222
ACTIVITEITENRAPPORT 2009 Dienst Vreemdelingenzaken FOD Binnenlandse Zaken

Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

ACTIVITEITENRAPPORT 2009

Dienst Vreemdelingenzaken

FOD Binnenlandse Zaken

Page 2: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

2

Dit activiteitenrapport is een realisatie van de dossierbeheerders van de Algemene Directie Vreemdelingenzaken.

Voor elke opmerking, suggestie of bijkomende vraag kan u zich richten tot de AD

Vreemdelingenzaken, Antwerpsesteenweg 59 B, 1000 Brussel, Tel. : +32 (0)2/793 92 19 of +32 (0)2/793 92 22

Fax : +32 (0)2/274 66 08, e-mail : [email protected].

Het rapport is ook verkrijgbaar in het Frans en kan eveneens geraadpleegd worden op www.dofi.fgov.be.

Coördinatie : Tom PEEL

Vertaling : Norah GRANDJEAN (F), Emilie LEDUC (F), Jan SLECHTEN (N) en Wim VAN DER STRAETEN (N)

Verantwoordelijk Uitgever : Freddy ROOSEMONT, Antwerpsesteenweg 59 B, 1000 Brussel

Page 3: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

3

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken WOORD VOORAF 10 HOOFDSTUK I : INLEIDING 14 HOOFDSTUK II : CORPORATE MANAGEMENT I. Planning, selectie en aanwerving 18 I.1. Inleiding 18 I.2. Omzettingen 18 I.3. Bevorderingen 18 I.4. Interne overplaatsingen 19 I.5. Optimalisering van de selectieprocedures 19 I.6. Het personeel van de DVZ, in cijfers, voor 2009 20 II. Beheer van de administratieve loopbaan 25 II.1. Het absenteïsme verminderen 25 III. Organisatie- en Personeelsontwikkeling 25 III.1. Interne personeelsontwikkeling 25 III.2. Opleidingen voor de partners van de Dienst Vreemdelingenzaken 26 III.2.1. Voor politiediensten 26

III.2.2. Voor gemeentediensten 27 III.2.3. Voor magistraten 27 III.2.4. Conclusie 27 III.3. Ontwikkelcirkels 28 III.4. Organisatieontwikkeling 28 III.4.1. Kenniscentrum 28 III.4.2. Operationeel plan 28 IV. Boekhouding en begroting en Aankoopdienst 29 IV.1. Algemeen 29 IV.2. Beheer van de begroting en boekhouding 29 IV.2.1. De verwerking van de uitgaven 29 IV.2.2. Controle van de rekening van ontvangsten binnen de AD Dienst Vreemdelingenzaken 30 IV.2.3. Voorbereiding en afhandeling begrotingscontrole 2009 en budgetontwerp 2010 30

IV.2.4. Samenwerking met de aankoop- en de budgettaire verantwoordelijken van de gesloten centra 30

IV.3. Steun bij de verhuizing 31 IV.4. Internationale projecten in het kader van het vreemdelingenbeleid 31 IV.5. Budgettaire vastleggingen 2009 per basisallocatie 31 IV.6. Oprichting beheerscomité 36

Page 4: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

4

V. Het beheer van de gebouwen, telefonie, veiligheid en onthaal 37 V.1. Onthaal 37 V.2. Veiligheid 37 V.3. Telefonie 37 V.4. Gebouwen 37 VI. Oprichting van een logistieke Helpdesk P&O bij de Dienst Vreemdelingenzaken 38 HOOFDSTUK III : 2009, WERKING VAN WOONUNITS, FAMILIE IDENTIFICATIE- EN TERUGKEERTEAM (FITT) I. Inleiding 40 II. Taken 40 II.1. Beschrijving 40 II.2. Omtrent de woonunits 41 II.3. Wie kan er nog vastgehouden worden ? 42 II.4. Omtrent de rechten en plichten van de gezinnen 42 II.5. Met betrekking tot de schoolgaande kinderen 43 III. Statistieken 43 IV. Samenwerking met andere organisaties en bezoek van delegaties 44

HOOFDSTUK IV : DE HUMANITAIRE REGULARISATIES VAN VERBLIJF, OF HET BELANG VAN STANDVASTIGHEID I. Inleiding 46 II. Algemeen overzicht van het dienstjaar 2009 50 II.1. Vergelijking met voorgaande jaren 50 II.2. De resultaten op vlak van besluitvorming 51 II.3. De bijzondere problematiek van de medische aanvragen (artikel 9 Ter) 54 HOOFDSTUK V : TOEGANG TOT EN VERBLIJF IN HET RIJK I. Het kort verblijf in België 59 I.1. De visumdienst van het kort verblijf 59 I.2. De dienst Vision 62 I.3. De dienst Kort Verblijf / Opvolging 65 II. Het lang verblijf in België 66 II.1. Lang verblijf / Niet-EU 66 II.2. Lang verblijf / Studenten 68 II.2.1. Inleiding 68

Page 5: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

5

II.2.2. Statistieken van de FOD Buitenlandse Zaken 68 II.3. Lang Verblijf / EU 69 II.3.1. Inleiding 69 II.3.2. Enkele cijfergegevens 69 II.4. Lang Verblijf / Fraudecel 70 II.4.1. Inleiding 70 II.4.2. Cijfergegevens 71 II.4.3. Top 5 valse nationaliteiten 71 III. De dienst Gezinshereniging 71 III.1. Bevoegdheden van de dienst Gezinshereniging 71 III.2. Evolutie van de beveiligde DNA-procedure in het kader van de aanvragen voor een visum “gezinshereniging” 72 III.3. Activiteiten van de dienst Visa Gezinshereniging 73 III.4. Betrokkenheid van de dienst Visa Gezinshereniging bij de strijd tegen de schijnhuwelijken 74 IV. Naturalisaties 74 V.1. Inleiding 74 V.2. Ontwikkelingen in 2009 75 V.3. Workflow 2009 75 V. Minderjarigen / Slachtoffers van mensenhandel (MINTEH) 75 V.1. Bevoegdheden van de dienst MINTEH 75 V.2. Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen 76 V.2.1. Cijfergegevens en tendensen 76 V.2.1.1. Aanvraag documenten NBMV 76 V.2.1.2. Vraag om vernieuwing van NBMV-documenten 76 V.2.1.3. Signalement van de NBMV’s 77 V.2.2. Aandachtspunten 78 V.2.2.1. De voogden 78 V.2.2.2. De Dienst Voogdij en de Dienst Vreemdelingenzaken 78

V.2.2.3. De aanvragen voor een inschrijving in het vreemdelingenregister, in afwezigheid van een paspoort 78

V.2.2.4. De zoektocht naar de familie 79 V.2.2.5. De vrijwillige terugkeer 80 V.2.2.6. De verdwijningen 80 V.3. Slachtoffers mensenhandel 80 V.3.1. Cijfergegevens en tendensen 80

V.3.1.1. Nieuwe vragen om toepassing, op basis van de artikelen 61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen 80

V.3.1.2. Onderzoek van de verschillende verblijfstitels die worden afgegeven 82 V.3.2. Aandachtspunten 83 V.3.2.1. Samenwerking met de opvangcentra voor slachtoffers mensenhandel 83

V.3.2.2. De nieuwe wet van 15 september 2006 rond het verblijfsstatuut voor slachtoffers mensenhandel 83

VI. Helpdesk 84 VI.1. Algemene helpdesk 84

Page 6: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

6

VI.2. SMEDEM-helpdesk 85 HOOFDSTUK VI : DE STRIJD TEGEN DE ILLEGALE IMMIGRATIE, DE MENSENHANDEL EN DE MENSENSMOKKEL I. Controle op de toegang tot het grondgebied en controle op het illegaal verblijf 87 I.1. Controle aan de Schengenbuitengrenzen 87 I.1.1. Grensposten, nieuwe maatregelen en richtlijnen 87 I.1.2. Controle van de grensposten 87 I.1.2.1. Schengenevaluatie 87 I.1.2.2. Commissie Buitengrenzen 88 I.1.2.3. Inspectie grensposten 88 I.1.2.4. Lille Loophole effect 89 I.1.2.5. Overeenkomst MOU 89 I.1.2.6. Preventieve maatregelen 89 I.1.3. Individuele controle toegang 92 I.1.3.1. Algemene binnenkomstvoorwaarden 92

I.1.3.2. Algemeen overzicht van de aan de grens genomen beslissingen en behandelde situaties 92

I.1.3.3. Detailoverzicht bij algemeen overzicht 92 I.2. Controle op het Belgisch grondgebied 99

I.2.1. Samenwerking Dienst Vreemdelingenzaken met politiediensten en Sociale Inspectie 99

I.2.1.1. Bureau C – illegalen - en de Permanentiedienst van de DVZ 99 I.2.1.2. De Gerechtelijke Sectie van de DVZ 102 I.2.2. Controles op adres 104 I.2.3. Garanten 104 I.2.4. Schengenseiningen (SIS) 104 I.2.5. Gevangenen 106 I.3. Vasthoudingen in de gesloten centra en de identificatie 108 I.3.1. De gesloten centra : statistische gegevens voor het jaar 2009 108 I.3.2. De vasthouding van de families : belangrijke evolutie in 2009 112 I.3.3. Bijzonderheden, nieuwe initiatieven en specifieke dossiers 113 I.3.4. Identificatie van vreemdelingen 122 I.3.4.1. Cel identificatie voor vreemdelingen in de gesloten centra 122 I.3.4.2. Samenwerking met de strafinstellingen 127 II. De verwijderingen 130 II.1. Wijze van verwijderingen 130 II.2. Data, evoluties en knelpunten 131 II.2.1. Cijfers en evoluties 131 II.2.2. Aandachtspunten 133 II.3. Beveiligde vluchten 134 II.4. Samenwerking met de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) 134 II.5. Internationale samenwerking inzake verwijdering 135 II.5.1. Het Europees agentschap Frontex 135 II.5.2. De communautaire overnameovereenkomsten 137 II.5.3. Benelux 137 II.5.4. Belgisch niveau 137

Page 7: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

7

III. De multidisciplinaire aanpak van de Dienst Vreemdelingenzaken 138 III.1. De samenwerking met de gemeenten 138 III.1.1. Project van de pilootgemeenten 138 III.1.1.1. Inleiding 138 III.1.1.2. Evaluatie van het project 138 III.1.2. Het Project Europa – omzendbrief 30 december 1997 141 III.1.2.1. Inleiding 141 III.1.2.2. Procedure en resultaten 142 III.1.3. Project “beveiliging van de gemeentebesturen” 143 III.1.4. De controle van de gemeenten 144 III.1.5. Tevredenheidsonderzoek bij de gemeenten 147 III.2. De samenwerking met de politiediensten 148 III.2.1. Informatieaanvragen 148 III.3. Samenwerking met Veiligheids- en Inlichtingendiensten 150 III.4. Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) 151 III.5. De samenwerking met de parketten 151 III.5.1. Nationaal draaiboek Schijnhuwelijk 152 III.6. De samenwerking binnen de Dienst Vreemdelingenzaken 152 III.7. De samenwerking met belanghebbenden in de strijd tegen het gebruik van valse en vervalste verblijfsdocumenten 153 III.8. Mensenhandel en mensensmokkel 154 III.9. Misbruik van administratieve procedures 156 III.9.1. Schijnhuwelijken 156 III.9.1.1. Algemeen 156 III.9.1.2. Nationaal draaiboek schijnhuwelijken 158 III.9.1.3. Voorgenomen huwelijken 158 III.9.1.4. Afgesloten huwelijken 160

III.9.1.5. Omzendbrief 13/09/2005 betreffende de uitwisseling van informatie tussen de ambtenaren van burgerlijke stand, in samenwerking met de DVZ, ter gelegenheid van een huwelijksaangifte waarbij een vreemdeling betrokken is 164

III.9.2. Verklaring van Wettelijke Samenwoning 165 III.9.3. Bijzondere administratieve onderzoeken in 2009 165 III.10. Openbaarheid van bestuur 167 HOOFDSTUK VII : DE ASIELBEVOEGDHEID VAN DE DVZ I. Belangrijkste aanpassingen aan de asielprocedure voor de Directie Asiel bij de DVZ door de wetswijziging van 15 september 2006 169 I.1. Inleiding 169 I.2. Vasthoudingen 169 I.3. Het injunctierecht tegenover de C.G.V.S. 170 I.4. Intrekking van de status van vluchteling of subsidiaire bescherming 170 I.5. Besluit 170 II. Hervestiging of resettlement 171 III. Overzicht van de verschillende cellen van de Directie Asiel 172 III.1. Cel Registratie en Administratie 172 III.1.1. Bevoegdheden 172 III.1.2. Cijfergegevens voor het jaar 2009 173 III.2. Cel Interviews en Beslissingen 173

Page 8: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

8

III.2.1. Bevoegdheden 173 III.2.2. Cijfergegevens voor het jaar 2009 173 III.3. Cel Dublin 174 III.3.1. Bevoegdheden 174 III.3.2. Cijfergegevens voor het jaar 2009 174 III.4. Cel Gesloten centra 175 III.4.1. Bevoegdheden 175 III.4.2. Cijfergegevens voor het jaar 2009 175 III.5. Cel Printrak 176 III.5.1. Bevoegdheden 176 III.5.2. Cijfergegevens voor het jaar 2009 176 III.6. Cel Veiligheid 176 HOOFDSTUK VIII : VREEMDELINGENRECHT : GESCHILLEN I. Geschillen 178 I.1. Inleiding 178 I.2. Taken 178 I.3. Statistieken van het Bureau Geschillen betreffende het jaar 2009 179 HOOFDSTUK IX : INTERNATIONALE RELATIES I. Bureau Internationale Betrekkingen 181 I.1. Bevoegdheden en kader 181 I.2. Werkingsgebieden 182 I.2.1. Grenzen 182 I.2.2. Visa 183 I.2.3. Toelating - Legale migratie 185 I.2.4. Verwijdering 187 I.2.4.1. Overname 187 I.2.4.2. Richtlijn “Terugkeer” 188 I.2.4.3. Frontex 189 I.2.4.4. Richtlijn “Sancties“ 189 I.2.5. Asiel 189 I.2.5.1. Legislatief : Tweede fase van het gemeenschappelijk asielsysteem 190 I.2.5.2. Practische samenwerking 193 I.2.5.3. Solidariteit 193

I.2.6. Groep op Hoog Niveau voor Asiel en Migratie van de Raad van de Europese Unie 193

II. Belgisch contactpunt van het Europees Migratienetwerk 194 III. Samenwerking tussen immigratiediensten op bilateraal niveau 195 IV. Werkgroep CIREFI 197 V. IGC, GDISC en ICMPD 197 V.1. Inter Governmental Consultations on Asylum in Migration (IGC) 197 V.1.1. Werkgroep “toegang, controle en uitvoering van maatregelen” 197

Page 9: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

9

V.1.2. Werkgroep “technologie” 198 V.2. GDISC Conferentie over familiemigratie met bijzondere focus op het misbruik van familiehereniging 198 VI. International Air Transport Association (IATA) 199 VII. Zendingen en deelnames aan internationale conferenties 200 VII.1. Bezoeken vanuit het buitenland 200 VII.2. Zendingen 201 VII.3. Seminaries en conferenties 202 VIII. EU-projecten 202 IX. Preventieprojecten 203 HOOFDSTUK X : DE DVZ IN DE MEDIA I. De werking van de Pers- en Communicatiedienst 207 II. Persevenementen in 2009 208 HOOFDSTUK XI : HET DOCUMENTATIEBEHEER VAN DE DVZ I. Bibliotheek 212 II. Websites van de DVZ 212 HOOFDSTUK XII : BIJLAGEN I. Huidig organogram Dienst Vreemdelingenzaken 214 II. Juridische bronnen 215 III. Omzendbrieven die in het jaar 2009 werden gepubliceerd 218 IV. Afkortingen en letterwoorden 218 V. Adressen 222

Page 10: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

10

WOORD VOORAF

Page 11: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

11

Geachte lezer,

Momenteel hebt u het Activiteitenrapport van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) voor het jaar 2009 in handen. Het betreft een gedegen werkstuk van de diverse domeinen waarin de DVZ actief is. Inzake het personeelsmanagement werd in het jaar 2009 een actieplan voorgesteld om het absenteïsme te doen verminderen en de reïntegratie van de ambtenaren die wegens ziekteverlof voor een lange periode afwezig zijn te bevorderen. Verschillende soorten absenteïsmegesprekken getest. Deze gesprekken hebben reeds interessante resultaten opgeleverd. De rol van de personeelsdienst bestaat uiteraard in het zoeken naar een oplossing, in overleg met de ambtenaar, het aanzetten tot een ontmoeting met de hiërarchische oversten of het doorverwijzen van de ambtenaren naar de sociale dienst of elke

andere toepasselijke dienst. Het actieplan zal tussen 2010 en 2012 uitgevoerd worden. Voorts speelde in 2009 het regularisatiedebat wederom een grote rol in het vreemdelingenbeleid. Het is hierbij de DVZ die beslist over de aanvragen voor regularisatie van verblijf om varia humanitaire redenen waaronder de medische. Voorts beslist de DVZ binnen het kader van deze regularisatiedossiers over de afgifte en verlenging van attesten van immatriculatie, de verlenging van inschrijvingen in het vreemdelingenregister in hun conversie van beperkte tot onbeperkte geldigheid en de afgifte of verlenging van bevelen om het grondgebied te verlaten. In de uitvoering van deze bevoegdheden trof de DVZ niet minder dan 21.410 beslissingen. Maar ook wat de controles op het terrein zelf betreft, legde de DVZ een grote activiteit aan de dag. De DVZ kan bij controleacties van politiediensten en sociale inspectiediensten de nodige ondersteuning bieden. Het betreft dan het herkennen van documenten en het bepalen van het al dan niet wettelijke verblijf van de vreemdelingen. Op die manier wordt niet enkel efficiënt gewerkt maar kunnen ook de meest geschikte administratieve beslissingen worden genomen. In het jaar 2009 werd aan een recordaantal van 567 operaties op het grondgebied deelgenomen. Het betreft aldus acties ter handhaving van de de sociale wetgeving (horeca-, bouw- en tuinbouwsector) of politionele acties (wegcontroles en inspectie op huisjesmelkerij). In het jaar 2009 kwam de werking van de woonunits voor families met minderjarige kinderen echt op gang en werd ze uitgebreid. Ter herinnering, eind 2008 besliste de toenmalige Minister van Migratie- en Asielbeleid Turtelboom dat er geen families met minderjarige kinderen, die zich in België op onregelmatige wijze bevonden, nog in een gesloten centrum konden opgesloten worden. Als alternatief voor deze opsluiting werden huizen ter beschikking gesteld door de Regie der Gebouwen, die als familie-units werden ingericht. Eind 2009 besliste haar opvolger, Staatssecretaris van Migratie- en Asielbeleid Wathelet, vervolgens dat ook families, aan de grens en aan wie de binnenkomst in het Rijk wordt geweigerd en niet op korte termijn kunnen teruggedreven worden, ook naar deze woonunits moesten worden overgebracht. Dit ganse project wordt overigens gesteund door het Europees Terugkeerfonds, in het kader van het programma “Solidariteit en Beheer van Migratiestromen”.

Page 12: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

12

Met het oog op de verbetering van de samenwerking met buitenlandse overheden, zowel in het kader van de verwijdering als de terugname van hun onderdanen werden er ook in 2009 verschillende zendingen uitgevoerd. Een missie werd ondernomen naar Irak om de nodige contacten te leggen met plaatselijke luchthavenautorieiten en de voorbereidingen te treffen voor de terugkeer van Irakese onderdanen. De gesprekken verliepen zeer positief wat leidde tot organisatie van repatriëringen naar Noord-Irak. De opgebouwde contacten worden onderhouden. Net als vorige jaren sluit ik graag af met een blik op wat de toekomst brengt. Zoals eerder vermeld, blijft de impact van de Europese regelgeving op het Belgische verblijfsrecht groot. Zo zal het migratierecht in lijn moeten worden gebracht met verschillende EU richtlijnen inzake asiel (Richtlijn 2005/85), studentenverblijf (Richtlijn 2004/114), en verwijdering van vreemdelingen (Richtlijn 2008/115). Op middenlange termijn zullen ook de richtlijnen rond het verblijf van vreemdelingen met een hooggekwalificeerde baan (Richtlijn 2009/50) en rond de sanctionering van bepaalde werkgevers (Richtlijn 2009/52) worden geïntegreerd. Daarnaast stelt zich vandaag ook de vraag naar de wijziging van de bepalingen rond gezinshereniging en (medische en humanitaire) regularisatie. Dit niet in het minst gelet op een aantal recente arresten van het Grondwettelijk hof en van de Raad van State. In functie van de bereikte akkoorden zal de reglementering op deze punten desgevallend ook aangepast worden. Met dit werkstuk wordt u uitgenodigd om het dynamisme waarmee mijn diensten werken te ervaren. Tot slot nog een welgemeend woord van dank aan de medewerkers van de Dienst Vreemdelingenzaken. Hun inzet, loyaliteit en enthousiasme maken het onmogelijke in dit delicaat en maatschappelijk beladen domein vaak mogelijk. Ik wens u alvast veel leesplezier, Freddy ROOSEMONT Directeur- generaal

Page 13: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

13

Wie zijn wij? De Dienst Vreemdelingenzaken maakt deel uit van de FOD Binnenlandse Zaken. Momenteel stelt de dienst ongeveer een 1700-tal personeelsleden tewerk bij de centrale diensten in Brussel en bij de gesloten centra. Meer informatie over de structuur en de bevoegdheden van de Dienst Vreemdelingenzaken kan teruggevonden worden op onze website www.dofi.fgov.be. Het huidige organogram van de DVZ staat afgebeeld in het twaalfde en laatste hoofdstuk Bijlagen.

Wat doen wij?

De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) staat de Minister van Binnenlandse Zaken bij in het voeren van een vreemdelingenbeleid. De binnenkomst en het verblijf van vreemdelingen in België worden enerzijds geregeld in de nationale wetgeving. Zo staan de basisregels om naar België te komen voor een kort verblijf of een lang verblijf beschreven in de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en het uitvoerend koninklijk besluit van 8 oktober 1981. Anderzijds moet er meer en meer rekening gehouden worden met een brede waaier van internationale reglementeringen. Dit omvat zowel de traditionele verdragen zoals de Conventie van Genève van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen als de bindende verordeningen en richtlijnen van de Europese Raad. De DVZ kijkt erop toe dat de vreemdeling de regels betreffende immigratie en verblijf respecteert. Indien dit het geval is, zal de DVZ instructies uitvaardigen om de betrokken vreemdeling een visum of een verblijfsvergunning te verschaffen. In het tegenovergestelde geval worden er, indien dat nodig is, verwijderingsmaatregelen genomen die soms op gedwongen wijze moeten worden uitgevoerd. Op het terrein wordt er nauw samengewerkt met andere instanties zoals ambassades en consulaten, gemeentebesturen, de federale politiediensten, de Sociale Inspectie, parketten, de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) of Child Focus. De Dienst Vreemdelingenzaken is hoofdzakelijk een tweedelijnsadministratie. Dit betekent dat de DVZ, behalve bij asielzoekers, niet rechtstreeks maar via de bovenvermelde partners kennis krijgt van een dossier van een vreemdeling. De instructies van de DVZ moeten de vreemdeling ook bereiken via deze partners.

Page 14: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

14

HOOFDSTUK I

INLEIDING

Page 15: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

15

Enkele jaren geleden gingen de managementprojecten van start. Al deze moderniseringsprojecten en evaluatiesystemen leverden na de verschillende fases van implementatie reeds mooie resultaten op. Het doel van deze moderniseringen is de werking en organisatie van de Dienst Vreemdelingenzaken beter af te stemmen op de noden van de burger en tot een beter personeelsbeheer te komen. In het tweede hoofdstuk ”Corporate management“ worden naast de resultaten van deze managementprojecten ook het personeelsbeleid, het financieel beleid en het logistiek beleid belicht. Een goed management veronderstelt immers niet enkel het voorbereiden van de toekomst, maar ook - in de mate van het mogelijke - het organiseren ervan. In het jaar 2009 kwam de werking van de woonunits voor families met minderjarige kinderen echt op gang en werd ze uitgebreid. Eind 2008 besliste de toenmalige Minister van Migratie- en Asielbeleid Turtelboom dat er geen families met minderjarige kinderen, die zich in België op onregelmatige wijze bevonden, nog in een gesloten centrum konden opgesloten worden. Als alternatief voor deze opsluiting werden huizen als familie-units ingericht. Eind 2009 besliste Staatssecretaris van Migratie- en Asielbeleid Wathelet vervolgens dat ook families, aan de grens en aan wie de binnenkomst in het Rijk wordt geweigerd en niet op korte termijn kunnen teruggedreven worden, ook naar deze woonunits moesten worden overgebracht. In het derde hoofdstuk worden dit project nader besproken. Inzake de humanitaire regularisaties van verblijf werd het jaar 2009 gekenmerkt door de totstandkoming van de lang verwachte politieke consensus omtrent deze kwestie. Zoals elke politieke overeenstemming heeft het akkoord van juli 2009 het voordeel te bestaan: enerzijds vroeg de administratie om richtlijnen en anderzijds beantwoordt het akkoord de verwachtingen van een deel van publieke opinie en maatschappij. In het vierde hoofstuk wordt nader op deze problematiek ingegaan, wordt een administratieve en bijgevolg objectieve kijk verleend en worden tal van relevante statistieken gegeven. Een van de voornaamste taken van de Dienst Vreemdelingenzaken is het in goede banen leiden van de toegang tot het grondgebied en het verblijf van vreemdelingen in België. Het gaat om een immense taak. De Directie Toegang en Verblijf binnen de DVZ bestaat dan ook uit een aanzienlijk aantal bureaus. Om die reden werd ervoor geopteerd om deze mastodontpijler grondig onder de loep te nemen, teneinde de lezer een overzichtelijk beeld van zijn werking te kunnen bieden. Het overzicht van de betrokken bureaus is terug te vinden in het vijfde hoofdstuk. In het managementplan van de Dienst Vreemdelingenzaken vormen de bestrijding van de mensenhandel, de humane maar stringente verwijdering van illegale vreemdelingen en de goede werking van de gesloten centra een aandachtspunt. In het zesde hoofdstuk komen deze doelstellingen aan bod. Dit hoofdstuk geeft in chronologische volgorde de relevante werkzaamheden weer. Het gevoerde beleid zal leiden tot het uitvoeren van de in het managementplan geciteerde missies. De in dit hoofdstuk aangehaalde cijfers, statistieken en diagrammen ondersteunen de lezer waar nodig en illustreren eveneens de geboekte resultaten. Wat het asielbeleid betreft, bracht de wetswijziging van 15 september 2006 belangrijke aanpassingen aan de asielprocedure voor de Directie Asiel bij de DVZ met zich mee. Vooral het wegvallen van de ontvankelijksprocedure springt in het oog. Maar ook met betrekking tot het vasthouden van de asielzoeker, het ministeriële injunctierecht en de intrekking van de eerder toegekende status werden nieuwe wetsbepalingen ingevoerd. In hoofdstuk zeven wordt hier verder op ingegaan. Komt eveneens aan bod in dit hoofdstuk: het Resetllementproject en het overzicht van de verschillende cellen van de Asieldirectie. De bevoegdheden van alle cellen worden uit de doeken gedaan en voorts voorzien van relevante cijfergegevens.

Page 16: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

16

Met betrekking tot het vreemdelingenrecht worden de belangen van de overheid door de DVZ en meer bepaald het bureau Geschillen waargenomen. Zo is het Bureau Geschillen verantwoordelijk voor de opvolging en de coördinatie van de gerechtelijke procedures. Daarnaast verstrekt dit Bureau juridische adviezen, met het oog op een bevestiging, door de juridische instanties, van de administratieve beslissingen die bij die instanties worden aangevochten. Eveneens wordt de opvolging bij de Raad van State en de burgerlijke gerechtshoven en rechtbanken verzekerd en worden de verzoeken tot invrijheidstelling behandeld. Voor de eventuele beroepen in cassatie is het Bureau bevoegd, evenals wanneer bepaalde wetsbepalingen het voorwerp uitmaken van een beroep of een prejudiciële vraag bij het Grondwettelijk hof. Het achtste hoofdstuk belicht op exhaustieve wijze de juridische activiteiten. De Dienst Vreemdelingenzaken beheert de internationale relaties inzake vreemdelingenbeleid. Om de opdrachten gerelateerd aan de vreemdelingenmaterie tot een goed einde te brengen dient meer en meer een beroep te worden gedaan op supranationale samenwerking. Binnen de Dienst Vreemdelingenzaken zijn er dan ook meerdere bureaus die de vertegenwoordiging van de DVZ verzekeren in multilaterale internationale vergaderingen. Deze vinden onder meer plaats in het kader van de Europese Unie, de Raad van Europa, de Benelux, enzovoort. De relaties met de EU nemen ongetwijfeld het grootste deel van de tijd in beslag, gezien de aanzienlijke evolutie van de reglementering en de activiteiten van de DVZ op communautair niveau. In het negende hoofdstuk worden de internationale relaties nader toegelicht. In het tiende hoofdstuk wordt de werking van de Persdienst uit de doeken gedaan. De Persdienst heeft als taak op snelle en coherente wijze een antwoord te geven op de gestelde kritiek. Deze dienst valt dan ook rechtstreeks onder de bevoegdheid van de Directeur-generaal. De twee woordvoerders behandelen in de beide landstalen alle prangende vragen. De woordvoerders verzekeren een adequate communicatie met de geschreven en de gesproken pers. Hiervoor staan ze in nauw contact met de interne uitvoeringsbureaus die rechtstreeks betrokken zijn bij het door de pers behandelde onderwerp en met de voornaamste externe partners, zoals de Federale Politie, het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, Fedasil... In het elfde hoofdstuk wordt dan weer het documentatiebeheer van de DVZ onder de loep genomen. De Dienst Algemene Documentatie stelt algemene dossiers met betrekking tot de vreemdelingenreglementering samen, bewaart ze en stelt ze elektronisch ter beschikking aan de personeelsleden. In het twaalfde en tevens laatste hoofdstuk werden de bijlagen opgenomen. Het bevat, naast het actueel organogram van de Dienst Vreemdelingenzaken en de nuttige adressen, ook de juridische bronnen en de omzendbrieven betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

Page 17: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

17

HOOFDSTUK II

CORPORATE MANAGEMENT

Page 18: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

18

I. Planning, selectie en aanwerving

I.1. Inleiding In het jaar 2009 werd vastgesteld dat de positieve evolutie van de stabiliteit van het personeel bij de Dienst Vreemdelingenzaken van de afgelopen jaren zich voortgezet heeft. Op een totaal effectief van bijna duizend ambtenaren eind 2009 werden er in de loop van dit jaar slechts 59 vrijwillige ontslagen (met inbegrip van het vertrek als gevolg van mobiliteit en overplaatsingen) opgetekend. In vergelijking met vorig jaar gaat het dus om een daling van ongeveer 45%. Dit jaar werd er nog meer aandacht besteed aan de initiatieven die erop gericht zijn om de tevredenheid van het personeel te bevorderen, zowel op het gebied van de arbeidsomstandigheden en de mogelijkheden om te evolueren als op het gebied van de persoonlijke ontwikkeling. I.2. Omzettingen Dankzij de organisatie van de specifieke examens die in 2008 georganiseerd werden kon een belangrijke operatie voor de omzetting van contractuele in statutaire betrekkingen uitgevoerd worden. De contractuele ambtenaren die in dienst zijn en er met succes aan deelgenomen hebben zullen tijdens de zomer met hun stage kunnen beginnen (het gaat om 107 ambtenaren van niveau C en 38 ambtenaren van niveau A bij de centrale diensten). Dit zou in 2010 ook gedaan moeten worden, om dezelfde mogelijkheid te bieden aan de personen die voor het examen administratief expert/ploegverantwoordelijke geslaagd zijn. Wat de gesloten centra betreft, is er sprake van 33 personen bij de ambtenaren van niveau C en D die met hun stage beginnen. Momenteel wordt een examen attaché – adjunct van de centrumdirecteur georganiseerd. I.3. Bevorderingen Verschillende bevorderingsgolven zijn afgesloten. Deze golven hebben betrekking op 12 betrekkingen voor een bediende A2, die het mogelijk maken om de ambtenaren die een functie uitoefenen die in een hogere klasse gewogen is te valoriseren. Voor 14 betrekkingen loopt er nog een procedure. Aangezien erkend werd dat deze functies aan hogere verantwoordelijkheidscriteria beantwoordden, moesten ze gevaloriseerd worden. Dit zal anderen eveneens in staat gesteld hebben om te solliciteren naar een functie die aan hun beroepsambities beantwoordt. Voor de directie Opvolging en Ondersteuning werd een betrekking van adviseur-generaal A4 eveneens vacant verklaard en 3 betrekkingen voor een adviseur A3 staan eveneens nog open. Na de organisatie van examens voor de toegang tot het hoger niveau heeft de DVZ, samen met andere directies-generaal, het nodige gedaan om voldoende vacante betrekkingen te openen om het mogelijk te maken om de Franstalige en Nederlandstalige reserve aan te

Page 19: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

19

spreken, zodat bij de centrale diensten aan 15 personen, die naar het niveau B zullen overgaan, een functie van administratief expert wordt aangeboden. Voor de statutaire ambtenaren van niveau D loopt momenteel een dergelijke procedure, zodat ze, op voorwaarde dat ze geslaagd zijn voor het toelatingsexamen, aanspraak kunnen maken op een functie van niveau C. I.4. Interne overplaatsingen Om onze ambtenaren de kans te bieden om hun taken te diversifiëren of nieuwe uitdagingen aan te gaan heeft men vaak de voorkeur gegeven aan interne oproepen boven externe aanwervingen, in het bijzonder voor nieuwe functies of specifiekere functies (bijvoorbeeld verwijderingscoach, ICT-DVZ-coördinator, attaché internationale betrekkingen…). Op het niveau van de DVZ of het departement werden dit jaar een vijftiental oproepen voor kandidaten gelanceerd, en 46 interne overplaatsingen werden uitgevoerd. I.5. Optimalisering van de selectieprocedures Met het oog op stabiliteit werden al de selectieprocedures van de DVZ volledig geanalyseerd en aangepast, om de betrouwbaarheid van de selecties te verhogen. Indien het profiel van de geselecteerde kandidaat zo goed mogelijk overeenstemt met het profiel van de betrokken functie zal deze persoon tevreden zijn wanneer hij zijn functie uitoefent. Hij zal efficiënter functioneren en de werkgever zal tevreden zijn. Het initiatief, dat al in 2008 ontstond met de vorming van een werkgroep, werd aangevuld met de mogelijkheid voor de leden van de cel selectie en rekrutering van de dienst P&O van de DVZ om een certificeringstraject te volgen bij Selor (selectie- en rekruteringsbureau van de federale overheid). Naast het autonoom beheer van de statutaire selecties voor het departement dat op het einde van het traject aan de gecertificeerde ambtenaren werd aangeboden heeft deze praktische en theoretische opleiding de expertise van de deelnemers, die verantwoordelijk zijn voor het beheer van de selecties en de aanwervingen van de DVZ, ontwikkeld. De deelnemers hebben zich geconcentreerd op verschillende functiebeschrijvingen, de definitie van de vereiste competenties, de precisie van de gedragsindicatoren die ermee verbonden zijn, de mogelijkheden voor de combinatie van tests die het mogelijk maken om een of meer competenties met grotere zekerheid te evalueren en ten slotte de uitwerking van duidelijke en praktische evaluatiefiches, en dit voor de twee taalrollen. Zo worden de selecties objectiever, preciezer en efficiënter. Andere initiatieven of projecten waarover in 2009 werd nagedacht zullen in 2010 het daglicht zien en zullen de reeds voortgebrachte resultaten ondersteunen.

Page 20: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

20

I.6. Het personeel van de DVZ, in cijfers, voor 2009 Evolutie van het globaal effectief : a) Centrale diensten

b) centra

Effectief globaal

925

993

Situatie op 31 december 2009

2008

2009

Effectief globaal

825 834

0

100

200

300

400

500

600

700

800

900

Situatie op 31 december 2009

2008

2009

Page 21: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

21

Het personeel per statuut : a) Centrale diensten

b) centra

Personeel Centra

524

310

Situatie op 31 december 2009

Statutair

Contractueel

Personeel Brussel

588

396

Situatie op 31 december 2009

Statutair

Contractueel

Page 22: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

22

Het personeel per taalrol : a) Centrale diensten

b) centra

Taalrol

457

527

0

100

200

300

400

500

600

Situatie op 31 december 2009

Franstalig

Nederlandstalig

Taalrol

188

646

0

100

200

300

400

500

600

700

Situatie op 31 december 2009

Franstalig

Nederlandstalig

Page 23: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

23

Het personeel per geslacht : a) Centrale diensten

b) centra

Verhouding man / vrouw Brussel

378

621

Situatie op 31 december 2009

Man Vrouw

Verhouding man / vrouw centra

507

326

Situatie op 31 december 2009

Man

Vrouw

Page 24: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

24

De gemiddelde leeftijd van het personeel : a) Centrale diensten

b) centra

Gemiddelde leeftijd per niveau (Brussel)

37 34 34

44

Situatie op 31 december 2009

Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D

Gemiddelde leeftijd per niveau (Centra)

34 34

41

44

Situatie op 31 december 2009

Niveau A

Niveau B

Niveau C

Niveau D

Page 25: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

25

II. Beheer van de administratieve loopbaan

II.1. Het absenteïsme verminderen In het kader van het operationeel plan van de Dienst Vreemdelingenzaken heeft de Cel Administratief Personeelsbeheer (CAP) een actieplan voorgesteld om het absenteïsme te doen verminderen en de reïntegratie van de ambtenaren die wegens ziekteverlof voor een lange periode afwezig zijn te bevorderen. Deze acties zullen tussen 2010 en 2012 uitgevoerd worden. Om de toepassing van het eerste luik van dit project voor te bereiden heeft de Cel Administratief Personeelsbeheer gedurende het jaar 2009 verschillende soorten absenteïsmegesprekken getest. Het principe is dat men een personeelslid dat regelmatig voor korte periodes ziek is ontmoet en dat men een open gesprek met hem voert, om na te gaan of er een ander probleem is dat aan de basis ligt van de afwezigheden wegens ziekte. Ontmoetingen met de hiërarchische oversten kunnen ook plaatsvinden. De eerste gesprekken hebben interessante resultaten opgeleverd. Er zijn verschillende soorten problemen. Regelmatige afwezigheden kunnen het gevolg zijn van het feit dat men niet geïnteresseerd is in het werk, een slechte sfeer in de ploeg, persoonlijke problemen die niet in verband staan met de gezondheid van de werknemer, meningsverschillen tussen het personeelslid en zijn functionele chef, enz. De rol van de Cel Administratief Personeelsbeheer bestaat dan uit het zoeken naar een oplossing, in overleg met de ambtenaar, het aanzetten tot een ontmoeting met de hiërarchische oversten of het doorverwijzen van de ambtenaren naar de sociale dienst of elke andere toepasselijke dienst. De ambtenaar moet ook aan de normen worden herinnerd en hij moet ter verantwoording worden geroepen wanneer er misbruik wordt gemaakt van het ziekteverlof om andere problemen te regelen. III. Organisatie- en Personeelsontwikkeling III.1. Interne personeelsontwikkeling

Het team Personeelsontwikkeling van de dienst Personeel en Organisatie droeg ook in 2009 zijn steentje bij in de ontwikkeling van de medewerkers van Dienst Vreemdelingenzaken. Zodoende werden de basisopleidingen voor de nieuwe ambtenaren en de permanente maandelijkse opleidingen georganiseerd.

Op het gebied van de permanente vorming hadden de voorgestelde thema’s betrekking op de het herkennen van valse documenten, de kruispuntbank, de kinderrechtenconventie, de veiligheid van de staat, de motivatie van beslissingen, en eerste hulp bij ongevallen.

Page 26: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

26

In 2009 zagen we opnieuw een grote groep personeelsleden de stage voor statutaire benoeming aanvatten. Voor de betrokken ambtenaren van alle niveaus is deze periode het uitgelezen moment om zich verder te ontwikkelen. Om dit te bevorderen, organiseerde de cel organisatie- en personeelsontwikkeling verschillende thematische vormingen. De stagiairs kregen ook de mogelijkheid om diverse ministages te volgen binnen Dienst Vreemdelingenzaken of in één van de andere directies van onze FOD. Een korte, actieve stage binnen de diensten die instaan voor de uitvoering van het asiel- en migratiebeleid waarmee ze op regelmatige basis moeten samenwerken blijkt het geprefereerde leerinstrument. De Dienst Vreemdelingzaken diende in 2009 een projectaanvraag in bij het OFO om de opleiding van de nieuwe personeelsleden in de centrale diensten te kaderen in een ruimer socialisatietraject, naar analogie met wat een aantal jaren geleden in de centra werd ingevoerd. Deze projectaanvraag werd aanvaard en zal in de loop van 2010 concrete uitvoering vragen. Tenslotte was 2009 voor de interne personeelsontwikkeling het jaar waarin op grote schaal werd gestart met de interne opleiding van eerstehulpverleners. De erkenning die de cel personeels- en organisatieontwikkeling daarvoor in 2008 op zak stak, leidde voor de Nederlandstalige medewerkers al tot 208 aantal afgeleverde brevetten. De Franstalige opleiders volgden in 2009 hun opleiding tot lesgever en zullen in 2010 van start gaan met het doorgeven van hun expertise. Een bijzonder dankwoord is dan ook op zijn plaats voor de interne opleiders die deze taak met verve op zich namen.

III.2. Opleidingen voor de partners van de Dienst Vreemdelingenzaken De Dienst Vreemdelingenzaken organiseert voor zijn bevoorrechte partners tal van opleidingen. Enerzijds geven tal van onze medewerkers opleidingen op vraag van onze partners. Anderzijds biedt de cel personeels- en organisatieontwikkeling in samenwerking met de uitvoeringsbureaus een gestructureerd aanbod aan in de vorm van studiedagen en thematische vormingen in de provincies en te Brussel. III.2.1. Voor politiediensten In mei en juni werden de politiediensten uitgenodigd om in Brussel studiedagen bij te wonen. In de voormiddag kregen zij een uiteenzetting over elektronische kaarten, het administratief verslag, de identificatieprocedure en de beroepsprocedures. Na de lunch kon worden deelgenomen aan een aantal workshops met volgende thema’s : - Misbruik van de procedures; - Identificatietechnieken; - Zwartwerk; - Verwijderingsprocedures; - Woonstcontrole; - Mensenhandel; - Interceptie van een vreemdeling; - Niet-begeleide minderjarigen. Gedurende de drie studiedagen voor Franstalige politiediensten namen 214 personen deel. De drie studiedagen voor Nederlandstalige politiediensten konden rekenen op de belangstelling van 276 personen.

Page 27: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

27

III.2.2. Voor gemeentediensten In januari werden workshops voor de gemeenten georganiseerd rond het thema gezinshereniging. Tijdens de maand september werden, naar aanleiding van de nieuwe instructies met betrekking tot regularisatie, informatiesessies georganiseerd voor de gemeenten. De directeur-generaal lichtte de omzendbrief toe en beantwoordde de vragen van de deelnemers. In het najaar volgden naar goede gewoonte studiedagen voor de gemeenten. Uit de evaluaties van voorgaande edities bleek dat de gemeenteambtenaren vooral op zoek waren naar praktische informatie. Er werd daarom voor geopteerd geen ex-cathedra uiteenzetting te houden, maar van bij de start in beperkte ateliers rond verschillende thema’s te werken. De deelnemers konden workshops bijwonen rond volgende thema’s : - Algemene vragen over de reglementering; - Gezinshereniging; - Identificatie; - Lang Verblijf voor EU onderdanen; - Lang Verblijf voor niet-EU onderdanen; - Regularisaties. Gelet op de verschillende bekommernissen van grote, middelgrote en kleinere gemeenten werd voor ieder van deze doelgroepen aparte studiedagen georganiseerd. In het totaal verwelkomden we 303 Nederlandstalige deelnemers en 250 Franstaligen. III.2.3. Voor magistraten Voor het eerst organiseerden we dit jaar een opleidingsmoment voor magistraten. Bedoeling van deze opleidingen in de herfst van 2009 was tegemoet te komen aan de vraag van deze partner naar duidelijke informatie en een concrete uitwisseling betreffende specifieke elementen van de vreemdelingenmaterie mogelijk te maken. Als formule werd gekozen voor een opleiding van een halve dag rond een aantal specifieke thema’s, met ruimte voor een vragen en antwoorden sessie. De thema’s die werden aangehaald zijn de beroepsprocedures, de identificatie van vreemdelingen en de strijd tegen misbruiken. Er namen 33 Franstaligen en 54 Nederlandstaligen deel. Beide groepen waren erg enthousiast over het initiatief en we zullen dan ook trachten dit in de toekomst te herhalen. III.2.4. Conclusie De DVZ houdt eraan de externe partners de bedanken voor hun komst en de medewerkers van de uitvoeringsbureaus voor hun gewaardeerde medewerking. Gelet op de vele positieve reacties van de deelnemers en de steeds betere samenwerking die het gevolg is van deze ontmoetingsmomenten, zal ook in de komende jaren veel aandacht gaan naar opleiding voor onze partners.

Page 28: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

28

III.3. Ontwikkelcirkels Sinds 2004 worden de ambtenaren van Dienst Vreemdelingenzaken geëvalueerd volgens de methodiek van de ontwikkelcirkels. Na een grondige evaluatie in samenwerking met de Stafdienst P&O in 2008, stond 2009 in teken van de voorbereiding van de omschakeling van een cyclus van 2 jaar met halfjaarlijkse functioneringsgesprekken naar een cyclus van 1 jaar met een vaste fasering voor de gesprekken. Concreet betekent dit dat vanaf 1 januari 2010 de ontwikkelcirkel niet langer twee jaar, maar slechts één jaar zal duren, waarbij gedurende de maanden december tot en met februari de evaluatie-, functie- en planningsgesprekken gehouden moeten worden. Gedurende de periode juni-augustus volgen de functioneringsgesprekken. Reeds in de maand juni werden de functionele chefs geïnformeerd over de wijzigingen, in het najaar volgde de rest van de personeelsleden.

III.4. Organisatieontwikkeling III.4.1. Kenniscentrum Gedurende het jaar 2009 werd het kenniscentrum verder gevoed met kennisfiches en vademecums betreffende de diverse aspecten van de behandeling van de vreemdelingenmaterie. Intussen beschikt het grootste gedeelte van de diensten van Dienst Vreemdelingenzaken over vademecums en kennisfiches. In 2010 zal het kenniscentrum toegankelijk gemaakt worden voor ieder personeelslid, als dynamisch centrum voor alle kennisvragen binnen de organisatie. III.4.2. Operationeel plan Sinds de Copernicushervorming worden de leidinggevende functies in de FOD ingevuld onder de vorm van een mandaat van 6 jaar. De mandaathouder vertrekt van een afgesproken opdracht met concrete doelstellingen en middelen, die worden vastgelegd in een operationeel plan. Ter evaluatie van zijn mandaat vormt het plan een essentieel onderdeel als toetssteen. De belangrijkste opdracht voor de cel organisatieontwikkeling was om de Directeur-generaal bij te staan in de opmaak van zijn operationeel plan. In nauwe samenwerking met de Directeur-generaal en de dienst Organisatieontwikkeling van de Stafdienst P&O werd eerst een strategisch plan opgesteld. In dit strategisch plan werden de beleidslijnen van de Minister en Staatssecretaris, van de Voorzitster en van de Directeur-generaal samengebracht. Tijdens een kick-off vergadering werd het hoger- en middenkader door de Directeur-generaal ingelicht over de beleidslijnen en over te ondernemen stappen die tegen juli 2009 zouden leiden tot het operationeel plan.

Page 29: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

29

Vervolgens werd gedurende een aantal brainstormsessies met de diverse diensthoofden en verantwoordelijken de strategische lijnen gekoppeld aan de operationele wensen van de basis. Aldus werden een aantal projecten gedefinieerd die gebundeld met de routinetaken, de uitwerking zijn van de strategie van de Voorzitster en de Directeur-generaal voor de komende 6 jaar. IV. Boekhouding en begroting en Aankoopdienst IV.1. Algemeen

De dienst Boekhouding en Begroting ondersteunt de leidinggevende instanties en alle diensten binnen de Dienst

Vreemdelingenzaken (waaronder ook de gesloten centra) bij hun budgettaire beslissingen en mogelijkheden. De dienst staat ook in voor de betaling aan alle externe partijen (leveranciers) en interne partijen (tolken, advocaten, vergoedingen personeel,…) en fungeert als tussenkanaal tussen de

Algemene Directie Vreemdelingenzaken en de stafdienst Budget en Beheerscontrole van Binnenlandse Zaken, teneinde een kwaliteitsvolle begroting en boekhouding te garanderen. De dienst start ook nieuwe procedures van overheidsopdrachten op voor de centrale diensten en volgt de overheidsopdrachten op die worden gestart door de diverse centra. IV.2. Beheer van de begroting en boekhouding IV.2.1. De verwerking van de uitgaven De verwerking van de uitgaven houdt onder andere de volgende zaken in : - Administratieve afhandeling reis- en verblijfskosten van de personeelsleden (centrale

diensten Brussel en centra) : 2.258 staten in 2009; - Administratieve afhandeling staten advocaten : 10.428 staten in 2009; - Administratieve opvolging en betaling van de tolken die in opdracht van de Dienst

Vreemdelingenzaken werken; - Administratieve opvolging en betaling buitenlandse zendingen; - Bestellingen en de eventueel hiermee gepaard gaande vastleggingen opvolgen; - Voorbereiding en follow-up van de fondsenvoorschotten die opgevraagd worden door de

buitengewone rekenplichtigen (zowel deze binnen de centrale diensten te Brussel als deze in de gesloten centra);

Page 30: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

30

- Vereffening facturen aangaande werkingsuitgaven die door de buitengewone rekenplichtige worden betaald;

- Vereffening facturen aangaande kosten met betrekking tot repatriëring van ongewenst geachte personen op het Belgisch grondgebied die door een buitengewone rekenplichtige worden betaald;

- Administratieve afhandeling facturen die door de Schatkist betaald worden; - In totaal werden 7.731 facturen betaald in 2009; - Controle rekeningen door de buitengewone rekenplichtigen van de gesloten centra; - De opvolging van de uitgaven door de buitengewone rekenplichtigen van de gesloten

centra. IV.2.2. Controle van de rekening van ontvangsten bij de Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken Het betreft : - De ontvangstenrekening van de grensinspectie (boetes werkgevers,

luchtvaartmaatschappijen,…); - De ontvangstenrekening (boetes voor werkgevers voor illegale tewerkstelling); - De ontvangstenrekening aangaande ontvangen subsidies in het kader van internationale

projecten in het kader van het migratiebeleid. IV.2.3. Voorbereiding en afhandeling begrotingscontrole 2009 en budgetontwerp 2010 In 2009 werd door de dienst Boekhouding het ontwerp voor de begrotingscontrole voor 2009 en het budgetontwerp voor 2010 opgemaakt. Dit houdt in dat men : - Bij het opmaken van het ontwerp rekening moet houden met de bepalingen van de FOD

Budget en Beheerscontrole; - Budgettaire informatie moet vergaren bij de verschillende diensten en personen binnen

de Dienst Vreemdelingenzaken, zoals de centra, de DG, de logistieke diensten….; - Het voorstel moet opstellen; - Overleg moet plegen met de Stafdienst Budget en Beheerscontrole van de FOD

Binnenlandse Zaken, met de Inspecteur van Financiën en de Voorzitster van het Directiecomité;

- Bilaterale discussies moet voeren met de FOD Budget en Beheerscontrole. IV.2.4. Samenwerking met de aankoopverantwoordelijken en de budgettaire verantwoordelijken van de gesloten centra De dienst Boekhouding en Begroting werkt samen met en steunt de aankoopverantwoordelijken. Dit houdt in : - Maandelijkse vergaderingen organiseren; - Opvolgen, controleren en steun bieden bij het opstellen van aankoop- en

aanbestedingsdossiers; - Opvolgen en informatie bieden aangaande hun budgettaire toestand.

Page 31: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

31

IV.3. Steun bij de verhuizing De Dienst Vreemdelingenzaken heeft in januari 2009 de verhuizing van zijn diensten van het North Gate II-gebouw naar het WTC II-gebouw afgerond. De Dienst Boekhouding en Aankopen heeft actief meegeholpen bij de voorbereidingen en de opvolging van deze operatie (contact verhuisfirma, planningen opstellen, fysieke verhuizing zelf in goede banen leiden,…). IV.4. Internationale projecten in het kader van het vreemdelingenbeleid De dienst Boekhouding en Begroting beheert sinds 2006 een budget dat het mogelijk maakt om internationaal gesubsidieerde projecten (veelal door de Europese Commissie) te financieren in het kader van het vreemdelingenbeleid. Zo werd in 2006 het « Twinning Light »-project met Bulgarije gefinancierd. In de loop van 2009 werden eveneens subsidies toegekend in het kader van het Terugkeerfonds en het Buitengrenzenfonds. De Dienst Vreemdelingenzaken gebruikt deze subsidies, die vrijgegeven worden door de Europese Commissie, om projecten op het gebied van de terugkeer en de veiligheid van de buitengrenzen te organiseren of uit te besteden aan derde partijen. De Dienst Boekhouding heeft in 2009 zijn boekhoudprogramma aangepast om de uitgaven in dit kader te kunnen opvolgen en te rapporteren, volgens de regels opgelegd door de Europese Commissie. IV.5. Budgettaire vastleggingen 2009 per basisallocatie

In duizenden euro’s BASIS-

ALLOCATIE Omschrijving

Beschikbaar krediet 2009

Vastleggingen 2009

Ordonnanceringen uitgevoerd in 2009

PROGRAMMA O : Bestaansmiddelen

55.02.12.01 Werkingskosten : bestendige uitgaven voor de aankoop van niet-duurzame goederen en van diensten (met uitsluiting van de informatica-uitgaven). Deze kredieten zijn bestemd voor de algemene werkingsuitgaven voor de centrale diensten van de Dienst Vreemdelingenzaken: huurlasten WTC II, reis- en verblijfskosten, energiekosten, erelonen advocaten en vergoedingen tolken, onderhoudskosten gebouwen, telefoonkosten, kosten van fotokopieerapparaten, vormingskosten…

10.423 10.412 10.167

55.02.12.04 Allerhande werkingsuitgaven met betrekking tot de informatica. Deze kredieten zijn bestemd om de informatica-uitgaven te dekken op

1.651 1.644 1.221

Page 32: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

32

het vlak van het huren van datalijnen met de verschillende partners van de Dienst Vreemdelingenzaken, namelijk : de Federale Politie, de FOD Buitenlandse Zaken, de FOD Justitie, de Staatsveiligheid, het Rijksregister, Eurodac en Fedenet.

55.02.12.07 Uitgaven voor uitzonderlijke aankopen van niet-duurzame goederen en van diensten. Dit is een krediet bestemd voor installatiekosten en de uitzonderlijke uitgaven van de Dienst Vreemdelingenzaken in de gebouwen van de North Gate II en WTC II.

20 20 20

55.02.74.01 Uitgaven voor de aankoop van duurzame roerende goederen (met uitsluiting van de informatica-uitgaven). Deze kredieten zijn bestemd voor de aankoop van duurzame roerende goederen, vooral voor de aankoop van meubilair teneinde het verouderde meubilair (ergonomische stoelen, directiemeubilair, tafels, bureaus) te vervangen.

155 155 325

55.02.74.04 Investeringsuitgaven inzake de informatica. Deze kredieten zijn bestemd voor de aankoop van gebruikslicenties van bepaalde programma’s, de aankoop van CD-ROM’s die bestemd zijn voor het Studiebureau en de operationele bureaus, evenals voor de aankoop van informaticamateriaal..

285 285 601

55.03.12.20 Kosten voor werking van de diensten voor fotokopie. Deze kredieten dienen om alle kosten omtrent de huur en het gebruik van de fotokopieertoestellen te financieren.

78 78 72

55.03.12.23 Kosten voor repatriëring en verwijdering van ongewenst geachte personen. Dit zijn kredieten bestemd voor repatriëring en verwijdering van ongewenst geachte personen. Deze kredieten worden eveneens aangewend om escortes en speciale luchtvaartvluchten te bekostigen.

6.126 6.118 6.075

55.03.12.28 Dit zijn kredieten bestemd voor aanmaak, levering en verdeling van

9 8 25

Page 33: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

33

verblijfsvergunningen aan de vreemdelingen en aan de gemeentehuizen.

PROGRAMMA 1 : Specifieke centra voor illegalen – Contract

met de burger

55.12.12.01 Werkingskosten : bestendige uitgaven voor de aankoop van niet-duurzame goederen en van diensten (met uitsluiting van de informatica-uitgaven). Deze kredieten zijn bestemd om de algemene werking van de gesloten centra in Brugge, Merksplas, Vottem, Steenokkerzeel en Melsbroek te verzekeren. Dit houdt in: onderhoud lokalen, energie, telefoon, kosten fotokopieerapparaten, personeelskledij…

3.821 3.780 3.262

55.12.12.04 Allerhande werkingsuitgaven met betrekking tot de informatica. Deze kredieten betreffen het gebruik van internetverbindingen en netwerken buiten de centra, alsook de informaticaconsumptie.

15 15 15

55.12.74.01 Uitgaven voor de aankoop van duurzame roerende goederen (met uitsluiting van de informatica-uitgaven). Deze kredieten zijn bestemd voor de aankoop van meubilair voor de verschillende centra (bureaus, kasten, bedden, onderhoudstoestellen,…) met het oog op de vernieuwing of de aanvulling van het bestaande meubilair, evenals voor de vernieuwing van de verouderde voertuigen van het Bureau Transfer, dat instaat voor het transporteren van de vreemdelingen.

389 382 283

55.12.74.04 Investeringsuitgaven inzake de informatica. Dit heeft betrekking op de aankoop van PC’s, printers, scanners, servers, … voor de verschillende gesloten centra.

26 25 10

55.13.12.24 Onderhoud van vreemdelingen zonder middelen van bestaan of die zich in een onwettige toestand bevinden (kleding, voeding, zorgen,…). Kredieten zijn bestemd voor het onderhoud van de vreemdelingen zonder bestaansmiddelen die zich in een

4.731 4.711 4.230

Page 34: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

34

illegale toestand bevinden (kleding, voeding, zorgen,…).

55.13.12.25 Werkingskosten die verband houden met de informatisering van de Dienst Vreemdelingenzaken. Deze kredieten zijn bestemd voor het huren van licenties van programma’s eigen aan de Dienst Vreemdelingenzaken, voor onderhoudscontracten (onderhoud van het informaticapark), bijstandscontracten, opleidingscontracten en contracten voor het onderhoud en de leasing van het geautomatiseerde vingerafdruksysteem.

1.387 1.386 1.273

PROGRAMMA 2 : Project voor de preventie van de illegale

immigratie

55.21.12.01 Bestendige uitgaven voor de aankoop van niet-duurzame goederen en van diensten (met uitsluiting van de informatica-uitgaven).

1.654 379 169

55.21.12.04 Werkingsuitgaven ICT 200 199 64

55.21.74.04 Investeringsuitgaven inzake de informatica

407 37 0

55.22.12.01 Bestendige uitgaven voor de aankoop van niet-duurzame goederen en van diensten (met uitsluiting van de informatica-uitgaven)

350 348 309

55.22.33.01 Subsidies van de Dienst Vreemdelingenzaken bij derden om projecten uit te voeren in het kader van het vreemdelingenbeleid

100 100 100

55.22.74.01 Uitgaven voor de aankoop van duurzame meubelen (met uitsluiting van de informatica-uitgaven)

50 50 20

55.23.12.01 Werkingskosten verbonden met de preventiecampagnes

100 95 95

55.23.33.02 Subsidies voor de initiatieven en projecten voor de preventie van illegale immigratie

200 198 220

Page 35: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

35

PROGRAMMA 3 : VISA INFORMATION SYSTEM

55.32.12.04 Allerhande werkingsuitgaven met betrekking tot de informatica in het kader van de oprichting en ontwikkeling van het visuminformatiesysteem (in het Engels : Visa Information System)

913 905 649

55.32.74.04 Investeringsuitgaven inzake de informatica in het kader van de oprichting en de ontwikkeling van het Visa Information System

600 599 585

In de onderstaande tabel omvat het beschikbaar budget het krediet dat in 2009 werd toegekend (na budgettaire controle en interne verdelingen). Voorstelling in taartdiagram van de vastleggingskredieten/ordonnanceringen gebruikt voor 2008 en 2009

Vastleggingen 2008

55%

14%

3%

5%

0%

23%

Werkingskosten Werkingskosten ICT Investeringsaankopen

Investeringsaankopen ICT Project illegale immigratie Repatriëring

Page 36: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

36

IV.6. Oprichting beheerscomité Samen met de andere overheidsdiensten (Commissariaat – generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, POD Maatschappelijke Integratie en de Stafdienst ICT van de FOD Binnenlandse Zaken) die gevestigd zijn in het WTC II-gebouw werd in de loop van 2009 een beheerscomité opgericht. Hierin zetelt ook een afvaardiging van de Regie der Gebouwen. In dit beheerscomité worden praktische afspraken gemaakt omtrent het beheer van het WTC II-gebouw (praktische problemen oplossen, verdeelsleutels aangaande bepaalde kosten afgesproken, voorstellen tot samenwerking geformuleerd,…). De Dienst Vreemdelingenzaken, en meer bepaald de verantwoordelijke van de Dienst Boekhouding en Begroting / Aankoopdienst, zorgt voor het voorzitterschap van dit comité (tot einde 2011).

Vastleggingen 2009

61%

12%

2%

2%

4%

19%

Werkingskosten Werkingskosten ICT Investeringsaankopen

Investeringsaankopen ICT Project illegale immigratie Repatriëring

Vastleggingen 2009

60%

11%

2%

4%

3%

20%

Werkingskosten Werkingskosten ICT Investeringsaankopen

Investeringsaankopen ICT Project illegale immigratie Repatriëring

Page 37: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

37

V. Het beheer van de gebouwen, telefonie, veiligheid en onthaal Deze dienst maakt deel uit van de logistieke directie en heeft een aantal duidelijk te onderscheiden taken. V.1. Onthaal Na de verhuisoperatie die begin 2009 werd afgerond, zijn meerdere diensten van Binnenlandse Zaken gehuisvest in de WTC II toren. Deze zijn Vreemdelingenzaken, het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatslozen en de stafdienst ICT. Naast deze departementen van Binnenlandse Zaken herbergt de toren ook nog de POD Maatschappelijke integratie. Het onthaal van al deze organisatie is georganiseerd in één gemeenschappelijk onthaal met personeelsleden van de verschillende organisaties. De diensten gehuisvest in de WTC II ontvangen bijna uitsluitend op afspraak. Het onthaal vangt deze bezoekers op, registreert de bezoeker, verwittigt de betrokken dienst en zorgt voor de eventuele begeleiding van deze bezoekers naar de dienst. Tevens behandelen de personeelsleden van Vreemdelingenzaken de telefonische oproepen naar het centrale oproepnummer van Vreemdelingenzaken. V.2. Veiligheid Onder veiligheid wordt zowel de beveiliging van het gebouw als de beveiliging van het personeel begrepen. De beveiliging van het personeel, d.m.v. de brandmeldingcentrale is niet langer een taak voor het onthaal maar wordt in de WTC II toren georganiseerd door de beheerder FREPM. Voor de beveiliging van het gebouw, beschikt de dienst over een toegangscontrolesysteem. Via de toekenning van aangepaste toegangsniveaus en de opvolging van de registraties gemaakt met de toegekende badges, waakt de dienst over een correcte toepassing van de toegangsprioriteiten. V.3. Telefonie Dankzij de kennis van de programmatie van de telefooncentrale binnen Vreemdelingenzaken kan er snel en flexibel ingespeeld worden op noden of aanpassingen qua telefonie. Binnen de toegekende nummerreeksen kan deze dienst alle mogelijke aanpassingen van nummers zelf uitvoeren. Ook andere programma-aanpassingen zoals toegang tot internationale nummers of gsm-nummers kan snel door deze dienst verricht worden. Ook mobiele telefonie wordt door deze dienst beheerd, waarbij gestreefd word naar een zelfde flexibiliteit als bij vaste telefonie. V.4. Gebouwen Hierbij treedt de dienst vooral op als aanspreekpunt voor de externe diensten inzake het beheer van het gebouw. Dit gaat van de aanvraag en opvolging van kleine werken binnen onze lokalen tot het ontwikkelen van plannen en scenario’s voor eventuele herlocatie van diensten.

Page 38: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

38

Na het afronden van de laatste fase van de verhuisoperatie in januari 2009, zaten alle centrale diensten van Vreemdelingenzaken weer verenigd is één gebouw. Dit maakt de interne contacten en uitwisselingen tussen de verschillende diensten van Vreemdelingenzaken alvast éénvoudiger. Na de vele voorbereidingen en de eigenlijke verhuis, inbegrepen het oplossen van de startproblemen op de vernieuwde verdiepingen, kan de dienst zich weer wijden aan haar hoofdtaken van beheer en opvolging van kleine werken.

VI. Oprichting van een logistieke Helpdesk P&O bij de Dienst Vreemdelingenzaken Om steeds beter tegemoet te kunnen komen aan de behoeften van de ambtenaren heeft de Directie Logistieke Diensten van de Dienst Vreemdelingenzaken haar toegankelijkheid en efficiëntie verbeterd door een volledig geïnformatiseerde helpdesk voor alle aanvragen die betrekking hebben op deze dienst op te richten. Dit nieuwe systeem werd ontworpen in het kader van het actieplan dat uitgevoerd werd na het tevredenheidsonderzoek onder het personeel. Het systeem maakt een snellere en efficiëntere behandeling van alle aanvragen op logistiek gebied van de ambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken mogelijk, en garandeert een kwalitatief goede dienst, door de interacties en de punten van binnenkomst van deze aanvragen te kanaliseren. Voor elk type aanvraag verzekert een elektronisch formulier met enkele velden die moeten worden ingevuld dat de inlichtingen die de behandelende ambtenaren nodig hebben volledig en precies zijn. Dit systeem maakt het mogelijk om te vermijden dat verschillende personen een antwoord geven op dezelfde vraag of aanvraag. Dit systeem is bijzonder eenvoudig en intuïtief. Sinds 13 oktober 2009 kunnen de ambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken, door een paar keer te klikken, op zeer eenvoudige en snelle wijze een vergaderzaal of een chauffeur reserveren, een probleem in verband met een lift of een telefoon signaleren, signaleren dat een van hun collega’s ziek is, een voorlopige toegang tot het rijksregister, zonder elektronische identiteitskaart, aanvragen, enz.

Page 39: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

39

HOOFDSTUK III

2009, WERKING VAN WOONUNITS, FAMILIE IDENTIFICATIE- EN

TERUGKEERTEAM (FITT)

Page 40: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

40

I. Inleiding Minister van Migratie- en Asielbeleid Turtelboom besliste dat vanaf 1 oktober 2008 geen families met minderjarige kinderen, die zich in België op onregelmatige wijze bevonden, nog in gesloten centrum konden opgesloten worden. Als alternatief voor deze opsluiting werden huizen ter beschikking gesteld door de Regie der Gebouwen, die als familie-units werden ingericht. De families verblijven in deze familie-units in afwachting van hun terugkeer. Voor de begeleiding van deze families werden 4 coaches – terugkeerfunctionarissen aangesteld. De werking van de woonunits werd geregeld bij koninklijk besluit van 14 mei 2009. De Staatssecretaris van Migratie- en Asielbeleid Wathelet besliste dat vanaf 1 oktober 2009 ook families, aan de grens en aan wie de binnenkomst in het Rijk wordt geweigerd en niet op korte termijn kunnen teruggedreven worden, ook naar de woonunits worden overgebracht. Dit project wordt gesteund door het Europees Terugkeerfonds, in het kader van het programma “Solidariteit en Beheer van Migratiestromen”. II. Taken II.1. Beschrijving De coaches zijn aanwezig wanneer het gezin in het huis aankomt. Tijdens een eerste gesprek leggen ze de rechten en plichten van het gezin uit, evenals het doel van hun verblijf in het huis, het intern reglement van het huis en alle andere concrete punten die moeten worden verduidelijkt. Naar dit gesprek wordt ook verwezen in het contract dat tussen de coaches en de families wordt afgesloten. De coaches waken er ook over dat de primaire behoeften (voeding, medische zorgen,…) van de gezinnen bevredigd worden. Hiervoor wordt er nauw samengewerkt met de lokale gemeenschap (winkels, arts, school voor de kinderen,…). De coaches leggen de verschillende terugkeermogelijkheden uit: ze moeten de gezinnen in de eerste plaats overtuigen om vrijwillig te vertrekken, waarbij alle programma’s voor een begeleide vrijwillige terugkeer als steun gebruikt worden. Daarvoor werken de coaches samen met de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). De coaches waken erover dat elk vertrek (vrijwillig of gedwongen) op waardige wijze wordt voorbereid en georganiseerd. De coaches leggen de procedure uit en alle wettelijke rechten van de gezinnen met betrekking tot de eventuele mogelijkheden om een beroep in te dienen tegen de beslissing tot vasthouding te garanderen. De voornaamste taak van de coaches is het stimuleren en het overtuigen van de gezinnen om mee te werken in het kader van hun identificatie (met het oog op het bekomen van de noodzakelijke reisdocumenten) en hun terugkeer. Bovendien staan ze de gezinnen bij om hen in hun dagelijkse behoeften te voorzien. Het is niet de taak van de coaches om de vreemdelingen te helpen bij het indienen van verblijfsaanvragen, maar indien de coaches vaststellen dat er een wettelijke, humanitaire, medische of praktische reden bestaat waarom een terugkeer – al dan niet tijdelijk – niet mogelijk is, zullen zij dit aan de familie (en hun respectieve advocaat) en aan de bevoegde

Page 41: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

41

diensten binnen de Dienst Vreemdelingenzaken melden. Het is aan de advocaat van de familie om de nodige procedures op te starten die haar in staat moet stellen (tijdelijk) in België te verblijven. Als de gezinnen het contract en de verplichtingen waaraan ze onderworpen zijn niet respecteren, kan een maatregel tot opsluiting in een gesloten centrum worden genomen. Bijgevolg is de rol van de coaches van wezenlijk belang: ze moeten de gezinnen overtuigen om mee te werken, om een eventuele opsluiting te vermijden. De coaches proberen de gezinnen te overtuigen om mee te werken en de meest humane en voordelige manier om terug te keren te vinden (begeleide vrijwillige terugkeer met IOM; REAB-programma : zie www.belgium.iom.int/reab), en daarbij alle eventuele hindernissen te verwijderen. Indien dat nodig is spreken de coaches elke dag met de gezinnen om dit resultaat te bekomen. Elke coach heeft dezelfde functie en vervult dezelfde taken. Het feit dat het profiel van de coaches verschillend is, is een voordeel, dat op termijn kan leiden tot een differentiatie van bepaalde taken, indien dat nodig is. De begeleiding van de families, die aan de grens zijn aangekomen en geen recht op binnenkomst hebben is enigszins anders : indien de familie teruggedreven wordt, heeft ze geen recht op een premie in het kader van begeleide vrijwillige terugkeer met IOM. Het vergt daarom overtuiging van de coaches om zonder verzet terug te keren. Indien de familie een asielaanvraag bij binnenkomst heeft ingediend, zal de coach de familie de asielprocedure uitleggen en de contacten met advocaat, CGVS en RVV faciliteren. De families die via een grens binnenkomen, hebben voor het overige dezelfde rechten en plichten als de families, die vanop het Belgisch grondgebied naar de woonunits worden overgebracht.

II.2. Omtrent de woonunits

De woningen bevinden zich in Zulte (3) en in Tubeke (4). Er staat een ingerichte keuken ter beschikking van de gezinnen; de families kunnen zelf – binnen een weekbudget, beheerd door de coach, per volwassene en per kind – voedselinkopen doen. Elke woning is voor één gezin voorzien. In juli 2009 werd door Minister Turtelboom aangekondigd dat 4 extra woonunits in Sint-Gillis-Waas in gebruik zullen genomen worden; deze huizen worden nog gerenoveerd en zullen in de loop van het voorjaar van 2010 in gebruik genomen worden. Er wordt onderzocht of er nog meer woningen bekomen kunnen worden. Teneinde de families in deze woonunits te kunnen begeleiden, zullen bijkomende coaches aangeworven worden. De gezinnen, die van op het grondgebied naar de woonunits worden gebracht, kunnen niet in hun eigen woning blijven wonen, omdat dit een opvolging en begeleiding in functie van hun terugkeerdossier quasi onmogelijk maakt. Bovendien zou de sociale druk van de omgeving

Page 42: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

42

van de familie een efficiënte begeleiding negatief kunnen beïnvloeden. Daarom worden ze via een beslissing tot weerhouding toegewezen aan een woning die ter beschikking staat van Dienst Vreemdelingenzaken. De weerhouding wordt onmiddellijk van kracht. Indien het gezin bagage in een andere woonplaats heeft zal de Dienst Vreemdelingenzaken ervoor zorgen dat deze bagage wordt overgebracht. Indien de gezinnen andere goederen (meubels,…) bezitten of indien ze een huurprobleem moeten regelen, kunnen ze een mandataris aanduiden. Deze mandataris zal de noodzakelijke maatregelen moeten nemen om ervoor te zorgen dat de meubels per cargo naar hun eindbestemming in het land van herkomst gestuurd worden of om ervoor te zorgen dat ze verkocht worden. II.3. Wie kan er nog vastgehouden worden? In feite kunnen alle gezinnen waarvoor een uitvoerbare verwijderings- of terugdrijvingsbeslissing voorligt, waaruit blijkt dat ze geen recht op verblijf of binnenkomst in België hebben en waarvoor geen opschortend beroep kan ingediend worden, in aanmerking komen voor een verblijf in deze woningen. De families die aan de grens een asielaanvraag indienen, verblijven eveneens in de woonunits, in afwachting van een beslissing omtrent deze aanvraag. Ook de families die het voorwerp uitmaken van een overnameverzoek in het kader van de Dublinreglementering kunnen ondergebracht worden in deze woningen. De gezinnen met minderjarige kinderen worden niet meer in een gesloten centrum opgesloten, behalve indien ze de regels voor hun verblijf in een individuele woning niet respecteren. Te dien einde zal de infrastructuur i.f.v. de opsluiting in een gesloten centrum aangepast worden. Opsluiting is in deze context het ultieme middel om families tot vertrek te bewegen. II.4. Omtrent de rechten en plichten van de gezinnen De gezinnen hebben het recht om contact op te nemen met de buitenwereld : gezinsleden, advocaten, andere personen… De gezinnen mogen de woning verlaten, maar er wordt wel gevraagd dat een volwassene steeds aanwezig is in de woning. Uitzonderingen kunnen toegestaan worden door de coaches (bijvoorbeeld om de religieuze beleving van de familie te kunnen respecteren). De gezinnen mogen bezoekers ontvangen. Hierbij moeten de regels in het intern reglement en het contract echter wel gerespecteerd worden. Op de beslissing tot weerhouding zijn de zelfde beroepsmogelijkheden toepasselijk als de beslissingen van vasthouding in een gesloten centrum, zoals voorzien in de wet van 15 december 1980. Iedere familie kan beroep doen op een eigen advocaat om deze beroepsmogelijkheden te benutten. De gezinnen die geen advocaat hebben zullen op de hoogte worden gebracht van het feit dat ze recht hebben op een pro-Deoadvocaat. De coaches zullen het contact met de balie vergemakkelijken en de families in de mogelijkheid stellen om met hun advocaat te communiceren; de families mogen ook hun advocaat in diens kantoor bezoeken. Indien het gezin om de een of andere reden niet kan worden verwijderd, zal het de woning moeten verlaten. De coaches zullen de families bijstaan om een alternatieve woning te vinden.

Page 43: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

43

II.5. Met betrekking tot de schoolgaande kinderen De kinderen die oud genoeg zijn om naar school te gaan, kunnen naar school gaan, maar worden daartoe niet gedwongen. De scholen worden in functie van hun nabijheid gekozen. De coaches zullen de inschrijving van de kinderen vergemakkelijken. Dit betekent dat de schoolgaande kinderen, indien ze ervoor kiezen om naar school te gaan, de cursussen regelmatig zullen moeten volgen. Zolang de verwijderingsmaatregel of de vrijwillige terugkeer niet uitgevoerd wordt kunnen de kinderen verder naar school gaan. De ouders moeten zelf voor het transport van de kinderen naar de school zorgen (ook wanneer ze de cursussen willen volgen in een andere school dan de school die zich dicht bij de woning bevindt). III. Statistieken In 2009 verbleven 58 families met minderjarige kinderen in de woonunits, waarvan 29 families in onregelmatig verblijf waren, 23 families het voorwerp uitmaakten van een beslissing in het kader van de Dublinreglementering en 9 families via Brussel-Nationale Luchthaven in de grensprocedure terecht kwamen. 12 families verdwenen uit de woningen (20,69 %) en onttrokken zich m.a.w. aan de aan hen opgelegde maatregel. 24 families (41,38 %) vertrokken naar het buitenland. Het vertrek kunnen we op volgende wijze opdelen : - 6 families vertrokken met een reïntegratiepremie van IOM; - 13 families maakten het voorwerp van een grensleiding in het kader van de Dublin-

reglementering uit; in één specifieke situatie verkoos de man terug te gaan naar de EU-partnerstaat maar vertrokken echtgenote en kind met steun van een project van DVZ in het EU-terugkeerfonds (“special needs”) naar hun land van herkomst. Dus in feite vertrokken 12 families + 1 individuele volwassene vanuit de woonunits naar een andere EU-lidstaat. Op het totaal van 13 families werd er één met escorte – in het belang van het kind – naar de andere EU-lidstaat teruggebracht;

- 3 families gingen terug naar hun land van herkomst met steun van een project van DVZ in het EU-terugkeerfonds (“special needs”) – waarvan 1 hierboven reeds vermeld;

- 2 families werden teruggedreven; - 1 familie vertrok zonder verzet. 22 families (37,93 %) werden vrijgesteld, om één van de volgende redenen : - 4 families werden erkend als vluchteling (grensprocedure); - 5 families konden aanspraak maken op regularisering; - 2 families werden vrijgesteld op basis van een gerechtelijke beslissing; - 3 families werden vrijgesteld om medische redenen – 2 ervan konden aanspraak maken

op een regularisering om medische redenen; - 2 families werden vrijgesteld wegens tijdelijke onverwijderbaarheid; - 2 families werden vrijgesteld omdat ze schoolgaande kinderen hadden (conform

instructies m.b.t. verlenging van bevel om het grondgebied te verlaten voor families met schoolgaande kinderen na de paasvakantie); één van deze families heeft België in de zomervakantie vrijwillig verlaten;

- 2 families werden vrijgesteld omwille van recht op verblijf in een andere EU-lidstaat; - 1 familie werd vrijgesteld omwille van de indiening van een nieuwe asielaanvraag;

Page 44: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

44

- 1 familie kon niet geïdentificeerd worden. IV. Samenwerking met andere organisaties en bezoek van delegaties De coaches hebben zeer intensief samengewerkt met de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) bij de uitwerking van de reïntegratieplannen van de families, maar ook in het kader van de praktische uitwerking van de tegemoetkoming aan de specifieke noden voor een familie in het kader van het project gesubsidieerd door het EU-Terugkeerfonds. Daarnaast is er op regelmatige basis overleg geweest met vertegenwoordigers van het middenveld : Vluchtelingenwerk, CIRE en de Beweging van Kinderen zonder Papieren namen op verschillende momenten deel aan vergaderingen. Ook werden met deze organisaties afspraken gemaakt inzake structureel bezoek aan de woonunits. Vluchtelingenwerk stelde een evaluatierapport over de woonunits op, waaruit blijkt dat het initiatief van Minister Turtelboom en DVZ door de NGO’s gedragen wordt en verdere uitdieping en uitbreiding verdient. De woonunits werden bezocht door parlementairen van Ecolo en Groen, alsook door diverse journalisten van de schrijvende pers en de audiovisuele media. Op 6 december 2009 kwam het CRER (“Coordination contre les Rafles, les Expulsions et pour la Régularisation”) Sinterklaasgeschenken afgeven voor de kinderen die zich in de woonunits van Tubize bevonden. Gezien sommige families uit de grensprocedure als vluchteling erkend werden, en teneinde een goede opvang van deze families na het verlaten van de woonunits te kunnen garanderen, werken de coaches samen met Caritas, dat in oktober 2009 een specifiek project is opgestart, dat een correcte begeleiding van erkende vluchtelingen tijdens hun integratieparcours moet vergemakkelijken. Dit project wordt gesubsidieerd door het EU-fonds voor Vluchtelingen.

Page 45: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

45

HOOFDSTUK IV

DE HUMANITAIRE REGULARISATIES VAN VERBLIJF, OF HET BELANG VAN

STANDVASTIGHEID

Page 46: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

46

I. Inleiding Het jaar 2009 zag de totstandkoming van de lang verwachte politieke consensus omtrent de regularisatiekwestie. Zoals elke politieke overeenstemming heeft het akkoord van juli 2009 het voordeel te bestaan: de administratie, die om richtlijnen vroeg en er in afwachting van een consensus zelf voorstelde, ontving de nodige instructies; anderzijds beantwoordt het akkoord de verwachtingen van een deel van de publieke opinie en de burgerlijke maatschappij 1, maar op afgewogen wijze en zonder in te gaan op sommige voorgestelde aberraties. De politieke wil heeft inderdaad met gezond verstand de valkuil van al te makkelijke populariteit en de vervormde percepties vermeden en met reden besliste de regering vergissingen uit het verleden niet te herhalen, zoals overhaast regelgeven met betrekking tot een complexe, gevoelige materie die geen simplismen toelaat, dossiers doen behandelen door onervaren effectieven, of zich engageren tot irrealistische termijnen laat staan resultaten. Gezien de lange verwachting die zijn totstandkoming voorafging is het begrijpelijk dat deze consensus reflexen van ongeduld zou oproepen. Zo werden reeds vanaf 16 december – datum die nochtans, zoals de aandachtige lezers van de Juli-instructie konden vaststellen, de campagne geenszins afsloot -, parlementaire vragen gesteld omtrent de impact van de campagne, het aantal ingediende aanvragen en het aantal toegekende regularisaties. Het is oerduidelijk dat het totaal effect van deze campagne zich nog over vele maanden zal spreiden, ware het maar omdat sommige aanvragen nog tot half december konden worden ingediend of aangevuld, omdat meerdere criteria zonder tijdsbeperking gelden en omdat vele aanvragen, hoewel in 2009 ingediend, de Dienst Vreemdelingenzaken pas zullen bereiken in de loop van de eerste maanden van 2010 2. De tekst die u leest is slechts een jaarverslag; een ook maar zelfs benaderend beeld van deze impact moet er dus niet in worden gezocht. Wie zou beweren begin 2010 een beeld te kunnen schetsen van deze globale impact zou overigens onmogelijk kunnen refereren naar betrouwbare bronnen. Overhaast is dus niet aangewezen, net als voorbarig concluderen tot enig succes of erger nog, successen gaan zien waar er geen zijn. Zo bv. gewaagt de auteur van het Belgische hoofdstuk in ‘Les Régularisations des Etrangers Illégaux dans l’Union Européenne’ (blz.110 en 156) 3 van een “succès de l’opération de régularisation” (voorgaande campagne, dus deze geregeld bij wet van 22 december 1999) terwijl hij enkele bladzijden eerder opmerkt dat op het ogenblik hij schrijft “aucun avis ni aucune décision n’a encore été rendu à propos de ces demandes”. Men kan zich bijgevolg afvragen welk succes hij dan heeft gemeend te kunnen vaststellen. Kan een regularisatiecampagne een andere doelstelling hebben dan het onderzoeken en afhandelen van de ingediende aanvragen ?

1 Het is inderdaad wat gratuit zomaar te beweren dat de publieke (of majoritaire) opinie overeenstemt met deze van een

aantal organisaties (waarvan sommige de regularisatie eisen “van alle sans-papiers”) en een aantal advocaten en academici die in een oproep vol pathos (17 maart 2009) kritiek gaven op een “oorlog aan de vreemdelingen” waarvoor overigens zelfs geen begin van bewijs werd aangevoerd. Voor de reactie van DVZ, lees o.a. De Standaard van 18 maart 2009.

2 Doordat gemeentebesturen de aanvragen pas aan DVZ kunnen overmaken na het werkelijk verblijf van de aanvragers op het grondgebied van de gemeente te hebben nagetrokken (Omzendbrief van 21 juni 2007).

3 Les Régularisations des Etrangers illégaux dans l’Union Européenne, De Bruycker e.a., Uitgeverij Bruylandt, Brussel 2000.

Page 47: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

47

Het is dus te vroeg om de gevolgen van de lopende campagne te evalueren. Zelfs een vergelijking met de vorige is slechts in zekere mate gewettigd: de toenmalige vond haar grond in een wet, de huidige in een politieke overeenkomst; in de eerste was de Dienst Vreemdelingenzaken niet gelast met het nemen van de beslissingen; in de huidige is de discretionaire macht van de Minister – en bijgevolg van zijn gemachtigde – op verschillende gebieden toegenomen. Hooguit kan men het definitieve einde vaststellen van sommige mythen, en deze vaststelling volgt uit de vergelijking van productiviteit binnen beiden campagnes. Een vergelijking die overigens niet zo voor de hand ligt. Inderdaad publiceerde de begin 2000 opgerichte Regularisatiecommissie geen jaarverslagen of – statistieken 4, zodat het aantal onder de wet van 1999 ingediende aanvragen tot de dag van vandaag nog onzeker is en varieert in functie van de geraadpleegde bron : 32.662 volgens hogervermeld werk; 37.158 volgens de Annalen van de Senaat van 2 december 2004. Volgens het Secretariaat van de Commissie waren 25.817 “dossiers” eind 2008 geregulariseerd 5, maar dit cijfer lijkt het aantal gunstige beslissingen te betreffen; dit cijfer omzetten in pertinente termen van werkelijke immigratie – met name het aantal geregulariseerde personen – is bij de Regularisatiecommissie blijkbaar nooit opgekomen. Een recente publicatie van de Europese Commissie 6, uitgaande van het gemiddeld aantal personen op wie elke aanvraag vermoedelijk doelt, gewaagt van 37.900 personen “…although expert estimates put the number slightly higher at 40.000 to 45.000 persons” .7 De Dienst Vreemdelingenzaken, die tussen 1 januari 2005 en 19 juli 2009, dus nog voor de huidige campagne en in loutere uitvoering van de wet van 15 december 1980, met half zoveel medewerkers als de Commissie het verblijf van meer dan 45.000 mensen regulariseerde, zou dus een “succes” kunnen aanhalen dat veel minder fictief zou zijn dan het “succes” waarover hogervernoemd werk het heeft, ware het niet dat een welbepaald aantal personen regulariseren zijn wettelijke opdracht gewoon niet is. De regeringsverklaring bij aanvang van de huidige legislatuur houdt immers geen enkel engagement in tot regulariseren van personen; zij kondigde slechts criteria aan, soms nieuw, soms versoepeld, en bevestigde het principe van behandeling “geval per geval”. De opdracht van de Dienst Vreemdelingenzaken is zowel delicater als ondankbaarder: de ingediende aanvragen behandelen en ze individueel en op afgewogen wijze beoordelen. Vermits het politiek akkoord van juli 2009, zoals de Staatssecretaris bij zijn persconferenties van september 2009 duidelijk bevestigde, op geen enkel ogenblik de wet van 15 december 1980 heeft gewijzigd of geschorst, is deze opdracht ongewijzigd; doorheen de evolutie van de politieke accenten en criteria wordt hij door DVZ nu al tien jaar met flexibiliteit en standvastigheid uitgevoerd. Vergelijkt men over vijf dienstjaren het aantal geregulariseerde personen (wat toch enige pertinentie heeft, hoewel quota geen norm zijn voor objectieve behandeling) evenals het aantal afgehandelde aanvragen (een parameter die veel meer verband houdt met de wettelijke opdracht van de administratie), dan overschrijden de resultaten van de Dienst Humanitaire Regularisaties veruit deze van de Commissie van 2000, zoals blijkt volgende tabel : 4 Een feit dat blijkbaar niet werd opgemerkt door sommige organisaties die in dezelfde Commissie zetelden en vandaag

paradoxaal genoeg de DHR een gebrek aan transparantie menen te kunnen verwijten, die hen nochtans gedetailleerde statistieken overmaakt en zelfs zijn interne Memo’s ter beschikking stelt van de Federale Ombudsmannen.

5 Nota van het Commissiesecretariaat aan de Voorzitster van het Directiecomité FOD Binnenlandse Zaken, 15 december 2008.

6 REGINE- Regularisations in Europe, (blz. 192 en 193) uitgegeven in 2009 bij Martin Baldwin-Edwards & Albert Kraler in opdracht van het International Centre for Migration Policy Development.

7 Te noteren dat deze “expertevaluaties”, die de Commissie prijzen gezien zij tot een groter resultaat concluderen, door DVZ werden uitgedrukt. Objectiviteit heeft nu eenmaal rechten.

Page 48: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

48

PRODUCTIVITEIT OVER 5 JAAR

Geregulariseerde

personen

Afgesloten aanvragen

Regularisatiecommissie (2000 tot en met 2004)

40 à 45.000 ongeveer

37.100

Dienst Humanitaire Regularisaties (januari 2005 -januari 2010)

56.371 81.010

Deze cijfers zijn dermate veelzeggend dat zij die ze hebben ontkend hun ontkenning niet konden handhaven 8. Voor een goed begrip : alle tabellen uit deze bijdrage vermelden slechts de cijfers van de Dienst Humanitaire Regularisaties en niet de globale productiviteit van DVZ, die überhaupt groter is gezien in de uitvoering van het politiek akkoord van 19 juli 2009 sommige aanvragen, ingediend onder Artikel 9bis, onder bevoegdheid vallen van andere DVZ – diensten zoals Lang Verblijf en Gezinshereniging. Daarbij komt dat de Dienst Humanitaire Regularisaties (DHR), die de campagne nochtans gehandicapt aanging (op 1 augustus 2009 beschikte de dienst slechts over 112 medewerkers 9 - nauwelijks tien méér dan eind 2008 - en einde 2009 kwam de concrete versterking van het effectief slechts neer op 35 eenheden), al vanaf 20 juli 2009 de aanvragen in het licht van het politiek akkoord onderzocht en afhandelde. In de campagne van 2000 vielen de eerste beslissingen daarentegen pas in juni, m.a.w. zes maanden na de installatie van de Commissie, - die op dat ogenblik nochtans over meer dan 200 medewerkers beschikte. Daarmee wordt komaf gemaakt met sommige apriori’s: een “klassieke” besluitvorming is niet noodzakelijk trager dan een beslissingsproces waarin een Commissie tussenkomt, wat nochtans lang werd beweerd; de uitvoering van de wet van 1980 is niet per se trager dan deze van een specifieke regularisatiewet, en het is onjuist te beweren “dat het aantal aanvragen te groot is om door één Minister te worden gedragen” en dat “daarom de beslissingsbevoegdheid aan een Commissie moet worden overgedragen” 10. Andere simplismen dienen eveneens gecorrigeerd. Wat hoger schreven wij dat het hanteren van quota niet verenigbaar is met objectieve behandeling. Gezien niet op voorhand kan worden geweten hoeveel personen onder welke criteria vallen11 en gezien elke logica voorschrijft dat gunstige beslissingen enkel mogen doelen op personen van wie de situatie het wettigt, wordt het globaal “succes” van de huidige campagne niet bepaald in functie van 8 Zo zag men bv. een en dezelfde persoon namens een NGO in Le Soir van 19 maart 2008 (blz. 2) het aantal door DVZ de

jongste jaren geregulariseerde personen ontkennen en ditzelfde cijfer bevestigen in Migrations Magazine n°1, winter 2009-2010, blz. 69.

9 De artsen (Artikel 9ter) niet inbegrepen, gezien zij geen beslissingen omtrent regularisatieverzoeken nemen.

10 De zegsman van een NGO in Knack Magazine van 30 mei 2007. 11 Gezien asielzoekers in elke fase van hun procedure worden gerepertorieerd kan men het aantal personen die

beantwoorden aan een willekeurige definitie van “onredelijk langdurige procedure” steeds bij benadering schatten; dergelijke oefening is vanzelfsprekend ronduit onmogelijk met betrekking tot criteria zonder juridische omschrijving en waarover nog geen jurisprudentie is ontwikkeld (bv. de “duurzame lokale verankering”). Apriori beweren, zoals sommigen nochtans doen, dat dergelijke criteria overeenstemmen met de situatie van een dramatisch groot aantal mensen is dus geenszins verantwoord.

Page 49: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

49

de publieke reactie die zij oproept (lees: het aantal ingediende aanvragen)12, noch in functie van het aantal toegekende regularisaties, maar door de accuraatheid waarmee de gunstige en ongunstige beslissingen hun werkelijk doelpubliek zullen hebben bereikt. En zoals we later zullen vaststellen in medische context worden aanvragen nu eenmaal niet uitsluitend door het werkelijke doelpubliek ingediend. Elke objectieve oefening is een ondankbare taak, en binnen onze opdracht houdt deze eveneens het bestrijden van fraude en misbruik in. De aandachtige lezer van de teksten die ter concretisering van het akkoord van juli 2009 werden gepubliceerd zal het inmiddels duidelijk zijn dat de regering aan de huidige campagne dimensies geeft die het kader overschrijden van de burgerlijke acties die voorafgingen - en zelfs dit van de campagne van 2000. De nieuwe campagne is inderdaad niet simpelweg een operatie bedoeld als antwoord op de moeilijke situatie van sans-papiers (gezien zij o.a. personen in wettelijk tijdelijk verblijf de kans biedt dit verblijf te bestendigen) en/of deze van asielzoekers (haar toepassingsveld is immers veel breder); haar “One-Shot” profiel is bovendien slechts relatief, vermits enerzijds sommige criteria permanente geldigheid hebben en anderzijds “geloofwaardige pogingen, in het verleden ondernomen om het verblijf te bekomen” nuttig in de aanvragen kunnen worden ingeroepen – een regularisatieverzoek daterend uit de campagne van 2000 inbegrepen. Daarmee wordt het “One-Shot” karakter van deze eerste campagne op slag eveneens relatief, zij het op indirecte wijze. Alvorens het overzicht 2009 aan te vatten geven we hieronder het aantal regularisaties van verblijf welke in de loop der jaren en opeenvolgende oefeningen werden toegekend. (Bron: statistieken DVZ tenzij anders vermeld). Toegekend door DVZ (in aantal personen) 1974 -75 7.448 De Bruycker e.a., op.cit. 1995 820 id. 1996 1.020 id. 1997 1.381 id. 1998 1.755 id. 1999 1.161 (5 maand) id. 2000 (niet beschikbaar) 2001 378 2002 763 2003 2.101 2004 2.402 Toegekend onder de wet van 22/12/99 (Regularisatiecommissie) 2000 – 2008 : 25.817 gunstige beslissingen (Commissiesecretariaat, 15/12/08) overeenstemmend met 40 a 45.000 personen Toegekend door de huidige DHR (DVZ) 2005 11.630 2006 10.207 2007 11.335 2008 8.369 2009 14.830

12 Dit aantal is blijkbaar het “pseudosucces” vastgesteld door de auteur, die wij bij aanvang van deze bijdrage citeerden.

Page 50: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

50

II. Algemeen overzicht van het dienstjaar 2009

II.1. Vergelijking met voorgaande jaren Het zal niemand verbazen dat het aantal in 2009 nieuw ingediende aanvragen dit van 2008 veruit overschrijdt, rekening houdend met de campagne en de vanaf de zomer aangekondigde versoepeling van criteria. Niettemin moet men vaststellen dat de input januari tot juni - dus deze die het politiek akkoord voorafging – reeds 30% hoger lag dan de input over dezelfde periode in het voorgaande jaar (12.567 tegen 9.589). Hoofdoorzaak hiervoor blijkt de toename aan medische aanvragen volgens Artikel 9ter, waarop we later terugkomen.

Nieuwe aanvragen

Afgesloten aanvragen

Saldo Geregulariseerde personen

Op 31/12 nog openstaand

2005 15.927 10.971 - 11.630 Niet beschikbaar

2006 12.667 13.399 + 10.207 22.016

2007 13.883 18.957 + 11.335 Niet beschikbaar

2008 19.371 22.531 + 8.369 15.572

2009 26.232 15.152 - 14.830 23.486

5 jaar 88.080 81.010 56.371

Het beslissingssaldo is niet langer positief (het aantal nieuwe aanvragen is groter dan het aantal afgesloten dossiers) en wel om twee redenen. Vooreerst en vooral liet de campagne tot 15 december toe zowel bepaalde nieuwe criteria in te roepen als sommige categorieën aanvragen aan te vullen (in beide gevallen, betreffende duurzame lokale verankering); het hoeft dan ook niet te verbazen dat een belangrijk aantal aanvragen en aanvullingen niet binnen hetzelfde dienstjaar kon worden afgesloten.13 Vervolgens (cfr. infra) beperkte de afwezigheid (januari tot juni) van artsen bij DVZ en het feit dat het DHR-effectief op zeven maand tijd nauwelijks versterkt werd in aanzienlijke mate de DVZ-capaciteit tot afronden van onderzoeken ten gronde in medische aanvragen conform Artikel 9ter, temeer daar deze met 58% waren gestegen t.o.v. 2008 (8.575 tegen 5.426). Het in 2009 op 31/12 nog in onderzoek zijnde aantal dossiers overtreft dus onvermijdelijk dit van 2008. Dit cijfer omhelst alle onderzoeken omtrent ontvankelijkheid of ten gronde in verschillende stadia van behandeling maar die nog niet tot een beslissing hebben geleid. Net als een gisteren ingediende aanvraag die vandaag nog niet afgehandeld is bezwaarlijk een “behandelingsvertraging” kan worden genoemd, kan dit cijfer niet verstaan worden als een “achterstand” 14 en het komt trouwens niet overeen met eenzelfde, doch met een geringer aantal aanvragers (in 2008 werd bv. vastgesteld dat ongeveer een kwart der indieners meervoudige aanvragers waren.) 13 Gezien in principe de aanvulling van een aanvraag betreffende duurzame verankering nog tot 15 december kon gebeuren

zou het afsluiten van dossiers VOOR die datum zowel onvoorzichtig geweest zijn (beslissen op basis van een mogelijks onvolledig dossier) als intellectueel oneerlijk (beslissen alvorens de betrokkene de kans had aan te vullen), - tenzij een of ander criterium zou toegelaten hebben sowieso gunstig te beslissen, of in het geval elementen van openbare orde de regularisatie sowieso zouden uitgesloten hebben.

14 Het cijfer is natuurlijk nog minder te verstaan als een aantal dossiers waarin “nog niets zou zijn ondernomen”. Wij herinneren er trouwens aan dat de wetgever geen enkele termijn heeft opgelegd voor het behandelen van regularisatieverzoeken.

Page 51: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

51

Tenslotte hebben de in juli ingevoerde of versoepelde criteria onmiddellijk een belangrijk effect gehad op de reële immigratie, vermits het verblijf van 14.830 personen werd geregulariseerd, wat een stijging inhoudt met 77% ten overstaan van 2008. Een frappant resultaat, zelfs rekening gehouden met het feit dat het gemiddeld aantal personen op wie een aanvraag (en dus een beslissing) doelt een statistisch variabel gegeven is. Enige duiding is hier gepast m.b.t. de aanvullingen (actualisaties). Gezien een aanvraag om humanitaire regularisatie van verblijf in principe steeds kan worden aangevuld zolang zij nog in onderzoek is, t.t.z. zolang DVZ nog geen beslissing heeft genomen, mag het impact van het akkoord van juli 2009 niet enkel uitgedrukt worden in termen van nieuwe aanvragen die hierop volgden: personen die reeds een lopende aanvraag hadden waren immers geenszins verplicht een nieuwe in te dienen en konden, zolang een DVZ-beslissing hun aanvraag niet had afgesloten, het voordeel van dit akkoord inroepen door eenvoudige aanvulling van hun verzoek 15. Tussen 15/09 en eind 2009 was de bij DHR binnenkomende post massaal en hoewel meer dan 12.000 stukken begin januari 2010 nog niet hadden kunnen worden gesorteerd en voorzien van een nomenclatuur kon de Dienst nochtans, voor deze zelfde periode, 13.440 aanvullingen van aanvragen bevestigen. Dit cijfer omvat noch deze begin januari ongesorteerde stukken, noch de aanvullingen opgesteld nadat de overeenkomstige aanvraag was afgesloten (4.177), noch de rechtstreeks aan DVZ overgemaakte en dus onontvankelijke aanvragen op basis van Art. 9 Bis (1.343), noch de verzoeken tot conversie van tijdelijke regularisaties in definitieve (551). II.2. De resultaten op vlak van besluitvorming DHR moet niet enkel beslissen ten gronde en omtrent ontvankelijkheid. Uitsluitingen kunnen voorkomen 16; sommige aanvragen blijken zonder voorwerp, en dit moet nagetrokken worden17; de opvolging van ontvankelijke aanvragen 9ter noopt tot beheer van afgiften van attesten van Immatriculatie (A.I.). De Dienst moet tevens beslissen omtrent verzoeken tot verlenging van verblijfstitels (BIVR – Inschrijving in het Vreemdelingenregister), van termijnen om het grondgebied te verlaten (BGV) en omtrent conversie van tijdelijke BIVR’s in onbeperkte.

15 Om de totale impact van de campagne vast te stellen moet men in feite niet alleen rekening houden met de nieuwe of

aangevulde aanvragen die het politiek akkoord inroepen, maar ook met elke aanvraag waarin DHR ambtshalve het voordeel van een der criteria van 19 juli zou hebben toegekend. Tenslotte zouden deze cijfers nog moeten aangevuld worden met de regularisaties toegekend door andere DVZ-diensten bevoegd inzake Artikel 9bis.

16 Met name in uitvoering van Artikel 9ter § 4 van de wet van 15 december 1980. 17 De dossiers “zonder voorwerp” zijn deze waarin de aanvraag om regularisatie is uitgedoofd, hetzij dat de aanvrager het

verblijf reeds heeft verkregen via een andere procedure, hetzij dat hij de Schengenruimte reeds meer dan drie maand verlaten heeft en bijgevolg beschouwd wordt als zonder centrum van belangens in België, hetzij dat hij overleden is.

INPUT 2009

PER TYPE PROCEDURE

Art. 9 Bis

Art. 9 Ter

TOTAAL

17.657

8.575

26.232

OP 31/12/09 NOG IN

ONDERZOEK ZIJNDE AANVRAGEN

Art. 9 al 3 3.838

Art. 9 Bis 10.357

Art .9 Ter 9.291

TOTAAL : 23.486

Page 52: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

52

ALGEMEEN OVERZICHT DER BESLISSINGEN

1 2 3 4 5 6 7 8 9 Definitieve

regularisaties Tijdelijke

regularisaties TOTAAL Onontvank. * TOTAAL Uitsluiting ** A.I.

5.271 1.923 7.194 5.812 374 6.186 9 1.763 3.931

Totaal der geregulariseerde personen : 14.830

Totaal der afgewezenen : 8.758

(*) ongegrond (**) zonder voorwerp

VERLENGINGEN (TOEKENNINGEN EN WEIGERINGEN)

10 11 12 13 14 15

BIVR Weigering BIVR BGV Weigering BGV Conversie BIVR TOTAAL

2.089 73 124 4 37 2.327

Totaal aantal beslissingen :

21.410

(3 + 6 + 7 + 8 + 9 + 15)

Het zal meteen opvallen dat 73% van de in 2009 toegekende regularisaties van definitieve aard waren (tegen slechts 36% in 2008) en dat het aantal weigeringen ten gronde bijzonder laag is. Deze weigeringen vertegenwoordigen nog slechts 2,4% van alle beslissingen die aanvragen afsluiten; het voorgaande dienstjaar was dit nog 4%. Het groot aantal definitieve regularisaties is met zekerheid te wijten aan twee factoren: het effect van de (nieuwe of uitgebreide) criteria, ingevoerd door het politiek akkoord, en het feit dat DVZ niet alleen de aanvragen die dit akkoord expliciet inriepen volgens deze criteria is gaan beoordelen, maar ook – en ambtshalve - alle aanvragen die nog niet het voorwerp waren geweest van een beslissing tot ontvankelijkheid of een weigering ten gronde. Het aantal afgesloten aanvragen ligt voor de reeds vermelde redenen aanzienlijk lager dan in 2008 (15.152 i.p.v. 22.531). Het algemeen totaal beslissingen “zonder onderscheid van context” benadert daarentegen meer het cijfer van het voorgaande jaar (21.410 tegen 26.911) en de quasi-totaliteit van het verschil kan toegeschreven worden aan het beslissingsdeficit met betrekking tot de medische aanvragen, waarvan het onderzoek ten gronde een semester lang geblokkeerd is geweest (cfr.infra). Anders gezegd, zonder deze blokkering bij gebrek aan artsen zou het globaal aantal DHR-beslissingen dit van 2008 hebben geëvenaard spijts de door de campagne toegenomen werklast en spijts de handicap van een onvoldoend en te laat versterkt personeelsbestand.18

18 De eerste DHR-analyse die in de hypothese van een regularisatiecampagne concludeerde tot de noodzaak de logistieke

middelen van de dienst te verdubbelen dateert van eind 2008.

Totaal aantal afgehandelde aanvragen :

15.152

(3 + 6 + 7 + 8)

Page 53: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

53

BESLISSINGEN PER TYPE EN PROCEDURE

Onontvankel. Ongegrond Gunstig Zonder voorwerp

Uitsluiting

Art. 9 al. 3 254 58 2.919 622 2 Art. 9 Bis 4.354 197 3.521 523 0

Art. 9 Ter 1.204 119 754 618 7

TOTAAL 5.812 374 7.194 1.763 9

In het geheel der beslissingen is de verhouding “onontvankelijken” 6,6% in context van Artikel 9 al. 3, 51% in context van Artikel 9 Bis en 45% in context van Artikel 9 Ter. Deze verhoudingen waren nog respectievelijk van de orde van 42, 82 en 72% in 2008. Voor elk type procedure is de verhouding onontvankelijkheden bijgevolg aanzienlijk gedaald t.o.v. het voorgaande dienstjaar. Dezelfde evolutie kan worden vastgesteld voor het geheel van de afgesloten aanvragen, alle procedures samen beschouwd. Hier daalt de verhouding onontvankelijken van 61% (in 2008) naar 38% (in 2009). Dit betekent voor DHR een aanzienlijke toename van de werklast op vlak van onderzoeken ten gronde; deze verhoudingsgewijze toename (de ontvankelijkheden stijgen van 39% naar 62%) komt bovenop de absolute stijging van werklast, vertegenwoordigd door het stijgend aantal nieuwe aanvragen (26.232 in 2009, m.a.w. 26% meer dan in 2008 en 47% meer dan in 2007). Vermits het effect van de nieuwe criteria slechts voelbaar kon zijn vanaf eind juli en gezien deze criteria geen enkele invloed konden hebben op de technische redenen tot ontvankelijkheid (plaats van indiening, effectieve verblijfplaats enz.), konden de factoren die deze evolutie in de verhouding ontvankelijke aanvragen hebben veroorzaakt vooralsnog niet worden geïdentificeerd.

REGULARISATIES PER TYPE EN PROCEDURE

Tijdelijke Definitieve TOTAAL

Art. 9 al. 3 779 2.140 2.919

Art. 9 Bis 929 2.592 3.521

Art. 9 Ter 215 539 754

TOTAAL 1.923 5.271 7.194

De verhouding definitieve regularisaties (hier uitgedrukt in aantal beslissingen) bedraagt bijgevolg. 73% in context van Artikel 9 al. 3 (35% in 2008) 74% in context van Artikel 9 Bis (46% in 2008) 71% in context van Artikel 9 Ter (0 % in 2008) 73% van het globaal aantal regularisaties (36% in 2008) Te noteren dat deze verhoudingsgewijze toename eveneens in context van Artikel 9 Ter optreedt. Wij herinneren er aan dat regularisatie om medische redenen in principe een tijdelijke regularisatie is, onderworpen aan jaarlijkse evaluatie, maar dat DHR vanaf 20 juli 2009 het definitief verblijf toekende in ontvankelijke dossiers waarvan het onderzoek ten

Page 54: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

54

gronde nog liep en waarin een gunstige situatie werd vastgesteld die de criteria van het akkoord tegemoet kwam. 19

REGULARISATIEBESLISSINGEN (per criterium – akkoord van 19 juli 2009)

1.1 1.2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8A 2.8B MEDISCHE HUMANITAIRE (*)

1.336 1.401 766 1 1 0 0 3 955 1.617 18 466 630

TOTAAL : 7.194

(*) Voor de duidelijkheid : natuurlijk zijn alle door DHR behandelde aanvragen humanitair, krachtens de logica van de dienstbevoegdheid zelf. Wij voorzien hier een specifieke humanitaire rubriek eenvoudigweg om over een residuele rubriek te beschikken, te weten een rubriek die alle gevallen groepeert welke niet onder één bepaald criterium kunnen worden gerekend. Zo deden wij ook in voorgaande jaarverslagen. Deze verduidelijking wordt dan ook gegeven om sommigen de gelegenheid te ontnemen te beweren - zoals zij in het verleden deden – dat het aantal humanitaire regularisaties zich beperkt tot deze residuele gevallen 20, wat vanzelfsprekend niet meer is dan een karikatuur. Wij herinneren aan de inhoud van de onderscheiden criteria 21 : 1.1 Duur van de asielprocedure (3 of 4 jaar) 1.2 Duur van de asielprocedure (4 of 5 jaar) 2.1 Ouder van Belgisch kind 2.2 Ouder van E.U.-kind 2.3 Gezin (in brede zin) van een E.U.-onderdaan 2.4 Vreemdeling die het recht op terugkeer niet kan inroepen 2.5 Echtgenoten die gezinshereniging niet kunnen inroepen en niet naar hun land kunnen

worden verwijderd 2.6 In België pensioengerechtigde vreemdeling die zijn recht op terugkeer verloor 2.7 Gezinnen met schoolgaande kinderen + asielprocedure van meer dan een jaar 2.8A Duurzame lokale verankering (5 jaar ononderbroken verblijf) 2.8B Duurzame lokale verankering + arbeidscontract + arbeidskaart B Tenminste voorlopig kan worden genoteerd dat het criterium waaronder de meeste regularisaties konden gebeuren niet een van de criteria is die in relatie staan tot de duur van een asielprocedure, maar het criterium 2.8A (lokale verankering van het eerste type). Een reden te meer om de regularisatieproblematiek voldoende te onderscheiden van de asielproblematiek, net zoals vanaf nu regularisatie niet meer vereenzelvigd kan worden met de problematiek van zogenaamde sans-papiers 22. II.3. De bijzondere problematiek van de medische aanvragen (Artikel 9ter) In ons verslag 2008 schreven wij : “ Een andere opvallende evolutie in 2008 is het toenemend aantal aanvragen waarin medische motieven worden aangehaald : zij bedroegen

19 Bovendien heeft de wetgever het gelijktijdig inroepen, in eenzelfde aanvraag 9ter, van medische en niet-medische motieven

niet uitgesloten. 20 Zie Le Soir van 19 maart 2008, reeds eerder vermeld. 21 De draagwijdte is hier vereenvoudigd. Voor een detailbeschrijving, gelieve de teksten te raadplegen die tijdens de

campagne werden gepubliceerd. 22 Zie onze opmerkingen (vroeger in de tekst) betreffende de draagwijdte van de lopende campagne.

Page 55: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

55

niet minder dan 28% van de binnenkomende procedures; in 2006 was dit nog maar 21,7%. Het feit dat de huidige procedure Art. 9 Ter in geval van ontvankelijkheid een voorlopige verblijfstitel oplevert is hier ongetwijfeld niet vreemd aan (…) Alleszins schijnen veel medische aanvragen ingediend te worden door personen die korte tijd voordien de verwerping meegedeeld kregen van een niet-medische aanvraag”. De medische aanvragen bleven procentsgewijs stijgen in het dienstjaar 2009. Voortaan gingen de verzoeken op basis van Art. 9 Ter niet minder dan 33% vertegenwoordigen van alle ingestelde procedures (niet-medische en medische samengeteld). Een aanvraag op drie, terwijl de Richtlijn waarvan Artikel 9 Ter de omzetting in Belgisch recht is de medische regularisatie van verblijf slechts als een uitzondering begreep. Even recapituleren : ten overstaan van 2008 steeg het aantal nieuwe aanvragen Art. 9 Ter (absolute cijfers) met 58%; de verhouding 9 Ter in het algemeen totaal van nieuwe aanvragen evolueerde van 28 naar 33% en de verhouding onontvankelijkheden in de beslissingen die aanvragen 9 Ter afsluiten daalde van 72 naar 45%. De wettelijke procedure Artikel 9 Ter werd niet gewijzigd 23. Ontvankelijke aanvragen geven nog steeds recht op een voorlopig verblijfsdocument (A.I – Attest van Immatriculatie) in afwachting van een beslissing ten gronde. Dit aantrekkelijk aspect veroorzaakt een permanente interesse en voor verzoekers die niet noodzakelijk de voorwaarden ten gronde vervullen maar wel de technische voorwaarden tot ontvankelijkheid (die gemakkelijk kunnen worden ingevuld) zal de waarde van dit “voorlopig voordeel” natuurlijk rechtevenredig zijn met de duur van het onderzoek ten gronde. Welnu, wat hierbij opvalt is de aanzienlijke stijging, vanaf januari 2009, van het maandelijks aantal aanvragen 9 Ter, die niet voor de maand augustus gevolgd is door een betekenisvolle daling. Het maandgemiddelde nieuwe 9 Ter-verzoeken was inderdaad 452 in 2008 en valt terug op 479 tussen augustus en december 2009, maar steeg tot 883 van januari tot juli 2009 inbegrepen. Deze maanden komen precies overeen met de periode tijdens dewelke het publiek op de hoogte was van de afwezigheid van DVZ-artsen, en het is evenzo publiek geweten dat DVZ bij gebrek aan artsen een medisch gemotiveerde aanvraag niet ten gronde kan verwerpen. Tijdens dezelfde maanden januari tot juli liep een ontvankelijke aanvraag Art. 9 Ter dus geen enkel risico op verwerping ten gronde en elk verkregen Attest van Immatriculatie betekende bijgevolg een verblijfsvoordeel van ettelijke maanden, terwijl anderzijds geen enkel medisch fenomeen de stijging van aanvragen kwam verklaren. Er dient anderzijds vastgesteld dat in het geheel der in 2008 afgesloten procedures 9 Ter de medische motieven slechts in 5,4% der gevallen werden weerhouden (123 op 2.283); in 2009 lijkt dit percentage hoger, gezien 754 van de 2.678 afsluitingen hebben geleid tot regularisatie (wat neerkomt op 28%) - maar dit beeld bedriegt: inderdaad werd het gros van

23 De enige in 2009 voorgekomen wijziging betreffende Artikel 9ter voorziet dat de artsen, die adviezen verstrekken aan DVZ,

geen ambtenaren meer hoeven te zijn.

NIEUWE AANVRAGEN Art. 9 Ter

MAANDELIJKSE INSTROOM 2009

JANUARI 676 FEBRUARI 751 MAART 1.023 APRIL 1.055 MEI 872 JUNI 908 JULI 896 AUGUSTUS 626 SEPTEMBER 559 OKOTOBER 467 NOVEMBER 318 DECEMBER 424

Page 56: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

56

deze 9ter dossiers (599 op 754) gunstig afgesloten om andere dan medische redenen, omdat de situatie er in overeenkwam met een van de juli-criteria. Zoals deze criteria voorzien hebben zij in die gevallen dan ook geleid tot definitieve regularisaties, zonder nazicht van de medische grond die, op zijn best, tot tijdelijke regularisatie zou hebben geleid 24. Ook al werd in die 599 dossiers de medische situatie niet nagegaan, het blijft geoorloofd te stellen dat de dossiers waarin de medische motieven weerhouden werden, zowel in 2008 als in 2009 de minderheid van de aanvragen Art. 9 Ter uitmaakten. Een derde fenomeen in 2009 is de toename van medische fraude. Eerlijker uitgedrukt: van de vaststellingen van medische fraude. In het vooruitzicht op een groot aangekondigde campagne had DHR inderdaad proactief een early warning system ontwikkeld die een snelle transversale samenwerking toelaat met specifieke DVZ-diensten zoals het Bureau Opsporingen en de Gerechtelijke Sectie, van zodra verdachte gegevens met gestructureerd of repetitief karakter in de aanvragen opduiken. Meerdere Parketten en politiezones houden zich inmiddels ledig met de vastgestelde gevallen. Bovenstaande analyses strekken tot eenzelfde conclusie, te weten dat een waarschijnlijk aanzienlijk deel van de aanvragen Art.9ter ingediend wordt door een ander publiek dan de doelgroep waarvoor de procedure oorspronkelijk en om humanitaire gronden werd bestemd. BESLISSINGEN OMTRENT MEDISCH

GEMOTIVEERDE AANVRAGEN Art. 9 al. 3 Art. 9 Ter

Beslissingen tot regularisatie (1) (Tijdelijke en definitieve)

1.476 754

Geregulariseerde personen 3.514 1.686

VENTILATIE PER MOTIEF

Regularisatiebeslissingen op medische basis

311 155

Regularisatiebeslissingen op niet-medische basis

1.165 599

ANDERE BESLISSINGEN

Ontvankelijke aanvragen 6 3.900

Onontvankelijke aanvragen (2) 17 1.204

Weigeringen ten gronde (3) 12 119

Aantal geweigerde personen (onontvankelijk of ten gronde) 40 2.064

Zonder voorwerp geworden aanvragen (4) 395 594

Uitsluitingen (5) 2 7

24 Het voorschrift om elke aanvrager de meest gunstig mogelijke behandeling voor zijn aanvraag te bezorgen werd met andere

woorden geërbiedigd.

Page 57: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

57

TOTAAL DER AFGESLOTEN MEDISCHE PROCEDURES

(1 + 2 + 3 + 4 + 5)

Art. 9 al. 3 1.902

Art. 9 Ter 2.678

TOTAL 4.580

Op 26 november 2009 oordeelde het Grondwettelijk Hof dat het niet onredelijk is van een vreemdeling die een aanvraag Art. 9 Ter indient te eisen dat hij zijn identiteit en nationaliteit aantoont 25 maar dat het niet geoorloofd is deze bewijsvoering uitsluitend bij wijze van een paspoort of identiteitskaart toe te laten – zoals de huidige reglementering nochtans voorziet.26 Vermits dit arrest een prejudiciële vraag beantwoordt, houdt het geen vernietiging in van Artikel 9 Ter, ook geen partiële. Behoudens bij wet voorziene vrijstelling moet de aanvrager 9ter dus nog steeds zijn identiteit aantonen; zoals voorheen dient dit in de inleidende aanvraag te gebeuren op straffe van onontvankelijkheid van dit verzoek en het is nog steeds de gemachtigde van de Minister die de voorgelegde elementen beoordeelt. De administratieve praktijk zal zich daarentegen naar aanleiding van dit arrest moeten aanpassen. Een delicate oefening, daar deze nieuwe praktijk een afdoende vaststelling van identiteit zal moeten nastreven, met andere middelen dan in 2009, en zonder de procedure nog aantrekkelijker te maken dan ze al is: haar intrinsieke aantrekkelijkheid is immers reeds een van de oorzaken van haar manifest overdadig gebruik.

25 Een enigszins verbazende uitdrukking, gezien de rechtspraak eenduidig de nationaliteit erkent als constitutief element van

de identiteit. 26 Koninklijk Besluit van 17 mei 2007, Art.7 §1;

Page 58: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

58

HOOFDSTUK V

TOEGANG TOT EN VERBLIJF IN HET RIJK

Page 59: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

59

I. Het kort verblijf in België I.1. De visumdienst van het kort verblijf De visumdienst staat in voor het onderzoek van de visumaanvragen voor kort verblijf (maximum 3 maanden). In tegenstelling tot de dienst lang verblijf en de dienst gezinshereniging werkt de visumdienst van het kort verblijf met andere landen samen op Schengenniveau. Sinds de inwerkingtreding van de Schengenakkoorden (1995) leveren de landen die de akkoorden ondertekend hebben (België, Oostenrijk, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Griekenland, Spanje, Finland, Frankrijk, Hongarije, IJsland, Italië, Litouwen, Luxemburg, Letland, Malta, Nederland, Polen, Noorwegen, Portugal, Zweden, Slovenië, Slowakije, Zwitserland) geen nationale visa voor een kort verblijf meer af, maar wel uniforme visa, de zogenaamde Schengenvisa. Hierbij gebeurt de controle van de binnenkomstvoorwaarden in principe enkel nog aan de buitengrenzen en kan men eens in het Schengengebied vrij binnen dit gebied rondreizen binnen de geldigheid van het Schengenvisum. Dit impliceert ook dat de algemene politiek met betrekking tot dergelijke korte termijn visa ook de Belgische context overstijgt. Hierbij wordt er gestreefd naar een gemeenschappelijke ruimte die de vrije circulatie van personen binnen deze ruimte garandeert, maar die tegelijkertijd ook een garantie is voor de veiligheid en de openbare orde (zie hiervoor ook punt I.2. De dienst Vision). Om een zo geharmoniseerd mogelijke toepassing te creëren van het principe van een gemeenschappelijk beleid, werd een geheel van documenten en praktijken verzameld in een voor alle Lid-Staten gemeenschappelijk document, namelijk de “Gemeenschappelijke visuminstructies” (GVI). Gezien het aantal Lid-Staten van de Schengenruimte sinds 1995 ondertussen sterk is aangegroeid en het feit dat bepaalde instructies een update behoefden, hebben de “Gemeenschappelijk visuminstructies” in 2009 het voorwerp uitgemaakt van een revisie. Deze revisie was uiteraard tevens nodig gezien de komst van het “Visa Information system (VIS)”. Het VIS-systeem is bedoeld om data met betrekking tot (Schengen)visa te kunnen uitwisselen tussen Lid-Staten. Afhankelijk van nog te nemen beslissingen omtrent het juridisch kader kunnen er de volgende potentiële voordelen zijn : - Instrument om de strijd tegen fraude te bespoedigen door de uitwisseling van informatie

tussen Lid-Staten te verbeteren en dit met betrekking tot visumaanvragen en de eindresultaten van de behandeling;

- Het versterken van de consulaire samenwerking en het verbeteren van de uitwisseling van informatie tussen de consulaire autoriteiten;

- Vergemakkelijken van controles bij externe grensposten of andere immigratie- of politiecontroleposten, om te verifiëren of de drager van het visum dezelfde persoon is als de persoon aan wie het werd toegekend;

- Een bijdrage leveren tot het voorkomen van "visa shopping"; - Het vergemakkelijken van de toepassing van de Dublin Conventie m.b.t. de vaststelling

van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag;

Page 60: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

60

- Hulp bij het identificeren en documenteren van illegalen zonder documenten en het vergemakkelijken van de administratieve procedures om personen van derde landen terug te laten keren;

- Hulp bij het beheer van het gemeenschappelijk visumbeleid en met het oog op de interne veiligheid en de strijd tegen het terrorisme.

De rechtsgrondslag voor de afgifte van Schengenvisa vinden we terug in artikel 15 van de Schengen-uitvoeringsovereenkomst en artikel 5 van de Verordening 562/2006/EG. In de GVI (Gemeenschappelijke Visuminstructies) worden de voorwaarden opgesomd voor toegang van een verblijf van ten hoogste drie maanden : - In het bezit zijn van een geldig grensoverschrijdingsdocument; - Indien vereist in het bezit zijn van een geldig visum; - Het zo nodig overleggen van documenten ter staving van het doel van het voorgenomen

verblijf en de verblijfsomstandigheden, alsmede het beschikken over voldoende middelen van bestaan, zowel voor de duur van het voorgenomen verblijf als voor de terugreis naar het land van oorsprong of voor de doorreis naar een derde staat waar de toelating is gewaarborgd, dan wel in staat zijn deze middelen rechtmatig te verwerven;

- Niet ter fine van weigering van toegang gesignaleerd staan; - Niet worden beschouwd als een gevaar voor de openbare orde, de nationale veiligheid of

de internationale betrekkingen van één der overeenkomstsluitende partijen.

Bij de bovenstaande controle van de Schengenvoorwaarden, gaat het vooral om aanvragen die we kunnen klasseren onder de categorieën toerisme en zaken, maar ook visa om medische redenen worden door het kort verblijf behandeld, en aanvragen met het oog op een huwelijk in België (niet te verwarren met de aanvragen van de dienst gezinshereniging, waar de personen reeds gehuwd zijn). Bij deze laatste categorie valt te noteren dat het kort verblijf net als de dienst gezinshereniging betrokken is bij de strijd tegen schijnhuwelijken. Bij ernstige twijfels omtrent een af te sluiten huwelijk kan het kort verblijf namelijk aan de diplomatieke post vragen om de toekomstige partner aan een interview schijnhuwelijk te onderwerpen. Wanneer uit het interview blijkt dat er gegronde redenen zijn om een af te sluiten schijnhuwelijk te vermoeden, dan schorten we de beslissing op en maken we een schrijven over aan de Officier van de burgerlijke van de gemeente waar het huwelijk moet plaatsvinden, en dit samen met alle belangrijke stukken van het dossier. Hierbij vragen we aan de bevoegde persoon of men nog steeds akkoord is met het af te sluiten huwelijk, met het oog op de nieuwe elementen die

we aanhalen. De Burgerlijke stand kan natuurlijk op zijn beurt advies vragen aan het Parket. Afhankelijk van de resultaten van dit bijkomend onderzoek wordt er dan door het kort verblijf bepaald of het visum al dan niet wordt toegekend.

Page 61: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

61

Nieuw is dat bij wet van 25 april 2007 (B.S. 10/05/2007) de Europese richtlijn (2004/38/EG) van 29/04/04 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de Lid-Staten voor de burgers van de Unie en hun familieleden omgezet werd in Belgisch recht. Hierdoor is het kort verblijf sinds 1 juni 2008 tevens bevoegd geworden voor de visumaanvragen kort verblijf met het oog op een geregistreerd partnerschap. De wet van 15/12/1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen werd tengevolge hiervan gewijzigd (o.m. de art.40 en volgende). Daarbij wijzigt een eerste K.B van 7 mei 2008 (B.S.13/05/2008) een aantal bepalingen van het KB van 08/10/81 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Een tweede KB, eveneens van 7 mei 2008 (B.S.13/05/2008), legt een aantal uitvoeringsmodaliteiten vast van de wet van 15/12/1980. De verdere opvolging op het grondgebied van de afgeleverde korte termijn visa in het kader van een geregistreerd partnerschap is vervolgens de bevoegdheid van de dienst gezinshereniging. De verwerking van de bovenstaande diverse aanvragen kort verblijf gebeurt praktisch volledig elektronisch. De meeste aanvragen worden immers in elektronische vorm ter behandeling naar het bureau gestuurd. Deze verregaande samenwerking tussen de twee Federale Overheidsdiensten biedt verschillende voordelen : - Grote tijdswinst voor visumaanvragers, aangezien er geen nood meer is om aanvragen

per diplomatieke valies te versturen; - Tijdens het transport kan men geen papieren documenten verliezen; - De beslissingen zijn transparant voor iedereen doordat men on line, via de website

www.dofi.fgov.be, het verloop van de aanvraag kan volgen; - De FOD Buitenlandse Zaken krijgt op duidelijke wijze instructies; - Korte behandelingstermijnen voor aanvragen kort verblijf bij de DVZ. De statistieken voor 2008en 2009 inzake visumaanvragen kort verblijf (ambtshalve afgifte niet inbegrepen), zijn de volgende :

2008 2009

Akkoorden 14.291 13.179

Weigeringen 30.183 26.529

Aanvragen zonder gevolg 363 190

Totaal 44.837 39.898

Zoals u kunt zien, is het aantal weigeringen bij DVZ hoog. Dit is het gevolg van het feit dat de ambassades en consulaten voor het kort verblijf ruime gedelegeerde bevoegdheden hebben om visa af te leveren (weliswaar niet voor medische redenen, met het oog op een huwelijk of een geregistreerd partnerschap), maar geen gedelegeerde bevoegdheid hebben om een visum te weigeren. De ambassades en consulaten behandelen bijgevolg zonder onze tussenkomst de positieve, bonafide dossiers, terwijl de probleemdossiers (valse documenten, eerdere weigeringen, valse verklaringen, problemen van openbare orde,…) worden overgemaakt aan het kort verblijf, waarbij deze dienst rekening houdt met zowel de positieve als negatieve elementen om vervolgens een beslissing te nemen.

Page 62: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

62

Het bekijken van enkel de statistieken van DVZ inzake visa kort verblijf kan bijgevolg voor de niet-kenners een vertekend beeld opleveren van de realiteit, aangezien grosso modo enkel één vierde van de aanvragen via onze diensten passeren en alle visumaanvragen van bonafide personen in principe niet in onze statistieken vervat zijn. De top 5-nationaliteiten die aan het kort verblijf worden overgemaakt zijn :

Land Aantal aanvragen

Marokko 6.637

Democratische Republiek Kongo 3.696

Turkije 2.584

Rusland 1.848

Algerije 1.541

I.2. De dienst Vision Sinds de inwerkingtreding van de Schengenakkoorden (1995) leveren de landen die de akkoorden ondertekend hebben geen nationale visa voor een kort verblijf meer af, maar wel uniforme visa, de zogenaamde Schengenvisa. Om veiligheidsredenen hebben de Schengenpartners besloten om een procedure voor de voorafgaande raadpleging voor bepaalde, zogenaamd “gevoelige” nationaliteiten in te voeren. De lijst van deze nationaliteiten werd door elk van de overeenkomstsluitende partijen, in functie van hun eigen veiligheidsdoelstellingen, bepaald. De toepassing van deze procedure leidde tot de oprichting van een efficiënt en snel netwerk voor raadplegingen, in de vorm van elektronische berichten, het zogenaamde Schengenraadplegingsnetwerk, ook wel het Vision-netwerk genoemd. De diplomatieke en consulaire Schengenposten mogen geen visum kort verblijf meer afleveren voor alle aanvragen die van gevoelige nationaliteiten uitgaan zonder eerst de betrokken partners, door middel van deze procedure, te raadplegen, om zo hun toestemming te krijgen. De geraadpleegde landen beschikken over een termijn van 7 kalenderdagen om een antwoord te geven. Indien zij dit niet doen, veronderstelt men dat zij zich niet verzetten tegen het afleveren van een visum. Indien één van de geraadpleegde landen weigert, moet de toegang tot het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen geweigerd worden aan de betrokkene. Men mag dus geen Schengenvisum toekennen aan die persoon. Het is steeds mogelijk om, in uitzonderlijke omstandigheden, een visum af te leveren dat tot het nationaal grondgebied beperkt is (een “visum met beperkte territoriale geldigheid”), omwille van humanitaire redenen, nationale belangen of internationale verplichtingen. Artikel 17, tweede paragraaf, van de Uitvoeringsovereenkomst bepaalt wie de gevallen moet bepalen waarin de afgifte van een visum afhankelijk is van de raadpleging van de centrale autoriteit van de betrokken overeenkomstsluitende partijen en, in voorkomend geval, van de raadpleging van de centrale autoriteiten van de overige overeenkomstsluitende partijen. Artikel 5, eerste paragraaf, e, preciseert dat de vreemdeling niet mag worden beschouwd als een gevaar voor de openbare orde, de nationale veiligheid of de internationale betrekkingen van één der overeenkomstsluitende partijen. Dit laatste artikel stelt de Staten in staat om, onafhankelijk van een voorafgaande seining, de toegang of de afgifte van een visum te weigeren, met name op basis van de voorafgaand uitgevoerde raadplegingen.

Page 63: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

63

In België is de Dienst Vreemdelingenzaken de centrale autoriteit in het kader van deze procedure en is het de Dienst Vision die belast is met de uitvoering van de raadpleging. De voornaamste taak van de dienst Vision bestaat uit de zogenaamde « klassieke » raadpleging van onze Schengenpartners en het beantwoorden van de raadplegingen die zij naar ons sturen (rekening houdend met de nationaliteiten die in bijlage 5B van de Gemeenschappelijke Consulaire Instructies worden genoemd). Een andere taak van de dienst Vision is het behandelen van de « raadplegingen in geval van vertegenwoordiging ». Hierbij gaat het om de visumaanvragen die worden ingediend bij een ambassade of een consulaire post van een Schengenstaat die een andere Schengenstaat vertegenwoordigt en gesitueerd is in een land dat in de bijlage 5C vermeld wordt. In het kader van deze procedure vertegenwoordigen we, sinds 2007, Frankrijk in Kigali. Naast de eigenlijke « Visionraadpleging » moet de Dienst Vision alle Schengenpartners verwittigen wanneer een visum met beperkte territoriale geldigheid (TBV) werd afgeleverd door België en de adviezen in verband met het overhandigen van TBV’s die door de partners werden toegekend behandelen. Activiteitenverslag Statistieken van de aanvragen die uitgewisseld werden tussen België en zijn partners tussen 2000 en 2009 : raadplegingen van België door onze partners (in toepassing van bijlage 5B), raadplegingen in vertegenwoordiging van België van onze partners (bijlage 5C), raadplegingen van onze partners door België (bijlage 5B), raadplegingen van onze partners door België (bijlage 5C) en adviezen in verband met de afgifte van Belgische TBV’s.

Jaar

Binnenkomende raadplegingen

5B

Binnenkomende raadplegingen

5C

Buitengaande raadplegingen

5B

Buitengaande raadplegingen

5B

Buitengaande adviezen

TBV’s

Totaal

2000

5.358 0 10.330 0 1.153 16.841

2001

6.307 0 10.376 0 1.385 18.068

2002

8.767 59 13.267 0 653 22.746

2003

10.681 984 19.176 0 472 31.313

2004

15.453 572 20.399 0 650 37.074

2005

16.425 730 20.292 0 1.610 39.057

2006

14.455 894 21.191 0 1.332 37.872

2007

14.678 1.361 25.682 335 949 43.005

2008

15.156 776 35.243 540 1.325 53.040

2009

13.367 626 34.746 408 1.233 50.380

Page 64: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

64

Sinds het begin van 2000 werd een zeer sterke stijging van het aantal aanvragen die uitgewisseld worden tussen de Schengenpartners en België vastgesteld (het aantal raadplegingen is meer dan verdrievoudigd). We stellen vast dat deze evolutie zich vandaag nog voortzet. Het is natuurlijk zo dat in december 20079 nieuwe partners tot de Schengenruimte zijn toegetreden. In december 2008 werd de Schengenruimte opnieuw met een nieuw land (Zwitserland) uitgebreid, waardoor er nu 25 Schengenpartners zijn (België, Nederland, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië, Oostenrijk, Griekenland, Zweden, Noorwegen, Finland, IJsland, Denemarken, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Slowakije, Tsjechië, Slovenië, Malta en Zwitserland). Evolutie van de aanvragen voor raadpleging van België door onze Schengenpartners voor Congo, Rwanda en Burundi, tussen 2000 en 2009

Jaar

Congo Rwanda Burundi Totaal

2000

4.710 397 261 5.368

2001

5.405 544 358 6.307

2002

7.139 1.289 339 8.767

2003

8.508 1.631 542 10.681

2004

11.260 2.594 1.599 15.453

2005

12.043 2.727 1.655 16.425

2006

11.027 1.960 1.562 14.549

2007

11.301 1.913 1.459 14.673

2008

11.851 2.394 893 15.138

2009 9.967 2.657 715 13.339

Het is moeilijk om commentaar te geven op deze cijfers, maar het is blijkbaar nog steeds even gemakkelijk om een visum kort verblijf te bekomen bij de Duitse en vooral Franse diplomatieke posten. Deze twee landen zijn goed voor het grootste gedeelte van de aanvragen voor raadpleging die door België worden ingediend. We stellen een belangrijke stijging, relatief gezien, van het aantal aanvragen uit de noordelijke landen (aanvragen die 2 jaar geleden bijna niet voorkwamen) vast.

Page 65: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

65

I.3. De dienst Kort Verblijf / opvolging Doel van deze cel : het verzekeren van de opvolging van de verblijven van minder dan 3 maanden van elke buitenlandse onderdaan die op het Belgisch grondgebied aanwezig is. Elke persoon die voor een periode van minder dan 3 maanden naar België komt en niet in een hotel verblijft, moet zich bij het gemeentebestuur aanbieden om er het vereiste document te ontvangen. Dit werk omvat verschillende fases : 1 ° De ontvangst en de controle van de documenten die door de gemeentebesturen aan ons

worden overgemaakt, of de betrokkene nu al dan niet aan de visumplicht onderworpen is: aankomstverklaringen voor de niet-Europese onderdanen, bijlagen 3 ter voor de Europese onderdanen. Indien er sprake is van een vergissing wordt een verzoek tot rechtzetting naar het betrokken gemeentebestuur gestuurd.

2 ° Indien de verlenging van een van de bovengenoemde documenten wordt aangevraagd :

het onderzoek van de aanvraag volgens zeer precieze criteria. Dit onderzoek leidt tot een akkoord, indien het geval als ernstig beschouwd wordt en aan de criteria beantwoordt, of tot een bevel om het grondgebied te verlaten, indien de aanvraag niet aan de voorwaarden voor de verlenging beantwoordt. In sommige gevallen wordt bijkomende informatie gevraagd, om de aanvraag zo objectief mogelijk te kunnen onderzoeken.

3 ° De opvolging van de genomen beslissingen: wanneer een verlenging of een bevel om

het grondgebied te verlaten vervalt, wordt er overgegaan tot een onderzoek van de verblijfplaats, om na te gaan of de betrokkene het grondgebied daadwerkelijk verlaten heeft. Indien dit niet het geval is, wordt een bevel om het grondgebied te verlaten afgegeven, indien dit nog niet gedaan werd, of wordt het dossier voor verder gevolg overgemaakt aan het bureau Clandestienen.

4 ° Indien de dienst “visa/kort verblijf” een visum toekent, maar twijfel koestert in verband

met het vertrek van de betrokkene, wordt er overgegaan tot een onderzoek van de verblijfplaats, om na te gaan of de persoon het grondgebied verlaten heeft, en of het nodig is om daar eventueel het bevel toe te geven.

5 ° In samenwerking met het bureau P, dat zich met de schijnhuwelijken bezighoudt, afgifte

van de bevelen om het grondgebied te verlaten, indien de procureur of de officier van de burgerlijke stand het huwelijk niet wil voltrekken.

Cijfers voor het jaar 2009 Afgifte bijlage 3 ter (met inbegrip van voormalige bijlagen 22) : 25.026 (Europese Unie). Afgifte van aankomstverklaringen : 15.653 (niet-EU). TOTAAL : 40.679. Dit cijfer is lager dan het aantal afgegeven toeristische visa, omdat verschillende personen zich niet aanmelden bij het gemeentebestuur of zich enkel naar het gemeentebestuur begeven wanneer ze problemen hebben. De personen die zich naar het hotel begeven worden ook niet meegeteld. In 2009 werden ongeveer 2.567 verlengingen van verblijf toegestaan.

Page 66: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

66

1.681 bevelen om het grondgebied te verlaten werden afgegeven, 1.192 in Brussel en in Wallonië, 489 in Vlaanderen. In totaal werden 10.890 dossiers behandeld door de cel (verlengingen, bevelen om het grondgebied te verlaten en opvolging). Problemen waarmee DVZ in 2009 geconfronteerd werd In 2009 waren er veel aanvragen voor verlenging van een 3ter (voor seizoenarbeid) door Oosteuropeanen, hoofdzakelijk Polen, Bulgaren en Roemenen. Hierdoor wordt de werkdruk voor Kort Verblijf (Opvolging) steeds zwaarder. Het kort verblijf krijgt ook steeds meer telefoons van gemeenten die inlichtingen vragen in verband met de voorwaarden van hun verlenging. Voor hen is het namelijk niet altijd duidelijk of het de bevoegdheid van Kort Verblijf of Lang Verblijf is. II. Het lang verblijf in België II.1. Lang Verblijf / Niet-EU In het jaar 2008 is de wijziging van de wetgeving met betrekking tot het verblijf van de Europese burgers van kracht geworden, met name de uitbreiding van het begrip familieleden tot de samenwonenden. De organisatie van de dienst lang verblijf werd in 2009 tweemaal gewijzigd. Statistieken voor het jaar 2009

MVV : Machtiging tot voorlopig verblijf BIVR : Bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister

Statistieken niet-economische migratie

Nieuwe aanvragen posten (MVV)* 140 beslissingen 140

Nieuwe aanvragen gemeenten (9bis)* 140 akkoorden + 36 afwijzingen + 184 onontvankelijkheidsverklaringen 360

Verlenging verblijf (BIVR) : 1.715 akkoorden + 10 afwijzingen 1.725

Toekenning onbeperkt verblijf 228 beslissingen 228

Andere (Onderzoek;….) 206

Aanvragen identiteitskaarten of status langdurig ingezetene 1.308

Nieuwe inschrijving na schrapping 114

Page 67: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

67

MVV : Machtiging tot voorlopig verblijf BIVR : Bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister * buiten ambtshalve afgifte

Statistieken economische migratie

Nieuwe aanvragen MVV beslissingen akkoorden afwijzingen totaal

Ingediend bij de Belgische posten in het buitenland aanvragen voorgelegd aan de DVZ (dus buiten ambtshalve afgifte door de posten)

762

603 147 750

Nieuwe aanvragen (9 - 9bis) beslissingen akkoorden afwijzingen

Aanvragen voorgelegd aan de DVZ (dus buiten ambtshalve afgifte door de gemeenten)

723

478 235

Aanvragen verlenging verblijf (BIVR) : waaronder aanvragen onbeperkt verblijf beslissingen akkoorden waaronder akkoorden onbeperkt verblijf afwijzingen onbeperkt verblijf afwijzingen + BGV Totaal

Allemaal voorgelegd aan de DVZ 7.507

584

7.314

232

352

45

7.359

Page 68: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

68

II.2. Lang Verblijf / Studenten II.2.1. Inleiding Het Bureau Lang Verblijf – Studenten bestaat uit de MVV Studies en de Cel Verblijf Studenten. De Cel MVV Studies behandelt de visumaanvragen die door de Belgische diplomatieke posten voor advies worden doorgestuurd van derdelanders die in België wensen te studeren. De Cel Verblijf Studenten (die opgesplitst is in een Nederlandstalige en een Franstalige Cel) behandelt de aanvragen tot afgifte en verlenging van verblijfsdocumenten voor derdelanders en volgt het studieverloop op van de derdelanders tijdens hun verblijf in België. Wanneer de verblijfsvoorwaarden niet meer vervuld zijn of uit het studieverloop blijkt dat de student zijn studies op overdreven wijze verlengt rekening houdend met de resultaten, bereidt het bureau de dossiers voor voor de Directeur-Generaal of de Minister van Binnenlandse Zaken, teneinde een einde te stellen aan zijn verblijf. II.2.2. Statistieken

Om een globaal beeld te hebben van de immigratie die verbonden is met de status van student heeft de FOD Buitenlandse Zaken alle algemene cijfers, per post, van het totaal aantal visa voor studies die gedurende het afgelopen jaar werden aangevraagd overgemaakt. Aangezien de posten over een bevoegdheid tot afgifte beschikken indien het dossier van de student volledig is, beschikt de Dienst Vreemdelingenzaken slechts over gedeeltelijke cijfers : die van de dossiers die overgelegd worden door de diplomatieke of consulaire posten.

Visa

Afgifte Weigering Totaal aantal aanvragen

MVV studies Ambtshalve Advies DVZ Ambtshalve Advies DVZ In

afwachting

5.247 1.457 604 1.330 8.777

6.704 1.934 139

Behandelde aanvragen

Akkoord Weigering Opschorting Totaal

Art. 58 777 774 25 1.576 Art. 9 (privé-scholen) 228 417 5 650 Middelbaar onderwijs 11 60 1 72 GH-10bis 301 75 39 415 Beursstudenten 140 4 0 144

Totaal 1.457 1.330 70 2.857

Page 69: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

69

Verblijf a) machtiging tot verblijf

b) verlenging van het verblijf Behandeld

Akkoord Weigering Totaal

Verlenging van de verblijfstitel – art. 58 1.442 29 1.471

Verlenging van de verblijfstitel – art. 9 100 15 115

Totaal 1.542 44 1.586

c) verwijdering BGV’s ondertekend

gedurende het jaar Voorgelegde

BGV’s

Bijlage 13 91 9 Bijlage 33 bis – Directeur 122 45 Bijlage 33 bis – Minister 13 7 Totaal 226 61 II.3. Lang Verblijf / EU II.3.1. Inleiding In 2008 werd de Europese richtlijn 2004/38 definitief omgezet in nationaal recht. Deze wetswijziging werd van kracht op 1 juli 2008. In 2008 heeft deze wetswijziging implicaties gehad voor bureau Lang Verblijf door de creatie van een aparte cel EU. 2009 was het jaar waarin zowel de gemeentelijke ambtenaar als de medewerks van Lang Verblijf eindelijk de nieuwe wetswijziging goed onder de knie begonnen te krijgen. 10 medewerkers aan Franstalige kant en evenveel medewerkers aan Nederlandstalige kant zorgen voor een efficiënte behandeling van verblijfsaanvragen van EU-onderdanen in België. II.3.2. Enkele cijfergegevens De EU-sectie verricht veel werk per maand. Zo krijgt deze sectie gemiddeld 3000 faxen per maand te verwerken. Dit komt neer op meer dan 150 faxen per dag. Maandelijks ontvangt deze cel ook 240 aanvragen bijlages 19 (aanvraag tot verklaring van inschrijving). De merendeel van de aanvragen zijn werknemers of zelfstandigen. Bij deze aanvragen kan de gemeente het verblijfsdocument voor de EU-burger afleveren zonder goedkeuring van de

Behandeld Akkoord Weigering

Totaal

Machtiging tot verblijf (Art. 58/3)

226 69 295

Machtiging tot verblijf – privé-scholen (Art. 9bis)

66 53 119

Totaal 292 122 414

Page 70: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

70

Dienst Vreemdelingenzaken. Toch wordt in de meeste gevallen een voorafgaand advies gevraagd aan bureau EU. Hetgeen resulteert in veel telefoons en een enorme logistieke druk. Onderstaande grafiek geeft een idee van het aantal ontvangen bijlages 19 (de aanvragen) en het aantal afgeleverde bijlagen 8 (het afgeleverd verblijfsdocument of de E kaart) door de gemeente. Het verschil tussen de aanvragen en het uiteindelijke afgeleverde verblijfsdocument is te verklaren doordat veel EU-burgers hun verblijfsdocument uiteindelijk niet afhalen.

aantal afgeleverde bijlages 8 en 19

0

500

1000

1500

2000

2500

3000

3500

4000

4500

Janu

ari

Febr

uari

Maa

rtApr

ilM

eiJu

ni Juli

Augus

tus

Septe

mbe

r

Oktob

er

Novem

ber

Decem

ber

maand 2009

aa

nta

l b

ijla

ge

s

bijlage 19

bijlage 8

Er werden ook 61 verblijven beëindigd door middel van een bijlage 21 in 2009 Dit gebeurt omdat de betrokkene ofwel een onredelijke belasting vormde voor het sociale zekerheidsstelsel, ofwel omdat hij of zij niet meer voldeed aan de initiële verblijfsvoorwaarden (geen zelfstandige meer, werknemer, enz…) II.4. Lang Verblijf / Fraudecel II.4.1. Inleiding De cel Fraude werd in 2006 opgericht, naar aanleiding van het vaststellen van onregelmatigheden bij de regularisatiewet van december 1999. Zo beslist de cel of de verblijfsvergunning al dan niet ingetrokken wordt nadat fraude is ontdekt. De fraude wordt onderzocht nadat de betrokkene een paspoort voorlegt waarvan de identiteit verschillend is van bij zijn eerste verklaring of via verkregen informatie van politiediensten. De fraudecel neemt enkel beslissingen indien de vreemdeling reeds gemachtigd of gevestigd is tot een verblijf van meer dan 3 maanden en dit enkel voor de dossiers waar een opvolging van Lang verblijf voorzien is.

Page 71: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

71

II.4.2. Cijfergegevens In 2009 heeft de fraudecel 2811 beslissingen genomen of 2134 definitieve beslissingen. 677 beslissingen waren immers beslissingen tot een uitstel door onvolledigheid van dossiers. Veel personen leggen vervallen paspoorten voor of enkel een geboorteakte bij hun aanvraag tot wijziging van identiteit waardoor de fraudecel bijkomende gegevens dient op te vragen bij de gemeente. 191 dossiers hebben geleid tot een intrekking van het verblijfsrecht. Dit betrof in het totaal 290 personen. In de meeste gevallen ging het over valse EU-onderdanen en fraude bij art. 9 bis of het oude art. 9 §3 van de wet van 15/12/1980. II.4.3. Top 5 valse nationaliteiten 1. 36 intrekkingen van valse Portugezen; 2. 13 intrekkingen van valse Bulgaren; 3. 08 intrekkingen van valse Britten; 4. 07 intrekkingen van valse Italianen; 5. 08 intrekkingen van valse Kosovaren; 6. 07 intrekkingen van valse Italianen.

Andere nationaliteiten waar veel fraude in voorkomt zijn Italianen (6 dossiers ), Afghanistan (6 dossiers ).Fransen (5 dossiers ) en Georgie (4 dossiers ). Daarnaast heeft de fraudecel ook 41 dossiers behandelt waar een nietigheidsverklaring van een huwelijk werd uitgesproken door de rechtbank. De belangrijkse nationaliteiten betreffen hier Marokko (22 dossiers ), Turkijke (11 dossiers) III. De dienst Gezinshereniging III.1. Bevoegdheden van de dienst Gezinshereniging De Dienst Gezinshereniging behandelt de verzoeken tot gezinshereniging op grond van de artikelen 10, eerste lid, 1°, 4°, 5°, 6°, 7° en 10bis, § 2 van de wet van 15 december 1980 (verzoek tot gezinshereniging met een niet-Europeaan) en op grond van de artikelen 40bis en 40ter van dezelfde wet (verzoek tot gezinshereniging met een burger van de Unie of een Belg). De Dienst Gezinshereniging is samengesteld uit 2 bureaus : - Het Bureau Visa, dat de aanvragen voor een visum gezinshereniging die in het

buitenland, via de diplomatieke en consulaire post, worden ingediend, behandelt; - Het Bureau Verblijf (Franstalige en Nederlandstalige cel), dat zich bezighoudt met de

opvolging op het niveau van het verblijf van de aanvrager die zijn visum gezinshereniging bekomen heeft en de behandeling van de verzoeken tot gezinshereniging die in België worden ingediend.

Page 72: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

72

III.2. Evolutie van de beveiligde DNA-procedure in het kader van de aanvragen voor een visum “gezinshereniging”

De bepalingen van de wet van 15/12/1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen die betrekking hebben op de gezinshereniging vereisen dat het bewijs van de verwantschapsband tussen de aanvrager en de persoon met wie men wordt herenigd wordt overgelegd.

Om het niet bewijskrachtig karakter van bepaalde documenten van de burgerlijke stand of de afwezigheid van die documenten, als gevolg van de vernietiging van de registers van de burgerlijke stand, te compenseren, hebben de FOD Buitenlandse Zaken en de FOD Binnenlandse Zaken een beveiligde procedure uitgewerkt en ingevoerd. Dankzij deze procedure kunnen de aanvragers die dat wensen een beroep doen op de DNA-procedure om de afstammingsband vast te stellen, in het kader van een aanvraag voor een visum “gezinshereniging” op grond van artikel 40 bis/ter of artikel 10/10 bis van de wet van 15 december 1980.

Deze mogelijkheid die de aanvrager wordt aangeboden past in het kader van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het kind, aangezien de zo uitgevoerde genetische test het mogelijk maakt om de gezinshereniging te bevorderen. In september 2003 werd deze beveiligde procedure bij 8 diplomatieke of consulaire posten opgestart. Vervolgens werd dit aantal tot 21 posten verhoogd (ABIDJAN, ADDIS ABEBA, ISLAMABAD, KINSHASA, LAGOS, LUBUMBASHI, NEW DELHI, PEKING, SHANGHAI, KIGALI, NAIROBI, DAKAR, BANGKOK, MANILLA, KAMPALA, BUJUMBURA, YAOUNDÉ, CARACAS, TEHERAN, COTONOU EN KANTON). Met het oog op de verbetering van deze beveiligde DNA-procedure werd besloten om deze procedure aan te passen, rekening houdend met de problemen waarmee men geconfronteerd werd (problemen in verband met de verplaatsing tijdens de bloedafname, het agressieve karakter van deze afname, het feit dat het onmogelijk is om het vloeibare bloed naar Aziatische landen te transporteren…). De voorkeur werd gegeven aan de afname van bloeddruppels als nieuwe methode om bloed af te nemen. Deze nieuwe procedure, die zich nog steeds in de testfase bevindt, is in maart 2009 van toepassing geworden en werd uitgebreid tot 12 nieuwe posten, waardoor het aantal op 33 posten komt te staan (ABIDJAN, ADDIS ABEBA, ISLAMABAD, KINSHASA, LAGOS, LUBUMBASHI, NEW DELHI, PEKING, SHANGHAI, KIGALI, NAIROBI, DAKAR, BANGKOK, MANILLA, KAMPALA, BUJUMBURA, YAOUNDÉ, CARACAS, TEHERAN, COTONOU, KANTON + BOGOTA, KINGSTON, JOHANNESBURG, DAMAS, AMMAN, CONAKRY, OUAGADOUGOU, BAMAKO, BRAZZAVILLE, LUANDA, DAR ES SALAAM EN RIYAD).

Page 73: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

73

Statistieken Sinds het begin van deze procedure (van september 2003 tot 31 december 2009) werden 5541 aanvragen voor DNA-tests (2803 dossiers) ingediend. Nadat ze afstand hadden gedaan van de procedure of meegedeeld hadden dat ze niet meer geïnteresseerd waren heeft men voor 515 personen (216 dossiers) geen beroep gedaan op een test. Daardoor komt het totaal aantal op 5.026 aanvragers voor 2.587 dossiers te staan. Resultaten

Reeds uitgevoerde tests = 4.717 aanvragen (voor 2396 dossiers) 4.396 tests hebben een positief resultaat opgeleverd 321 tests hebben een negatief resultaat opgeleverd. De belangrijkste posten zijn Abidjan, voor Ghana (ongeveer 23,1 %), Kinshasa (ongeveer 19,6 %) en Islamabad (voor de Afghanen en Pakistani) (ongeveer 15,3 %) (weinig dossiers, maar zeer grote families). Men stelt vast dat ongeveer 6,8 % van het totaal aantal uitgevoerde tests negatief is. In detail : - Voor Ghana : ongeveer 13,5 % van de tests is negatief; - Voor Kinshasa : ongeveer 8,75 % van de tests is negatief; - Voor Islamabad : ongeveer 0,82 % van de tests is negatief. III.3. Activiteiten van de dienst Visa Gezinshereniging Allereerst moet herinnerd worden aan het feit dat de diplomatieke of consulaire posten in bepaalde gevallen een visum dat in het kader van een gezinshereniging wordt gevraagd ambtshalve kunnen afgeven. De hieronder vermelde cijfers bieden dus geen volledig overzicht van de problematiek van de gezinshereniging, maar ze geven wel een beeld van de activiteit van de dienst. 17.775 beslissingen (in plaats van 17.214) werden genomen, waaronder 13.782 definitieve beslissingen + 3.903 “opschortingen”. In detail : - 9.993 beslissingen om een visum toe te kennen (in plaats van 10.059 in 2008); - 3.860 beslissingen om een visum te weigeren (in plaats van 3.477 in 2008) - 3.903 beslissingen tot opschorting (in plaats van 3.657 in 2008), waaronder

- 2.469 of 63,2 % (in plaats van 67,4 %) in afwachting van de overlegging van aanvullende documenten

- 1.266 of 32,4 % (in plaats van 32,6 %) in afwachting van het advies dat door het parket wordt uitgebracht na een onderzoek dat door het parket in het kader van de strijd tegen de schijnhuwelijken wordt uitgevoerd

- 168 voor België-route of 4,3 % - 19 zonder voorwerp (in plaats van 21 in 2008).

Page 74: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

74

In vergelijking met vorig jaar is het aantal visumaanvragen dat door de diplomatieke of consulaire posten voor een machtiging naar de Dienst Vreemdelingenzaken wordt gestuurd gestegen (14.046 in 2008, in plaats van 13.659 aanvragen in 2008). III.4. Betrokkenheid van de dienst Visa Gezinshereniging bij de strijd tegen de schijnhuwelijken Sinds 1 april 2005 is de Dienst Visa “Gezinshereniging” belast met de materie van het parket, voor de individuele dossiers die door de dienst moeten worden behandeld. Indien er ernstige twijfel bestaat met betrekking tot de werkelijkheid van een huwelijk stuurt het bureau visa gezinshereniging een vraag om een advies met betrekking tot de erkenning van de gevolgen van het huwelijk in België naar het parket. Elke aanvraag wordt individueel onderzocht en enkel indien de twijfel voldoende gestaafd is en op duidelijke en concrete aanwijzingen berust zal een dergelijk advies gevraagd worden. Deze vragen om advies worden op basis van de combinatie van verschillende criteria, die vermeld worden in de omzendbrief inzake de wet van 4 mei 1999 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende het huwelijk, geselecteerd. In de loop van het jaar 2009 heeft de dienst visa gezinshereniging 1.195 adviezen gevraagd aan de parketten (6,7 % van de genomen beslissingen, in plaats van 6,5 % in 2008). De parketten hebben 1.097 adviezen uitgebracht, waaronder : - 438 positieve adviezen (39,9 %, in plaats van 42,8 % in 2008); - 633 negatieve adviezen (57,7 %, in plaats van 54,9 % in 2008); - 26 adviezen waarin ze geen uitspraak konden doen (2,4 % in plaats van 2,3 % in 2008); - 16,2 % werden binnen een termijn van 2 maanden, te rekenen vanaf de vraag om het

advies, uitgebracht (in plaats van 16% in 2008); - 44,8 % werden binnen een termijn van 4 maanden uitgebracht (net zoals in 2008); - 62,7 % werden binnen een termijn van 6 maanden uitgebracht (in plaats van 56,2 % in

2008). Opmerking : in het kader van de strijd tegen de schijnhuwelijken stellen de wijzigingen van de wetgeving, zowel in artikel 10/10bis als in artikel 40bis/40ter, het bureau verblijf gezinshereniging in staat om een opvolging op het niveau van het verblijf van de vreemdeling in België te verzekeren (controle samenwoning/gezamenlijke vestiging). Zo konden de twee bureaus “verblijf” in de loop van dit jaar 814 verblijfstitels intrekken (164 in het kader van de artikelen 10/10bis en 650 in het kader van de artikelen 40bis/40ter).

IV. Naturalisaties IV.1. Inleiding De verschillende procedures voor het toekennen en het verkrijgen van de Belgische nationaliteit zijn opgenomen in het Wetboek van de Belgische Nationaliteit. De Dienst Vreemdelingenzaken komt tussenbeide in de procedures voorzien in artikelen 11 bis, 12 bis, 13, 16, 19 en 24. Hij heeft geen enkele beslissings- of contentieuxbevoegdheid in het kader van deze procedures, waarvoor ofwel de Parketten (Procureurs des Konings) bevoegd zijn,

Page 75: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

75

ofwel – wat de eigenlijke naturalisatie betreft (artikel 19) – de Kamer van Volksvertegenwoordigers. De dienst Naturalisaties beperkt zich tot het verstrekken van informatie, met eventuele opmerkingen, aan de Procureurs en van formele adviezen aan de Naturalisatiecommissie van de Kamer. IV.2. Ontwikkelingen in 2009

Input aanvragen 2004 31.157 2005 33.890 2006 34.422 2007 35.357 2008 35.755 2009 37.143

Het aantal aanvragen stijgt al sinds vijf jaar, met een stijging van ongeveer 11% sinds 2005. IV.3. Workflow 2009

Input Output

Parketprocedures 25.863 23.711

Parketprocedures, omgezet in Kamerprocedures 1.303 764

Kamerprocedures 8.726 7.802

Bijkomende onderzoeken voor de Kamer 1.251 1.694 Dossiers afgesloten omdat de aanvrager de Belgische nationaliteit reeds verkregen heeft 622

Totalen 37.143 34.593

Jaarsaldo (Output min Input) : - 2.550

In 2009 kon de Dienst Naturalisaties het jaarsaldo “input/output” niet opnieuw in evenwicht brengen. Dit saldo vertoont een sterke negatieve evolutie. Dit is te wijten aan de stijging van het aantal aanvragen en de daling van het aantal permanente personeelsleden. V. Minderjarigen / Slachtoffers van mensenhandel (MINTEH) V.1. Bevoegdheden van de dienst MINTEH De dienst MINTEH is onderverdeeld in twee cellen die twee verschillende materies beheren. 1) De cel NBMV is verantwoordelijk voor het onderzoek en de opvolging van de dossiers van de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die geen asiel aanvragen. De procedure wordt voorzien door de omzendbrief van 15 september 2005 betreffende het verblijf van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. 2) De cel MH is verantwoordelijk voor het onderzoek en de opvolging van de dossiers van slachtoffers van mensenhandel (meerderjarige en minderjarige personen). De huidige

Page 76: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

76

wettelijke basis is de wet van 15 september 2006 tot wijziging van de wet van 15 december 1980, artikelen 61/2 tot 61/5. De invoering van de procedure in de wet is een gevolg van de recente implementatie van verschillende Europese richtlijnen in het Belgisch recht. Het gaat onder andere om de richtlijn van 29 april 2004 betreffende de verblijfstitel die wordt afgegeven aan onderdanen van derde landen die het slachtoffer zijn van mensenhandel en die samenwerken met de bevoegde autoriteiten. V.2. Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen V.2.1. Cijfergegevens en tendensen De volgende tabellen werden opgesteld op basis van de lijst van de documenten die afgegeven worden in het kader van het onderzoek van de omzendbrief van 15 september 2005 betreffende het verblijf van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. Deze omzendbrief voorziet in de afgifte en/of de vernieuwing van de verschillende documenten die hieronder vermeld worden, in functie van de fase van de zoektocht naar een duurzame oplossing voor de NBMV. Dit betekent het volgende : 1. De aanvraag voor een document die door de voogd van het kind wordt ingediend maakt

het voorwerp uit van een grondig onderzoek, en tijdens dit onderzoek wordt steeds rekening gehouden met het belang van het kind.

2. De onderstaande tabellen mogen niet verward worden met het aantal NBMV’s van wie de dossiers bij de dienst gevolgd worden (stock). In functie van de fase van de procedure kan hetzelfde kind in de loop van hetzelfde jaar verschillende van de hieronder vermelde documenten ontvangen.

3. Deze tabellen weerspiegelen ook niet het aantal nieuwe dossiers die in 2008 geïnitieerd werden.

4. Deze tabellen geven het aantal en het type van de documenten die in 2008 aan de NBMV’s werden afgegeven weer. Ze bevatten ook het profiel van de NMBV’s aan wie de documenten werden afgegeven : leeftijdsgroep en nationaliteit.

V.2.1.1. Aanvraag documenten NBMV Algemene tabel

Bijlage 38

Bijlage 13

Aankomstverklaring Tijdelijk BIVR

Laatste BIVR

Definitief BIVR

TOTAAL

98 7 163 50 45 37 400 24,5 % 1,75 % 40,75 % 12,5 % 11,25 % 9,25 % 100 %

V.2.1.2. Vraag om vernieuwing van NBMV-documenten Algemene tabel Verlenging

bijlage 38 Verlenging

aankomstverklaring Verlenging tijdelijk

BIVR Verlenging

laatste BIVR TOTAAL

2006 117 657 268 48 1.090 2007 281 728 259 54 1.322 2008 338 632 228 51 1.249 2009 136 554 218 48 956

Page 77: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

77

Het aantal verlengingen van documenten daalt. Sinds het midden van het jaar 2009 worden de bijlagen 38, behoudens uitzonderingen, niet meer verlengd. Verschillende verlengingen van documenten kunnen in de loop van hetzelfde jaar worden aangevraagd en bekomen voor dezelfde persoon. V.2.1.3. Signalement van de NBMV’s Evolutie van de signalementen sinds 2002 2002 1.135 2003 955 2004 1.707 2005 1.875 2006 1.410 (DVZ) of 1.752 (Dienst Voogdij) 2007 2.005 2008 2.247 2009 3.133 Het is duidelijk dat de komst van de Dienst Voogdij in 2004 gezorgd heeft voor een stijging van het aantal NBMV’s die op het grondgebied worden gesignaleerd. Sinds 2004 was het aantal signalementen ongeveer op hetzelfde niveau gebleven. In 2007 stelde men een stijgende tendens vast (2005 signalementen bij de Dienst Vreemdelingenzaken). Deze stijgende tendens werd voortgezet in 2008 en vooral in 2009. Een nieuwe ICT-functionaliteit maakt het mogelijk om het bureau dat de fiche oorspronkelijk gecreëerd heeft te kennen, evenals het aantal personen op wie deze fiches betrekking hebben, aangezien eenzelfde persoon het voorwerp van verschillende signalementfiches kan uitmaken (bijvoorbeeld in geval van verschillende onderscheppingen). De volgende tabel biedt een gedetailleerd overzicht.

Bureau van herkomst Aantal fiches Aantal personen Lang verblijf Asiel 5 5 Gedetineerden 2 2 Regularisatie Permanentie 1.344 1.022 C 853 687 MINTEH 929 924 Totaal 3.133 2.640 Dit zijn de nationaliteiten van de top 5 van de signalementen : Algerije 621 Afghanistan 517 Marokko 294 Servië 293 Guinee 175 Voor Algerije, Servië en Marokko moet worden opgemerkt dat het bijna uitsluitend om door de politie onderschepte jongeren gaat, terwijl de meeste personen met de andere twee nationaliteiten zich spontaan aanbieden bij de Dienst Vreemdelingenzaken om er een asielaanvraag in te dienen.

Page 78: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

78

V.2.2. Aandachtspunten V.2.2.1. De voogden De Dienst Voogdij is sinds 1 mei 2004 actief. Sinds deze datum zijn de aangeduide voogden, in het kader van de verblijfsaanvragen voor hun pupil, onze geprivilegieerde gesprekspartners geworden. De voogd moet onder andere de volgende opdrachten vervullen : - Een asielaanvraag indienen (de NBMV kan ook zelfstandig een asielaanvraag indienen,

de voogd moet wel steeds aanwezig zijn wanneer een verhoor wordt afgenomen); - In het belang van de minderjarige erop toezien dat de wet betreffende de toegang tot het

grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wordt nageleefd;

- De beroepsmiddelen gebruiken; - Tijdens alle fases van de procedure aanwezig zijn (en aanwezig zijn wanneer een

verhoor wordt afgenomen); - Enz. De omzendbrief van 15/09/2005 betreffende het verblijf van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen voorziet ook dat alle aanvragen voor verblijfsdocumenten schriftelijk moeten worden ingediend door de voogd. In de beschrijving van de procedure voor het onderzoek van het verblijf betrekt deze omzendbrief de voogd bij de zoektocht naar een duurzame oplossing. De voogd wordt ook aangemoedigd om alle nuttige maatregelen te nemen om de familieleden van de NBMV te zoeken en stappen te ondernemen om een nationaal paspoort voor zijn pupil te bekomen. Sinds de voogden in dienst zijn getreden heeft het personeel van de dienst MINTEH een beleid van openheid ten opzichte van deze personen ontwikkeld. Tegelijkertijd worden de reglementaire teksten op scrupuleuze wijze toegepast. Concreet komt dit op het volgende neer : - Een soepel onthaal in onze lokalen; - Een aandachtig telefonisch onthaal; - We streven ernaar om snel beslissingen te nemen en antwoorden te geven, aangezien

het om een kwetsbare bevolkingsgroep gaat; - De mogelijkheid tot dialoog in moeilijke situaties (medische gevallen, gevallen die in de

richting van MH gaan, delinquenten, humanitaire gevallen,…); - Verhoor van de jongeren. Sinds juni 2009 neemt de dienst systematisch een verhoor af

van de jongere, die bijgestaan wordt door zijn voogd; - …. V.2.2.2. De Dienst Voogdij en de Dienst Vreemdelingenzaken In 2009 werd het overleg met de Dienst Voogdij voortgezet. Momenteel moet echter worden vastgesteld dat de resultaten mager zijn. V.2.2.3. De aanvragen voor een inschrijving in het vreemdelingenregister, in afwezigheid van een paspoort In verband met de onderzoeksprocedure inzake het verblijf voorziet de omzendbrief van 15/09/2005 het volgende : « Na verloop van zes maanden (met een aankomstverklaring) kan het Bureau Minderjarigen in principe een tijdelijke verblijfstitel aan de NBMV doen afleveren, zijnde, een bewijs van

Page 79: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

79

inschrijving in het vreemdelingenregister (BIVR) die de vermelding tijdelijk verblijf draagt, op voorlegging van het nationaal paspoort van de NBMV. Er zal slechts aan de vereiste om een nationaal paspoort voor te leggen, worden afgezien, in uitzonderlijke gevallen waarin duidelijk kan worden aangetoond waarom het paspoort van de NBMV niet kan worden voorgelegd en voorzover er nog geen andere duurzame oplossing werd gevonden. Het is van belang te weten dat het voorleggen van het nationaal paspoort aan het Bureau Minderjarigen, het voordeel heeft enerzijds, de identiteit van de NBMV te beschermen of te herstellen, overeenkomstig artikel 8 van de IVRK, en anderzijds, de NBMV de mogelijkheid te bieden binnen de grenzen van de Schengenruimte te reizen indien een geldig BIVR het paspoort vergezelt ». Zodra de onderzoeksprocedure inzake verblijf begint, vermeldt dezelfde omzendbrief ook het volgende : « Het is aangewezen dat de voogd ook de nodige stappen onderneemt, in voorkomend geval, om een nationaal paspoort voor zijn pupil te bekomen ». V.2.2.4. De zoektocht naar de familie

De zoektocht naar de familieleden van een NBMV staat werkelijk centraal in de problematiek en alle reglementaire teksten zijn het erover eens dat de zoektocht naar de familie in het hoger belang van het kind moet worden ondernomen. Momenteel worden verschillende mogelijkheden onderzocht : - Een samenwerkingsovereenkomst tussen de diplomatieke posten (FOD Buitenlandse Zaken) en de Dienst Vreemdelingenzaken, met het oog op het zoeken naar een duurzame oplossing voor de NBMV’s, werd in juni 2009 door de partners ondertekend. - De programmawet van 24 december 2002 richt een Dienst Voogdij op bij de FOD Justitie. Deze dienst wordt met verschillende opdrachten belast, waaronder het coördineren van de contacten met de instanties voor het asiel en de migratie, met name met het oog op het zoeken van de familie. Men moet vaststellen dat de samenwerking met deze dienst, met het oog op het delen van de kanalen en de pistes voor het zoeken naar de familieleden, slechts zelden tot stand is gekomen. - De voogden van de NBMV’s kunnen zich wenden tot NGO’s die actief zijn op het gebied van de zoektocht naar de familie, zoals de dienst tracing van het Internationale Rode Kruis. Dit kan enkel worden gedaan indien het kind hiermee instemt.

De zoektocht naar de familie mag niet verward worden met de terugkeer van het kind naar zijn familie. De zoektocht naar de familie maakt deel uit van de zoektocht naar een duurzame oplossing in het hoger belang van het kind. Het gaat echter om een element dat

Page 80: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

80

weliswaar zeer belangrijk is, maar op zichzelf nog geen duurzame oplossing is. Men moet ook nagaan of het wel in het belang van het kind is dat het zijn familie terugvindt. V.2.2.5. De vrijwillige terugkeer Met het oog op het grote aantal NBMV’s op het Belgisch grondgebied kunnen we zeggen dat er slechts zeer zelden een vrijwillige terugkeer wordt georganiseerd. V.2.2.6. De verdwijningen Ook in 2009 bleef de problematiek van de verdwijning van niet-begeleide minderjarigen onder de aandacht van de Cel Minderjarigen. De Cel Minderjarigen nam verder actief deel aan het door Child Focus gecoördineerd pilootproject (bij wijze van herinnering: het “Samenwerkingsprotocol voor de behandeling van de verdwijningsdossiers van de minderjarigen uit de observatie- en oriëntatiecentra (OOC) Steenokkerzeel en Neder-Over-Heembeek”). V.3. Slachtoffers mensenhandel

V.3.1. Cijfergegevens en tendensen V.3.1.1. Nieuwe vragen om toepassing, op basis van de artikelen 61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. In het rapport van 2006 hebben we opgemerkt dat de sector van de economische uitbuiting de sector van de prostitutie voor de eerste keer met enkele eenheden vervangen had. In 2007 is deze tendens een vloedgolf geworden. De economische sector was goed voor bijna 65% van het totaal (114 gevallen op een totaal van 178). In 2008 blijft de economische sector belangrijk, met een lichte daling. De aandacht moet vooral gevestigd worden op de toename van de “smokkel” (9 gevallen in 2007, 21 gevallen in 2008). Dit is een gevolg van de wijziging van de wettelijke bepalingen, die nu duidelijk de mensensmokkel definiëren in artikel 77bis van de wet van 15/12/1980, en de verzwarende omstandigheden, in artikel 77 quater, 1° tot 5° van dezelfde wet. Het jaar 2009 wordt gekenmerkt door de algemene daling van het aantal personen die het beschermingsstatuut effectief bekomen hebben. Sectoren van uitbuiting en leeftijd Diversen Bedelarij Economisch Smokkel Prostitutie Totaal <18 1 5 5 1 12 18-25 2 8 7 16 33 26-30 15 3 14 32 +30 1 31 2 13 47 Totaal 4 59 17 44 124

Page 81: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

81

Overzicht minderjarige slachtoffers van MH in 2009

Nationaliteit Geboortedatum Sectoren van

uitbuiting

Huidig document

januari 2010 Geslacht Statuut Huisvesting

Somalië 11/03/1992 smokkel A-kaart 4/07/2010 vrouwelijk NBMV

slachtoffer Payoke

Irak 25/05/1992 smokkel AI 25/01/2010 vrouwelijk NBMV

asielzoeker LOI van Kraainem

Irak 1/05/1991 smokkel AI 25/01/2010 mannelijk NBMV

asielzoeker LOI van Kraainem

Irak 20/01/1992 smokkel mannelijk NBMV voormalige asielzoeker

Is niet meer ingeschreven

Brazilië 4/11/1992 Economisch (manege)

A-kaart 10/03/2010 mannelijk

Begeleide minderjarige (ouders) slachtoffer

Privé-adres, met ouders

Kenia 5/10/1993 diversen A-kaart 25/05/2010 vrouwelijk NBMV

slachtoffer Espéranto

Polen 22/02/2002 prostitutie (moeder)

A-kaart 21/06/2010 mannelijk Kind van

slachtoffer Pag-asa

Irak 3/04/2008 smokkel IK kind mannelijk Kind van slachtoffer

Privé-adres, met ouders

Spanje 8/08/2006 economisch AI 28/01/2010 vrouwelijk

Kind van slachtoffer (Colombia)

Payoke

Spanje 21/01/2008 economisch AI 28/01/2010 vrouwelijk

Kind van slachtoffer (Colombia)

Payoke

Spanje 08/01/2009 economisch AI 28/01/2010 mannelijk

Kind van slachtoffer (Colombia)

Payoke

Afghanistan 01/01/1993 smokkel AI 21/03/2010 mannelijk

NBMV, maar volgens leeftijdstest meerderjarig

Espéranto

Brazilië 08/02/2008 Economisch IK kind vrouwelijk Kind van slachtoffer Suriya

Commentaar Tijdens de eerste aanvraag van een centrum voor de begeleiding van slachtoffers van MH die aan de dienst MINTEH was gericht werden 13 personen als minderjarige geregistreerd. Er moet echter meer uitleg worden verstrekt in verband met dit cijfer : - één persoon werd als meerderjarige geïdentificeerd door de Dienst Voogdij en moet dus

uit deze tabel verwijderd worden; - 3 Iraakse NBMV’s, slachtoffers van smokkel, hebben ervoor gekozen om de

asielprocedure voort te zetten en hebben dus niet het voorwerp uitgemaakt van een

Page 82: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

82

toekenning van een document, overeenkomstig de artikelen 61/2 en volgende, alhoewel ze oorspronkelijk gesignaleerd werden door een begeleidingscentrum;

- 1 minderjarige wordt, in het kader van een geval van economische uitbuiting (manege), net zoals zijn ouders als slachtoffer beschouwd;

- 6 minderjarigen zijn kinderen van slachtoffers, maar worden zelf niet als slachtoffer beschouwd;

- 2 NBMV’s worden als slachtoffer beschouwd en hebben in dit kader documenten bekomen. Ze worden ten laste genomen door Payoke en één van hen verblijft in Espéranto.

Andere kinderen, kinderen van slachtoffers, worden niet in deze tabel vermeld omdat ze a posteriori gesignaleerd werden door de centra. Deze kinderen bekomen steeds verblijfsdocumenten, ofwel om humanitaire redenen, ofwel omdat ze aan de voorwaarden voor gezinshereniging voldoen. Sectoren van uitbuiting en geslacht Diversen Bedelarij Economisch Smokkel Prostitutie Totaal M 3 16 5 41 65 V 1 43 12 3 59 Totaal 4 59 17 44 124 De economische sector blijft de belangrijkste sector in 2009. Proportioneel gezien is de sector van de prostitutie beter vertegenwoordigd dan tijdens de voorgaande jaren. Sectoren van uitbuiting en de meest voorkomende nationaliteiten Diversen/bedelarij Economisch Smokkel Prostitutie Totaal China 12 2 14 Brazilië 9 3 12 Bulgarije 7 7 Thailand 6 6 Ook dit jaar onderscheiden China en Brazilië zich. Er zijn echter niet veel andere nationaliteiten die een opmerkelijke groep vormen. V.3.1.2. Onderzoek van de verschillende verblijfstitels die worden afgegeven De volgende tabellen tonen het totaal aantal documenten die in 2008 werden afgegeven, of het nu om een eerste document of de vernieuwing van dat document gaat. Daarnaast vinden we in deze tabellen ook de documenten die om humanitaire redenen worden afgegeven, buiten de MH-procedure in de strikte zin van het woord (d.w.z. hoofdzakelijk om humanitaire redenen of stopprocedure). Attest van

immatriculatie BGV 45

dagen/MH 13 Onbeperkt

BIVR/humanitair Tijdelijk BIVR/MH

Tijdelijk BIVR/humanitair

120 18 26 42 103 11 Onbeperkt BIVR/MH

Verlenging tijdelijk

humanitair BIVR

Verlenging attest van

immatriculatie

Verlenging BGV/MH

Verlenging tijdelijk BIVR/MH

TOTAAL

73 117 16 3 536 1.065

Page 83: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

83

V.3.2. Aandachtspunten V.3.2.1. Samenwerking met de opvangcentra voor slachtoffers mensenhandel De samenwerking met de drie centra verliep zonder memorabele problemen en was doorgaans constructief. V.3.2.2. De nieuwe wet van 15 september 2006 rond het verblijfsstatuut voor slachtoffers mensenhandel De procedure tot het bekomen van een verblijfstitel voor een slachtoffer mensenhandel werd vroeger beschreven in een ministeriële omzendbrief van 1994 en in ministeriële richtlijnen van 1997, gewijzigd in 2003. Aangezien mensenhandel een grensoverschrijdend en internationaal fenomeen is nam ook de Europese Unie maatregelen op dit gebied. Op 29 april 2004 werd een Europese richtlijn in verband met het verblijfsstatuut aangenomen, namelijk de richtlijn 2004/81/EG van de Raad van 29 april 2004 betreffende de verblijfstitel die in ruil voor samenwerking met de bevoegde autoriteiten wordt afgegeven aan onderdanen van derde landen die het slachtoffer zijn van mensenhandel of die hulp hebben gekregen bij illegale immigratie. Deze richtlijn diende uiterlijk op 6 augustus 2006 in de nationale wetgeving van elke lidstaat geïntegreerd te zijn. De Regering heeft, binnen de hervorming van de vreemdelingenwet van 1980, de omzetting van deze Europese richtlijn in het Belgisch recht voorzien in de wet van 15 september 2006. De nieuwe wet van 15 september 2006 werd op 6 oktober in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd en trad op 1 juni 2007 in werking. De nieuwe bepalingen rond het verblijfsstatuut van slachtoffers van mensenhandel zijn terug te vinden in de artikelen 61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110bis en 110ter van het KB van 8/10/1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. De bepalingen komen in grote lijnen overeen met de vroegere reglementering, maar toch zijn er ook belangrijke veranderingen : - De begunstigden van het statuut zijn de slachtoffers van mensenhandel in de zin van

artikel 433 quinquies van het strafwetboek en de slachtoffers van ernstige vormen van mensensmokkel, omschreven in artikel 77quater, 1° tot en met 5° van de vreemdelingenwet van 1980 (minderjarigheid van het slachtoffer; misbruik van de kwetsbare positie van het slachtoffer; gebruik van listige kunstgrepen, geweld, bedreigingen of dwang; het in gevaar brengen van het leven van het slachtoffer; blijvende fysieke of psychische ongeschiktheid van het slachtoffer als gevolg van het misdrijf). “Huisjesmelkerij” wordt in tegenstelling tot vroeger niet meer als mensenhandel beschouwd, maar is een autonoom misdrijf geworden bestraft door de artikelen 433 decies tot 433 quinquiesdecies van het strafwetboek.

- De afgifte van een nieuw tijdelijk verblijfsdocument in de tweede fase van de procedure, namelijk een attest van immatriculatie geldig voor drie maanden, ter vervanging van de vroegere aankomstverklaring; het A.I. kan maximaal één keer verlengd kan worden met 3 maanden.

- Een specifieke regeling voor de minderjarige slachtoffers van mensenhandel of van ernstige vormen van mensensmokkel : wanneer de minderjarige/ het vermoedelijke slachtoffer nog geen verklaringen heeft afgelegd, krijgt de minderjarige tijdens de eerste

Page 84: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

84

fase van de bedenktijd in plaats van een bevel om het grondgebied te verlaten een attest van immatriculatie, dat voor een periode van 3 maanden geldig is. Voor het overige is de procedure identiek aan die voor meerderjarigen.

- De vragen die vóór de verlenging van de verblijfsdocumenten aan de Procureur des Konings of de arbeidsauditeur gesteld worden, zijn talrijker dan deze die aanvankelijk door de omzendbrief van 1994 en de richtlijnen uit 1997 werden bepaald (nieuwe artikelen 61/3, § 2 en 61/4§1).

- Het slachtoffer moet zijn identiteit bewijzen door voorlegging van zijn paspoort of een daarmee gelijkgestelde reistitel of zijn nationale identiteitskaart, tenzij hij de onmogelijkheid aantoont om dit document, op geldige wijze, in België te verwerven. Deze documenten moeten uiterlijk worden voorgelegd bij het onderzoek van de aanvraag tot machtiging tot verblijf voor een onbeperkte duur.

- Op elk ogenblik van de procedure kan de minister of zijn gevolmachtigde beslissen om de verblijfstitel van de betrokkene niet meer te verlengen of zelfs in te trekken (artikel 61/2, §3, artikel 61/3, §3, artikel 61/4, §2).

- Tegen een beslissing van weigering van verlenging of intrekking van de verblijfstitels is een beroep tot nietigverklaring mogelijk voor de Raad van Vreemdelingenbetwistingen; de verzoeker kan tevens de schorsing van de administratieve akte vragen waarvan de nietigverklaring wordt gevraagd. Tegen het arrest van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen is een administratief cassatieberoep mogelijk voor de Raad van State.

VI. Helpdesk

VI.1. Algemene helpdesk

De helpdesk is een telefoon- en mail/faxpool die als taak heeft particulieren,

maatschappelijke organisaties en advocaten inlichtingen te bezorgen over de stand van zaken van dossiers en over de procedures die van toepassing zijn voor de visumaanvragen en de regularisatieaanvragen.

In 2009 hebben de medewerkers van de Helpdesk 125.944 oproepen en 38.215 mails en faxberichten beantwoord. De gemiddelde wachttermijn voor een verbinding met een operator van de Helpdesk was 6 minuten 57. Sinds januari 2007 beschikt de Helpdesk over een praktisch oproepcentrum dat de gebruiker in staat stelt om de taal waarin hij zich wil uitdrukken te kiezen. Via het onthaalmenu kan hij ook zijn hoedanigheid en de procedure waarin hij geïnteresseerd is preciseren. Voor 2009 zijn de door de helpdesk geregistreerde oproepen als volgt verdeeld (zie onderstaande tabellen).

Page 85: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

85

Taal gebruikt door de gesprekspartners van de Helpdesk

Frans 60 % Nederlands 33 % Engels 7 % Duits 1 %

Cliënten van de Helpdesk

Particulieren 80 % Maatschappelijke organisaties 10 % Advocaten 10 %

Types aanvragen

Gezinshereniging 31 % Kort verblijf 18 % Regularisatie 24 % Algemene vraag 14 % Lang verblijf 13 % VI.2. SMEDEM-helpdesk Op verzoek van mevrouw Annemie Turtelboom, Minister van Migratie- en asielbeleid, werd op 15 september 2008 een Helpdesk voor de economische migratie gecreëerd. Deze helpdesk moet informatie verschaffen over de economische migratie. Het gaat met name om de volgende taken : - Alle vragen inzake de stand van zaken van een visumaanvraag of een aanvraag voor

verblijf van de personen die in aanmerking komen voor de economische migratie, en hun familieleden, beantwoorden.

- Informatie verschaffen over de procedures die moeten worden gevolgd door een werkgever die een buitenlandse werknemer in dienst wil nemen of door een vreemdeling die een winstgevende activiteit wil uitoefenen in België.

Het doelpubliek van deze dienst zijn de vreemdelingen die houder zijn van een project dat economisch gezien van belang is voor België. Het gaat bijvoorbeeld om vreemdelingen die op zakenreis gaan naar België, vreemdelingen die houder zijn van een arbeidskaart B, van een beroepskaart, onderzoekers en kaderleden, en hun familieleden. In 2009 heeft de SMEDEM-helpdesk 856 oproepen beantwoord en 277 mails behandeld.

Page 86: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

86

HOOFDSTUK VI

DE STRIJD TEGEN DE ILLEGALE IMMIGRATIE, DE MENSENHANDEL EN DE

MENSENSMOKKEL

Page 87: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

87

I. Controle op de toegang tot het grondgebied en controle op het illegaal verblijf I.1. Controle aan de Schengenbuitengrenzen I.1.1. Grensposten, nieuwe maatregelen en richtlijnen Als gevolg van de inwerkingtreding van de Schengenakkoorden op 26/03/1995 werden de volgende Schengen-buitengrensposten aangeduid :

Luchtgrens Zeegrens Landgrens Brussel-Nationaal Antwerpen HST-terminal Station Brussel-Zuid Deurne Blankenberge (inreiscontrole gebeurt cfr Oostende Oostende Tripartiteakkoorden, zie infra) Gosselies Gent Bierset Nieuwpoort Wevelgem Zeebrugge In 2009 werden instructies met betrekking tot de volgende onderwerpen aan de verschillende grensposten gestuurd : - Binnenkomst met EU-noodreisdocumenten; - Afhandeling grenscontrole inzake VIP’s; - Turkse zeemansboekjes; - Controle bij uitreis- beeldvorming overschrijding toegestane verblijf; - Collectief transitvisum; - Aankomstverklaringen; - Steeds schriftelijke instructies teneinde misverstanden of verwarringen te vermijden; - Wet diverse bepalingen betreffende asiel en migratie; - Nieuwe visastickers; - Franse D-visa; - Beroepsmogelijkheden (15 dagen voor asiel, 5 dagen voor terugdrijving); - Controle bestaansmiddelen; - Afhandeling grenscontrole inzake crew; - Visum dekt de duur van het voorgenomen verblijf niet; - Verantwoordelijke vervoerder in kennis stellen van Inad; - Nota Congolese paspoorten (biometrische paspoorten); - Rubriek ‘Opmerkingen/Bijzonderheden’ op de visumsticker; - Canadese diplomatieke en dienstpaspoorten; - UK National Identity Card; - Statistiek visaweigeringen voor zeelieden; - Statistieken. I.1.2. Controle van de grensposten I.1.2.1. Schengenevaluatie De Schengenevaluatie is de controle van exacte uitvoering van de uitvoeringsovereenkomst van Schengen. De uitvoering van de Schengengrenscode wordt door de Schengenlidstaten gecontroleerd door de Schengenevaluatiecommissie. Op het moment dat een voorgestelde maatregel onderdeel uitmaakt van de Schengengrenscode, zal handhaving van deze maatregel worden gecontroleerd door de Schengenevaluatie. De Schengenevaluatie wordt

Page 88: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

88

uitgevoerd door deskundigen van de Schengenlidstaten en een afgevaardigde van de Commissie en een afgevaardigde van de Raad. Deskundigen van de lidstaten hebben het afgelopen jaar de Benelux, Duitsland en Frankrijk aan de Schengenevaluatie onderworpen. Voor België werden de evaluatiebezoeken in juni afgelegd in de Zeehavens van Oostende en Zeebrugge en in oktober in de Eurostar en in de luchthavens van Zaventem en Gosselies. Er zijn ter plaatse controles verricht op het gebied van de controle aan de buitengrenzen, visa, gegevensbescherming, politiesamenwerking en het Schengeninformatiesysteem. Eind 2009 waren de definitieve rapporten nog niet bekend. I.1.2.2. Commissie Buitengrenzen De algemene doelstelling van de Commissie Buitengrenzen is het toezien op de naleving en toepassing van de Schengenvoorschriften inzake grenscontroles aan de Belgische buitengrenzen en daarover adviezen verlenen aan de Minister. De Commissie is samengesteld uit vertegenwoordigers van Dienst Vreemdelingenzaken, de Federale Politie, Douane, FOD Mobiliteit en afgevaardigden van het Vlaams en het Waals Gewest. Het voorzitterschap wordt waargenomen door de adviseur-generaal bevoegd voor de Directie Controle Binnenland en Grenzen, aangeduid door de Minister van Binnenlandse zaken. In 2009 heeft de commissie zich gebogen over de aanvraag van de luchthaven van Bierset voor het openen van een grenspost. I.1.2.3. Inspectie grensposten

In 2009 werden op geregelde tijdstippen controlebezoeken aan de grensposten uitgevoerd. De aandacht ging tijdens deze bezoeken steeds uit naar het naleven van de Europese en Belgische wetgeving, op vlak van de beveiliging van de grenspost, de uitrusting van de controlepost in de eerste en de tweede lijn, alsook de organisatie en de werking van de controles zelf. In totaal werden in 2009 30 controlebezoeken uitgevoerd terwijl er in 2008 12 controlebezoeken werden uitgevoerd.

In voorbereiding van de Schengenevaluatie (zie boven) werd op basis van deze controles een actieplan opgesteld in samenspraak met de politie, Buitenlandse zaken en Binnenlandse zaken. Met het oog op het verbeteren van de informatiedoorstroming en het optimaliseren van de samenwerking tussen de Dienst Grensinspectie bij de Dienst Vreemdelingenzaken en de grenscontroleurs van de Federale Politie op het terrein, werd van deze gelegenheid eveneens gebruik gemaakt om meer persoonlijke contacten te leggen. Het persoonlijk contact en de regelmatige bezoeken zullen ook in de toekomst nog meer aandacht krijgen.

Page 89: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

89

I.1.2.4. Lille Loophole effect België telt slechts één landsgrens : de Eurostar terminal waar passagiers inchecken om naar Verenigd Koninkrijk te reizen. In Brussel-Zuid bevindt zich, na de uitreiscontrole door onze Federale Politie, meteen de inreiscontrole voor het Verenigd Koninkrijk. Deze wordt uitgevoerd door Britse ambtenaren van UKBA. Sinds 2003 voert de Belgische Federale Politie enkel de schengengrenscontrole uit van de treinen die extra-Schengen rijden met het Verenigd Koninkrijk als bestemming. De aankomende Eurostartrein worden niet langer gecontroleerd door de Belgische politiediensten. Bij hun vertrek uit Verenigd Koninkrijk worden de passagiers gecontroleerd door de Franse Inspectiepolitie, die de Schengen binnenkomst controle doorvoeren., immers wanneer de trein het Verenigd Koninkrijk verlaat, rijdt deze eerst langs Frankrijk, het eerste Schengenland. De rol die de UKBA heeft bij de Eurostar kan men vergelijken met de situatie van de Franse controles uitgevoerd in Verenigd Koninkrijk. UKBA voert de controles uit voor de passagiers die vanuit Brussel naar het Verenigd Koninkrijk reizen. UKBA kan echter niet de Eurostar passagiers controleren die enkel naar Lille reizen, dit is immers intra-Schengen. M.a.w. de passagiers met een ticket naar Lille, maar die daar niet van boord gaan, ontsnappen aan de grenscontrole. Als ze ook nog een afzonderlijk ticket Lille-Londen gekocht hebben, zijn ze ook commercieel in orde. Dit is gekend als het Lille Loophole effect. I.1.2.5. Overeenkomst : “Memorandum Of Understanding” MOU Akkoorden met de vervoerders (MOU) In toepassing van artikel 74/4bis van de wet van 15 december 1980 kunnen vervoerders met de Minister een protocolakkoord (MOU) afsluiten. De voorwaarden voor het afsluiten van deze akkoorden zijn identiek voor alle vervoerders. De overheid hanteert het gelijkheidsbeginsel. Overzicht van de laatste jaren :

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Aantal nieuwe akkoorden 5 4 9 3 7 1 1 4

2009 Aantal nieuwe akkoorden 2 Het totaal aantal vervoerders dat eind 2009 over een akkoord beschikte, bedraagt 44. 1 protocolakkoord werd opgezegd omdat de vervoerder geen extra-Schengenvluchten meer uitvoert. I.1.2.6. Preventieve maatregelen 1) Website

Iedere vervoerder en grenscontrolepost werd op de hoogte gebracht van het feit dat er een website bestaat op het adres www.dofi.fgov.be, waar men kan nagaan welke de erkende reisdocumenten en voorwaarden zijn om het Schengengrondgebied te betreden. De informatie op deze website is bepalend voor het opleggen van de administratieve geldboetes aan de vervoerders. Deze website is operationeel sedert 01/01/2000. Bijwerkingen gebeuren op basis van wijzigingen met betrekking tot visumvereisten en binnenkomstvoorwaarden, toegezonden

Page 90: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

90

door het secretariaat van de Europese Raad. Om accurate informatieverstrekking te garanderen wordt de website gemiddeld wekelijks bijgewerkt. De layout van de website wordt momenteel geüpdatet. 2) Overlegvergaderingen met vervoerders Overlegvergaderingen rond het thema “inadmissibles” : INAD-FORUM Aangezien Brussels Airlines het grootste aantal passagiers naar België vervoert en dus ook het vaakst geconfronteerd wordt met INADS, werd sinds 2005 een forum georganiseerd met het oog op een betere samenwerking tussen Dienst Vreemdelingen, Brussels Airlines en de Federale Politie op de nationale luchthaven aangaande de problematiek van Inadmissible passengers, het zgn. INAD-forum. Dit forum maakt deel uit van een voortdurend proces van samenwerking tussen bovenvermelde partijen. Het laatste forum vond plaats in oktober 2009, onder het voorzitterschap van de Federale Politie. Dit forum werd opgeluisterd door gastsprekers van Buitenlandse Zaken en van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. Het doel voor de hieropvolgende driemaandelijkse fora vertrekt steeds vanuit een objectieve analyse, gevolgd door de voorstellen van initiatieven om tot een maximale slaagkans te komen met betrekking tot de terugdrijvingen die door Brussels Airlines uitgevoerd moeten worden in uitvoering van de Conventie van Chicago betreffende de internationale burgerlijke luchtvaart van 07/12/1944 en artikel 74/4 van de wet van 15/12/1980. Overlegvergaderingen rond de verplichtingen van de vervoerders en een mogelijk protocolakkoord In het totaal werden 7 vervoersmaatschappijen, in de loop van het jaar, eenmaal of meerdere malen bij de Grensinspectiedienst ontvangen. De vergaderingen werden ofwel georganiseerd op vraag van de maatschappijen zelf, ofwel op initiatief van de DVZ. 3) Verplichtingen van de vervoerders met betrekking tot de toegang tot het grondgebied van vreemdelingen Administratieve boetes In uitvoering van artikel 74/4 bis, ingevoerd bij de Wet van 08/03/1995 tot wijziging van het artikel 74/2 en tot invoeging van een nieuw artikel 74/4 bis in de Wet van 15/12/1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, kunnen administratieve boetes opgelegd worden aan de vervoerders wanneer zij passagiers naar of door België vervoeren die niet over de nodige documenten voor binnenkomst in het Schengengebied of voor het land van bestemming beschikken (zie ook punt MOU). Vervoerders die na het afsluiten van het boekjaar nog open rekeningen hebben met betrekking tot onbetaalde boetes worden op de Dienst Grensinspectie uitgenodigd om hen op hun verplichtingen te wijzen, de redenen voor het uitblijven van de betalingen te achterhalen en eventueel een afbetalingsplan af te spreken. De Dienst Vreemdelingenzaken kan het MOU dat met een vervoerder werd afgesloten o.m. opzeggen wanneer deze vervoerder de boetes niet binnen de voorziene termijn betaalt.

Page 91: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

91

Overzicht van de opgelegde administratieve boetes Maatschappijen

met protocolakkoord Aantal boetes

Maatschappijen zonder

protocolakkoord Aantal boetes

Totaal aantal boetes

Maatschappijen met

protocolakkoord Bedrag in euro

Maatschappijen zonder

protocolakkoord Bedrag in euro

Totaal bedrag in

euro

2003 484 170 654 674.750 738.750 1.413.500 2004 378 59 437 389.000 285.000 674.000 2005 418 47 465 437.750 210.000 647.750 2006 457 75 532 502.750 318.750 821.500 2007 478 125 603 490.000 547.500 1.037.500 2008 385 97 482 385.500 472.500 858.000 2009 314 82 396 312.750 326.250 639.000 Toelichting : Het aantal opgelegde boetes daalt maar ook het aantal passagiers op Zaventem is gedaald met 8,2% ( jaarcijfers Brussels Airport Company) gedaald wegens de economische krisis. Dat de boetes eveneens gedaald zijn, is mede te verklaren door een verbeterde controle door de luchtvaartmaatschappijen en de aangepaste vormingscursussen gegeven door DVZ en de Federale Politie. Er werden vormingen aan luchtvaartmaatschappijen door de Federale politie in Kinshasa, Banjul en Douala. DVZ gaf vormingscursussen aan luchtvaartmaatschappijen in samenwerking met de Federale Politie in Marokko (twee keer), Turkije en India. Het doel van deze vormingscursussen is om de illegale immigratie in te perken en de inbreuken van de luchtvaartmaatschappijen te doen dalen. Verblijfskosten Het forfaitaire aangerekende bedrag van de verblijfskosten wordt jaarlijks bij koninklijk besluit bepaald. Voor 2009 werd de dagprijs op 43,10 euro gebracht (40,80 euro in 2007, 42,00 euro in 2008) 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Bedrag in euro 395.056,84 394.855,34 131.069,77 129.913,93 61.226,59 81.860 2009 Bedrag in euro 153.714,80 Het bedrag van de verblijfskosten steeg ten gevolge van een langere duur van vasthouding ten gevolge van de wijziging wet inzake beroepsprocedures. Toelichting : Qua betalingen is er geen verschil tussen vervoerders met MOU en zonder. De betalingen verlopen momenteel vrij vlot. Echte wanbetalers met MOU lopen immers het risico het MOU te verliezen en wanbetalers zonder MOU verkijken hun kans om een MOU-akkoord af te sluiten.

Page 92: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

92

I.1.3. Individuele controle toegang I.1.3.1. Algemene binnenkomstvoorwaarden De grenscontrole gebeurt met toepassing van de artikelen 2 en 3 van de Wet van 15/12/1980 en artikel 42 van het KB van 08/10/1981. Na controle door de met de grenscontrole belaste agent van de Federale Politie wordt een verslag opgemaakt. Dit verslag wordt naar de Dienst Grensinspectie gestuurd. Wanneer de vreemdeling bij aankomst niet aan de vereiste binnenkomstvoorwaarden voldoet, wordt een beslissing met betrekking tot de toegang tot het grondgebied genomen. Deze beslissing is ofwel een terugdrijving, met eventuele vasthouding als de terugdrijving niet dadelijk kan doorgaan, of toegang verlenen tot het grondgebied mits, zo nodig, de afgifte van een visum. De binnenkomstvoorwaarden gelden voor het gehele Schengengebied aangezien de controle verlegd werd naar de buitengrenzen van dit gebied. I.1.3.2. Algemeen overzicht van de aan de grens genomen beslissingen en behandelde situaties

I.1.3.3. Detailoverzicht bij algemeen overzicht 1) Beslissingen tot terugdrijving

Dit betekent de weigering van toegang tot het grondgebied omdat er niet aan de binnenkomstvoorwaarden om tot het Schengengrondgebied toegelaten te worden wordt voldaan. a. Niet-toelaatbare vreemdelingen (INAD): effectieve terugdrijvingen Algemeen overzicht

Luchtgrens Zeegrens Landsgrens Totaal 2003 1.254 225 1.320 2.799 2004 1.261 150 251 * 1.662 2005 1.059 128 0 * 1.187 2006 1.249 116 0 * 1.365 2007 1.022 90 0 * 1.112 2008 1.070 91 0 * 1.161 2009 1.322 61 0 * 1.383

* = controle aan de landsgrens Eurostar te Brussel Zuid stopgezet op 1 april 2004. De Schengencontrole voor toegang tot het Schengengrondgebied wordt uitgevoerd door de Fransen bij vertrek in het UK.

Terugdrijvingen Inads

Asiel-aanvragen

Visa zeelieden

IOM Transitaanvragen 3de land

NBMV

2003 2.999 562 11.083 6.466 Geen cijfers 64 2004 1.662 421 12.132 11.167 1.709 42 2005 1.187 453 13.817 6.298 1.683 47 2006 1.365 331 15.702 6.137 1.551 49 2007 1.112 338 17.800 4.626 1.219 64 2008 1.161 365 22.752 5.343 1.233 46 2009 1.383 362 21.588 7.785 1.095 33

Page 93: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

93

Evolutie Stijging in het aantal terugdrijvingen 2009 ten aanzien van de voorgaande jaar 2008. De stijging werd vastgesteld aan de grensposten van de luchtgrenzen. De stijging heeft geen verband met de gevallen waarvoor een boete wordt opgelegd (het niet beschikken over de nodige binnenkomstdocumenten en het gebruik van valse documenten) maar is eerder het gevolg van de toename van het aantal personen dat zich aan de grens aanbiedt en niet aan de overige binnenkomstvoorwaarden (zoals voorzien in Schengen), voldoet. Overzicht terugdrijvingen per grenspost

Luchtgrens Zeegrens Landgrens Brussel-Nationaal 1.175 Antwerpen 37 HST-terminal Brussel Zuid 0* Gosselies 132 Gent 7 Bierset 14 Zeebrugge } Deurne 1 Blankenberge }

11

Oostende } Oostende 0 Nieuwpoort }

6

Totaal 1.383 1.322 61 0 Opmerking : In totaal werden voor al de grensposten samen 1.383 terugdrijvingen uitgevoerd. Op Brussel-Nationaal werden 37 beslissingen tot terugdrijving op basis van nieuwe elementen herzien en resulteerden in toelating tot het grondgebied. De meest vertegenwoordigde nationaliteiten bij de terugdrijvingen aan alle grensposten : - Turkije; - Marokko; - Congo Democratische Republiek; - Senegal; - Sri Lanka. De meest vertegenwoordigde nationaliteiten bij de terugdrijvingen op de luchthaven van Brussel-Nationaal waren : - Turkije; - Congo Democratische Republiek; - Senegal; - Sri Lanka; - India. De meest voorkomende motieven op de luchthaven van Brussel Nationaal, in volgorde van belang voor de terugdrijving van deze nationaliteiten, waren: - Onduidelijk reismotief; - Geen of geen geldig visum; - Vals of vervalst reisdocument - Geen of geen geldig document;

Page 94: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

94

- SIS-seining; - Onvoldoende bestaansmiddelen. b. Asielaanvragen aan de grens Op 1 juni 2007 trad de wet van 15 september 2006 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen in werking. Als gevolg hiervan werd de asielprocedure aan de grens gewijzigd. Dit betekent dat enkel nog het CGVS beslissingsbevoegdheid over de asielaanvraag behoudt en de ontvankelijkheidsbeslissing door de Dienst Vreemdelingenzaken dus vervalt.

Asielaanvragen ad grens

25 quater

Beslissingen CGVS

(opsplitsing hierna)

Pogingen tot verwijdering

(/incl escortes)

Verwijderingen (/incl escortes)

13 quater

BGV Ontsnappingen

362 71 204 249(/54) 129(/43) 32 62 4

Weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de

subsidiaire beschermingsstatus

Toekenning subsidiaire

beschermingsstatus

Erkenning van de vluchtelingenstatus

Uitsluiting van de vluchtelingenstatus en uitsluiting van de

subsidiaire beschermingsstatus

Intrekking asielaanvraag

127 15 60 1 1 Vergelijking met vorige jaren - 2003 : 562 asielaanvragen; - 2004 : 421 asielaanvragen; - 2005 : 453 asielaanvragen; - 2006 : 331 asielaanvragen; - 2007 : 338 asielaanvragen; - 2008 : 365 asielaanvragen; - 2009 : 362 asielaanvragen. Vreemdelingen die niet over de nodige binnenkomstdocumenten beschikken en een asielaanvraag indienen, moeten dit bij de met de grenscontrole belaste agenten doen en worden in afwachting van een beslissing over hun aanvraag in een aan de grens gelegen centrum vastgehouden. Commentaar - In de eerste kolom vindt U het aantal asielaanvragen dat in 2009 aan de grens werd

ingediend. - Wanneer de Belgische overheid, in toepassing van de conventie van Dublin, vanwege de

aangeschreven Staat een akkoord voor overname bekomt, dan wordt aan de betrokkene een bijlage 25 quater afgeleverd (zie 2de kolom).

- In de 3de kolom vindt u het aantal beslissingen dat door het CGVS werden genomen, met daaronder een detailoverzicht.

- De pogingen tot verwijdering en de effectieve verwijderingen, met tussen haakjes het aantal gevallen waarin een escorte moest worden voorzien, kan U vinden in kolommen 4 en 5. De slaagkans bedraagt 51,8 %, dat is hetzelfde als in 2008.

- De weigering tot in overwegingname van de asielaanvraag wordt aan de hand van de bijlage 13 quater aan de vreemdeling betekend. (zie 6de kolom)

- Wanneer er binnen de termijn van twee maanden geen uitvoerbare beslissing tot verwijdering voorhanden is (bvb. wegens nog hangende beroepsprocedures) wordt de

Page 95: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

95

vreemdeling tot het grondgebied toegelaten. Ook medische redenen of geen reisdocumenten kunnen een reden zijn om de vreemdeling toe te laten tot het grondgebied, mits afgifte van een bevel om het grondgebied te verlaten (zie kolom 7).

- In de laatste kolom tenslotte vindt U het aantal ontsnappingen uit een gesloten centrum. Top 5 nationaliteiten asielaanvragen aan de grens

Nationaliteiten 2009 Congo Democratische Republiek 69 Sri Lanka 54 Irak 26 India 20 Rwanda 17 Sinds 01.10.2009 worden de asielaanvragen aan de grens niet meer behandeld door de Cel Zaventem maar door de dienst Grenscontrole. De asielprocedure bij DVZ (volgens art. 51/5 van de wet) wordt hier behandeld : - Inschrijving; - Verhoren; - Dossiers overmaken aan het CGVS; - Meervoudige aanvragen, overname/terugnameverzoek “Dublin”, niet-begeleide

minderjarigen.

Oktober November December Totaal Aantal aanvragen aan de grens 35 37 45 117

Voor 42 personen werd er een overname gevraagd volgens de Dublin Conventie. 2) Beslissingen tot het verlenen van toegang tot het grondgebied - 19.675 visastickers werden aan de grenzen afgeleverd door de dienst grenscontrole.Dit

zijn zowel doorreisvisa, visa voor kort verblijf als collectieve visa; - 994 collectieve visa werden afgegeven; - 21.588 visa werden door de met grenscontrole belaste agenten ambtshalve afgegeven

aan transiterende zeelieden. 3) Transitfaciliteiten voor IOM-passagiers In 2009 transiteerden 7.785 personen via de nationale luchthaven Brussel, terwijl dit voor 2008 nog 5.343 was. Het gaat hier om een akkoord tussen de DVZ en het IOM, waarbij DVZ faciliteiten verleent aan de vreemdelingen die vanuit derde landen via Brussel-Nationaal Luchthaven (BNL) naar een ander Europees land, Canada, Australië of de U.S.A. reizen en die niet over het nodige luchthaventransitvisum beschikken.

Aantal transiterende personen via BNL 2003 6.466 2004 11.167 2005 6.298 2006 6.137 2007 4.626 2008 5.343

Page 96: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

96

2009 7.785 4) Toestemming voor “Transits DEPU’s” derde landen DEPU’s (deportees unaccompanied) zijn personen die om diverse redenen door de overheden van een derde land naar hun land van oorsprong worden gerepatrieerd. Als deze personen tijdens de vlucht begeleid worden door bevoegd personeel worden ze DEPA’s (deportees accompanied) genoemd. Indien de repatriëring dient te gebeuren met een transit door de luchthaven Brussel- Nationaal, moet hiervoor een speciale procedure gevolgd worden : Wanneer een bepaald land een persoon naar zijn land van oorsprong wenst te repatriëren vanuit een derde land via een transitland, moet het volgens EU-richtlijn 2003/110/EG, een schriftelijke aanvraag voor transit richten aan het transitland. Deze EU-richtlijn werd op 20/11/2008 omgezet werd naar de wet betreffende de ondersteuning bij doorgeleiding in het raam van maatregelen tot verwijdering door de lucht. In uitvoering van het advies van de Commissie Vermeersch informeert de Federale Politie de transiterende escorteurs over de toegelaten dwangmiddelen in België. Voor België is het de Dienst Grensinspectie die deze aanvragen, die uit verschillende landen afkomstig zijn, behandelt en de toestemming tot transit verleent. Om het aantal weigeringen te beperken en de vlotte werking met de derde landen verder te zetten, wordt er een reservatielijst aangelegd, als een dag volzet is, met name 5 personen per dag, worden de meeste derde landen hiervan op de hoogte gesteld via e-mail.

Aantal aanvragen transits / aantal

personen

Weigeringen Tussentijd /

Quota

Effectief getransiteerde

personen

Geannuleerde transits

2004 1.709 / 1.858 Geen cijfers beschikbaar 895 963 2005 1.683 / 1.827 341 809 677 2006 1.551 / 1.478 262 660 791 2007 1.219 / 1.269 145 612 691 2008 1.233 / 1.395 149 746 623 2009 1.095 / 1.215 93 659 547 Top 5 der landen die een transit aanvragen

Landen Aantal aanvragen Duitsland 328 Noorwegen 151 Canada 139 Verenigde Staten van Amerika 96 Verenigd Koninkrijk 90 5) Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NMBV’s) a) NBMV De wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde categorieën van vreemdelingen werd gepubliceerd en is in voege getreden op 7 mei 2007, artikels 36 tot en met 42 hebben betrekking op NBMV’s.

Dit betekent dat de NBMV die door de Voogdijdienst als NBMV wordt geïdentificeerd of voor wie geen twijfel omtrent zijn minderjarigheid bestaat, voortaan niet meer wordt vastgehouden in een gesloten centrum.

Page 97: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

97

Men moet evenwel twee situaties onderscheiden : 1. Er bestaat geen enkele twijfel over de minderjarigheid - Indien de persoon niet voldoet aan de binnenkomstvoorwaarden, moet er een fiche naar

de voodijdienst gestuurd worden, waarmee aan de voogd de beslissing tot terugdrijving (TD) (ie. bijlage11) wordt betekend.

- De NBMV moet binnen de 24 uur naar één van de centra voor oriëntatie en observatie (OOC) gebracht worden.

- Dit centrum wordt gelijkgesteld met een aan de grens gelegen centrum en de DVZ heeft 15 dagen de tijd, eventueel verlengd met 5 dagen (gemotiveerd), om een duurzame oplossing te vinden en eventueel de terugdrijving te organiseren en te laten uitvoeren.

- Na deze periode wordt de toegang tot het grondgebied verleend en moet de GID een nieuwe beslissing nemen (beslissing tot terugleiding – bijlage 38) die aan de voogd betekend wordt.

- Het OOC moet de DVZ inlichten over elke verdwijning. 2. Er bestaat twijfel over de opgegeven leeftijd - In de fiche die naar de Voogdijdienst gestuurd wordt, wordt twijfel geuit over de leeftijd en

aan de Voogdijdienst wordt gevraagd om een onderzoek naar de leeftijd in te stellen. - De bijlage 11 en de beslissing tot vasthouding in een aan de grens gelegen gesloten

centrum (art 74/5) worden aan de voogd betekend. - De Voogdijdienst beschikt over 3 werkdagen, eventueel verlengd met 3 werkdagen

(gemotiveerde verlenging) om de leeftijd te bepalen en dit aan de NBMV en DVZ te betekenen. In een meerderheid van deze gevallen bleek deze termijn voor de Voogdijdienst echter te kort te zijn en werd de termijn overschreden.

Indien betrokkene meerderjarig blijkt te zijn, blijft hij vastgehouden in het gesloten centrum. Indien betrokkene minderjarig blijkt te zijn, moet de NBMV binnen de 24 uur na de beslissing van de Voogdijdienst naar een OOC overgebracht worden, waarbij dan dezelfde regeling telt zoals in supra vermeld.

Verklaarde NBMV’s

Na leeftijdsbepaling NBMV’s

Asielaan- vragen

TD* met garant. opvang

Plaatsing op initiatief

DVZ 2003 85 63 (74.11 %) 48 25 10 2004 57 42 (73,70 %) 35 8 12 2005 77 47 (61,00 %) 34 14 5 2006 63 49 (82,14 %) 29 15 17 2007 voor 07/05

28 23 (75,00 %) 14 3 11

Verklaarde NBMV’s Na leeftijdsbepaling

NBMV’s Asielaan-

vragen

TD* met garant. opvang

OOC Steen-

okkerzeel 2007 na 07/05 37 26 (70,20 %) 22 3 17

2008 46 35 (76,10 %) 23 2 20 2009 33 22(66,66%) 9 4 18 * TD = terugdrijving

Page 98: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

98

Onderverdeling per leeftijdscategorie na resultaten van de leeftijdsbepaling die resulteerde in minderjarigheid. 0 < 16 jaar 0 16 – 17 jaar 2 18 jaar 6 > 18 jaar * 2 Totaal 10 * resultaat onderzoek is 18 jaar met een deviatie – wordt beschouwd als minderjarig Onderverdeling per leeftijdscategorie zonder twijfel (zonder leeftijdsbepaling)* < 12 jaar 0 12 – 14 jaar 0 14 - 16 jaar 4 16 – 18 jaar 8 Totaal 12 * opgegeven leeftijd (indien valse of no docs) maar er wordt geen twijfel minderjarigheid geuit. In 2009 verklaarden 33 vreemdelingen dat zij jonger dan 18 jaar waren. 11 INADS aan de grens, die verklaarden minderjarig te zijn, bleken na medisch onderzoek meerderjarig (18 of ouder) te zijn. 22 onder hen werden beschouwd als niet-begeleide minderjarigen aan de grens (allen aangekomen op luchthaven Brussel-Nationaal). (9 van deze niet-begeleide minderjarigen vroegen asiel aan, nadat hen de toegang tot het land werd geweigerd.) De meest voorkomende nationaliteiten onder de 22 NBMV's, zijn respectievelijk : Marokko : 5 DR Congo : 4 Afghanistan/India : 3 In vergelijking met 2008 is het aantal vreemdelingen dat zich aan de grens minderjarig verklaarde gedaald, namelijk 33 in 2009 tegenover 46 in 2008. Het percentage van vreemdelingen die aan de grens verklaren minderjarig te zijn en die op basis van het resultaat van de leeftijdsbepaling minderjarig bleken te zijn, is globaal genomen met 10 % gedaald ten opzichte van 2008. b) Samenwerking met de Voogdijdienst Leeftijdsbepaling Telkens de Dienst Vreemdelingenzaken twijfels uitte omtrent de leeftijd van de betrokken NBMV, heeft een dergelijk medisch onderzoek effectief plaatsgevonden, ofwel op verzoek van de Dienst Vreemdelingenzaken, ofwel op initiatief van de Voogdijdienst. In 21 dossiers werd een medisch onderzoek uitgevoerd : dit leidde 11 keer tot een resultaat leeftijdsbepaling waarbij de betrokkene 18 of ouder was, in 10 gevallen was de betrokkene jonger dan 18 jaar. Het resultaat wordt gemiddeld na 5 dagen bekendgemaakt.

Page 99: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

99

Bepalen van de duurzame oplossing Plaatsing : Na de toepassing van de Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen van 12 januari 2007 werden 22 niet-begeleide minderjarige vreemdelingen in geplaatst op laste van de Voogdijdienst: Terugdrijving met gezinshereniging in het land van herkomst : 4 van de 22 N.B.M.V.’s werden teruggedreven naar het land van herkomst. In dit geval was de familie teruggevonden. De familie werd ingelicht over de terugkeer van de betrokkene, teneinde te verzekeren dat de minderjarige zou worden opgevangen. Aan de Belgische ambassades ter plaatse werd gevraagd na te gaan of de opvang verzekerd was. Er werd geen enkel probleem gesignaleerd. 6) Families met minderjarige kinderen Sinds 01.10.2009 heeft de Staatssecretaris van Asiel en Migratie beslist families met minderjarige kinderen onder te brengen in woonunits voor zover er geen onmiddellijke terugdrijving mogelijk is. Ondertussen werden reeds 6 families ondergebracht in de woonunits van Zulte. I.2. Controle op het Belgisch grondgebied I.2.1. Samenwerking Dienst Vreemdelingenzaken met politiediensten en Sociale Inspectie I.2.1.1. Bureau C – illegalen - en de Permanentiedienst van de DVZ Indien de politiediensten in contact komen met een illegale persoon, dan is het in eerste instantie het Bureau C (en de Permanentiedienst na de kantooruren) dat gecontacteerd wordt om een administratieve beslissing te nemen. Het Bureau C staat ook in voor de administratieve ondersteuning van de politiediensten bij al dan niet aangekondigde controle acties of bij grootschalige manifestaties die veel vreemdelingen aantrekken (bv. internationale voetbalwedstrijden). Indien de politie of de Sociale Inspectie een controle willen uitvoeren, dan kan er een beroep worden gedaan op de Gerechtelijke Sectie, ter ondersteuning op het terrein en om voor een snellere afhandeling te zorgen. Op basis van het administratief verslag, dat door de politiedienst wordt opgesteld, zal het Bureau C (en de Permanentiedienst) aan de hand van het individueel dossier van de vreemdeling nagaan wat de verblijfssituatie is van de gecontroleerde vreemdeling. Het Bureau C (en de Permanentiedienst) zal de politie zo snel mogelijk instructies toesturen. Indien de vreemdeling legaal verblijft in België of indien er een schorsende procedure tegen een beslissing hangende is, zal de betrokkene zonder meer kunnen beschikken. Indien de vreemdeling illegaal verblijft, kan het Bureau C beslissen om de betrokkene : - Een bevel om het grondgebied te verlaten te betekenen; - Terug te leiden naar de grens; - Onmiddellijk te repatriëren;

Page 100: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

100

- Op te sluiten ter beschikking van de Dienst Vreemdelingenzaken, met het oog op repatriëring of terugleiding naar de grens.

Cijfergegevens : aantal administratieve aanhoudingen, beschikkingen, bevelen om het grondgebied te verlaten (BGV’s), opsluitingen en directe repatriëringen

Aantal administratieve aanhoudingen

Aantal beschikkingen

Aantal BGV’s

Aantal opsluitingen

zonder documenten

Aantal opsluitingen met documenten

2000 29.276 13.430 (46 %)

13.563 (46 %)

714 (2,5 %)

1.569 (5 %)

2001 27.724

10.028 (36 %)

11.599 (42 %)

1.975 (7 %)

4.122 (15 %)

2002 30.025 9.561 (32 %)

12.589 (42 %)

2.398 (8 %)

5.477 (18 %)

2003 32.281 9.654 (30 %)

14.429 (45 %)

2.170 (7 %)

6.028 (19 %)

2004 30.428 9.676 (32 %)

14.370 (47 %)

1.756 (6 %)

4.626 (15 %)

2005 27.856

9.475 (34 %)

12.091 (43 %)

1.759 (6 %)

4.531 (16 %)

2006 28.074 10.729 (38.2 %)

11.048 (39.4 %)

1802 (6.4 %)

4.495 (16 %)

2007 23.267 8.904 (38 %)

9.617 (41 %)

2.157 (9 %)

2.589 (11 %)

2008 24.452 8.382 (34 %)

11.716 (48 %)

2.298 (9 %)

2.056 (9 %)

2009 27.185 9.274 (34 %)

11.716 (51,5 %)

4.099 (15 %)*

1.801**

Vastgesteld wordt dat het aantal administratieve verslagen dat door de politie werd voorgelegd opnieuw stijgende is. *Indien de vreemdeling het voorwerp is van een verwijderings-of terugdrijvingsmaatregel waarvan de tenuitvoerlegging ervan imminent is, en hij heeft nog geen vordering tot schorsing ingeleid, dan kan hij de schorsing van deze beslissing vorderen bij uiterst dringende noodzakelijkheid. De termijn waarbinnen deze vordering moet worden ingediend is sedert juli 2009 gewijzigd van 24 uur naar 5 dagen, zonder dat dit minder dan drie werkdagen mag bedragen, na de betekening van de beslissing. Vandaar dat men niet langer kan spreken van directe repatriëringen. Enkel de personen die zelf verklaren te willen vertrekken en niet de schorsende beroepstermijn te willen afwachten zullen sneller verwijderd worden. Voor 2009 betreffen de cijfers in de 2 laatste kolommen de beslissing tot opsluiting met het oog op repatriëring. Voor de voorgaande jaren geven de cijfers de effectieve repatriëringen weer.

Page 101: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

101

Cijfergegevens : top 5 aangetroffen nationaliteiten

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009

Joegoslavië (2.791)

Roemenië (2.852)

Roemenië (2.833)

Marokko (2.909)

Marokko (2.981)

Algerije (3.073)

Algerije (2.752)

Algerije (3.542)

Algerije (5.405)

Polen (1.911)

Joegoslavië (2.343)

Afghanistan (2.670)

Algerije (2.601)

Roemenië (2.558)

Roemenië (2.918)

Marokko (2.425)

India (3.052)

Marokko (3.831)

Roemenië (1.732)

Irak (2.852)

Polen (2.419)

Roemenië (2.448)

Algerije (2.552)

Marokko (2.810)

Roemenië(1.959)

Marokko (2.780)

India (2.194)

Turkije (1.591)

Polen (2.031)

Algerije (2.109)

India (2.427)

India (2.025)

India (2.170)

India (1.889)

Roemenië (1.494)

Roemenië (1.989)

Albanië (1.511)

Bulgarije (1.419)

Marokko (2.061)

Polen (1.737)

Polen (1.571)

Polen (1.499)

Polen (1.959)

Irak (1.158)

Palestina (1.134)

Opmerking : deze cijfers geven enkel weer welke nationaliteiten (meer bepaald de verklaarde nationaliteit door de vreemdeling op het moment van de interceptie) door de bevoegde diensten werden aangetroffen en zijn dan ook afhankelijk van het milieu waarin de controles door de politiediensten werden uitgevoerd. Tevens dient er ook rekening mee gehouden te worden dat bepaalde vreemdelingen herhaaldelijk worden gearresteerd, omdat deze moeilijk verwijderbaar zijn, of vanwege een gebrek aan plaatsen in de centra niet worden opgesloten. Dit is eveneens zo met de intercepties van illegalen die aan de kust worden aangetroffen en die door middel van containers en vrachtwagens op een zeer risicovolle wijze de overtocht trachten te maken. Oostende en Zeebrugge worden het meest door deze problematiek getroffen (of worden het meest met deze problematiek geconfronteerd). In 2009 zijn 2.038 illegalen aldaar aangetroffen. De meest voorkomende nationaliteit voor de haven van Zeebrugge is India met 645 intercepties en Algerije voor de haven van Oostende met 547 intercepties. Cijfergegevens : aantal arrestaties gebaseerd op openbare orde en zwartwerk

2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Openbare

orde 7.088 (22 %)

7.021 (23 %)

6.187 (22 %)

6.334 (22.5 %)

4.946 (21 %)

4.797 (19,62 %)

6.418 (24%)

Zwartwerk 2.846 (9 %)

2.499 (8 %)

2.470 (9 %)

2.128 (5.6 %)

1.921 (8 %)

1.746 (7 %)

1.626 (6%)

In totaal werden 6.418 arrestaties verricht in het kader van openbare orde, waarvan 1.085 vreemdelingen zijn opgesloten, hetzij 26% van het totaal aantal opsluitingen. In het kader van zwartwerk werden 1.626 arrestaties verricht, waarvan 623 vreemdelingen zijn opgesloten, hetzij 15% van het totale aantal opsluitingen. De repatriërings- en verblijfskosten in de centra wegens zwartwerk worden bij de betrokken werkgevers gerecupereerd, in toepassing van artikel 13 van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van vreemde werknemers. Derhalve wordt in eerste instantie de werkgever aangeschreven. Wanneer echter blijkt dat de werkgever na een herinnering nog steeds niet overgaat tot de effectieve betaling, wordt het dossier overgemaakt aan de FOD Financiën, meer bepaald aan de verschillende ontvangkantoren der domeinen en penale boeten. Deze laatste zal dan de eigenlijke invordering bij de werkgever doen. In 2009 werden 659 werkgevers voor de eerste maal aangeschreven met het oog op de betaling van bovenstaande kosten. 389 werkgevers zijn effectief opgevolgd, t.o.v. 165 in 2008. Het totaal te recupereren bedrag, bedraagt 670.557,99 euro (de verschuldigde bedragen van de 389 werkgevers van 2009 + de nog openstaande dossiers van de vorige jaren), waarvan 190.217,47 euro effectief is

Page 102: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

102

terugbetaald. Ten slotte werden 411 dossiers, van werkgevers die niet hebben betaald, overgemaakt aan Financiën. Dit komt overeen met een bedrag van 277.480,25 euro. Er dient echter wel opgemerkt te worden dat het in de opgestarte dossiers van 2009 niet noodzakelijk gaat om repatriëringen uitgevoerd in 2009, aangezien de procedure tot terugvordering van repatriëringskosten vaak enige tijd in beslag neemt. I.2.1.2. De Gerechtelijke Sectie van de DVZ Politiediensten en sociale inspectiediensten kunnen een beroep doen op de ondersteuning op het terrein van personeelsleden van de Dienst Vreemdelingenzaken. Deze personeelsleden zijn gespecialiseerd in het herkennen van documenten en het bepalen van het al dan niet wettelijke verblijf van de vreemdelingen, zodat er geen onnodige tijd verloren gaat op het terrein en de meest geschikte beslissingen kunnen worden genomen. Het is de Gerechtelijke Sectie (GSJ) van de Dienst Vreemdelingenzaken die deze taak uitvoert. Aantal operaties waaraan werd deelgenomen 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Vlaanderen 175 252 286 182 249 265 279 Wallonië 88 85 92 86 97 101 122 Brussel (19 gemeenten) 141 206 183 267 184 163 166 Totaal 404 543 561 535 530 529 567 Operationele resultaten Bevel grondgebied

te verlaten Vasthouding in

gesloten centrum ter identificatie

(zonder documenten)

Vasthouding in gesloten

centrum met documenten

Gerechtelijke aanhouding

Totaal

2003 687 429 1.116 128 2.360 2004 947 537 998 73 2.555 2005 915 615 1.053 81 2.664 2006 640 506 921 51 2.118 2007 662 536 412 50 1.660 2008 881 690 286 69 1.926 2009 887 598 246 56 1787 Operatiekader - 399 acties handhaving sociale wetgeving (dit zijn gezamenlijke acties met deelname GSJ

en minstens 1 andere sociale inspectiedienst (= + 47 in vergelijking met 2008); - 168 politionele en gerechtelijke acties (= -9 in vergelijking met 2008).

Page 103: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

103

Sectoren / motieven van optreden (telkens top 3 in dalende volgorde) 2006 2007 2008 2009 Handhaving sociale wetgeving

- Bouw - Horeca - Nachtwinkels

- Horeca - Bouw - Kleinhandel

- Horeca - Tuinbouw - Bouw

- Horeca - Bouw - Tuinbouw

Politionele acties

- Wegcontrole - Huisjesmelkerij - Bedelarij

- Wegcontrole - Huisjesmelkerij - Openbaar

vervoer

- Wegcontrole - Huisjesmelkerij - Openbaar

vervoer

- Wegcontrole - Openbaar

vervoer - Huisjesmelkerij

Nationaliteiten Top 5 in dalende volgorde van de nationaliteiten die werden aangetroffen bij controles en die niet in regel waren qua verblijf en/of sociale wetgeving. 2005 2006 2007 2008 2009 Plaats 1 Marokkanen Roemenen Marokkanen Marokkanen Marokkanen Plaats 2 Roemenen Polen Indiërs Algerijnen Algerijnen Plaats 3 Bulgaren Marokkanen Bulgaren Indiërs Indiërs Plaats 4 Polen Bulgaren Polen Brazilianen Brazilianen Plaats 5 Turken Indiërs Brazilianen Bulgaren Bulgaren Duiding Qua aantal operaties is er een duidelijke stijging t.o.v. 2008 : van 529 naar 567. Vooral in Wallonië is de stijging spectaculair : + 21%. Deze toename is in belangrijke mate toe te schrijven aan de talrijke anti-overlast-operaties in de arrondissementen Mons en Charleroi. In verband met de genomen beslissingen t.a.v. de geïntercepteerde illegale vreemdelingen valt onmiddellijk de daling op van de cijfers met betrekking tot de vasthoudingen in de gesloten centra van personen met en zonder documenten met oog op repatriëring. Dit fenomeen wordt grotendeels verklaard door de politieke beslissing om over te gaan tot een nieuwe regularisatie procedure. In afwachting van de indiening van de regularisatie dossiers werd omzichtig omgesprongen met de vasthouding en de verwijdering. Enkel zij die niet voor regularisatie in aanmerking komen, werden vastgehouden.

De top 5 van de meest aangetroffen nationaliteiten bij controleacties die niet in regel waren qua verblijf en/of sociale wetgeving is identiek met de top 5 van 2008. De problemen rond identificatie en/of effectieve repatriëring van Marokkaanse en Algerijnse onderdanen blijven in grote mate onopgelost. Hierdoor komt het dat illegalen van deze 2 landen zich quasi onbedreigd voelen. De aangetroffen Indiërs zijn veelal “transitmigranten” op weg naar het Verenigd Koninkrijk en zijn ook

moeilijk te identificeren.

Page 104: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

104

Brazilianen : bijna allemaal opgepakt als zwartwerker in de bouwsector met valse Portugese of Belgische identiteitsdocumenten/verblijfsvergunningen. Bulgaren : bijna 100% opgepakt als zwartwerker in ondergeschikt dienstverband. Dit fenomeen zal waarschijnlijk aanhouden tot wanneer de overgangsmaatregelen met betrekking tot Bulgaarse en Roemeense onderdanen in verband met de toetreding tot de EU afgeschaft worden. I.2.2. Controles op adres Naast de spontane en georganiseerde controles uitgaande van de politie, stelt het Bureau C ook zelf de vraag aan de politiediensten om controles op adres uit te voeren. Wanneer blijkt dat vreemdelingen geen gevolg hebben gegeven aan een hun betekend bevel en zij alsnog in het Rijk verblijven, wordt een schrijven gericht aan de bevoegde politiedienst, via de burgemeester, om een controle op adres uit te voeren met het oog op een eventuele verwijdering. Voor het jaar 2009 zijn 1.392 dossiers aangevat. Om aan deze dossiers de gepaste opvolging te geven en om uiteindelijk tot betere resultaten te komen wat betreft het aantal verwijderingen, is er vanaf december 2008 een aparte cel op bureau C om deze dossiers te behandelen en om de nodige statistieken op te maken. De uitdaging van deze cel is te komen tot een betere samenwerking met de politie, zodat de adrescontroles op regelmatige basis kunnen worden uitgevoerd. I.2.3. Garanten Naar analogie met de recuperatie van de repatriërings- en verblijfskosten bij de werkgevers, maakt het KB van 15 mei 2006 van de vreemdelingenwet het mogelijk om deze kosten en bijkomend de medische kosten die door de Belgische staat lastens een vreemdeling zijn gedragen terug te vorderen bij de garant die een verbintenis tot tenlasteneming bij de gemeente heeft ondertekend. De garant is hiervoor 2 jaar verantwoordelijk vanaf het moment dat de vreemdeling het grondgebied heeft betreden. Terwijl in 2007 de eerste stappen werden gezet om deze procedure uit te werken, is men in 2008 begonnen met de eerste concrete dossiers. In samenwerking met de dienst Monitoring Visa en Buitenlandse Zaken wordt getracht de procedure verder uit te bouwen. In 2009 zijn slechts 11 invorderingen opgestart bij de garanten, voor een bedrag van 66.036,97 euro. Er werd reeds 33.411,95 euro ontvangen. I.2.4. Schengenseiningen (SIS) De vreemdelingen die niet gemachtigd zijn om zich in de Schengenruimte te bevinden, maken het voorwerp uit van een seining in het Schengen Informatie Systeem, op basis van artikel 96 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst (SUO). Indien personen hierin geseind staan moet hun de toegang tot het grondgebied worden ontzegd of zal hun geen visum worden afgeleverd, ook niet door de andere Schengen-Lid-Staten. Zodra de verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20/12/2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van SIS II van toepassing zal zijn, zal het genaamde artikel 24 van de genaamde verordening artikel 96 van de overeenkomst vervangen als juridische basis voor de invoering van deze seiningen.

Page 105: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

105

De technische complexiteit van SIS II heeft geleid tot een vertraging van de invoering van dit systeem, die oorspronkelijk voor 2007 voorzien was. Om de integratie van de nieuwe Lid-Staten in de Schengenruimte niet uit te stellen heeft men in december 2006 besloten om gebruik te maken van een voorlopige versie van het huidige systeem : SIS one 4 all (SIS 1 voor allen). Dankzij dit voorlopige systeem konden 9 nieuwe Europese Lid-Staten (Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Tsjechische Republiek, Slowakije en Slovenië) op 31 december 2007 tot de Schengenruimte toetreden. Op 12 december 2008 is Zwitserland tot de Schengenruimte toegetreden. a) Gepaste procedure ten opzichte van de persoon De maatregel die door artikel 96 wordt aanbevolen is de verwijdering van het Schengengrondgebied indien de illegaal verblijvende persoon op het grondgebied gecontroleerd wordt, door middel van één van de volgende procedures : - Een bevel om het grondgebied te verlaten (BGV); - Een directe repatriëring; - Een terbeschikkingstelling van de Dienst Vreemdelingenzaken, met het oog op zijn

repatriëring. Indien de gepaste procedure om de een of andere reden niet kan worden uitgevoerd moet het land waaraan het verzoek wordt gericht dit ten opzichte van de seinende partij rechtvaardigen. Dit is met name het geval voor de persoon die wettelijk op het Belgisch grondgebied verblijft. Ondanks de seining moet deze persoon vrijgelaten worden. Bij het land dat de persoon heeft gesignaleerd zullen stappen worden ondernomen, opdat dit land de seining zo snel mogelijk intrekt. Becijferde gegevens

Aantal administratieve aanhoudingen

BGV

Vasthouding in gesloten centrum ter identificatie

(zonder documenten)

Vasthouding in gesloten

centrum met documenten

Terbeschikking-stelling van het

parket

Personen die in vrijheid moeten worden gesteld

Aanvraag intrekking seining, in toepassing van artikel

25.2

2005 321 88 17 21 / 195 133 2006 155 48 14 9 / 84 126 2007 136 28 14 1 5 88 99 2008 237 56 23 5 4 149 139 2009 213 63 32 1 3 110 90 b) Signalering ter fine van weigering van toegang Het Bureau C-SIS is, voor België, verantwoordelijk voor het invoeren, het bewaren en het verwijderen van de genoemde signaleringen. De gesignaleerde vreemdeling is elke persoon die geen onderdaan van één van de Lid-Staten van de Europese Unie is. De toegang tot het grondgebied werd aan deze persoon geweigerd op basis van een ministerieel terugwijzingsbesluit of een koninklijk uitwijzingsbesluit, waartegen hij geen beroep meer kan indienen. In 2009 waren er 327 actieve signaleringen in België.

Page 106: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

106

Als gevolg van technische problemen heeft de invoering van de signaleringen in 2009 vertraging opgelopen : het bureau C-SIS moet nog 120 dossiers behandelen. c) Opzoeken van de gezochte personen in het SIS en het CSB Het Bureau C-SIS moet ook de openbare orde verifiëren, opdat de uitvoeringsbureaus de vereiste beslissingen met betrekking tot de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen kunnen nemen. Het ontwerp van koninklijk besluit betreffende de rechtstreekse toegang van de aangeduide personen van de Dienst Vreemdelingenzaken tot de concrete feiten van de gerechtelijke politie en de inlichtingen inzake de groeperingen en de personen die behandeld worden in het kader van de opdrachten van de bestuurlijke politie en gecentraliseerd worden in de ANG, bedoeld in artikel 44/4 van de wet op het politieambt, werd nog niet goedgekeurd. In het kader van de uitvoering van het regeerakkoord dat betrekking heeft op de operatie inzake de regularisatie van de illegalen moest een dringende en tijdelijke procedure worden uitgewerkt, zodat de Dienst Vreemdelingenzaken kan worden verwittigd indien een vreemdeling een bedreiging vormt voor de openbare orde, de nationale veiligheid en de openbare rust. Deze procedure wordt bepaald door de omzendbrief van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep van 17 december 2009. Becijferde gegevens : opzoeken van de gezochte personen 2005 2.985 2006 5.782 2007 8.333 2008 7.422 2009 17.111 d) Signalering in de ANG Het Bureau C-SIS houdt zich ook bezig met het signaleren van de beslissingen van de Dienst Vreemdelingenzaken in de Algemene Nationale Gegevensbank van de Federale Politie (ANG). In 2009 werden 52 signaleringen ingevoerd en 12 signaleringen werden ingetrokken. I.2.5. Gevangenen De Dienst Vreemdelingenzaken is bevoegd voor de administratieve opvolging van de dossiers van de vreemdelingen die opgesloten zijn voor feiten van gemeen recht en voor hun verblijfssituatie, nadat ze uit de gevangenis worden vrijgelaten. De volgende maatregelen kunnen worden genomen : - Koninklijk besluit tot uitzetting; - Ministerieel besluit tot terugwijzing; - Ministerieel besluit tot aanduiding van een verplichte woonplaats; - Beslissing tot vasthouding met het oog op een repatriëring; - Beslissing tot repatriëring; - Bevel om het grondgebied te verlaten.

Page 107: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

107

Koninklijke en Ministeriële besluiten Aan vreemdelingen die aan een koninklijk besluit (KB) of een ministerieel besluit (MB) worden onderworpen wordt gedurende 10 jaar de toegang tot het grondgebied ontzegd. Om de uitvoering van deze arresten te kunnen controleren worden deze vreemdelingen gesignaleerd in het Schengen Informatie Systeem.

Maatregel 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 KB uitzetting 0 3 9 6 2 0 1 KB / MB opschorting 0 0 2 0 1 0 0 KB / MB opheffing 18 6 2 4 3 2 1 MB aanwijzing verblijfplaats 1 0 0 0 1 1 0 MB terugwijzing 295 407 348 256 388 234 296 MB terbeschikkingstelling 0 3 6 0 2 0 1 MB terugleiding grens 0 0 0 0 0 0 0 Vrijlatingen door het gerecht Vreemdelingen die de gevangenis mogen verlaten, worden ter beschikking gesteld van de Algemene Directie van de Dienst Vreemdelingenzaken. In functie van de verblijfssituatie van de betrokkene, het gevaar dat hij betekent voor de openbare orde en de mogelijkheid om binnen de door de wet voorziene termijn te worden verwijderd wordt een beslissing genomen. 2006 2007 2008 2009 Aantal beslissingen 7.534 6.863 7.425 8.794 Vrijstelling zonder meer 26,8 % 30,6 % 30,5 % (2.262) 29.4 % (2.589) Bevel om het grondgebied te verlaten

35,7 % 50,9 % 58,4 % (4.339) 60.7 % (5.343)

Administratieve vasthouding met het oog op een verwijdering

37,5 % 18,5 % 11,0 % (824) 9.8 % (866)

De stijging van het aantal genomen beslissingen is te verklaren door het toenemende aantal gedetineerden van niet-Belgische nationaliteit in de gevangenissen. Voor een aantal gevangenen is een identificatieprocedure opgestart, om zo het aantal repatriëringen te verhogen (zie punt I.3.2.2). Samenwerking met de FOD Justitie a. Een werkgroep (D-DID-CID) vergadert regelmatig met vertegenwoordigers van het

Directoraat-generaal Penitentiaire Instellingen. De resultaten zijn hoofdzakelijk preciseringen inzake de respectievelijke werkmethodes.

b. In het kader van het Europees Terugkeerfonds werd een opleiding gegeven aan de griffies en sociale diensten van de gevangenissen. Het is de bedoeling om via informatieverspreiding over de verschillende verblijfssituaties en de daaraan gekoppelde gevolgen, de diensten van de gevangenis tot een actieve partner in de verwijdering te maken. Er werd een brochure ontwikkeld om deze opleiding te ondersteunen. Het project werd zowel door betrokkenen als door DVZ positief geëvalueerd.

c. Er wordt permanent overlegd met het Openbaar Ministerie bij de Strafuitvoeringsrechtbanken om de beslissing tot voorlopige invrijheidstelling zo veel mogelijk af te stemmen op de beslissing van DVZ. De gemeenschappelijke doelstelling is een optimale voorbereiding en opvolging van het vrijstellingsdossier, zodat een vrijstelling resulteert in een repatriëring.

Page 108: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

108

d. Om logistieke redenen en omwille van de veiligheid in de gesloten centra kunnen elke maand per gesloten centrum maximaal dertig ex-gevangenen worden overgebracht. Het aantal ex-gevangenen in de gesloten centra mag, in vergelijking met de andere bewoners van de centra, niet te groot zijn, aangezien de goede werking van de centra anders in gevaar zou kunnen worden gebracht. Indien een specifieke vreemdelingencategorie of een specifieke nationaliteit oververtegenwoordigd is in de gesloten centra kan deze situatie tot potentiële conflictsituaties met andere bewoners van de centra leiden.

e. De DVZ stelt ook vast dat dezelfde vreemdeling onder verschillende namen in verschillende gerechtelijke arrondissementen veroordeeld kan zijn, zonder dat een onderzoek van de vingerafdrukken het feit dat hij verschillende identiteiten gebruikt onthult. Om het aantal dubbele dossiers bij de FOD Justitie en de DVZ te beperken is een grondiger onderzoek op dit gebied noodzakelijk. Een projectgroep met de FOD Justitie en de Federale Politie zoekt een antwoord voor dit probleem (zie III.2.4.).

f. De recente ervaring van de migratiebegeleiders (DID) heeft aangetoond dat zowel de directeurs als het personeel van de penitentiaire instellingen een beeld hebben van de Dienst Vreemdelingenzaken dat ver verwijderd is van de realiteit. Bijgevolg hebben we een reeks opleidingen die betrekking hebben op de werking van de DVZ (en de DID) georganiseerd. Deze opleidingen werden reeds gegeven in Marneffe (en waren bedoeld voor de nieuwe directeurs van Waalse gevangenissen), in Namen, in Verviers, in Nijvel, in Vorst, in Jamioulx, in Aarlen, in Sint-Hubert, in Sint-Gillis en bij de strafuitvoeringsrechtbank van Bergen.

I.3. Vasthoudingen in de gesloten centra en de identificatie I.3.1. De gesloten centra : statistische gegevens voor het jaar 2009 1) Inschrijvingen in de gesloten centra In 2009 werden in totaal 6.439 bewoners ingeschreven in de gesloten centra. Dit cijfer behelst het aantal eerste opsluitingen in de centra en is dus exclusief het aantal intakes in de verschillende centra die een gevolg zijn van interne overplaatsingen van bewoners tussen de centra onderling. Dit levert voor de periode van 2005 tot 2009 het volgende overzicht op :

8191

8742

7506

6902

6439

0 2000 4000 6000 8000 10000

2005

2006

2007

2008

2009

Totaal aantal (eerste) opsluitingen in de gesloten centra

Page 109: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

109

In 2008 bedroeg de gemiddelde opvangcapaciteit die beschikbaar was in de centra 607 plaatsen. In 2009 ging het om 547 plaatsen. Rekening houdend, voor 2008 en 2009, met de gemiddelde beschikbare capaciteit en de eerste opsluitingen, respectievelijk 6.902 en 6.439, stelt men vast dat het aantal eerste opsluitingen in 2009 hoger is : 98% in 2009 (6.439/12 = 536/547) en 95% in 2008 (6.902/12 = 575/607). De vermindering van de theoretische maximale opvangcapaciteit (628 plaatsen) is te wijten aan de vermindering van de capaciteit in 4 gesloten centra in 2009 : - CR127bis : als gevolg van de brand in augustus 2008 werd de maximale opvangcapaciteit

(120 plaatsen) tot 80 plaatsen herleid, en dit tot eind december 2009. - CIB : als gevolg van infrastructuurwerken tussen augustus en november 2009 werd de

maximale opvangcapaciteit (112 plaatsen) tot 92 plaatsen herleid, om naar het einde van de werken toe geleidelijk te worden verhoogd tot 102 plaatsen.

- CIM : als gevolg van personeelsproblemen gedurende de laatste zes maanden van het

jaar werd de maximale opvangcapaciteit (146 plaatsen) herleid tot 130 plaatsen. - CIV : als gevolg van werken in een vleugel gedurende de eerste vier maanden van het

jaar werd de maximale opvangcapaciteit (160 plaatsen) geleidelijk verminderd tot 120 plaatsen. : als gevolg van een syndicale actie in mei 2009 werd de maximale opvangcapaciteit herleid tot 120 plaatsen en vanaf 24.06.2009 tot 124 beschikbare plaatsen, met een maximum van 125 plaatsen.

2) Verwijderingen vanuit de gesloten centra In 2009 werden in totaal 4.213 bewoners verwijderd vanuit de gesloten centra.

Jaar Eerste

opsluitingen

Maandelijks gemiddelde

eerste opsluitingen

Totaal verwijderingen

Maandelijks gemiddelde

verwijderingen Vrijstellingen Ontsnappingen

Percentage verwijderingen

ten opzichte van

opsluitingen

2005 8.191

682,5

6.250

520

1.874

44

76,3 %

2006 8.742

728,5

7.109

592

1.815

47

81,3 %

2007 7.506

625,5

5.425

452

1.937

52

72,3 %

2008 6.902

575,1

4.928

410

2.004

40

71,4 %

2009 6.439

536,5

4.213

351

2.026

27

65,4 %

3) Vertrek vanuit de gesloten centra In 2009 stelt men een daling vast op het niveau van het percentage verwijderingen, in vergelijking met de eerste opsluitingen. In 2009 werden 2.026 personen vrijgesteld vanuit de gesloten centra. De redenen voor deze vrijstellingen zijn divers : niet bekomen van een reisdocument, positieve beslissing van de DVZ of het CGVS (ontvankelijke/gegronde asielaanvragen), vrijstelling op basis van nieuwe

Page 110: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

110

elementen die op het ogenblik van de opsluiting nog niet bekend waren (gepland huwelijk, medische redenen), enz. In 2009 ontsnapten 27 bewoners uit de gesloten centra. Een deel van deze ontsnappingen vond niet rechtstreeks uit de centra plaats, maar bv. tijdens het verblijf in een ziekenhuis of gedurende een overbrenging van een bewoner. In totaal waren er 12 ontsnappingen vanuit een gesloten centrum, 13 ontsnappingen vanuit een ziekenhuis en 2 ontsnappingen gedurende de overbrenging van een bewoner. - INAD : geen enkele ontsnapping; - 127 : 2 ontsnappingen vanuit het centrum en 3 ontsnappingen vanuit het ziekenhuis; - RC127bis : 3 ontsnappingen vanuit het ziekenhuis; - CIB : 4 ontsnappingen vanuit het centrum en 2 ontsnappingen tijdens overbrengingen; - CIM : 3 ontsnappingen vanuit het ziekenhuis; - CIV : 6 ontsnappingen vanuit het centrum en 4 ontsnappingen vanuit het ziekenhuis. In 2009 overleed geen enkele persoon in de gesloten centra.

Repatrieringen/Overnames; 3.403

Terugdrijvingen; 725

Vertrek IOM; 85

Vrijstellingen; 2.026 Ontsnappingen; 27

Repatrieringen/Overnames Terugdrijvingen Vertrek IOM Vrijstellingen Ontsnappingen

Page 111: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

111

• Voor de 4 categorieën samen (eerste opsluiting, verwijderingen, vrijstellingen en ontsnappingen) levert dit, per gesloten centrum, het volgende staafdiagram op :

834

603

1 0

1.128

894

173

5

959

687

342

3

1.007

670

380

6

1.242

782

548

3

1.269

577 582

10

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

INAD CT127 CR127bis CIB CIM CIV

Aantal vasthoudingen (eerste opsluiting) 2009 Aantal verwijderingen 2009 Aantal vrijstellingen 2009 Aantal ontsnappingen 2009

4) Gemiddeld aantal bewoners in de gesloten centra en de gemiddelde verblijfsduur a. Gemiddeld aantal bewoners in de gesloten centra in 2009 : Het dagelijks gemiddeld aantal bewoners in alle gesloten centra samen lag in 2009 op 467 bewoners (2008 : 520 bewoners). 2008 : 520 (gemiddeld aantal bewoners) / 607 (gemiddelde reële opvangcapaciteit) = 85,6% 2009 : 467 (gemiddeld aantal bewoners) / 547 (gemiddelde reële opvangcapaciteit) = 85,3% Indien men rekening houdt met de reële opvangcapaciteit van de gesloten centra stelt men vast dat de bezettingsgraad van de gesloten centra tussen 2008 en 2009 stabiel gebleven is. Het centrum kan niet volledig bezet worden. Er worden plaatsen voorzien voor het opsluiten van de personen die vanuit de gevangenis overgebracht worden of voor de personen die onderschept worden in het kader van acties van de politiediensten, de diensten van de sociale inspectie, enz. b. Gemiddelde verblijfsduur in de gesloten centra (in dagen) in 2009 :

INAD

CT127

CR127bis

CIB

CIM

CIV

Page 112: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

112

Gemiddelde verblijfsduur van de bewoners, van de vasthouding tot de verwijdering of de vrijstelling

2009

2,1

12,7

23

37,3

34,1

32,6

Gemiddelde verblijfsduur per verwijderde bewoner

2009

/

8,45

16,5

31,2

31,1

25,4

I.3.2. De vasthouding van de families : belangrijke evolutie in 2009 1) De families in de gesloten centra Op 1 oktober 2008 nam minister Turtelboom het initiatief om geen families met minderjarige kinderen meer op te sluiten in de gesloten centra, met uitzondering van de “grensgevallen”, dit wil zeggen de personen aan wie de toegang tot het grondgebied geweigerd werd. In 2009 werden 30 “grensfamilies” vastgehouden in de gesloten centra INAD – CT127 en CR127bis. Eind september 2009 heeft de Staatssecretaris voor Migratie- en asielbeleid Wathelet besloten dat de “grensfamilies” die niet binnen een periode van 48 uur kunnen worden teruggedreven eveneens worden overgebracht naar de individuele woonunits en omkaderd worden door coaches. In 2009 hebben vijf “grensfamilies” van deze maatregel genoten. In 2009 werden 30 families, waaronder 46 minderjarigen, vastgehouden in de gesloten centra INAD-CT127 en CR127bis. Van deze families werd 33 % vrijgelaten (10 families), 50 % verwijderd (14 terugdrijvingen en 1 bilaterale overname) en 17% overgebracht naar de individuele woonunits (5 families). In vergelijking met de voorgaande jaren levert dit het volgende staafdiagram op :

247

399

188

137

5830

9

0 50 100 150 200 250 300 350 400 450

2005

2006

2007

2008

2009

families in de huizen

families in de centra

Sinds 2006 is het aantal families die in gesloten centra worden vastgehouden aanzienlijk gedaald. In 2009 bedroeg de gemiddelde verblijfsduur van de 10 families in de gesloten centra CT 127 en CR 127bis 23 dagen (tegenover 21,6 dagen in 2008). Een familie is niet in het gemiddelde inbegrepen en werd gedurende 101 dagen vastgehouden.

Page 113: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

113

Het onderstaand staafdiagram maakt het mogelijk om zich een juister beeld van de verblijfsduur te vormen, aangezien het de duur van de vasthouding in dagen preciseert:

3

0

4

0

1

0 0

1 1

0 0 0 0 0

1

0

1

2

3

4

5

0-7 8-14 15-21 22-28 29-35 36-42 43-49 50-56 57-63 64-70 71-77 78-84 85-91 92-98 99-105

Aantal dagen

Aantal families

De familie werd 101 dagen vastgehouden als gevolg van de verschillende beroepen die door de familie werden ingediend. I.3.3. Bijzonderheden, nieuwe initiatieven en specifieke dossiers 1. juridisch kader van de werking van de gesloten centra In 2009 werd het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 houdende vaststelling van het regime en de werkingsmaatregelen toepasbaar op de gesloten centra aangepast door het koninklijk besluit dd. 8 juni 2009 (BS 25/06/2009). Een arrest van de Raad van State (nr. 188705) dd. 17/12/2008 had de artikelen 2, 21, 29, 35, 36, 72, 98-3°,115 en 127 vernietigd en de noodzaak van een nieuw koninklijk besluit bood de mogelijkheid om tevens bijkomende aanpassingen te doen om praktische problemen in de centra te verhelpen. De belangrijkste wijzigingen betroffen : 1° de herziening van de regeling van de fouille; 2° het voorzien van de mogelijkheid van intiem bezoek; 3° de uitbreiding van de sanctieregeling; 4° de uitbreiding van de garanties voor de rechten van bewoners (o.a. controle

briefwisseling, bezoekrecht, recht op informatie); 5° de noodzaak van medisch of psychologisch advies bij afzondering om redenen van risico

op zelfmoord. Daarnaast werd een specifiek koninklijk besluit uitgewerkt voor de centra voor de opvang van Inadmissables (Inadcentra) meer bepaald het koninklijk besluit dd. 8 juni 2009 houdende vaststelling van het regime en de werkingsmaatregelen toepasbaar op welbepaalde plaatsen, gesitueerd in het grensgebied, voorzien in artikel 74/5, § 1, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (BS 25 juni 2009). 2. Informatieverstrekking voor de bewoners in de centra In de gesloten centra wordt veel aandacht besteed aan het correct informeren van de bewoners over de praktische en juridische aspecten van hun vasthouding. In 2009 werden de informatiefiches met juridische informatie, die de bewoners bij binnenkomst ter beschikking krijgen, aangepast aan de gewijzigde wetgeving en de in het Rapport van de Federale Ombudsman gemaakte opmerkingen. De aangepaste fiches werden reeds vertaald in 14 talen en bijkomende vertalingen zijn gepland in 2010.

Page 114: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

114

Er werd daarnaast gestart met een project om deze informatiefiches op geluidsdrager te registreren. Het is de bedoeling het sociaal team een bijkomende tool ter beschikking te stellen om analfabete bewoners ook op een adequate manier te informeren. Dit project wordt gefinancierd met middelen van het Europees terugkeerfonds. De volgende talen werden in 2009 reeds geregistreerd : Nederlands, Frans, Engels, Duits, Albanees, Chinees, Hindi, Urdu, Pools, Portugees, Russisch, Spaans en bijkomende registraties zijn gepland in 2010. 3. De opvolging van de risicoanalyse van de centra

• agressiebeheersing - algemeen

Voor het beheersbaar houden van de risico’s in de gesloten centra, geïdentificeerd in de risicoanalyse gedaan door de IDPB van de FOD Binnenlandse zaken, zijnde agressie, brand en medische risico’s werden plannen uitgetekend met concrete acties. Voor de uitvoering van het agressiebeheersplan werd, naast een algemene opvolging van de werkzaamheden en een informatie-uitwisseling tussen agressiemanagers, voornamelijk gewerkt rond de volgende thema’s : - Vorming ‘interculturele communicatie en overtuigen tot terugkeer’, als derde luik van de

globale vorming agressiebeheersing (zie ook verder); - Uitbreiding van de opfrissingscursus agressiebeheerstechnieken; - Het duiden van de gevolgen van isolatie van personen aan de hand van de DVD Total

Isolation; - Bijsturing van de in de centra gebruikte dwangmiddelen, en meer bepaald de introductie

van de velcrobanden; - Implementatie en inoefening van de HOR-fiches (Handel- en omgangsrichtlijnen) als

richtlijn voor omgang met moeilijke bewoners (zie ook verder); - Introductie van de EZA-lijsten voor de centrale opvolging van moeilijke bewoners (zie ook

verder); - Uitwerken van stroomdiagrammen voor crisissituaties; - Implementatie van technieken van crisiscommunicatie. In 2009 werden de gesloten centra geconfronteerd met de volgende grote incidenten : Incidenten 2009 - overzicht TC127 RC127bis CIB CIM CIV Bewonersprotest 0 1 2 4 2 Brandstichting 0 0 0 1 1 Zelfmoordpogingen 0 2 0 12 4 Ontsnappingen en pogingen 6 2 4 7 5

Collectieve hongerstakingen 0 4 1 0 2

Zware vechtpartijen 0 0 1 1 0

Totaal aantal bewoners in 2009 1.128 959 1.007 1.242 1.269

Gemiddeld aantal bewoners in 2009 40 69 95 128 121

Page 115: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

115

• introductie van velcrobanden In opvolging van de opmerkingen van het CPT, European Committee for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment, werd het gebruik van plastic strips als dwangmiddel in de gesloten centra verboden. In 2009 werd een nieuwe interne reglementering uitgewerkt voor het gebruik van dergelijke velcrobanden in het breder kader van het gebruik van dwang, alsook praktische tools voor de interne implementatie.

• handels- en omgangsrichtlijnen (HOR-fiches)

In het kader van het Moderniseringsproject ‘optimalisering van de bewonersgroepen’ werden in 2008 al een aantal belangrijke stappen gezet naar een betere, meer gestructureerde opvang van bewoners met specifieke behoeften in de gesloten centra. Onder andere werd een hele reeks handelings- en omgangsrichtlijnen opgesteld door een werkgroep. Het betreft good practices over de aanpak van bewoners die specifieke behoeften of problemen hebben. In 2009 werden deze fiches gefinaliseerd en geïmplementeerd via een interne opleiding. Sinds de tweede jaarhelft worden de HOR-fiches gebruikt in het dagelijkse centrumleven.

• ondersteuning Steamleden en initiatief CIVottem Sinds een 9 tal jaar heeft elk gesloten centrum en het bureau Tranfert een eigen stressteam (STEAM). Deze teams bestaan uit een beperkte groep bij het personeel geselecteerde en opgeleide vrijwilligers en zij bieden ondersteuning na grote incidenten. Het basisprincipe van de werking is gestoeld op het “collega’s voor collega’s”-beginsel. Het doel van de interventies is preventiemaatregelen te nemen ter voorkoming van mogelijke posttraumatische stressreacties van collega’s die rechtstreeks betrokken waren bij een ‘critical incident’. Voor deze teams werd een deontologische code en een speciaal vrijwilligerscontract uitgewerkt. Trimestrieel worden, met het oog op evaluatie en bijscholing, intervisievergaderingen georganiseerd. In 2009 werden wegens natuurlijke uitstroom nieuwe selecties georganiseerd voor bijkomende Nederlandstalige Steamleden. De nieuwe kandidaten kregen vervolgens een opleiding door de Adviseur-expert psycholoog van de Psy support cel van het CGVS. In het Franstalige centrum te Vottem werden eveneens concrete stappen ondernomen voor de heropstart van het Stressteam. Voor de specifieke opleiding van de teamleden wordt beroep gedaan op een externe deskundige.

• Statistieken van de afzonderingen wegens ordemaatregelen : jaren 2008- 2009

Afzondering wegens

ordemaatregel 2008 - 2009

2008 24u 48u

2009 24u 48u 72u

Totaal aantal

bewoners in 2009

Gemid. aantal

bewoners in 2009

RC127bis 107 52 73 6 0 959 69 CIB 123 15 130 36 0 1.007 95 CIM 144 63 156 24 1 1.242 128 CIV 222 14 232 18 0 1.269 121

TOTAAL 596 144 591 84 1 ALGEMEEN TOTAAL 740 676 4.477

Page 116: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

116

In 2009 is een lichte daling te zien wat het gebruik van de ordemaatregel van plaatsing in een isolatieruimte betreft. Het aangepast koninklijk besluit van de gesloten centra als boven vermeld introduceerde tevens de mogelijkheid om een bewoner voor 72 uur op isolatie te zetten. Hiervan werd in 2009 één maal gebruik gemaakt.

• Extra zorg bewoners In het kader van het Moderniseringsproject “Optimaliseren van de bewonersgroepen” zijn er initiatieven gekomen om de humane opvang van de bewoners efficiënter te garanderen. De Handelings- en Omgangsrichtlijnen (zie boven), zijn erop gericht om de omkadering van de bewoners te optimaliseren in het centrum. Ook wordt er naar gestreefd bewoners die niet in het centrum kunnen worden opgevangen met een gepaste zorgverstrekking en omkadering te laten opvangen in een instelling buiten het centrum. Op 2 oktober 2009 werd een overeenkomst afgesloten tussen de Directeur-generaal van de DVZ en de bestuurshoofden van de VZW Provincialaat der Broeders van Liefde (FRACARITA), die psychiatrische ziekenhuizen onder hun beheer hebben. Bepaalde bewoners met een psychische of psychiatrische problematiek kunnen worden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis om een diagnose te stellen, zo nodig een aangepaste medicamenteuze behandeling op te starten en de persoon te stabiliseren. Daarbij wordt steeds nagegaan of de betrokkene kan verwijderd worden en zo ja, onder welke omstandigheden (begeleiding bij de terugkeer (vertrouwenspersoon, verpleegkundige, arts, enz.), opvang ter plaatse (sociaal of familiaal vangnet, opvang in een instelling, enz.). Voor een betere opvolging van “special needs” dossiers, wordt sedert eind maart 2008 gewerkt met opvolgingstabellen per centrum van bewoners die extra zorg nodig hebben (Extra-Zorg-Afdeling (EZA) tabellen). Elk gesloten centrum vult in de opvolgingstabel in wat de bevindingen en het advies zijn van de diverse teams binnen het centrum voor elk extra-zorg-dossier. Een coördinator bij het centraal bestuur pleegt wekelijks overleg met de betrokken uitvoeringsbureaus om voor elk van deze dossiers een gepaste oplossing te bewerkstelligen. In de loop van 2009 werd in het Centrum voor Illegalen te Merksplas een programma ontwikkeld om op een meer performante en een meer gebruiksvriendelijke wijze de gegevens per centrum in te brengen. Begin 2010 wordt deze applicatie in gebruik genomen in alle centra en op de centrale diensten.. Deze tool zal een betere opvolging garaderen. 4. Vormingsplan gesloten centra en bureau transfert In 2009 werden er voor het personeel van de gesloten centra en bureau T heel wat vormingen georganiseerd. Een kort overzicht van de belangrijkste verwezenlijkingen : - Het jaarlijks terugkerend aanbod van vormingen in het kader van ‘agressiebeheersing’

werd ook voorzien in 2009. Hiervoor werden zowel basis- als opfrissingscursussen ‘omgaan met agressie’ gegeven als basis- en opfrissingscursussen ‘geweldbeheersingstechnieken’;

- Er werden gecertificeerde opleidingen gerealiseerd voor veiligheidsmedewerkers,

veiligheidsmedewerker-chauffeurs en veiligheidsassistenten; - In 2008 werden de Nederlandstalige, interne trainers voor EHBO opgeleid. Vanaf 2009

zijn zij effectief begonnen met het geven van lessen aan het personeel. De Franstalige, interne trainers waren eind 2009 klaar met hun opleiding tot trainer en kunnen in 2010 aan de slag;

Page 117: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

117

- Met Europese middelen werd in 2009 ook gestart met een opleiding ‘interculturele communicatie en overtuigen tot terugkeer’ voor het voltallige centrumpersoneel. Het doel van deze opleiding is de missie van de gesloten centra, vanuit de verschillende rollen van het personeel, zo goed mogelijk te volbrengen binnen de interculturele context waarin gewerkt wordt. Er werden 10 proefgroepen georganiseerd, die overwegend positief werden geëvalueerd. In 2010 volgt een vervolg voor een aantal groepen;

- Sinds 2009 wordt in alle centra gewerkt met ‘actiepunten’. Dit zijn kortdurende

vormingsmomenten over een aantal thema’s die jaarlijkse een opfrissing behoeven of die snel ingang moeten vinden bij al het centrumpersoneel. Deze worden gegeven door interne medewerkers en worden georganiseerd tijdens de overlap van verschillende ploegen, waardoor overuren of personeelstekorten vermeden worden. Thema’s die binnen deze actiepunten aan bod kwamen in alle centra waren in 2009: HOR-fiches en ‘het gebruik van de velcrobanden’ (op basis van een instructie-dvd).

5. Het pedagogisch project : opvoeders & leerkrachten 5.1. Humaniseringsbudget In 2009 werd door de toenmalige minister van asiel en migratie mevr. A. Turtelboom, een ‘humaniseringsbudget’ ter beschikking gesteld van de centra. De bedoeling was een aantal budgettaire injecties te geven op vlak van verfraaiing van de centra en organisatie van activiteiten. In alle centra werden met dit geld verfwerken uitgevoerd en werden de centra opgefleurd. Verder werd er voor ongeveer 84.000 € aan duurzame goederen aangekocht, waaronder : - Uitbouw / vervanging buitensportinfrastructuur; - Aankoop pingpongtafels, tafelvoetbal en biljarttafels voor in de leefvleugels; - Iinrichting of uitbouw fitnesszaal; - Aanschaf van spelconsoles (playstations, wii’s) en televisietoestellen; - Aankoop naaimachines. Iets meer dan 60.000 € werd besteed aan kleinere projecten voor de bewoners : - Aankoop (interculturele) muziekinstrumenten: djembé, gitaar,…; - Materiaal om relaxatiesessies te realiseren; - Groenten- en kruidentuinprojecten; - Installeren van een bewonersbibliotheek; - Aankopen in het kader van kookactiviteiten (zowel ingrediënten als kookmateriaal); - Klein sportmateriaal; - Gezelschapsspelen; - Interculturele dvd-theek; - Materiaal voor naaiatelier. - … 5.2. Activiteiten Voor het organiseren van activiteiten voor bewoners tijdens hun verblijf, staan twee personeelsgroepen in. Leerkrachten verzorgen educatieve activiteiten, opvoeders (ondersteund door va-begeleiders in een aantal centra) verzorgen alle andere soorten activiteiten (recreatief, creatief, cultureel en sportief). Eind 2009 waren 7,4 FTE leerkrachten in dienst (van de 9FTE voorziene) en 55,1 FTE opvoeders (van de 57 FTE voorziene).

Page 118: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

118

5.2.1. Educatieve activiteiten. Enkel in RC127bis verbleven tijdens 2009 nog enkele gezinnen met minderjarige kinderen. In totaal kwamen 5 kinderen naar de les. Door het beperkte aantal minderjarigen verschoof de focus van het onderwijs in alle centra in 2009 naar een aanbod voor volwassen bewoners. In totaal werden, over de centra verspreid, 1237 lesmomenten voorzien binnen een lessenreeks. Daarnaast werden ook 67 op zichzelf staande educatieve activiteiten uitgevoerd (zoals een themagesprek, een sessie over seksuele gezondheid, een educatieve quiz, kennismakingsmomenten om niveau nieuwe leerlingen te bepalen, e.d.). 1503 individuele bewoners hebben aan minstens één educatieve activiteit deelgenomen. Bij lessenreeksen werd door een individuele bewoner gemiddeld drie lessen gevolgd, met een minimum van één deelname en een maximum van 22 lessen per bewoner (te CIM). Ook inhoudelijk werden nieuwe zaken ontwikkeld : - TC127 : educatief luik binnen themaweken & workshop seksuele gezondheid; - RC127bis : cursus basiscommunicatievaardigheden & leren solliciteren; - CIB : praatgroep seksuele gezondheid & basiswoordenschat Engels en Frans met

anderstalige verklaring (Russisch, Arabisch, Farsi, Urdu, Chinees, Vietnamees,…); - CIM : praktijklessen fietsherstel, communicatievaardigheden en ICT-klas; - CIV : kruidentuinproject, infobrochure seksuele gezondheid. 5.2.2. (Re)creatieve, culturele en sportieve activiteiten In 2009 werden enkele initiatieven genomen om ook de kwaliteit van de activiteiten te verhogen : - Thematische intervisie tussen opvoeders van verschillende centra op regelmatige basis.

In 2009 werden ervaringen uitgewisseld rond volgende thema’s : 1) sport & ontspanning, 2) crea & verfraaiing, 3) (interculturele) muziek, woord en dans, 4) ontspanning in de leefvleugel);

- Workshop-voor-en-door-opvoeders “relaxatie en massagetechnieken”; - De ‘activiteitenfiches’ voortvloeiend uit de MPM ‘activiteiten’ werden nieuw leven

ingeblazen : zij worden momenteel systematisch geüpdatet en verspreid naar de verschillende teams.

6. De Klachtencommissie Het Koninklijk Besluit van 2 augustus 2002 betreffende de gesloten centra voorziet in een Klachtencommissie die belast is met de behandeling van individuele klachten van bewoners die te maken hebben met de toepassing van dit Besluit. Het Ministerieel Besluit van 23 september 2002 (BS 22.10.02) dat de procedure- en werkingsregels van de Commissie en het permanent secretariaat bepaalde, werd gewijzigd door het Ministerieel besluit van 30 juni 2009. In 2009 werden er 30 klachten ingediend (in 2008 waren er 39 klachten, in 2007 waren het er 59). In 15 gevallen werd de klacht door het permanent secretariaat onontvankelijk verklaard. In 6 gevallen organiseerde het permanent secretariaat van de Klachtencommissie een bemiddeling tussen de centrumdirectie en de betrokken bewoners en werd er een oplossing aangeboden aan de betrokken bewoners. De Klachtencommissie verklaarde 1 klacht ongegrond. In de 8 resterende gevallen waren de betrokkenen verwijderd of vrijgesteld.

Page 119: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

119

De Klachtencommissie formuleerde geen enkele aanbeveling. Geen enkele klacht werd gedeeltelijk gegrond of gegrond verklaard. 7. Infrastructuur

� Nieuw Transitcentrum 127

In 2007 werden de eerste stappen gezet voor de vervanging van het huidige Transitcentrum 127 op de nationale luchthaven. Het nieuwe centrum wordt in de nabijheid van het Repatriëringscentrum 127bis te Steenokkerzeel gebouwd. Door de aangepaste infrastructuur zal aan de bewoners heel wat meer privacy, comfort en recreatieve mogelijkheden kunnen worden geboden.

Op 05 mei 2009 gaf Minister A. Turtelboom met een eerste steenlegging de officiële start van de bouw van het nieuwe centrum. De werken werden vervolgens concreet aangevangen op 2 juni 2009 (grondwerken, uitgraven van funderingen, plaatsen van keermuren, ruwbouw, …). Het einde van de ruwbouwfase is in het voorjaar van 2010 voorzien. De uiteindelijke oplevering is gepland op het einde van hetzelfde jaar.

� RC127bis

In 2006 werd gestart met de constructie van een nieuw bijgebouw als verbinding tussen de bestaande administratieve vleugel en de bewonersvleugel.

Page 120: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

120

Ook voor dit gebouw staat de opvang van bewoners centraal, en in eerste instantie voor diegenen die om welke reden dan ook niet in het groepsregime kunnen worden geplaatst. Hiertoe zijn bvb. 8 aparte slaapunits voorzien, met eigen sanitair en meubilair. Het gebouw werd begin december 2009 in gebruik genomen.

� CIB

Ook in het Centrum voor Illegalen te Brugge werden in 2009 belangrijke infrastructurele vernieuwingen afgewerkt. Na ontmanteling van de bestaande portiersloge in september werd het onthaalgedeelte van het nieuwe inkomgebouw operationeel. Het gebouw biedt eveneens ruimte aan de nieuwe bezoekerszaal, de intakeafdeling, interviewlokalen, omkleedruimtes voor het personeel en een vergaderzaal. Door de ingebruikname van het nieuwe gebouw kan in 2010 gestart worden met de grondige sanering en uitbreiding van de binnenplein, zodat de recreatieve mogelijkheden voor de bewoners kunnen worden uitgebreid.

8. Juridische eerstelijnsbijstand in de gesloten centra Op 04/08/2009 is men in het gesloten centrum van Vottem met een pilootproject begonnen : in het centrum werd een juridische permanentie geïnstalleerd, zodat de bewoners over juridische eerstelijnsbijstand kunnen beschikken. Deze permanentie wordt georganiseerd door het bureau voor juridische bijstand van Luik en Brussel Onthaal zorgt voor het on line-tolkwerk. Met het oog op de uitbreiding van deze bijstand naar de andere centra wordt er met de verschillende betrokken partijen overlegd. Op 03/12/2009 werd door het Gesloten Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, met het oog op de invoering van de juridische permanenties in de gesloten centra, een rondetafelgesprek georganiseerd waarbij de belangrijkste actoren aanwezig waren. In 2010 zal gewerkt worden aan de realisatie van een juridische eerstelijnspermanentie in alle gesloten centra.

Page 121: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

121

9. Bezoeken van de externe delegaties In 2009 hebben twee buitenlandse delegaties van hoog niveau de centra bezocht : - 23/09/2009 : bezoek aan Vottem door professor Zafer ÜSKÜL, voorzitter van de

Commissie voor de rechten van de mens van het Turks parlement, begeleid door andere Turkse volksvertegenwoordigers. Deze delegatie wou zien in welke mate de rechten van de mens gerespecteerd worden in een vasthoudingscentrum;

- Van 28/09 tot 07/10/2009 : bezoek van het CPT (European Committee for the Prevention

of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment) aan het gesloten centrum van Vottem en het Inad-centrum.

De opmerkingen hadden voornamelijk betrekking op de aanwezigheid van de ex-gedetineerden in het centrum van Vottem en de tenlasteneming van de psychiatrische gevallen in de centra. De Dienst Vreemdelingenzaken richt zich op de identificatie, om reisdocumenten te bekomen bij de diplomatieke en consulaire posten, en dit geruime tijd vooraleer de beslissing tot vrijstelling wordt uitgesproken. Rekening houdend met de moeilijkheden in het kader van de identificatie van een persoon die weigert mee te werken blijft de doorreis via een gesloten centrum echter onvermijdelijk. De Dienst Vreemdelingenzaken blijft afhankelijk van de diplomatieke vertegenwoordigers die naar de gevangenissen moeten gaan om tot de identificatie over te gaan, wat ze, om uiteenlopende redenen, niet vaak doen. De Dienst Vreemdelingenzaken onderzoekt ook de verschillende mogelijkheden om de gedetineerden aan te moedigen om hun medewerking te verlenen aan hun identificatie, door de strafuitvoeringsrechtbanken te sensibiliseren. Wat de tenlasteneming van de psychiatrische gevallen betreft : de Dienst Vreemdelingenzaken heeft een akkoord ondertekend met een instelling die verschillende psychiatrische centra of instellingen voor geestelijke gezondheidszorg overkoepelt, om een snelle tenlasteneming van de gevallen waarvoor psychiatrische zorgen vereist zijn mogelijk te maken. 10. Accreditatie van de NGO’s Momenteel zijn er 25 NGO’s die het recht hebben om de gesloten centra te bezoeken. De Coördinatie van de centra is overgegaan tot de accreditatie van nieuwe personen die voorgesteld werden door de NGO’s en/of de vertegenwoordigers van de godsdiensten. In 2009 werden 8 nieuwe personen geaccrediteerd. Momenteel hebben in totaal 86 personen toegang tot de gesloten centra (60 vertegenwoordigers van NGO’s en 26 religieuze en morele vertegenwoordigers). 11. Rapport Federale Ombudsman De Federale Ombudsman werd in april 2008 door de Kamer van Volksvertegenwoordigers belast met een onderzoek naar de werking van de gesloten centra. Zij brachten aan elk centrum een aangekondigd en een onaangekondigd bezoek. En vroegen ook heel wat informatie op bij de DVZ te Brussel. 2 vragenlijsten werden door de DVZ beantwoord. Een ontwerp van hun rapport werd op 29 april 2009 aan de DVZ voorgelegd en op 25 mei 2009 aan het kabinet van de toenmalige Minister voor Asiel en Migratie Annemie Turtelboom.

Page 122: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

122

Zo stelt de DVZ vast dat in heel het rapport voorbij wordt gegaan aan de doelstelling van de gesloten centra, namelijk het vasthouden en verwijderen van hoofdzakelijk personen die reeds voorheen een bevel om het grondgebied te verlaten hebben ontvangen en die weten dat ze het risico lopen om gedwongen te worden verwijderd en in een gesloten centrum te belanden. Het betreft in wezen wel personen die weigerden vrijwillig het land te verlaten. Dit gegeven komt slechts in zeer beperkte mate aan bod in het rapport. Het betreft een opdracht die in wezen ingaat tegen de wil van diegenen die worden vastgehouden. De afweging of de veiligheidsmaatregelen, de leefregels enz. in verhouding staan met de problematiek en de opdracht wordt niet gemaakt. De volledige werking van de centra naar de bewoners toe moet in dit referentiekader geplaatst worden en de aftoetsing van de verschillende items en maatregelen aan de normen zou binnen dit gegeven moeten worden geplaatst en afgewogen worden. Er wordt geen rekening gehouden met de situatie dat bij de aanvang van de centra de interne leefregels veel soepeler waren en dat dit aanleiding gaf tot zeer vele ontsnappingen, algemene opstand en brand. Ook wordt er op geen enkel moment melding gemaakt van de continue inspanningen die geleverd worden om ondanks deze moeilijke opdracht steeds te trachten de leefregels soepeler te maken, wat in de centra ook in CIB en CIM de laatste jaren werd gedaan. Het voortdurend streven naar verbetering, naar een meer humane vasthouding en een beter resultaat wordt niet vermeld. Het resultaat van het onderzoek is een lijvig rapport van 309 bladzijden met 183 aanbevelingen, dat aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers werd voorgesteld op 21/10/2009. Voor een groot deel van de aanbevelingen werden al initiatieven genomen om eraan tegemoet te komen. - 31 aanbevelingen werden opgevangen door het koninklijk besluit dd. 8 juni 2009 tot

wijziging van het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 houdende vaststelling van het regime en de werkingsmaatregelen toepasbaar op de gesloten centra en het koninklijk besluit dd. 8 juni 2009 houdende vaststelling van het regime en de werkingsmaatregelen toepasbaar op de Inadcentra;

- 78 aanbevelingen werden reeds uitgevoerd; - 34 aanbevelingen werden opgenomen in een actieplan. Over een aantal van de aanbevelingen verschilt de DVZ van mening met de ombudsman, of is de uitvoering ervan om praktische of budgettaire redenen niet haalbaar, of niet de bevoegdheid van de Dienst Vreemdelingenzaken. In 2010 zal dit het onderwerp uitmaken van verdere besprekingen. I.3.4. Identificatie van vreemdelingen I.3.4.1. Cel identificatie voor vreemdelingen in de gesloten centra De identificatieprocedure Opdat vreemdelingen naar hun land van herkomst of naar een ander land, waar ze verblijfsrecht hebben, kunnen terugkeren, moeten ze over de nodige reisdocumenten beschikken. In de praktijk stellen we vast dat heel wat vreemdelingen wier verblijf in België onregelmatig is niet over deze documenten beschikken. Om aan deze documenten te geraken dient de cel identificatie contact op te nemen met de bevoegde diensten van het land van herkomst of van het derde land; het kan zowel om de ambassades of consulaten van het land van herkomst in Brussel als om de bevoegde diensten in het land van herkomst of derde land gaan. Het verkrijgen van de toestemming

Page 123: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

123

tot terugkeer – en de daarvoor dienende reisdocumenten – is een moeilijk proces, dat afhankelijk is van verschillende factoren. In eerste instantie is het noodzakelijk de nationaliteit van de vreemdeling vast te stellen. In bepaalde gevallen is het bovendien noodzakelijk de exacte identiteit van de vreemdeling te kennen, om een terugkeer te kunnen garanderen. In sommige gevallen zal de vreemdeling eveneens een verklaring moeten afleggen, waaruit blijkt dat hij uit vrije wil terugkeert. De identificatie kan verlopen via verschillende technieken : - Interview met de betrokken vreemdeling door de bevoegde dienst van het land van

herkomst; - Invullen van een vragenlijst door de vreemdeling; - Vingerafdrukkencontrole; - … Voor sommige vreemdelingen zal het noodzakelijk zijn dat de identificatiecel onderhandelt met de overheden van het land van herkomst, om hen ervan te overtuigen dat de vreemdelingen hun onderdanen zijn. Daarom is het heel belangrijk dat de contacten met deze buitenlandse vertegenwoordigingen worden onderhouden en gestimuleerd. Delegaties en contacten met diplomatieke en consulaire diensten a. Volgende delegaties zijn op bezoek geweest :

- Delegatie van Marokkaanse overheid (mei 2009) in het kader van een seminarie omtrent de identificatie- en terugkeerproblematiek, waarbij verschillende thema’s, zoals vingerafdrukkenvergelijking, identificatieprocedure van illegalen en strafgevangenen, vrijwillige terugkeer, … werden besproken en waarbij door de delegaties een aantal oplossingsvoorstellen werden geformuleerd, alsook een aantal vragen inzake visumfacilitering voor bepaalde categorieën van personen. In december werd een opvolgingsseminarie omtrent de procedure bij de Strafuitvoeringsrechtbanken, de vervroegde invrijheidstelling en de pre-identificatie van strafgevangenen georganiseerd.

- Bezoek van een Wit-Russische, Mongoolse, Pakistaanse en Georgische delegatie,

waarbij verschillende aspecten van de migratie- en terugkeerproblematiek werden besproken.

- Bezoek van een Algerijnse delegatie (december 2009) in het kader van

onderhandelingen over een readmissie-overeenkomst, met het oog op de identificatie en de organisatie van een effectieve terugkeer van Algerijnse onderdanen in onregelmatig verblijf (2de ronde; de 1ste ronde ging door in Alger).

- Bezoek van een Ecuadoriaanse delegatie (september 2009) i.f.v. de evaluatie van het

memorandum of understanding (MOU), dat in januari 2009 werd afgesloten. - Bezoek van een delegatie van de Democratische Republiek Kongo, alsook van

medewerkers van de Franse, Zwitserse, Ierse en Portugese migratiediensten, ter afsluiting van het identificatie- en terugkeerproject, gesubsidieerd via het EU-terugkeerfonds.

- Bezoek van een Vietnamese delegatie, in uitvoering van het in januari 2009

ondertekende MOU, met het oog op de identificatie van vastgehouden Vietnamese onderdanen in illegaal verblijf. Dit bezoek was zeer succesvol, gezien de delegatie

Page 124: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

124

alle vastgehouden Vietnamese onderdanen (op één na) konden identificeren, waardoor een effectieve terugkeer kon georganiseerd worden.

- Twee vergaderingen met vertegenwoordigers van de Franse overheden, in het kader

van de bestrijding van de illegale immigratie naar Groot-Brittannië (o.a. de problematiek van de ontmanteling van de “jungle” in Calais).

- Bezoek van vertegenwoordigers van de Britse immigratiedienst, teneinde best

practices uit te wisselen inzake identificatie en terugkeer van onderdanen uit specifieke herkomstlanden.

- Diverse formele en informele dienstbezoeken van vertegenwoordigers van de

Nederlandse Dienst Terugkeer en Vertrek, teneinde best practices uit te wisselen inzake identificatie en terugkeer van onderdanen uit specifieke herkomstlanden en om bepaalde bilaterale thema’s (o.a. met betrekking tot de organisatie van de overdracht van illegalen aan de grens, de organisatie van themadagen, …) te bespreken.

- Bezoek van een Kosovaarse delegatie in het kader van de ondertekening van het

MOU inzake identificatie en terugkeer. - Bezoek van de Directeur-generaal van de Bulgaarse Migratiedienst in het kader van

het twinning-project met de Bulgaarse overheid, dat tot doel heeft de diverse instanties extra instrumenten aan te reiken om aan de EU-standaards inzake migratie te voldoen.

- Delegatie van Brazilië met de Staatssecretaris voor Justitie, de coördinator van de cel

mensenhandel, de coördinator van de UN conferentie inzake misdaad die in 2010 in Brazilië wordt georganiseerd en een lid van de Braziliaanse Ambassade (oktober 2009) op uitnodiging van de Staatssecretaris voor Asiel- en Migratiebeleid om de samenwerking op starten tussen de twee landen om preventief op te treden tegen de illegale migratie van Brazilianen naar België, meer bepaald met betrekking tot de economische uitbuiting. Er werd een bezoek gebracht aan de Dienst Vreemdelingenzaken, IOM, de Staatssecretaris voor Asiel- en Migratiebeleid en de Federale Politie.

b. Het Bureau CID (identificatiecel) ontving of bezocht ook verschillende consulaire

vertegenwoordigers van de landen van herkomst, met het oog op een verbetering van de samenwerking in het kader van de identificatie van de te verwijderen vreemdelingen. De ontmoetingen werden soms samen met de immigratieambtenaren – van wie de Identificatiecel veel steun ontvangt – voorbereid en opgevolgd. Ook werd voor sommige ontmoetingen een beroep gedaan op de hiërarchie, die op een hoger niveau soms deuren kunnen openen. Deze ontmoetingen kenden een wisselend succes.

c. Een belangrijke (positieve) invloed op de relaties met de ambassades en consulaten

bracht de succesvolle organisatie van de zesde consulaire avond van 12 november 2009. Meer dan 350 vertegenwoordigers van de herkomstlanden en partnerstaten, maar ook van partnerdiensten, waren op dit evenement aanwezig. Het nut van deze avond heeft zich al bewezen door de kennismaking van het personeel met nieuwe consulaire en diplomatieke vertegenwoordigers.

Page 125: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

125

Resultaten

Gegevens 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Aantal behandelde dossiers27

3.328 3.996 3.431 3.319 3.064 2.863

Vrijstelling door de identificatiecel

1.265 (38,01%)

1.459 (36,55%)

981 (28,59%)

1.144 (34,46 %)

1.204 (39,29 %)

1.364 (47,64 %)

Verkregen laissez-passers

826 (24,81%)

714 (17,86%)

740 (21,56%)

870 (26,21 %)

797 (26,01 %)

748 (26,13%)

Aantal vertrekken met steun van IOM vanuit gesloten centra

217 (6,52%)

280 (7,01%)

264 (7,69%)

227 (6,83 %)

147 (4,80 %)

111 (3,88 %)

Aantal ingediende overnameverzoeken28

470 (14,12%)

750 (18,79%)

836 (24,36%)

687 (20,69 %)

567 (18,50 %)

622 (21,73 %)

Aantal akkoorden op overnameverzoeken

354 (10,63%)

648 (16,23%)

777 (22,64%)

609 (18,34 %)

431 (14,07 %)

415 (14,50 %)

Overgedragen dossiers met het oog op verwijdering

1.257 (37,77%)

1.596 (39,93%)

1.290 (37,59%)

1.204 (36,27 %)

1.105 (36,06 %)

1.410 (49,24 %)

Positief afgesloten identificatiedossiers (vrijwillige terugkeer + overdracht met oog op verwijdering)

1.724 (51,80%)

2.505 (62,68%)

2.282 (66,51%)

1.958 (58,99 %)

1.680 (54,83 %)

1.521 (53,12 %)

Aantal behandelde pre-identificatiedossiers29

622

Aantal positieve resultaten in de pre-identificatie

198

27 Enkel de volwassen vreemdelingen worden geteld + de eventuele niet-begeleide minderjarigen (die dan nadien vrijgesteld worden en overgedragen worden aan de Dienst Voogdij van de FOD Justitie); het betreft de personen, opgesloten in gesloten centra of in de woonunits en waarvoor een identificatieprocedure of overname dient opgestart te worden. In deze statistieken zitten nog een aantal dossiers van vreemdelingen die in de gevangenis zitten wegens feiten van gemeen recht (tot 2008). In 2009 zitten de pre-identificatiedossiers hier niet meer in vervat. 28 Het betreft hier overnameverzoeken in het kader van de Dublin-reglementering (zie ook het hoofdstuk asiel) of in het kader van de bilaterale overnameovereenkomsten met andere Europese landen. 29 Het betreft hier dossiers waarvoor het bureau Identificatie der Opgeslotenen – DID (zie infra) een pre-identificatieproces heeft aangevangen en waarvoor de Identificatiecel een aanvraag aan een partnerstaat of een herkomstland heeft verzonden.

Page 126: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

126

Niet alle vreemdelingen worden aan een identificatieproces onderworpen. Sommigen werden vrijgesteld op basis van nieuwe elementen, die op het ogenblik van de opsluiting nog niet bekend waren In andere gevallen beschikt de vreemdeling over de nodige documenten (die hij soms tijdens zijn verblijf in het gesloten centrum laat binnen brengen) om verwijderd te worden of kan hij met een EU-laissez-passer naar zijn herkomstland teruggestuurd worden. In nog andere situaties zal de vreemdeling via een overnameverzoek aan een partnerstaat binnen de EU aangeboden worden. De statistieken zijn deels jaaroverschrijdend: een vreemdeling die in 2008 werd geïdentificeerd, kan soms pas in 2009 verwijderd zijn. Het is ook mogelijk dat het identificatieproces in 2008 is opgestart, en de positieve identificatie pas in 2009 werd meegedeeld. Een zelfde situatie zal zich dit jaar voordoen. Door de langere opsluiting van sommige categorieën van vreemdelingen werden verhoudingsgewijs minder dossiers door de Identificatiecel behandeld. De lagere capaciteit in sommige centra heeft ook gevolgen gehad op het aantal behandelde dossiers vanuit de gesloten centra. De opsluiting van bepaalde nationaliteiten, die niet eenvoudig zijn bij de identificatieprocedure, als het gevolg van een aantal gerichte acties tegen mensensmokkel, transitmigratie naar het Verenigd Koninkrijk, huisjesmelkerij, criminaliteit en misbruik van intra-Schengenvluchten (voornamelijk vanuit Griekenland) leidde tot een lager identificatierendement. Het viel ook op dat sommige diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen langer dan voorheen over het identificatieproces deden. Uit de contacten met deze vertegenwoordigingen bleek dat velen vragen hadden over de belofte van de regering om tot een nieuwe regeling inzake regularisatie te komen. Uit de commentaren konden de medewerkers van de Identificatiecel afleiden dat sommige landen wilden vermijden dat vreemdelingen werden gerepatrieerd, die eventueel voor een regularisatie in aanmerking zouden kunnen komen. De instructie met betrekking tot de regularisatie in juli 2009 heeft ook een invloed gehad op het identificatie- en verwijderingsproces. Personen, die voorheen niet beroep konden doen op de regularisatiecriteria, konden nu wel in aanmerking komen. Dit leidde tot een grotere waakzaamheid bij de opsluiting van illegale vreemdelingen en ook tot een niet te onderschatten aantal vrijstellingen; personen die eventueel een regularisatievraag konden indienen op basis van de instructie, die aan de voorwaarden ervan voldeden en die rechtstreeks of via een advocaat duidelijk maakten, hierop beroep te willen doen, werden vrijgesteld. Andere personen, die naar aanleiding van diverse politionele acties op het terrein werden vastgenomen, en waarvoor op korte termijn geen hoop op positieve identificatie was te verwachten, werden dan weer voor een relatief korte termijn weerhouden. De groep vreemdelingen, waarvoor een Dublinakkoord of bilateraal akkoord bestaat, blijft relatief kort in de gesloten centra (van één week tot een paar weken, tenzij er een vertrekweigering is en een escorte of beveiligde vlucht georganiseerd dient te worden). Anderzijds stellen we voor deze groep een stagnatie van het aantal ingediende overnameverzoeken en een daling van het aantal overnameakkoorden t.o.v. de vorige jaren vast.

Page 127: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

127

I.3.4.2. Samenwerking met de strafinstellingen (zie ook rubriek 1.2.5. Gevangenen) De Cel Identificatie Gevangenen (DID) De Cel DID (Cel Identificatie Gevangenen) werd op 1 september 2005 opgericht bij de Directie Gevangenen van de Dienst Vreemdelingenzaken. Op 9 november 2005 hebben de Directie - generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen van de FOD Justitie en de Algemene Directie van de Dienst Vreemdelingenzaken een overeenkomstprotocol ondertekend. In dit overeenkomstprotocol werden de rol en de bevoegdheden van de migratiebegeleiders gedefinieerd. Deze cel heeft twee doelen. Deze cel heeft tot doel de gevangenen/verdachten te idenficeren, vooraleer ze ter beschikking van de Dienst Vreemdelingenzaken worden gesteld of vooraleer ze genieten van een voorlopige invrijheidstelling, met het oog op een verwijdering (beslissing van een strafuitvoeringsrechtbank). De dienst onderzoekt de dossiers van de gevangenen/verdachten, met het oog op het bekomen van de reisdocumenten, en de dienst verschaft de gevangenen/verdachten de nodige informatie in verband met hun verblijfssituatie. De cel vraagt de medewerking van de gevangene/verdachte, om zijn verwijdering te organiseren op het moment waarop hij ter beschikking zal staan van de Dienst Vreemdelingenzaken. De migratiebegeleider wordt ertoe gebracht om de gevangengehouden/verdachte illegale vreemdeling te ontmoeten, met het oog op zijn identificatie, dankzij de verschillende middelen die hem ter beschikking worden gesteld: onderzoek van het DVZ-dossier, onderzoek van het dossier bij de griffie van de gevangenis, contact met de eventuele consulaire vertegenwoordiging van de betrokkene, onderhoud(en) met de gevangene/verdachte, het nemen van vingerafdrukken en foto’s, vragenlijst die specifiek betrekking heeft op het betrokken land, verklaring van vrijwillig vertrek. La mise en vigueur de la législation concernant les tribunaux d’application des peines a notablement fait évoluer le travail des accompagnateurs de migration. Les tribunaux d’application des peines conditionnent la libération provisoire de l’étranger illégal condamné à une peine de plus de 3 ans à son rapatriement. L’éloignement de l’intéressé devient donc une obligation de résultat pour l’Office des Etrangers et non plus une obligation de moyen. Si l’Office ne satisfait pas à la décision de la Justice, l’intéressé reste incarcéré. In 2009 heeft de dienst 1184 dossiers behandeld. 1. Nationaliteiten in de gevangenissen (top 10) Hieronder vindt u de « top 10 » van de opgegeven nationaliteiten (73 % van de 1184 behandelde dossiers).

Nationaliteiten 2008 2008 % 2009 2009 % Algerije 229 16,5 % 256 21,6 % Marokko 252 18,1 % 216 18,2 % Roemenië 93 6,7 % 133 11,23 % Veronderstelde Nederlandse onderdanen 77 5,5 % 50 4,2 % Veronderstelde Franse onderdanen 70 5 % 52 4,4 % Albanië 38 2,7 % 42 3,5 % Nigeria 50 3,6 %

Page 128: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

128

Servië Bulgarije 31 2,2 % Polen 29 2,1 % Litouwen 29 2,1 % Tunesië 30 2,5% Palestine 29 2,5% Iraq 28 2,5% Russie 29 2,5% 62,2 % 73,3 % 2. Reisdocumenten bekomen door de terugkeerfunctionaris na raadpleging van het DVZ-dossier, van het dossier bij de griffie of na de ontmoeting met de verdachte / gevangene De Cel DID probeert documenten te vinden die tot de identificatie van de gevangene/verdachte leiden, om hem te kunnen verwijderen wanneer hij ter beschikking van de Dienst Vreemdelingenzaken wordt gesteld. In dit kader is elk document dat informatie over de identiteit van de persoon bevat nuttig.

Totaal dossiers 2008 2008 %

2009 2009 %

Geen document30 496 36,7 % 624 52,7 % Documenten aangetroffen bij griffie31 655 51,4 % 438 37 % Documenten aangetroffen in DVZ-dossier 126 9,3 % 58 5 % Documenten geleverd na het interview met de migratiebegeleider32 86 2,6 % 64 5,3 %

Totaal 1.294 100 % 1184 100 % 3. Verklaring van vrijwillig vertrek: de gevangene/verdachte ondertekent een document waarin bepaald wordt dat hij bereid is om samen te werken met de Dienst Vreemdelingenzaken en dat hij bereid is om het Belgisch grondgebied na zijn invrijheidstelling vrijwillig te verlaten De medewerking van de betrokkene en zijn instemming met een vrijwilige terugkeer zijn van wezenlijk belang voor de organisatie en het vergemakkelijken van de verwijderingsprocedure. Ziehier de resultaten :

Verklaringen van vrijwillig vertrek

2008 % ja

tegenover neen

2009

Ja33 314 24,5 % 208 17,56 % Neen34 274 21,1 % 322 27 % Geen ontmoeting met de gevangene/verdachte (weigering van zijn kant of ontmoeting niet nodig omdat hij de documenten voor het verlaten van

706 554

30 Geen enkel document werd gevonden, niet in het DVZ-dossier en ook niet bij de griffie van de gevangenis, en de verdachte/gedetineerde beschikt over geen enkel document. 31 Identiteitsdocumenten werden gevonden bij de griffie van de gevangenis of zullen het mogelijk maken om met de identificatie van de betrokkene te beginnen. 32 Na de ontmoeting met de migratiebegeleider. 33 De betrokkene is bereid om een verklaring van vrijwillig vertrek te ondertekenen. 34 De gevangene weigert een verklaring van vrijwillig vertrek te ondertekenen.

Page 129: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

129

het grondgebied bezit – niet-prioritaire dossiers) De cel organiseert ook de transfers/repatriëringen van de gevangenen/verdachten die administratief ter beschikking van de Dienst Vreemdelingenzaken worden gehouden of voorlopig worden vrijgelaten, met het oog op een verwijdering door een strafuitvoeringsrechtbank. De volgende bepalingen kunnen worden overwogen : 1. Een rechtstreekse repatriëring vanuit de gevangenis, zonder een verblijf in een gesloten

centrum voorafgaand aan de verwijdering, kan worden georganiseerd. De termijn loopt uiteen van 7 tot 30 dagen, naargelang het geval. De korte termijn (7 kalenderdagen) voor de administratieve vasthouding die door de omzendbrief nr. 84 in bepaalde gevallen wordt toegestaan (bv. wanneer het aanhoudingsbevel opgeheven wordt) en het feit dat bepaalde gevangenisdirecteurs illegalen niet langer op basis van de wet van 15 december 1980 willen vasthouden in de gevangenis nadat hun straf is afgelopen zorgen ervoor dat de Cel Transfert niet steeds over de mogelijkheid en de tijd beschikt om zijn werk op correcte wijze te doen.

2. Een transfer naar een gesloten centrum. Op basis van het onderzoek van het dossier, de mogelijkheid om een reisdocument te bekomen, om de verwijdering binnen de door de wet voorziene termijn te kunnen organiseren en de mogelijkheden tot plaatsing in de gesloten centra wordt er een beslissing genomen in verband met de transfer van de betrokkene naar een gesloten centrum.

3. Wanneer de rechtstreekse repatriëring of de transfer naar een gesloten centrum niet kan worden georganiseerd wordt de persoon vrijgelaten, met een « bevel om het grondgebied te verlaten ».

2006 2007 2008 2009

1. Rechtstreekse repatriëringen 359 = 27,36 % 300 = 21,9 % 248 = 30 %

320 = 36 % dont 231 ont été

effectivement rapatriés

2. transfers naar een gesloten centrum 478 = 36,44 % 607 = 44,4 % 338 = 41 %

288 = 32 % dont 212 ont été

effectivement rapatriés

3. Personen vrijgesteld door de Strafuitvoeringsrechtbank met het oog op een repatriëring, waarvoor de repatriëring nog niet kon georganiseerd worden in 2009

86 = 10,5 % 13 = 1,5 %

4. invrijheidstellingen door DID

475 = 36,20 % 460 = 33,6 % 152 = 18,5 % 259 = 30,5 %

TOTAAL behandelde dossiers 1.312 = 100 % 1.367 = 100 % 824 = 100 % 880 = 100 %

TOTAAL repatriëringen 415 = 50 % van

de dossiers 443 = 51 % van

de dossiers

Page 130: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

130

Si les rapatriements directs augmentent (augmentation de 6 %), les transferts en centres fermés diminuent de 9 %. On remarquera qu’ils ont diminué de moitié depuis 2007, passant de 607 transferts en 2007 à 288 en 2009. Enfin, 259 ex-détenus ont été libérés après avoir été maintenus administrativement. On évoquera ici les nombreux mouvements de grève dans les prisons. Suite aux incidents au CIV et le mouvement de grève qui a résulté à une diminution de capacité avec 25 % dans les centres fermés qui ne nous ont pas permis de faire un travail efficient. II. De verwijderingen II.1. Wijze van verwijderingen Wanneer men spreekt van verwijderingen kan men de volgende categorieën onderscheiden: Directe repatriëringen : wanneer iemand door de politie wordt aangehouden en over de nodige documenten beschikt om terug te keren naar zijn land van herkomst of een derde land en wanneer er geen verwikkelingen zijn in het dossier kan de betrokkene direct worden gerepatrieerd. Dit betekent dat de politie de betrokkene in afwachting van zijn repatriëring overbrengt naar een gesloten centrum voor een korte periode. De repatriëring zal ten vroegste 5 dagen – waarvan minimum 3 werkdagen – na de betekening van de beslissing tot repatriëring aan de betrokkene plaatsvinden, tenzij betrokkene zelf onmiddellijk wil vertrekken. Deze maatregel werd vastgelegd in artikel 39/83 ingevoegd bij wet van 6 mei 2009.35 (zie ook onder I.2.1.1. het betreft de verwijdering van de personen die worden vastgehouden met documenten, in de onderstaande tabellen ondergebracht bij de repatriëringen).

Repatriëringen : wanneer een illegale vreemdeling niet beschikt over de juiste documenten om naar zijn land van herkomst te worden teruggestuurd of indien er eerst nog elementen in het dossier moeten worden vervolledigd of onderzocht, dan spreekt men eenvoudigweg van repatriëring. Wanneer de eventuele problemen in het dossier opgehelderd zijn, wordt een repatriëring voorzien. Deze repatriëringen gebeuren vanuit een gesloten centrum of vanuit de gevangenis, met of zonder escorte of door middel van een beveiligde vlucht.

Terugdrijving : Vreemdelingen die aan de Belgische grens worden weerhouden omdat zij niet voldoen aan de voorwaarden om het (Schengen) grondgebied te betreden en de aan de grens afgewezen asielzoekers worden teruggedreven. Dit betekent dat zij worden teruggestuurd naar het land waar ze zijn ingescheept (zie ook H VI deel I., I.1.).

35 Wetswijziging ingevolge een arrest van het grondwettelijk hof nr. 81/2008 van 27 mei 2008, dat oordeelde dat een beroepstermijn van 24 uur ontoereikend was voor een verzoekschrift in uiterst dringende noodzakelijkheid.

Page 131: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

131

Overnames : bilateraal en in toepassing van de Conventie van Dublin (teruggeleiding naar de grens van het land dat verantwoordelijk is voor de asielaanvraag). Dit gebeurt over land (Duitsland, Luxemburg, Frankrijk en Nederland) en met het vliegtuig.(in de onderstaande tabellen wordt dit type van verwijderingen ondergebracht bij de repatriëringen). Vrijwillig vertrek met de IOM : de Internationale Organisatie voor Migratie organiseert de terugkeer voor vreemdelingen die dat wensen. Dit gebeurt op een vrijwillige basis en de vreemdeling ontvangt een premie voor de reïntegratie in het land van herkomst. Deze wijze van terugkeer kan aangevraagd worden door vreemdelingen die zich in vrijheid bevinden en ook door vreemdelingen die zich in gesloten centra bevinden, met het oog op hun verwijdering. II.2. Data, evoluties en knelpunten II.2.1. Cijfers en evoluties

Jaar REPATRIERINGEN* en overnames Terugdrijvingen Vrijwillig vertrek DVZ

en IOM Totaal

2000 3.301 5.781 3.183 12.265 2001 5.994 5.350 3.633 14.977 2002 7.677 4.084 3.225 14.986 2003 7.913 3.336 2.822 14.071 2004 6.616 1.894 3.275 11.785 2005 7.136 1.403 3.741 12.280 2006 7.379 1.537 2.812 11.728 2007 4.918 1.232 2.595 8.745

Verwijderingen 2000-2009

3001

5722

7510

7742

6367

6565

6629

4311

3644

3443

5781

5350

4084

3336

1894

1403

1537

1232

1333

1557

3183

3570

3221

2816

3275

3741

2812

2592

2669

2659

12265

14977

14986

14071

11785

12280

11728

8745

8093

8016348

447

607

750

571

249

171

167

272

300

0 4000 8000 12000 16000 20000 24000 28000

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

Jaar

REPATRIERINGEN Terugdrijving GRENSLEIDINGEN I.O.M. TOTAAL

Page 132: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

132

2008 4.091 1.333 2.669 8.093 2009 3.791 1.557 2.668 8.016

Verwijderingen 2000 - 2009

0

3301

5994

7677

7913

6616

7136

7379

4918

4091

3791

5781

5350

4084

3336

1894

1403

1537

1232

1333

1557

0

3.183

3.633

3.225

2.822

3.275

3.741

2.811

2.595

2.669

2.668

0 2000 4000 6000 8000 10000 12000 14000 16000

Jaar

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

Jaar

Aantal Verwijderingen

REPATRIERINGEN* Terugdrijvingen vrijwillig vertrek

* De repatriëringen zijn inclusief de overnames, zowel Dublin als bilateraal en dit zowel over land als via de lucht. Ook in 2009 kon de tendens van de daling van het aantal verwijderingen vastgesteld worden. De bovenstaande tabel maakt duidelijk dat het aantal terugdrijvingen ten opzichte van 2008 gestegen is. Het totaal aantal vrijwillige repatriëringen is gelijk gebleven aan dat van 2008. De burgers van de landen van de Europese Unie worden enkel gerepatrieerd indien er sprake is van een misdrijf tegen de openbare orde of van zwartwerk. Top 5 repatriëringen (exclusief de overnames) per nationaliteit Totaal repatriëringen

2008 Percentage Totaal repatriëringen

2009 Percentage

1 Roemenië (546) 15% Roemenië (727) 20% 2 Brazilië (427) 12% Brazilië (407) 11% 3 Bulgarije 331) 9% Bulgarije (312) 8% 4 Polen (327) 9% Marokko (261) 7% 5 Marokko (266) 7% Albanië (141) 3%

Page 133: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

133

Top 5 van de bestemmingen van de repatriëringen (exclusief de overnames) : Top 5 bestemmingen Percentage 1 Boekarest (727) 19.63% 2 Sofia (311) 8.40% 3 Goiânia (237) 6.40% 4 Casablanca (207) 5.59% 5 Tirana (135) 3.64% Top 5 volgens nationaliteit en bestemmingen van de overnames : Nationaliteit Bestemming Type Aantal personen Percentage 1 Rusland Warschau Dublin 78 7.40% 2 Afghanistan Athene Dublin 64 6.07% 3 Kosovo Boedapest Dublin 33 3.13% 4 Kongo (RDC) Menen-Rekkem Bilateraal 26 2.47% 5 Irak Essen Bilateraal 17 1.61% II.2.2. Aandachtspunten Algerije Het gedwongen verwijderen van Algerijnen is moeilijk, aangezien escortes niet worden toegestaan voor personen die reizen met een laissez-passer. In 2009 werden bilaterale onderhandelingen voor een readmissieakkoord gestart, met het oog op de identificatie en de organisatie van een effectieve terugkeer van Algerijnse onderdanen in onregelmatig verblijf (zie ook punt 1.3.2.1. delegaties en contacten met diplomatieke en consulaire diensten). Brazilië Door het toenemend aantal repatriëringen naar Brazilië verliep het reserveren van vluchten niet altijd even vlot. Aangezien er geen rechtstreekse vluchten zijn vanuit Brussel vereist een dergelijke repatriëring immers steeds een transit in een ander Europees land. Gelet op de beperkingen met betrekking tot het aantal toegestane transits per dag en de specifieke eisen van bepaalde luchtvaartmaatschappijen, moesten er voornamelijk tijdens de vakantieperiodes verschillende vluchten opnieuw aangevraagd worden. Dit had tot gevolg dat de opsluitingstermijn in de gesloten centra in afwachting van de repatriëring soms aanzienlijk langer was. Irak en Afghanistan We merken een toename van het aantal Irakese en Afghaanse illegale migranten die via Griekenland naar België komen (met vervalste of valse documenten van andere EU-lidstaten); hun doel is niet noodzakelijk om in België te blijven, maar om door te reizen naar Groot-Brittannië, Nederland of Scandinavië. In sommige gevallen werd vastgesteld dat deze personen een asielaanvraag in Griekenland indienden. Voor deze personen werd dan een overnameverzoek gesteld. De organisatie van de terugkeer naar Griekenland is niet evident : de meeste personen weigeren te vertrekken (sommigen kiezen zelfs voor een terugkeer naar hun herkomstland). Bovendien worden regelmatig beroepen ingediend bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, die ertoe leiden dat de terugkeer naar Griekenland opgeschort wordt. In een aantal gevallen hebben we reeds kunnen vaststellen dat de personen waarvoor een dergelijk beroep wordt ingediend, niet langer in België verblijven, waardoor een terugkeer niet meer georganiseerd kan worden.

Page 134: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

134

II.3. Beveiligde vluchten De criteria voor de organisatie van beveiligde vluchten blijven in vergelijking met voorgaande jaren onveranderd. Ofwel levert de organisatie van gewone repatriëringen problemen op voor de burgerluchtvaart (bijvoorbeeld als gevolg van het grote aantal illegalen die naar één bepaalde bestemming moeten worden gerepatrieerd), ofwel is het gedrag van de te verwijderen persoon in die mate gewelddadig dat repatriëring met commerciële vluchten om veiligheidsredenen niet meer aangewezen is. In 2009 werden, met het oog op de verwijdering van illegalen, 3 beveiligde vluchten georganiseerd, met als bestemming Polen, de Republiek Congo en Griekenland. Deze verwijderingen werden met militaire vliegtuigen van het type Embraer 145 vanaf de luchthaven van Melsbroek uitgevoerd. Daarnaast heeft de DVZ deelgenomen aan 2 beveiligde vluchten die gefinancierd werden door het Europees agentschap Frontex. De eerste vlucht, die door Nederland georganiseerd werd, had Nigeria als bestemming. De tweede vlucht, die door Oostenrijk georganiseerd werd, had eveneens Nigeria als bestemming. In totaal werden 28 personen verwijderd. De speciale vluchten worden, zoals gezegd, gewoonlijk begeleid door een ambtenaar van de Dienst Vreemdelingenzaken. II.4. Samenwerking met de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) a. De Identificatiecel heeft een aantal keren een beroep gedaan op vertegenwoordigers van

de IOM om de REAB36-programma’s in de gesloten centra bij bepaalde groepen van bewoners te promoten en hen tot een vrijwillige terugkeer te stimuleren (met wisselend succes).

b. Er is ook regelmatig overleg en contact met de IOM Brussel. Er wordt samen gezocht

naar middelen om de vrijwillige terugkeer nog meer te stimuleren. In de centra wordt meer aandacht besteed aan het stimuleren van vreemdelingen om zich in te schrijven voor een REAB-terugkeer.

c. Sinds mei 2009 gaat een medewerker van de Identificatiecel wekelijks naar één van de

gesloten centra, om met de centrumbewoners te spreken die in aanmerking komen voor de REAB-programma’s, teneinde deze personen te overtuigen van de vrijwillige terugkeer gebruik te maken. De oorspronkelijke bemoedigende resultaten daalden in de tweede helft van 2009 als gevolg van de regularisatie-instructies; vele centrumbewoners hoopten op basis van deze instructies een verblijfstitel te bemachtigen.

In 2009 vertrokken 111 bewoners met steun van de IOM vanuit een gesloten centrum of vanuit een woonunit. Ter vergelijking : in 2003 87 bewoners; 2004 217 bewoners; 2005 280 bewoners; 2006 264 bewoners; 2007 227 bewoners; 2008 147 bewoners. De daling van het aantal vrijwillige vertrekkers is als trend dit jaar beperkt tot de gesloten centra. De vrijwillige terugkeer vanuit België is in 2009 constant gebleven (van 2669 naar 2659 personen – een daling met 0,35 %); de IOM-vertrekkers vanuit de gesloten centra en vanuit de woonunits vertegenwoordigen 4,17 % van alle IOM-vertrekkers. Deze daling van het aantal vrijwillige terugkeerders uit de gesloten centra kan verschillende oorzaken hebben. Een van de

36 REAB: Return Ex-Asylum Belgium: begeleide vrijwillige terugkeer, georganiseerd door de IOM (op basis van fondsen die door de federale overheid ter beschikking worden gesteld). Zie www.belgium.iom.int/avrr.

Page 135: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

135

redenen die hiervoor aangehaald kan worden, is de bij de centrumbewoners bestaande hoop dat er een algemene regularisatie zal komen. Hoewel dit op verschillende manieren werd ontkracht, bleef deze hoop bestaan. Een andere reden is dat vele centrumbewoners weigeren in te gaan op het aanbod van vrijwillige terugkeer omdat de identificatieprocedures te lang duren. II.5. Internationale samenwerking inzake verwijdering II.5.1. Het Europees agentschap Frontex Het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de Lid-Staten van de Europese Unie (Frontex), dat door de verordening van 26 oktober 2004 werd opgericht, heeft zijn rol als platform voor de uitwisseling van goede praktijken voor de gezamenlijke vluchten en voor het bekomen van de reisdocumenten verder gespeeld. Frontex speelt een belangrijke rol in het kader van de uniformering van de praktijken van de Partnerstaten (Lid-Staten en Zwitserland) op het gebied van de terugkeer. Het agentschap verzamelt alle informatie met betrekking tot de beveiligde vluchten die door de Partnerstaten georganiseerd worden en geeft de voorstellen voor gezamenlijke vluchten door aan zijn leden. Frontex centraliseert ook de aanvragen voor bijstand die worden ingediend door de Lid-Staten, met het oog op de organisatie, via gezamenlijke vluchten, van de verwijdering van weerspannige personen en/of personen die problemen veroorzaken. In het kader van zijn functie van bijstand aan de Lid-Staten op het gebied van de terugkeer heeft Frontex in 2009 negen vergaderingen georganiseerd. Drie vergaderingen, die de personen die als contactpunt voor de terugkeer aangewezen werden door de verschillende deelnemende Staten verzamelden, hebben vruchtbare uitwisselingen over de volgende onderwerpen mogelijk gemaakt : - Activiteiten van de sector « terugkeeroperatie »; - Europese readmissie-overeenkomsten, met name vanuit het standpunt van de derde

landen; - Jaarlijkse plannen 2009 voor het Europees Terugkeerfonds; - Gestandaardiseerde opleidingen die bestemd zijn voor de officieren die verantwoordelijk

zijn voor de gezamenlijke terugkeer; - Begeleide vrijwillige terugkeer; - Bijwerking van de afdeling « terugkeer » van het Iconet-netwerk; - Richtlijn « terugkeer »; - Cofinanciering van de gezamenlijke Frontex-vluchten : terugbetaalbare kosten, praktische

regelingen en algemene voorwaarden voor de toekenning; - Verdeling van de beschikbare plaatsen aan boord van een gezamenlijke vlucht. Tijdens deze vergaderingen werden verschillende workshops georganiseerd : - Veiligheid aan boord van een gezamenlijke vlucht : de doelstelling van deze workshop

heeft betrekking op de identificatie van de maatregelen die erop gericht zijn om de risico’s op het gebied van veiligheid zo klein mogelijk te maken. Het gaat in het bijzonder om de maatregelen die verbonden zijn met de verschillen in het kader van de toepassing van de dwangmaatregelen door de Lid-Staten.

- Zoeken naar een plan B, voor het geval dat een gezamenlijke beveiligde vlucht met

Page 136: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

136

technische problemen geconfronteerd wordt : acties die moeten worden ondernomen door het organiserende land en de deelnemende Lid-Staten.

Een luik van de discussies had betrekking op de herziening van de beste praktijken voor de verwijdering van de illegaal verblijvende onderdanen van derde landen die in november 2007 goedgekeurd werden. In toepassing van artikel 8.6 van de richtlijn 2008/115/EG werd een nieuw hoofdstuk « monitoring van de gedwongen terugkeer » ingevoegd. Met betrekking tot de derde landen die problemen opleveren is men overgegaan tot de analyse van de resultaten van de tweede workshop : Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Iran. Tijdens deze workshop werd gewezen op de ontoereikende medewerking van de ambassades en hun eis inzake de identiteit van de persoon die moet worden gerepatrieerd, in plaats van zijn nationaliteit. Het idee om aan de Europese Commissie een mandaat te verlenen om over een readmissieovereenkomst met Iran te onderhandelen werd eveneens geopperd. De « Core Country Group For Return Matters » heeft zes keer vergaderd. Deze groep bestaat uit Lid-Staten die ervaring hebben op het gebied van de organisatie van beveiligde vluchten : Italië, Frankrijk, Groot-Brittannië, Duitsland, Oostenrijk, Polen, Spanje, Nederland, Zwitserland en België. Deze groep wisselt informatie uit over de nationale en gezamenlijke terugkeeroperaties, de samenwerking met de ambassades, de praktijken van de derde landen, kortom alle informatie die het mogelijk maakt om meer te weten over de huidige situatie in de derde landen. Tijdens de vergaderingen analyseert de Core Country Group de rapporten die aan het einde van de uitgevoerde gezamenlijke vluchten worden opgesteld, om gemeenschappelijke procedures op punt te stellen. De Core Country Group is overgegaan tot de bijwerking van de beste praktijken voor de verwijdering van de onderdanen van derde landen. Het gaat met name om : - Het verbod om foto’s te nemen of te filmen, behalve indien het organiserende land, de

deelnemende landen, Frontex en de luchtvaartmaatschappij hun toestemming geven; - De beschikbare hoeveelheid en de verdeling van de zetels; - Het aantal begeleiders, in functie van de analyse van het risico dat de verwijderde

personen opleveren; - De aanwezigheid van een reserveploeg; - De bewaking van de verwijderde personen; - De noodzaak om een reserve van personen die moeten worden verwijderd te voorzien; - De noodzaak om in de deelnemende landen te beschikken over contactpunten die Engels

spreken en over een GSM beschikken; - De noodzaak om over medische informatie met betrekking tot de personen die moeten

worden verwijderd te beschikken, met name met betrekking tot de moeilijkheden die ze eventueel ondervinden wanneer ze zich verplaatsen;

- De informatie die moet worden meegedeeld aan de diplomatieke vertegenwoordigers van de Lid-Staat in het land van bestemming en van het derde land in de Lid-Staat;

- De mogelijkheid om de verwijderde personen vast te houden in de gesloten centra van het organiserende land;

- De organisatie van een voorafgaande missie, waarbij het Frontex-personeel betrokken is, in het land van bestemming, en dit 2 of 3 dagen vóór de gezamenlijke vlucht.

In 2009 werden 32 gezamenlijke vluchten voorgesteld aan de deelnemende Staten; 31 hebben daadwerkelijk plaatsgevonden en hebben de verwijdering van ongeveer 1400 personen mogelijk gemaakt.

Page 137: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

137

Door middel van vragenlijsten heeft Frontex ook informatie verschaft aan de deelnemende Staten : - Eervaring op het gebied van de repatriëringen naar Guinee en de contacten ter plaatse; - Bestemming van beveiligde vluchten : behoeften en projecten van de deelnemers; - Ervaring op het gebied van de Turkse onderdanen die hun nationaliteit verloren hebben; - Ervaring op het gebied van de repatriëringen naar Ghana. II.5.2. De communautaire overnameovereenkomsten Sinds het Verdrag van Amsterdam is de Europese Unie bevoegd om overname-overeenkomsten af te sluiten met derde landen. Tussen 2000 en 2008 heeft de Raad 18 mandaten gegeven aan de Commissie om in naam van de Europese Unie over overnameovereenkomsten te onderhandelen. Deze mandaten hebben op de volgende landen betrekking : Montenegro, Fyrom, Servië, Bosnië-Herzegovina, Moldavië, Marokko, Sri Lanka, Rusland, Pakistan, Hongkong, Macau, Oekraïne, Albanië, Algerije, China, Turkije, Georgië en de Kaapverdische Eilanden. Naast de reeds ondertekende overeenkomsten (Hong Kong, Macau, Sri Lanka, Albanië, Russische Federatie, Oekraïne, Montenegro, Fyrom (Macedonië), Servië, Bosnië-Herzegovina en Moldavië) werd er ook een overeenkomst ondertekend met Pakistan. II.5.3. Benelux De samenwerking in de Benelux Momenteel wordt er onderhandeld over de goedkeuring van een protocol tussen België en het Groothertogdom Luxemburg inzake de transit op hun respectieve grondgebieden. De betrekkingen met de derde landen In 2009 werd de overeenkomst met Armenië ondertekend. Met het oog op de ondertekening van een toepassingsprotocol van de Europese overnameovereenkomst werd er verder onderhandeld met de Russische Federatie, Sri Lanka en de Balkanstaten. Op 17 december 2009 werd het uitvoeringsprotocol in functie van de readmissieovereenkomst met Rusland door België ondertekend. II.5.4. Belgisch niveau In 2009 begeleidde en initieerde de Dienst Vreemdelingenzaken onderhandelingen met landen van herkomst inzake de identificatie en de terugkeer van hun onderdanen in illegaal verblijf. In die zin zijn er met betrekking tot de volgende landen initiatieven genomen : Afghanistan, Ecuador, Vietnam en Kosovo. Met succes, want in 2009 werden overeenkomsten afgesloten met Ecuador, Vietnam (beiden ondertekend in januari 2009) en Kosovo (ondertekend op 20 oktober 2009). In dit kader werden door immigratieambtenaren zendingen ondernomen naar India en Irak.

Page 138: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

138

III. De multidisciplinaire aanpak van de Dienst Vreemdelingenzaken

III.1. De samenwerking met de gemeenten III.1.1. Project van de pilootgemeenten III.1.1.1. Inleiding Dit project, dat werd opgestart in oktober 2003, loopt nog steeds, met toenemende interesse vanwege de lokale besturen. Ook in 2009 werd er vooral aandacht besteed aan het verbeteren en het optimaliseren van de werking van en de samenwerking tussen de lokale besturen (gemeente en politie) en de Dienst Vreemdelingenzaken. De lokale besturen (politie en administratie) van de volgende gemeenten hebben in 2009 actief aan het project deelgenomen : Aalst, Antwerpen, Hasselt, Mechelen, Luik, Bergen, Charleroi, Schaarbeek, Sint-Jans-Molenbeek, Evere en Sint-Joost-ten-Node. Op vraag van de burgemeester van de stad Namen werd deze stad begin 2009 actief betrokken bij het project. Het project kent dus een groeiend succes. Een vertegenwoordiger van de Gouverneur van de Provincie Vlaams-Brabant evenals van de Provincie West Vlaanderen namen aan alle vergaderingen deel. Gelet op de specificiteit van bepaalde items werden eveneens vertegenwoordigers van het Rijksregister uitgenodigd. Ook vanuit het kabinet van Minister Turtelboom was er een grote interesse en steun voor het project. III.1.1.2. Evaluatie van het project 1) Bijzondere aandachtspunten in 2009 - Toepassing van de wet van 25 april 2007 en het koninklijk besluit van 7 mei 2008 : na

enkele maanden ervaring met de toepassing van deze wetswijzigingen hebben de gemeenten vooral de nadruk gelegd op de tegenstrijdigheden, moeilijkheden in de toepassing en hiaten in deze reglementering en werd aandacht besteed aan de manier waarop hier het best kon aan tegemoetgekomen worden. Soms volstond een aanpassing in de werkmethodes van zowel DVZ als de gemeente soms werd een aanpassing van de wet of van het koninklijk besluit noodzakelijk geacht.

- Toepassing en misbruik van bestaande administratieve procedures voor onderdanen uit

derde landen : o Huwelijk en schijnhuwelijk : er wordt een verschuiving in de problematiek vastgesteld

Van misbruik van het huwelijk naar misbruik van het statuut van geregistreerd partnerschap…(schijnpartnerschap maar ook verklaring van wettelijke samenwoning door personen die niet door een affectieve band gebonden zijn en dus niet vallen onder de bepalingen van de vreemdelingenwet (notie in het burgerlijk wetboek dekt niet dezelfde finaliteit);

o Gezinshereniging : vooral veel misbruiken rond indienen van verschillende naast elkaar lopende procedures door ouders van een Belgisch kind die in illegaal verblijf zijn, (art. 40 en 9bis van de wet in samenhang met art 25/2 van het KB van 8/10/1981);

o Regularisatie en regularisatiefraude, problemen rond identificatie die voortvloeien uit hiaten in de instructies (hoe identificatie uitvoeren als er geen identiteitsdocument mag gevraagd worden (9bis) op het ogenblik van de adrescontrole ? Problemen rond

Page 139: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

139

vreemdelingen die in een naburig land verblijven en tevens een adres in een Belgische gemeente nemen. Zij dienen in deze gemeente een regularisatieaanvraag in (9bis) en keren na een positieve woonstcontrole terug naar het land,waar zij hun hoofdbelangen behouden hebben. Deze vaststelling heeft geen invloed op de behandeling van de aanvraag tot regularisatie omdat zij ontvankelijk is gelet op de positieve woonstcontrole. , Problemen rond het vermoeden dat er heel wat valse attesten van o.m. dokters, particulieren en scholen worden voorgelegd;

o Staatlozen : problemen rond erkenning en procedures; o Erkenning van Belgische kinderen door vreemdelingen in illegaal verblijf: vermoeden

van schijnerkenningen door Belgen van vreemde origine, er wordt een forse verhoging van het aantal erkenningen van Belgische kinderen vastgesteld waaraan een verblijfsaanvraag wordt gekoppeld door vreemdelingen die illegaal op het grondgebied verblijven.

- Toepassing en misbruik van bestaande administratieve procedures voor en door EU-

burgers : ○ Schijnzelfstandigen; ○ EU-burgers die zich tot het OCMW wenden nadat zij in het bezit werden gesteld van

een verblijfskaart die zij op basis van tewerkstelling verkregen hebben.

- Verwijderingen : o Verwijdering en vasthouding van gezinnen; o In gebruik name van de woonuntis; o Toegang tot de privé-woning; o Terugvordering van verblijfskosten van de garant die een bijlage 3bis ondertekend

heeft en van de werkgever die vreemdelingen zonder arbeidskaart heeft te werk gesteld;

o Vertrek van onderdanen uit derde landen : controle op vertrek door de gemeenten en procedure aan de grens mbt het intrekken van de aankomstverklaring.

- Verlies en diefstal van verblijfskaarten : problemen rond verlies in het buitenland, het

onderzoek naar de omstandigheden van verlies of diefstal en correct invullen van de bijlage 12; Dit onderwerp blijft belangrijk gelet op het hoog aantal aangiften (12.000 doorgestuurd naar DVZ in 2009).

- Handelingen van de besturen die fraude en misbruik van procedures in de hand kunnen

werken. - Valse instructies met het oog op de afgifte van verblijfsdocumenten die op de gemeenten

toekomen. - Delegatie van ondertekeningsbevoegdheid voor burgemeesters. - Elektronische verblijfskaarten en het uitwerken van algemene onderrichtingen aangezien

in oktober 2008 alle gemeenten overschakelden op de veralgemeende afgifte van elektronische verblijfskaarten.

- Harmonisatie van procedures tussen en opstellen van instructies door de diensten van het

Rijksregister en de Dienst Vreemdelingenzaken, zodat ze beter op elkaar afgestemd zijn : o Inbreng van het motief van de immigratie en het aanpassen van informatietypes van

het Vreemdelingen- en het bevolkingsregister (IT 202); o Inschrijving in en schrapping uit het wacht-, vreemdelingen- en bevolkingsregister; o Annuleringscodes voor elektronische verblijfskaarten; o Herinschrijving van gedetineerden na ambtshalve schrapping;

Page 140: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

140

o Link tussen het Rijksregister en het centrale register voor de afgifte van elektronische verblijfskaarten;

o Problemen rond inbreng van verklaarde identiteit; o Toegang tot meer informatietypes in het Rijksregister voor de lokale politie.

- Statuut van langdurig ingezetene. - Signaleren van nieuwe netwerken en nieuwe misbruiken van procedures. - Administratieve boetes: vooral vraag van gemeenten uit de grensstreek. 2) Concrete verwezenlijkingen in 2009 - Een voorstel van koninklijk besluit met ondermeer de modaliteiten voor schrapping van

EU burgers uit het wachtregister. - Een voorstel tot aanpassing van artikel 81 van de wet. - Een voorstel van koninklijk besluit tot aanpassing van de verblijfskosten zodat zowel

werkgevers, garanten en vervoerders op dezelfde manier aangesproken kunnen worden voor het betalen van verblijfskosten.

- Voorstellen tot aanpassing van de reglementering inzake gezinshereniging waarbij

rekening werd gehouden met de door de gemeenten gemelde problemen. - Voorstel van koninklijk besluit om uitwerking te geven aan de bepalingen inzake

administratieve boetes. - Verfijnen en aanpassen van de instructies en de brochure met betrekking tot het

opstellen, behandelen en doorsturen van de aangiften van verlies of diefstal van verblijfskaarten.

- Samenwerking tussen Dienst Vreemdelingenzaken en de diensten van het Rijksregister

mbt het opstellen van instructies voor : o Inbreng van de reden van immigratie in het Rijksregister; o Aanpassing van de algemene onderrichtingen inzake de elektronische

verblijfskaarten Instructies; o Eenvormige annuleringscodes voor deze kaarten en desbetreffende instructies; o Instructies m.b.t. het vermelden op de kaarten en in het Rijksregister dat het om een

“verklaarde identiteit” gaat. - Bijkomende instructies van Dienst Vreemdelingenzaken m.b.t. wederinschrijving van

gedetineerden na ambtshalve schrapping. - Afstemmen van de werking van de met grenscontrole belaste overheden op de werking

van de gemeenten inzake het signaleren van het vertrek van vreemdelingen die in het bezit zijn van een aankomstverklaring.

- Organiseren voor de lokale besturen door Dienst Vreemdelingenzaken van een

sensibiliseringscampagne inzake fraude en misbruiken van procedures in samenwerking met de federale politie.

De overige verwezenlijkingen vallen onder de algemene noemer : - Administratieve vereenvoudiging van de procedures en formulieren;

Page 141: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

141

- Het verstrekken van juridisch advies; - Het harmoniseren van procedures; - Het permanent verstrekken van informatie bij nieuwe reglementeringen; - Het voorstellen van structurele verbeteringen inzake de werking van de betrokken

diensten, enz… 3) Algemene evaluatie Ten gevolge van een aantal praktische problemen en het bepalen van prioriteiten inzake de verwijdering van uitgeprocedeerde asielzoekers kon ook in 2009 niet ten volle uitvoering gegeven worden aan de activering van de verwijderingen van de vreemdelingen die illegaal verblijven op het grondgebied van de pilootgemeenten. Als forum waar een brede waaier van onderwerpen wordt besproken en waar in een constructieve sfeer naar oplossingen wordt gezocht voor de problemen die de lokale besturen ondervinden bij de uitoefening van hun opdracht, in het kader van de toepassing van de vreemdelingenreglementering, is het project een succes te noemen. Dankzij de vrije uitwisseling van informatie tussen de betrokken besturen, het uitwisselen van ervaringen en het toelichten van de problemen waarmee alle personen bij de uitoefening van hun taken geconfronteerd worden, heeft het project ook tot een grotere toenadering tussen de Dienst Vreemdelingenzaken en de lokale besturen geleid. Alle gemeenten profiteren rechtstreeks van de resultaten van dit project omdat de verwezenlijkingen tot een administratieve vereenvoudiging van de procedures en tot het opstellen van doelgerichte brochures en instructies leiden, waarvan zij het resultaat via de website www.dofi.fgov.be/Gemcom kunnen bekomen. Aangezien zowel de vreemdelingenreglementering als de wetgeving in het algemeen vaak gewijzigd worden ten gevolge van de nationale en internationale politieke en reglementaire context, zullen procedures steeds opnieuw op elkaar moeten worden afgestemd en zal er steeds naar de best mogelijke samenwerking en vereenvoudiging van procedures moeten gestreefd worden, om zodoende de efficiëntie ervan te verzekeren. In de zoektocht naar de best mogelijke samenwerking en werking, rekening houdend met eenieders problemen, mogelijkheden en bevoegdheden, leidt dit project tot zeer concrete resultaten die een groot draagvlak hebben. III.1.2. Het Project Europa – omzendbrief 30 december 1997 III.1.2.1. Inleiding In het verleden werden er door verschillende publieke instanties misbruiken vastgesteld door vreemdelingen uit een niet-EU-staat die zich in Belgische gemeenten lieten inschrijven door bewust gebruik te maken van valse of vervalste Europese identiteitsdocumenten. Deze vreemdelingen trachtten zich in te schrijven als EU-onderdanen om navenant frauduleus de rechten te genieten die aan dit statuut zijn verbonden (vrij verkeer van personen binnen de EU, uitgebreide gezinshereniging, sociale voordelen, toegang tot de arbeidsmarkt…). Het bureau opsporingen van de dienst vreemdelingenzaken is in dit project een van de sleutelpartners en coördineert de contacten tussen de gemeentebesturen, de politiediensten en de uitvoeringsbureaus van de Dienst Vreemdelingenzaken die in deze materie betrokken zijn. Tevens verzorgt het bureau opsporingen, samen met de Centrale Dienst ter Bestrijding

Page 142: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

142

van de Valsheden van de federale politie opleidingen en informatiesessies aan andere partners, in casu de bestuurlijke overheden op lokaal vlak en de lokale politie-eenheden. Via geïntegreerde infosessies die door experten van de Dienst Vreemdelingenzaken in samenwerking met de federale politie ter plaatse worden gegeven, licht men de doelstellingen en procedures toe. III.1.2.2. Procedure en resultaten Wanneer de Centrale Dienst ter Bestrijding van de Valsheden van de Federale Politie een verslag in het kader van de omzendbrief van de lokale politie ontvangt, start deze dienst een onderzoek naar de echtheid. Wanneer na het onderzoek wordt vastgesteld dat een vals of vervalst document werd gebruikt om zich in te schrijven in een Belgische gemeente wordt een verslag naar het Bureau Opsporingen gestuurd. Nadat het Bureau Opsporingen een plaats in een gesloten centrum heeft gereserveerd neemt men contact op met de lokale politie, teneinde de betrokken vreemdeling op te sporen en te intercepteren. Aan de vaststellingen wordt er zowel een gerechtelijk als een administratief gevolg gegeven. De vreemdeling heeft immers verschillende ernstige misdrijven gepleegd, zoals valsheid in geschrifte, gebruik valse stukken, oplichting, enz…. Op administratief vlak vertoeft de vreemdeling illegaal op het grondgebied en impliceren de feiten van openbare orde een prioritaire verwijdering van het grondgebied.

Daar de echte identiteit en in het bijzonder de echte nationaliteit van de vreemdeling onzeker zijn, moet de Dienst Vreemdelingenzaken een bijzondere identificatieprocedure doorlopen teneinde de nodige reisdocumenten te bekomen van de bevoegde ambassade, zodat de betrokkene effectief van het grondgebied kan verwijderd worden. Ingevolge de doorgevoerde controle door de politiediensten naar de echtheid van een document en het feit dat de identiteitsdocumenten fysiek beter beveiligd zijn, merken de diensten een verschuiving van het gebruik van louter valse of vervalste

identiteitsdocumenten naar het gebruik van echte documenten door lookalikes of het gebruik van intellectuele valse documenten. Look-a-likes zijn personen die een authentiek document van een ander persoon gebruiken, net omdat ze visueel veel gelijkenissen vertonen met die persoon. Uiteraard heeft deze andere vreemdeling wel een gunstige verblijfssituatie in België of in een andere EU-staat en probeert de illegale vreemdeling een voordeel te putten uit deze usurpatie. Intellectuele fraude doet zich voor wanneer men op basis van een vals stuk, b.v. een vervalste geboorteakte, een authentieke identiteitstitel bekomt. Een controle van dergelijke stukken is bijzonder moeilijk daar het verkregen identiteitsdocument volledig overeenstemt met een origineel document. Enkel de manier waarop het verkregen werd, is frauduleus. In 2009 werden 151 misbruiken gerapporteerd aan het bureau Opsporingen van de Dienst Vreemdelingenzaken tov 75 gevallen in 2008.

Page 143: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

143

Verdeling per nationaliteit Portugal 72 Bulgarije 25 Frankrijk 13 Italië 13 Spanje 6 Litouwen 5 Verenigd Koninkrijk 5 Roemenië 4 Tsjechië 3 Nederland 2 Noorwegen 1 Malta 1 Polen 1

Zoals andere jaren merkt men hoofdzakelijk een misbruik in de grote agglomeraties en in het bijzonder in Brussel-Hoofdstad (50% van de gemelde misbruiken). Het aantal valse Portugese documenten is in 1 jaar verdrievoudigd en is geconcentreerd in de regio Brussel, Vlaams Brabant en Wallonië. De overgrote meerderheid van de aangeboden valse documenten zijn valse of vervalste identiteitsdocumenten van een andere Lidstaat. In vele gevallen werd het document als verloren of gestolen opgegeven. Een opfrissing van de omzendbrief van 1997 wordt voorzien, onder meer daar de contactgegevens van de ondersteunende diensten en de vreemdelingenreglementering sindsdien gewijzigd zijn. De tweede helft van 2009 organiseerde de Dienst Vreemdelingenzaken infosessies in bijna 400 gemeenten met als doel een grotere bewustwording te bekomen inzake potentiële fraudes en misbruiken van administratieve procedures. Het project Europa is een van middelen die in de strijd tegen de fraudes gebruikt wordt. III.1.3. Project “beveiliging van de gemeentebesturen” Vanaf 01/11/2008 worden in alle gemeenten elektronische vreemdelingenkaarten uitgereikt en zijn het nog enkel de attesten van immatriculatie die nog in karton zijn. De voorraad blanco kaarten van deze laatsten blijft uiteraard beperkt en wordt opgevolgd door de dienst “verblijfstitels”. Aan alle gemeenten werd gevraagd een pv op te stellen van de resterende blanco verblijfskaarten en tot hun vernietiging over te gaan. Het aantal diefstallen met braak is in 2009 tot nul herleid. Het aantal documenten dat werd gestolen in de gemeenten is eveneens gedaald. In onderstaande tabel vindt u de relevante cijfergegevens inzake vastgestelde diefstallen met braak.

Page 144: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

144

2006 2007 2008 2009

Aantal aan de gemeenten afgeleverde kartonnen verblijfsbewijzen

382.782

333.833

138.853

53.686

Aantal gemeenten waar diefstal met braak van blanco verblijfsbewijzen werd vastgesteld

4

4

0

0

Aantal verblijfsbewijzen dat in de gemeenten werd gestolen

1.100

361

36

4

In 2009 werden 2 PV’s opgesteld voor de verdwijning/diefstal van 4 verblijfstitels uit de gemeentebesturen, zonder dat er hier evenwel sprake was van braak. Sinds begin 2006 wordt er bij elke controle van de werking van een gemeente een lijst opgemaakt van de verblijfstitels die niet in de controleregisters van de afgegeven kaarten of in het Rijksregister voorkomen en niet meer terug te vinden zijn in de stock van blanco kaarten die bij de gemeente bewaard worden. Indien de bestemmeling van de kaart door de gemeente niet kan achterhaald worden en de informatie in het rijksregister dus niet kan aangevuld worden, wordt deze kaart als verdwenen gesignaleerd om misbruik en fraude te voorkomen.

Al deze meldingen worden in een bestand opgeslagen, zodat er bij navraag van een politiedienst gemakkelijk nagegaan kan worden of de aangeboden kaart al dan niet als gestolen geseind staat. (zie ook onderstaand punt III.8.) Het veralgemeend in omloop brengen van geïndividualiseerde verblijfskaarten onder electronische vorm zorgt er voor dat er nog slechts weinig blanco verblijfsdocumenten in de gemeentehuizen worden bewaard. De enige blanco documenten die bewaard worden, zijn de attesten van immatriculatie, documenten met een mindere waarde aangezien het slechts tijdelijke en voorlopige documenten zijn. Dit draagt er zeker toe bij dat het aantal diefstallen in gemeentehuizen sterk is gedaald. III.1.4. De controle van de gemeenten De gemeenten stellen handelingen in opdracht van de Dienst Vreemdelingenzaken. Deze besturen moeten dan ook gecontroleerd en ondersteund worden, zodat ze hun opdrachten zo goed mogelijk kunnen uitvoeren. a) De controle als basisopdracht

De controle behelst dan ook een dubbele opdracht : - Enerzijds het uitvoeren van een kwaliteitscontrole op de door de gemeentelijke

administraties gestelde handelingen in uitvoering van de vreemdelingenreglementering; - Anderzijds het verstrekken van praktijkgerichte informatie aan deze administraties om

hun werking te optimaliseren. Deze dubbele aanpak wordt door de gemeenten als positief ervaren. Het vaststellen van de tekortkomingen in de werking van de gemeentelijke administraties wordt op die manier immers dadelijk gecompenseerd door het verstrekken van praktijkgerichte informatie en het formuleren van aanbevelingen om de werking te verbeteren. CTL is voor de gemeenten dan ook het aanspreekpunt bij de Dienst Vreemdelingenzaken waar zij met hun problemen terecht kunnen.

Page 145: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

145

De vaststellingen met betrekking tot zowel de negatieve als de positieve punten in de werking van de gemeente worden in een eenvormig syntheseverslag verwerkt. Op die manier kunnen een aantal accurate en structurele maatregelen uitgewerkt worden om een oplossing te bieden voor de meest voorkomende fouten en problemen, o.m. door het organiseren van aangepaste vorming rond bepaalde thema’s, het aanpassen van bepaalde reglementeringen en procedures. Deze werkmethode laat ook toe om op basis van objectieve criteria een beter gefundeerde beoordeling aan een gemeente toe te kennen. In 2009 werden er door CTL talrijke vergissingen vastgesteld bij de uitreiking van elektronische kaarten en bij de invoering van code TI 202 (reden van migratie). Het gaat over nieuwe materie die niet overal goed verwerkt is door de gemeenten.

2006 2007 2008* 2009**

Aantal gecontroleerde gemeenten 224 183 157 131

* 122 Vlaamse gemeenten en 35 Waalse + Brusselse gemeenten ** 77 Vlaamse gemeenten en 54 Waalse + Brusselse gemeenten

Het doel is om elke gemeente op zijn minst een keer om de drie jaar te controleren, zodat de effectiviteit van de controle niet verloren gaat. Alhoewel het aantal controles op het Nederlandstalig grondgebied in 2009 verder is gedaald, als gevolg van een lagere bezettingsgraad van het personeel (in de loop van 2008 en 2009 hebben 4 controleurs, die niet vervangen werden, de dienst verlaten), kon deze norm gehaald worden voor de controles van de Vlaamse gemeenten, aangezien de dienst een voorsprong had opgebouwd op dit gebied. In 2009 zijn de controles in de Waalse en de tweetalige Brusselse gemeenten in vergelijking met 2008 met 50% gestegen. Omwille van het gebrek aan personeel kon de norm van een controle om de drie jaar niet gehaald worden. Het was nodig om een groot aantal fouten die verbonden waren met de overgang van de kartonnen kaarten naar de elektronische kaarten en het invoeren van de IT-code 202 (reden van de migratie) te corrigeren. Deze operatie heeft geleid tot een belangrijke werkoverlast in het kader van de behandeling van de individuele dossiers van de vreemdelingen. Ondanks de uitgevoerde wijzigingen hebben bijzondere omstandigheden en een gebrek aan personeel ertoe geleid dat deze norm niet kon worden gehaald voor de Waalse gemeenten en de Brusselse tweetalige gemeenten. In 2008 werd bijkomend personeel ter beschikking gesteld van de Dienst CTL. Deze nieuwe ambtenaren zullen in 2009, na een opleiding van enkele maanden, operationeel zijn, en alles zal in het werk gesteld worden om de norm van een controle om de drie jaar te respecteren. De daling van het aantal controles is eveneens te wijten aan de stijging van het aantal informatiemissies (zie « ad hoc missies » hierna). Na de belangrijke wijziging van de wet die op 1 juni 2008 van kracht geworden is hebben verschillende gemeenten opleidingen en bijkomende informatiesessies gevraagd. Dit heeft de dienst verhinderd om zich op de controles te concentreren. Het werk was dus meer op de toekomst en de opleiding gericht, en minder op de controle van de vroegere werking.

Page 146: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

146

b) Extra aandachtspunten 1. Een verantwoordelijke van CTL is speciaal aangeduid om de problemen die zich voordoen in de 19 Brusselse gemeenten op te volgen. Het is de bedoeling om een werkgroep op te richten om de specifieke problemen nader te bespreken en om naar een oplossing te zoeken. 2. Zoals in 2007 en 2008 werd ook in 2009 een sensibilisatiecampagne gevoerd rond alle handelingen die door de gemeenten zelf worden gesteld en die fraude, misbruiken van procedures en verblijf/vestiging van illegalen in de hand kunnen werken. 3. Ook in 2009 werd eveneens bijzondere aandacht besteed aan het aantal verblijfsdocumenten dat aan vreemdelingen werd afgegeven, zonder dat hiervan melding werd gemaakt in de controleregisters van de afgegeven kaarten of het Rijksregister, omdat het belangrijk is te weten aan wie een bepaalde kaart werd afgegeven. Dit kadert eveneens in de strijd tegen fraude en het gebruik van valse of gestolen kaarten. Een correcte registratie van de documenten zorgt er ook voor dat de burger bij een controle door de politie niet onterecht verontrust wordt voor het dragen van een “vermeende” valse verblijfskaart. 4. Ten slotte wordt nagegaan welke de impact van de controle op het gedrag van de gemeenten is en of de opmerkingen die tijdens een voorgaande controle werden gemaakt er toe geleid hebben dat de toen vastgestelde tekortkomingen verholpen werden. Door de vermelding van het resultaat in het controlerapport dat aan de burgemeester wordt gestuurd, wordt de aandacht gevestigd op de opvolging die gegeven werd aan de gemaakte opmerkingen om de werking van de gemeente te verbeteren en in overeenstemming met de wetgeving te brengen. 5. Ook dit jaar werd bij elke controle de nadruk gelegd op het belang voor de gemeenten om regelmatig te informeren naar de laatste ontwikkelingen in de vreemdelingenreglementering. Dit kan in het bijzonder door regelmatig de site te consulteren die aan de gemeenten wordt voorbehouden en door de Dienst Vreemdelingenzaken voortdurend wordt bijgewerkt, om de gemeenten bij de uitvoering van hun taken te helpen: www.dofi.fgov.be/gemcom. Deze campagnes zullen in de komende jaren een prioriteit blijven naast de controle van de afgeleverde elektronische verblijfskaarten. Uit controles blijkt : % van de in 2009

gecontroleerde Franstalige gemeenten

% van de in 2009 gecontroleerde

Nederlandstalige gemeenten

Handelingen die door de gemeenten worden gesteld en die fraude en misbruiken in de hand kunnen werken

57 % (70% in 2008)

69 % (80 % in 2008)

Opvolging door de gemeenten van de opmerkingen die door Dienst Vreemdelingenzaken tijdens de vorige controle werden gemaakt, zodat een verbetering merkbaar is.

32 % (50 % in 2008)

41 % (35 % in 2008)

Ontbrekende verblijfsdocumenten in de controleregisters en het Rijksregister

47% (2% in 2008)

22 % (6% in 2008)

Page 147: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

147

Sensibilisering rond het thema van de handelingen die fraude en misbruiken kunnen in de hand werken, heeft tot een lichte verbetering geleid ook al blijft er nog een grote inspanning te leveren. Een agent van CTL werd tijdelijk ter beschikking gesteld van een project sensibiliseringscampagne tegen fraude. Er werd voor deze campagne door CTL ook feedback en beperkte ondersteuning gegeven. Uit vergelijking met 2008 blijkt dat voor de Franstalige gemeenten de opmerkingen en instructies die tijdens een vorige controle werden geformuleerd, minder goed werden opgevolgd. Dit is te wijten aan de langere tijd die er tussen twee controles was. De controle van de registers van de afgifte van verblijfskaarten wees uit dat er meer verblijfskaarten werden afgegeven die niet werden ingeschreven. Dit is te wijten aan het feit dat er vooral gemeenten met een grotere bevolking van vreemdelingen werden gecontroleerd waardoor het risico om een afgeleverde verblijfstitel niet in te schrijven in belangrijke mate verhoogd wordt. Voor de Nederlandstalige gemeenten was er een lichte verbetering vast te stellen van de opvolging van de opmerkingen gemaakt tijdens. de vorige controle. Ook hier werd vastgesteld dat er meer verblijfsbewijzen werden afgegeven die niet werden ingeschreven in de controleregisters. c) Bijzondere Ad hoc opdrachten Naast haar controleopdracht heeft deze dienst ook de volgende bijzondere opdrachten, die allemaal hebben bijgedragen tot de verbetering van de werking van de gemeenten, uitgevoerd : - Bijzondere controle in een gemeente op vraag van een uitvoeringsdienst of op vraag van

de burgemeester van een bepaalde gemeente wanneer er herhaaldelijk zwaardere fouten werden vastgesteld of wanneer er hulp moet geboden worden bij het organiseren van de vreemdelingendienst om het hoofd te bieden aan punctuele problemen;

- Bijzonder onderzoek en medewerking aan het gerechtelijk onderzoek na vaststelling van frauduleuze handelingen die door een burgemeester in een individueel dossier werden gesteld;

- Opleiding van nieuwe personeelsleden in de gemeenten, zodat ze zo vlug mogelijk operationeel zijn;

- Onderzoeken in het kader van het gebruik van frauduleus verkregen kaarten; - Uitleg verstrekken over de aflevering van elektronische verblijfstitels. Overzicht van het aantal bijzondere opdrachten :

2006 2007 2008 2009 Aantal bijzondere opdrachten 62 33 92 77

III.1.5. Tevredenheidsonderzoek bij de gemeenten Met het oog op de verbetering van de dienstverlening aan de gemeenten en de manier waarop de controles worden uitgevoerd wordt na elke volbrachte controleopdracht een vragenlijst inzake de kwaliteit van de uitgevoerde controle, de aangeboden en de gewenste formule, de frequentie van het controlebezoek naar de gemeenten gestuurd. Van de 131 verstuurde formulieren werden er 89 ingevuld ofwel 68 % van het totaal.

Page 148: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

148

De resultaten van dit tevredenheidsonderzoek zijn ongeveer dezelfde als vorig jaar : - Bijna alle ondervraagde gemeenten wensen een regelmatige controle omdat een hogere

frequentie van deze controlebezoeken de werking van de gemeente verbetert; - Aangeboden duoformule (aspect controle + aspect ondersteuning) wordt door de

gemeenten als een meerwaarde beschouwd en wordt als formule ook het meest op prijs gesteld.

III.2. De samenwerking met de politiediensten III.2.1. Informatieaanvragen In 2009 verwerkte het Bureau Opsporingen een totaal van 22.494 informatieaanvragen tegenover 18.662 aanvragen in 2008. T.o.v. het jaar 2008 is er een stijging met meer dan 20 %. Ter vergelijking : de Dienst Vreemdelingenzaken telde 17.186 asielaanvragen in 2009. Hoewel men beide taken moeilijk kan vergelijken, toont dit wel het stijgend belang aan van deze samenwerking. De stijging is niet alleen te wijten aan het stijgende aantal verzoeken van de politiediensten en de verbeterde naamsbekendheid van het Bureau Opsporingen bij de externe partners, maar tevens het gevolg van zeer uiteenlopende initiatieven en verwezenlijkingen. Onder meer het in voege treden van het Nationaal Draaiboek Schijnhuwelijken, de studiedagen voor magistraten en politiediensten en een geïntegreerde infosessie fraudebestrijding die door experten van de Dienst Vreemdelingenzaken bij een zeer groot aantal lokale besturen werd gegeven, zijn vermeldenswaardig. De politiediensten wensen in de meeste gevallen een zo adequaat mogelijk beeld te krijgen van de identiteit van de vreemdeling en zijn verblijfssituatie te kennen. In de aard van de vragen die worden ontvangen, merkt men het stijgende belang van de strijd tegen terrorisme en extremisme. Steeds meer gespecialiseerde politiediensten contacteren immers de Dienst Vreemdelingenzaken met het oog op het bekomen van informatie. Buiten de dagelijkse ondersteunende functie van het Bureau Opsporingen van de politiediensten en de gerechtelijke autoriteiten is er eveneens een overleg met verschillende gerechtelijke arrondissementen, in het kader van de circulaire Col 02/2007 mensenhandel en mensensmokkel, alsook de samenwerking met arrondissementen m.b.t. terrorisme en radicalisme. In het eerste geval verloopt het overleg onder de auspiciën van het Openbaar Ministerie samen met de lokale politiezones en enkele gespecialiseerde politiediensten. Het tweede overleg waarvan sprake in dit hoofdstuk verloopt onder het voorzitterschap van de Directeur-Coördinator van de federale politie.

2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009

Aantal informatie-aanvragen 4567 7.230 10.043 14.454 16.460 18.662 22.494

Wanneer de gerechtelijke onderzoeken een groot aantal vreemdelingendossiers betreffen, is er een rechtstreekse samenwerking tussen de politiediensten, in opdracht van het Openbaar Ministerie of een onderzoeksrechter enerzijds, en anderzijds het Bureau Opsporingen van de Dienst Vreemdelingenzaken. In die gevallen worden de administratieve dossiers ter plaatse geraadpleegd door de onderzoekers. In 2009 kreeg het Bureau Opsporingen 133 vragen tot inzage van 433 dossiers. Bovenvermelde cijfers omvatten niet de aanvragen tot informatie of inzage van de vreemdelingendossiers door de diverse inlichtingendiensten.

Page 149: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

149

Aantal aanvragen voor foto’s Het totaal aantal aanvragen bedroeg in 2009 : 774 personen De identificatie van een vreemdeling die betrokken is bij of verdacht wordt van een misdrijf is een van de voornaamste problemen waarmee de gerechtelijke diensten te maken hebben. De Dienst Vreemdelingenzaken is uiteraard een ideale partner om in dit kader ondersteuning te bieden. In 2009 werd het bureau Opsporingen voor 755 dossiers gecontacteerd door de gerechtelijke autoriteiten, teneinde een (digitale) foto te bekomen De verzoeken bevatten eveneens aanvragen tot fotovergelijking. Andere partners zoals de inlichtingendiensten, inspectiediensten, enz. kunnen ook een vraag richten naar het bureau Opsporingen, indien de reglementering dit in hun mandaat voorziet.

top 10 nationaliteiten - aanvragen foto

73

4844 42

3531

28 28

22

66

0

10

20

30

40

50

60

70

80

Turkey Romania Belgium Morocco Russia Iraq Congo(RDC)

Jordan Albania Pakistan

Aantal informatieaanvragen (per nationaliteit (top 10) Het bureau Opsporingen van de Dienst Vreemdelingenzaken werd in 2009 voor 3.690 dossiers gecontacteerd door de externe partners. Hoofdzakelijk de gerechtelijke diensten (politie en parket) wensten informatie te ontvangen uit een vreemdelingendossier. In totaal analyseerde het bureau Opsporingen 2.997 dossier voor de gerechtelijke diensten en werd de verzoekende partner geïnformeerd over de resultaten van de opzoekingen of onderzoeken. De andere vragen komen van Buitenlandse Zaken, een inspectiedienst, GCVS, enz. Net zoals bij de schijnhuwelijken constateren we dat een groot aantal informatie-aanvragen betrekking hebben op vreemdelingen van Marokkaanse nationaliteit. In slechts 16 gevallen op 3.690 dossiers kon geen gevolg worden gegeven aan de informatieaanvraag. Meestal is dit te wijten aan het feit dat de betrokken vreemdeling niet of onvoldoende kan worden geïdentificeerd.

Page 150: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

150

290

168150 144 137

125114

105

87

77

0

50

100

150

200

250

300

Moroc

co

Turke

y

Roman

ia

Unkno

wn

Russia

Belgium

Congo

(RDC)

Iraq

Albania

Algeria

Top 10 nationaliteiten informatieaanvragen

“Unknown” zijn de aanvragen die betrekking hebben op vreemdelingen die (nog) niet gekend zijn in de databank van de Dienst Vreemdelingenzaken of aanvragen in het kader van het Project Europa, waar de vreemdeling een valse nationaliteit en of identiteit opgaf. De “Belgen” die in deze rubriek eveneens voorkomen, zijn hoofdzakelijk Belgen van vreemde origine die genaturaliseerd zijn of die als partner van een vreemdeling in eenzelfde dossier zitten. Eén van de meest voor de handliggende voorbeeld is het onderzoek naar de vreemdeling die op frauduleuze manier de Belgische nationaliteit verkreeg. In zeer complexe dossiers of uitgebreide onderzoeken stelt het bureau Opsporingen voor aan de politiediensten of de parketten om de dossiers te plaatse te komen consulteren. De onderzoekers worden tijdens de inzage van de dossiers bijgestaan door leden van het bureau Opsporingen. Proces-economisch is deze werkwijze de meest aangewezen samenwerkingsvorm, die in 2009 voor 433 dossiers werd toegepast. III.3. Samenwerking met Veiligheids- en inlichtingendiensten Het Bureau Opsporingen staat dagelijks in contact met de Veiligheid van de Staat en de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van het Ministerie van Defensie. De samenwerking in het kader van hun wettelijke opdrachten gebeurt overeenkomstig vastgelegde procedures, teneinde een volledige waarborg te garanderen van een vertrouwelijke behandeling van de informatie. Het bureau Opsporingen schikt zich bijgevolg naar de regels in de wet van 11.12.1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen en het uitvoeringsbesluit van 24.03.2000. In 2009 werd de dienst 203 keren gecontacteerd met betrekking tot 534 vreemdelingendossiers.

Page 151: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

151

III.4. Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) Op 1 december 2006 werden ingevolge de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging de taken van de Antiterroristische Gemengde Groep (AGG) overgenomen door het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD). Het OCAD werd belast met de evaluatie van de dreiging op het vlak van terrorisme en extremisme. De wet voorziet dat de ondersteunende diensten daartoe alle relevante inlichtingen moeten meedelen aan het OCAD en deskundigen moeten detacheren. Die ondersteunende diensten zijn de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de politiediensten, de FOD Financiën (Administratie der Douane en Accijnzen), de FOD Binnenlandse Zaken (Dienst Vreemdelingenzaken), de FOD Mobiliteit en Vervoer en de FOD Buitenlandse Zaken. Het OCAD staat onder het gemeenschappelijk gezag van de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken. Zowel het OCAD als de ondersteunende diensten zijn onderworpen aan de controlebevoegdheden van het Vast Comité van Toezicht op de politiediensten en van het Vast Comité van Toezicht op de Inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Dagelijks ontvangen specifiek aangeduide medewerkers van het bureau Opsporingen informatierapporten van het OCAD. In voorkomend geval verstuurt het bureau de nuttige informatie uit het administratief dossier van de betrokken vreemdeling, binnen de door de wet van 10.06.2006 gestelde termijnen, naar het OCAD, teneinde te voldoen aan de informatieplicht. Het OCAD kan zich eveneens beroepen op de medewerking van een door de Dienst Vreemdelingenzaken voltijds gedetacheerde expert. In 2009 ontving het bureau opsporingen 537 aanvragen. Als steundienst onderzoekt de Dienst Vreemdelingenzaken al de aanvragen en zendt in voorkomend geval de nuttige informatie naar het OCAD. Informatie die in het kader van de uitvoering van onze taken nuttig lijkt voor het OCAD wordt ambtshalve doorgestuurd. In het totaal verstuurde het bureau Opsporingen in 22 gevallen nuttige informatie , op vraag of ambtshalve, naar het OCAD. Deze antwoorden hadden betrekking op 34 vreemdelingendossiers. In totaal werden 120 personen gecontroleerd in de databank. III.5. De samenwerking met de parketten De samenwerking met de parketten beperkt zich niet alleen tot een systematische behandeling van de informatieaanvragen, maar vertaalt zich eveneens in een aantal informatiesessies met het Openbaar Ministerie. Deze informatiesessies vinden hoofdzakelijk in het kader van de strijd tegen de schijnhuwelijken plaats en vereisen een grote expertise, aangezien deze sessies eveneens gericht zijn op de ambtenaren van de Burgerlijke Stand, de lokale politiediensten of de gespecialiseerde recherche-eenheden, de vreemdelingendiensten en zelfs de visa-agenten van Buitenlandse Zaken. Sinds de realisatie van het nieuwe nationale draaiboek ligt het zwaartepunt bij de lokale partners en meer bepaald in de ontwikkeling van een arrondissementeel actieplan en een adequate uitwisseling van informatie. Voordien ging de aandacht naar een uniforme werkwijze. De infosessies door het bureau Opsporingen van Dienst Vreemdelingenzaken worden derhalve georganiseerd in samenwerking met andere betrokken bureaus zoals de dienst Gezinshereniging.

Page 152: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

152

III.5.1. Nationaal draaiboek Schijnhuwelijk Midden 2007 werd er in de schoot van de FOD Justitie, dienst strafrechtelijk beleid, een werkgroep “Schijnhuwelijken” opgericht. Deze werkgroep omvatte een afvaardiging van de verschillende belanghebbende partijen zoals de parketten-generaal, de arrondissementele parketten, de ambtenaren van de burgerlijke stand, de FOD Buitenlandse zaken en uiteraard de Dienst Vreemdelingenzaken van de FOD Binnenlandse Zaken. Het doel van de werkgroep was het voorleggen aan het College van Procureurs-generaal van een draaiboek schijnhuwelijken dat na akkoord van het College de basis heeft gevormd van de omzendbrief van 01 oktober 2009 met betrekking tot de aanpak van het fenomeen schijnhuwelijken, en dit zowel op burgerlijk als strafrechtelijk vlak. Het draaiboek werd als speerpunt in de strijd tegen schijnhuwelijken naar voren gebracht tijdens de toelichting op de GDISC conferentie : “familiemigratie met bijzondere focus op het misbruik van familiehereniging” (in het kader van schijnhuwelijken) van december 2008 te Wenen. De Belgische autoriteiten kunnen immers prat gaan op dit uniek werkdocument binnen de Europese Unie met betrekking tot de strijd tegen de schijnhuwelijken. Het sluit immers perfect aan bij de verschuiving van pure illegale immigratie naar pseudo-legale migratie. De omzendbrief van het College van Procureurs-Generaal herneemt duidelijk de krachtlijnen die in het draaiboek werden uitgetekend, namelijk een inventaris van de geldende normen, de rol toelichten van de betrokken partners en het belang onderstrepen van een eenvormig optreden teneinde de rechtszekerheid beter te garanderen. De volgende stap die overeenkomstig de omzendbrief moet worden gezet, gebeurt op het niveau van de arrondissementele parketten die praktische afspraken moeten maken met de lokale besturen om de doelstellingen van de omzendbrief optimaal te realiseren. III.6. De samenwerking binnen de Dienst Vreemdelingenzaken Ook in het werkjaar 2009 werd het maandelijks rondetafelgesprek ”illegale immigratie, mensensmokkel, mensenhandel“ met vertegenwoordigers uit alle relevante uitvoeringsbureaus (opgestart eind 2004) voortgezet. Elk rondetafelgesprek bestaat uit drie gedeelten : follow-up van de vorige vergadering (evolutie van de aangehaalde fenomenen en problemen), nieuwe fenomenen en tendensen geconstateerd tijdens de afgelopen maand, presentaties over specifieke onderwerpen door interne diensten, presentaties door externe diensten (gebeurlijk). Tijdens deze bijeenkomsten worden ook operationele samenwerkingsvormen afgesproken tussen interne diensten met betrekking tot bureau-overschrijdende immigratieproblemen. Deze werkmethode draagt bij tot het ontdekken van nieuwe fenomenen en tendensen in de migratiestromen en tot een multidisciplinaire aanpak van de fenomenen. Naast het uitvoeren van zendingen naar het buitenland en het geven van ondersteuning aan uitvoeringsdiensten in het kader van bepaalde probleemdossiers voert de Cel Immigratie- en Verbindingsambtenaren regelmatig analyses uit. Het gaat ondermeer over trendanalyses inzake instroom en uitstroom van migranten, landenanalyses en analyses met betrekking tot bepaalde fenomenen.

Page 153: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

153

Door de aankoop van het Mapinfo-programma is de DVZ nu in staat om de herkomst van onregelmatige migranten ook in kaart te brengen. In een verdere fase zullen ook de legale migratie en de routes die door de onregelmatige migranten gebruikt worden bestudeerd worden. Deze geografische analyses helpen om een correct profiel te verkrijgen, om gerichte maatregelen te nemen tegen illegale immigratie, en ook om prioriteiten te bepalen. In 2009 werden onder andere dergelijke analyses gemaakt voor de volgende nationaliteiten: Armenië, Brazilië, Afghanistan, Rusland, Algerije, Marokko, Pakistan, Turkije, Congo, Pakistan, Kameroen en Georgië. De data worden thans op een meer gestructureerde manier verzameld en behandeld. Er werd in 2009 ook een vaste rapportage van de structuur van de rapporten opgemaakt, en een vademecum om gegevens via Business objects-tools te trekken. III.7. De samenwerking met belanghebbenden in de strijd tegen het gebruik van valse en vervalste verblijfsdocumenten Hier zijn de belanghebbenden vooral de banken, de politiediensten en alle instellingen die met vreemdelingen in contact komen. De dienst Verblijfstitels beschikt over een bestand waarin de nummers worden opgenomen van alle in de gemeenten gestolen verblijfsbewijzen (Attest van immatriculatie – Bewijs van Inschrijving in het Vreemdelingenregister – Identiteitskaart voor vreemdelingen – Verblijfskaart voor een onderdaan van een EU-Lid-Staat) en van alle door een particulier als gestolen of verloren gemelde vreemdelingenkaarten. Deze laatste categorie werd in 2008 massaal ingebracht als gevolg van een wijziging in de wet waarbij gesteld wordt dat de aangifte verplicht dient te gebeuren bij de politie en deze laatste er toe gehouden is een kopie van het attest van verlies of diefstal aan Dienst Vreemdelingenzaken te zenden. Documenten die door de vreemdeling bij een buitenlandse politiedienst als gestolen worden gemeld, komen er om evidente redenen niet in voor,zo lang er geen nieuw document wordt aangevraagd. Aan de gemeenten werd gevraagd om de vreemdeling in dit geval eerst door te verwijzen naar de politie om zijn aangifte in België te registreren. Sedert 2008 werd er een centraal meldpunt bij de dienst Verblijfstitels opgericht. Naast de mogelijkheid voor de politiediensten om de aangiften van verlies of diefstal van een vreemdelingenkaart per briefwisseling of per fax door te zenden , kunnen ze ook per mail verzonden worden aan [email protected]. Aangezien de politiediensten wettelijk verplicht zijn om een kopie van elke aangifte aan de dienst Verblijfstitels door te zenden, beschikt Dienst Vreemdelingenzaken vanaf 2008 dan ook over een zeer volledig bestand van verloren en gestolen gemelde verblijfskaarten. In 2009 ontving deze dienst 12.004 aangiften van verlies of diefstal (bijlage 12) gemeld door particulieren. In 2008 werden slechts 7.690 meldingen doorgegeven maar toen bestond er nog geen wettelijke verplichting om deze info door te geven. Door de gemeenten werden in 2008 slechts 36 documenten als blanco gestolen doorgegeven (484 in 2007). Deze daling is het gevolg van de overschakeling naar elektronische verblijfskaarten waardoor de stock aan blanco documenten in de gemeenten beperkt wordt.

Page 154: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

154

Overzicht van de aangiften van verlies of diefstal (bijlage12) 2007 2008 2009 1.010 7.690 12.004

(5.932 kartonnen kaarten, 5.988 elektronische kaarten en 84 papieren verklaringen van inschrijving)

Dankzij dit bestand kan de dienst verblijfstitels vanaf 2008 met grote zekerheid nagaan of een aangeboden document als gestolen of verloren werd gemeld. Bij iedere aanvraag consulteerde deze dienst enerzijds zijn bestand van blanco documenten die in de gemeentehuizen gestolen werden en anderzijds het Rijksregister en het vreemdelingendossier, om na te gaan of de persoon die zich met het document aanbood wel degelijk dezelfde was als deze aan wie het document werd afgegeven. Meermaals werd vastgesteld dat dit niet het geval was. Uit deze controle bleek dat 53 maal een als blanco gestolen geseind document werd aangeboden

Het aantal consultaties zal waarschijnlijk in de toekomst afnemen ten gevolge van het in werking treden van het elektronische consultatiesysteem CHECKDOC. De consultatie van de dienst Verblijfstitels bij Dienst Vreemdelingenzaken heeft echter het voordeel dat de informatievergaring diepgaander is door het vergelijken van meerdere databanken met het vreemdelingendossier. III.8. Mensenhandel en mensensmokkel Ook in 2009 heeft de Dienst Vreemdelingenzaken verder op actieve wijze deelgenomen aan de activiteiten van de Interdepartementale Coördinatiecel Mensenhandel en Mensensmokkel en van zijn Bureau, onder meer via het mee helpen formuleren met andere partners van voorstellen en aanbevelingen inzake het beleid met betrekking tot de strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel. De belangrijkste realisaties hadden ondermeer betrekking op de verdere uitvoering en opvolging van het actieplan 2008-2011. De gerealiseerde actiepunten voor 2009 zijn : - De evaluatie van de ministeriële richtlijn van 2007 betreffende het opsporings- en

vervolgingsbeleid inzake mensenhandel, met het oog op de actualisering van een gelijksoortige vorige richtlijn uit 2004 en haar aanpassing aan de nieuwe wetgeving en reglementering;

- Het voorzien van een manier om de terugkeer van slachtoffers van mensenhandel naar hun land van oorsprong te evalueren in de jaarrapporten mensenhandel van de Belgische ambassades en consulaten in bepaalde landen van herkomst en het bepalen van andere informatie die door deze posten moet overgemaakt worden;

- De Belgische vertegenwoordiging verzekeren in het kader van de internationale debatten en projecten met betrekking tot mensenhandel.

Het Bureau van de voornoemde Interdepartementale Coördinatie Cel heeft een document met voorstellen inzake sensibilisering en preventie met betrekking tot mensenhandel ten

Page 155: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

155

behoeve van deze Cel opgesteld. In dit kader werd door de Cel in 2009 reeds vier voorstellen weerhouden : - De creatie van een informatiefolder voor migranten die in België willen komen werken. De

Belgische ambassades in het buitenland zullen deze folder bij de aanvraag van een visum voegen. Het doel is risico’s inzake economische exploitatie te beperken;

- Gelijktijdig werd er ook een informatiefolder ontworpen voor vreemdelingen die zich reeds in België bevinden en economisch geëxploiteerd worden door hun werkgever;

- Een nieuwe en aangepaste algemene meertalige informatiebrochure voor slachtoffers van mensenhandel;

- Het voorstel om een sensibiliseringscampagne binnen een specifieke beroepssector te organiseren. Deze sector werd weerhouden op basis van een onderzoek van rapporten waarin de instellingen worden vermeld die slachtoffers naar de opvangcentra sturen. Uit deze verschillende instellingen bleek het medisch milieu een belangrijke actor te zijn.

Het Bureau heeft eveneens een voorstel gelanceerd met betrekking tot de toekomstige erkenningsvoorwaarden en financiering van opvangcentra voor slachtoffers van mensenhandel. De Cel heeft het Bureau gelast om een tekstvoorstel uit te werken betreffende de erkenning en om het budgettair aspect te onderzoeken. Dit is thans in uitvoering. Het Bureau en ook elk van haar leden afzonderlijk (waaronder ook de Dienst Vreemdelingenzaken) hebben ook de Schengen Evaluatie Commissie Mensenhandel ontvangen en te woord gestaan in het kader van het opstellen van een Europees rapport inzake de Belgische aanpak van mensenhandel. Deze commissie was zeer onder de indruk van de multidisciplinaire benadering, de proactieve opstelling, de internationale samenwerking, het nationaal actieplan en de slachtofferregeling. Zij beveelt aan de andere lidstaten van de Europese Unie een soortgelijke aanpak aan. De Dienst Vreemdelingenzaken en de andere partners hebben in 2009 diverse delegaties (experten mensenhandel) uit derde landen ontvangen, teneinde het Belgisch beleid, de aanpak, en de good practices uiteen te zetten en toe te lichten. In dit kader werden er delegaties ontvangen uit Israël, Turkije, de Verenigde Staten, Oekraïne, Wit-Rusland, de nieuwe EU-lidstaten, de kandidaat EU-lidstaten.

Tenslotte heeft de Dienst Vreemdelingenzaken gedurende heel 2009 ook deel genomen aan de maandelijkse bijeenkomsten georganiseerd door de Dienst Strafrechtelijk Beleid van de FOD Justitie, met het oog op het uitwerken van een ministriële richtlijn betreffende het opsporings- en vervolgingsbeleidbeleid inzake mensensmokkel. Deze zal van toepassing zijn in de loop van 2010.

Page 156: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

156

III.9. Misbruik van administratieve procedures III.9.1. Schijnhuwelijken III.9.1.1. Algemeen De verschuiving van zuiver illegale immigratie naar pseudo-legale migratie is al jaren ontegensprekelijk merkbaar. Het misbruik van het statuut van het huwelijk is hiervan het best gekende voorbeeld. Sinds de omzetting naar Belgisch recht van de Europese richtlijn 2004/38/EG wordt men bovendien geconfronteerd met een nieuw fenomeen, sterk gelijkend op het fenomeen van de schijnhuwelijken, namelijk de frauduleuze verklaringen van duurzame samenwoonst. Deze verklaringen op grond van een duurzame relatie met een EU-onderdaan geven aan de vreemdeling uit een derde land eveneens een mogelijkheid tot het bekomen van een verblijfsrecht, net zoals bij gehuwden. De aanpak van deze nieuwe fraude veronderstelt een volledig nieuwe benadering gezien de verklaring van wettelijke samenwoning in eerste instantie een vermogensrechtelijk handeling is die geen automatische impact heeft op de verblijfsrechtelijke situatie van een vreemdeling.

Het statuut van het huwelijk misbruiken biedt veel voordelen voor de fraudeur. Het afsluiten van een huwelijk is immers een eenvoudige procedure die in beginsel zonder de tussenkomst van een advocaat kan gebeuren. De partij met een verblijfsrecht op het Belgisch grondgebied kan behoorlijk wat geld verdienen door een schijnhuwelijk aan te gaan. De strafrechtelijke geldelijke bestraffing is beperkt in verhouding tot het financieel voordeel dat in het vooruitzicht staat. Bovendien is het risico op een effectieve annulering van het huwelijk, gekoppeld aan de verwijdering van de frauderende vreemdeling, gering. De wet van 25 april 2007 tot wijziging van de vreemdelingenwet die op 1 juni 2008 in voege is getreden, creëert echter een nieuw actiemiddel voor de Belgische overheid. Tot drie jaar na het bekomen van een verblijfsrecht kan de Dienst Vreemdelingenzaken op een redelijk eenvoudige administratieve wijze een einde stellen van het verblijfsrecht wanneer men niet meer voldoet aan de door de wet gestelde voorwaarden. De eerste twee jaar volstaat het dat beide partners fysiek niet meer onder zelfde dak wonen om het verblijfsdocument in te trekken. In de loop van het derde jaar volstaat het dat het Openbaar Ministerie een negatief advies geeft inzake het huwelijk om het verblijfsrecht te beëindigen. Optreden na deze drie veronderstelt nog steeds dat een rechtscollege de nietigheid van het huwelijk uitspreekt.

Het probleem wordt door de reglementaire aanpassingen niet eenvoudiger. De diensten die bewust en systematisch wensen te strijden tegen dit fenomeen worden geconfronteerd met een complexe situatie, die politiek gevoelig ligt en worden daarboven overstelpt door het stijgende aantal gevallen of zijn geconfronteerd met nieuwe fenomenen zoals het misbruik van verklaringen van samenwoonst op grond van een duurzame relatie.

Page 157: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

157

Verschillende steden en gemeenten geven aan dat de vreemdelingen die bot vangen bij een poging tot het afsluiten van een huwelijk in vele gevallen onmiddellijk overstappen naar de procedure van de wettelijke samenwoning. Het laatste decennium hebben de betrokken partners belangrijke inspanningen geleverd om de strijd tegen de voorgenomen schijnhuwelijken op het grondgebied, optimaal te organiseren. Deze maatregelen beginnen vruchten af te werpen, die zich spijtig genoeg ook vertalen in een verschuiving van de problematiek. De bureaus Opsporingen en Gezinshereniging stellen immers vast dat koppels bij voorkeur in het buitenland gaan trouwen om een controle op het grondgebied te ontduiken. Met betrekking tot het verwijderen van de frauderende vreemdeling, -wiens voorgenomen schijnhuwelijk definitief werd geweigerd door de ambtenaar van de burgerlijke stand of waar de rechtbank het afgesloten huwelijk heeft geannuleerd-, is er tussen de verschillende betrokken bureaus bij de Dienst Vreemdelingenzaken een nauwere samenwerking en overleg teneinde een optimaal resultaat te bekomen. In dat kader is de Dienst Vreemdelingenzaken bovendien sterk afhankelijk van de inspanningen van de lokale besturen en politiezones met betrekking tot de controles op adres met het oog op de verwijdering van de illegale frauderende vreemdeling. In het kader van de strijd tegen het fenomeen schijnhuwelijken zijn er twee soorten informatieaanvragen die naar het Bureau Opsporingen worden gestuurd. Beide onderzoeken staan veelal los van elkaar en betreffen dus normaal gezien niet dezelfde personen. Enerzijds zijn er de vragen inzake de mogelijke schijnhuwelijken die in België nog moeten worden afgesloten. Dit zijn de onderzoeken voorgenomen huwelijken. Anderzijds zijn er de informatieaanvragen betreffende de mogelijke schijnhuwelijken die in het verleden al werden afgesloten en waarvan de Dienst Vreemdelingenzaken later op de hoogte wordt gebracht. Dit zijn de onderzoeken afgesloten huwelijken. In dezelfde categorie onderzoekt het bureau Opsporingen de schijnhuwelijken die in het buitenland werden afgesloten en waar er nog geen visumaanvraag is, doch waarbij de in België verblijvende partner de huwelijksakte aan de Ambtenaar Burgerlijke Stand aanbiedt ter overschrijving in de registers. In 2009 werd een totaal van 10.414 potentiële schijnhuwelijken op administratief niveau door het bureau Opsporingen van de Dienst Vreemdelingenzaken onderzocht.

2004 2005 2006 2007 2008 2009

Voorgenomen huwelijken 1.343 2.247 5.474 7.775 6.607 6.327

Afgesloten huwelijken 1.267 985 877 1.278 2.557 4.087

Totaal 2.610 3.232 6.351 9.053 9.164 10.414 Hoewel het aantal potentiële schijnhuwelijken licht blijft stijgen, merkt men bij de lokale besturen de invloed van de procedure “verklaring van wettelijke samenwoning” die dezelfde rechten kan doen ontstaan doch zonder dat er administratieve en/of gerechtelijke preventieve onderzoeken worden gevoerd zoals bij potentiële schijnhuwelijken.

Page 158: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

158

III.9.1.2. Nationaal draaiboek schijnhuwelijken Zoals in punt III.6.1. wordt aangehaald beschikken de verschillende betrokken partners in de strijd tegen het fenomeen schijnhuwelijken over een bijzonder werkdocument namelijk het nationaal draaiboek schijnhuwelijken. Het stroomlijnen van de acties en inspanningen van de verschillende diensten in deze materie zal zondermeer een impact hebben op het terrein. Frauderende vreemdelingen die via een schijnhuwelijk een verblijf op het grondgebied beogen, zullen op een identieke manier in de verschillende gemeenten en in de verschillende gerechtelijke arrondissementen worden behandeld. Huwelijksshoppen tussen de verschillende regio’s zal zo goed als nutteloos zijn. III.9.1.3. Voorgenomen huwelijken De cijfers die hieronder worden weergegeven zijn het aantal administratieve onderzoeken door het bureau Opsporingen van de Dienst Vreemdelingenzaken naar mogelijke voorgenomen schijnhuwelijken in België. Deze onderzoeken gebeuren op grond van informatieaanvragen komende van de gemeenten, politiediensten of parketten en hebben betrekking op potentiële schijnhuwelijken tussen enerzijds Belgen, EU-onderdanen of gevestigde vreemdelingen met anderzijds vreemdelingen zonder een permanent verblijfsrecht.

2004 2005 2006 2007 2008 2009

Voorgenomen huwelijken 1.343 2.247 5.474 7.775 6.607 6.327

Het Bureau Opsporingen ontvangt van verschillende steden en gemeenten vragen omtrent vreemdelingen die geen permanent verblijfsrecht hebben, maar wensen te trouwen met een Belg, een EU-onderdaan of een gevestigde vreemdeling. De vraag wordt doorgestuurd op het ogenblik dat de vreemdeling bij het gemeentebestuur ofwel informatie inwint met het oog op het afsluiten van een huwelijk, ofwel de huwelijksaangifte doet.

985 877 12782557

4087

63276607

7775

5474

2247

0

2000

4000

6000

8000

10000

2005 (3232) 2006 (6351) 2007 (9053) 2008 (9164) 2009 (10414)

Afgesloten huwelijken Voorgenomen huwelijken

Page 159: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

159

Top 5 Nationaliteiten gemelde voorgenomen

huwelijken

Marokko : 1.939 (31%) Turkije : 338 (5%) Algerije : 335 (5%) Kameroen : 211 (3%) Rusland : 208 (3%)

Top 5 Aantal onderzoeken / steden

Antwerpen : 702 Brussel-stad : 339 Charleroi : 415 Gent : 328 Schaerbeek : 318

* de percentages verwijzen naar de verhouding tot het totaal aantal onderzoeken naar voorgenomen huwelijken

0

500

1000

1500

2000

Morocco

Turkey

Algeria

Cameroon

Russia

Onderzoeken voorgenomen huwelijken

2009 per nationaliteit

Page 160: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

160

III.9.1.4. Afgesloten huwelijken In de cijfers hieronder zijn eveneens de gevallen opgenomen van de administratieve onderzoeken door het bureau Opsporingen van de Dienst Vreemdelingenzaken in het kader van de inschrijving of overschrijving van de buitenlandse huwelijksakten, voorafgaandelijk aan de visumaanvraag. De betrokken vreemdeling in het buitenland heeft bijgevolg nog geen contact gehad met een Belgische diplomatieke post teneinde een visum gezinshereniging aan te vragen. De vermelde aantallen zijn dus niet enkel de potentiële schijnhuwelijken die voor de rechtbank geannuleerd kunnen worden.

2004 2005 2006 2007 2008 2009

Afgesloten huwelijken * 1.267 985 877 1.278 2.557 4.087

* wanneer het administratief onderzoek werd ingesteld via de Dienst Vreemdelingenzaken Wanneer een huwelijk werd afgesloten tussen een niet-gevestigde vreemdeling met een Belg, een EU-onderdaan of een gevestigde vreemdeling, en indien er ernstige aanwijzingen zijn die op een potentieel schijnhuwelijk wijzen, dan licht de Dienst Vreemdelingenzaken het bevoegde parket in. Het parket evalueert of het opportuun is om een procedure voor de Rechtbank van Eerste Aanleg te starten en de nietigverklaring van het schijnhuwelijk te eisen.

Page 161: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

161

Top 5 Nationaliteiten waarvoor informatie

n.a.v.een mogelijk schijnhuwelijk werd gevraagd

Marokko : 1.841 (45%) Turkije : 491 (12%) Algerije : 174 (5%) Tunesië : 119 (3%) Pakistan : 83 (2%)

Top 5 Aantal onderzoeken per Parket

Brussel : 1.262 Antwerpen : 502 Charleroi : 487 Gent : 303 Brugge : 249

* de percentages verwijzen naar de verhouding tot het totaal aantal onderzoeken naar afgesloten huwelijken

1841

491

174119

83

0

500

1000

1500

2000

Marokko

Turkije

Algerije

Tunesië

Pakistan

afgesloten huwelijken

Page 162: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

162

Onderzoeken in het buitenland Vooreerst moet een onderscheid te worden gemaakt tussen enerzijds de aanvragen voor een visum gezinshereniging ingevolge een huwelijk in het buitenland en anderzijds de verzoeken tot de overschrijving van een huwelijksakte voorafgaandelijk aan de visumaanvraag. Het bureau Gezinshereniging-Visa is bevoegd voor de onderzoeken van de eerste categorie, het bureau Opsporingen houdt zich bezig met de informatie-uitwisseling in het kader van de tweede categorie. Een belangrijk aantal vreemdelingen verkiest in het buitenland te gaan huwen, al dan niet na een mislukte poging op het grondgebied, teneinde alle preventieve controles te vermijden. Het buitenlandse huwelijk is slechts tegenstelbaar op het grondgebied wanneer een Belgische overheid hieraan rechtsgevolgen toekent. Via de overschrijving van de buitenlandse akte in de Registers van de Burgerlijke Stand tracht het koppel druk uit te oefenen op andere administraties om eveneens het buitenlandse huwelijk te erkennen. In de gevallen waar er een onderzoek is naar de overschrijving van de akte, wordt door de Dienst Vreemdelingenzaken aan de diplomatieke post gevraagd geen visa van ambtswege af te leveren teneinde te vermijden dat de vreemdeling zich kan onttrekken aan de controle.

Bureau Opsporingen / Recherches – jan. 2010

Page 163: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

163

74% van de administratieve onderzoeken van het bureau Opsporingen had betrekking op buitenlandse huwelijken. In 1881 gevallen werd er door de gemeente informatie gevraagd alvorens een beslissing te nemen mbt de inschrijving of de overschrijving van de buitenlandse huwelijksakte. Zoals blijkt uit de grafiek weigerde de Ambtenaar Burgerlijke Stand slechts in 10% van de gevallen om over te schrijven (nominatief cijfer : 196 weigeringen) Belangrijk is het aantal gevallen, 1376 (74%) waar het uiteindelijke resultaat van de informatie-uitwisseling onbekend is. Teneinde een correcte opvolging van de dossiers te garanderen is het imperatief dat de Dienst Vreemdelingenzaken systematisch in kennis wordt gesteld van de definitieve beslissing

Afgesloten huwelijken

Buitenland

74%

België

26%

Overschrijvingen gemeente

onbekend

74%

overgeschreven

16%

geweigerd

10%

Page 164: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

164

III.9.1.5. Omzendbrief 13/09/2005 betreffende de uitwisseling van informatie tussen de ambtenaren van burgerlijke stand, in samenwerking met de DVZ, ter gelegenheid van een huwelijksaangifte waarbij een vreemdeling betrokken is Reeds snel nadat er onderzoeken werden gevoerd naar voorgenomen potentiële schijnhuwelijken werd vastgesteld dat illegale vreemdelingen het statuut van het huwelijk misbruikten, met als doel er een verblijfsrechtelijk voordeel uit te putten en met dit doel aan huwelijksshopping deden tussen de verschillende Belgische gemeenten. Deze vreemdelingen zochten steden en gemeenten uit die minder ervaren waren in het bestrijden van het fenomeen schijnhuwelijken of arrondissementen waar het parket andere prioriteiten had vooropgesteld. Om het fenomeen van de huwelijksshopping te bestrijden wordt door deze omzendbrief aan de ambtenaren van de Burgerlijke Stand de verplichting opgelegd om elk gemengd huwelijk tussen een EG-onderdaan en een illegale vreemdeling te melden aan het Bureau Opsporingen van de Dienst Vreemdelingenzaken. Het Bureau Opsporingen treedt in deze op als meldpunt voor de lokale besturen en informeert de verschillende Burgerlijke standen over mogelijk eerder ondernomen huwelijkspogingen. Het is niet uitgesloten dat deze gegevens in de toekomst in een databank worden opgenomen welke door de partners geraadpleegd kan worden.

Page 165: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

165

III.9.2. Verklaring van Wettelijke Samenwoning Op 01.06.2008 trad de wet van 25.04.2007 in werking. Hiermee zette België de Europese verblijfsrichtlijn 2004/38/EG om in Belgische wetgeving. Sindsdien komt een vreemdeling die een verklaring van wettelijke samenwoning heeft afgelegd bij de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand, -met een Belg, een EU-onderdaan of een vreemdeling met verblijfsrecht van meer dan drie maanden in België-, in aanmerking voor gezinshereniging. Vanuit verschillende hoeken sijpelen echter berichten binnen dat dit statuut meer en meer misbruikt wordt om een verblijfsrecht in België te bekomen. Bovendien blijkt dat vreemdelingen die voordien zonder succes een schijnhuwelijk trachtten af te sluiten nadien hun toevlucht zoeken tot de procedure van de wettelijke samenwoning. Men krijgt bijgevolg te maken met schijnverklaringen van wettelijke samenwoning. De huidige wetgeving voorziet echter geen specifieke regels om preventief op te treden tegen mogelijke misbruiken van dit administratief statuut. Het repressief optreden is beperkt tot een evaluatie van een potentieel rechtsmisbruik en mogelijk een intellectuele fraude. Verschillende wetgevende en reglementaire initiatieven zijn eind 2008 opgestart om tegemoet te komen aan de meldingen van de lokale besturen en zodoende middelen te geven aan de betrokken diensten teneinde, naar analogie met de schijnhuwelijken, adequate maatregelen te kunnen nemen om dit nieuwe fenomeen te bestrijden. III.9.3. Bijzondere administratieve onderzoeken in 2009 Fraude medische attesten Het jaar 2009 is gekenmerkt door een aantal bijzondere onderzoeken die hebben plaatsgevonden. Vooreerst is er de vaststelling van het fenomeen van de valse doktersattesten. Deze frauduleuze medische attesten worden door een zeer beperkt aantal artsen, psychiaters, tandartsen en psychologen ter kwader trouw aan vreemdelingen in illegaal of precair verblijf verkocht. De vreemdeling tracht via deze documenten een regularisatie om medische redenen te bekomen, wenst via het attest aan te tonen dat hij zich sinds een bepaalde datum op het grondgebied bevindt, of het attest wordt gebruikt om een effectieve verwijdering van het grondgebied te verhinderen. Met de regularisatiecampagne van 2009 tekende dit fenomeen zich steeds meer af.

Opmerkelijk was het feit dat sommige vreemdelingen uit West-Vlaanderen, attesten voorlegden,van een huisarts gehuisvest in Limburg of dat er consultaties werden genoteerd terwijl duidelijk kon worden aangetoond dat de betrokken vreemdeling zich niet op het grondgebied bevond. De controlearts verbonden aan de Dienst Vreemdelingenzaken deed nog meer verontrustende vaststellingen namelijk dat medicatie werd voorgeschreven voor onbestaande aandoeningen, die voor de betrokkene levensgevaarlijk kon zijn. Uiteraard gebeurde dit om aan te tonen dat de vreemdeling wel degelijk een medisch probleem had zodat hij in België diende te blijven.

Page 166: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

166

De medische sectie van de dienst Regularisatie merkte onregelmatigheden op bij sommige voorgelegde medische attesten en in samenwerking met het bureau Opsporingen werd een actieplan opgezet. In eerste instantie was het de bedoeling om de potentiële misbruiken te identificeren. In een latere fase evalueert een controlearts de diagnose die door de arts werd gesteld. Voor verschillende artsen werd het Openbaar Ministerie ingelicht wat resulteerde in diverse opsporingsonderzoeken of gerechtelijke onderzoeken. Bij een aantal artsen hebben er in 2009 huiszoekingen plaatsgevonden en bekenden zij de feiten na verhoor. In totaal werden een 1000-tal dossiers geïdentificeerd waar er een potentiële fraude werd gepleegd. Een ander fenomeen dat werd vastgesteld in de medische regularisatie is de medische migratie. Personen met een aandoening zoals nierinsufficiëntie, diabetici, ed. reizen illegaal of op onregelmatige wijze naar België om hier te genieten van gratis medische hulp als asielzoeker of trachten om medische redenen geregulariseerd te worden. Ook hier spelen een aantal malafide artsen een kwalijke rol. Misbruik van het visum Kort Verblijf door sportlui In samenwerking met verschillende federale politiediensten werd er actie gevoerd tegen het fenomeen van, het misbruik van het visum Kort Verblijf door sporters. Vooral in de voetbalsport merkt men dergelijk misbruik vast. Speler worden door malafide scouts of buitenlandse sportscholen geronseld om trainingen en testmatchen in België te gaan spelen. Als ze echter niet voldoen, blijken verschillende van deze sportievelingen niet teruggekeerd te zijn doch blijken deze plots te spelen voor andere clubs, vindt men de personen terug in de illegale tewerkstelling of proberen ze via een statuutwijziging hun verblijf op het grondgebied te bestendigen. Niet zelden zijn deze jonge sporters slachtoffer van heel deze situatie en worden ze uitgebuit. Samen met de federale politie en in het bijzonder de Centrale Cel Mensenhandel van de federale politie werd er een actieplan uitgewerkt. Op administratief vlak kon de Dienst Vreemdelingenzaken de controle op de visa verscherpen door aan Buitenlandse Zaken te vragen dat alle visumaanvragen vanuit een bepaalde regio voor bepaalde categorieën van personen of reismotieven steeds voor te leggen aan de Dienst Vreemdelingenzaken en geen ambtshalve visa af te leveren. Tevens werden verschillende gerechtelijke onderzoeken opgestart. Erkenning van buitenlandse kinderen Een opmerkelijk nieuw fenomeen is de schijnerkenning van buitenlandse kinderen. Er werd vastgesteld dat illegale vreemdelingen hun kinderen laten erkennen door een Belgische onderdaan, meestal van vreemde origine, teneinde als ouder van een Belgisch kind verblijfsrecht en sociale steun te bekomen. Bijzonder aan dit misbruik is het feit dat de erkenner zelfs niet de natuurlijke vader is en in beginsel geen enkele link had met het kind. Dit alles doet vermoeden dat een dergelijke erkenning tegen een of andere vorm van betaling gebeurt. In een extreem geval erkende een Belg van Congolese origine 17 kinderen bij 17 verschillende vrouwen. Na onderzoek bleek hij maar 1 kind in zijn belastingen als ten laste

Page 167: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

167

te hebben opgegeven. Tevens strookten zijn beweringen niet met de feiten. Officieel verdiende hij 1400 euro doch verklaarde hij voor ieder kind elke maand 100 euro te betalen. Uit internationale contacten blijkt dit niet een louter Belgisch fenomeen te zijn en kampen andere Lidstaten zoals Frankrijk met een soortgelijk probleem. III.10. Openbaarheid van bestuur De Dienst Openbaarheid van bestuur moet de betrokkenen of hun raadgever in staat stellen om, rekening houdend met de wet betreffende de openbaarheid van bestuur van 11/04/1994, hun dossier te raadplegen. De vraag om toegang tot het dossier te bekomen moet schriftelijk worden ingediend en moet gemotiveerd zijn. Bij weigering krijgt de betrokkene of diens advocaat een gemotiveerde brief toegestuurd waarin tevens de beroepsmogelijkheden worden vermeld. De weigeringen zijn hoofdzakelijk wegens onduidelijke of te vage aanvragen. Indien de aanvraag voor een raadpleging aanvaard wordt, nodigt de Dienst Vreemdelingenzaken de betrokkene (of zijn raadgever) uit . Daar zal hij, in aanwezigheid van een ambtenaar van de dienst, het dossier ter plaatse kunnen raadplegen. Mits betaling kunnen de verzoekers bepaalde documenten kopiëren. Een raadplegingsregister wordt bijgehouden. De dienst is eveneens bevoegd om de originele officiële documenten die zich in hun dossier bevinden (bijvoorbeeld de geboorteakten) aan de betrokkenen te overhandigen. Deze dienst stelt een ontvangstbewijs op en bewaart een kopie van het document in het dossier. Aanvragen tot inzage van het dossier weigeringen inzage 2009 941 40

Page 168: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

168

HOOFDSTUK VII

DE ASIELBEVOEGDHEID VAN DE DVZ

Page 169: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

169

I. Belangrijkste aanpassingen aan de asielprocedure voor de Directie Asiel bij de DVZ door de wetswijziging van 15 september 2006 I.1. Inleiding De wijziging is van toepassing sedert 1 juni 2007. De belangrijkste wijziging voor de directie asiel betreft de schrapping van de ontvankelijkheidsprocedure. De asieldienst van de Dienst Vreemdelingenzaken blijft evenwel bevoegd voor de inontvangstname van de asielaanvraag, het inschrijven van de asielzoeker in het wachtregister, het nemen van vingerafdrukken, het onderzoek naar het land dat bevoegd is om de asielaanvraag te behandelen (Dublin–onderzoek) en de herhaalde asielaanvragen. De directie asiel is uiteraard ook bevoegd voor het verblijf van de asielzoekers tijdens de procedure en voor de opvolging aan het einde van de procedure. Door het wegvallen van de ontvankelijkheidsprocedure is het gehoor ingekort. De Dienst Vreemdelingenzaken neemt een verklaring af met betrekking tot de identiteit, herkomst en reisweg van de asielzoeker. Er wordt bijgevolg niet meer gevraagd naar de motieven waarom de asielaanvraag werd ingediend. Bij een herhaalde asielaanvraag zal er gevraagd worden of er nieuwe elementen ter staving van de nieuwe aanvraag zijn. Bovendien verstrekt de Dienst Vreemdelingenzaken aan betrokkene een door het CGVS opgestelde vragenlijst waarin hij uitgenodigd wordt om de redenen uiteen te zetten waarom hij asiel aanvraagt en om de mogelijkheden tot terugkeer naar het land waaruit hij gevlucht is te verduidelijken. In principe dient deze vragenlijst door de asielzoeker zelf ingevuld te worden. Indien hij dit wil, wordt de vragenlijst echter door een ambtenaar van de Dienst Vreemdelingenzaken ingevuld, samen met de betrokkene, eventueel bijgestaan door een tolk. Indien België bevoegd is voor de behandeling van de asielprocedure en er bij een herhaalde asielaanvraag nieuwe gegevens zijn, wordt het dossier overgemaakt aan het CGVS voor beslissing. In afwachting wordt betrokkene in het bezit gesteld van een attest van immatriculatie. Indien het CGVS de asielaanvraag afwijst, wordt de betrokkene onmiddellijk in het bezit gesteld van een bijlage 13 quinquies (bevel om het grondgebied te verlaten), niettegenstaande het feit dat er nog beroep mogelijk is bij de RVV. Wanneer er bij deze laatste instantie een beroep wordt ingediend, zal de asielzoeker in het bezit worden gesteld van een bijlage 35 (bijzonder verblijfsdocument), om de maand verlengbaar. Zo de aanvraag definitief wordt geweigerd wordt de bijlage 35 terug ingetrokken en wordt op de reeds afgeleverde bijlage 13 quinquies een laatste termijn gegeven om het land te verlaten. I.2. Vasthoudingen Het aantal situaties waarbij de Minister of de Staatssecretaris bevoegd voor het migratie- en asielbeleid of de Dienst Vreemdelingenzaken een asielzoeker kan opsluiten is fors gestegen. Het nieuwe art. 47/6, 1bis, gecombineerd met art. 52/3§ 2 vermeldt 15 nieuwe gevallen waarin asielzoekers op het moment van de indiening van hun asielaanvraag een bevel om het grondgebied te verlaten ontvangen en kunnen worden opgesloten. Vrij revolutionair hieraan is dat het gaat om mensen die een asielaanvraag hebben ingediend en die onmiddellijk worden vastgehouden vooraleer ze een negatieve beslissing hebben gekregen van het CGVS.

Page 170: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

170

Ook nieuw is de mogelijkheid, voorzien in artikel 51/5 §1 van de wet, om asielzoekers onder bepaalde voorwaarden vast te houden tijdens het onderzoek tot vaststelling van de Staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van het asielverzoek, dus nog voor er een akkoord is tot terug- of overname. Ten slotte kan, in toepassing van art. 74/6 §1, de vreemdeling aan wie de vluchtelingenstatus of de subsidiaire beschermingsstatus geweigerd werd door de CGVS krachtens artikel 52 in een welbepaalde plaats vastgehouden worden, in afwachting van de verwijdering van het grondgebied, indien de beslissing bedoeld in artikel 52 uitvoerbaar wordt. I.3. Het injunctierecht tegenover de CGVS De Minister of de Staatssecretaris bevoegd voor het migratie- en asielbeleid kan de asielprocedure nog enigszins sturen, weliswaar niet inhoudelijk, maar wel met betrekking tot de prioriteit van de behandeling. De wet bepaalt dat overeenkomstig art. 52/2 § 2,3° de minister de CGVS kan verzoeken om een dossier prioritair te behandelen en een beslissing in maximum 15 dagen te nemen. I.4. Intrekking van de status van vluchteling of subsidiaire bescherming Naast het injunctierecht heeft de Minister of de Staatssecretaris bevoegd voor het migratie- en asielbeleid ook nog het recht om de intrekking van de eerder toegekende status te laten onderzoeken. Het nieuwe artikel 49 § 2 eerste lid stipuleert dat tijdens de eerste 10 jaar van verblijf, vanaf de datum van indiening van de asielaanvraag, de minister of zijn gemachtigde ten allen tijde kan vragen de vluchtelingenstatus in te trekken, indien de erkenning werd toegekend op grond van feiten die de betrokkene verkeerd heeft weergegeven of achtergehouden, of van valse verklaringen, of van valse of vervalste documenten, die doorslaggevend zijn geweest voor de erkenning. De CGVS moet dan binnen 60 dagen een beslissing nemen. Voor de subsidiaire bescherming mag de minister of zijn gemachtigde, in toepassing van artikel 49/2 §4, gedurende het verblijf van beperkte duur aan de CGVS vragen om de subsidiaire bescherming in te trekken of op te heffen, in toepassing van artikel 57/6, eerste lid, 4° of 6°, en tijdens de eerste 10 jaar overeenkomstig artikel 57/6, eerste lid, 7°. I.5. Besluit In essentie blijft het onderzoek van de asielaanvragen ongewijzigd. Elk dossier wordt individueel en minutieus onderzocht. Niettegenstaande de centrale rol van het CGVS werd versterkt, blijft de DVZ zeker nog een belangrijke rol in de procedure spelen. Het succes van de nieuwe asielprocedure hangt af van vele factoren en van alle instanties die erbij betrokken zijn. Het heeft geen zin dat sommige instanties snel en efficiënt werken, indien andere instanties op hun niveau niet in staat zijn om de dossiers snel weg te werken. De Directie Asiel binnen de Dienst Vreemdelingenzaken zal naar best vermogen zijn missie hierin trachten te volbrengen.

Page 171: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

171

II. Hervestiging of resettlement Geconfronteerd met de oorlogsituatie in Irak en de immense vluchtelingenstroom naar de buurlanden heeft de Europese Raad de lidstaten opgeroepen nieuwe hervestigingsprojecten op te starten. De Belgische regering heeft deze oproep gevolgd. Op 13 februari 2009 heeft de Ministerraad groen licht gegeven voor een pilootproject ter hervestiging van vluchtelingen uit Irak. Hervestiging is enkel mogelijk voor mensen die gevlucht zijn uit hun land van oorsprong, maar die onderweg gestrand zijn in een eerste opvangland. Aangezien ze in dat land omwille van humanitaire of andere redenen niet kunnen rekenen op voldoende bescherming, worden zij dan door het UNHCR voorgedragen voor hervestiging naar een ander land dat bereid is hen permanent op te vangen. Het VN Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen heeft op vraag van België een eerste selectie gemaakt en een aantal Iraakse dossiers overgemaakt aan het CGVS. Het CGVS is daarna ter plaatse gegaan om de vluchtelingen te interviewen. Vervolgens is een definitieve selectie gemaakt. Nadat het selectieproces werd afgerond zorgde de DVZ in samenwerking met de FOD Buitenlandse Zaken ( de ambassades in Amman en Damascus) voor de nodige reis- en identiteitsdocumenten ivm de overkomst van deze mensen naar ons land. Voor de praktische organisatie van de reis werd samengewerkt met het IOM. De kosten van de selectiemissie en de door IOM georganiseerde reis worden intergraal gefinancierd met fondsen bekomen in het kader van een project, de Temporary Desk on Iraq. Op 2 september kwam een eerste groep van vluchtelingen in België aan. Het gaat om 10 personen (3 vrouwen en 7 kinderen) die toekwamen uit Amman , Jordanië en 26 personen (16 vrouwen en 10 kinderen) vanuit Damascus, Syrië. Vervolgens is een tweede groep Palestijnse vluchtelingen op 23 september aangekomen. Het gaat om 11 personen (2 koppels met telkens 2 kinderen en een alleenstaande moeder met 2 kinderen) die afkomstig zijn uit het kamp al-Tanf, gelegen op de grens tussen Syrië en Irak. Ze werden bij aankomst opgewacht door een kleine delegatie medewerkers van het CGVS en Fedasil die hen de nodige inlichtingen verschaften over de verdere procedures. Aangezien de hervestigde vluchtelingen recht hadden op materiële hulp werden ze overgebracht naar een open opvangcentrum voor asielzoekers (Sint-Truiden en Pondrôme). Niettegenstaande de beslissing tot hervestiging reeds was genomen, kan binnen het huidige wettelijke kader pas het vluchtelingenstatuut uitgereikt worden na een formele asielaanvraag bij de DVZ. De vluchtelingen hebben zich hiervoor op 3 en 25 september bij de directie asiel aangeboden. De nodige administratieve formaliteiten werden vervuld en ondertussen werden de dossiers reeds overgemaakt aan het CGVS voor de toekenning van het vluchtelingenstatuut. Nadat zij erkend werden als vluchteling werden de betrokkenen in het bezit gesteld van een definitieve verblijfstitel. De betrokkenen werden aanvankelijk opgevangen in Sint-Truiden en Pondrôme. Ze krijgen de mogelijkheid om opleidingen te volgen. Het eerste verblijf in een opvangcentrum was een voorbereiding op een overplaatsing naar een zelfstandige woongelegenheid en op hun integratie in de Belgische samenleving. Na de overplaatsing naar een privé-woning worden de hervestigde vluchtelingen individueel opgevolgd gedurende 18 maanden door Fedasil in samenwerking met verschillende partnerorganisaties (Vluchtelingenwerk Vlaanderen, Caritas

Page 172: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

172

Internationaal, de Sociale Dienst van Socialistische Solidariteit en CAW De Terp Protestants Sociaal Centrum Vluchtelingenwerk), die de verdere begeleiding op zich nemen. Deze opvolging zal uitmonden in een evaluatie van de ondernomen acties tijdens dit pilootproject, en in een reeks aanbevelingen voor de voortzetting van een dergelijk programma in de toekomst. Omdat elke familie of persoon in een bepaalde gemeente gaat wonen, is ook telkens het plaatselijke OCMW bevoegd. Het is uiteraard de bedoeling dat de vluchtelingen uiteindelijk zelfredzaam zullen zijn en een eigen inkomen zullen verwerven uit bij voorkeur arbeid. III. Overzicht van de verschillende cellen van de Directie Asiel III.1. Cel Registratie en Administratie III.1.1. Bevoegdheden De workflow van de tweetalige cel Registratie en Administratie van de Directie Asiel is onder te verdelen in twee grote activiteiten, namelijk de inschrijving van de nieuwe asielzoekers en de opvolging van de dossiers tijdens en na de asielprocedure. De inschrijving van nieuwe asielzoekers. Dit bestaat uit : het opnemen van de identiteitsgegevens van de asielzoeker, foto nemen, opzoekingen doen in het Rijksregister om te weten of iemand al gekend is bij de DVZ, de aanmaak van een nationaal nummer in het wachtregister (= de collecte) en de opmaak van de bijlage 26. Opvolging van de dossiers tijdens en na de asielprocedure : - Instructies geven aan de gemeenten voor het afleveren van documenten aan de

asielzoekers : bijlage 13 quinquies + bijlage 35 na de beslissing van het CGVS maar nog in schorsend beroep bij de RVV, enkel een bijlage 13 quinquies na de definitieve beslissing van de RVV;

- Collecte in het wachtregister van in België geboren kinderen van (ex)-asielzoekers; - Het doorvoeren van wijzigingen van identiteitsgegevens, geboortedata, burgerlijke stand,

… in het wachtregister, in geval van vergissingen bij de inschrijving door DVZ, of na het voorleggen van bepaalde documenten;

- Opmaken en opsturen van duplicaten van door de DVZ aangemaakte verblijfsdocumenten, in geval van verlies of diefstal;

- FOD Volksgezondheid verwittigen na betekening van het bevel; - Instructies geven aan de gemeenten voor het afleveren van een BIVR na de toekenning

van de subsidiaire beschermingsstatus door CGVS of RVV; - Onderzoeken van de aanvragen tot verlenging van tijdelijke BIVR’s die werden afgeleverd

in het kader van de subsidiaire bescherming; - Opmaken van reizigerslijsten voor schoolreizen binnen de Europese Unie van kinderen

die niet de Belgische nationaliteit hebben; - Beantwoorden van telefoons, mails en faxen komende van de gemeentebesturen,

OCMW’s, advocaten, asielzoekers zelf, …. met de wijziging van de asielprocedure op 01/06/2007 maakt dit een zeer groot deel uit van het takenpakket, omdat er veel onduidelijkheid bestaat.

Page 173: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

173

III.1.2. Cijfergegevens voor het jaar 2009 Aantal asielaanvragen in 2009 per maand in WTC II Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Totaal 1.247 1.033 1.125 1.152 1.076 1.209 1.309 1.317 1.492 1.779 1.803 1.949 16.491 Belangrijkste nationaliteiten Afghanistan Rusland Kosovo Irak Guinea Armenië Iran Congo DR Servië Syrië

1.659 1.605 1.539 1.386 1.099 1.052 732 670 514 347

Aantal meervoudige aanvragen in 2009 per maand Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Totaal

316 319 357 379 346 389 423 377 300 425 351 279 4.261 Belangrijkste nationaliteiten Afghanistan Iran Irak Rusland Kosovo China Slovakije Guinea Servië Syrië

733 508 421 396 230 171 168 113 113 87 Het aantal asielaanvragen in het WTC II steeg met 4.877 of + 41,99 %. Belangrijkste stijgers : Kosovo + 1.061, Afghanistan + 780, Armenië + 591, Guinea + 438,

Irak + 316, Iran + 118, Congo + 91 en Syrië + 66. Belangrijkste dalers : Servië – 58, Kameroen – 65 en Rusland – 15. Het aantal meervoudige aanvragen steeg met 930 of + 27,92 %. III.2. Cel Interviews en Beslissingen III.2.1. Bevoegdheden De belangrijkste bevoegdheden van de cel Interviews en Beslissingen zijn : - Het afnemen van het gehoor DVZ; - Eventueel helpen invullen van de vragenlijst CGVS; - Het nemen van beslissingen betreffende de meervoudige asielaanvragen; - Vasthoudingen van asielzoekers; - Dossiers overmaken aan het CGVS voor beslissing; - Procedure niet-begeleide minderjarigen. III.2.2. Cijfergegevens voor het jaar 2009 Aantal uitgevoerde interviews in 2009 per maand Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Totaal 965 1.070 1.106 992 1.040 1.178 1.057 1.206 1.076 1.485 1.324 1.632 14.131

Page 174: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

174

Aantal getroffen beslissingen in 2009 per maand

Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Totaal C.G.V.S. 662 817 817 713 738 823 665 792 843 1.088 909 1.110 9.977 13quater 180 168 178 177 223 219 205 232 126 251 144 118 2.221 Zonder voorwerp

97 68 100 60 58 73 69 41 133 149 163 124 1.135

Totaal 939 1.053 1.095 950 1.019 1.115 939 1.065 1.102 1.488 1.216 1.352 13.333 Vasthoudingen

Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Totaal 13quater 2 6 2 4 5 8 7 4 1 2 4 2 47

39 bis 0 4 2 2 0 2 1 0 0 2 0 0 13 39 ter 23 21 25 34 28 30 26 27 53 47 41 42 397 Totaal 25 31 29 40 33 40 34 31 54 51 45 44 457

Het aantal uitgevoerde interviews in 2009 steeg met 3001. Het aantal overgemaakte dossiers aan het CGVS steeg met 1.789. Het aantal 13 quater steeg met 591. Het aantal opsluitingen met een 13 quater verminderde met 30. Het aantal opsluitingen met een 39 bis verminderde met 2. Het aantal opsluitingen met een 39 ter verminderde met 58. III.3. Cel Dublin III.3.1. Bevoegdheden De cel Dublin houdt zich voornamelijk bezig met de toepassing van het Dublin-reglement : - Behandeling van overname- of terugnameverzoeken gesteld door andere Dublin-lidstaten; - Overname- en terugnameverzoeken richten aan andere Dublin-lidstaten; - Vasthoudingen – transfers; - Opmaken bijlagen 26 quater; - Opmaken laissez-passer; - Statistieken bijhouden voor Eurostat. III.3.2. Cijfergegevens voor het jaar 2009 - Overname/terugnameverzoek “Dublin” aan België (Incoming requests) : 1.350; - Overname/terugnameverzoek “Dublin” aanvaard door België : 759; - Overname/terugnameverzoek “Dublin” geweigerd door België : 272; - Overname/terugnameverzoek “Dublin” in afwachting van een beslissing door België : 319; - Overname/terugnameverzoek “Dublin” aan een andere Staat (Outgoing requests) :

2.681; - Overname/terugnameverzoek “Dublin” aanvaard door een andere Staat : 1.442; - Overname/terugnameverzoek “Dublin” geweigerd door een andere Staat : 306; - Overname/terugnameverzoek “Dublin” in afwachting van een beslissing door een andere

Staat : 933. Het aantal overname/terugnameverzoeken gericht aan België steeg met 102.

Page 175: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

175

Het aantal overname/terugnameverzoeken door België aan een andere Staat steeg met 1.116. Aantal getroffen bijlagen 26 quater in 2009 per maand Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Totaal

106 59 126 75 75 98 49 62 105 105 119 185 1.164 Vasthoudingen

Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Totaal 26quater 41 38 77 58 72 83 37 41 76 61 72 131 787

Het aantal getroffen bijlagen 26 quater steeg met 271. Het aantal Dublin-vasthoudingen steeg met 128. III.4. Cel Gesloten centra III.4.1. Bevoegdheden De Cel Zaventem behandelt de asielaanvragen ingediend aan de grens, in de gesloten centra en in de gevangenissen. Ze houdt zich bezig met de volledige procedure bij de DVZ : inschrijving, verhoren, dossiers overmaken aan het CGVS, meervoudige aanvragen, overname/terugnameverzoek “Dublin”, niet-begeleide minderjarigen. Vanaf 1 oktober 2009 worden de asielaanvragen aan de grens behandeld door de grensinspectiedienst. III.4.2. Cijfergegevens voor het jaar 2009 Aantal aanvragen aan de grens Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Totaal

33 15 30 29 34 22 26 22 21 35 37 45 349 Aantal aanvragen in de gesloten centra Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Totaal

32 21 30 31 34 17 24 28 24 38 27 31 337 Beslissingen

Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Totaal Grens 35 20 16 30 24 30 29 21 16 17 35 48 321 Centra 18 24 28 30 26 26 22 25 19 30 31 24 303 Totaal 53 44 44 60 50 56 51 46 35 47 66 72 624 Het aantal aanvragen aan de grens verminderde met 14. Het aantal aanvragen in de gesloten centra steeg met 62.

Page 176: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

176

III.5. Cel Printrak III.5.1. Bevoegdheden

De Dienst Printrak werd opgericht in 1993 en had als doel het vermijden van meervoudige asielaanvragen door het afnemen en vergelijken van vingerafdrukken. Geleidelijk aan werd het takenpakket uitgebreid en werden eveneens vingerafdrukken voor politiediensten, in het kader van identificatie, genomen. Ook de Centra voor illegalen bleken al gauw een belangrijke leverancier van vingerafdrukken. In januari 2003 werd Eurodac opgestart. Deze Europese databank voor vingerafdrukken van asielzoekers dient als technisch hulpmiddel bij het uitvoeren van de Dublin–akkoorden. De Dienst Printrak is het enige Belgische toegangspunt tot deze databank. In 2007 werden de eerste stappen gezet om een bijkomende databank aan het vingerafdruksysteem toe te voegen, namelijk de databank “Illegalen”. Deze databank wordt in gebruik genomen op 1 januari 2008.

III.5.2. Cijfergegevens voor het jaar 2009 Aantal gemaakte sets vingerafdrukken voor asielzoekers : 17.796 Aantal sets vingerafdrukken, nagezien voor identificatie : 15.198 Aantal hits Eurodac : 3.547 (20,6 % van de asielaanvragen) III.6. Cel Veiligheid De Cel Veiligheid houdt toezicht aan de ingang en in de wachtzaal. Zij zorgt ervoor dat de veiligheid binnen de Directie Asiel verzekerd wordt. Ze helpt bovendien tijdens het binnenlaten van de asielzoekers ’s morgens en ’s middags, controleren de bagage en fouilleren. Ze houdt ook toezicht tijdens de betekening van documenten aan de asielzoekers en tijdens de vasthoudingen.

Page 177: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

177

HOOFDSTUK VIII

VREEMDELINGENRECHT : GESCHILLEN

Page 178: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

178

I. Geschillen I.1. Inleiding Het Bureau Geschillen werd in de loop van het jaar 2007 ondergebracht bij de Directie Opvolging en Ondersteuning. Het Bureau is verantwoordelijk voor de opvolging en de coördinatie van de gerechtelijke procedures en het verstrekken van juridische adviezen, met het oog op een bevestiging, door de juridische instanties, van de administratieve beslissingen die bij die instanties worden aangevochten. Het Bureau verzekert de opvolging bij de Raad van State en de burgerlijke gerechtshoven en rechtbanken en behandelt de verzoeken tot invrijheidstelling. Het Bureau is ook bevoegd voor de eventuele beroepen in cassatie. Wanneer bepaalde wetsbepalingen het voorwerp uitmaken van een beroep of een prejudiciële vraag bij het Grondwettelijk hof wordt het dossier eveneens door deze cel behandeld. In het kader van artikel 74 van de wet van 15/12/1980 is het Bureau Geschillen bevoegd om een verzoekschrift op te stellen waarin de Minister aan de Raadkamer vraagt om de wettigheid van de verlenging van de vrijheidsberoving te bevestigen. Wat de procedures van de Raad van State betreft, kan het dossier tijdens zittingen zowel door een advocaat als door een ambtenaar van de dienst verdedigd worden. In het algemeen worden de verzoeken tot schorsing en nietigverklaring echter aan een advocaat toevertrouwd. Bij schorsingsprocedures die bij uiterst dringende noodzakelijkheid bij de Raad van State worden ingediend neemt een ambtenaar van de Dienst Vreemdelingenzaken soms de verdediging van het dossier op zich. Voor procedures voor de rechtbanken wordt steeds een advocaat aangeduid. Tijdens de procedures voor de Raadkamer en de Kamer van Inbeschuldigingstelling wordt de Dienst Vreemdelingenzaken niet vertegenwoordigd, maar het Openbaar Ministerie neemt de verdediging van de betwiste beslissing op zich. Sinds 1 november 2007 zijn de ambtenaren ook volledig verantwoordelijk voor de verdediging van bepaalde beslissingen (met inbegrip van het opstellen van procedureakten, de verschijning, …) voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (gecreëerd door de wet van 15 september 2006). I.2. Taken De eerste taak van het Bureau is het opvolgen en coördineren van de gerechtelijke procedures. Het Bureau bestudeert het dossier in kwestie, verleent de nodige juridische steun en geeft het noodzakelijke commentaar aan de advocaat en, in voorkomend geval, de Procureur door. Indien dat nodig is, levert het Bureau een bijdrage tot de opstelling van de conclusies en de verzoekschriften. Wat de procedures voor de Raadkamer en de Kamer van Inbeschuldigingstelling betreft, stelt het Bureau Geschillen een verslag op voor het Openbaar Ministerie, waarin een antwoord wordt gegeven op de door de advocaat ingeroepen middelen. In dit kader zorgt het Bureau er ook voor dat de gekopieerde en originele dossiers en alle processtukken binnen de vereiste termijnen aan alle betrokken partijen worden overgemaakt. Een tweede taak van het Bureau bestaat uit het verlenen van steun aan de diensten, zodat de toepassing van de jurisprudentie goed gemotiveerd is en de juiste beslissingen worden genomen. Het Bureau moet er ook over waken dat de beschikkingen en arresten voor de

Page 179: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

179

diensten op een eenvoudigere manier worden geformuleerd, om zo een goede uitvoering te waarborgen. Een derde belangrijke taak van het Bureau Geschillen bestaat uit het verstrekken van adviezen. Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen interne en externe adviezen. Het Bureau Geschillen geeft dus de noodzakelijke interne feedback aan de uitvoeringsbureaus en de hiërarchie, zodat de juridische problemen kunnen worden gedetecteerd en er een oplossing voor deze problemen kan worden gevonden. Het Bureau Geschillen wordt ook vaak geconfronteerd met externe vragen, met name van magistraten, van OCMW’s, van gemeentebesturen, van arbeidsauditeurs, van advocaten en andere directies. In dit geval speelt het Bureau een informatieve rol. Een vierde taak bestaat uit het verzamelen en het analyseren van de noodzakelijke jurisprudentie, om de evoluties en de oriëntaties eruit te halen. Door zich van deze verschillende taken te kwijten, probeert het Bureau Geschillen te verzekeren dat de juridische procedures goed functioneren en erover te waken dat de beslissingen van de Dienst Vreemdelingenzaken in overeenstemming met de geldende wetgeving worden genomen. I.3. Statistieken van het Bureau Geschillen betreffende het jaar 2009 Franstalig

bureau Nederlandstalig

bureau Opschortingsprocedures bij de Raad van State * * Procedures tot nietigverklaring bij de Raad van State * * Uiterst dringende procedures/Europese Unie * * Totaal Raad van State * * Verzoeken tot invrijheidstelling bij de Raadkamer 980 504 Procedures in kort geding en ten gronde 84 27 Procedures tot nietigverklaring bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen Opschortingsprocedures en procedures tot nietigverklaring bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen Uiterst dringende procedures bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen Dossiers verdedigd door DVZ

1.899

2.276

226

1.141 (ofwel 25,93 %)

1.953

1.117

357

409 (ofwel 11,94 %)

Totaal aantal onderzochte procedures 5.465 3.958 * Gegevens niet beschikbaar

Page 180: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

180

HOOFDSTUK IX

INTERNATIONALE RELATIES

Page 181: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

181

I. Bureau Internationale Betrekkingen I.1. Bevoegdheden en kader Het Bureau Internationale Betrekkingen is belast met de vertegenwoordiging van de Dienst Vreemdelingenzaken bij multilaterale internationale vergaderingen die plaatsvinden in het kader van de BENELUX, de Raad van de Europese Unie, de Europese Commissie, de Raad van Europa,.... In samenwerking met het Studiebureau en de betrokken uitvoeringsbureaus worden de voorstellen onderzocht die op deze internationale fora worden ingediend. Er worden Belgische standpunten gecoördineerd met de hiërarchie en de betrokken externe diensten en deze standpunten worden op de internationale fora verdedigd. De internationale dossiers worden verder opgevolgd, de Minister wordt bijgestaan met technisch en juridisch advies. De bureaus worden op de hoogte gehouden van de evolutie van de dossiers en de genomen beslissingen. Het Bureau Internationale Betrekkingen verleent ook bijstand wanneer bindende beslissingen in werking treden. Het leeuwendeel van het werk van het Bureau Internationale Betrekkingen speelt zich af in de Raad van de Europese Unie. De ambtenaren van het Bureau Internationale Betrekkingen nemen, meestal met de steun van experts van de betrokken uitvoeringsbureaus, deel aan thematische werkgroepvergaderingen (grenzen, visa, verwijderingen, enz.) van de JBZ-peiler, waar voorstellen voor nieuwe Europese regelgeving op een technisch niveau worden geanalyseerd en waar over deze voorstellen wordt onderhandeld. Om de meer strategisch/politieke knopen in deze dossiers door te hakken werd het SCIFA, het Strategic Committee on Immigration, Frontiers and Asylum, een comité dat de thematische werkgroepen overkoepelt en aanstuurt, in het leven geroepen. Ook in dit comité wordt de Dienst Vreemdelingenzaken vertegenwoordigd door het Bureau Internationale Betrekkingen. De kwesties die niet op SCIFA-niveau kunnen worden beslecht stromen door naar het nog hogere niveau van de ambassadeurs (Coreper). Elke tekst moet uiteindelijk worden goedgekeurd door de Raad van Ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken van de Europese Unie. Deze goedkeuring gebeurt enkel formeel (zonder discussie) indien op Coreper-niveau al een akkoord werd bereikt. Het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie werd tijdens het eerste halfjaar van 2009 waargenomen door Tsjechië en tijdens de tweede helft door Zweden. In 2010 begint een triovoorzitterschap met achtereenvolgens Spanje (eerste helft van 2010), België (tweede helft van 2010) en Hongarije (eerste helft 2011). In 2009 werd reeds begonnen met de voorbereidingen van dit toekomstig Belgisch voorzitterschap, en dit zowel op inhoudelijk als op logisitiek vlak. Zo werd in ieder uitvoeringsbureau een SPOC (single point of contact) aangesteld, waarop het bureau Internationale Betrekkingen naargelang de noodwendigheden een bijkomend beroep kan doen. Vanaf 2010 zal het beleid in de JBZ-materie bovendien bepaald worden door een nieuw vijfjarenprogramma, nl. het Programma van Stockholm. Dit is de opvolger van de Programma’s van Tampere (2000-2004) en Den Haag (2005-2009). Dit Stockholm-programma, dat opgesteld werd tijdens het Zweedse Voorzitterschap, wordt algemeen beschouwd als een weinig ambiteus programma, dat vooral voortbouwt op reeds bestaande verwezenlijkingen. 2009 stond voorts in het teken van de goedkeuring van het Verdrag van Lissabon. Na ratificaties door Ierland, Polen en Tsjechië, kon dit verdrag in werking treden op 1 december 2009. Van belang voor DVZ is dat de beslissingsprocedure gewijzigd is: waar pre-Lissabon

Page 182: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

182

beslissingen vaak nog goedgekeurd dienden te worden met unanimiteit binnen de Raad en zonder beslissingsbevoegdheid van het Europees Parlement (bv. voor legale migratie), gebeurt dit sinds Lissabon volgens de standaardprocedure van gekwalificeerde meerderheid, met medebeslissing door het Europees Parlement. Dit houdt in dat lidstaten hun feitelijk vetrorecht in bepaalde dossiers verliezen, maar anderzijds zal voortaan wel steeds rekening gehouden moeten worden met het Europees Parlement. Vermeldenswaard is ook dat de EU meer bevoegdheid heeft gekregen inzake asiel: de Unie kan hierover voortaan een gemeenschappelijk beleid ontwikkelen en hoeft zich niet meer te beperken tot loutere minimumnormen. I.2. Werkingsgebieden I.2.1. Grenzen

Samen met de Grensinspectiedienst en de Federale Politie neemt het Bureau Internationale Betrekkingen actief deel aan de vergaderingen van de werkgroep Grenzen in de Raad van de Europese Unie en aan vergaderingen bij de Europese Commissie over dit onderwerp. Deze groep houdt zich bezig met de nieuwe voorstellen, de praktische punten, de casestudies, en alle vragen die kunnen worden gesteld, om een geharmoniseerde tenuitvoerlegging van het grensbeleid door de Lid-Staten mogelijk te maken. De groep “Grenzen” volgt eveneens de activiteiten van het Frontex-agentschap. Deze samenwerking tussen de drie bureaus maakt het mogelijk om ervoor te zorgen dat onze standpunten werkelijk coherent zijn, maar ook om te komen tot een grotere coherentie tussen de wettelijke of administratieve voorschriften en de praktische uitvoering aan de grens. Dit biedt de DVZ ook de mogelijkheid om een globaal zicht te hebben op de aanpak door de andere partners.

De dossiers van 2009 :

• Project « Entry/Exit System »(EES). In haar mededelingen « Verbeteren van de interoperabiliteit en de synergie van de Europese gegevensbanken op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken » van 24 november 2005 en « Beleidsprioriteiten bij de bestrijding van illegale immigratie van onderdanen van derde landen » van19 juli 2006 voorzag de Commissie met name de creatie van een systeem voor de registratie van de binnenkomst en het vertrek (Entry/Exit System of EES). Om de haalbaarheid van een dergelijk systeem te bestuderen, een beeld te geven en vergelijkbare gegevens met betrekking tot de stroom van de verschillende categorieën van reizigers die de EU binnenkomen en verlaten, op een gegeven moment en volgens de soorten grenzen, te verstrekken, heeft de groep « Grenzen » besloten om een oefening betreffende het verzamelen van gegevens te houden. Deze oefening werd van 31.08.2009 tot 06.08.2009 gehouden. Het doel was de massa informatie die op een gegeven moment door een dergelijk systeem zou moeten worden behandeld in te kunnen schatten, maar ook

Page 183: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

183

om de Commissie te helpen bij haar voorbereidend werk voor de uitwerking van een voorstel tegen het jaar 2010. In het kader van het beheer van dit dossier werd België niet met problemen geconfronteerd.

• ICAO – PKD (Public Key Directory) Het invoeren van elektronische paspoorten wereldwijd laat nieuwe en grondigere controles toe van de echtheid van reisdocumenten aan de grens. Om deze controles naar behoren uit te voeren moet men kunnen beschikken over bepaalde sleutels van het land van afgifte. Tot op heden gebeurt de uitwisseling hiervan voornamelijk bilateraal, maar deze werkwijze wordt in toenemende mate moeilijker naarmate meer en meer landen een elektronisch paspoort invoeren. Om hierop een antwoord te bieden denkt de Werkgroep Grenzen na over een toetreding tot een Public Key Directory zoals de ICAO/PKD, waarin de benodigde sleutels via een centraal punt uitgewisseld worden. Een meerderheid van de lidstaten lijkt gewonnen voor het idee, maar de aanzienlijke kost van het systeem en onduidelijkheid over de uitbreidbaarheid naar de toekomst staan een unaniem standpunt voorlopig in de weg. In 2010 zal dit dossier verder opgenomen worden. I.2.2. Visa Samen met vertegenwoordigers van de Directie Visa van Buitenlandse Zaken en de Directie Visa van Dienst Vreemdelingenzaken heeft het Bureau Internationale Betrekkingen deelgenomen aan de activiteiten van de werkgroep visa van de Raad van de Europese Unie en de Benelux. Bij de Europese Unie hebben de activiteiten in verband met het uitwerken en versterken van een gemeenschappelijk beleid inzake visa en de integratie van het Schengenacquis zich verder ontwikkeld. Het koninginnenstuk in dit verband is de goedkeuring van de visumcode op 13 juli 2009 (verordening 810/2009, gepubliceerd op 15 september 2009). Deze visumcode vervangt de verschillende communautaire rechtsintrumenten over visa voor kort verblijf of transit, zoals de Gemeenschappelijke Visuminstructies, door één enkele verordening. De visacode voert ook verschillende nieuwigheden in, waarvan in het bijzonder de volgende het vermelden waard zijn : - Afschaffing van het B-visum en het D+C-visum; - Meer duidelijkheid over de bevoegde lidstaat ingeval van een reis naar meerdere

Schengenlanden; - In geval van vertegenwoordiging kan de vreemdeling steeds bij de vertegenwoordigende

lidstaat zijn (positieve of negatieve) beslissing verkrijgen. In geval van voorgenomen weigering moet de vertegenwoordiger ofwel de aanvraag zelf doorsturen naar de bevoegde lidstaat, ofwel zelf de beslissing tot weigering te nemen. Voor de vreemdeling geldt een zogenaamd “one-stop”-principe;

- De intentie om het land te verlaten binnen drie maanden wordt expliciet vermeld als criterium om een visum te verkrijgen;

- De aanvraag dient binnen de 15 dagen afgehandeld te worden, in bepaalde gevallen kan deze termijn echter verlengd worden tot 30 of maximaal 60 dagen;

- Ingeval een andere lidstaat wenst geraadpleegd te worden voorafgaand aan een visumafgifte, dient deze lidstaat binnen de zeven dagen te antwoorden;

- Er wordt een Europese verplichting ingevoerd om negatieve beslissingen te motiveren;

Page 184: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

184

- Collectieve visa worden afgeschaft. Er wordt een afzonderlijk visum per persoon afgeleverd.

Deze code treedt in werking op 5 april 2010, met uitzondering van de vermelde nieuwigheid inzake motivering die pas een jaar later van kracht wordt. In het nieuw opgericht visumcomité werd in de tweede helft van 2009 gewerkt aan een visumhandboek, dat aanwijzingen betreffende de praktische toepassing van de visacode bevat. Het comité heeft dit handboek goedgekeurd op 15 december 2009, zodat er nog voldoende tijd is voor de vorming van het consulair personeel tegen de inwerkingtreding van de code. Om tegemoet te komen aan de vermelde afschaffing van het D+C-visum is momenteel een voorstel aanhangig om aan het D-visum ook de mogelijkheid te verbinden om te verblijven in de andere Schengenlanden dan het land van afgifte. Aangezien dit zowel een luik kort verblijf als een luik lang verblijf heeft, ging het voor de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon om twee verschillende voorstellen met twee verschillende beslissingsprocedures. Sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 kon dit omgezet worden in een enkel voorstel, met gekwalificeerde meerderheid en medebeslissing van het Europees Parlement. Er werd in de loop van 2009 verregaande consensus tussen de Raad en het Europees Parlement bereikt over de basisprincipes van het voorstel, nl. inhoudelijke gelijkstelling van D-visa met verblijfsvergunningen en verplichting om voor de D-visa het model van de uniforme visumsticker te gebruiken. De bedoeling is om tegen 5 april 2010 de verordening klaar te hebben. Voor het probleem inzake afwezigheid van biometrische beveiliging zal later een oplossing gezocht worden, voor de C-visa en de verblijfsvergunningen is de geplande biometrie immers ook nog niet operationeel. Een juridische basis voor biometrie voor de C-visa is er ondertussen echter wel. Op 23 april 2009 werd de Verordening 390/2009 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de gemeenschappelijke visuminstructies aan de diplomatieke en consulaire beroepsposten in verband met de invoering van biometrische identificatiemiddelen, met inbegrip van bepalingen over de organisatie van de inontvangstneming en de behandeling van visumaanvragen goedgekeurd. De publicatie in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen volgde op 28 mei 2009. Dit instrument verschaft de rechtsgrond voor de verplichte afname van biometrische kenmerken van visumaanvragers voorgeschreven door de VIS-code (verordening 767/2008) en voor de organisatie van de consulaten met het oog op de toepassing ervan. Er werd een compromis gevonden voor de samenwerking met een externe dienstverlener en de minimumleeftijd voor de afname van biometrische kenmerken werd bepaald op 12 jaar. Om te vermijden dat elk consulaat van elke lidstaat apparatuur moet installeren om biometrische kenmerken af te nemen, worden oa. gemeenschappelijke visumkantoren (“Common Application Center” - CAC) mogelijk. België heeft hierin een pioniersrol gespeeld, door de oprichting van een dergelijk CAC in Kinshasa, dat het “Schengenhuis” gedoopt werd en begin 2010 zijn deuren zal openen. De bepalingen van deze verordening werden inmiddels hernomen door de visacode. Hoewel juridisch nu alles in orde is voor het gebruik van het VIS voor de C-visa, is in 2009 gebleken dat de inwerkingtreding in de praktijk enige vertraging zal oplopen. In de hypothese dat de inwerkingtreding kan plaatsvinden op 1 januari 2011, is de verdere kalender als volgt :

- 1.1.2011 : Begin van de werkzaamheden in de Consulaten in Noord-Afrika en het Nabije

Oosten. Geleidelijke uitbreiding naar de rest van de wereld. - 1.1.2011 : Begin van de controles aan de buitengrenzen

- 1.1.2011 tot 1.1.2012 : overgangsperiode : de controle zal gebeuren op basis van het nummer van de visumsticker (de controle van de biometrische kenmerken is niet verplicht)

Page 185: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

185

- 1.1.2012 : via de comitologieprocedure kan men beslissen om toch al gecombineerde controles (biometrie en visumsticker) uitvoeren in de luchthavens.

- 1.1.2014 : verplichte controle van de biometrische kenmerken en de visumsticker aan alle grenscontroleposten.

- 1.1.2014 tot 1.1.2017 : uitzonderingsregime kan ingeroepen worden. Gedurende 3 jaar, mag men, in uitzonderlijke omstandigheden – gebaseerd op een risicoanalyse en voor een bepaalde duur – willekeurige in plaats van systematische controles uitvoeren van de biometrische gegevens. De controle van de visumsticker is steeds verplicht.

Nog inzake biometrie werd bij verordening 444/2009 van 28 mei 2009 de verordening 2252/2004 betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in de door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten gewijzigd. De belangrijkste doelstelling van deze verordening is het voorzien van uitzonderingen voor de afname van vingerafdrukken. Kinderen jonger dan 12 jaar en personen bij wie het nemen van vingerafdrukken (tijdelijk) fysiek niet mogelijk is, worden vrijgesteld. Daarnaast wordt het “één persoon – één paspoort”-principe ingevoerd, als een bijkomende veiligheidsmaatregel om de bescherming van kinderen te verhogen. Het paspoort en de biometrische kenmerken worden aldus enkel gelinkt met de houder van het paspoort. Voorts werd visumvrijstelling toegekend aan onderdanen van Servië, Montenegro, en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Dit is gebeurd via verordening 1244/2009 van 30 november 2009 (gepubliceerd op 18 december 2009) tot wijziging van verordening 539/2001. Deze visumvrijstelling ging in vanaf 19 december en geldt enkel voor houders van biometrische paspoorten. Houders van een Servisch paspoort dat is afgegeven door het Servisch coördinatiedirectoraat zijn uitgesloten. Voor Bosnië-Herzegovina en Albanië werd een gemeenschappelijke verklaring van de Raad en het Europees Parlement uitgevaardigd, waarin die landen aangemoedigd worden de vooropgestelde doelstellingen voor visumvrijstelling te vervullen, opdat deze twee landen ook zo snel mogelijk van vrijstelling kunnen genieten. De daartoe vereiste wijziging van verordening 539/2001 zal vermoedelijk in de loop van 2010 plaatsvinden. Rusland, Oekraïne en Moldavië, evenals de vijf genoemde westelijke Balkanlanden, genieten sinds een aantal jaren van een visumversoepelingsovereenkomst. Op 15 oktober 2009 verscheen het evaluatierapport van de Commissie over de implementatie van de overeenkomsten. In november 2009 werd vervolgens een akkoord bereikt omtrent een visumversoepelingsovereenkomst met Georgië. In het kader van de gemengde comités, die waken over de uitvoering van deze overeenkomsten, werden voorts praktische richtlijnen richtlijnen uitgevaardigd inzake de akkoorden met Rusland (op 12.3.09), Oekraïne (op 25.11.09) en Moldavië (op 16.12.09). De akkoorden met deze drie landen staan momenteel ter discussie en vermoedelijk zal de Raad in 2010 aan de Commissie het mandaat verlenen om deze akkoorden te heronderhandelen. Eventuele nieuwe akkoorden worden verwacht voor Kaapverdië (waarvoor de Commissie al een mandaat heeft), Armenië, Azerbeidzjan en Wit-Rusland (waarvoor vermoedelijk in 2010 een mandaat verleend zal worden). Deze onderhandelingen worden steeds gelijktijdig gevoerd met deze over een readmissie-overeenkomst. I.2.3. Toelating – Legale migratie In overeenstemming met haar actieprogramma inzake de legale immigratie, dat in december 2005 aangenomen werd, heeft de Europese Commissie in 2007 twee nieuwe voorstellen van richtlijn, waarvan het onderzoek bij de werkgroep “Migratie-toelating” van de Raad begonnen is, voorgesteld. Het eerste voorstel heeft betrekking op de voorwaarden voor de binnenkomst en het verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een “hooggekwalificeerde” betrekking en is gericht op het invoeren van een Europese blauwe

Page 186: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

186

kaart. Het tweede voorstel heeft betrekking op de creatie van een gecombineerde werkvergunning/verblijfsvergunning voor de migrerende werknemers. Perspectieven 2010 : voor maart 2009 worden voorstellen van richtlijn inzake de seizoenarbeiders en de transferts binnen de ondernemingen verwacht. Het voorstel van richtlijn inzake de gecombineerde vergunning zou eveneens terug op de tafel van de Raad moeten belanden. Voorstel voor een richtlijn van de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan Dit voorstel van richtlijn werd in het tweede semester van 2007 ingediend. De tekst werd tijdens een voltallige zitting van het Europees Parlement op 19.11.2008 goedgekeurd en op 25.05.2009 formeel goedgekeurd door de Raad. Het voorstel is gericht op het versterken van de capaciteit van de Europese Unie om de onderdanen van derde landen aan te trekken voor hooggekwalificeerd werk. Het gaat niet enkel om het versterken van de competitiviteit in het kader van de strategie van Lissabon, maar ook om het beperken van de braindrain. De doelstellingen zijn : - Het vergemakkelijken van de toelating van deze onderdanen, door de voorwaarden voor

de binnenkomst en het verblijf in de Europese Unie te harmoniseren; - Het vereenvoudigen van de toelatingsprocedures; - Het verbeteren van de juridische status van de personen die reeds aanwezig zijn op het

grondgebied van de Lid-Staten. Eén van de belangrijkste bijdragen van dit voorstel van richtlijn is het vastleggen van een gemeenschappelijke procedure en gemeenschappelijke toegangscriteria. Om dit statuut te bekomen zal de betrokkene over de volgende zaken moeten beschikken: een arbeidsovereenkomst of een bindende werkaanbieding; een geldig reisdocument; het bewijs dat hij over een ziektekostenverzekering beschikt; bewijzen dat hij voldoet aan de voorwaarden voor de uitoefening van een gereglementeerd beroep; een vastgelegde salarisdrempel respecteren en geen bedreiging voor de openbare orde vormen. Alhoewel de Lid-Staat quota mag invoeren of een onderzoek van de arbeidsmarkt mag voorzien en dit voorstel van richtlijn geen “recht op toelating” creëert, kent het voorstel bepaalde voordelen toe aan de houders van de “Blue Card”. De voorwaarden voor de gezinshereniging of het bekomen van de status van langdurig ingezeten onderdaan zullen voordeliger zijn voor de begunstigden. De tekst voorziet ook een zekere mobiliteit binnen de EU voor de houder, na een verblijf van 18 maande in een eerste Lid-Staat. Na een verblijf van 2 jaar in de Lid-Staat zal de houder van dezelfde voorwaarden voor de toelating tot hooggekwalificeerd werk kunnen genieten als een staatsburger. Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van derde landen om op het grondgebied van een Lid-Staat te verblijven en te werken en betreffende een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers uit derde landen die legaal in een Lid-Staat verblijven Dit voorstel van richtlijn werd in het tweede semester van 2007 ingediend. Aangemoedigd door het succes inzake de “Blue Card” heeft het Franse voorzitterschap het werk versneld. In 2008 zijn de besprekingen naar een hogere versnelling overgeschakeld en de resultaten werden voor finalisatie doorgegeven aan het Tsjechisch voorzitterschap (1ste semester 2009). Omdat het onmogelijk is om een compromis te bereiken is dit dossier sindsdien

Page 187: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

187

geblokkeerd bij het Coreper. Sommige landen willen de richtlijn ruim interpreteren, met een uitbreiding van de voorziene rechten tot alle buitenlandse werknemers, terwijl andere delegaties willen dat de bepalingen van de tekst beperkt worden tot de houders van de gecombineerde vergunning. Dit dossier heeft als gevolg van het standpunt van de juridische dienst van de Raad, die van mening is dat de wettelijke basis van dit voorstel een ruimere interpretatie niet mogelijk maakt, des te meer een vaste vorm aangenomen. Deze interpretatie wordt natuurlijk weerlegd door de Commissie. Perspectieven 2010 : na de goedkeuring van het Verdrag van Lissabon zou het dossier op het einde van het eerste semester van 2010 opnieuw op de onderhandelingstafel moeten belanden. Het staat nog niet vast welke versie van de tekst door de Commissie zal worden ingediend. Dit voorstel is op twee doelstellingen gericht : 1. Het ontwikkelen van één enkele aanvraagprocedure, met het oog op de afgifte van een

gecombineerde vergunning om in een Lid-Staat te verblijven en te werken; 2. Het uitwerken van een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers uit derde

landen die legaal in een Lid-Staat verblijven. Het huidige voorstel is van toepassing op de onderdanen van derde landen die willen worden toegelaten tot het grondgebied van een Lid-Staat om er te verblijven en te werken, en op de onderdanen van derde landen die reeds op het grondgebied van een Lid-Staat verblijven en het recht bekomen hebben om er te werken. Het voorstel definieert : - Een gecombineerde verblijfs- en werkvergunning, overeenkomstig de verordening (EG)

nr. 1030/2002; - Eén enkele procedure voor het bekomen van deze vergunning (één enkel loket); - De rechten die verbonden zijn aan deze vergunning; - Een geheel van rechten voor alle werknemers uit derde landen die reeds toegelaten zijn

tot het grondgebied van een Lid-Staat, er wettelijk verblijven en gemachtigd zijn om er te werken, maar die niet van het regime van langdurig ingezetene genieten.

Elke Staat duidt een bevoegde overheid aan die belast is met het ontvangen van de aanvragen en het afgeven van de gecombineerde vergunning. Deze overheid behandelt elke aanvraag en neemt een gemotiveerde beslissing en betrekt daar, indien dat nodig is, andere overheden bij, op basis van de voorwaarden die door het nationaal recht bepaald worden. De aangeduide bevoegde overheid betekent de beslissing schriftelijk aan de aanvrager. Indien de aanvraag geweigerd wordt of indien de vergunning niet vernieuwd wordt, kan de aanvrager een beroep indienen bij de rechtbanken. I.2.4. Verwijdering Op het gebied van de verwijdering heeft het Bureau Internationale Betrekkingen, samen met de Directie Verwijdering, verder deelgenomen aan de werkzaamheden in het kader van de Benelux (Bijzondere Commissie Personenverkeer) en de Raad van de Europese Unie (Werkgroep Migratie-Verwijdering). I.2.4.1. Overname Benelux Als gevolg van zijn bevoegdheid, die door het Verdrag van 1960 werd vastgelegd, heeft de Benelux een lange traditie op het gebied van onderhandelingen over de overname. Sindsdien heeft de Benelux al verscheidene gezamenlijke overeenkomsten afgesloten. Deze

Page 188: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

188

activiteit neemt echter af, ten gunste van de overeenkomsten die afgesloten worden op het niveau van de Europese Unie, die steeds belangrijker wordt op dit gebied. In 2009 werd een Benelux-overeenkomst met Armenië ondertekend. Een ontwerpovereenkomst met Kosovo werd voorbereid en de onderhandelingen met Frankrijk hebben vooruitgang geboekt. De onderhandelingen met Nigeria, Azerbeidzjan, Tsjechië en Mali zijn op een dood punt aanbeland. In 2009 is het onderhandelen over de toepassingsprotocollen die voortvloeien uit de communautaire (Europese) overnameovereenkomsten intensiever geworden. De verantwoordelijkheid voor deze protocollen berust bij de LS, die bilateraal, met het derde land in kwestie, of multilateraal (met verschillende LS), kunnen handelen. Met het oog op de reeds bestaande samenwerking in de Benelux op het gebied van de overname wordt er gezamenlijk onderhandeld over deze protocollen. In 2009 heeft de Dienst Vreemdelingenzaken het Toepassingsprotocol, waarvoor het de onderhandelingen tijdens het voorgaande jaar in naam van de Benelux-partners had afgesloten, met Rusland ondertekend. De onderhandelingen zijn in maart 2007, toen een Russische delegatie van de Federale Migratiedienst naar Brussel gekomen is, begonnen. De onderhandelingen werden in september 2007 en in 2008 voortgezet, met een vierde ronde in Moskou op 13-14 november. Dit protocol zou begin 2010 eveneens door Nederland en Luxemburg moeten worden ondertekend. In 2009 heeft de Dienst Vreemdelingenzaken eveneens ontwerpen van toepassingsprotocollen voorbereid die met Oekraïne en Bosnië-Herzegovina moeten worden afgesloten. Europese Unie Op het gebied van de overnameovereenkomsten waarover op het niveau van de Europese Unie onderhandeld werd, werd 2009 gekenmerkt door de ondertekening van een overeenkomst met Pakistan op 26 oktober 2009, evenals door de afsluiting van een overeenkomst met Georgië, dat in 2010 klaar zal zijn om ondertekend te worden. Formele onderhandelingen met Marokko werden verdergezet, maar deze onderhandelingen werden nog niet afgesloten. De onderhandelingen met Turkije werden hervat en een volgende formele onderhandelingsronde zou begin 2010 plaats moeten vinden. De EU heeft ook een ontwerpovereenkomst met Kaapverdië geïnitieerd. Wat China betreft, heeft de Europese Unie haar strategie aangepast. Ze richt zich op een light versie van de overeenkomst, die moet worden hernomen in een artikel dat moet worden ingevoegd in de toekomstige PCA-overeenkomst (Partnership and Cooperation Agreement), waarover momenteel onderhandeld wordt. Dit artikel is een lichtere combinatie van de standaardovername- en visumovereenkomsten. Begin oktober 2008 werd dit artikel voor de eerste keer voorgelegd voor goedkeuring door de LS, op het niveau van de technische groepen van de Raad, en in 2010 zal het aan de Chinese partij worden voorgelegd.In 2009 waren er geen ontwikkelingen in het kader van het mandaat voor Algerije (2002) en er is geen perspectief voor een opening van de onderhandelingen. In het kader van de migratie/overnameclausules in de partnerschapsovereenkomsten moet er gewezen worden op de vooruitgang die geboekt werd met Irak en Lybië, evenals het project voor de herziening van artikel 13 van de Overeenkomst van Cotonou. I.2.4.2. Richtlijn “Terugkeer” De onderhandelingen met betrekking tot de richtlijn inzake “de gezamenlijke normen en procedures die in de LS van toepassing zijn op de terugkeer van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen” werden in 2008 afgesloten. De richtlijn is op 13 januari 2009 van kracht geworden, 20 dagen na de publicatie in het Publicatieblad op 24 december 2008. De LS beschikken over een periode van twee jaar, dit wil zeggen tot 24

Page 189: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

189

december 2011, om de richtlijn om te zetten. De LS beschikken over een bijkomend jaar om de bepaling inzake de kosteloosheid van de juridische bijstand toe te passen. De Europese Commissie zal om de drie jaar een evaluatieverslag over de toepassing van de richtlijn moeten opstellen. Haar eerste verslag wordt ten laatste op 24 december 2013 verwacht. Bij wijze van herinnering : het doel van het voorstel is het definiëren van duidelijke, doorzichtige en rechtvaardige gezamenlijke regels inzake de verwijdering, het beroep op dwangmaatregelen, de vasthouding en het verbod van een hernieuwde binnenkomst, die de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van de betrokkenen respecteren. Een belangrijke communautaire meerwaarde van deze richtlijn is de invoering van een binnenkomstverbod met een maximale duur van 5 jaar (hier “overnameverbod” genoemd), dat in de hele EU geldig is en aan sommige verwijderingsbeslissingen moet worden toegevoegd. I.2.4.3. Frontex In 2009 heeft de EU haar rol op het gebied van de gezamenlijke vluchten eveneens versterkt. Het Frontex-agentschap is een belangrijk platform voor de uitwisseling van goede praktijken voor de gezamenlijke vluchten en voor het bekomen van reisdocumenten. Frontex heeft zich verder beziggehouden met de uniformisering van de praktijken van de LS op het gebied van de terugkeer. I.2.4.4. Richtlijn “Sancties” In 2009 heeft de werkgroep Migratie en Verwijdering de besprekingen afgerond van het voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van sancties voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. Deze richtlijn 2009/52 werd officieel aangenomen op 18 juni 2009 en gepubliceerd op 30 juni 2009. De doelstelling van deze richtlijn is het aanpakken van de illegale tewerkstelling door een harmonisatie door te voeren in de sancties die aan de werkgevers worden opgelegd. De richtlijn bepaalt enerzijds een aantal verplichtingen die aan de werkgever worden opgelegd vooraleer hij een onderdaan van een derde land tewerkstelt en anderzijds een aantal rechten voor de onderdaan van een derde land die illegaal verblijft en illegaal wordt tewerkgesteld. De lidstaten worden verplicht zowel in administratieve sancties (geldboetes en terugbetalingen) als in strafsancties te voorzien. Daarnaast wordt het principe van de solidaire aansprakelijkheid ingevoerd: de hoofdaannemer kan dus in bepaalde omstandigheden medeaansprakelijk worden gesteld wanneer zijn onderaannemer een illegaal verblijvende onderdaan van een derde land illegaal tewerkstelt. Gehoopt wordt op deze manier een belangrijke aantrekkingsfactor van illegale immigratie droog te leggen. Opdat de sancties daadwerkelijk een afschrikkingeffect hebben, legt de richtlijn eveneens controles op die de lidstaten moeten uitvoeren bij de ondernemingen. Deze inspecties zijn gebaseerd op een risico-analyse, die jaarlijks die sectoren identificeert die het meest gevoelig zijn voor illegale tewerkstelling van illegale vreemdelingen. I.2.5. Asiel Samen met zijn tegenhanger bij het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen vormt het Bureau Internationale Betrekkingen van DVZ de Belgische delegatie in de EU-Raadswerkgroep Asiel. In 2009 werd in deze werkgroep veel energie gestoken in de onderhandelingen over de wetgevende instrumenten die samen de tweede fase in de totstandkoming van het gemeenschappelijk Europees Asielsysteem uitmaken. Verder werd ook op het vlak van praktische samenwerking een belangrijke stap gezet door het opstellen van de juridische

Page 190: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

190

basis voor het oprichten van een Asielondersteuningsbureau. Op het vlak van externe solidariteit werd onderhandeld over een amendering van het vluchtelingenfonds, met het oog op het opstellen van een gemeenschappelijk Europees hervestigingschema. I.2.5.1. Legislatief : Tweede fase van het gemeenschappelijk asielsysteem In juni 2008 stelde de COM haar beleidsplan inzake asiel voor. In dit beleidsplan licht de COM toe welke wetgevende voorstellen ze in de nabije toekomst wenst te doen, om tot een echt Gemeenschappelijk Europees Asielsysteem (CEAS) te komen, zoals voorzien in het programma van Den Haag. De eerste drie van de voorziene wetgevende voorstellen legde de COM op 3 december 2008 op tafel. Een tweede pakket dateert van oktober 2009. Deze voorstellen herzien bestaande verordeningen en richtlijnen, met het oog op een grotere harmonisatie, meer efficiëntie en een betere bescherming. Daarmee kwam ook een eind aan de legislatieve windstilte in 2007 en 2008. De bespreking van de voorstellen werd begin 2009 gestart, maar gezien hun complexiteit zullen zij nog geruime tijd op de agenda blijven staan. I.2.5.1.1. EURODAC-verordening • Herziening van verordening (EG) nr. 2725/2000 betreffende de instelling van

“Eurodac”voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EG) nr. […./….] [tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend]

Ook dit voorstel ligt al op de onderhandelingstafel sinds december 2008. De voorgestelde wijzigingen zijn eerder technisch van aard en zijn er vooral op gericht om de efficiëntie van het Dublin-systeem te verbeteren en een zorgvuldige, beveiligde omgang met persoonsgegevens verder te waarborgen. Om deze doelstellingen te bereiken worden een aantal wijzigingen voorgesteld, onder meer: het instellen van duidelijke deadlines voor het toezenden van vingerafdrukken naar de centrale eenheid van Eurodac, het informeren van lidstaten wanneer gegevens uit het systeem gewist werden, het deblokkeren van gegevens van erkende vluchtelingen, het in EURODAC registreren van de toepassing van de discretionnaire clausules op grond van de Dublin-verordening, aanwijzing van welbepaalde nationale autoriteiten die toegang hebben tot Eurodac-gegevens, enz. Gedurende de eerste helft van 2009 werd over dit voorstel onderhandeld in de werkgroep asiel, en begon zich een compromis af te tekenen dat aanvaardbaar leek voor de meerderheid van de lidstaten. In september 2009 wijzigde de Commissie haar voorstel echter. Er werd een verwijzing toegevoegd naar een besluit in het kader van de zogenaamde “derde pijler” (politiële en justitionele samenwerking in strafzaken), dat de toegang voor politiediensten en Europol tot Eurodac mogelijk maakte in het kader van voorkomen en bestrijden van terrorisme en andere zware misdrijven. Met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 werd de pijlerstructuur van de unie echter afgeschaft, en werd dit besluit zonder voorwerp. Aangezien de Eurodacverordening nog steeds een verwijzing bevat naar dit besluit, liggen de onderhandelingen hierover voorlopig stil tot de commissie met een aangepast voorstel komt.

Page 191: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

191

I.2.5.1.2. Dublin-verordening • Herziening van Verordening (EG) nr. 343/2003 van 18 februari 2003 tot vaststelling

van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan vaneen derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (de “Dublinverordening”).

Dit voorstel werd door de Commissie bekendgemaakt op 9 december 2008 en heeft al doel de effectiviteit van de bestaande Dublinverordening te verbeteren, maar tevens ook de rechten van personen die internationale bescherming zoeken beter te garanderen. Daartoe wordt de werkingssfeer van de verordening uitgebreid naar personen die om subsidiaire bescherming verzoeken, worden duidelijke deadlines gesteld voor lidstaten om te reageren op informatieverzoeken van een van de andere lidstaten, worden maatregelen voorgesteld om de eenheid van familie te garanderen en om niet-begeleide minderjarigen te beschermen. Tenslotte wordt ook een systeem voorgesteld voor het opheffen van transfers naar lidstaten onder grote asieldruk, of lidstaten die het Europese asielacquis niet respecteren. In de loop van 2009 werd het voorstel meerdere malen besproken in de werkgroep asiel, en werden op vele punten aanpassingen voorgesteld, met het oog op het bereiken van een gemeenschappelijk standpunt in de Raad. Tal van kwesties blijven echter nog voor problemen zorgen. De onderhandelingen over dit voorstel zullen dus ook in de loop van 2010 verdergezet worden. I.2.5.1.3. Opvangrichtlijn • Herziening van Richtlijn 2003/9/EG van 27 januari 2003 tot vaststelling van

minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten. Ook dit herzieningsvoorstel maakt deel uit van het pakket dat door de Commissie bekend gemaakt werd op 9 december 2008. Het herzieningsvoorstel vertrekt vanuit de vaststelling dat er grote divergenties bestaan tussen de opvangsystemen in de verschillende lidstaten. Het is de bedoeling om door het harmoniseren en verder verhogen van de opvangstandaarden secundaire bewegingen van asielzoekers tussen lidstaten te beperken. Daartoe stelt de commissie onder meer de volgende wijzigingen voor: - Het toepassingsgebied wordt uitgebreid tot personen die subsidiaire bescherming

genieten; - Er wordt een snellere toegang tot de arbeidsmarkt voorgesteld; - De toegang tot materiële opvangfaciliteiten wordt versterkt; - De voorwaarden voor detentie worden nader omschreven; - Er moeten specifieke opvangvoorzieningen voorzien worden voor diverse categorieën

asielzoekers met bijzondere behoeften; - Er moet meer en uitgebreider gerapporteerd worden over de toepassing van de richtlijn. Ook aan dit voorstel werd in de loop van 2009 hard gewerkt in de asielwerkgroep. Een aantal kwesties zijn echter nog niet opgelost en de onderhandelingen zullen in de loop van 2010 dus moeten worden voortgezet.

Page 192: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

192

I.2.5.1.4. Procedurerichtlijn • Herziening van Richtlijn 2005/85/EC betreffende minimumnormen voor de

procedures in de lidstaten voor de verlening of intrekking van internationale bescherming

Dit voorstel werd door de Commissie bekend gemaakt op 23 oktober 2009. Het doel van het voorstel voor de herziening van de Procedurerichtlijn is om te komen tot betere en meer samenhangende normen voor asielprocedures en het beperken van de divergenties in asielprocedures. Daarvoor werden een aantal wijzingen voorgesteld aangaande toegang tot de procedure, toegang tot een effectieve beroepsmogelijkheid, verbeteren van de kwaliteit van de beslissingen in eerste aanleg, om de hoeveelheid beroepsprocedures te beperken (frontloading), waarborgen voor personen met bijzondere behoeften, verdere harmonisatie van de versnelde procedures. In december 2009 werd met een eerste lezing van dit voorstel gestart in de werkgroep. De onderhandelingen over deze tekst zullen moeten worden voortgezet in de loop van 2010. I.2.5.1.5. Erkenningsrichtlijn • Herziening van richtlijn 2004/83/EC inzake minimumnormen voor de erkenning van

onderdanen van derde landen en staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, en de inhoud van de verleende bescherming

Ook dit voorstel dateert van 23 oktober 2009. Na verschillende consultaties met de lidstaten en andere belanghebbenden was de Commissie tot de vaststelling gekomen dat de huidige normen voor de toekenning van internationale bescherming (vluchtelingenstatus en subsidiaire beschermingsstatus) te ambigu zijn, wat heeft geleid tot divergentie en soms minderwaardige kwaliteit van asielbeslissingen- en procedures. De voorgestelde herschikking moet dan ook leiden tot een : - Eenvoudigere besluitvormingsprocedure; - Betere beslissingen in eerste aanleg; - Een efficiëntere asielprocedure; - Meer samenhang met de uitspraken van het Europese Hof voor de Rechten van de

Mens. De belangrijkste wijziging die de Commissie in haar voorstel aanbrengt zijn onder meer : - Een beter definitie van de actoren van bescherming, van het binnenlands

vluchtalternatief en van het begrip “sociale groep”; - Een uitzondering op de gronden voor het intrekken van de status; - De harmonisering van de rechten gekoppeld aan beide statussen (asielstatus en

subsidiaire beschermingsstatus); - Het toekennen van meer rechten aan erkende vluchtelingen (onder andere inzake

integratie en opleiding). Ook inzake deze richtlijn werd eind 2009 met een eerste lezing gestart in de werkgroep en zullen de onderhandelingen in 2010 voortduren.

Page 193: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

193

I.2.5.2. Practische samenwerking I.2.5.2.1. Het Europees Ondersteuningsbureau voor Asielzaken • Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een

Europees Ondersteuningsbureau voor Asielzaken

De discussies over het Asielondersteuningsbureau werden in februari 2009 aangevat in de werkgroep asiel en het Europees parlement. Zowel de Raad als het Parlement hadden zich geëngageerd voor een snelle oprichting van dit bureau (cf. het asiel- en migratiepact, Europese Raadsconclusies van juni en oktober 2009). De onderhandelingen verliepen dus aan een snel tempo, en speelden zich voor het grootste deel van de tijd af op niveau van de JBZ-raden. Vooral onder Zweeds voorzitterschap werd veel aandacht besteed aan de onderhandelingen met het Europees Parlement, met het oog op het bereiken van een akkoord in eerste lezing. Eind 2009 werd uiteindelijk een compromis bereikt tussen de twee instellingen. De formele oprichting van het bureau zal evenwel plaatsvinden in 2010. I.2.5.3. Solidariteit I.2.5.3.1. Het Europees Hervestigingsschema • Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement

betreffende de vaststelling van een gemeenschappelijk hervestigingsprogramma van de EU en Beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma "Solidariteit en beheer van de migratiestromen" en tot intrekking van Beschikking 2004/904/EG van de Raad

Hoewel verschillende Europese lidstaten de laatste jaren aan hervestiging zijn gaan doen (zowel door middel van schema’s als ad hoc) blijft de totale hoeveelheid hervestigde vluchtelingen in de Europese Unie vrij laag. De activiteiten van de verschillende lidstaten zijn weinig samenhangend en bovendien zijn de criteria om in aanmerking te komen voor cofinanciering onder het Vluchtelingenfonds vrij star, waardoor moeilijk kan ingespeeld worden op wijzigende samenstellingen van vluchtelingenpopulaties. Om een antwoord te bieden op deze uitdagingen verspreidde de Commissie in september 2009 een communicatie over hoe een Europees gemeenschappelijk hervestigingsschema er volgens haar zou kunnen uitzien. Het gaat om een flexibel, vrijwillig programma met een dat voorziet in een systeem voor het bepalen van gemeenschappelijke prioriteiten inzake hervestiging. Samen met de communicatie stelde de Commissie ook een wijziging aan het ERF-besluit voor, om ERF-financiering mogelijk te maken van hervestiging overeenkomstig deze gemeenschappelijke prioriteiten. Het voorstel werd in de loop van 2009 besproken in de werkgroep asiel. Het Europees Parlement bracht echter nog geen rapport uit. I.2.6. Groep op Hoog Niveau voor Asiel en Migratie van de Raad van de Europese Unie Op het gebied van de externe betrekkingen heeft het BIB Buitenlandse Zaken, en meer in het bijzonder de dienst C 4 verder ondersteund in verband met de activiteiten van de Groep op Hoog Niveau voor Asiel en Migratie van de Raad van de Europese Unie. Het ging onder meer om de volgende zaken : - Het opvolgen en de evaluatie van de implementatie van de instrumenten van de Globale

Aanpak (migratiemissies, samenwerkingsplatformen mobiliteitspartnerschappen), en het

Page 194: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

194

selecteren van mogelijke partnerlanden. In deze context is onder meer de bijdrage aan evaluatie van de mobiliteitspartnerschappen in februari 2009, en aanpassing van de lijst met mogelijke bestemmingslanden voor migratiemissies in december 2009 van belang.

- Bijdrage aan het opstellen van Raadsconclusies betreffende de Mobiliteitspartnerschappen als een instrument van de Globale aanpak inzake migratie (Razeb 7-8 december 2009).

- Bijdrage aan het opstellen van de gemeenschappelijke conclusies van de conferentie “Bouwen aan Migratiepartnerschappen” (27 – 28 april 2009).

- Bijdrage aan het opstellen van de Raadsconclusies “arbeidsmigratie en het ontwikkelingspotentieel ervan in een tijdperk van mobiliteit” (JBZ Raad 30 november 2009).

En verder : - Het opvolgen van, en input in de discussies over het follow-up van de raadsconclusies

van de Europese Raad van 18 – 19 juni 2009 over de migratiesituatie in de Middellandse Zee.

- Het opvolgen van de implementatie van het EU/Afrika partnerschap inzake Migratie, Mobiliteit en Werkgelegenheid.

- Het opvolgen van de relevante ontwikkelingen in de dialogen en processen inzake migratie tussen de EU en verschillende partnerregio’s/landen, en het geven van input vanuit DVZ wanneer deze processen besproken worden in het kader van de HLWG (EU-LAC structured dialogue, EU-India, ASEM, EU-Rusland, …)

II. Belgisch contactpunt van het Europees Migratienetwerk Reeds in de vorige jaarrapporten werden de achtergrond en de opdrachten van het Europees Migratienetwerk (EMN) uitvoerig belicht.

Intussen werd de Beschikking betreffende het opzetten van een Europees Migratienetwerk in mei 2008 officieel aangenomen en gepubliceerd. Volgens artikel 1 van de Beschikking heeft het EMN tot doel te voldoen aan de behoeften aan informatie over migratie en asiel van de communautaire instellingen, de autoriteiten en instellingen van de lidstaten, door ter ondersteuning van de beleids- en besluitvorming op deze gebieden in de Europese Unie actuele, objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie over migratie en asiel te verstrekken. De informatie zal ook aan het publiek meegedeeld worden via een website. Ieder contactpunt dient uit minimaal 3 experts te bestaan. Aangezien aan iedere lidstaat de vrijheid

Page 195: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

195

gelaten werd om zijn experts aan te stellen, zijn deze contactpunten nogal verscheiden qua aard: onderzoeksinstellingen, migratiediensten, de Internationale Organisatie voor Migratie, andere overheidsinstellingen, etc. Op Belgisch niveau heeft toenmalig bevoegd minister Turtelboom beslist een gemengd contactpunt samen te stellen, die bestaat uit werknemers van de Dienst Vreemdelingenzaken, het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen, het (migratieobservatorium van het) Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding (CGKR) en de Algemene Directie Statistiek en Economisch Informatie (FOD Economie). In een persmededeling heeft de minister laten weten dat het de bedoeling is om op termijn een kenniscentrum inzake migratie en asiel uit te bouwen. Zowel op Europees als op nationaal niveau werd een Beheerscomité opgericht die de nodige impulsen zal geven en het EMN zal evalueren. Op nationaal niveau bestaat het Beheerscomité uit de heren J. De Witte (Directeur CGKR), dhr. D. Van den Bulck (Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen) en dhr. F. Roosemont, bijgestaan door de werknemers van het contactpunt. Er werd onder meer een actieplan opgesteld waarin een 6-tal strategische doelstellingen gedefinieerd werden zoals optimalisatie en analyse van de migratiestatistieken, het verwerven van een beter inzicht in het beleid en de best practices van andere lidstaten en het bouwen van een brug tussen de overheid en de wetenschappelijke wereld. De Europese Commissie financiert het EMN voor (maximaal) 80 %, terwijl de Belgische bijdrage bestaat uit de salarissen van de werknemers. In 2009 lag de klemtoon op de situatie en het beleid tov niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, vrijwillige terugkeerprogramma’s naar landen van herkomst, niet-geharmoniseerde statussen binnen het asielbeleid, de Verordening inzake migratie- en asielstatistieken en de tracking method (“méthode de suivi”) voor het Europees Pact inzake asiel en migratie. Over deze onderwerpen werden in consultatie met de bevoegde administraties en andere netwerkpartners uitvoerige onderzoeksrapporten opgesteld. Verder werd er veel aandacht besteed aan visibiliteit en de uitbouw van het netwerk, onder meer door de uitgave van newsletters en de organisatie van 2 conferenties (29 april en 9 december) waarbij het NCP, zijn doelstellingen en zijn eerste resultaten voorgesteld werden aan het publiek. Alle rapporten en overige informatie van het Belgisch Contactpunt staan ter beschikking van het publiek op de website van de Dienst Vreemdelingenzaken en op http://emn.sarenet.es/html/index.html III. Samenwerking tussen immigratiediensten op bilateraal niveau Verbindingsambtenaren van DVZ bij de Nederlandse en Duitse Immigratiediensten De in 2008 ingevoerde nieuwe methode om de Belgische verbindingsambtenaar de relaties met Duitsland vanuit Brussel te laten onderhouden, kan verder positief worden beoordeeld. Door periodieke dienstreizen worden de persoonlijke contacten gehandhaafd en kunnen problemen die een meer intensief persoonlijk onderhoud vergen ook nog ter plaatse besproken worden. De inhoud van de functie is in de loop van de jaren ook geëvolueerd, waarbij er naast vragen rond asiel en de toepassing van Dublin ook meer en meer tijd wordt besteed aan het

Page 196: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

196

uitwisselen van informatie met betrekking tot individuele dossiers van vreemdelingen en ook van algemene strategische informatie inzake migratie. Deze informatie wordt doorgegeven aan de bevoegde diensten om zo meer gefundeerde beslissingen te kunnen treffen. In het desbetreffende geval kan de informatie ook bepalend zijn voor het verdere verloop van het verblijf hier in België, dit vooral in het kader van identiteitsfraude, identificatie van illegalen, zogezegde staatlozen en schijnhuwelijken. Het takenpakket met betrekking tot Duitsland speelt zich eigenlijk af op twee niveaus. Enerzijds wordt er gefocust op vragen rond individuele dossiers. Dit gaat vooral over het opvragen van een verblijfshistoriek, eventuele elementen van openbare orde, familieverbanden, reisdocumenten en tussenkomsten voor Dublindossiers en bilaterale dossiers. Anderzijds concentreert men zich op het intensifiëren van mogelijke samenwerkingsverbanden tussen België en Duitsland, vooral inzake identificatie en terugkeer. In deze context werden bezoeken gebracht aan de Bundespolizei Koblenz (die instaat voor een deel van de identificatie) en werd er deelgenomen aan de Clearingstellentagung, een vergadering van de verschillende Bundesländer met als centraal thema identificatie en terugkeer. Deze vergaderingen zijn een goede bron van informatie en kunnen ook ideeën geven aan de Dienst vreemdelingenzaken om impasses in bepaalde dossiers op te lossen. Daarnaast werd ook deelgenomen aan 2 liaisonbijeenkomsten waarbij er informatie uitgewisseld wordt door de verschillende liaisons over tendensen inzake illegale migratie en over statistieken in verschillende EU-landen. Tijdens verschillende dienstreizen in werden ook de contacten met de verschillende afdelingen van het Bundesamt für Migration und Flüchtlinge (BAMF), de Belgische ambassade en het Gemeinsames Analyse-und Strategiezentrum Illegale Immigration (GASIM) onderhouden of opgebouwd. Bovendien zijn er zeer regelmatige contacten met de Duitse politieliaison, die ook een bron van informatie is. Via de verbindingsambtenaar voor Nederland gebeurt er informatie-uitwisseling met betrekking tot individuele dossiers en beleidsvraagstukken. Ook wordt er om de twee maanden werd verslag uitgebracht over de ontwikkelingen in het Nederlandse vreemdelingenbeleid. Sinds 2009 is de verbingingsambtenaar voor Nederland ook bevoegd voor Frankrijk. Hier wordt het politioneel Frans-Belgisch overleg opgevolgd inzake de problematiek van de transitmigratie naar het VK via de zeehavens. Er werden goede contacten gelegd om snel informatie uit te wisselen m.b.t. individuele dossiers, met name bij de politievertegenwoordiging op de Franse ambassade, bij het Franse bureau Dublin en bij de politieafdeling van de sous-préfecture de Lille. De eerste stappen werden gezet om toenadering te zoeken tot de Franse immigratiedienst. Bedoeling is contacten te leggen om snel antwoord te kunnen krijgen op regio-overstijgende beleidsvragen, en de mogelijkheden tot samenwerking te onderzoeken.

Page 197: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

197

IV. Werkgroep CIREFI Ook in 2009 heeft de Dienst Vreemdelingenzaken als hoofd van de Belgische delegatie weer actief deelgenomen aan de maandelijkse bijeenkomsten van dit forum, waarbinnen door de lidstaten strategische informatie wordt uitgewisseld over illegale immigratie en mensensmokkel. Ze kreeg hierbij de ondersteuning van de Federale Politie. Op 18 december 2009 besliste COREPER de werkingsstructuren met betrekking tot de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken aan te passen ingevolge de inwerkindtreding van het Verdrag van Lissabon. In dit kader werd overgegaan tot de afschaffing van CIREFI en tot de Overdracht van de taken naar FRONTEX en de Werkgroep Grenzen. V. IGC, GDISC en ICMPD V.1. Inter Governmental Consultations on Asylum in Migration (IGC) In 2008 werd opnieuw actief deelgenomen aan de ontmoetingen die in het kader van de Inter Governmental Consultations on Asylum and Migration plaatsvonden. De IGC biedt een informeel forum aan voor informatie-uitwisseling en beleidsdiscussies over alle aspecten die verband houden met het beheer van migratiestromen. Sinds de hervorming van de structuur van de IGCD in 2006 wordt er onder 3 koepels gewerkt : Asylum, Admission - Control and Enforcement en Immigration and Integration. In de werkgroep Asiel wordt België vertegenwoordigd door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, terwijl de Dienst Vreemdelingzaken actief deelnam aan de 2 werkgroepen die zich buigen over de controle op de instroom van illegale vreemdelingen en de strijd hiertegen en over legale immigratie. V.1.1. Werkgroep “toegang, controle en uitvoering van maatregelen” (ACE – Access, Control and Enforcement) Deze werkgroep bestaat in de nieuwe vorm sinds 2006 en is een samenvoeging van de vroegere werkgroepen “toegang en controle”, “terugkeer” en “mensensmokkel”. Sinds september 2008 is het voorzitterschap van deze werkgroep door Duitsland van Nederland overgenomen. In 2008 werden 2 vergaderingen georganiseerd, die volgende thema’s als zwaartepunt bespraken : - Readmissie : voorstelling van de verschillende evoluties inzake readmissie : welke

soorten akkoorden worden afgesloten, welke problemen worden ervaren, wlke thema’s worden opgenomen in het akkoord. Interessant is ook dat in bepaalde landen (o.a. Australië, Nederland) readmissie deel uitmaakt van een globale aanpak; indien er een algemeen bilateraal akkoord wordt afgesloten, zal er ook over readmissie in gesproken worden.

- Grenscontrole : ontwikkelingen inzake elektronische grenzen, visadatabanken, programma’s m.b.t. vrijstelling van visa, … Een algemene tendens is het zoeken naar middelen om de grenscontrole te verleggen naar het punt van vertrek, i.p.v. het punt van aankomst.

- Exit-controle : hoe kunnen we garanderen dat vreemdelingen die toegelaten worden voor een tijdelijk verblijf wel degelijk het grondgebied van de partnerstaten verlaat? Welke sancties kunnen genomen worden indien iemand niet aan deze verplichting voldoet ?

Page 198: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

198

- Daarnaast werden via rondetafelgesprekken de meest recente evoluties op het gebied van wetgeving, jurisprudentie, organisatie en toegangs-, controle- en terugkeerproblematiek in elke IGC-lidstaat voorgesteld.

V.1.2. Werkgroep “technologie” Het belangrijkste agendapunt van de vergadering in oktober was de voorstelling van het registratiesysteem van Afghaanse vluchtelingen in Pakistan door het UNHCR (Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen) en de Pakistaanse nationale registratiedienst (NADRA), en de uitdagingen en problemen waarmee deze diensten geconfronteerd werden. 2,15 miljoen Afghanen werden tussen oktober 2006 en maart 2007 in Pakistan geregistreerd en in het bezit gesteld van een identiteitsbewijs. Een rapport over deze registratie is te vinden op de website van het UNHCR. V.2. GDISC Conferentie over Familiemigratie met bijzondere focus op het misbruik van Familiehereniging Inleiding In december 2008 werd de dienst Vreemdelingenzaken, als federale immigratiedienst, uitgenodigd op de GDISC Conferentie over Familiemigratie met bijzondere focus op het misbruik van Familiehereniging (in het kader van een schijnhuwelijk) te Wenen. De Belgische delegatie werd samengesteld door deskundigen van twee bureaus met een grote expertise in de materie, namelijk het bureau Gezinshereniging-Visa en het bureau Opsporingen. De initiële reden voor het organiseren van dit Europese seminarie was het Metock-arrest van 25 juli 2008 (C-127/08) waarbij een prejudiciële vraag werd gesteld door de High Court (Ierland) met betrekking tot de interpretatie van de Richtlijn 2004/38/EG Focus Het arrest stelt dat de gehuwde partner van een EU-onderdaan niet voordien legaal in een andere Lidstaat moet verblijven om nadien als familielid van een EU-burger een verblijfsrecht te kunnen bekomen in de Lidstaat van het familielid (gehuwde partner) De Dienst Vreemdelingenzaken heeft tijdens de conferentie een zeer belangrijke bijdrage kunnen leveren, niet alleen omwille van zijn rijke ervaring in de strijd tegen het misbruik van administratieve procedures, in het bijzonder de schijnhuwelijken, doch eveneens omwille van het ARGO-project : “Samenwerking in de strijd tegen het misbruik of het oneigenlijk gebruik van administratieve procedures van andere EU – lidstaten, dat op Belgisch initiatief in 2007 werd georganiseerd. Dit Argo-project werkte immers verschillende aanbevelingen uit die uiteindelijk via het EU-fora CIREFI en SCIFA op het agenda van de Europese Commissie werden geplaatst. Deze aanbevelingen hadden onder meer betrekking op de interpretatie van bepaalde delen van de Europese Richtlijn 2004/38/EG. De impact van een dergelijke Europese discussie is in zekere zin te meten aan de belangstelling die de Europese Raad hecht aan de verdere werkzaamheden en voorstellen van de Commissie in deze materie. Het vrij verkeer van personen is immers één van de fundamenten van de Europese Unie. Deelnemers Aan dit seminarie namen niet minder dan 22 landen deel: België, Bosnië, Bulgarije, Kroatië, Tsjechische Republiek, Denemarken, Estland, Finland, Duitsland, Hongarije, Ierland, Litouwen, Letland, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Slowakije, Slovenië, Zweden, Zwitserland, Verenigd Koninkrijk, Italië, GDISC

Page 199: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

199

Conclusies De conclusies binnen de werkgroepen van GDISC en de plenaire vergaderingen leunen dicht aan bij de eerdere conclusies van het ARGO-project. Verschillende Lidstaten zien immers hun mogelijkheden in de strijd tegen deze misbruiken verdwijnen ingevolge het Metock-arrest. De focus werd nog meer dan voordien gelegd op de strijd tegen de misbruiken en de fraudes. Inzake de preventieve acties tegen potentiële schijnhuwelijken heeft België een duidelijke voortrekkersrol. De Belgische wetgever en administratie zijn immers het verst geëvolueerd in het ontwikkelen van reglementaire en procedurele actiemogelijkheden. Herhaaldelijk werd door de Belgische delegatie het enorme belang van een uniforme multidisciplinaire aanpak onderstreept als zijnde een kritieke succesfactor in de strijd tegen het misbruik van administratieve procedures in het algemeen en schijnhuwelijken in het bijzonder. Verschillende vragen werden gesteld naar het nieuw Belgisch nationaal draaiboek “Schijnhuwelijken” Vooral het feit dat door de Belgische delegatie de betekenis werd onderstreept van een coherent Europees beleid inzake de strijd tegen de schijnhuwelijken en er werd aangedrongen op het streven naar het harmoniseren van de wetgeving van de verschillende Lidstaten, teneinde te vermijden dat fraudeurs leemten of opportuniteiten misbruiken, werd door alle deelnemers bijgetreden. Evaluatie Het project werd door de deelnemers zeer positief geëvalueerd. Een groot aantal Lidstaten ageert immers enkel repressief en ziet zijn actiemiddelen verdwijnen ten gevolge van het Metock-arrest. Verschillende delegaties werden bovendien geconfronteerd met de wettelijke en administratieve mogelijkheden die in andere Lidstaten zoals in België al bestaan. Toekomst De meeste delegaties wensten betrokken te worden in de verdere ontwikkeling van de (Europese) reglementering in de strijd tegen het fenomeen en kijken uit naar de voorstellen en de positie die de Europese Commissie zal innemen betreffende de Richtlijn 2004/38/EG. Temeer daar de Raad van Ministers heeft aangedrongen op een snelle reactie van de Commissie. VI. International Air Transport Association (IATA) In 1987 nam de IATA het initiatief om de IATA/CAWG (Control Authorities Working Group) op te starten, met als doel de luchtvaartmaatschappijen en de Staten bijeen te brengen, zodat ze zich kunnen buigen over de problematiek van de inadmissables en/of de onvoldoende gedocumenteerde passagiers en de hieraan verbonden boetes. Het hoofddoel van de werkgroep is om de immigratieautoriteiten en de vertegenwoordigers van de Nationale Vervoerders bijeen te brengen om gezamenlijk aanvaardbare werkovereenkomsten te bepalen, de illegale immigratie via luchtverkeer in te dijken en de noden en beperkingen aan beide zijden te erkennen.

Page 200: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

200

De IATA is de voorzitter van deze werkgroep sinds de oprichting. De werkvergaderingen worden om de 6 maanden gehouden. Vaak treedt een staat/luchtvaartmaatschappij op als gastheer. De grensinspectiedienst zendt telkens een afgevaardigde naar deze vergaderingen : in 2008 werden de vergaderingen achtereenvolgens Brussel en Parijs gehouden. Aangezien België dit jaar als gastland optrad werden de vergaderingen in Brussel georganiseerd door de Dienst Vreemdelingenzaken in samenwerking met Brussels Airlines. VII. Zendingen en deelnames aan internationale conferenties VII.1. Bezoeken vanuit het buitenland In het kader van onderhandelingen en/of ondertekening van administratieve samen- werkingsakkoorden (MOU’s) met derde landen inzake readmissie kwamen ook in 2009 delegaties naar België : - Op 19 januari 2009 werd te Brussel een dergelijk MOU ondertekend met Vietnam. In deze

context kwam er in augustus een delegatie naar België met het oog op het identificeren van een groep Vietnamezen. Het resultaat was succesvol : voor al de personen werd een terugreisdocument afgeleverd. Deze praktijk is in de toekomst voor herhaling vatbaar.

- Op 4 mei 2009 werd er te Brussel een MOU ondertekend met Burundi om de gedwongen

terugkeer van hun onderdanen in onregelmatig verblijf te vergemakkelijken. In het verleden was dit niet mogelijk en kon er enkel sprake zijn van een vrijwillige terugkeer.

- Onderhandelingen over een MOU met Kosovo werden gestart en na één

onderhandelingsronde in Brussel leidde dit ondertekening van de MOU op 29 oktober 2009.

- Op 28 september 2009 is er een Ecuadoriaanse delegatie op bezoek geweest voor een

bijeenkomst met betrekking tot de uitvoering van het op 13 januari 2009 ondertekende MOU. Een jaarlijkse opvolging is voorzien in het MOU.

- Op 3 april 2009 werd een Georgische delegatie ontvangen om de mogelijke

samenwerking van de Dienst vreemdelingenzaken met de Georgische autoriteiten na te gaan.

- In mei 2009 werd er te Brussel een seminarie met Marokko georganiseerd inzake

terugkeer en identificatie. Afspraken werden gemaakt om vrijwillige terugkeer beter te promoten en om de identificatieprocedures te versnellen. Een vervolgseminarie vond plaats in december 2009 specifiek inzake de identificatie van Marokkanen in de gevangenissen. Op 16/12/2009 werd een workshop georganiseerd met de Marokkaanse consulaire vertegenwoordigingen inzake identificatie van strafgevangenen. Voorzien is dat begin 2010 een derde seminarie zal plaatsvinden, gewijd aan de uitwisseling van vingerafdrukken.

- In 2009 heeft de Dienst Vreemdelingenzaken een Russische delegatie ontvangen in het

kader van een TAIEX project met het oog op uitwisseling van informatie rond de organisatie van legale migratie en de uitgifte van verblijfskaarten en paspoorten.

Page 201: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

201

- Van 25 tot 27 mei 2009 kwam er een Pakistaanse delegatie op bezoek om deel te nemen aan een workshop identificatie en terugkeer, met 3 leden van de Pakistaanse Federal Investigation Agency ,een lid van het Pakistaanse Ministerie van Binnenlandse Zaken, en een vertegenwoordiger van de Pakistaanse ambassade te Brussel.

- In april 2009 was er het bezoek van een Congolese delegatie in het kader van een

Europees terugkeerproject (zie VIII. EU-projecten). VII.2. Zendingen

Met het oog op de verbetering van de samenwerking met verschillende buitenlandse overheden, zowel in het kader van de verwijdering en de terugname van hun onderdanen als van de algemene problematiek van de migratie, werden er ook in 2009 verschillende zendingen uitgevoerd. In april 2009 werd een missie ondernomen naar Irak om contacten te leggen met luchthavenverantwoordelijken en op die manier de nodige voorbereidingen te treffen voor de praktische terugkeer van Iraki’s. Deze gesprekken zijn zeer positief verlopen, wat geleid heeft tot de eerste effectieve terugsturingen van Iraki’s naar Noord-Irak. Het is de bedoeling om deze contacten te blijven onderhouden.

In het kader van de goede samenwerking met de Democratische Republiek Congo werd van 27 september tot 10 oktober 2009 in Kinshasa een informatica-opleiding georganiseerd voor ambtenaren van de Direction Générale de Migration (DGM). Dit gebeurde in samenwerking met de dienst ICT van de FOD Binnenlandse Zaken. Daarnaast werd een audit van het bestaande PIRS grensregistratiesysteem naar de exploiteerbaarheid voor analyses gedaan. Tenslotte werden door de Dienst Vreemdelingenzaken een aantal computers geschonken. Omdat de resultaten van de identificatie van Pakistaanse onderdanen zo goed als onbestaande waren, werd besloten om in 2009 meer te investeren in de samenwerking met de Pakistaanse overheden in het land van oorsprong. Van 22 tot 27 februari 2009 werd dan ook een verkennende missie naar Pakistan ondernomen om na te gaan hoe de terugkeer kan verbeterd worden in het kader van identificatie en terugkeer. Dit wordt uitgewerkt via projecten. De resultaten van de identificatie voor Georgiërs waren begin 2009 onvoldoende. Daarom zoekt de DVZ een sterkere samenwerking met de bevoegde Georgische autoriteiten. Deze activiteiten oriënteren zich voornamelijk op EU niveau, aangezien door de EU Commissie belangrijke stappen worden ondernomen inzake enerzijds een ontwikkeling van een formeel kader voor de samenwerking, anderzijds de implementatie van concrete projecten die de samenwerking bestendigen. Van 8 tot 10 juni 2009 werd dan ook deelgenomen aan de migratiemissie van de EU-Commissie naar Tbilisi. Er werd nagegaan welke de mogelijkheden zijn om met de verantwoordelijke autoriteiten in Georgië een betere samenwerking kan opgezet worden in het kader van identificatie en terugkeer alsook of de deelname aan het Mobiliteitspartnerschap zinvol is.

Page 202: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

202

Van 26 oktober tot 6 november 2009 werd een verkennende zending ondernomen naar Armenië. De reden hiertoe was het abnormaal hoge aantal asielaanvragen en een zeer hoog aantal regularisatieaanvragen op basis van medische motieven. Het doel was na te gaan wat de oorzaken hiervan zijn. Verder werd medische informatie verzameld, de mogelijkheden van preventie onderzocht, evenals de versnelling van de identificatie. Dit heeft geleid tot het opstellen van een actieplan dat in 2010 zal uitgevoerd worden. VII.3. Seminaries en conferenties Op 1 en 2 december 2009 werd te Goa (India) deelgenomen aan de Conference of Directors General of Immigration on Management of Migratory Flows in het kader van ASEM (Asia-Europa Meeting). Tijdens deze conferentie tussen Aziatische en Europese migratiediensten wordt ingegaan op migratiethema’s die door het organiserende land zijn vastgelegd. Dit forum is tevens ideaal om contacten te leggen en te peilen naar mogelijke samenwerkingsvormen. Tijdens het forum in december werd er ook overeengekomen dat er een studie zou moeten gemaakt worden over illegale immigratie van een Aziatisch naar een Europees land. Langs Aziatische zijde heeft India deze taak op zich genomen en verklaard hierin België te willen opnemen. Deze studie zou ten laatste tegen november 2010 moeten af zijn. VIII. EU-projecten - De Dienst Vreemdelingenzaken heeft vanaf 2008 een Europees Return project uitgevoerd

nzake de uitbouw of verbetering van een effectieve, stabiele en duurzame samenwerking met de DR Congo op het gebied van terugkeer. Het project beoogt de intensivering van de samenwerking tussen vier Europese lidstaten (België, Ierland, Portugal en Frankrijk), Zwitserland, het Congolese Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Algemene Directie voor Migratie, inzake identificatie en terugkeer van Kongolezen in onregelmatig verblijf. In 2008 zijn er twee Kongolese delegaties gekomen naar de deelnemende lidstaten en is er technische assistentie verleend. Dit project eindigde in juli 2009. Het kaderde in de intensieve samenwerking die de Dienst Vreemdelingenzaken samen met de Kongolese autoriteiten wenst voort te zetten en zelfs verder uit te bouwen. Zo werden er ook projecten gefinancierd om de Direction Générale de Migration uit te rusten en grenscontroleposten op te zetten, werden er preventiecampagnes gevoerd en opleidingen gegeven aan ambtenaren van de grenscontrole.

- Daarnaast is er een project geïntegreerde terugkeer voor de volgende nationaliteiten :

Irak, Afghanistan, Marokko, Algerije en Indië. Voor deze problematische nationaliteiten is een meer gecoördineerde aanpak inzake vrijwillige terugkeer, gedwongen terugkeer en re-integratie nodig. Dit gebeurt door het samenbrengen van alle Belgische actoren samen met vertegenwoordigers van de herkomstlanden via seminaries, door het informeren van deze migranten op alle mogelijke niveaus en door het ontwikkelen van specifieke pakketten inzake vrijwillige terugkeer en re-integratie. Volgende activiteiten werden in dit kader ontplooid : missies naar Indië, Irak, Marokko; seminaries met Marokko en Afghanistan; aangepaste vrijwillige terugkeer en re-integratie programma’s met Marokko; de ontwikkeling van een informatiecampagne gericht naar geïntercepteerde personen over hun rechten en over het aanbod van vrijwillige terugkeer; de inzet van tolken tijdens intercepties.

Page 203: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

203

- Verder werd er voorzien in de opvolging van diverse projecten in het kader van het Europees Terugkeerfonds : “Ondersteuning Intercepties”, “Common Planning and Evaluation”, “Special Needs”, “Gedetineerden”, “Humanisering Gesloten Centra”, “Families”, “Geïntegreerde Terugkeer”, “Facilitering Identificatie”, “Verhoging aantal Special Flights”.

- Tenslotte werden er nog diverse brochures ontwikkeld : een brochure “Terugkeer” ten

behoeve van diplomatieke vertegenwoordigers uit andere landen in België; brochures, flyers en affiches in het kader van de “Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen”; een brochure “Gedetineerde vreemdelingen in illegaal verblijf”; een vademecum “Fraude en misbruik van administratieve procedures”; en een informatiebrochure “Legale Migratie”.

- Op 15 juni 2009 ging het tweede EU Twinning project met Bulgarije van start. Na selectie

door de EU Commissie kwam de DVZ als beste naar voren om samen met Bulgarije een project te leiden met het oog op de versterking van de Bulgaarse Immigratiedienst op diverse gebieden, waaronder de implementatie van de nieuwe EU richtlijnen inzake toelating en de procedures en gebruiken inzake interceptie en verwijdering. Een DVZ ambtenaar werkt sinds juni 2009 een jaar als Resident Twinning Advisor in Sofia. Ook stonden verschillende ambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken in voor korte missies naar Bulgarije om seminaries te organiseren, te helpen bij intercepties en speciale vluchten, om interne instructies te ontwikkelen en die via training te laten kennen in alle regionale eenheden van de Bulgaarse migratiedienst. Ook kwamen Bulgaarse collega’s België komen bezoeken. Ongeveer 24 missies (90 werkdagen) met een twintigtal ambtenaren vonden plaats, die ongeveer 250 werkdagen voorbereiding vergden. In maart 2010 zal één grote slotconferentie over drie dagen georganiseerd worden. Dit project is onze bijdrage aan de versterking van immigratiediensten in de nieuwe EU lidstaten en vooral aan die landen die aan de Schengen buitengrens liggen.

IX. Preventieprojecten Ook in 2009 heeft de Dienst Vreemdelingenzaken beslist om weer diverse projecten te financieren ter preventie van illegale migratie. Informatiecampagne in Kameroen In samenwerking met het IOM werd in maart 2009 een informatiecampagne gehouden in Yaoundé, Douala en sommige steden in het Engelstalig gebied. Het aantal Kameroenezen dat in ons land onder valse voorwendsels asiel vraagt ligt namelijk de laatste jaren vrij hoog. Tevens werden er heel wat misbruiken vastgesteld bij de studentenvisa. Om deze praktijken in te dijken werden een aantal activiteiten georganiseerd in scholen en universiteiten om te jongeren te sensibiliseren. Ook op radio en televisie werden spots verspreid met de boodschap om niet op onregelmatige wijze naar België te reizen. De gevaren en risico’s van illegale immigratie kwamen ruimschoots aan bod. De resultaten waren een spectaculaire daling van het aantal nepstudenten en een stabilisatie van de asielaanvragen.

Page 204: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

204

Preventiecampagne in Kosovo De instroom van Kosovaren blijft constant ondanks, de dalende tendens van de regio. Het gaat vooral om asielzoekers uit zuidwest-Kosovo van Roma origine en Serviërs uit het noorden van Kosovo. Het project dat in 2009 werd gefinancierd voorziet in steun aan de plaatselijke Roma bevolking in zuidwest-Kosovo met het oog op een betere participatie van de Roma bevolking aan de plaatselijke politiek. Daarnaast voorziet het project in een algemene informatiecampagne in Kosovo. Het zal starten op 1 januari 2010 en zes maanden duren. Preventiecampagne in Guinée-Conakry Illegale immigratie naar België vanuit Guinée-Conakry blijft constant hoog. Het gaat om jonge mensen uit Conakry of uit andere universiteitssteden die hier asiel vragen of illegaal verblijven. Het doel van het project dat in 2009 werd gefinancierd is vooral studenten en de stedelijke jonge bevolking in Conakry, Kankan en Labé te informeren over de gevaren van illegale migratie. Dit project is uitgesteld wegens de toestand aldaar. Preventiecampagne in de Democratische Republiek Congo In september 2009 werd voor de tweede maal in dit land een informatiecampagne gelanceerd die werd uitgevoerd door het IOM. Deze campagne was een opvolger van een eerste georganiseerd in 2006. Er werd nauw samengewerkt met het Verenigd Koninkrijk die eveneens een grootschalige campagne voert. Aan de hand van televisiespots en een theaterstuk werd het grote publiek geïnformeerd over de gevaren en risico’s verbonden aan illegale immigratie. De campagne werd gevoerd in 2 grote gemeenten van Kinshasa (N’djili en Masina) waar de migratiedruk het hoogst is en waar vele potentiële kandidaten wonen. Alleen door een aangehouden inspanning van preventie en informatie zal de instroom uit dit land verder blijven dalen. Preventie van economische uitbuiting van Brazilianen in België Dit project omvat twee luiken : een preventieproject in België en een gemengd project in Brazilië en België. Deze projecten zijn ontwikkeld omdat de sociale inspectie- en politiediensten een groeiende criminalisering zien in de immigratie van Brazilianen naar België. De stromen gebeuren meer en meer gestructureerd en er wordt gebruik gemaakt van ingewikkelde constructies. Doel van het eerste project is potentiële slachtoffers mensenhandel via informatie weerbaarder maken opdat ze niet in handen zouden vallen van mensenhandelaars. IOM heeft de campagne in nauwe samenwerking met de DVZ , de Sociale Inspectiediensten en de Federale Politie uitgevoerd van september tot december 2009. Het tweede project omvat de organisatie van twee workshops in Goiania en in Brussel met het oog op een betere samenwerking tussen de verschillende diensten van beide landen om de misbruiken tegen te gaan en zal plaatsvinden van maart tot mei 2010. Om de samenwerking te starten kwam op uitnodiging van de DVZ de Braziliaanse Staatssecretaris voor Justitie naar België in oktober 2009.

Page 205: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

205

Preventie van misbruiken in vreemdelingrechtelijke procedures op gemeentelijk niveau De vreemdelingenwetgeving is een complexe materie die steeds nieuwe wijzigingen ondergaat. Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze materie niet op alle gemeenten even goed beheerst wordt. Zeker in kleinere gemeenten met slechts een beperkt aantal inwonende vreemdelingen kunnen, door het feit dat niet elke dag diepgaand op de materie ingegaan kan worden, kwetsbaarheden en eventuele misbruiken ontstaan. Het doel van het project is steden en gemeenten te sensibiliseren opdat zij een preventiebeleid ontwikkelen tegen vormen van misbruik van vreemdelingenrechtelijke procedures en hen te informeren over recente fenomenen, procedures en technieken om deze tijdig te ontdekken en tegen te gaan. Dit gebeurde onder meer via bezoeken aan de gemeenten, vormingen over gezichtsherkenning en de modernisering van de website voor de gemeentes. Sindsdien wordt een stijging vastgesteld van de door de gemeenten gedetecteerde gevallen. Dit project liep van september 2009 tot januari 2010. Preventiecampagne in India De campagne had als doel te wijzen op de risico’s van illegale migratie en deels te informeren over de mogelijkheden van legale migratie. Het doelpubliek waren Indiërs uit het noorden van de Punjab (district Jalandhar) die in grote aantallen naar België komen en vandaar uit proberen op illegale wijze naar het Verenigd Koninkrijk te trekken. De campagne werd uitgevoerd tijdens de maanden juni en juli 2009 met behulp van verschillende middelen zoals brochures, affiches, een documentaire film, theaterstukken, enz… Het project werd geïmplementeerd door IOM, met inbreng van de DVZ die ook de coördinatie en de implementatie van nabij volgde. De resultaten van deze campagne waren : een unieke medewerking van de lokale Indiase autoriteiten, een gedeelte van het doelpubliek die reeds werd bereikt via de hogervermelde communicatiemiddelen, en het reeds bespeuren van een opmerkelijk daling van het aantal Indiërs in illegaal verblijf ten opzichte van het jaar 2008. Tenslotte is er nog het opstellen van een meertalige informatiebrochure “Legale Migratie”. Hierin wordt de nadruk gelegd op de mogelijkheden en de bestaande procedures inzake legale migratie en de aandacht gevestigd op de risico’s en gevaren die illegale immigratie en smokkel met zich meebrengen.

Page 206: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

206

HOOFDSTUK X

DE DIENST VREEMDELINGENZAKEN IN DE MEDIA

Page 207: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

207

I. De werking van de Pers- en Communicatiedienst

De externe communicatie

De Dienst Vreemdelingenzaken komt regelmatig aan het woord in de Belgische en buitenlandse media. Twee woordvoersters, een Franstalige en een Nederlandstalige, spreken in naam van de Dienst Vreemdelingenzaken en zorgen voor de communicatie met de geschreven pers, de gesproken pers en de televisie. Ze staan onder het rechtstreekse gezag van de Directeur-generaal en vervullen hun functie volgens hun respectieve taalrol.

De media hebben het regelmatig over de dossiers die geheel of gedeeltelijk beheerd worden door de Dienst Vreemdelingenzaken. De pers, die geïnterpelleerd wordt door verschillende verenigingen, NGO’s, advocaten, Belgische burgers of allochtonen, neemt dagelijks de vragen over die verbonden zijn met de problematiek van de immigratie en die van het beheer van de migratiestromen. De persdienst waakt erover dat de beslissingen van de Dienst Vreemdelingenzaken correct geïnterpreteerd worden en dat de taken en de bevoegdheden van de Dienst duidelijk zijn voor de publieke opinie. Om deze aanzienlijke taak zo goed mogelijk te vervullen staat de persdienst regelmatig in nauw contact met de uitvoeringsbureaus van de DVZ, maar ook met de belangrijkste partners, zoals de Federale Politie, het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, Fedasil, de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, … De persdienst volgt de actualiteit op de voet en stelt elke dag een gedetailleerd persoverzicht op voor de Directeur-generaal en zijn belangrijkste medewerkers. In geval van crisis of incidenten bepalen de woordvoersters met de Directeur-generaal de communicatiestrategie die moet worden toegepast om een snelle en coherente externe communicatie tot stand te brengen. Voor de vragen of onderwerpen die politiek gezien gevoeliger zijn werkt de persdienst nauw samen met het kabinet van de Staatssecretaris voor Migratie- en asielbeleid, Melchior Wathelet. Samen bepalen ze de richtlijnen en de inhoud van een specifieke communicatiestrategie, in functie van het geval. De persdienst ondersteunt verschillende projecten die gericht zijn op de verbetering van de externe communicatie. De oprichting van een werkgroep die belast is met de « relooking » van de website is hiervan een voorbeeld.

Page 208: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

208

De interne communicatie De woordvoersters van de DVZ houden zich ook bezig met de interne communicatie. De communicatiedienst van de DVZ neemt actief deel aan en werkt mee aan projecten die gericht zijn op een verbetering van de interne communicatie. Hij stelt nieuwe projecten voor en houdt toezicht op de uniformiteit van het communicatiebeleid van de DVZ met dat van de FOD Binnenlandse Zaken en het kabinet. Hiertoe nemen de communicatieverantwoordelijken deel aan de maandelijkse vergaderingen voor communicatoren (COMMnet), waar nieuwe initiatieven en communicatieacties –zowel intern als extern- voor het hele departement worden ontwikkeld. II. Persevenementen in 2009 In 2009 vonden verschillende belangrijke gebeurtenissen plaats, waarvan een deel verbonden was met een kabinetswijziging die een nieuwe staatssecretaris voor migratie- en asielbeleid heeft opgeleverd. Deze post werd in juli 2009 toegekend aan de heer Melchior Wathelet, die Annemie Turtelboom opvolgde. Opening van de appartementen voor illegaal verblijvende gezinnen in Tubeke Sinds 1 oktober 2008 verblijven de illegaal verblijvende gezinnen met kinderen, in afwachting van hun terugkeer naar hun land van herkomst, niet meer in de gesloten centra. Het gaat om een punt van de regeringsverklaring van 20 maart 2008. Dit vraagstuk van de gezinnen was de prioriteit van minister Annemie Turtelboom. Met de medewerking van de Dienst Vreemdelingenzaken werd een oplossing gevonden : de gezinnen worden in individuele structuren ondergebracht. Op 13 februari 2009 werden 4 appartementen officieel geopend in Tubeke, in aanwezigheid van minister Turtelboom, minister Reynders, de Directeur-generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken en de burgemeester van Tubeke. Bij de persconferentie was een grote vertegenwoordiging van de geschreven media en de televisie aanwezig. Tienjarig bestaan van het Gesloten Centrum van Vottem In maart 2009 was het 10 jaar geleden dat de eerste personeelsleden van het gesloten centrum van Vottem in een gloednieuw gebouw aankwamen. In dit centrum worden de mannen die illegaal op het grondgebied verblijven en de uitgeprocedeerde asielzoekers, in afwachting van hun repatriëring, ondergebracht. In aanwezigheid van de directeur van het centrum en van de Directeur-generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken vond op donderdag 5 maart 2009 een persconferentie plaats, gevolgd door een bezoek aan het centrum. Opening van de werf van het nieuw gesloten centrum van Steenokkerzeel Op 5 mei 2009 legde de Minister van Migratie- en asielbeleid, Annemie Turtelboom, de eerste steen van het toekomstig transitcentrum voor vreemdelingen die niet kunnen worden toegelaten tot het grondgebied of wier verblijfssituatie onregelmatig is. Dit nieuwe centrum, dat het INAD-centrum van de luchthaven van Brussel en het centrum 127 van Melsbroek zal vervangen, zal gebouwd worden op een terrein in de buurt van het gesloten centrum 127 Bis

Page 209: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

209

van Steenokkerzeel. Het einde van de werken wordt voor het einde van het jaar 2010 voorzien. Voorstelling informatiecampagne in het Jalandar District Illegale immigratie naar België vanuit het noorden van de Punjab is een fenomeen dat al een tijd aansleept. België wordt gebruikt als transitland: niet België, maar het Verenigd Koninkrijk vormt het uiteindelijke reisdoel. Om deze onregelmatige migratiestroom te voorkomen zette de Belgische overheid met de plaatselijke autoriteiten een succesvolle informatiecampagne op in het Jalandar District van Punjab (India). Op 6 mei 2009 lichtte Annemie Turtelboom, Minister van Asiel- en Migratiebeleid, tijdens een persconferentie te Sint-Truiden deze ontradingscampagne toe, in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de Indische ambassade en de verbindingsambtenaren Katy Verzelen & Isabelle Vervloesem, die het project in goede banen leidden. Nieuwe regularisatie-instructies In juli 2009, kort nadat de nieuwe Staatssecretaris in functie getreden was, zagen nieuwe regularisatie-instructies het daglicht. Voor verschillende categorieën van situaties werden regularisatiecriteria op duidelijke wijze gedefinieerd : lange asielprocedure, humanitaire gezinssituaties, duurzame lokale verankering, werk en kwetsbare personen. Deze criteria, die aangekondigd werden in de algemene beleidsnota van de regering in maart 2008, werden al verschillende maanden verwacht. In de media werd dus veel aandacht besteed aan deze criteria, zowel door middel van interviews bij de Dienst Vreemdelingenzaken als rechtstreeks bij de Staatssecretaris. In talrijke reportages in de geschreven en gesproken pers en in talrijke televisiereportages werd aandacht besteed aan de termijn van 3 maanden (15 september – 15 december) die werd vastgelegd om de regularisatiedossiers bij de gemeentebesturen, of rechtstreeks bij de Dienst Vreemdelingenzaken, in te dienen. Reportage over de « coulissen van de Dienst Vreemdelingenzaken » In september 2009 heeft de RTBF voor de nieuwsuitzending van 13 u een reeks van 5 korte reportages over de werking van de Dienst Vreemdelingenzaken gemaakt. De RTBF, die discreet observeerde, wou begrijpen hoe deze grote dienst functioneert en besteedde daarbij veel aandacht aan getuigenissen (van buitenlandse onderdanen en van het personeel van de DVZ). De volgende onderwerpen werden gekozen : opvang van de asielzoekers, analyse van de vingerafdrukken met het Printrak-systeem en het Eurodac-systeem, interviews van asielzoekers, opvang in open centra of in hotels en opvang, in geval van een aanstaande repatriëring, van de gezinnen met kinderen in individuele woningen.

Videoclip voor de Europese Commissie In oktober 2009 heeft de audiovisuele dienst van de Europese Commissie de administratieve procedure gefilmd die gevolgd wordt door de asielzoekers die in België aankomen (opvang, nemen van de vingerafdrukken en analyse van de vingerafdrukken, röntgenfoto van de longen, eerste interview). De gedraaide videoclip werd gebruikt als illustratie tijdens de persconferentie die Europees Commissaris Jacques Barrot gaf om de voorstellen van de Commissie inzake asiel aan te kondigen.

Page 210: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

210

De schijnhuwelijken In 2009 werd in de media veel aandacht besteed aan deze problematiek. Het klopt dat het om een fenomeen gaat dat in de meeste grote steden van België aan belang lijkt te winnen. In december 2009 heeft Le Vif-l’Express een volledig dossier gewijd aan deze problematiek.

Page 211: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

211

HOOFDSTUK XI

Het documentatiebeheer van de DVZ

Page 212: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

212

I. Bibliotheek De Dienst Algemene Documentatie stelt algemene dossiers met betrekking tot de vreemdelingenreglementering samen, bewaart ze en stelt ze elektronisch ter beschikking aan de personeelsleden. In de bibliotheek van deze dienst, die ter beschikking staat van het personeel, kunnen boeken, tijdschriften en naslagwerken worden uitgeleend of geraadpleegd. Naast de opzoekingen voor de ambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken zoekt de Dienst Algemene Documentatie ook documenten voor externe cliënten op (andere FOD’s of diensten, gemeentebesturen, politiediensten, privé-personen, studenten, onderzoekers,…). Het Documentatiecentrum bezit 335 monografieën en wetboeken die hoofdzakelijk over het vreemdelingenrecht handelen. In samenwerking met het Studiebureau worden artikels uit 9 juridische tijdschriften geselecteerd en ter beschikking gesteld aan geïnteresseerde personen. II. Websites van de DVZ Er zijn verschillende sites : Op de DOFI-website (www.dofi.fgov.be) stelt de DVZ zich voor aan het publiek (doelstelling, organogram, contactpersonen,…). Men vindt er de geldende wetgeving met betrekking tot de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Meer dan 200 gecoördineerde teksten worden ter beschikking gesteld. Via de DOFI-site kunnen de betrokken personen ook de evolutie van de behandeling van hun visumaanvraag volgen. De statistieken met betrekking tot het asiel, de niet-begeleide minderjarigen, de termijn voor de behandeling van de visumaanvragen en de buitenlandse bevolking staan ook op de website. Op de site vindt men ook verklarende fiches over de verschillende visumtypes, evenals een asielbrochure. Via een beveiligde toegang kan men toegang krijgen tot de “GEMCOM”-site die voorbehouden is aan de gemeentebesturen en de politiediensten. De site bevat specifieke informatie voor de geprivilegieerde partners. De wetgeving en de bijlagen worden on line ter beschikking gesteld. Verklarende fiches over de materie en specifiekere statistieken worden ook ter beschikking gesteld aan onze partners.

Page 213: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

213

HOOFDSTUK XII

BIJLAGEN

Page 214: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

214

I. Huidig organogram Dienst Vreemdelingenzaken

Page 215: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

215

II. Juridische bronnen De wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en haar koninklijk uitvoeringsbesluit van 8 oktober 1981 weerspiegelen het immigratiebeleid en zijn regelgevend voor deze materie. Deze wet werd natuurlijk reeds meermaals gewijzigd, enerzijds om de evolutie in de immigratiepolitiek te kunnen volgen, en anderzijds om de Belgische wetgeving in overeenstemming te brengen met richtlijnen uitgaande van de instellingen van de Europese Gemeenschappen en de Europese Unie, en met de draagwijdte van internationale verdragen die België binden (Schengen, Dublin, ...). De wet van 15 december 1980, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 december 1980 is in voege getreden op 1 juli 1981 (artikel 95). De Duitse vertaling verscheen in het Belgisch Staatsblad van 11 november 1982, de Engelse en Italiaanse vertaling verschenen in het Belgisch Staatsblad van 27 april 1983. 1. De wet van 15 december 1980 De wet van 15 december 1980 werd in het jaar 2009 gewijzigd door :

- de wet van 6/05/2009 houdende diverse bepalingen (BS 19/05/2009) artikelen 177-192;

- de wet van 6/05/2009 houdende diverse bepalingen betreffende asiel en immigratie

(BS 19/05/2009);

- de wet van 8/03/2009 tot wijziging van artikel 12bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (BS 2/07/2009);

- de wet van 7/06/2009 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de

toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wat het advies van de geneesheer betreft (BS 03/08/2009);

- de wet van 23/12/2009 houdende diverse bepalingen inzake migratie en asiel (BS

31/12/2009);

- de wet van 30/12/2009 houdende diverse bepalingen (BS 31/12/2009) artikel 23; Zij moet bij de toepassing rekening houden met : 1° de herstelwet houdende sociale bepalingen van 22 januari 1985 (BS 24/01/1985)

gewijzigd bij wet van 7 november 1987 (BS 17/11/1987); 2° het koninklijk besluit van 13 juli 1992 (BS 15/07/1992); 3° het koninklijk besluit van 31 december 1993 (BS 01/01/1994); 4° de Benelux-akkoorden (BS 19/09/1960 en 11/04/1960) België, Nederland en Luxemburg;

Page 216: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

216

5° de Europese Unie (EEG nieuwe benaming sedert 01/11/1993)

- 6 landen (25/03/1957) Benelux, Duitsland, Frankrijk en Italië

- 9 landen (01/01/1973) Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken

- 10 landen (01/01/1981) Griekenland

- 12 landen (01/01/1986) Spanje en Portugal - 15 landen (01/01/1995) Oostenrijk, Finland en Zweden - 25 landen (01/05/2004)

Cyprus, Malta, de Tsjechische Republiek, Slowakije, Letland, Slovenië, Polen, Hongarije, Litouwen en Estland;

- 27 landen (01/01/2007) Bulgarije en Roemenië 6° de Europese Economische Ruimte - EU-landen, Noorwegen, IJsland en Lichtenstein; - KB 11/03/1994 (BS 30/03/1994); 7° de Schengen-Akkoorden van 14 juni 1985 tussen de Benelux-landen, Duitsland en

Frankrijk (BS 29/04/1986) en de Uitvoeringsovereenkomst van dit Akkoord, ondertekend op 19 juni 1990 (wet 18/03/1993 – BS 15/10/1993).

Achteraf ondertekenden Italië, Spanje, Portugal, Griekenland, Oostenrijk, Finland, Zweden en Denemarken de Conventie. Het Akkoord is van toepassing:

- sedert 26 maart 1995 voor België, Nederland, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk,

Spanje en Portugal;

- sedert 26 oktober 1997 voor Italië; - sedert 1 december 1997 voor Oostenrijk;

- sedert 8 december 1997 voor Griekenland;

- sinds 12 december 2008 voor Zwitserland.

8° de wet van 11 mei 1995 houdende goedkeuring van de overeenkomst betreffende de

vaststelling van de Staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat bij één van de lidstaten van de Europese Gemeenschappen wordt ingediend, gedaan te Dublin op 15 juni 1990, te Rome op 7 december 1990 en te Luxemburg op 13 juni 1991 (BS 30/09/1995).

- sedert 1 september 1997 voor België, Nederland, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk,

Portugal, Spanje, Italië, Griekenland, Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken;

- sedert 1 oktober 1997 voor Oostenrijk en Zweden;

- sedert 1 januari 1998 voor Finland;

Page 217: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

217

9° de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk (BS 10/01/2000 - errata BS 02/02/2000);

10° de wet van 30 januari 2002 houdende instemming met de Overeenkomst tussen de

Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds, over het vrije verkeer van personen, gedaan te Luxemburg op 21 juni 1999 (BS 17/09/2002).

Zij vindt ook nog haar uitwerking in andere beschikkingen : 1° de wetgeving en reglementering met betrekking tot de controle van de reizigers

- de wet van 17 december 1963 – het KB van 20 mei 1965 (BS 26/05/1965) - de wet van 30 april1970 (BS 06/06/1970) – het KB van 29 oktober 1971 (BS

04/11/1971);

2° wetgeving van de Belgische nationaliteit

- de wet van 28 juni 1984 (BS 12/07/1984) - de wet van 22 mei 1991 (BS 06/07/1991) - de wet van 13 juni 1991 (BS 03/09/1991) - de wet van 6 augustus 1993 (BS 24/09/1993) - de wet van 13 april 1995 (BS 10/06/1995) - de wet van 22 december 1998 (BS 06/03/1999)

3° de wetgeving en reglementering met betrekking tot de gemeentelijke bevolkingsregisters

- de wet van 19 juli 1991 (BS 03/09/1991); 4° de reglementering met betrekking tot het verblijf van bevoorrechte vreemdelingen

- het KB van 30 oktober 1991 (BS 17/12/1991);

5° de wet van 8 augustus 1983 op het nationaal register (BS 21/04/1984); 6° de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (BS 22/12/1992); Rijkswacht, Gemeentepolitie, Zeevaartpolitie dienen toezicht uit te oefenen op:

- de wettelijke bepalingen in verband met binnenkomst, verblijf, vestiging en verwijdering van vreemdelingen;

- het persoonlijk gedrag; 7° de reglementering met betrekking tot het uitoefenen van een activiteit

- de wet van 30 april 1999 betreffende tewerkstelling van buitenlandse werknemers (BS 21/05/1999);

- het KB van 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 (BS 26/06/1999);

8° de reglementering met betrekking tot het uitoefenen van een zelfstandige activiteit

- het KB van 2 augustus 1985 (BS 24/09/1985) houdende uitvoering van de wet van 19 februari 1965 betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteit der vreemdelingen;

Page 218: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

218

9° de wetgeving met betrekking tot de openbaarheid van bestuur

- de wet van 11 april 1994 (BS 30/06/1994) - het KB van 23 juni 1994 (BS 30/06/1994)

2. Het Koninklijk Besluit van 8 oktober 1981 en haar wijzigingen Het Koninklijk Besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (BS 26/10/1981) werd in het jaar 2009 gewijzigd door : 1° het koninklijk besluit van 08/06/2009 (BS02/07/2009)). III. Omzendbrieven die in het jaar 2009 werden gepubliceerd

DATUM BS TITEL 29/05/2009 15/07/2009 Omzendbrief betreffende de identificatie van onregelmatig

verblijvende vreemdelingen 17/06/2009 2/07/2009 Omzendbrief houdende bepaalde verduidelijkingen en

wijzigings- en opheffingsbepalingen inzake de gezinshereniging 14/07/2009 11/08/2009 Omzendbrief betreffende de status van langdurig ingezetene

IV. Afkortingen en letterwoorden ACE Access, Control and Enforcement, Toegang, controle en uitvoering van

maatregelen

AD Algemene Directie ADIV Algemene Dienst voor Informatie en Veiligheid

(FOD Landsvedediging) AENEAS Programma voor financiële en technische bijstand aan derde landen op het

gebied van migratie en asiel AGG Antiterroristische Gemengde Groep AI attest van immatriculatie ANAPEC Agence Nationale pour la Promotion de l'Emploi et des Compétences, Nationaal

Agentschap voor Arbeid en Competentiepromotie (Marokko) ANG Algemene Nationale Gegevensbank ASEM Asia-Europe Meeting AU Afrikaans Unie AV aankomstverklaring BAMF Bundesamt für Migration und Flüchting, Federale dienst voor migratie en

vluchtelingen (Duitsland) BGV bevel om het grondgebied te verlaten BIA Border & Immigration Agency, Agentschap voor de controle aan de grenzen en

de immigratie BIB Bureau Internationale Betrekkingen BioDev Biometrics Data Experimented in Visas, biometrische kenmerken op visa

Page 219: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

219

BIVR bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister BNL Benelux BS Belgisch Staatsblad BSC Balanced scorecards

CAWG Control Authorities Working Group

CGVS Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen CI Centrum voor Illegalen CIB Centrum voor Illegalen Brugge CID Identificatiecel CIM Centrum voor Illegalen Merksplas CIREFI Informatie-, overleg- en uitwisselingscentrum inzake grenzen en immigratie CIV Centrum voor Illegalen Vottem COREPER Comité van Permanente Vertegenwoordigers

(van de Lidstaten) CSB Centraal Signalement Bulletin CTL Dienst Controle gemeenten DEPA deportee accompanied

DEPU deportee unaccompanied

DGM Direction générale de Migration

DGUSM Directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen (FOD Justitie) DID Identificatiecel Opgeslotenen DIMONA déclaration immédiate – onmiddellijke aangifte DNA desoxyribonucleic acid

(desoxyribonucleïnezuur) DRC Democratische Republiek Congo DV Dienst Voogdij DVZ Dienst Vreemdelingenzaken EEG Europese Economische Gemeenschap EER Europese Economische Ruimte EG Europese Gemeenschap EHRM Europees Hof voor de Rechten van de Mens eID elektronische identiteitskaart EMN Europees Migratie Netwerk

(EMN: European Migration Network) EPN European Patrols Network, Europees Patrouillenetwerk EU Europese Unie Eurosur Europees grensbewakingssysteem EVRM Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens FAL-conventie

Facilitation of International Maritime Traffic

FOD Federale Overheidsdienst FRONTEX Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan

de buitengrenzen van de Lidstaten van de Europese Unie FYROM Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië

Page 220: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

220

GCI gemeenschappelijke consulaire instructies GDISC General Directors’ Immigration Services Conference, conferentie van

directeuren-generaal van immigratiediensten

GFMD Globale Forum over Migratie en Ontwikkeling GH Gezinshereniging GID Grensinspectiedienst IAMM Informatie- en analysecentrum mensenhandel en mensensmokkel IATA International Air Transport Association

ICMPD International Centre for Migration Policy Development, internationaal centrum voor de ontwikkeling van migratiebeleid

ICMPD International Centre for Migration Policy Development

IGC Intergovernmental Consultations on Asylum and Migration

ILO Immigration Liaison Officer, immigratie-verbindingsofficier IMO Internationale Zeevaartorganisatie INAD inadmissible passenger (passagier die niet mag worden toegelaten) IND Immigratie- en Naturalisatiedienst (Nederland) IOM Internationale Organisatie voor Migratie IVRK Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind KB koninklijk besluit KLM Koninklijke Luchtvaart Maatschappij KPI kritieke prestatie indicatoren LAC Latijns-Amerikaanse landen en landen in het Caribisch gebied LI Langdurig Ingezetene LIMOSA Landenoverschrijdend Informatiesysteem ten behoeve van Migratieonderzoek

bij de Sociale Administratie LP laissez-passer LPA Luchtvaartpolitie LS Lidstaat MB ministerieel besluit MBT ministerieel besluit tot terugwijzing MFA Ministry of Foreign Affairs

MH mensenhandel MINTEH minderjarige, slachtoffer van mensenhandel MMZ Migratie over de Middellandse Zee MOU Memorandum of Understanding (protocolakkoord) MPM Moderniseringsprojecten MPS Ministry of Public Security

MVV machtiging tot voorlopig verblijf NADRA Pakistaanse nationale registratiedienst NAPTIP National Agency for Prohibition and Trafficking in Persons and Other Related

Matters, Nationaal Agentschap voor het bestrijden van mensenhandel en andere verwante materies

NAVO Noord-Atlantische Verdragsorganisatie NBMV niet-begeleide minderjarige vreemdeling NCP Nationaal Contactpunt NG North Gate

NGO niet-gouvernementele organisatie

Page 221: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

221

NTC niet-terugleidingsclausule OCAD Orgaan voor de Coördinatie en de Analyse van de Dreiging OCMW Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn OFO Opleidingsinstituut van de Federale Overheid OOC Oriëntatie en Observatie Centra P&O Personeel en Organisatie PECO Landen van Midden- en Oost- Europa RAV Raad van Advies voor Vreemdelingen RC Repatriëringscentrum RC 127bis Repatriëringscentrum 127bis REAB Return and Emigration of Asylum Seekers Ex Belgium, Terugkeer en Emigratie

van Asielzoekers vanuit België

RIB Recherche- en Informatieblad

(vroeger CSB: Centraal Signalement Bulletin) RK Raadkamer RR Rijksregister RVV Raad voor Vreemdelingenbetwistingen SCIFA Strategic Committee on Immigration, Frontiers and Asylum

SIS Schengen Informatie Systeem SMEX sans moyens d’existence, zonder bestaansmiddelen

SNBA SN Brussels Airlines

SPOC Single Point of Contact, centraal aanspreekpunt STEAM Stressteam

(team voor stressbeheer) SUO Schengen Uitvoeringsovereenkomst T Transfer TBV visum met beperkte territoriale geldigheid TC Transitcentrum TC 127 Transitcentrum 127 TVL transitvisum voor luchthavens UNHCR United Nations High Commissioner for Refugees, Hoog Commissariaat van de

Verenigde Naties voor de Vluchtelingen

UNMIK United Nations Interim Administration Mission in Kosovo

VBC Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen VDNL Veiligheidsdetachement van de Nationale Luchthaven VIS Visa Information System

VISION Visa Inquiry Open-border Network

(open grenzen netwerk over visuminformatie) VN Verenigde Naties

(UNO: United Nations Organization) WTC World Trade Center

Page 222: Activiteitenrapport 2009 NL PDF - IBZ61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang

222

V. Adressen

World Trade Center, Tower II Antwerpsesteenweg 59 B

1000 Brussel Algemeen telefoonnummer 02/793.95.00

HELPDESK Tel. : 02/793.80.00 Fax : 02/274.66.91

E-mail : [email protected]

www.dofi.fgov.be