Upload
tranhuong
View
215
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Secretariaat: Vincent Hildebrandt
Primulastraat 26, 2565 PJ Den Haag
T 070 3258817 E [email protected]
www. abdijkerk.info
De Arie Molenkamp Stichting is
verantwoordelijk voor de geldwerving voor
de activiteiten die de Werkgroep Open
Abdijkerk organiseert, zoals dit Open
Podium. De stichting doet regelmatig een
beroep op fondsen en instellingen, maar dit
is in het huidige economische klimaat niet
altijd succesvol. Daarom stellen wij het erg
op prijs als u ons wilt steunen door toe te
treden tot de Vrienden van de Arie
Molenkamp Stichting. Wij vragen u dan
ons jaarlijks met een vast bedrag (minimaal
€ 15.00) te ondersteunen. Uw giften zijn
aftrekbaar (de Stichting is een ANBI
erkende instelling). Aanmelding is mogelijk
door uw jaardonatie over te maken op
rekeningnummer 1196.25.776 t.n.v. Arie
Molenkamp Stichting te Den Haag o.v.v.
Vriend. Vergeet niet uw (email) adres ter
vermelden, zodat wij u op de hoogte
kunnen houden van onze activiteiten.
Abdijkerk: cultureel centrum van Den Haag Zuidwest!
AGENDA 2e halfjaar 2011
Abdijkerk, Willem III straat 40 Den Haag—Loosduinen
T 070 3974182 www.abdijkerk.info
Open Podium
2 oktober 2011, 15.30 uur
René Rakier, piano
6 november 2011, 15.30 uur
Zingen rondom het Loosduinse orgel
Parels uit 6 eeuwen Musica religiosa
4 december 2011, 15.30 uur
Sinterklaasliederen zingen
met Gregor Bak
35 jaar
Orgelconcerten bij kaarslicht
5 november 2011, 20.15 uur
Hayo Boerema (Rotterdam)
19 november 2011, 20.15 uur
Ben van Oosten (Den Haag)
10 december 2011, 20.15 uur
Gijsbert Kok (Bodegraven)
De middagconcerten zijn gratis.
Toegangsprijzen avondconcerten: €8 / €6.
Alle informatie over onze activiteiten vindt u op:
www.abdijkerk.info
Deze serie is powered by:
A B D I J K E R K W I L L E M I I I S T R A A T 4 0 2 5 5 2 B S D E N H A A G
Op
en
Po
diu
m 2
01
1
Liederen uit de vorige eeuw
Ad hoc dubbelkwartet
o.l.v. Hans van Waveren
Vincent Hildebrandt, orgel
Henk Lemckert, harmonium en leiding
Zingen
rondom het Loosduinse orgel:
Parels uit zes eeuwen
Musica Reliogiosa
Programma
6 november 2011
Welkom Henk Lemckert
Orgelpreludium
Koraalbewerking:
‘Wachet auf, ruft uns die Stimme' Johann Ludwig Krebs (1713-1780)
Als omlijstend orgelspel is vanmiddag
gekozen voor het prachtige koraal van
Philip Nicolai ‘Wachet auf ruft uns die
Stimme, dat we ook zullen zingen.
Vooraf klinkt een koraalbewerking van
Johann Ludwig Krebs, (afb.) in feite een
trio (gespeeld op het orgel) met
daartussendoor gevlochten de
koraalmelodie (vanmiddag gespeeld
door de fluit als solo instrument). Krebs was één van de
belangrijkste en begaafdste leerlingen van Johann Sebastian
Bach. Maar hoewel hij enerzijds nog helemaal wortelt in het
barokke idioom van zijn leermeester, zijn er anderzijds al veel
’galante’ trekken in zijn werken herkenbaar die kenmerkend
zijn voor deze stijlperiode, de ‘rococo’: sierlijkheid,
bekoorlijkheid, begrijpelijkheid en natuurlijkheid van de
uitgedrukte gevoelsinhoud worden belangrijker dan het
complexe contrapunt zoals Bach dat toepaste. Zijn muziek is
daardoor makkelijker ‘toegankelijk’ dan die van Bach.
2
Voor we beginnen
Van het lied waarmee we beginnen is zowel de tekst
als de muziek van de sympathieke kerkmusicus Mar
van der Veer uit Zierikzee. (afb.) Deze in 1951
geboren organist en koorleider kreeg zijn opleiding
aan het Rotterdamse conservatorium bij Piet van
den Kerkhoff en Jet Dubbeldam en verhuisde nadien
naar het plaatsje Zierikzee waar hij behalve als
kerkmusicus in allerlei gedaanten tevens de spil
vormt van het profane muzikale leven. Uit dit lied
klinkt de kloeke geëngageerde toon van de
gereformeerde dichter die Van der Veer is, zonder
dat hij de traditie uit het oog verliest. Hij eindigt zijn heldere tekst met de
traditionele trinitarische lofverheffing op God, de Vader, de Zoon en de
Heilige Geest.
De melodie is stoer: recht toe, recht aan en goed te onthouden. Ze dient
niet te langzaam te worden gezongen.
Wij hebben dit lied gehaald uit de bundel 'Geroepen om te zingen' maar
het is oorspronkelijk afkomstig uit een boekje met liederen van Van der
Veer onder de titel: Een lied vol kleuren, verschenen in 1984 bij Kok,
Kampen.
3
2. Wil voor hen zorgen die deze morgen
niet kunnen zingen van verdriet.
Mensen die huilen, niet kunnen schuilen,
o God, vergeet uw lieve mensheid niet.
3. Denk in erbarmen aan alle armen
mensen die schreeuwen om wat brood.
Mensen die strijden en onrecht lijden:
o God, uw wereld is in grote nood.
4. Leer ons te leven, liefde te geven,
zó U te dienen allermeest.
U, onze Here, zij lof en ere,
U God de Vader, Zoon en Heil'ge Gesst
Muziek: Mar van der Veer (geb. 1951)
Tekst: idem
Bron: 'Geroepen om te zingen' (33)
Gordt u aan NHB 108
Aan het begin van de achttiende eeuw verscheen er in
Halle, de plaats dat het centrum was van het Duitse
piëtisme, een groot nieuw gezangboek dat de naam
droeg van de samensteller: Freylinghausen. Het waren
deels oude, deels nieuwe liederen. Van de in totaal 1500
liederen waren 411 melodieën nieuw. Helaas vermeldde
de samensteller hierbij niet de naam van de componisten
zodat wij tot op de huidige dag naar de herkomst van veel bekende
melodieën moeten raden .In ons huidige liedboek vinden we 10 liederen
uit dit 'Geistreiches Gesangbuch' zoals het heette. Het vermoeden bestaat
dat van het lied dat we nu zingen zowel de tekst als de melodie uit één
hand komen: n.l. van een predikant uit Thüringen met de naam Johann
Eusebius Schmidt. De Duitse titel 'Fahre fort, Fahre fort, is in het oude
Hervormde gezangboek twee maal bewerkt, wij kozen voor de versie van
het oude Gezang 119 die was herdicht door Mevr. S.M. van Woensel Kooy
(1875-1934)
4
1 Gordt u aan! Gordt u aan!
Gordt u moedig tot de strijd!
Op, tot werk roept God zijn kind'ren,
weest tot zijne dienst bereid!
Laat geen zwakheid u verhind'ren.
Komt, de meester zelf gaat ons vooraan!
Gordt u aan! Gordt u aan!
2 Onbevreesd! Onbevreesd!
Als een krijgsman, kloek en trouw,
wil ik in mijzelf bestrijden,
wat U, Heer, bedroeven zou,
en bedwingen t' allen tijden
't eigenwillig hart het allermeest,
Onbevreesd! Onbevreesd!
3 Sluit u aan! Sluit u aan!
Volgt de Koning in het licht!
wilt van Hem uw steun verwachten:
van zijn vriend'lijk aangezicht
straalt verblijden, dalen krachten.
Draagt uw kruis de Meester achteraan.
Sluit u aan! Sluit u aan!
Tekst: Joh. Eusebius Schmidt (1670-1745)
Vertaling: Suz. Maria van Woensel Kooiy (1875-1934)
Muziek: Gesangbuch Freylinghausen (1704)
Bron: Ned. Hervormd Gezangboek '38 (119)
5
Straks groeten w’onze moederstranden NHB 110
Dit zendingslied kreeg een schitterende melodie van
Joh. Bastiaans (afb.)welke met een andere tekst later
weer terecht is gekomen in ons huidige Liedboek. Hoe
voortreffelijk de melodie van het lied ook is, je zou
deze kunnen betichten van een ‘klein foutje’. Regel 1
en 3 (in ons notenvoorbeeld zijn dat de eerste 9 noten
van regel 1 en 2) lijken namelijk sprekend op elkaar.
Het scheelt maar één noot, de derde noot. Zingende
gemeenten zijn vaak geneigd de eerste regel met de
noten van de derde regel te zingen. Waarschijnlijk
komt dat omdat deze zelfde regel ook weer voorkomt in een andere
melodie van Bastiaans, n.l. die van ‘Behoed uw kerk, zet uit, O God, haar
palen. Omdat in dit lied de samenklank van de beide noten goed klinkt,
stoort het nauwelijks.
De stem, die fluistert in onz' oren,
gelijk der eng'len harpgezang,
is waard, dat wij haar dankend horen,
dat wij haar volgen levenslang.
Hier werd nog nooit een hart bedrogen:
de hoop maakt sterk, 't geloof verwint.
Het doel blinkt heerlijk in onz' ogen,
ook waar de weg in nacht begint.
6
't Is zoet en zalig, neer te knielen,
verenigd in des Vaders Zoon.
Bij 't bidden smaken onze zielen
een daag'lijks weerzien voor Gods troon.
Al dobb'ren w' op de verste golven,
geen afstand, die de harten scheidt!
Wordt hier het zaad in d' aard bedolven,
stil rijpt de kiem voor d' eeuwigheid.
Straks roept de Heer zijn welbeminden
in 't licht van d' eeuw'ge zonneschijn.
Dan zullen wij elkaar hervinden
en zonder einde samen zijn.
Dan wacht ons kalmte na d' orkanen,
de palm na 't zwaard, de kroon na 't kruis,
en na het pelgrimspad der tranen
de blijde rust in 't Vaderhuis.
Tekst: J.J.L. ten Kate (1819-1889)
Muziek: Joh. Gijsbertus Bastiaans (1812-1875)
Bron: Ned. Hervormd Gezangboek '38 (110: 1,3, 5 en 6)
7
Gelukkig is het land LvK 416
Weinigen weten dat we Valerius Gedenckclanck
eigenlijk hebben te danken aan een Lutherse
predikant die in de negentiende eeuw leefde. Het was
Ds. A.D. Loman, (1823-1897) uit Amsterdam (afb.), die
in 1871 de bundel van Valerius opnieuw uitgaf. In
Valerius' tijd bracht de bundel na verschijnen de
harten nauwelijks in beroering, het was geen succes.
Bij de tweede verschijning droegen de teksten uit Valerius bij aan het
gevoel van glorie voor het Vaderland, zodanig dat de zeventiende-eeuwse
teksten tot vandaag de dag aan toe bij veel nationale aangelegenheden
nog steeds volop gezongen worden of door beiaardiers op torens tot
klinken worden gebracht. De melodieën zijn geënt op wijsjes die tijdens de
zeventiende eeuw bij ieder bekend waren, men zong er allerlei volksliedjes
op. Het waren vaak dansjes van buitenlandse komaf.
Gelukkig is het land
Dat God de Heer beschermt
Als daar met moord en brand
De vijand rondom zwermt
En dat men meent: Hij zal
't Schier overwinnen al
Dat dan, dat dan, dat dan,
Hij zelf komt tot de val
Gedankt moet zijn de Heer
de God, die eeuwig leeft
Dat Hij ons t' zijnder eer
Dees overwinning geeft
Wat wonder heeft de kracht
Des Heren al gewracht !
O Heer, o Heer, o Heer,
Hoe groot is Uwe macht!
1
Tekst: Adriaan Valerius (†1625)
Muziek: Op 'de Engelsche Min'
Bron: Liedboek voor de Kerken (416)
8
God is vol liefde Taizé
Tekst afkomstig van- en beschikbaar gesteld door de Communiteit van
Taizé
‘Op, waakt, op!’ zo klinkt het luide
Philip Nicolai (1556-1608) is zowel de maker van de tekst als de melodie van dit lied dat wel ‘de koning’ onder de evangelische kerkliederen genoemd wordt. Het lied zit vol bijbelse reminiscenties zoals de verwijzing naar Jesaja 12 (de torenwachters), Matteus 25 (de vijf wijze en vijf dwaze maagden) en het boek Openbaringen (vers 3). Nicolai schreef dit lied in de tijd dat hij in Unna (Westfalen) predikant was tijdens een hevige pestepidemie. Nicolai was
9
Lutheraan maar dat betekende dat hij niet alleen in conflict leefde met de Katholieken van zijn tijd maar ook met de Duitse Calvinisten. Eens schreef hij daarom een partijlied tegen de Calvinisten, iets dat we ons nu nauwelijks meer kunnen voorstellen. Vier eeuwen terug was het echter niet abnormaal dat een man die zulke prachtige liederen schreef zich ook met dit soort polemieken bezig hield. Tekst en muziek van dit lied vormen een volmaakte eenheid, let op de aanvangsnoten die het bekende hoornsignaal (van de wachters!) weergeven. Bach gebruikte dit schitterende lied voor zijn Cantate BWV 140.
10
Sion hoort de wachters zingen, zij voelt het hart van vreugd opspringen, ontwaakt met spoed, staat haastig op. Uit de hemel daalt Hij neder, in waarheid sterk, in liefde teder: haar licht verschijnt, haar ster gaat op. Kom Heiland, ’s aardrijks kroon, Heer Jezus, ’s Vaders Zoon! Zingt hosanna, komt altemaal ter bruiloftszaal, waar Hij ons roept aan ’t avondmaal! Laat ons U ter ere zingen met allen, die uw troon omringen, één koor van mens’ en englenstem! Paarlen zijn der poorten bogen, die nederdalen uit den hogen: het hemelse Jeruzalem. Geen oog heeft ooit begroet, geen hart heeft ooit vermoed zulk een vreugde. Zo juichen wij en roemen blij de glorie van uw heerschappij! tekst: Philip Nicolai (1556-1608) vertaling: C.B. Burger (1897-1983) muziek: Philip Nicolai (1599) bron: Liedboek voor de Kerken (262)
11
O Heer, wij danken U van harte
Reeds in het Psalmboek van Datheen (1566) zijn er achter de 150 psalmen
een aantal gezangen opgenomen, de zgn. Eenige Gezangen. Deze zijn tot
en met de Hervormde Gezangenbundel van 1938 gehandhaafd. Een aantal
daarvan werd nooit meer gezongen. Het lied dat nu aan de beurt is kennen
we ook meer als gesproken dankgebed dan als gezongen lied. De dankzang
na het eten kwam met een afwijkende tekst reeds bij Datheen voor, het
schijnt dat er sindsdien verschillende versies circuleerden want de versie
die wij kennen stamt uit 1773 en is de op details aangepaste versie van een
reeds bestaande, die afweek van die van Datheen.
De melodie lijkt een soort compilatie te zijn van regels uit verschillende
psalmen. In de hymnologie duidt men zoiets aan als 'centonisatie'. Er is
nadrukkelijke verwantschap met zowel Psalm 105 als 138. Het is echter
niet onmogelijk dat deze melodie al of niet voor deze tekst wel degelijk
afzonderlijk is gecomponeerd.
12
Blijf bij mij Heer
Het lied 'Abide with me' heeft tot in de jaren zeventig
van de vorige eeuw geklonken vanaf de tribunes van
het Wembley stadion als daar de cup-finale gestreden
werd. Voetballiefhebbers die daar samenstroomden
moeten dit lied gekend hebben vanuit de kerk.
De originele tekst is van Henry Francis Lyte, die leefde
aan het begin van de negentiende eeuw en predikant
was in Brixham in Zuid Engeland. Hij schreef het lied
vlak voor zijn dood op 4 september 1847 en had daar
zelf een melodie bijgemaakt. Het lied zou echter bekend worden op de
melodie die William Henry Monk (afb.) daar later op maakte. Het verhaal
gaat dat Monk deze melodie schreef nadat hij geïnspireerd was geraakt
door een prachtige zonsondergang. Het lied behoort nog steeds tot de
meest bekende liederen uit het christelijk liedrepertoire
Blijf dicht bij mij, 't wordt donker om me heen,
zekerheid wankelt, laat me niet alleen.
Als alles lijkt of niemand me meer ziet,
blijf dan heel dicht bij mij, verlaat me niet. Blijf naast me staan, mijn veiligheid verdween,
als alles weg is, waar kan ik dan heen.
Help me bij 't dragen van mijn groot verdriet.
Blijf heel dicht naast me staan, verlaat me niet. Geef me je hand en blijf zo dicht bij mij,
blijf bij me waken, straks is het voorbij.
Steun met de stap naar 't onbekend gebied.
Blijf heel dicht bij me en verlaat me niet. Straks komt mijn tijd, dan mag je verder gaan,
niemand weet beter wat ik heb doorstaan.
Jij ziet zo scherp wat niemand verder ziet.
Zo vol vertrouwen, jij verlaat me niet
Tekst: Coot van Doesburgh (geb. 1943)
Muziek: William Henry Monk (1823-1889)
Bron: LICHT 100 liedjes voor iedereen(2010) (48)
13
Vriendelijk licht dat heel de dag GvL 645
Dat dichters van geestelijke liederen ook nog wel
eens iets anders dan gewijde poëzie dichten bewijst
het oeuvre van Mattheus Verdaasdonk (afbeelding)
waarin behalve hoorspelen en veel proza ook nog een
bundel met erotische poëzie voorkomt. De bekende
psalmdichter Jan Wit hield zich daar trouwens ook
nog wel eens mee bezig evenals (veel eerder) de
dichter Jacob Westerbaen die tijdens de zeventiende
eeuw op Ockenburg woonde. Westerbaen hield zich
behalve met jagen en tuinieren ook met psalmen én
liefdespoëzie bezig.
De tekst van het vandaag gezongen avondlied dichtte Verdaasdonk eind
jaren vijftig waarna het in 1960 in de bundel 'Alleluja' terechtkwam. In dit
lied gaat de dichter in op het vroeg-klassieke beeld van het Licht op de dag
(dat het leven vertegenwoordigt) tegenover de angstige nacht waarin de
duisternis(=de dood) overheerst. In deze denktrant ging een dichter als
Ambrosius (4de eeuw) hem al voor.
De melodie van dit avondlied is van de Haarlemse
organist en componist Albert de Klerk (afbeelding).
Hij was de zoon van een muziekjournalist die
tijdens de Eerste Wereldoorlog uit België naar ons
land vluchtte. De Klerk heeft heel zijn leven in
Haarlem gewoond en gewerkt, was daar een leven
lang organist van de St. Josephskerk en was daar
samen met Piet Kee stadsorganist op het befaamde
Müller-orgel van de Grote of St. Bavokerk.
Albert de Klerk, die een zeer beminnelijk man was,
heeft zowel als zeer jonge man als op veel latere
leeftijd met veel succes prachtige concerten op het orgel in de Abdijkerk
gegeven.
14
Vriendelijk licht, dat leven schenkt en het duister hebt verdreven,
geef mij warmte om te leven als de koude dood mij wenkt.
Vriendelijk licht, blijf in mijn hart, dat uw gloed niet kan ontberen,
nu de nacht gaat wederkeren en nu al wat leeft verstart.
Vriendelijk licht van ’t paradijs wijs mij waar Gods morgen is en
weer van mij de duisternissen, als ik uit de nacht herrijs.
Vriendelijk licht, dat eeuwig brandt, wil de dood in mij verteren,
licht der zondaars, licht des Heren, licht van ’t eeuwig vaderland.
Tekst: Mattheus Verdaasdonk (1918-1966)
Muziek: Albert de Klerk (1917-1998)
Bron: Gezangen voor Liturgie (645)
15
'k Wil u o God mijn dank betalen LvK 390
Ook de melodie van dit lied is afkomstig uit het gezangboek van
Freylinghausen .De tekst is afkomstig van de Zeeuwse predikant Herman
Adriaan Bruining (1738-1811) een gezien man in zijn dagen. Hij was
afgevaardigde in de commissie die ons eerste gezangboek, de Evangelische
Gezangen, in 1806 liet verschijnen. Er zijn aanwijzingen dat hij zich voor dit
lied heeft laten inspireren door bestaande Duitse gezangen waarvan twee
voorbeelden aan te wijzen zijn. Die Duitse liederen zijn weer in verband te
brengen met de structuur voor het avondgebed dat Luther in de 16de
eeuw voorschreef in zijn 'Kleine Cathechismus'.
1
'k Wil U, o God, mijn dank betalen,
U prijzen in mijn avond lied.
Het zonlicht moge nederdalen,
maar Gij, mijn licht, begeeft mij niet.
Gij woudt mij met uw gunst omringen,
meer dan een vader zorgdet Gij,
Gij, milde bron van zegeningen:
zulk een ontfermer waart Gij mij.
2
2Uw trouwe zorg wou mij bewaren,
Uw hand heeft mij gevoed, geleid;
Gij waar nabij in mijn bezwaren,
Nabij in elke moeilijkheid.
Deez' avond roept mij na mijn zorgen
Tot rust voor lichaam en voor geest.
Heb dank,reeds van de vroege morgen
Zijt Gij mijn heil en hulp geweest.
Ik weet, aan wie ik mij vertrouwe,
al wisselen ook dag en nacht.
Ik ken de rots waarop ik bouwe:
hij feilt niet, die uw heil verwacht.
Eens aan de avond van mijn leven
breng ik, van zorg en strijden moe,
voor elke dag, mij hier gegeven,
U hoger, reiner loflied toe.
16
Orgelpostludium
Koraalbewerking
‘Wachet auf, ruft uns die Stimme‘ - Max Reger (1873-1916)
(opus 67)
Max Reger was één van de
belangrijkste Duitse componisten van
orgelmuziek in het begin van de 20ste
eeuw. Zijn werk combineert de
klassieke vormen van Beethoven en
Brahms met de romantische
harmonieën van Liszt en Wagner en
het complexe contrapunt van Bach.
Een beroemde anekdote is dat hij per
brief reageert op een slechte recensie
in een krant. Hij schrijft de recensent: ‘Ik zit in de kleinste
kamer van mijn huis. Uw recensie ligt voor mij. Weldra zal
zij achter mij liggen’.
Regers bewerking van ‘Wachet auf’ is van een totaal andere
orde dan de bewerking van Krebs, maar is dan ook ruim een
eeuw jonger . De bewerking valt met de deur in huis: het
eerste akkoord is direct de eerste noot van de melodie, maar
let u op: de melodie zit aanvankelijk in de bas (gespeeld met
het pedaal) en u hoort de melodie pas in de de bovenstem bij
de tweede drie regels. Daarna versnelt het werk door
toepassing van triolen en klinkt de melodie afwisselend in de
bas en de sopraan, om te eindigen in een magistraal slot ‘met
het volle werk’, waarbij de laatste regel eerst in de bovenstem
en daarna als echo nog een keer in de bas klinkt.
17
``
Medewerking aan deze bijeenkomst verleenden:
• Een ad hoc samengesteld vocaal ensemble
• Vincent Hildebrandt (orgel)
• Henk Lemckert (harmonium,)
• Carlien van den Berg (fluit
De volgende keer dat wij
‘Zingen rondom het Loosduinse Orgel’ Is op
zondag 18 maart 2012 om 15.30 uur