7
vm 08.30 nm 23.15 1. Hoe laat is het precies ? Tussen 7 uur en half 8 1 K lok 2. Zet de wijzers op de goede plaats. K ijken vm 08.30 nm 23.15 1. Hoe laat is het precies ? Tussen half 11 en 11 uur 2 2. Zet de wijzers op de goede plaats. a b c d e f g h i j k l a. 6 over 7 b. 6 voor half 8 c. 9 voor half 8 d. 14 over 7 e. 2 over 7 g. 4 voor half 8 h. 7 over 7 i. 7 voor half 8 j. 13 voor half 8 k. 4 over 7 l. 13 over 7 a b c d e f g h a. 3 voor 11 b. 3 voor half 11 c. 7 over half 11 d. 9 voor 11 e. 11 voor 11 f. 14 over half 1 g. 1 voor 11 h. 2 over half K lok K ijken

20 Kk 1 n nm 0 K 5 · 2020-03-28 · vm vm0 nm 5 1. Zet de wijzers op de goede plaats. 3 0 2. Hoe laat is het ? 2. Teken de wijzers en schrijf op hoe laat het is. 4 nmK 1. Schrijf

  • Upload
    others

  • View
    7

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: 20 Kk 1 n nm 0 K 5 · 2020-03-28 · vm vm0 nm 5 1. Zet de wijzers op de goede plaats. 3 0 2. Hoe laat is het ? 2. Teken de wijzers en schrijf op hoe laat het is. 4 nmK 1. Schrijf

vm 08.30 nm 23.15

1. Hoe laat is het precies ? Tussen 7 uur en half 8

1 Klok

2. Zet de wijzers op de goede plaats.

Kijken

vm 08.30 nm 23.15

1. Hoe laat is het precies ? Tussen half 11 en 11 uur

2

2. Zet de wijzers op de goede plaats.

a b c d e f

g h i j k l

a. 6 over 7 b. 6 voor half 8 c. 9 voor half 8 d. 14 over 7 e. 2 over 7

g. 4 voor half 8 h. 7 over 7 i. 7 voor half 8 j. 13 voor half 8 k. 4 over 7 l. 13 over 7

a b c d

e f g h

a. 3 voor 11 b. 3 voor half 11 c. 7 over half 11 d. 9 voor 11

e. 11 voor 11 f. 14 over half 1 g. 1 voor 11 h. 2 over half

Klok Kijken

Page 2: 20 Kk 1 n nm 0 K 5 · 2020-03-28 · vm vm0 nm 5 1. Zet de wijzers op de goede plaats. 3 0 2. Hoe laat is het ? 2. Teken de wijzers en schrijf op hoe laat het is. 4 nmK 1. Schrijf

vm 08.30 nm 23.15

1. Zet de wijzers op de goede plaats.

3

2. Hoe laat is het ?

2. Teken de wijzers en schrijf op hoe laat het is.

vm 08.30 nm 23.15 4

1. Schrijf de tijden op. Zowel vm (voormiddag) als nm (namiddag). Zie voorbeeld.

a. 5 over 10 b. 3 over half 7 c,. Kwart voor 8 d. 11 uur

e. Half 3 f. 10 voor half 4 g,. 5 over half 9 h. 14 over 9

a. b. c. d. e. f.

g. h. i. j. k. l.

Vraag een lesje

“Digitale Tijd”

A. 7.00 vm of 19.00 nm b . c. d.

e. f. g. h.

18:57 02:26 22:44 17:32 13:57 18:31

3 minuten voor 7 a. b. c. d.

Klok Kijken Klok Kijken

Page 3: 20 Kk 1 n nm 0 K 5 · 2020-03-28 · vm vm0 nm 5 1. Zet de wijzers op de goede plaats. 3 0 2. Hoe laat is het ? 2. Teken de wijzers en schrijf op hoe laat het is. 4 nmK 1. Schrijf

vm 08.30 nm 23.15

1. Zet de wijzers in de klokken en schrijf erbij hoe laat het is.

5 Klok Kijken

vm 08.30 nm 23.15

1. Hoe laat is het. Let wel op: Het is nm, dus tussen 12.00 en 24.00 uur

6 Klok Kijken

11:07 09:47 00:01 19:41

13:17 05:39 14:13 01:45

00:05 15:55 18:25 10:15

09:35 16:45 17:05 23:51

a. b. c. d.

e. f. g. h.

i. j. k. l.

m. n. o. p.

21:35

5 minuten over half 10 . . . . .. . . . . . . . .. . . . .

. . . . .. . . . . . . . .. . . . . . . . .. . . .

. . . . .. . . . . . . . .. . . . . . . . .. . . .

Page 4: 20 Kk 1 n nm 0 K 5 · 2020-03-28 · vm vm0 nm 5 1. Zet de wijzers op de goede plaats. 3 0 2. Hoe laat is het ? 2. Teken de wijzers en schrijf op hoe laat het is. 4 nmK 1. Schrijf

vm 08.30 nm 23.15

1. Hoe laat is het. Let wel op: Het is nm, dus tussen 12.00 en 24.00 uur

7 Klok Kijken

3. Hoe laat komt de taart uit de oven ?

vm 08.30 nm 23.15

1. Hoe laat gaat Rob van huis ?

8 Klok

2. Hoe lang duurt deze reis ?

Kijken

5 minuten voor half . . 5 minuten over half . . . . . . .. . . . . .

. . . . .. . . . . . . . .. . . . . . . . .. . . .

. . . . .. . . . . . . . .. . . . . . . . .. . . .

22:25 18:35 Rob woont 10 minuten lopen van

school.

Hij wil nog 1 kwartier voor school-

tijd op de speelplaats spelen.

De trein vertrekt om kwart over

negen. De trein komt aan om 5

voor 10.

Je zet de appeltaart om tien voor één in de

oven. Na 3 kwartier haal je de appeltaart weer

uit de oven. Hoe laat is het dan ?

Bert verlaat om tien voor half zes zijn kantoor.

25 minuten later is hij thuis. Hoe laat is Bert dan thuis ?

4. Hoe laat is Bert thuis ?

5. Hoeveel uren zitten de kinderen te leren ?

De school is van „s morgens half negen tot 12 uur.

Het speelkwartier is 20 minuten. Hoeveel uren en minuten

zijn de kinderen in de klas om te leren ?

Page 5: 20 Kk 1 n nm 0 K 5 · 2020-03-28 · vm vm0 nm 5 1. Zet de wijzers op de goede plaats. 3 0 2. Hoe laat is het ? 2. Teken de wijzers en schrijf op hoe laat het is. 4 nmK 1. Schrijf

tien uur „s morgens is 10.00 uur

twee uur „s middags is . . . . uur negen uur „s avonds is . . . . uur

elf uur „s avonds is . . . . uur

drie uur „s nachts is . . . . uur

a. Jan gaat naar bed om 19.30 uur en hij wordt wakker om 07.30 uur.

Hoe lang heeft Jan geslapen ?

b. Toos slaapt om 19.45 uur en ze wordt ook wakker om 07.30 uur

Hoe lang heeft Toos geslapen ?

Ik sta vijf over tien bij de bushalte. Welke bus neem ik ?

3. Hoe lang slapen ze ?

vm 08.30 m 23.15

1. Weet je het nog ?

9Klok

2. begintijd - eindtijd

Kijken

Kies uit:

½ etmaal – 4 etmaal – 2 etmaal – 1 etmaal

a. Een vliegtuig vliegt 12 uur.

b. De bergbeklimmer zit 96 uur in de bergen vast.

c. De man sliep 24 uur. d. Het cement moest 48 uur drogen.

elf uur vm = . . . u kwart over tien vm = . . . u drie uur nm = . . . u tien voor half elf vm = . . . u

elf uur nm = . . . u tien over drie nm = . . . u

een uur nm = . . . u kwart over acht nm = . . . u

van 06.15 u tot 09.45 u is . . . minuten van 09.15 u tot 14.00 u is . . . minuten

van 08.10 u tot 12.15 u is . . . minuten van 18.20 u tot 20.10 u is . . . minuten

van 07.45 u tot 10.30 u is . . . minuten van 11.30 u tot 15.00 u is . . . minuten

3 minuten = . . . seconden 2 minuten + 15 seconden = . . . seconden

15 minuten = . . . seconden 4 minuten + 30 seconden = . . . seconden

65 seconden = . . minuut + . . seconden 85 seconden = . . minuut + . . seconden

124 seconden = . . minuten + . . seconden 192 seconden = . . minuten + . . seconden

3. één uur heeft 60 minuten

vm 08.30 nm 23.15

1. Hoeveel etmaal ?

10 Klok

2. Voor– en namiddag

Kijken

Let op!

Een televisieprogramma begint „s avonds om half twaalf. Het duurt drie kwartier.

Schrijf de tijden op zoals in de gids.

Begintijd . . . . Eindtijd . . . .

4. Hoe lang reist vader met de trein ?

Vader reist met de trein van Breda naar Zwolle.

Dat kan zonder overstappen. Hij stapt in Breda om 10.20 uur in de trein

En in Zwolle om 13.10 er weer uit.

Hoe lang reist vader.

5. Welke bus ? Bushalte De Mare

A. 09.43

B. 09.53

C. 10.13

D. 10.23

Een dag heeft 24 uur,

dat noemen we een etmaal.

Voormiddag = vm

Namiddag = nm

10 uur vm = 10.00 uur

10 uur nm = 22.00

4. één minuut heeft 60 seconden

Page 6: 20 Kk 1 n nm 0 K 5 · 2020-03-28 · vm vm0 nm 5 1. Zet de wijzers op de goede plaats. 3 0 2. Hoe laat is het ? 2. Teken de wijzers en schrijf op hoe laat het is. 4 nmK 1. Schrijf

14 uur is dus . . ‘s middags 15 uur is dus . . ‘s middags

16 uur is dus . . ‘s middags

17 uur is dus . . ‘s middags

18 uur is dus . . ‘s avonds

19 uur is dus . . ‘s avonds

20 uur is dus . .’s avonds 21 uur is dus . . ‘s avonds

22 uur is dus . .’s avonds

23 uur is dus . .‘s avonds

vm 08.30 nm 23.15

1. Waar staat de wijzer ?

11 Klok

2. Schrijf over en vul in.

Kijken

Als het 24 uur is, eindigt de dag. We beginnen met 0 uur een nieuwe dag.

Als het 00.00 uur is, slapen de meeste mensen.

Welke mensen werken als het 00.00 uur is ?

Als het 13 uur is, staat de kleine wijzer op . .

Als het 16 uur is, staat de kleine wijzer op . .

Als het 20 uur is, staat de kleine wijzer op . .

Als het 24 uur is, staat de kleine wijzer op . .

3. Neem de klokken over enteken de aangegeven tijden in.

vm 08.30 nm 23.15

1. Einde van de dag !

12 Klok

2. Waar staat de kleine wijzer.

Kijken

Na 12 uur „s middags komt 1

uur. Je mag ook 13 uur op-

a. als het kwart over 6 is, staat de grote wijzer op . .

b. als het tien voor half 12 is, staat de grote wijzer op . . c. als het vijf voor 5 is, staat de grote wijzer op . .

d. als het 7 uur is, staat de kleine wijzer op . .

e. als het 12 uur is, staat de kleine wijzer op . .

f. als het half 12 is, staat de kleine wijzer tussen . . en . .

g. als het half negen is, staat de kleine wijzer tussen . . en . .

h. als het half 4 is, staat de kleine wijzer tussen . . en . . i. als het half 1 is, staat de kleine wijzer tussen . . en . .

14.30 uur 18.30 uur 19.45 uur

07.30 uur 08.45 uur 10.15 uur

Page 7: 20 Kk 1 n nm 0 K 5 · 2020-03-28 · vm vm0 nm 5 1. Zet de wijzers op de goede plaats. 3 0 2. Hoe laat is het ? 2. Teken de wijzers en schrijf op hoe laat het is. 4 nmK 1. Schrijf

pm 08.30 pm 23.15

1. Schrijf de tijden op.

13 Klok

2. Het zelfde als bij 1, maar nu vroeger en door elkaar.

Kijken

Klaas loopt van huis naar school. Hij komt om 08.30 uur bij school aan. Hij heeft 1 uur en 15 minuten gelopen. Hoe laat vertrok Klaas van huis ?

Marieke is om 13.00 uur bij het zwembad.

Zij zwemt een uur en 35 minuten. Ze rust ook nog 15 minuten uit. Hoe laat is het dan ?

Half twaalf vm = 11.30 uur half drie nm = . . . uur

Half negen vm = . . . uur half twaalf nm = . . . uur Kwart voor elf vm = . . . uur kwart voor elf nm = . . . uur

Tien over zes vm = . . . uur tien over zes nm = . . . uur

Zes uur vm = . . . uur kwart over negen vm = . . . uur

Twee uur nm = . . . uur kwart over twee nm = . . . uur

Negen uur nm = . . . uur half drie nm = . . . uur

van 05.15 tot 08.45 = . . minuten 85 seconden = . . minuut + . . seconden

van 07.10 tot 11.00 = . . minuten 123 seconden = . . minuten + . . seconden

van 11.30 tot 14.00 = . . minuten 3 minuten + 15 seconden = . . seconden

van 10.15 tot 13.30 = . . minuten 2 minuten + 30 seconden = . . seconden

Een etmaal is . . uur.

Een bootreis duurt 12 uur, dat is . . etmaal.

Een vliegtuig reist 48 uur, dat is . . etmaal.

3. Schrijf de tijden op.

pm 08.30

1. Hoe laat vertrok Klaas van huis ?

14 Klok

2. In het zwembad

Kijken

Tijd Nieuwe tijd

05.30 10 minuten later . . .

16.55 10 minuten later . . .

07.50 10 minuten later . . .

14.40 10 minuten later . . .

18. 50 10 minuten later . . .

Tijd Nieuwe tijd

14.30 10 minuten vroeger . . .

05.05 15 minuten vroeger . . .

16.20 30 minuten vroeger . . .

17.00 40 minuten vroeger . . .

16. 20 50 minuten vroeger . . .

TOETS

4. Reken de minuten en seconden uit.

5. Een etmaal is . . uur.