24
Verantwoordelijke uitgever en afzendadres: L. Declerck, J. Maertenstraat 26, 8200 BRUGGE 2 - Afgiftekantoor: 8200 Brugge-Mail – P2A8313 TIJDSCHRIFT VAN ADEM-TOCHT VZW 35e jaargang nr. 3 – januari en februari 2016 (verschijnt vijfmaal per jaar: februari, mei, augustus, oktober, december)

Ademtocht januari-februari 2016

Embed Size (px)

DESCRIPTION

 

Citation preview

Page 1: Ademtocht januari-februari 2016

Verantwoordelijke uitgever en afzendadres: L. Declerck, J. Maertenstraat 26, 8200 BRUGGE 2 - Afgiftekantoor: 8200 Brugge-Mail – P2A8313

TIJDSCHRIFT VAN ADEM-TOCHT VZW

35e jaargang nr. 3 – januari en februari 2016(verschijnt vijfmaal per jaar: februari, mei, augustus, oktober, december)

Page 2: Ademtocht januari-februari 2016

22

colofon ADEM-TOCHTTijdschrift van de vzw Adem-Tocht

REDACTIEEric Bruneel, Edith Cardoen,Ria Grommen, Maurits Gilissen,Hubert Schepers, Piet Thomas,Céline Van Acker, Jan Vanden Berghe,Mia Verbanck

GESPREKSBIJLAGENGuido Debonnet

VORMGEVINGW. Vanhaelemeesch

LIDGELD(werkjaar september tot juni)binnenland: 14,00 eurotwee huisgenoten: 18,00 euro‘steunabonnement’: 20 euro - 30 euro …

REKENINGNUMMER INTERDIOCESAANIBAN: BE69 4348 1481 7178BIC: KREDBEBBAdem-TochtNieuwpoortsesteenweg 112G bus 3.028400 Oostende

ADEM-TOCHT vzwChristelijke spiritualiteitsbeweging voor 60-plussersEendenplasstraat 33, 9940 Evergem

VOORZITTERS EN PASTORESInterdiocesaanERIC BRUNEELFazantenlaan 14, 8450 Bredenetel. 059 32 20 [email protected] VANDEN BERGHEKoninginnelaan 149 bus 102, 8670 Koksijdetel. 058 51 22 [email protected]

Bisdom AntwerpenMIA VERBANCKKoninklijke laan 91 bus 5, 2600 Berchem0495 28 65 [email protected]

Bisdom BruggeMARIA SEURINCKDelaeystraat 58, 8830 Hoogledetel. 051 70 14 500473 21 16 [email protected] WEYTSOude Molenweg 24-26, 8377 Meetkerketel. 050 31 22 750473 84 97 [email protected]

Bisdom GentRENÉE SMETEendenplasstraat 33, 9940 Evergemtel. 09 357 75 [email protected] VERHEGGENSint-Lievenslaan 268, 9000 Genttel. 09 225 59 [email protected]

Bisdom HasseltHUBERT SCHEPERSHerebaan-West 127, 3530 Houthalentel. 011 52 21 [email protected]

Bisdom Mechelen - BrusselKAMIEL DE WITTEBurchtstraat 27, 1933 Sterrebeektel. 02 731 19 [email protected] STOFFELENKleine Wouwer 29 bus 7, 1860 Meisetel. 02 269 83 [email protected]

www.kerknet.be/ademtocht(gespreksbijlagen staan centraal op de startpagina bij ‘nieuws’)

INHOUD

Edito (Erik Bruneel)Thema voor januari: Wandel met God (Agnes Lameire)

Gij badt op eenen berg alleen (Guido Gezelle)Thema voor februari: ‘Ik zal er zijn voor u’. Exodusverhaal, deel 1 (Paul Kevers)

Mozes (Carlos Desoete)Barmhartigheid (Robrecht Michiels)

Nieuws uit de bewegingIk wens U (Guido Gezelle)

Foto’s: ©Mia Verbanck p. 4, 5, 7, 9, 12, 13, 18, 20, 24 - ©Amen p. 11 - © Luc Blomme p. 14

Page 3: Ademtocht januari-februari 2016

3

editoEN ZE VLUCHTTEN NAAR EGYPTE

‘Jozef stond midden in de nacht op en vertrok met het kind en zijn moeder naar Egypte.’(Matteüs 2,14)

We lezen bij Matteüs dat Jozef, Maria en het kind moesten vluchten wegens de doodsbedreigingen van Herodes. Hoeveel keer heeft dat scenario zich in de loop van de geschiedenis niet herhaald, mensen op de vlucht voor geweld?! Ook nu weer zien we miljoenen mensen wegvluchten uit Syrië, Irak, Afghanistan en enkele Afrikaanse landen. Ze vluchten om de ellende van oorlog en dood achter zich te laten en elders een nieuwe toekomst op te bouwen. We zien hen in bootjes en te voet haveloos op weg gaan naar een vreemd land, hopelijk een beloftevoller.

De laatste maanden, horen en zien we bijna elke dag allerlei reacties op die niet te stoppen vluchtelingenstroom. Sommige landen openen hun grenzen, openen hun hart en verwelkomen de duizenden mannen, vrouwen en kinderen. Een moedige beslissing, soms tegen interne weerstanden in. Een humane houding, een christelijke keuze. Andere landen weigeren vluchtelingen toe te laten. Ze sluiten hun grenzen, schermen zich af met hekkens en prikkeldraad. Want die vreemdelingen bedreigen onze christelijke cultuur, kosten ons te veel, pikken onze arbeidsplaatsen in en tasten onze welvaart aan. Aldus wordt een boodschap van angst verspreid: onze toekomst en die van onze kinderen zou bedreigd worden. Een boodschap die botst met de ‘blijde boodschap’.

Maar zou die situatie ook niet kunnen eindigen zoals we lezen bij Matteüs 2,19-21: ‘Na de dood van Herodes werd Jozef in een droom aangemaand om naar Israël terug te keren, want zij die het kind wilden ombrengen, zijn gestorven.’ Ligt daar niet de oplossing van het probleem? Wanneer er vrede komt in die landen en het opnieuw veiliger is om er te leven, zullen velen willen terugkeren naar hun vaderland en hun familie. Daarom is het zo belangrijk dat politieke en kerkelijke leiders langs de weg van de dialoog en het overleg het oorlogsgeweld doen stoppen en aldus perspectief bieden voor de miljoenen ontheemden. Dan kunnen de rijkere landen hen helpen met de heropbouw van hun verwoeste land.

Wat kunnen wijzelf ondertussen doen?

We moeten de vluchtelingen die tijdelijk in onze stad of gemeente worden ondergebracht, laten aanvoelen dat ze welkom zijn als broers en zusters van dezelfde Vader. Als christenen kunnen wij in woord en daad getuigen van de naastenliefde, zoals Jezus ze heeft voorgeleefd. Wij moeten vredesprofeten zijn, geen angstverspreiders. Niet alleen bidden om vrede, maar daadwerkelijk het goede samenleven in onze straat, in onze buurt met elkaar en met de vluchtelingen bevorderen. Wij zitten niet aan de grote conferentietafels, maar wel aan de tafel waar we brood voor elkaar kunnen breken.

In de samenkomst van onze kring kunnen we onze ervaringen met elkaar delen. We kunnen in elkaars bijzijn getuigen van onze positieve instelling. Wanneer vluchtelingen

www.kerknet.be/ademtocht(gespreksbijlagen staan centraal op de startpagina bij ‘nieuws’)

INHOUD

Edito (Erik Bruneel)Thema voor januari: Wandel met God (Agnes Lameire)

Gij badt op eenen berg alleen (Guido Gezelle)Thema voor februari: ‘Ik zal er zijn voor u’. Exodusverhaal, deel 1 (Paul Kevers)

Mozes (Carlos Desoete)Barmhartigheid (Robrecht Michiels)

Nieuws uit de bewegingIk wens U (Guido Gezelle)

Foto’s: ©Mia Verbanck p. 4, 5, 7, 9, 12, 13, 18, 20, 24 - ©Amen p. 11 - © Luc Blomme p. 14

Page 4: Ademtocht januari-februari 2016

4

hier voorgoed mogen blijven, kunnen we ons steentje bijdragen tot een goede integratie. Zo zullen ze aan den lijve ondervinden wat het inhoudt ‘christen zijn’ en elkaar liefhebben.

Twee prachtige thema-artikels vindt u in dit nummer: een persoonlijke getuigenis over bidden en een verduidelijking van het Bijbelse Godsbeeld, zoals het in het Exodusverhaal naar voor komt. In het volgend nummer wordt daar verder op ingegaan. Er is ook een dankwoord voor mevrouw Julienne Verschueren-Aerts, die samen met haar man Raymond gedurende 25 jaar de verzending van ons tijdschrift heeft verzorgd. Duizendmaal dank.

NIEUWE VOLGORDE VAN THEMA’S TOT EINDE WERKJAAR

• JANUARI: Wandel met God (een getuigenis van Agnes Lameire)• FEBRUARI: Exodus deel 1: het godsbeeld (Paul Kevers)• MAART: Exodus deel 2: omgaan met crisissituaties (Paul Kevers)• APRIL: Angst (Maurits Gilissen)• MEI: Inspirerende figuur: Lytta Basset (Mia Verbanck)• JUNI: Terugblik op de synode van het gezin (Roger Burggraeve)

2016 staat voor de deur. Weer een jaar ouder. Ja, maar ook een nieuw jaar met andere uitdagingen en nieuwe kansen. Wat 2016 brengt, weten we niet, maar het hoopvol en vertrouwvol tegemoet zien kunnen we wel. We maken er samen een goed jaar van.

Een zalig kerstfeest en een gelukkig nieuwjaar.

Genegen,

Erik Bruneel, interdiocesaan voorzitter

Page 5: Ademtocht januari-februari 2016

5

Wil je een artikel over ‘bidden’ schrijven? Dat was de vraag van Adem-Tocht waarop ik gezwind ‘ja’ antwoordde. Maar intussen zit ik al weken naar een wit, onbeschreven blad te staren. Hoewel, nu moet het er echt van komen ...

Bidden leerde ik van thuis uit. Elke avond was er het rozenhoedje, op Goede Vrijdag het kruisgebed en in de juiste maand las moeder feilloos de passende litanie voor: in maart die van Sint-Jozef, in mei die van Maria en in juni kwam het Heilig Hart van Jezus aan de beurt. Samen met broer en zussen antwoordde ik schier eindeloos ‘bid voor ons’, ‘bid voor ons’, ‘bid voor ons ...’.

Buiten dat huisgebed waren er natuurlijk ook de zondagsmis, de vespers en het gezongen avondlof in mei en juni. Ik was er altijd bij en op paaszaterdagmorgen stond ik om vijf uur achteraan in de duistere kerk bij de kleine kring van pastoor, onderpastoor, twee misdienaars en de koster die volhoudend pogingen deed om uit een paar keien het vuur voor de vlam van de nieuwe paaskaars te slaan. Het was magisch, adembenemend, en het vervulde me met vreugde.

Ja, ik was met de kerk vertrouwd. Elke dag repte ik me op klepperende klompen er naartoe om ‘Jezus in mijn hartje’ te ontvangen. Amper acht, negen jaar oud was ik toen. Ik bad graag, ik was gegrepen, ik voelde me uitverkoren.

Was dat echt bidden? Was het gebed dat vader en moeder me leerden God welgevallig? Kon het tippen aan het hoogbesnaarde bidden van een grote of kleine Teresia, een Franciscus of een rij buigende monniken in de abdij? Ja, ik denk van wel. God neemt elk oprecht bidden voor lief. Want, hoe we ook pogen Hem

THEMA VOOR JANUARI

WANDEL MET GOD

Page 6: Ademtocht januari-februari 2016

6

te genaken, we zijn dwergen die naar de sterren reiken ...

Wat is bidden?

Bidden is onze ziel verheffen tot God zei de oude catechismus.Bidden is luisteren naar God schrijft ‘De nieuwe catechismus’ in 1966.Een samenspraak van God en mens leert het ‘Geloofsboek’ uit 1987.Het zal allemaal wel waar en juist zijn, maar helpt die theorie ons wel?

Onze ziel verheffen met vier rumoerige kinderen aan de ontbijttafel, een los te wringen vastgelopen rits en een fietsband die nog bijgepompt moet worden? Luisteren naar God met een koortsig kleinkind op schoot en een ontredderde mama aan de telefoon?Samenspraak van God en mens, terwijl je als oma barstende hoofdpijn hebt met drie dreinende kleinkinderen om je heen?En toch, en toch. Al vermoed ik dat de catechismusteksten niet geschreven zijn door drukke ouders of bereidwillige oma’s en opa’s, toch zetten ze ons op weg. Het verlangen om te bidden zit ons immers ingebakken. God zelf heeft die hunker naar Hem in ons hart heeft gelegd. Hoe we daaraan beantwoorden, dat hebben we zelf in handen.

Zo heb ik, jaren geleden, enkele psalmen uit het hoofd geleerd. In drukke momenten flitst één zin me dan als vanzelf te binnen: Bij U, ik ben altijd bij U ... (psalm 73) Dat geeft me rust. Kan dat tellen als ‘mijn ziel verheffen tot God’? Ondertussen zorg ik voor de kleinkinderen, voor warm eten ‘s middags, voor de was en de plas en noem maar op.

Wandel met God zegt de profeet Micha

(6,8). Wandelen met zijn tweetjes wijst naar vertrouwd zijn met elkaar, naar genegenheid, naar intimiteit, soms met woorden, soms woordeloos.Zo is bidden wandelen met God. Hij vergezelt je, doorheen dagen en nachten, bij zon en regen, in werk en in rust. Nooit ben je alleen. Hij wandelt mee. Hij respecteert je tempo, Hij wacht je op, Hij gunt je de tijd en luistert naar wat leeft in je hart. Zo hoeft bidden helemaal niet moeilijk te zijn …

‘Heilig steeds de dag des Heren’

Het is me wat met die eucharistieviering. Om te beginnen raakte het woord nooit ingeburgerd en blijven we taai ‘naar de mis gaan’. Het ‘Ite missa est’ heeft het duidelijk gehaald!

Ik ga graag naar de kerk, maar met de zondagse viering heb ik het vaak méér dan lastig.Vijf jaar geleden werd ons wijkkerkje gesloten. In de zalige plek waar onze kinderen werden gedoopt, hun eerste communie deden en het vormsel ontvingen, hebben onze kleinkinderen nu hun turnles. En kunnen ze er schuilen bij regen en wind. Dat is lekker meegenomen, maar het ellendige is dat ik sindsdien op den dool ben om een misviering te vinden die me voedsel geeft, blij maakt en in geloven ondersteunt.Gelukkig is de tijd voorbij dat de mis ons werd aangereikt als het bloedige kruisoffer van Christus dat op onbloedige wijze werd overgedaan. Neem dat maar eens aan ... Maar als tegenwoordig de tekst van liederen op een scherm boven het altaar verschijnt, voel ik me eerder in een bioscoop dan in een kerkgebouw.Wat is dat trouwens met de liederen? De nummers uit ‘Zingt Jubilate’ raken niet echt vertrouwd en de nieuwe liederen verschillen van kerk tot kerk.

Page 7: Ademtocht januari-februari 2016

7

Zo vermoeiend! Maar beluister je op zondag om 10 uur de radiomis, dan hoor je – indien gregoriaans – plots de hele kerk uit volle borst meezingen. Zegt dat niets?

Intussen heb ik, samen met mijn man, zowat alle kerken in de omtrek een kans gegeven. Met goede wil en in stille hoop reden we er telkens naartoe: van parochiekerk, over abdijkerk, kloosterkerk tot slotkapel, maar zo zelden hoorde ik een vervullend woord om van te leven. De ‘Almachtige God’ (een foutieve vertaling uit het Hebreeuws) wordt hier en daar wel vervangen door ‘Eeuwige’, maar wie bidt er zo, vraag ik me af? En vernieuwde teksten en gebeden lijken me soms meer poëzie dan gebed. En toch ga ik graag naar de kerk. Het is de plek waar ik me bij God en mensen welkom weet, waar we als christenen samen ons eeuwenoude geloof uitzingen, onze schuld erkennen, de

vele noden van de wereld vertrouwvol onder Gods vleugels bergen en elkaar de vrede toewensen.

Onze generatie heeft het allemaal mee-gemaakt en overleefd: Latijnse mis, jongerenviering, beatmis, en ga maar door. Vaak bedacht op jongeren, op jongeren die er nu – als volwassenen – niet meer aanwezig zijn. Maar wij, de ouwetjes, houden vol en zijn er wél. We houden de kooltjes smeulend en blijven ons verheugen in ‘De genade van Onze Heer Jezus Christus, de liefde van God en de gemeenschap van de heilige Geest’. Om na ‘Gaat nu allen heen in vrede’ God te danken en de nieuwe week weer in te gaan.

Daartoe neem ik een gebed mee dat ik vaak doorheen de dag bid, omdat het me

‘De kabeltekst vooraan zegt “ik hoop”.

Page 8: Ademtocht januari-februari 2016

8

verbindt met alle geloofsgenoten van de hele wereld: Bevrijd ons, Heer, van alle kwaad. Geef vrede in onze dagen; dat wij, gesteund door uw barmhartigheid, vrij mogen zijn van zonde en beveiligd tegen alle onrust. Hoopvol wachtend op de komst van Jezus Messias, uw Zoon.Spijtig vind ik dat dat gebed in meerdere kerken door de mazen van het net is gevallen. Jammer ... Bij het dagelijks aanschouwen van de eindeloze vluchtelingenstroom lijkt het me nochtans meer dan ooit uiterst zinvol. Maar wie ben ik?

Persoonlijk bidden

Je kan er niet omheen: wil je een persoonlijk bidden opbouwen, dan moet je daar tijd voor maken, liefst een eigen hoekje zoeken (al is het maar een eigen stoel) en een tijdstip vastleggen waarop je dat gebed elke dag een plaats wil geven.

En je vertrekt vanuit het punt waar je die dag staat. Ben je moe? Laat het God weten. Ziekjes? Vertel het Hem. Heb je de huisvrede weer verknald? Beken het gerust. En als dat alles van je lever is, dan pas kan je luisteren. Luisteren naar wat Hij je te vertellen heeft. Zo vergaat het mij althans, maar bidden is zo persoonlijk dat elkeen er een eigen weg moet in zoeken.

En als ik zelf geen woorden vind, val ik terug op psalmen en gebeden die ik me eigen heb gemaakt.

Ik sla mijn ogen op naar de bergen,Zal iemand mij komen helpen?Ja, mijn God komt mij helpen,de schepper van hemel en aarde.

Hij zal niet toelaten dat je struikelt,Hij zal niet slapen. Hij waakt over jou ...(psalm 121)

Er komen ook dagen waarop het echt niet lukt om te bidden. Dagen zelfs waarop twijfel begint te knagen die weken, maanden kan aanhouden. ‘Wat doe ik hier?’ vraag je jezelf dan af. ‘Is er eigenlijk wel een God die naar mij luistert, die me kent en om mij geeft?’

Dan bid ik het gedicht Et adhuc tecum van Michel van der Plas. Het maakt me duidelijk dat ik niet alleen ben, dat ook anderen dat hebben gekend, die troosteloze eenzaamheid, dat toch niet wijkende verlangen naar Hem die jou blijkbaar helemaal niet hoort.

Laat mij niet los, laat mijniet los, mijn God, mijn Heer,al leef ik U voorbijal zie ik U niet meer.En zie ik U niet meer,dan is het nacht, dan gaatde angst in mij te keeralsof Gij niet bestaat.Alsof Gij niet bestaatalsof een blind heelalmij blind verdwalen laaten ik Uw hand ontval.Eer ik Uw hand ontval,spreek tot mij, zeg mij aandat ik U vinden zal,waarheen ik ook moet gaan.

Op een dag breekt het licht wel weer door.

Al gaat mijn weg door een donker dal (psalm 23)

Als een donderslag bij heldere hemel kreeg

Page 9: Ademtocht januari-februari 2016

9

ik tien maanden geleden te horen dat ik borstkanker had. Als behandeling was er maar één weg: operatie.Ik ging akkoord, zei een geplande reis af, verwittigde mijn kinderen, pakte mijn valies en, amper tien dagen na de diagnose, lag ik op de operatietafel. Gebeurde wat moest gebeuren en op dag vier was ik alweer thuis en nestelde me in bed. Op de achtergrond hoorde ik hoe mijn man het eten bereidde, de stofzuiger hanteerde en alles deed wat gedaan moest worden, terwijl ik stilletjes weer helemaal tot mezelf kwam. Het was alsof ik naar een film keek waarin ikzelf de hoofdrol speelde.

Iedereen vond me verbazend kalm. En dat was ook zo. Ik rustte, bad de uren vol en liet psalmen zingen in mijn hart:

De Heer is mijn herder, er hindert mij niets,Hij wijst mij het weiland, het pad en de vliet ...Hij leidt mij door dalen zo donker en diep,ik vrees geen gevaren omdat Hij mij ziet.De Heer is mijn gastheer, Hij heeft in zijn tent,mijn beker gevuld en mijn leven verlengd ...(lied naar psalm 23)

Ik was dankbaar dat ik mocht leven. Ik zag de bomen in de tuin, de laatste bloemen in ons perk, de wolken boven ons huis en alles was goed.

Natuurlijk is er soms ook de angst. ’Zal ik genezen?’ ‘Zal ik hervallen?’ ‘Hoeveel tijd krijg ik nog?’ Maar die angst overweldigt

mij niet. Ik ben niet alleen. God heeft weet van wat me overkomt en dat is troostend. De angst krijgt me niet klein. Ik word gedragen, ik vertrouw me toe.

Na drie weken was ik klaar voor de naverzorging zoals dat mild wordt genoemd. Maar het was hard. De bestraling deed pijn, verbrandde me, vrat zes weken in mijn lijf en toen pas begon ik ten volle te beseffen hoe verminkt ik vanbinnen en vanbuiten wel was. Hoe een stuk pijn voor altijd mijn deel zal zijn.

Zover sta ik nu. Het gaat me goed. Ik hervat mijn vroegere bezigheden en ben met mijn man een weekje naar de Bourgogne geweest.

Page 10: Ademtocht januari-februari 2016

VRAGEN TER BESPREKING

10

1. Agnes Lameire vertelt over de evolutie die ze meemaakte in haar gebedsleven. Heb jij ook een evolutie meegemaakt? Vertel erover en zeg ook hoe je nu bidt.2. De schrijfster gebruikt het beeld “wandelen met God”. Spreekt dat beeld je aan? Of welk beeld heb jij van bidden?3. De auteur vindt inspiratie in de psalmen. Waar haal jij je inspiratie voor je persoonlijk bidden?

Ik zag Romaanse kerkjes terug die ik jaren geleden ook zag en genoot met volle teugen. Maar alles is anders nu. Ik ben rijper, meer bezonnen, milder geworden en relativeer makkelijker de zorgen van elke dag.

Nee, nooit heb ik gebeden om te mogen genezen. Nooit heb ik me afgevraagd: ‘Waarom ik?’ Elke dag lees ik een stukje Bijbel en kom er de mooiste dingen tegen zoals gisteren nog: Mij wacht niet de dood, ik mag leven, en de grote daden van de Heer verkondigen. (psalm 118, geciteerd in Op de adem van Gods woord)Het zij zo.

Agnes Lameire

Als 79-jarige kan Agnes Lameire een aardig mondje meepraten over het rijke Roomse leven dat ze als kind, als pasgehuwde en als jonge moeder heeft meegemaakt. Maar dat heeft haar niet van de Kerk vervreemd.

Een persoonlijk geloofs- en gebedsleven houdt haar stevig op de been. En ze hoopt om – samen met veel lezers deelgenoten – de smeulende kooltjes van het geloof vertrouwvol brandend te houden.

De psalmverzen zijn, op één na, geciteerd uit: Vijftig psalmen. Proeve van een nieuwe vertaling door Huub Oosterhuis en Michel van der Plas in samenwerking met Pius Drijvers en Han Renckens, Ambo, Baarn, 1967.

Page 11: Ademtocht januari-februari 2016

11

VRAGEN TER BESPREKING

Gij badt op eenen berg alleen, en… JESU, ik en vind er geen waar ‘k hoog genoeg kan klimmen om U alleen te vinden: de wereld wilt mij achterna, alwaar ik ga of sta of ooit mijn oogen sla; en arm als ik en is er geen, geen een, die nood hebbe en niet klagen kan; die honger, en niet vragen kan;die pijne, en niet gewagen kan hoe zeer het doet! o Leert mij, armen dwaas, hoe dat ik bidden moet! (Uit Gedichten, gezangen en gebeden, GGG 36, 1859)

Page 12: Ademtocht januari-februari 2016

12

THEMA VOOR FEBRUARI

‘IK ZAL ER ZIJN VOOR U’

Het Bijbelse Exodusverhaal

Deel 1: het Godsbeeld

De kinderen van Israël hebben in een tijd van hongersnood asiel gezocht en gekregen in Egypte. Maar ze worden er onderdrukt en uitgebuit. Ze moeten harde dwangarbeid verrichten en steden bouwen voor de farao, de koning van Egypte, die zichzelf beschouwt als zoon van de zonnegod. Het land is zijn eigendom en zijn onderdanen zijn lijfeigenen. De farao denkt in termen van macht: “De kinderen van Israël worden ons te talrijk en te sterk, we moeten verstandige maatregelen tegen hen treffen, als het oorlog wordt sluiten zij zich bij onze vijanden aan en overspoelen het land”. Verstandige maatregelen: dat zijn volgens de farao dwangarbeid en drastische geboortebeperking, alle pasgeboren jongetjes moeten dood (Exodus 1).

EEN VERHAAL VAN ALLE TIJDEN

Een droom van een andere samenleving

Het lijkt een verhaal van lang geleden, maar het is een verhaal van alle tijden, het gebeurt vandaag nog. ‘Egypte’ is in de Bijbel symbool voor een samenleving van heren en knechten, gebaseerd op macht, op het recht van de sterkste, op dodelijke concurrentie en meedogenloze rivaliteit. Een samenleving waar de een leeft ten koste van de ander. Volgens de Bijbel is die mentaliteit de wortel van alle kwaad. Denk bijvoorbeeld aan het paradijsverhaal in het boek Genesis. In dat verhaal bestaat de misstap van de mens er niet in dat hij van de verboden vrucht eet. Dat ‘eten van de verboden vrucht’ is een symbool voor een diepere werkelijkheid: de mens maakt de keuze om God niet langer als een bondgenoot te zien, maar als een concurrent die overtroefd moet worden. De mens wil ‘aan God gelijk worden’, zelf god worden. En dan loopt het grondig mis, ook tussen de mensen onderling. Op het paradijsverhaal volgt het verhaal van Kaïn en Abel: Kaïn kan zijn broer niet als een bondgenoot zien. Hij ziet alleen een rivaal

Page 13: Ademtocht januari-februari 2016

13

die uitgeschakeld moet worden – letterlijk. Het exodusverhaal herneemt hetzelfde thema, maar nu tussen groepen: Egypte en de kinderen van Israël. Het komt er op aan de sterkste te zijn en te blijven, de ander te onderdrukken, tot slaaf te maken.

Het exodusverhaal vertolkt de overtuiging dat er een andere samenleving mogelijk is. Een samenleving niet gebaseerd op macht, maar op dienstbaarheid. Geen heren en knechten, maar broeders en zusters. Niet het recht van de sterkste, maar het recht van iedereen – en dus van de zwaksten eerst. Een samenleving waar de een niet leeft ten koste van, maar dank zij de ander. Geen dodelijke concurrentie en meedogenloze rivaliteit, maar verbondenheid (‘verbond’) en solidariteit. In de Bijbel heet zo’n samenleving ‘het beloofde land’.

Een taal van beelden en symbolen

Het exodusverhaal is het basisverhaal van de hele Schrift. In de Exodus is Israël geboren als ‘Gods volk onderweg’. Het leert er de Ene – de Onnoemelijke, Onzienlijke – kennen als een beloftevolle Stem, die oproept tot bevrijding. Onderweg doorleeft het crisismomenten en ontdekt leefregels die de weg wijzen naar ‘het beloofde land’: visioen van een menswaardige samenleving in Gods Naam. Dat verhaal is een interpretatiemodel geworden waar gelovige mensen zich altijd opnieuw in hebben herkend en dat hun bestaan heeft verhelderd. De profeten spraken over een ‘nieuwe uittocht’. In de evangelies worden leven, lijden, dood en verrijzenis van Jezus voorgesteld als een exodus. Jezus is een nieuwe Mozes en het paasfeest is van oorsprong een joods feest.

Maar we moeten dat exodusverhaal goed leren lezen. Het is geen historisch verslag, maar een geloofsverhaal. Het geeft ons

geen informatie over feiten die meer dan drieduizend jaar geleden gebeurd zijn, maar het belicht onze bestaanservaring vandaag: het gaat over ons, wij zijn dat volk. Het is niet geschreven in de ‘eerste taal’ van proefondervindelijk vaststaande en controleerbare feiten, maar in de ‘tweede taal’ van beelden en symbolen. ‘Egypte’, ‘de woestijn’ en ‘het beloofde land’ zijn geen geografische grootheden die je in een atlas moet gaan opzoeken, maar levenssituaties die vandaag voorkomen in de wereld en in je eigen leven.

Dat verhaal leert ons belangrijke dingen over het Bijbelse godsbeeld, over de Bijbelse ethiek, en over het omgaan met crisissituaties. Op elk van die drie thema’s gaan we wat nader in. In dit nummer leest u over het Bijbelse godsbeeld; in het volgende nummer van ADEM-TOCHT over de Bijbelse ethiek en het omgaan met crisissituaties.

Page 14: Ademtocht januari-februari 2016

14

HET BIJBELSE GODSBEELD

In onze geseculariseerde maatschappij heeft God afgedaan. Wie nog in God gelooft, wordt door velen als achterlijk beschouwd. De moderne atheïsten voeren aan dat het bestaan van een almachtige God en al wat daarmee samenhangt, onverzoenbaar is met hedendaagse wetenschappelijke inzichten. Maar het is de vraag of de god die zij afwijzen, wel de God van de Bijbel is. Misschien is het wel zo dat het godsbeeld dat door de moderne atheïsten wordt afgewezen, ook door de Bijbel wordt afgewezen?

Geen natuurgod

De Bijbel heeft immers op de vraag naar God een uniek antwoord ontwikkeld, dat fundamenteel verschilt van de natuurreligies. In de natuurreligies wordt God (de goden) in de kosmos gevonden, in de natuurfenomenen. De goden houden de kosmos op orde. De weersomstandigheden, vruchtbaarheid, ziekte en gezondheid… zijn afhankelijk van de goden. God is een ‘macht daarbuiten’, die de touwtjes in handen houdt. De mensen zijn daaraan overgeleverd. Zij kunnen alleen proberen God gunstig te stemmen door te bidden, offers te brengen, rituelen te voltrekken.

Luc Blomme, Mozes en het brandende braambos.

Page 15: Ademtocht januari-februari 2016

15

Dat lijkt misschien primitief, maar dat godsbeeld is ook vandaag nog zeer sterk aanwezig. Het is eigenlijk dát godsbeeld dat door de wetenschap is achterhaald en dat door de moderne atheïsten terecht wordt afgewezen. In de Bijbel vinden we nog heel veel sporen van dat ‘primitieve’ godsbeeld. Maar daar doorheen ontwikkelt zich een fundamenteel anders denken over ‘God’.

God openbaart zich in het levensverhaal van Mozes

Hoe komt God ter sprake in het exodus-verhaal, meer bepaald in het verhaal over de ‘roeping van Mozes’? Wij kennen vooral het verhaal van het brandende braambos en van de stem die spreekt vanuit het vuur. Dat zijn weliswaar natuurfenomenen. Maar we moeten goed lezen. De roeping van Mozes is veel vroeger begonnen. Het verhaal vertelt dat Mozes opgroeide in het paleis van de farao, en dat hij ‘uitging om zijn broeders te zien’. Wat Mozes ziet, raakt hem zo diep en brengt hem zodanig van streek, dat hij het niet meer kan aanzien. De mensonwaardige situatie van de slaven in Egypte schreeuwt als het ware om verandering. In een spontane, impulsieve reactie doodt hij een Egyptische opzichter. Hij verzet zich tegen het onrecht en neemt het op voor de onderdrukten. Mozes doet dat tot driemaal toe. ’s Anderendaags ziet hij twee Hebreeuwse mannen op de vuist gaan, en weer komt hij tussenbeide, ditmaal niet door geweld te gebruiken maar door te praten. En in de woestijn, bij de waterput, neemt hij het op voor zeven meisjes die met de kudde van hun vader onderweg zijn. Zij worden door herders weggedrongen maar Mozes komt metterdaad te hulp. Het zien van de ellende van zijn volk, het meeleven met lijdende mensen is voor Mozes een aangrijpende ervaring die hem nooit meer

los zal laten. Dat gebeuren is het eerste moment in zijn roeping en in elk proces van gelovig worden (Exodus 2,11-22).

Dan pas – en niet eerder! – komt God in het verhaal ter sprake. De zwerftocht van Mozes in de woestijn, met als hoogtepunt de scène bij het vuur, is het tweede moment in zijn roeping: de fase van inkeer en bewustwording. Het verhaal van het brandende braambos is beeldspraak: het brengt de gelovige bezinning van Mozes op zijn ervaring in beeld. De woestijn, de berg en het vuur zijn beelden van een innerlijk bewustwordingsproces bij Mozes. Woestijn: plek waar je alleen bent, geconfronteerd met jezelf; waar geen gebaande wegen zijn en je de goede richting moet zoeken. Berg: hoogtepunt, waar je het alledaagse achterlaat en een ruimer perspectief krijgt. Vuur: mysterieuze werkelijkheid waar je geen vat op krijgt. Hier wordt een radicale confrontatie in beeld gebracht tussen de ervaring die Mozes in Egypte heeft opgedaan en zijn diepste zelf. Mozes hoort een stem in zijn geweten. Het kan niet de bedoeling zijn dat mensen in dwangarbeid klein gehouden en vertrapt worden. Mensen zijn er niet om elkaar in rivaliteit naar het leven te staan; zij moeten vrij worden om met elkaar verbonden naar de toekomst te leven. Moet hij niet naar Egypte terugkeren om daar wat aan te doen? Uit de concrete nood van zijn volk klinkt steeds sterker en dringender een uitnodiging, een stem die hem persoonlijk aanspreekt en waar hij een antwoord op moet geven. Die vraag komt zo absoluut op hem af, dat Mozes ze herkent als een vraag van de Absolute. In zijn gelovige bezinning op zijn ervaring neemt het geschreeuw van het slavenvolk in Egypte steeds meer de vorm aan van een oproep, een roeping van God zelf.

Page 16: Ademtocht januari-februari 2016

‘Gevecht van Jakob met de engel’ van Inka Klinckhardt (foto Mia Verbanck)

16

Een Stem

De godservaring van Mozes is de ervaring van een ‘Stem’ die hem roept en hem persoonlijk aanspreekt. Die Stem vraagt aandacht voor wat Mozes met eigen ogen gezien heeft: “Ik heb de ellende van mijn volk in Egypte gezien”. Die stem laat horen wat Mozes met eigen oren gehoord heeft: “Ik heb de jammerklachten om zijn onderdrukkers gehoord”. De stem van God is te beluisteren in de noodkreet van medemensen. De vraag van God is af te lezen uit het ‘zien’ van medemensen. De medemens is het eigenlijke spoor naar God en de ‘stem van God’ is de diepste aansporing om de medemens te zien en te beluisteren.

Naast roepstem houdt de godservaring van Mozes ook een belofte van trouwe nabijheid in. De Stem is niet alleen veeleisend, ze is ook veelbelovend. Wie op de uitnodiging van de Stem ingaat, mag erop vertrouwen dat aan die inzet toekomst gegeven wordt. Die belofte van trouwe nabijheid ligt ook vervat in de Naam die God in het exodusverhaal krijgt: JHWH, ‘Ik-zal-er-zijn’ (Exodus 3).

Geloven betekent voor Mozes: gehoor geven aan de Stem, teruggaan naar Egypte om zijn volk te bevrijden, in de overtuiging dat dit ‘Gods wil’ is en in het vertrouwen dat God met hem zal zijn. Dat is geen eenvoudige opdracht: Mozes geeft zich niet zomaar gewonnen. Hij maakt allerlei bezwaren en zou liever hebben dat God iemand anders zendt. Maar God doet niets in Mozes’ plaats. Mozes moet zelf gaan, in vrije verantwoordelijkheid. Mozes staat er ook niet alleen voor: “uw broer Aäron is er toch ook nog” (Exodus 4,14).

Ervaring en openbaring

Uit dat verhaal komt een oorspronkelijke visie naar voren op het gebeuren dat wij ‘openbaring’ noemen. Openbaring komt niet zomaar uit de hemel vallen. Het is een gebeuren dat groeit in het bewustzijn van de mens die op zijn ervaringen reflecteert. Wanneer een mens zich in het diepst van zijn geweten laat aanspreken door het appel dat uit het leven klinkt, dan komt de echte werkelijkheid voor hem open te liggen. Dan wordt het mysterie dat wij ‘God’ noemen openbaar. Het Bijbelse godsbesef is altijd gebonden aan ervaringen van mensen die ingaan op de diepere uitnodiging die de nood van medemensen voor hen betekent. Niet het overweldigd worden door de natuur is het uitgangspunt om God ter sprake te brengen, maar het zich openstellen voor medemensen (die volgens het scheppingsverhaal geschapen zijn naar zijn beeld). “Opkomen voor armen en behoeftigen, dat noem Ik: Mij kennen – godsspraak van JHWH” (Jeremia 22,16).

Gods Naam, ‘Ik-zal-er-zijn’, moet door mensen in praktijk worden gebracht. Dat zal ter sprake komen in het tweede deel van dit artikel; Bijbelse ethiek.

Paul Kevers

Paul Kevers is oudtestamenticus, directeur van de Vlaamse Bijbelstichting en hoofdredacteur van het Bijbelse tijdschrift Ezra. Hij schreef onder meer De Bijbel lezen in woord en daad, een driedelige commentaar op de zondagse schriftlezingen, verschenen bij uitgeverij Halewijn (2008–2010).

Page 17: Ademtocht januari-februari 2016

17

‘Gevecht van Jakob met de engel’ van Inka Klinckhardt (foto Mia Verbanck)

VRAGEN TER BESPREKINGVooraf …Als je de gelegenheid hebt, lees dan even hoofdstuk 1 van het Exodusverhaal om een idee te hebben van de omstandigheden waarin de kinderen van Israël leefden.

1 Misschien wens je verduidelijking bij een of andere passage of idee uit die commentaartekst …2 Wat heeft je geboeid in die tekst? Wat was voor jou nieuw? Waarom?3 Bijbelse beeldtaal drukt altijd een menselijke ervaring uit waarin God zich openbaart: de berg, het vuur, de woestijn … Herken je die beelden uit het Mozesverhaal in jouw leven?4 Wanneer een mens zich in het diepst van zijn geweten laat aanspreken door het appel dat uit het leven klinkt, dan komt het echte leven voor hem open te liggen (voorlaatste alinea). Heb je een andere kijk gekregen op openbaring bij het lezen van deze tekst? Wat heeft de tekst je bijgebracht?

Page 18: Ademtocht januari-februari 2016

18

Mozes,de plek waar je staat is heilige grond,is van God.Je verlangen en je bezorgdheidzijn ook het verlangen en de zorg van God.God herkent zich in jou,jij mag jezelf herkennen in Hem;Hij heeft ook het lijden van je volk gezien,Hij heeft het ook gehoord.Net als jij.Maar vanaf nu zal je mogen zien met zijn ogen,en leren horen zoals Hij het hoort.Of liever:God zal nu zien doorheen jouw ogen,Hij zal nu horen doorheen jouw luisteren,Hij zal spreken doorheen jouw mond.Hij zal afdalen om te bevrijdendoorheen de weg die jij zult gaannaar je mensen.

© Carlos Desoete, In zijn Naam, p. 75

Page 19: Ademtocht januari-februari 2016

19

BarmhartigheidBarmhartigheid is het kernwoord dat paus Franciscus voor het komende jaar als opdracht aan onze christelijke kerken meegeeft. Met een kleine honderd in aantal is barmhartigheid een Bijbels kernbegrip dat zowel in het Oude of Eerste als in het Nieuwe of Tweede Testament veelvuldig voorkomt en er zowel op God als op de mens slaat.Misericordia luidt het in het Latijn, éleos in het Grieks en barmhartigheid of mededogen in onze taal of ook erbarming (zoals de Statenbijbel het woord meestal vertaalt). Misereri (zich erbarmen, zich ontfermen) en misericordia is een samenstelling van miser (dat ‘arm’, ‘behoeftig’ betekent) en cor (dat ‘hart’ betekent). Met het voorvoegsel ‘be’ en het achtervoegsel ‘heid’ ontstaat zo in onze taal het woord ‘barmhartigheid’. Uit deze samenstellingen zowel in het Latijn als in het Nederlands blijkt dat woord en begrip uitdrukking willen geven aan ’s mensen bewogenheid voor eigen of andermans kwetsbaarheid en hulpbehoevendheid.

Het is bekend dat het Hebreeuwse of Bijbelse woord voor barmhartigheid rachamiem is. Dit woord betekent oorspronkelijk ‘baarmoeder’ en ‘ingewanden’. Het heeft te maken met de zwangerschap van een vrouw, met de gesteldheid van de vrouw die in verwachting is en wier doen en laten helemaal gericht is op de kwetsbaarheid van de vrucht in haar schoot. Ze zal daarom alles doen wat gunstig is voor het nog niet geboren leven. Op die wijze betekent barmhartigheid in de Bijbel: je gedrag laten bepalen door de kwetsbaarheid, de hulpbehoevendheid van de ander; het gaat om het medegevoel met de noodlijdende en behoeftige medemens.Barmhartigheid slaat derhalve op gelijkheid en vriendschap, maar ook op hulpbetoon en hulpverlening. Het woord veronderstelt daardoor een zekere superioriteit van de barmhartige tegenover de hulpbehoevende; barmhartigheid kan zelfs een neerbuigende houding tegenover de ander insluiten. Bisschop Jozef De Kesel zal daarom spreken over eerbied en respect tegenover elk-ander als basis of grondslag van barmhartigheid.

Barmhartigheid en respect staan alleszins tegenover hoogmoed, zelfoverschatting en zelfverheerlijking, waardoor men de ander niet als zijn gelijke ziet. En daardoor is barmhartigheid in zekere zin de samenvatting en het kenmerk van het hele christelijke leven. En uiteindelijk is ze een verwijzing naar en een omschrijving van God zelf en slaat ze op zijn bereidwilligheid die het noodlijdende schepsel dat we allen zijn, altijd en in alle omstandigheden te hulp komt. Zo is er een wezenlijke band tussen ’s mensen en Gods barmhartigheid.

Wijzen we er ten slotte nog op dat het woord ook aan de oorsprong ligt van de zeven zogenaamde geestelijke en zeven lichamelijke werken van barmhartigheid, waarmee de mens zijn naaste, uit liefde tot God, in elke nood bijstaat.Vgl. Bart Mesotten, Valse Profeten, Averbode, 2007, Barmhartigheid; ook Van Dale en Bijbelse, Theologische en Etymologische Woordenboeken.

Robrecht Michiels

Mozes,de plek waar je staat is heilige grond,is van God.Je verlangen en je bezorgdheidzijn ook het verlangen en de zorg van God.God herkent zich in jou,jij mag jezelf herkennen in Hem;Hij heeft ook het lijden van je volk gezien,Hij heeft het ook gehoord.Net als jij.Maar vanaf nu zal je mogen zien met zijn ogen,en leren horen zoals Hij het hoort.Of liever:God zal nu zien doorheen jouw ogen,Hij zal nu horen doorheen jouw luisteren,Hij zal spreken doorheen jouw mond.Hij zal afdalen om te bevrijdendoorheen de weg die jij zult gaannaar je mensen.

© Carlos Desoete, In zijn Naam, p. 75

Page 20: Ademtocht januari-februari 2016

20

Nieuws uit de bewegingBISDOM ANTWERPEN

In memoriam Raymond Viroux (1929-2015)Adem-Tocht lag Raymond Viroux zeer na aan het hart en hij heeft er zich met hart en ziel voor ingezet. Hij geloofde sterk in de spiritualiteitsbeweging en in haar doelstellingen.

Van 1997 tot 2007, twee termijnen dus, is hij diocesane voorzitter geweest van Gulden Leeftijd, zoals de beweging toen nog heette. Na de heer Van Opstal en Frans Van Horenbeeck was Raymond de derde voorzitter in Antwerpen. In die hoedanigheid heeft hij het bisdom Antwerpen rondgereisd, kringen bezocht, nieuwe groepen opgericht, vormingsmomenten gegeven … Hij kon mensen begeesteren en vond het zeer belangrijk dat de beweging zich steeds bleef verjongen.

In 2000 vierde de beweging haar zilveren jubileum. De organisatie van de jubelviering werd aan Antwerpen toevertrouwd. Raymond werd er het boegbeeld en de trekker van: in het najaar van 2000 heeft hij gedreven en deskundig die feestviering opgezet. Hij was een geboren organisator. Beroepshalve was hij beslagen in boekhouding en administratie en die vaardigheden kwamen hem daarbij ook goed van pas.

In zijn engagement voor Adem-Tocht werd Raymond steeds voluit gesteund door zijn echtgenote Marieke. Zij was ook Raymonds rechterhand in de organisatie en ze heeft van 2000 tot 2007 het diocesane secretariaat van Adem-Tocht Antwerpen waargenomen. Hun inzet was verankerd in gebed én gedragen door een leven van bezinning en verdieping.

Toen Raymonds twee termijnen als voorzitter om waren, heeft hij de fakkel doorgegeven. Maar hij is zich als diocesaan bestuurslid blijven inzetten voor de beweging. Met grote belangstelling volgde hij het leven in onze groepen. Hij bleef erin geloven en was opgetogen als het goed ging. Ik heb me door hem gesteund gevoeld in mijn taak en we hebben in wederzijds vertrouwen, respect en waardering kunnen samenwerken. Dat is mij steeds erg kostbaar geweest.

De gezondheid speelde Raymond de laatste jaren soms parten, maar als hij enigszins kon, was hij trouw op post in het bestuur en bij de diocesane initiatieven. Steeds had hij zich terdege voorbereid en zijn kritische analyse was helder en doordacht.

Zoals Raymond welbewust zijn voorzitterstaak neerlegde in het vooruitzicht van zijn tachtigste verjaardag, zo zou hij zich, gezien zijn leeftijd, ook terugtrekken uit het diocesane bestuur. Hij groeide daar innerlijk naartoe. Dat voornemen verwoordde hij in het bestuur nog in de maand mei. Na mijn pleidooi om zijn expertise nog wat ter beschikking te stellen, had hij nog voor een jaartje ‘bijgetekend’. Het heeft niet mogen zijn … Zijn plek bleef de volgende bestuursbijeenkomst begin juli jammer genoeg leeg …

We verloren in Adem-Tocht een uiterst waardevol en bezield man, een bijzonder nauwgezet en stipt mens ook op wie je kon bouwen.

Beste Raymond, in naam van de vorige en huidige diocesane ploegen en de interdiocesane collega’s met wie je hebt samengewerkt, wil ik je van harte bedanken voor al wat je voor Adem-Tocht gedaan hebt en voor alles wat je voor de mensen van Adem-Tocht betekend hebt. Mia Verbanck, voorzitster, in de uitvaart op 3 juli 2015

Page 21: Ademtocht januari-februari 2016

21

Aankondiging komende activiteitenin het TPC (Groenenborgerlaan 149, 2020 Antwerpen) van 13.30 tot 16.30 uur.•Vormingsnamiddag op dinsdagnamiddag 8 maart 2016 over Bijbelse beelden – samen met voorzitster Mia Verbanck verkennen we enkele Bijbelse beelden aan de hand van concrete verhalen. Wat betekent de symboliek en hoe kunnen we bruggen slaan naar ons eigen leven?•Ontmoetingsnamiddag op donderdagnamiddag 26 mei 2016: te gast is Lut Rubbens, gedurende elf jaar verpleegkundige op de palliatieve zorgeenheid van het Universitair Ziekenhuis Leuven en auteur van het boek ‘Het leven en hoe wij er afscheid van nemen’.

KringnieuwsHet bisdom Antwerpen telt nu 17 kringen. In de maand mei startte in Turnhout-Schorvoort een nieuwe groep die intussen goed op dreef is. Van harte welkom in ons midden!

BISDOM BRUGGE

OntmoetingsnamiddagenOp 12 en 13 oktober was E.P. Gaby Demeulenaere, scheutist, onze gastspreker in Diksmuide en Oostkamp. Het ‘Ervaringsverhaal van een gevangenispastor’ kon respectievelijk 145 en 135 deelnemers lokken. Voorzitter Maria Seurinck was gelukkig haar goede vriend en medewerker te begroeten. In een bezield voorbidden stuurde E.H. Joris Weyts onze aandacht naar wat echt leeft in de medemens en tot openheid voor Gods actieve aanwezigheid.De spreker is op rust gesteld na zwaar en gevaarlijk sociaal-pastoraal werk in Guatemala en twintig jaar pastoraal engagement in Belgische gevangenisinstellingen. Hij bracht een rustig, eenvoudig maar bewogen relaas over zijn persoonlijke ervaringen met gedetineerden. In zijn directe duidelijke taal weerklonk een scherpzinnig heldere feeling en warm menselijke empathie, een wijsheid met onvermoede religieuze diepgang en gelovige duiding. Het werd heel stil in de zaal.Als inleiding maakte hij ons eerst wegwijs in het gevangeniswezen, de betekenis van vrijheidsberoving, totalitair georganiseerd strafregime, rechten en plichten van de gevangene (wet-Dupont), statistieken enz.

Wie is deze gevangene? Typische persoonlijke voorbeelden toonden ons schamele, bange, gekraakte, rancuneuze, soms sluwe en vicieuze mensen, vastgelopen in alle denkbare criminele misdaden. De harde confrontatie met de eigen duistere kanten, het falen, de onmacht, de sociale ontwrichting (kinderen, partner, vrienden, werk …), de vereenzaming, het kleinerende vaak onmenselijke gevangenisleven. Hoe kunnen die mensen met zichzelf leven, met de medemens, met de maatschappij? Hun stilte schreeuwt om niet vergeten en verworpen te worden. Hun somber verdriet en duistere spijt kijkt wanhopig uit naar een straaltje licht om de soms uitzichtloze gevolgen en de duistere inhoud van de misdaad een positief toekomstperspectief te geven. In hun nood aan een luisterend oor, aan momenten van menselijke nabijheid, aan stille aanvaarding van wie ze écht zijn, willen zij mensen ontmoeten die met hen uitkijken naar de mogelijkheden voor een nieuwe toekomst, een nieuwe kans, binnen en buiten de gevangenis.

Welke meerwaarde brengt de pastor? In hun machtspositie, controlerende functie, professionele afstandelijkheid blijven de cipier, sociale werker, psycholoog, advocaat, directeur enz. ‘wantrouwig’ uitgaan van het inschatten en toewijzen van de schuld. De pastor is de enige begeleider zonder ‘meldingsplicht’. Hij is een vrijplaats, een veilige haven waar gedetineerden zichzelf mogen zijn en geen ‘misbruik’ van vertrouwen moeten vrezen. De nadruk ligt hier helemaal niet op wat zij misdaan hebben, maar op wie zij zijn als mens. De pastor verschijnt als een ‘innerlijk vrije’ mens, die komt delen in de onmacht van de

Page 22: Ademtocht januari-februari 2016

22

gedetineerden en die in doorvoelde solidariteit toch even persoonlijk bij hen is. Hij antwoordt gepast en bescheiden op alle mogelijke signalen van menselijke nood aan begrip, erkenning en vertrouwen. De christelijke pastor wil zijn ‘broer’ of ‘zuster’ helpen doorheen zijn of haar duistere kanten. Gedetineerden beseffen onwaarschijnlijk goed dat de pastor ‘gelovig’ is, iets absoluuts vertegenwoordigt boven alle menselijke dubbelzinnigheid en betrouwbaar op zoek is naar de goede kant, de gevoelige plek van zelfrespect en fierheid hoe dan ook. De pastor doet als ziel-zorger letterlijk denken aan de confrontatie met de solidaire Jezus, de vrije verworpene, gerechtelijk veroordeeld en militair terechtgesteld, en aan een God die in de woestijnbeproeving een eigen liefdestaal spreekt in het diepste van ieder wanhopig hart.

Na een gezellig-druk vieruurtje kregen onze vele vragen nog een bemoedigend antwoord. Door het rotsvast getuigenis van Gaby Demeulenaere kwamen ook wij weer op Adem, waarvoor dank. (H.A.)

Nieuwe kringWe verwelkomen de nieuwe kringleden in Varsenare met voorzitter Ivan Faict en pastor E.H. Roger De Kimpe. Goede vaart en verrijkende bijeenkomsten!

HARTELIJK DANK!De interdiocesane en diocesane besturen danken van harte mevrouw Julienne Verschueren-Aerts voor haar inzet bij de verzendingsdienst van Gulden Parel/Adem-Tocht. Samen met haar echtgenoot Raymond zorgde ze ervoor dat van 1990 tot 2009 het tijdschrift bij ieder lid/abonnee op tijd in de brievenbus viel: eerst een paar jaar voor de leden/abonnees in West-Vlaanderen, daarna voor heel Vlaanderen. Na het overlijden van Raymond bleef mevrouw Verschueren nog een zestal jaar een zeer gewaardeerde medewerkster bij ieder nieuw nummer van Adem-Tocht. Een dikke merci!

BISDOM HASSELT

Lieve De Valck, nieuwe verantwoordelijke voor het secretariaatZuster Dominica Evens, die meer dan 18 jaar lang secretaresse was van ADEM-TOCHT in het bisdom Hasselt, is met haar kloostergemeenschap verhuisd van Peer naar Leuven. Op onze bezinningsdag In het voorjaar zullen wij haar van harte bedanken voor al die jaren van trouwe inzet.

Mevrouw Lieve De Valck uit Hechtel (°1938) heeft aanvaard om die taak over te nemen. Zij is sinds een drietal jaren lid van onze beweging. Die keuze lag in de lijn van haar vroegere engagementen. En die waren en zijn talrijk. Als

licentiate lichamelijke opvoeding was zij jarenlang actief in de lerarenopleiding. Daarbij was zij niet alleen bekommerd om de vorming van didactisch bekwame leerkrachten LO, maar ook over de christelijke identiteit én van de leerkrachten én van de katholieke hogeschool KHLim. Na haar actieve loopbaan trok zij die lijn door in de Raad van Bestuur van de KHLim. Zo lag zij mee aan de basis van een dialooggroep Christenen op de hogeschool. Al die tijd kreeg zij daarbij de volle steun van haar echtgenoot Jan Aerts (…2013) met wie zij een gezin met drie zonen runde en met voor het ogenblik zeven kleinkinderen.

Als lid van de Gezinsgroepen, Marriage Encounter, de stuurgroep van Christen Forum Hasselt, de kring rond de scholen van Don Bosco en, 15 jaar lang, van het palliatieve zorgteam in Hasselt … wijst alles in dezelfde richting: wat haar beweegt is de liefde voor medemensen, gedragen door een sterk geloof, dat zij deels te danken heeft aan haar jeugdjaren in de

Page 23: Ademtocht januari-februari 2016

23

Ze herkenden Hemin de glinsterende ogen

waarmee Hij hen aankeek,in de zachte stem waarmee

Hij hun naam noemde,in de warme wijze waarmee

Hij in hun midden kwam.

Ze herinnerden zich Zijn woorden:“In drie dagen

zal ik de tempel weer opbouwen.”“Ik laat jullie niet alleen achter.”

Chiro en, niet vanzelfsprekend, in een niet geloofsvriendelijk schoolmilieu: dat maakte haar sterker in haar keuze voor het geloof. Tot op vandaag houdt zij haar geloof bij de tijd door een regelmatige vorming, o.m. in dialooggroepen zoals ADEM-TOCHT.

Zuster Dominica heeft lang moeten wachten eer zij van haar mandaat ontheven werd. Met Lieve krijgt zij een opvolgster die haar taak met bezieling en bekwaamheid overneemt.

BISDOM GENT

Een uitdovende kringJarenlang was Angèle Dalschaert de drijvende kracht achter de kring van Adem-Tocht in Oudenaarde. Zij ontving de leden bij haar thuis, ging de minder mobielen persoonlijk ophalen en leidde de kring op haar persoonlijke, directe manier. Als afsluiting van het werkjaar trakteerde zij haar leden met een uitstap en een etentje.Door gezondheidsproblemen, eigen aan haar hoge leeftijd, moest ze haar engagement voor onze beweging beëindigen.Wij danken haar, pastor Roland Van Rostenberge, die de kring de laatste jaren begeleidde, en alle leden voor hun jarenlang vertrouwen in onze beweging.

Wij gedenkenEdegem: Liesbeth Buyckx • Grimbergen: Paula Picart • Sint-Michiels Brugge: Julius

Neels • Wommelgem: Jos Smeuninx

Adem-Tocht is het tijdschrift van de gelijknamige spiritualiteitsbeweging voorzestigplussersHet verschijnt vijfmaal per werkjaar: augustus, oktober, december, februari en mei.Kostprijs: € 14 (twee huisgenoten: € 18 - steunabonnement: vanaf € 20).Leden betalen lidgeld via hun kring. Wie graag wil abonneren, schrijft het vereiste bedragover op het rekeningnummer van zijn woonzone.Hier volgen de gegevens per bisdom:BISDOM ANTWERPEN IBAN: BE64 4190 1330 1152 - Adem-Tocht, Spoorweglaan 137, 2610 WilrijkBISDOM BRUGGE IBAN: BE73 7380 0798 6960 - Adem-Tocht, Bosdreef 5, 8820 TorhoutBISDOM GENT IBAN: BE70 2900 2286 3325 - Adem-Tocht, Oudenaardsesteenweg 48, 9000 GentBISDOM HASSELT IBAN: BE79 0689 0381 7533 - Adem-Tocht, Kamperbaan 108, 3940 Hechtel-EkselBISDOM MECHELEN-BRUSSEL IBAN: BE13 0014 8665 5039 - Adem-Tocht, Wolvertemsesteenweg 97 bus 2, 1850 Grimbergen

Page 24: Ademtocht januari-februari 2016

Ik wens U een jaarals een alfabet

met alle letters van A tot Zvan arbeid, blijheid en

creativiteittot zegen, zon en zaligheid.

Guido Gezelle (1830-1899)