14
45 Vragen Over Alverzoening. (Lees eerst het artikel: Is God een Redder van alle mensen – 16 feiten op een rijtje.) 1. Waaraan is het woord ‘Alverzoening’ ontleend? 2. Op welke andere Bijbelse argumenten steunt het geloof in Alverzoening? 3. Houdt Alverzoening een ontkenning in van het toekomstig oordeel? 4. Wat gebeurt er met de goddeloze na het sterven? 5. Dat God wil dat alle mensen gered worden wil toch niet zeggen dat dit ook daadwerkelijk zal gebeuren? 6. Wat moeten we met teksten waar gesproken wordt over ‘eeuwig oordeel’ e.d.? 7. Wat zeggen bekende naslagwerken over de betekenis van het woord ‘eeuwigheid’ in de Bijbel? 8. Bewijst Mattheüs 25:46 dat aan de eeuwige straf evenmin een einde komt als aan het eeuwige leven? 9. Gaat het eeuwige leven ook voorbij? 10. Leidt de gedachte dat alles uiteindelijk toch goed komt niet tot een onverschillig leven? 11. Waarom zouden we aan anderen het Evangelie vertellen als zij toch wel gered zullen worden? 12. Is bij de meeste mensen die in Alverzoening geloven de wens niet de vader van de gedachten? 13. Pleit de kerkgeschiedenis niet tegen de leer van de Alverzoening? 14. Is het voor een simpele Bijbellezer niet erg ingewikkeld om Alverzoening te ontdekken? 15. Moet de Alverzoening ook gepredikt worden? 16. Is de tweede dood geen definitieve vernietiging? 17. Ontnemen we aan het toekomstig oordeel niet de ernst wanneer er tóch een einde aan komt? 18. Laten de laatste hoofdstukken van de Bijbel Alverzoening zien? 19. Wat betekent ‘weder verzoenen’ in Kol.1:20? 20. Wordt in Kolossenzen 1:20 een beperking gemaakt door wat onder de aarde is er niet bij te noemen? 21. Wil Filippenzen 2:11 niet gewoon zeggen dat eens alle tong gedwongen zal belijden dat Jezus Heer is? 22. Zijn de ‘allen’ in allerlei zgn. ‘alverzoeningsteksten’ niet slechts al de gelovigen? 23. Bewijst Johannes 3:36 dat aan de toorn van God geen einde komt? 24. Wil 1 Korinthiërs 15:22 zeggen dat alle mensen zullen opstaan? 25. Heeft God Zich ook met ongelovigen verzoend? 26. Wat is de hel? 27. Verkondigde de Here Jezus een uiteindelijke Alverzoening?

45 Vragen Over Alverzoening. - Paradijsthese › ... › uploads › 2017 › 09 › 03.-Vragen-alverzoeni… · 7. Wat zeggen naslagwerken over de betekenis van het woord ‘eeuwigheid’

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: 45 Vragen Over Alverzoening. - Paradijsthese › ... › uploads › 2017 › 09 › 03.-Vragen-alverzoeni… · 7. Wat zeggen naslagwerken over de betekenis van het woord ‘eeuwigheid’

45 Vragen Over Alverzoening.

(Lees eerst het artikel: Is God een Redder van alle mensen – 16 feiten op een rijtje.)

1. Waaraan is het woord ‘Alverzoening’ ontleend?

2. Op welke andere Bijbelse argumenten steunt het geloof in Alverzoening?

3. Houdt Alverzoening een ontkenning in van het toekomstig oordeel?

4. Wat gebeurt er met de goddeloze na het sterven?

5. Dat God wil dat alle mensen gered worden wil toch niet zeggen dat dit ook daadwerkelijk

zal gebeuren?

6. Wat moeten we met teksten waar gesproken wordt over ‘eeuwig oordeel’ e.d.?

7. Wat zeggen bekende naslagwerken over de betekenis van het woord ‘eeuwigheid’ in de

Bijbel?

8. Bewijst Mattheüs 25:46 dat aan de eeuwige straf evenmin een einde komt als aan het

eeuwige leven?

9. Gaat het eeuwige leven ook voorbij?

10. Leidt de gedachte dat alles uiteindelijk toch goed komt niet tot een onverschillig leven?

11. Waarom zouden we aan anderen het Evangelie vertellen als zij toch wel gered zullen

worden?

12. Is bij de meeste mensen die in Alverzoening geloven de wens niet de vader van de

gedachten?

13. Pleit de kerkgeschiedenis niet tegen de leer van de Alverzoening?

14. Is het voor een simpele Bijbellezer niet erg ingewikkeld om Alverzoening te ontdekken?

15. Moet de Alverzoening ook gepredikt worden?

16. Is de tweede dood geen definitieve vernietiging?

17. Ontnemen we aan het toekomstig oordeel niet de ernst wanneer er tóch een einde aan

komt?

18. Laten de laatste hoofdstukken van de Bijbel Alverzoening zien?

19. Wat betekent ‘weder verzoenen’ in Kol.1:20?

20. Wordt in Kolossenzen 1:20 een beperking gemaakt door wat onder de aarde is er niet bij

te noemen?

21. Wil Filippenzen 2:11 niet gewoon zeggen dat eens alle tong gedwongen zal belijden dat

Jezus Heer is?

22. Zijn de ‘allen’ in allerlei zgn. ‘alverzoeningsteksten’ niet slechts al de gelovigen?

23. Bewijst Johannes 3:36 dat aan de toorn van God geen einde komt?

24. Wil 1 Korinthiërs 15:22 zeggen dat alle mensen zullen opstaan?

25. Heeft God Zich ook met ongelovigen verzoend?

26. Wat is de hel?

27. Verkondigde de Here Jezus een uiteindelijke Alverzoening?

Page 2: 45 Vragen Over Alverzoening. - Paradijsthese › ... › uploads › 2017 › 09 › 03.-Vragen-alverzoeni… · 7. Wat zeggen naslagwerken over de betekenis van het woord ‘eeuwigheid’

28. Wat gebeurt er met de duivel?

29. Wat is de Poel van Vuur?

30. Wordt de dood teniet gedaan wanneer ze in de Poel van Vuur wordt geworpen

(Openbaring 20:14)?

31. Wat betekent ‘ziel en lichaam verderven in de hel’ (Mattheüs 10:28)?

32. Kunnen sommigen nooit meer tot inkeer komen (Hebreeën 6:4-8 en 10:26)?

33. Leert Openbaringen 14:11 een eindeloze pijniging?

34. Bewijst Lucas 1:33 dat Christus “zonder einde” heerst?

35. Hoe kan ‘eeuwig’ in Rom.16:26 en 2Kor.4:18 tijdelijk zijn?

36. Zijn “alle mensen” van Rom.5:18 misschien niet letterlijk allen maar “zeer velen”(:19)?

37. Wat betekent de pijniging van de rijke man in Lucas 16:19-31?

38. Voor één bepaalde zonde bestaat toch geen vergeving in eeuwigheid (Marcus 3:29)?

39. Leert de Bijbel een ‘tweede kans’?

40. Leert 1Timotheüs 4:10 niet slechts dat God een Heiland is vóór alle mensen?

41. Johannes 3:16 zegt toch “een ieder die gelooft”? Is dat geen beperking?

42. Aion kan inderdaad ‘eeuw’ betekenen maar het bijvoegelijke naamwoord ‘aionios’

betekent: altijd, eindeloos.

43. Is het “indien” in Kolosse 1:23, geen ontkenning van de Alverzoening?

44. Verwijst Romeinen 5:18 terug naar Rom.5:17, zodat “alle mensen” slechts degenen zijn

die “de overvloed van genade en van de gave der gerechtigheid ontvangen”?

45. Zijn de tweede “allen” in 1Kor.15:22 niet gewoon allen die in Christus zijn? Gelovigen

dus?

1. Waaraan is het woord ‘Alverzoening’ ontleend?

Het woord Alverzoening is ontleend aan Kolossenzen 1:20. Daar schrijft Paulus dat door het

bloed van het Kruis eens ALLES wederzijds verzoend zal worden. (zie vraag 19 en 20).

2. Op welke andere Bijbelse argumenten steunt het geloof in Alverzoening?

– Zoals door één mens alle mensen zijn veroordeeld zo zullen ook door één Mens alle mensen

worden gerechtvaardigd. (Rom.5:18; zie vraag 36) – Gód wil dat alle mensen gered

worden.(1Timotheüs 2:4; zie vraag 5) – De levende God is een Redder van alle mensen. (1

Timotheüs 4:10; zie vraag 11 en 40) – Alle tong zal van harte belijden dat Jezus Christus Heer is

tot eer van God de Vader.(Filippenzen 2:11; zie vraag 21) – De dood zal als laatste vijand worden

teniet gedaan waarna God alles in allen wordt.(1 Korinthiërs 15:22-28; zie vraag 18 en 24) -God

heeft allen onder ongehoorzaamheid besloten om zich over allen te ontfermen. (Rom.11:32)

Andere, in dit verband belangwekkende uitspraken zijn: – Christus Jezus gaf Zichzelf tot een

losprijs voor allen. (1 Timotheüs 2:6) – Jezus Christus is de Redder der wereld. (Joh.4:42) –

Jezus Christus is een verzoening niets slechts voor onze zonden maar voor de gehele wereld. (1

Johannes 2:2) – God zoekt het verlorene totdat Hij het vindt (Lucas 15:4) – God laat niet varen de

werken Zijner handen. (Psalm 138:8) – etc.

Page 3: 45 Vragen Over Alverzoening. - Paradijsthese › ... › uploads › 2017 › 09 › 03.-Vragen-alverzoeni… · 7. Wat zeggen naslagwerken over de betekenis van het woord ‘eeuwigheid’

3. Houdt Alverzoening een ontkenning in van het toekomstig oordeel?

Absoluut niet. God zal de mensheid oordelen. Zelfs bij meer dan één gelegenheid. Er is een tijd

om af te breken én er is een tijd om op te bouwen. Nergens echter leert de Schrift

een eindeloos oordeel.

4. Wat gebeurt er met de goddeloze na het sterven?

De goddeloze zal opstaan voor de Grote Witte Troon. Daar zal hij geoordeeld worden naar zijn

werken (Openbaring 20:12). “Verdrukking en benauwdheid zal komen over ieder levend mens die

het kwade heeft bewerkt” lezen we in Romeinen 2:9. Als vervolgens blijkt dat diens naam niet

staat geschreven in het Boek des Levens zal hij worden geworpen in de Poel van Vuur, dat is de

tweede dood (Openbaring 20:14,15). Wanneer eenmaal de dood als laatste vijand zal worden

teniet gedaan en daarmee de laatste rangorde van mensen wordt levendgemaakt, dan zal iedere

knie zich buigen en alle tong van harte belijden dat Jezus Heer is, tot eer van God de Vader

(Filippenzen 2:11). Dan zal God ook alles in hen worden (1Korinthiërs 15:22-28).

5. Dat God wíl dat alle mensen gered worden wil toch niet zeggen dat dit ook daadwerkelijk zal gebeuren?

God doet al wat Hém behaagt (Psalm 115:3). “Wat Zijn liefde wil bewerken ontzegt Hem Zijn

vermogen niet”, zo luidt terecht de tekst van een bekend lied. Vandaar dat 1 Timotheüs niet

slechts zegt dat God wil dat alle mensen gered worden, maar ook dat God een Redder is van alle

mensen. Wat de wil van de mens betreft: zelfs het hart van de koning wordt door God bestuurd

(Spreuken 21:1). God verhardt én opent harten van wie Hij maar wil (Romeinen 9:18;

Handelingen 16:14). God is GOD en niemand kan Zijn bedoeling en plannen weerstaan

(Romeinen 9:20; Job 42:2).

6. Wat moeten we met teksten waar gesproken wordt over ‘eeuwig oordeel’ e.d.?

Jesaja 32: 14 en 15 spreekt over een oordeel over Jeruzalem “tot in eeuwigheid” (Staten

Vertaling). En in hetzelfde vers wordt gezegd: “totdat over ons uitgestort zal worden Geest uit den

hoge”. Volgens Judas: 7 zijn Sodom en Gomorra een voorbeeld van straf onder eeuwig vuur.

Toch zullen in de toekomst deze steden weer in hun vroegere heerlijkheid worden hersteld

(Ezechiël 16:55). Een voorbeeld van eeuwige straf! Het belangrijke punt is: ‘eeuwigheid’ =

eeuw. Beide woorden zijn in de grondtekst van de Bijbel exact hetzelfde. ‘Eeuw-ig’ verwijst

naar ‘eeuw’ (Grieks: AIOON). In 2 Timotheüs 1:9 lezen we de uitdrukking “vóór eeuwige tijden“.

Waaruit blijkt dat een ‘eeuwige tijd’ noch beginloos, noch eindeloos is. Let er ook op dat ‘eeuwig’

niet tegenover ‘tijd’ wordt gesteld (zie vraag 35). Het eeuwig oordeel is het oordeel dat betrekking

heeft op één of meer eeuwen (= tijdperken). Bij de terugkeer van de Here Jezus Christus

breekt niet een eindeloze eeuwigheid aan maar “de toekomende eeuwen”.

Page 4: 45 Vragen Over Alverzoening. - Paradijsthese › ... › uploads › 2017 › 09 › 03.-Vragen-alverzoeni… · 7. Wat zeggen naslagwerken over de betekenis van het woord ‘eeuwigheid’

7. Wat zeggen naslagwerken over de betekenis van het woord ‘eeuwigheid’ in de Bijbel?

De Winkler Prins’ Encyclopedie (1950, deel 7, blz. 797) zegt: “Aion, aeoon betekent niet

eindeloze duur maar tijdperk“. De Bijbelse Encyclopedie (pag.239) over ‘eeuwigheid’ :”Behalve

wanneer het van God wordt gebezigd, is het meestal tijdelijk bedoeld, een zeer lange tijd“. En

verder: “Het Hebreeuwse ‘olam’ waarvan in het OT ‘eeuwigheid’ de vertaling is, is verwant met

een werkwoord dat ‘verbergen’ betekent. Het duidt dan ook iets aan dat in het verleden of in de

toekomst (nog) verborgen is… Het heeft dus de betekenis van een zeer lange tijd“. In de Korte

Verklaring (bij Prediker 1:4) schrijft prof. Aalders: “Bovendien bedenke men dat het woord

‘eeuwig’ in het Hebreeuws in den regel niet den zin heeft dien wij er aan plegen te hechten. Het

drukt slechts uit een lange tijd, die alleen in een bepaald geval kan naderen tot ons begrip van

eeuwigheid”.

8. Bewijst Mattheüs 25:46 dat aan de eeuwige straf evenmin een einde komt als aan het eeuwige leven?

Nee. Het eeuwige leven is het leven van de toekomende eeuw, lezen we in Lucas 18:30.

Daarmee is de eeuwige straf de stráf van de toekomende eeuw. ‘Eeuwig’ duidt hier niet op

de tijdsduur maar op het wanneer van het leven en de straf. D.w.z. thuishorend in de toekomende

AIOON. Het woord dat hier vertaald is met ‘straf’ is letterlijk: kastijding. Het beoogt een

verbetering van de gekastijde. Het is een ander woord voor ‘straf’ dan in b.v. Handelingen 22:5

waar het terecht met straf is weergegeven. Een eindeloze kastijding is een psychopatisch idee,

zoals iedere rechtgeaarde ouder weet.

9. Gaat het eeuwige leven ook voorbij?

Let op: de (toekomende) eeuw gaat voorbij (vergl. Lucas 18:30 en Efeze 2:7). Het léven echter

niet! Integendeel, juist de dood zal uiteindelijk teniet gedaan worden.

10. Leidt de gedachte dat alles uiteindelijk toch goed komt niet tot een onverschillig leven?

Voor sommigen wel. Reeds in Paulus’ dagen waren er die hem lasterden en hem zelfs in de

mond legden: laten we het kwade doen opdat het goede eruit voortkome. Het oordeel over dezen

is welverdiend, aldus de apostel (Romeinen 3:8). Wie de genade (= vreugde!) die reddend aan

alle mensen is verschenen wérkelijk begrepen heeft wordt opgevoed tot een leven waarin God

verheerlijkt wordt (Titus 2:11,12).

Page 5: 45 Vragen Over Alverzoening. - Paradijsthese › ... › uploads › 2017 › 09 › 03.-Vragen-alverzoeni… · 7. Wat zeggen naslagwerken over de betekenis van het woord ‘eeuwigheid’

11. Waarom zouden we aan anderen het Evangelie vertellen als zij toch wel gered zullen worden?

Het Evangelie moet verteld worden juist omdat het een EVANGELIE is, d.w.z. een ‘Goed Bericht’!

Bovendien: “God is een Redder van alle mensen het meest van de gelovigen” (1 Timotheüs

4:10). Degenen die geloven worden gered van de komende toorn. De overigen niet (1Thes.1:10).

En omdat wij weten hoezeer de Heer te vrezen is trachten wij de mensen te overtuigen, zo schrijft

de apostel in 2Korinthiërs 5:11.

12. Is bij de meeste mensen die in Alverzoening geloven de wens niet de vader van de gedachten?

Als mensen dat erg graag willen bevinden ze zich in elk geval in zeer goed gezelschap! God Zelf

namelijk wil dat alle mensen gered worden (1Timotheüs 2:4). En omdat Gód het wil zál het ook

gebeuren (1Timotheüs 4:10). Ieder die het wil zien kan het ook zien! Omgekeerd is het óók zo dat

wanneer iemand niet wil dat God een Redder is van alle mensen (b.v. vanwege de traditie!), zo

iemand ook verblind zal zijn voor het royale Schriftgetuigenis hierover (Johannes 7:17).

13. Pleit de kerkgeschiedenis niet tegen de leer van de Alverzoening?

Grote figuren uit de eerste eeuwen van de kerkgeschiedenis zoals Origenes, Clemens van

Alexandrië, Eusebius, en Gregorius van Nazianza geloofden op dit punt nog de Schrift. Een grote

ommekeer is er gekomen sinds Augustinus en later toen de duistere middeleeuwen

aanbraken. “De toekomende eeuwen” waarvan de Schrift spreekt werden vervangen door

een eindeloze eeuwigheid. Het dal van Hinnom werd een mythische hel. En Gods heilsplan

voor de ganse schepping werd beperkt tot een triomferende kerk boven. Wat er ook

veranderd moge zijn sinds de Reformatie, de Protestantse kerken zijn ook op dit punt niet

teruggekeerd naar Paulus en de rest van de Schrift maar vooral naar Augustinus. Overigens,

Paulus waarschuwde aan het einde van zijn leven er al voor dat na zijn heengaan de mensen de

gezonde leer niet meer zouden aanvaarden (2 Timotheüs 4:3). Waarmee gezegd wil zijn dat de

kerkgeschiedenis een uiterst onbetrouwbare maatstaf is om een leer te beoordelen. Of een leer

gezond is maakt niet de kerkgeschiedenis uit maar alleen de Schrift.

14. Is het voor een simpele Bijbellezer niet erg ingewikkeld om Alverzoening te ontdekken?

Nee en ja. Een eenvoudige lezer van de Bijbel wordt op iedere bladzijde geconfronteerd met een

God die het verlorene zoekt en vindt, Wiens liefde geen grenzen kent en Die alle dingen wél

maakt. Tegelijkertijd leest een simpele Bijbellezer van een “eeuwige straf”, van pijniging “tot in

alle eeuwigheden”, enz. Dat zulke terminologie strijdt met wat er in de grondtekst staat

geschreven kunnen de meesten natuurlijk niet weten. En dát schept de verwarring. Dát maakt het

inderdaad soms ingewikkeld om Alverzoening in de Schrift duidelijk te vinden. Het is de mens die

de waarheid versluierd en in ongerechtigheid ten onder houdt (vergl. Rom.1:26).

Page 6: 45 Vragen Over Alverzoening. - Paradijsthese › ... › uploads › 2017 › 09 › 03.-Vragen-alverzoeni… · 7. Wat zeggen naslagwerken over de betekenis van het woord ‘eeuwigheid’

15. Moet de Alverzoening ook gepredikt worden?

Er moet zowel gesproken worden over de ernst van Gods gerichten als over Zijn overtreffende

barmhartigheid. Alles op z’n tijd. Bovendien: niet de Alverzoening moet gepredikt worden maar de

Alverzoener. Niet de redding van alle mensen maar deRedder van alle mensen. Dát is het

betrouwbare woord dat alle aanneming waard is en waarvan de apostel zegt: beveel en leer dit

(1Timotheüs 4:9-11).

16. Is de tweede dood geen definitieve vernietiging?

Als dat het definitieve einde zou zijn, dan zou de dood toch het laatste woord hebben. Bovendien,

God zou een eindeloze Verliezer zijn geworden… Schepselen, werk van Zijn Eigen handen

zouden voor altijd onbereikbaar zijn geworden voor Zijn grenzeloze liefde. God zoekt het

verlorene totdat Hij het vindt (Lucas 15:4)!

17. Ontnemen we aan het toekomstig oordeel niet de ernst wanneer er tóch een einde aan komt?

Is een oordeel pas ernstig wanneer er geen einde aan komt? Waren de zondvloed of het vuur dat

regende op Sodom en Gomorra niet zulke ernstige gebeurtenissen omdat het maar betrekkelijk

kort duurde? De konsekwentie van deze redenering zou zijn dat de Here Jezus op Golgotha ook

niet zo’n ernstig oordeel heeft gedragen… Immers Hij riep reeds na enkele uren: “het is

volbracht!”. En Hij leed nogwel voor de hele mensheid! In Psalm 30:6 staat het zo: “want

een ogenblik duurt Zijn toorn, eenlevenlang Zijn welbehagen!”.

18. Laten de laatste hoofdstukken van de Bijbel Alverzoening zien?

Johannes verzekert ons in het boek Openbaring dat God ALLES nieuw zal maken (Openbaring

21:5). Toch reikt Johannes’ horizon niet zo ver als die van Paulus in 1Korinthiërs 15. Johannes

spreekt in de laatste hoofdstukken van Openbaring over de Troon van het Lam en

over heersen tot in de AIONEN der AIONEN; 22:5). Paulus laat echter zien dat Christus’

heerschappij een “totdat” heeft (15:25). In Openbaring 21 en 22 is nog sprake van (de

tweede) dood (21:8). Paulus zegt evenwel dat ook de dood als laatste vijand zal worden teniet

gedaan (15:26). Dat Openbaring 21 en 22 niet de ultieme heerlijkheid beschrijft blijkt ook uit het

feit dat de volken nog genezing behoeven. “De AIONEN der AIONEN” gaan over van heerlijkheid

tot heerlijkheid. Dat laat Johannes zien. Uiteindelijk zal God alles worden in allen. Dat laatste laat

alleen Paulus zien.

Page 7: 45 Vragen Over Alverzoening. - Paradijsthese › ... › uploads › 2017 › 09 › 03.-Vragen-alverzoeni… · 7. Wat zeggen naslagwerken over de betekenis van het woord ‘eeuwigheid’

19. Wat betekent ‘weder verzoenen’ in Kol.1:20?

‘Verzoenen’ bij Paulus is een heel ander woord dan b.v. bij Johannes in 1Joh.2:2 (“een

verzoening voor onze zonden en ook voor de gehele wereld”). In dit laatste Schriftgedeelte is het

Gr. woord ‘hilasmos’ en dat gaat over het bedekken van zonden. Bij Paulus is het werkwoord

‘katallasso’ en dit houdt verband met het verzoenen van vijanden. In drie gevallen gebruikt

Paulus een versterkte vorm van ‘katallasso’: ‘apokatallasso’. Dit duidt op een volledige, niet

slechts verticale maar ook horizontale verzoening. (vergl. Efeze 2:16 waar Paulus ‘apokatallasso’

gebruikt om aan te geven dat er niet alleen verzoening is tussen de mens en God maar ook

tussen de mensen onderling (“de twee” = Jood en heiden). Het ‘weder verzoenen’ van het al

duidt op het maken van algehele vrede ofwel het wegnemen van alle vijandschap. Hoe realiseert

God dit? “Door het bloed van Zijn kruis”. Door het kruis leert God de wereld Liefde tegen alle

vijandschap in.

20. Wordt in Kolossenzen 1:20 een beperking gemaakt door wat onder de aarde is, er niet bij te noemen?

Nee, want er wordt uitdrukkelijk gesproken van een wederzijdse verzoening van “alle dingen”,

lett. het al (‘dingen’ staat er dus eigenlijk niet!). Dat dit werkelijk geen uitzonderingen kent blijkt uit

de wijze waarop Paulus deze uitdrukking in dit gedeelte gebruikt: – … de Eerstgeborene van de

ganse schepping, want in Hem is het al geschapen (1:15) – … het al is door Hem en tot Hem

geschapen (1:16) – … het al heeft haar bestaan in Hem (1:17) – … door het bloed van het

Kruis, het al weder met Zich te verzoenen (1:20) Daar komt bij dat ‘ónder de aarde’ zich de doden

bevinden en die bevonden zich ooit wel degelijk óp aarde. Opaarde waren ze ooit vijandig gezind

en daarom worden ze wederzijds (verticaal en horizontaal) verzoend. Vijandschap is

geenverhindering maar juist een voorwaarde om te delen in de ‘wederzijdse verzoening van het

al’ (Gr. ‘apokatallaxai ta panta’)!

21. Wil Filippenzen 2:11 niet gewoon zeggen dat eens alle tong gedwongen zal belijden dat Jezus Heer is?

Ten eerste zou zo’n lofzang zeker niet tot eer van God als Vader zijn! Ten tweede wordt gezegd

dat alle tong zal belijden en niet: alle lip zal belijden. De lippen verwijzen in de Bijbel naar de

buitenkant (Matteüs 15:8). God met de lippen eren, is slechts buitenkant en schijn. De tong

daarentegen zit van binnen. Dat zien we vervolgens in het feit dat in de grondtekst een speciaal

woord voor ‘belijden’ wordt gebruikt: ‘ex-omologeo’. Het woordje ‘ex’ vóór ‘omologeo’ wil zeggen

dat het van binnenuit komt. Alle 11 keren dat het NT dit woord gebruikt duidt het op een

vrijwillige, hartelijke instemming. Denk er ten slotte aan dat juist “in de naam van JEZUS” deze

universele lofzang zal klinken. De naam Jezus betekent: de HERE is Redder!

Page 8: 45 Vragen Over Alverzoening. - Paradijsthese › ... › uploads › 2017 › 09 › 03.-Vragen-alverzoeni… · 7. Wat zeggen naslagwerken over de betekenis van het woord ‘eeuwigheid’

22. Zijn de ‘allen’ in allerlei zgn. ‘alverzoeningsteksten’ niet slechts al de gelovigen?

Inderdaad moet de reikwijdte van woorden als ‘allen’ en ‘alles’ afgeleid worden uit de samenhang

waarin zij voorkomen. Maar juist het verband van Romeinen 5:18 laat zien dat het werkelijk om

het hele mensdom gaat. Juist het verband van 1Korinthiërs 15:22 toont aan dat ‘alles’ géén

uitzonderingen kent. Juist het verband van Kolossenzen 1:20 maakt duidelijk dat “alle dingen”

werkelijk de ganse schepping is. etc. De traditionele kerkleer heeft zulke universele termen

gewoonlijk bij voorbaat beperkt tot slechts alle gelovigen. En daarmee zijn haar ogen helaas

gesloten voor Gods heilsplan met ál Zijn creaturen.

23. Bewijst Johannes 3:36 dat aan de toorn van God geen einde komt?

Nee, dat bewijst het niet. Zolang iemand de Zoon van God ongehoorzaam is blijft de toorn van

God op hem. Het Griekse woord dat hier vertaald is met ‘blijven’ wordt in Johannes 1:40 vertaald

met ‘verblijven’… en duurde daar slechts één dag.

24. Wil 1 Korinthiërs 15:22 zeggen dat alle mensen zullen opstaan?

Het betekent véél meer. Allen die in de graven zijn zullen eens opstaan. Opstaan ten leven of ten

oordeel (Johannes 5:29). Wiens naam niet staat geschreven in het Boek des levens zal worden

geworpen in de Poel van Vuur, dat is de tweede dood (Openbaring 20:15). 1 Korinthiërs 15:22-28

spreekt echter over levendmaking zoals Christus de Eersteling. Want hoewel er verschillende

mensen ooit eerder zijn opgestaan uit de doden… Christus was de Eerste die werd

levendgemaakt inonvergankelijkheid, heerlijkheid en kracht (1Korinthiërs 15:42,43). Als zodanig

is Hij de Eersteling. Van wie? Van allen die in Adam sterven (15:22)! Het hele mensdom zal

(wanneer de dood zal zijn teniet gedaan) het leven kennen dat de laatste Adam ooit op

Paasmorgen als Eersteling aan het licht bracht!

25. Heeft God Zich ook met ongelovigen verzoend?

Nee, want God was nooit een vijand en kan Zich dus ook niet verzoenen. Niet Hij maar

de wereld is vijandig. Wat God aan het kruis deed, was Zijn LIEFDE bewijzen. Men vermoorde

Zijn Zoon, maar Hij rekende het de wereld niet toe (2Korinthe 5:19). Want Christus stierf voor

allen (2Kor.5:15) om aan allen het Leven te geven. Geen vijanschap zal bestand zijn tegen

zoveel Liefde. Zie ook vraag 19.

Page 9: 45 Vragen Over Alverzoening. - Paradijsthese › ... › uploads › 2017 › 09 › 03.-Vragen-alverzoeni… · 7. Wat zeggen naslagwerken over de betekenis van het woord ‘eeuwigheid’

26. Wat is de hel?

Het woord ‘hel’ komt 12 maal voor in de NBG-vertaling. Paulus gebruikt het woord nergens in zijn

brieven. In de grondtekst staat niet ‘hel’ maar het woord ‘Gehenna’. ‘Gehenna’ is de Griekse

aanduiding voor het dal van Hinnom. Dit dal, dat ten zuiden van Jeruzalem ligt was vroeger de

vuilverbrandingsplaats van de stad. In het toekomende Messiaanse Rijk zullen in dit dal

de lijkenliggen van geëxecuteerde rebellen van de Koning (zie Jesaja 66:24, Marcus 9:48 en

Mattheüs 5:22). In dit dal brandt dan voortdurend vuur en de verterende worm (made) zal geen

gelegenheid hebben uit te sterven vanwege steeds weer nieuwe kadavers. Het zal voor de

passerende pelgrims een luguber oord zijn. Toch zal uiteindelijk zelfs dit lijkendal de HERE eens

heilig zijn, profeteert Jeremia (31:40)! Er zal niet meer vernield of verwoest worden. De

gebruikelijke gedachte dat ‘de hel’ eenonderaards oord is voor onsterfelijke zielen waar

pijnigingen zonder einde plaatsvinden is dus uitdrukkelijk NIET naar de Schrift.

27. Verkondigde de Here Jezus een uiteindelijke Alverzoening?

Niet uitdrukkelijk. De Here Jezus was gezonden tot het huis van Israël (Mattheüs 15:24) om hen

het beloofde Koninkrijk en de toekomende eeuw te verkondigen. Wat daarná komt behoort niet

tot de thema’s van Zijn prediking. Toch zijn er genoeg uitspraken in de Evangelieën (en trouwens

ook in het OT) waarin deze waarheid verborgen is. B.v. in de uitspraak dat Jezus Christus de

Redder der wereld is. Of in de uitspraak dat de goede herder het verlorene zocht totdat hij het

gevonden had. Etc. Maar een uitdrukkelijke vermelding van een allenomvattende redding,

levendmaking en wederzijdse verzoening vinden we slechts bij “de apostel van de heidenvolken”.

Paulus dus. Hij mocht als geen ander de breedte, lengte, hoogte en diepte van de liefde Gods in

Christus prediken (zie o.a. Efeze 3).

28. Wat gebeurt er met de duivel?

Het laatste wat we specifiek van de duivel lezen is dat hij in de Poel van Vuur zal worden

geworpen alwaar hij gepijnigd zal worden (lett.) “tot in de AIONEN der AIONEN” (Openbaring

20:10), d.w.z. tot in de uitnemendste eeuwen. Is dit eindeloos? Van Christus lezen we in

Openbaring 11:15 dat Hij zal heersen “tot in de AIONEN der AIONEN”. We weten echter uit

1Korinthiërs 15:24-28 dat Christus zal heersen totdat. Daarna wordt God alles in allen. M.a.w.

“tot in de AIONEN der AIONEN” is niet hetzelfde als eindeloos. In Kolossenzen 1:20 lezen

we dat God ALLES wederzijds verzoent, niet alleen op aarde maar ook in de hemel. Dus ook de

vijandige hemelingen (Efeziërs 6:12) zullen veranderen in schepselen die in harmonie met hun

Schepper zullen verkeren. Dan is satan (=tegenstander) geen satan en de duivel geen duivel

meer! Alles en iedereen zal van harte belijden dat Jezus Heer is (Filippenzen 2:11). Dat en niet

minder is de onvoorstelbare kracht van het bloed van het Kruis waardoor God vrede maakt!

Page 10: 45 Vragen Over Alverzoening. - Paradijsthese › ... › uploads › 2017 › 09 › 03.-Vragen-alverzoeni… · 7. Wat zeggen naslagwerken over de betekenis van het woord ‘eeuwigheid’

29. Wat is de Poel van Vuur?

De uitdrukking “de Poel van Vuur” komt 5x voor en wel in het boek ‘Openbaring’. Het woord voor

‘poel’ duidt gewoonlijk op een meer. B.v. het meer van Gennesaret (Lucas 5:1). De eerste keer

dat gesproken wordt van “de Poel van Vuur” is in Openbaring 19:20. Uit de samenhang en

andere teksten blijkt dat er sprake is van een veldslag niet ver verwijderd van de Dode Zee.

Misschien dat juist deze poel die vanouds bekend staat om z’n vuur en zwaveldampen (Genesis

19:24-28) model staat voor de term. Van de satan, het beest en de valse profeet lezen we dat ze

worden geworpen in de Poel van Vuur en daar ook gepijnigd worden “tot in de AIONEN der

AIONEN” (Openbaring 19:20; 20:10; zie vraag 28). In verband met het gericht voor de Grote

Witte Troon lezen we dat degenen van wie de naam niet staat geschreven in het Boek des

Levens geworpen zal worden in de Poel van Vuur. Tot 2x toe wordt er dan bij gezegd dat dit de

tweede dood is (20:14; 21:8). Let wel: voor de satan en zijn twee trawanten zal de Poel van Vuur

géén tweede dood zijn. Zij zijn sowieso niet dóód maar worden daar juist gepijnigd. En bovendien

is het geen twééde dood omdat ze niet eens een éérste keer dood geweest zijn. Konklusie: op

drie uitzonderingen na zal “de Poel van Vuur” voor ieder een toestand van dóód

betekenen en niet van voortleven. Wat er met de dood uiteindelijk zal gebeuren onthult de

apostel Paulus in 1 Korinthiërs 15:26. Zie voor meer informatie hierover: “dat is de tweede dood“

30. Wordt de dood teniet gedaan wanneer ze in de Poel van Vuur wordt geworpen (Openbaring 20:14)?

Wat we in dit vers lezen is niet een teniet doen van de dood maar juist een voortzetting ervan! Zij

die dán dood zijn, zijn dat voor een tweede keer. De dood wordt teniet gedaan door alle

mensen levend te maken! De dood wordt verslonden in de overwinning (1Korinthiërs 15:22-26,

54)!

31. Wat betekent ‘ziel en lichaam verderven in de hel’ (Mattheüs 10:28)?

De tekst luidt: “En weest niet bevreesd voor hen, die wel het lichaam doden, maar de

ziel (lett.psyche) niet kunnen doden; weest veeleer bevreesd voor Hem, die beide, ziel en

lichaam, kan verderven in de hel (lett. Gehenna).” Mensen konden b.v. Stefanus stenigen maar

‘psychisch’ konden ze hem niets aandoen. Wat zijn bewuste gewaarwordingen (=ziel) betreft

bracht de steninging hem slechts dichter bij het beleven van het toekomende vrederijk. Hij

ontsliep en het eerstvolgende bewuste ogenblik zal hij ontwaken in de heerlijkheid van de

opstanding. Vergelijk dit eens met de goddelozen die in het vrederijk zullen worden

terechtgesteld. Zij sterven in het verschrikkelijke dal van Hinnom (zie vraag 26) en daarmee wordt

hen juist de zegen van het vrederijk ontnómen. Na de duizend jaren zullen zij opstaan ten oordeel

(zie vraag 4).

Page 11: 45 Vragen Over Alverzoening. - Paradijsthese › ... › uploads › 2017 › 09 › 03.-Vragen-alverzoeni… · 7. Wat zeggen naslagwerken over de betekenis van het woord ‘eeuwigheid’

32. Kunnen sommigen nooit meer tot inkeer komen (Hebreeën 6:4-8 en 10:26)?

Er is hier sprake van Messias-belijdende Hebreeën die weer terugvielen in het Jodendom (“de

Zoon van God opnieuw kruisigen”). De verwoesting en verbranding van Jeruzalem en de tempel

zouden niet lang meer duren (“die uitloopt op verbranding”, “felheid van vuur”). De Here zou zijn

volk gaan oordelen (10:31; 8:13). Wie zou deze afvallige Joden die heel bewust het Evangelie

afwezen nog opnieuw tot bekering kunnen brengen? Deze joden hielden letterlijk geen offer meer

over: het ware Offer (er-)kenden zij niet meer en de offerdienst in Jeruzalem zou binnenkort

beëindigd worden. De uitspraken uit deze gedeelten kunnen slechts verstaan worden binnen het

kader van hun historische context. De uiteindelijke bestemming is hier niet aan de orde.

33. Leert Openbaringen 14:11 een eindeloze pijniging?

Zeker niet. “In alle eeuwigheden” is een misleidende vertaling. Letterlijk staat er: “tot in de

AIONEN der aionen”, dat is: tot in de uitnemendste AIONEN. Vergelijk deze uitdrukking met: de

Koning der koningen, het heilige der heiligen, de hemel der hemelen, etc..(zie verder voor deze

uitdrukking ook vraag 28) Denk er bovendien aan dat hier niet wordt gezegd dat

de pijniging voortgaat “tot in de AIONEN der AIONEN” maar “de rook van hun pijniging stijgt op

tot in de AIONEN der AIONEN”. De róók die hun pijniging veroorzaakt zal opstijgen tot in de

AIONEN der AIONEN.

34. Bewijst Lucas 1:33 dat Christus “zonder einde” heerst?

Nee. Hoewel dit vers twee parallelle zinnen bevat, is de inhoud beslist niet identiek. Letterlijk

staat er: “Hij zal als koning over het huis van Jakob heersen tot in de AIONEN en

Zijn Koninkrijk zal geen einde nemen”. Dit komt exact overeen met wat we lezen in 1 Korinthiërs

15:22-28. Daar lezen we dat Christus moet heersen totdat Hij al Zijn vijanden onder Zijn voeten

zal hebben gelegd. En dan zal Hij het Koninkrijk teruggeven aan God de Vader. M.a.w.

het heersen van Christus heeft een “totdat” waarna hetKoninkrijk vervolgens voorgoed in handen

komt van de Vader.

35. Hoe kan ‘eeuwig’ in Rom.16:26 en 2Kor.4:18 tijdelijk zijn?

Dat God “de eeuw-ige God” is (Rom.16:26) wil zeggen dat Hij de God der eeuwen is, de Koning

der AIONEN (1Timotheüs 1:17).Zoals ‘eeuwige tijden’ (Rom.16:25) ‘de tijden der eeuwen’ zijn, zo

is “de eeuwige God” de God der eeuwen. Wat betreft 2 Kor.4:18 betreft het volgende: In de

samenhang van dit vers worden zaken die slechts een ogenblik duren geplaatst tegenover dat

wateeuw-ig is (betrekking heeft op AIONEN = wereldtijdperken). Het problematische ontstaat

door wat door het NBG vertaald is met ‘tijdelijk’, maar wat letterlijk ‘voor de gelegenheid’ betekent

(Gr. ‘pros kairon’). In Mattheüs 13:21 en Marcus 4:17 wordt dezelfde uitdrukking vertaald met

‘van het ogenblik’. De uitdrukking duidt niet op tijd in het algemeen maar op een speciaal

moment. Dat AIOON niet tegenover tijd (Gr. chronos) staat blijkt b.v. uit de uitdrukking ‘eeuwige

tijden’ (B.v. 2 Timotheüs 1:9 ‘chronôn aiôniôn’).

Page 12: 45 Vragen Over Alverzoening. - Paradijsthese › ... › uploads › 2017 › 09 › 03.-Vragen-alverzoeni… · 7. Wat zeggen naslagwerken over de betekenis van het woord ‘eeuwigheid’

36. Zijn “alle mensen” van Rom.5:18 misschien niet letterlijk allen maar “zeer velen”(:19)?

Wanneer “alle mensen” in het het eerste deel van Rom.5:18 daadwerkelijk alle mensen zijn dan

moeten “alle mensen” in het tweede deel dat eveneens zijn. Anders is de vergelijking niet zuiver.

En wanneer de “zeer velen” in het eerste gedeelte van Rom.5:19 alle mensen omvat dan hebben

we geen enkele reden om aan te nemen dat het tweede “zeer velen” in hetzelfde vers opeens

niet alle mensen zou betekenen. In de grondtekts staat trouwens niet ‘zeer velen’ maar ‘hoi polloi’

wat letterlijk wil zeggen ‘de velen’. Welke velen? ‘De velen’ van vers 18, namelijk ‘alle mensen’.

‘Alle mensen’ wil zeggen dat er geen uitzonderingen zijn. ‘De velen‘ duidt op het grote aantal.

37. Wat betekent de pijniging van de rijke man in Lucas 16:19-31?

Deze vertelling wil niet iets onthullen over eventuele ervaringen of overleggingen in het dodenrijk.

Daarover waren ‘de wet en de profeten’ al duidelijk genoeg. “Er is geen… overleg of kennis of

wijsheid in het dodenrijk waarheen gij gaat” (Prediker 9:10). Nee, deze satire (!) is gericht aan het

adres van de Farizeeën die geldzuchtig waren (16:14). In Lucas 13:27-30 lezen we dat er

vooraanstaande joden zullen zijn (>de rijke man!) die bij het aanbreken van het Koninkrijk

Gods Abraham, Izaäk en Jakob zullen zien (>Abraham’s schoot) maar zelf zullen worden

buitengeworpen (>onoverkomelijke kloof), d.w.z. het Messiaanse rijk op aarde niet mogen

meemaken. Ze hadden zich moeten laten gezeggen door ‘de wet en de profeten’, anders zou

zelfs iemand die opstaat uit de doden voor hen niet overtuigend zijn geweest (vergl. Johannes

12:9-11).

38. Voor één bepaalde zonde bestaat toch geen vergeving in eeuwigheid? (Marcus 3:29)?

Dit is een frappant voorbeeld van hoe willekeurig het Griekse woord AIOON gewoonlijk wordt

vertaald. Hier vertaald men dit woord meteeuwigheid. In het parallel-gedeelte van Mattheüs 12:32

echter lezen we: “het zal hem niet vergeven worden, noch in dezeeeuw, noch in de toekomende”.

Hier wordt hetzelfde AIOON weergegeven met eeuw. Anders had men moeten vertalen: “noch in

deze eeuwigheid, noch in de toekomende”…! Dat het vertaalwoord ‘eeuwigheid’ dus gewoon niet

kán blijkt uit een simpele tekstvergelijking. Niet ‘eeuwigheid’ maar ‘eeuw’ is de betekenis van het

woord AIOON. De Schrift leert niet dat er straks een eindeloze eeuwigheid zal aanbreken maar

spreekt over “de toekomende eeuwen”. In die tijdperken zal God Zijn “voornemen der eeuwen” tot

voltooing brengen. Totdat Hij alles zal zijn in allen.(1 Kor. 15:28)

39. Leert de Bijbel een ‘tweede kans’?

Leert de Bijbel een eerste kans? Redding is geen loterij! “God is een Redder van alle mensen”.

Dat is geen kans maar een garantie!

Page 13: 45 Vragen Over Alverzoening. - Paradijsthese › ... › uploads › 2017 › 09 › 03.-Vragen-alverzoeni… · 7. Wat zeggen naslagwerken over de betekenis van het woord ‘eeuwigheid’

40. Leert 1 Timotheüs 4: 10 niet slechts dat God een Heiland is vóór alle mensen?

Het is jammer dat de NBG-vertaling hier de woorden van de apostel Paulus zo sterk afzwakt door

twee maal “voor” te vertalen in plaats van “van”. Toch staat in de grondtekst in beide gevallen

onmiskenbaar een tweede naamval. Vandaar dat de Statenvertaling wel correct is: “den levende

God die een Behouder is aller mensen, allermeest der gelovigen”.

41. Johannes 3:16 zegt toch “een ieder die gelóóft”? Is dat geen beperking?

Zeker. We dienen echter te weten dat “het eeuw-ige leven” het “aeonische leven” is. Daarbij gaat

het niet om het leven van de zogenoemde ‘eeuwige toestand’ maar om een specifieke eeuw of

aeon. In o.a. Lucas 18:30 lezen we dat het ‘eeuwige leven’ beleefd wordt in “de toekomende

eeuw (aeon)”. Gelovigen zullen deze eeuw beërven. Ongelovigen niet. Maar aangezien we weten

dat “de toekomende eeuw” zeker niet de laatste eeuw is (de Bijbel spreekt immers over “de

komende eeuwen en zelfs over “de voleinding der eeuwen”), is in Johannes 3:16 dus niets

gezegd over de definitieve bestemming van de ongelovige. God heeft de wereld lief, zegt

Johannes 3:16. Dat is een feit. Het ongeloof van de mens verandert daar volstrekt niets aan

(Romeinen 3:3). Eigenaardig dat Johannes 3:16 zo bekend is, maar dat dat slechts weinigen

weten wat in daaropvolgende vers 17 staat te lezen: “Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld

gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde.”

De konsekwentie hiervan is, dat als God de wereld niet daadwerkelijk zal redden, dan heeft Hij

zijn Zoon voor niets in de wereld gezonden. Dan is Hij de de grootste doelmisser of (in de taal

van de Schrift) de grootste zondaar aller tijden.

42. Aion kan inderdaad ‘eeuw’ betekenen maar het bijvoegelijke naamwoord ‘aionios’ betekent toch: altijd, eindeloos.

Nee, de betekenis van een bijvoeglijke naamwoord vloeit voort uit die van het zelfstandige

naamwoord. Het verwijst daar naar. ‘Jaarlijks’ verwijst naar ‘jaar’. Maandelijks’ verwijst naar

‘maand’. Etc. En dus: ‘aionios’ verwijst naar ‘aion’. Zouden wij in onze taal het woord ‘eeuwigheid‘

niet hebben, dan zou ‘eeuwig’ gewoon verwijzen naar ‘eeuw’. Iemand van een jaar oud, is jarig,

iemand van een eeuw oud, is eeuwig. Daar komt bij dat ook glashard vanuit de Schrift kan

worden aangetoond dat ‘eeuwig’ niet begin- of eindeloos is. Op drie verschillende plaatsen is

namelijk sprake van “eeuwige tijden” (2Timotheüs 1:9; Romeinen 16:25; Titus 1:2). Twee keer

zelfs van “vóór eeuwige tijden”. Uit deze term volgt zonneklaar dat ‘eeuwig’ kennelijk gerelateerd

is aan ‘tijd’. Er zijn meerdere “eeuwige tijden” (“tijden der eeuwen”) zodat

‘eeuwig’ aantoonbaar noch begin- noch eindeloos is.

43. Is het “indien” in Kolosse 1:23, geen ontkenning van de Alverzoening?

Nee. In de eerste plaatst is de weergave “indien” niet correct. Zou moeten zijn “aangezien”. (meer

info). Het komt er op neer dat Paulus in dit vers, niet waarschuwt maar dankbaar de

standvastigheid van de Kolossers memoreert! In de tweede plaats is de hoop van het

Evangelie, juist de hoop op de Alverzoening! Een paar verzen tevoren (1:20) had Paulus

geschreven over God, Die door het bloed van het kruis, ALLES (ta panta), met Zich verzoent.

Daaraan refereert hij in vers 23, als hij schrijft over “de hoop van het Evangelie”. Degenen die

Alverzoening ontkennen, hebben zich laten afbrengen van de hoop van het Evangelie.

Page 14: 45 Vragen Over Alverzoening. - Paradijsthese › ... › uploads › 2017 › 09 › 03.-Vragen-alverzoeni… · 7. Wat zeggen naslagwerken over de betekenis van het woord ‘eeuwigheid’

44. Verwijst Romeinen 5:18 terug naar Rom.5:17, zodat “alle mensen” slechts degenen zijn die “de overvloed van genade en van de gave der gerechtigheid ontvangen”?

Nee, Rom.5:18 verwijst terug naar Rom.5:12. In dat vers begint Paulus met een vergelijking

(“Daarom, gelijk door één mens…”) die hij vervolgens niet afmaakt. Heel het betoog van vers 13

tot en met vers 17 is een tussenzin. In vers 18 pakt Paulus vervolgens weer de draad op en

maakt de vergelijking alsnog af. Afgezien hiervan is het voor de onbevangen lezer volstrekt

duidelijk dat het tweede “alle mensen” in vers 18 even absoluut moet zijn als het eerste “alle

mensen”. Paulus schrijft niet voor niets: “gelijk… zo komt het ook”.

45. Zijn de tweede “allen” in 1Kor.15:22 niet gewoon allen die in Christus zijn? Gelovigen dus?

Nee. De tweede “allen” moet logischerwijs dezelfde groep zijn als de eerste “allen”. Het gaat over

allen die in Adam sterven. Let op dat er niet staat: “Want evenals in Adam allen sterven, zo

zullen ook allen in Christus levend gemaakt worden”. Nee, er staat: “Want evenals in Adam allen

sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.”. Laat het verschil heel goed

doordringen! Dus niet: allen in Christus, maar: in Christus allen.

bron: www.goedbericht.nl