31
ECONOMISCH RAPPORT 2015.1 LOGISTIEK IN LIMBURG THEMANUMMER EEN UITGAVE VAN POM-ERSV LIMBURG

2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

ECONOMISCH

RAPPORT2015.1

LOGISTIEK IN LIMBURGTHEMANUMMER

15EEN UITGAVE VAN POM-ERSV LIMBURG

Page 2: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

VOORWOORD

‘Zonder logistiek is ’t paniek!’. Zo luidde enkele jaren geleden de veelzeggende slogan van de promotiecampagne voor de logis-tieke sector van Flanders Logistics. Zonder logistiek zouden de winkelrekken leeg blijven, zouden de cafés geen drank kunnen schenken, zouden we niet over de laatste nieuwe smartphones beschikken, zou er geen brandstof zijn om onze huizen te verwarmen of onze auto’s te laten rijden, … Logistiek is een essentiële functie in onze economische processen en dus in onze huidige samenleving, of zoals voormalig Vlaams minister-presi-dent Kris Peeters terecht stelde: “Logistiek is het bloed dat door de aderen van onze economie stroomt.”

Door het toenemend belang van de logistieke sector, is er voort-durend nood aan ruimte voor verdere groei. Zoals duidelijk wordt aangegeven in het ‘Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat’ (SALK) biedt Limburg die ruimte. Onze provincie beschikt niet alleen over de fysieke ruimte voor de vestiging of uitbreiding van logistieke bedrijven, maar ook over de fi guur-lijke ruimte voor innovatie, samenwerking, tewerkstelling, … Limburg beschikt bovendien over een reeks belangrijke troeven voor het ontwikkelen van logistieke activiteiten, zoals de centrale ligging in Noordwest-Europa, de multimodale ontsluiting en de beschikbaarheid van meertalige en fl exibele arbeidskrachten. Omdat Limburg een topregio is voor logistiek, beschouwt het provinciebestuur de logistieke sector terecht als een speerpunts-ector die zij de nodige groeikansen wil bieden.

De ondersteuning van de logistieke sector gebeurt in hoofdzaak door het Logistiek Platform Limburg (LPL), dat een aantal jaren geleden werd opgericht onder de koepel van de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Limburg. De Stuurgroep van het LPL geeft gestalte aan de fameuze ‘triple helix’ door de vertegenwoordiging van logistieke bedrijven, kennisinstellingen en overheid. De kruisbestuiving die hierdoor ontstaat, vormt de basis van de dynamiek die Limburg inzake logistiek kenmerkt.

De intensieve samenwerking tussen het bedrijfsleven, de kennisinstellingen en de overheid heeft de afgelopen jaren tot enkele concrete resultaten geleid. Zo werd eind 2014 bekend gemaakt dat twee projecten van het LPL een aanzienlijke

kostenbesparing opleveren voor de betrokken Limburgse logistieke bedrijven. Dit gebeurt enerzijds door een

doorgedreven omschakeling van het wegvervoer naar vervoer via de binnenvaart en anderzijds door de aanleg van een gemeenschappelijke trai-

lerparking in het Antwerpse havengebied. Door deze projecten zal bovendien de fi le op de E313 tussen Limburg en Antwerpen jaarlijks met 660 km

afnemen. Meer toelichting bij beide projecten vindt u verderop in dit Economisch Rapport.

De acties van het LPL zijn er telkens op gericht om de concurrentiepositie van

de logistieke bedrijven in Limburg te

INHOUD

Voorwoord .................................................................................3

Logistiek als speerpuntsector voor Limburg ..........................4

De Limburgse logistieke sector in cijfers ..............................10

Opleiding – Kennis – Arbeidsmarkt .......................................24

Bundelen goederenstromen / Modal shift ............................40

Ruimte en infrastructuur voor logistiek ...............................50

Economisch Rapport is een uitgave van POM-ERSV Limburg

Editie februari 2015

POM-ERSV Limburg, Kunstlaan 18, 3500 Hasselt

Tel.: 011 300 100 – Fax: 011 300 101

E-mail: [email protected][email protected]

www.pomlimburg.be – www.ersvlimburg.be

Redactie: POM-ERSV Limburg

Fotografi e: POM-ERSV Limburg, provincie Limburg, BCTN Meerhout, nv De Scheepvaart, Alders Transport, H.Essers, Jet Logistics, Stanley Black & Decker, Transport Gheys, VDAB

V.U.: Marc Vandeput, gedeputeerde en voorzitter POM-ERSV Limburg, Universiteitslaan 1, 3500 Hasselt

colofon

versterken en om de aantrekkelijkheid van Limburg als ideale vestigingsplaats voor logistieke activiteiten te verhogen. Via diverse acties en projecten vervult het Logistiek Platform Limburg in onze provincie de rol van centrale actor voor het versterken van logistiek met hoge toegevoegde waarde. Een rol die bevestigd werd in het SALK-eindrapport.

De acties van het LPL spitsen zich niet alleen toe op het bundelen van goederenstromen en modal shift, maar richten zich ook op internationale acquisitie, ruimte en infrastructuur, opleidingen en arbeidsmarkt. Het LPL streeft daarbij naar grensoverschrij-dende, Euregionale samenwerking. Logistiek stopt immers niet aan onze provinciegrenzen. In samenwerking met naburige regio’s werd recent een witboek samengesteld met de belang-rijkste infrastructuurknelpunten in de Euregio Maas-Rijn. Het Euregionaal overlegforum gate4logistics, waar het LPL deel van uitmaakt, zal aan de hand van dit witboek ijveren voor het wegwerken van deze knelpunten. Bovendien zal gate4logistics bij de betrokken overheden lobbyen voor de oprichting van een multimodaal Euregionaal Kwaliteitsnet Goederenvervoer. Dat is een samenhangend en selectief netwerk van wegverbindingen tussen economische centra in de Euregio Maas-Rijn. Het net heeft een dusdanige kwaliteit dat het voor vrachtverkeer aantrekkelijk is om zich over dit netwerk te verplaatsen.

Onder impuls van POM Limburg en het LPL wordt ook gewerkt aan een grensoverschrijdende strategie voor de versterking van de logistieke arbeidsmarkt, o.a. door het organiseren van Euregionale seminaries, jobevents, een ‘Young Logistics Professionals’ netwerk en grensoverschrijdende bedrijfsbezoeken zoals tijdens de ‘Euregionale Dag van de Logistiek’. In het najaar van 2014 werd het Euregionaal arbeidsmarktonderzoek rond logistiek voorgesteld. Uit dit onderzoek blijkt o.a. dat één op negen werknemers in de Euregio Maas-Rijn een functioneel logistiek beroep uitoefent dat direct of indirect gelinkt is aan de logistieke sector. Ook binnen Limburg onderneemt het LPL gerichte acties om logistieke opleidingen optimaal af te stemmen op de behoeften uit de bedrijfswereld, denk maar aan de oprich-ting van het ‘onderwijskwalifi cerend opleidingstraject Transport & Logistiek’.

Het Logistiek Platform Limburg zit op kruissnelheid en de resul-taten van de talrijke projecten worden steeds meer zichtbaar, zoals ook blijkt in dit Economisch Rapport. Met die ondersteuning van het LPL en dankzij de ontegensprekelijke sterke logistieke troeven van Limburg krijgt de logistieke sector in onze provincie alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het creëren van een hogere economisch toegevoegde waarde en meer werkgelegenheid. In Limburg zit er ‘Muziek in Logistiek’!

Marc VandeputVoorzitter POM-ERSV Limburg

kostenbesparing opleveren voor de betrokken Limburgse logistieke bedrijven. Dit gebeurt enerzijds door een

doorgedreven omschakeling van het wegvervoer naar vervoer via de binnenvaart en anderzijds door de aanleg van een gemeenschappelijke trai-

lerparking in het Antwerpse havengebied. Door deze projecten zal bovendien de fi le op de E313 tussen Limburg en Antwerpen jaarlijks met 660 km

afnemen. Meer toelichting bij beide projecten vindt u verderop in dit Economisch Rapport.

De acties van het LPL zijn er telkens op gericht om de concurrentiepositie van

de logistieke bedrijven in Limburg te

2 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015

Page 3: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

InleidingLogistiek is de laatste jaren geëvolueerd tot een strategische

sector voor de provincie Limburg. Naast de economische bete-

kenis van de sector zelf in termen van omzet en tewerkstel-

ling, heeft de sector een belangrijke ondersteunende en ver-

sterkende functie voor de hele economie. Valorisatie van de

groeipotentie van de logistieke sector heeft positieve effecten

op onze concurrentiekracht. Investeren in de logistieke sector

is dus werken aan onze economische toekomst.

Het belang van de logistieke sector als een uitermate belang-

rijke sector voor de economische toekomst van Limburg, werd

recent nog bevestigd in het Strategisch Actieplan Limburg in

het Kwadraat (SALK) en de bijhorende uitvoeringsplannen.

Logistiek wordt naar voren geschoven als een speerpuntsec-

tor met een reëel groeipotentieel in Limburg. Onze provincie

beschikt immers over een aantal uitstekende troeven voor

logistieke bedrijvigheid.

Limburg is logistieke topregioWaar België in 2007 nog de 15de plaats bekleedde in de Logistics Performance Index van de Wereldbank, staat ons land vandaag op de derde plaats in deze wereldwijde ranking, na Duitsland en Nederland. Gezien de gunstige ligging van Limburg ten opzichte van deze twee landen is het dan ook niet verwonderlijk dat de logistieke sector in deze provincie een groot economisch belang heeft en substantieel bijdraagt aan de Limburgse economie.

In 2012 was de Limburgse bedrijfstak ‘Vervoer en opslag’ goed voor een totale bruto toegevoegde waarde van 1.157,7 miljoen euro, het-geen overeenstemt met 5,4 % van de totale bruto toegevoegde waarde die dat jaar in Limburg werd gerealiseerd. In de top 10 van de grootste Limburgse bedrijven staan maar liefst vier logistieke bedrijven, die samen zorgen voor een tewerkstelling van meer dan 3.200 voltijdse equivalenten en die samen een omzet genereren van meer dan 2,1 miljard euro.

Naast de traditionele logistieke bedrijven en logistieke dienstverle-ners vertonen heel wat bedrijven uit de klassieke industriële sectoren bovendien belangrijke logistieke bedrijvigheid. Niet alleen maakt logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun productieketen, maar door het outsourcen van bepaalde activiteiten

wordt een sterke en kosteneffi ciënte supply-chain almaar belangrij-ker voor de competitiviteit van deze bedrijven. Logistieke activiteiten vinden dus vaak hun oorsprong in een productie-omgeving (zonder producten geen logistiek en zonder logistiek geen producten).

Geglobaliseerde economie

Desalniettemin is de logistieke sector niet helemaal afhankelijk van lokale productie. Een wereldwijd veranderend consumentengedrag zoals bij e-commerce, heeft een sterk effect op het volume en de fre-quentie van globale logistieke transacties, zeker in de nabijheid van de grote West-Europese consumentenmarkten. Door de globalisering van de economie en de daaruit volgende snelle groei van de Europese continentale goederenstromen, zijn grote multinationale onderne-mingen voortdurend op zoek naar manieren om hun producten op de snelste, goedkoopste en meest effi ciënte manier tot bij de consument of eindklant te brengen. Meer en meer worden logistieke activiteiten voor het hele continent geconsolideerd en gecentraliseerd in één of meerdere Europese distributiecentra.

De vestiging van een groot aantal Europese distributiecentra in Limburg tijdens de voorbije 20 jaren bewijst dat deze provincie een

SUPPLY CHAIN

GHEYS

LOGISTIEK ALS SPEERPUNTSECTOR VOOR LIMBURG

SPEERPUNTSECTOR

4 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 5

Page 4: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

zeer aantrekkelijke vestigingsplaats is voor ‘value added services’ en nationale, Euregionale en Europese distributieactiviteiten. Limburg beschikt over ontegensprekelijke troeven voor het opzetten van logis-tieke activiteiten:

• CentraleligginginWest-Europa• Trimodale (weg, binnenvaart, spoor) en zelfs quadrimodale ont-

sluiting (luchtvaart)• Veel beschikbaar en bouwrijp bedrijfsvastgoed aan competitieve

prijzen• Aanwezigheid van een grote arbeidsreserve, bestaande uit hoog-

maar vooral ook laaggeschoolden• Hoog percentage meertaligen (Nederlands, Duits, Frans, Engels,

Italiaans, Spaans, Arabisch,...)

Uit meerdere internationale studies blijkt dat Limburg ook in de komende jaren een logistieke top-regio blijft, met voldoende poten-tieel om nog verder te groeien. Deze positie dreigt echter onder grote druk komen te staan door de grote concurrentie vanuit de omliggende regio’s. Er is dus dringend nood aan coherente acties om de interna-tionale concurrentiepositie van Limburg op het gebied van logistiek voor de toekomst te vrijwaren en om de verankering van goederen-stromen in Limburg te verzekeren.

Actieplan voor logistiek met hoge toegevoegde waarde

Sinds de aankondiging van de sluiting van Ford Genk in oktober 2012, bestaat het risico dat de Limburgse reconversie-inspanningen van de voorbije jaren teniet worden gedaan waardoor de regio opnieuw een achterstand van vijf jaar dreigt op te lopen. Enkel door een gericht beleid, gefocust op jobcreatie en productiviteitsgroei kan Limburg de impact van de sluiting van Ford Genk compenseren.

Het Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat (SALK) beschrijft welke acties er dienen te worden genomen om het economisch weef-sel van Limburg duurzamer te maken. Er dient te worden gefocust op de creatie van arbeidsplaatsen, met als toetsstenen: duurzame en inclusieve jobcreatie, hoge toegevoegde waarde, onafhankelijkheid van structurele subsidiëring en milieuvriendelijkheid.

Naast een aantal acties op korte termijn worden er in het SALK-rapport ook een aantal sectoren naar voren geschoven die respectie-velijk “versterkt”, “versneld” of “ontwikkeld” dienen te worden. Onder “versterken” wordt verstaan: “Het behouden/verder uitbouwen van tewerkstelling op basis van het creëren van de juiste randvoorwaar-den, in het bijzonder het ondersteunen van innovatie”. De sectoren die “versterkt” moeten worden, zijn samen goed voor maar liefst 35 % van de Limburgse arbeidsplaatsen. Naast de maakindustrie en de bouwsector wordt in het SALK-rapport ook logistiek met hoge toege-voegde waarde beschouwd als een sector die “versterkt” moet wor-den, met een bijhorend actieplan.

De logistieke sector

De logistieke sector bestaat uit verschillende sub-sectoren waarvan transport en overslag, opslag, toegevoegde waarde-logistiek en keten-regie de belangrijkste zijn. Vooral in deze laatste 2 sub-sectoren, die ook meteen de meest kennis-gedreven sub-sectoren zijn, is er sprake van toegevoegde waarde-creatie.

• Toegevoegde waarde logistiek of “value-added logistics” is het scheppen van een hogere toegevoegde waarde in de logistieke keten door middel van aanvullende diensten die aan een product worden toegevoegd gedurende het logistieke proces, met het oog op het bekomen van een hogere waarde van het product. Voorbeelden zijn: labeling, customisation, kitting, assemblage, (her)configura-tie, reparatie, testen van producten, voorraadbeheer, douanebe-heer, orderopname, enz.

• Ketenregie of “supply chain management”. Volgens dit principe wordt er door middel van een verbetering van processen en door een betere samenwerking met leveranciers en afnemers een betere functionaliteit van de bedrijven in de keten gecreëerd. Logistieke dienstverleners bieden diensten aan onder de noemer supply chain management waarbij ze de verantwoordelijkheid voor een deel van de goederenstroom uit handen van hun klant nemen. Ondersteuning met aangepaste software en met distributiecentra is hierbij essentieel.

4 strategische pijlers

Voor de logistieke sector in Limburg formuleert het SALK-rapport spe-cifieke en doelgerichte acties, waarbij de focus ligt op logistieke activi-teiten met een hoge toegevoegde waarde. Dat betekent dat er gemikt wordt op logistieke activiteiten waarbij een duurzame tewerkstelling van minimum 50 werknemers per hectare bebouwde oppervlakte wordt gerealiseerd, hetzelfde tewerkstellingsniveau als de chemie en de automotive sector. Het Logistiek Platform Limburg (LPL), actief onder de koepel van de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Limburg, wordt genoemd als de centrale actor voor het voeren van deze acties.

De acties uit het SALK-actieplan voor logistiek met hoge toegevoegde waarde steunen op 4 strategische pijlers:

• Internationale acquisitie: introduceren van een gerichte internati-onale acquisitiestrategie om logistieke stromen aan te trekken en te verankeren in Limburg.

• Opleiding - Kennis - Arbeidsmarkt: uitbreiden van kennis, ver-beteren van opleidingen en vermeerderen van instroom, betere afstemmingen van de arbeidsmarkt op noden van de logistiek.

• Bundelen goederenstromen/modal shift: de toekomstige goede-renstromen op een duurzame manier organiseren door de nadruk te leggen op toegevoegde waarde, efficiëntie, modal shift en meer samenwerking.

• Ruimte en infrastructuur: versneld ontwikkelen van een ‘state of the art’ bedrijventerreinen met specifieke focus op logistiek en oplossen van multimodale infrastructuurknelpunten.

In het SALK ontwerp-uitvoeringsplan (2.2 “Business case Logistiek en Mobiliteit”, p.25) van juli 2013 wordt de ambitie om ‘Logistiek en Mobiliteit’ als Vlaamse speerpuntsector verder te ontwikkelen nog eens bevestigd. Dit ontwerp-uitvoeringsplan stelt: “Vlaanderen beschikt vandaag reeds over enorm veel expertise in het domein van logistiek, transport en mobiliteit. Maar deze expertise is versnipperd over meerdere kennisinstellingen en competentiepolen. Enerzijds spelen de Vlaamse universiteiten (KULeuven, UA, UGent, UHasselt en VUB) op specifieke kennisdomeinen mee op internationaal niveau. Anderzijds hebben de competentiepolen (Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) en Vlaams Instituut voor Mobiliteit (VIM)) de link met en tussen organisaties en bedrijven in de sector van mobili-teit en logistiek versterkt.”

Het ontwerp-uitvoeringsplan stelt ook dat het doel is om “te komen tot een groene en slimme mobiliteit en het realiseren van een duurzaam logistiek landschap” door een antwoord te bieden “op bestaande pro-blemen in mobiliteit en logistiek die de bereikbaarheid van de eco-nomische poorten via de verschillende transportmodi (weg, spoor, water of lucht) ernstig belemmeren.”

Locate in Limburg

Dit ‘duurzame logistieke landschap’ kan echter alleen worden gere-aliseerd indien het concurrentieel voordeel van onze regio op het vlak van logistiek wordt verhoogd en indien er bijkomende logistieke bedrijvigheid met hoge toegevoegde waarde (Europese distributie-centra) wordt aangetrokken. Enkel op die manier kunnen de hiermee verbonden goederenstromen duurzaam worden verankerd.

De gespecialiseerde acquisitiecel ‘vzw Locate In Limburg’, actief onder de koepel van het Ondernemersplatform Limburg, heeft de opdracht om buitenlandse bedrijven naar Limburg te halen. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met Vlaamse (Flanders Investments & Trade, Agentschap Ondernemen, …) en lokale spelers (Provinciebestuur, Platform Zorglandschap Limburg, Logistiek Platform Limburg,

PXL, UHasselt, VKW Limburg, VOKA Limburg, Unizo Limburg, …). Het team van Locate in Limburg focust zich op 3 speerpuntsectoren waarin Limburg het verschil kan maken: gezondheidszorg, duurzame economie en logistiek.

Sinds de oprichting van deze cel heeft het team onder leiding van Rudi Weekers al veelbelovend werk geleverd. Voor logistiek wordt er momenteel gewerkt aan een hotlist met bedrijven waarbij de prioriteit wordt gegeven aan volgende domeinen:

• Spareparts

• E-fullfilment

• Medtech

Logistiek is (cruciaal voor) de toekomst van Limburg

Om een aantrekkelijk innovatie- en vestigingsklimaat voor logistieke activiteiten te creëren, dienen mobiliteit en goederenstromen op een maatschappelijk verantwoorde, milieuvriendelijke, performante en duurzame wijze te worden georganiseerd. De Limburgse economie en welvaart hangen daarom in grote mate af van de mate waarin de logistieke sector zich in deze regio kan handhaven en versterken. Kennis en innovatie spelen hierin een sleutelrol. De focus moet lig-gen op activiteiten met toegevoegde waarde en duurzame tewerk-stelling, met bijzondere aandacht voor duurzame tewerkstelling van laaggeschoolden.

Lokale context: innovatie

Door de combinatie van enerzijds de Vlaamse kennis en expertise rond innovatie inzake logistiek, transport en mobiliteit, en ander-zijds de uitgesproken troeven van Limburg inzake ligging, ontslui-ting, ruimte om te ondernemen en arbeidspotentieel, is het Logistiek

LOGISTIEK ALS

SPEERPUNTSECTOR VOOR LIMBURG

6 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 7

Page 5: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

Platform Limburg gekomen tot een uniforme, coherente en overkoe-pelende strategie om van Limburg werkelijk een logistieke topregio te maken.

Met het project ‘Logistiek met PIT’, voluit de ‘Proces Innovatie Tool’, willen Voka-KvK Limburg en het Logistiek Platform Limburg logistieke bedrijven helpen hun productiviteit en competitiviteit te verhogen. In eerste instantie zal een kennisgroep bestaande uit een aantal grote spelers uit de logistieke wereld definiëren wat de belangrijkste para-meters zijn om bedrijfsprestaties te meten én groei te bewerkstelligen. Vervolgens wordt dit toegepast op zo’n 20 logistieke bedrijven. Zij zul-len diepgaand geanalyseerd worden en daarna zullen deze bedrijven begeleid worden doorheen een individueel optimalisatietraject.

Euregionale context: concurrentievermogen

Op Euregionaal vlak werkt POM Limburg samen met partnerorganisa-ties uit de Euregio Maas-Rijn (EMR) aan het verhogen van het concur-rentievermogen van de logistieke sector. De EMR bestaat uit de Duitse regio Aken, de Nederlandse provincie Limburg, de Belgische provin-cies Limburg en Luik en de Duitstalige Gemeenschap van België. De EMR is gelegen in het hinterland van de mainports Rotterdam en Antwerpen, de zeehavens Zeebrugge en Amsterdam en de Duitse Rijn-Ruhr-regio met zijn twee continentale draaischijven, namelijk Duisburg en Keulen. Daartussen bevinden zich talrijke logistieke knooppunten met inland terminals (binnenvaart- en/of spoortermi-nals). Hierdoor kan de EMR gezien worden als een Extended Gateway van de mainports Rotterdam en Antwerpen.

Met meer dan 3,9 miljoen inwoners is de EMR één van de dichtst bevolkte economische regio’s in het hart van Europa. De EMR is gunstig gesitueerd ten opzichte van de grote Europese markten van Londen, Parijs, Brussel, de Rijn-Ruhr-regio en Frankfurt en ten opzichte van de Oost- en Zuid-Europese markten. De ligging van de EMR garandeert een groot internationaal marktbereik. Niet minder dan 50 % van de koopkracht van de Europese Unie ligt binnen een straal van 450 km rondom de EMR.

In het kader van het interregionale project Euregiolog³ (Interreg IV-A EMR) werken verschillende partners samen om het concurrentie-vermogen van de Euregio Maas-Rijn (EMR) als logistieke topregio te bevorderen. Via gate4logistics, het Euregionale overlegforum inzake logistiek waar POM Limburg deel van uit maakt, werd een grensover-schrijdende strategie voor marketing, arbeidsmarkt en netwerk uit-gerold. gate4logistics zet vooral in op het promoten van de EMR als logistieke topregio, het afstemmen van de Euregionale arbeidsmarkt op de specifieke noden van de logistieke sector en het bevorderen van kennis- en ervaringsuitwisseling tussen logistieke professionals in de EMR. Onder stimulans van projectpromotor POM Limburg wor-den methodieken en instrumenten rond deze thema’s ontwikkeld en gerealiseerd. Naast POM Limburg maken volgende partners deel uit van gate4logistics: Logistics in Wallonia, provincie Nederlands Limburg, Kamer van Koophandel Nederland, Aachener Gesellschaft für Innovation und Technologietransfer mbH, Industrie- und Handelskamer Aachen.

Binnen het luik Marketing werd er gewerkt aan het ‘branden’ van de Euregio Maas-Rijn (EMR) als logistieke hotspot. Het is de bedoeling om vanuit een centraal Euregionaal overleg-, contact- en informatieplatform de logistieke sector te ondersteunen door informatie ter beschikking te stellen betreffende logistieke infra-structuur en logistieke bedrijventerreinen in de EMR. Dit gebeurt o.a. via de Logistieke Atlas, logistieke projecten, logistieke troeven van de EMR, arbeidsmarktgegevens, grensoverschrijdende infrastruc-tuurknelpunten, het sensibiliseren en ondersteunen van verladers met betrekking tot comodaliteit en door de ontwikkeling van een Euregionaal ‘Kwaliteitsnetwerk Goederenvervoer’ voor wegtransport, spoorvervoer en binnenvaart. Door een gezamenlijke regiobranding van de EMR als logistieke topregio worden de bestaande complemen-taire sterke punten van de deelregio’s gebundeld. Hierdoor kan de EMR beter als één geïntegreerde logistieke topregio worden geposi-tioneerd. Relevante en actuele informatie over de logistieke topregio EMR, zoals onder andere de Logistieke Atlas, worden publiekelijk toe-gankelijk gemaakt via een online informatieportaal.

Wat betreft de Euregionale arbeidsmarkt worden initiatieven ontwik-keld om deze meer af te stemmen op de behoeften van de logistieke sector in de EMR. Zo worden er Euregionale logistieke jobbeurzen georganiseerd en wordt de grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit bevorderd. Ook wordt er een sensibiliserings- en promotiecampagne georganiseerd om het imago van de logistieke sector te verbeteren, werkgevers bewust te maken van de huidige en toekomstige arbeids-marktproblematiek en hen hiervoor instrumenten aan te reiken en jongeren, werkzoekenden en andere potentiële werknemers te sensi-biliseren voor logistieke opleidingen en beroepen. Verder beoogt het project het afwerven in elkaars deelregio ten gevolge van het tekort aan goed opgeleide logistieke arbeidskrachten te voorkomen, de kan-sen van werkzoekenden op een duurzame tewerkstelling in de logis-tieke sector in de EMR te verhogen en de ontplooiing van individuele skills van logistieke arbeidskrachten in de EMR te bevorderen.

Tenslotte zal er met betrekking tot het luik ‘Netwerk’ een grensover-schrijdend logistiek netwerk tot stand worden gebracht om informa-tie- en ervaringsuitwisseling in de Euregio Maas-Rijn te stimuleren door middel van logistieke themabijeenkomsten gekoppeld aan bedrijfsbezoeken of logistieke events.

De totale vooropgestelde projectperiode bedraagt 3 jaar en loopt tot 31 maart 2015. Het project wordt in 2 fases uitgevoerd waarvan de eerste fase reeds is afgerond. Deze fase liep van 1 april 2012 tot en met 31 maart 2014. De totale projectkost voor de eerste fase bedroeg 1.203.103,19 euro voor de projectpartners samen. De Limburgse pro-jectkost voor de eerste fase bedroeg 383.711 euro waarvan 50 % wordt gedragen door Interreg. De provincie Limburg cofinancierde deze eerste fase met een bedrag van 95.927,75 euro.

LOGISTIEK ALS

SPEERPUNTSECTOR VOOR LIMBURG

8 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 9

Page 6: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

DE LIMBURGSE LOGISTIEKE SECTOR IN CIJFERS

CIJFERS

10 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 11

Inleiding Eind 2012 telde Limburg 515 vestigingen van logistieke bedrij-

ven die samen goed zijn voor een rechtstreekse tewerkstelling

van ruim 10.000 personen. Deze bedrijven zorgen voor 5,4 %

van de totale bruto toegevoegde waarde in de provincie, wat

overeenkomt met 1,16 miljard euro op jaarbasis. Maar ook

bedrijven die niet actief zijn in de sector ‘Vervoer en opslag’

voeren een aantal logistieke activiteiten uit. Het aantal werk-

nemers met een functioneel logistiek beroep ligt dus nog

gevoelig hoger dan de rechtstreekse tewerkstelling (zie ook

Euregionaal Arbeidsmarktonderzoek, raadpleegbaar via

www.logistiekinlimburg.be/Publicaties).’

Logistieke bedrijvigheidTabel 1: Gebruikte oppervlakte door logistieke bedrijven op Limburgse bedrijventerreinen

BedrijventerreinAantal logistieke

bedrijven

Oppervlakte (in ha) in gebruik door logistieke bedrijven

Balendijk (Lommel) 6 17,11

Berbroek (Herk-de-Stad) 1 3,15

Beringen - Zuid 3 8,56

Bree Kanaal 5 8,45

Centrum - Zuid (Houthalen- Helchteren) 10 15,51

Europark Houthalen - Helchteren 4 11,56

Europark Lanaken 15 39,78

Genebos (Ham) 1 0,57

Genk Noord 9 62,44

Genk Zuid 38 217,00

Gingelom 2 0,98

Gotem (Borgloon) 2 4,18

Haven Beringen 1 0,40

Hermes (Genk) 5 27,60

Hoeselt 4 9,70

Kleine Heide (Meeuwen - Gruitrode) 3 0,81

Kolmen (Alken) 2 2,30

Kristalpark (Lommel) 1 15,24

Lindekensveld (Lummen) 2 10,86

Maatheide (Lommel) 2 4,42

Nolimpark (Overpelt) 10 18,15

Noord 1000 (Kiewit) 3 7,51

Opglabbeek 10 41,49

Oude Bunders (Maasmechelen) 6 27,58

Overhaem (Tongeren) 3 14,02

Ravenshout (Beringen - Ham - Tessenderlo) 24 115,40

Schurhoven (Sint-Truiden) 16 25,76

Tongeren - Oost 10 47,18

Zinkfabriek (Overpelt) 1 12,93

Zolder - Lummen 10 29,40

Totaal Logistiek 209 800,04

%-aandeel in totaal Limburgse bedrijventerreinen 2,42 % 6,62 %

Tabel 1 toont dat de logistieke bedrijven in Limburg in totaal 800 ha innemen op de Limburgse bedrijventerreinen. Dit komt overeen met 6,6 % van de totale oppervlakte op bedrij-venterreinen in Limburg. De grootste logistieke bedrijvigheid situeert zich op Genk-Zuid, het grootste bedrijventerrein in de provincie. Dit bedrijventerrein telt 38 logistieke bedrijven die in totaal 217 ha innemen. Ook op de bedrijven-terreinen Genk Noord en Hermes wordt een aanzienlijke oppervlakte ingenomen door logis-tieke bedrijven, wat maakt dat binnen Limburg de stad Genk de absolute logistieke hotspot is. Maar liefst 49 % van de logistieke bedrijvigheid op de Limburgse bedrijventerreinen, of 395 ha, situeert zich op de bedrijventerreinen in Genk.

Voorts zijn er opvallende clusters van logistieke bedrijven op de bedrijventerreinen Opglabbeek, Tongeren-Oost, Ravenshout (Beringen – Ham – Tessenderlo) en Balendijk (Lommel).

In vergelijking met 2010 is het aantal logistieke bedrijven op de Limburgse bedrijventerrei-nen met 26 bedrijven toegenomen. Het aan-tal ha in gebruik voor logistieke activiteiten op Limburgse bedrijventerreinen is sinds 2010 met ruim 175 ha toegenomen.

Bron: POM Limburg (GIS)

Page 7: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

Bestelwagens (lichte bedrijfswagens) maken bijna 82 % uit van het totaal aantal voertuigen voor goederenvervoer in Limburg. Vervolgens komen de vrachtwagens (12 %) en de opleggertrekkers (6 %).

Voertuigen voor goederenvervoer

Trekkers

Noord-Limburg 692 20

Bocholt 51 0

Bree 57 2

Hamont-Achel 56 2

Hechtel-Eksel 53 0

Lommel 152 9

Meeuwen-Gruitrode 88 1

Neerpelt 48 0

Overpelt 99 2

Peer 88 4

Midden-Limburg 1.237 281

As 33 0

Diepenbeek 81 3

Genk 300 193

Hasselt 456 19

Houthalen-Helchteren 156 42

Opglabbeek 84 23

Zonhoven 99 1

Zutendaal 28 0

West-Limburg 741 101

Beringen 188 5

Halen 45 1

Ham 53 6

Herk-de-Stad 60 3

Heusden-Zolder 145 14

Leopoldsburg 41 1

Lummen 106 54

Tessenderlo 103 17

Voertuigen voor goederenvervoer

Trekkers

Maasland 404 21

Dilsen-Stokkem 75 3

Kinrooi 45 0

Lanaken 80 12

Maaseik 95 5

Maasmechelen 109 1

Zuid-Limburg 969 69

Alken 70 3

Bilzen 140 3

Borgloon 72 3

Gingelom 48 1

Heers 26 1

Herstappe 1 0

Hoeselt 37 1

Kortessem 39 0

Nieuwerkerken 52 0

Riemst 68 13

Sint-Truiden 189 37

Tongeren 154 2

Voeren 25 4

Wellen 48 1

LIMBURG 4.043 492

VLAANDEREN 33.855 3.148

BELGIE 56.850 4.261

Bron : FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische informatieVerwerking : POM-ERSV Limburg

Voertuigen voor goederenvervoerIn 2013 werden in Limburg ruim 4.000 voertuigen bestemd voor goederenvervoer in het verkeer gebracht, hetgeen overeenstemt met bijna 12 % en ruim 7 % van dit type voertuigen dat in resp. Vlaanderen en België in het verkeer werd gebracht.

Bijkomend werden in 2013 in Limburg bijna 500 vrachtwagens in het verkeer gebracht. Het aantal trucks ingeschreven in Limburg maakt ongeveer 16 % uit van het totaal in Vlaanderen en 12 % van het totaal in België.

Tabel 2: Aantal nieuwe tot het verkeer toegelaten voertuigen voor goederenvervoer per gemeente (2013)

Tabel 3: Bedrijfsvoertuigenpark volgens energiebron (2013)

Het overgrote deel van het totaal aantal voertuigen voor goe-derenvervoer in Limburg rijdt nog steeds op diesel (93 %). 3,5 % van het bedrijfsvoertuigenpark in Limburg rijdt op benzine en 2,1 % op gas. Het percentage voertuigen voor goederenvervoer dat op elektriciteit en aardgas rijdt, is voorlopig nog te verwaarlozen. De cijfers voor Limburg en Vlaanderen zijn hierin gelijklopend.

LIMBURG VLAANDEREN

Lichte bedrijfs-wagens

Vracht- wagens

Oplegger- trekkers

TOTAALLichte bedrijfs-

wagensVrachtwagens

Oplegger- trekkers

TOTAAL

Benzine 2.214 190 16 2.420 14.888 1.016 103 16.007

Diesel 53.497 7.959 3.884 65.340 369.992 61.828 30.324 462.144

LPG 1.442 33 3 1.478 6.404 145 18 6.567

Elektriciteit 51 0 0 51 282 2 0 284

Aardgas 7 0 0 7 190 14 3 207

Andere 189 334 363 886 1.119 1.571 1.534 4.224

TOTAAL 57.400 8.516 4.266 70.182 392.875 64.576 31.982 489.433

BELGIE

Lichte bedrijfs-wagens

Vracht- wagens

Oplegger- trekkers

TOTAAL

Benzine 28.460 2.345 242 31.047

Diesel 599.417 95.614 43.946 738.977

LPG 9.706 224 24 9.954

Elektriciteit 430 4 3 437

Aardgas 276 15 4 295

Andere 2.936 4.048 3.760 10.744

TOTAAL 641.225 102.250 47.979 791.454

Bron: FOD Mobiliteit en VervoerVerwerking: POM-ERSV Limburg

DE LIMBURGSE

LOGISTIEKE SECTOR IN CIJFERS

12 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 13

Page 8: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

Toegevoegde waarde en omzetAlvorens de cijfers i.v.m. bruto toegevoegde waarde en omzet te duiden, dient te worden opgemerkt dat zich voor de Limburgse cijfers een feite-lijke onderschatting voordoet. Van veel bedrijven die in Limburg gevestigd en actief zijn, bevindt de maatschappelijke zetel zich immers buiten Limburg waardoor de cijfers voor deze bedrijven niet worden meegerekend in de Limburgse cijfers.

Tabel 4: Bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen in de bedrijfstak Vervoer en opslag, tegen lopende prijzen (in miljoenen euro’s) (2009 – 2012)

Figuur 2: Evolutie BTW van “vervoer en opslag” (Indices, 2009=100)

De bedrijfstak ‘Vervoer en opslag’ was in 2012 in Limburg goed voor een totale bruto toegevoegde waarde van 1.157,7 miljoen euro. Dit is een stij-ging van 12,7 miljoen euro ten opzichte van de totale bruto toegevoegde waarde in 2011 in Limburg. Hiermee is deze bedrijfstak verantwoordelijk voor 5,4 % van de totale bruto toegevoegde waarde die in Limburg in 2012 werd gerealiseerd.

De multiplier toegevoegde waarde voor de logistieke sector bedraagt 0,72. Dit betekent dat elke euro toegevoegde waarde in de logistiek leidt tot een aanvullende toegevoegde waarde van 0,72 euro in de totale economie. Ter vergelijking de toegevoegde waarde van bijvoorbeeld de hightech sector bedraagt 0,57. Dit multiplier effect onderstreept het belang van de logistieke sector. Logistiek is dus geen op zichzelf staande sector, maar levert een belangrijke bijdrage aan de gehele economie.

Limburg Vlaanderen België

Vervoer en opslag

Totaal alle sectoren

%-aandeel van vervoer en opslag in

het totaal

Vervoer en opslag

Totaal alle sectoren

%-aandeel van vervoer en opslag in

het totaal

Vervoer en opslag

Totaal alle sectoren

%-aandeel van vervoer en opslag in

het totaal

31-12-2012 1.157,7 21.247,4 5,4 11.864,9 192.981,6 6,1 19.193,7 335.381,5 5,7

31-12-2011 1.145,0 21.015,4 5,4 11.952,2 189.805,2 6,3 19.212,9 330.049,1 5,8

31-12-2010 1.099,0 20.002,8 5,5 11.835,7 181.630,8 6,5 18.766,2 317.473,3 5,9

31-12-2009 1.052,8 19.059,2 5,5 11.738,9 174.915,0 6,7 18.527,2 304.718,2 6,1

100

101

102

103

104

105

106

107

108

109

110

2009 2010 2011

Limburg Vlaanderen België

2012

110,0

103,6

101,1

De afgelopen jaren is de bruto toegevoegde waarde in de bedrijfstak ‘Vervoer en opslag’ in Limburg licht gestegen. Deze stijging ligt in lijn met de stijging van de totale bruto toegevoegde waarde voor alle secto-ren in Limburg waardoor het procentuele aandeel van de bedrijfstak ‘Vervoer en opslag’ in de totale bruto toegevoegde waarde in Limburg quasi ongewij-zigd is gebleven.

Het sectoraandeel ‘Vervoer en opslag’ in de totale bruto toegevoegde waarde voor Vlaanderen en België is van 2009 tot en met 2012 jaarlijks gedaald, terwijl het sectoraandeel in Limburg in deze periode min of meer stabiel bleef. Op Vlaams niveau zien we een daling van 6,7 % in 2009 naar 6,1 % in 2012 en op nationaal niveau een daling van 6,1 % in 2009 naar 5,7 % in 2012

Figuur 1: Evolutie van het procentueel aandeel van de verschil-lende vervoerswijzen in het totale Vlaamse goederenvervoer

Het vervoerde tonnage via de binnenvaart en het spoor is de afgelo-pen jaren gestaag gestegen in Vlaanderen. In de periode van 2009 tot en met 2011 is het procentuele aandeel van het vervoerde tonnage via wegtransport in Vlaanderen gedaald van 83,4 % naar 80,9 %. In die-zelfde periode steeg het procentuele aandeel van het vervoerde ton-nage via binnenvaart van 8,9 % naar 10,1 % en het procentuele aan-deel van het vervoerde tonnage via spoor van 7,7 % naar 8,9 %. Er kan dus worden geconcludeerd dat er al een modal shift van wegtrans-port naar binnenvaart en spoorvervoer heeft plaatsgevonden, maar het grootste deel van het goederenvervoer verloopt in Vlaanderen nog steeds over de weg.

0

20

40

60

80

100

120

anesthesie

83

98

+18,1 %

+19,7 %

-8,2 %+18,3 %

+10,6 %+8,7 %

71

85

6156

60

71

4752

4650

psychiatrie gynaecologie

2010 2013

radiologie orthopedie cardiologie

2009 2010 2011

Binnenvaart Spoor Weg

0 %

10 %

20 %

30 %

40 %

50 %

60 %

70 %

80 %

90 %

100 % 8,9

7,7

83,4

9,4

8,3

82,3

10,1

8,9

80,9

Bron: Steunpunt Mobilo op basis van FOD MV, PBV, NBB, Eurostat en SVRVerwerking : POM-ERSV Limburg

Bron: INRVerwerking: POM-ERSV Limburg

Bron: INRVerwerking: POM-ERSV Limburg

DE LIMBURGSE

LOGISTIEKE SECTOR IN CIJFERS

14 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 15

Page 9: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

ArbeidsproductiviteitDe afgelopen jaren steeg de arbeidsproductiviteit in de bedrijfstak ‘Vervoer en opslag’ met 6,22 % , van 67.293 euro in 2009 naar 71.476 euro in 2012. Hiermee scoort de arbeidsproductiviteit in de bedrijfs-tak ‘Vervoer en opslag’ lager dan de arbeidsproductiviteit voor de totale Limburgse economie die 77.220 euro bedroeg in 2012.

De bedrijfstak ‘Vervoer en opslag’ kent op Vlaams niveau een arbeidsproductiviteit van 82.304 euro, wat 10.828 euro meer is dan

deze voor Limburg. Dit kan ook verklaard worden door een lagere toegevoegde waarde die te wijten is aan de afwezigheid van lucht-havens en zeehavens in de provincie Limburg. Op Vlaams niveau scoort de arbeidsproductiviteit in de bedrijfstak ‘Vervoer en opslag’ lager dan de arbeidsproductiviteit voor de totale Vlaamse economie die 88.636 euro bedraagt.

TewerkstellingOm de tewerkstelling in de logistieke sector in Limburg in kaart te brengen werden onderstaande activiteitstakken opgenomen.

Tabel 6: Arbeidsproductiviteit (in euro) (bruto toegevoegde waarde/werknemers)

Limburg Vlaanderen België

Vervoer en opslagTotaal alle sectoren

Vervoer en opslagTotaal alle sectoren

Vervoer en opslagTotaal alle sectoren

31-12-2012 71.476 77.220 82.304 88.636 80.390 88.016

31-12-2011 71.229 75.959 81.855 87.319 79.386 86.629

31-12-2010 68.722 73.748 80.545 84.608 77.661 84.519

31-12-2009 67.293 71.242 78.500 81.867 75.844 81.644

Bron : INR Verwerking : POM-ERSV Limburg

NACE-code

Bedrijfstak

49.2 Goederenvervoer per spoor

49.4 Goederenvervoer over de weg en verhuisbedrijven

49.5 Vervoer via pijpleidingen

50.2 Goederenvervoer over zee- en kustwateren

50.4 Goederenvervoer over binnenwateren

51.2 Goederenvervoer door de lucht

52.1 Opslag

52.2 Vervoerondersteunende activiteiten

53.2 Overige posterijen en koeriers

Tabel 5: Logistieke bedrijven in top 10 van VKW Limburg – Top 500 (Editie 2013)

BedrijfRangnummer VKW top 500

Omzet (in duizend euro) Tewerkstelling 2013

2013 2012 2011 2010 2009

SKF Logistics Services Belgium nv

4 841.492,30 819.969,80 833.701,70 824.541,30 678.036,10 354

Power Tools Distribution nv

5 765.062,30 804.303,30 721.767,00 602.697,40 405.980,50 175

Mobis Parts Europe nv

8 475.298,60 435.800,80 412.663,10 374.752,90 312.316,80 34

H.Essers 9 420.070,00 410.330,40 383.877,30 352.664,00 348.137,80 3.177

TOTAAL 2.501.923,20 2.470.404,30 2.352.009,10 2.154.655,60 1.744.471,20 3.740

Het belang van logistiek voor economisch Limburg komt sterk tot uiting in de Top 500 van VKW Limburg. In de top 10 van de grootste Limburgse bedrijven staan maar liefst 4 logis-tieke bedrijven: SKF Logistics Services, Power Tools Distribution, Mobis Parts Europe en H.Essers. Deze 4 bedrijven zorgden in 2013 voor een tewerkstelling van 3.740 voltijdse equi-valenten en creëerden een omzet van meer dan 2,5 miljard euro. Dit is een omzetstijging van ruim 757 miljoen euro of 43,4 % ten opzichte van 2009.

Figuur 3: Evolutie %-aandeel van Limburg in Vlaanderen inzake de BTW van “vervoer en opslag”

Het aandeel van de totale Limburgse economie in de toegevoegde waarde gecreëerd in Vlaanderen bedraagt 11 % daar waar de bruto toegevoegde waarde in de bedrijfstak ‘Vervoer en opslag’ in Limburg slechts 9,76 % van deze op Vlaams niveau bedraagt. Hieruit kun-nen we besluiten dat de geleverde meerwaarde door de totale Limburgse economie aan de Vlaamse economie relatief groter is dan deze van de sector ‘Vervoer en opslag’. Een moge-lijke verklaring is de afwezigheid van zeehavens en luchthavens in Limburg.

0,0

2,0

4,0

6,0

8,0

10,0

12,0

%-aandeel Limburg in Vlaanderen Vervoer en opslag %-aandeel Limburg in Vlaanderen Totaal alle sectoren

2009 2010 2011 2012

9,0

10,9

9,3

11,0

9,6

11,1

9,8

11,0

Bron: INRVerwerking: POM-ERSV Limburg

Bron: VKW Limburg Top 500 (editie 2013)Verwerking: POM-ERSV Limburg

DE LIMBURGSE

LOGISTIEKE SECTOR IN CIJFERS

16 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 17

Page 10: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

Overzicht (niet-limitatief) investeringen in logistiek in Limburg (periode 2013 - 2014)

Tewerkstelling

Eind 2012 was de logistieke sector in Limburg goed voor de werkgelegenheid van 10.607 personen, waarvan 9.433 loontrekkenden en 1.174 zelfstandigen. De werkgelegenheid in de logistiek in Limburg bedraagt ruim 10 % van de logistieke werkgelegenheid in Vlaanderen. Het aantal loontrekkenden en het aantal zelf-standigen in de logistiek in Limburg vertegenwoordigen respectievelijk 10,66 % van het aantal loontrekkenden in de logistiek in Vlaanderen (88.500) en 10 % van het aantal zelfstandigen in de logistiek in Vlaanderen (11.644).

Ten opzichte van 2009 is de totale werkgelegenheid in de logis-tieke sector in Limburg met 0,6 % gedaald, daar waar de totale werk-gelegenheid in de logistiek in Vlaanderen met 1,9 % is afgenomen. In Limburg is het aantal loontrekkenden in de logistieke sector in 2012 ten opzichte van 2009 stabiel gebleven. De daling van 0,6 % in de totale tewerk-stelling in de logistiek in Limburg heeft betrekking op de afname van het aantal zelfstandigen (o.a. zelfstandige vrachtwagenchauffeurs). Dit aantal daalde met 4,8 % van 1.233 zelfstandigen in 2009 naar 1.174 zelfstandigen in 2012.

Aantal vestigingen

Eind 2012 telde Limburg 515 vestigingen van logistieke bedrijven. Dit zijn er 25 (of 4,6 %) minder dan in 2009. In Vlaanderen nam het aantal vestigingen in de logistiek in diezelfde periode af met 5,4 %.

De meerderheid van de bedrijfsvestigingen in de logistiek in Limburg situeren zich in de subsector ‘Goederenvervoer over de weg en ver-huisbedrijven’ (272 vestigingen). De overige logistieke vestigingen zijn vooral gesitueerd in de subsectoren ‘Vervoerondersteunende activiteiten’ (78), ‘Overige posterijen en koeriers’ (36) en ‘Opslag’ (18).

Tabel 7: Het aantal vestigingen met personeel en de loontrekkende werkgelegenheid in de logistiek in Limburg volgens subsector en grootteklasse op 31 december 2012

Bedrijven met minder dan 20 werknemers

Bedrijven met 20 tot 50 werknemers

Bedrijven met 50 of meer werknemers

Totaal

SectorenVesti-

gingenMannen Vrouwen Totaal

Vesti- gingen

Mannen Vrouwen TotaalVesti-

gingenMannen Vrouwen Totaal

Vesti- gingen

Mannen Vrouwen Totaal

Goederenvervoer per spoor

3 31 2 33 1 19 12 31 1 106 17 123 5 156 31 187

Goederenvervoer over de weg en verhuisbedrijven

272 1.395 129 1.524 45 1.299 101 1.400 26 2.490 532 3.022 343 5.184 762 5.946

Vervoer via pijpleidingen

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Goederenvervoer over zee- en kustwateren

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Goederenvervoer over binnen- wateren

4 6 1 7 0 0 0 0 0 0 0 0 4 6 1 7

Goederenvervoer door de lucht

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Opslag 18 112 19 131 6 164 44 208 12 1.121 569 1.690 36 1.397 632 2.029

Vervoeronder- steunende activiteiten

78 294 60 354 5 127 23 150 5 266 197 463 88 687 280 967

Overige posterijen en koeriers

36 183 26 209 3 67 21 88 0 0 0 0 39 250 47 297

Totaal logistiek 411 2.021 237 2.258 60 1.676 201 1.877 44 3.983 1.315 5.298 515 7.680 1.753 9.433

Totaal alle sectoren

18.009 36.907 34.807 71.714 1.675 26.934 25.160 52.094 1.042 78.167 72.528 150.695 20.726 142.008 132.495 274.503

%-aandeel logistiek in totaal

alle sectoren2,3 5,5 0,7 3,1 3,6 6,2 0,8 3,6 4,2 5,1 1,8 3,5 2,5 5,4 1,3 3,4

Bron : R.S.Z.; Verwerking : POM-ERSV Limburg

Het aandeel mannen tewerkgesteld als loontrekkende in de logistiek in Limburg is met 0,6 % gedaald, van 7.724 in 2009 naar 7.680 in 2012. Het aandeel vrouwen tewerkgesteld als loontrekkende in de logistiek in Limburg is daarente-gen met 2,5 % toegenomen, van 1.710 in 2009 naar 1.753 in 2012. Deze relatief kleine stijging op provinciaal vlak is opmerkelijk aangezien het aandeel loontrekkende vrouwen in de logistiek in Vlaanderen met bijna 1 % is gedaald en dit aandeel op nationaal niveau ongewijzigd bleef.

De totale werkgelegenheid (loontrekkenden en zelfstan-digen) in de logistiek in Midden-Limburg is met maar liefst 14,2 % gestegen, van 4.113 in 2009 naar 4.698 in 2012. Deze stijging is vooral te danken aan een stijging van de loontrekkende tewerkstelling in Genk. Daarentegen is de totale tewerkstelling in de logistiek in Noord-Limburg, het Maasland, Zuid-Limburg en West-Limburg gedaald.

Bij de directe tewerkstelling van loontrekkenden in de logistieke sector in Limburg is tussen eind 2009 en eind 2012 een verschuiving van tewerkstelling merkbaar van de subsectoren ‘Goederenvervoer over de weg en verhuis- bedrijven’ en ‘Overige posterijen en koeriers’ naar de subsectoren ‘Opslag’ en ‘Vervoerondersteunende acti-viteiten’. Het aantal loontrekkenden in de subsectoren ‘Goederenvervoer over de weg en verhuisbedrijven’ en ‘Overige posterijen en koeriers’ daalde in deze periode met respectievelijk 8 % (van 6.447 naar 5.946) en 6,6 % (van 318 naar 297). Daarentegen nam het aantal banen in deze peri-ode in de subsectoren ‘Opslag’ en ‘Vervoerondersteunende activiteiten’ toe met respectievelijk 30,15 % (van 1.559 naar 2.029) en 14,6 % (van 844 naar 967).

Nieuwe vestigingen Ligging Investering (in euro)

Corneel Geerts Maasmechelen 5.000.000

Hyundai Heavy Industries Tessenderlo 22.000.000

Sunward Beringen 1.000.000

BCTN/WDP Meerhout/Ham 15.250.000

Investeringen in bestaande vestigingen

Ligging Investering (in euro)

Atlas Copco Power Tools Hoeselt 8.000.000

Bose Tongeren 500.000

Nike Ham 23.500.000

Scania Parts Logistics Opglabbeek 22.700.000

Aldi Heusden-Zolder 10.000.000

SKF Logistics Services Tongeren 10.000.000

Van Cranenbroek Overpelt 25.000.000

Lidl (LDM) Genk 10.000.000

Jacobs Transport Genk 1.800.000

Febelco Heusden-Zolder 32.000.000

Group Gheys Tessenderlo/Beringen 20.000.000

H.Essers Genk 20.000.000

Totale investering (in euro): 226.750.000

DE LIMBURGSE

LOGISTIEKE SECTOR IN CIJFERS

18 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 19

Page 11: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

Tabel 8: evolutie aantal vestigingen met personeel, aantal werknemers, aantal zelfstandigen en totale werkgelegenheid in de logistiek (2009-2012)

DE LIMBURGSE

LOGISTIEKE SECTOR IN CIJFERS

20 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 21

Vestigingen met personeel

WerknemersZelfstandigen

Totale werkgelegenheid (loontrekkenden +

zelfstandigen)Mannen Vrouwen Totaal

2009 2012 % -evol.

2009 2012 % -evol.

2009 2012 % -evol.

2009 2012 % -evol.

2009 2012 % -evol.

2009 2012 % -evol.

Noord- Limburg

90 75 -16,7 1.107 985 -11,0 85 84 -1,2 1.192 1.069 -10,3 232 235 1,3 1.424 1.304 -8,4

Bocholt 10 8 -20,0 50 49 -2,0 7 5 -28,6 57 54 -5,3 23 26 13,0 80 80 0,0

Bree 6 5 -16,7 128 15 -88,3 5 0 -100,0 133 15 -88,7 31 31 0,0 164 46 -72,0

Hamont- Achel

9 8 -11,1 126 114 -9,5 6 9 50,0 132 123 -6,8 22 19 -13,6 154 142 -7,8

Hechtel- Eksel

9 9 0,0 74 210 183,8 7 12 71,4 81 222 174,1 21 17 -19,0 102 239 134,3

Lommel 21 17 -19,0 200 181 -9,5 10 17 70,0 210 198 -5,7 45 48 6,7 255 246 -3,5

Meeuwen- Gruitrode

7 7 0,0 19 25 31,6 1 1 0,0 20 26 30,0 22 19 -13,6 42 45 7,1

Neerpelt 7 5 -28,6 25 19 -24,0 3 1 -66,7 28 20 -28,6 25 25 0,0 53 45 -15,1

Overpelt 16 10 -37,5 366 250 -31,7 31 23 -25,8 397 273 -31,2 16 20 25,0 413 293 -29,1

Peer 5 6 20,0 119 122 2,5 15 16 6,7 134 138 3,0 27 30 11,1 161 168 4,3

Midden- Limburg

165 169 2,4 2.906 3.446 18,6 933 986 5,7 3.839 4.432 15,4 274 266 -2,9 4.113 4.698 14,2

As 2 3 50,0 6 13 116,7 1 4 300,0 7 17 142,9 7 9 28,6 14 26 85,7

Diepenbeek 18 14 -22,2 140 152 8,6 9 5 -44,4 149 157 5,4 34 28 -17,6 183 185 1,1

Genk 59 71 20,3 1.374 2.032 47,9 480 594 23,8 1.854 2.626 41,6 59 58 -1,7 1.913 2.684 40,3

Hasselt 47 43 -8,5 641 497 -22,5 138 114 -17,4 779 611 -21,6 97 101 4,1 876 712 -18,7

Houthalen- Helchteren

22 23 4,5 341 395 15,8 99 108 9,1 440 503 14,3 28 21 -25,0 468 524 12,0

Opglabbeek 10 10 0,0 382 326 -14,7 200 156 -22,0 582 482 -17,2 7 4 -42,9 589 486 -17,5

Zonhoven 7 5 -28,6 22 31 40,9 6 5 -16,7 28 36 28,6 31 32 3,2 59 68 15,3

Zutendaal 0 0 NVT 0 0 NVT 0 0 NVT 0 0 NVT 11 13 18,2 11 13 18,2

West- Limburg

86 91 5,8 1.194 1.086 -9,0 202 202 0,0 1.396 1.288 -7,7 218 215 -1,4 1.614 1.503 -6,9

Beringen 13 14 7,7 119 150 26,1 23 26 13,0 142 176 23,9 57 46 -19,3 199 222 11,6

Halen 6 6 0,0 39 41 5,1 3 2 -33,3 42 43 2,4 19 20 5,3 61 63 3,3

Ham 12 11 -8,3 253 210 -17,0 40 37 -7,5 293 247 -15,7 13 13 0,0 306 260 -15,0

Herk-de-Stad 5 6 20,0 25 24 -4,0 2 1 -50,0 27 25 -7,4 20 23 15,0 47 48 2,1

Heusden- Zolder

16 15 -6,3 73 75 2,7 10 9 -10,0 83 84 1,2 41 36 -12,2 124 120 -3,2

Leopolds-burg

3 1 -66,7 7 2 -71,4 0 0 NVT 7 2 -71,4 13 15 15,4 20 17 -15,0

Lummen 12 16 33,3 259 322 24,3 88 67 -23,9 347 389 12,1 30 28 -6,7 377 417 10,6

Tessenderlo 19 22 15,8 419 262 -37,5 36 60 66,7 455 322 -29,2 25 34 36,0 480 356 -25,8

Maasland 57 52 -8,8 501 436 -13,0 69 69 0,0 570 505 -11,4 186 164 -11,8 756 669 -11,5

Dilsen- Stokkem

11 10 -9,1 87 77 -11,5 5 4 -20,0 92 81 -12,0 29 28 -3,4 121 109 -9,9

Kinrooi 3 6 100,0 18 14 -22,2 0 1 NVT 18 15 -16,7 21 18 -14,3 39 33 -15,4

Lanaken 13 11 -15,4 216 199 -7,9 26 30 15,4 242 229 -5,4 40 33 -17,5 282 262 -7,1

Maaseik 12 11 -8,3 58 21 -63,8 11 8 -27,3 69 29 -58,0 28 28 0,0 97 57 -41,2

Maas- mechelen

18 14 -22,2 122 125 2,5 27 26 -3,7 149 151 1,3 68 57 -16,2 217 208 -4,1

Zuid- Limburg

142 128 -9,9 2.016 1.727 -14,3 421 412 -2,1 2.437 2.139 -12,2 323 294 -9,0 2.760 2.433 -11,8

Alken 13 9 -30,8 232 82 -64,7 14 1 -92,9 246 83 -66,3 16 15 -6,3 262 98 -62,6

Bilzen 15 13 -13,3 109 67 -38,5 14 4 -71,4 123 71 -42,3 38 30 -21,1 161 101 -37,3

Borgloon 11 12 9,1 94 97 3,2 9 11 22,2 103 108 4,9 21 15 -28,6 124 123 -0,8

Gingelom 5 4 -20,0 43 40 -7,0 6 6 0,0 49 46 -6,1 10 10 0,0 59 56 -5,1

Heers 4 1 -75,0 12 9 -25,0 1 0 -100,0 13 9 -30,8 19 19 0,0 32 28 -12,5

Herstappe 0 0 NVT 0 0 NVT 0 0 NVT 0 0 NVT 1 0 -100,0 1 0 -100,0

Hoeselt 8 6 -25,0 43 51 18,6 5 4 -20,0 48 55 14,6 30 29 -3,3 78 84 7,7

Kortessem 7 5 -28,6 83 33 -60,2 4 2 -50,0 87 35 -59,8 15 16 6,7 102 51 -50,0

Nieuwer- kerken

2 3 50,0 9 14 55,6 1 1 0,0 10 15 50,0 7 5 -28,6 17 20 17,6

Riemst 8 9 12,5 84 96 14,3 8 6 -25,0 92 102 10,9 26 23 -11,5 118 125 5,9

Sint-Truiden 29 32 10,3 347 435 25,4 33 37 12,1 380 472 24,2 57 56 -1,8 437 528 20,8

Tongeren 24 20 -16,7 793 699 -11,9 317 334 5,4 1.110 1.033 -6,9 47 42 -10,6 1.157 1.075 -7,1

Voeren 10 8 -20,0 136 55 -59,6 6 3 -50,0 142 58 -59,2 9 10 11,1 151 68 -55,0

Wellen 6 6 0,0 31 49 58,1 3 3 0,0 34 52 52,9 27 24 -11,1 61 76 24,6

LIMBURG 540 515 -4,6 7.724 7.680 -0,6 1.710 1.753 2,5 9.434 9.433 0,0 1.233 1.174 -4,8 10.667 10.607 -0,6

VLAAN- DEREN

5.226 4.943 -5,4 70.626 69.118 -2,1 19.542 19.382 -0,8 90.168 88.500 -1,8 11.962 11.644 -2,7 102.130 100.144 -1,9

BELGIE 7.340 7.029 -4,2 97.834 96.969 -0,9 24.258 24.254 0,0 122.092 121.223 -0,7 17.902 17.730 -1,0 139.994 138.953 -0,7

Page 12: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

Vergrijzing

In 2012 waren 2.680 van de 9.433 loontrekkenden werkzaam in de logistieke sector in Limburg, oftewel 28,4 % van de loontrekkenden, 50 jaar of ouder.

Figuur 4: %-aandeel van de 50-plussers bij de werknemers

Figuur 5: %-aandeel 50-plussers bij de werknemers in de logistiek in Limburg per subsector op 31/12/2012

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

42,2 %

10,5 %

14,3 %

19,6 %

13,3 %

31/12/2009 31/12/2012

Limburg Vlaanderen

Alle sectoren

België Limburg Vlaanderen

Logistiek

België

Maasland Midden-Limburg Noord-Limburg

West-Limburg Zuid-Limburg

23,7

26,9

23,0

25,4

23,8

25,725,5

28,4

25,1

28,1

25,2

27,8

0

10

20

30

40

50

60

70

80

Goe

dere

nver

voer

per

spo

or

Goe

dere

nver

voer

ove

r de

weg

en

verh

uisb

edrij

ven

Verv

oer v

ia p

ijple

idin

gen

Goe

dere

nver

voer

ove

r zee

- en

kust

wat

eren

Goe

dere

nver

voer

ove

r bin

nenw

ater

en

Goe

dere

nver

voer

doo

r de

luch

t

Ops

lag

Verv

oero

nder

steu

nend

e ac

tivite

iten

Ove

rige

post

erije

n en

koe

riers

TOTA

AL

LOG

ISTI

EK

TOTA

AL

ALL

E SE

CTO

REN

%-aandeel Limburg in Vlaanderen Totaal alle sectoren

1-01-09 1-01-10 1-01-11 1-01-12

68,4

32,2

NVTNVT NVT

14,3 14,3

27,726,9

28,426,9

De vergrijzing is het grootst in de subsectoren ‘Goederenvervoer over de weg en verhuisbedrijven’ en ‘Goederenvervoer per spoor’. Maar liefst 1.913 van de 5.946 werknemers tewerkgesteld in de subsector ‘Goederenvervoer over de weg en verhuisbedrijven’ in Limburg was 50 jaar of ouder in 2012. Dit betekent dat ruim 32 % van de werkne-mers tewerkgesteld in deze subsector gedurende de komende 15 jaren zullen uitstromen omwille van pensioen.

Dit percentage is nog hoger voor de subsector ‘Goederenvervoer per spoor’. Maar liefst 68,4 % van de werknemers werkzaam in de subsec-tor ‘Goederenvervoer per spoor’ in Limburg was 50 jaar of ouder in 2012. Dit heeft tot gevolg dat 128 van de 187 werknemers gedurende de komende 15 jaren zullen uitstromen omwille van pensioen.

Opmerkelijk is dat 86 % van de werknemers actief in de subsec-tor ‘Opslag’ en 72 % van de werknemers actief in de subsector ‘Vervoerondersteunende activiteiten’ in 2012 jonger waren dan 50 jaar. Er kan worden geconcludeerd dat in deze twee subsecto-ren relatief jonge werknemers zijn tewerkgesteld. Dit kan worden verklaard door de verschuiving van de tewerkstelling in de sub-sectoren ‘Goederenvervoer over de weg en verhuisbedrijven’ en ‘Overige posterijen en koeriers’ naar de subsectoren ‘Opslag’ en ‘Vervoerondersteunende activiteiten’.

Het aandeel 50-plussers in de logistieke sector in Limburg (28,4 %) is hoger dan het aandeel 50-plussers in de totale Limburgse econo-mie dat 26,9 % bedroeg in 2012. Vergeleken met Vlaanderen ligt het aandeel 50-plussers in de logistieke sector op dezelfde lijn (28,1 %). Het aandeel 50-plussers in de totale Vlaamse economie bedraagt 25,1 % en ligt daarmee bijna 2 % lager dan in Limburg. Dat de logis-tieke sector onderhevig is aan vergrijzing blijkt duidelijk uit het aan-deel 50-plussers werkzaam in de logistieke sector in Limburg dat de afgelopen jaren met 3 % gestegen is, van 25,5 % in 2009 naar 28,4 % in 2012. In Vlaanderen steeg het aandeel 50-plussers in de logistiek in diezelfde periode ook met 3 %, namelijk van 25,1 % in 2009 naar 28,1 % in 2012.

Arbeidspotentieel

De provincie Limburg telde eind september 2014 ruim 34.500 niet-werkende werkzoekenden, waarvan 8.570 werkzoekenden aangeven geïnteresseerd te zijn in de uitoefening van een logistieke of trans-portgerelateerde functie. Bijna 13 % van alle aspiraties in de werkzoe-kendendossiers in Limburg gaan uit naar logistieke en transportge-relateerde functies. Dit is meer dan het procentueel aantal aspiraties voor zorg- en bouwberoepen, dat resp. 9,5 % en 8,3 % bedraagt.

Figuur 6: Indeling van het aantal beroepsaspiraties van niet-werkende werkzoekenden per beroepencluster (Limburg, september 2014)

23,2 %

20,9 %

8,3 %

25,2 %

9,5 %

12,9 %

Bouw en hout

Business support, Retail en ICT

Transport en Logistiek

Diensten aan personen en bedrijven

Industrie

Zorg en onderwijs

Bron: VDABVerwerking: POM-ERSV Limburg

Opmerking: Elke werkzoekende kan in zijn/haar dossier tot maximaal 8 beroepsaspiraties opgeven

Van de in totaal 34.500 niet-werkende werkzoekenden in Limburg zijn 8.431 personen (of 24 %) jonger dan 25 jaar en 17.767 personen (of 51 %) 25 tot 50 jaar. Bovendien zijn 14.850 werkzoekenden (of 43 %) laagge-schoold en 13.705 werkzoekenden (of bijna 40 %) middengeschoold. Opmerkelijk is dat ruim 5.000 werkzoekenden een aspiratie hebben voor goederenbehandelaar en dat meer dan 2.800 werkzoekenden aangeven graag de functie van vrachtwagenchauffeur C/CE te willen uitoefenen. De logistieke sector in Limburg kan potentieel bieden aan een groot aantal van deze werkzoekenden.

Bron: RSZ, RSZPPOVerwerking: POM-ERSV Limburg

Bron: RSZ, RSZPPOVerwerking: POM-ERSV Limburg

DE LIMBURGSE

LOGISTIEKE SECTOR IN CIJFERS

22 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 23

Page 13: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

OPLEIDING - KENNIS - ARBEIDSMARKT

ARBEIDSMARKT

24 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 25

InleidingOm het concurrentievermogen van de logistieke sector in

Limburg te bevorderen en de verdere groei van deze sector

strategisch te ondersteunen, is het belangrijk om de provinci-

ale arbeidsmarkt af te stemmen op de huidige en toekomstige

noden van de logistieke bedrijven in Limburg.

Logistieke werkgevers, verenigd in het Logistiek Platform

Limburg, geven aan dat er jaarlijks nog altijd te weinig goed

opgeleide logistieke arbeidskrachten, en in het bijzonder te

weinig hoogopgeleide logistiekers, de arbeidsmarkt betreden.

Een goed doordachte en effi ciënte supply chain wint steeds

meer aan belang om competitief te blijven. Om hun supply

chain te optimaliseren hebben bedrijven nood aan specialis-

ten Supply Chain Management.

Aangezien de logistieke sector een snel evoluerende sector is,

is een continue afstemming onderwijs - arbeidsmarkt nood-

zakelijk. Hierbij is het belangrijk dat sectorevoluties en kennis

uit logistiek onderzoek teruggekoppeld worden naar onder-

wijsinstellingen en logistieke opleidingsverstrekkers zodat

het logistiek opleidingsaanbod voortdurend kan worden

geactualiseerd.

De logistieke sector is sterk onderhevig aan piek- en dalperio-

des. Om concurrentieel te kunnen blijven, hebben logistieke

werkgevers behoefte aan een fl exibele personeelsbezetting.

Dit kan gaan van het fl exibel inzetten van het vast personeel

tot het fl exibel inzetten van het personeel van externen.

Afstemming provinciale arbeids-markt op de specifieke noden van de logistieke sector

In het kader van het projectonderdeel Werk van het LSM-project ‘Ruimte & Werk voor Logistiek’ voert POM Limburg talrijke acties en projecten uit om de provinciale arbeidsmarkt af te stemmen op de specifi eke noden van de logistieke sector.

Er zit Muziek in Logistiek

Om jongeren en werkzoekenden te enthousiasmeren voor een logis-tieke opleiding of beroep, lanceerde het Logistiek Platform Limburg in het voorjaar van 2013 de promotiecampagne ‘Er zit Muziek in Logistiek’. Deze campagne loopt over drie schooljaren. Via publiciteit op bussen, affi ches in scholen, uitzendkantoren, winkels en horecaza-ken, een online wedstrijd, een website, een Facebookpagina,… wordt de instroom in logistieke opleidingen en beroepen bevorderd. Via de website www.erzitmuziekinlogistiek.be kunnen jongeren en werk-zoekenden het logistiek opleidingsaanbod in Limburg raadplegen en informatie over logistieke beroepen bekomen. Het Logistiek Platform Limburg wil via de campagne ook bij het grote publiek benadrukken hoe belangrijk de logistieke sector is voor economisch Limburg. Mede dankzij de campagne is het aantal inschrijvingen voor logistieke opleidingen in het Limburgse secundair en hoger onderwijs de afge-lopen schooljaren gestegen (zie blz. 28-29).

In het kader van de provinciale campagne ‘Er zit Muziek in Logistiek’ zocht POM Limburg aansluiting bij de belevingstour logistiek van Flanders Logistics, een initiatief van het Vlaams departement Mobiliteit en Openbare Werken. POM Limburg stelde het beeldma-teriaal van haar campagne ter beschikking voor de belevingstour logistiek, een educatief en interactief lesuur over logistiek bij scholen secundair onderwijs in Vlaanderen tijdens het schooljaar 2013 – 2014.

Meer info: www.erzitmuziekinlogistiek.be

Pool van flexibele werknemers voor Transport & Logistiek

De logistieke sector is sterk onderhevig aan piekmomenten omwille van onder andere een seizoensgebonden vraag en occasionele projec-ten. Om deze pieken op te vangen is er een voortdurende vraag vanuit de sector naar extra en tijdelijke werknemers. Door de snelle techno-logische evolutie is de logistieke sector meer en meer gespecialiseerd (bv. voice picking). De uitzendkrachten die vandaag gezocht worden voor een dringende opdracht morgen, moeten al over een zekere expertise en kennis beschikken opdat ze onmiddellijk inzetbaar zijn. Op deze manier kunnen bedrijven (opleidings)kosten besparen en aan productiviteit winnen.

De vraag naar tijdelijke werknemers voor logistiek- en transportgere-lateerde functies blijkt duidelijk uit cijfers van VDAB Limburg. In 2013 heeft VDAB Limburg 5.264 vacatures voor logistieke functies ontvan-gen, waarvan 1.266 vacatures voor vaste jobs en 3.998 vacatures voor uitzendarbeid. De vraag naar uitzendarbeid dient in deze context enigszins te worden genuanceerd aangezien uitzendarbeid vaak een instroomkanaal en een opstap naar vaste tewerkstelling is voor logis-tieke functies op het operationele niveau. Toch geeft het vacatureaan-bod voor uitzendarbeid de nood aan fl exibiliteit in de sector weer.

Door een maximum aan fl exibiliteit, over de personeelsbestanden van de individuele bedrijven en uitzendkantoren heen, kan de competiti-viteit van logistieke bedrijven en transportgerelateerde bedrijven in Limburg ten opzichte van de omliggende regio’s worden verhoogd. Dit kan bijvoorbeeld door het oprichten van een pool van werknemers voor Transport en Logistiek die fl exibel en op afroepbasis bij logistieke werkgevers kunnen worden ingezet om piekperiodes op te vangen.

Om de mogelijkheden met betrekking tot het oprichten en structure-ren van een dergelijke pool zowel op juridisch als op organisatorisch vlak in kaart te brengen, startte POM Limburg de overheidsopdracht ‘Het opstellen van een Masterplan en Roadmap voor het oprichten en structureren van een pool van fl exibele werknemers voor Transport & Logistiek in Limburg’. Deze opdracht kadert binnen het projectonder-deel Werk van het LSM-project ‘Ruimte & Werk voor Logistiek’ en werd eind juni 2014 aan de KULeuven toegewezen. Begin 2015 worden het Masterplan en de Roadmap opgeleverd. Aansluitend volgt een project om het innovatieve concept van de pool te implementeren.

Page 14: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

Structurele samenwerking POM Limburg – VDAB Limburg

VDAB Limburg en POM Limburg geven jaarlijks vorm aan een Provinciaal Sectoraal Ondernemingsplan (PSOP) voor de beroepen-cluster ‘Transport & Logistiek’. In 2015 wordt het accent gelegd op de bijsturing van het opleidingsaanbod en sectorale bemiddeling naar werk.

Logistiek

Er is een zeer grote arbeidsmarktreserve aan logistieke goederenbe-handelaars. Via een nieuwe infosessie en assessment, ‘Logistic lab’, worden potentiële cursisten bewust gemaakt van de arbeidsomstan-digheden in de logistieke sector en wordt geïnvesteerd in de oriënte-ring van hun professionele loopbaan.

Om aan de noden van logistieke werkgevers te voldoen wordt het bestaande opleidingsaanbod aangevuld met training in een moderne magazijnomgeving. Het betreft onder andere magazijninformatica en communicatieve vaardigheden.

De opleiding tot magazijnbediende maakt deel uit van het basisaan-bod. In het ‘excellence centre’ Campus Genk-Zuid in Bilzen wordt blijvend gezocht naar partnerorganisaties om het opleidingsaanbod verder uit te werken. Het accent ligt het komende jaar op doorgroei-mogelijkheden naar de knelpuntberoepen ‘dispatcher’ en ‘logistiek verantwoordelijke’. VDAB zorgt voor de basisinvestering voor de installatie van specifieke software, inrichting van lokalen en bijscho-ling van de instructeurs.

Transport

In de transportopleidingen wordt extra ingezet op nicheberoepen binnen de sector via individuele beroepsopleidingen (IBO) of andere vormen van werkplekleren. De verplichte nascholing voor beroeps- chauffeurs wordt zowel aan werkzoekenden uit de arbeidsmarktre-serve met rijbewijs C/CE als aan werknemers aangeboden.

Cluster

De cluster ‘Transport & Logistiek’ voorziet in een sterk aanbod voor de finaliteitsjaren van het secundair onderwijs, vooral in de secties goederenbehandeling, leerbedrijf en vrachtwagenchauffeur. Verder verlengt VDAB in Limburg de organisatie van onderwijskwalifice-rende opleidingstrajecten (OKOT) voor een relevant aanbod aan Se-n-Se- en HBO5-opleidingen ‘Transport, logistiek & mobiliteit’. De oprichting van het onderwijskwalificerend opleidingstraject ‘Transport & Logistiek’ op graduaatsniveau voor werkzoekenden is een concrete realisatie van de samenwerking tussen POM Limburg, VDAB Limburg en een aantal onderwijsinstellingen in Limburg. Zie blz. 31 voor meer informatie.

Op korte termijn zal VDAB starten met de sectorale bemiddeling voor de cluster Transport & Logistiek. Prioritaire acties zijn de vacaturege-richte screening van de arbeidsmarktreserve, vooral voor de beroe-pen magazijnmedewerker, magazijnbediende en vrachtwagenchauf-feur. Verder zal VDAB inzetten op acties voor het duurzaam verhogen van de instroom in de sector en de versterking van de inspanningen om opgeleide cursisten in de sector aan het werk te houden.

Servicepunt Transport & Logistiek

In mei 2013 opende het ServicePunt Transport & Logistiek in de VDAB Werkwinkel in Genk. Dit servicepunt is een initiatief van VDAB Limburg in samenwerking met het Logistiek Platform Limburg. De samenwerking is een concreet gevolg van de engagementsverklaring die de provincie Limburg, POM-ERSV Limburg en VDAB Limburg medio 2012 ondertekenden. Daarin engageren de drie partijen zich om de arbeidsmarktwerking voor een aantal speerpuntsectoren, waaronder de logistieke sector, te versterken.

Het doel van het ServicePunt Transport & Logistiek is om zowel de werkgevers als de werkzoekenden via maatwerk te ondersteunen. Het centrale aanspreekpunt zal logistieke werkgevers helpen in hun zoek-tocht naar geschikt personeel door middel van oplossingen op maat van hun bedrijf. Het betreft o.a. het transparant maken van vacatu-res, het vooraf selecteren van kandidaten en het organiseren en opvol-gen van werkplekleren en Individuele Beroepsopleidingen (IBO’s).

Het ServicePunt Transport & Logistiek wil enerzijds werkzoekenden warm maken voor een job in de logistiek en anderzijds werkzoe-kenden met interesse in logistiek gericht begeleiden naar logistieke opleidingen en beroepen. Het ServicePunt Transport & Logistiek werd ondergebracht in de Werkwinkel van Genk maar kent een pro-vinciale werking die ondersteund wordt door het Logistiek Platform Limburg. In de platformwerking rond het domein Opleiding – Kennis – Arbeidsmarkt zijn alle relevante actoren uit de provincie vertegenwoordigd, waardoor de expertise inzake logistieke oplei-dingen en beroepen wordt samengebracht. Om de oprichting van het ServicePunt Transport & Logistiek voor te bereiden, vond op Euregionaal vlak kennis- en ervaringsuitwisseling plaats met o.a. de Nederlandse en Waalse tegenhanger van de VDAB.

Logistieke opleidingen in Limburg

Limburg beschikt over een ruim logistiek opleidingsaanbod, gaande van beroepstechnische opleidingen tot de master Handelsingenieur met afstudeerrichting Operationeel Management en Logistiek. Een overzicht van het logistiek opleidingsaanbod in Limburg is raad-pleegbaar via www.erzitmuziekinlogistiek.be.

Logistieke opleidingen secundair onderwijs

In Limburg bieden 11 scholen secundair onderwijs logistieke oplei-dingen aan. In het huidige schooljaar 2014 – 2015 volgen in totaal 165 leerlingen een logistieke opleiding in Limburg. Dit zijn 24 leerlingen (of 17 %) meer dan vorig schooljaar. Opvallend is dat vooral jongens voor een logistieke opleiding in het secundair onderwijs kiezen. Voor het schooljaar 2014 – 2015 opteerden 144 jongens t.o.v. 21 meisjes voor een logistieke opleiding in het secundair onderwijs.

OPLEIDING -

KENNIS - ARBEIDSMARKT

26 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 27

Page 15: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

Basisopleiding logistiek voor leerkrachten

Naar aanleiding van de nieuwe leerplannen voor de studierichtingen BSO Kantoor en Verkoop, die in september 2013 in voege gingen en een keuzemodule Logistiek medewerker bevatten, organiseerde het Logistiek Platform Limburg i.s.m. RTC Limburg een basisopleiding logistiek voor leerkrachten Kantoor en Verkoop bij het logistiek opleidingscentrum Logis vzw in Opglabbeek. Om meer logistiek in de lessen te integreren, bood POM Limburg de deelnemers ook de DVD box ‘Logistiek in Actie’ aan, met lesmateriaal, VDAB-beroepenfilmpjes, sectorinformatie en het educa-tief lessenpakket The Flow. Deze DVD box is een realisatie van het InterPOM Overleg Logistiek waar POM Limburg deel van uit maakt.

Omwille van de toekomstperspectieven die de logistieke sector in Limburg aan jongeren biedt, opteerden de meeste scholen voor de keuzemo-dule logistiek in het kader van de gewijzigde leerplannen voor de 3de graad BSO Kantoor en BSO Verkoop. Om de betrokken vakleerkrachten te ondersteunen bij de wijziging van de leerplannen, organiseerde POM Limburg i.s.m. RTC Limburg reeds in november 2012 een ‘Contactdag Werkplekleren in de Logistiek’ bij Ikea Benelux Distribution in Genk.

Logistieke opleidingen hoger onderwijs

Ook de onderwijsinstellingen in het hoger onderwijs bieden in Limburg diverse logistieke opleidingen aan.

Tabel 2: Evolutie instroom logistieke opleidingen hoger onderwijs in Limburg

Onderwijsinstelling Opleiding Academiejaar

2009-2010 2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015

Provinciaal Centrum voor Volwassenen-onderwijs (PCVO) Handel Hasselt

Graduaat Logistiek, Transport en Mobiliteit

22 15 21 14 37 39

PXL

Professionele bachelor Bedrijfsmanagement –

Afstudeerrichting Logis-tiek Management

62 62 49 47 75 72

KHLim Katholieke Hoge-school Limburg

Professionele bachelor Bedrijfsmanagement –

Afstudeerrichting Logistiek Management

30 21 32 24 15 26

Universiteit Hasselt

Master Handelsingenieur – Afstudeerrichting

Operationeel Manage-ment en Logistiek

10 14 19 22 17 20

TOTAAL 124 112 121 107 144 157

Verschil academiejaar n t.o.v. n-1

- -12 9 -14 37 13

% Verschil academiejaar n t.o.v. n-1

- -10,7 % 8,0 % -11,6 % 34,6 % 9,0 %

Bron: betrokken onderwijsinstellingen

Tabel 1: Evolutie leerlingenaantallen logistieke opleidingen secundair onderwijs in Limburg

StudierichtingSchooljaar 2009 - 2010

Schooljaar 2010 - 2011

Schooljaar 2011 - 2012

Schooljaar 2012 - 2013

Schooljaar 2013 -2014

Schooljaar 2014 - 2015

1° lj. 3°graad Vrachtwagenchauffeur BSO

20 20 18 24 14 23

2° lj. 3° graad Vrachtwagenchauffeur BSO

18 19 26 26 25 18

3° lj. 3° graad Bijzonder transport BSO 12 11 6 11 0 13

Goederenbehandelaar – magazijnier - heftruck DBSO

22 19 - - - -

Goederenbehandelaar - magazijnmedewerker DBSO

27 24 - - - -

Bestuurder heftruck DBSO - - 1 0 15 13

Bestuurder reachtruck DBSO - - 5 0 0 6

Magazijnmedewerker DBSO - - 38 46 25 23

3° lj. 3° graad Logistiek BSO 26 35 18 25 38 39

Internationaal transport & goederenverzending Se-n-Se

12 14 22 16 24 30

Totaal 137 142 134 148 141 165

Bron: Agentschap Onderwijsdiensten

Opm.: De benaming van de logistieke opleidingen deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO) werd vanaf het schooljaar 2011 -2012 gewijzigd. Het betreft de modulaire opleidingen bestuurder heftruck, bestuurder reachtruck en magazijnmedewerker (= nieuwe benamingen).

Bovenop de 165 leerlingen in logistieke opleidingen secundair onder-wijs in Limburg, volgen momenteel 61 leerlingen de opleiding ‘logis-tiek helper in zorginstellingen’ en 3 leerlingen de opleiding ‘logistiek assistent in ziekenhuizen’ in het deeltijds beroepssecundair onder-wijs in Limburg.

Op 1 september 2013 gingen de nieuwe leerplannen voor de 3de graad van de beroepssecundaire studierichtingen (BSO) Kantoor en Verkoop in voege. Een groot aantal scholen biedt binnen deze stu-dierichtingen de keuzemodule Logistiek Medewerker aan. Bij het

Agentschap Onderwijsdiensten zijn geen leerlingenaantallen op het niveau van de keuzemodules beschikbaar. Idealiter stromen de leer-lingen uit de 3de graad BSO Kantoor en Verkoop met keuzemodule Logistiek Medewerker door naar het 3de leerjaar van de 3de graad BSO Logistiek. Tijdens dit specialisatiejaar kunnen zij een attest van heftruck- en/of reachtruckchauffeur behalen.

Ook in de studierichting Handel van het technisch secundair onder-wijs (TSO) krijgen leerlingen een vak logistiek. In Limburg volgen momenteel 629 leerlingen de 3e graad TSO Handel.

OPLEIDING -

KENNIS - ARBEIDSMARKT

28 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 29

Page 16: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

In 2014 studeerden 64 studenten af in een logistieke opleiding in het hoger onderwijs in Limburg.

In 2014 behaalden 37 studenten het bachelordiploma ‘Logistiek Management’ en 16 studenten het masterdiploma Handelsingenieur met afstudeerrichting Operationeel Management en Logistiek. Verder behaalden nog eens 16 studenten het masterdiploma Handelsingenieur met afstudeerrichting Accountancy – Fiscaliteit, Marketing of Technologie, Innovatie en Milieumanagement en optie Operationeel Management Logistiek. Deze optie houdt 18 studiepun-ten aan logistieke vakken in.

In 2015 kunnen 14 studenten Handelsingenieur met specialisatie Operationeel Management en Logistiek aan de UHasselt afstuderen. Dit is bijna 50 % van alle studenten Handelsingenieur die in 2015 in Limburg kunnen afstuderen.

Onderwijskwalificerend opleidingstraject ‘Transport & Logistiek’ voor werkzoekenden

In het SALK rapport wordt een onderwijskwalificerend opleidings- traject Transport & Logistiek voor werkzoekenden aanbevolen. Daarom sloegen VDAB Limburg, POM Limburg, de Provinciale Handelsschool Hasselt (PHH) en het Provinciaal Centrum voor Volwassenenonderwijs Handel Hasselt (PCVO) in het voorjaar van 2013 de handen in elkaar om een onderwijskwalificerend opleiding-straject Transport & Logistiek op graduaatsniveau voor werkzoeken-den op te richten.

Door deze samenwerking krijgen werkzoekenden met een diploma secundair onderwijs uit het studiegebied Handel en met interesse voor een job als logistiek bediende, de kans om na 1 schooljaar

dagonderwijs en 1 schooljaar avondonderwijs het graduaatsdiploma ‘Logistiek, Transport en Mobiliteit’ te behalen.

Het unieke aan dit opleidingstraject is dat er twee uitstapmogelijkhe-den worden aangeboden. Na één schooljaar kunnen de cursisten bij de PHH het attest secundair-na-secundair (Se-n-Se) ‘Internationaal Transport & Goederenverzending’ behalen. Tijdens deze opleiding volgen de cursisten al een aantal modules van de graduaatsopleiding (HBO5) waardoor zij vrijstellingen kunnen bekomen. Aanvullend kunnen de cursisten 1 schooljaar avondonderwijs aan het PCVO Handel Hasselt volgen en zo het graduaatsdiploma ‘Logistiek, Transport & Mobiliteit’ behalen. Vervolgens kunnen de cursisten doorstromen naar de bacheloropleiding Logistiek Management, indien zij dit wensen. Dit leertraject bevordert duidelijk de door-stroom op de leerladder.

In juni 2014 studeerden 8 van de 12 ingeschreven VDAB-cursisten af aan de Se-n-Se opleiding ‘Internationaal Transport & Goederenverzending’. Deze cursisten volgen tijdens het schooljaar 2014 – 2015 het verkort traject van de graduaatsopleiding ‘Logistiek, Transport en Mobiliteit’.

19 cursisten startten in september 2014 het onderwijskwalificerend opleidingstraject ‘Transport & Logistiek’.

Specialisatie Supply Chain Management

Een goed doordachte en efficiënte supply chain is voor bedrijven belangrijk om competitief te zijn. Hiervoor hebben bedrijven nood aan specialisten Supply Chain Management. In het SALK-uitvoeringsplan wordt de oprichting van de specialisatie Supply Chain Management binnen de nieuwe opleiding Handelswetenschappen van de faculteit Bedrijfseconomische Wetenschappen van de UHasselt aanbevolen.

In het najaar van 2013 toetste het Logistiek Platform Limburg tij-dens de Logistieke Dag Limburg de nood aan deze specialisatie af bij logistieke bedrijven en verladers, die de vraag naar Supply Chain specialisten bevestigden. De opleiding Handelswetenschappen start vanaf het academiejaar 2015 – 2016. Na het doorlopen van de 2 acade-mische bachelorjaren, kunnen de studenten Handelswetenschappen vanaf het academiejaar 2018 – 2019 voor de Master Supply Chain Management kiezen. Om de doorstroom van professionele bachelors Logistiek Management naar de Master Supply Chain Management te bevorderen, start vanaf het academiejaar 2017 – 2018 een scha-kelprogramma. Het Logistiek Platform Limburg zal de UHasselt inhoudelijk ondersteunen bij de curriculumontwikkeling van de specialisatie Supply Chain Management en vormt de brug tussen de UHasselt en het logistieke bedrijfsleven. Verder maakt LPL/POM Limburg deel uit van de adviesgroep Handelsingenieur die vanaf het najaar 2014 overlegt om na te gaan hoe de bestaande opleiding Handelsingenieur zich duidelijk kan differentiëren van de nieuwe opleiding Handelswetenschappen.

Mede dankzij de promotiecampagne ‘Er zit Muziek in Logistiek’ van het Logistiek Platform Limburg zijn de inschrijvingscijfers voor logistieke opleidingen in het hoger onderwijs voor de academiejaren 2013-2014 en 2014-2015 gestegen. Tijdens het academiejaar 2014-2015 volgen in totaal 157 studenten een logistieke opleiding in het hoger onderwijs in Limburg. Dit zijn 13 studenten meer dan tijdens het aca-demiejaar 2013-2014.

In totaal startten 98 studenten in september 2014 de bacheloroplei-ding Logistiek Management bij de PXL of de KHLim. Dit is bijna 9 % meer dan voor het academiejaar 2013-2014.

Tabel 3: Evolutie uitstroom logistieke opleidingen hoger onderwijs in Limburg

Onderwijsinstelling Opleiding Academiejaar

2009-2010 2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014

Provinciaal Centrum voor Volwassenenonderwijs (PCVO) Handel Hasselt

Graduaat Logistiek, Transport en Mobiliteit

11 12 9 8 11

PXL

Professionele bachelor Bedrijfsmanagement –

Afstudeerrichting Logis-tiek Management

29 20 17 27 14

KHLim Katholieke Hogeschool Limburg

Professionele bachelor Bedrijfsmanagement –

Afstudeerrichting Logistiek Management

33 23 17 13 23

Universiteit Hasselt

Master Handelsingenieur – Afstudeerrichting

Operationeel Manage-ment en Logistiek

10 12 30 33 16

TOTAAL 83 67 73 81 64

Verschil academiejaar n t.o.v. n-1

- -16 6 8 -17

% Verschil academiejaar n t.o.v. n-1

- -19,28 % 9,0 % 11,0 % -20,99 %

Bijna 40 % van alle studenten Handelsingenieur in het eerste mas-terjaar aan de UHasselt opteerde voor de specialisatie Operationeel Management en Logistiek.

In 2013 steeg de instroom in de graduaatsopleiding ‘Logistiek, Transport en Mobiliteit’ met 164 %. Deze stijging is vooral te danken aan de oprichting van het onderwijskwalificerend opleidingstraject ‘Transport & Logistiek’ dat werkzoekenden de mogelijkheid biedt om via een verkort traject het graduaatsdiploma ‘Logistiek, Transport en Mobiliteit’ te behalen. Zie blz. 31 voor meer informatie over dit onder-wijskwalificerend opleidingstraject.

OPLEIDING -

KENNIS - ARBEIDSMARKT

30 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 31

Page 17: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

Tabel 4: Gestarte VDAB opleidingen in Limburg per sector en per jaar (2011-2014)

Sector 2011 2012 2013 2014

Bouw en hout 826 986 841 681

Horeca 183 125 112 156

Zorg en onderwijs 1.831 2.147 2.184 2.432

Transport en logistiek

968 872 1.045 1.108

Logistiek 467 397 490 487

Transport 501 475 555 621

Totaal 3.808 4.130 4.582 4.691

Bron: VDAB

Bron: VDAB

Bron: VDAB

In 2013 startten in Limburg 490 cursisten een logistieke opleiding bij VDAB, waarvan 375 cursisten een opleiding goederenbehandeling en 115 cursisten een opleiding logistieke coördinatie. Dit is 16,2 % van het totaal aantal startende VDAB cursisten logistiek op Vlaams niveau in 2013.

Het totaal aantal startende cursisten logistiek is in 2013 (490) met 23,4 % gestegen ten opzichte van 2012 (397), wat in lijn ligt met de stijging van 25,3 % op Vlaams niveau.

Tot en met augustus startten er in 2014 in Limburg al 487 cursisten een logistieke opleiding, waarvan 420 cursisten een opleiding goederen-behandeling en 67 cursisten een opleiding logistieke coördinatie. Dit zijn 12 % cursisten goederenbehandeling meer dan in 2013. Het aan-tal cursisten goederenbehandeling voor 2014 neemt nog toe omwille van de kortlopende opleiding magazijnmedewerker die VDAB uitbe-steedde aan Syntra Limburg i.s.m. Logis vzw.

Opleiding magazijnmedewerker voor Ford-arbeiders

Om 200 cursisten, waarvan 100 Ford-arbeiders, met voorkennis van logistiek en een brevet interne transportmiddelen te heroriënteren naar het logistiek knelpuntberoep magazijnmedewerker, besteedde VDAB een opleiding voor magazijnmedewerker uit aan Syntra Limburg i.s.m. Logis vzw.

Deze opleiding, waarin de cursisten een traject van 2 weken doorlo-pen, is een aanvulling op het reguliere aanbod van VDAB-opleidingen in Limburg. De opleidingssessies startten in september 2014 en lopen tot december 2015.

Tabel 5: Aantal gestarte cursisten in logistieke opleidingen VDAB

Logistiek Limburg Vlaanderen

2011 2012 2013 2014 2011 2012 2013 2014

Goederen- behandeling 467 397 375 420 2.118 2.411 2.467 1.925

Logistieke coördinatie

/ / 115 67 / / 553 613

Totaal 467 397 490 487 2.118 2.411 3.020 2.538

Vanaf 2013 kunnen cursisten een opleiding logistieke coördinatie vol-gen bij VDAB, waardoor het aantal gestarte logistieke opleidingen en het aantal opleidingsuren sinds 2013 zijn gestegen. Dit opleidingsaan-bod houdt de volgende cursussen in: assistent logistiek verantwoor-delijke, logistiek administratief bediende, bediende internationale handel, Se-n-Se internationaal transport en goederenverzending en graduaat Logistiek, Transport en Mobiliteit. Het opleidingsaanbod goederenbehandeling houdt de volgende opleidingen in: basisoplei-ding heftruckbestuurder, logistiek goederenbehandelaar, magazijn-medewerker en goederenbehandelaar intern transport.

Tabel 6 : Aantal geslaagde cursisten opleidingen VDAB per sector

Sector 2011 2012 2013 2014

Bouw en hout 618 717 673 552

Horeca 147 108 102 156

Logistiek 459 325 351 382

Zwaar vervoer 292 309 274 348

Social profit 1.553 1.611 1.672 1.644

VDAB opleidingen Transport & Logistiek

De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB) organiseert diverse logistieke opleidingen die ingedeeld worden in 3 groepen: intern transport (magazijn), logistiek bedienden en extern transport. In Limburg kunnen deze opleidingen gevolgd worden in de VDAB Competentiecentra in Genk, Bilzen en Tongeren. VDAB werkt voor haar opleidingsaanbod ook samen met andere organisaties zoals bv. Logis vzw, Syntra Limburg, de Provinciale Handelsschool Hasselt en het Provinciaal Centrum voor Volwassenenonderwijs Handel Hasselt.

Aantal gestarte VDAB opleidingen Transport & Logistiek in Limburg

Het aantal startende cursisten in transport- of logistieke opleidingen, georganiseerd door VDAB in eigen beheer of in samenwerking met een erkende partner, stijgt sinds 2012.

1.045 cursisten startten in 2013 een transport- of logistieke opleiding, een stijging van 19,8 % in vergelijking met 2012. Tot en met augustus 2014 startten er dit jaar al 1.108 cursisten een transport- of logistieke opleiding. Dit is een stijging van 6,03 % ten opzichte van het aantal startende cursisten in 2013.

OPLEIDING -

KENNIS - ARBEIDSMARKT

32 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 33

Page 18: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

LOGOSLOGOS is het vormingsfonds van het paritair comité (PC) 226 voor bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de logistiek. In Limburg werken ruim 1.900 bedienden actief bij 190 bedrijven onder het PC 226. In opdracht van het Sociaal Fonds van het PC 226 is LOGOS actief in de domeinen van opleiding en tewerkstelling.

Opdracht LOGOS

Siegfried Desmalines, sectorconsulent LOGOS: “De opdracht van LOGOS is vastgelegd door de sociale partners en is veelzijdig. Deze opdracht omvat het aanbeiden van een gratis opleidingsaanbod met betrekking tot sectortechnische thema’s, informatica, talen, persoon-lijke vaardigheden, commerciële vaardigheden en opleiding- en com-petentiebeleid. Alle bedrijven die bedienden onder PC 226 tewerkstel-len kunnen gebruik maken van dit gratis opleidingsaanbod. Verder verstrekt LOGOS subsidies voor bijkomende opleidingen die bedrij-ven zelf organiseren voor hun medewerkers. LOGOS organiseert ook projecten om werkzoekenden via opleidingen toe te leiden naar knel-puntfuncties in de sector. Voorbeelden van opleidingen voor werk-zoekenden in Vlaanderen, georganiseerd door LOGOS, zijn: admi-nistratief medewerker expeditie, dispatcher wegvervoer, bediende internationale handel en logistiek, medewerker transport en logistiek en bediende import/export luchtvracht.”

Sectorconvenant

Sinds april 2004 heeft de sector een convenant met de Vlaamse Overheid afgesloten. Via deze convenant zet de sector in op samen-werken met onderwijs, versterken van het competentie- en het talent-beleid in de bedrijven en diversiteit en evenredige arbeidsdeelname.

“Onderwijs krijgt binnen het sectorconvenant veel aandacht. De sector kampt immers met een te beperkte instroom van leerlingen uit het sectortechnisch onderwijs. LOGOS zet dan ook in op de uit-bouw van het sectortechnische onderwijs dat gericht is op de admi-nistratieve functies. Naast de kwantitatieve uitbouw zet LOGOS ook in op de kwalitatieve ondersteuning. LOGOS was mee dé drijvende kracht om het hoger beroepsonderwijs (HBO) een sectorale kleuring mee te geven. Zo werden de functies van dispatcher en douanedecla-rant in een beroepskwalificatie 5 (HBO5) ingedeeld”, aldus Siegfried Desmalines, sectorconsulent LOGOS.

www.logosinform.be

Sociaal Fonds voor Transport en Logistiek

Het Sociaal Fonds Transport en Logistiek (SFTL) is het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de ondernemingen van de sector wegver-voer en logistiek voor rekening van derden die behoren tot de RSZ-categorie 083. Het SFTL is enkel bevoegd voor de arbeiders en wordt gefinancierd door een werkgeversbijdrage van 8 % die geïnd wordt door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). Deze werkgevers-bijdrage wordt berekend op de lonen van de arbeiders waarvan de prestaties aangegeven worden aan de RSZ, categorie 083.

Drie kerntaken van het SFTL

1. De arbeiders uit de sector van het wegvervoer en de logistiek voor rekening van derden hebben recht op aanvullende sociale voordelen. Deze voordelen werden door de sociale partners via diverse CAO’s toegekend. Het SFTL zorgt voor de uitbetaling aan de arbeiders of voor de terugbetaling aan de werkgevers.

2. Het SFTL stimuleert de permanente vorming van arbeiders uit de sector op drie manieren. Het SFTL voorziet een financiële tussen-komst in de kosten van de werkgevers voor een aantal beroeps-opleidingen en bijscholingen van hun arbeiders. Bovendien ondersteunt het SFTL de basisopleidingen tot het beroep van vrachtwagenchauffeur en logistieke arbeider (bv. magazijnme-dewerker, heftruckchauffeur, …) die door externe opleidings-partners georganiseerd worden. Tenslotte ondersteunt het SFTL ook de opleidingspartners om een kwaliteitsvol aanbod uit te werken dat beantwoordt aan de behoeften van de sector.

3. Het SFTL spant zich in om de knelpunten in de sector op het vlak van werkgelegenheid en bestaanszekerheid weg te werken. Daarvoor worden er convenanten met de Vlaamse overheid afgesloten.

Jongeren enthousiasmeren voor het knelpuntberoep van vrachtwagenchauffeur

Uit hoofdstuk 2 (De Limburgse logistieke sector in cijfers) blijkt dat ruim 32 % of 1.913 vrachtwagenchauffeurs tewerkgesteld in de logistieke sector in Limburg de komende 15 jaren zal uitstromen omwille van pensioen. Wim Elst, sectorconsulent SFTL: “Daarom onderneemt het SFTL diverse acties richting het onderwijs om jongeren te laten kennisma-ken met het beroep van vrachtwagenchauffeur en de instroom in de opleiding vrachtwagenchauffeur te bevorderen. Zo ontwikkelde het SFTL recent het klasspel ‘De verdwenen chauffeurs’, het magazine ‘Drive’ en enkele filmpjes die via social media de jonge doelgroep bereiken. In het magazine en de filmpjes fungeren huidige leerlingen vrachtwagenchauffeur als ambassadeur van hun vak. Verder biedt het SFTL leerlingen een Truckexperience aan via een bezoek met de Star Truck aan scholen en evenementen. In de cabine van de Star Truck worden de boordinstrumenten toegelicht en in de laadruimte wordt geoefend op routeplanning en laden. Ook verkeersveiligheid komt uitgebreid aan bod.”

www.sftl.be

Van de 490 cursisten die in 2013 een logistieke opleiding startten, hebben 351 cursisten of 71,6 % de opleiding succesvol afgerond. Van de 555 cursisten die in 2013 een opleiding transport (goederen- of personenvervoer) startten, hebben slechts 274 cursisten of 49,4 % de opleiding suc-cesvol afgerond. In 2012 rondden nog 81,9 % van de startende cursisten succesvol een logistieke opleiding af en 65,1 % van de startende cursisten voltooiden een transportopleiding. Hiermee lag in 2013 het slaagpercentage van opleidingen Transport en Logistiek lager dan het slaagpercentage van de sectorgerichte opleidingen bouw en hout (80 %), horeca (91 %) en social profit (77 %). Voor 2014 is een stijging van het slaagpercentage voor opleidingen Transport en Logistiek merkbaar dankzij bijsturingsacties op het vlak van selectie en screening van cursisten.

Aantal opleidingsuren Transport & Logistiek in Limburg

In 2013 organiseerde VDAB in Limburg in eigen beheer of in samenwerking met een erkende partner in totaal 120.201 opleidingsuren Transport & Logistiek, waarvan 67.191 uren logistiekgerelateerde opleidingen en 53.010 uren transportgerelateerde opleidingen. Dit is een stijging van 28,3 % ten opzichte van het totaal aantal opleidingsuren Transport & Logistiek in 2012. Op Vlaams niveau nam het aantal opleidingsuren in diezelfde periode toe met 18 % of 107.841 uren, van 598.919 uren in 2012 naar 706.760 uren in 2013.

Tabel 7: VDAB-opleidingsuren Transport en Logistiek in vergelijking met andere sectoren

Sector Limburg Vlaanderen

2011 2012 2013 2014 2011 2012 2013 2014

Bouw & Hout 160.033 184.639 198.172 169.078 1.464.634 1.428.574 1.315.283 1.271.387

Horeca 41.820 30.866 31.727 40.108 309.685 327.484 312.113 353.201

Logistiek 74.286 43.673 67.191 46.011 275.499 234.826 368.837 385.983

Transport 55.720 49.982 53.010 27.945 360.971 364.093 337.923 310.016

Social profit 1.038.286 1.135.593 1.338.286 1.466.821 4.799.967 5.218.047 5.917.596 6.359.502

Totaal 1.370.145 1.444.752 1.761.785 1.865.246 7.210.756 7.573.025 8.983.194 9.348.268

Bron: VDAB

In vergelijking met 2012 is het aantal opleidingsuren logistiek in 2013 in Limburg met maar liefst 53,9 % of 23.518 uren gestegen. Deze opmerkelijke stijging is vooral te danken aan de oprichting van het opleidingsaanbod logistieke coördinatie en de oprichting van het onderwijskwalificerend opleidingstraject Transport en Logistiek voor werkzoekenden in 2013. De stijging ligt in lijn met de stijging van het aantal opleidingsuren logistiek in Vlaanderen, dat met 57 % steeg.

Het aantal opleidingsuren transport is in 2013 in Limburg met 6 % of 3.028 uren gestegen ten opzichte van 2012. Op Vlaams niveau is het aantal opleidingsuren transport in diezelfde periode met ruim 7 % of 26.170 uren gedaald, van 364.093 uren in 2012 naar 337.923 uren in 2013.

Ook het aantal opleidingsuren voor de sectoren bouw en hout, horeca en social profit nam in 2013, zowel op Limburgs als op Vlaams niveau, toe ten opzichte van 2012.

OPLEIDING -

KENNIS - ARBEIDSMARKT

34 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 35

Page 19: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

SWOT-analyse

In het kader van het Euregionaal arbeidsmarktonderzoek logistiek werd op 21 augustus 2014 een klankbordsessie georganiseerd. Tijdens deze sessie werd in samenwerking met werkgevers en stakeholders uit de logistieke sector in de EMR een SWOT-analyse van de Euregionale logistieke arbeidsmarkt opgesteld.

Uit het Euregionaal arbeidsmarktonderzoek logistiek blijken de vol-gende kenmerken van de logistieke arbeidsmarkt:

- De logistieke sector is sterk internationaal georiënteerd en is uiter-mate conjunctuurgevoelig.

- In de logistieke sector werken veel meer mannen dan vrouwen. Ruim driekwart van de werkenden is man, nog geen kwart is vrouw.

- De logistieke sector is net als andere sectoren behoorlijk vergrijsd. Binnen de logistiek kent met name de beroepsgroep chauffeurs een relatief sterke vergrijzing.

- Binnen de logistieke sector zijn relatief veel lager opgeleiden werk-zaam, terwijl hogere en wetenschappelijke beroepen minder sterk aanwezig zijn.

- Personen werkzaam binnen de logistiek werken relatief vaak voltijds.

- Binnen de logistieke sector werkt veruit het grootste deel van de werkzame personen in de beroepsgroep chauffeurs. Andere beroepsgroepen met een relatief grote omvang zijn magazijnme-dewerker, productieplanner, werkvoorbereider en administratieve beroepen.

- Het opleidingstraject voor vrachtwagenchauffeurs in de EMR stelt hoge eisen, is kostbaar en niet eenvoudig te doorlopen. Dit maakt het lastig om snel te kunnen anticiperen op het aanbod van chauf-feurs bij een toename van de vraag.

- In de logistieke sector wordt veelvuldig gebruik gemaakt van uit-zend- en oproepkrachten. Gegevens over de inzet van flexibele arbeidskrachten, uitzend- en oproepkrachten zijn niet voorhan-den. In het algemeen geldt echter: hoe groter het bedrijf, hoe vaker het een flexibele schil heeft. Bedrijven met meer dan 50 werkne-mers hebben vrijwel allemaal een flexibele schil.

Het project Smart Logistics Limburg is gebaseerd op het ‘Full Regional Innovation System (FRIS)’. Een FRIS is een weblike samenwerkings-verband, gericht op een bepaalde sector van de industrie, in dit geval logistiek, en waarin de volgende bouwstenen voorkomen:

• Eenclustervanuniversitaireen/ofhogeschoolopleidingen;

• Een onderzoekscentrum gekoppeld aan deze opleidingen waarfundamenteel, basis-industrieel en toegepast onderzoek, specifiek gerichtopdesector,verrichtwordt;

• Een ecosysteem dat een ontmoetings-, inspiratie- en vooral eeninteractieplatform biedt aan alle actoren actief in de sector: bedrij-ven en start-ups, overheidsactoren, kennis- en onderzoeksinstel-lingen, opleidingsverstrekkers, afstuderende studenten, onderne-mers,… . Het ecosysteem is een cruciale bouwsteen: het vervult de rol van ‘effective way of moving the best ideas from university labs tothefactoryfloor‘;

• Een specifiek op de sector gerichte valorisatieactor die als takenheeft: onderzoekscontracten en contacten tussen de bedrijven en het onderzoekscentrum stimuleren, acquisities nastreven van bedrijven in de sector, IP beschermen en valoriseren, start-ups genereren,… . Dikwijls is de valorisatieactor verantwoordelijk voor dedagelijksewerkingvanhetecosysteem;

• Eenspecifieksectoraalinvesteringsfonds;

• Eenspecifiekopdesectorgerichteincubatorvoorstart-upbedrij-ven in de sector.

Concreet beoogt het project Smart Logistics Limburg om via bunde-ling van expertise van de betrokken kennisinstellingen een comple-mentair totaalaanbod, iedere kennisinstelling vanuit zijn expertise, van onderzoeksmogelijkheden aan de logistieke bedrijven in Limburg aan te bieden. Op deze manier willen de partners het concurrentiever-mogen van de logistieke sector in Limburg t.o.v. de omliggende regio’s versterken. Verder zal vanuit de bestaande platformwerking van het Logistiek Platform Limburg een ecosysteem worden uitgebouwd.

Afstemming Euregionale arbeids-markt op de specifieke noden van de logistieke sector

Het Logistiek Platform Limburg, actief onder de koepel van POM Limburg, zet niet enkel op provinciaal vlak in op het domein Opleiding - Kennis – Arbeidsmarkt. Samen met de overige partners van het project Euregiolog³ zet POM Limburg ook via tal van acties in op het afstemmen van de Euregionale arbeidsmarkt op de specifieke noden van de logistieke werkgevers om zo het concurrentievermogen van de logistieke sector in de EMR te bevorderen.

Euregionaal arbeidsmarktonderzoek logistiek

De vijf deelregio’s van de EMR hebben elk hun eigen noden, criteria en definities voor de arbeidsmarkt. Daarom onderzocht POM Limburg in samenwerking met de partners VDAB Limburg, Le Forem, UWV divisie Werkbedrijf, de gemeente Sittard Geleen en het Zentrum für Aus- und Weiterbildung des Mittelstandes (ZAWM) Eupen de logis-tieke arbeidsmarkt in de EMR met als doel een eenduidig rapport op te stellen aan de hand van uniforme en vergelijkbare criteria per deelregio.

De Euregio Maas-Rijn telt ongeveer 4.000 logistieke bedrijven die samen goed zijn voor een rechtstreekse tewerkstelling van 60.000 personen. Deze bedrijven zorgen voor 5 % van de totale bruto toe-gevoegde waarde in de EMR, wat overeenkomt met 4,9 miljard euro. Indien daar ook de logistieke activiteiten worden bijgeteld van bedrij-ven die niet actief zijn in de sector ‘Vervoer en opslag’ loopt het aan-tal werknemers met een logistieke functie zelfs op tot 186.000. Dat wil zeggen dat één op negen werknemers in de EMR een functioneel logistiek beroep uitoefent dat direct of indirect gelinkt is aan de logis-tieke sector. Vergeleken met andere sectoren is de arbeidsproductivi-teit in de logistieke sector in de EMR gemiddeld. Dit zijn slechts enkele resultaten van het Euregionaal arbeidsmarktonderzoek logistiek dat mede in opdracht van POM Limburg werd uitgevoerd door het onder-zoeks- en adviesbureau Etil.

Deze cijfers tonen het grote economische belang aan van de logistieke sector, en bij uitbreiding van de logistieke beroepen, voor de Euregio Maas-Rijn. Bovendien beschikt de EMR over een aantal sterke logis-tieke troeven waardoor de sector op het vlak van tewerkstelling een reëel groeipotentieel heeft.

Logistiek Innovatie en Training Centrum

POM Limburg maakt deel uit van de Strategische Adviesraad van het Logistiek Innovatie en Training Centrum (LITC), gelegen op de site van Nike in Laakdal. Deze Adviesraad komt elke drie maanden samen om de voortgang van LITC te bespreken en om de strategische prio-riteiten voor het LITC te bepalen. Het LITC is opgericht door Nike, de hogeschool Thomas Moore en de Katholieke Universiteit Leuven en heeft tot doel om scholieren en studenten te laten kennismaken met innovatie in de logistiek. Verder wil het LITC in samenwerking met externe partners training- en seminarieprogramma’s voor logistieke professionals aanbieden.

Smart Logistics LimburgDe logistieke sector kreeg een prominente plaats in het SALK-plan, dat Limburg op weg moet zetten naar het post-Ford Genk tijdperk. Zo werd 2,5 miljoen euro uitgetrokken voor het SALK-project Smart Logistics Limburg, een samenwerkingsverband tussen het Instituut voor Mobiliteit (IMOB) van de UHasselt, de onderzoeksgroep Logistiek van de UHasselt, de expertisecel Log-IC van de PXL en het Logistiek Platform Limburg.

Om het concurrentievermogen van de logistieke sector in Limburg te versterken, de potentiële groei van de sector strategisch te ondersteu-nen en om Limburg uit te bouwen tot een logistieke kennisregio spe-len kennis en innovatie een sleutelrol. Het doel van het project Smart Logistics Limburg bestaat er enerzijds in om de binnen de participe-rende kennisinstellingen bestaande expertise rond logistiek en trans-port te bundelen door de uitbouw van een virtueel kennisplatform. Anderzijds zullen deze instellingen een structurele en intensieve wetenschappelijk technologische ondersteuning bieden aan logis-tieke bedrijven. Beide pijlers moeten een essentiële bijdrage leveren aan de regionale innovatie en kennisuitwisseling.

Prof. dr. An Caris, hoofd onderzoeksgroep Logistiek: “De Universiteit Hasselt engageert zich in het project als kennispartner op vlak van innovatie in de logistiek. Zowel de onderzoeksgroep Logistiek van de faculteit Bedrijfseconomische wetenschappen als het Instituut voor mobiliteit (IMOB) participeren in deze samenwerking. De onderzoeks-groep Logistiek heeft een jarenlange ervaring in het ondersteunen van bedrijfskundige problemen in de distributielogistiek.”

“Het instituut IMOB zet al meer dan 10 jaar in op het creëren van duur-zame oplossingen voor problemen binnen de domeinen transport en verkeersveiligheid. Samen met de PXL en POM Limburg wil de UHasselt via Smart Logistics Limburg bijdragen aan de uitbouw van een innove-rende economie in Limburg en de Euregio”, aldus prof. dr. Geert Wets, directeur IMOB.

OPLEIDING -

KENNIS - ARBEIDSMARKT

36 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 37

Page 20: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

De sterkten van de EMR op logistiek vlak betreffen vooral de geogra-fische ligging. De zwakten zijn vooral te wijten aan de hinderende grenzen en verschillen binnen de EMR. De kansen voor de EMR op logistiek vlak komen voort uit het economisch herstel met een toe-nemende vraag naar een hogere kwaliteit in de gehele supply chain terwijl de bedreigingen vooral samenhangen met de internationale volatiliteit, prijsdruk en toenemende kwalitatieve en kwantitatieve mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.

De aanbevelingen om van de EMR een topregio voor supply chain management te maken, richten zich op het gezamenlijk belang van de logistieke bedrijven in de EMR om op deze bedreigingen adequaat te reageren door een verbreding of een upgrading van de logistieke activiteiten naar de dienstverlening in de gehele supply chain te rea-liseren. Samenwerking, vertrouwen en openheid tussen bedrijven en opleidingsinstituten zijn cruciaal om onder andere een flexibele pool van werknemers in de EMR, het verhogen van het opleidingsni-veau, het implementeren van innovaties, het communiceren van het juiste beroepsperspectief evenals het over de grenzen erkennen van attesten, getuigschriften en diploma’s te realiseren. Tot slot dienen de bevoegde overheden de barrières die grensoverschrijdende arbeids-mobiliteit hinderen weg te werken.

Het volledige rapport van het Euregionaal arbeidsmarktonder-zoek logistiek kan u raadplegen via www.logistiekinlimburg.be (Publicaties).

Euregionale Dag van de Logistiek

362 leerlingen en 40 leerkrachten uit 14 middelbare scholen en 2 opleidingsverstrekkers brachten op donderdag 25 september 2014 een bezoek aan een logistiek bedrijf in de Euregio Maas-Rijn. Deze Euregionale Dag van de Logistiek is een organisatie van de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Limburg, i.s.m. verschillende partners uit Nederlands-Limburg, de regio Aken, de provincie Luik en de Duitstalige Gemeenschap.

Via bedrijfsbezoeken aan vooraanstaande logistieke spelers in de Euregio Maas-Rijn willen de initiatiefnemers deze jongeren op een actieve manier laten kennismaken met de mogelijkheden die de sec-tor biedt, ook buiten onze provincie- en landsgrenzen. Voor de deel-nemende bedrijven is het een unieke gelegenheid om hun werking kenbaar te maken aan toekomstige kandidaat-werknemers.”

De volgende bedrijven zetten tijdens de Euregionale Dag van de Logistiek hun logistieke activiteiten in de kijker voor het onderwijs: H.Essers, Nike, Dachser, Chaudfontaine, Liège Airport, Mitsubishi Motors Europe, Berner Produkten, Meulenberg Transport, Container Terminal Stein, Rail Terminal Chemelot en Rogister. Samen ontvin-gen deze bedrijven tijdens de Euregionale Dag van de Logistiek 362 leerlingen en 40 leerkrachten. Alle deelnemende leerlingen volgen een logistieke opleiding zoals de module logistiek binnen het 5e en 6e jaar Kantoor en Verkoop (BSO), logistiek binnen het 5e en 6e jaar Handel (TSO), het 7e specialisatiejaar Logistiek (BSO), de leer-tijd magazijnmedewerker en de Se-n-Se opleiding Internationaal Transport & Logistiek.

Sterkten

Algemeen:

- Veel vormen van samenwerking op terrein van regionale econo-mie en arbeidsmarkt

- Gunstige ligging in “blauwe banaan”- Talenkennis: spreken van Frans, Duits, Nederlands en Engels - Grote arbeidsreserve (met name laaggeschoolde

arbeidskrachten)- Multimodaliteit in transport en verbindingen

Sectorspecifiek:

- Aanwezigheid in de regio van belangrijke logistieke clusters (arbeidsintensieve sector, mogelijkheden voor laagopgeleiden)

- Het belang van de logistieke sector in de EMR is groot: in 2011 had één op de negen werkzame personen in de EMR een functi-oneel logistiek beroep

- Veel logistieke kennis en ervaring in regio aanwezig- Goede mix aan (logistieke) bedrijven- Voldoende ruimte op bestaande bedrijfsterreinen en voldoende

ruimte om nieuwe bedrijventerreinen te creëren- Groter dan gemiddelde arbeidsproductiviteit in de logistieke

sector t.o.v. andere sectoren- Ruim en kwalitatief goed aanbod van opleidingen

Kansen

Algemeen:

- Economisch herstel- Sense of urgency (veel aandacht voor regionale economie en

arbeidsmarkt bij actief opererende stakeholders)- Steeds groter bewustzijn en focus op milieu, duurzaamheid en

MVO- Toenemende aandacht voor regiomarketing in de Euregio

Maas-Rijn- Hogere kwaliteits- en opleidingseisen door de hele supply chain- Hogere eisen aan voorgaande schakels door eindproducent

Sectorspecifiek:

- Regio staat bekend om kwaliteit regiolabel!- Project Euregiolog³- Internationalisering in de sector- Innovatie en verschuiving van logistiek naar supply chain

management- Meer toegevoegde waarde wordt gevraagd: VAS/VAL- Aanpassen aan en inspelen op volatiele economische ontwikke-

ling via flexibele arbeidscontracten wordt steeds meer gebruik/normaal.

Zwakten

Algemeen

- Hoge leeftijd (werkzame) beroepsbevolking- Hinderende grenzen en verschillen tussen NL, BE en DU:

•Taal-encultuurverschillen•Verschilleninloonkostenenarbeidsvoorwaardenvoorvaste

en flexibele contracten•Verschillende regelgeving (m.b.t. fiscaliteit, uitzendarbeid,

belastingen, enz.)

Sectorspecifiek:

- Verschillend niveau opleidingen en certificaten- Erkenning diploma’s in de drie landen- Imago van de sector- Relatief sterke vergrijzing (met name in chauffeursberoep)- Relatiefveelkleinebedrijven;beperktaantalgrotebedrijven

Bedreigingen

Algemeen:

- Grilligheid en volatiliteit economie- Beperkende maatregelen m.b.t. grenspendel, arbeidsmigratie,

kennismigratie- Bedrijven zijn steeds meer footloose concurrentie buiten-

land/outsourcing werkgelegenheid (hoewel ook weer omge-keerde beweging zichtbaar is)

- Afhankelijkheid van enkele grote bedrijven (sluiting grote gevolgen voor (in)directe werkgelegenheid in regio)

- Uitstroom van babyboomers betekent weglekken van kennis en ervaring

- Nieuwe trends, zoals bijvoorbeeld 3D-printing kan tot min-der vervoer tussen bedrijven leiden (en meer vervoer binnen bedrijf)

Sectorspecifiek:

- Internationalisering in de sector- Sterke en toenemende concurrentie op prijs (hoge olieprijs,

goedkope werknemers van buiten EMR)- Toenemende congestie- Toenemende kwalitatieve mismatch tussen vraag en aan-

bod in de logistieke sector door toenemende complexiteit en automatisering

- Spanning hogere kwaliteitseisen en kostenbeheersing

SWOT-analyse van de logistieke arbeidsmarkt in de Euregio Maas-Rijn

OPLEIDING -

KENNIS - ARBEIDSMARKT

38 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 39

Page 21: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

BUNDELEN GOEDERENSTROMEN/MODAL SHIFT

MODAL SHIFT

40 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 41

InleidingHet Europese Witboek Transport 2011 benadrukt het belang

van duurzame logistiek. Men heeft het over decarbonisering

(doorbreken van de afhankelijkheid van olie), reduceren van

CO2-emissies, het verminderen van congestie en geluidsover-

last, maar ook over het optimaliseren van multimodale logis-

tieke ketens door effi ciënter gebruik te maken van bestaande

infrastructuur.

Eén van de manieren om de beoogde optimalisatie van logis-

tieke ketens te realiseren is door goederenstromen zoveel

mogelijk te bundelen en/of modal shift te bewerkstelligen.

Vanuit Limburg lijkt het in deze context aangewezen om in eer-

ste instantie te focussen op de belangrijkste verbindingsas met

Antwerpen, de E313. Deze autosnelweg is immers de hoofdver-

keersader voor het Economisch Netwerk Albertkanaal (ENA)

en zorgt voor een rechtstreekse verbinding van de haven van

Antwerpen met het Duitse Ruhrgebied.

De E313 kent echter al jaren structurele fi les in beide rijrich-

tingen zowel tijdens de ochtend- als tijdens de avondspits. In

lijn met de evolutie op de rest van het hoofdwegennet kunnen

we vermoeden dat er over de komende jaren nog een gestage

toename van het verkeer op deze as zal plaatsvinden. Hierbij

moet ook rekening worden gehouden met de meer dan even-

redige toename van het internationaal vrachtverkeer in tran-

sit- en haventrafi eken, alsook met de verdere ontwikkeling

van het ENA dat dit effect nog zal versterken.

Modal shift van wegvervoer naar binnenvaartOmdat de problematiek inzake congestie en beladingsgraad het meest acuut is op de as Antwerpen – Limburg en omdat het Albertkanaal als een waardig alternatief voor de E313 kan worden beschouwd, zet POM Limburg sterk in op de modale verschuiving van wegvervoer naar binnenvaart op dit kanaal.

Indien grote vrachtvolumes, die nu in beide richtingen vervoerd worden over de E313, kunnen worden getransfereerd naar de binnenvaart, dan zou dit een zeer positief effect hebben op de congestie , zowel op de E313 zelf als op de Antwerpse ring. De gemid-delde beladingsgraad van zowel vrachtwagens als binnenvaartsche-pen op deze as zou hierdoor ook positief kunnen evolueren.

Vanuit de basisgedachte rond een modale verschuiving van wegver-voer naar binnenvaart werd, in samenwerking met de Kamer van Koophandel Nederland en het European Logistics Center (ELC) uit Nederlands Limburg, het Impactproject “Grensoverschrijdende bundeling van goederenstromen in de extended gateway Antwerpen/Rotterdam-Limburg (BE+NL) met focus op binnenvaart” opgestart. Het impactproject kadert binnen het project Grenzeloze Logistiek dat wordt uitgevoerd binnen het programma Interreg IV-A Grensregio Vlaanderen-Nederland. De ingeschreven actielijn en doelstelling van dit project luidt als volgt:

“Het optimaliseren van de goederenstromen tussen de Mainports Antwerpen/Rotterdam en de verladers/binnenvaartterminals in de grensregio Belgisch en Nederlands Limburg, met als doel een duur-zame afhandeling van de goederenstromen door kansrijke oplossin-gen te creëren via het uitvoeren van pilots tussen verladers en bin-nenvaartterminals of tussen verladers onderling.”

Voor de begeleiding en ondersteuning van het project werd er een comité van deskundigen opgericht. Dit comité bestaat aan Belgische zijde uit vertegenwoordigers van nv De Scheepvaart, het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, MOW Vlaanderen en de Universiteit Antwerpen. Aan Nederlandse zijde zijn ELC Limburg, Dinalog, Erasmus Port Rotterdam en de Provincie Nederlands Limburg vertegenwoordigd.

Omschrijving van het Impactproject

Het impactproject bij Grenzeloze Logistiek bestaat uit 2 fases. Een eerste fase bestaat uit een vooronderzoek door een extern advies-bureau waarbij de opdrachtnemer de goederenstromen tussen de mainports Antwerpen/Rotterdam en Belgisch/Nederlands Limburg in kaart brengt (Deskresearch). Uit dit onderzoek wordt een aantal potentieel kansrijke en concrete cases/concepten voor bundeling en modal shift naar binnenvaart gedefi nieerd (Fieldresearch).

In een tweede fase worden de meest kansrijke cases uit de open call en het vooronderzoek door het comité van deskundigen geselecteerd op basis van vooraf afgesproken en gecommuniceerde criteria. Deze cases worden aansluitend door onafhankelijke experten uitgewerkt in 10 afzonderlijke pilootprojecten (5 BE + 5 NL). De opdracht van de aangewezen experten is drieledig:

1. Uitvoering van een gedetailleerde analyse aangaande het reële potentieel van de betrokken bedrijven i.v.m. bundeling en modal shift van wegvervoer naar binnenvaart.

2. Ontwikkeling van een concept dat de operationele en commerciële noden (requirements) van de bedrijven zoveel mogelijk koppelt aan de commerciële en operationele mogelijkheden van de Limburgse terminals.

3. Opmaak van een implementatieplan dat de betrokken partijen de mogelijkheid geeft om snel en effi ciënt tot een realisatie van bunde-ling/modal shift over te gaan.

Resultaten van de eerste fase

Het vooronderzoek van het Impactproject werd in februari 2014 uitbesteed aan het adviesbureau Phidan met de afdeling MOBI van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en AA-Planadvies (NL) als onderaannemers.

In het kader van het deskresearch-gedeelte heeft VUB-MOBI de hui-dige containerstromen tussen de mainports Antwerpen/Rotterdam en Belgisch/Nederlands Limburg in kaart gebracht en werd het theoretisch potentieel voor een bundeling / modal shift van wegver-voer naar binnenvaart voor de bedrijven in beide Limburgen (BE + NL) bepaald.

Uit deze analyse blijkt dat er vandaag nog steeds grote containervo-lumes over de weg worden getransporteerd richting de mainports en dat er m.a.w. veel potentieel voor modal shift aanwezig is. Om de precieze omvang van dit theoretische potentieel te bepalen werd er een kostentechnische vergelijking gemaakt tussen wegvervoer en binnenvaart rekening houdende met de afstanden tot de havens en de binnenvaartterminals.

Voor bedrijven die gelegen zijn binnen een straal van 30 km van een binnenvaartterminal blijkt dat een modale verschuiving naar bin-nenvaart, service- en kostentechnisch zeer interessant kan zijn. Dit kostenvoordeel neemt toe als de betrokken terminals ook een depot-functie voor lege containers vervullen (zodat de lege containers niet terug naar de zeehavens moeten worden vervoerd maar kunnen wor-den afgezet op de binnenvaartterminal). Ook een kilometerheffi ng zou de competitiviteit van het binnenschip tegenover de vrachtwagen – en dus de mogelijke actieradius van de inland terminals – gevoelig uitbreiden.

Page 22: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

In het kader van de aansluitende ‘field research’ werd er bij enkele honderden bedrijven in Belgisch en Nederlands Limburg gepolst of het individuele potentieel voor modal shift, zoals bleek uit de theore-tische desk research, ook daadwerkelijk bestond.

Parallel hiermee hebben POM Limburg en KvK Nederland een ‘open call’ gericht naar bedrijven met de vraag of zij hun potentieel voor een modale verschuiving naar binnenvaart willen laten onderzoeken door een onafhankelijke expert. Deze call bestond uit een ruim opgevatte e-mailing en werd herhaald via nieuwsbrieven en een seminarie.

De geïnteresseerde bedrijven werden uitgenodigd voor een indivi-dueel diepte-interview waarbij de relevante containerstromen en de opportuniteiten voor modal shift in kaart werden gebracht. De verza-melde informatie werd hierna samengevat in afzonderlijke logistieke foto’s voor elk betrokken bedrijf.

Voor Belgisch Limburg werden er in deze fase 15 logistieke foto’s opge-leverd die tezamen een containervolume vertegenwoordigen van maar liefst 30.000 TEU/jaar dat vandaag over de weg wordt vervoerd.

Voor Nederlands Limburg bleek dit een veel moeilijkere opgave. Het feit dat de verladers in deze provincie in het verleden al intensief benaderd werden door de containerterminals, met de nodige concur-rentie tot gevolg, is hier zeker niet vreemd aan.

Potentiële Savings Pilootprojecten - Grenzeloze LogistiekBose - H.Essers - Konings - Punch Powertrain - Scania Parts Logistics

Totaal Aantal TEUPotentiële

kostenbesparingPotentiële CO2 besparing Potentiële file reductie

TOTAAL Potentieel 13.000 € 400.000 1630 ton 120 km/jaar

Een promotiefilm over het Impactproject bij Grenzeloze Logistiek kan u vinden op www.logistiekinlimburg.be.

“Scania Parts Logistics test binnenschip uit”

Scania Parts Logistics in Opglabbeek is één van de Belgische bedrijven bij wie een pilootproject wordt uigevoerd. “Wij hebben ons potentieel voor een modal shift laten onderzoeken door een extern expert en de resultaten die daaruit naar voor kwamen op het gebied van kostprijsreductie, waren meer dan aantrekkelijk genoeg om de waterweg ook effectief te gaan uittesten”, zegt logis-tiek verantwoordelijke Ward De Leger.

Het centraal platform voor de wereldwijde distributie van onderde-len van de Zweedse vrachtwagenbouwer zet in eerste instantie zijn flow richting Brazilië op het binnenschip. Die flow is met zijn zes à zeven high-cube veertigvoeters per week de belangrijkste in het overseas gebeuren van het bedrijf (dat in totaal betrekking heeft op een 25-tal van die laadkisten op weekbasis en vrijwel volledig via Antwerpen loopt). De containers met bestemming Brazilië gingen tot voor kort allemaal over de weg richting Antwerpen voor verscheping naar Zuid-Amerika (de hele reis neemt drie à vier weken in beslag). Sinds november 2014 wordt de truck enkel nog ingeschakeld voor het voortransport naar de containerterminal van Meerhout aan het Albertkanaal. Van daaruit worden de con-tainers met Scania-onderdelen wekelijks in één beweging per bin-nenschip naar de maritieme terminal in Antwerpen doorgevoerd.

Voor Scania Parts Logistics gaat het om een primeur. “We heb-ben de waterweg wel al gebruikt voor inkomende lading, maar dat gebeurt slechts sporadisch. Outbound is dat enkel het geval geweest in het raam van de opstart van een nieuw magazijn in Singapore. Die zendingen waren veel minder tijdkritisch. Dat we voor trafieken zoals de wekelijkse replenishment van ons maga-zijn in Brazilië het binnenschip eerder nog niet gebruikten, is voor een deel te verklaren door het feit dat we heel sterk op lead times en service focussen. Met deze proef willen we weten of een struc-turele shift voor bepaalde goederenstromen haalbaar is of wat de juiste mix kan zijn tussen wegvervoer en binnenvaart”, aldus De Leger.

De test zal moeten uitwijzen of de in het vooruitzicht gestelde kostenvermindering voor het transport ook waargemaakt kan worden. Die besparing is op papier niet gering: “Indien we al onze overzeese transporten op het binnenschip zouden zetten, zouden de besparingen zeker interessant kunnen zijn. Bovendien zouden we per container tussen 40 en 50 procent minder CO2 uitstoten”, geeft hij nog aan.

Als de proef positief uitdraait, zal Scania Parts Logistics in een vol-gende fase ook bekijken hoe zijn interne processen in functie van de nieuwe manier van werken geoptimaliseerd kunnen worden.

Congestievermijdend shuttle-concept

Om bij te dragen aan de verhelping van de congestieproblematiek op de E313 gaf POM Limburg de opdracht aan het Vlaams Instituut voor Mobiliteit (VIM) om een Masterplan uit te werken voor een congestie-verminderend shuttle-concept. Dit concept diende gebaseerd te zijn op de idee om een gemeenschappelijke trailerparking voor Limburgse transporteurs in te richten ergens op de as Limburg-Antwerpen.

Resultaten van de tweede fase

In deze fase werden de 10 meest overtuigende logistieke foto’s gese-lecteerd voor uitwerking tot pilootproject. Voor elk van deze piloot-projecten werd een ervaren expert aangeduid die een operationeel concept ontwikkelde op basis van een doorgedreven analyse van de goederenstromen van de betrokken bedrijven. Uiteindelijk zal aan deze bedrijven een implementatieplan worden overhandigd waarin alle elementen vervat zitten die hen moeten toelaten om een effectieve modale verschuiving van wegvervoer naar binnenvaart te realiseren.

De cases voor Belgisch Limburg zijn H. Essers (Genk), Konings (Zonhoven), BOSE (Tongeren), Punch Powertrain (Sint-Truiden) en Scania Parts Logistics (Opglabbeek). Bij al deze bedrijven werd er een belangrijke potentiële kostenbesparing en een aanzienlijke reductie van de CO2-uitstoot geïdentificeerd in geval van overstap naar de bin-nenvaart. In onderstaand overzicht kan u de potentiële kostenbespa-ring, CO2- en filereductie terugvinden.

Bundelen Goederenstromen/

modal shift

42 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 43

Page 23: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

Met dit Masterplan beoogt POM Limburg niet enkel de verminde-ring van de congestie op de E313, maar ook de optimalisering van het gebruik van deze autosnelweg en de optimalisatie van het gebruik van personeel en materieel door de Limburgse vrachtvervoerders. Door het gebruik van een gezamenlijke trailerparking wordt boven-dien de CO2-uitstoot van de betrokken vervoerders gereduceerd en kunnen chauffeurs meer ritten uitvoeren waardoor het hoofd wordt geboden aan de krapte op de arbeidsmarkt voor het knelpuntbe-roep van chauffeur. Uiteindelijk wordt de concurrentiekracht van de Limburgse transporteurs hierdoor groter.

Gemeenschappelijke trailerparkings of ontkoppelingspunten zijn gezamenlijke, voorbehouden, al dan niet beveiligde parkings buiten het congestiegebied. Chauffeurs kunnen bij aankomst op dit ontkop-pelingspunt hun trailer afzetten op de gereserveerde parkeerplaats om dan terug te keren via het filevrije stuk van het traject om een vol-gende lading op te halen die weeral filevrij naar de gemeenschappe-lijke trailerparking kan worden gebracht.

Wanneer de structurele congestie verdwenen is, kan de trailer weer worden aangekoppeld ofwel door dezelfde ofwel door een andere chauffeur om het verdere (inmiddels filevrije) deel van het traject af te leggen. Tijdens de daluren kunnen de retourladingen vanuit het con-gestiegebied ook naar de trailerparking worden gebracht, van waar-uit ze gedurende de dag filevrij naar de eindbestemming getranspor-teerd kunnen worden.

Gemeenschappelijke trailerparkings kunnen desgevallend worden voorzien van faciliteiten voor chauffeurs en andere ondersteunende diensten zoals onderhoud of herstellingen. Voor de uitbating van deze parkings kan tevens worden bekeken of een samenwerking mogelijk is met actoren uit de sociale economie.

Voorts wordt binnen deze studie bekeken of en hoe dit congestie-ver-minderend shuttle-concept als basis kan dienen voor een business case voor het opstarten van een proeftraject voor LZV’s/Eco-combis op de E313 tussen Antwerpen en Limburg.

Verloop van de studie

De opdracht werd door het VIM opgesplitst in volgende werkpakketten:

- Een marktbevraging bij een ruime vertegenwoordiging van trans-portbedrijven uit de regio

- Een high-level (maatschappelijke) kosten-baten analyse voor een aantal basisscenario’s

- Een marktonderzoek naar beschikbare terreinen - Beschrijving van de features van het concept: bewaking, de juridi-

sche implicaties, mogelijke opvolgingstools , aansluiting met soort-gelijke congestie minderende initiatieven

- Ontwikkeling van een kostenmodel voor het ontkoppelingspunt- Toepassing van het kostenmodel op drie geschikte locaties - Onderzoek naar opportuniteiten voor LZV’s gebaseerd op het con-

cept/business model

De resultaten van het project werden opgenomen in een uitgebreid studierapport en de belangrijkste conclusies, generieke informatie en tools werden gesublimeerd in een Masterplan. Dit Masterplan biedt een wetenschappelijk en economisch onderbouwd kader waarmee bedrijven, mogelijk binnen een samenwerkingsverband, de voor- en nadelen van het gebruik van gemeenschappelijke trailerparkings kunnen toetsen aan hun eigen business model en kunnen overgaan tot implementatie van het concept.

Resultaten van de studie

Marktbevraging bij de transportbedrijven uit de regio

Uit de bevraging van 23 transportbedrijven uit Limburg en de Antwerpse Kempen blijkt dat er veel interesse is in het concept van de gemeenschappelijke trailerparking. De meerderheid van de bevraagde bedrijven wil zelfs structureel gebruik maken van de par-king en het integraal deel laten uitmaken van hun rittenplanning.

Een belangrijke reden hiervoor zijn de huidige verliesuren die de betrokken bedrijven oplopen op de E313 en R1 omwille van de och-tend- en avondspitsen. Door het vermijden van de spits zouden deze bedrijven individueel naar schatting 288,5 verliesuren per jaar kun-nen besparen.

Het uit te werken concept kan bijgevolg een grote meerwaarde betekenen.

Voor de realisatie van de trailerparking werden er een aantal voorkeu-ren uitgesproken door de verschillende bedrijven:

1. De meerderheid geeft een voorkeur voor een locatie in de zone van de Haven van Antwerpen en meer specifiek op de rechteroever van de Schelde.

2. De trailerparking dient goed beveiligd te zijn.

3. De kostprijs voor het gebruik en beheer dient zo laag mogelijk te zijn. Een beperking van faciliteiten en dienstverlening op de trai-lerparking kan hiertoe bijdragen.

Kosten baten analyse

Volgend op de marktbevraging werd er een high-level analyse uitge-voerd van vijf verschillende scenario’s met/zonder gemeenschappe-lijke trailerparking. Vanuit het standpunt van het individuele trans-portbedrijf, werd berekend welke set-up het meeste toegevoegde waarde levert. Hierbij werd de vergelijking gemaakt tussen tijdswinst, tijdsverlies en besparingen op brandstof.

De volgende mogelijke scenario’s werden geanalyseerd:

- Scenario 0: Het nulscenario zonder gemeenschappelijke trailer-parking tussen Limburg en de Haven van Antwerpen

- Scenario 1: Eén gemeenschappelijke trailerparking buiten con-gestiegevoelig gebied stroomopwaarts van afrit 20 Herentals-West op de E313.

- Scenario 2: Eén gemeenschappelijke trailerparking binnen con-gestiegevoelig gebied op de E313 tussen Antwerpen-Oost en afrit 20 Herentals-West.

- Scenario 3: Eén gemeenschappelijke trailerparking in de Antwerpse haven, voorbij de congestiegevoelige zone.

- Scenario 4: Twee ontkoppelpunten waarbij deze worden gepo-sitioneerd voor en na het congestiegevoelig gebied en waarbij elk transport gebruik maakt van beide punten. Er wordt met andere woorden tweemaal ontkoppeld.

Bundelen Goederenstromen/

modal shift

44 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 45

Page 24: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

sluiting, afstand hoofdwegennet, oppervlakte, etc.) leidde tot een shortlist van locaties die een hoog potentieel boden. De hoogste scores werden behaald door verharde terreinen op de rechterschel-deoever van de haven van Antwerpen, waar reeds (een deel van) de nodige infrastructuur aanwezig is, die aan een marktconforme prijs te huur aangeboden worden en die in de onmiddellijke omgeving van het hoofdwegennet liggen.

Kostenmodel

De kosten van de gemeenschappelijk trailerparking werden in kaart gebracht via een algemeen kostenmodel per laadeenheid. In het ontwikkelde model werd rekening gehouden met de volgende parameters:

- De grootte van het terrein - De efficiëntie van de inrichting- De aangeboden faciliteiten- Het type verharding- Het type bewaking- Het gebruikte model voor de operationele opvolging

Op basis van deze parameters kan de netto kostprijs per maand per vaste plaats of de netto kostprijs per gebruik berekend worden voor elke locatie.

In het kader van deze opdracht werden er drie locaties met een hoog potentieel geselecteerd voor een doorberekening. Voor elke locatie werden drie scenario’s doorgerekend waarbij er onderscheid werd gemaakt tussen het niveau van beveiliging, IT ondersteuning en het aantal aangeboden diensten.

Uit deze voorbeeldcases werd duidelijk dat de eenheidskost per par-keerplaats per maand sterk kan variëren, afhankelijk van de huur-prijs, de inrichting van het terrein en de geselecteerde diensten, bewaking en het gewenste ondersteuningsniveau.

Onnodige kosten vermijden

Roel Smets: voorzitter VVL-Febetra (Vereniging van Limburgse Vrachtvervoerders):

“Het initatief van POM Limburg om dit onderzoek bij het Vlaams instituut voor de Mobiliteit (VIM) te bestellen is zeer lovenswaardig. Het is immers bekend dat de tarieven en de marges in de transportsec-tor heel erg onder druk staan. Door de congestie op de E313 ontstaan voor heel wat transporteurs extra verliesuren en bijkomende kosten, die niet altijd kunnen worden verhaald op onze opdrachtgevers.

Door een horizontale samenwerking tussen de Limburgse vervoer-ders in het kader van een gemeenschappelijke trailerparking in het Antwerpse havengebied kan er aan efficiëntie worden gewonnen en kunnen er onnodige kosten worden vermeden. Op die manier kan de concurrentiekracht van onze bedrijven worden versterkt. VVL-Febetra verleent dan ook graag zijn medewerking aan dit initiatief en wij hopen dat dit concept op relatief korte tijd ook daadwerkelijk kan worden geïmplementeerd.

Gebruik LZV in combinatie met gedeelde trailerparking

In dit onderdeel van de studie werd onderzocht of de inplanting van een gemeenschappelijke trailerparking kansen biedt voor het inzetten van Langere en Zwaardere Voertuigen (LZV’s), ook wel Eco-combi’s genaamd. In het onderzoek werden eerst de verschillende variaties waarbij de mogelijkheden om LZV’s te koppelen aan dit con-cept verkend. Vervolgens werden de directe kosten van de verschil-lende scenario’s vergeleken met de directe kosten van het gebruik van gewone vrachtwagens zonder een gedeelde parking voor opleggers, om zo de economische uitvoerbaarheid van het concept te bepalen. Tenslotte werd de impact van het concept op de externe transportkos-ten onderzocht, om de brede maatschappelijke impact vast te stellen.

De onderzochte scenario’s kunnen als volgt worden omschreven:

• Nulscenario: Geen ontkoppelingspunt(en) en transport met klas-sieke vrachtwagens.

• Scenario 1: ontkoppelingspunt buiten het congestiegevoelig gebied langs de E313. In dit scenario wordt één ontkoppelingspunt geplaatst buiten de congestiegevoelige zone langs de E313.

• Scenario 2: ontkoppelingspunt in het havengebied. In dit scenario wordt één ontkoppelingspunt geplaatst in het Antwerpse haven-gebied, waarbij tussen dit ontkoppelingspunt en een bedrijf in het Limburgse hinterland een LZV traject wordt opgestart over de E313.

• Scenario 3: twee ontkoppelingspunten. In dit scenario wordt een LZV traject voorzien tussen twee ontkoppelingspunten, één in het havengebied en één buiten het congestiegevoelig gebied langs E313.

• Scenario 0B: geen ontkoppelingspunten. Dit scenario bekijkt het potentieel van een rechtstreeks LZV-traject tussen een bedrijf in het Limburgse hinterland en een locatie in het Antwerpse havengebied

Op basis van de simulaties kan besloten worden dat bepaalde LZV shuttle concepten gecombineerd met ontkoppelingspunten poten-tieel vertonen voor kostenbesparingen. Het scenario met ontkoppe-lingspunt in de haven blijkt steeds interessanter dan het scenario met ontkoppelingspunt buiten het congestiegevoelig gebied. Het scenario met rechtstreeks LZV transport (zonder ontkoppelingspunten) blijkt evenwel altijd interessanter dan het scenario met ontkoppelpunt bui-ten het congestiegevoelig gebied en bijna altijd interessanter dan het scenario met ontkoppelpunt in haven. Het scenario met twee ontkop-pelingspunten blijkt, op basis van sensitiviteitsanalyse, enkel in het meest optimale geval net rendabel.

De resultaten van de high-level kosten-baten analyse tonen aan dat een scenario met een gemeenschappelijke trailerparking in de haven ietsje gunstiger is dan het huidige organisatiemodel zonder gemeen-schappelijke trailerparking.

Naast deze economische analyse werden de vijf scenario’s ook beoor-deeld op de maatschappelijke kosten en baten die elk model met zich meebrengt. Door internalisering van externe kosten zoals geluid, veiligheid, uitstoot gevaarlijke stoffen en effecten op andere wegge-bruikers te kwantificeren, werd vastgesteld dat alle scenario’s waar-bij gemeenschappelijke trailerparkings worden gebruikt, positieve maatschappelijke effecten genereren. Dit komt hoofdzakelijk door de vermeden externe kosten die worden veroorzaakt door de congestie.

Algemene conclusies van de high-level (maatschappelijke) kosten-ba-ten analyse zijn:

1. Een gemeenschappelijke trailerparking in de Antwerpse haven heeft de grootste kans op slagen. Andere scenario’s waarbij de winst in dieselkost niet opweegt tegenover het tijdsverlies zullen elders winsten moeten vertonen om aantrekkelijk te zijn.

2. Hoe dichter de trailerparking bij de haven van Antwerpen ligt, hoe positiever de effecten zijn. Enkel indien de trailerparking in de con-gestiegevoelige zone zelf ligt, wordt de balans negatief.

3. Dubbel gebruik van trailerparkings – elke vracht wordt dus twee-maal ontkoppeld – in zowat alle gevallen nadeliger is dan het nulscenario.

4. De bijkomende voordelen zoals stiptheid, grotere betrouwbaarheid en het vermijden van incidentele congestie kunnen de business case versterken.

Keuze van het terrein

Op basis van de input van de markt en van de high-level analyses werd een marktpeiling uitgevoerd waarbij geschikte en op dat ogen-blik beschikbare terreinen werden opgelijst. Een objectieve scoring van deze terreinen op basis van verschillende parameters (bv. ont-

Scenario 3:

Bundelen Goederenstromen/

modal shift

46 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 47

Page 25: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

CityDepot duurzaam, innovatief en creatief!

CityDepot is het eerste echte platform dat het bestaande logistieke systeem op stedelijk niveau op een slimme manier optimaliseert. Haar missie is het dusdanig interfacen van bestaande en toekomstige stedelijke logistieke activiteiten, dat bestaande infrastructuur en middelen uitdrukkelijk effi -ciënter kunnen worden ingezet. Het doel is het genereren van fi nanciële, ecologische en sociale winsten voor alle betrokken stakeholders.

CityDepot zet daarmee in op de regie van stedelijke goederen-stromen via een aanbod van diensten voor handelaars, bedrij-ven, vervoerders en steden met een uitdrukkelijke focus op meerwaardecreatie. Dit gebeurt bovendien vanuit een netwerk van verschillende stedelijke depots.

Concrete ambities:

• in de stadsrand een logistiek ontkoppelingspunt zijn voortransporteurs, van waaruit gebundelde en duurzame stede-lijkebeleveringwordtgeorganiseerd(lastmile);

• belevering koppelen aan retour met focus op het staduit-waarts bundelen van zendingen en andere stromen (fi rst mile);

• zowelindebeleveringalsinderetourfocusopmeerwaarde-creatie (snel, avond, weekend, buitenmaat, swap, installatie, herstelling, administratie, …)

• de retailer/ondernemer in de binnenstad een dienstverle-ning bieden die hem van zorgen verlost en professionaliseert op het vlak van omnichannel verkoop, en dat handsfree shoppen faciliteert, gekoppeld aan juiste e-logistics-dien-sten,uitleverings-enverzenddiensten;

• eennetwerkvanstedelijkedepotscreërenopzokortmoge-lijketermijn;

• opzetten van interstedelijke logistieke diensten op hetvlak van stockmanagement en uitlevering binnen strakke tijdsvensters.

CityDepot is sinds eind 2011 operationeel in Hasselt. De afge-lopen drie jaar heeft ze haar uniek model getest en verfi jnd om te komen tot een onderbouwd en inspirerend businessmodel. CityDepot is voorloper, uniek in haar aanpak en slaagt erin om zich als referentie in de markt te positioneren. Sinds september 2014 is CityDepot ook operationeel in Brussel.

Vanuit haar thuisbasis in Hasselt zet CityDepot in op een ste-vig groeitraject gespreid over 2015 en 2016. In 2015 moet de Limburgse basis verder worden versterkt, maar wordt tege-lijkertijd uitgebreid buiten de eigen provincie. Eind 2016 wil CityDepot actief zijn in minimaal 12 steden in België. Binnen de 5 jaar wordt in de afwikkeling van de last mile gemikt op een behandeling van 1 miljoen pallets en 5 miljoen colli per jaar. Voor de fi nanciering van haar groei loopt een intense dialoog met diverse potentiële investeerders die moet landen in een substantiële fi nanciële injectie eind 2014/begin 2015.

Momenteel stelt CityDepot een 15-tal mensen tewerk, zowel rechtstreeks als onrechtstreeks. Haar uitbreidingsplannen in Limburg omvatten de ontwikkeling van een nieuw waterge-bonden warehouse (2500 m2, met groeimogelijkheden tot 7500 m2) in Hasselt langs het Albertkanaal (eerste helft 2015), de uitrol in Genk en de opstart in Sint-Truiden (eind 2014/begin 2015).

Specifi ek in de verdere ontwikkeling van haar dienstverlening wil CityDepot zich richten op nog meer toegevoegde waarde diensten. In Limburg ligt daarbij de focus op e-logistics geo-riënteerde diensten en op de retourlogistiek van afval (papier, karton, folies, bouw) en elektronica.

Open en toegankelijk platform

CityDepot is een platform en neemt de regie over stedelijke goederenstromen. Ze bindt de stedelijke goederenstromen in haar platform en zet ze gebundeld terug in de markt. Van

Het in rekening brengen van de externe transportkosten toont aan dat het LZV concept daarenboven aanzienlijke maatschappelijke baten kan opleveren, rekening houdende met een aantal randvoorwaarden waaronder het vermijden van een reverse modal shift en aandacht voor infrastructuur- en verkeersveiligheidsoverwegingen. Bij opti-male en gemiddelde parameterwaarden is dan zelfs het scenario met twee ontkoppelingspunten maatschappelijk rendabel. Enkel indien de parameterwaarden minder optimaal worden is dit niet meer het geval.

Het is evenwel belangrijk te beklemtonen dat er een aantal vereenvou-digende assumpties werden gehanteerd bij deze simulaties. Zo werd er geen rekening gehouden met o.a. beschikbare tonnages, venster-tijden, service levels, openingsuren van terminals, kosten verbonden aan het gebruik van een gemeenschappelijk ontkoppelingspunt, de eventuele organisatiekost van horizontale samenwerking of het ope-rationeel organiseren van een LZV traject. Het leidt geen twijfel dat deze extra elementen de praktische uitvoering van het LZV concept in combinatie met ontkoppelingspunten complexer maakt en/of de rentabiliteit van het concept negatief kan beïnvloeden. Het lijkt waar-schijnlijk dat het in rekening brengen van een kost voor het gebruik van ontkoppelingspunt(en) enkel de meest rendabele opties uit de simulaties zal overlaten als potentiële business cases.

Algemene conclusie

Het onderzoek dat gevoerd werd door het Vlaams instituut voor de Mobiliteit toont aan dat een gemeenschappelijke trailerparking een economisch haalbaar concept kan zijn, dat een aantal voordelen voor de deelnemende transportondernemingen kan opleveren. De resul-taten van het onderzoek werden inmiddels voorgelegd aan een klank-bordgroep, samengesteld uit leden van de Vereniging van Limburgse Vrachtvervoerders (VVL-Febetra) en de Antwerpse vervoerdersver-eniging SAVA. Er bleek voldoende draagvlak te bestaan om over te gaan tot implementatie van het concept. Momenteel wordt bekeken of er voor de opstart gebruik kan worden gemaakt van subsidiemiddelen.

Het Masterplan en eindrapport kunnen worden geraad-pleegd via de website van het Logistiek Platform Limburg (www.logistiekinlimburg.be/Publicaties).

belang hierbij is het neutrale karakter van CityDepot waardoor haar platform open en toegankelijk is voor alle stakeholders. Handelaars, bedrijven, de logistieke dienstverlener, steden, … verbinden zich met het platform door de inbreng van goede-renstromen, de coöperatie in de organisatie of de exploitatie/uitvoering van de dienstverlening.

Naast het bundelen van goederen en het effi ciënt inzetten van bestaande middelen richt CityDepot zich op het bouwen van een stedelijk en bovenstedelijk collectief van stakeholders. Diverse diensten kunnen op deze manier aan aantrekkelijke voorwaarden worden aangeboden.

CityDepot creëert meerwaarde in een brede dienstverlening met focus op goederenstromen en logistieke activiteiten waar-mee effectief een economische win-win met de stakeholder kan worden gerealiseerd. Hierbij richt CityDepot haar pijlen op de regie van diffuus georganiseerde stromen, complexe en service zendingen, reverse logistics en e-logistics. Naast het realiseren van een maximaal maatschappelijk en duurzaam effect, wil CityDepot uitdrukkelijk inzetten op duurzaam ondernemen in de betekenis dat ze in al haar activiteiten de uitdrukkelijke win-win zal zoeken tussen het economische, het ecologische en het sociale.

De complexiteit van een effi ciënte en slimme stedelijke bele-vering kan slechts economisch renderen vanuit een krachtige ICT-oplossing. CityDepot beschikt over een in-house ontwik-keld basissysteem dat inzet op de realtime en online commu-nicatie met alle stakeholders, de slimme en effi ciënte planning van goederenstromen en voertuigen en de maximale automa-tisering van de backoffi ce. Dit alles gekoppeld aan een geïnte-greerd kwaliteitscontrolesysteem.

Meer info: www.citydepot.be

BUNDELEN GOEDERENSTROMEN/

MODAL SHIFT

48 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 49

Page 26: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

RUIMTE EN INFRASTRUCTUUR VOOR LOGISTIEK

RUIMTE

50 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 51

InleidingDe economische structuur van Limburg is in transitie. De

traditionele economische sites, voortkomend vanuit de his-

torische economische sterkhouders zoals de mijnen, de zware

industrie in Noord-Limburg, de grote sites van de maakin-

dustrie enz. moeten aangepast worden aan de gewijzigde eco-

nomische realiteit van de 21e eeuw. Het belang van de be- en

verwerkende nijverheid in West-Europa neemt af. De econo-

mie van de toekomst wordt een mix van logistieke en produc-

tiegerichte activiteiten, verzameld op plaatsen met een goede

bereikbaarheid en voldoende ruimte, en meer innovatieve

hoogtechnologische en creatieve sectoren. Het ruimtegebruik

van deze sectoren valt niet meer te vergelijken met dat van de

traditionele economie. Hoewel bereikbaarheid ook voor deze

sectoren belangrijk is, hechten zij daarenboven belang aan

een kwalitatieve omgeving en aan de nabijheid van een veel-

heid aan voorzieningen.

Zowel POM Limburg, het provinciebestuur als de lokale

besturen maken werk van het zoeken naar nieuwe economi-

sche kansen voor Limburg, het zoeken naar voldoende ruimte

voor bedrijvigheid en het aanpassen van de voor bedrijvigheid

bestemde terreinen aan de nieuwe economische kenmerken.

RuimteWaar in het oorspronkelijk Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen nog gesteld werd dat er in Limburg een overschot aan oppervlakte voor bedrijventerreinen bestond, werd dit standpunt in de herziening (2010) volledig gewijzigd. Het theoretisch negatief saldo werd teniet gedaan en de lopende planningsinitiatieven (goed voor 657 ha aan bedrijventerrein) werden bekrachtigd. Bovendien werd er een nieuwe taakstelling van 282 ha bijkomende bedrijventerreinen opgenomen.

Enkel ruimte voor bedrijvigheid voorzien is niet voldoende. De juiste locatiekeuze voor de nieuwe bedrijventerreinen is een eerste belang-rijke oefening. Historisch werd de vestigingskeuze van bedrijven vooral ingegeven door praktische overwegingen. Zo ontstonden de mijnen uiteraard op de plaatsen waar steenkool gedolven kon worden en trok de zware industrie naar dunbevolkte plekken met onvrucht-bare grond. Vandaag de dag is de inplantingsplaats voor bedrijven niet meer zo eenduidig bepaald. Om een sterk ruimtelijk-economi-sche beleid te voeren is het noodzakelijk dat de bedrijventerreinen ingepland worden op de juiste plek. Deze juiste locatie wordt niet enkel ingegeven door ruimtelijke argumenten maar ook door de ver-wachtingen van de bedrijfswereld.

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) en het Structuurplan Limburg (RSPL) geven de krijtlijnen voor het ruimtelijk beleid betref-fende bedrijventerreinen weer. De economische activiteiten moeten hierbij gebundeld worden in de economische knooppunten (o.a. ste-delijke kernen) en in de poorten. Deze plekken zijn geënt op een net-werk van infrastructuren (mobiliteitsnetwerken maar ook bv. pijplei-dingen). Het zijn plekken met een goede bereikbaarheid en een vlotte internationale verbinding.

In het structuurplan Limburg worden de economische activiteiten gebundeld in de bipool Hasselt-Genk, het voornaamste stedelijk cen-trum, in de andere kleinere stedelijke centra en in enkele specifi eke economische knooppunten (Houthalen-Helchteren, Dilsen-Stokkem, Alken, Hamont-Achel, Opglabbeek), die om historische redenen of door een goede ligging veel tewerkstelling kennen. Het Albertkanaal en de poort van de Kempische As worden als dragers van de industri-ele ontwikkelingen aangeduid. De dynamiek in al deze verschillende economische concentratiegebieden is uiteraard niet gelijk, ze worden immers gekenmerkt door een eigen specifi eke ruimtelijke differenti-atie en specialisatie.

Om de nieuwe taakstelling vanuit het RSV op een zo goed mogelijke manier in te vullen werd de RuBeLim-studie opgestart. Het doel van deze studie is om voor Limburg tot een lijst te komen van potentiële locaties voor bijkomende regionale bedrijventerreinen binnen de kleinstedelijke gebieden en specifi eke economische knooppunten. De potentiële locaties moeten zo goed mogelijk voldoen aan de ruimte-lijk criteria uit het RSPL en rekening houden met de maatschappelijke wensen, gedefi nieerd vanuit de betrokken sectoren. De studie werd gemaakt door het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek (VITO). Bijzonder is dat er een nieuw, geavanceerd computermodel op

basis van ruimtelijke criteria gebruikt werd om zo objectiever en snel-ler nieuwe locaties te zoeken en met elkaar te vergelijken. Door aan de verschillende criteria een verschillend gewicht toe te kennen, kunnen verschillende scenario’s ontwikkeld worden, bijvoorbeeld aangepast aan een specifi eke sector. RuBelim defi nieerde 5 scenario’s, waarvan twee voor logistiek: logistiek en logistiek+. Beide scenario’s zijn vooral gericht op bereikbaarheid maar het scenario logistiek+ houdt even-eens rekening met huidige spreiding van bedrijventerreinen om een overaanbod in één gemeente te voorkomen. Gebaseerd op de resul-taten van deze studie werd er gestart met de planologische processen van 3 nieuwe uitbreidingen van regionale bedrijventerreinen: Bilzen (grondgebied Hoeselt), Houthalen-Helchteren en Opglabbeek. Naast deze drie pas opgestarte uitbreidingen werd er ook werk gemaakt van de uitbreiding van Tongeren Oost en Brustem. Op Vlaams niveau ondernam men de nodige stappen om de ontwikkeling van ENA aan te vangen.

Logistieke topregio

Dat Limburg de juiste troeven bezit om zich te ontwikkelen tot een logistieke topregio werd recent in het SALK-rapport nog beves-tigd. De combinatie van een centrale ligging, trimodale infrastruc-tuur, aanwezigheid van voldoende arbeidskrachten en nog heel wat beschikbare ruimte maakt dat de potentie om logistieke spelers aan te trekken zeker aanwezig is. Dit blijkt bovendien uit het feit dat er in Limburg heel wat belangrijke logistieke bedrijven zijn gevestigd (zie overzicht van investeringen op blz. 19). Reeds in 2007 werd in de studie ‘Logistieke Poort Limburg’ door het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) een stappenplan voorgesteld om de logistieke potentie van Limburg te valoriseren. De studie schrijft zich in in het concept van ‘Extended Gateway’: de uitbreiding van de logistieke ontwikke-ling in het achterland van de mainport Antwerpen, via de corridors Albertkanaal en autosnelweg E313-E314. In Limburg worden vijf clusters onderscheiden, die het gros van het logistiek potentieel van Limburg herbergen:

• Cluster Midden-Limburg: Genk, Opglabbeek, Diepenbeek,Zutendaal en Bilzen

• ClusterLimburg-Noord:Lommel,Overpelt(enMol)• ClusterLimburg-West:Lummen,Beringen,HamenTessenderlo• ClusterLimburg-Oost:Lanaken• ClusterLimburg-Zuid:Tongeren

De studie bevat een rudimentaire analyse van het aanbod van bedrij-venterreinen binnen deze clusters. Hieruit wordt binnen het ‘door-braakscenario’ een wenselijkheid afgeleid tot het voorzien van ca. 200 ha bijkomende ruimte voor logistiek in de cluster Midden-Limburg en van ca. 50 ha in de cluster Zuid-Limburg, nl. Tongeren. De studie wijst ook op de betrachting om de logistieke stromen te optimaliseren via meer bundeling en de uitbouw van een effi ciënte multimodale infra-structuur. Door de realisatie van de terreinen binnen ENA en de uit-breiding van Tongeren Oost werd er derhalve een duidelijke stap in de juiste richting gezet!

Page 27: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

Het voorzien van voldoende oppervlakte voor bedrijvigheid en het inplannen van deze bedrijventerreinen op de juiste locatie is echter nog niet voldoende. Bedrijventerreinen moeten immers doordacht ingericht worden, aangepast aan de bedrijvigheid die men wil aan-trekken en met voldoende aandacht voor duurzaamheid en flexibili-teit. Ook hier wil POM Limburg aan meewerken.

Verscheidene belangrijke beleidsdocumenten zoals Groenboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen en het SALK-actieplan wijzen op de logistieke potentie van Vlaanderen in het algemeen en van Limburg in het bijzonder. Het ontwikkelen van specifieke logistieke bedrij-venzones is cruciaal om de aanwezige potentie volop te benutten en Limburg verder uit te bouwen tot de ‘Extended gateway’ bij uitstek van de Haven van Antwerpen. POM Limburg heeft daarom 3 studies uitgevoerd om de inrichting en randvoorwaarden voor bestaande of nieuwe sites met logistieke potentie te optimaliseren.

Deze studies kaderen in het project ‘Grenzeloze Logistiek’ (www.grenzelozelogistiek.be), uit het Europese Interreg-programma Vlaanderen-Nederland. Het project wil de logistieke sector op duur-zame wijze verankeren in de grensregio Vlaanderen- Nederland. Men tracht dit te verwezenlijken door het versterken van samenwerking en het demonstreren van win-win cases. Maximalisering van duurzaam-heid, efficiëntie, effectiviteit, ruimtegebruik, technologische vernieu-wing zijn de rode draad. De regio Vlaanderen-Nederland heeft het potentieel en de ambitie om uit te groeien tot de logistieke topregio van Europa. De logistieke sector is in deze regio de voorbije jaren een cruciale speler inzake de creatie van werkgelegenheid en toegevoegde waarde geworden. Ook het Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat (SALK) benoemt de logistieke sector als één van de sectoren die op korte termijn verder versterkt dienen te worden in Limburg. Gezien de sterke logistieke troeven waarover Limburg beschikt, heeft de sector immers nog veel reëel groeipotentieel. Het provinciebestuur beschouwt logistiek reeds langer als één van de speerpuntsectoren van de Limburgse economie. Om de aantrekkelijkheid van onze pro-vincie voor de logistiek nog te verhogen en om de bestaande logistieke locaties beter te benutten werkte POM Limburg mee aan het project Grenzeloze Logistiek, onder meer door het uitvoeren van studies over Ravenshout, Brustem en Lanaken. Bedoeling van deze studies is de haalbaarheid van veelbelovende locaties toetsen en/of de meer-waarde van bestaande logistieke locaties maximaliseren.

Dit behelst het in kaart brengen van betere ontsluiting, de opmaak van een stappenplan om de integratie in de omgeving te bevorderen of het bepalen en ontwikkelen van het logistieke potentieel. Hieronder gaan we graag verder in op de resultaten van de studieopdrachten.

Brustem

Brustem Bedrijvenpark werd enkele jaren geleden ontwikkeld op een gedeelte van de voormalige militaire vlieghaven van Brustem. Het bestaat uit een regionaal bedrijventerrein dat in handen is van de NV BIP en een lokaal bedrijventerrein, beheerd door de stad Sint-Truiden.

De basisinfrastructuur van de voormalige militaire vlieghaven ligt in de onmiddellijke omgeving van het regionaal gedeelte van het bedrij-venterrein. De aanwezigheid van de landingsbaan is zeker en vast een uniek verkoopargument (USP) voor dit bedrijventerrein. Een gedeelte van de bedrijvenzone is derhalve ook bestemd als een unieke vesti-gingsplaats voor luchtvaartgebonden industrie. De aanwezigheid van de landingsbaan kan ook potentie bieden om op het bedrijven-terreinen logistieke activiteiten te ontwikkelen. Het is met de huidige kennis over de staat en uitrusting van de landingsbaan echter ondui-delijk hoe dit potentieel ten volle kan benut worden voor de verdere exploitatie van de site als locatie voor luchtvaartgebonden activitei-ten. Momenteel is er een PRUP in opmaak dat de oppervlakte van het luchtvaartgebonden deel van het bedrijventerrein zal uitbreiden en dat een faciliteitenzone voor de landingsbaan voorziet.

In de gevoerde studie voor het PRUP werd de huidige toestand van de landingsbaan op vlak van infrastructuur, milieu en veiligheid in kaart gebracht en werd nagegaan welke economische activiteiten aan de huidige uitrustingsgraad kunnen gekoppeld worden. Bovendien werd nagegaan of een opwaardering van de landingsbaan mogelijk is, welke kosten hieraan verbonden zullen zijn en welke nieuwe eco-nomische kansen deze opwaardering met zich zou meebrengen. Het resultaat hiervan is een matrix waar voor de verschillende scenario’s van het type vliegveld, randvoorwaarden, investering en haalbaar-heid afgetoetst worden.

Om de meest optimale invulling van het bedrijventerrein te bekomen werden de behoeftes van en de mogelijkheden voor verschillende types van bedrijvigheid onderzocht. Centrale uitgangspunten waren steeds luchtvaart en/of logistiek: technologie-gerelateerde bedrijvig-heid (bv. drones, vliegtuigcomponenten, …); luchttransport logis-tiek-gerelateerde bedrijvigheid, fruit-logistiek gerelateerde bedrijvig-heid, enz. Dit onderzoek leidde tot een SWOT-analyse betreffende de potentiële trafieken voor het bedrijventerrein in Brustem.

Al dit studiewerk kreeg echter ook een ruimtelijke vertaling: er werd een masterplan uitgewerkt voor het regionaal, luchtvaartgebonden

gedeelte van het bedrijventerrein. In dit masterplan worden de ver-schillende ruimtevragen gecombineerd in een hoogwaardige inrich-ting. Om te komen tot dit plan werden enkele belangrijke marktspelers geraadpleegd. Hun input werd verwerkt in de inrichtingsmodellen om zo te komen tot het meest optimale plan.

Het masterplan geeft de aanzet tot een hoogwaardige en flexi-bele invulling van het regionaal gedeelte van het bedrijventerrein Brustem. Het deelplan is perfect integreerbaar in het reeds gereali-seerde deel van het bedrijvenpark maar vormt toch een duidelijke eenheid op zich. Het ontwerp werd zodanig opgevat dat de uitvoering ervan gefaseerd kan verlopen en kan aangepast worden aan markt-fluctuaties. Zo kan het aantal uitgeefbare kavels dat direct verbon-den is met de landingsbaan verhoogd worden, indien blijkt dat hier nood aan is. Ook het kantoorgebouw is modulair uitbreidbaar. Op die manier kan een eventuele incubator nog in de ontwikkeling van het regionaal gedeelte geïncorporeerd worden, en dit op een echte zichtlocatie.

Spoorterminal Lanaken

In 2011 opende in Lanaken een nieuwe spoorterminal. Deze termi-nal ligt langs spoorlijn 20, de internationale lijn tussen Hasselt en Maastricht. Met Europese steun werd door Pro Rail en Infrabel een nieuw spoor aangelegd waardoor na een periode van nagenoeg vijfen-twintig jaar Lanaken opnieuw via een goederenspoor verbonden werd met Maastricht. Het Lanakense transportbedrijf Gobo International en het Nederlands-Limburgse Container Terminal Stein (CTS) baten de spoorterminal in Lanaken uit. Ze hebben daarvoor Railport Lanaken opgericht.

Direct grenzend aan deze terminal ligt het bedrijventerrein Europark, dat een aanbod heeft van zowel grote kavels van minimaal 7.500 m², als kleinere kavels van om en bij de 2.500 m². Dit bedrijvenpark is, dankzij de aanwezigheid van de spoorterminal en de ligging naast het Albertkanaal, trimodaal (weg, spoor, water) ontsloten. De ligging van Lanaken, in het oosten van Limburg en grenzend aan de regio

Maastricht, een belangrijk economisch gebied, is ook een belangrijke troef. Al deze factoren maken dat Europark een groot logistiek poten-tieel heeft. In theorie past de Albertterminal in Lanaken, samen met het aanpalende bedrijventerrein, perfect in de uitbouw van Limburg als Extended Gateway van de Haven van Antwerpen. De ontwikkeling van de spoorterminal zorgt immers voor de realisatie van een link, via Lanaken, tussen de trimodale knoop in Genk en de industriële cluster in Nederlands Zuid-Limburg.

De concrete invulling van het bedrijventerrein laat echter op zich wachten en ook de activiteiten in de spoorterminal kennen een moei-zame opstart. Een studie moet nu nagaan waarom dit bedrijventer-rein zijn potentieel niet waarmaakt. In het kader van het Interreg-project ‘Grenzeloze Logistiek’ werd simultaan met de studie een business development manager aangesteld door AGB Lanaken, die voldoende goederenstromen voor de terminal dient aan te trekken.

Om te kunnen beoordelen welke de sterktes, zwaktes en onderschei-dende elementen zijn voor het aantrekken van potentiële inves-teerders werd een SWOT analyse opgemaakt van de percelen van Europark en van de spoorterminal zelf. Om de nodige input voor deze analyse te verzamelen, werd er overlegd met alle betrokken actoren maar werd er tevens een benchmark van gelijkaardige terminals uit-gevoerd. Op basis van de SWOT werden de voornaamste bottlenecks gedefinieerd en beschreven. De focus lag hierbij uitdrukkelijk op de vastgoedmatige ontwikkeling van de aangrenzende percelen rondom de Albertterminal. Op basis van dit onderzoek werden vervolgens ver-schillende aanbevelingen gedaan, die het vermarkten van Europark moeten vereenvoudigen. Deze aanbevelingen werden ingedeeld in 3 verschillende sporen: korte termijn, middellange termijn en lange termijn. De studie pakt tevens al één van de ontdekte knelpunten aan: het uitgifteplan voor de percelen werd grondig herzien en aan-gepast tot een haalbaar, aantrekkelijk document dat toegespitst is op de verschillende doelgroepen die zich kunnen aanbieden. Een actief uitgiftebeleid waarbij de markt verder in kaart wordt gebracht waarbij actief op mogelijke leads wordt gewerkt, is essentieel om het bedrij-venterrein Europark te vermarkten. Het is dan ook belangrijk dat het uitgifteplan een aantrekkelijk document wordt.

Een ander doel van de studie was het verzamelen van de nodige gegevens om een kwalitatief bid-book te kunnen opstellen voor de beschikbare percelen gelegen rond de spoorterminal. Deze gegevens zullen door POM Limburg zelf verwerkt worden tot een bid-book voor het Europark. De combinatie van het vernieuwde uitgifteplan, aan-gevuld met het bid-book, moet een document worden dat de unieke verkoopargumenten (USP) van Lanaken duidelijk in de verf zet. Deze documenten vormen een eerste stap in het aantrekken van potentiële investeerders, zodat het geheel Europark –Albertterminal optimaal kan gaan functioneren en zo haar logistiek potentieel kan verzilveren.

Ruimte en

infRastRuctuuR vooR logistiek

52 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 53

Page 28: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

Vrachtwagenparkeren Ravenshout

Het bedrijventerrein Ravenshout ligt in het westen van de provincie Limburg, op de grens van Beringen, Ham en Tessenderlo. Het terrein huisvest momenteel ongeveer 400 bedrijven en is met haar opper-vlakte van meer dan 900 ha het tweede grootste bedrijventerrein van de provincie.

Omwille van haar strategische ligging langs de E313 en het Albertkanaal, is het terrein een ideale vestigingsplaats voor logis-tieke bedrijven. De Vlaamse Regering plaatste het terrein dan ook als belangrijke factor binnen het Economisch Netwerk Albertkanaal, kortweg ENA. Ook belangrijke bedrijven uit andere sectoren, o.m. in de chemische sector, zijn op het bedrijventerrein gehuisvest.

Het terrein Ravenshout is nog steeds in ontwikkeling. Het terrein zal in de komende jaren zowel gerevitaliseerd als nog verder uitgebreid worden (via de direct nabijgelegen terreinen Genebos, Ravenshout-Noord en Ham Zwartenhoek), hetgeen er zeker voor zal zorgen dat de bedrijvigheid nog zal groeien.

Eén van de doelstellingen van het project ‘Grenzeloze Logistiek’ (onderdeel ‘efficiënt ruimtegebruik’) is het optimaliseren van bedrij-venterreinen voor logistiek door middel van het definiëren en imple-menteren van lokale slimme logistieke investeringen. In het kader hiervan werd er voor het terrein Ravenshout een studie opgezet omtrent vrachtwagenparkeren.

Logistieke bedrijvigheid brengt vrachtvervoer met zich mee, hetzij eigen vrachtwagens van het bedrijf, hetzij klanten of leveranciers. De concentratie van vrachtwagens op een logistiek terrein kan aan-leiding geven tot een parkeerproblematiek. Chauffeurs arriveren niet altijd binnen de reguliere werktijden en kunnen dan niet het terrein van het bedrijf op, of het terrein van een bedrijf beschikt niet altijd over voldoende parkeerplaatsen om alle vrachtwagens te stallen, ... O.a. deze redenen zorgen ervoor dat heel wat chauffeurs op zoek moeten naar een alternatieve plaats om hun vrachtwagen te parke-ren: in de berm, op de rijbaan, … Dit wild parkeren leidt niet enkel tot onoverzichtelijke verkeerssituaties maar creëert ook een nega-tieve uitstraling voor het bedrijventerrein ( omwille van overlast door zwerfvuil en dergelijke) en een negatief imago voor logistiek in het algemeen.

De studie vrachtwagenparkeren Ravenshout speelt in op deze proble-matiek. In opdracht van POM Limburg werd onderzocht wat de (hui-dige en toekomstige) graad van overlast is voor Ravenshout en welke aanbevelingen er gedaan kunnen worden om het probleem op te los-sen. Deze studie gebeurde in nauw overleg met de gemeentes Ham, Beringen en Tessenderlo en met medewerking van de politiezone van deze drie gemeenten.

De specifieke studie dient ook een hoger doel. Het is de bedoeling om te komen tot een draaiboek van de ‘lessons learned’. De resultaten van deze studie moeten gedissemineerd en (indien mogelijk) veral-gemeend kunnen worden naar andere bedrijventerreinen. Op deze manier kunnen ook andere gemeentes met vergelijkbare problematie-

ken gebruik maken van de resultaten van deze studie. Daarbovenop zal dit draaiboek een tool zijn in de argumentatie naar de Vlaamse regering voor de aanpak van de bestaande problematiek.

Om het probleem in beeld te brengen werd er een analyse op twee sporen uitgevoerd. Door terreinwerk op verschillende ogenblikken werden de aanwezige vrachtwagens in kaart gebracht en knelpun-ten gedefinieerd. Daarnaast werden ook de bedrijven op het terrein bevraagd. Op die manier konden ook meer individuele noden en min-der waarneembare problemen gedetecteerd worden. Naast de huidige problematiek wordt een globale inschatting gemaakt van de toekom-stige problematiek op basis van de verwachte ruimtelijke ontwikke-lingen binnen het plangebied. Tenslotte wordt een benchmark voor vrachtwagenparkings in zowel binnen– als buitenland aangewend om een zicht te krijgen op de bestaande mogelijkheden, succesfacto-ren en valkuilen rond vrachtwagenparkeren.

Uit de analysefase bleek al snel dat het probleem zowel in tijd als in ruimte erg gefragmenteerd is. Het probleem van vrachtwagenparke-ren bleek grotendeels een perceptieprobleem te zijn. Hierdoor is het niet aangewezen om te trachten via één globale oplossing (zijnde het aanleggen van een gemeenschappelijke vrachtwagenparking) de problematiek in Ravenshout op te lossen. Het studiebureau heeft een inventaris van de probleemgebieden gekoppeld aan een matrix van mogelijke oplossingen. Deze oplossingen kunnen beleidsmatig of ruimtelijk-praktisch zijn, zoals het aanpassen van het wegprofiel, het integreren van lokale parkeerhavens, het uitwerken van een par-keerbeleid over de drie gemeentes heen, … Interessant was het feit dat bepaalde problemen eigenlijk vrij eenvoudig te verhelpen waren door bedrijfsleiders aan te sporen om samen te werken. De aangereikte oplossingen voor het parkeerprobleem zijn eerder beperkt in kostprijs en zijn eenvoudig te implementeren. Dankzij de gevoerde studie kan de problematiek snel en efficiënt aangepakt worden.

InfrastructuurOm de competitiviteit van de logistieke sector in Limburg en in de Euregio Maas-Rijn te verhogen en de aantrekkelijkheid van Limburg als ideale vestigingsplaats voor bijkomende logistieke activiteiten te bevorderen, is vlot goederenvervoer via de verschillende trans-portmodi noodzakelijk. POM Limburg heeft daarom meegewerkt aan twee belangrijke Euregionale publicaties die enerzijds de infra-structuurknelpunten in kaart brengen en anderzijds de nood aan een Kwaliteitsnet Goederenvervoer voor het wegtransport beschrijft. Daarnaast worden momenteel een aantal belangrijke infrastructuur-werken in Limburg uitgevoerd. Verderop in dit artikel belichten we de Euro Terminal in Genk en de modernisering van de infrastructuur op de waterwegen.

Witboek infrastructuurknelpunten Euregio Maas-Rijn

gate4logisitcs, het Euregionale overlegforum inzake logistiek waar POM Limburg deel van uit maakt, heeft in samenwerking met het stu-diebureau Arcadis een analyse uitgevoerd van infrastructuurknel-punten die het goederenvervoer in de Euregio Maas-Rijn belemme-ren. Op basis van de resultaten van deze analyse werd een witboek opgesteld met een prioritering van de op te lossen infrastructuurknel-punten. Dat witboek vormt de basis om de bevoegde overheden te informeren en om lobbywerk te voeren om deze knelpunten aan te pakken.

De top 10 actiepunten voor het wegwerken van infrastructuurknel-punten in de Euregio Maas-Rijn:

1. Het verbeteren van de verkeersafwikkeling van de A67 autosnelweg tussen Eindhoven en de Duitse grens. Dit zorgt voor een vlottere verbinding tussen Rotterdam en het Ruhrgebied.

2. Het aanleggen van een derde spoor op de spoorlijn tussen Aachen en Köln. Een bijkomend spoor zorgt voor meer capaciteit voor het goederenvervoer op deze drukke spoorverbinding voor het personenvervoer.

3. Het reactiveren van de IJzeren Rijn tussen Vlaanderen, Nederland en Duitsland. Deze spoorlijn zorgt voor een vlottere verbinding voor het goederentransport tussen de haven van Antwerpen, de inland terminals langs het ENA-netwerk en het Ruhrgebied.

4. Het aanleggen van de ontbrekende schakel op de autosnelweg A1 tussen Blankenheim en Dreis-Bruck. Het vervolledigen van de A1 zorgt voor een vlottere en veiligere verkeersafwikke-ling op de noord-zuidverbinding tussen Köln en Saarbrücken (Kopenhagen-Madrid).

5. Het vervolledigen van de Grote Ring rond Luik. De aanleg van een oostelijke verbinding op snelwegniveau tussen de E40 en de E25 levert belangrijke tijdswinsten op voor het noord-zuid verkeer tus-sen Maastricht en Luxemburg.

6. Het bouwen van een TGV vrachtstation (Railport) op de site van Liège Airport. In het Euro Carex netwerk worden over heel Europa hoge snelheidstreinen gebruikt voor goederentransport via lucht-vaart. De luchthaven van Luik is gelegen op een kruispunt van twee belangrijke vrachtcorridors.

7. Het verbeteren van de capaciteit op het spoor Kaldenkirchen-Dülken. Het verdubbelen van het enkelspoor verhoogt de capaci-teit op de verbinding tussen Eindhoven en Düsseldorf.

8. Verbeteren van de N74 Lommel – Eindhoven. De aanleg van de Noord-Zuidverbinding zorgt voor een verbeterde ontsluiting tus-sen Hasselt en Eindhoven.

9. Het aanleggen van een spoorwegterminal in de regio Aken. De mogelijke komst van een spoorwegterminal kan een wijziging in de vervoerswijzekeuze ten gunste van het spoorvervoer betekenen en een impuls geven aan de logistieke regio Aken.

10. Het heractiveren van goederenspoorlijn 20 tussen Hasselt en Lanaken. Dit zorgt voor een verbinding van het multimodale goe-derenterminal ‘Railport Lanaken’ en Maastricht met de haven van Antwerpen.

Het witboek ‘Infrastructuurknelpunten in de EMR’ met de top 10 actiepunten is raadpleegbaar via de website www.logistiekinlimburg.be/Publicaties.

Ruimte en

infRastRuctuuR vooR logistiek

54 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 55

Page 29: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

Digitale brochure Euregionaal Kwaliteitsnet Goederenvervoer voor wegtransport

Een kwart van het vrachtverkeer binnen de Euregio Maas-Rijn is grensoverschrijdend. Om vlot goederenvervoer via wegtransport binnen de Euregio Maas-Rijn mogelijk te maken ijvert gate4logistics, het Euregionale overlegforum inzake logistiek, voor een multimodaal Euregionaal Kwaliteitsnet Goederenvervoer. Dat is een samenhan-gend en selectief netwerk van verbindingen tussen economische cen-tra in de Euregio, waarover goederenvervoer op verantwoorde wijze wordt afgewikkeld. Het net heeft een dusdanige kwaliteit dat het voor vrachtverkeer aantrekkelijk is om zich over dit netwerk te verplaatsen.

In eerste instantie ijvert gate4logistics voor een Euregionaal Kwaliteitsnet Goederenvervoer voor wegtransport dat in een vol-gende fase kan worden uitgebreid voor goedervervoer via binnen-vaart en spoor. Om het lobbywerk voor een Euregionaal Kwaliteitsnet Goederenvervoer voor wegtransport kracht bij te zetten, ontwikkelde gate4logistics in het kader van het project Euregiolog³ een brochure die de nood aan een Kwaliteitsnet Goederenvervoer voor wegtrans-port en de doelstelling ervan beschrijft.

De brochure ‘Euregionaal Kwaliteitsnet Goederenvervoer voor wegtransport’ is raadpleegbaar via de website www.logistiekinlimburg.be/Publicaties.

Infrastructuurwerken in Limburg: Euro Terminal Genk (spoor)

De Euro Terminal Genk (ETG) kende in 2012 een belangrijke uit-breiding en modernisering. De sterke ontwikkeling van de intermo-dale activiteit in de regio zette de onderneming ertoe aan om deze belangrijke investering te realiseren. Vooral de vraag naar intermo-dale treinverbindingen vanuit Genk naar Zuid-Oost en Zuid-Europa stijgt sterk. Ook is er vraag van omliggende logistieke bedrijven om een snelle verbinding met de zeehavens te realiseren. Om daaraan tegemoet te komen werden de nodige infrastructuurwerken aan de terminal uitgevoerd.

Concreet werd de oppervlakte van de terminal vergroot van 25.000 m² naar 52.000 m², zodat deze een capaciteit heeft van 60.000 units per jaar (i.p.v. de vroegere 35.000, die in 2010 al integraal benut werd). Het aantal laadsporen werd verhoogd van 2 naar 4 en de lengte van bepaalde sporen werd uitgebreid naar 650 m, om zo toeganke-lijkheid aan langere treinen te kunnen bieden. Er werd tevens een bijkomende mobiele kraan aangekocht en de inritten van de terminal en de parking werden aangepast.

In een volgende fase zal er worden geïnvesteerd in het Interman termi-nal management systeem en Scangate, een systeem waarmee detail-beelden van spoorwagens en vrachtwagens geregistreerd worden.

In totaal gaat het om een investering van ruim 3,35 miljoen euro, waarvoor financiële ondersteuning werd verkregen bij het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en de Vlaamse Overheid (Hermes-fonds) voor respectievelijk € 628.170 en € 224.090.

De uitbreiding van de terminal zorgt op termijn voor 6 nieuwe jobs. Door deze modernisering rekent ETG erop jaarlijks meer dan 30.000 vrachtwagens van de weg te halen (ofwel een file van 450 km lang) en aldus te zorgen voor een reductie van minstens 35.000 ton CO2.

Infrastructuurwerken in Limburg: modernisering van de infrastruc-tuur op waterwegen

nv De Scheepvaart beheert en exploiteert het Albertkanaal, de Kempense kanalen, de Schelde-Rijnverbinding en de Gemeenschappelijke Maas. Via deze waterwegen worden jaarlijks 40 miljoen ton goederen veilig en vlot getransporteerd. Om de binnen-vaart nog verder te stimuleren en nog verder uit te bouwen tot een volwaardig alternatief voor het wegverkeer, dient er de komende jaren nog fors te worden geïnvesteerd in de uitbouw, het onderhoud en de inspectie van deze infrastructuur. De mechanisering, automatise-ring en vernieuwing van bruggen en sluizen is een van de prioriteiten. Infrastructuurwerken zoals het verbreden van het Albertkanaal tus-sen Wijnegem en Antwerpen, de verhoging van de bruggen over het kanaal en de verhoging van de capaciteit van de sluizen, zijn cruciaal voor een toekomstgerichte binnenvaart.

Het verhogen van de bruggen over het Albertkanaal tot 9,10m

Het Albertkanaal is vanuit economisch oogpunt de belangrijkste waterweg van Vlaanderen. Ook hier zijn er een aantal infrastructurele knelpunten die de verdere ontwikkeling van de binnenvaart hypo-thekeren. Het wegwerken van deze knelpunten zorgt voor de vereiste opwaardering die moet garanderen dat voldoende capaciteit beschik-baar is in functie van de voorspelde aanzienlijke groei van de trafiek.

Het project voorziet in het verhogen van de bruggen tot een doorvaar-hoogte van 9,10 m, de norm voor vier-lagen-containertransport via de binnenvaart (doel 2020). Begin 2014 beschikten al 21 van de 62 brug-gen over het Albertkanaal over een vrije hoogte van 9,10 m. Negen andere bruggen zijn in uitvoering. 15 overige bruggen zullen worden gerealiseerd via publiek-private samenwerking.

Ter hoogte van heel wat bestaande bruggen is het Albertkanaal bovendien plaatselijk vernauwd. Het project voorziet dan ook, naast de aanpassing en herbouw van de bruggen, in het verbreden van het Albertkanaal tot de normale kanaalbreedte.

Kanaal Bocholt-Herentals

Het project voorziet in de opwaardering van het Kanaal Bocholt-Herentals tussen Dessel en Bocholt tot klasse IV en omvat drie deelprojecten:

• vervanging van drie klasse II-sluizen op het Kanaal Bocholt-HerentalsteLommel-MoldooréénklasseIVsluis(doel2020);

• aanpassing van het profiel van het kanaalvak tussen Lommel enBocholt;

• vervangingvandeklasseII-sluizeninBocholtenLozen.

Meer info: www.descheepvaart.be

Ruimte en

infRastRuctuuR vooR logistiek

56 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 57

Page 30: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

I.Marechal - Voorzitter (d2e)•

J.Bijnens (nv De Scheepvaart)•

A.Caris (UHasselt)•

B.Carlens (PXL Log-IC)•

E.Christiaens (POM Limburg)•

L.Driessen (Move Intermodal)•

J.Grutman (POM Limburg)•

K.Heyndrickx (Ondernemersplatform)•

R.Meekers (CEVA Logistics)•

R.Roex (Steinhoff International)•

R.Smets (VVL-Febetra)•

A.Steegen (LRM)•

M.Vandeput (Gedeputeerde Economie Provincie Limburg)•

T.Verbruggen (VOKA Limburg)•

P.Vranken (H.Essers)

Stuurgroep Logistiek Platform Limburg: Kennis-

instellingen

Overheid

Bedrijven

Triple Helix

58 - ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 59

LOGISTIEK PLATFORM LIMBURG

ECONOMISCH RAPPORT POM-ERSV LIMBURG – fEBRUARI 2015 - 59

Page 31: 2015.1 RGTHEMANUMMER - POM Limburg · alle kansen om verder te groeien. Het uiteindelijke doel is het ... logistiek voor vele productiebedrijven integraal deel uit van hun ... 4 -

15EEN UITGAVE VAN POM-ERSV LIMBURG