1
27 januari 2018 , pag. 30 JALOERSMAKENDE DOMINEESHUIZEN Kerken stoten hun sierlijke pastorieën in rap tempo af. Het boek De protes- tantse pastorie in Noord-Nederland brengt de noordelij- ke domineeshuizen nu in kaart en vertelt ook over de predikantengezin- nen, die zich altijd voorbeeldig moes- ten gedragen. CHTERGROND C CHTERGROND CHTERGROND C CHTERGROND TEKST ERWIN BOERS ’I ndenoordelijkeprovinciesstaan ruim driehonderd pastorieën van monumentale allure, en het is een voorzichtige schatting dat ongeveer de helft hiervan inmiddels niet meer door predikanten en hun families wordt bewoond’, schrijven Nikolaj Bijleveld en Justin Kroesen in de inlei- ding van hun boek De protestantse pastorie in Noord-Nederland, dat deze week is versche- nen. Het boek leest als een speurtocht naar het onbekende. Best gek eigenlijk, want over de historische kerken van Noord-Nederland is eindeloos veel gepubliceerd. Zijn de vaak schit- terende predikantenwoningen die er bij horen, dan altijd onderbelicht gebleven? Jazeker, constateren de schrijvers, die met financiële hulp van de Stichting Oude Groninger Kerken een geslaagde inhaalslag maken. Het is een boek geworden over de stenen, maar vooral ook over de bewoners: de dominees, hun partners en kinderen. Wie vroeger in een pastorie woonde, voelde zich als in een glazen huis. Letterlijk, want er zaten grote ramen in domineeswoningen, maar ook figuurlijk. Van de predikantengezin- nen werd verwacht dat ze ‘voorbeeldig’ leefden en het dorp hield hen voortdurend in de ga- ten. Dat voelde lang niet altijd makkelijk en bovendien was de rijke uitstraling van de woningen bedrieglijk. De kerk was misschien rijk, maar dat gold niet voor de de dominee. Hij en zijn gezin waren slechts passanten, die er tijdelijk mochten wonen. Iedere dorpsbewoner wist vroeger precies wat een pastorie was. Een deftig, blokvormig huis bij de kerk. En vooral ook: een gebouw waar van alles te doen was. ‘De predikant en zijn familie hadden altijd veel aanloop door pastorale zorg, catechisatie, vergaderingen en bijbelstudie.’ HERDER Pastorieën danken hun naam aan het Latijnse woord pastor (herder) en bestonden al in de middeleeuwen, toen alle kerken nog katholiek waren. Ze beschikten meestal over een flink stuk land, dat bedoeld was om het salaris van de pastoor te betalen. Hij kon zijn akker of weiland verhuren aan een boer, maar mocht er ook zijn eigen voedsel op verbouwen. Noor- delijke middeleeuwse pastorieën zijn alleen bewaard gebleven in Eexta, Warffum, Usquert, de stad Groningen en Solwerd. Friesland telt er nog twee: in Boer en Nijland. Eind zestiende eeuw kwam de Reformatie, waarmee de katholieke kerken protestants werden. De ongetrouwde pastoors maakten toen plaats voor predikanten, die met hun gezinnen in de oude pastorieën trokken. Ook nu bleef een deel van de voorgangers actief als boer op het pastorieland. De wemen - zoals de pastorieën in Groningen nog lang werden aangeduid - hadden vaak een schuur om hun oogst op te slaan. Het boek wijdt een heel hoofdstuk aan de protestantse pastorie die in het middeleeuwse klooster van Ter Apel ontstond, een uitzonder- lijk voorbeeld. Veel middeleeuwse pastorieën hielden stand tot in de negentiende eeuw. In de tussentijd eeuw werd hier en daar wel een nieuwe domineeswoning gebouwd, maar hiervan is slechts een beperkt deel bewaard gebleven. Ons moderne beeld van de pastorieën is vooral ingekleurd door de negentiende eeuw, toen een enorme afbraakgolf op gang kwam. Historische domineeswoningen gingen tegen de vlakte en werden vervangen door nagel- nieuwe dorpsvilla’s, meestal in de neoclassicis- tische bouwstijl, die teruggreep op de Griekse en Romeinse oudheid. DEFTIG Vooral in Friesland werden deze dorpspasto- rieën massaal gebouwd, terwijl het er in Dren- the en Groningen iets geleidelijker aan toe- ging. Het zijn van die deftige woningen waar iedereen tegenwoordig meteen van zegt: ,,O, daar woonde vroeger vast de dominee of de dokter.’’ DE KERK WAS MISSCHIEN RIJK, MAAR DAT GOLD NIET VOOR DE DOMINEE De dominee was misschien niet arm, maar hij verdiende heus niet zoveel als de dokter. Waarom dan zo’n vorstelijke woning? Dat was te danken aan de bloei van de landbouw, waarmee de inkomsten van de kerkgangers flink stegen. Die rijkdom werd vertaald in een deftige – soms nieuwe – kerk en een represen- tatieve pastorie. Daar kwam nog iets bij: dorpen gingen landelijk een felle concurrentiestrijd met el- kaar aan om de populairste dominees binnen te halen. Dan moet je goede arbeidsvoorwaar- den bieden: ,,De chique pastorie was de voorlo- per van de dure leaseauto. Zo hield de pastorie gelijke tred met de maatschappelijke status van het predikantschap: het verbeeldde en versterkte die.’’ Zelfs de sobere gereformeerden, die zich afsplitsten van de hervormde kerk, lieten veel pastorieën bouwen in een pronkerige stijl. Het boek behandelt ook de weelderige kronkeltui- nen die destijds gebruikelijk waren, vooral bij de hervormde pastorieën. Aan de beroemde tuinontwerper Gerrit Vlaskamp is een apart hoofdstuk gewijd. Eind negentiende eeuw kromp de rijkdom van de kerken en daarmee ook de bouwstroom en het aanzien van de dominees. Een typisch herkenbare stijl was er daarna niet meer, hoewel er heus nog pareltjes verrezen. Groningen werd bijvoorbeeld ver- rijkt met een paar prachtige domineeswonin- gen in de stijl van de Amsterdamse School. Het boek geeft veel aandacht aan de mense- lijke kant van de pastoriebewoning. Neem bijvoorbeeld het hoofdstuk over Anne Zernike, de 24-jarige Amsterdamse, die in 1911 als eerste vrouwelijke voorganger van Nederland aan- trad in een eenvoudig veendorp. Heel eenzaam was ze in die eenvoudige doopsgezinde pastorie van Bovenknijpe (De Knipe). Op een middag drukte een armoedige kunstenaar haar een schilderijtje van een kraai in handen. Vanaf die dag was Zernike verliefd. Ze twijfelde, wees hem af, maar besloot hem uiteindelijk toch te trouwen. Jan Mankes was zijn naam en hij schilderde haar in de pastorie. Dat doek is nu een fortuin waard. Uiteraard komt ook de droef-komische domineesdichter Piet Paaltjens (François Ha- verschmidt) aan bod, wiens verlatenheid min- stens zo groot moet zijn geweest in de stille pastorie van Foudgum. Hij had er één vrind, zijn hondje Snuif, maar die verdronk bij een regenachtige wandeling na de kerkdienst. Paaltjens’ pastorie is nu een bed and breakfest. BOEKENWURMEN Predikanten waren meestal enorme boeken- wurmen. Arjen Dijkstra beschrijft hun impone- rende bibliotheken van de zestiende en zeven- tiende eeuw. Wie opgroeide in een pastorie kreeg die liefde voor het gesproken en geschre- ven woord ook overgedragen, vaak met bijzon- der resultaat. Denk aan cabaretier-schrijver Freek de Jonge (Westernieland, Workum), schrijver Geert Mak (Leeuwarden, Hurdegaryp) dichter Jean Pierre Rawie (Winschoten) en nieuwslezer Harmen Siezen (Peize). Krimp, kerkfusie en geldgebrek leiden de laatste decennia tot grootschalige afstoting van predikantenhuizen. ‘Vanuit kerkelijk en historisch oogpunt betekent het een groot verlies. Het semi-openbare gebouw wordt aan de gemeenschap onttrokken en de eeuwenou- de samenhang tussen kerk en pastorie raakt definitief verbroken’, constateren de schrijvers. Tot sloop en verruïnering leidt dit echter zelden, want de klassieke huizen zijn gewild bij liefhebbers. De omschrijving ‘pastoriewoning’ geldt nu als populaire aanprijzing op make- laarssite Funda. In de noordelijke provincies staat een hele trits predikantenwoningen te koop met vraagprijzen boven de vijf ton. Als monument blijven ze dus wel bewaard en ze zijn steevast verbouwd in een luxe vorm. ‘Menig dominee zou er jaloers op zijn.’ Boven: de oude pastorie aan de Kerklaan in Scheemda. Midden: de pastorie van Foudgum, waar domineesdichter François Haverschmidt jaren woonde. Onder: de pastorie in Peize, waar voormalig journaallezer Harmen Siezen woonde als kind. FOTO’S RCE, JUSTIN KROESEN, NIKOLAJ BIJLEVELD De protestantse pastorie in Noord-Nederland – Vijf eeuwen leven en werken door Nikolaj Bijle- veld en Justin Kroesen (red.). Uitgeverij Bornmeer. Prijs: 27,50 euro (246 blz.). Zie ook: www.bornmeer.nl. De middeleeuwse ‘sael’ in de historische pastorie van Warf- fum. FOTO OMKE OUDEMAN, COLLECTIE STICHTING OUDE GRONINGER KERKEN.

ACHCHTETERGRRG 27 januari 2018 , pag. 30 RONOBO ND · pastoralezorg, catechisatie, vergaderingen en ... nieuwe domineeswoning gebouwd, maar hiervan is slechtseen beperkt deel bewaard

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: ACHCHTETERGRRG 27 januari 2018 , pag. 30 RONOBO ND · pastoralezorg, catechisatie, vergaderingen en ... nieuwe domineeswoning gebouwd, maar hiervan is slechtseen beperkt deel bewaard

27 januari 2018 , pag. 30

JALOERSMAKENDEDOMINEESHUIZEN

Kerken stoten hun

sierlijke pastorieënin rap tempo af.

Het boek De protes-tantse pastorie inNoord-Nederland

brengt de noordelij-ke domineeshuizen

nu in kaart envertelt ook over depredikantengezin-nen, die zich altijdvoorbeeldig moes-

ten gedragen.

ACHTERGRONDCCHTERGRONDCHTERGRONDCCHTERGRONDT E K S T E R W I N B O E R S

’I ndenoordelijkeprovinciesstaanruim driehonderd pastorieën vanmonumentale allure, en het is een

voorzichtige schatting dat ongeveer de helfthiervan inmiddels niet meer door predikantenen hun families wordt bewoond’, schrijvenNikolaj Bijleveld en Justin Kroesen in de inlei-ding van hun boek De protestantse pastorie inNoord-Nederland, dat deze week is versche-nen.

Het boek leest als een speurtocht naar hetonbekende. Best gek eigenlijk, want over dehistorische kerken van Noord-Nederland iseindeloos veel gepubliceerd. Zijn de vaak schit-terende predikantenwoningen die er bij horen,dan altijd onderbelicht gebleven? Jazeker,constateren de schrijvers, die met financiëlehulp van de Stichting Oude Groninger Kerkeneen geslaagde inhaalslag maken. Het is eenboek geworden over de stenen, maar vooralook over de bewoners: de dominees, hunpartners en kinderen.

Wie vroeger in een pastorie woonde, voeldezich als in een glazen huis. Letterlijk, want erzaten grote ramen in domineeswoningen,maar ook figuurlijk. Van de predikantengezin-nen werd verwacht dat ze ‘voorbeeldig’ leefdenen het dorp hield hen voortdurend in de ga-ten. Dat voelde lang niet altijd makkelijk enbovendien was de rijke uitstraling van dewoningen bedrieglijk. De kerk was misschienrijk, maar dat gold niet voor de de dominee.Hij en zijn gezin waren slechts passanten, dieer tijdelijk mochten wonen.

Iedere dorpsbewoner wist vroeger precieswat een pastorie was. Een deftig, blokvormighuis bij de kerk. En vooral ook: een gebouwwaar van alles te doen was. ‘De predikant enzijn familie hadden altijd veel aanloop doorpastorale zorg, catechisatie, vergaderingen enbijbelstudie.’

HERDER

Pastorieën danken hun naam aan het Latijnsewoord pastor (herder) en bestonden al in demiddeleeuwen, toen alle kerken nog katholiekwaren. Ze beschikten meestal over een flinkstuk land, dat bedoeld was om het salaris vande pastoor te betalen. Hij kon zijn akker ofweiland verhuren aan een boer, maar mochter ook zijn eigen voedsel op verbouwen. Noor-delijke middeleeuwse pastorieën zijn alleenbewaard gebleven in Eexta, Warffum, Usquert,de stad Groningen en Solwerd. Friesland telt ernog twee: in Boer en Nijland.

Eind zestiende eeuw kwam de Reformatie,waarmee de katholieke kerken protestantswerden. De ongetrouwde pastoors maaktentoen plaats voor predikanten, die met hungezinnen in de oude pastorieën trokken. Ooknu bleef een deel van de voorgangers actief alsboer op het pastorieland. De wemen - zoals depastorieën in Groningen nog lang werdenaangeduid - hadden vaak een schuur om hunoogst op te slaan.

Het boek wijdt een heel hoofdstuk aan deprotestantse pastorie die in het middeleeuwseklooster van Ter Apel ontstond, een uitzonder-lijk voorbeeld. Veel middeleeuwse pastorieën

hielden stand tot in de negentiende eeuw. Inde tussentijd eeuw werd hier en daar wel eennieuwe domineeswoning gebouwd, maarhiervan is slechts een beperkt deel bewaardgebleven.

Ons moderne beeld van de pastorieën isvooral ingekleurd door de negentiende eeuw,toen een enorme afbraakgolf op gang kwam.Historische domineeswoningen gingen tegende vlakte en werden vervangen door nagel-nieuwe dorpsvilla’s, meestal in de neoclassicis-tische bouwstijl, die teruggreep op de Griekseen Romeinse oudheid.

DEFTIG

Vooral in Friesland werden deze dorpspasto-rieën massaal gebouwd, terwijl het er in Dren-the en Groningen iets geleidelijker aan toe-ging. Het zijn van die deftige woningen waariedereen tegenwoordig meteen van zegt: ,,O,daar woonde vroeger vast de dominee of dedokter.’’

DE KERK WAS MISSCHIENRIJK, MAAR DAT GOLD NIETVOOR DE DOMINEE

De dominee was misschien niet arm, maarhij verdiende heus niet zoveel als de dokter.Waarom dan zo’n vorstelijke woning? Dat waste danken aan de bloei van de landbouw,waarmee de inkomsten van de kerkgangersflink stegen. Die rijkdom werd vertaald in eendeftige – soms nieuwe – kerk en een represen-tatieve pastorie.

Daar kwam nog iets bij: dorpen gingenlandelijk een felle concurrentiestrijd met el-kaar aan om de populairste dominees binnente halen. Dan moet je goede arbeidsvoorwaar-den bieden: ,,De chique pastorie was de voorlo-per van de dure leaseauto. Zo hield de pastoriegelijke tred met de maatschappelijke statusvan het predikantschap: het verbeeldde enversterkte die.’’

Zelfs de sobere gereformeerden, die zichafsplitsten van de hervormde kerk, lieten veelpastorieën bouwen in een pronkerige stijl. Hetboek behandelt ook de weelderige kronkeltui-nen die destijds gebruikelijk waren, vooral bijde hervormde pastorieën. Aan de beroemdetuinontwerper Gerrit Vlaskamp is een aparthoofdstuk gewijd. Eind negentiende eeuwkromp de rijkdom van de kerken en daarmeeook de bouwstroom en het aanzien van dedominees. Een typisch herkenbare stijl was erdaarna niet meer, hoewel er heus nog pareltjesverrezen. Groningen werd bijvoorbeeld ver-rijkt met een paar prachtige domineeswonin-gen in de stijl van de Amsterdamse School.

Het boek geeft veel aandacht aan de mense-lijke kant van de pastoriebewoning. Neembijvoorbeeld het hoofdstuk over Anne Zernike,de 24-jarige Amsterdamse, die in 1911 als eerstevrouwelijke voorganger van Nederland aan-trad in een eenvoudig veendorp.

Heel eenzaam was ze in die eenvoudigedoopsgezinde pastorie van Bovenknijpe (DeKnipe). Op een middag drukte een armoedigekunstenaar haar een schilderijtje van een kraaiin handen. Vanaf die dag was Zernike verliefd.Ze twijfelde, wees hem af, maar besloot hemuiteindelijk toch te trouwen. Jan Mankes waszijn naam en hij schilderde haar in de pastorie.Dat doek is nu een fortuin waard.

Uiteraard komt ook de droef-komischedomineesdichter Piet Paaltjens (François Ha-verschmidt) aan bod, wiens verlatenheid min-stens zo groot moet zijn geweest in de stillepastorie van Foudgum. Hij had er één vrind,zijn hondje Snuif, maar die verdronk bij eenregenachtige wandeling na de kerkdienst.Paaltjens’ pastorie is nu een bed and breakfest.

BOEKENWURMEN

Predikanten waren meestal enorme boeken-wurmen. Arjen Dijkstra beschrijft hun impone-rende bibliotheken van de zestiende en zeven-tiende eeuw. Wie opgroeide in een pastoriekreeg die liefde voor het gesproken en geschre-ven woord ook overgedragen, vaak met bijzon-der resultaat. Denk aan cabaretier-schrijverFreek de Jonge (Westernieland, Workum),schrijver Geert Mak (Leeuwarden, Hurdegaryp)dichter Jean Pierre Rawie (Winschoten) ennieuwslezer Harmen Siezen (Peize).

Krimp, kerkfusie en geldgebrek leiden delaatste decennia tot grootschalige afstotingvan predikantenhuizen. ‘Vanuit kerkelijk enhistorisch oogpunt betekent het een grootverlies. Het semi-openbare gebouw wordt aande gemeenschap onttrokken en de eeuwenou-de samenhang tussen kerk en pastorie raaktdefinitief verbroken’, constateren de schrijvers.

Tot sloop en verruïnering leidt dit echterzelden, want de klassieke huizen zijn gewild bijliefhebbers. De omschrijving ‘pastoriewoning’geldt nu als populaire aanprijzing op make-laarssite Funda. In de noordelijke provinciesstaat een hele trits predikantenwoningen tekoop met vraagprijzen boven de vijf ton. Alsmonument blijven ze dus wel bewaard en zezijn steevast verbouwd in een luxe vorm.‘Menig dominee zou er jaloers op zijn.’

Boven: de oude pastorie

aan de Kerklaan in

Scheemda. Midden: de

pastorie van Foudgum,

waar domineesdichter

François Haverschmidt

jaren woonde. Onder: de

pastorie in Peize, waar

voormalig journaallezer

Harmen Siezen woonde

als kind.

FOTO’S RCE, JUSTIN KROESEN,

NIKOLAJ BIJLEVELD

De protestantse pastorie

in Noord-Nederland –

Vijf eeuwen leven en

werken door Nikolaj Bijle-

veld en Justin Kroesen

(red.). Uitgeverij Bornmeer.

Prijs: 27,50 euro (246

blz.). Zie ook:

www.bornmeer.nl.

De middeleeuwse ‘sael’ in de historische pastorie van Warf-

fum. FOTO OMKE OUDEMAN, COLLECTIE STICHTING OUDE GRONINGER KERKEN.