12
PROF. DR. ULRIK PERSYN FABER K.U. Leuven FILIP ROELANDT Universiteit Gent Het eerste elektronisch boek in de (zwem)sport Crawl, een standaardgids zwemmen 115 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding 2/2007-2008 1 [ We stellen je `Crawl, een standaardgids’ voor. Deze pc cd-rom integreert, dankzij de modernste multi- mediatechnologie, tekst met videobeelden en foto’s. Het resultaat is een interactief elektronisch boek waarmee geïnteresseerden efficiënter crawl kunnen zwemmen. Een samenwerking tussen de firma Spill VOF en de Universiteiten van Gent (F. Roelandt) en Leuven (Prof. dr. U. Persyn, een wereldautoriteit op ge- bied van zwemmen) resulteert na 8 jaar arbeid in een databank van tekst en beeld die als nieuwe standaard van crawl beschouwd kan worden. Sleutelwoorden: elektronisch boek, crawl, e-learning Fig 1. Het werkblad van crawl, een standaardgids. INLEIDING Opzet Lesgevers en trainers formuleren de vraag om zwemmen te illustreren: Zwemmen is door zijn eigenheid een moeilijke sport om op een visueel verhelderende manier voor te stellen. Het leren door imitatie is geen evidentie bij zweminstructie. Er is nood aan een eenvoudige en volledige tekst die techniek tot in de details beschrijft (zie twee uitgewerkt voorbeelden verder in de tekst): Actuele en toekomstige lesgevers zijn op zoek naar de ideale informatiebron zodat de kwaliteit en uniformiteit van de zwemlessen in Vlaanderen kan blijven verbeteren. Een standaardisatie binnen de complexe materie van het zwemmen en een duidelijk overzicht van de verschillende varianten binnen één bepaalde zwemslag, dringt zich al een aantal jaar op. Opleidingsinstituten en hun docenten zijn op zoek naar nieuwe onderwijstechnologie: Nieuwe mogelijkheden zoals de opkomst van E-learning, maar ook nieuwe onderwijsuitdagingen zoals de beperking van contacturen, vragen om een vernieuwde aanpak en bieden de lesgevers andere en misschien wel meer optimale instructiemogelijkheden. Ontwikkelen van multimedia voor de sport Een ideale informatiebron in de sport combineert de verbale troeven van een boek en de kracht van bewegende beelden uit een videofilm. Door beide elementen samen te voegen ontstaat een elektronisch boek. Deze technologie gebruikt de modernste multimedia om de lezer een goede leidraad te geven rond een bepaald thema. Informatie betreffende sport en beweging kan getoond worden op een manier zoals de gebruiker het wenst. Dat nieuwe medium, ontwikkeld door de firma Spill VOF, betekent een grote hulp voor trainers, lesgevers en atleten die iets meer willen weten (of laten weten aan anderen) over hun favoriete sport.

216 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 december 2007

Embed Size (px)

DESCRIPTION

 

Citation preview

Page 1: 216 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 december 2007

PROF. DR. ULRIK PERSYNFABER K.U. LeuvenFILIP ROELANDTUniversiteit Gent

Het eerste elektronisch boek in de (zwem)sport

Crawl, een standaardgids

zwem

men

115

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 2

/200

7-20

08

1

[

We stellen je `Crawl, een standaardgids’ voor. Dezepc cd-rom integreert, dankzij de modernste multi-mediatechnologie, tekst met videobeelden en foto’s.Het resultaat is een interactief elektronisch boekwaarmee geïnteresseerden efficiënter crawl kunnenzwemmen. Een samenwerking tussen de firma SpillVOF en de Universiteiten van Gent (F. Roelandt) enLeuven (Prof. dr. U. Persyn, een wereldautoriteit op ge-bied van zwemmen) resulteert na 8 jaar arbeid in eendatabank van tekst en beeld die als nieuwe standaardvan crawl beschouwd kan worden.

Sleutelwoorden: elektronisch boek, crawl, e-learning

Fig 1. Het werkblad van crawl, een standaardgids.

INLEIDING

Opzet Lesgevers en trainers formuleren de vraag omzwemmen te illustreren: Zwemmen is door zijneigenheid een moeilijke sport om op een visueelverhelderende manier voor te stellen. Het lerendoor imitatie is geen evidentie bij zweminstructie. Er is nood aan een eenvoudige en volledige tekstdie techniek tot in de details beschrijft (zie tweeuitgewerkt voorbeelden verder in de tekst):Actuele en toekomstige lesgevers zijn op zoeknaar de ideale informatiebron zodat de kwaliteiten uniformiteit van de zwemlessen in Vlaanderenkan blijven verbeteren. Een standaardisatie

binnen de complexe materie van het zwemmenen een duidelijk overzicht van de verschillendevarianten binnen één bepaalde zwemslag, dringtzich al een aantal jaar op. Opleidingsinstituten en hun docenten zijn opzoek naar nieuwe onderwijstechnologie: Nieuwemogelijkheden zoals de opkomst van E-learning,maar ook nieuwe onderwijsuitdagingen zoals debeperking van contacturen, vragen om eenvernieuwde aanpak en bieden de lesgeversandere en misschien wel meer optimaleinstructiemogelijk heden.

Ontwikkelen van multimedia voor de sport Een ideale informatiebron in de sport combineert deverbale troeven van een boek en de kracht vanbewegende beelden uit een videofilm. Door beideelementen samen te voegen ontstaat eenelektronisch boek. Deze technologie gebruikt demodernste multimedia om de lezer een goede

leidraad te geven rond een bepaald thema.Informatie betreffende sport en beweging kangetoond worden op een manier zoals de gebruikerhet wenst. Dat nieuwe medium, ontwikkeld door defirma Spill VOF, betekent een grote hulp voor trainers,lesgevers en atleten die iets meer willen weten (oflaten weten aan anderen) over hun favoriete sport.

Page 2: 216 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 december 2007

zwem

men

126

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 2

/200

7-20

08

2

[

De vraag vanuit het werkveld en de ontwikkeling vanhet elektronisch boek wordt met de Universiteiten

van Gent en Leuven voor het eerst toegepast in dezwemsport, meer bepaald de crawl.

Fig 2. Het elektronisch boek bevat ongeveer 2500 foto’s.

CrawlDeze cd-rom bevat de techniek van crawl, zijntuimelkeerpunt en start. Alle technieken wordengetoond in vijf verschillende cameraopstellingen. Drieonder watercamera’s filmen de laterale, het frontaleen de bodempositie van de zwemmer. Twee camera’sworden gebruikt aan de rand van het zwembad omhet voor- en zijaanzicht te filmen. Deze vijfcameraopstellingen worden gesynchroniseerd tot vijfopnames en kunnen door een simpele muisklikworden geactiveerd. Dat geeft de gebruiker demogelijkheid om de zwemmer te bekijken zoals hijwil. Het zelf kunnen wisselen van cameraopstelling,

het beeld per beeld bekijken, zowel voorwaarts alsterug, het vergroten van de beelden, laten degebruiker toe details te ontdekken. De beeldenworden getoond op realistische zwemsnelheid maarkunnen ook eenvoudig vertraagd wordenweergegeven.Alle technische informatie wordt geïllustreerd doorvijf varianten op crawl en voorzien van eenverhelderende tekst en detailfoto’s. Crawl op korte(sprint), lange (200 tot 1500 m) en superlangeafstand (triatlon) wordt gedemonstreerd doorBelgische topatleten zwemmen en triatlon.

Fig 3. De cd-rom gebruikt vijf camera

opstellingen.

Page 3: 216 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 december 2007

zwem

men

127

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 2

/200

7-20

08

3

[

Een andere aanpak Het gebruik van elektronische boeken in hetonderwijs is al een tijdje ingeburgerd. Bij de sport ishet nieuw en vraagt dat gebruiksinstrument eenandere aanpak. Zoals reeds eerder aangehaald, is hetleren door imitatie geen evidentie bij het (beter)leren zwemmen. De lesgever creëert daarom eenkrachtige leeromgeving door de klassieke vormen vaninstructie met de nieuwe technologie te combineren.Deze cocktail van oefenen in het water en het werkenop het droge of van op afstand wordt ook welblended learning genoemd. Ze is voornamelijk gerichtom de zwemmers meer inzicht te geven. Hieronderworden drie mogelijke werkwijzen aangehaald diezowel voor de zwemmer als voor de lesgever gebruiktkunnen worden; 1. een zwemmer heeft het niet eenvoudig om zich de

beweging die hij maakt, visueel voor te stellen. Hetis een beweging die horizontaal wordt uitgevoerden voor het grootste deel niet normaal kanworden geobserveerd (onder het watervlak). Hettonen van een duidelijk beeld (vanuit allemogelijke gezichtshoeken), vergemakkelijkt devisualisatie,

2. de wetenschap van het zwemmen is nooiteenvoudig geweest en zal het ook nooit worden.Hoe verwonderlijk het ook klinkt maar de

Kijkwijzer 86: uitblazenOm de stroomlijn te behouden, ademt dezwemmer onder water uit. Hij heeft hiervoormeer tijd dan voor het inademen.

geselecteerd beeld:

200 m crawl - vooraanzicht onder waterkijk naar frame 52 tot 58

Fig 4. Leer gericht kijken

Een bladzijde uit het elektronisch boek (het uitblazen bij crawl als

voorbeeld om de lezer te leren gericht te kijken)

Kijkwijzer 84: tijdstip van inademenHet inademen zelf gebeurt tijdens het neerwaartsbewegen en bij het begin van het trekken. Op datmoment bevindt de arm van de ademkant zich bijhet begin van het overhalen.

geselecteerd beeld:

100 m crawl - zijaanzicht boven waterkijk naar frame 47

wetenschap heeft ons nog steeds geen volledigantwoord gegeven waarom en hoe een zwemmerhet snelst kan stuwen. Het elektronisch boek iswetenschappelijk gestaafd en probeert eenverzameling te zijn van alle actuele werken. Omtegemoet te komen aan de complexiteit van destuwing in het water heeft Spill VOF een manierontwikkeld waarmee tekst en dus verklaringeneenvoudig kunnen worden beschreven. De tekst,bestaande uit oneliners (statements), isgeoptimaliseerd om te lezen op een computer -scherm. De statements worden eenvoudigverklaard door kijkwijzers zodat de gebruiker detekst kan toetsen aan de beelden. We zijn ervanovertuigd dat het hoofd, het lichaam kan helpenom tot betere performanties te komen (inzicht enbegrip leggen een grondige en meer stevigemotorische basis),

3. foutenverbetering bij derden toont het stadiumvan inzicht en begrip. Normkaarten bevatten eenlijst van technieken waarover een zwemmer moetbeschikken. Het inschakelen van collegazwemmers bij de foutenobservatie of het invullenvan normkaarten kan in eerste instantiegemakkelijk worden geoefend met hetelektronisch boek om dan uiteindelijk totfoutenobservatie in het zwembad over te gaan.

UitblazenOm de stroomlijn te behouden, ademt dezwemmer onder water uit. Hij heeft hiervoormeer tijd dan voor het inademen.

Het uitblazen gebeurt door de mond of door deneus en het makkelijkst zelfs door mond en neustegelijk. Velen ademen onvoldoende uit.

Het tijdstip van uitademen is individueelverschillend. Sommige zwemmers ademencontinu uit en andere explosief, net voor hetinademen.

Page 4: 216 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 december 2007

zwem

men

128

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 2

/200

7-20

08

4

[

Tip 1: Eenvoudig uitgedrukt is de armbeweging onder water vanuitzijaanzicht een lange en diepe en vanuit vooraanzicht een smallebeweging

Tip 2: De hand staat stevig gefixeerd op de onderarm.

Tip 3: De handen zorgen ervoor dat over de hele bewegingsbaanstilstaand water achterwaarts in beweging wordt gebracht.

Tip 4: De onderwaterbeweging verloopt versnellend.

DE BASISPRINCIPES VAN DE ARMBEWEGING CRAWLVoorbeeld 1: De armbeweging van crawl wordt besproken in ongeveer 30 bladzijden van het elektronisch boek. We gebruiken de vier onderstaande bladzijden als voorbeeld.

woordverklaring

Achterwaarts

Gericht naar de voeten van de zwemmer, waarde zwemmer vandaan komt.

woordverklaring

Versnellende armbeweging

Om een optimale stuwkracht te bereiken, ishet een goede vuistregel om te trachten destuwende beweging continue te versnellen.De armbeweging onder water begint dus traagen eindigt snel. Het insteken en hetneerwaarts beweging wordt relatief traaguitgevoerd. Daarna wordt de snelheidgeleidelijk opgevoerd

Uniformering vraagt om samenwerken Het standaardiseren van een tekst en werkwijzebinnen een bepaalde regio kan alleen door hetinformeren en samenwerken met alle instanties diewerken rond het zwemmen. De informatie moetzowel de zwemmers, hun lesgevers als dewerkomgeving bereiken. Dus moeten ook dekoepelinstanties of -federaties overtuigd worden vanhet nut van een gemeenschappelijke aanpak. Langs aldeze kanalen probeert de Gentse Universiteit met hetwerk ‘crawl, een standaardgids’ om tot eenuniformering te komen.

Watergewenning en zwemonderricht in Vlaanderenworden voor een groot deel in goede banen geleiddoor de sportdiensten van steden en gemeenten, deGezinssportfederatie en de zwemscholen van zwem-,triatlon- en reddingsclubs. We zijn dan ook verheugdal deze officiële instanties (Gezinssportfederatie,Vlaamse Zwemfederatie, Vlaamse reddingscentrale,Vlaamse triatlon- en duatlonfederatie en het Instituutvoor Sportbeheer) tot onze partners te mogenrekenen. In Vlaanderen wordt de opleiding ennascholing van lesgevers, instructeurs, trainers endocenten verzorgd door de opleidingsinstituten(Universiteiten en Hogescholen), de VlaamseTrainersschool (het BLOSO) en de Bond Voor

Lichamelijke Opvoeding. Het gebruik van identiekesyllabi binnen al deze instanties zorgt op die manierook voor het juiste verhaal binnen de gepaste contexten wat belangrijk is: steeds op dezelfde manier.Alleen door samen te werken en eenzelfde basistekstte gebruiken, kunnen we een nog sterkere en meerkwaliteitsvolle opleiding (en momenteel alleen nogzwemopleiding) in Vlaanderen bereiken.

UITGEWERKT VOORBEELDDe manier waarop het elektronisch boek eentechniek beschrijft en verduidelijkt, wordt door tweevoorbeelden geïllustreerd. We beschrijven tweeonderdelen van het crawl zwemmen; de basis -principes van de armbeweging en de beenbewegingvan crawl. Het eerste deel is een vrij eenvoudigematerie en toont vooral de manier waarop tekstenworden uiteengerafeld tot oneliners of statements.Ook de handigheid van verklarende woordenlijstenen kijkwijzers staat centraal. Het tweede deel (debeenbeweging) daarentegen is een meer gevorderdematerie. Hier tonen we het belang van bewegendebeelden als verduidelijking van een tekst. De termenen woorden in het vet of cursief geven aan of het eenwoordverklaring, een kijkwijzer of een hyperlinkbetreft.

bladzijde 10 van het elektronisch boek

Basisprincipes van de armbeweging

Page 5: 216 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 december 2007

Tip 1: De hand moet proberen ‘diepwater’ te pakken, afhankelijk van dearmlengtse, kracht en zwemafstand.

Tip 1: Vanop de bodem gezien, beschrijft de hand onder water een Smal S-vormig patroon.

zwem

men

129

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 2

/200

7-20

08

5

[

Tip 2: Bij het begin van de armbeweging moet de hand zichonder het watervlak ver naar voren uitstrekken.

Tip 1: Bij zijaanzicht legt de hand een lange afstand af onder water.

Tip 3: De hand moet het water ver naar achteren duwen.

Tip 4: Vanop de bodem gezien, beschrijft de hand geen rechte lijn, maar eensmal S-vormig patroon.

Tip 2: Hoe dieper de hand in het water gaat, hoe groter dehefboom.

Tip 3: Een grote hefboom vraagt een grote krachtinspanning.

Tip 4: Het diepste punt in het water wordt bereikt net voor dehand loodrecht onder de schouder zit.

Tip 2: De hand gaat na het insteken een beetje naar buiten, een beetje naar binnen en opnieuw eenbeetje naar buiten.

Tip 3: De handen gaan niet of amper voorbij de middellijn van het lichaam.

bladzijde 11 van het elektronisch boek

bladzijde 12 van het elektronisch boek

bladzijde 13 van het elektronisch boek

Een smalle armbeweging

Een lange armbeweging

Een diepe armbeweging

Page 6: 216 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 december 2007

woordverklaring

Opwaarts

Gericht naar de bodem vanhet zwembad.

Bestellen van het elektronisch boek Crawl, een standaardgids is een realisatie van Spill VOF en is met behulp van een demoeenvoudig te bekijken via de website: www.crawl.be. Met de BVLO-promotiecodeBT347 krijg je een korting van 5 euro.

Tip 3: De positie van de voet verandert van gestrekt naar gebogen en hij is nietlanger binnenwaarts gedraaid. De voetzool kan nu eventueel als stuwvlakgebruikt worden.

Tip 4: Vooral zwemmers met overstrekbare knieën (sabelbenen) kunnen tijdenshet explosief strekken van de knie extra stuwing halen met de voetzool.

zwem

men

130

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 2

/200

7-20

08

6

[

Tip 1: De neerwaartse beenbeweging wordt ook wel de neerklop of downbeatgenoemd.

Tip 2: In het begin is het been gestrekt en bevindt de voet zich net onder of aanhet watervlak.

Tip 3: Eerst buigt de knie die dan dieper in het water komt.

woordverklaring

Neerwaarts

Gericht naar hetwateroppervlak.

woordverklaring

Supinatie

De term supinatie is één van determen die binnen defunctionele anatomie gebruiktkan worden om een bewegingin een gewricht te beschrijven.

Supinatie wordt gebruikt omeen beweging in de onderarmen het enkelgewricht tebeschrijven.

In het enkelgewricht spreektmen van supinatie als debinnenrand van de voet wordtopgetrokken.

DE BEENBEWEGING CRAWLVoorbeeld 2: De beenbeweging van crawl wordt besproken in ongeveer 10 bladzijden van het elektronisch boek. We gebruiken de twee onderstaande bladzijden als voorbeeld.

Tip 4: Door de waterdruk op het onderbeen blijft de voet nog even aan hetwatervlak en kan hij over een lange baan correct geplaatst blijven.

Tip 6: Tot het been gestrekt is en de heup hetmeest gebogen, slaat de gestrekte voet explosiefneerwaarts (vergelijkbaar met het ‘trappen opeen voetbal’).

Tip 5: De voet is dan maximaal gestrekt en bij sommigen binnenwaarts gedraaidom het stuwvlak te vergroten. Een doeltreffende binnenwaartse voetrotatievereist een rotatie van het dijbeen in het bekken, gecombineerd met een goedesupinatie van de enkel.

Tip 1: De opwaartsebeenbeweging wordt ook welde opklop of upbeat genoemd.

Tip 2: Na de neerwaartsebeenbeweging wordt met eenontspannen knie eenopwaartse beweging van dedij ingezet.

bladzijde 68 van het elektronisch boek

bladzijde 69 van het elektronisch boek

Neerwaartse beenbeweging

Opwaartse beenbeweging

Page 7: 216 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 december 2007

kleu

tero

nder

wijs

032

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 2

/200

7-20

08

7

[

Inleiding: Deze wandeling werduitgevoerd met studenten - kleuteronderwijs.

DOELGROEP: 3E AFDELING /1E GRAAD

Algemene doelstellingen:

Fysiek aspect:• grof-motorische bewegingsvaardigheden

ontwikkelen• reactiesnelheid verbeteren• een inspanning kunnen leveren en volhouden• de ademhaling onder controle houden

Psycho-motorisch aspect:• ruimtelijke oriëntatie ontwikkelen (begrip van

afstand, omvang, plaats, richting en traject)• zintuiglijke waarneming oefenen

Cognitief aspect:• herkennen van blad, boom, vrucht• associëren van voorgaande aspecten

• benoemen van dieren uit park en bos• kleurwaarneming en -benoeming ontwikkelen• indrukken verbaal kunnen weergeven • vinden van oplossingsmethodes voor gestelde

bewegingsopdrachten

Sociaal-affectief aspect:• vreugdevol samen spelen• samenwerken• leiding durven nemen• expressie uiten• kunnen winnen en verliezen• fairplay

Verloop van de wandeling:

1. Inleiding, motivatie, afspraken. Eventueel traject(zie blz. 9)

2. Korte historiek over het park (zie blz. 11)3. Actieve opdrachten en spelen waaruit een keuze

wordt gemaakt.

INGE MAES-DEVRIENDTLector lichamelijke opvoedingHogeschool Gent

Herfstwandeling in hetCitadelpark

Integratie van natuureducatie, ruimtelijke oriëntatie enwaarneming in bewegingsopdrachten en -spelen

Page 8: 216 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 december 2007

ACTIEVE OPDRACHTEN EN SPELEN

• Vertrouwd maken met het traject:- Zich verplaatsen met een bol wol die

afgewikkeld wordt.- Onderweg, aan de hand van foto’s of

afbeeldingen de geplande weg volgen.

• Kennismaking met vindmateriaal en omgevings -ruimte via reactiespelen:- Zo snel mogelijk terug: vanuit een gelid zo snel

mogelijk 3-5 verschillende bladeren of vruchtenzoeken en terug op plaats komen.

- Idem maar bladeren van een verschillende ofgelijke kleur

- Zo snel mogelijk terug: vanuit een gelid zo snelmogelijk 3-5 verschillende bomen aanraken enterug naar je plaats komen

- Je kan hier ook de bewegingsvorm wijzigen. Bv.huppen

- Boompje wisselen: iedereen staat aan eenboom, de tikker roept: “wisselen”. Iedereenprobeert een andere plaats in te nemen, detikker probeert iemands plaats te bemachtigen.

• Kennismaking met het milieu via verstopspelen:- Het gekende verstoppertje met tellen- Dieren zoeken: een aantal spelers zit verstopt en

maakt een dierengeluid. Zoek elk dier om hetsnelst (individueel, in groep)

Opm. baken zeer duidelijk de grenzen afDe dieren moeten wel blijven zitten tot iedereen terug en klaar is.

- 2 groepen: 1 groep zoekt de echte bosdieren(knuffels, figuurtjes), de andere groep de anderedieren of figuren die er niet thuishoren.

• Kennismaking met ruimte via tikspelen:- Tikspel met verlossen: wie getikt is gaat aan een

boom staan of geeft de hand aan iemand aande boom. Wanneer de buitenste aan de handwordt getikt mogen er 1, 2 of alle weer vrijlopen.

kleu

tero

nder

wijs

033

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 2

/200

7-20

08

8

[

Page 9: 216 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 december 2007

Men neemt best 2 tikkers zodat er iemand kanbewaken.

- Tikkertje tussen de bomen: bomen alshindernissen

- Kettingtikkertje: wie getikt is geeft hand aantikker

• Ontwikkeling van lenigheid, evenwicht enspierversteking:- Ga aan een boom staan, neem stam vast en

voer een aantal lenigheidsoefeningen uit.

• Bewegingsvaardigheden gecombineerd metruimtelijke oriëntatie:

Omvang:- De boom wordt dikker: in ketting, handen vast,

rond een boom lopen tot de hele kettingopgerold is, dan weer ontrollenDit kan ook rond een denkbeeldige boom.

- Hoe dik is de boom: ga er met een aantalrondstaan en geef elkaar de hand, hoeveelkunnen er net rond?

- Hoeveel kinderen kunnen zich achter die boomverstoppen?

Afstand:- Welke boom staat het verst?- Hoe meten we dit uit?- In hoeveel staande vertesprongen komen we

aan een afgesproken eindpunt op het pad?- Met vindmateriaal een afstand uitmeten- Met andere methodes een afstand uitmeten- Vergelijking van 2 afstanden via meten met een

zelfde maatsysteem - Wie springt het verst? We trekken een startlijn en

leggen een stukje vindmateriaal op de plaatswaar we terechtkomen.

Traject:- Iedereen mag (binnen bepaalde grenzen) een

zelfgekozen baan lopen. Er wordt dan gevraagdte verwoorden waarlangs, waaronder, waaroveren onder (aan de hand van herkenningspunten)

- Doorlopen van bepaalde routes of trajecten viakorte omloopjes en rudimentair trajectplan:

- Iemand loopt een zichtbaar traject, de partnermemoriseert dit en doet het na.

- Zoeken van allerlei materiaal (vindmateriaal enzelf aangebracht materiaal zoals stickers,knuffels van bosdieren)

- Traceren van andere herkenningspunten (bank,gebouw, pad, standbeeld, vijver...)

Meetkundige vormen:- Bekijk je gevonden blad en beschrijf met je

hand de vorm- Probeer met je hand de kartelingen van het blad

weer te geven- Loop je blad- Ga allemaal staan in de vorm van een ...blad

• Ervaren van snelheid en duur via loopopdrachten:- Loop zo snel mogelijk naar... en terug- Welke groep heeft het snelst de afstand

afgelegd- Loopwedstrijd met hindernissen, vergelijk

verschillende banen

• Ervaren van milieu, hoogte, hindernissen:- Uitzoeken met welke bewegingswijzen we de

berg op kunnen klimmen en dalen- Hoe kunnen we voortbewegen: op het pad, in

het gras, tussen de bomen, over stokjes

• Samenwerking in groepsopdrachten - Materiaal verzamelen, willekeurig - Idem met opdracht: verzamel X vruchten van de

Xboom- Een omloopje samenstellen met vindmateriaal

als hindernis, begrenzing, bakenZet het op een plannetje via herkennings -plaatsen;Een andere groep probeert het uit te voeren.

- Stippel een pad uit via zintuiglijke waarneming.duid op een plannetje alle punten vanwaarneming aan.

- Zoek samen leuke bewegingen op het volgendeversje:

kleu

tero

nder

wijs

034

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 2

/200

7-20

08

9

[

Page 10: 216 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 december 2007

“ Rikke-tikke-tik, rikke-tikke-tikDoor de regen daar loop ikStampen in een diepe plasDruppels op mijn regenjasRikke-tikke-tik, rikke-tikke-tikDoor de regen, jij en ik!”

Rustige afsluiters:• Olfactorische (met betrekking tot reukzin en

geuren) waarneming: ruiken aan het gras, nattegrond, bladerenVerschil tussen geur van stam van naaldboom enloofboom..

• Auditieve waarneming: luisteren naar geluiden;herkennen van geluid

• Tactiele waarneming: per 2 , 1 geblinddoekt of ogendicht: je weg zoeken tussen bomen en struiken.

• Tactiele waarneming: de vruchten uit het zoekzakjeherkennen

• Tactiele waarneming: een vrucht doorgeven achterde rug. Wat is het?

• Visuele waarneming: Ik zie ik zie wat jij niet ziet(een voorwerp uit het park zichtbaar verstoppen enlaten zoeken.

• Levend kimspel: elk kind staat aan een boom ofstruik (op een vaste plaats). 1 kind draait zich evenom. Ondertussen wisselen enkele kinderen vanplaats. Wie is van plaats veranderd? Benoem ookde bomen waar ze tegen stonden

• Zweven of vallen? probeer uit welke van je vruchtenzweven of niet.Eventueel ook met “drijven.”

• Expressie: Wanneer we een paddenstoel zienfantaseren we er een kabouter bij;Hoe ziet die er uit? Hoe stapt hij? Hoe kijkt hij?

Naverwerking in kimspel (ruimtelijke oriëntatie enwiskundige initiatie)

- Teken het gespeelde kimspel uit. Welkefiguurtjes wisselden van plaats?

Naverwerking in sorteren:- Verschillende bakjes hetzij qua maat , hetzij qua

vorm of kleur: sorteer alle vindmateriaal hierin- Hoeveel stuks hebben we van elk?- Benoem nog eens alle vruchten en bomen- Sorteer alle waargenomen dieren naar

kenmerken: - wijze van bewegen

- aantal poten- staart, vleugels- geluid enz.

- Leg de vruchten op 1 lijn in volgorde van grootte

Naverwerking in Gezelschapsspelen:

Spelbord:

Materiaal:- bord met vakjes en afbeeldingen erop- kastanjes, noten en andere herfstvruchten in

gelijk aantal

Aantal spelers: 2 à 6

1. Elk krijgt een 3-tal noten (ieder een verschillendesoort) in zijn mandje.In de hokjes op het bord staan eveneensverschillende vruchten. Gooien met de dobbelsteen om te bepalenhoeveel hokjes men vooruit mag. Komt men opeenzelfde vrucht als de gekozene, dan krijgt mener 1 bij uit de grote pot; zoniet geeft men er 1 af.

2. Op het bord staan verschillende vruchtenafgebeeld: als men na het gooien van dedobbelsteen op een vrucht terechtkomt, mag mendie nemen en in het eigen mandje leggen. Vanwelke boom komt ze?

3. Op het spelbord staan verschillende dieren.wanneer je op een dier komt te staan dat in hetpark (of bos) voorkomt, dan mag je een nootnemen.Kom je op een ander dier dan geef je (eventueel)een noot af. Idem: wanneer het dier noten eet. - Wanneer je op een dier komt uit het bos dan

benoem je het en boots je het na in bewegingen eventueel in geluid

4. Op het bord staan bladeren.- Wanneer het blad waarop je komt bij jouw noot

hoort mag je een extra noot nemen.- Wanneer je weet welke noot bij het blad hoort

mag je die nemen

5. Op het bord staan: valkuilen (1x blijven staan),roofdieren (noot afgeven), kabouters,paddenstoelen, pijltjes voor 1 hok verder of 1terug.

6. In bepaalde hokjes staan opdrachtjes (aangeduidmet een vooraf besproken embleempje. Voorbeelden: nabootsing van bosdieren, liedjezingen, dier-blad-noot-plant herkennen, eenbeweging uitvoeren (bv. 10 x omhoog springen)

7. Stap, klap, spring telkens het aantal ogen van jedobbelsteen

Andere gezelschapsspelen:

kleu

tero

nder

wijs

035

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 2

/200

7-20

08

10

[

Page 11: 216 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 december 2007

- Lotto met herfstbladen, noten, dieren enz- Memory idem- Domino idem- Kwartet- Puzzel

Naverwerking ruimtelijke oriëntatie/beeld:- maak een plan waarop je de hele wandeling via

herkenningspunten weergeeft- maak een schatkaart waarop je de weg naar de

schat via herkenningspunten aangeeft- maak een “spinnenwebblad”- een grote kartonnen boomstam: kleef er echte

bladeren op of maak zelf mooie gekleurdebladeren in allerlei vormen

- maak een voeldoos met allerlei boomvruchten- maak een kijkdoos met vindmateriaal, mos enz.- maak een kabouterkijkdoos

Traject:We beginnen rechts van het Smak aan de hersteldevijver met het Moorke, verder door naar de kiosk(daar is een stukje open ruimte).We passeren de oude citadelpoort en steken doornaar het pad richting tunnel naast de heuvel.We gaan even tot op het plein aan de achterkant vanhet Kuipke. Dan volgen we de weg links van dekennel en komen we rechtover de plantentuin terugaan de Ledeganckstraat.

kleu

tero

nder

wijs

036

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 2

/200

7-20

08

11

[

Bijlage: historiek van het Citadelpark:

Het “muurke”:Standbeeld van een Afrikaanse jongen met eenCongolees instrument.Opgericht ter ere van de gebroeders Van de Veldedie in dienst van het leger en Leopold II via deInternationale Afrikaanse Vereniging naar hetvoormalige Belgisch-Congo en andere delen vanCentraal Afrika (ontdekt door Livingstone) trokken. 1 van beide broers, Joseph, luitenant verbonden aanhet cartografisch instituut, kreeg in 1881 de opdrachteen scheepswerf te bouwen in Congo. Hij werd echter zo zwaar ziek dat men hem moestoverbrengen naar Leopoldstad. Er waren geenwegen, geen kennis van tropische ziekten.Hij stierf dan ook in 1882. Lievin Van de Velde, zijn broer, werd eveneensluitenant en verkreeg dezelfde functie en opdracht alszijn broer in 1881. Hij stond in voor de bouw vaneen lazaret voor het leger maar bij gebrek aanverplegers en dokters moest hij zelf instaan voor deziekenzorg (pokken).Hij sloot gunstige overeenkomsten met inlandsestamhoofden waardoor een aantal gebieden onderbescherming kwamen.Zware tochten in een vochtig en tropisch klimaat,onder slechte hygiënische omstandigheden haddenzijn gezondheid zwaar aangetast en in 1885 moest

Page 12: 216 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 december 2007

kleu

tero

nder

wijs

037

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 2

/200

7-20

08

12

[

hij naar België terugkeren. Daar hield hij lezingenover Congo. Hij vertrok terug in 1887 maar hij wasniet meer bestand tegen het klimaat en stierf inCongo in 1888.De Gentse bevolking liet dit monument ontwerpendoor Armand Heins, beeldhouwer Mast voerde hetuit.Het beeld stelt een Afrikaanse jongen voor die op demarimba speelt.

De citadelpoort:

Overblijfsel van de Citadel aan de Heuverpoort, die inhet begin van de 18e eeuw werd gebouwd. In 1700 was Karel II, koning van Spanje enVlaanderen overleden zonder erfgenaam. ZowelLodewijk XIV van Frankrijk, als de Oostenrijkse hertogKarel Van Habsburg aasden op Vlaanderen. Lodewijk XIV bezette onze gewesten tot 1706 (GroteAlliantie).In 1713 bij de vrede van Utrecht werden de ZuidelijkeNederlanden toegewezen aan Karel VI, maarHollandse troepen mochten in ons land 8 puntenbezetten die als strategisch werden beschouwd tegenFrankrijk.Gent viel hierbuiten en moest dus door nationaletroepen worden verdedigd.Jozef II zag uiteindelijk de nutteloosheid van debarrière in en ook de Nederlanders trokken weg. In1818 stemde de Europese alliantie een oprichting vaneen Europese strijdmacht.Aangezien het Spanjaardenkasteel niet meer voldeed,moest er een nieuwe citadel komen op de meestkwetsbare plaats, nl. tussen de Kortrijkse en deHeuverpoort in 1819. In 1826 trokken de VerenigdeNederlandse troepen zich terug in de citadel. Deomstandigheden in de citadel waren erbarmelijk: elkemilitair had 1m om zich op het stro uit te strekken.De citadel kon ongeveer 5000 man herbergen over 2verdiepingen.De verlichting gebeurde nog met kaarsen enpetroleumlampen.

Op 11 juli beloofde de stadsraad steun te geven aanpetities om de citadel af te schaffen, wat ookgebeurde na een ontploffing (zelfmoord van eenonderluitenant in één der munitiekelders). 1870: oorlog tussen Frankrijk en Duitsland met hetgevolg dat het leger werd gemobiliseerd in de nogbestaande vestigingen. De vrede werd getekend inVersailles in 1871. De stad besliste de citadel gedeeltelijk af te brekenmet het oog op de komende Provinciale tentoon -stelling en er een park, lanen en straten te voorzien.De oude kazerne aan de Katttenberg werdafgebroken en een nieuwe zou gebouwd worden. In1975 werd de citadel volledig afgebroken voor deWereldtentoonstelling.

Wat we nu nog zien is de hoofdpoort van de Citadelmet het Latijnse opschrift: Nemo me impune lacesset.(Niemand zal mij ongestraft bestormen)

Tekeningen uit EPS1 n° 130, november-december 2006Foto’s van de Kriebelbeestentocht van de 2de kleuterklas A,B,C vande Vrije Basisschool Sint-Jozef in Lochristi