1
Verslag_Ontmoeting met Platform 31 “handreiking woonvaardigheden” 9 oktober 2013 In het najaar van 2013 vond een ontmoeting plaats met de Nederlandse collega’s van Platform 31. Zij stelden er hun instrument ‘handreiking woonvaardigheden’ voor. Een 40tal deelnemers, waarvan de overgrote meerderheid terreinwerkers waren, ging met hen in gesprek. In het kort: TIP 1 – organiseer met partners een oefening om woon- en begeleidingsnoden in kaart te brengen Een belangrijke oefening die lokale/regionale actoren kunnen doen, is het in kaart brengen van de woonvraag en het woonaanbod van die regio. Leg beiden naast elkaar om leemtes te ontdekken of knelpunten bloot te leggen. Welke woonmogelijkheden zijn er in onze gemeente en voor welke doelgroep zoeken we een oplossing? Vanuit dergelijke oefening zijn initiatieven zoals ‘containerwonen’ en ‘skaeve huse’ ontstaan. Daarbovenop levert dergelijke oefening argumenten op die ingezet kunnen worden naar besturen om in alternatieve woonvormen te voorzien. TIP 2 – gebruik een techniek die van bij het eerste contact met de huurder een indicatie geeft over het risico dat iemand loopt op uithuiszetting In Nederland gebruikt men een techniek waarbij medewerkers van de huisvestingsmaatschappij in het eerste gesprek met de huurder een inschatting maken van het risico dat het misloopt. De medewerkers worden getraind om die gesprekken te voeren: dit vergt een zekere bekwaamheid en een fingerspitzengefuhl. De inschatting gebeurt via een eenvoudig lichtensysteem. De huurder krijgt op basis van het eerste gesprek groen, oranje of rood. Groen betekent ‘geen risico’, oranje staat voor ‘in het oog houden, mogelijk risico’ en rood betekent ‘risicovol en dus alarmerend’. Bij oranje en rood onderneemt de huisvestingsmaatschappij actie om de huurder te ondersteunen in het wonen (woonbegeleiding, huisbezoek, burenbabbel). Vaak is er meer ondersteuning of begeleiding nodig dan wat de huisvestingsmaatschappij kan bieden. In dat geval doen zij beroep op derden via de sociale kaart (o.a. welzijnsactoren). Vaststelling. In Nederland is er een beweging die de nadruk legt op het belang van een algemeen hulpverlener of generalist in de eerste lijn, dichtbij de kwetsbaren. Deze beweging is een reactie op de huidige specialisaties die de hulpverlening dwingt tot schotten, waar men vaak moeilijk uit geraakt. Vaststelling. In Nederland hanteert men een veel harder taalgebruik wanneer het gaat over kwetsbare mensen, zeker ook in de media: ‘tuig’, ‘huftercontainers’, tokkies, niet- willers, asocialen, … In Limburg is er een veel krachtgerichtere kijk op de doelgroep. Vaststelling. Voor kwetsbare huurders vergt het puur in stand houden van de huidige woonsituatie op zich al veel energie. De verwachtingen, regels, afspraken,… vanuit de begeleiding of de huisvestingsmaatschappij zorgen dan voor bijkomende druk. Dat het in stand houden van de huidige woonsituatie op zich al veel inspanning vergt, wordt nog te weinig erkend.

9 oktober 2013 - Verslag Platform 31 "Handreikingwoonvaardigheden"

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Op 9 oktober 2013 ontving de LSO projectgroep Wonen de Nederlandse collega’s van Platform 31 en Wooncompagnie. De voornaamste punten en tips vind je terug in dit verslag

Citation preview

Page 1: 9 oktober 2013 - Verslag Platform 31 "Handreikingwoonvaardigheden"

Verslag_Ontmoeting met Platform 31 “handreiking

woonvaardigheden” 9 oktober 2013

In het najaar van 2013 vond een ontmoeting plaats met de Nederlandse collega’s van Platform 31.

Zij stelden er hun instrument ‘handreiking woonvaardigheden’ voor. Een 40tal deelnemers,

waarvan de overgrote meerderheid terreinwerkers waren, ging met hen in gesprek.

In het kort:

� TIP 1 – organiseer met partners een oefening om woon- en begeleidingsnoden in

kaart te brengen

Een belangrijke oefening die lokale/regionale actoren kunnen doen, is het in kaart brengen

van de woonvraag en het woonaanbod van die regio. Leg beiden naast elkaar om leemtes

te ontdekken of knelpunten bloot te leggen. Welke woonmogelijkheden zijn er in onze

gemeente en voor welke doelgroep zoeken we een oplossing? Vanuit dergelijke oefening

zijn initiatieven zoals ‘containerwonen’ en ‘skaeve huse’ ontstaan. Daarbovenop levert

dergelijke oefening argumenten op die ingezet kunnen worden naar besturen om in

alternatieve woonvormen te voorzien.

� TIP 2 – gebruik een techniek die van bij het eerste contact met de huurder een

indicatie geeft over het risico dat iemand loopt op uithuiszetting

In Nederland gebruikt men een techniek waarbij medewerkers van de

huisvestingsmaatschappij in het eerste gesprek met de huurder een inschatting maken van

het risico dat het misloopt. De medewerkers worden getraind om die gesprekken te

voeren: dit vergt een zekere bekwaamheid en een fingerspitzengefuhl. De inschatting

gebeurt via een eenvoudig lichtensysteem. De huurder krijgt op basis van het eerste

gesprek groen, oranje of rood. Groen betekent ‘geen risico’, oranje staat voor ‘in het oog

houden, mogelijk risico’ en rood betekent ‘risicovol en dus alarmerend’. Bij oranje en rood

onderneemt de huisvestingsmaatschappij actie om de huurder te ondersteunen in het

wonen (woonbegeleiding, huisbezoek, burenbabbel). Vaak is er meer ondersteuning of

begeleiding nodig dan wat de huisvestingsmaatschappij kan bieden. In dat geval doen zij

beroep op derden via de sociale kaart (o.a. welzijnsactoren).

� Vaststelling. In Nederland is er een beweging die de nadruk legt op het belang van een

algemeen hulpverlener of generalist in de eerste lijn, dichtbij de kwetsbaren. Deze

beweging is een reactie op de huidige specialisaties die de hulpverlening dwingt tot

schotten, waar men vaak moeilijk uit geraakt.

� Vaststelling. In Nederland hanteert men een veel harder taalgebruik wanneer het gaat

over kwetsbare mensen, zeker ook in de media: ‘tuig’, ‘huftercontainers’, tokkies, niet-

willers, asocialen, … In Limburg is er een veel krachtgerichtere kijk op de doelgroep.

� Vaststelling. Voor kwetsbare huurders vergt het puur in stand houden van de huidige

woonsituatie op zich al veel energie. De verwachtingen, regels, afspraken,… vanuit de

begeleiding of de huisvestingsmaatschappij zorgen dan voor bijkomende druk. Dat het in

stand houden van de huidige woonsituatie op zich al veel inspanning vergt, wordt nog te

weinig erkend.