39
Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts VASTGESTELD

285.39.08.08.00.toe - Bp omlegging 't Far te Hommerts...285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 2013 5 Inleiding Het plangebied van dit bestemmingsplan

  • Upload
    others

  • View
    3

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Bestemmingsplan omlegging ' t Far te Hommerts

V A S T G E S T E L D

Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts

V A S T G E S T E L D

Inhoud

Toelichting + bijlagen

Regels + bijlage

Verbeelding

Separaat bijgevoegd:

- Advies Natuurwaarden

24 januari 2013

Projectnummer 285.39.08.08.00

O v e r z i c h t s k a a r t

285.39.08.08.00.toe

T o e l i c h t i n g

285.39.08.08.00.toe

I n h o u d s o p g a v e

1 � I n l e i d i n g 5�

2 � P l a n b e s c h r i j v i n g 7�2.1� Het plan 7�2.2� Landschappelijk inpassing 8�

2.2.1� Provinciale Verordening Romte Fryslân 8�2.2.2� Kernkwaliteiten landschapstype 8�2.2.3� Ontwikkelingsgeschiedenis 9�2.2.4� Samenhang ondergrond, netwerken en

nederzettingen 10�2.2.5� Kwaliteiten en aandachtspunten 12�2.2.6� Inpassing in de wijdere omgeving 13�2.2.7� Landschappelijke inpassing 13�

3 � B e l e i d 15�3.1� Provinciaal beleid 15�3.2� Gemeentelijk beleid 16�3.3� Conclusie 18�

4 � P l a n o l o g i s c h e r a n d v o o r w a a r d e n 19�4.1� Hinder van bedrijvigheid en voorzieningen 19�4.2� Luchtkwaliteit 20�4.3� Geluidhinder 21�4.4� Ecologie 22�4.5� Cultuurhistorie 24�4.6� Archeologie 25�4.7� Waterparagraaf 26�4.8� Externe veiligheid 27�4.9� Bodem 29�

5 � J u r i d i s c h e t o e l i c h t i n g 33�5.1� Algemeen 33�5.2� Bestemmingsplanprocedure 34�5.3� Toelichting op de regels 35�

6 � U i t v o e r b a a r h e i d 39�6.1� Economische uitvoerbaarheid 39�6.2� Maatschappelijke uitvoerbaarheid 39�

6.2.1� Algemeen 39�6.2.2� Overleg 40�

B i j l a g e n

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 2013 5

I n l e i d i n g

Het plangebied van dit bestemmingsplan betreft de gronden die behoren tot de

percelen Jeltewei 24 t/m 32 te Hommerts en een deel van de agrarische gron-

den die ter hoogte van deze adressen en Jeltewei 16 t/m 22 aan de westzijde

van watergang ’t Far zijn gelegen.

De exacte ligging van het plangebied is op de topografische overzichtskaart

voorafgaand aan dit bestemmingsplan aangegeven. Op de luchtfoto in de hier-

navolgende figuur is het plangebied globaal weergegeven.

F i g u u r 1 . L u c h t f o t o v a n p l a n g e b i e d e n o m g e v i n g

( B r o n : B i n g M a p s , 2 0 1 1 )

Enige jaren geleden is het plan ontstaan om watergang ’t Far om te leggen om

zodoende meer ruimte voor bedrijvigheid op het perceel van mechanisatie- en

constructiebedrijf Bijlsma te creëren. Hiertoe zijn destijds diverse onderzoeken

uitgevoerd en is de omlegging van ’t Far in het bestemmingsplan Hommerts uit

2007 opgenomen. De voorgenomen verlegging stuitte echter op weerstand bij

omwonenden. In het later opgestelde en in werking getreden bestemmingsplan

Buitengebied, is de destijds voorziene omlegging voor een deel weer wegbe-

stemd, waarbij abusievelijk tevens een deel van de bedrijfsbestemming van het

mechanisatie- en constructiebedrijf voor ‘Agrarisch’ is bestemd.

Op uitnodiging van de voormalige gemeente Wymbritseradiel en Wetterskip

Fryslân heeft op 11 december 2009 overleg met betrokken omwonenden

plaatsgevonden. In dit overleg is een ruimere omlegging van de watergang,

met een meer glooiend en geleidelijker verloop, overeengekomen. De met het

PLANGEBIED

AANLEIDING

HET PLAN

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 20136

verruimen van ’t Far vrijkomende gronden zouden dan kunnen worden aange-

wend voor de naastgelegen betrokken woonfuncties aan de Jeltewei en het

mechanisatie- en constructiebedrijf.

De gronden waar deze verruiming betrekking op heeft, zijn opgenomen in het

geldende bestemmingsplan Buitengebied en het bestemmingsplan Hommerts.

Het bestemmingsplan Buitengebied is vastgesteld door de raad van de voorma-

lige gemeente Wymbritseradiel op 31 augustus 2010. Het bestemmingsplan

Hommerts is door de raad van de voormalige gemeente Wymbritseradiel vast-

gesteld op 11 december 2007 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van

de Provincie Fryslân op 17 juni 2008.

De voorziene omlegging van ’t Far is niet passend binnen de regels van beide

bestemmingsplannen. Dit betekent dat verruiming uitsluitend mogelijk is door

het opstellen van een zogenaamd postzegelbestemmingsplan. Met dit bestem-

mingsplan wordt daarin voorzien. In dit bestemmingsplan zijn specifiek gel-

dende regels gesteld waarmee maatwerk ten behoeve van het plan is geleverd.

In het kader van dit bestemmingsplan zijn diverse onderzoeken uitgevoerd, al

dan niet aansluitend op reeds in het verleden eerder uitgevoerde onderzoeken

ten behoeve van de omlegging van ’t Far.

Overigens is vanwege de nieuwbouw van woningen op het perceel Jeltewei 32

(ter vervanging van een voormalig agrarisch bedrijf ter plaatse) op 15 decem-

ber 2008 vrijstelling ex artikel 19, lid 2 WRO verleend1. Deze vrijstelling is

eveneens betrokken bij het opstellen van dit bestemmingsplan.

Daarnaast is de woonbebouwing op het perceel Jeltewei 26 enige jaren gele-

den verwijderd. In voorliggend bestemmingsplan is een nieuw aangepast bouw-

vlak voor het oprichten van een vervangende woning op dit perceel opgeno-

men.

Voorliggende toelichting is opgebouwd uit zes hoofdstukken. Na deze inleiding

is in hoofdstuk 2 nader ingegaan op het plan en de landschappelijke inpassing

daarvan. In hoofdstuk 3 is een overzicht gegeven van het geldende beleid van

provincie en gemeente. Hoofdstuk 4 betreft een verhandeling over de verschil-

lende planologische randvoorwaarden die van toepassing zijn binnen het plan-

gebied. De juridische toelichting op het bestemmingsplan is in hoofdstuk 5 ge-

geven. In hoofdstuk 6 is tot slot ingegaan op de economische en maatschappe-

lijke uitvoerbaarheid van het plan. De maatschappelijke uitvoerbaarheid be-

treft de resultaten van het overleg.

1 Ruimtelijke onderbouwing woningbouw Jeltewei 32 te Hommerts, BügelHajema Adviseurs,

projectnummer 285.22.08.04.00.

GELDENDE

BESTEMMINGSPLANNEN

LEESWIJZER

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 2013 7

P l a n b e s c h r i j v i n g

2 . 1

H e t p l a n

Met dit bestemmingsplan wordt de gedeeltelijke omlegging van ’t Far planolo-

gisch-juridisch vastgelegd. In onderstaande figuur is de loop van ’t Far in de

oude en nieuwe situatie weergegeven. Zichtbaar is dat de naastgelegen perce-

len aan de Jeltewei hierdoor worden vergroot.

F i g u u r 2 . T e k e n i n g o u d e e n n i e u w e s i t u a t i e ’ t F a r

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 20138

Daarnaast is een nieuw bouwvlak voor Jeltewei 26 in dit bestemmingsplan op-

genomen. De eerder op dit perceel aanwezige woonbebouwing is enige jaren

geleden gesloopt. Met dit bestemmingsplan is een nieuw (gewijzigd) bouwvlak

voor het oprichten van een vervangende woning opgenomen. De nieuw te bou-

wen woning zal dichter aan ’t Far worden gesitueerd, waarbij de gevel aan de-

ze zijde in lijn komt te liggen met de vrijstaande woningen aan de Jeltewei 26

en de woningen aan de zuidzijde en tevens een kwart slag worden gedraaid.

De grootte van het bouwvlak is gelijkgesteld aan die van de naastgelegen vrij-

staande woningen aan de zuidzijde.

2 . 2

L a n d s c h a p p e l i j k i n p a s s i n g

2 . 2 . 1

P r o v i n c i a l e V e r o r d e n i n g R o m t e F r y s l â n

Op grond van de Provinciale Verordening Romte Fryslân uit 2011, artikel 3.1,

moet bij een uitbreidingslocatie die aansluit op bestaand stedelijk gebied aan-

dacht zijn voor de landschappelijke inpassing van de uitbreiding. In deze para-

graaf is daarom een verantwoording opgenomen over de wijze waarop met het

plan rekening wordt gehouden met, respectievelijk invulling geeft aan, de in

de verordening genoemde aspecten van ruimtelijke kwaliteit. Deze paragraaf

bevat een analyse van de ondergrond, netwerken en nederzettingspatronen,

gaat in op de bijdrage aan de kernkwaliteiten van landschapstype en nederzet-

tingspatroon en de realisatie van kwaliteitsdoelen (beeldkwaliteit, bebou-

wingstypologie en -vormen, materiaal- en kleurgebruik en landschappelijke in-

passing).

In deze paragraaf is eerst ingegaan op de kernkwaliteiten van het landschap en

de ontwikkelingsgeschiedenis. Vervolgens wordt de samenhang van de onder-

grond, de netwerken en nederzettingspatroon van de omgeving van Hommerts

beschreven. Als laatste wordt ingegaan op de nadere inrichting van de verleg-

ging van ’t Far en de vergroting van de aangrenzende percelen aan de Jeltewei

en de landschappelijke inpassing hiervan.

2 . 2 . 2

K e r n k w a l i t e i t e n l a n d s c h a p s t y p e

In de Provinciale Verordening Romte is een indeling in landschapstypen opge-

nomen met de daarbij behorende kernkwaliteiten. De ontwikkeling ligt in het

landschapstype “Veenweidegebied”. De kernkwaliteiten voor dit landschap,

benoemd in het Streekplan Fryslân, dienen herkenbaar te blijven en dienen als

ankerpunt bij planvorming. De kernkwaliteiten van dit landschapstype zijn:

- de ondergrond bestaat uit restveen en moerige gronden, opvallende

hoogteverschillen in maaiveldniveau;

- een midden- tot grootschalig open landschap;

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 2013 9

- structuren: eenduidige patronen van haaks op elkaar staande structuren

van bebouwingslinten en verkaveling en aanwezige polderdijken;

- dorpen: lintbebouwing langs hoofdwegen door de polders;

- boerenerven: geconcentreerd langs de hoofdwegen van de polders;

- wegen: hoofdwegen in parallellijnen, haaks op de verkaveling, verbon-

den door korte dwarswegen;

- water: vaarten onder aan de dijk en brede poldervaarten, passend in de

polderverkaveling, ringvaarten, opvallende peilverschillen tussen veen-

polders en hun omgeving;

- verkaveling: opstrekkende strokenverkaveling haaks op de bewoningslin-

ten;

- beplanting: rond boerderijen en erven, rond dorpslinten en incidentele

groene verdichting door boselementen;

- bijzonderheden: polderdijken, gemalen en molens.

2 . 2 . 3

O n t w i k k e l i n g s g e s c h i e d e n i s

Hommerts is ontstaan op de hoogst gelegen plaatsen langs ‘t Far. Boerderijen

werden gebouwd aan de oostelijke oever van deze half natuurlijke waterloop.

In de loop der tijd ontstond op deze wijze een streekdorp. ‘t Far bestond uit

een noord-zuidgerichte reeks van poelen. Het vormde de basis van de ont-

sluiting van het dorp. Dwars op ‘t Far kwam een opstrekkende verkaveling tot

stand. De percelen waren bereikbaar via een groot aantal in de verkaveling ge-

legen verbindingssloten. De oude structuur is nog in het dorp terug te vinden.

Wegverbindingen kwamen gedurende lange tijd nauwelijks in het gebied voor,

totdat in 1843 de weg Sneek-Lemmer aangelegd werd. Daardoor veranderde

het karakter van een op het water naar een op de weg georiënteerd dorp. Het

water verloor bij de aanleg van deze weg de verbindingsfunctie. Dit proces

werd versterkt door het vervallen van de verbinding met het open boezemwa-

ter. Slechts het noordelijke deel van ‘t Far in Jutryp heeft deze verbinding nog

wel. Door het vervallen van de verbinding met het boezempeil werden in de

loop der jaren omwille van de agrarische bedrijfsvoering delen in ‘t Far ge-

dempt en omgelegd. De verlegging omwille van onder meer de bedrijfsvoering

van het mechanisatie- en constructiebedrijf moet derhalve als passend binnen

deze historisch-functionele ontwikkeling van het gebied worden beschouwd.

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 201310

F i g u u r 3 . F r a g m e n t e n t o p o g r a f i s c h e k a a r t 1 8 5 5 , 1 9 0 9 , 1 9 6 1 e n 2 0 0 4

In de jaren ‘50 van de vorige eeuw is voor het eerst van de lintstructuur afge-

weken door de bouw van woningen aan de weg naar Osingahuizen. Door inpas-

sing van bebouwing op open plekken in de streekbebouwing is op een aantal

plekken een verbreding van de bebouwingsstructuur ontstaan. De meest recen-

te nieuwbouw in Hommerts heeft plaatsgevonden in de wijk De Nessen en aan

de Jeltewei in het zuidelijke deel van het plangebied. Tot enkele jaren gele-

den stond op deze locatie een boerderij die in een bouwvallige staat verkeer-

de. De boerderij is afgebroken en heeft plaatsgemaakt voor twee vrijstaande

en zes geschakelde woningen.

2 . 2 . 4

S a m e n h a n g o n d e r g r o n d , n e t w e r k e n e n

n e d e r z e t t i n g e n

O n d e r g r o n d Uit de provinciale cultuurhistorische kaart blijkt dat het plangebied gelegen is

in een veenweidegebied. Het laagveengebied van het Lage Midden is een laag-

gelegen kom, gevormd door een hogere omranding van de kleigebieden van

Westergo in het westen en de hogere zandgronden van de Noordelijke en Zui-

delijke Wouden in het oosten. De laagveengebieden zijn in het huidige land-

schap als twee uitgesproken eenheden te herkennen: het Merengebied met

structuren van grote en kleine meren en kleinschalige, kronkelende waterver-

bindingen en het grootschaliger Laagveengebied van het Lage Midden met ont-

gonnen veenpolders en uitgestrekte veenweidegebieden. In het begin van het

Holoceen (zo’n 10.000 jaar geleden) ontstond het laagveen door een combina-

tie van hoge grondwaterstanden en het afsmelten van het landijs. Het huidige

laagveen dateert van circa 500 v. Chr. De benedenlopen van de beken maakten

deel uit van dit laagveengebied, evenals de nu nog rudimentaire aanwezige

veenstromen in het merengebied.

Toen de zee dominanter werd, vormden beken als Het Alddjip/De Boarn, maar

ook de Lende, de toegang tot het veen, waardoor hier zeekleiafzettingen tot

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 2013 11

diep landinwaarts worden aangetroffen op het veen. In het begin van de Mid-

deleeuwen is het veenweidegebied in cultuur gebracht vanuit deze beken en

veenstromen waarbij de boerderijen, maar ook hele nederzettingen, opscho-

ven door het vanwege de vernatting steeds weer onbruikbaar raken van de in

gebruik genomen gronden. Op kleinschalige schaal zal altijd wel veenwinning

hebben plaatsgevonden, maar pas in de 17e eeuw werd dit grootschaliger aan-

gepakt. Nadat eerst in de randzones van het laagveengebied het hoogveen was

afgegraven, werd het laagveen via het graven van petgaten gewonnen. Tussen

de petgaten bleven kleine stroken over, de legakkers, waarop men de turf te

drogen zette. Er moest een dijk rondom de te vervenen gebieden worden aan-

gelegd, vaak met ringvaart. Met de slikgelden moesten de bemalen gronden

herontgonnen worden. Zo ontstonden de vele uitgestrekte veenpolders met

veenkaden, gemalen, ringsloten en sluizen. De eerste ontstond in 1826: de

polder van het Vierde en Vijfde Veendistrict (ten noorden van Heerenveen)

waarna nog twaalf veenpolders volgden met die van Delfstrahuizen als hekken-

sluiter (1921). De veenpolders zijn na droogmaking weer als landbouwgrond

herverkaveld, de oude middeleeuwse verkaveling is hiervoor (her)gebruikt. De

bodem bestaat deels uit restveen, plaatselijk komen zandgronden voor. De

gronden zijn voornamelijk als grasland in gebruik, plaatselijk komen natuur-

graslanden en in petgatencomplexen ook moerasbosgebieden voor.

N e t w e r k e n Onder meer ten zuiden van het plangebied liggen de Friese meren, waarvan De

Fluezen en het Sleattemer Mar tot de grootste behoren. Eromheen liggen de

veenweidegebieden. Het gebied is vrijwel geheel in landbouwkundig gebruik.

Langs de randen van de Middelzee zijn zogenaamde Hemdijken opgeworpen

om hoog binnenwater te keren. De dorpen en stadjes die veelal in de Middel-

eeuwen zijn ontstaan, zijn bijna allemaal op het water gericht en door een

stelsel van (trek)vaarten met elkaar verbonden. Pas veel later werd het zuid-

west van Fryslân door wegen ontsloten. Slechts een enkele vaarweg is later

gedempt en vervangen door een verharde weg. Hieruit blijkt dat de aanwezige

ondergrond veel invloed heeft gehad op de ordening van het landschap zoals

die nu is. Het landschap is vrij open. De erfbeplanting rondom de erven vor-

men puntverdichtingen in het open landschap.

Kenmerkend voor de ruimtelijke structuur van het dorp Hommerts is het wa-

ter. Het noord-zuid gerichte ‘t Far is de belangrijkste waterloop. ‘t Far heeft

een grillig verloop en rietrijke oevers. In de linker afbeelding in figuur 4 is de-

ze grillige loop van het ‘t Far goed te zien. De loop van ‘t Far is in de loop der

tijd veranderd doordat ‘t Far geen verbinding meer had met het boezemwater.

Hierdoor zijn in de van oorsprong doorlopende ‘t Far ter plaatse van erven van

boerderijen gedeelten van de vaart gedempt om de bereikbaarheid naar de

achterliggende landerijen te verbeteren. De slotenstructuur en de verkaveling

heeft haaks op ‘t Far plaatsgevonden, waardoor een oost-west gerichte onre-

gelmatige opstrekkende verkaveling is ontstaan.

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 201312

F i g u u r 4 . W a t e r s t r u c t u u r ( l i n k s ) e n b e b o u w i n g - e n v e r k a v e l i n g s -

s t r u c t u u r ( r e c h t s )

De ontsluitingsstructuur in de omgeving bestaat uit de noord-zuidlopende

hoofdweg (de Jeltewei/provinciale weg N354) met haaks daarop paden waar-

mee de bebouwing in het landschap ontsloten is. De groenstructuur bestaat uit

een boombeplanting aan de oostzijde van de provinciale weg. Deze accentu-

eert de lengterichting van het streekdorp. Naast deze beplanting is er boom-

en struikbeplanting op de (achter)erven aanwezig als overgang naar het ach-

terliggende open landschap.

N ederze t t i n g spa t ronen De terpdorpen in deze regio kenmerken zich door hun lintbebouwing. Deze

lintbebouwing is niet meer overal zichtbaar door diverse uitbreidingen. De be-

bouwing in het lint heeft een sterk individueel karakter. De bebouwingsdicht-

heid varieert, evenals het soort bebouwing en de bebouwingsafstand tot de

weg. In het uitgestrekte kleiweidegebied liggen regelmatig boerderijen, veelal

gebouwd op een terp. Tevens komen er aan de ontginningswegen (bedrijfs)wo-

ningen voor.

De lintbebouwing van Hommerts kan beschouwd worden als een lineaire ver-

dichting in een verder open landschap. De lintbebouwing kent een grote mate

van diversiteit in de typologie, architectuur en leeftijd van de bebouwing. De

voorkomende typologieën zijn onder andere vrijstaande en dubbele woningen,

boerderijen en bedrijfsgebouwen. Het bebouwingsbeeld in het dorp is zeer ge-

varieerd.

2 . 2 . 5

K w a l i t e i t e n e n a a n d a c h t s p u n t e n

In hiervoor beschreven analyse van de ontstaansgeschiedenis en de ruimtelijke

opbouw is een aantal specifieke kwaliteiten en aandachtspunten naar voren

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 2013 13

gekomen die uitgangspunt vormen voor ontwikkeling van het plangebied en bij

het opstellen van de randvoorwaarden voor landschappelijke inpassing.

Uit de analyse zijn een aantal aandachtspunten en ruimtelijke kwaliteiten naar

voren gekomen waarmee specifiek rekening gehouden moet worden bij het

ontwerp van het plan en de landschappelijke in passing. Dit zijn:

- de kernkwaliteiten van het landschapstype, zoals genoemd in het streek-

plan;

- het grillige verloop van ’t Far en de rietrijke oevers;

- de beplanting op de (achter)erven als overgang naar ’t Far;

- het regelmatig opstrekkende verkavelingspatroon.

2 . 2 . 6

I n p a s s i n g i n d e w i j d e r e o m g e v i n g

Gezien de analyse van de omgeving zijn er een aantal punten die van groot be-

lang worden geacht voor de inpassing van de vergrote erven en de omlegging

van ‘t Far.

‘t Far heeft een grillig verloop met rietrijke oevers. De verlegging dient gelei-

delijk aan te sluiten op dit grillige verloop van ’t Far. De schaal van de omleg-

ging moet passen binnen de schaal van de reeds bestaande afbuigingen in ‘t

Far. De rietrijke oevers zijn eveneens een kwaliteit voor het gebied. Bij voor-

keur dient de omlegging van ’t Far weer te worden voorzien van een rietbe-

planting.

Op de erven langs de Jeltewei bevindt zich erfbeplanting als overgang naar het

open landschap. Langs de randen van het plangebied aan de nieuwe oever van

’t Far dient groepsgewijs inheemse op de grondsoort passende boom- en be-

plantingssoorten (bijvoorbeeld wilgbeplanting) geplant te worden om een goe-

de aansluiting te krijgen met het bestaande beplantingspatroon op de achter-

erven van de percelen aan de Jeltewei. Hierdoor krijgt het plangebied een

goede landschappelijke inpassing.

2 . 2 . 7

L a n d s c h a p p e l i j k e i n p a s s i n g

De vanuit de analyse bepaalde landschappelijke kwaliteiten leiden tot de vol-

gende landschappelijke randvoorwaarden voor de inpassing van de vergrote er-

ven aan de Jeltewei en de omlegging van ‘t Far:

- Het verloop van de omlegging van ’t Far dient aan te sluiten op het be-

staande grillige verloop van ’t Far.

- Aan de westelijke rand van het plangebied dient groepsgewijs inheemse

op de grondsoort passende boom- en struiksoorten (bijvoorbeeld wilgbe-

planting) geplant te worden.

- Bij voorkeur dienen de oevers van het omgelegde deel van ’t Far te

worden voorzien van een rietbeplanting.

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 2013 15

B e l e i d

3 . 1

P r o v i n c i a a l b e l e i d

S t r e e k p l a n F r y s l â n 2 0 0 7 Op 13 december 2006 is het Streekplan Fryslân vastgesteld door Provinciale

Staten. Het streekplan geeft de visie van Provinciale Staten op het ruimtelijk

beleid van de provincie weer. Het streekplan vormt de basis van het provincia-

le beleid voor de periode 2006 tot 2016.

Centraal in het streekplan staat het begrip ‘ruimtelijke kwaliteit’. Hiermee

bedoelt de provincie dat in ruimtelijke plannen, in ontwerpen en in de uitvoe-

ring expliciet gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde worden

toegevoegd aan de omgeving. Deze drie waarden waarborgen op de langere

termijn een doelmatig gebruik en herkenbaarheid van de ruimte.

De provincie streeft naar goede ruimtelijke condities voor een veilige en be-

woonbare provincie en voor gezonde en veerkrachtige duurzame watersys-

temen waarin sociaaleconomische en ecologische ontwikkelingen met elkaar in

evenwicht zijn. Water is een belangrijk mede-ordenend principe in de ruimte-

lijke inrichting van Fryslân. Voor een goede waterbeheersing worden de nodige

ruimtelijke maatregelen getroffen. Door klimaatverandering, bodemdaling en

de toename van verhard oppervlak kan in veel gevallen voor een goede water-

beheersing niet meer worden volstaan met technische maatregelen. Voor een

robuust en veerkrachtig watersysteem, dat zowel wateroverschotten als water-

tekorten goed kan opvangen, zullen de (on)mogelijkheden van het watersys-

teem medebepalend zijn voor de functionele bestemming en inrichting van de

ruimte. Een goed functionerende Friese boezem is cruciaal voor de waterhuis-

houding van heel Fryslân.

P r o v i n c i a l e V e r o r d e n i n g R o m t e F r y s l â n ( 1 5 j u n i 2 0 1 1 ) Het Streekplan Fryslân uit 2007 heeft op basis van het overgangsrecht van de

Wet ruimtelijke ordening (Wro) de status van structuurvisie gekregen. Met de

invoering van de Wro is de goedkeuringsbevoegdheid van bestemmingsplannen

van de gemeente vervallen. De provincie heeft daarentegen wel de mogelijk-

heid gekregen om een provinciale verordening op te stellen. In 2010 heeft de

Provinsje Fryslân derhalve het initiatief genomen om te komen tot de Provinci-

ale Verordening Romte (PVR). Deze is op 15 juni 2011 vastgesteld en is per

1 augustus 2011 in werking getreden. In de PVR zijn geen relevante regels op-

genomen met betrekking tot de omlegging van een waterloop, zoals in dit be-

stemmingsplan het geval is. Wel dient op grond van de PVR ingegaan te worden

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 201316

op de landschappelijke inpassing van de uitbreiding van de bedrijfsbestemming

en de borging hiervan in het bestemmingsplan (zie paragrafen 2.4 en 6.2.2).

D e r d e W a t e r h u i s h o u d i n g s p l a n F r y s l â n ( 2 0 1 0 - 2 0 1 5 ) Het Derde Waterhuishoudingsplan Fryslân: “Wiis Mei Wetter” geeft de doelen

weer die de provincie in de periode van 2010 tot 2015 wil bereiken. Het wa-

terhuishoudingsplan staat centraal in de provinciale besluitvorming. Het Wet-

terskip Fryslân ontvangt dit provinciale plan als kader voor het waterbeheer in

Fryslân. Het plan geeft eveneens de kaders aan voor het rioleringsbeheer van

gemeenten en het eigen provinciale beleid. Het waterhuishoudingsplan is de

verbindende schakel tussen het ruimtelijke en economische beleid van de pro-

vincie en het waterbeheer. Bovendien is het een structuurvisie voor het ruim-

telijke beleid. Dit houdt in dat het plan, op de onderdelen die hierop betrek-

king hebben, dezelfde status heeft als het streekplan.

De hoofddoelstelling voor het waterbeleid in Fryslân luidt als volgt: “Het heb-

ben en houden van een veilige en bewoonbare provincie en het in stand hou-

den en versterken van gezonde en veerkrachtige watersystemen, zodat een

duurzaam gebruik blijft gegarandeerd”.

3 . 2

G e m e e n t e l i j k b e l e i d

S t r u c t u u r v i s i e 2 0 2 0 : S n e e k W y m b r i t s e r a d i e l - N o o r d ( 2 0 0 5 )

F i g u u r 5 . S t r u c t u u r v i s i e k a a r t m e t w e e r g a v e v a n h e t g e b i e d i n 2 0 2 0

( B r o n : S t r u c t u u r v i s i e 2 0 2 0 , 2 0 0 5 )

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 2013 17

De voormalige gemeenten Sneek en Wymbritseradiel hebben gezamenlijk een

ruimtelijke visie gemaakt voor ‘stad en ommeland’, met een blik op het jaar

2020. In deze “Structuurvisie 2020: Sneek & Wymbritseradiel Noord” is gezocht

naar een afstemming tussen beide voormalige gemeenten voor wat betreft het

ruimtelijk beleid. De structuurvisie is erop gericht in hoofdlijnen, en niet in

exacte getallen, aan te geven welke kansen dit gebied heeft als de krachten

van beide gemeenten werden gebundeld voor een verdere groei van wonen,

werken en recreatie. Landschap en cultuurhistorie zijn aanknopingspunten in

dit document. In de structuurvisie is voortgeborduurd op de bestaande situatie

en er is voor gekozen om onderscheid te maken tussen drie gebieden. Het

plangebied ligt in het Merengebied, dat is aangewezen als gebied waar rust en

natuur centraal staan.

B e s t e m m i n g s p l a n B u i t e n g e b i e d ( 2 0 1 0 ) In het geldende bestemmingsplan Buitengebied kennen de gronden waarop het

planvoornemen is gelegen de bestemming ‘Agrarisch’. Deze bestemming laat

de omlegging van ’t Far op deze gronden niet toe.

F i g u u r 6 . F r a g m e n t v a n v e r b e e l d i n g v a n h e t g e l d e n d e b e s t e m -

m i n g s p l a n B u i t e n g e b i e d

B e s t e m m i n g s p l a n H o m m e r t s ( 2 0 0 8 ) In het geldende bestemmingsplan Hommerts kennen de gronden diverse be-

stemmingen:

- Enkelbestemmingen als ‘Bedrijventerrein’, ‘Gemengd gebied’ en ‘Agra-

risch gebied’.

- Dubbelbestemming ‘Risicozone externe veiligheid’.

Daarnaast gelden diverse aanduidingen in het plangebied.

Met dit bestemmingsplan is aangesloten op de geldende bestemmingen van de

naast ’t Far gelegen gronden, met dien verstande dat het perceel ter plaatse

van de Jeltewei 32 tegenwoordig voor wonen wordt gebruikt in plaats van de

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 201318

agrarische bestemming. Hiertoe is een vrijstellingsprocedure ex artikel 19, lid

2 WRO gevoerd ten behoeve van de bouw van maximaal 8 woningen op het

perceel Jeltewei 32 te Hommerts.

F i g u u r 7 . F r a g m e n t v a n v e r b e e l d i n g v a n h e t g e l d e n d e b e s t e m -

m i n g s p l a n H o m m e r t s

Gronden die in het bestemmingsplan Hommerts reeds de bestemming ‘Water’

kennen en voor de omlegging van ’t Far worden aangewend, zijn in dit be-

stemmingsplan niet meegenomen.

3 . 3

C o n c l u s i e

Het planvoornemen voor omlegging van ’t Far is niet passend in de geldende

bestemmingsplannen voor het plangebied. Derhalve is voorliggend bestem-

mingsplan opgesteld om het planvoornemen mogelijk te kunnen maken.

Voor het plan is ingegaan op de landschappelijke inpassing van de uitbreiding

van de bedrijfsbestemming en de borging hiervan in het bestemmingsplan. Het

plan is derhalve in overeenstemming met het provinciaal beleid, zoals weerge-

geven in het streekplan en de provinciale verordening. Met het planvoornemen

is voorts rekening gehouden met de gestelde kaders voor wat betreft de Friese

waterhuishouding. Daarnaast leidt het in de structuurvisie opgenomen gemeen-

telijke beleid niet tot belemmeringen voor uitvoering van het plan.

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 2013 19

P l a n o l o g i s c h e

r a n d v o o r w a a r d e n

4 . 1

H i n d e r v a n b e d r i j v i g h e i d e n

v o o r z i e n i n g e n

W e t - e n r e g e l g e v i n g Op grond van de Wet milieubeheer zijn bedrijven en instellingen verplicht te

voldoen aan de eisen van een AMvB, dan wel een milieuvergunning te hebben

voor de exploitatie van het bedrijf, waarbij rekening gehouden dient te wor-

den met de omliggende woonbebouwing. Door middel van de milieuwet- en re-

gelgeving wordt (milieu)hinder in woongebieden zo veel mogelijk voorkomen.

Uit de geactualiseerde publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’ (2009) van de

Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) wordt de richtafstandenlijst

voor milieubelastende activiteiten gehanteerd. Per bedrijfstype zijn voor elk

van de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de minimale afstanden aangege-

ven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen een bedrijf

en woningen om hinder en schade aan mensen binnen aanvaardbare normen te

houden. De grootste afstand is bepalend. De genoemde maten zijn richtingge-

vend, maar met een goede motivering kan en mag hiervan worden afgeweken.

Er dient te worden aangetoond dat het plan buiten de invloedssfeer van be-

drijvigheid in de nabije omgeving valt. Tevens dient te worden aangetoond dat

het plan geen belemmering vormt voor de nabijgelegen functies.

O n d e r z o e k De ruimtelijke ontwikkeling in dit bestemmingsplan betreft de gedeeltelijke

omlegging van ’t Far bij Hommerts. Met het planvoornemen worden geen

nieuwe milieuhinderlijke of milieugevoelige objecten opgericht.

Het nabijgelegen mechanisatie- en constructiebedrijf aan de Jeltewei 18 wordt

op grond van de VNG-publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’ ingedeeld in mi-

lieucategorie 3.1 (SBI-code 016-1: ‘Dienstverlening t.b.v. de landbouw: - alge-

meen (o.a. loonbedrijven): bruto-oppervlakte > 500 m²’) met een minimale

richtafstand van 50 m tot aan hindergevoelige objecten (op basis van geluid).

Het mechanisatie- en constructiebedrijf is al jaren op het genoemde adres ge-

vestigd. Bij de vestiging is in het kader van milieuwetgeving destijds beoor-

deeld in hoeverre dit aanvaardbaar was en aan welke eventuele te stellen

voorschriften zou moeten worden voldaan. Vanwege deze situatie is de aanwe-

zigheid van het bedrijf dan ook aanvaardbaar. Met dit bestemmingsplan wor-

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 201320

den enige gronden, die met het omleggen van ’t Far vrijkomen, aan het bedrijf

toegevoegd. Om te voorkomen dat de bedrijvigheid verschuift, zijn deze gron-

den ten behoeve van het mechanisatiebedrijf middels een aanduiding op de

verbeelding specifiek op de plek geduid.

C o n c l u s i e De uitvoerbaarheid van het voorliggende bestemmingsplan wordt niet door (mi-

lieu)hinder van bedrijven gehinderd. Dit aspect vormt dan ook geen belemme-

ring voor uitvoering van het project.

4 . 2

L u c h t k w a l i t e i t

Het plan dient te voldoen aan regels voor luchtkwaliteit. Aangetoond moet

worden dat er geen normen worden overschreden. Nederland heeft de Europe-

se regels ten aanzien van luchtkwaliteit geïmplementeerd in de Wet milieube-

heer. De in deze wet gehanteerde normen gelden overal, met uitzondering van

een arbeidsplaats (hierop is de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing).

W e t - e n r e g e l g e v i n g Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer

in werking getreden. Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingspro-

gramma Luchtkwaliteit (NSL). Hierin staat wanneer en hoe overschrijdingen

van de luchtkwaliteit moeten worden aangepakt. Het programma houdt reke-

ning met nieuwe ontwikkelingen zoals bouwprojecten of de aanleg van infra-

structuur. Projecten die passen in dit programma, hoeven niet meer te worden

getoetst aan de normen (grenswaarden) voor luchtkwaliteit. De ministerraad

heeft op voorstel van de Minister van VROM ingestemd met het NSL. Het NSL is

op 1 augustus 2009 in werking getreden.

Ook projecten die ‘niet in betekenende mate’ (nibm) van invloed zijn op de

luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor

luchtkwaliteit. De criteria om te kunnen beoordelen of er voor een project

sprake is van nibm, zijn vastgelegd in de AMvB-nibm. In de AMvB-nibm is vast-

gelegd dat na vaststelling van het NSL of een regionaal programma een grens

an 3% verslechtering van de luchtkwaliteit (een toename van maximaal 1,2

µg/m3 NO2 of PM10) als ‘niet in betekenende mate’ wordt beschouwd.

O n d e r z o e k Indien de toename van het verkeer op de weg als gevolg van een planvoorne-

men groter zou zijn dan ongeveer 1.500 motorvoertuigen per etmaal wordt de

grens van 3% (een toename van 1,2 µg/m3 NO2 of PM10) overschreden. Het

planvoornemen waartoe dit bestemmingsplan is opgesteld, betreft enkel de

gedeeltelijke omlegging van ’t Far. Er vindt dientengevolge geen structurele

toename van het wegverkeer als gevolg van het plan plaats. Het plan is dan

ook niet in betekenende mate van invloed op de luchtkwaliteit. Onderzoek

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 2013 21

naar de luchtkwaliteit kan derhalve achterwege blijven. Het plan voldoet aan

het gestelde in de Wet milieubeheer ten aanzien van luchtkwaliteit.

C o n c l u s i e De uitvoerbaarheid van het voorliggende bestemmingsplan wordt niet door on-

aanvaardbare nadelige gevolgen voor de luchtkwaliteit belemmerd.

4 . 3

G e l u i d h i n d e r

W e t - e n r e g e l g e v i n g De Wet geluidhinder (Wgh) dateert van 16 februari 1979 en is sindsdien mid-

dels verschillende wetten diverse keren gewijzigd. De meest recente wijziging

heeft plaatsgevonden bij besluit van 7 december 2006 (Staatsblad 2006 – 661).

De inwerkingtreding heeft op 1 januari 2007 plaatsgevonden. Tevens is op

1 januari 2007 het “Reken- en Meetvoorschrift geluidhinder 2006” (Staatscou-

rant 21 december 2006, nr. 249) in werking getreden.

W e g v e r k e e r s l a w a a i

In de Wgh is bepaald dat elke weg een geluidzone heeft. Indien binnen een ge-

luidzone nieuwe geluidgevoelige objecten, zoals woningen, worden gereali-

seerd, moet door middel van akoestisch onderzoek worden vastgesteld of aan

de grenswaarden uit de Wgh wordt voldaan.

O n d e r z o e k Met het planvoornemen wordt niet voorzien in het oprichten van nieuwe nog

niet bij recht toegestane geluidgevoelige objecten. Akoestisch onderzoek is in

het kader van dit bestemmingsplan derhalve niet nodig.

In het kader van de in 2008 gevoerde vrijstellingsprocedure ex artikel 19, lid 2

WRO is voor de woningen aan Jeltewei 32 een hogere waarde van 65 dB(A)

vastgesteld, aangezien ter plaatse niet kon worden voldaan aan de in de Wgh

gestelde voorkeursgrenswaarde van 48 dB. De beschikking hogere waarde weg-

verkeerslawaai voor deze woningen is voor de volledigheid in de bijlage bij dit

bestemmingsplan opgenomen.

C o n c l u s i e De uitvoering van het voorliggende bestemmingsplan wordt niet door geluid-

hinder belemmerd.

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 201322

4 . 4

E c o l o g i e

W e t - e n r e g e l g e v i n g De Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn zijn met de inwerkingtreding van de Flora-

en faunawet (Ffw) op 1 april 2002 en de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw)

op 1 oktober 2005 in de Nederlandse wet- en regelgeving verwerkt.

De Ffw is gericht op het beschermen en het behouden van de goede staat van

instandhouding van in het wild levende plant- en diersoorten en hun directe

leefomgeving. Uitgangspunt hierbij is het zogenoemde ‘nee, tenzij-principe’.

Dit betekent dat werkzaamheden en dergelijke in beginsel niet zijn toege-

staan. Onder voorwaarden kan hier op grond van een vrijstelling of ontheffing

van worden afgeweken. In de Ffw is onder andere bepaald dat eenieder die

weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat zijn handelen of nalaten te hande-

len nadelige gevolgen kan hebben voor flora en fauna, gedwongen is dergelijk

handelen of nalaten achterwege te laten. Dit voor zover dit in redelijkheid van

hem kan worden gevraagd. Diegene moet alle maatregelen nemen die in rede-

lijkheid van hem kunnen worden gevraagd om die nadelige gevolgen te voor-

komen, te beperken of ongedaan te maken.

De Nbw is gericht op het beschermen van (natuur)gebieden. Deze natuurgebie-

den betreffen onder andere de zogenoemde Speciale Beschermingzones op

grond van de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. Samen worden deze gebieden

aangeduid als het Natura 2000-netwerk. Voor de bescherming van deze natuur-

gebieden is in de Nbw een uitgebreide wet- en regelgeving opgenomen.

O n d e r z o e k In augustus 2010 is een natuurwaardenonderzoek2 door een ecoloog van Bügel-

Hajema Adviseurs uitgevoerd. Hiertoe is op 20 augustus 2010 een veldbezoek

aan het plangebied gebracht, alsook dat het plangebied op 22 september 2010

in het kader van het vissenonderzoek nogmaals is bezocht voor een tweede

bemonstering van ’t Far en twee aangrenzende kavelsloten. In het kader van

de Ffw en van de Nbw is gekeken naar respectievelijk de aanwezige natuur-

waarden in het gebied en de effecten op beschermde gebieden in de omge-

ving.

In het hiernavolgende zijn de conclusies aangaande de gebieds- en soortenbe-

scherming uit het uitgevoerde natuurwaardenonderzoek opgenomen. Het gehe-

le natuurwaardenonderzoek is als separate bijlage bij dit bestemmingsplan op-

genomen.

2 Advies Natuurwaarden omlegging ’t Far te Hommerts, 13 juli 20111, projectnummer

285.39.08.08.00.

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 2013 23

B e s c h e r m d e g e b i e d e n

Beschermde gebieden in het kader van de Nbw en de Ecologische Hoofdstruc-

tuur liggen op ruime afstand van het plangebied en zijn hiervan gescheiden

door bebouwing, grasland en infrastructuur. Ook aangewezen ganzenfoera-

geergebieden en geschikte weidevogelgebieden liggen op voldoende afstand

van het plangebied. Gezien de aard van de ingrepen zijn geen negatieve effec-

ten te verwachten op deze gebieden. Voor deze activiteit is daarom geen ver-

gunning op grond van de Nbw nodig. De activiteit is op het punt van de be-

scherming van natuurwaarden niet in strijd met het Streekplan Fryslân.

B e s c h e r m d e s o o r t e n

Uit het onderzoek komt naar voren dat het plangebied een zeer beperkte na-

tuurwaarde kent. Wanneer bij het uitvoeren van de werkzaamheden rekening

wordt gehouden met het broedseizoen van vogels worden geen verbodsbepa-

lingen van de Ffw overtreden. Voor de aanwezige licht beschermde soorten

geldt een vrijstelling van de verboden in het geval van ruimtelijke ontwikkelin-

gen. Aan deze vrijstelling zijn geen aanvullende eisen gesteld. Wel blijft de

zorgplicht van toepassing.

U i t v o e r b a a r h e i d

Uit het onderzoek naar effecten op beschermde natuurwaarden blijkt dat de

aanwezige natuurwaarden geen belemmeringen vormen voor de uitvoerbaar-

heid van het bestemmingsplan. Deze conclusie geldt voor de beschermde soor-

ten en de noodzaak van ontheffingen.

Het is aan het bevoegd gezag om de visie dat er geen sprake zal zijn van nega-

tieve effecten op beschermde gebieden en een noodzaak tot vergunningen te

bevestigen.

Gezien de aangetroffen soorten en de in het natuurwaardenonderzoek opge-

nomen voorziene plannen en activiteiten behoudt het natuurwaardenonder-

zoek vijf jaar zijn geldigheid voor een wettelijke of juridische procedure. Dit

betreft een ontheffing voor de Ffw of een waarop de Algemene wet bestuurs-

recht van toepassing is (onder andere een besluit voor de Wro). Bij aanpassin-

gen van het oorspronkelijke plan en veranderingen in de terreinomstandig-

heden van het plangebied, die kunnen leiden tot andere inzichten met betrek-

king tot natuurwaarden, zal een actualisatie van het onderzoek moeten plaats-

vinden. Dit geldt ook wanneer het beleid voor beschermde gebieden in de om-

geving verandert.

C o n c l u s i e Tan aanzien van het aspect ecologie mag dit bestemmingsplan uitvoerbaar

worden geacht.

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 201324

4 . 5

C u l t u u r h i s t o r i e

W e t - e n r e g e l g e v i n g De Modernisering Monumentenwet (MoMo) heeft op 1 januari 2012 tot een wij-

ziging van art. 3.6.1, lid 1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) geleid.

Sindsdien moet ieder bestemmingsplan tevens een analyse van cultuurhistori-

sche waarden van het plangebied bevatten. In de toelichting van een bestem-

mingsplan dient hiertoe een beschrijving opgenomen te worden van de wijze

waarop met de eventueel in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden

en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden.

Hierbij dient tevens de historische (stede)bouwkunde en historische geografie

te worden meegenomen in de belangenafweging. Aangegeven dient te worden

welke conclusies aan de geanalyseerde waarden worden verbonden en op wel-

ke wijze deze zijn geborgd in het bestemmingsplan.

O n d e r z o e k Op de Cultuurhistorische Kaart Fryslân 2 (CHK2) van de Provinsje Fryslân is in-

formatie opgenomen over cultuurhistorische waarden. Hiervan is een fragment

in figuur 8 weergegeven. Na bestudering van de CHK2 blijkt dat in het plange-

bied voorheen sprake is geweest van cultuurhistorische waarden. Deze cul-

tuurhistorische waarden betroffen zogenaamde ‘boerderijplaatsen’3. In de hui-

dige situatie resteert hier in het plangebied evenwel niets meer van. Het plan-

gebied is na afbraak van deze boerderijbebouwing met bedrijfs- en woonbe-

bouwing ingevuld. Het planvoornemen leidt niet tot verstoring van de vroeger

aanwezige cultuurhistorische waarden. Het cultuurhistorische aspect hoeft

daarom niet nader onderzocht te worden.

F i g u u r 8 . F r a g m e n t C u l t u u r h i s t o r i s c h e K a a r t F r y s l â n 2

( B r o n : P r o v i n s j e F r y s l â n , 2 0 1 2 )

3 Dit betreft alle in de Schotanus Atlas van 1718 aangegeven (verhoogde) boerderijplaatsen in

de provincie.

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 2013 25

C o n c l u s i e Het planvoornemen mag wat betreft cultuurhistorie uitvoerbaar worden ge-

acht.

4 . 6

A r c h e o l o g i e

W e t - e n r e g e l g e v i n g Op 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz)

in werking getreden. Met deze inwerkingtreding werd het Verdrag van Malta,

dat op 16 april 1992 onder andere door Nederland is ondertekend, in de Neder-

landse wet- en regelgeving verwerkt. Het Verdrag van Malta is gericht op het

behouden van archeologische waarden in de bodem. Uitgangspunt hierbij is

onder andere het uitvoeren van een onderzoek naar archeologische waarden in

het plangebied voor het vaststellen van een bestemmingsplan. Ook het zoge-

noemde veroorzakerprincipe is een uitgangspunt van het Verdrag van Malta.

Dit betekent dat diegene die mogelijke archeologische waarden in de bodem

verstoord, financieel verantwoordelijk is voor voldoende onderzoek naar en

het behoud van die archeologische waarden. Met de inwerkingtreding van de

Wamz werd ook de Monumentwet 1988 (Monw) gewijzigd. Op grond van de

Monw moet in een bestemmingsplan (mogelijke) archeologische waarden in de

bodem van het plangebied overwogen worden.

In Nederland dient op basis van het verdrag van Malta in alle ruimtelijke plan-

nen een archeologische paragraaf te worden opgenomen. Als handreiking hier-

toe heeft de Provinsje Fryslân een cultuurhistorische waardenkaart (CHW-

kaart) opgezet. Op de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE),

onderdeel van de Cultuurhistorische Kaart Fryslân (CHK2) van de Provinsje

Fryslân, is informatie opgenomen over archeologische waarden. Op deze kaart

is voor vrijwel de gehele provincie per locatie aangegeven wat de archeolo-

gische verwachtingswaarden zijn. Daarbij worden twee verschillende perioden

onderscheiden; de periode steentijd-bronstijd en de periode ijzertijd-middel-

eeuwen.

O n d e r z o e k Het plangebied is op de CHK2 in een gebied gelegen waar zowel voor de perio-

de steentijd-bronstijd als ijzertijd-middeleeuwen een ‘karterend onderzoek 3’

wordt geadviseerd. Dit betekent dat bij ingrepen van meer dan 5.000 m² een

archeologisch onderzoek uitgevoerd dient te worden.

Onder de grootte van een ingreep wordt de totale oppervlakte van de be-

stemmingswijziging ten opzichte van het geldende bestemmingsplan verstaan.

Het gaat daarbij niet om de daadwerkelijke verstoring van de bodem, maar de

toename van de oppervlakte waarmee de bodem door de bestemmingswijzi-

ging nu of in de toekomst verstoord kan gaan worden. De bestemmingswijzi-

ging voor verstoring van de gronden door omlegging van ’t Far betreft minder

dan 5.000 m². Derhalve is geen archeologisch onderzoek nodig.

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 201326

F i g u u r 9 . K a a r t f r a g m e n t e n F A M K E p e r i o d e s t e e n t i j d - b r o n s t i j d

( l i n k s ) e n p e r i o d e i j z e r t i j d - m i d d e l e e u w e n ( r e c h t s )

( B r o n : P r o v i n s j e F r y s l â n , 2 0 1 1 )

C o n c l u s i e Uit het oogpunt van archeologie stuit de realisering van het planvoornemen

niet op bezwaren.

In alle gevallen blijft de archeologische meldingsplicht van kracht (art. 53 Mo-

numentenwet). Dit ongeacht de grootte van de ingreep. Concreet houdt dit in

dat wanneer bij graafwerkzaamheden vondsten worden aangetroffen waarvan

de vinder redelijkerwijs moet kunnen weten dat het archeologie betreft, dit

gemeld moet worden bij het bevoegd gezag, zijnde de gemeente Súdwest-

Fryslân.

4 . 7

W a t e r p a r a g r a a f

W e t - e n r e g e l g e v i n g Op grond van een afspraak uit de Startovereenkomst “Waterbeleid 21e eeuw”

dienen decentrale overheden in de toelichting op alle waterhuishoudkundige

relevante ruimtelijke plannen en besluiten een waterparagraaf op te nemen.

In die paragraaf dient uiteengezet te worden wat voor gevolgen het plan in

kwestie heeft voor de waterhuishouding. Het is de schriftelijke weerslag van

de zogenaamde watertoets.

Voor het uitvoeren van de watertoets is het beleid van het Wetterskip Fryslân

van belang. Dit beleid is neergelegd in het waterbeheerplan 2010-2015 “Wet-

ter jout de romte kwaliteit” en het waterhuishoudingsplan “Wiis mei wetter”,

dat Wetterskip Fryslân als kader voor het waterbeheer in de provincie van de

Provinsje Fryslân heeft ontvangen. Beide waterplannen houden rekening met

de nieuwe Waterwet.

O n d e r z o e k Vanuit de aandachtspunten die Wetterskip Fryslân heeft opgesteld, is gekeken

naar het plangebied. In figuur 10 is de kaart van de actuele waterhuishouding

in het plangebied weergegeven.

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 2013 27

F i g u u r 1 0 . W a t e r h u i s h o u d i n g k a a r t

( B r o n : W e t t e r s k i p F r y s l â n , 2 0 1 1 )

In het plangebied geldt hoofdwatergang ’t Far als waterhuishoudkundige as-

pect van belang. ’t Far wordt ter hoogte van de percelen Jeltewei 16 t/m 32

omgelegd. Dit betreft een demping van 2.688 m² en realisatie van een nieuwe

wateroppervlakte van 2.256 m². Aan het debiet van ’t Far, alsook de techni-

sche uitvoering van het periodiek onderhoud, vinden geen noemenswaardige

wijzigingen plaats als gevolg van de omlegging.

Bij uitvoering van het project zal worden voldaan aan de wettelijk gestelde ei-

sen voor wat betreft het wateraspect en de eisen die Wetterskip Fryslân stelt.

Uit informatie van de initiatiefnemer van het plan blijkt dat het planvoorne-

men op 5 januari 2010 bij Wetterskip Fryslân is ingediend. Wetterskip Fryslân

heeft zich reeds akkoord verklaard met het plan.

Met het overleg ex artikel 3.1.1. Bro is dit bestemmingsplan ter beoordeling in

het kader van de watertoets bij Wetterskip Fryslân ingediend. Wetterskip Frys-

lân heeft niet meer gereageerd op het planvoornemen.

C o n c l u s i e Geconcludeerd mag worden dat dit bestemmingsplan de instemming van Wet-

terskip Fryslân heeft.

4 . 8

E x t e r n e v e i l i g h e i d

W e t - e n r e g e l g e v i n g Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico’s voor de omgeving bij

gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, aardgas of

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 201328

LPG. Het aandachtsveld van externe veiligheid richt zich op zowel inrichtingen

(bedrijven) waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn als het transport van ge-

vaarlijke stoffen. Dit vervoer kan plaatsvinden over weg, water en spoor en

door buisleidingen. De veiligheidsrisico’s in het kader van externe veiligheid

worden uitgedrukt in een plaatsgebonden risico (hierna PR) en een groepsrisico

(hierna GR). De normen voor PR en GR hebben tot doel een voldoende veilig-

heidsniveau te garanderen voor de burger als persoon, dan wel deel uitmakend

van een groep.

De Provinsje Fryslân heeft een zogenoemde risicokaart ontwikkeld. Op de risi-

cokaart staan gegevens die met risico te maken hebben; verschillende risico-

ontvangers en risicobronnen staan op de kaart aangegeven. De op de risico-

kaart getoonde risico-ontvangers zijn kwetsbare objecten zoals gebouwen

waarin zich veel mensen kunnen bevinden en gebouwen waar niet-zelfredzame

mensen aanwezig zijn (zieken, bejaarden, kinderen). Kwetsbare objecten

staan op de risicokaart omdat ze extra aandacht verdienen in de buurt van ri-

sicobronnen. Daarnaast bestaat er een potentieel risico bij brand of instorting.

Risicobronnen betreffen risicoveroorzakende bedrijven die gevaarlijke stoffen

gebruiken of produceren of opslaan en ook het vervoer/transport van grote

hoeveelheden gevaarlijke stoffen. Gevaarlijke stoffen zijn in dit geval stoffen

die een schadelijke invloed hebben op de gezondheid en het milieu.

O n d e r z o e k Om na te gaan of voor het plan ook aandachtspunten op het vlak van de exter-

ne veiligheid aanwezig zijn, is de risicokaart geraadpleegd4. In figuur 11 is het

voor het plangebied betreffende fragment van de risicokaart opgenomen.

Bij mechanisatie- en constructiebedrijf Bijlsma aan Jeltewei 18 is aan de over-

zijde van de weg eveneens een benzineservicestation van Q8 met de verkoop

van LPG gevestigd. Voor een dergelijke inrichting geldt een risico voor een on-

geval met de gevaarlijke stof LPG. De inrichting heeft een vergunde jaardoor-

zet LPG van 1.000 m³. Verschillende risicoafstanden zijn van belang op dit ter-

rein en de directe omgeving, waaronder voor een deel in het plangebied.

Voor het vulpunt van de LPG-installatie geldt een PR 10-6 van 35 m. Het vul-

punt ligt centraal op de noordzijde van het terrein van de inrichting. Het in-

vloedsgebied voor het GR is 150 m. Het LPG-reservoir kent een risicoafstand

voor het PR 10-6 van 25 m en is westelijk van het vulpunt gelegen. De LPG-

afleverinstallatie ligt ten oosten van het vulpunt. Hiervoor geldt een PR 10-6

van 15 m.

4 Benaderbaar via www.risicokaart.nl.

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 2013 29

F i g u u r 1 1 . D e t a i l k a a r t e x t e r n e v e i l i g h e i d

( B r o n : P r o v i n s j e F r y s l â n , 2 0 1 1 )

De gebieden binnen de plaatsgebonden risicocontour van het tankstation die in

het plangebied liggen, zijn op de verbeelding aangeduid middels de gebieds-

aanduiding “veiligheidszone – lpg”. De voor “veiligheidszone – lpg” aangewezen

gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen

(basisbestemmingen ‘Water’ en ‘Bedrijf’), tevens bestemd voor het tegengaan

van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare

objecten.

Met het planvoornemen van omlegging van ’t Far wordt geen nieuwe risicovolle

activiteit ontplooid en worden geen (beperkt) kwetsbare objecten binnen de

geldende veiligheidszones rondom het mechanisatie- en constructiebedrijf mo-

gelijk gemaakt. Externe veiligheid is derhalve verder niet van toepassing in dit

bestemmingsplan.

C o n c l u s i e Het plan kan vanuit het oogpunt van externe veiligheid uitvoerbaar worden ge-

acht.

4 . 9

B o d e m

W e t - e n r e g e l g e v i n g In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is bepaald dat in de toelichting op een

ruimtelijk plan inzicht verkregen moet worden in de uitvoerbaarheid van het

plan. Dit betekent dat er onder meer inzicht verkregen moet worden in de

noodzakelijke financiële investering van een (mogelijk noodzakelijke) bodem-

sanering. Een onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem is

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 201330

dus feitelijk een onderdeel van de onderzoeksverplichting van burgemeester

en wethouders en de gemeenteraad bij de voorbereiding van een ruimtelijk

plan.

Hierbij moet worden opgemerkt dat ten behoeve van een goede ruimtelijke

ordening het bestemmen van gronden met een bodem van onvoldoende mili-

euhygiënische kwaliteit met een hiervoor gevoelige bestemming in beginsel

moet worden voorkomen.

Een bepaalde mate van bodemverontreiniging hoeft in veel gevallen niet direct

een probleem op te leveren. In veel gevallen zal historisch onderzoek inzake

de betreffende verdachte locatie kunnen uitwijzen of er voldoende aanleiding

is om ook bodemonderzoek te laten uitvoeren. Met een oriënterend bodemon-

derzoek en/of een nader bodemonderzoek kan worden vastgesteld of inder-

daad sprake is van bodemverontreiniging, en zo ja, in welke mate en van wel-

ke omvang. Op basis van een nader onderzoek kan de provincie bepalen of er

een noodzaak is tot gedeeltelijke of gehele sanering van de locatie en of er

beveiligingsmaatregelen moeten worden getroffen. Daarbij zal ook de huidige

en/of toekomstige bestemming en het gebruik van de locatie een rol spelen uit

welke saneringsvarianten kan worden gekozen.

F i g u u r 1 2 . F r a g m e n t b o d e m a d v i e s k a a r t

( B r o n : B o d e m l o k e t , 2 0 1 1 )

O n d e r z o e k Op de kaart van het Bodemloket is zoveel mogelijk informatie verzameld over

de kwaliteit van de bodem. Informatie uit verschillende bodemonderzoeken is

hierin opgenomen. Ook zijn historische activiteiten die extra aandacht vragen

op de kaart opgenomen. Op de kaart van het bodemloket worden voor wat be-

treft de gronden ten behoeve van de omlegging van ‘t Far geen (mogelijke)

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 2013 31

bodemverontreinigingen aangegeven. Voor wat betreft de huidige loop van ’t

Far zijn diverse (water)bodemonderzoeken uitgevoerd. Hiervan is geconclu-

deerd dat deze voldoende onderzocht zijn en dat er geen ernst en urgentie tot

sanering bestaat.

C o n c l u s i e Ten aanzien van de planologische procedure gelden voor wat betreft het bo-

demaspect geen belemmeringen.

Ten tijde van de procedure van dit bestemmingsplan is de loop van ’t Far reeds

verlegd. In de voormalige loop van ’t Far zijn in het verleden waterbodemon-

derzoeken uitgevoerd (bron: Nazca-i), waaruit blijkt dat die niet schoon was.

De voormalige loop van ’t Far is waarschijnlijk gedempt met materiaal dat af-

komstig is uit de nieuw gegraven waterloop, maar daar is bij de gemeente

geen melding over gedaan. Het is dan ook niet bekend of hierbij het verontrei-

nigde slib is verwijderd. Dit betekent dat ter plaatse van de voormalige water-

bodem nog een laagje verontreinigd slib ligt waar niets mee is gebeurd.

NOTA BENE

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 2013 33

J u r i d i s c h e

t o e l i c h t i n g

5 . 1

A l g e m e e n

W e t r u i m t e l i j k e o r d e n i n g e n B e s l u i t r u i m t e l i j k e o r d e n i n g Op 1 juli 2008 zijn de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelij-

ke ordening (Bro) in werking getreden. Het voorliggende bestemmingsplan is

opgesteld op grond van de Wro en het Bro.

Op grond van artikel 3.1.3 van het Bro moet een bestemmingsplan worden uit-

gewerkt in:

- een beschrijving van de bestemmingen, waarbij per bestemming het doel

of de doeleinden worden aangegeven;

- bestemmingen die bij of krachtens wet kunnen worden voorgeschreven;

- regels die bij of krachtens wet kunnen worden voorgeschreven;

- voor zover nodig uitwerkings-, wijzigings- en afwijkingsregels.

Ook moet op grond van artikel 3.1.6 van het Bro een bestemmingsplan samen-

gaan met een toelichting waarin ten minste zijn opgenomen:

- een onderbouwing van de in het bestemmingsplan gemaakte keuze van

bestemmingen;

- de resultaten van de (noodzakelijke) voor het bestemmingsplan uitge-

voerde onderzoeken;

- de resultaten van het overleg en de inspraak op grond van artikel 3.1.1

van het Bro.

Op grond van artikel 1.2.1 van het Bro (in werking getreden op 1 januari 2010)

moet het bestemmingsplan digitaal beschikbaar gesteld worden. Om dit moge-

lijk te maken moet het bestemmingsplan worden uitgewerkt in een zogenoem-

de GML. In de GML is er een koppeling tussen de kaart, regels en toelichting

(het bestemmingsplan) gemaakt. Deze koppeling van de kaart, regels en toe-

lichting is de zogenoemde verbeelding van het bestemmingsplan. Hiervoor

moet het bestemmingsplan worden opgesteld overeenkomstig de RO-standaar-

den:

- Standaard vergelijkbare bestemmingsplannen 2008 (SVBP2008);

- Standaard toegankelijkheid ruimtelijke instrumenten (STRI2008);

- Praktijkrichtlijn bestemmingsplannen 2008 (PRBP2008).

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 201334

Het voorliggende bestemmingsplan is zo opgesteld dat het bestemmingsplan

digitaal beschikbaar gesteld kan worden. Dit betekent dat:

- alle verschillende onderdelen van de kaart een zogenoemde IMRO-2008-

code hebben;

- de digitale kaart is opgesteld volgens de standaardtechniek voor uitwis-

seling GML;

- de regels overeenkomstig de SVBP2008 zijn opgesteld;

- de toelichting en regels digitaal aan de kaart zijn gekoppeld.

W e t a l g e m e n e b e p a l i n g e n o m g e v i n g s r e c h t Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en

het Besluit omgevingsrecht (Bor) in werking getreden. Met de inwerkingtreding

van de Wabo is een deel van de Wro opgenomen in de Wabo.

Op grond van de Wabo en het Bor is de omgevingsvergunning ingevoerd. In de

omgevingsvergunning worden verschillende vergunningtrajecten (zoals bouw-

vergunning, milieuvergunning etc.) gebundeld. In artikel 2.1 van de Wabo is

een algemeen gebruiksverbod opgenomen. Op grond hiervan is voor een ge-

bruik dat op grond van een bestemmingsplan niet is toegestaan een omge-

vingsvergunning noodzakelijk.

Door de inwerkingtreding van de Wabo en het Bor is een aantal begrippen op

grond van de Wro vervallen. Deze begrippen worden ook in de SVBP2008 ge-

bruikt. In september 2010 zijn er door Geonovum, als beheerder van de RO

standaarden, werkafspraken voor de SVBP2008 uitgegeven. Op basis van deze

afspraken is er in bestemmingsplannen geen sprake meer van ontheffingen

maar van afwijkingen. De in het overgangsrecht opgenomen bouwvergunning is

vervangen door een omgevingsvergunning voor het bouwen.

5 . 2

B e s t e m m i n g s p l a n p r o c e d u r e

In de Wro en het Bro zijn wettelijke regels voor de bestemmingsplanprocedure

vastgelegd. Hierin zijn de volgende fasen onderscheiden:

V o o r b e r e i d i n g s f a s e De gemeente voert ten behoeve van de voorbereiding van een bestemmings-

plan onderzoek uit naar de bestaande situatie en de mogelijke (ruimtelijke)

ontwikkelingen in de gemeente. De gemeente stelt voor het overleg op grond

van artikel 3.1.1 van het Bro haar voornemen (vaak in de vorm van een voor-

ontwerpbestemmingsplan) beschikbaar aan de besturen en diensten van hogere

overheden. Ook biedt de gemeente eventueel de mogelijkheid om een reactie

te geven op het voorontwerpbestemmingsplan via inspraak. De gemeente geeft

een reactie op de overleg- en inspraakreacties. De uitkomsten hiervan worden

vermeld in de toelichting bij het ontwerpbestemmingsplan en voor zover nood-

zakelijk verwerkt in regels en verbeelding.

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 2013 35

T e r i n z a g e l e g g i n g s f a s e Na de aankondiging in de Staatscourant, in ten minste één plaatselijk dag-,

nieuws- of huis-aan-huisblad en op de internetpagina van de gemeente wordt

het ontwerpbestemmingsplan voor een periode van 6 weken ter inzage gelegd.

In deze periode kan door iedereen een zienswijze op het ontwerpbestem-

mingsplan worden ingediend.

V a s t s t e l l i n g s f a s e Na de periode van terinzagelegging stelt de gemeenteraad het ontwerpbe-

stemmingsplan, mogelijk met wijzigingen, binnen een periode van ten hoogste

12 weken vast.

B e r o e p s f a s e Na de vaststelling van het bestemmingsplan maakt de gemeenteraad het vast-

stellingsbesluit bekend en legt het vastgestelde bestemmingsplan ter inzage.

Indien Gedeputeerde Staten of de VROM inspectie een zienswijze hebben inge-

diend die door de gemeenteraad niet volledig is overgenomen of indien de ge-

meenteraad het bestemmingsplan gewijzigd heeft vastgesteld, geschiedt be-

kendmaking en terinzagelegging uiterlijk 6 weken na vaststelling. Uiterlijk

6 weken na bekendmaking van het vaststellingsbesluit kan er beroep worden

ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Indien het bestemmingsplan ongewijzigd is vastgesteld en er gehoor is gegeven

aan zienswijzen van Gedeputeerde Staten en/of de VROM inspectie wordt het

vaststellingsbesluit door de gemeenteraad uiterlijk 2 weken na vaststelling be-

kend gemaakt. Tevens wordt uiterlijk 2 weken na vaststelling het bestem-

mingsplan ter inzage gelegd.

5 . 3

T o e l i c h t i n g o p d e r e g e l s

Er is voor een zo eenvoudig mogelijke planologische regeling gekozen die voor-

ziet in een helder stelsel van regels en de nodige flexibiliteit biedt. Aan de

hand van de bestemmingsregels kan het planvoornemen in de toekomst worden

gehandhaafd.

H o o f d s t u k 1 : I n l e i d e n d e r e g e l s B e g r i p p e n

In dit artikel worden waar nodig in de regels gebruikte begrippen verklaard. Dit

is alleen het geval wanneer begrippen niet op voorhand voor een eenduidige

uitleg, conform normaal spraakgebruik, vatbaar zijn. Een deel van deze be-

grippen is voorgeschreven in de SVBP2008.

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 201336

W i j z e v a n m e t e n

De wijze waarop maten, afstanden en dergelijke gemeten moeten worden, is

voor een belangrijk deel voorgeschreven in de SVBP2008. Deze regels zijn

overgenomen in artikel 2 van dit bestemmingsplan.

B e d r i j fDe bestemming ‘Bedrijf’ heeft betrekking op de gronden die vanwege omleg-

ging van ’t Far aan het mechanisatie- en constructiebedrijf aan de Jeltewei

worden toegevoegd. Binnen het plangebied zijn bedrijven toegestaan in de mi-

lieucategorieën 1 en 2. Bedrijven in een hogere categorie, zoals het mechani-

satie- en constructiebedrijf, zijn voorzien van een aanduiding. Detailhandel is

eveneens in de bestemming begrepen, voor zover deze is aan te merken als

rechtstreeks voortvloeiend uit de activiteiten van het bedrijf en daaraan on-

dergeschikt of ten hoogste nevengeschikt is. Binnen de bestemming, zoals op-

genomen in dit bestemmingsplan, kunnen geen gebouwen worden gebouwd.

W a t e rDe gronden bestemd voor ‘Water’ betreffen de omlegging van ‘t Far. De gron-

den zijn onder meer bestemd voor water en oeverstroken, waterhuishoudkun-

dige voorzieningen, dagrecreatieve voorzieningen en agrarisch medegebruik

van de oevers. Binnen de bestemming mag uitsluitend een klein gebouwtje

worden gebouwd. Het bouwen van bruggen is niet toegestaan.

W o o n g e b i e dDe bestemming ‘Woongebied’ is opgenomen voor de in het plangebied aanwe-

zige woningen. De aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen, al dan niet

in combinatie met aan-huis-verbonden beroepen. Tevens zijn groenvoorzienin-

gen, openbare nutsvoorzieningen, verkeers- en verblijfsvoorzieningen en water

in de bestemming begrepen.

Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd. De

goot- en bouwhoogte mag niet meer dan de aangegeven hoogten bedragen zo-

als op de verbeelding is weergegeven. Het aantal woningen mag niet meer dan

het bestaande aantal woningen per bouwvlak dan wel het in een bouwvlak

aangegeven aantal bedragen. Reeds vergunde woningen die nog niet zijn ge-

bouwd, worden juridisch tevens als bestaand aangemerkt.

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen ten minste 3 m ach-

ter (het verlengde van) de gevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd. De

gevel is aangegeven door middel van de aanduiding “gevellijn”. De goothoogte

van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen, dan

wel niet meer dan de hoogte van de bovenzijde van de afgewerkte vloer van

de eerste verdieping van het hoofdgebouw waaraan wordt gebouwd. De bouw-

hoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 5,5 m bedragen. De

bouwhoogte van aan- en uitbouwen en aan het hoofdgebouw gebouwde bijge-

bouwen mag niet meer dan 7 m bedragen. De gezamenlijke oppervlakte van

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 2013 37

aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag niet meer dan 100 m²

bedragen.

O n d e r g e s c h i k t e v o o r z i e n i n g e n

In het plan zijn de al dan niet in directe relatie met een bestemming staande

voorzieningen, zoals ondergrondse leidingen, wegen, paden, parkeervoorzie-

ningen, bermen, geluidwerende voorzieningen, centrale installaties ten behoe-

ve van de energievoorziening, voorzieningen ten behoeve van de waterbeheer-

sing in de vorm van watergangen, duikers, waterkeringen en dergelijke in de

bestemming begrepen, zonder dat dit uitdrukkelijk is vermeld.

H o o f d s t u k 3 : A l g e m e n e r e g e l s In hoofdstuk 3 van de regels zijn de algemene regels van het plan opgenomen.

A n t i - d u b b e l t e l r e g e l

De anti-dubbeltelregel voorziet in het tegengaan van oneigenlijk gebruik van

de bestemmingsregels.

A l g e m e n e a a n d u i d i n g s r e g e l s

Het gebied binnen de plaatsgebonden risicocontour van het tankstation met

lpg kent op de verbeelding de gebiedsaanduiding “veiligheidszone – lpg”. In de

algemene aanduidingsregels zijn regels gegeven met betrekking tot deze in het

plangebied aanwezige veiligheidszone. De voor “veiligheidszone – lpg” aange-

wezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestem-

mingen (basisbestemming), tevens bestemd voor het tegengaan van een te

hoog veiligheidsrisico van kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten.

A l g e m e n e a f w i j k i n g s r e g e l s

De algemene afwijkingsregels bieden enige flexibiliteit als het gaat om het af-

wijken van in het plan opgenomen maten en bieden ruimte om bepaalde voor-

zieningen te kunnen realiseren.

A l g e m e n e p r o c e d u r e r e g e l s

In de algemene procedureregels is de procedure aangegeven die wordt doorlo-

pen bij het stellen van nadere eisen op grond van dit bestemmingsplan.

O v e r i g e r e g e l s

De overige regels zien er op toe dat er een juiste afstemming aanwezig is tus-

sen het bestemmingsplan en de Algemene Plaatselijke Verordening, verorde-

ningen ten aanzien van het aanleggen en innemen van ligplaatsen door vaar-

tuigen, de waterhuishoudkundige belangen van Wetterskip Fryslân en de gel-

dende welstandscriteria ter plaatse.

H o o f d s t u k 4 : O v e r g a n g s - e n s l o t r e g e l s O v e r g a n g s r e c h t e n s l o t r e g e l

De in het Bro voorgeschreven formulering van het overgangsrecht is opgeno-

men in deze regels.

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 2013 39

U i t v o e r b a a r h e i d

6 . 1

E c o n o m i s c h e u i t v o e r b a a r h e i d

Op grond van artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening (Wro) stelt de gemeente-

raad een exploitatieplan vast voor gronden waarop een bouwplan is voorgeno-

men. Wat onder een bouwplan moet worden verstaan, is in artikel 6.2.1 Be-

sluit ruimtelijke ordening (Bro) aangegeven. Gelet op het feit dat voorliggend

bestemmingsplan is opgesteld ten behoeve van omlegging van ’t Far en er

voorts sprake is van vervangende woningbouw die reeds eerder juridisch-

planologisch in het bestemmingsplan voor Hommerts was vastgelegd, betreft

het planvoornemen geen bouwplan op grond van artikel 6.2.1, lid b, Bro. Een

exploitatieplan is dan ook niet noodzakelijk.

Met de initiatiefnemer(s) is door de gemeente een planschadeovereenkomst

afgesloten, zodat eventuele uit het bestemmingsplan voortkomende verzoeken

tot planschade voor rekening van de initiatiefnemer(s) zullen komen.

Voorts komen de kosten voor het opstellen van het bestemmingsplan en de ge-

bruikelijke kosten voor de gemeente met betrekking tot het voeren van de be-

stemmingsplanprocedure (leges) voor rekening van de initiatiefnemer(s).

Voorgaande betekent dat de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan niet

door onvoldoende economische uitvoerbaarheid wordt belemmerd.

6 . 2

M a a t s c h a p p e l i j k e u i t v o e r b a a r h e i d

6 . 2 . 1

A l g e m e e n

Overeenkomstig artikel 1.3.1 Bro hebben Burgemeester en Wethouders van de

gemeente Súdwest-Fryslân kennis gegeven aan de voorbereiding van dit be-

stemmingsplan. Deze kennisgeving betrof enkel de bekendmaking van het voor-

nemen tot het maken van dit bestemmingsplan. Daarbij is aangegeven dat het

plan op de gebruikelijke wijze wordt gepubliceerd en in procedure gebracht.

In de hiernavolgende paragraaf is ingegaan op de resultaten van het overleg ex

artikel 3.1.1 Bro. Aangezien het plangebied beperkt van aard is, heeft het

voorontwerpbestemmingsplan niet ter inzage gelegen op het gemeentehuis.

EXPLOITATIEPLAN

PLANSCHADE

OVERIGE KOSTEN

EN LEGES

CONCLUSIE

285.39.08.08.00.toe - Bestemmingsplan omlegging 't Far te Hommerts - 24 januari 201340

Op grond van de Wro wordt het ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd. In

deze periode van terinzagelegging kan door iedereen een zienswijze worden

ingediend.

6 . 2 . 2

O v e r l e g

In het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro is het voorontwerpbe-

stemmingsplan omlegging ‘t Far op 12 oktober 2011 naar verschillende maat-

schappelijke instanties verstuurd. De instanties zijn daarmee in de gelegenheid

gesteld om een reactie op het plan in te dienen. Van de Provinsje Fryslân is

een reactie ontvangen. Overige aangeschreven partijen hebben niet gerea-

geerd. Er is van uitgegaan dat zij met het plan akkoord gaan. De ontvangen

overlegreactie van de Provinsje Fryslân is in bijlage 2 bij deze toelichting ge-

voegd.

P r o v i n s j e F r y s l â n O p m e r k i n g : L a n d s c h a p p e l i j k e i n p a s s i n g ( c a t . 2 )

Op basis van artikel 3.1 van de Verordening Romte Fryslân moet er bij een uit-

breidingslocatie die aansluit op het bestaand stedelijk gebied aandacht zijn

voor de landschappelijke inpassing van de uitbreiding. In het bestemmingsplan

dat voorligt, is hier geen aandacht aan besteed en is de landschappelijke in-

passing ook niet juridisch geborgd. Ook al gaat het hier om onbebouwde uit-

breidingen, de Provinsje Fryslân is toch van mening dat de landschappelijke

inpassing aan de orde moet komen in het bestemmingsplan. De kans is name-

lijk aanwezig dat het extra terrein deels als opslagterrein in gebruik zal wor-

den genomen. Verzocht wordt dan ook om het bestemmingsplan op dit punt

aan te vullen.

R e a c t i e

In het ontwerpbestemmingsplan is tegemoet gekomen aan de door de provincie

gemaakte opmerking over de landschappelijke inpassing van het plan. In de

toelichting is hier nu in paragraaf 2.2 op ingegaan. Er heeft een analyse van

het landschap en de ontwikkelingsgeschiedenis plaatsgevonden, waarna de sa-

menhang van de ondergrond, de netwerken en het nederzettingspatroon van

de omgeving van Hommerts zijn beschreven. Als laatste is daarbij ingegaan op

de nadere inrichting van de verlegging van ’t Far en de vergroting van de aan-

grenzende percelen aan de Jeltewei en de landschappelijke inpassing hiervan.

Hiertoe zijn randvoorwaarden gesteld.

In de specifieke gebruiksregels voor de bedrijfsbestemming is geregeld dat het

gebruiken of laten gebruiken van deze gronden die aan de bedrijfsbestemming

worden toegevoegd enkel voor stalling en opslag kan plaatsvinden wanneer de

direct aan de waterbestemming grenzende gronden zijn ingericht met opgaan-

de en afschermende beplanting, zoals beschreven in paragraaf 2.2.7 van deze

toelichting.

C o l o f o n

O p d r a c h t g e v e r

De heer F. Stremler

B e s t e m m i n g s p l a n

BügelHajema Adviseurs b.v.

S u p e r v i s i e

BügelHajema Adviseurs b.v.

P r o j e c t n u m m e r

285.39.08.08.00

BügelHajema Adviseurs bv

Bureau voor Ruimtelijke

Ordening en Milieu BNSP

Balthasar Bekkerwei 76

8914 BE Leeuwarden

T 058 215 25 15

F 058 215 91 98

E [email protected]

W www.bugelhajema.nl

Vestigingen te Assen,

Leeuwarden en Amersfoort