View
849
Download
1
Tags:
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Hoe ontwikkelt zich de economische groei in Nederland. Blijven we steken in de recessie of gloort er een nieuwe bloeiperiode. En wat zijn succesfactoren voor een volgende bloeiperiode?
Citation preview
Aan de vooravond van een nieuwe bloeiperiode?
De economie van Midden-Nederland doorgelicht Maart 2012
Over dit rapport 3
1. De economie van Midden-Nederland 51.1 Economische ontwikkeling 51.2 Bedrijvigheid en ondernemerschap 91.3 Werkgelegenheid 151.4 Innovatie in Midden-Nederland 19 1.5 Verwachtingen van ondernemers 211.6 Consumentenvertrouwen 221.7 Demografie en beroepsbevolking 231.8 Samenvatting 25
2. De economie van Midden-Nederland aan de hand van clusters 272.1 Het belang van clusters 272.2 Financiële en adviesdiensten 272.3 ICT en media 312.4 Zorg en medisch 342.5 Bouwen en ontwerpen 372.6 Transport en logistiek 402.7 Food en agribusiness 432.8 Industrie 462.9 Samenvatting 49
3. Nabeschouwing en opgaven 51
Inhoudsopgave
3
Net als de rest van Europa en Nederland heeft ook Midden-Nederland te maken met economische
tegenwind. Het zijn lastige tijden: de productie, omzet en werkgelegenheid dalen en het aantal werk-
zoekenden neemt toe. Toch heeft de tegenwind in Midden-Nederland andere effecten dan in de rest
van Nederland. Dat komt vooral door de samenstelling van het regionale bedrijfsleven: de economie
steunt er bovengemiddeld op kennisintensieve bedrijven zoals zakelijke dienstverleners en finan-
ciële en medische instellingen. De perspectieven zijn daardoor anders dan elders in Nederland.
Het is goed om daarbij stil te staan. Wat zijn de sterkten en zwakten van de regio Midden-Nederland
en wat zijn de kansen voor ondernemers?
Het doel van het rapportDe Kamer van Koophandel Midden-Nederland volgt de regionale economie op de voet en geeft
met dit rapport een beeld van de economische context waarin ondernemers in Midden-Nederland
ondernemen en de opgaven die daaruit voortkomen. Het rapport bevat economische statistieken en
een beknopte weergave van onderzoek dat in de afgelopen tijd is uitgevoerd. Ondernemers zien hoe
de economie en de lokale werkgelegenheid zich ontwikkelen en wat de vooruitzichten zijn voor hun
sector en het cluster waarvan zij deel uitmaken.
Of de economie van Midden-Nederland aan de vooravond van een nieuwe bloeiperiode staat kan
niet met zekerheid worden gezegd. De macro-economische vooruitzichten stemmen tot terughou-
dendheid in dit opzicht. Kansen zijn er zeker, de regionale economie van Midden-Nederland heeft
diverse sterke troeven. Economische ontwikkeling gaat echter niet vanzelf, daar zijn inspanningen
voor nodig. Het rapport is daarom vooral ook bedoeld voor partijen die een bijdrage leveren aan het
ondernemersklimaat in de regio, zoals gemeenten, provincies, rijksoverheid en diverse intermediaire
organisaties. Zij zijn verantwoordelijk voor zaken die direct of indirect het ondernemersklimaat
bepalen, zoals bereikbaarheid, ruimtelijke ordening en veiligheid. De Kamer van Koophandel roept
deze partijen op om de opgaven die in het rapport staan in hun beleid te verankeren.
Opzet van het rapportDeze publicatie bestaat uit drie delen. In het eerste deel wordt de regio Midden-Nederland beschre-
ven aan de hand van verschillende economische indicatoren en indicatoren die direct samenhangen
met de economische ontwikkeling. In het tweede deel volgt een beschrijving van de economie van
Midden-Nederland aan de hand van belangrijke economische clusters, te weten: 1) financiële en
adviesdiensten, 2) ICT en media, 3) zorg en medisch, 4) bouwen en ontwerpen, 5) transport en
logistiek, 6) food en agribusiness en 7) industrie. Het derde deel bevat de nabeschouwing waarin
de belangrijkste ontwikkelingen en beleidsopgaven worden samengevat.
Over dit rapport
4
De regio Midden-NederlandDit rapport gaat over de regio Midden-Nederland. Midden-Nederland beslaat een groot deel van
de provincie Utrecht, een deel van de provincie Gelderland en het zuidoosten van de provincie
Zuid-Holland. Deze regionale afbakening is in dit rapport niet overal gehanteerd, omdat de beschik-
bare data een afbakening van het specifieke gebied Midden-Nederland niet altijd mogelijk maken.
Midden-Nederland
5
De regio Midden-Nederland bestaat uit 33 gemeenten met in totaal 1,6 miljoen inwoners. Het gebied
strekt zich uit over drie provincies. Er zijn in totaal bijna 137.000 bedrijven gevestigd1 die samen met
overheden en onderwijsinstellingen werkgelegenheid verschaffen aan ongeveer 672.000 mensen.
Dit aantal is gelijk aan 8,2% van alle in Nederland werkzame personen.
De economie van Midden-Nederland kenmerkt zich door de sterke aanwezigheid van bedrijven in de
financiële en zakelijke dienstverlening zoals banken, verzekeraars, adviesbureaus en ICT dienstverle-
ners. Daarnaast is er een goede vertegenwoordiging van medische instellingen, logistieke bedrijven
(waaronder een aantal belangrijke distributiecentra) en grote bouwbedrijven. Voorts bevinden zich
in Midden-Nederland specifieke bedrijven uit de foodsector en enkele toonaangevende industriële
bedrijven.
In dit eerste deel van het rapport worden ontwikkelingen en samenstelling van de economie van
Midden-Nederland beschreven. Deze beschrijving bestaat uit de volgende onderdelen:
1. Economische ontwikkeling
2. Bedrijvigheid en ondernemerschap
3. Werkgelegenheid
4. Innovatie
5. Verwachtingen van ondernemers
6. Consumentenvertrouwen
7. Demografie en beroepsbevolking
In paragraaf 8 volgt een samenvatting.
1. De economie van Midden-Nederland
1.1 Economische ontwikkeling
Financiële en zakelijke dienstverlening zeer belangrijkDe financiële en zakelijke dienstverlening behoren tot de belangrijkste sectoren van de regio
Midden-Nederland. In totaal wordt daar bijna 40% van de regionale bruto toegevoegde waarde
gerealiseerd2. Andere belangrijke sectoren zijn de overheid en het onderwijs (12,2%) en zorg en
welzijn (10,3%). Vergeleken met de economie van heel Nederland toont de regio Midden-Nederland
een sterke vertegenwoordiging van de financiële en zakelijke dienstverlening. De industrie is juist
relatief ondervertegenwoordigd.
1 Dit aantal is exclusief het aantal instellingen voor zakelijk beheer, ofwel pensioen of beheer B.V.’s (stand 1 januari 2012).
2 De bruto toegevoegde waarde is gelijk aan de omzet verminderd met de inkoopwaarde. De bruto toegevoegde waarde, is de waarde die
in een bedrijf of instelling aan een product wordt toegevoegd.
6
Aandeel van de
sectoren in de totale
bruto toegevoegde
waarde in 2011,
geordend op grootte
(in procenten)
Bron: EIM, 2012
(bewerking KvK)
Midden-Nederland Nederland
Zakelijke dienstverlening 27,9 22,1
Overheid en onderwijs 12,2 11,7
Bank- en verzekeringswezen 11,7 7,9
Zorg en welzijn 10,3 10,5
Groothandel 8,1 7,9
Industrie en delfstoffenwinning 7,8 16,4
Bouw 5,2 5
Detailhandel (inclusief autoreparatie) 4,6 4,7
Overige dienstverlening 4,2 3,4
Transport 3,2 4,2
Nutsbedrijven 2,3 2,4
Horeca 1,4 1,7
Landbouw, bosbouw en visserij 1,1 2,1
100% 100%
De impact van de crisisDe impact van de crisis wordt in dit deel weergegeven voor de jaren 2009 en 2010. De Nederlandse
economie kromp toen met 3,5%. Groeicijfers over het specifieke gebied van Midden-Nederland
ontbreken en daarom wordt hier uitgegaan van de afzonderlijke cijfers van de provincie Utrecht,
Rivierenland en Zuidoost-Zuid-Holland.3
In de volgende figuur is te zien dat de economie in de provincie Utrecht in de crisis kromp met
2,7%, in Rivierenland met maar liefst 4,7% en in Zuidoost-Zuid-Holland met 3,5%.
De ontwikkeling
van enkele regionale
economieën met
elkaar vergeleken
door te kijken naar
de groei van de bruto
toegevoegde waarde
in 2009 en de produc-
tiviteit, waarbij de
oppervlakte van de
cirkels verwijst naar
de omvang van
de economie
Bron: EIM, 2012
(bewerking KvK)
Gro
ei b
ruto
toeg
evoe
gde
waa
rde
Arnhem/Nijmegen
Rivierenland
Zuidoost-Noord-Brabant
(waaronder Eindhoven)
Groot-Rijnmondagglomeratie Den Haag 0%
-1%
-2%
-3%
-4%
-5%
-6%
-7%
-8%
45 50 55 60 65 70 75 80 85 90
Productiviteit (toegevoegde waarde per werkzaam persoon)
(x 1.000)
Groot-Amsterdam
Zuidoost-Zuid-Holland
provincie Utrecht
3 Zuidoost-Zuid-Holland omvat het gebied Alblasserwaard & Vijfheerenlanden en onder andere de Drechtsteden Dordrecht,
Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht.
7
Groei/krimp van
volume bruto toe-
gevoegde waarde
per sector in 2009
(x 1 mln)
Bron: EIM, 2012
-600 -500 -400 -300 -200 -100 0 100 200
Rivierenland Zuidoost-Zuid-Hollandprovincie Utrecht
zorg en welzijn
nutsbedrijven
overheid en onderwijs
landbouw
voedings- en genotmiddelenindustrie
In onderstaande figuur is te zien dat niet elke sector in dezelfde mate onder de teruggang leed.
In absolute zin kromp de zakelijke dienstverlening het sterkst. In de provincie Utrecht verloor
deze sector in 2009 bijna 550 miljoen aan bruto toegevoegde waarde. De sector kromp daarmee
met ruim 7%. Andere sectoren die het zwaar hadden, waren de groothandel, (metaal) industrie
en detailhandel. Sectoren die desondanks doorgroeiden waren zorg en welzijn, nutsbedrijven,
overheden (inclusief onderwijsinstellingen) en landbouw. De voedings- en genotmiddelenindustrie
en de chemische industrie bleven nagenoeg stabiel ten opzichte van het jaar eerder.
chemische industrie
bank- en verzekeringswezen
horeca
bouw
transport
overige industrie
detailhandel
metaalindustrie
groothandel
zakelijke dienstverlening
8
Groei/krimp van
volume bruto toe-
gevoegde waarde
per sector in 2010
(x 1 mln)
Bron: EIM, 2012
Veerkracht in sectoren in 20102010 gold voor Nederland als een jaar van voorlopig economisch herstel, de economie groeide met
1,9%. In de provincie Utrecht kwam de groei uit op 1,2%, in Rivierenland op 1% en in Zuidoost-Zuid-
Holland op 0,4%. Ook in 2010 bestonden er tussen sectoren grote verschillen in de groeicijfers en
werd het bovendien duidelijk dat enkele sectoren grote veerkracht hadden. Dit gold in het bijzon-
der voor de groothandel en metaalindustrie, die na een sterke krimp in 2009, in 2010 weer sterk
groeiden. Zoals de volgende figuur toont, nam de algehele regionale en landelijke opleving niet weg
dat de bouwsector en de zakelijke dienstverlening, samen goed voor 33% van de bruto toegevoegde
waarde in Midden-Nederland, verdere daling lieten zien.
Rivierenland Zuidoost-Zuid-Hollandprovincie Utrecht
-400 -300 -200 -100 0 100 200 300 400
zorg en welzijn
nutsbedrijven
overheid en onderwijs
landbouw
voedings- en genotmiddelenindustrie
chemische industrie
overige industrie
detailhandel
metaalindustrie
groothandel
bank- en verzekeringswezen
horeca
bouw
transport
zakelijke dienstverlening
9
De regio Midden-Nederland kent een sterke concentratie van bedrijfsvestigingen in het noorden
van de regio. De gemeente Utrecht telt ongeveer 35.000 bedrijfsvestigingen, een kwart van de bijna
137.000 inschrijvingen bij de Kamer van Koophandel Midden-Nederland.4
Aantal bedrijven groeit sterkDe sterke groei van het aantal bedrijven is de meest opvallende ontwikkeling van de afgelopen
6 jaar. Het aantal inschrijvingen bij de Kamer van Koophandel Midden-Nederland is met ruim 50%
toegenomen van bijna 92.000 inschrijvingen in 2006 tot bijna 137.000 in 2012. Deze stijging wordt
gedeeltelijk veroorzaakt door een verandering in de Handelsregisterwet in 2007, die inhield dat de
inschrijvingsplicht onder andere ook ging gelden voor vrije beroepsbeoefenaren (zoals advocaten,
notarissen en artsen) en landbouwbedrijven. Maar ook zonder deze wetswijziging zou de stijging fors
zijn geweest. Het is een ontwikkeling die al langer gaande is en die kenmerkend is voor westerse
economieën. Nieuwe ondernemers zijn tegenwoordig vaak mensen die kiezen voor een bestaan als
zelfstandige zonder personeel (zzp’er) omdat het meer vrijheid en flexibiliteit biedt dan werken in
1.2 Bedrijvigheid en ondernemerschap
Montfoort
IJsselsteinOudewater
Nieuwegein
Houten
Vianen
Leerdam
Zederik
Lingewaal
Culemborg
Wijk bijDuurstede
Geldermalsen
Buren
Tiel
West Maasen Waal
BunnikUtrechtse Heuvelrug Veenendaal
UtrechtZeist
Stichtse Vecht
De Bilt
Lopik
Giessenlanden
Gorinchem Neerijnen
Zaltbommel
Maasdriel
Neder-Betuwe
Rhenen
Druten
Woerden
De Ronde Venen
meer dan 7.0004.000 tot 7.000 2.000 tot 4.000 1.000 tot 2.000
Aantal vestigingen
Aantal bedrijfsvesti-
gingen in gemeenten
in Midden-Nederland,
februari 2012 (exclusief
zakelijk beheer)
Bron: KvK Handelsregister,
2012
4 De aantallen bedrijven zijn exclusief instellingen voor zakelijk beheer (stand 1 januari 2012).
10
dienstverband. Maar in de afgelopen drie jaar heeft ook de toegenomen krapte op de arbeidsmarkt
gezorgd voor een toename in het aantal zzp’ers. Het aantal zzp’ers is hiermee tot bijna 64.000
toegenomen. Het betreft zo’n 85% van alle starters. Hierbij moet worden opgemerkt dat na de start
slechts een deel van de zzp’ers één of meerdere personeelsleden aanneemt en daarmee geen zzp’er
meer is.
In onderstaande tabel is per economische sector het aantal zzp’ers weergegeven (volgens de brede
definitie, ofwel elke zelfstandige zonder personeel) en het aantal medewerkers in loondienst.
Sommige zzp’ers worden ook meegeteld in de telling van het aantal medewerkers in loondienst,
aangezien het vaak voorkomt dat zzp’ers naast hun eigen zaak nog een loondienstverband hebben.
Uit de tabel blijkt dat, hoewel de stijging van het aantal zzp’ers fors is geweest, veruit de grootste
bijdrage aan de werkgelegenheid wordt geleverd door de bedrijven die personeel in dienst hebben.
Ook is goed te zien dat sommige sectoren naar verhouding meer zzp’ers hebben dan anderen.
De zakelijke dienstverlening schiet er in dit opzicht uit, op afstand gevolgd door de sector cultuur,
sport, recreatie en overige dienstverlening. Ook in de bouw en de groot- en detailhandel zijn veel
zelfstan-digen zonder personeel aanwezig.
Zzp’ers in Midden-
Nederland op 1 januari
2012 (zelfstandigen
zonder personeel,
meer dan 15 uur per
week werkzaam)
naast medewerkers in
loondienst in Midden-
Nederland in 2011
(in absolute aantallen)
Bron: KvK Handelregister
2012, provincies
Utrecht, Gelderland en
Zuid-Holland 2011
Zzp’ers Medewerkers in loondienst
Landbouw, bosbouw en visserij 2.110 14.318
Industrie en delfstoffenwinning 1.983 46.058
Nutsbedrijven 20 3.280
Bouw 7.915 44.285
Groot- en detailhandel 7.936 119.544
Vervoer en opslag, informatie en communicatie 4.983 72.341
Horeca 942 22.030
Bank- en verzekeringswezen 1.273 25.109
Zakelijke dienstverlening 20.164 114.985
Overheid en onderwijs 2.254 79.135
Zorg en welzijn 5.150 99.284
Cultuur, sport, recreatie en overige dienstverlening 8.935 31.487
Totaal absoluut 63.665 671.856
11
Montfoort
IJsselsteinOudewater
Nieuwegein
Houten
Vianen
Leerdam
Zederik
Lingewaal
Culemborg
Wijk bijDuurstede
Geldermalsen
Buren
Tiel
West Maasen Waal
BunnikUtrechtse Heuvelrug Veenendaal
UtrechtZeist
Stichtse Vecht
De Bilt
Lopik
Giessenlanden
Gorinchem Neerijnen
Zaltbommel
Maasdriel
Neder-Betuwe
Rhenen
Druten
Woerden
De Ronde Venen
15% tot 22%10% tot 15%
5% tot 10%0 tot 5%
Ontwikkeling aantal vestigingen
Groei aantal bedrijfs-
vestigingen in gemeen-
ten in Midden-
Nederland in de
periode januari 2009 –
februari 2012 (exclusief
zakelijk beheer en
inschrijvingen wegens
wetswijziging)
Bron: KvK Handelsregister,
2012
In onderstaande figuur is de groei van het totaal aantal bedrijfsvestigingen in de afgelopen drie jaar
weergegeven. Dit biedt vooral een beeld van de lokale dynamiek per gemeente; de procentuele om-
vang van de groei is natuurlijk afhankelijk van het aantal vestigingen dat in een gemeente aanwezig
was in het hier gebruikte startjaar 2009.
12
Zin in ondernemenIn onderstaande figuur zijn de stadia weergeven die een ondernemer doorloopt van start tot
eventuele beëindiging van zijn bedrijf. Per stadium is aangegeven hoeveel procent van de beroeps-
bevolking van Midden-Nederland en Nederland als geheel zich daarin bevindt.
Van de totale Nederlandse beroepsbevolking is 8,2% (mede)eigenaar van een bedrijf. In Midden-
Nederland is dat 9,9%. Midden-Nederland scoort over de gehele linie hoger als er wordt gekeken
naar de verschillende stadia van het ondernemerschapsproces. Midden-Nederland heeft procentueel
meer ondernemers, meer mensen die de ambitie hebben om voor zichzelf te beginnen en meer
mensen die daar al concrete plannen voor hebben dan gemiddeld in Nederland.
Ondernemers vaak geen werkgeverVeel ondernemers worden uiteindelijk geen werkgever. Van de starters neemt een beperkt deel in het
eerste jaar al personeel aan. Uit onderzoek naar de totale Nederlandse populatie van starters in 2009
bleek dat 7% binnen een jaar één of meer personeelsleden had aangetrokken. Voor een groot deel
waren dat parttime krachten of krachten op afroepbasis. De ondernemers die uiteindelijk personeel
aantrekken, doen dat overigens wel redelijk snel na de start van hun bedrijf en meestal binnen 4 jaar.
Veel oprichtingen en opheffingenMet de toename van het aantal bedrijfsoprichtingen is ook het aantal bedrijfsopheffingen in de
afgelopen jaren toegenomen. Aan het einde van 2011 was echter een afvlakking van het aantal
opheffingen te zien. In alle deelregio’s van Midden-Nederland is dit globale patroon herkenbaar.
Duidelijke uitzondering is Alblasserwaard & Vijfheerenlanden, waar het aantal opheffingen in het
laatste kwartaal van 2011 juist steeg. De sectoren waarin de meeste bedrijven worden opgericht, zijn
tevens de sectoren met de meeste bedrijfsopheffingen. Veel bedrijven worden relatief kort na de start
weer opgeheven. Ter illustratie: 56% van alle bedrijven die in 2011 zijn opgeheven, was niet ouder dan
5 jaar. Bedrijven met een korte levensduur komen relatief veel voor in de horeca, de zakelijke
dienstverlening en de bouw.
De verschillende stadia
van het proces van
ondernemerschap
Bron: Global
Entrepreneurship
Monitor, EIM, 2011
Potentiële
ondernemer
Toekomstige
ondernemer
Beginnende
ondernemer
Eigenaar van
een bedrijf
(tot 3 jaar oud)
Eigenaar van
een bedrijf
(ouder dan
3 jaar)
Exit,
bedrijf stopt
Exit,
bedrijf gaat
over in andere
handen
Voortgezet
ondernemer-
schap
Midden- Nederland: 5,1%Nederland: 4,0%
Midden- Nederland: 2,2%Nederland: 1,6%
Midden- Nederland: 2,7%Nederland: 2,2%
Midden- Nederland: 7,2%Nederland: 6,0%
13
Piek in aantal faillissementen
De volgende figuur toont het totaal aantal faillissementen in de regio Midden-Nederland voor de
jaren 2006-2011. In de loop van 2009 en in het begin van 2010 is er een piek zichtbaar in het aantal
faillissementen. Dit is ook de periode waarin de economische teruggang zich het sterkst manifes-
teerde in de reële economie. In de loop van 2010 nam het aantal faillissementen in de verschillende
gebieden van Midden-Nederland weer af, maar in de loop van 2011 zijn er weer lichte stijgingen te
zien (in het laatste kwartaal met name in Stedelijk gebied Utrecht en Rivierenland).
Vooral de sectoren bouw, groothandel, detailhandel en facilitaire diensten laten veel faillissementen
zien. Dit is te zien in de volgende figuur.
60
50
40
30
20
10
0
Aantal faillissementen
in Midden-Nederland
per kwartaal in de
periode 2006-2011,
per deelregio (exclusief
zakelijk beheer, in
absolute aantallen)
Bron: KvK Handelsregister,
20122006 2007 2008 2009 2010 2011
Q1 Q1 Q1 Q1 Q1 Q1Q2 Q2 Q2 Q2 Q2 Q2Q3 Q3 Q3 Q3 Q3Q4 Q4Q4 Q4 Q4 Q4Q3
Alblasserwaard & Vijfheerenlanden
Stedelijk gebied Utrecht
Rivierenland
Utrecht-West Heuvelrug & Vallei
Ontwikkeling van het
aantal startende bedrij-
ven en opheffingen per
kwartaal in voortschrij-
dende gemiddelden
2006-2011 (exclusief
faillissementen en
zakelijk beheer)
Bron: KvK Handelsregister,
2012
3.500
3.000
2.500
2.000
1.500
1.000
500
0Q4
2006 2007 2008 2009 2010 2011Q1 Q1 Q1 Q1 Q1Q2 Q2 Q2 Q2 Q2Q3 Q3 Q4Q3 Q3Q4 Q4 Q4 Q4Q3
Starters Opheffingen
14
2009 2010 2011
Landbouw en visserij
Industrie
Bouw
Groothandel
Detailhandel
Horeca
Vervoer
Financiën
Adviesdiensten
Facilitaire diensten
Persoonlijke diensten
Algemene diensten
o 10 20 40 50 60 70 80
Faillissementen per
sector in Midden-
Nederland in de
periode 2009-2011
(exclusief zakelijk
beheer, in absolute
aantallen)
Bron: KvK Handelsregister,
2012
15
De regio Midden-Nederland telde begin 2011 ruim 670.000 arbeidsplaatsen. Zakelijke dienstverlening,
handel (groot- en detailhandel) en zorg- en welzijnsinstellingen zorgen samen voor de helft van de
werkgelegenheid. In alle gebieden binnen Midden-Nederland is de handel een belangrijke werkgever.
De werkgelegenheid in de industrie in Alblasserwaard & Vijfheerenlanden en Rivierenland is relatief
hoger dan in de rest van de regio, wat te verklaren is door de aanwezigheid van enkele grote
werkgevers. Vergelijkbaar in dit opzicht is het gebied Heuvelrug & Vallei waar een aantal grote
medische en zorginstellingen voor veel werkgelegenheid zorgen.
De spreiding van werkgelegenheid over de regio Midden-Nederland is in grote lijnen vergelijkbaar
met de spreiding van aantal bedrijven, zoals eerder geschetst. In het Stedelijk gebied Utrecht (in en
rond de stad) werken in totaal ruim 322.000 mensen, waarvan 228.000 in de stad Utrecht. Andere
gemeenten met een relatief sterke werkgelegenheid zijn Tiel, Gorinchem, Veenendaal, Utrechtse
Heuvelrug en de gemeenten rond de stad Utrecht (zie de kaart op de volgende pagina).
1.3 Werkgelegenheid
Utrecht-West Stedelijk gebied Utrecht
Heuvelrug &
Vallei
Alblasserwaard &
Vijfheeren-landen
Rivierenland Midden-Nederland
Landbouw, bosbouw
en visserij
5 0 2 2 6 2
Industrie en delfstoffen 9 4 7 13 12 7
Nutsbedrijven 0 1 0 0 1 0
Bouw 10 5 5 12 8 7
Groot- en detailhandel 23 15 17 20 20 18
Vervoer en opslag, informatie
en communicatie
9 13 7 7 12 11
Horeca 4 3 4 3 3 3
Bank- en verzekeringswezen 1 6 3 2 1 4
Zakelijke dienstverlening 14 19 18 12 14 17
Overheid 3 5 6 4 2 5
Onderwijs 6 9 7 6 5 7
Zorg en welzijn 12 15 19 17 12 15
Cultuur, sport, recreatie en
overige dienstverlening
4 5 5 2 4 5
100 100 100 100 100 100
Totaal in absolute aantallen 79.947 322.085 116.782 36.802 116.240 671.856
Verdeling van het totale
aantal werkzame personen
over de sectoren in
Midden-Nederland in
2011 (in percentages)
Bron: provincies Utrecht,
Gelderland en Zuid-Holland,
2011
16
Montfoort
IJsselsteinOudewater
Nieuwegein
Houten
Vianen
Leerdam
Zederik
Lingewaal
Culemborg
Wijk bijDuurstede
Geldermalsen
Buren
Tiel
West Maasen Waal
BunnikUtrechtse Heuvelrug Veenendaal
UtrechtZeist
Stichtse Vecht
De Ronde Venen
De Bilt
Lopik
Giessenlanden
Gorinchem Neerijnen
Zaltbommel
Maasdriel
Neder-Betuwe
Rhenen
Druten
Woerden
20.000 tot 45.00010.000
0tot 20.000tot 10.000
Aantal werkzame personen45.000 tot 230.000
Aantal werkzame per-
sonen in gemeenten
in Midden-Nederland
in 2011 (in absolute
aantallen)
Bron: provincies Utrecht,
Gelderland en
Zuid-Holland, 2011
690.000
680.000
670.000
660.000
650.000
640.000
630.000
620.000
610.000
600.000
Ontwikkeling aantal
werkzame personen in
Midden-Nederland in de
periode 2000-2011 (in
absolute aantallen)
Bron: provincies Utrecht,
Gelderland en
Zuid-Holland, 2011
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Ontwikkeling in werkgelegenheidDe ontwikkeling van de werkgelegenheid in de periode 2000-2011 laat zich het best omschrijven als
een opwaartse golfbeweging. De stijging in 2000 en 2001 werd afgewisseld met een daling in de
jaren 2002-2005 en vervolgens weer met een stijging tot 2009.
17
%10
Ontwikkeling aantal werkzame personen
% tot 33%0 tot 10%
-12% tot 0%
Montfoort
IJsselsteinOudewater
Nieuwegein
Houten
Vianen
Leerdam
Zederik
Lingewaal
Culemborg
Wijk bijDuurstede
Geldermalsen
Buren
Tiel
West Maasen Waal
BunnikUtrechtse Heuvelrug Veenendaal
UtrechtZeist
Stichtse Vecht
De Bilt
Lopik
Giessenlanden
Gorinchem Neerijnen
Zaltbommel
Maasdriel
Neder-Betuwe
Rhenen
Druten
Woerden
De Ronde Venen
%10
Ontwikkeling aantal werkzame personen
% tot 33%0 tot 10%
-12% tot 0%
Ontwikkelingen per gemeenteDe geschetste golfbeweging in de werkgelegenheid is een beeld dat ook opgaat voor veel afzonder-
lijke gemeenten in de regio, zoals Utrecht, Zeist en Bunnik. Er zijn daarnaast zijn twee varianten op
deze golfbeweging. De eerste variant is een opgaande golfbeweging met een groeivertraging in de
jaren 2003 en 2004 (zonder dat er in die jaren sprake is van een teruggang). Deze ontwikkeling
geldt voor Houten, Tiel en IJsselstein. Een tweede variant is een neergaande golfbeweging waarbij
de werkgelegenheid over het gehele decennium uiteindelijk is afgenomen. Deze beweging is goed
zichtbaar in Woerden, Vianen, Stichtse Vecht en Zederik. De werkgelegenheid nam uiteindelijk het
sterkst toe in Houten en daalde het meest in Giessenlanden.
De komende jaren zal de ontwikkeling van de werkgelegenheid waarschijnlijk verder uiteen gaan lopen
tussen een aantal gemeenten. Een indicator hiervoor is de prognose van de ontwikkeling van de poten-
tiële beroepsbevolking waar later in dit rapport op wordt ingegaan. Deze prognose duidt op een
verdere stijging van de potentiële beroepsbevolking in de gemeente Utrecht en een aantal omliggende
gemeenten en een daling in veel gemeenten in het zuiden en zuidoosten van Midden-Nederland.
Daarnaast zijn er qua opleidingsniveau en beroepsrichting toenemende verschillen te verwachten tus-
sen aanbodoverschotten en – tekorten op de arbeidsmarkt in de verschillende deelregio’s. Arbeids-
marktonderzoek van de Kamer van Koophandel Midden-Nederland (2010) laat zien dat in de aanloop
naar 2020 in alle deelregio’s arbeidsoverschotten gaan ontstaan in de lagere en middelbare beroepsni-
veaus in de meer technische en dienstverlenende richtingen. Het is van groot belang dat inspanningen
worden gericht op het bieden van werkgelegenheid voor deze groepen. Arbeidstekorten zijn te
verwachten in de hogere en wetenschappelijke beroepsniveaus, vooral in de meer technische en (para)
medische richtingen. Ook dit is, natuurlijk met nuances, in de afzonderlijke deelregio’s zichtbaar.
Ontwikkeling aantal
werkzame personen
in gemeenten in
Midden-Nederland in
de periode 2000-2011
(in percentages)
Bron: provincies Utrecht,
Gelderland en
Zuid-Holland, 2011
18
Ontwikkeling in aantal werkzoekendenHet aantal werkzoekenden dat is ingeschreven bij het UWV daalde in de jaren dat de werkgelegen-
heid toenam (2005-2008) en is daarna bij een daling van de werkgelegenheid weer iets toegenomen.
In de twee recente jaren 2010-2011 zien we weer een lichte daling optreden in het aantal werk-
zoekenden.
De relatief sterke daling van het aantal werkzoekenden in de periode 2006-2008 is opvallend.
Afgaande op de ontwikkeling van het aantal werkzame personen zou een minder sterke daling voor
de hand hebben gelegen. De precieze omvang daarvan is moeilijk in te schatten, maar duidelijk is
dat een groeiend aantal mensen zonder baan zich niet als werkzoekende heeft ingeschreven bij
het UWV. Voor een deel zijn het mensen die vanwege een partner met inkomen een inschrijving
achterwege laten. Daarnaast is er een groeiend aantal mensen dat inschrijving niet zinvol acht omdat
zij een hogere leeftijd hebben. Ook is het UWV voor een deel van de groeiende groep zelfstandigen
een minder vanzelfsprekende instelling om naar werk te zoeken. Zeker wanneer zij geen aanspraak
kunnen maken op een WW-uitkering.
20.000
18.000
16.000
14.000
12.000
10.000
8.000
6.000
4.000
2.000
0
Ontwikkeling aantal
niet-werkende werk-
zoekenden in Midden-
Nederland in de
periode 2003-2011,
jaargemiddelden
(in absolute aantallen,
gegevens 2003 voor
Rivierenland ont-
breken)
Bron: UWV, 2011
(bewerking KvK)
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Alblasserwaard & Vijfheerenlanden
Stedelijk gebied Utrecht
Rivierenland
Utrecht-West Heuvelrug & Vallei
19
1.4 Innovatie in Midden-Nederland
De mate waarin een economie groeit, wordt voor een groot deel bepaald door twee factoren:
1) de toename van de inzet van arbeid en 2) de toename van arbeidsproductiviteit. Ten aanzien van
de inzet van arbeid worden door de overheid allerlei inspanningen gedaan om de werkgelegenheid
en arbeidsparticipatie te verhogen. Om de arbeidsproductiviteit te vergroten moeten bedrijven
efficiënter gaan werken om de productiviteit per werknemer te laten toenemen. In de Nederlandse
economie opereren bedrijven vaak al op de grens van het technische kunnen en zijn nieuwe
efficiencyslagen vooral afhankelijk van innovaties. De concurrentiepositie van Nederland wordt
daarom steeds meer beïnvloed door de manier waarop wordt omgegaan met kennis en innovatie.
Dat vraagt om structurele en slimme investeringen in het eigen innovatieve vermogen van bedrijven
en kennisinstellingen. Daarnaast is op de regionale economie toegesneden innovatiebeleid van
(regionale en nationale) overheden en intermediaire organisaties cruciaal. Concrete innovatie-
maatregelen en -projecten worden daarbij in Midden-Nederland ontplooid door de Taskforce
Innovatie, Syntens, Oost NV en de Kamer van Koophandel. In Utrecht is overigens het Science Park
een herkenbare en concrete locatie waar kennisoverdracht van kennisinstellingen naar bedrijven
gefaciliteerd wordt.
Door het faciliteren en actief ondersteunen van specialisaties op het gebied van kennis en innovatie
kunnen regio’s een significante bijdrage leveren aan het versterken van de Nederlandse kennis-
economie. Ook vanuit Europa wordt deze gedachte actief ondersteund. In de recent aangekondigde
innovatiestrategie van de Europese Commissie wordt bijvoorbeeld toegewerkt naar een situatie
waarin elke Europese regio een veel scherper onderscheidend profiel op het gebied van kennis en
innovatie heeft dan nu het geval is.
De economische krimp die zich in de afgelopen drie jaar in de meeste bedrijfssectoren heeft
voorgedaan zet investeringen, waaronder die in innovaties, onder druk. Zo nam het aantal onder-
nemers dat de intentie had te investeren in 2008 en in de eerste helft van 2009 sterk af.
Daarna steeg dit aantal in 2010 om weer te dalen in de tweede helft van 2011. Het beeld van
Midden-Nederland is op dit punt vergelijkbaar met de rest van het land (op basis van de
Conjunctuurenquête Nederland).
De innovatiepiramideOm een beeld te krijgen van het innovatieve gehalte van bedrijven in een regio bestaat er een
standaardsegmentatie op basis van de zogenaamde ‘innovatiepiramide’. Met dit model worden
bedrijven aan de hand van een aantal innovatie-indicatoren ingedeeld in vijf categorieën: koplopers,
ontwikkelaars, toepassers, volgers en niet-innovatieven. Aan de hand van deze categorieën kan
een vergelijking worden gemaakt tussen het innovatieve gehalte van Midden-Nederland en
Nederland als geheel.
20
Toelichting op de piramide:
Koplopers: Ontwikkelen zelf product- of procesinnovaties en doen expliciet en
systematisch aan R&D. De productinnovaties zijn nieuw voor hun markt
of bedrijfstak.
Ontwikkelaars: Ontwikkelen eveneens zelf product- of procesinnovaties. Ze hebben eigen
capaciteit voor de ontwikkeling van prototypes, echter zonder dat sprake
is van fundamentele R&D.
Toepassers: Realiseren product- of procesinnovaties waarbij het zowel om eigen
ontwikkelingen als om adopties kan gaan. Zij innoveren door het combineren
en toepassen van elders beproefde kennis en methoden.
Volgers: Bedrijven met bescheiden maar wel aanwezige innovatieve activiteiten.
Niet-innovatieven: Bedrijven die in de afgelopen jaren geen innovaties hebben gerealiseerd, niet
aan R&D doen en niet met andere partijen samenwerken om te innoveren.
Vooral industriële bedrijven scoren sterk op innovatie. Dat geldt met name voor de chemische
industrie, die in Midden-Nederland overigens ondervertegenwoordigd is. Zakelijke dienstverlening
waartoe ongeveer 25% van de bedrijven in Midden-Nederland behoort, scoort gemiddeld. Een derde
van de bedrijven in de zakelijke dienstverlening kan worden ingedeeld bij de koplopers (8%) of
ontwikkelaars (24%). Sectoren waarin benedengemiddeld wordt geïnnoveerd zijn de bouw, horeca,
landbouw en transport.
De mate van innovatie hangt verder af van de grootte van het bedrijf. In het algemeen geldt dat hoe
groter het bedrijf is, hoe vaker er wordt geïnvesteerd in product-, dienst- en procesontwikkeling.
Van het grootbedrijf behoort het merendeel tot de koplopers of ontwikkelaars, terwijl van de
bedrijven met 1 tot 4 werknemers in dienst slechts 3% koploper is en 11% ontwikkelaar. Voor de
groep zzp’ers zullen deze percentages waarschijnlijk nog lager zijn.
Midden-Nederland overig Nederland
koplopers
ontwikkelaars
toepassers
volgers
niet-innovatieven
9,9% 9,4%
22,2% 21,2%
18,7% 20,1%
28,8% 26,9%
20,4% 22,4%
Bron: EIM, 2011
21
1.5 Verwachtingen van ondernemers
De economische verwachtingen van ondernemers voor het jaar 2012 zijn iets somberder dan die voor
2011. Ten opzichte van 2011 denken meer ondernemers dat hun omzet, export, personeelssterkte en
investeringen in 2012 zullen gaan afnemen. Desondanks is het aandeel ondernemers met een
positieve verwachting wat betreft de omzet en export aanzienlijk groter dan het aandeel met een
negatieve verwachting.
Zal toenemen Zal gelijk blijven Zal afnemen
2012
2011
2012
2011
2012
2011
2012
2011
Om
zet
Exp
ort
Pers
onee
ls-
ster
kte
Inve
ster
inge
n
Verwachtingen voor
2011 en 2012 van
ondernemers in
Midden-Nederland
over omzet, export,
personeelssterkte
en investeringen
Bron: Conjunctuurenquête
Nederland, CBS, 2011
37% 52% 12%
27% 58% 15%
35% 55% 10%
21% 69% 10%
24% 62% 14%
16% 68% 16%
21% 61% 18%
17% 62% 22%
Verwachtingen verschillen per sectorIn alle sectoren (overigens niet afzonderlijk afgebeeld) verwachten in Midden-Nederland meer
ondernemers dat de omzet zal stijgen dan dat de omzet zal dalen. Uitzondering is de bouwsector
waarin maar liefst 31% van de ondernemers verwacht dat de omzet zal dalen, tegenover 10% met de
verwachting dat de omzet zal stijgen. De bouwsector krijgt op dit moment zware klappen en dat zal
naar verwachting komend jaar niet verbeteren; vooral in de woningbouw en utiliteitsbouw is de
markt moeizaam. Ook wat betreft de personeelssterkte en investeringen zijn de ondernemers in de
bouwsector overwegend pessimistisch voor 2012. Ondernemers in de zakelijke dienstverlening zijn
daarentegen het meest optimistisch: 31% verwacht dat de omzet in 2012 zal stijgen, terwijl 12%
verwacht dat de omzet zal dalen.
Ook tussen de verschillende gebieden binnen de regio Midden-Nederland bestaan verschillen in
verwachtingen (niet afzonderlijk afgebeeld). Zo is in alle gebieden het percentage ondernemers dat
verwacht dat de omzet zal stijgen, ongeveer even groot, maar zijn er grote verschillen per gebied als
het om het percentage ondernemers gaat dat verwacht dat de omzet zal dalen. In het Stedelijk
gebied Utrecht is deze groep relatief het kleinst: 11% van de ondernemers verwacht dat de omzet in
2012 zal dalen. In Alblasserwaard & Vijfheerenlanden, Utrecht-West en Heuvelrug & Vallei zijn de
verwachtingen van de ondernemers voor 2012 aanmerkelijk vaker negatief (ongeveer 20% van de
ondernemers). Rivierenland neemt, met 16% negatief-gestemde ondernemers, een middenpositie in.
22
1.6 Consumentenvertrouwen
Het vertrouwen van consumenten is een waardevolle graadmeter voor de stand van de economie.
De bestedingen van consumenten zijn daar immers nauw mee verbonden. Dit heeft gevolgen voor
het ondernemersklimaat, vooral als het om de binnenlandse markt gaat.
In onderstaande grafiek wordt voor de periode 2002-2011 het consumentenvertrouwen in beeld
gebracht voor de gehele provincies Utrecht, Gelderland en Zuid-Holland, alsmede voor Nederland als
geheel. Weergegeven is de mate waarin consumenten zich over het algemeen positief of negatief
uitspreken over het algemene economische klimaat en de eigen financiële situatie. Hier is een
gewogen saldo van gemaakt.
Duidelijk is te zien dat consumenten in 2002 het vertrouwen kwijtraakten door de internetcrisis.
Na een lang durende periode van herstel waren vervolgens 2006 en 2007 topjaren. Het beeld in de
provincie Utrecht was in deze jaren iets optimistischer dan in Gelderland en Zuid-Holland. In 2008
kondigt de kredietcrisis zich echter aan, waardoor het vertrouwen wederom keldert. Na een
voorzichtig herstel in 2010 en de eerste helft van 2011 begint de Eurocrisis zijn effect te hebben,
waardoor het consumentenvertrouwen sterk afneemt. In het laatste kwartaal van 2011 is het
consumentenvertrouwen bijna op het dieptepunt beland dat geheel Nederland tijdens de crisis in de
jaren ’80 vertoonde. Consumenten in de provincie Utrecht zijn eind 2011 het meest negatief gestemd,
op de voet gevolgd door consumenten in de provincie Gelderland. Beide provincies zijn zelfs
negatiever dan Nederland als geheel. In de provincie Zuid-Holland zijn consumenten in verhouding
minder vaak pessimistisch dan in Nederland als geheel, maar ook daar blijft de stemming somber.
Ontwikkeling van
het consumenten-
vertrouwen in
Nederland en de
provincies Utrecht,
Gelderland en
Zuid-Holland in de
periode 2002-2011
Bron: CBS, 2011
30
20
10
0
-10
-20
-30
-40
-50 Q4Q1 Q2 Q3 Q4Q1 Q2 Q3 Q4Q1 Q2 Q3 Q4Q1 Q2 Q3 Q4Q1 Q2 Q3 Q4Q1 Q2 Q3 Q4Q1 Q2 Q3 Q4Q1 Q2 Q3 Q4Q1 Q2 Q3 Q4Q1 Q2 Q3
Nederlandprovincie Gelderlandprovincie Utrecht provincie Zuid-Holland
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
23
1.6 DemografieDe bevolking vergrijstDe totale bevolking in de regio Midden-Nederland groeit de komende 15 jaar waarschijnlijk met ruim
6%. Dat komt vooral door de toenemende levensverwachting. Voor de potentiële beroepsbevolking
(de bevolking in de leeftijd van 15 tot 65 jaar) wordt een marginale groei van 0,3% verwacht, maar er
bestaan grote verschillen tussen gemeenten. Zo wordt in het Stedelijk gebied Utrecht een toename
van de potentiële beroepsbevolking verwacht tot wel 16%, terwijl in vrijwel alle omliggende
gemeenten een krimp waarschijnlijk is. De bevolkingsprognose voedt de verwachting dat bedrijven
in de gebieden rond het Stedelijk gebied Utrecht in de toekomst moeite zullen krijgen om voldoende
personeel te vinden.
Montfoort
IJsselsteinOudewater
Nieuwegein
Houten
Vianen
Leerdam
Zederik
Lingewaal
Culemborg
Wijk bijDuurstede
Geldermalsen
Buren
Tiel
West Maasen Waal
BunnikUtrechtse Heuvelrug Veenendaal
UtrechtZeist
Stichtse Vecht
De Bilt
Lopik
Giessenlanden
Gorinchem Neerijnen
Zaltbommel
Maasdriel
Neder-Betuwe
Rhenen
Druten
Woerden
De Ronde Venen
%
0
15% tot 2010% tot 15%
0% tot 5%-5% tot %
-10% tot -5%-15% tot -10%-20% tot -15%
Ontwikkeling potentiële beroepsbevolking
Prognose van de groei
van de potentiële
beroepsbevolking
in gemeenten in
Midden-Nederland in
de periode 2010-2025
(in percentages)
Bron: CBS, 2011
1.7 Demografie en beroepsbevolking
24
Montfoort
IJsselsteinOudewater
Nieuwegein
Houten
Vianen
Leerdam
Zederik
Lingewaal
Culemborg
Wijk bijDuurstede
Geldermalsen
Buren
Tiel
West Maasen Waal
BunnikUtrechtse Heuvelrug Veenen-
daal
UtrechtZeist
Stichtse Vecht
De Bilt
Lopik
Giessenlanden
Gorinchem Neerijnen
Zaltbommel
Maasdriel
Neder-Betuwe
Rhenen
Druten
Woerden
De Ronde Venen
Ontwikkeling aantal huishoudens15% tot 19%10% tot 15%
5% tot 10%0% tot 5%
Prognose van de groei
van het aantal huis-
houdens in gemeenten
in Midden-Nederland in
de periode 2010-2025
(in percentages)
Bron: CBS, 2011
Aantal huishoudens stijgt sterkHet aantal huishoudens neemt in Midden-Nederland de komende vijftien jaar naar verwachting met
11% toe: meer mensen zullen alleen wonen, onder meer vanwege de toename van alleenstaande
starters en de toename van alleenstaande ouderen. Ook zullen er meer eenoudergezinnen en
co-ouderschappen zijn.
25
1.8 Samenvatting
De economie van Midden-Nederland is divers samengesteld. Een groot deel van de
bruto toegevoegde waarde wordt gerealiseerd in de financiële en zakelijke dienst-
verlening, de zorg en medische sector, de (groot)handel en in wat mindere mate
de industrie, de bouw en het transport. De economische ontwikkeling in Midden-
Nederland is lange tijd voorspoedig verlopen, maar de economische crisis van de
afgelopen jaren heeft diverse sectoren zwaar getroffen. Er kan in de toekomst van
een nieuwe bloeiperiode sprake zijn mits overheden, intermediaire organisaties én
bedrijven echt alles op alles zetten om de crisis het hoofd te bieden. De volgende
punten moeten daarom binnen het blikveld blijven:
1. Juist de zakelijke dienstverlening en de bouw hebben in de afgelopen jaren
zware klappen opgelopen. Het is uitermate nadelig voor de economie van Midden-
Nederland wanneer deze sectoren blijvende neergang vertonen. Voor het jaar 2012
zijn de economische vooruitzichten niet positief (Centraal Planbureau). Dit vraagt
om zoveel mogelijk faciliterend overheidsbeleid in bijvoorbeeld de sfeer van de
ruimtelijke ordening, bereikbaarheid, aanbestedingen, regelgeving en arbeids-
markt.
2. De industrie en de handel hadden in 2009 veel last van de crisis, mede vanwege
de terugval van de export en de daling van het consumentenvertrouwen. Beide
sectoren herstelden zich in 2010 echter weer sterk. Dit zijn daarom sectoren die in
Midden-Nederland veel ontplooiingsruimte moet worden geboden door middel van
faciliterend ruimtelijk beleid, optimalisering van de bereikbaarheid, innovatieve
aanbestedingstrajecten, arbeidsmarktbeleid en gerichte bedrijvenacquisitie.
3. In Midden-Nederland manifesteerde de economische tegenwind zich vooral in
diverse gemeenten buiten het Stedelijk gebied Utrecht. De combinatie met de te
verwachten toekomstige krimp van de (beroeps)bevolking in veel gemeenten
buiten de regio Utrecht leidt naar verwachting tot een sterk uiteenlopende
economische ontwikkeling in Midden-Nederland. Dit vraagt om toekomstgericht
ruimtelijk en economisch beleid, om mogelijke problemen op het gebied van de
werkgelegenheid, het arbeidsmarktpotentieel en het voorzieningenniveau in
woongebieden vóór te zijn.
4. Ondanks de economische tegenwind schatten veel ondernemers hun kansen
positief in. 85% van de ondernemers verwacht een gelijkblijvende omzet of
omzetgroei in 2012. Gezien de verwachting dat de Nederlandse economie in
2626
2012 weer zal krimpen, is het echter zeer onzeker of al deze ondernemers dat
ook uiteindelijk zullen realiseren. Gerichte maatregelen op het gebied van onder
meer innovatie, samenwerking tussen bedrijven en exportbevordering zijn
noodzakelijk.
5. Het aantal ondernemingen is in de afgelopen drie jaar verder gestegen. Dat is
positief! De stijging komt voort uit de wens van steeds meer mensen om als
zelfstandige te werken. De beroepsbevolking in Midden-Nederland blijkt daarbij
meer ondernemend ingesteld te zijn dan gemiddeld in Nederland het geval is.
De laatste jaren kan een fors deel van de toename van het aantal ondernemers
echter ook worden toegeschreven aan de groeiende krapte op de arbeidsmarkt.
Bovendien creëren de nieuwe ondernemers niet per definitie nieuwe werk-
gelegenheid. Het is dan ook een belangrijke opgave om bij het stimuleren van
ondernemerschap juist de kwaliteit daarvan op een hoger peil te brengen.
Startende ondernemingen moeten ook daadwerkelijk doorgroeien.
2727
2. De economie van Midden-Nederland aan de hand van clusters
Naast ruimtelijke ontwikkeling, bereikbaarheid en ondernemerschap richt de Kamer van Koophandel
Midden-Nederland zich op een aantal clusters van bedrijven die de regionale economie dragen.
Deze clusters zijn 1) financiële en adviesdiensten, 2) ICT en media, 3) zorg en medisch, 4) bouwen
en ontwerpen, 5) transport en logistiek, 6) food en agribusiness en 7) industrie.
In deze clusters zijn veel bedrijven aanwezig die producten en diensten leveren buiten Midden-
Nederland en die daarmee voor de regionale economie een stuwende rol vervullen. Bovendien zijn
clusters verzamelingen van bedrijven die onderling vergelijkbaar zijn vanwege de producten of
diensten die zij leveren, of die onderdeel uitmaken van dezelfde productieketen.
De zeven clusters hebben een eigen dynamiek en kenmerkende sterke en zwakkere punten. Daarop
wordt in dit deel ingegaan. De ondersteuning van de clusters betekent vooral het samenbrengen van,
en bemiddelen tussen partijen. Ook het bieden van platforms voor nieuwe ideeën en initiatieven is
essentieel.
De economie van Midden-Nederland is bij uitstek kennisintensief. Een belangrijke bijdrage hieraan
wordt geleverd door het cluster van financiële en adviesdiensten dat in totaal ongeveer 24.500
bedrijven bevat en werkgelegenheid biedt aan naar schatting 95.000 mensen. Het cluster bestaat
uit banken, verzekeraars, accountants, financieel adviseurs en organisatieadviesbureaus. Het cluster
heeft een sterke concentratie in stad en regio Utrecht. Ook in gemeenten ten noorden en westen
(langs de A2 en A12), alsmede ten oosten van Utrecht (Heuvelrug en Veenendaal) zijn veel financiële
en adviesdiensten gevestigd.
Financiële dienstverleningIn Midden-Nederland bevinden zich ongeveer 5.000 bedrijfsvestigingen in de financiële dienstver-
lening. Het economische gewicht van dit cluster wordt vooral bepaald door de aanwezigheid van
hoofdkantoren van grote banken en verzekeraars. Deze instellingen dragen sterk bij aan de werkgele-
genheid in het Stedelijk gebied Utrecht. Van de 25.000 werknemers in de financiële dienstverlening
werken er bijna 19.000 in Utrecht of in de directe omgeving daarvan. Wanneer de financiële instel-
lingen in Utrecht in samenhang worden bekeken met die in Amsterdam, vormt de regio (Amsterdam-
Utrecht) het financiële centrum van Nederland en behoort het in Europees verband tot de subtop.
2.2 Financiële en adviesdiensten: het kennis- intensieve cluster
2.1 Het belang van clusters
28
Montfoort
IJsselsteinOudewater
Nieuwegein
Houten
Vianen
Leerdam
Zederik
Lingewaal
Culemborg
Wijk bijDuurstede
Geldermalsen
Buren
Tiel
West Maasen Waal
BunnikUtrechtse Heuvelrug Veenendaal
UtrechtZeist
Stichtse Vecht
De Bilt
Lopik
Giessenlanden
Gorinchem Neerijnen
Zaltbommel
Maasdriel
Neder-Betuwe
Rhenen
Druten
Woerden
De Ronde Venen
3.000 tot 12.0001.500 tot 3.000
500 tot 1.5000 tot 500
Financiële en adviesdiensten (aantal vestigingen)
Aantal vestigingen in
het cluster financiële
en adviesdiensten in
gemeenten in Midden-
Nederland in 2012
(in absolute aantallen)
Bron: KvK Handelsregister,
2012
Grote financiële
instellingen in
Midden-Nederland
Bron: provincie Utrecht,
2011 en/of eigen opgave
bedrijven
Bedrijfsnaam Land van herkomst Locatie grootste vestiging in Midden-Nederland
Aantal op deze locatie werkzame personen
Rabobank Nederland Nederland Utrecht 3551
ASR Nederland Utrecht 2528
SNS Reaal Nederland Utrecht 1463
PGGM Nederland Zeist 1154
VVAA Groep Nederland Utrecht 608
AXA Frankrijk Utrecht 346
AEGON Nederland Nieuwegein 250
Allianz Duitsland Nieuwegein 217
Triodos Bank
Nederland
Nederland Zeist 115
29
De huidige crisis begon in 2008 als een kredietcrisis en concentreerde zich aanvankelijk rond
banken. De impact in de jaren daarna verschilde sterk per instelling. Dat geldt ook
voor de instellingen die (met een hoofdkantoor) in Midden-Nederland zijn gevestigd.
AdviesdienstenDe regio telt op dit moment ongeveer 18.000 adviesbureaus, die zijn in te delen in management- en
organisatieadviseurs, arbeidsbemiddelaars (geen uitzendbureaus) en aanbieders van bedrijfsoplei-
dingen. In totaal werken er 70.500 mensen. De helft werkt in de stad Utrecht of in de directe nabij-
heid daarvan. Midden-Nederland kent enkele grote adviesbureaus met meer dan 100 werknemers,
zoals Schouten Nelissen (Zaltbommel), Berenschot (Utrecht), Ormit (De Bilt) en Human Capital Group
(Utrecht). Desondanks zijn management- en organisatieadviesbureaus bij uitstek kleinschalig. Slechts
3% van alle adviesbureaus heeft meer dan vijf mensen in dienst. Ruim driekwart van de onder-
nemers voert de adviespraktijk alleen. Zij laten zich vaak op freelancebasis inhuren. Naar schatting
werkt een meerderheid van de alleenstaande organisatieadviseurs op part-time basis.
Net als andere vormen van zakelijke dienstverlening laten managementadviesbureaus krimp zien.
Deze krimp heeft zich in de eerste plaats gemanifesteerd als een teruggang in de omzet en minder in
een afname van werkgelegenheid. Het ziet ernaar uit dat de terugval in de vraag naar diensten in de
afgelopen jaren vooral is opgevangen door natuurlijk verloop en bij de zzp’ers door een toename van
werken op part-time basis.
Sterke en zwakke kanten van het clusterOp het terrein van financiële instellingen bestaat er een samenhang tussen de regio Midden-
Nederland en de metropoolregio Amsterdam. De positie van de regio Amsterdam-Utrecht is in
Europees perspectief de afgelopen jaren wat verzwakt als gevolg van de kredietcrisis. Tot 2008
kende Nederland voor een klein land enkele relatief zeer grote financiële instellingen. Dat waren
zowel banken als verzekeraars die met overnames in het buitenland zeer groot waren geworden.
Inmiddels zijn de buitenlandse posities enigszins teruggebracht. Net als in veel andere regio’s
hebben de financiële instellingen daardoor nu een wat sterkere binnenlandse oriëntatie.
De grote kracht van het cluster blijft desondanks de hoge toegevoegde waarde per werknemer.
De 25.000 werknemers die in Midden-Nederland werken in het bank- en verzekeringswezen - ofwel
4% van het totaal aantal werknemers in de regio- verdienen gezamenlijk 12% van de totale regionale
bruto toegevoegde waarde.
De situatie is anders voor de adviesdiensten, de tweede component van het cluster. De organisatie-
en managementadviesbureaus hebben de afgelopen jaren te maken gehad met dalende omzetten.
Van alle bedrijfssectoren kende deze sector de sterkste daling. Vergeleken met de daling van de
omzetten is de sector qua aantal vestigingen redelijk stabiel gebleven. De werkgelegenheid liep
beperkt terug en tegelijkertijd bleef het aantal starters groeien. Dat duidt op een voortschrijdende
schaalverkleining en een groeiend aandeel van zzp’ers. In combinatie met een teruglopende markt
ligt verdringing voor de hand met als gevolg een verdere druk op de tarieven. Een vergelijkbare
ontwikkeling is gaande in het cluster van ICT en mediabedrijven dat in de volgende sectie aan bod
komt.
30
Sterke kanten
• Utrecht vormt samen met Amsterdam het nationale financiële centrum en neemt ten opzichte van
andere financiële centra in Europa een middenpositie in.
• De dienstverlening van dit cluster is relevant voor veel sectoren. De goede vertegenwoordiging
van dit cluster draagt bij aan een gunstig ondernemersklimaat.
• De arbeidsproductiviteit is vooral in het bank- en verzekeringswezen hoog. De sector draagt
substantieel bij aan de bruto toegevoegde waarde.
Zwakke kanten
• De crisis heeft een aantal financiële instellingen sterk geraakt en heeft de positie van de regio
Amsterdam-Utrecht als financieel centrum in Europa verzwakt.
• De economische terugval heeft bij adviesbureaus geleid tot een afnemende vraag. In combinatie
met de sterke groei van het aantal zzp’ers ligt verdringing binnen dit cluster voor de hand, met
een toenemende druk op de tarieven als gevolg.
Het cluster financiële en adviesdiensten en de activiteiten van de Kamer van KoophandelDe financiële en adviesdiensten vormen een zeer belangrijk onderdeel van de economie van
Midden-Nederland, zowel qua bruto toegevoegde waarde als werkgelegenheid. Voor veel van
deze ondernemingen is de bereikbaarheid voor klanten, werknemers en consultants essentieel.
Dit betreft zowel de bereikbaarheid voor auto’s als de bereikbaarheid per openbaar vervoer en
fiets. De Kamer van Koophandel zet zich samen met andere organisaties in om de bereikbaar-
heid van werkgelegenheidsconcentraties te garanderen. Speciale aandachtspunten daarbij zijn
de oplossing van knelpunten op het rijkswegennet (A27, Ring Utrecht, A15) en het bieden van
alternatieven voor autoverkeer (in het project Utrecht Bereikbaar).
In de kantorenmarkt is op diverse plekken momenteel sprake van een fors leegstandsprobleem.
Dit heeft negatieve effecten op de uitstraling van een kantoorlocatie. De Kamer van Koophandel
vindt het belangrijk dat daar concrete maatregelen voor worden getroffen, zoals bijvoorbeeld
meervoudig ruimtegebruik, herbestemmen van gebouwen en financiële oplossingen.
Samenwerking tussen overheden, eigenaren en gebruikers van vastgoed is hiervoor essentieel;
de Kamer van Koophandel helpt mee om die samenwerking tot stand te brengen.
31
2.3 ICT en media: het creatieve cluster
Bedrijven in het cluster ICT en media zijn in Midden-Nederland sterk vertegenwoordigd. Het cluster
bevat ruim 12.000 bedrijven met ruim 80.000 arbeidsplaatsen. Net als bij de andere vormen van
commerciële dienstverlening (zoals beschreven in voorgaande paragraaf) is de werkgelegenheid
sterk geconcentreerd in en rond de stad Utrecht, maar zijn er ook veel bedrijven aanwezig in
gemeenten daaromheen, oostelijk ervan en in diverse gemeenten in Rivierenland.
ICTIn Midden-Nederland zijn bijna 7.400 ICT-bedrijven gevestigd. Het zijn bedrijven die software ont-
wikkelen, uitgeven, implementeren of daarover adviseren. Binnen de regio bestaat een sterke
concentratie van werkgelegenheid op het bedrijventerrein Papendorp. Een groot deel van de top 10
van grootste ICT-dienstverleners in de regio heeft zijn (Nederlandse) hoofdvestiging op Papendorp.
Montfoort
IJsselsteinOudewater
Nieuwegein
Houten
Vianen
Leerdam
Zederik
Lingewaal
Culemborg
Wijk bijDuurstede
Geldermalsen
Buren
Tiel
West Maasen Waal
BunnikUtrechtse Heuvelrug Veenendaal
UtrechtZeist
Stichtse Vecht
De Bilt
Lopik
Giessenlanden
Gorinchem Neerijnen
Zaltbommel
Maasdriel
Neder-Betuwe
Rhenen
Druten
Woerden
De Ronde Venen
ICT- en mediabedrijven(aantal vestigingen)
1.200 tot 5.900500 tot 1.200200 tot 500
0 tot 200
Aantal vestigingen
in het cluster ICT en
media in gemeenten
in Midden-Nederland
in 2012 (in absolute
aantallen)
Bron: KvK Handelsregister,
2012
32
Grote ICT dienst-
verleners in
Midden-Nederland
Bron: provincie Utrecht,
2011 en/of eigen opgave
bedrijven
Bedrijfsnaam Land van herkomst Locatie grootste vestiging in Midden-Nederland
Aantal op deze locatie werkzame personen
Cap Gemini Frankrijk Utrecht (Papendorp) 5687
ATOS Frankrijk Utrecht (Papendorp) 4000
Oracle Verenigde Staten Utrecht (De Wetering) 996
Conclusion Nederland Utrecht (Galgenwaard) 582
CSC Verenigde Staten Utrecht (Papendorp) 390
Kender Thijssen Nederland Veenendaal 204
NSPYRE Nederland Utrecht (Galgenwaard) 200
IlionX Nederland Utrecht (Papendorp) 180
Toch is veruit het grootste deel van de automatiseerders in de regio relatief klein. In het
Handelsregister van de Kamer van Koophandel staat bijna twee derde van de ICT-ondernemingen
geregistreerd als zzp’er.
MediaEr zijn in Midden-Nederland ruim 4.500 vestigingen van mediabedrijven. Een groot deel van de dien-
sten van mediabedrijven is te scharen onder de noemer ‘bedrijfscommunicatie’. Het zijn bedrijven
die andere bedrijven ondersteunen in hun interne en externe communicatie. De kern van dit cluster
wordt gevormd door bureaus voor communicatieadvies, bedrijfsjournalistiek, marketing, webredactie
en vertalingen. Hieraan gerelateerd zijn bedrijven die zich toeleggen op vormgeving,
DTP-webdesign en fotografie. Twee zaken zijn opvallend aan deze sector. In de eerste plaats de
kleinschaligheid van de bedrijven. In de regio bestaan nauwelijks mediabedrijven die meer dan
50 mensen in dienst hebben. In de tweede plaats bevat de sector opvallend veel jonge bedrijven.
Dat is een indicatie dat veel bedrijven een korte levenscyclus hebben en dat de ondernemers hun
bestaan als zelfstandige gemakkelijk afwisselen met een bestaan als werknemer. Ook zijn er veel
mensen die hun ondernemerschap gelijktijdig combineren met een baan in loondienstverband, de
zogenaamde hybride ondernemers.
Sterke en zwakke kanten van het clusterSamen met het cluster van financiële en adviesdiensten zorgt het cluster ICT en media voor een zeer
gevarieerde en omvangrijke dienstverlenende sector. Binnen de ICT en media is het aantal bedrijven
toegenomen. Deze toename bedroeg de afgelopen vijf jaar een kleine 10% op jaarbasis. Hierdoor
zouden kleine ondernemers last kunnen hebben van verdringing op de markt.
Het cluster van ICT- en mediabedrijven vormt geen eigenstandige bedrijfskolom waarin opeenvol-
gende schakels bijdragen aan de productie en het vermarkten van specifieke producten of diensten.
ICT- en mediabedrijven zijn vooral ondersteunend aan andere bedrijfskolommen. Hierin zit zowel
de kracht als de zwakte van het cluster. De sterkte ligt in de breedte van het cluster: de diensten
zijn relevant en hebben meerwaarde voor een zeer breed scala van sectoren, waaronder ook (semi)
publieke sectoren als onderwijs en gezondheidszorg. Het cluster is daarom minder afhankelijk van de
op- of neergang van één of enkele sectoren. De zwakte ligt in het gegeven dat het cluster bestaat uit
33
bedrijven die niet tot de kern van een bedrijfskolom behoren en zal daardoor sneller last hebben van
vraaguitval als gevolg van economische teruggang. Zo worden vaak investeringen in ICT uitgesteld
en wordt er minder gebruik gemaakt van adviesdiensten.
Sterke kanten
• De ondernemerschapszin in dit cluster is sterk. Het cluster bevat relatief veel ondernemers.
• De dienstverlening van dit cluster is relevant voor veel sectoren. Ondernemers in het cluster ICT
en media zijn (net als in de zakelijke dienstverlening) breed inzetbaar en minder afhankelijk van
één of enkele sectoren.
Zwakke kanten
• De diensten grijpen vaak niet direct in op de kernfuncties van bedrijven en instellingen die de
diensten afnemen. Bij economische teruggang wordt sneller op deze diensten bezuinigd.
• Het inkomen van de zelfstandige dienstverleners is de afgelopen jaren afgenomen vanwege de druk
op de tarieven. De afgelopen jaren was dat vooral het gevolg van de toename van het
aantal zelfstandigen; de komende jaren zal het inkomen verder onder druk komen te staan als
gevolg van de crisis.
Het cluster ICT en media en de activiteiten van de Kamer van KoophandelOok voor het cluster ICT en media geldt dat in Midden-Nederland veel grote nationaal opererende
dienstverleners zijn gevestigd. Zoals dat ook geldt voor de financiële en zakelijke dienstverlening,
zijn bereikbaarheid en de kwaliteit van de huisvesting en de omgeving belangrijke aspecten bij de
keuzes die bedrijven maken voor hun vestigingsplaats. De Kamer van Koophandel levert aan de
verbetering daarvan op meerdere fronten een bijdrage (zoals omschreven bij het cluster financiële
en adviesdiensten).
Een specifiek onderdeel van dit cluster is de ‘creatieve industrie’. In aantal ondernemers geme-
ten is Utrecht de tweede creatieve stad van Nederland, na Amsterdam. Veel gamingbedrijven zijn
bijvoorbeeld in Utrecht gevestigd. Het profiel van de Utrechtse creatieve sector is echter enigszins
versnipperd en de herkenbaarheid van deze sector buiten Utrecht vraagt om versterking. Samen
met de Taskforce Innovatie levert de Kamer van Koophandel een bijdrage om het potentieel meer
herkenbaar te maken.
34
2.4 Zorg en medisch: het groeiende cluster
Op dit moment werken ongeveer 99.000 mensen in het cluster zorg en medisch, en is daarmee qua
werkgelegenheid een van de grootste clusters in de regio. Er bevinden zich 9.300 vestigingen in
Midden-Nederland. Binnen de sector wordt onderscheid gemaakt tussen instellingen die zich richten
op genezen (zoals ziekenhuizen), verzorging (zoals zorginstellingen) en preventie. Aan deze indeling
wordt hier een vierde categorie toegevoegd, namelijk die van medische en farmaceutische bedrijven.
Een groot deel van de werkgelegenheid komt voort uit de ziekenhuizen. In de regio Midden-
Nederland zijn 17 ziekenhuizen gevestigd. Naast ziekenhuizen bieden enkele andere grootschalige
instellingen veel werkgelegenheid: instellingen voor preventieve gezondheidszorg, geestelijke
gezondheidszorg en thuiszorg. Daarnaast zijn er veel kleinschalige aanbieders van eerstelijnszorg,
zoals praktijken voor huisartsen, tandartsen en verloskundigen.
In het cluster zijn zowel farmaceutische, medisch-technische en zorginstellingen vertegenwoordigd.
In sommige gevallen vervullen organisaties meerdere van deze functies, zoals bijvoorbeeld het
Universitair Medisch Centrum Utrecht. Daar wordt naast zorgverlening ook veel gedaan aan product-
ontwikkeling en therapieontwikkeling (wat in voorkomende gevallen leidt tot spin-offs in de vorm
van de oprichting van bedrijven). Voor een groot deel weerspiegelt de spreiding van medische en
zorginstellingen de bevolkingsspreiding, maar concentraties zijn te vinden in het Stedelijk gebied
Utrecht en de regio Utrechtse Heuvelrug.
Montfoort
IJsselsteinOudewater
Nieuwegein
Houten
Vianen
Leerdam
Zederik
Lingewaal
Culemborg
Wijk bijDuurstede
Geldermalsen
Buren
Tiel
West Maasen Waal
BunnikUtrechtse Heuvelrug Veenendaal
UtrechtZeist
Stichtse Vecht
De Bilt
Lopik
Giessenlanden
Gorinchem Neerijnen
Zaltbommel
Maasdriel
Neder-Betuwe
Rhenen
Druten
Woerden
De Ronde Venen
Gezondheid en medisch(aantal vestigingen)
1.000 tot 2.700300 tot 1.000100 tot 300
0 tot 100
Aantal vestigingen in
het cluster zorg en
medisch in gemeenten
in Midden-Nederland
in 2012 (in absolute
aantallen)
Bron: KvK Handelsregister,
2012
35
Volgens het Handelsregister houden ongeveer 200 bedrijven zich bezig met de productie van of han-
del in farmaceutische en/of medische producten. De meeste van die bedrijven zijn zeer specialistisch
en klein in termen van werkgelegenheid. Zij bedienen doorgaans een nichemarkt en zijn vaak inter-
nationaal georiënteerd. Voorbeelden hiervan zijn een bedrijf in specifieke veterinaire geneesmiddelen
of handel in specifieke medische apparatuur. Opvallend is dat in Zeist een aantal grote Amerikaanse
bedrijven hun Nederlandse hoofdkantoor hebben: Glaxo Smith Kline en Synthes. Het grootste
Nederlandse bedrijf in de regio is Mediq, een beursgenoteerd groothandelsbedrijf met meer dan
8.000 werknemers in 15 landen. In de Utrechtse vestiging werken ongeveer 380 mensen.
Ten opzichte van Nederland als geheel is er in de regio sprake van een clustering van een aantal
bedrijven, al is deze clustering bescheiden in vergelijking met die in Zuid-Holland, Amsterdam en
Eindhoven. De Midden-Nederlandse clustering bevindt zich vooral in het Stedelijk gebied Utrecht
en directe omgeving. Het wordt gevormd door diverse kennisinstellingen (waaronder UMC, TNO en
RIVM) en ongeveer 30 bedrijven (waaronder Danone Research, Glaxo Smith Kline en Genmab).
Aan de oostkant van de stad Utrecht ligt het Utrecht Science Park (USP). Dit is een initiatief dat tot
doel heeft het cluster van medische bedrijven en kennisinstellingen te versterken, met name op het
gebied van publieke gezondheid, kankerbestrijding en medische biologie. In het USP nemen ook de
gemeente Utrecht en de provincie Utrecht deel.
Sterke en zwakke kanten van het clusterWanneer het cluster wordt geplaatst in de totale bedrijfsketen die loopt van farmaceutische industrie
via zorgverleners naar consumenten, dan valt op dat vrijwel de gehele keten (op de winning en
bewerking van grondstoffen na) tot aan de schakel van de eindgebruikers gelijkmatig is gevuld.
De laatste schakel bestaat uit een groot en breed scala aan kleinschalige en grootschalige zorg-
verleners. Met de vergrijzende bevolking zal de vraag naar diensten uit de laatste schakel toenemen.
Dit betreft echter een ontwikkeling waarmee Midden-Nederland zich niet onderscheidt van andere
regio’s.
De groei van het cluster zal vergezeld gaan van kostenstijgingen die voor een deel zullen leiden
tot hogere premies en hogere belastingdruk. Een voorwaarde voor gezonde groei van dit cluster
is een voortdurende verbetering van de arbeidsproductiviteit. Daarom moet worden gewerkt aan
behandeltechnieken en woonconcepten die de vergrijzende bevolking minder afhankelijk maken van
arbeidsintensieve zorg. Hier liggen kansen voor domotica, de integratie van technologie en diensten
ten behoeve van een betere kwaliteit van wonen en leven, waaronder zorg op afstand en levensloop-
bestendige woonconcepten. Inmiddels kent de regio enkele sterke bedrijven op dit gebied.
Bedrijfsnaam Land van herkomst Locatie grootste vestiging in Midden-Nederland
Aantal op deze locatie werkzame personen
Mediq Farma Nederland Utrecht 383
Glaxo Smith Kline Verenigde Staten Zeist 346
Brocacef Duitsland Maarssen 275
Nucletron Operations Nederland Veenendaal 215
Roche Frankrijk Woerden 169
Dental Union Nederland/Finland Nieuwegein 137
Baxter Verenigde Staten Utrecht 94
Synthes Verenigde Staten Zeist 70
Grote farmaceutische
en medische bedrijven
in Midden-Nederland
Bron: provincie Utrecht,
2011 en/of eigen opgave
bedrijven
36
De aanwezigheid van enkele grote kennisinstellingen in Midden-Nederland heeft bijgedragen aan de
vestiging van innovatieve en hoogwaardige medische bedrijven (vooral aan de oostkant van de stad
Utrecht).
Een aandachtspunt voor het medische en farmaceutische onderdeel van het cluster is de afhankelijk-
heid van enkele grote buitenlandse bedrijven die onder andere vanuit het oogpunt van werkgelegen-
heid belangrijk zijn. Hun keuze voor Midden-Nederland als vestigingsplaats hangt vooral samen met
het nationale vestigingsklimaat van Nederland, zoals het fiscale klimaat, het hoge opleidingsniveau,
de politieke stabiliteit en de goede infrastructuur en waarschijnlijk minder met de specifieke eigen-
schappen van Midden-Nederland, waaronder de aanwezigheid van specifieke kennisinstellingen.
Sterke kanten
• De groeiende vraag naar zorg, medische apparatuur en farmacie.
• De regio beschikt met enkel grote kennisinstellingen over een goede kennisinfrastructuur en
relevante voorzieningen voor zowel kleine als grote medische bedrijven.
Zwakke kanten
• De zorgsector wordt geconfronteerd met kostenstijgingen waar niet automatisch hogere
(overheids)budgetten tegenover staan. Dit zet de marges onder druk.
• Het medische en farmaceutische cluster in Midden-Nederland bestaat voornamelijk uit onderdelen
van enkele grote buitenlandse bedrijven.
Het cluster zorg en medisch en de activiteiten van de Kamer van KoophandelIn de regio Midden-Nederland staat het cluster zorg en medisch voor drie opgaven. De eerste
is verdere versterking van de regionale aantrekkingskracht voor medische en farmaceutische
bedrijven. Door de aanwezigheid van enkele grootschalige kennisinstellingen zoals UMCU, RIVM
en TNO en hun samenwerking met uiteenlopende bedrijven in de regio, ligt hier al een goede
basis. De Kamer van Koophandel wil zich vooral gaan inzetten om alle relevante partijen in de
regio, ook buiten het kerncluster op Utrecht Science Park, verder met elkaar te verbinden en
te ondersteunen. Dit betreft vooral de implementatie en internationalisering van innovatieve
zorgproducten en diensten. De tweede opgave is de groeiende vraag naar zorg waar zorg-
verleners aan moeten beantwoorden, zonder dat het beschikbare personeel en de financiële
middelen gelijkmatig meegroeien. De sector moet daarom de efficiëntie en productiviteit
vergroten. De Kamer van Koophandel wil bijdragen aan het ondernemerschap en de innovatie
die nodig zijn om dit te bereiken. Er zijn grote kansen voor bedrijven die door innovatie de
kwaliteit en efficiëntie van zorg verbeteren en daarmee de zelfredzaamheid en onafhankelijk-
heid van zorgbehoevenden vergroten. Door middel van bijvoorbeeld domotica en technologie
wordt het mogelijk om zorg op afstand te verlenen. De derde opgave is het voorzien in
voldoende ruimte voor zorg en gerelateerde bedrijvigheid. Zowel lokaal als regionaal zal er
meer ruimtelijke capaciteit (her)ontwikkeld moeten worden om aan de groeiende zorgvraag
te kunnen voldoen. Het is de enige sector waarbij de komende jaren naar verwachting een
ruimtelijk capaciteitsprobleem gaat ontstaan. Dit hoeft niet altijd om nieuwe ontwikkelingen
te gaan. Inpassing in bestaande gebouwen zoals kantoren of woningen kan goed mogelijk zijn.
De Kamer van Koophandel stimuleert lokale initiatieven om deze opgave in te vullen.
37
2.5 Bouwen en ontwerpen: het cluster in zwaar weer
Het cluster bouwen en ontwerpen omvat een bedrijfsketen die loopt van ontwikkeling, ontwerp en
bouw tot aan de afwerking van vastgoed. In het cluster wordt onderscheid gemaakt tussen woning-
bouw, utiliteitsbouw en grond- weg- en waterbouw. Het cluster bestaat uit projectontwikkelaars,
ingenieursbureaus, architecten, bouwbedrijven, installatiebedrijven en een breed spectrum aan
gespecialiseerde toeleverende bedrijven zoals betonvlechters, dakdekkers en slopers. In absolute
termen is dit cluster groot: het telt ruim 16.000 vestigingen. In Midden-Nederland werken in de
bouwsector (exclusief ontwerp) ruim 44.000 mensen. Naast de stad Utrecht laten vooral de
gemeenten ten westen en noorden daarvan en langs de A12 (Heuvelrug, Veenendaal) grote
aantallen bedrijven uit het cluster bouwen en ontwerpen zien.
De economische betekenis van het cluster voor Midden-Nederland is groot en wordt voor een belang-
rijk deel bepaald door de aanwezigheid van enkele grote bouwbedrijven en ingenieursbureaus.
Van de tien grootste Nederlandse bouwbedrijven zijn er drie met een grote vestiging aanwezig in
Midden-Nederland: BAM (Bunnik), Ballast Nedam (Nieuwegein) en Strukton (Utrecht).
Montfoort
IJsselsteinOudewater
Nieuwegein
Houten
Vianen
Leerdam
Zederik
Lingewaal
Culemborg
Wijk bijDuurstede
Geldermalsen
Buren
Tiel
West Maasen Waal
BunnikUtrechtse Heuvelrug Veenendaal
UtrechtZeist
Stichtse Vecht
De Bilt
Lopik
Giessenlanden
Gorinchem Neerijnen
Zaltbommel
Maasdriel
Neder-Betuwe
Rhenen
Druten
Woerden
De Ronde Venen
1.000 tot 2.800600 tot 1.000300 tot 600
0 tot 300
Bouwen en ontwerpen(aantal vestigingen)
Aantal vestigingen in
het cluster bouwen
en ontwerpen in
gemeenten in Midden-
Nederland in 2012
(in absolute aantallen)
Bron: KvK Handelsregister,
2012
38
Verder is de werkgelegenheid in het cluster groot vanwege de aanwezigheid van ruim 4.000 instal-
latie- en afwerkingsbedrijven die toeleveren aan de bouw. Het bouwcluster heeft van oudsher een
sterk nationale oriëntatie en exporteert relatief weinig.
Het cluster maakt op dit moment een zware tijd door vanwege de terugval in de vraag naar nieuw-
bouw en verbouw van woningen en bedrijfshuisvesting. Als gevolg van de economische crisis is
de omzet sinds 2008 teruggelopen met ruim 20%. Het is onduidelijk hoe lang de crisis nog zal
voortduren en wat op termijn het effect zal zijn op de vraag naar vastgoed. Op korte termijn zijn
signalen voor een opleving echter nog niet aanwezig. Zo lag landelijk de totale bouwsom van ver-
leende bouwvergunningen voor nieuwbouw de eerste tien maanden van 2010 20% lager dan in de
dezelfde periode in 2009. Daarnaast is de afname van de omzet bij architectenbureaus een teken dat
de bouwsector voorlopig nog onder druk zal staan. Op langere termijn zal het herstel moeizaam zijn
vanwege de stagnatie en krimp van de bevolking in vooral de landelijke gebieden van Nederland.
Naast de krimp van het cluster is er een sterke schaalverkleining gaande. Het aantal kleine onder-
nemingen neemt toe. Dit zijn meestal zelfstandigen zonder personeel. Hoewel zij als zelfstandig
ondernemer zijn ingeschreven, heeft hun manier van werken en hun verhouding tot de opdrachtgever
vooral veel verwantschap met werknemerschap. De toename van de inzet van zzp’ers loopt gelijk op
met de toename van inzet van buitenlands personeel, met name uit Midden- en Oost-Europa.
Bedrijfsnaam Land van herkomst Locatie grootste vestiging in Midden-Nederland
Aantal op deze locatie werkzame personen
Bouwbedrijven
Strukton Nederland Utrecht 2235
Ballast Nedam Nederland Nieuwegein 1523
Bouwborg Midden Nederland Utrecht 1234
BAM Nederland Bunnik 409
Van Oord Nederland Gorinchem 400
VolkerWessels Nederland Vianen 300
Installatiebedrijven en ingenieursbureaus
Prorail Nederland Utrecht 4000
Movares Nederland Utrecht 1100
Ascom (Nederland) Zwitserland Utrecht 321
Van den Pol
Elektrotechniek
Nederland Montfoort 275
Cofely Frankrijk/Nederland Bunnik 215
Installatiebedrijf
Andriessen
Nederland Houten 206
Terberg Systeem-
integratie
Nederland IJsselstein 190
Grontmij Nederland De Bilt 150
Grote bouw- en
installatiebedrijven en
ingenieursbureaus in
Midden-Nederland
Bron: provincie Utrecht,
2011 en/of eigen opgave
bedrijven
39
Sterke en zwakke kanten van het clusterIn de opeenvolgende schakels van de bedrijfsketen zijn de regionale bedrijven in Midden-Nederland
goed vertegenwoordigd. Bovendien telt de regio enkele zeer grote en vooraanstaande bouw-
bedrijven. De bouwbedrijven zijn daarnaast sterk ingebed in de regio. Veruit de meeste zijn sinds
de oprichting niet verplaatst en bedienen afnemers die ook in de regio zijn gevestigd.
In deze regionale oriëntatie zit tevens de zwakte van het cluster. Op de grote bedrijven na wordt
er relatief weinig geëxporteerd. Zo heeft het leeuwendeel van de bedrijven in het recente verleden
bijvoorbeeld nauwelijks kunnen profiteren van de economische groei en de daaraan gerelateerde
bouw- en vastgoedontwikkelingen in Midden- en Oost-Europa. Uitzondering zijn de zeer grote bouw-
bedrijven en ingenieursbureaus en de gespecialiseerde bedrijven (zoals bedrijven gespecialiseerd in
onderwaterbouw).
De relatief beperkte actieradius van het cluster maakt het cluster afhankelijk van de regionale en
Nederlandse vraag. Deze vraag is in de afgelopen twee jaar teruggelopen en tekenen van herstel
zijn er vooralsnog niet. De huidige terugval van vraag en de stagnatie van de bevolkingsgroei op
de langere termijn leiden op dit moment en in de toekomst tot verdringing. Deze verdringing zal
zich overigens niet uiten in een afname van het aantal bedrijven, omdat het aantal zzp’ers – met
een eigen inschrijving bij de Kamer van Koophandel – zal blijven toenemen. De verdringing zal zich
vooral uiten in een afname van de gemiddelde bedrijfsomvang en een blijvende druk op tarieven en
bedrijfsresultaten.
Sterke kanten
• Het cluster is over de gehele linie goed vertegenwoordigd in de regio.
• De aanwezigheid van enkele zeer grote bedrijven met specialistische kennis en ervaring.
Zwakke kanten
• Herstel van de markt is nog niet in zicht.
• Concurrentie voor met name zzp’ers en kleinere bouwbedrijven van arbeidskrachten uit
Midden- en Oost-Europa.
• Afhankelijkheid van regionale en nationale markt.
40
Het cluster bouwen en ontwerpen en de activiteiten van de Kamer van KoophandelVanwege het belang van de bouw voor de regionale economie en vanwege de terugval en de
sombere vooruitzichten bestaat bij de Kamer van Koophandel Midden-Nederland op dit moment
extra aandacht voor dit cluster. In samenwerking met uiteenlopende publieke en private partijen
initieert de Kamer van Koophandel ontwikkelingen en projecten die bijdragen aan nieuwe
perspectieven voor de bouw. In de eerste plaats heeft de Kamer van Koophandel Midden-
Nederland het initiatief genomen om een plan te ontwikkelen voor de totstandkoming van een
visie op de verbetering van de binnenstedelijke ontwikkeling van het gebied rond de A12 tussen
de stad Utrecht en de gemeenten Nieuwegein en Houten. Binnenstedelijke, en dus duurzame,
ontwikkeling is nodig om de voorspelde bevolkingsgroei voor Utrecht te kunnen huisvesten en
heeft de voorkeur boven het bebouwen van groene gebieden. Deze beoogde gebiedsontwikkeling
heeft zowel betrekking op (her)ontwikkeling van woningbouw en utiliteitsbouw als op infra-
structuur. In de tweede plaats ondersteunt de Kamer van Koophandel gemeenten en bedrijven in
het transprant en professioneler maken van hun aanbestedingsprocessen. Aangezien driekwart
van alle gemeentelijke aanbestedingen gerelateerd is aan de bouw zullen vooral bouwbedrijven
van deze ondersteuning profiteren. In de derde plaats gaat de Kamer van Koophandel kansrijke
initiatieven van ondernemers op het gebied van energiebesparing ondersteunen door het samen-
brengen van de daarbij betrokken partijen, zoals financiële en kennisinstellingen. In de vierde
plaats brengt de Kamer van Koophandel partijen op het gebied van domotica bij elkaar.
De toenemende vergrijzing vraagt om de ontwikkeling en bouw van levensloopbestendige
woningen en woonconcepten, waaraan zowel ICT-bedrijven, bouwbedrijven als zorgverleners
bijdragen.
De omvang van het cluster transport en logistiek in de regio Midden-Nederland is gemiddeld in termen
van aantal bedrijven: in totaal zijn er ongeveer 2.300 bedrijven in Midden-Nederland gevestigd.
Er werken rond de 25.000 mensen in het cluster. Ten opzichte van de rest van het land is er daarmee
geen sprake van een sterke oververtegenwoordiging van bedrijfsvestigingen. In Nederland zijn er
omvangrijke clusters op het gebied van transport en logistiek rond Amsterdam en Rotterdam.
Ten opzichte van deze twee centra heeft het Midden-Nederlandse cluster vooral een regionale en
nationale oriëntatie, en veel bedrijven vervoeren en distribueren vooral voor de Nederlandse markt.
De grootste concentraties van bedrijven bevinden zich in en rond de stad Utrecht, in Alblasserwaard &
Vijfheerenlanden en in Rivierenland.
Drie onderdelen binnen dit cluster zijn in Midden-Nederland goed vertegenwoordigd. In de eerste
plaats zijn dat de distributiecentra. Het zijn zowel zelfstandige bedrijven als bedrijven die onderdeel
zijn van een retailbedrijf of groothandelsbedrijf. Enkele retail- en groothandelsbedrijven met grote
distributiecentra in de regio zijn HEMA, Vendex, Albert Heijn, Blokker, C1000 en Aldi. In de tweede
plaats nemen de logistieke dienstverleners een belangrijke plaats in. Het zijn bedrijven die zich
meestal vanuit een regulier transportbedrijf hebben ontwikkeld tot een dienstverlener die logistieke
processen van klanten heeft overgenomen of daar de regie over voert. Enkele bedrijven in de regio
2.6 Transport en logistiek: het sterk gewortelde cluster
41
Montfoort
IJsselsteinOudewater
Nieuwegein
Houten
Vianen
Leerdam
Zederik
Lingewaal
Culemborg
Wijk bijDuurstede
Geldermalsen
Buren
Tiel
West Maasen Waal
BunnikUtrechtse Heuvelrug Veenendaal
UtrechtZeist
Stichtse Vecht
De Bilt
Lopik
Giessenlanden
Gorinchem Neerijnen
Zaltbommel
Maasdriel
Neder-Betuwe
Rhenen
Druten
Woerden
De Ronde Venen
Transport en logistiek(aantal vestigingen)
120 tot 38080 tot 12040 tot 80
0 tot 40
verzorgen tot ver in Midden- en Oost-Europa de logistiek voor bedrijven in de automobielindustrie,
de chemische industrie en de foodretail. In de derde plaats is het reguliere goederenvervoer over de
weg een belangrijk onderdeel binnen het cluster. Midden-Nederland telt ongeveer duizend van deze
bedrijven. Bij deze bedrijven kan onderscheid worden gemaakt tussen bedrijven die zowel interna-
tionaal als nationaal opereren en bedrijven die uitsluitend binnen de landsgrenzen werken. In de
laatste categorie zitten veel koeriersbedrijven.
De transportsector maakt een moeilijke periode door. Dit geldt vooral voor het reguliere vervoer over
de weg. De omzet van een gemiddeld transportbedrijf daalde in 2009 landelijk met 10% ten opzichte
van 2008. Deze omzetdaling was het sterkst voor het internationale goederenvervoer. De omzet van
het binnenlandse goederenvervoer is de afgelopen jaren slechts licht gedaald, waarschijnlijk dankzij
de sterke groei van het aantal internetaankopen. Maar dit heeft niet kunnen voorkomen dat in de
afgelopen twee jaar diverse faillissementen hebben plaatsgevonden. De branche kent van oudsher
lage marges en heeft moeite kostenstijgingen te verrekenen in de tarieven. Daar komt op dit moment
in een aantal transportmarkten overcapaciteit bij (bijvoorbeeld in de bouwlogistiek).
Aantal vestigingen in
het cluster transport
en logistiek in
gemeenten in Midden-
Nederland in 2012
(in absolute aantallen)
Bron: KvK Handelsregister,
2012
42
Bedrijfsnaam Land van herkomst Locatie grootste vestiging in Midden-Nederland
Aantal op deze locatie werkzame personen
Centraal Boekhuis Nederland Culemborg 626
Stuwarooij Nederland Hedel 620
HEMA
(distributiecentrum)
Nederland Utrecht 550
Blokker
(distributiecentrum)
Nederland Geldermalsen 450
C1000
(distributiecentrum,
voorheen Schuitema)
Nederland Woerden 385
TNT Insight Nederland Nieuwegein 200
AMP Logistics Nederland Utrecht 175
Grote logistieke
bedrijven in Midden-
Nederland
Bron: provincie Utrecht,
2011 en/of eigen opgave
bedrijven
Sterke en zwakke kanten van het clusterHet is kenmerkend voor het cluster dat de bedrijven niet zozeer een bedrijfskolom vormen, maar eer-
der dienstverlenend zijn aan uiteenlopende andere kolommen. In dit opzicht is het cluster vergelijk-
baar met de zakelijke dienstverlening. Een belangrijk verschil is dat de diensten in transport en logis-
tiek vaak een vitaal onderdeel zijn van bedrijven en productiekolommen. Bedrijven kunnen zonder
transport en logistiek nauwelijks functioneren en zullen die diensten meestal blijven afnemen, ook
wanneer het economisch tegenzit.
Opvallend aan het cluster is dat de leeftijd van de bedrijven gemiddeld hoger is dan in de andere
clusters. Driekwart van de bedrijven bestaat al langer dan vijf jaar. Ook is het opvallend dat het
cluster voornamelijk bestaat uit bedrijven die niet alleen een vestiging in de regio hebben, maar
die ook hun herkomst in Midden-Nederland hebben. Het cluster is daarmee diep geworteld in de
regionale economie.
Het cluster concentreert zich vooral op het reguliere goederenvervoer over de weg. Het betreft
dienstverlening waarvan de toegevoegde waarde relatief laag is, de marges klein zijn en voortdurend
moeten worden bevochten. Dit geldt zowel voor het binnenlandse als voor het internationale
goederenvervoer. De noodzaak om met name loonkosten te drukkken was voor de grotere
vervoerders aanleiding om een deel van hun diensten uit te besteden en vestigingen te openen
in Midden- en Oost-Europa.
Sterke kanten
• De blijvende vraag naar logistieke diensten en transport.
• De sterke groei van online aankopen en de daardoor groeiende vraag naar pakketdiensten.
Zwakke kanten
• De volumes van te transporteren goederen zijn in de afgelopen jaren afgenomen; de vooruit-
zichten op herstel verschillen per markt.
• De marges staan blijvend onder druk vanwege kostenontwikkelingen en overcapaciteit.
• De concurrentie van zzp’ers met arbeidskrachten uit Midden- en Oost-Europa.
43
Het cluster transport en logistiek en de activiteiten van de Kamer van KoophandelDe Kamer van Koophandel ziet voor Midden-Nederland een belangrijke rol weggelegd voor het
nationale en regionale transport. Vanwege de centrale ligging in het land is Midden-Nederland
vooral een voor de hand liggende vestigingsplaats voor bedrijven die zijn gericht op binnenlandse
distributie. De Kamer van Koophandel werkt voortdurend met deze bedrijven samen om de aantrek-
kelijkheid van Midden-Nederland als vestigingsplaats te vergroten. Een actueel voorbeeld hiervan
zijn de inspanningen om twee multimodale logistieke knooppunten te verbeteren en ook om de
promotie daarvan te intensiveren (Port of Utrecht en Logistieke Hotspot Rivierenland). Een tweede
voorbeeld betreft de inspanningen om samen met bedrijven knelpunten op de arbeidsmarkt aan te
pakken. Twee aandachtspunten zijn daarbij het imago van de sector onder potentiële werknemers
en de verbetering van de aansluiting van opleidingen op de praktijkeisen.
De Kamer van Koophandel maakt zich op dit moment ook sterk voor de aanpak van criminaliteit
waar transport- en logistieke bedrijven last van hebben. Een sprekend project is ‘Secure Lanes’
waarbij op verzorgingsplaatsen en bij benzinestations langs de A15 ladingdiefstal wordt bestreden
met cameratoezicht.
Vanzelfsprekend is dat de benodigde infrastructuur voor de logistieke sector ook op orde is.
Inzet wordt gepleegd op onder andere capaciteitsuitbreiding van de A15, de Ring Utrecht, de A27
en de brug over de Rijn bij Rhenen. De inspanningen strekken zich ook uit tot de bereikbaarheid
van bedrijventerreinen en winkelcentra.
Het cluster food en agribusiness kent een evenwichtige opbouw in de regio; de verschillende schakels
in de productiekolom zijn goed vertegenwoordigd. De regio is zowel sterk in landbouw en voedsel-
verwerking als in groothandel en distributie. Bovendien ligt het gebied dicht bij de belangrijkste
afzetgebieden, zoals de grote steden van de Randstad. Binnen dit cluster is het aantal landbouwbedrij-
ven het grootst. Midden-Nederland telt ruim 3.500 landbouwbedrijven, waar in totaal 14.300 mensen
werkzaam zijn. In het cluster zijn drie onderdelen te onderscheiden: veeteelt, fruit- en groenteteelt en
toeleveranciers. Het grootste is dat van de veeteelt, de regio telt er ongeveer 1.200. Daarnaast zijn er
ten opzichte van de rest van Nederland veel fruitteeltbedrijven (500), glastuinbouwbedrijven (450),
champignontelers (150) en boomkwekerijen (150, waarvan de meesten laanboomteeltbedrijven zijn).
Ten slotte zijn er ruim 600 bedrijven die direct toeleverancier zijn van deze landbouwbedrijven.
Het gaat om loonbedrijven, verhuurbedrijven en bedrijven die zich bezighouden met verkoop en
onderhoud aan landbouwmachines. Vooral in de gemeenten in het (zuid)westen van de regio en in
Rivierenland is het cluster food en agribusiness sterk aanwezig.
In de regio Midden-Nederland zijn er ruim 400 voedingsmiddelenbedrijven. Een groot deel daarvan is
werkzaam op de grens van voedselverwerking en foodretail, zoals bakkerijen, slagerijen en ijssalons.
Het zijn voornamelijk kleinschalige bedrijven met hooguit vijf medewerkers in dienst. Het gezicht van
deze groep bedrijven en de regionale economische betekenis ervan worden echter bepaald door enkele
grote multinationale bedrijven. Driekwart van de toegevoegde waarde wordt binnen deze bedrijven ge-
realiseerd. Deze bedrijven nemen ook een belangrijk deel van de werkgelegenheid voor hun rekening.
2.7 Food en agribusiness: het stabiele cluster
44
Aantal vestigingen in
het cluster food en agri-
business in gemeenten
in Midden-Nederland
in 2012 (in absolute
aantallen)
Bron: KvK Handelsregister,
2012
Montfoort
IJsselsteinOudewater
Nieuwegein
Houten
Vianen
Leerdam
Zederik
Lingewaal
Culemborg
Wijk bijDuurstede
Geldermalsen
Buren
Tiel
West Maasen Waal
BunnikUtrechtse Heuvelrug Veenendaal
UtrechtZeist
Stichtse Vecht
De Bilt
Lopik
Giessenlanden
Gorinchem Neerijnen
Zaltbommel
Maasdriel
Neder-Betuwe
Rhenen
Druten
Woerden
De Ronde Venen
Food en agribusines(aantal vestigingen)
300 tot 450200 tot 300100 tot 200
0 tot 100
Bedrijfsnaam Land van herkomst Locatie grootste vestiging in Midden-Nederland
Aantal op deze locatie werkzame personen
Sara Lee/Douwe
Egberts
Verenigde Staten/
Nederland
Utrecht 1869
Heinz Verenigde Staten Zeist 405
Bel Leerdammer Nederland Schoonrewoerd 400
Vrumona Nederland Bunnik 346
Koninklijke
Fruitmasters Groep
Nederland Geldermalsen 300
Greefa Nederland Tricht 180
Van Dijk Food
Products
Nederland Lopik 142
Koninklijke De Ruijter Nederland Utrecht 107
Veiling Zaltbommel Nederland Zaltbommel 50
Grote bedrijven in
het cluster food en
agribusiness in
Midden-Nederland
Bron: provincie Utrecht,
2011 en/of eigen opgave
bedrijven
Sterke en zwakke kanten van het clusterHet cluster food en agribusiness is van oorsprong een stabiel cluster. Het cluster wordt minder dan
andere industriële sectoren beïnvloed door conjuncturele ontwikkelingen zoals de huidige economi-
sche crisis. In 2009 daalde landelijk de omzet het sterkst (met 1,5%), maar de sector herstelde zich
het jaar erop al weer met een groei van 2%. Voor 2011 wordt weer een lichte daling verwacht.
45
Deze stabiliteit komt ook tot uitdrukking in het aantal bedrijven in de sector dat in de afgelopen jaren
redelijk constant is gebleven, zeker in vergelijking met andere sectoren. Deze beperkte dynamiek
komt ook voort uit de hoge toetredingsdrempel. Vanwege de hoge eisen die worden gesteld aan
productieprocessen en producten, moeten er hoge investeringen worden gedaan waardoor bedrijfs-
oprichtingen weloverwogen plaatsvinden. Men spreekt daarom ook wel van een volwassen of rijpe
sector. Deze volwassenheid uit zich ook in grote investeringen, niet alleen vanwege voedselveiligheid
maar ook ten behoeve van arbeidsproductiviteit. Het heeft ertoe geleid dat de werkgelegenheid in
de sector al geruime tijd gestaag afneemt, terwijl de productie (gemeten in toegevoegde waarde)
toeneemt.
In Midden-Nederland en in de directe omgeving zijn enkele sterke agrarische kennisinstellingen
(zoals Wageningen Universiteit) en handelspunten (zoals veilingen, handelsbedrijven en gespecia-
liseerde toeleveranciers) gevestigd. Daarnaast ligt het gebied andere landbouwintensieve regio’s
relatief dicht bij de grote steden, wat onder meer gunstig is voor de personeelsvoorziening van
arbeidsintensievere bedrijven.
De kracht van het cluster komt ook voort uit de voortschrijdende schaalvergroting en de daarmee ver-
band houdende hogere productiviteit en efficiency. In de landbouw hebben grote ruilverkavelingen in de
jaren tachtig en negentig gezorgd voor het ontstaan van grotere bedrijven en zijn veel kleine bedrijven
gesaneerd. Deze schaalvergroting heeft vooral plaatsgevonden in de glastuinbouw en de veehouderij.
Sterke kanten
• De bedrijven in de regio profiteren van de nabijheid van kennisinstellingen (waaronder Wageningen
Universiteit) en van een goed ontwikkelde kennisinfrastructuur.
• De productiviteit van de sector is groot en neemt toe. Er wordt veel geproduceerd met betrekkelijk
weinig mensen.
• De voedingsmiddelenindustrie heeft een sterk internationale oriëntatie en exporteert veel.
Zwakke kanten
• Het sterke punt van de toegenomen productiviteit betekent tevens een afname van de werk-
gelegenheid. Er zijn relatief veel bedrijven waarvan de omzet groeit of gelijk blijft en waarbij de
werkgelegenheid tegelijkertijd afneemt.
• Hoewel de vraag naar landbouwproducten constant blijft, staan de prijzen voortdurend onder druk
en moet er tegen steeds lagere marges worden geproduceerd.
Het cluster food en agribusiness en de activiteiten van de Kamer van KoophandelDe Kamer van Koophandel Midden-Nederland heeft veel aandacht voor fruitteelt-, laanboomteelt-
en tuinbouwbedrijven, vanwege de sterke vertegenwoordiging van die bedrijven in het zuiden van
de regio. De constante druk op prijzen en marges vormt een belangrijk aandachtpunt voor deze
bedrijven. Dit wordt onder meer veroorzaakt door de sterke marktpositie van enkele grote afne-
mers en het stelt ondernemers voor de opgave om constant te werken aan efficiency en innovaties
en te zoeken naar nieuwe markten en afzetkanalen. De Kamer van Koophandel ziet voor dit cluster
kansen in het buitenland en in het vergroten van de diversiteit van afzetkanalen. Een belangrijk
initiatief om deze ondernemers te ondersteunen, is de ‘Betuwse Bloem’. Dit is een tuinbouw-
programma voor het Gelderse rivierengebied, waarin ook de Kamer van Koophandel participeert.
Het programma richt zich vooral op versterking van internationalisering, innovatie, ondernemer-
schap en bedrijfsvoering.
46
2.8 Industrie: het te versterken cluster
Montfoort
IJsselsteinOudewater
Nieuwegein
Houten
Vianen
Leerdam
Zederik
Lingewaal
Culemborg
Wijk bijDuurstede
Geldermalsen
Buren
Tiel
West Maasen Waal
BunnikUtrechtse Heuvelrug Veenendaal
UtrechtZeist
Stichtse Vecht
De Bilt
Lopik
Giessenlanden
Gorinchem Neerijnen
Zaltbommel
Maasdriel
Neder-Betuwe
Rhenen
Druten
Woerden
De Ronde Venen
200 tot 500100 tot 200
50 tot 1000 tot 50
Industrie (non food)(aantal vestigingen)
Aantal vestigingen in
het cluster industrie
(non food) in gemeenten
in Midden-Nederland in
2012 (in absolute
aantallen)
Bron: KvK Handelsregister,
2012
Een relatief klein cluster in de regio is dat van de industriële bedrijven. Ten opzichte van de rest van
het land is deze sector in Midden-Nederland ondervertegenwoordigd. Dit geldt zowel voor de werk-
gelegenheid en de omzet als voor het aantal vestigingen. Toch is in de regio een grote variëteit aan
industriële bedrijven gevestigd. Naast een aantal bekende (en mondiale) voedingsmiddelenconcerns
(die bij het cluster food en agribusiness aan de orde kwamen) herbergt de sector machinebouwers,
elektrotechnische bedrijven en metaalindustrie en een toonaangevende scheepswerf. In totaal zijn
er zo’n 6.000 industriële bedrijven gevestigd in Midden-Nederland. Deze bedrijven verschaffen ruim
45.000 banen. Vooral in het noordelijke, oostelijke en zuidelijke deel van de regio is deze sector
aanwezig.
Kenmerkend voor industriële bedrijven is hun internationale oriëntatie die voortkomt uit de sterke
mate van specialisatie. Veel bedrijven opereren namelijk op een nichemarkt waardoor het bedienen
van alleen de Nederlandse markt niet genoeg is. Ruim de helft van de bedrijven in dit cluster ex-
porteert dan ook. De internationale oriëntatie neemt toe naarmate het bedrijf groter is. De grootste
bedrijven in de regio bedienen op een enkeling na de mondiale markt of zijn zelf onderdeel van een
mondiaal concern.
47
Bedrijfsnaam Land van herkomst Locatie grootste vestiging in Midden-Nederland
Aantal op deze locatie werkzame personen
Damen Shipyards Nederland Gorinchem 850
Koninklijke Neder-
landse Glasfabriek
Nederland Leerdam 550
NedTrain Utrecht Nederland Utrecht 427
NN Verenigde Staten Veenendaal 348
Diversey Verenigde Staten Utrecht 261
Rademaker Nederland Culemborg 255
Terberg Benschop Nederland Benschop 250
AGC Glass België Tiel 185
Codi International Finland Veenendaal 165
Grote industriële
bedrijven in Midden-
Nederland (exclusief
voedingsmiddelen-
industrie)
provincie Utrecht,
2011 en/of eigen opgave
bedrijven
Binnen de sector zijn landelijk twee aan elkaar tegengestelde trends waarneembaar. Enerzijds is er
sprake van schaalvergroting. Deze hangt samen met de toegenomen uitbesteding van de productie
van halffabricaten door merkproducenten en de toename van eisen die deze producenten stellen aan
kwaliteit, flexibiliteit en logistiek. Het zijn eisen die grote investeringen vergen en vooral haalbaar
zijn voor grote partijen. Anderzijds is er sprake van schaalverkleining. In Nederland neemt het aantal
industriële bedrijven toe, dat zich specialiseert in productie op nichemarkten met een hoge toege-
voegde waarde waarvoor hoger gekwalificeerd personeel nodig is. Het gaat om productie-eenheden
of bedrijven met een beperkte omvang.
Sterke en zwakke kanten van het clusterDe kracht van het cluster uit zich vooral in de veerkracht. Als gevolg van de internationale oriëntatie
van veel industriële bedrijven kreeg de industrie als één van de eerste sectoren te maken met de
effecten van de crisis. Het cluster kromp in 2009 fors en droeg toen sterk bij aan de krimp van de
regionale economie. Maar in 2010 leefde het cluster weer op.
De veerkracht uitte zich ook op het niveau van individuele bedrijven. Hoewel twee derde van de
ondernemers in 2010 aangaf dat de markt voor hen was verslechterd, zagen de meesten kans de
omzetdaling op te vangen door hun efficiency te vergroten, hun debiteurenbeheer te verscherpen
en/of het productenpakket uit te breiden.5
De kracht van het cluster ligt in de derde plaats in de stuwende werking die het heeft op een brede
verzameling van toeleverende bedrijven. Dit geldt vooral voor enkele grote toonaangevende partijen
zoals die bijvoorbeeld zijn gevestigd in Gorinchem en Veenendaal. Naast de werkgelegenheid
die deze bedrijven zelf genereren, is hun aanwezigheid gunstig voor uiteenlopende toeleverende
bedrijven in de regio waaronder machinebouwers en elektrotechnische bedrijven.
Een zwakte van het cluster betreft de ondervertegenwoordiging van de maakindustrie in Midden-
Nederland. De regio Midden-Nederland heeft een beperkte aantrekkingskracht op industriële
bedrijven van buiten.
5 Ondernemen in de Sectoren, EIM, 2011
48
Sterke kanten
• Het cluster heeft een sterke internationale oriëntatie en herstelde zich in 2010 en 2011 opvallend
van de crisis.
• Ondanks de economische tegenwind bleef het aantal faillissementen en bedrijfsopheffingen
beperkt in vergelijking met andere sectoren.
Zwakke kanten
• De sector heeft in 2009 een sterke terugval gehad en bleek daarmee conjunctuurgevoelig.
• Het cluster is matig vertegenwoordigd in Midden-Nederland. Er is beperkt sprake van een
concentratie van specifieke industriële bedrijven die samen aantrekkingskracht kunnen
uitoefenen op andere vergelijkbare bedrijven.
Het cluster industrie en de activiteiten van de Kamer van KoophandelHoewel ondervertegenwoordigd in Midden-Nederland, vormen industriële bedrijven een belang-
rijke stuwende kracht voor de economie. De Kamer van Koophandel probeert daarom in samen-
spraak met ondernemers en ondernemersverenigingen het ondernemersklimaat voor de industrie
in Midden-Nederland te verbeteren. Dit heeft ook tot doel om de aantrekkingskracht van de
regio Midden-Nederland op bedrijven van buiten te verbeteren. Verbetering van de bereikbaar-
heid van de belangrijke industrie-concentraties is daarbij een belangrijk punt van aandacht.
Voorts organiseert de Kamer van Koophandel met regelmaat informatiebijeenkomsten over
exportbevordering en wordt aandacht besteed aan de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en
de beschikbaarheid van voldoende geschoold personeel. Ook zijn er voortdurend contacten met
gemeenten over de ontwikkeling van de kwaliteit van bedrijventerreinen. Een concreet initiatief
daarbij is de samenwerking tussen de Kamer van Koophandel en de politie om criminaliteit op
bedrijventerreinen aan te pakken.
49
2.9 Samenvatting
De Kamer van Koophandel besteedt veel aandacht aan diverse clusters van bedrijven
die stuwend zijn voor de regionale economie. De situatie per cluster laat zich als
volgt kort beschrijven:
1. Financiële en adviesdiensten: met de aanwezigheid van diverse hoofdkantoren
van banken en verzekeraars vormt Utrecht samen met Amsterdam een nationaal
financieel centrum. Ten opzichte van de rest van Europa is de positie van dit
centrum door de financiële crisis verzwakt. De adviesdiensten vormen daarnaast
een grote bron van werkgelegenheid, maar door de crisis staat ook deze sector
onder druk. Door activiteiten op het gebied van bereikbaarheid en kwaliteit van
kantoorlocaties wil de Kamer van Koophandel de voorwaarden voor deze bedrij-
ven in de regio Midden-Nederland verbeteren.
2. ICT en media: het aantal bedrijven in dit cluster is de afgelopen decennia zeer
sterk toegenomen. Deze groei heeft zich ook de afgelopen jaren doorgezet.
De afzonderlijke bedrijven groeien evenwel nauwelijks. Ook hier richt de
Kamer van Koophandel haar activiteiten op de bereikbaarheid en de kwaliteit
van locaties. Door samenwerking met de Taskforce Innovatie wil de Kamer van
Koophandel de innovatiekracht van dit cluster verder vergroten.
3. Zorg en medisch: veel werkgelegenheid in de regio komt op het conto van
zorgverleners, vooral ziekenhuizen, zorginstellingen en eerstelijns zorgverleners.
Het is een stabiel en op onderdelen kennisintensief cluster met een toenemende
vraag. Het is een van de weinige clusters die in het eerste crisisjaar 2009 niet
kromp, maar groeide. Voor wat betreft de medische en farmaceutische bedrijven
kent Midden-Nederland een sterke kennisinfrastructuur vanwege de aanwezigheid
van enkele grote kennisinstellingen, ondermeer op het Science Park Utrecht.
Vooral door stimulering van ondernemerschap en innovatie in de zorgverlening
wil de Kamer van Koophandel de kansen voor bedrijven in dit cluster vergroten.
Daarnaast blijft aandacht voor ruimte voor zorgbedrijven van belang.
4. Bouwen en ontwerpen: diverse grote Nederlandse bouwbedrijven hebben hun
hoofdkantoor in de regio. Samen met een groot aantal kleinere bouwbedrijven
en toeleveranciers zorgt het voor veel werkgelegenheid. Het aantal zeer kleine
bouwbedrijven is sterk toegenomen; er wordt steeds meer gewerkt met zzp’ers.
De bouw maakt op dit moment een zware tijd door. In 2009, 2010 en 2011 kromp
het cluster en verwacht wordt dat de krimp zich in 2012 voortzet. De Kamer van
50
Koophandel wil de positie van het cluster versterken door het stimuleren van
gebiedsontwikkeling, het transparant maken van aanbestedingsprocessen, het
ondersteunen van kansrijke initiatieven van ondernemers op het gebied van
energiebesparing en het stimuleren van domoticatoepassingen.
5. Transport en logistiek: vanwege de centrale ligging zijn in de regio veel transport-
en logistieke bedrijven gevestigd met een nationale of regionale distributiefunctie.
In termen van omzet kromp het cluster aanvankelijk in 2009, maar herstelde zich
in 2010. De druk op het cluster blijft desondanks groot. De volumes zijn afgeno-
men en de marges zijn verder verkleind als gevolg van kostenstijgingen. De kracht
van dit cluster ligt vooral bij de kennisintensieve logistieke bedrijven en distribu-
tiecentra. De Kamer van Koophandel versterkt het cluster door het stimuleren
van multimodale knooppunten, het aanpakken van knelpunten op de arbeids-
markt, het verminderen van de criminaliteit ten aanzien van het wegtransport en
het waarborgen van de benodigde infrastructuur voor de logistieke sector.
6. Food en agribusiness: dit is een stabiel cluster, dat gekenmerkt wordt door een
voortschrijdende verhoging van de arbeidsproductiviteit en schaalvergroting.
Het aantal starters is beperkt, maar degenen die starten bestendigen hun bedrijf
vaker. De Kamer van Koophandel werkt met andere partijen samen in het project
de ‘Betuwse Bloem’, een omvangrijk tuinbouwprogramma voor het Gelderse
rivierengebied. Het programma richt zich vooral op versterking van internatio-
nalisering, innovatie, ondernemerschap en bedrijfsvoering.
7. Industrie: de regio kent een relatieve ondervertegenwoordiging van industriële
bedrijven. Het cluster kent een sterke internationale oriëntatie met veel exporte-
rende bedrijven. De industrie herstelde zich in 2010 opvallend snel na de econo-
mische crisis van 2009. De Kamer van Koophandel zet zich in voor de verbetering
van de kwaliteit en de bereikbaarheid van werklocaties. Een concreet initiatief
richt zich op de criminaliteit op bedrijventerreinen. Voorts biedt de KvK informatie
over exportmogelijkheden en besteedt zij aandacht aan de ontwikkelingen op de
arbeidsmarkt en de beschikbaarheid van voldoende geschoold personeel.
51
Aan de vooravond van een nieuwe bloeiperiode?Staat de economie van Midden-Nederland aan de vooravond van een nieuwe bloeiperiode?
Het antwoord is natuurlijk voor een belangrijk deel afhankelijk van macro-economische ontwik-
kelingen. Het Centraal Planbureau is in zijn voorspellingen voor 2012 niet positief. Overheden en
intermediaire organisaties kunnen echter heel veel doen om de regionale economie te versterken.
De financiële crisis van 2009 heeft ook in Midden-Nederland de economie fors geraakt. Met name
sectoren die veel werkgelegenheid en bruto toegevoegde waarde leveren, zoals de financiële
en zakelijke dienstverlening, de bouw, de industrie en de logistieke sector werden getroffen.
De economie van Midden-Nederland laat echter ook veerkracht zien. Na de crisis van 2009 trad in
de jaren erna vrij snel herstel in in diverse sectoren. In deze nabeschouwing worden kort enkele
structurele ontwikkelingen besproken, waarna diverse opgaven om de economie verder te stimuleren
worden gepresenteerd.
Enkele structurele ontwikkelingenNaast de crisis is er een aantal structurele ontwikkelingen die de kracht van de regionale economie
van Midden-Nederland op de langere termijn zullen bepalen. Eén van de meest sterke ontwikkelingen
– die zich overigens ook in de rest van het land voordoet – is de groei van het aantal mensen dat
voor zichzelf begint. Het is een groei die ruim twintig jaar geleden is ingezet en die nog steeds
voortduurt. De economische tegenwind heeft daar niets aan afgedaan: voor velen lijkt ondernemer-
schap een uitkomst in een tijd waarin het moeilijk is een baan te vinden. Hoewel de hang naar
ondernemerschap over het algemeen geldt als een stuwende kracht voor economische ontwikkeling,
schuilt in de sterke toename van het aantal ondernemers nu ook een punt van enige zorg. Dit geldt
vooralsnog met name voor de zakelijke dienstverlening en de bouw. De toename van ondernemers
leidt hier in combinatie met een krimpende markt tot verdringing, met een druk op marges en
inkomens als gevolg. Voor veel nieuwe ondernemers zal het lastig zijn een inkomen te verwerven dat
vergelijkbaar is met de beloning van collega’s die werken in loondienst. In de advisering aan nieuwe
ondernemers zal de kwaliteit van het ondernemerschap in toenemende mate centraal moeten staan.
Een tweede ontwikkeling heeft betrekking op die delen van de economie die te maken hebben met
gelijkblijvende of krimpende overheidsbudgetten. De medische sector is hiervan een goed voorbeeld.
Hoewel deze sector groeit en hoewel de sterke vertegenwoordiging van deze sector de regio
Midden-Nederland heeft behoed voor nog meer krimp in 2009, betreft het een groei die niet
ongebreideld kan voortduren. Deze sector staat voor de lastige opgave te voorzien in een toenemen-
de vraag bij gelijkblijvende budgetten. Hier liggen overigens bij uitstek kansen voor ondernemers
die met nieuwe toepassingen, behandelmethoden of voorzieningen de arbeidsintensiteit van de zorg
verminderen, of die mensen minder afhankelijk maken van arbeidsintensieve zorg.
Een derde ontwikkeling is de voortdurende druk op marges. Deze ontwikkeling beperkt zich vooral
tot sectoren die niet of beperkt in staat zijn kostenstijgingen door te berekenen aan hun klanten.
Het zijn met name bedrijven die zowel arbeidsintensief als kennisextensief zijn. Een voorbeeld is
een transportbedrijf dat conventioneel wegvervoer aanbiedt of een glastuinbouwbedrijf met
arbeidsintensieve teelt. Net als in andere sectoren hebben deze bedrijven te maken met stijgende
loonkosten, energiekosten en financieringskosten, maar geldt voor hen dat afnemers de diensten
niet hoger zijn gaan waarderen. Bedrijven die hiermee te maken hebben, dienen op zoek te gaan
naar nieuwe producten of diensten die meer waarde toevoegen of op zoek te gaan naar andere
afzetkanalen (bijvoorbeeld export).
3. Nabeschouwing en opgaven
5252
Ten vierde geldt voor de gehele regio de demografische ontwikkeling als relevant. De bevolkings-
prognoses van het CBS wijzen op een krimp van de potentiële beroepsbevolking in de meeste
gemeenten van Midden-Nederland. Alleen in de regio Utrecht wordt een groei verwacht.
De opgavenStimulering van de regionale economie vereist zowel beleid ter verbetering van het algemene
vestigingsklimaat, als beleid dat aansluit bij de specifieke omstandigheden binnen clusters.
Dit vatten we hier kort samen.
Vier algemene beleidsopgaven voor het vestigingsklimaat in Midden-Nederland:
1. De kwaliteit van de voor ondernemers beschikbare ruimte is heel belangrijk. Bedrijventerreinen,
kantoorterreinen, winkelgebieden en andere werklocaties moeten aan hoge eisen voldoen om
ondernemers optimaal te kunnen laten werken. De herstructurering van bedrijventerreinen komt
op diverse plekken in Midden-Nederland goed op gang. Dat is een goede ontwikkeling. Daaren-
tegen baart de situatie met betrekking tot het kantoor- en winkelvastgoed op diverse plekken de
nodige zorgen. Toenemende leegstand tast de uitstraling, de kwaliteit en de economische waarde
aan. Dat vergt forse ingrepen die veelal in samenwerking tussen overheden, eigenaren en
gebruikers tot stand moeten komen.
2. Bereikbaarheid van en voor ondernemers vraagt continu aandacht. In integraal economisch beleid
mag dit onderwerp niet ontbreken, of het nu gaat om de bereikbaarheid via het rijkswegennet,
het lokale verkeer, openbaar vervoer, de fiets of het vervoer over water. In toenemende mate zijn
daarbij slimme combinaties het innovatieve antwoord op de toenemende congestie.
3. Stimuleren van innovatief ondernemerschap is de derde belangrijke algemene opgave. Innovatie
is voor Midden-Nederland een voorwaarde voor structurele economische ontwikkeling. Met de
aanwezigheid van verschillende hoogwaardige kennisinstellingen heeft Midden-Nederland een
goede uitgangspositie. De mogelijkheden die er zijn om door kennisuitwisseling tussen bedrijven
en instellingen te komen tot vernieuwing van producten, diensten en bedrijfsprocessen dient nog
meer te worden benut. Met name is belangrijk dat het MKB hierbij sterker wordt betrokken.
De Taskforce Innovatie, Syntens, Oost NV en de Kamer van Koophandel werken hierin samen.
4. Samenwerking tussen overheden en bedrijfsleven op bovenlokaal niveau is uitermate wenselijk
voor de uitvoering van effectief economisch en innovatiebeleid. Deze samenwerking zou vorm
moeten krijgen in een Economic Development Board Utrecht, bestaande uit vertegenwoordigers
uit de top van overheden, kennisinstellingen en bedrijfsleven. Aan de hand van een concrete
uitvoeringsagenda kunnen deze partijen gezamenlijke actie ondernemen om obstakels voor groei
van bedrijven weg te nemen en te investeren in nieuwe ontwikkelingen. Dit moet ondernemer-
schap en innovatie in de sterke clusters stimuleren.
Zeven clusterspecifieke beleidsopgaven in Midden-Nederland:
• Om de positie van Utrecht als financieel en zakelijk dienstverlenend centrum te versterken is een
breed samengesteld vestigingsklimaat noodzakelijk waarin vooral aandacht nodig is voor de
kwaliteit van kantoorlocaties, de bedrijfsomgeving en bereikbaarheid (auto en openbaar vervoer).
• De grote toename van het aantal nieuwe ondernemers in het cluster ICT en media vergt, net als
bij de adviesdiensten, gerichte advisering aan ondernemers over marktomstandigheden, samen-
werkingsstrategieën en overlevingskansen.
53
• In het kader van de opgave van de medische sector om in een groeiende vraag te voorzien
zonder dat de kosten uit de hand lopen, zijn sterke netwerken nodig waarin partijen met elkaar
kennis delen en samenwerken. Het cluster heeft groot belang bij technische én organisatorische
innovaties. Daarnaast ziet de Kamer van Koophandel een belangrijke opgave in de voorlichting
en advisering van de groeiende groep van starters in dit cluster.
• De afgelopen jaren waren vooral voor ontwerp- en bouwbedrijven erg moeilijk. Publieke en
private partijen moeten vooral nu het voortouw nemen om infrastructuur- en gebiedsontwikkeling
(bijvoorbeeld de A12 zone) te versterken. Voorts dient, in samenwerking tussen ondernemers en
overheden, het aanbestedingsbeleid te worden verbeterd.
• Veel bedrijven in het cluster transport en logistiek hebben moeite kostenstijgingen te verwerken
in de tarieven. Product- en dienstvernieuwing is noodzakelijk teneinde de toegevoegde waarde
van diensten voor afnemers te vergroten. Een tweede opgave is een betere benutting van de
verschillende vervoersmodaliteiten die in Midden-Nederland beschikbaar zijn. Door het vervoer
over wegen, spoorwegen en waterwegen beter te combineren, kan de bereikbaarheid worden
vergroot. De ontwikkelingen rond Port of Utrecht en de Logistieke Hotspot Rivierenland zijn in
dit opzicht zeer positief.
• Het probleem van de druk op de marges geldt met name ook voor veel bedrijven in het cluster
food en agribusiness. Het stelt bedrijven in dit cluster voor de opgave om te innoveren. Met name
voor dit cluster geldt het belang van innovatief ondernemerschap zoals dat eerder is geschetst.
• Een sterk punt van industriële bedrijven is dat zij over het algemeen bijdragen aan werkgelegen-
heid in andere sectoren, zoals de zakelijke dienstverlening en transport en logistiek. Het cluster
is echter ondervertegenwoordigd in de regio. Het is noodzakelijk dat de aantrekkingskracht van
de regio voor deze bedrijven wordt versterkt op bijvoorbeeld het gebied van de kwaliteit van de
arbeidsmarkt en de beschikbaarheid van geschikte en bereikbare locaties.
Tot slotIn deze publicatie is een beeld van de economie van Midden-Nederland geschetst en is aangegeven waar volgens de Kamer van Koophandel opgaven liggen die moeten worden opgepakt om de regionale economie te stimuleren. Deze opgaven zijn divers van aard en strekken zich uit over de volle breedte van de economie. Uitvoering van de opgaven ligt bij veel partijen. Ondernemers zijn zelf natuurlijk verantwoordelijk voor de eigen bedrijfsvoering en het zoeken en aangrijpen van marktkansen. Maar het zijn overheden en intermediaire organisaties die verantwoor-delijk zijn voor het creëren van de randvoorwaarden waaronder ondernemers hun bedrijf goed kunnen uitoefenen. Aan deze partijen hierbij de oproep die handschoen op te pakken. Alleen zo komt een nieuwe bloeiperiode naderbij.
Contact Kamer van Koophandel Midden-Nederland
Postbus 48
3500 AA Utrecht
www.kvk.nl/middennederland
030-2396600
Kantoren:
Tiel, Laan van Westroyen 6
Utrecht, Kroonstraat 50