24
1 Deze wereld anders 7 jonge denkers over de toekomst Ekklesia Amsterdam 2015-2016

7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

  • Upload
    others

  • View
    2

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: 7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

1

Deze wereld anders

7 jonge denkers over de toekomst

Ekklesia Amsterdam 2015-2016

Page 2: 7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

2

Inleiding

De wereld staat in brand, ijskappen smelten en mensen raken op drift. We zijn van alles op

de hoogte, maar voelen ons ook machteloos, soms zelfs moedeloos, want waar moet je in

hemelsnaam beginnen als je die berg problemen wilt oplossen?

Gelukkig zijn er ook onverstoorbare optimisten. Mensen die zich niet door doemscenario’s

laten bepalen, maar door het geloof dat het anders kan. Zeven van hen hebben wij mogen

verwelkomen in de Ekklesia, waar zij een column uitspraken en vragen beantwoordden. Dat

leverde zeven prachtige verhalen op van jonge, creatieve en (stout)moedige denkers die

vanuit heel verschillende achtergronden werken aan de toekomst, aan deze wereld anders…

In dit boekje vindt u die zeven verhalen + de inleidingen en bijbelfragmenten die erbij

gelezen zijn. En dat is goed materiaal om bemoedigd mee op weg te gaan

Geeske Hovingh - Ekklesia Amsterdam - juli 2016

11 oktober de kunstenares Katinka Simonse (Tinkebell)

8 november de theoloog Rikko Voorberg

13 december de politica Sharon Gesthuizen

7 februari de imam Yassin Elforkani

13 maart de journaliste Myrthe Hilkens

10 april de musicus Merlijn Twaalfhoven

8 mei de theatermaakster Marjolijn van Heemstra

Page 3: 7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

3

Inhoudsopgave

Inleiding 2

Geeske Hovingh

‘Lieve mevrouw Amiri’ 4

Katinka Simonse

‘Er is meer woede nodig’ 7

Rikko Voorberg

‘Ook mijn vijand is mijn medemens’ 10

Sharon Gesthuizen

‘Zorg ervoor dat je geen voedingsbodem wordt’ 12

Yassin Elforkani

‘Geen oplossing, wel vooruitgang’ 16

Myrthe Hilkens

‘De kunst van de twijfel’ 19

Merlijn Twaalfhoven

‘Een pleidooi voor verbeelding’ 22

Marjolijn van Heemstra

Page 4: 7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

2

‘Lieve mevrouw Amiri’ Katinka Simonse (Tinkebell)

Inleiding Geeske Hovingh

‘Deze Wereld Anders’ zou je ook wel af kunnen

korten tot D.W.A.R.S, ontdekte ik ineens. En zo gek

is dat niet, want daar zal deze serie precies over

gaan: over dwarsliggers, mensen die tegen het

cynisme in leven en geloven dat een andere wereld

dan deze mogelijk is.

Een andere wereld? Dat klinkt alsof we met een

beetje verandering al tevreden zijn. Moet de

wereld niet nodig helemaal overnieuw? Zeker,

maar daarbij hoeven we het wiel niet nog eens uit

te vinden: de wereldgeschiedenis kent vele

prachtige voorbeelden van mensen die met hun

idealen de wereld misschien wel niet vernieuwd,

maar wel degelijk veranderd hebben. Vandaar:

‘Deze wereld anders’.

We zochten en vonden zeven sprekers bij dat

thema; een kunstenares, een theoloog, een

politica, een imam, een journaliste, een componist

en een theatermaker - drie mannen, vier vrouwen -

‘wel érg blank!’ twitterde iemand en dat klopt -

volgend seizoen beloven we meer kleur, maar hoe

dan ook zijn dit zeven bijzondere, kleur

bekennende mensen.

En vandaag bijt Katinka Simonse, beter bekend als

Tinkebell, het spits af. Zij is kunstenares en schuwt

in haar werk de controverse niet. Dat roept dan

ook vragen op en soms heftige reacties - als

iemand het begrip ‘hatemail’ van dichtbij kent, dan

is zij het wel. Wat zij wil, is dit: maatschappelijke

misstanden aan de kaak stellen, discussie op gang

brengen en bewustwording creëren.

Tinkebell is daarin geen one issue-dame; ze houdt

zich bezig met een breed scala aan problemen: de

bio-industrie, het dreigende fosfaattekort,

kinderprostitutie en misstanden in de

kledingindustrie.

De laatste tijd schrijft ze ook veel over onze

omgang met vluchtelingen, ze reisde af naar Calais

en raakte bevriend met een Afghaanse familie.

Ook dat laatste voorbeeld werd overschaduwd

door controverse. In haar toespraak zal ze haar

kant van dat verhaal vertellen. Wat er met je

gebeurt als je vriendschap sluit met iemand in een

kwetsbare positie, hoe de problemen van een

ander onder jouw huid kunnen gaan zitten. En wat

je daar vervolgens mee kan en misschien zelfs wel

moet doen.

Dat is Tinkebell in het kort.

Psalm 41 vrij

Voor mij stond een arme in vodden

uitgeteerd. Zij vroeg mij geld,

dat ze voor één nacht…

Ik gaf genoeg voor twee.

En nu

word ik overal geprezen

om mijn weldadigheid:

‘de Here heeft het gezien

met behagen’ en

‘wie één mens redt, redt heel de wereld.’

De waarheid is

dat ik mij schaam en schuldig voel

te leven in een heelal

van zoveel pralende rijkdom

en bittere armoe.

Ik praat erover met vrienden en bekenden.

Waar ik mij druk over maak, vragen zij.

Zo ís de wereld, gewoon deze wereld.

En wie arm is heeft toch handen.

En zo’n vrouw, die kan -

er wordt hard gelachen.

En zelfs mijn jongen, die mijn brood eet

mijn gedachten deelt, lacht mee.

Hoe verder? ‘Here’, die ik noem

mijn God-Ik-zal-er-zijn,

hoe verder met deze wereld?

Page 5: 7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

3

Zal uw woord over gerechtigheid

en genade

op ons geweten inwerken

en brengen een keer

in onze gedachtestroom

en ons stil maken

en wakker?

(hertaling: Huub Oosterhuis)

Toespraak

Katinka Simonse

Lieve mevrouw Amiri,

Het is zondagochtend en vanmorgen ben ik om zes

uur opgestaan. Vandaag ben ik uitgenodigd om

een columnachtige tekst voor te dragen in een

kerkachtige setting. Mijn tekst zou dan als een

soort preek fungeren waarin ik een mooi verhaal

vertel wat eindigt in iets bemoedigends. Mijn

wekker ging zo vroeg vanmorgen, omdat ik die

tekst nog moest schrijven. Ik had zelfs nog geen

idee over hoe ik het aan zou pakken. Bijna twee

uur heb ik aan mijn bureau voor me uit zitten

staren om uiteindelijk om tien voor acht tot de

conclusie te komen dat mijn hoofd niet staat naar

een preek in een kerkachtige dienst. Ik wilde u

schrijven. Ik ben me gaan douchen en nu, om half

negen, staar ik weer naar mijn scherm. Wat schrijf

ik aan de moeder van Tamana?

Toen ik op 2 januari een email kreeg waarin stond

beschreven dat uw man, Feda, na achttien jaar

legaal in Nederland te hebben gewoond, op 5

januari zou worden gedeporteerd op basis van

slechts een verdenking en zonder dat hij u en jullie

kinderen gedag mocht zeggen, voelde ik direct een

diepe verontwaardiging. Ik las dat hij werd

verdacht van oorlogsmisdaden omdat hij

vijfentwintig jaar geleden als politieagent had

gewerkt voor het communistisch regime in

Afghanistan. Er zijn binnen dat regime

afschuwelijke, onmenselijke handelingen verricht.

Maar dat de alle naar schatting ruim 140.000

ambtenaren uit die tijd daaraan hebben

meegewerkt, is zeer onwaarschijnlijk. Dat zeggen

ook de UNHCR en Amnesty International. En uw

man zegt dat ook, las ik. Hij heeft niets te

verbergen zegt hij. Sterker nog, hij heeft gesmeekt

om een onderzoek naar zijn achtergrond.

Tevergeefs. Ik dacht altijd dat in ons land niemand

schuldig was totdat schuld is bewezen. Dat

iedereen te allen tijd recht heeft op een eerlijk

proces, hoe erg de misdaad ook is waarvan iemand

wordt verdacht. Ik weet ook dat Nederland,

terecht, andere landen waar mensen zomaar

zonder bewijs kunnen worden gestraft, op de

vingers tikt. Is Amnesty International hier niet

groot mee geworden? Door die email van 2 januari

werd ik geconfronteerd met een andere realiteit.

Wij straffen wel degelijk mensen van wie we

helemaal niet zeker weten of ze iets hebben

misdaan. Onze angst voor oorlogsmisdadigers is zo

groot dat we iedereen die op het verkeerde

moment op de verkeerde plaats was, direct

veroordelen, zonder proces.

Ik belde met Hans Spekman, de voorzitter van de

PvdA en hij zei: ‘We willen geen

oorlogsmisdadigers in ons land, maar om alle

oorlogsmisdadigers op te pakken, moeten we een

prijs betalen. Die prijs is dat daar ook onschuldigen

tussen zullen zitten.’

Ik heb Hans Spekman best hoog zitten. Misschien

juist daarom schrok ik er zo van dat juist hij er zo

over dacht. Een foutje, dacht ik toen. En eerlijk

gezegd denk ik dat nog steeds.

En daar zie ik een lichtpuntje. Want foutjes, die

kunnen we herstellen. Daar valt iets te fixen. Op 4

en 5 januari heb ik, samen met een groep

vrienden, heel veel telefoontjes gepleegd naar de

KLM om te proberen mensen te overtuigen uw

man niet mee te nemen op de vlucht richting

Afghanistan. En toen op 5 januari bleek dat zijn

vlucht met een uur werd vertraagd, hoopten we

dat dat betekende dat hij toch mocht blijven. Maar

helaas. De beelden van een huilende Tamana die

haar vader niet meer had mogen zien, gingen bij

mij door merg en been.

Mevrouw Amiri, ik kan niet tegen onrecht. En op

dat moment wist ik nog niet eens hoe uw man in

detentie geestelijk was mishandeld, omdat hij

weigerde om u en uw gezin in Nederland achter te

laten.

Dat ze hem twee weken lang naakt in een kamertje

op hadden gesloten met vierentwintig uur per dag

lampen en camera’s op hem gericht. Dat zelfs de

behandelaar van de IND moest huilen toen hij

werd uitgezet, omdat ze wist dat het niet klopte,

maar het beleid nu eenmaal moest uitvoeren. Dat

de mannen van de marechaussee die hem op de

vlucht moesten begeleiden, hem met geweld

belaagden toen hij om hulp schreeuwde. Dat ze

hem het vliegtuig uit sleurden in een busje om hem

daar op de grond te gooien, zijn knie te breken, zijn

lichaam als een mummie in te tapen, zijn mond

dicht te plakken. Dat ze hem een zak over zijn

hoofd trokken om hem op die manier terug het

vliegtuig in te slepen om hem uiteindelijk liggend

Page 6: 7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

4

over de schoot van drie van deze marechaussees

de lucht in te sturen. Dat wist ik allemaal nog niet

toen, ik vond dat het gewoon niet kon hoe iemand

zonder bewijs van schuld de ergst denkbare straf

kon krijgen: Losgerukt worden van de mensen van

wie hij het meeste houdt. U. Jullie gezin.

Katinka met Feda en Tamana Amiri

Ondertussen zijn we drie kwart jaar verder. Deze

week vertelde Tamana me dat ze vorige week voor

het eerst sinds die dag met u en met haar broers

heeft gesproken. Gelukkig. Want ik weet dat er,

toen uw man na zijn deportatie zoek raakte in

Afghanistan, zo veel verdriet was in jullie gezin dat

iedereen zich van elkaar begon af te zonderen. Dat

Tamana u helemaal niet had verteld dat ze van

plan was haar vader achterna te reizen in de hoop

hem te kunnen vinden. Toen ik haar sprak, net

voor haar vertrek, loog ze dat u ervan wist. Maar

toen ze eenmaal in Kabul zat en ik uw jongste zoon

sprak, werd me duidelijk hoe groot de liefde is die

jullie voor elkaar voelen, dat jullie elkaar allemaal

sparen door niet te praten. Tamana vond uw man

in een ziekenhuis in Kabul en ik reisde haar

achterna om te helpen en alles vast te leggen.

Want de wereld móest van dit onrecht weten.

Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf

beter van te worden, met slechts als motief dat je

niet tegen onrecht kan, iets zeer verdachts is. Er

moest iets anders achter zitten, dat kon niet

anders en al gauw werd mijn ‘geheime agenda’

gevonden in de kunsten. Ik was immers een

kunstenaar en het woord Kunst staat gelijk aan

Nep. Het kon dus niet anders dan dat ofwel mijn

motieven, ofwel het verhaal van uw man allemaal

waren gespeeld. Van Tamana weet ik dat door

deze achterdocht en twijfels het verdriet binnen

jullie gezin nog groter werd. Dat spijt me. Nog

nooit heb ik zo veel verdriet gezien in een meisje,

in Tamana. Ik heb nog niet eerder gezien hoe een

gezin waar zo veel liefde is, zo werd verscheurd.

Niet meer willen praten of samen eten of

überhaupt een slaapkamer uit willen komen,

omdat elke confrontatie met een ander gezinslid te

pijnlijk is. Mijn hart breekt, elke keer wanneer ik

Tamana spreek en ze me vertelt hoe kapot jullie

zijn. Ik kan niet tegen onrecht en daarom schrijf ik

u vandaag deze brief. Omdat ik weet dat het me

verdacht maakt. Het is niet gebruikelijk om onrecht

dat niet jou, maar een ander wordt aangedaan, tot

het uiterste aan te vechten. Maar ik heb het

Tamana beloofd en ik beloof het ook aan u: Ik ga

dit oplossen. Ik ga blijven aanvechten dat er

niemand meer als schuldige mag worden

behandeld totdat daar bewijs voor is. Dat iedereen

een eerlijk proces verdient. Ook uw man! Niet

alleen ga ik datgene doen waar uw man jarenlang

om smeekte: een onderzoek starten naar zijn

achtergrond om zo een eerlijk proces af te

dwingen. Maar ook ga ik laten zien dat dit beleid

niet kan en niet mag, en zal ik mensen hierover

blijven vertellen totdat het is bijgesteld. Want ik

kan niet tegen onrecht en ik zou willen dat het niet

meer verdacht is om onrecht aan te vechten. Jullie

hebben als gezin vorige week voor het eerst weer

met elkaar gesproken. De brief die ik nu tot u richt,

schrijf ik op een moment dat ik eigenlijk mijn

preek-achtige tekst zou moeten schrijven. En die

tekst zou moeten eindigen met iets bemoedigends.

Ik ben blij dat jullie weer met elkaar praten en ik

hoop - ik hoop dat jullie dat blijven doen. En hoe

erg ik ook weet en invoel hoe gebroken jullie zijn.

Hoe erg ik ook weet hoe ongebruikelijk het is

wanneer mensen onrecht aan blijven vechten. Ik

weet ook zeker dat er veel meer mensen zijn dan ik

alleen. Mensen schamen zich soms ook gewoon

een beetje voor afwijkend gedrag, zo ook voor

moralisme. Het publiek waaraan ik straks deze

brief aan u zal voorlezen, dat is goed volk. Een zaal

vol goed gelukte mensen die, dat weet ik zeker,

ook niet tegen onrecht kunnen. En of ze me nu

gaan helpen om jullie te helpen, of dat ze elders

kleine en grote zaken van onrecht zullen

aankaarten. Samen gaan we het fixen.

Allemaal. Beloofd.

Page 7: 7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

5

‘Er is meer woede nodig’

Rikko Voorberg

Inleiding

Geeske Hovingh

Het werk van theoloog en theatermaker Rikko

Voorberg speelt zich vaak af op het snijvlak van die

twee disciplines: kerk en theater.

Hij experimenteert met nieuwe kerkelijke vormen,

en richtte onder andere de PopUp-kerk op; een

groep van dertigers die wekelijks samenkomt om

een maaltijd te delen en naar aanleiding van

bijbelteksten met elkaar in gesprek te gaan. Dat

gaat over hun eigen leven, maar ook over het

leven-in-het groot. Zo reisden ze afgelopen zomer

af naar Lesbos om daar vluchtelingen te helpen.

Rikko schuwt moeilijke dingen niet. De bijbelse opdracht is voor hem: mensen niet veroordelen, maar hen zien zoals zij ten diepste zijn. Je bekommeren om je naaste. Ook als die naaste iemand is aan wie je op het eerste gezicht liever voorbij zou lopen. Sterker nog: van wie je weg zou willen rennen. Daarover zal hij ons vertellen. Woorden over dappere, kleine mensen, die hun ware-waarachtige gezicht terugkrijgen.

Lukas 19:1-10 Hij ging Jericho binnen en trok de stad door. En zie, een man genoemd met de naam Zacheüs - hij was een oppertollenaar en hij was rijk. Hij wilde Jezus zien, wie hij was, maar hij kon het niet, door de menigte en omdat hij klein was van gestalte. Hij rende voor de menigte uit en klom in een wilde vijgenboom om hem te zien want daar moest hij voorbijkomen. Toen Jezus bij die plaats gekomen was, keek hij omhoog en sprak tot hem: Zacheüs, kom vlug naar beneden want vandaag moet ik in jouw huis verblijven. En hij kwam vlug naar beneden en ontving hem met vreugde. Allen die het zagen, gromden en zeiden: Bij een zondig man gaat hij naar binnen om er te gast te zijn! Daar stond Zacheüs en sprak tot de heer: Zie, heer, de helft van alles wat ik heb geef ik aan de armen. En als ik iemand iets heb afgeperst, geef ik het viervoudig terug. Jezus sprak tot hem: Vandaag is redding aan dit huis geschied. Ook hij is toch een zoon van Abraham. De mensenzoon is toch gekomen om te zoeken en te redden wat verloren is.

Toespraak

Rikko Voorberg

Ik ben Rikko. En ik ben vereerd dat ik hier mag staan. Als de theoloog in het rijtje van de kunstenaar, de journalist, de imam. Terwijl het hier stikt van theologen. Erudiete, grote theologen waar ik tegenop kijk. Het was jaren geleden, ik was nog maar net in Amsterdam als enthousiast gereformeerd theoloogje en ik kwam naast Huub Oosterhuis te zitten. ‘Dé Huub Oosterhuis?’ vroegen ze thuis. ‘Ja. Dé.’ Dat was een moment. Het was een Ekklesia-voorbereidingsgesprek meen ik. En hij zei met die indrukwekkende, sonore stem: ‘We hebben een gemeenschap nodig om de liefde levend te houden.’ En onder de indruk, maar toch enigszins wijsneuzig, merkte ik op: ‘Ja, maar er is ook een gemeenschap nodig om de woede levend te houden - want in je eentje is die doodvermoeiend.’ De nadenkende frons in zijn voorhoofd was het grootste compliment dat je me toen kon geven.

Page 8: 7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

6

Men zegt dat Augustinus het volgende geschreven heeft: ‘Hoop heeft twee prachtige dochters. De ene heet woede, de andere heet moed; woede over hoe de dingen zijn: en moed om te zien dat ze niet zullen blijven zoals ze zijn.’ Als deze wereld anders moet - en dat is iets waar we het vlug over eens kunnen worden, de grootte en richting van de verandering is het punt van verschil - dan is er woede nodig. Die rommelende, wat lelijke, ondergeschoven emotie. De enige emotie die echt in beweging zet. En ik bedoel dan niet de woede op een ander, omdat die je benadeeld heeft. Maar woede over hoe de dingen zijn. Die is nodig. En moed. Een beetje maar. Moed om te zien dat ze niet zullen blijven zoals ze zijn. Dat is de tweeling. Dat zijn de dochters van de hoop. Misschien kent u Stephane Hessel van naam. Verzetsstrijder in Frankrijk. Op drienegentig-jarige leeftijd schreef hij nog een vlammend pamflet, zijn testament aan de jongere generaties. ‘De onderliggende drijfveer van het verzet was verontwaardiging,’ schrijft hij. ‘Neem onze plaats in, kom in verzet. Ik wens u allen, gezamenlijk en individueel, toe dat u een eigen motief hebt om verontwaardigd over te zijn. Dat is een kostbaar iets.’ Woede. Verontwaardiging. En Moed. Met die woede vlogen we met een paar mensen naar Lesbos in juni. Er was nauwelijks nog nieuws over de vluchtelingenellende op de stranden daar. Wij wilden weten wat er aan de hand was. Aan de voordeur van óns Europa. We wilden het ervaren. Met onze kont in het zand waar de boten aankwamen. Zien hoe dichtbij dit is. En nog kan ik de lichte druk op mijn schouder voelen. Dat lijfje van Haiah, een driejarig Syrisch meisje. Met haar snottebellen en haar armpjes om mijn nek. Ik voel haar nog. Hier. Al is ze nu kwijt. Sinds Hongarije niets meer van haar vernomen. Opgegaan in de maalstroom. Maar dat was niet het enige. Ook stichting Bootvluchteling werd opgericht. En kwamen meteen in actie. Sinds dat bezoek en hun telefoontje heeft het op de stranden van Kos en Lesbos nooit aan Nederlandse handen ontbroken die droge kleren geven, water uitdelen, welkom zeggen, knuffelen en eerste hulp verlenen. Dat ook. Woede en een heel klein beetje moed, meer was er niet nodig. En de dingen blijven niet zoals ze zijn.

Rikko op Lesbos

En al iets langer geleden maakte ik in een vlaag van diezelfde woede de facebookpagina: ‘Benno L, welkom in onze straat’. Omdat ik boos was over de boze borden in Leiden. ‘Vieze Kankerpedo.’ Dat soort dingen. Én ik was ook gefrustreerd over de linkse columnisten die daar dan weer alleen maar schande van konden spreken. Al die vingers die over en weer wijzen, wat schoot het op? Meteen nadat ik met trillende vingers die pagina de lucht in had gestuurd, stonden de media op hun kop. Nam iemand het nou voor hem op? Dagenlang hield het krant, blogs en radio bezig. Op de avond na de lancering van mijn pagina, stelden Pauw en Witteman hun tafelgasten allemaal de vraag of Benno welkom zou zijn in hun straat. ‘Ja,’ zei de eerste. En de anderen, uiteindelijk allemaal. De dingen hoeven niet te blijven zoals ze zijn. Echt niet. Reacties in de trant van ‘laat jezelf maar opknopen naast Benno’ of ‘geef je kinderen ook maar aan hem’, heb ik zoveel mogelijk genegeerd. En pas later gelezen. Toen het allemaal wat gezakt was. Drie weken later - het was allemaal wat gezakt… Ons zoontje is jarig. Het feestje is bijna afgelopen, het meeste bezoek is weg. Aan de telefoon vraagt iemand met een licht Duits accent: ‘Ben jij degene die de facebookpagina voor Benno L. heeft gemaakt?’ Gealarmeerd stel ik een wedervraag: ‘Wie wil dat weten?’ Nou, zei de ander: ‘Ik ben Benno L. en ik wil je bedanken.’ Verstomd loop ik met mijn telefoon de keuken uit. ‘Dank dat ik welkom ben in jouw straat,’ zei hij, ‘jij bent ook van harte welkom om bij mij koffie te komen drinken.’

Page 9: 7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

7

Zo. En met bonkend hart besloot mijn hoofd dat wie A zegt, ook B moet zeggen. En daar ging ik, naar Leiden. Dezelfde flat. Die van de boze borden. Maar nu zag ik ’m van binnen. Hans noemt hij zich nu, zijn nieuwe naam, en hij schonk koffie. Zijn diepe wroeging ligt als een open wond op tafel. Hij vertelt zijn ellendige geschiedenis. Wat een pijn. Zonder iets af te doen aan zijn verantwoordelijkheid. En de brief van de rechtbank laat hij zien: ‘Enkel hands-off delicten.’ ‘Maar…’ stotterde ik en hij knikte: ‘De media maken er iets anders van. Geen kind aangeraakt. Niet minder erg overigens,’ zei hij, ‘maar toch’. Bij het afscheid, mompel ik moeizaam: ‘Welkom om bij ons thuis ook een kop koffie te komen drinken.’ Ja, wat doe je? De emoties knalden alle kanten op. Gek, maar in zo'n situatie is de ratio veel genadiger. De emotie wordt gevoed door de hetze. Door de idee dat als iemand deze grens gepasseerd is, dat hij dan ongebreideld en voor altijd gehaat mag worden. Dat vergeving voor de ergste zondaar altijd geldt, behalve hier. Dat zegt de emotie. Maar ik had hem niets te vergeven. En hij had zijn straf uitgezeten. En spijt. Koffie, dus. Wanneer? Tijdens die koffie bij ons thuis, met een spelend zoontje en mijn vrouw, vroeg hij of hij ook eens bij de PopUp-kerk mocht komen. Natuurlijk, dacht ik meteen. Als een kerk ergens om zou moeten bestaan, dan is het hierom wel. Maar ik moest het wel in de groep gooien, zei ik. En die groep zei hartgrondig: ‘Welkom!’ En zo werd hij vaste gast. Tot hij juni dit jaar naar Duitsland vertrok, om zijn eigen leven op te bouwen. Ging het allemaal vanzelf? Nee. ’s Nachts brak mij soms het koude zweet uit. Angst voor pers voor de deur. En voor die vrienden van mij. Die hadden direct te maken gehad met het misbruik van Robert M. Zij zouden mijn actie misschien wel nooit begrijpen. Voor Robert M. had ik deze pagina nooit gemaakt, ben ik bang. Omdat er geen spijt was, en omdat de overtredingen zo gruwelijk waren. Maar hun onbegrip is zo logisch. Wat als die vriend bij ons binnen zou stappen, met zijn grote vuisten? En hij zou Benno herkennen? Ik kon niet voor de gevolgen instaan. Onrustige nachten waren dat. Maar het kon niet anders. Want ik wilde kerk zijn. Iets met de man uit Nazaret, die met de overloper, het Romeinenvriendje, de uitzuiger van zijn eigen volk, Zacheüs, wil eten. En dat zelfs vóór dat die spijt betoont. Men spreekt er schande van. Het ergste wat de kerk kan doen, is dat zij mooie woorden spreekt. Woorden moeten vlees en bloed worden, handen en voeten krijgen. Dat was het idee. Met de pijn die erbij hoort. Een Schotse mysticus, die gedesillusioneerd zijn kerk verliet, schreef: ‘The word made flesh is here

made words again.’ Het woord werd vlees en is hier weer tot woorden gemaakt. Blasfemie. De grofste die je kunt denken. Het woord moet belichaamd. Op het strand van Lesbos, of in een kerkje in West. Hier. Met alle klotige ellende. Met de pijn die bovenkomt. Ik rakel met dit verhaal van Benno misschien ook jouw pijn op. Ongevraagd. Maar het moet. ‘Het licht scheen in de duisternis,’ zo staat geschreven. Daar moeten we dus zijn, in de duisternis. Want daar verandert de wereld. Wetenschappers zijn het erover eens. Sociale uitsluiting van misbruikplegers verhóógt de kans op recidive. Protesten voor de deur ter bescherming van de kinderen in de wijk vergroten de kans dat het ergens misgaat met kinderen. Dat is de harde werkelijkheid. Bréné Brown, gepromoveerd op kwetsbaarheid, stelt dat schaamte veel vaker de oorzaak is van slecht gedrag dan dat het genezing brengt voor slecht gedrag. Je werkelijk schuldig kunnen voelen en empathie ontwikkelen is nodig. Voor daders. En schaamte bemoeilijkt dat proces enorm. De omhelzing is het begin van de verandering. Dat zegt het verhaal van Zacheüs ons. En wetenschappers zeggen: uitsluiting brengt ook verandering. Maar dan ten kwade. De vrouw die hoop hield en licht bleef brengen in het duister van het concentratiekamp, Etty Hillesum, zei het zo: ‘Er zal toch iemand over moeten blijven om later te kunnen getuigen dat God ook in deze tijd nog geleefd heeft. En waarom zou ik niet die getuige zijn?’ Bisschop Rowan Williams stelt dat geloven niet over ego gaat. Niet over iemand die enkel jou koestert. ‘We moeten inzien dat het er niet toe doet of je veilig bent in de handen van God, maar of God veilig is in jouw handen. Dat is een omkering van elke comfortabele versie van geloof.’ Deze Wereld Anders heeft woede nodig. Gevoed door de man uit Nazaret. Woede over de dingen zoals ze zijn. En moed om te zien dat ze niet zullen blijven zoals ze zijn. En dat dit van ons vraagt dat we onmogelijke dingen gewoon beginnen te doen. Samen.

Page 10: 7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

8

‘Ook mijn vijand is mijn

medemens’ Sharon Gesthuizen

Inleiding

Geeske Hovingh

Sharon Gesthuizen zal voor de meesten van u geen

onbekende zijn. Maar om uw beeld wat completer

te krijgen, vertel ik u graag nog iets over haar. Zij

heeft een achtergrond in de kunsten, zette zich

8Studenten Vakbond en in 2006 - ze was toen

dertig - werd ze gekozen tot Tweede Kamerlid voor

de SP. Ze houdt zich met name bezig met

economische zaken, asielbeleid en justitie, en pleit

stevig voor verkleining van de welvaartskloof en

een humanere omgang met vluchtelingen.

Wat hebben we nodig om de moed erin te

houden? Wat zijn de inspirerende verhalen die ons

op de been houden te midden van het slechte

nieuws dat ons dagelijks overspoelt? Sharon geeft

vandaag een antwoord, háár antwoord op die

vraag.

Psalm 128 vrij

Man, vrouw, hier geboren,

maar ook jij vreemdeling, bijwoner

binnengesmokkeld meisje

aan de pooier verkocht

met zovelen als je bent:

gezegend.

Mannen, met je eigen handen

verdien je je brood

vrouwen, als druiventrossen -

je dochters wuivende palmen

je zonen olijftakken

rondom je tafel

tel je zegeningen - wat is geluk?

Zo moge het zijn en duren

hier in het land waar je woont

in steden dorpen gehuchten

tot in de uithoeken

van deze wereld.

Voor je buren en je buurt

zing vrede

voor je kindskinderen en hun geliefden

vrede op aarde, nu.

(hertaling: Huub Oosterhuis)

Toespraak

Sharon Gesthuizen

Als ik een flink aantal populaire citaten op het

internet mag geloven, dan laten we ons als mensen

vooral motiveren door positieve zaken: zijn we

tevreden, dan werken we harder. Hebben we

zekerheden, dan zijn we gelukkiger en daarmee

ook prettiger in de omgang voor anderen. Worden

we beloond voor onze goede inspanningen -

bijvoorbeeld doordat we ons ontwikkelen, omdat

we het goed hebben of omdat we waardering

ervaren van anderen - dan leidt dat tot het

voortzetten van ons werk. We zijn opnieuw

gemotiveerd. Zonder tevredenheid geen motivatie.

Maar ik moet steeds denken aan die bekende die

tegen me zei: als ik tevreden ben, dan blijf ik in bed

liggen. Ik kom er pas uit als ik ontevreden ben; als

ik dingen wil veranderen. Als er dingen moeten

gebeuren, wil de boel niet in de soep lopen, dán

ben ik te porren voor actie. Niet positiviteit maar

negativiteit is juist mijn bron van inspiratie. Het

moet een beetje pijn doen, het leven. En als ik er

dan over nadenk, ben ik snel uit de veren. Zo

houden ze elkaar mooi in evenwicht: het goede en

het kwade in ons. Of dat collectief ook geldt, is de

Page 11: 7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

9

grote vraag. Vermoedelijk wel, maar wie kan dat

overzien? Sinds ik van mijn geloof viel - ik ben bijna

veertig jaren oud, toen dat gebeurde was ik twintig

- heb ik alleen nog de rationele beslissing te

geloven in het goede in de mens om mij aan vast te

houden. Iedere dag opnieuw neem ik die

beslissing. En hoe zwaar die taak soms ook is, het

moet gebeuren tussen alle andere bedrijvigheid

door. Misschien maar goed ook: wie er echt eens

voor gaat zitten, kan vermoedelijk steeds minder

goed beslissen. Want hoe kan het toch dat we als

mensen ons zo lijken te moeten afzetten tegen

elkaar om tot ons recht te komen? Waarom

hebben we er niet genoeg aan om tegen onze

eigen angsten te vechten; waarom moet die angst

voor de ander daar steeds bij om de hoek komen

kijken?

Afgelopen donderdagavond was ik op een

bijeenkomst in Rotterdam om over vluchtelingen

te spreken. Er vond een goede discussie plaats,

maar toen ik rond kwart over tien terugliep naar

het station dacht ik: eigenlijk was iedereen die

avond boos op elkaar. De mensen die bang zijn

voor de vluchtelingen, waren boos op de

vluchtelingen en op de Nederlanders die niet boos

zijn op de vluchtelingen. De mensen die juist niet

bang zijn voor de vluchtelingen, zijn boos op de

mensen die dat wel zijn - en op de Nederlandse

wet en iedereen die die wet maakt en uitvoert,

want zij vinden die wet inhumaan. Tot slot zijn er

de mensen die boos zijn op zichzelf en op alle

anderen, omdat iedereen steeds maar boos is op

elkaar. En ik ben ook boos: omdat ik vind dat ik te

weinig kan doen om mensen met elkaar te

verbinden. Het vluchtelingenvraagstuk legt feilloos

onze angsten bloot, alsook onze behoefte om onze

eigen positie te versterken, terwijl we ons afzetten

tegen anderen. Ik ben ervan overtuigd dat de

vluchtelingen slechts een katalysator zijn voor de

hatelijkheden en het ongenoegen die nu aan de

dag worden gelegd: die waren al lang en breed in

onze samenleving aanwezig. En geloof me: zelfs als

lid van de oppositie en als socialist gaat het mij

veel te ver om de schuld van die aanwezigheid

eenvoudig te leggen bij het systeem van het

kapitalisme of de liberalen, hoewel ik zeker geloof

dat niemand kan ontkennen dat de solidariteit die

uitging van het beleid en de regelgeving in ons

land, in de afgelopen decennia minder is

geworden; fors minder zelfs en dat trekt een zware

wissel op onze samenleving. Maar toch geloof ik

ook dat er andere, minstens even relevante zo niet

relevantere zaken te ontdekken en te onderzoeken

zijn. Natuurlijk ben ook ik voor een grondige

herverdeling van middelen, van de welvaart. Hier,

in ons eigen land om te beginnen; omdat het

hemeltergend is dat armoede bestaat in ons rijke

land. Maar ook wereldwijd moeten

bestaansmiddelen veel beter gedeeld worden.

Sharon spreekt tijdens de manifestatie

‘Vluchtelingen welkom’ op 13 september 2015

Dat dit een proces is dat nooit heel vlug, ook niet

geleidelijk, maar uitsluitend schoksgewijs zal

kunnen verlopen, realiseer ik me, maar het moet

wel ons streven zijn. Alleen ik ben er steeds minder

van overtuigd dat we echte solidariteit tussen

mensen dichterbij brengen door middel van strijd.

In ieder geval niet door strijd die ons in kampen

verdeelt: de armen tegen de rijken en andersom.

De zieken tegen de gezonden en vice versa. Jong

tegen oud, oud tegen jong; de witten tegen de

zwarten; et cetera. Is het immers niet zo dat als we

in kampen blijven denken in plaats van in eenheid,

er altijd verdeeldheid zal blijven bestaan? En is het

bovendien niet maar al te vaak zo dat degenen die

eerst de verworpenen zijn zodra zij de kans krijgen

de nieuwe onderdrukkers worden?

Simpel gesteld: ik geloof niet dat ik de wereld

uiteindelijk beter en rechtvaardiger maak, als ik

mijn tegenstander wegzet als iemand die oneerlijk,

dom, egoïstisch en de grote veroorzaker van alles

wat er mis gaat in dit land, of in de wereld, is.

Natuurlijk, bij politiek hoort een zekere polarisatie

en hé, we zijn allemaal groot en flink genoeg om af

en toe ook wat feedback te ontvangen. Maar toch

vind ik dat een politicus die een leider wil zijn, er

geen goed aan doet om tweedracht te zaaien. Je

kunt immers verwachten dat het volk dat door

deze leider wordt geleid, diens stijl zal kopiëren.

Een volk dat geleid wordt door een querulant, zal

die behoefte overnemen en zal zich voeden aan

dezelfde bron. Het zal het mechanisme van

uitsluiting hanteren en het zal het zichzelf afzetten

tegen anderen, adopteren tot zijn reden van

Page 12: 7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

10

bestaan. Zijn nationaliteit zal het nationalisme zijn,

de basis van zijn samenleving zal verdeeldheid zijn,

zijn tradities zullen oorlog, gevecht en

onderdrukking zijn. Ik geloof niet dat er ook maar

één leider is die dat zal willen voor zijn volk…

Op Youtube staat een video van het zingen van de

Internationale tijdens het Sovjet-Unie Nationaal

Congres in 1978. De video is al zo’n vier jaar

geleden geplaatst, maar nog altijd wordt er

regelmatig nieuw commentaar op geleverd. U

begrijpt: de meningen van de verschillende

respondenten lopen sterk uiteen. Dit commentaar

is van vijf maanden terug: ‘The best idea ever we

must unite humanity! And defeat those who divide

us!’ Vrij vertaald: ‘Het beste idee ooit we moeten

de mensheid verenigen! En degenen die ons

verdelen verslaan!’ Een prachtige contradictio in

terminis. En ook wel een wat trieste. Hoe kun je

met de doodstraf laten zien dat het fout is om te

doden? Hoe kun je van bommen verwachten dat

ze vrede brengen? Hoe kun je de mensheid

verenigen als je klaarblijkelijk sommige mensen

wilt verslaan? Plaats je die dan voor het gemak

even buiten de definitie van ‘mens’? Daarom

geloof ik dat we moeten zoeken naar de

tekortkomingen in onze wereld - in onszelf en in

elkaar, zo u wilt ook in de systemen die er zijn -

waarvan de vaststelling nu juist niet zorgt voor

verdere tweedracht, maar waarvan de vaststelling

ons met elkaar verbindt. Het elkaar de schuld

geven van alles wat er mis is, levert niet op waar

we echt naar op zoek zijn. Het leidt hooguit tot een

verandering van systeem of van de heersende

figuren; maar alle systemen hebben fouten en alle

mensen ook.

Misschien is dat al een klein begin van onze

verbinding: alle systemen en alle mensen hebben

hun fouten. En in alle bescheidenheid zou ik nog

een stukje verder met u willen oplopen op dit pad.

Want ook vandaag wil ik er weer voor kiezen om te

geloven in het goede in de mens. Waarom? Omdat

ik geen enkele andere keus heb. De valkuil van de

negativiteit is oneindig diep. Dus: het moge zo zijn

dat onze feilbaarheid en die van alles wat we

beginnen en eindigen ons verbindt met elkaar -

veel troostrijker is het toch dat ook in alle mensen

zoveel goeds zit. En dat we zoveel goede dingen

van elkaar kunnen leren; dat ook die zaken ons

verbinden met elkaar. Ik stel mij, om af te sluiten,

voor hoe sommige mensen die mij als hun vijand

zien, zullen reageren op dit verhaal. Maar voor

vandaag maakt me dat niets uit, en overigens voor

morgen ook niet. Want ook mijn vijand is mijn

medemens en in veel mijn gelijke.

‘Zorg ervoor dat je geen

voedingsbodem wordt’

Yassin Elforkani

Inleiding Geeske Hovingh Imam Yassin Elforkani komt uit een familie van islamitische geleerden, hij groeide op in Heerhugowaard en ging op achtjarige leeftijd naar Marokko, waar zijn familie vandaan komt, om daar de Qur’an te bestuderen en later ook islamitisch recht. Hij studeerde af aan de Universiteit van Caïro, volgde ook opleidingen in Dubai en op andere plekken in het Midden-Oosten, met als doel een zo breed mogelijk beeld te krijgen van de islam. Vervolgens keerde hij terug naar Nederland waar hij al vele jaren imam, specifieker jongeren-imam is. Yassin staat bekend als pleitbezorger van een ander soort jihad - namelijk een vreedzame in plaats van een gewelddadige en een ten bate van de Nederlandse samenleving. Hij spreekt zich uit over Syrië-gangers en probeert hen over te halen in Nederland te blijven en hier hun leven op te bouwen. Ook heeft hij stevige kritiek op de criminaliteit onder Marokkaanse jongeren en de gewelddadige interpretatie die sommige moslims van de Qur’an hebben. Mede daarom is hij een welkome spreker in debatten over deze onderwerpen. Maar zijn opvattingen worden hem lang niet door iedereen in dank af genomen. Sterker nog, Yassin weet wat het is om begrensd te worden in zijn bewegingsvrijheid en bedreigingen aan zijn adres dwongen hem er zelfs toe zich tijdelijk uit de publiciteit terug te trekken. Dat maakt het - vind ik - extra bijzonder dat hij vanochtend in ons midden is en ons wil vertellen over zijn islam.

Page 13: 7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

11

Er is nog iemand die ik in het bijzonder wil verwelkomen: Rajae el Mouhandiz. Zij zal een tweetal zelfgeschreven liederen ten gehore brengen en net als Yassin heeft zij de moedige taak op zich genomen bruggenbouwer te willen zijn, mensen via haar muziek van hun vooroordelen jegens elkaar af te helpen. Ook voor haar is dat geen gemakkelijke weg geweest. Nog vóór we jullie hebben horen spreken en zingen wil ik dit vast zeggen. Deze wereld, dit land in de war, heeft mensen zoals jullie hard nodig. Want door het geweld dat in naam van de islam wordt gepleegd en het gewelddadige antwoord daar weer op van tegenstanders, vergeten we bijna wat de echte betekenis van islam is - een religie van overgave aan de weg van de vrede.

Psalm 145 vrij Elke dag, alle dagen eeuw na eeuw en altijd tot in de eeuwen der eeuwen zal ik U zingen: dat Gij de Barmhartige zijt. Onzienlijke, grote, niet te doorgronden, niet te omarmen. Zingen zal ik uw grote werken: grondvesting van de aarde uitspanning van de hemel. En dat Gij vriend zijt, lief als een man voor zijn kind, als een vrouw voor haar liefsten: moge dat waar zijn. Dat Gij en niemand anders god zijt voor deze wereld handen die geven ogen die zien en bewaren: moge dat waar zijn. Mijn ogen zien naar U uit. U roep ik, weet U dat wel? Ik, met deze enige stem en zonder stem als het moet - beseft U dat? Dan is het goed. Voor U, Barmhartige, die ik vermoed - die ik niet voel en niet ken die ik wel hoop dat Gij zijt, laat mij maar zingen. Elke dag, alle dagen eeuw na eeuw en altijd tot in de eeuwen der eeuwen

zal ik U zingen - dat Gij de Barmhartige zijt. (hertaling: Huub Oosterhuis)

Toespraak Yassin Elforkani Dank voor de uitnodiging - bijzonder om hier te mogen zijn onder u. Bijzonder ook dat het thema islam geagendeerd wordt in uw dienst. Ik denk dat wij daar als moslims veel van kunnen leren - om bruggen naar elkaar te kunnen slaan, met elkaar op te trekken en elkaar te respecteren. Barmhartigheid is een belangrijke notie binnen onze geloofsovertuiging en dat komt ook overeen met waar u voor staat. Ik kan tientallen verzen uit de Qur’an noemen waarin dit terugkomt. En als u met moslims spreekt, zullen ze allemaal zeggen: ‘Ons geloof is barmhartigheid.’ En dat geloof ik ook echt. Maar geloof alleen heeft geen betekenis voor de mens als het niet ook gepraktiseerd wordt, als er contradicties ontstaan tussen wat we in de boeken lezen en wat we in de praktijk doen. De Qur’an inspireert mij er toe een mooier mens te zijn. Allah zegt in de Qur’an: ‘Jullie zijn allen mensen, jullie lijken allen op elkaar’. En wist u dat mens-zijn in de Qur’an veel meer benadrukt wordt, dan gelovig-zijn? Allah zegt in de Qur’an : ‘O mensen, wij hebben u geschapen uit man en vrouw en tot verschillende volkeren gemaakt om elkaar te leren kennen.’ Dat inspireert mij. Maar we kunnen niet wegkijken van de realiteit. Ik word geconfronteerd met mensen - die wij allemaal liefhebben, want het zijn mensen - die een beroep doen op een theologisch reservoir aan teksten uit de Qur’an, en daarmee gewelddadige handelingen legitimeren. Omdat zij zich superieur voelen, omdat ze menen de waarheid in pacht te hebben. Dat zijn hele enge sentimenten. Gelovig zijn is mooi. Maar als dat resulteert in gevoelens van superioriteit, de gedachte dat jij de enige bent die mag bestaan, en dat de rest moet zijn zoals jij bent, dan is de barmhartigheid ver te zoeken. Want hoe zou je de ander liefhebben als je die toch anders definieert dan jezelf, omdat die anders gelovig is en jij de waarheid in pacht hebt? Hoe zou je die ander dan kunnen liefhebben? Volgens mij is er geen hoge wiskunde voor nodig om dat te begrijpen. Het vraagt wel om wat meer reflectie. Na al mijn zoektochten ben ik tot de conclusie gekomen dat de islam eraan toe is om geherdefinieerd en hervormd te worden. Zoals Huub Oosterhuis dat volgens mij de afgelopen

Page 14: 7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

12

jaren ook in uw traditie heeft gedaan. Maar als ik het heb over hervormen, dan schrikken veel moslims daarvan. Toch houd ik ditzelfde pleidooi ook in mijn moskee waar honderden gelovigen op af komen. Hervormen is niet eng. Want als we met zijn allen vinden dat de islam voor alle tijden is, dan zou die islam ook moeten passen in de tijd waarin wij nu leven. Als we niet hervormen, dan betekent dat dat de islam niet voor alle tijden is. Dat klinkt hard, maar het is wel de realiteit. Ik sluit af met een uitspraak van een topgeleerde, een filosoof en soefist, Ibn Atâullah el-Iskenderi - uiteraard een Arabier - die probeert aan te geven hoe gevaarlijk het is als je als gelovige een superioriteitsgevoel ontwikkelt. Hij zegt: ‘Een slechte daad die leidt tot reflectie en hervorming, tot de wil om anders (beter) te gaan handelen, is beter dan een goede daad die leidt tot hoogmoed.’ Geeske Hoving in gesprek met Yassin Elforkani Ik blijf hangen bij wat je zegt over hervorming. Dat is een sleutelbegrip in je verhaal, hervorming is essentieel voor de islam om ook in deze tijd van betekenis te kunnen zijn. Zie jij die hervorming in de praktijk al gestalte aannemen? Hervormen gaat niet zomaar. Het is een theologisch concept. Er is onder theologen weinig consensus, maar hervorming is een concept waar theologen consensus over zouden kunnen krijgen. Om een voorbeeld te geven: het concept ‘kalifaat’ heeft zich door de eeuwen heen ontwikkeld en daar beroept IS zich nu op. Het kalifaat betekent dat één iemand gaat regeren en als hij een goede nacht heeft gehad, dan zijn we met z’n allen gelukkig, heeft ‘ie een slechte nacht gehad, dan kunnen we z’n allen ook een hele slechte dag tegemoet gaan - want hij regeert over ons. Als dát concept nog geadopteerd wordt in onze theologische interpretatie en de denkbeelden van jongeren bepaalt, dan moeten we constateren dat het een achterlijk en barbaars concept is. Dat kan toch niet meer in deze tijd? Zo zijn er tientallen andere concepten die niet meer van deze tijd zijn. De Qur’an biedt genoeg ruimte voor die zo noodzakelijke hervorming. En als moslims zeggen ‘we mogen niet hervormen’, dan moet je die opmerking doortrekken, want dan impliceert dat dat de Qur’an niet geschikt is voor deze tijd, en dat zou die wel degelijk kunnen zijn. Ik leidde jou al in door te zeggen dat je een welkome spreker bent bij debatten rond de islam - ben jij uniek in jouw standpunt? Of zijn er binnen de islamitische gemeenschap - die natuurlijk zo divers is als wat - velen die jouw standpunten delen?

Elk mens wil natuurlijk graag uniek zijn. Misschien bedoel ik meer: ‘een roepende in de woestijn’? Uniek ben ik niet en gelukkig maar. Want de bruggen die u hier probeert te slaan - daar bent u niet de enige in. Er zijn grote gemeenschappen binnen de Islamitische wereld die dat ook willen, die streven naar een betere samenleving. Ook theologen die nadenken over de vraag hoe ze mensen kunnen inspireren. Die beweging is er. Maar het gaat langzaam. Er zitten nog heel veel twijfelaars bij. We dienen met z’n allen te beseffen dat als we een andere een andere samenleving willen, wij, dus u en ik, de sleutel vormen. Dat is ook een principe in de Qur’an. Daar staat: ‘Allah - dat wil zeggen God - zal een samenleving niet veranderen als mensen niet reflecteren op die verandering, die verandering willen.’ Je vertelde mij in het voorgesprek iets dat mij erg raakte, namelijk dat jij in jouw positie door één groep bedreigd wordt en door een andere groep gewantrouwd. Over dat bedreigen wil ik het bewust niet teveel hebben, maar over dat wantrouwen wel. Heb jij het idee dat er op dit moment in de samenleving echt iets verandert in de bejegening van moslims? Ervaar je dat zelf? Een terechte vraag. Maar ook een heel moeilijke, want in de samenleving hebben we grote diversiteit. Je hebt gelovigen en atheïsten, je hebt mensen die alle rechtsprocessen van de democratie adopteren en mensen - ook autochtoon - die de rechtsstaat fragiel maken. En dan heb ik het over de PVV-stemmers en vele anderen. Maar dat zijn allemaal mensen die we lief moeten hebben. Naar wie we bruggen moeten slaan. Waar we wel veel energie in moeten steken is hoe we die bruggen moeten slaan en hoe we de angst die er is, kunnen bestrijden. Als ik in de media opereer en zeg waar ik voor sta, dan krijg ik reacties als: ‘Yassin, jij bent te liberaal geworden, je hebt je geloof losgelaten, en je probeert de Nederlanders tevreden te stellen.’

Page 15: 7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

13

Geeske en Yassin in gesprek tijdens de dienst

Je staat wel als knuffel-moslim bekend toch? In de winter is het wel makkelijk om een knuffel-moslim te hebben, toch? Maar een ander deel van de samenleving zegt: ‘Hij is een wolf in schaapskleren. Hij is een taqiya (iemand die in een situatie van vervolging zijn identiteit verbergt). Hij zegt het wel zo, maar eigenlijk bedoelt hij het anders.’ Ik vind het knap dat mensen blijkbaar kunnen vaststellen wat ik echt bedoel. Als ik die gave zou hebben, dan zou ik misschien wel een uniek persoon zijn. (…) Maar dat is de realiteit van deze samenleving. En een deel van de oplossing zou kunnen worden bereikt als u en ik reflecteren op ons eigen handelen. Als u uzelf durft aan te spreken als u iemand in een hokje stopt, als u uzelf betrapt op beeldvormingen die u niet heeft kunnen toetsen. Als we dat durven, dan maken we een begin met een samenleving waar iedereen er mag zijn. En laat duidelijk zijn, ook die angsten zijn reëel, ik heb wel eens in een interview gezegd: als ik geen moslims was en ik zou allerlei filmpjes zien over de islam, dan zou ik het heel eng vinden en denken: wat een stelletje malloten zijn dat! Dat gevoel kun je niet zomaar wegzetten. Mensen die dat zeggen, zijn niet zomaar racisten. Nee, dat zijn mensen van vlees en bloed, met een hart, die soms gewoon oprecht angst hebben. En daar moeten we wat mee. Wat zeg jij tegen jonge mannen in jouw moskee die naar Syrië willen? Ik had een keer een debat in een moskee met mensen die sympathiseren met IS, onder die jongeren zaten er twee die naar Syrië zijn afgereisd, een van hen is helaas gesneuveld. Het debat kwam maar niet op gang want mensen kwamen met zogenaamde absolute waarheden aanzetten en dan is het heel lastig om de nuance te vinden. Toen dacht ik: wat heeft het eigenlijk voor

zin om met deze gasten in gesprek te gaan? Ik begon ook een beetje op de felle toer te gaan, maar toen ik wegliep uit de moskee, kwam er een jongeman naar me toe, en hij zei tegen me: ‘toen u in gesprek was met mijn vrienden, durfde ik het eigenlijk niet te zeggen, maar ik denk dat ik een verkeerde afslag heb genomen.’ Dus ook voor die jongeren voel ik mij verantwoordelijk. Maar met de kracht van de argumentatie bestrijd ik hun overtuigingen. En ik hoop dat ik bij elk gesprek in ieder geval één jonge man, of een jonge dame, want het zijn lang niet alleen maar mannen meer, tot andere inzichten kan brengen. Veel jongeren die zoekend zijn komen naar me toe die zei: ‘Hoe zit het nou precies, Yassin, ik begrijp het niet meer.’ We kunnen stellen dat de islam in een crisis verkeert. En moet je mensen die in crisis verkeren, een extra trap geven? Soms helpt dat wel want dan gaan ze wat sneller handelen, maar soms moet je ze ook ondersteunen om uit dat crisismoment te komen. En die erkenning is nog wel even een zoektocht. Je zegt: je moet ze met argumenten overhalen om hier te blijven, maar als jij met jongens spreekt die zich op allerlei manieren gediscrimineerd voelen hier, zich uitgekotst voelen, hun leven als mislukt ervaren, en ze tegen jou zeggen: ja maar ik moet dáár naar toe, want dáár kan ik echt iets betekenen, wat zeg jij dan? En wat vraagt dat ook, in het grote plaatje, van ons als samenleving? Allerlei deskundigen hebben getracht in kaart te brengen welke voedingsbodems er zijn in de samenleving die tot radicalisering leiden. Bijvoorbeeld de demonstratie gisteren hier in Amsterdam - daar zie je ook dat mensen zich zorgen maken, vanuit verschillende standpunten. Als je jongeren hebt die provoceren en zeggen: we gaan de sharia invoeren in Den Haag, dan heb je vervolgens uiteraard weer Nederlanders die daar fel tegen ingaan. Er zijn er die dat genuanceerd doen. Dat zie je ook bij jongeren die hier zijn opgegroeid en Nederlander zijn. Ze hebben heel veel ervaring in deze samenleving. Laatst sprak ik een dame die zei: ‘Ik was heel erg actief en ik wilde echt iets betekenen voor de Nederlandse samenleving. Een keer liep ik op straat, het was een beetje druk en toen botste er een vrouw tegen me aan die zei: “Kan ik ook niet meer gewoon lopen in mijn eigen land?” En die dame zei vervolgens tegen mij (Yassin): ‘Ik heb jarenlang vrijwilligerswerk gedaan, maar die twee minuten vormden zo’n heftige ervaring voor mij, dat ik me ineens afvroeg: waarom doe ik het eigenlijk allemaal?’ Wat ik vooral wil zeggen tegen iedereen: zorg ervoor dat je geen voedingsbodem wordt. Waar en

Page 16: 7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

14

wie je ook bent, leraar, directeur, burger, buurman, buurvrouw, iedereen, want als wij door ons handelen al die voedingsbodems gaan versterken, dan kunnen we miljoenen euro’s vrijmaken met dit kabinet, maar dan gaat het niet werken. U bent de sleutel! Wij zijn de sleutel; over vooroordelen heenstappen, mensen niet in hokjes duwen en proberen te voorkomen dat voedingsbodems ontstaan. Dat is in ieder geval het kleine wat wij kunnen proberen om Deze Wereld een beetje Anders te maken. Maar dat kunnen we niet alleen. Dat moeten we ook doen met jou, en de mensen die jij representeert. Dus ik hoop op meer ontmoeting. Meer dialoog, het is heel belangrijk. Rajae el Mouhandiz: Wat ik nog wil toevoegen: de voedingsbodem moet je niet voeden, maar ik doe zelf ook een oproep aan Islamitische jongeren in de wereld om zelf ook uit hun comfort zone te stappen, want het zou niet alleen een verantwoordelijkheid moeten zijn van de van-oorsprong-Nederlanders, anders wordt het heel eenzijdig. De ontmoeting moet van twee kanten plaatsvinden. We zitten hier nu met vier moslims, en het zouden er veel meer moeten zijn. De kracht van kunst en van poëzie, en die traditie is er ook al heel lang binnen de islamietische cultuur is dat zij verbindt. Soms zijn feiten en het cognitieve niet genoeg. Wat jullie al doen met het koor, ik hoop dat dat ook een brug kan zijn in de ontmoeting met moslims. Want empathie kun je niet zomaar opwekken.

‘Geen oplossing, wel vooruitgang’ Myrthe Hilkens Inleiding Geeske Hovingh Myrthe Hilkens maakte zich al op haar achtste zorgen over het gat in de ozonlaag. Daarom liep ze met zelfgetekende posters alle kappers in haar woonplaats af en vroeg hen niet langer hairsprays met CFK’s te gebruiken. Op haar twintigste verlangde ze ernaar net als haar medestudenten in dronken staat houten klompjes uit tuinen te stelen, (gewoon omdat dat lollig is), maar ze kon het simpelweg niet - altijd weer werd ze door haar geweten teruggefloten. Misschien dat zij daarom ook wel de politiek in ging en Tweede Kamerlid werd voor de PvdA. Ze

kreeg een portefeuille met complexe dossiers als huiselijk geweld, zedendelicten, mensenhandel en verslavingsproblematiek, waar ze zich stevig in vastbeet - zo schreef ze een vlammend pamflet tegen wat zij noemt ‘de pornoficatie van de samenleving’. Maar de coalitie met de VVD viel haar zwaar en dan met name de discussie over de strafbaarstelling van illegaliteit. Uiteindelijk moest ze concluderen dat de manier waarop ze politiek diende te bedrijven, niet langer strookte met haar eigen idealen. En dus trok ze zich in augustus 2013 terug uit de politiek. Daarbij zag ze af van wachtgeld, want: ‘Zelfredzaamheid staat voorop,’ aldus Myrthe. En dat staat het, nu ze weer als freelance journalist en activist werkt. Daar zal ze ons vandaag over vertellen - over grote idealen en weerbarstige realiteiten, maar ook over kleine daden, met verrassende gevolgen.

Psalm 112 vrij Je zou gelukkig willen zijn: stevig, vrolijk, rechtop, goed werk, goed wonen, wat geld, aardig worden gevonden lief, je grote liefde vinden, kinderen krijgen, gezonde, mooie. Dat zou je willen - wie niet? Wil je ook goed zijn, betrouwbaar, trouw, rechtvaardig, meedogend? Een duistere zaak is de wereld maar er zijn mensen van licht. Gierig wreed zelfzuchtig dezen en genen maar er zijn mensen die geven en delen. Er is kwaad en woester kwaad onstuitbaar maar er zijn mensen die de doem doorbreken. Er zijn woorden gesproken die werken ten goede, je hart versterken, je geweten scherpen. Gelukkig wie ze zoekt te horen en leeft om te volbrengen. Een kwaadwillig mens wordt nooit gelukkig. (hertaling: Huub Oosterhuis)

Page 17: 7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

15

Toespraak Myrthe Hilkens

Nadat ik alweer bijna drie jaar geleden besloot uit de fractie van de Partij van de Arbeid in de Tweede Kamer te stappen, brak er een nieuw hoofdstuk aan in mijn leven waar ik - zacht gezegd - weinig enthousiast op terugzie. Waartoe, waarheen, waarvoor en hoe dan? Ik had even geen idee meer. Ik ben in mijn post-parlement-tijd ietwat verdwaald. Hoe geef je je idealen vorm als het je op het belangrijkste podium niet is gelukt? Toen ik door de PvdA werd gevraagd om me kandidaat te stellen voor de Tweede Kamer, werkte ik nog als journalist. Ik wist dat een terugkeer naar dat leven op redacties lastig zou worden na de politiek, want je hebt politiek kleur bekend - niet handig voor een journalist. En ik hield van mijn journalistenleven. Waarom dan toch het parlement binnengelopen? Ik heb een activistische aard. Als klein meisje al liep ik mee in demonstraties tegen racisme, hield ik me bezig met het dunner worden van de ozonlaag en schreef ik brieven voor Amnesty International. Ik zeg dat niet trots, overigens. Want die betrokkenheid heeft me vaak gestoord aan mezelf, het maakte mijn leven soms wat serieus en dus kon ik vol jaloezie en bewondering kijken naar mijn vrienden die veel makkelijker gewoon lol maakten. Ter geruststelling: ik ben daar gaandeweg uiteindelijk ook heel goed in geworden. Enfin. Mijn activistische aard motiveerde mij uiteindelijk om voor de politiek te kiezen ten koste van de journalistiek. Want waar anders dan in de landelijke politiek heb je de mogelijkheid om heel concreet - stapje voor stapje - bij te dragen aan grote veranderingen? Politiek actief worden betekende voor mij verantwoordelijkheid nemen. Niet meer focussen op alleen de analyse; wat gaat er mis? Wie is verantwoordelijk enzovoort... Maar zelf nadenken

over en meewerken aan oplossingen. Voorbij de analyse. Dat was mijn ambitie en met die instelling werd ik woordvoerder op dossiers als prostitutie, mensenhandel, huiselijk geweld en seksueel geweld. Dossiers die passen bij mijn strijdbare, feministische aard. So far so good. Alleen; de coalitie Rutte II besloot dat het een goed idee was om op ontwikkelingssamenwerking te bezuinigen. En daarnaast leek het de regering een goed idee om mensen die illegaal in ons land verblijven, strafbaar te stellen. Ik merkte gaandeweg dat ik op teveel punten uit het Regeerakkoord - nota bene Bruggen slaan getiteld - een fundamentele afkeer voelde en dat de mogelijkheden om ‘bruggen te slaan’ tussen mijn ideeën en die van de coalitie non existent waren. Mijn ‘eerlijke verhaal’ - namelijk: je kunt het leven zelf niet strafbaar stellen alleen omdat het op een volgens jou onwenselijke plek geleefd wordt - paste niet bij het eerlijke verhaal van de PvdA en dus kon ik niet anders dan na twee jaar opstappen. Met knikkende knieën en zonder plan vertrok ik. En in de periode die volgde, heb ik vaak getwijfeld aan mijn eigen besluit. Heel cynisch gesteld zou je kunnen zeggen: het is dankzij de toegewijde inzet van (toen nog) staatssecretaris Fred Teeven en minister Ivo Opstelten - die lustig knabbelden aan de fundamenten van onze rechtsstaat, die mordicus tegen hulp aan illegalen waren in de vorm van een boterham, een bed en een warme douche - dankzij hen dus... Én dankzij het bijzondere talent van de PvdA om op hoofdlijnen mee te gaan op de Teeven-Opstelten-koers, dat ik er regelmatig aan herinnerd werd dat ik de voor mij enige logische keuze had gemaakt. Spijt was zinloos. Dus ik doolde. En toen kwam er op een goeie dag een telefoontje van een kennis die opgegroeid was op het Griekse eiland Lesbos. De vraag was heel simpel en concreet. De herfst was op komst, voor vluchtelingen was er nog niks geregeld op het eiland en er waren slaapzakken nodig. Duizend. Tienduizend zou fijn zijn. Of ik wilde helpen? Samen met vrienden en familie ging ik aan de slag. We openden een website, een Facebookpagina en gingen op zoek naar distributiepunten. Binnen een week hadden we door heel Nederland inzamelpunten, een loods in Heerhugowaard waar we de slaapzakken konden gaan verzamelen en inpakken, een postadres en een door mijn zwager en schoonzus gemonteerd en ontworpen filmpje en eigen logo. Iedereen deed waar hij goed in was. En de eerste slaapzakken druppelden binnen. Binnen een maand vertrokken 16.000 geselecteerde slaapzakken allemaal schoon,

Page 18: 7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

16

in tact en in een derde van de gevallen nog vers in

de verpakking - dankzij Dorcas, een christelijke hulporganisatie, in monsterlijk grote vrachtwagens naar Lesbos. Waarom ik dit vertel: tijdens de vier, vijf weken waarin ik met geliefden aan de slaapzakkenactie werkte, letterlijk dag en nacht, ontmoette ik ongelooflijk veel mensen die ik in het leven daarvoor nooit tegengekomen was. Mensen die - zonder nabijheid van schijnwerpers, zonder podium, zonder dat ze door de massa worden opgemerkt - als vanzelf ijveren voor een mooiere wereld. Niet door aan wetten te sleutelen. Niet door moties in te dienen. Niet door te schaken om de macht. Maar heel concreet. Door - in dit geval - als vrijwilliger naar de loods in Heerhugowaard te komen en daar een hele dag slaapzakken te selecteren en vouwen. Door geld in te zamelen op straat en van dat geld nieuwe slaapzakken te kopen. Door bij de gedoneerde slaapzak een klein briefje te stoppen, met een strik vastgemaakt: ‘Welkom in Europa, hopelijk wordt uw leven vanaf nu weer wat minder angstig. Wij wensen u alle goeds.’

Kinderen leveren slaapzakken in voor Myrthes actie Door samen met de kinderen uit de klas op school een actie te starten en honderden slaapzakken voor andere kindjes te doneren. Door gratis dozen te doneren, met pallets, en die ook nog met een grote vrachtauto in Heerhugowaard af te leveren. Door de hele dag in busjes te rijden, van inleverpunt naar inleverpunt, om slaapzakken op te halen. En zo kan ik nog een hele ochtend doorgaan. Mensen die niet afwachten, niet alleen maar van alles vinden in honderdveertig tekens, maar die gewoon aan de slag gaan. Overigens niet naïef. Want tijdens de vele gesprekken met elkaar in die loods kwam ook bij deze mensen wel eens de vertwijfeling bovendrijven: hoeveel vluchtelingen kunnen wij opvangen zonder als samenleving uiteen te vallen?

Zitten er echt kwaadwilligen tussen de echte vluchtelingen op die gammele bootjes? Vragen die iedereen heeft, wil ik maar zeggen. Alleen hoeven die vragen, hoeft die vertwijfeling – getuige de tomeloze inzet van deze grote groep mensen in onze samenleving - niet ter discussie te stellen dat elk mens recht heeft op ten minste een droog onderkomen, warmte, eten en drinken. Dat de ene mens de andere mens altijd iets te geven heeft. Materieel, of door een wandeling, een luisterend oor of een les Nederlands. Ik ontdekte in deze slaapzakweken dat het verschil tussen cynisme en hoop zichtbaar wordt in het verschil tussen het grote en ongrijpbare enerzijds - systemen, de macht, het wereldnieuws - en het ogenschijnlijk kleine en overzichtelijke anderzijds - slaapzakken voor vluchtelingen. Door de hele dag het nieuws te volgen - in deze context: het bloedvergieten in Syrië, IS die doorgaat met moorden, een zoveelste ruzie in Europa over de vluchtelingencrisis, hekken van prikkeldraad die overal opdoemen, politici die uit electorale in plaats van humane motieven lijken te opereren, AZC ’s die worden aangevallen enzovoort - door je dus op dat grote geheel te concentreren, door te denken dat we voor vooruitgang afhankelijk zijn van politiek leiders en regeringen, daardoor is het erg eenvoudig om moedeloos en als gevolg daarvan cynisch toe te kijken. Alleen nog wat vanaf de zijlijn te roepen. Over alles dat slecht is en niemand die deugt. Ik was zelf cynisch geworden. Los je met slaapzakken - of in talloze andere gevallen tenten, draagdoeken, kleding - de vluchtelingecrisis op? Zeer zeker niet. Maar al die initiatieven samen hebben op sommige plekken waar mensen vastzitten in de hoop op een nieuw leven, ten minste iets van warmte gebracht, letterlijk een plek om te schuilen als het regent. Geen oplossing, maar wel vooruitgang. Of ‘een beetje vrede’, om met de woorden van Herman van Veen te spreken. De vrede om in elk geval te kunnen slapen. En ik neig te denken dat al het goede bij een beetje vrede begint. Er kan niemand zonder wat vrede, rijke boer of arme proleet, zingt Van Veen. En dat is waarom we allemaal veel meer op elkaar lijken dan we wel eens denken en dat is ook waarom we allemaal veel meer bij te dragen hebben dan we wel eens denken. Er kan niemand zonder een beetje vrede en veruit de meeste mensen hebben ten minste een beetje vrede te geven. In de kleine stap ligt het levensgrote verschil tussen cynisme en hoop. Ik ben blij dat heel veel mensen - veel meer dan zichtbaar is - die kleine stap elke dag weer maken. In deze fase geldt dat politici van die mensen heel veel kunnen leren.

Page 19: 7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

17

‘De kunst van de twijfel’ Merlijn Twaalfhoven

Inleiding Geeske Hovingh Merlijn Twaalfhoven is componist, studeerde altviool en compositie aan het Conservatorium van Amsterdam, met een specifieke interesse in etnomusicologie. Over zijn studie zegt hij: ‘Ik leerde er hoe ik composities moest maken, maar er is veel meer wat muziek beïnvloedt dan alleen de noten op papier. (…) Muziek moet je niet opbergen in een concertzaal, maar verbinden met de alledaagse wereld.’ En dat deed hij, onder meer met zijn stuk Symphony Arabica, een project waarin hij samen met Palestijnse vluchtelingen muziek maakte. Ook liet hij in Cyprus, boven de bufferzone tussen Grieks en Turks grondgebied, mensen vanaf de daken samen musiceren - een letterlijk grensoverschrijdend muziekproject dus. En er is meer te vertellen over Merlijn en zijn werk, maar ik zal het gras niet verder voor zijn voeten wegmaaien - aan hem straks het woord. Een componist in ons midden vraagt om stevige muzikale omlijsting. We zingen daarom nu een groot werk van Antoine Oomen: ‘Uit de diepte’, op woorden van Huub Oosterhuis. Het lied is een vrije bewerking van Psalm 130 en beschrijft een donkere, godverlaten wereld waarin mensen vaag ongelukkig zijn, hun stem het niet meer doet - ze wel willen roepen, maar hoe? Ik zie een plek als Idomeni voor me, waar vluchtelingen in de modder wachten, hopend op een nieuwe dag, op het moment ‘dat plotseling over de muur van de nacht het morgenlicht springt’. We lezen aansluitend een verhaal over iemand in een soortgelijke diepte, koning Saul die geplaagd wordt door kwade geesten. In zijn wanhoop vraagt hij om muziek, en David komt met zijn lier, speelt voor hem - klanken

van nieuw begin. En dan komt Sauls gemoed tot rust. In Merlijns verhaal gaat het over de kracht van muziek en over de kunst van de twijfel...

Lezing 1 Samuël 16:14-23 De geest van JHWH was geweken van Saul en een kwade geest, vanwege JHWH, joeg hem schrik aan. De dienstknechten van Saul zeiden hem: Zie toch, een kwade geest van God jaagt jou schrik aan. Spreek toch, onze heer – jouw dienstknechten staan voor jouw aangezicht: wij zoeken iemand die op de lier spelen kan. En het zal geschieden: als de kwade geest van God is op jou, zal hij spelen met zijn hand, dan zal het jou beter gaan. Saul sprak tot zijn dienstknechten: Zoek toch iemand voor mij die goed spelen kan en breng hem naar mij. Een van de jongens antwoordde en sprak: Zie, ik heb gezien een zoon van Isai, de Betlehemiet, een goede muzikant, weerbaar, een krijgsman, een vaardig spreker, een man van statuur en JHWH is met hem. Saul stuurde boden naar Isai en sprak: Stuur naar mij David, jouw zoon, die bij de schapen is. Isai laadde een ezel met brood, een zak wijn en één geitenbokje. Hij stuurde die met David, zijn zoon, naar Saul. David kwam bij Saul, hij stond voor zijn aangezicht. Saul hield van hem, zeer. David werd zijn wapendrager. Saul stuurde iemand naar Isai: David moge toch staan voor mijn aangezicht want hij heeft genade gevonden in mijn ogen. En zo was het: als een geest van God op Saul was, nam David de lier, hij speelde met zijn hand en Saul kwam tot rust, het ging hem goed: de kwade geest was geweken van hem.

Page 20: 7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

18

Toespraak Merlijn Twaalfhoven Het gebeurde in Betlehem. Het was 17 april 2008. Ik had tientallen musici, studenten en kinderen verzameld. Er was een metal gitarist, een jazz saxofonist, een rapper, een percussiegroep, kinderen van het buurtcentrum uit het vluchtelingenkamp en twee klassieke trombonisten. De uitvoerders van dit ongewone concert stonden ver van elkaar, op daken en balkons, maar ook in de schaduw van de acht meter hoge muur die de Israëlische autoriteiten gebouwd hadden, dwars door het Palestijnse gebied, dwars door de lokale gemeenschap heen. Het was daarmee een beladen plek. De bevolking had vaak gedemonstreerd tegen de muur. Er waren rellen geweest met Israëlische soldaten, en dan betekent al snel doden en gewonden. Terwijl we speelden, verdween de spanning snel. We maakten muziek, zongen over vrijheid, vogels, de wind en de lucht. Het werd een feest. ‘Dit geeft hoop!’ zei een dame. ‘Niemand kan ons stoppen, dit is sterker dan de wapens van de soldaten,’ riep een musicus. ‘Mijn lied vliegt zonder moeite over de muur, en zo kan ik de muur overwinnen,’ joelde een kind. Ik heb daar, toen, kunnen ervaren wat de kracht van muziek is.

Merlijn maakt muziek met kinderen in

een Syrisch vluchtelingenkamp

Ja, ik vind muziek leuk, mooi, interessant en uitdagend. Ik ben blij met mijn vak als componist en ik speel graag altviool of leid een koor. Maar hier gebeurde iets dat meer was dan een mooi concert, een knappe uitvoering of een goede song. Het was meer dan vermaak of achtergrond, meer dan schoonheid en ontzag voor virtuositeit. Dit was ‘people power’. Door muziek konden mensen zich uitdrukken, letterlijk hun stem verheffen, maar ook figuurlijk gehoord worden. Waar woorden snel leiden tot een oordeel, slijten door herhaling, of een vertekend beeld oproepen, kan muziek de ruimte nemen om te zijn. Deze muziek was geen politiek statement. Het was geen protest. Het was

niet ergens voor of tegen, het was helemaal zichzelf: expressie. Een boodschap wordt snel hol. Een slogan is vaak onpersoonlijk. Deze muziek had zoveel urgentie omdat deze mensen een noodzaak voelden om hun persoonlijke recht op ruimte in de wereld te claimen. Om te laten zien dat ze bestaan, mens zijn en nog dromen hebben. Palestina is hier ver vandaan. Onze grenzen hebben geen mijnen, prikkeldraad en wachttorens. Wij maken muziek voor de gezelligheid. Toch lopen ook hier de scheidslijnen soms dwars door de stad. En met woorden, beelden en theorieën beschieten verschillende groepen elkaar. Dat gaat op zich best goed. We noemen het democratie, vrije meningsuiting of cabaret. Maar wat gebeurt er als ook ons land ingrijpend gaat veranderen? Wat doen we als klimaatverandering vraagt om een ander gedrag, om offers? Welke invloed heeft de groeiende ongelijkheid de komende tien jaar op de verhoudingen tussen groepen in Nederland? En wat doet het wegvallen van sociale zekerheden, de onveiligheid van losse werkverbanden met ons vertrouwen in het collectief? Onze wereld is in beweging. We ervaren allemaal hoe het klimaat verandert. En dan bedoel ik niet alleen dat er vlinders vliegen in januari, maar ook dat steeds meer gewapende conflicten ontstaan vanwege ongewone droogte en migratie die daar het gevolg van is. Ook op kleine schaal, tussen mensen onderling verandert er veel. We gaan anders met elkaar om, er is minder houvast aan sociale structuren, gemeenschappen zijn losser, de werkomgeving transformeert en verflext. Ik weet niet of dat woord bestaat, maar alles wordt ‘flex’ en dat is vooral heel fijn voor de baas… De vraag is niet of de wereld verandert, maar hoe we met die verandering om kunnen gaan. Geven we onze levensstijl op en maken we een omslag naar duurzaamheid, of ontstaat er chaos, conflict en wanorde? Ik heb niet de inzichten of gave om te voorspellen hoe deze omslag eruit zal zien. Maar ik geloof wel dat we kunnen onderzoeken wat de voorwaarden zijn voor een ingrijpende positieve verandering. Want ook al zijn we allemaal verschillend, en hebben we verschillende waarden, maken we andere keuzes en geloven we in andere dromen, als verandering komt, hebben we elkaar nodig. Je eigen gang gaan is geen optie. Pas als er samenhang is, kan een transformatie plaatsvinden. We staan voor een duurzaamheidsrevolutie. Een verandering vergelijkbaar ingrijpend als de industriële revolutie. Een revolutie doet pijn, is chaotisch, maar slaagt als mensen geloven in een belang dat groter is dan zij kunnen overzien, voorspellen of berekenen. Een voorwaarde voor

Page 21: 7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

19

revolutie is geloof en vertrouwen. Ik zeg niet dat dat genoeg is voor een goede afloop. De tragedie in Syrië begon ook met een revolutie. Vijf jaar geleden was er een geloof dat de toekomst beter zou worden door in opstand te komen. Er was vertrouwen in de kracht van het volk. Het liep niet goed af. De revolutie was een sprong in een afgrond en er bleek geen parachute te zitten in de rugzak die je droeg. Bij de duurzaamheidsrevolutie is het anders. We hebben een rugzak gevuld met technologie, plannen, modellen en alternatieven. Er is geen gebrek aan visie en kennis over hoe we duurzaam kunnen leven. Maar leidt die kennis tot een revolutie? Vooralsnog doet niemand iets. We leven ons leven en hebben totaal geen idee of er iets van ons wordt verwacht anders dan je afval scheiden en minder vlees eten. We zijn verdoofd en doen nagenoeg niets om een catastrofe te voorkomen. De voorwaarden voor een revolutie zijn er niet. Want geloven we in de macht die we hebben als collectief? Hebben we vertrouwen dat er überhaupt een collectief bestaat? Wie leidt ons als we geen autoriteiten meer aanvaarden? Onlangs zag ik een interview met bewoners uit een buurt in Oss waar vier vluchtelingen zouden komen wonen. De kloof tussen hun irrationele angst en mijn nieuwsgierigheid naar het onbekende is immens. Wat hebben zij nodig om vertrouwen in het vreemde te kunnen hebben? En wat heb ik nodig om hun angsten te begrijpen? De mens is geen rationeel wezen. We kunnen elkaar uitleggen wat de logica is van onze angst, nieuwsgierigheid of vertrouwen. We kunnen informatie geven, onze oordelen en overtuigingen verkondigen, maar het zal weinig verschil maken. Zonder begrip zal er geen verbinding zijn tussen mensen. Zolang we elkaars gevoelens niet kennen, zullen we elkaar niet begrijpen. En als we niet kunnen twijfelen aan onszelf, kunnen we dan wel echt luisteren naar een ander? Wat is er nodig voor twijfel, openheid en nieuwsgierigheid? Het filmpje uit Oss bracht me terug in Palestina. De emoties, het wantrouwen. Ik ken de geschiedenis van deze goede Brabanders niet, maar dit is ongetwijfeld niet uit het niets ontstaan. Kan muziek hier iets betekenen? Kan muziek de ruimte geven aan de identiteit van mensen die nu gegijzeld is door wantrouwen en vooroordelen? Ik ben afgelopen week niet met mijn viool naar Oss gereisd. En ook een zingende Syriër of een gedicht van een buurtbewoner zal, verwacht ik, geen doorbraak hebben opgeleverd. Dit is niet door kunstenaars te regelen. Het terugbrengen van vertrouwen en verbinding in de samenleving is zo’n belangrijke en urgente opdracht, daar komt meer bij kijken dan een concert op de daken en balkons. Ik werd me

bewust van het voorrecht dat ik heb als musicus. Niet alleen is luisteren een vaardigheid waar ik van afhankelijk ben, maar daarnaast is twijfelen, onderzoeken en uitproberen de kern van mijn vak. Hoe zou ik, in plaats van dat ik muziek voor de mensen maak, juist mijn vaardigheid in twijfelen en luisteren kunnen delen? Hoe kan ik niet de resultaten van het kunstenaarschap, maar de kern, namelijk het stellen van vragen, het experimenteren en het niet-weten delen met jullie en vele anderen? Hoe kan ik ervoor zorgen dat we kunst niet meer zien als een product, museumstuk of beroepsgroep, maar als een manier om ons oordeel te vertragen en open te staan voor het vreemde en onbekende? En hoe geven we dit een plek in ons handelen, zodat iedereen actief kan werken aan de voorwaarde voor een duurzaamheidsrevolutie, een positieve transformatie van de samenleving, namelijk: vertrouwen en verbinding? Ik ben er nog niet uit, maar wilde graag hier en nu een eerste stap zetten in het delen van mijn niet-weten, de kunst van de twijfel.

Page 22: 7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

20

‘Een pleidooi voor verbeelding’ Marjolijn van Heemstra

Inleiding Geeske Hovingh Marjolijn van Heemstra is veelzijdig en moeilijk in een hokje te plaatsen. Dat hoeft voor haar ook helemaal niet, op haar site staat te lezen: theatermaker, dichter, columnist, soms journalist. En het liefst een combinatie van dat alles. Haar laatste voorstelling, Bommenneef, bezocht ik vorige week in Frascati en ik zeg het u eerlijk, tot tranen toe geroerd verliet ik de theaterzaal. Met haar stuk had Marjolijn op verrassende wijze inzicht gegeven in terreur, en wat mensen daartoe beweegt. Haar antwoord op terreur was dat niet angst, maar liefde ons leven zou moeten beheersen. Vandaag neemt ze ons mee in het verhaal over Garry Davis, vredesactivist, bedenker van het wereldpaspoort, ambassadeur van de verbeelding. Want daar zal het over gaan - over het belang van verbeelding, het belang van verhalen over mensen die in verzet komen, die bevrijden, net zoals Mozes dat ooit deed. En met die verhalen komt de Andere Wereld al een beetje dichterbij.

Psalm 76 vrij Ik ben niet van nergens, ik kom uit Bergland bewoond door leeuwen ik vocht aan de grensrivier woonde in burchten onneembaar. Ik was de god van de flitsende pijlen, van bogen en zwaarden, een vechtgod, verblindend, een snelle aan roversbenden gewaagd. Ik tartte de oppermachtigen – moest het, ik brak ze hun ruggen. Voor mijn dreigende aanblik versteende ruiter en paard. Zó heb ik onderdrukten bevrijd uit de greep van tirannen: godheid was ik vreeswekkend. Ik zocht een andere weg. Ik daalde af in woestijn werd een stem uit het vuur: ‘Leer elkaar te bevrijden.’ Ik schiep een weg van woorden die te verstaan en te doen zijn: brood en recht voor de armen voor de dorstenden water. Ik sprak ze in alle talen, ze staan aan de hemel geschreven: vriendschap ontferming en trouw. Ik denk dat ze kunnen. Ik wacht. Ik ben gaan wonen bij mensen in schemerlicht en verwarring. Ik wou een kleine-mensen-god zijn. Liefde sterk als de dood (hertaling: Huub Oosterhuis)

Toespraak Marjolijn van Heemstra In september 2012 ging ik op bezoek bij Garry Davis, musicalacteur en vredesactivist. Ik was zijn verhaal stomtoevallig tegengekomen op het internet, toen ik informatie googelde voor een voorstelling over de absurditeit van ons grenssysteem. Ik las over een musical-acteur die bommenwerper werd in de Tweede Wereldoorlog en zijn dodelijke vracht losliet boven de brandende Duitse steden. Hij wist dat er door zijn toedoen vrouwen en kinderen om waren gekomen en daar kwam hij nooit meer overheen. Na de oorlog verscheurde hij zijn Amerikaanse paspoort op de Amerikaanse ambassade in Parijs en riep zichzelf uit tot eerste officiële wereldburger. Hij maakte er zelfs een paspoort bij: ‘The World Passport’.

Page 23: 7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

21

Nu zouden we hem een naïeve gek vinden, in het verscheurde, naoorlogse Europa kreeg hij al snel duizenden, tienduizenden en toen honderdduizenden volgelingen. Einstein, Camus, Eleonor Roosevelt: allemaal stonden ze achter hem. Garry begon met zijn zelfgemaakte paspoort aan een dertig jaar durende wereldtournee. Niemand wist wat ze met hem aan moesten. Hij zat in tientallen gevangenissen, dronk thee met staatshoofden en vond steeds opnieuw de mazen in de wet. Bij douanes onderhandelde hij net zo lang tot beambten hem tureluurs doorlieten. In gevangenissen praatte hij zichzelf keer op keer vrij. Tot in de jaren negentig reisde hij met zijn gekke paspoort over de wereld. Mensen vroegen het document bij hem aan en hij verstrekte er een stuk of twee miljoen. Sommige staten erkenden het zelfs. Liberia. Sierra Leone. Burkina Faso (daar kan je nog steeds heen met je wereldpaspoort, je komt alleen niet meer terug). Als Garry iets bewees met zijn verhaal, dan was het wel dat het onmogelijke soms mogelijk is.

In de paar dagen die we samen doorbrachten, vatte Garry zijn belangrijkste levenslessen voor mij samen. - Van elk bevel een vraag maken. - When the client says no, the sale begins. - Weten in wat voor wereld je wilt leven en weigeren wat daar niet mee strookt. Hij vertelde hoe hij uit gevangenissen kwam door voortdurend alles te bevragen, hoe hij in zijn eentje een wereldrechtbank oprichtte met een streng logo en mooi briefpapier en hoe die wereldrechtbank de Oegandese dictator Idi Amin aanklaagde, toen die een journalist ter dood veroordeelde. Amin schrok zo van het officiële briefpapier met logo dat hij de journalist onmiddellijk vrijliet, hij kwam er pas jaren later achter dat de wereldrechtbank uit één man bestond: Garry Davis. Dat vond Garry ook een belangrijke les. Het juiste briefpapier. Hij vertelde over de sultan van Brunei. Een van de rijkste mannen ter wereld die op een dag op een vliegveld in Amerika een Mickey Mouse wilde kopen gevuld met M&M’s. Maar daarvoor moest hij zijn paspoort laten zien en dat zat in de tas van zijn vrouw die verderop aan het shoppen was. ‘Ik ben de sultan van Brunei!’ riep hij uit. ‘Bewijs het,’

snauwde de vrouw achter de kassa. De sultan van Brunei haalde uit zijn zakken stapels bankbiljetten met daarop zijn koninklijke hoofd. Hij kreeg de Micky Mouse niet mee. ‘Uiteindelijk,’ zei Garry, ‘zijn we allemaal de sultan van Brunei.’ Het maakt niet uit wie we denken dat we zijn. Wie we zouden willen, kunnen zijn. Ons paspoort is langzamerhand ons enige bewijs van bestaan geworden. Vingerafdruk, irisscan. ‘Je paspoort wordt je lichaam,’ zei Garry, ‘opgeslagen in een klein boekje, waar meer belang aan wordt gehecht dan aan je verhaal, want in geval van twijfel wordt je paspoort geloofd en ben jij de leugen.’ Daarom dat wereldpaspoort, zei hij. Omdat je je daarmee identificeert als volledig mens, met een lichaam én een verhaal, omdat je je daarmee niet laat reduceren tot een stukje grond. Toen ik Garry vroeg naar het grootste geheim van zijn verzet, was zijn antwoord kort en simpel: verbeelding. ‘Ik ben geen activist,’ zei hij, ‘ik ben een acteur. Een musicalacteur en het is allemaal theater.’ ‘Maar er is een werkelijkheid,’ wierp ik tegen, ‘van grenscontroles en detentiecentra en visa die worden geweigerd.’ ‘Ja,’ zei Garry, ‘theater. Douanebeambten, politie, politici: fantastische kostuums, goede decors, dus we geloven ze, we denken dat het waar is wat ze doen. Maar je kunt daar een andere rol tegenover zetten, als je die maar van buiten kent, Dan ben je net zo waar als jij. Het is acteren; leven en weten: het doet er toe, er wordt gekeken, we staan allemaal in het licht, ook als we niks doen, ik neem ruimte in en ik moet weigeren wat die ruimte verstikt.’ ‘Maar wat,’ vroeg ik, ‘als ik met dat wereldpaspoort op Schiphol sta, en ze laten me simpelweg niet door?’ ‘Dan weet je dat zij het beter spelen, dat ze betere regisseurs hebben en een betere pr. Dan weet je dat de ruimte die je hebt gemaakt, niet groot genoeg is om doorheen te kruipen.’ ‘En dan weet ik dat, en wat dan?’ ‘Dan ben je begonnen. When the client says no the sale begins. Zolang je onderhandelt, is er niks kwijt of verloren. Blijf bij je mogelijkheid. Het is in de verbeelding dat we onverwachte ruimte kunnen vinden in systemen die ons verpletterend en ondoordringbaar lijken.

Het wereldpaspoort van Marjolijn

Het zijn de juiste vragen die zo nu en dan een gat kunnen slaan. Het is het weigeren waarin we ons mens-zijn kunnen bewaren. En uiteindelijk is het allemaal theater.’ Toen ik hem bezocht, was Garry al te oud om überhaupt nog te reizen. Hij sleet zijn dagen in vergetelheid in een klein houten huisje in Vermont. Na 9/11 is de wereld voorgoed veranderd. Niemand reist nog met een wereldpaspoort. Iedereen die zich na de oorlog

Page 24: 7 jonge denkers over de toekomst - Nieuwe Liefde Leerhuisnieuweliefdeleerhuis.com/upload/multimedia/Deze... · Maar ik leerde dat iemand helpen, zonder daar zelf beter van te worden,

22

achter Garry schaarde, is allang overleden. Zelf overleed hij een paar maanden na mijn bezoek. Hij was een fossiel uit de tijd dat er nog een grote internationale vredesbeweging bestond. Uit de tijd dat de oorlog hier in Europa haarfijn op ons netvlies stond, en dus ook het verlangen naar vrede. Zijn verhaal liet me nooit los, maar toen mij werd gevraagd of ik de voorstelling die ik over hem maakte, deze zomer zou willen hernemen, twijfelde ik. Kan je zoiets nog wel verkondigen in 2016 met miljoenen mensen gestrand en op de vlucht, met de dreiging van geweld die steeds maar dichterbij komt? Is verbeelding geen zwaktebod ten overstaan van geweld, verlies en grote menselijke tragedies? Deze winter maakte ik een voorstelling waarin ik probeerde door te dringen in het hoofd van een oude terrorist. In de research kwam ik een uitspraak tegen van een terrorisme-expert die zei: terrorisme heeft net zo veel met verbeelding als met feiten te maken. Het doel van de terrorist is vooral de samenleving ontwrichten en dat doe je het beste door het creëren van angst. Angst gaat over wat je je voorstelt, over een ruimte in je hoofd, je lijf, die zich vult met spookbeelden. Ik las dat en dacht aan Garry. En dacht aan alle theaterzalen waar ik zo van houd. Die lege, koele ruimtes waar de verbeelding maximaal wordt aangesproken, omdat er met zo weinig middelen zoveel beelden en associaties worden opgeroepen, omdat in die ene kleine wereld avond aan avond duizenden werelden bestaan. Ik dacht: we kunnen na een aanslag het verlies van levens niet ongedaan maken, maar we kunnen die ruimte die de angst inneemt, wel invullen met iets anders. Met wat we liefhebben bijvoorbeeld. Met verhalen waarin we ons herkennen, waardoor we ons getroost of gesterkt voelen. Ik las het en dacht: Garry’s filosofie staat nog altijd overeind, ook in een tijd van toenemende angst en verwarring. Juist in zo’n tijd. De uitdagingen van nu vragen om het trainen van onze verbeelding. Om het lezen van literatuur en het beleven van theater, om het luisteren naar muziek, om schilderijen en installaties waarin we nieuwe werelden en verbanden ontdekken om zo te ontdekken dat er overal ruimte is, dat we niet vastzitten in onze realiteit, maar een groot deel van die realiteit zelf verbeelden en bekrachtigen. Dat het anders kan. Dat we niet machteloos zijn. Wat nodig is, is een poëzie van denken en van leven. Het openstaan voor onverwachte verbanden. Het ene in het andere willen zien. De open grens in de dichte grens. De liefde in de angst. We beseffen te weinig dat we allemaal acteurs zijn, dat we de kracht hebben om te transformeren. Omdat we zo weinig ruimte geven aan onze theatrale ziel, aan de poëzie die in een ieder van ons huist. Aan het wit

tussen de regels en de ruis in ons hoofd. Aan de lege ruimte waarin het ene het andere kan worden. Mogelijkheden. Ik wil graag afsluiten met Emily Dickinsons ‘I dwell in possibility’, een van mijn lievelingsgedichten, dat ik nog altijd niet helemaal begrijp maar dat me zo’n fantastisch gevoel van ruimte en adem geeft. I dwell in Possibility - A fairer House than Prose - More numerous of Windows - Superior - for Doors - Of Chambers as the Cedars - Impregnable of eye - And for an everlasting Roof The Gambrels of the Sky - Of Visitors - the fairest - For Occupation - This - The spreading wide my narrow Hands To gather Paradise –

Als Mozes had doorgevraagd Moest ik mijn land verlaten: ik zou blijven. Stond mijn stad in brand: ik draaide om. Moest ik mijn kind offeren: ik weigerde. Zolang jij je niet laat kennen houd ik benen op de grond, armen om het kind. Mij scheep je bij geen bramenstruik af met ‘ik ben die ik ben’, een kleine vlam, een donderstem. Mozes was iemand van zijn tijd: dankbaar voor het leven, bang om door te vragen en ook: een man, die vragen niet zoveel. Ik was blijven staan bij die struik tot je verscheen. Geen smoesjes van doeken voor ogen omdat je straling te fel. Mozes was brandgloed gewend, ik tl. Kom maar op, zou ik zeggen. Zeg ik nu: Kom maar op. Als niet Mozes, maar ik bij Horeb had gestaan ging het zo: Ik: Wie ben je? Jij: Ik ben die ik ben. Ik: ik ook. Jij: Ja, jij ook. Dan had ik je aangeraakt en jij mij. Was de Bijbel geen boek, maar een omhelzing. Uit: Als Mozes had doorgevraagd, Marjolijn van Heemstra