider FLNA  183.216  22.063  205.279 

Jasper Daams  General Manager  188.965  16.210  205.175 

Hans Keetman  General Manager  206.173  16.306  222.479 

Overzicht niet‐topfunctionarissen 

De rapportagegrens voor de niet‐topfunctionarissen bedraagt 181.000 euro bij een fulltime 

dienstverband (38 uur). Er is een aantal medewerkers met een parttime dienstverband. De voor hen 

toepasselijke rapportagegrens is als volgt: 

 

Uren per week Rapportagegrens  in 

euro 

26,60  126.700 30,00  142.895 

30,40  144.800 

31,65  150.754 

32,30  153.850 

34,20  162.900 

 

 

Page 107: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

 

 LV

NL‐jaarverslag 2

017 ‐ versie 1

.1 

124 pagin

a's 107 

 

 

Bedragen in euro’s 

   2017 

 

2016 

 Fu

nctienaa

m ultim

o 2017 

Datum in

 dienst 

Uren p/w

 ultim

o 2017 

Beloning + belastbare 

onko

sten

vergoed

inge

ABP W

G‐last 2017 

WNT bezoldiging 2017 

Datum uit dienst 

Ontslagvergo

eding 2017 

 

Functienaa

m ultim

o 2016 

Datum in

 dienst 

Uren p/w

 ultim

o 2016 

Beloning + belastbare 

onko

sten

vergoed

inge

ABP W

G‐last 2016 

WNT bezoldiging 2016 

Datum uit dienst 

Ontslagvergo

eding 2016 

1.   Director / Unit manager  okt‐92  38,00  264.348  20.451  284.800  ‐  ‐  

Unit Manager  okt‐92  38,00  253.825  17.655  271.497  ‐  ‐ 

2.   Supervisor / Unit manager  mei‐93  38,00  260.477  20.451  280.929  ‐  ‐  

Unit Manager  mei‐93  38,00  254.414  17.655  272.069  ‐  ‐ 

3.   Supervisor / General 

manager 

nov‐93  38,00  255.933  20.330  276.264  ‐  ‐  

General Manager / 

Supervisor 

nov‐93  38,00  250.479  17.565  268.044  ‐  ‐ 

4.   Supervisor  okt‐88  38,00  255.402  20.321  275.723  ‐  ‐  

Supervisor  okt‐88  38,00  261.424  17.547  278.971  ‐  ‐ 

5.   Unit Manager / Supervisor  nov‐95  38,00  253.901  19.740  273.642  ‐  ‐  

Supervisor  nov‐95  38,00  229.922  17.035  247.058  ‐  ‐ 

6.   Supervisor  sep‐86  38,00  252.120  20.128  272.248  ‐  ‐  

Supervisor  sep‐86  38,00  243.266  17.374  260.641  ‐  ‐ 

7.   Supervisor / Unit manager  nov‐93  38,00  240.113  20.350  260.463  ‐  ‐  

Unit Manager  nov‐93  38,00  258.622  17.565  276.223  ‐  ‐ 

8.   Supervisor  sep‐85  38,00  237.889  21.667  259.557  ‐  ‐  

Supervisor  sep‐85  38,00  226.780  17.024  243.804  ‐  ‐ 

9.   Unit Manager / Supervisor  okt‐92  38,00  238.915  19.825  258.740  ‐  ‐  

Supervisor  okt‐92  38,00  222.558  16.614  239.173  ‐  ‐ 

10.   Supervisor  apr‐88  38,00  238.930  19.777  258.707  ‐  ‐  

Supervisor  apr‐88  38,00  231.299  17.067  248.367  ‐  ‐ 

11.   Unit Manager / Supervisor  jan‐90  38,00  236.884  19.812  256.696  ‐  ‐  

Supervisor  jan‐90  38,00  230.025  17.110  247.135  ‐  ‐ 

12.   Supervisor  apr‐91  38,00  235.705  19.801  255.507  ‐  ‐  

Supervisor  apr‐91  38,00  229.011  17.110  246.121  ‐  ‐ 

13.   Supervisor  aug‐84  38,00  234.448  20.309  254.758  ‐  ‐  

Supervisor  aug‐84  38,00  230.454  17.110  247.564  ‐  ‐ 

14.   Supervisor  sep‐85  38,00  234.448  19.825  254.273  ‐  ‐  

Supervisor  sep‐85  38,00  230.454  17.110  247.587  ‐  ‐ 

15.   Supervisor  okt‐88  38,00  234.448  19.825  254.273  ‐  ‐  

Supervisor  okt‐88  38,00  231.831  17.110  248.941  ‐  ‐ 

16.   Supervisor  mei‐89  38,00  234.448  19.825  254.273  ‐  ‐  

Supervisor  mei‐89  38,00  230.454  17.110  247.564  ‐  ‐ 

17.   Supervisor  nov‐89  38,00  234.448  19.825  254.273  ‐  ‐  

Supervisor  nov‐89  38,00  230.454  17.110  247.564  ‐  ‐ 

18.   Supervisor  jan‐90  38,00  234.448  19.825  254.273  ‐  ‐  

Supervisor  jan‐90  38,00  231.831  17.110  248.941  ‐  ‐ 

19.   Supervisor  jan‐97  38,00  234.448  19.825  254.273  ‐  ‐  

Supervisor  jan‐97  38,00  230.343  17.110  247.453  ‐  ‐ 

20.   Supervisor  okt‐92  38,00  233.924  19.777  253.701  ‐  ‐  

Supervisor  okt‐92  38,00  229.922  17.067  246.989  ‐  ‐ 

21.   Supervisor  apr‐87  38,00  232.527  19.777  252.304  ‐  ‐  

Supervisor  apr‐87  38,00  228.545  17.067  245.612  ‐  ‐ 

22.   Supervisor  okt‐92  38,00  232.252  19.774  252.026  ‐  ‐  

Supervisor  okt‐92  38,00  221.091  16.898  237.989  ‐  ‐ 

23.   Supervisor  mei‐97  38,00  231.173  19.741  250.913  ‐  ‐  

Supervisor  mei‐97  38,00  227.239  17.034  244.274  ‐  ‐ 

24.   Supervisor  sep‐96  38,00  230.517  19.724  250.241  ‐  ‐  

Supervisor  sep‐96  38,00  226.918  17.110  244.028  ‐  ‐ 

25.   Supervisor  okt‐97  38,00  229.836  19.726  249.562  ‐  ‐  

Supervisor  okt‐97  38,00  218.613  16.855  235.467  ‐  ‐ 

Page 108: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

 

108 

124 pagin

a's LV

NL‐jaarverslag 2

017 ‐ versie 1

.1 

 

 

  2017  

2016 

 

Functienaa

m ultim

o 2017 

Datum in

 dienst 

Uren p/w

 ultim

o 2017 

Beloning + belastbare 

onko

sten

vergoed

inge

ABP W

G‐last 2017 

WNT bezoldiging 2017 

Datum uit dienst 

Ontslagvergo

eding 2017 

 

Functienaa

m ultim

o 2016 

Datum in

 dienst 

Uren p/w

 ultim

o 2016 

Beloning + belastbare 

onko

sten

vergoed

inge

ABP W

G‐last 2016 

WNT bezoldiging 2016 

Datum uit dienst 

Ontslagvergo

eding 2016 

26.   Supervisor  nov‐97  38,00  229.607  19.704  249.311  ‐  ‐  

Supervisor  nov‐97  38,00  220.358  16.833  237.191  ‐  ‐ 

27.   Supervisor  apr‐91  38,00  229.580  19.714  249.294  ‐  ‐  

Supervisor  apr‐91  38,00  218.919  16.823  235.742  ‐  ‐ 

28.   Supervisor  aug‐97  38,00  228.910  19.728  248.638  ‐  ‐  

Supervisor  aug‐97  38,00  222.367  16.855  239.222  ‐  ‐ 

29.   Supervisor  apr‐88  38,00  228.353  19.676  248.029  ‐  ‐  

Supervisor  apr‐88  38,00  224.634  16.965  241.599  ‐  ‐ 

30.   Supervisor  okt‐96  38,00  227.105  19.570  246.675  ‐  ‐  

Supervisor  okt‐96  38,00  221.966  16.887  238.853  ‐  ‐ 

31.   Supervisor  aug‐95  38,00  227.026  19.440  246.466  ‐  ‐  

Supervisor  aug‐95  38,00  212.124  16.614  228.738  ‐  ‐ 

32.   Supervisor / Unit manager  okt‐94  38,00  225.758  20.398  246.156  ‐  ‐  

Unit Manager  okt‐94  38,00  252.316  17.608  270.018  ‐  ‐ 

33.   Supervisor  jan‐97  38,00  223.805  19.463  243.268  ‐  ‐  

Supervisor  jan‐97  38,00  209.504  16.616  226.120  ‐  ‐ 

34.   Supervisor / 

Verkeersleider (2) 

aug‐97  38,00  223.406  19.553  242.959  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  aug‐97  38,00  204.504  16.390  220.894  ‐  ‐ 

35.   Supervisor  jan‐91  38,00  222.088  19.471  241.559  ‐  ‐  

Supervisor  jan‐91  38,00  216.922  16.787  233.708  ‐  ‐ 

36.   Supervisor  mei‐93  38,00  218.087  19.777  237.864  ‐  ‐  

Supervisor  mei‐93  38,00  229.922  17.067  246.989  ‐  ‐ 

37.   Unit Manager / Supervisor  jan‐90  38,00  216.527  19.255  235.782  ‐  ‐  

Supervisor  jan‐90  38,00  208.660  16.614  225.275  ‐  ‐ 

38.   Supervisor  mei‐92  38,00  215.401  19.211  234.612  ‐  ‐  

Supervisor  mei‐92  38,00  214.136  16.898  231.034  ‐  ‐ 

39.   Supervisor  mrt‐05  38,00  215.310  19.211  234.522  ‐  ‐  

Supervisor  mrt‐05  38,00  211.861  16.560  228.421  ‐  ‐ 

40.   Supervisor  sep‐90  38,00  213.329  19.255  232.584  ‐  ‐  

Supervisor  sep‐90  38,00  208.660  16.614  225.275  ‐  ‐ 

41.   Supervisor  jan‐95  38,00  212.057  19.255  231.312  ‐  ‐  

Supervisor  jan‐95  38,00  208.584  16.598  225.183  ‐  ‐ 

42.   Supervisor  okt‐97  38,00  211.874  19.253  231.127  ‐  ‐  

Supervisor  okt‐97  38,00  200.881  16.310  217.192  ‐  ‐ 

43.   Supervisor  sep‐90  38,00  211.580  19.211  230.792  ‐  ‐  

Supervisor  sep‐90  38,00  209.430  16.576  226.005  ‐  ‐ 

44.   Supervisor  nov‐89  38,00  211.107  19.218  230.326  ‐  ‐  

Supervisor  nov‐89  38,00  228.545  17.067  245.612  ‐  ‐ 

45.   Supervisor  okt‐88  38,00  210.689  19.216  229.905  ‐  ‐  

Supervisor  okt‐88  38,00  220.069  16.898  236.967  ‐  ‐ 

46.   Supervisor  okt‐88  38,00  210.531  19.211  229.743  ‐  ‐  

Supervisor  okt‐88  38,00  207.452  16.576  224.027  ‐  ‐ 

47.   Verkeersleider (2)  jan‐01  38,00  208.732  19.077  227.809  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  jan‐01  38,00  203.058  16.460  219.517  ‐  ‐ 

48.   Supervisor  feb‐00  38,00  207.522  18.864  226.386  ‐  ‐  

Supervisor  feb‐00  38,00  193.393  16.116  209.509  ‐  ‐ 

49.   Verkeersleider (2)  nov‐91  38,00  207.036  19.060  226.096  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  nov‐91  38,00  194.598  16.150  210.747  ‐  ‐ 

50.   Verkeersleider (2)  jul‐00  38,00  206.724  19.088  225.812  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  jul‐00  38,00  202.273  16.470  218.743  ‐  ‐ 

51.   Supervisor  sep‐99  38,00  206.349  19.077  225.426  ‐  ‐  

Supervisor  sep‐99  38,00  196.576  16.310  212.886  ‐  ‐ 

52.   Verkeersleider (2)  feb‐88  38,00  206.291  19.077  225.368  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  feb‐88  38,00  201.843  16.460  218.315  ‐  ‐ 

53.   Verkeersleider (2)  okt‐92  38,00  205.829  19.034  224.863  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  okt‐92  38,00  200.160  16.422  216.582  ‐  ‐ 

Page 109: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

 

 LV

NL‐jaarverslag 2

017 ‐ versie 1

.1 

124 pagin

a's 109 

 

 

  2017  

2016 

 

Functienaa

m ultim

o 2017 

Datum in

 dienst 

Uren p/w

 ultim

o 2017 

Beloning + belastbare 

onko

sten

vergoed

inge

ABP W

G‐last 2017 

WNT bezoldiging 2017 

Datum uit dienst 

Ontslagvergo

eding 2017 

 

Functienaa

m ultim

o 2016 

Datum in

 dienst 

Uren p/w

 ultim

o 2016 

Beloning + belastbare 

onko

sten

vergoed

inge

ABP W

G‐last 2016 

WNT bezoldiging 2016 

Datum uit dienst 

Ontslagvergo

eding 2016 

54.   Verkeersleider (2)  mei‐93  38,00  205.829  19.034  224.863  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  mei‐93  38,00  202.589  16.422  219.011  ‐  ‐ 

55.   Verkeersleider (2)  apr‐88  38,00  205.824  19.034  224.858  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  apr‐88  38,00  200.160  16.422  216.582  ‐  ‐ 

56.   Verkeersleider (2)  aug‐97  38,00  205.675  19.032  224.706  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  aug‐97  38,00  196.261  16.274  212.542  ‐  ‐ 

57.   Supervisor  nov‐96  38,00  205.283  19.022  224.305  ‐  ‐  

Supervisor  nov‐96  38,00  199.721  16.399  216.119  ‐  ‐ 

58.   Verkeersleider (2)  nov‐89  38,00  204.638  19.034  223.672  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  nov‐89  38,00  200.160  16.422  216.582  ‐  ‐ 

59.   Verkeersleider (2)  okt‐88  38,00  203.656  19.010  222.666  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  okt‐88  38,00  200.404  16.390  216.794  ‐  ‐ 

60.   Verkeersleider (2)  mei‐89  38,00  203.388  19.040  222.428  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  mei‐89  38,00  202.828  16.432  219.260  ‐  ‐ 

61.   Verkeersleider (2)  feb‐06  38,00  203.464  18.905  222.369  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  feb‐06  38,00  193.901  16.165  210.066  ‐  ‐ 

62.   Supervisor  okt‐94  38,00  203.287  19.034  222.321  ‐  ‐  

Supervisor  okt‐94  38,00  208.617  16.927  225.544  ‐  ‐ 

63.   Verkeersleider (2)  jan‐98  38,00  202.447  18.988  221.434  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  jan‐98  38,00  193.147  16.224  209.418  ‐  ‐ 

64.   Verkeersleider (2)  okt‐88  38,00  202.423  19.010  221.433  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  okt‐88  38,00  199.190  16.390  215.580  ‐  ‐ 

65.   Verkeersleider (2)  okt‐97  38,00  202.328  18.867  221.195  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  okt‐97  38,00  190.996  16.130  207.126  ‐  ‐ 

66.   Verkeersleider (2)  aug‐97  38,00  200.209  18.768  218.976  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  aug‐97  38,00  190.739  16.043  206.783  ‐  ‐ 

67.   Supervisor  jan‐02  38,00  199.859  18.862  218.720  ‐  ‐  

Supervisor  jan‐02  38,00  188.015  16.130  204.144  ‐  ‐ 

68.   Supervisor  okt‐85  34,20  200.192  17.658  217.850  ‐  ‐  

Supervisor  okt‐85  34,20  199.849  15.110  214.960  ‐  ‐ 

69.   Verkeersleider (2)  nov‐96  38,00  197.873  18.765  216.639  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  nov‐96  38,00  188.574  16.040  204.614  ‐  ‐ 

70.   Supervisor  jan‐99  38,00  196.749  18.738  215.487  ‐  ‐  

Supervisor  jan‐99  38,00  187.529  16.022  203.551  ‐  ‐ 

71.   Verkeersleider (2)  feb‐00  38,00  194.382  18.698  213.080  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  feb‐00  38,00  185.275  15.988  201.264  ‐  ‐ 

72.   Supervisor  sep‐88  38,00  193.505  18.995  212.499  ‐  ‐  

Supervisor  sep‐88  38,00  198.657  16.382  215.039  ‐  ‐ 

73.   Verkeersleider (2)  sep‐97  38,00  193.085  18.574  211.659  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  sep‐97  38,00  180.589  15.768  196.381  ‐  ‐ 

74.   Verkeersleider (2)  mei‐89  38,00  192.878  18.738  211.616  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  mei‐89  38,00  188.878  16.165  205.061  ‐  ‐ 

75.   Verkeersleider (2)  mei‐92  38,00  192.444  18.698  211.142  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  mei‐92  38,00  188.438  16.130  204.567  ‐  ‐ 

76.   Verkeersleider (2)  nov‐89  38,00  191.721  18.738  210.458  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  nov‐89  38,00  188.878  16.165  205.043  ‐  ‐ 

77.   Verkeersleider (2)  aug‐96  38,00  190.851  18.735  209.586  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  aug‐96  38,00  183.520  16.022  199.542  ‐  ‐ 

78.   Verkeersleider (2)  jan‐90  38,00  190.094  18.738  208.832  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  jan‐90  38,00  188.878  16.165  205.043  ‐  ‐ 

79.   Verkeersleider (2)  aug‐96  38,00  189.953  18.662  208.615  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  aug‐96  38,00  194.362  16.086  210.449  ‐  ‐ 

80.   Verkeersleider (2)  aug‐07  38,00  189.194  18.674  207.868  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  aug‐07  38,00  186.411  16.115  202.526  ‐  ‐ 

81.   Verkeersleider (2)  aug‐07  38,00  189.194  18.674  207.868  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  aug‐07  38,00  186.379  16.108  202.487  ‐  ‐ 

Page 110: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

 

110 

124 pagin

a's LV

NL‐jaarverslag 2

017 ‐ versie 1

.1 

 

 

  2017  

2016 

 

Functienaa

m ultim

o 2017 

Datum in

 dienst 

Uren p/w

 ultim

o 2017 

Beloning + belastbare 

onko

sten

vergoed

inge

ABP W

G‐last 2017 

WNT bezoldiging 2017 

Datum uit dienst 

Ontslagvergo

eding 2017 

 

Functienaa

m ultim

o 2016 

Datum in

 dienst 

Uren p/w

 ultim

o 2016 

Beloning + belastbare 

onko

sten

vergoed

inge

ABP W

G‐last 2016 

WNT bezoldiging 2016 

Datum uit dienst 

Ontslagvergo

eding 2016 

82.   Supervisor  mei‐89  34,20  189.460  17.297  206.757  ‐  ‐  

Supervisor  mei‐89  34,20  186.536  14.899  201.436  ‐  ‐ 

83.   Verkeersleider (2)  okt‐88  38,00  186.536  19.077  205.613  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  okt‐88  38,00  179.728  16.460  196.187  ‐  ‐ 

84.   Supervisor  mrt‐03  38,00  184.759  18.569  203.327  ‐  ‐  

Supervisor /  

Verkeersleider (2) 

mrt‐03  38,00  165.535  15.554  181.089  ‐  ‐ 

85.   Supervisor  nov‐95  30,40  184.786  15.727  200.512  ‐  ‐  

Supervisor  nov‐95  30,40  179.320  13.557  192.877  ‐  ‐ 

86.   Verkeersleider (2)  sep‐96  34,20  182.040  17.085  199.126  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  sep‐96  34,20  183.420  14.732  198.151  ‐  ‐ 

87.   Verkeersleider (2)  mrt‐03  38,00  178.748  18.375  197.123  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  mrt‐03  38,00  164.093  15.523  179.616  ‐  ‐ 

88.   Verkeersleider (2)  mei‐92  32,30  180.285  16.277  196.562  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  mei‐92  32,30  175.323  14.035  189.358  ‐  ‐ 

89.   Verkeersleider (2)  feb‐09  38,00  177.581  18.380  195.961  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  feb‐09  38,00  182.998  16.031  199.028  ‐  ‐ 

90.   Teammanager  sep‐96  38,00  176.199  18.267  194.466  ‐  ‐  

Teammanager  sep‐96  38,00  169.606  15.456  185.062  ‐  ‐ 

91.   Verkeersleider (2)  nov‐94  34,20  174.772  16.835  191.606  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  nov‐94  34,20  171.220  14.517  185.737  ‐  ‐ 

92.   Verkeersleider (2)  jan‐02  38,00  170.504  18.247  188.751  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  jan‐02  38,00  165.875  15.630  181.505  ‐  ‐ 

93.   Verkeersleider (2)  jan‐02  38,00  170.560  18.157  188.718  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  jan‐02  38,00  162.530  15.554  178.084    ‐ 

94.   Verkeersleider (2)  jan‐01  38,00  170.280  18.106  188.386  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  jan‐01  38,00  161.487  15.554  177.041    ‐ 

95.   Verkeersleider (2)  dec‐04  38,00  170.055  18.165  188.220  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  dec‐04  38,00  167.239  15.660  182.899  ‐  ‐ 

96.   Verkeersleider (2)  sep‐02  38,00  169.899  18.123  188.023  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  sep‐02  38,00  162.918  15.523  178.441    ‐ 

97.   Verkeersleider (2)  feb‐11  38,00  169.703  18.125  187.829  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  feb‐11  38,00  165.459  15.632  181.091  ‐  ‐ 

98.   FIC Verkeersleider (2)  apr‐87  38,00  169.110  18.162  187.272  ‐  ‐  

FIC Verkeersleider (2)  apr‐87  38,00  166.764  15.664  182.428  ‐  ‐ 

99.   Verkeersleider (2)  mei‐02  38,00  168.868  18.035  186.903  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  mei‐02  38,00  160.966  15.445  176.411    ‐ 

100.   Verkeersleider (2)  sep‐03  38,00  168.692  18.111  186.803  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  sep‐03  38,00  156.819  15.406  172.225    ‐ 

101.   Verkeersleider (2)  jul‐98  31,65  169.941  16.684  186.625  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  jul‐98  38,00  161.839  16.165  178.004    ‐ 

102.   Verkeersleider (2)  nov‐00  38,00  167.635  18.033  185.668  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  nov‐00  38,00  157.750  15.445  173.194    ‐ 

103.   Verkeersleider (2)  jan‐02  38,00  164.977  18.002  182.979  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  jan‐02  38,00  165.875  15.630  181.505  ‐  ‐ 

104.   Senior Verkeersleider  jul‐98  38,00  164.799  17.904  182.703  ‐  ‐  

Senior Verkeersleider  jul‐98  38,00  156.963  15.439  172.417    ‐ 

105.   Verkeersleider (2)  jan‐02  34,20  152.327  16.237  168.564  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  jan‐02  35,43  148.679  15.357  164.036    ‐ 

106.   Verkeersleider (2)  sep‐03  34,20  148.663  16.221  164.885  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  sep‐03  34,20  144.340  13.785  158.126    ‐ 

107.   Senior Verkeersleider  mei‐92  30,40  133.914  14.314  148.228  ‐  ‐  

Senior Verkeersleider  mei‐92  30,40  125.458  12.332  137.789  ‐  ‐ 

108.   Verkeersleider (2)  nov‐93  26,60  131.180  13.016  144.196  ‐  ‐  

Verkeersleider (2)  nov‐93  26,60  128.688  11.208  139.896  ‐  ‐ 

109.   Teammanager  jan‐98  38,00  76.615  5.706  82.321  apr‐17  ‐  

Teammanager  jan‐98  38,00  162.684  15.400  178.131    ‐ 

Page 111: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

 

 LV

NL‐jaarverslag 2

017 ‐ versie 1

.1 

124 pagin

a's 111 

 

 

  2017  

2016 

 

Functienaa

m ultim

o 2017 

Datum in

 dienst 

Uren p/w

 ultim

o 2017 

Beloning + belastbare 

onko

sten

vergoed

inge

ABP W

G‐last 2017 

WNT bezoldiging 2017 

Datum uit dienst 

Ontslagvergo

eding 2017 

 

Functienaa

m ultim

o 2016 

Datum in

 dienst 

Uren p/w

 ultim

o 2016 

Beloning + belastbare 

onko

sten

vergoed

inge

ABP W

G‐last 2016 

WNT bezoldiging 2016 

Datum uit dienst 

Ontslagvergo

eding 2016 

110.   General Manager / 

Supervisor 

nov‐91  38,00  233.205  19.777  252.982  ‐  ‐  

General Manager / 

Supervisor 

nov‐91  38,00  229.922  17.067  247.514  ‐  ‐ 

111.   Verkeersleider FLNA  dec‐83  38,00  219.582  26.183  245.765  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA  dec‐83  38,00  205.350  22.665  228.014  ‐  ‐ 

112.   Verkeersleider FLNA  jun‐82  38,00  206.764  25.570  232.334  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA  jun‐82  38,00  198.520  22.070  220.590  ‐  ‐ 

113.   Verkeersleider FLNA  apr‐88  38,00  202.309  25.559  227.868  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA / 

Supervisor 

apr‐88  38,00  212.688  19.646  232.334  ‐  ‐ 

114.   Verkeersleider FLNA  mei‐86  38,00  202.247  25.564  227.810  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA  mei‐86  38,00  195.282  22.120  217.402  ‐  ‐ 

115.   Verkeersleider FLNA  nov‐84  38,00  201.004  25.499  226.503  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA  nov‐84  38,00  194.134  22.063  216.197  ‐  ‐ 

116.   Verkeersleider FLNA  jul‐88  38,00  199.815  25.641  225.456  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA / 

Supervisor 

jul‐88  38,00  228.998  17.533  246.531  ‐  ‐ 

117.   Verkeersleider FLNA  nov‐84  38,00  198.584  25.570  224.154  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA  nov‐84  38,00  203.703  22.125  225.828    ‐ 

118.   Verkeersleider FLNA  dec‐84  38,00  198.149  25.570  223.719  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA  dec‐84  38,00  191.242  22.125  213.368    ‐ 

119.   Verkeersleider FLNA  sep‐86  38,00  196.885  25.479  222.364    ‐  

Verkeersleider FLNA  sep‐86  38,00  188.657  22.045  210.702  ‐  ‐ 

120.   Verkeersleider FLNA  nov‐87  38,00  196.005  25.479  221.484    ‐  

Verkeersleider FLNA  nov‐87  38,00  189.239  22.045  211.284  ‐  ‐ 

121.   Verkeersleider FLNA  jun‐82  38,00  198.436  19.343  217.779  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA  jun‐82  38,00  185.460  16.757  202.217  ‐  ‐ 

122.   Verkeersleider FLNA  jan‐83  38,00  187.399  25.287  212.686  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA  jan‐83  38,00  184.707  21.876  206.583    ‐ 

123.   Verkeersleider FLNA  nov‐77  38,00  187.862  20.359  208.221  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA  nov‐77  38,00  226.533  21.389  247.922  ‐  ‐ 

124.   Verkeersleider FLNA  jan‐82  38,00  181.127  24.923  206.051    ‐  

Verkeersleider FLNA  jan‐82  38,00  173.165  21.555  194.720  ‐  ‐ 

125.   Verkeersleider FLNA /  

FIC verkeersleider (2) 

jul‐78  38,00  182.311  20.219  202.530  ‐  ‐  

FIC Verkeersleider (2)  jul‐78  38,00  152.775  15.346  168.121  ‐  ‐ 

126.   Verkeersleider FLNA  okt‐85  38,00  175.871  24.825  200.696  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA  okt‐85  38,00  165.884  21.469  187.352  ‐  ‐ 

127.   Verkeersleider FLNA  nov‐86  38,00  180.471  19.104  199.575  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA  nov‐86  38,00  175.495  16.547  192.042  ‐  ‐ 

128.   Verkeersleider FLNA  okt‐85  38,00  173.758  24.923  198.682  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA  okt‐85  38,00  171.454  21.555  193.009    ‐ 

129.   Verkeersleider FLNA  okt‐85  38,00  173.648  22.275  195.924  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA  okt‐85  38,00  181.355  21.785  203.140  ‐  ‐ 

130.   Verkeersleider FLNA  nov‐72  38,00  175.787  19.982  195.769  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA  nov‐72  38,00  170.178  17.320  187.498  ‐  ‐ 

131.   Verkeersleider FLNA  aug‐89  38,00  171.150  19.670  190.820  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA  aug‐89  38,00  176.161  21.624  197.784  ‐  ‐ 

132.   Verkeersleider FLNA  jan‐76  38,00  169.202  19.740  188.943  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA  jan‐76  38,00  196.749  19.577  216.325  ‐  ‐ 

133.   Verkeersleider FLNA  nov‐77  38,00  169.050  19.740  188.791  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA  nov‐77  38,00  188.812  18.309  207.120  ‐  ‐ 

134.   Verkeersleider FLNA  sep‐80  38,00  169.050  19.740  188.791  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA  sep‐80  38,00  164.192  17.107  181.299  ‐  ‐ 

Page 112: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

 

112 

124 pagin

a's LV

NL‐jaarverslag 2

017 ‐ versie 1

.1 

 

 

  2017  

2016 

 

Functienaa

m ultim

o 2017 

Datum in

 dienst 

Uren p/w

 ultim

o 2017 

Beloning + belastbare 

onko

sten

vergoed

inge

ABP W

G‐last 2017 

WNT bezoldiging 2017 

Datum uit dienst 

Ontslagvergo

eding 2017 

 

Functienaa

m ultim

o 2016 

Datum in

 dienst 

Uren p/w

 ultim

o 2016 

Beloning + belastbare 

onko

sten

vergoed

inge

ABP W

G‐last 2016 

WNT bezoldiging 2016 

Datum uit dienst 

Ontslagvergo

eding 2016 

135.   Verkeersleider FLNA  jan‐83  38,00  169.050  19.740  188.791  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA  jan‐83  38,00  169.056  17.908  186.965  ‐  ‐ 

136.   Verkeersleider FLNA  dec‐73  38,00  166.664  19.659  186.323  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA  dec‐73  38,00  161.465  17.035  178.501  ‐  ‐ 

137.   Verkeersleider FLNA  jan‐82  38,00  166.438  19.651  186.090  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA  jan‐82  38,00  161.249  17.029  178.278  ‐  ‐ 

138.   Verkeersleider FLNA  nov‐71  38,00  164.738  18.512  183.251  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA  nov‐71  38,00  160.832  16.036  176.868  ‐  ‐ 

139.   Verkeersleider FLNA  jan‐76  38,00  155.844  17.080  172.924  nov‐17  ‐  

Verkeersleider FLNA  jan‐76  38,00  154.119  16.805  170.924  ‐  ‐ 

140.   Verkeersleider FLNA  apr‐87  30,40  131.098  19.535  150.634  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA  apr‐87  30,40  123.721  16.889  140.610  ‐  ‐ 

141.   Verkeersleider FLNA  sep‐76  30,00  130.355  19.317  149.672  ‐  ‐  

Verkeersleider FLNA  sep‐76  30,00  135.019  16.701  151.720  ‐  ‐ 

142.   Verkeersleider FLNA  okt‐70  38,00  138.417  10.895  149.311  jul‐17  ‐  

Verkeersleider FLNA  okt‐70  38,00  215.319  17.391  232.710  ‐  ‐ 

143.   Verkeersleider FLNA  nov‐71  38,00  112.391  5.898  118.289  apr‐17  ‐  

Verkeersleider FLNA  nov‐71  38,00  210.799  17.035  227.834  ‐  ‐ 

144.   Verkeersleider FLNA  okt‐74  38,00  100.776  10.376  111.152  jul‐17  ‐  

Verkeersleider FLNA  okt‐74  38,00  154.119  16.805  170.924  ‐  ‐ 

145.   Manager  feb‐01  38,00  185.550  18.519  204.069  ‐  ‐  

Manager  feb‐01  38,00  180.756  16.027  196.886  ‐  ‐ 

146.   Manager ICAS  jan‐12  38,00  183.196  18.537  201.733  ‐  ‐  

Manager ICAS  jan‐12  38,00  187.808  16.212  204.020  ‐  ‐ 

147.   Medewerker / Director  dec‐84  38,00  303.039  24.592  327.631  ‐  ‐  

Director  dec‐84  38,00  276.446  18.090  294.666  ‐  ‐ 

 

    

Page 113: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

 

 LV

NL‐jaarverslag 2

017 ‐ versie 1

.1 

124 pagin

a's 113 

 

 

Toelichting bij bovenstaande tabel 

Nummer 1 t/m 109 

De beloning van LVNL‐verkeersleiders is in lijn met de beloning van luchtverkeersleiders in andere Europese landen. Het management van verkeersleiders (e.g. director, unit 

managers, supervisors) is afkomstig uit de groep verkeersleiders en ontvangt een beloning passend binnen het loongebouw van LVNL. Verkeersleiders en het management 

van verkeersleiders ontvangen als onderdeel van de beloning een toeslag voor onregelmatige diensten (TOD). 

Nummer 110 

Deze general manager heeft een achtergrond als verkeersleider en functioneert ook nog steeds deels als verkeersleider, hetgeen van belang is voor het uitvoeren van de 

functie. De beloning past binnen het loongebouw van LVNL. 

Nummer 111 t/m 144 

Deze verkeersleiders maken gebruik van de regeling FLNA, passend binnen de rechtspositie en het loongebouw van LVNL. Binnen de kaders van de vigerende rechtspositie en 

arbeidsvoorwaarden kunnen functionarissen een vergoeding ontvangen additioneel aan de FLNA‐vergoeding wanneer zij nog actieve werkzaamheden blijven verrichten door 

na te dienen als verkeersleider, manager of verkeersleidingexpert. De gerapporteerde bedragen betreffen de som van de FLNA‐vergoeding en de additioneel verworven 

vergoeding. 

Nummer 145 t/m 146 

Deze medewerkers ontvangen een bezoldiging die hoger ligt dan het bezoldigingsmaximum voor topfunctionarissen zoals bedoeld in de Wet normering topinkomens. Deze 

bezoldiging wordt passend geacht bij de functie die zij uitoefenen bij LVNL. 

Nummer 147 

Aan deze medewerker is sinds 1 juli 2017 buitengewoon verlof verleend.  

 

 

Page 114: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

114  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

Topfunctionarissen: raad van toezicht 

 

De raad van toezicht ziet toe op de werkzaamheden van het bestuur en staat het bestuur met raad 

terzijde. De leden van de raad worden benoemd door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat 

voor een periode van vier jaar en zijn eenmaal herbenoembaar voor een tijdvak van vier jaar. 

 

De minister kent aan de leden van de raad van toezicht een vergoeding toe waarbij de WNT in acht 

wordt genomen. De hoogte van deze vergoeding is gerelateerd aan de omvang van de organisatie en de 

gemiddelde tijdsbesteding. De leden van de raad van toezicht vallen onder het bezoldigingsregime van 

de WNT. Voor 2017 is de geldende norm hiervoor 27.150 euro voor de voorzitter van de raad van 

toezicht en 18.100 euro voor de leden van de raad van toezicht. 

 

Onderstaande tabel toont de bezoldiging 2017. 

 

(bedragen in € 1)  Beloning 

Belastbare vaste en variabele onkosten‐vergoeding 

Pensioen‐premies 

           

Gerlach Cerfontaine   22.000   ‐  ‐ 

Tom Bakker   11.250   ‐  ‐ 

Pieter van Geel   15.000   ‐  ‐ 

Charlotte Insinger   15.000   ‐  ‐ Lodewijk Hijmans van den Bergh   15.000   ‐  ‐ Luitenant‐Generaal b.d. A. Schnitger   3.750   ‐  ‐ 

 

Onderstaande tabel toont de bezoldiging 2016. 

 

(bedragen in € 1)  Beloning 

Belastbare vaste en variabele onkosten‐vergoeding 

Pensioen‐premies 

           

Gerlach Cerfontaine  22.000  ‐  ‐ 

Tom Bakker  15.000  ‐  ‐ 

Pieter van Geel   15.000  ‐  ‐ 

Charlotte Insinger  15.000  ‐  ‐ 

Lodewijk Hijmans van den Bergh  15.000  ‐  ‐ 

 

Schiphol, 19 april 2018, 

 

Michiel van Dorst, Chief Executive Officer, 

Marlou Banning, Chief Financial Officer. 

 

Page 115: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  124 pagina's  115  

Overige gegevens 

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant  

Aan: de Raad van Toezicht en het Bestuur van Luchtverkeersleiding Nederland 

Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen geconsolideerde jaarrekening 

Ons oordeel 

Wij hebben de geconsolideerde jaarrekening 2017 van Luchtverkeersleiding Nederland (hierna ‘de 

Luchtverkeersleiding Nederland’) te Schiphol (hierna ‘de geconsolideerde jaarrekening') gecontroleerd. 

Naar ons oordeel geeft de betreffende geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld van de grootte 

en samenstelling van het vermogen van Luchtverkeersleiding Nederland per 31 december 2017 en van 

het resultaat over 2017, in overeenstemming met artikel 12 lid 1 van Verordening (EG) 550/2004 van 

het Europees Parlement en de Raad en de brief van het ministerie van Infrastructuur en Milieu 

gedateerd op 5 februari 2015 met onderwerp ‘Ontheffing toepassing IAS19/IAS19R’ en de bepalingen 

van en krachtens de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen (semi)publieke sector (WNT). 

 

De geconsolideerde jaarrekening bestaat uit: 

 

• Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet‐gerealiseerde resultaten;  

• Geconsolideerde balans; 

• Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen; 

• Geconsolideerd kasstroomoverzicht voor 2017; 

• Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening; 

• Toelichting op de geconsolideerde exploitatierekening; 

• Toelichting op de geconsolideerde balans. 

 

De basis voor ons oordeel 

 

Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse 

controlestandaarden, de Nadere Uitwerking Controleprotocol voor de Luchtverkeersleiding Nederland 

en de Regeling controleprotocol WNT 2017 vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn 

beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de geconsolideerde 

jaarrekening’. 

 

Wij zijn onafhankelijk van Luchtverkeersleiding Nederland zoals vereist in de Wet toezicht 

accountantsorganisaties (Wta), de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij 

assurance‐opdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in 

Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags‐ en beroepsregels accountants 

(VGBA). 

 

Wij vinden dat de door ons verkregen controle‐informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons 

oordeel. 

 

Benadrukking van aangelegenheid omtrent de gehanteerde waarderingsgrondslagen  

 

Wij vestigen de aandacht op pagina 57 en 58 in de toelichting van de geconsolideerde jaarrekening, 

waarin is uiteengezet dat de reikwijdte van de door Luchtverkeersleiding Nederland gehanteerde 

Page 116: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

116  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

waarderingsgrondslagen van artikel 12 lid 1 van Verordening (EG) 550/2004 van het Europees 

Parlement en de Raad zijn beperkt met betrekking tot de toepassing van IAS19/IAS 19R. Ons oordeel is 

niet aangepast als gevolg van deze aangelegenheid. 

 

Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie 

 

Naast de geconsolideerde jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere 

informatie, die bestaat uit: 

 

• Bestuursverslag (Voorwoord LVNL‐bestuur, Veiligheid, Efficiëntie, Maatschappij en milieu, Onze 

topprioriteiten, Overige ontwikkelingen, Personeel, Financiën); 

• Bestuursstructuur; 

• In control statement; 

• Bericht van de raad van toezicht;  

• Overige gegevens; 

• Afkortingen. 

 

Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie met de 

geconsolideerde jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat; 

 

Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen 

vanuit de controle van de geconsolideerde jaarrekening of anderszins, overwogen of de andere 

informatie materiële afwijkingen bevat. 

 

Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in de Nederlandse Standaard 720 en de 

Nadere Uitwerking Controleprotocol voor de Luchtverkeersleiding. Deze werkzaamheden hebben niet 

dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de geconsolideerde jaarrekening. 

 

Het Bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie. 

 

Beschrijving van verantwoordelijkheden met betrekking tot de geconsolideerde jaarrekening  

 

Verantwoordelijkheden van het Bestuur en de Raad van Toezicht voor de geconsolideerde jaarrekening 

 

Het Bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en het getrouw weergeven van de geconsolideerde 

jaarrekening in overeenstemming met artikel 12 lid 1 van Verordening (EG) 550/2004 van het Europees 

Parlement en de Raad en de brief van het ministerie van Infrastructuur en Milieu gedateerd op 5 

februari 2015 met onderwerp ‘Ontheffing toepassing IAS19/IAS19R’ en de bepalingen van en krachtens 

de WNT. In dit kader is het Bestuur verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het 

Bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de geconsolideerde jaarrekening mogelijk te maken 

zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude. 

 

Bij het opmaken van de geconsolideerde jaarrekening moet het Bestuur afwegen of de onderneming in 

staat is om haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemd 

verslaggevingsstelsel moet het Bestuur de geconsolideerde jaarrekening opmaken op basis van de 

continuïteitsveronderstelling, tenzij het Bestuur het voornemen heeft om de Luchtverkeersleiding 

Nederland te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische 

alternatief is. Het Bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou 

kunnen bestaan of de onderneming haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten 

in de geconsolideerde jaarrekening. 

Page 117: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  124 pagina's  117  

De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële 

verslaggeving van de Luchtverkeersleiding Nederland. 

 

Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening 

 

Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij 

daarmee voldoende en geschikte controle‐informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel. 

 

Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid, waardoor het 

mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken. 

 

Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan 

worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische 

beslissingen die gebruikers op basis van de geconsolideerde jaarrekening nemen. De materialiteit 

beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect 

van onderkende afwijkingen op ons oordeel. 

 

Wij hebben deze accountantscontrole professioneel‐kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant 

professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse 

controlestandaarden, de Nadere Uitwerking Controleprotocol voor de Luchtverkeersleiding Nederland 

en de Regeling controleprotocol WNT 2017, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze 

controle bestond onder andere uit: 

 

• Het identificeren en inschatten van de risico’s dat de geconsolideerde jaarrekening afwijkingen van 

materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, het in reactie op deze risico’s bepalen en 

uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle‐informatie die voldoende en 

geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang 

niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in 

geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen 

van zaken of het doorbreken van de interne beheersing; 

• Het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel 

controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze 

werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de 

interne beheersing van Luchtverkeersleiding Nederland; 

• Het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving, en 

het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het Bestuur en de toelichtingen die 

daarover in de geconsolideerde jaarrekening staan; 

• Het vaststellen dat de door het Bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. 

Tevens het op basis van de verkregen controle‐informatie vaststellen of er gebeurtenissen en 

omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de Luchtverkeersleiding 

Nederland haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een 

onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om in onze controleverklaring de 

aandacht te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de geconsolideerde 

jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze 

conclusies zijn gebaseerd op de controle‐informatie die verkregen is tot de datum van onze 

controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden 

dat de Luchtverkeersleiding Nederland haar continuïteit niet langer kan handhaven; 

• Het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de geconsolideerde jaarrekening en de 

daarin opgenomen toelichtingen; en 

Page 118: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

118  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

• Het evalueren of de geconsolideerde jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende 

transacties en gebeurtenissen. 

 

Wij communiceren met de met de Raad van Toezicht onder andere over de geplande reikwijdte en 

timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn 

gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing. 

 

Rotterdam, 20 april 2018, 

KPMG Accountants N.V., 

 

J.J. Visser RA.    

Page 119: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  124 pagina's  119  

Afkortingen 

 

AAA  Amsterdam advanced air traffic control system 

ABP  Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds 

ACC  Amsterdam area control centre 

AENA  Aeropuertos Españoles y Navegación Aérea 

AG  Actuarieel Genootschap 

AIS  Aeronautical Information Services 

AMAN  Arrival management systeem 

ANSP  Air navigation service provider 

AOCS  Air Operations Control Station 

AOW  Algemene Ouderdomswet 

APP  Approach 

ATC  Air traffic control 

ATFM  Air traffic flow management 

ATM  Air traffic management 

 

Bas  Bewonersaanspreekpunt Schiphol 

b.d.  Buiten dienst 

BNG  Bank Nederlandse Gemeenten 

btw  Belasting over de toegevoegde waarde 

BV/B.V.  Besloten vennootschap 

BW  Burgerlijk Wetboek 

 

c.q.  Casu quo 

CANSO  Civil Air Navigation Services Organisation 

cao  Collectieve arbeidsovereenkomst 

CBR  Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen 

CBT  Crisisbeleidsteam 

CEF  Connecting Europe Facility 

CEO  Chief Executive Officer 

CFO  Chief Financial Officer 

CLSK  Commando Luchtstrijdkrachten 

CNS  Communicatie, Navigatie en Surveillance 

COVRA  Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval 

CRCO  Central Route Charges Office 

CRSTMP  Air traffic control capacity, air traffic control routings, air traffic control staffing, air traffic control equipment, airspace management, special event 

Page 120: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

120  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

 

DB  Defined Benefit 

DFS  Deutsche Flugsicherung 

DNV GL  Det Norske Veritas Germanischer Lloyd 

DV  Disconteringsvoet 

 

EASA  European Aviation Safety Agency  

EFSI  Europees Fonds voor Strategische Investeringen 

EG  Europese Gemeenschap 

EONIA  Euro Overnight Index Average 

EoSMS  Effectiveness of Safety Management Systems 

EU  Europese Unie 

 

FAB(EC)  Functional Airspace Block (Europe Central)  

FIC  Flight Information Centre 

FLNA  Functioneel leeftijds non‐activiteit 

FPU  Flexibel pensioen en uittreden 

fte  Full time equivalent 

FWS  Frisdranken, waters en sappen 

 

GBP  Great Britain Pound sterling 

GRC  Governance, Risk and Compliance 

 

HBO  Hoger beroepsonderwijs 

 

IAS(B)  International Accounting Standards (Board) 

ICAO  International Civil Aviation Organisation 

iCAS  iTEC Centre Automation System  

I(C)T  Informatie (communicatie) technologie 

IFRS  International Financial Reporting Standards 

IKV  Individueel Keuzeverlof‐regeling 

INEA  Innovation and Networks Executive Agency 

Page 121: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  124 pagina's  121  

I ‐ vervolg 

 

ISO  International Organization for Standardization 

iTEC  Interoperability Through European Collaboration 

IUB  Inkomsten en uitgaven in balans 

 

KDC  Knowledge and Development Centre 

KLM  Koninklijke Luchtvaartmaatschappij 

KNMI  Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 

KPMG  Kleynveld Peat Marwick Goerdeler 

 

LA  Lelystad Airport  

LVB  Luchtverkeersbeveiligingsorganisatie 

LVNL  Luchtverkeersleiding Nederland 

 

MT  Managementteam 

MUAC  Maastricht Upper Area Control Centre 

MVO  Maatschappelijk verantwoord ondernemen 

 

NAK  Nederlandse Algemene Keuringsdienst 

NATS  National Air Traffic Services 

NCDO  Nationale Commissie voor internationale samenwerking en Duurzame Ontwikkeling 

NLR  Nationaal Lucht‐ en Ruimtevaartcentrum 

NOGEPA  Nederlandse Olie en Gas Exploratie en Productie Associatie 

NSA  National Supervisory Authority 

NSAA  North Sea Area Amsterdam 

NV/N.V.  Naamloze vennootschap 

 

OR  Ondernemingsraad 

ORS  Omgevingsraad Schiphol 

OVV  Onderzoeksraad voor Veiligheid 

Page 122: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

122  124 pagina's  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  

 

PBO  Projected Benefit Obligation 

PCP  Pilot Common Project 

PwC  PricewaterhouseCoopers 

PZEM  Provinciale Zeeuwse Energie Maatschappij 

 

RAT  Risk Analysis Tool 

RMI  Regeling milieu‐informatie luchthaven Schiphol 

RP  Referentieperiode 

RPAS  Remotely Piloted Aircraft System 

 

SES  Single European Sky 

SESAR  Single European Sky ATM Research 

SLU  Sociedad limitada unipersonal 

SMS  Safety Managementsysteem 

SU  Service unit 

 

TAR  Terminal area surveillance radar 

TOD  Toeslag voor onregelmatige diensten 

TWR  Tower 

 

USD  United States dollar 

 

VFR  Visual Flight Rules 

VPS  Veiligheidsplatform Schiphol 

VvAA  Vereniging van Artsen Automobilisten 

 

WIA  Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen 

WNT  Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector 

Page 123: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

  LVNL‐jaarverslag 2017 ‐ versie 1.1  124 pagina's  123  

W ‐ vervolg 

 

WOB  Wet openbaarheid van bestuur 

WW  Werkloosheidswet 

 

XMAN  Cross‐Centre Arrival Management 

 

ZBO  Zelfstandig bestuursorgaan 

 

 

Page 124: 180419 JV2017 v1 - LVNL · Het totaal aantal meldingen per jaar is een zeer algemeen overzicht. Daarnaast is eind 2015 een Europese verordening van kracht geworden waarin verplicht

 

 

 

Luchtverkeersleiding Nederland 

Stationsplein Zuid‐West 1001 

1117 CV Schiphol 

 

Postbus 75200 

1117 ZT Schiphol 

 

T  020 406 2000 

 

www.lvnl.nl