32
Je (brede) school in kaart Handleiding en werkvormen voor zelfevaluatie

Aan de slag met Je (brede) school in kaart

  • Upload
    lamtram

  • View
    223

  • Download
    1

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

Je (brede) school in kaart

Handleiding en werkvormen voor zelfevaluatie

Page 2: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

Colofon

Deze brochure is een uitgave van de stad Antwerpen, afdeling algemeen onderwijsbeleid.Samenstelling en redactie: Sien Kets en Chris Quirynen Eindredactie: Karen CornelisVormgeving: ZoingWettelijk Depot: D2009/0306/12Verantwoordelijke uitgever: Luc Tesseur, Lange Gasthuisstraat 15, 2000 AntwerpenDecember 2008

2 |

Page 3: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

Inhoud

Voorwoord 4

Aan de slag met Je (brede) school in kaart 5

1. Zelfevaluatie: waarom? 7

2. Recept voor een geslaagde evaluatie 9

2.1. Stappenplan: hoe pak ik het aan? 9

2.2. Stappenplan stap voor stap 10

3. De start en het staartje: acht kernfactoren voor een geslaagd project 15

4. Gebruiksaanwijzing bij de evaluatiewerkvormen 17

4.1. Wat vind ik in de steekkaarten? 17

4.2. Hoe gebruik ik de steekkaarten? 18

5. Enkele tips voor een vliegende start 21

6. Voor wie meer wil 23

7. Hulp of inspiratie nodig? 25

Geraadpleegde literatuur 27

Veel dank aan 29

| 3

Page 4: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

Voorwoord

Beste leerkrachtBeste directeur

Stilstaan is soms goed. Zijn we dan niet uit op vernieuwing? Toch wel, maar door altijd maar vooruit te willen gaan, vergeten we soms te reflecteren en te kijken of we nog wel op de juiste koers zitten. Antwerpse schoolteams werken ontzettend hard aan onderwijsvernieuwing om de uitdagingen in onze stad aan te gaan. Ondanks de planlast ontstaan er heel veel nieuwe projecten in Antwerpse scholen.

Zijn we dan goed bezig? Mogelijk, al valt deze vraag moeilijk te beantwoorden. Want de laatste – en misschien wel belangrijkste – stap ontbreekt vaak. Namelijk de stap van evaluatie: hebben we het beoogde resultaat gehaald?

De voorbije jaren ondersteunde de stad heel wat schoolprojecten via het projectenfonds voor onderwijsvernieuwing en samenwerking en het stimuleringsfonds brede school. Sinds kort zijn er de Baobab-schoolprojecten… Maar wat leren we uit al deze projecten? Wat werkt en wat niet? Bereiken schoolteams hun doelstellingen? Leren ze van elkaars ervaringen? Zijn de leerkansen van de leerlingen vergroot?

Meten is weten. Alleen op die manier kunnen we een antwoord formuleren op de vraag of we goed bezig zijn. Deze map reikt hulpmiddelen aan om een dergelijk reflectiemoment optimaal te laten verlopen. Optimaal in de zin van ‘efficiënt’, maar het kan ook best prettig en aangenaam zijn. Uit zo’n evaluatie put je dan weer nieuwe werkpunten en inspiratie voor volgende projecten een activiteiten. En meer nog: een geslaagde evaluatie brengt schoolteams dichter bij elkaar. Zie het als een uitdaging om creatief met deze map aan de slag te gaan. Beschouw evalueren niet als een bijkomende belasting, maar als een investering op lange termijn.

Heb je hulp of inspiratie nodig? De afdeling algemeen onderwijsbeleid van de stad Antwerpen ontwikkelt tal van activiteiten en projecten om schoolteams te ondersteunen. En dat netoverschrijdend. Kortom, met alle vragen over onderwijs in Antwerpen, kan je terecht in het Open Onderwijshuis.

Veel evaluatieplezier.

4 |

Page 5: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

Aan de slag met Je (brede) school in kaart

In de map Je (brede) school in kaart vind je naast deze brochure ook een checklist, een reeks steekkaarten en een cd.

Deze brochure geeft je de nodige achtergrond en een stappenplan om een evaluatie te organiseren van een project, een activiteit of een bepaald aspect van je schoolwerking. In hoofdstuk 1 zetten we de voordelen van zelfevaluatie op een rij, om je in hoofdstuk 2 meteen het recept voor te schotelen van een geslaagde evaluatie.

Hoofdstuk 3 geeft je een visueel geheugensteuntje bij de acht kernfactoren van een geslaagd project. Deze kernfactoren kan je voor jouw (brede) school toetsen aan de hand van de ‘checklist kernfactoren’ die je achter deze brochure in de map vindt.

In hoofdstuk 4 zetten we je op weg om concreet aan de slag te gaan met de werkvormen die je op de steekkaarten vindt. Een aantal steekkaarten verwijzen naar de cd, waarop je nog extra werkmateriaal vindt.

Naast de tips ‘voor een vliegende start’, achteraan in de brochure, vind je ook een aantal tips in de voorgaande hoofdstukken en op de steekkaarten.

Wie na een eerste kennismaking met de werkvormen uit de map de smaak te pakken heeft en graag nog meer wil weten over evaluatie, vindt nog meer inspiratie en werkvormen in de literatuurlijst ‘Voor wie meer wil’.

| 5

Page 6: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

6 |

Page 7: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

1. Zelfevaluatie: waarom?

Met een goede zelfevaluatie leg je de basis voor de optimalisering van je schoolwerking. Als (brede) school creëer je waardevolle groeimogelijkheden door af en toe eens stil te staan bij je doelstellingen, tijd te maken voor evaluatie en met alle betrokkenen over de bevindingen te reflecteren en eruit te leren.

We zetten de voordelen van zelfevaluatie even kort op een rij:

• Aan de hand van een zelfevaluatie kan je de situatie van je (brede) school in kaart brengen. Dit kan zowel bij de start als in de loop van het project. Op dat moment bepaal je eveneens een aantal doelstellingen waar je (bijvoorbeeld het komende schooljaar) rond wil werken. Daarom spreken we van een nulmeting: bij elke evaluatie stel je je plan bij. Wanneer je later op het jaar evalueert, bijvoorbeeld bij afronding van een project of activiteit, kan je de resultaten vergelijken met de oorspronkelijke nulmeting en nagaan in hoeverre je de doelstellingen bereikt hebt. Het is echter ook zinvol om te evalueren als er vooraf geen doelstellingen werden vastgelegd. In dat geval kunnen op het moment zelf ‘evaluatiedoelstellingen’ worden bepaald. In het beste geval maak je echter jaarlijks ruimte voor een nulmeting (zie stap 1 in het stappenplan pagina 9)

• Een zelfevaluatie brengt de bevindingen en behoeften van leerlingen, ouders, leerkrachten, buurtbewoners,…aan de oppervlakte en biedt je de kans om hier beter op in te spelen.

• Uit een evaluatie blijkt of het proces naar wens verloopt en of het bereiken van de doelstellingen wel te danken is aan de acties die in dat kader ondernomen zijn (effectiviteit of doelmatigheid). Daarnaast brengt evaluatie ook in kaart of de resultaten op de best mogelijke manier bereikt worden (efficiëntie of doeltreffendheid).

• Een evaluatie kan de inspanningen en investeringen verantwoorden die geleverd worden door de (brede) school, of de aanleiding vormen tot een bijstelling van het beleid.

• Dikwijls levert een zelfevaluatie heel wat meer op dan je denkt. Zo draagt een evaluatie met het hele schoolteam over een project op school onrechtstreeks ook bij tot de samenwerking en de motivatie binnen het team. Zulke effecten lijken bijkomstig, maar ze zijn zeker niet onbelangrijk voor een goede schoolwerking.

• Tot slot biedt een zelfevaluatie ook de mogelijkheid om resultaten van verschillende scholen onderling te vergelijken en te leren van elkaar.

| 7

Page 8: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

8 |

Page 9: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

2. Recept voor een geslaagde evaluatie

2.1. Stappenplan: hoe pak ik het aan?

Het is altijd interessant om ‘eens te evalueren’ als je benieuwd bent naar het verloop van een activiteit, het welbevinden van de leerlingen enzovoort. Het komt er dan op aan om een evaluatiewerkvorm te kiezen die de betrokken partijen ligt, de evaluatie te organiseren en… je kan van start gaan. Wil je echter een evaluatie doen waar de (brede) school ook op langere termijn op kan voortbouwen, dan vraagt dit meer voorbereiding.

Bovenstaand stappenplan kan een handige leidraad zijn om een evaluatie goed voor te bereiden en op te volgen. Let wel: het stappenplan zou een hulp moeten betekenen en geen last! Voel je dus vrij om de stappen waar nodig aan te passen aan jouw behoeften. Op de volgende pagina’s wordt elke stap uitgebreid toegelicht.

1

8

7

6

5

4

3

2

doelstellingen en indicatoren

voorbereidende werkzaamheden

opstellenvan een evaluatieplan

verzamelen van gegevens

verwerking en evaluatie van gegevens

effectmeting

communicatie en presentatie

van de resultaten

bijstelling van beleid

| 9

Page 10: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

2.2. Het stappenplan stap voor stap

2.2.1. Doelstellingen en indicatoren

Op basis van de schoolvisie bepaal je - welke doelstellingen je wil nastreven, - via welke concrete activiteiten/projecten je deze wil verwezenlijken, - wie de doelgroep is van deze activiteiten, - hoe en wanneer deze activiteiten zullen plaatsvinden, - wie betrokken zal zijn bij de uitvoering ervan. Het is daarbij erg belangrijk om concrete indicatoren op te stellen. Indicatoren zetten je doelstellingen om in specifieke en concreet meetbare factoren.

Voorbeeld: - doelstelling: ‘de participatie van ouders verhogen’- indicator: ‘bereikte ouders en deelname van de ouders aan het aanbod van de school (cijfers +

welbevinden)’

Wie al met een activiteit of project gestart is zonder stil te staan bij de doelstellingen en de indicatoren kan alsnog evaluatiedoelstellingen opstellen. Probeer je hierbij zo goed mogelijk de doelstellingen voor de geest te halen die je aanvankelijk wilde nastreven en de activiteiten waarmee je deze wilde verwezenlijken. Noteer ze zo concreet mogelijk, zo krijg je alsnog doelstellingen waarmee je de resultaten van de evaluatie zinvol kunt interpreteren. Idealiter breng je in een eerste stap echter telkens de startsituatie en de doelstellingen van de school in kaart (nulmeting) alvorens een nieuwe activiteit te beginnen.

Investeer in een nulmeting! Een nulmeting geeft zicht op de startsituatie en de behoeften van de betrokkenen. Voordelen van een nulmeting zijn:

• De beginsituatie is in kaart gebracht. Bij latere evaluatie-uitkomsten kan daar naar teruggegrepen worden.

• De uitkomsten van de nulmeting kunnen gebruikt worden voor de organisatie van de (brede) schoolwerking en nieuwe activiteiten.

• De betrokken partijen raken vertrouwd met evaluatie.

10 |

Page 11: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

2.2.2. Voorbereidende werkzaamheden

Een evaluatie kan slechts vlot verlopen als iedereen bereid is om mee te werken én de doelstellingen van de evaluatie als zinvol ervaart. Om deze reden is het belangrijk om van bij het begin voldoende draagvlak te creëren bij alle betrokken partijen. Voorzie voldoende ruimte voor inspraak en maak keuzes waar iedereen zich in kan vinden. Deze keuzes worden opgenomen in het ‘evaluatieplan’ (zie stap 3).

Verduidelijk van bij het begin aan alle betrokken partijen (ook alle respondenten!) waaruit de opvolging van de evaluatie kan bestaan: zorg ervoor dat je geen verwachtingen creëert die niet in te vullen zijn.

2.2.3. Een evaluatieplan opstellen

Op basis van de keuzes die gemaakt werden in de vorige stap, kan je beslissen over:- de instrumenten die je wil gebruiken voor de evaluatie- de respondenten en gegevensbronnen die je wil aansprekenVerder is dit het uitgelezen moment om een planning op te stellen. Met een helder taken- en activiteitenoverzicht (‘wie doet wat wanneer?’) kun je een hoop problemen vermijden.

Je hoeft niet binnen de grenzen van je eigen schoolteam te blijven wanneer je naar medewerkers voor de evaluatie zoekt. Sleutelfiguren inzetten, bijvoorbeeld begeleiders van de plaatselijke jeugdwerking of het buurthuis, biedt meer garanties voor een succesvolle evaluatie en betekent bovendien een serieuze lastenverlichting voor de school.

| 11

Page 12: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

2.2.4. Gegevens verzamelen

Als iedereen zich in het evaluatieplan kan vinden, kan de evaluatie doorgevoerd worden. Probeer een optimale doelgroep te selecteren: zorg voor een werkbaar aantal deelnemers voor de werkvorm die je wil gebruiken! Wie met ‘kant & klare’ instrumenten werkt (zie hoofdstuk 4) houdt er best rekening mee dat vragenlijsten verdelen meestal niet het grootste werk is. Gegevens inzamelen en verwerken kost echter wel veel tijd.

Pas werkvorm en begeleiding steeds aan aan je doelgroep. Soms kan het nodig zijn om tolken in te zetten of sterke begeleiders aan te spreken die het gesprek leiden en noteren.

2.2.5. Verwerking en interpretatie van gegevens

De methoden die je voor de verwerking gebruikt, zijn afhankelijk van de doelstellingen van de evaluatie. Wie uitgebreide kwantitatieve resultaten wil voorleggen, zal ongetwijfeld moeten werken met databestanden in programma’s als Excel of Access. Anderen zullen meer baat hebben bij een kwalitatieve analyse, bijvoorbeeld aan de hand van een open interview met ouders. De resultaten kunnen dan bijvoorbeeld vorm krijgen in een schoolkrantje met illustraties en citaten uit de interviews. Ongeacht de methode die je kiest, is het invoeren en interpreteren van gegevens vaak een tijdrovende bezigheid. Trek hier voldoende tijd voor uit!

12 |

Page 13: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

2.2.6. Effectmeting

Een effectmeting reikt verder dan de beoogde resultaten van een activiteit of project. De effecten kunnen immers ver buiten de grenzen van deze activiteit te voelen zijn. Het is ook best mogelijk dat je effecten bereikt die niet in de lijn van de doelstellingen liggen. Verruim daarom je blikveld en stel je ook open voor bevindingen die niet in de lijn van de verwachtingen liggen.

Zo kan een effect van een project rond gezonde voeding zijn dat minder jongeren cola drinken tijdens de speeltijd (beoogde doelstelling). Een ander effect kan echter zijn dat er meer samenhang is tussen de leerlingen door de activiteiten die in het kader van het project georganiseerd werden. Dit effect is inherent aan het proces en werd niet bewust nagestreefd. Toch kan de ‘verhoogde samenhang’ een belangrijke reden zijn om opnieuw een gelijkaardig project te organiseren.

2.2.7. Communicatie en presentatie van de resultaten

Minstens even belangrijk als het zorgvuldig interpreteren van de evaluatiegegevens is een duidelijke en liefst snelle communicatie van de resultaten naar alle betrokkenen. Deel helder en eerlijk mee hoe de evaluatie zal worden opgevolgd. Wees voorzichtig met de resultaten die je naar buiten brengt: respondenten zien zelf graag wat de evaluatie opgeleverd heeft maar willen dit daarom niet altijd met de buitenwereld delen. Bepaal in samenspraak met de betrokkenen welke gegevens je herkenbaar wil rapporteren en waar de bevindingen beter anoniem weergegeven worden. Bedenk van tevoren op welke manier je de uitkomsten van de evaluatie naar buiten wil brengen.

Een persoonlijke terugkoppeling naar de mensen die betrokken waren bij de bevraging is zeker een aanrader. Zo druk je meteen je waardering uit voor hun vrijwillige inzet.

2.2.8. Beleid bijstellen

Een evaluatie kan je zien als onderdeel van een beleidscyclus en kan gebruikt worden als sturingsmiddel voor beleid en praktijk. Op basis van de resultaten kan je bepalen of en hoe de activiteit, het project of de (brede) schoolwerking wordt voortgezet.

| 13

Page 14: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

14 |

Page 15: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

3. De start en het staartje: Acht kernfactoren voor een geslaagd project

Aan een goede evaluatie begin je niet halsoverkop. Zoals we eerder al met een stappenplan (zie hoofdstuk 2) aantoonden, gaat er heel wat voorbereiding en denkwerk mee gepaard.

De startIn de tekening worden acht kernfactoren afgebeeld die onontbeerlijk zijn voor een geslaagd project, een vlotte bredeschoolwerking of simpelweg een goede activiteit. Je kan ze gebruiken als visuele ondersteuning bij een evaluatie. In de map vind je een checklist om deze kernfactoren te toetsen. De bevindingen uit deze checklist kunnen je ook helpen om prioriteiten te stellen. Blijkt bijvoorbeeld dat er wat schort met de samenwerking binnen het team, dan moeten alle betrokkenen misschien eerst eens rond de tafel gaan zitten om het over ‘samenwerking’ te hebben alvorens een nieuw project op poten te zetten. Verder kunnen deze kernfactoren je sturen wanneer je een evaluatie plant bij de afronding van een activiteit of project: Wat zijn mogelijke knelpunten? Wiens welbevinden wil je achterhalen?...

Het staartjeNa de evaluatie kan je de vragenlijst er weer bijnemen om na te gaan hoe de situatie veranderd en al dan niet verbeterd is en op welke punten je moet letten bij de ontwikkeling van een nieuwe activiteit of project.

Betrokkenheid Doelstellingen

Samenwerking

WelbevindenRandvoorwaarden

Motivatie

Omschrijving van de acties

Continuïteit en Inzetbaarheid

| 15

Page 16: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

16 |

Page 17: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

4. Gebruiksaanwijzing bij de evaluatiewerkvormen

4.1. Wat vind ik in de steekkaarten?

Achteraan in deze map vind je een reeks steekkaarten. Elke steekkaart beschrijft een werkvorm die je kan gebruiken om te evalueren. De steekkaarten zijn ingedeeld in twee categorieën:

Op maatHier vind je evaluatiewerkvormen terug die erg divers zijn in aanpak en duur. Ze hebben echter gemeenschappelijk dat je de te evalueren thema’s vrij kan invullen. Zo zal je bijvoorbeeld zelf stellingen moeten ontwikkelen als je met het stellingenspel wil werken. Deze steekkaarten bieden dus een flexibele werkvorm als kader voor een evaluatie.

Kant en klaarIn deze categorie zitten volledig uitgewerkte evaluatiewerkvormen. Voor een aantal vind je het nodige werkmateriaal op de cd. In principe kan je dus zo met deze instrumenten aan de slag. Meestal kun je het materiaal wel aanpassen aan de specifieke noden van jouw school, wat zeker aan te raden is.

Op pagina 19 vind je een voorbeeld van een steekkaart, met uitleg over de verschillende onderdelen die je op zo’n steekkaart terugvindt.

| 17

Page 18: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

4.2. Hoe gebruik ik de steekkaarten?

Om een werkvorm te vinden die aan jouw eisen voldoet hoef je zeker niet alle steekkaarten door te nemen. Allereerst kun je nagaan welke categorie jouw voorkeur wegdraagt: ben je op zoek naar een werkvorm op maat of heb je liever iets kant & klaars? Verder kan je een selectie maken op basis van de aard van de werkvorm, het doelpubliek of de duur van de werkvorm.

De steekkaarten zijn genummerd. Op basis van het overzicht hieronder kan je de steekkaarten selecteren die het best aan jouw behoeften voldoen.

Aard van de werkvorm kaartnummer1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16

reflectie- en gespreksmethodieken x x x x x x

leidraad x x x x x x

vragenlijst (of checklist) x x x x x x

werkboek of invulbladen x x x x x x

Doelpubliek kaartnummer1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16

directie X X X X X X X X X X X X X

kernteam (o.a. partners) X X X X X X X X X X X X

leerkrachten X X X X X X X X X X X X X X

voltallige schoolteam X X X X X X X X X X X

leerlingen (x) X X X X X X X X X

ouders/buurt (x) X X X (x) X X

Duur kaartnummer1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16

een à twee uur X X X X X X X X

ongeveer een dag X

gespreid over een langere periode X X X X X X X

18 |

Page 19: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

Voorbeeld van een steekkaart

1Op maat Refl ectie & gesprek

Een refl ectiemoment in een bredeschoolproject

Bron: Steunpunt Gelijke Onderwijskansen

Waarom?Zeker aan het einde van het schooljaar is het zinvol in je brede school een refl ectiemoment te organiseren. Door verschillende aspecten van de werking onder de loep te nemen, krijgen de verschillende partners een duidelijk beeld van de sterktes en de zwaktes.

Wie? Wie deelneemt, kan je zelf bepalen. Alle partners kunnen deelnemen. Een refl ectiemoment wordt uiteraard sterker naarmate meer betrokkenen de werking mee kunnen evalueren.

Hoe lang?Het refl ectiemoment vraagt ongeveer twee uur. Als er meer tijd is, kunnen de zaken grondiger besproken worden. Denk eraan de deelnemers zeer concreet te vertellen wat de doelstellingen zijn van de evaluatie, zodat ze zich kunnen motiveren om actief deel te nemen.

Wat en hoe?

De brochure biedt negen refl ectiemethodieken die op verschillende manieren te combineren zijn, in functie van de behoeften en de beschikbare tijd. Je vindt deze brochure op de cd (zie ‘fi che 1’).Voor elke methodiek worden achtereenvolgens doel, verloop, voordelen en valkuilen helder beschreven.

Om het refl ectieproces te ondersteunen vind je achteraan de brochure het referentiekader van een brede school van het Steunpunt Gelijke Onderwijskansen, waarin doel, inhoud en organisatie van de brede school visueel worden voorgesteld.

Goed om weten!

• De brochure bevat een helder schema van mogelijke combinaties van de negen methodieken, met voor elke methodiek de tijdsduur.

• Een goede voorbereiding is noodzakelijk voor een vlot verloop van het refl ectiemoment. Een lijstje van belangrijke stappen vind je op de cd onder ‘fi che 1’.

• De deelnemers aan het gesprek hoeven niets voor te bereiden. • Als ouders deelnemen aan de evaluatie kan het interessant zijn om welbevinden en participatie te

bevragen, eerder dan de ‘fi losofi e’ achter de brede school te evalueren. Tenzij de ouders natuurlijk evenzeer bij deze grondgedachten betrokken worden.

Meer info? fi che 1

www.vlaanderen.be/bredeschool > in de praktijk > “Een refl ectiemoment in een bredeschoolproject. Beschrijving van methodieken.”www.steunpuntgok.be

Opgelet! Bij ‘meer info’ vind je de contactgegevens voor de oorspronkelijke instrumenten. In veel gevallen werden de instrumenten aangepast om de bruikbaarheid voor scholen te vergroten. Wanneer dit het geval is vind je onderaan dit symbool:

Kaartnummer

Doel van de werkvorm

Meer uitleg over de aard en het verloop

van de werkvorm

Aandachtspunten

Contactgegevens en

wanneer het benodigd materiaal op

de cd staat

Doelpubliek

Geschatte duur van de werkvorm

Bron

Titel

Soort werkvorm

| 19

Page 20: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

20 |

Page 21: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

5. Enkele tips voor een vliegende start (en een vlot verloop)

Evaluatiewerkvormen kunnen op verschillende manieren ingezet worden, ook binnen eenzelfde school. Zo kan je een vragenlijst deels mondeling, schriftelijk, individueel of in groep afnemen, afhankelijk van de doelgroep. Ook combinaties van werkvormen zijn vaak doeltreffend: richt je op alle inspraakkanalen.

Wanneer een werkvorm geschikt is voor verschillende partijen, wil dit niet altijd zeggen dat je gezamenlijk met al deze partijen kan evalueren. Het is belangrijk dat alle deelnemers zich veilig voelen binnen de situatie. Zorg er wel voor dat na afloop alle resultaten samengebracht en teruggekoppeld worden.

Laat de mensen die je rond de tafel wil tijdig iets weten en schets in grote lijnen wat je van plan bent. Zo weten de deelnemers waaraan ze zich kunnen verwachten.

Een evaluatie vraagt altijd een zekere inzet van de betrokkenen. Om de deelnemers te motiveren is een heldere uitleg over het concrete opzet van de evaluatie essentieel. Probeer de evaluatie altijd in te werken in bestaande activiteiten om de betrokkenen niet extra te belasten!

Hou goed in de gaten dat alle deelnemers betrokken zijn bij alle geëvalueerde aspecten. Wie niet van alle punten op de hoogte is, zal zich een vijfde wiel aan de wagen voelen.

Een evaluatie in team is dikwijls erg bevorderlijk voor de motivatie en de samenhang binnen het team. De baten vormen een waardevolle tegenhanger voor de moeite en de tijd die je investeert in een evaluatie!

| 21

Page 22: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

22 |

Page 23: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

6. Voor wie meer wil

Werkboek van het Steunpunt voor diversiteit en leren, rond diversiteit en ouders als schoolpartners:Ernalsteen, V. (2002). Brede SchOUDERS: een werkboek. Gent: Steunpunt voor diversiteit en leren. Onderwijs, Universiteit Gent.

Meerdelig handboek voor zelfevaluatie voor het secundair onderwijs:Geert, D., Verhoeven, J. C., Opbrouck, W. & Verbeeck, B. (2000). Handboek zelfevaluatie in het secundair onderwijs. Diegem: Wolters Kluwer Editorial.

Handboek om te werken aan een beleidseffectieve school:Vanhoof, J. & Van Petegem, P. (2006). Pei/ijlen naar succesvol schoolbeleid. – Praktijkboek voor de beleidseffectieve school. Mechelen: Wolters Plantyn.

Uitgebreid instrument voor zelfevaluatie. Er is zowel een uitgave voor basisscholen als voor secundaire scholen:Van Petegem, P. (2002) IZES. Instrument voor zelfevaluatie. Uitgeverij ACCO

Overzicht van beschrijvingen van uitgebreide zelfevaluatiemethodieken voor scholen:Zelfevaluatie. (1998). Schoolleiding en –begeleiding. Diegem: Wolters Kluwer Editorial.

Je vindt zeer bruikbare websites bij de geraadpleegde literatuur (p. 27).

| 23

Page 24: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

24 |

Page 25: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

7. Hulp of inspiratie nodig?

De afdeling algemeen onderwijsbeleid van de stad Antwerpen ondersteunt Antwerpse scholen bij de ontwikkeling van projecten en activiteiten of – meer algemeen – om de schoolwerking te optimaliseren. Samen met de Antwerpse scholen streeft deze afdeling naar meer onderwijskansen voor alle Antwerpse jongeren & kinderen.

Algemeen onderwijsbeleid - organiseert vormings- en uitwisselingsmomenten voor leerkrachten en directies, - ondersteunt vernieuwende projecten in Antwerpse scholen, - stimuleert internationale uitwisseling, - werkt instrumenten uit voor studieloopbaanbegeleiding, - ondersteunt scholen bij de uitbouw van een veilige en aangename leeromgeving,- ondersteunt verkeerseducatie in scholen, - volgt schoolloze jongeren open nog veel meer.

Thema’s die prominent zijn in onze werking zijn:- gelijke onderwijskansen- studieloopbaanbegeleiding en de doorstroming tussen verschillende onderwijsniveaus- de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt- verkeersveilige schoolomgeving en mobiliteitseducatie- cultuur en onderwijs- uitvalpreventie van risicojongeren- internationale samenwerking en uitwisseling- onderwijsvernieuwing- beleidsvoerend vermogen van schoolteams- brede school en aantrekkelijke leeromgeving- …

Wil je graag meer informatie over de diensten en projecten van het algemeen onderwijsbeleid? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief of vraag de overzichtsbrochure aan:

Lerende StadAfdeling algemeen onderwijsbeleidLange Gasthuisstraat 292000 Antwerpentel. 03 201 33 40fax 03 201 33 69e-mail: [email protected]: www.antwerpen.be/onderwijs

| 25

Page 26: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

26 |

Page 27: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

Geraadpleegde literatuur

Joos, A., Ernalsteen, V., Lanssens, A. & Engels, M. (2006). Visietekst ‘brede school in Vlaanderen en Brussel’. Steunpunt Gelijke Onderwijskansen.

Onderwijsraad Antwerpen (2007). Lokale visietekst brede school.

Oberon & OOG onderwijsondersteuning. (2004). Kwaliteitscriteria brede school [Brochure].

Pirard, F., Ruelens, L. & Nicaise, I. (2004). Naar een brede school in Vlaanderen. Leuven: KUL. Hoger Instituut voor de Arbeid.

van der Grinten, M., Walraven, M., Broekhof, K., Hoogeveen, K. & Studulski, F. (2007). Handboek Brede School. Utrecht: Oberon, Sardes.

Vanhoof, J. & Van Petegem, P. (2006). Pei/ijlen naar succesvol schoolbeleid. Mechelen: Wolters Plantyn.

www.ond.vlaanderen.be/bredeschool/

www.antwerpen.be

www.bredeschool.nl

www.steunpuntgok.be

| 27

Page 28: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

28 |

Page 29: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

Veel dank aan…

Hartelijk bedankt voor de zinvolle commentaar, boeiende gesprekken en concrete tips:

Katelijne Thys & Ulrike VandorstDe Schoolbrug, Steunpunt Zuidrand

Tijl BossuytDe Veerman

Marijke BoeckxLevanto

Saar Serrien & Katrijn WyckmansKids, Steunpunt Zuid

Els BachaertsRVT Cleo

Hedwige LefeberMarco Polo

Diane De ClercqDe Piramide

Dirk Bicker & het kernteam brede schoolDe Kleine Comenius

Ludo CouwelsCDO Noord

| 29

Page 30: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

30 |

Page 31: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

| 31

Page 32: Aan de slag met Je (brede) school in kaart

www.antwerpen.be/onderwijs03 201 33 40