2
14 I Medi-Sfeer 438 ]26 maart 2014 T ot op vandaag werken de artsen van het Levenseinde Informatieforum (LEIF) en van het Waalse Forum End of Life (EOL) pro Deo, ook al is het werk dat ze uitvoeren mentaal erg belastend. Als collega-artsen hun hulp inroepen wan- neer zij geconfronteerd worden met een euthanasieverzoek van een patiënt, dan verlenen de LEIF- en EOL-artsen dus gra- tis advies. Nochtans bestaat al sinds eind 2007 een overeenkomst tussen de zieken- fondsen en de artsen dat voor dat tweede of derde advies een vergoeding toegekend moet worden, en sinds 2010 blokkeert het Riziv een bedrag van zowat 180.000 euro voor de betaling ervan - niet via de nomenclatuur, maar via artikel 56 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uit- keringen. Doordat een definitief akkoord over het financieringsmodel uitbleef, krij- gen de LEIF- en EOL-artsen evenwel nog altijd geen vergoeding. Maar daar komt straks verandering in. Vorige week maandag bevestigde het Verzekeringscomité van het Riziv LEIF en EOL als officiële inrichtinde machten. Als opdracht krijgen beide vzw’s niet alleen het faciliteren van het tweede advies bij euthanasieaanvragen, maar ook de uit- betaling van de vergoeding aan de artsen die zo’n tweede of derde advies verlenen. Verder moeten ze een lijst bijhouden met artsen die geraadpleegd kunnen worden door (huis)artsen aan wie een euthana- sieverzoek gericht wordt - enkel wie op die lijst staat, heeft recht op een vergoe- ding. Ze moeten ook alle adviezen regis- treren en er minstens eens om de vijf jaar verslag over uitbrengen. De regeling treedt in werking op 1 april 2014, met uitwerking op deze datum, zo leerde het Riziv ons. Daar het budget al vastlag en het bepalen van de inrichtende macht de bevoegd- heid van het Verzekeringscomité is, moest de Algemene Raad voor Geneeskundige Verzorging zich hier deze week niet meer over uitspreken. Wie wel nog roet in het eten kan strooien in, is de rechtsprekende kamer van de Raad van State. Vier artsen dienden daar vorig jaar het verzoek in om het KB van 7 maart 2013, dat de sa- menstelling en de bevoegdheden van de inrichtinde macht regelt, te vernietigen. “Het KB is zo opgesteld dat enkel LEIF en EOL in aanmerking kwamen om inrich- tende macht te worden, en dat vinden wij een schending van het gelijkheidsbe- ginsel”, zegt dr. Daniel Devos (Zorgnet Vlaanderen), een van de vier. Wanneer de uitspraak van de RvS volgt, is niet bekend. Wel duidelijk is dat slechts twee antwoor- den mogelijk zijn: ofwel wordt het volledi- ge KB geschrapt, ofwel worden de klagers in het ongelijk gesteld. 160 of 45 euro? LEIF en EOL mikken op een vergoeding van om en rond de 160 euro per advies, waarvan 10 euro als administratieve kost naar de inrichtende macht gaat. Maar nu al is duidelijk dat het allerminst eenvou- dig wordt dat streefbedrag uit te betalen. “Het vastgelegde jaarbudget bedraagt, de indexering meegerekend, een kleine 200.000 euro”, vertelt prof. dr. Wim Dis- telmans (VUB), voorzitter van vzw LEIF. “Als je weet dat vorig jaar 1.813 positieve adviezen verleend werden en dat - vol- gens Nederlands onderzoek - tegen- over elk positief advies twee negatieve adviezen staan, dan kom je uit op zowat 5.500 adviezen per jaar. Veronderstel dat ongeveer 80% van die adviezen verleend wordt door een arts met een bijkomende LEIF-opleiding, dan moeten we jaarlijks 4.400 adviezen vergoeden. (Uitgerekend komt dat op circa 45 euro per advies, red.) Er is dus snel nood aan een bijstorting, of de uitbetaling loopt van bij het begin mank.” Oorspronkelijk was er zelfs sprake van een retroactieve uitbetaling vanaf 1 januari 2012. Artsen die sindsdien een tweede of derde advies inzake een euthanasiever- zoek verleenden én op de lijst van LEIF of EOL stonden, zouden daar dus voor MS8395N Advies bij zelfgekozen levenseinde vanaf volgende maand vergoed Het is zover: artsen die een tweede of derde medisch advies ge- ven bij een euthanasieverzoek, hebben vanaf 1 april 2014 recht op een vergoeding. Dat werd vorige week maandag beslist op het Verzekerinscomité van het Riziv. Gemikt wordt op een ver- goeding van 160 euro per advies, maar nu al is duidelijk dat het huidige budget daar niet voor zal volstaan. BEROEPSNIEUWS Marc Moens (Bvas): ‘Monopolie voor euthanasisten’ Niet zo gelukkig met de manier waarop de vergoeding voor LEIF- en EOL-artsen tot stand kwam, is dr. Marc Moens, ondervoorzitter van de Bvas. Een van de belangrijkste bekommernissen van Moens en de Bvas is de ‘een- zijdigheid’ waar het huidige akkoord voor zorgt. “LEIF en EOL krijgen nu een feitelijk monopolie, en organisaties van een andere strekking verliezen hun kans op financiering voor het verstrekken van medisch advies bij een indivi- dueel verzoek om een zelfgekozen levenseinde”, reageert de ondervoorzitter tegenover onze redactie. “In 2010 werd dan wel een consensus bereikt met de palliatieve zorgvertegenwoordigers, de palliatieve artsen voelen zich toch platgedrukt door de lobby van de ‘euthanasisten’.” Mede daarom vroeg dr. Moens vorige week maandag een stemming over de ontwerpovereenkomst. “Naast de 4 aanwezige Bvas-vertegenwoordigers stemden nog 3 andere leden tegen. Verder waren er 16 stemmen voor en 13 onthoudingen”, vertelt hij. “Met onthoudingen wordt evenwel geen reke- ning gehouden. En met 16 stemmen pro op 23 werd de tweederdemeerder- heid bereikt die nodig was om het voorstel in de eerste stemronde goed te keuren.” In de vroege uurtjes Waarom zette de Bvas eind 2007 eigenlijk haar handtekening onder een akkoord waarin een bedrag gereserveerd werd voor de ‘LEIF-toelage’? “Dat gebeurde in de vroege ochtend, na vele uren debatteren over andere punten en komma’s”, aldus Moens. “De LEIF-toelage was een absolute eis van het ASGB, en wij wilden het akkoord 2008 niet laten kapseizen voor een som van toen 180.000 euro.” Voor het feit dat een definitief akkoord nadien zo lang uitbleef, heeft dr. Moens overigens een uitleg. “Het ontwerpakkoord van 2007 schreef voor dat de inrichtende macht een vzw moest zijn die minstens vijf jaar bestond. Dat was - ‘per toeval’ - op het lijf geschreven van de vzw LEIF, die in 2002 werd opgericht. Aan Franstalige zijde was in 2002 echter nog geen sprake van EOL. Dit zou dan ook een mogelijke verklaring kunnen zijn voor het aanslepen van dit dossier.” T.R. De Raad van State buigt zich momenteel over een klacht van vier artsen en kan de hele regeling nog naar de vuilbak verwijzen.

Advies bij zelfgekozen levenseinde vanaf volgende maand vergoed

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Het is zover: artsen die een tweede of derde medisch advies ge- ven bij een euthanasieverzoek, hebben vanaf 1 april 2014 recht op een vergoeding. Dat werd vorige week maandag beslist op het Verzekerinscomité van het Riziv. Gemikt wordt op een vergoeding van 160 euro per advies, maar nu al is duidelijk dat het huidige budget daar niet voor zal volstaan.

Citation preview

  • 14 I I 15

    Medi-Sfeer 438 ]26 maart 2014 Medi-Sfeer 438 ]26 maart 2014

    Tot op vandaag werken de artsen van het Levenseinde Informatieforum (LEIF) en van het Waalse Forum End of Life (EOL) pro Deo, ook al is het werk dat ze uitvoeren mentaal erg belastend. Als collega-artsen hun hulp inroepen wan-neer zij geconfronteerd worden met een euthanasieverzoek van een patint, dan verlenen de LEIF- en EOL-artsen dus gra-tis advies. Nochtans bestaat al sinds eind 2007 een overeenkomst tussen de zieken-fondsen en de artsen dat voor dat tweede of derde advies een vergoeding toegekend

    moet worden, en sinds 2010 blokkeert het Riziv een bedrag van zowat 180.000 euro voor de betaling ervan niet via de nomenclatuur, maar via artikel 56 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uit-keringen. Doordat een definitief akkoord over het financieringsmodel uitbleef, krij-gen de LEIF- en EOL-artsen evenwel nog altijd geen vergoeding. Maar daar komt straks verandering in.

    Vorige week maandag bevestigde het Verzekeringscomit van het Riziv LEIF en EOL als officile inrichtinde machten. Als

    opdracht krijgen beide vzws niet alleen het faciliteren van het tweede advies bij euthanasieaanvragen, maar ook de uit-betaling van de vergoeding aan de artsen die zon tweede of derde advies verlenen. Verder moeten ze een lijst bijhouden met artsen die geraadpleegd kunnen worden door (huis)artsen aan wie een euthana-sieverzoek gericht wordt enkel wie op die lijst staat, heeft recht op een vergoe-ding. Ze moeten ook alle adviezen regis-treren en er minstens eens om de vijf jaar verslag over uitbrengen. De regeling treedt

    in werking op 1 april 2014, met uitwerking op deze datum, zo leerde het Riziv ons. Daar het budget al vastlag en het bepalen van de inrichtende macht de bevoegd-heid van het Verzekeringscomit is, moest de Algemene Raad voor Geneeskundige Verzorging zich hier deze week niet meer over uitspreken. Wie wel nog roet in het eten kan strooien in, is de rechtsprekende kamer van de Raad van State. Vier artsen dienden daar vorig jaar het verzoek in om het KB van 7 maart 2013, dat de sa-menstelling en de bevoegdheden van de inrichtinde macht regelt, te vernietigen. Het KB is zo opgesteld dat enkel LEIF en

    EOL in aanmerking kwamen om inrich-tende macht te worden, en dat vinden wij een schending van het gelijkheidsbe-ginsel, zegt dr. Daniel Devos (Zorgnet Vlaanderen), een van de vier. Wanneer de uitspraak van de RvS volgt, is niet bekend. Wel duidelijk is dat slechts twee antwoor-den mogelijk zijn: ofwel wordt het volledi-ge KB geschrapt, ofwel worden de klagers in het ongelijk gesteld.

    160 of 45 euro?

    LEIF en EOL mikken op een vergoeding van om en rond de 160 euro per advies, waarvan 10 euro als administratieve kost naar de inrichtende macht gaat. Maar nu al is duidelijk dat het allerminst eenvou-dig wordt dat streefbedrag uit te betalen. Het vastgelegde jaarbudget bedraagt, de indexering meegerekend, een kleine 200.000 euro, vertelt prof. dr. Wim Dis-

    telmans (VUB), voorzitter van vzw LEIF. Als je weet dat vorig jaar 1.813 positieve adviezen verleend werden en dat vol-gens Nederlands onderzoek tegen-over elk positief advies twee negatieve adviezen staan, dan kom je uit op zowat 5.500 adviezen per jaar. Veronderstel dat ongeveer 80% van die adviezen verleend wordt door een arts met een bijkomende LEIF-opleiding, dan moeten we jaarlijks 4.400 adviezen vergoeden. (Uitgerekend komt dat op circa 45 euro per advies, red.) Er is dus snel nood aan een bijstorting, of de uitbetaling loopt van bij het begin mank.

    Oorspronkelijk was er zelfs sprake van een retroactieve uitbetaling vanaf 1 januari 2012. Artsen die sindsdien een tweede of derde advies inzake een euthanasiever-zoek verleenden n op de lijst van LEIF of EOL stonden, zouden daar dus voor

    MS8395N

    Advies bij zelfgekozen levenseinde vanaf volgende maand vergoedHet is zover: artsen die een tweede of derde medisch advies ge-ven bij een euthanasieverzoek, hebben vanaf 1 april 2014 recht op een vergoeding. Dat werd vorige week maandag beslist op het Verzekerinscomit van het Riziv. Gemikt wordt op een ver-goeding van 160 euro per advies, maar nu al is duidelijk dat het huidige budget daar niet voor zal volstaan.

    BEROEPSNIEUWS

    Marc Moens (Bvas): Monopolie voor euthanasisten

    Niet zo gelukkig met de manier waarop de vergoeding voor LEIF- en EOL-artsen tot stand kwam, is dr. Marc Moens, ondervoorzitter van de Bvas. Een van de belangrijkste bekommernissen van Moens en de Bvas is de een-zijdigheid waar het huidige akkoord voor zorgt. LEIF en EOL krijgen nu een feitelijk monopolie, en organisaties van een andere strekking verliezen hun kans op financiering voor het verstrekken van medisch advies bij een indivi-dueel verzoek om een zelfgekozen levenseinde, reageert de ondervoorzitter tegenover onze redactie. In 2010 werd dan wel een consensus bereikt met de palliatieve zorgvertegenwoordigers, de palliatieve artsen voelen zich toch platgedrukt door de lobby van de euthanasisten.

    Mede daarom vroeg dr. Moens vorige week maandag een stemming over de ontwerpovereenkomst. Naast de 4 aanwezige Bvas-vertegenwoordigers stemden nog 3 andere leden tegen. Verder waren er 16 stemmen voor en 13 onthoudingen, vertelt hij. Met onthoudingen wordt evenwel geen reke-ning gehouden. En met 16 stemmen pro op 23 werd de tweederdemeerder-heid bereikt die nodig was om het voorstel in de eerste stemronde goed te keuren.

    In de vroege uurtjesWaarom zette de Bvas eind 2007 eigenlijk haar handtekening onder een akkoord waarin een bedrag gereserveerd werd voor de LEIF-toelage? Dat gebeurde in de vroege ochtend, na vele uren debatteren over andere punten en kommas, aldus Moens. De LEIF-toelage was een absolute eis van het ASGB, en wij wilden het akkoord 2008 niet laten kapseizen voor een som van toen 180.000 euro.

    Voor het feit dat een definitief akkoord nadien zo lang uitbleef, heeft dr. Moens overigens een uitleg. Het ontwerpakkoord van 2007 schreef voor dat de inrichtende macht een vzw moest zijn die minstens vijf jaar bestond. Dat was per toeval op het lijf geschreven van de vzw LEIF, die in 2002 werd opgericht. Aan Franstalige zijde was in 2002 echter nog geen sprake van EOL. Dit zou dan ook een mogelijke verklaring kunnen zijn voor het aanslepen van dit dossier.

    T.R.

    De Raad van State buigt zich momenteel over een klacht van vier artsen en kan de hele regeling nog naar de vuilbak verwijzen.

    Reisziekte

    Nausea

    Braken

    RUCALM Dimenhydrinate 50mgTabletten

    labimab i g i n d e t a i l s

    Vanaf 2 jaar

    Vrije aflevering

    SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL R Calm Dimenhydrinate 50mg tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING En tablet bevat 50mg dimenhydrinaat Hulpstof met bekend effect: lactose. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Tabletten 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische indicaties - Preventie en symptomatische behandeling van de reisziekte. - Beschikbaar voor de preventie en de behandeling van nausea en braken met uitzondering wanneer ze veroorzaakt worden door antimitotica. 4.2 Dosering en wijze van toediening Dosering Reisziekte: - Volwassenen: 1 2 tabletten innemen uur voor het vertrek. Indien nodig, deze dosis opnieuw innemen om de vier uur tijdens de reis. - Pediatrische patintensKinderen van 2 tot 8 jaarTOTTABLETOMDEUURsKinderen van 8 tot 12 jaar: tablet om de 4 uur. Nausea en braken: - Volwassenen: 1 2 tabletten innemen bij het begin van de symptomen. Indien noodzakelijk, deze inname om de 4 uur herhalen. Wijze van toediening Oraal gebruik. 4.3 Contra-indicaties - Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor n van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen. - Niet toedienen aan pasgeborenen gezien het verhoogd risico op plotse dood ingeval van apnoe tijdens de slaap. - Verband houdend METHETANTICHOLINERGISCHEFFECTsrisico op gesloten hoek glaucoom, sRISICOOPURINERETENTIEdoor urethra- en prostaatstoornissen. 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Het gebruik van alcoholhoudende dranken, zoals trouwens ieder geneesmiddel dat het centraal zenuwstelsel onderdrukt, is af te raden tijdens de behandeling. Patinten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, Lapp lactasedeficintie of glucose-galactose malabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken. 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie - Potentialisering van de geneesmiddelen met een depressieve werking op het centraal zenuwstelsel (hypnotica, anesthetica, ) - Rekening houden met de potentialisering van atropine-effecten (zie: ongewenste effecten) ingeval van een associatie met andere anticholinergische substanties (andere antihistaminica, neuroleptica, anticholinergische anti-Parkinsonmiddelen, antispasmodica, atropinesubstanties, disopyramide, tricyclische antidepressiva, ) - Voorzorgen moeten genomen worden wanneer dimenhydrinaat gelijktijdig wordt toegediend met bepaalde ototoxische antibiotica aangezien dimenhydrinaat duizeligheid kan maskeren. 4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding Zwangerschap: het risico is niet gekend wegens gebrek aan studies met proefdieren en klinische ervaring bij de mens. Bijgevolg, en tevens uit voorzichtigheid: niet voorschrijven tijdens de zwangerschap. Het langdurig gebruik van dimenhydrinaat op het einde

    van de zwangerschap kan oorzaak zijn van slaperigheid of verhoogde prikkelbaarheid van het centraal zenuwstelsel bij pasgeborenen. Borstvoeding: wegens gebrek aan gegevens over de diffusie in de moedermelk en tevens uit voorzorg: niet voorschrijven tijdens de borstvoeding. 4.7 Benvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Dimenhydrinaat veroorzaakt slaperigheid overdag bij de gebruikelijke dosering. Het besturen van een voertuig en/of het bedienen van machines moet afgeraden worden na de toediening van dimenhydrinaat. 4.8 Bijwerkingen - Slaperigheid overdag (ze varieert in functie van de patint en de leeftijd). - Atropine-effecten zoals hyperviscositeit van de bronchiale secreties, droge mond, accomodatiestoornissen, constipatie, urineretentie, verwardheid of excitatie bij de bejaarde. 4.9 Overdosering Symptomen: overdosering kan convulsies en/of delirium met hallucinaties veroorzaken. Behandeling: voorzichtige toediening van snelwerkende anticonvulsiva langs IM- of IV-weg, samen met een zelfs laattijdige maagspoeling. 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1 Farmacodynamische eigenschappen Farmacotherapeutische categorie: aminoalkylethers, ATC-code: R06AA02 Dimenhydrinaat (DCl) is een anti H1-antihistaminicum. Het bezit sedatieve eigenschappen met anti-emetische effecten en met effecten op de duizeligheid. Het heeft geen effect op de H2-receptoren. Zoals alle anti H1-antihistaminica bezit het eveneens anticholinergische eigenschappen: gezichtsstoornissen, moeilijkheden bij de mictie, dyspnoe, droge mond, beklemdheid op de borst. 5.2 Farmacokinetische eigenschappen Geen gegevens. 5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek Geen gegevens. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1 Lijst van hulpstoffen Lactose Gelatine Talk Microkristallijne cellulose Magnesiumstearaat Maszetmeel. 6.2 Gevallen van onverenigbaarheid Niet van toepassing. 6.3 Houdbaarheid 5 jaar. 6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren Bewaren in de oorspronkelijke verpakking. Bewaren bij kamertemperatuur (15C 25C) en ter bescherming tegen licht. Buiten het bereik van kinderen houden. De vervaldatum staat duidelijk vermeld op de verpakking, juist na het teken EXP. Het geneesmiddel vervalt de laatste dag van de maand en van het jaar die gedrukt zijn na het teken EXP. 6.5 Aard en inhoud van de verpakking R Calm Dimenhydrinate 12 tabletten: 1 blisterverpakking met 12 tabletten R Calm Dimenhydrinate 24 tabletten: 2 blisterverpakkingen met elk 12 tabletten. 6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen Geen bijzondere vereisten. 7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN LABIMA NV, Van Volxemlaan 328, B-1190 BRUSSEL. 8. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN BE200051 9. DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING Datum van eerste verlening van de vergunning: 23 december 1998 Datum van laatste hernieuwing: 17 mei 2005 10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST 05/2013 Datum van goedkeuring van de tekst: 06/2013

    Prijs: 9,39 Dr. Marc Desmet (palliatief arts): Ongezonde machtsconcentratie

    Dr. Marc Desmet, jezuet en vol-tijds arts palliatieve zorg in het Hasseltse Jessa Ziekenhuis, treedt Marc Moens bij. Het is duidelijk dat het hele KB van de hand is van een LEIF-gezinde auteur, vindt hij. Het is zo opgesteld dat er bijna onmogelijk een andere orga-nisatie in aanmerking kwam om inrichtende macht te worden. De Federatie Palliatieve Zorg Vlaan-deren heeft zich in oktober 2011 neergelegd bij de consensus, maar van harte was dat niet.

    Dr. Desmet vindt het verder on-gezond dat prof. Distelmans nu zowel de uitvoerende, de rech-telijke als de wetgevende macht krijgt. Dezelfde figuur is nu im-mers niet alleen voorzitter van de vzw LEIF, die euthanasien niet alleen ondersteunt maar vaak ook zelf uitvoert, en voorzitter van de Federale Controle- en Evaluatie Commissie Euthanasie, maar ook de persoon die via de inrichtende macht bepaalt wie geschikt wordt geacht om als tweede arts betaald te kunnen worden, stelt hij. Een dergelijke concentratie van macht is volgens mij ongezond. Artsen met veel meer palliatieve en ethi-sche expertise dan de 24-uren-LEIF-cursus dreigen uitgesloten te worden van de begeleiding van mensen met euthanasievragen.

    Mediatieke monopolieTot slot krijgen de media een veeg uit de pan. Zij helpen welwillig mee aan het feitelijke mediatieke monopolie van professor Distel-mans door steeds dezelfde expert in deze materie naar voren te halen.

    T.R.

    betaald worden. Maar van die retroactivi-teit komt niets in huis, klinkt het bij het Riziv. En dat is misschien maar best ook, vindt Distelmans. Gezien de budgettaire krapte denk ik dat we dit geld beter voor toekomstige adviezen gebruiken.

    Nederland

    LEIF voerde niet lang geleden onderzoek uit naar hoeveel tijd zon advies ongeveer kost aan een arts. De verplaatsing inbe-grepen kom je toch gemakkelijk uit op vier uur per advies. Een vergoeding van on-

    der voorbehoud 160 euro is dus zeker niet overdreven veel, integendeel. Maar het is een begin, aldus prof. Distelmans. Om u een idee te geven: in Nederland krijgen artsen van Steun en Consultatie Euthanasie Nederland (SCEN) ongeveer 330 euro voor hetzelfde werk.

    Kunnen andere artsen dan LEIF- en EOL-artsen eigenlijk een vergoeding krij-gen voor het verstrekken van een tweede of derde advies bij een euthanasiever-zoek? Distelmans: In een overgangs-maatregel zeker, tenminste als die artsen

    vergelijkbare kennis dan wel ervaring kun-nen aantonen aan het college van artsen. Dat college bestaat uit twaalf artsen uit alle geledingen en ziet toe op de lijst van de artsen die als vergoedbare adviesver-strekkers kunnen fungeren.

    Twee soorten LEIF-artsen

    Niet alle LEIF-artsen leveren daadwerke-lijk advies. Er zijn twee soorten LEIF-art-sen, legt prof. Distelmans uit. Je hebt artsen die de cursus volgen ter persoonlij-ke verrijking en je hebt zij die de opleiding

    volgen om later daadwerkelijk als LEIF-arts aan de slag te kunnen. In het totaal hebben al zowat 400 artsen de LEIF-oplei-ding succesvol afgerond, maar de harde kern bestaat uit 150 200. Dat zijn dus artsen die effectief adviezen verlenen en die tweemaal per jaar bijeenkomen voor intervisiemomenten.

    De opleiding tot LEIF-arts telt 24 lesuren en bestaat uit een basisintroductie van zes uur en enkele vervolgcursussen. ]

    Tijs Ruysschaert

    BEROEPSNIEUWS

  • 14 I I 15

    Medi-Sfeer 438 ]26 maart 2014 Medi-Sfeer 438 ]26 maart 2014

    Tot op vandaag werken de artsen van het Levenseinde Informatieforum (LEIF) en van het Waalse Forum End of Life (EOL) pro Deo, ook al is het werk dat ze uitvoeren mentaal erg belastend. Als collega-artsen hun hulp inroepen wan-neer zij geconfronteerd worden met een euthanasieverzoek van een patint, dan verlenen de LEIF- en EOL-artsen dus gra-tis advies. Nochtans bestaat al sinds eind 2007 een overeenkomst tussen de zieken-fondsen en de artsen dat voor dat tweede of derde advies een vergoeding toegekend

    moet worden, en sinds 2010 blokkeert het Riziv een bedrag van zowat 180.000 euro voor de betaling ervan niet via de nomenclatuur, maar via artikel 56 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uit-keringen. Doordat een definitief akkoord over het financieringsmodel uitbleef, krij-gen de LEIF- en EOL-artsen evenwel nog altijd geen vergoeding. Maar daar komt straks verandering in.

    Vorige week maandag bevestigde het Verzekeringscomit van het Riziv LEIF en EOL als officile inrichtinde machten. Als

    opdracht krijgen beide vzws niet alleen het faciliteren van het tweede advies bij euthanasieaanvragen, maar ook de uit-betaling van de vergoeding aan de artsen die zon tweede of derde advies verlenen. Verder moeten ze een lijst bijhouden met artsen die geraadpleegd kunnen worden door (huis)artsen aan wie een euthana-sieverzoek gericht wordt enkel wie op die lijst staat, heeft recht op een vergoe-ding. Ze moeten ook alle adviezen regis-treren en er minstens eens om de vijf jaar verslag over uitbrengen. De regeling treedt

    in werking op 1 april 2014, met uitwerking op deze datum, zo leerde het Riziv ons. Daar het budget al vastlag en het bepalen van de inrichtende macht de bevoegd-heid van het Verzekeringscomit is, moest de Algemene Raad voor Geneeskundige Verzorging zich hier deze week niet meer over uitspreken. Wie wel nog roet in het eten kan strooien in, is de rechtsprekende kamer van de Raad van State. Vier artsen dienden daar vorig jaar het verzoek in om het KB van 7 maart 2013, dat de sa-menstelling en de bevoegdheden van de inrichtinde macht regelt, te vernietigen. Het KB is zo opgesteld dat enkel LEIF en

    EOL in aanmerking kwamen om inrich-tende macht te worden, en dat vinden wij een schending van het gelijkheidsbe-ginsel, zegt dr. Daniel Devos (Zorgnet Vlaanderen), een van de vier. Wanneer de uitspraak van de RvS volgt, is niet bekend. Wel duidelijk is dat slechts twee antwoor-den mogelijk zijn: ofwel wordt het volledi-ge KB geschrapt, ofwel worden de klagers in het ongelijk gesteld.

    160 of 45 euro?

    LEIF en EOL mikken op een vergoeding van om en rond de 160 euro per advies, waarvan 10 euro als administratieve kost naar de inrichtende macht gaat. Maar nu al is duidelijk dat het allerminst eenvou-dig wordt dat streefbedrag uit te betalen. Het vastgelegde jaarbudget bedraagt, de indexering meegerekend, een kleine 200.000 euro, vertelt prof. dr. Wim Dis-

    telmans (VUB), voorzitter van vzw LEIF. Als je weet dat vorig jaar 1.813 positieve adviezen verleend werden en dat vol-gens Nederlands onderzoek tegen-over elk positief advies twee negatieve adviezen staan, dan kom je uit op zowat 5.500 adviezen per jaar. Veronderstel dat ongeveer 80% van die adviezen verleend wordt door een arts met een bijkomende LEIF-opleiding, dan moeten we jaarlijks 4.400 adviezen vergoeden. (Uitgerekend komt dat op circa 45 euro per advies, red.) Er is dus snel nood aan een bijstorting, of de uitbetaling loopt van bij het begin mank.

    Oorspronkelijk was er zelfs sprake van een retroactieve uitbetaling vanaf 1 januari 2012. Artsen die sindsdien een tweede of derde advies inzake een euthanasiever-zoek verleenden n op de lijst van LEIF of EOL stonden, zouden daar dus voor

    MS8395N

    Advies bij zelfgekozen levenseinde vanaf volgende maand vergoedHet is zover: artsen die een tweede of derde medisch advies ge-ven bij een euthanasieverzoek, hebben vanaf 1 april 2014 recht op een vergoeding. Dat werd vorige week maandag beslist op het Verzekerinscomit van het Riziv. Gemikt wordt op een ver-goeding van 160 euro per advies, maar nu al is duidelijk dat het huidige budget daar niet voor zal volstaan.

    BEROEPSNIEUWS

    Marc Moens (Bvas): Monopolie voor euthanasisten

    Niet zo gelukkig met de manier waarop de vergoeding voor LEIF- en EOL-artsen tot stand kwam, is dr. Marc Moens, ondervoorzitter van de Bvas. Een van de belangrijkste bekommernissen van Moens en de Bvas is de een-zijdigheid waar het huidige akkoord voor zorgt. LEIF en EOL krijgen nu een feitelijk monopolie, en organisaties van een andere strekking verliezen hun kans op financiering voor het verstrekken van medisch advies bij een indivi-dueel verzoek om een zelfgekozen levenseinde, reageert de ondervoorzitter tegenover onze redactie. In 2010 werd dan wel een consensus bereikt met de palliatieve zorgvertegenwoordigers, de palliatieve artsen voelen zich toch platgedrukt door de lobby van de euthanasisten.

    Mede daarom vroeg dr. Moens vorige week maandag een stemming over de ontwerpovereenkomst. Naast de 4 aanwezige Bvas-vertegenwoordigers stemden nog 3 andere leden tegen. Verder waren er 16 stemmen voor en 13 onthoudingen, vertelt hij. Met onthoudingen wordt evenwel geen reke-ning gehouden. En met 16 stemmen pro op 23 werd de tweederdemeerder-heid bereikt die nodig was om het voorstel in de eerste stemronde goed te keuren.

    In de vroege uurtjesWaarom zette de Bvas eind 2007 eigenlijk haar handtekening onder een akkoord waarin een bedrag gereserveerd werd voor de LEIF-toelage? Dat gebeurde in de vroege ochtend, na vele uren debatteren over andere punten en kommas, aldus Moens. De LEIF-toelage was een absolute eis van het ASGB, en wij wilden het akkoord 2008 niet laten kapseizen voor een som van toen 180.000 euro.

    Voor het feit dat een definitief akkoord nadien zo lang uitbleef, heeft dr. Moens overigens een uitleg. Het ontwerpakkoord van 2007 schreef voor dat de inrichtende macht een vzw moest zijn die minstens vijf jaar bestond. Dat was per toeval op het lijf geschreven van de vzw LEIF, die in 2002 werd opgericht. Aan Franstalige zijde was in 2002 echter nog geen sprake van EOL. Dit zou dan ook een mogelijke verklaring kunnen zijn voor het aanslepen van dit dossier.

    T.R.

    De Raad van State buigt zich momenteel over een klacht van vier artsen en kan de hele regeling nog naar de vuilbak verwijzen.

    Reisziekte

    Nausea

    Braken

    RUCALM Dimenhydrinate 50mgTabletten

    labimab i g i n d e t a i l s

    Vanaf 2 jaar

    Vrije aflevering

    SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL R Calm Dimenhydrinate 50mg tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING En tablet bevat 50mg dimenhydrinaat Hulpstof met bekend effect: lactose. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE VORM Tabletten 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische indicaties - Preventie en symptomatische behandeling van de reisziekte. - Beschikbaar voor de preventie en de behandeling van nausea en braken met uitzondering wanneer ze veroorzaakt worden door antimitotica. 4.2 Dosering en wijze van toediening Dosering Reisziekte: - Volwassenen: 1 2 tabletten innemen uur voor het vertrek. Indien nodig, deze dosis opnieuw innemen om de vier uur tijdens de reis. - Pediatrische patintensKinderen van 2 tot 8 jaarTOTTABLETOMDEUURsKinderen van 8 tot 12 jaar: tablet om de 4 uur. Nausea en braken: - Volwassenen: 1 2 tabletten innemen bij het begin van de symptomen. Indien noodzakelijk, deze inname om de 4 uur herhalen. Wijze van toediening Oraal gebruik. 4.3 Contra-indicaties - Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor n van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen. - Niet toedienen aan pasgeborenen gezien het verhoogd risico op plotse dood ingeval van apnoe tijdens de slaap. - Verband houdend METHETANTICHOLINERGISCHEFFECTsrisico op gesloten hoek glaucoom, sRISICOOPURINERETENTIEdoor urethra- en prostaatstoornissen. 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Het gebruik van alcoholhoudende dranken, zoals trouwens ieder geneesmiddel dat het centraal zenuwstelsel onderdrukt, is af te raden tijdens de behandeling. Patinten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactose-intolerantie, Lapp lactasedeficintie of glucose-galactose malabsorptie, dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken. 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie - Potentialisering van de geneesmiddelen met een depressieve werking op het centraal zenuwstelsel (hypnotica, anesthetica, ) - Rekening houden met de potentialisering van atropine-effecten (zie: ongewenste effecten) ingeval van een associatie met andere anticholinergische substanties (andere antihistaminica, neuroleptica, anticholinergische anti-Parkinsonmiddelen, antispasmodica, atropinesubstanties, disopyramide, tricyclische antidepressiva, ) - Voorzorgen moeten genomen worden wanneer dimenhydrinaat gelijktijdig wordt toegediend met bepaalde ototoxische antibiotica aangezien dimenhydrinaat duizeligheid kan maskeren. 4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding Zwangerschap: het risico is niet gekend wegens gebrek aan studies met proefdieren en klinische ervaring bij de mens. Bijgevolg, en tevens uit voorzichtigheid: niet voorschrijven tijdens de zwangerschap. Het langdurig gebruik van dimenhydrinaat op het einde

    van de zwangerschap kan oorzaak zijn van slaperigheid of verhoogde prikkelbaarheid van het centraal zenuwstelsel bij pasgeborenen. Borstvoeding: wegens gebrek aan gegevens over de diffusie in de moedermelk en tevens uit voorzorg: niet voorschrijven tijdens de borstvoeding. 4.7 Benvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Dimenhydrinaat veroorzaakt slaperigheid overdag bij de gebruikelijke dosering. Het besturen van een voertuig en/of het bedienen van machines moet afgeraden worden na de toediening van dimenhydrinaat. 4.8 Bijwerkingen - Slaperigheid overdag (ze varieert in functie van de patint en de leeftijd). - Atropine-effecten zoals hyperviscositeit van de bronchiale secreties, droge mond, accomodatiestoornissen, constipatie, urineretentie, verwardheid of excitatie bij de bejaarde. 4.9 Overdosering Symptomen: overdosering kan convulsies en/of delirium met hallucinaties veroorzaken. Behandeling: voorzichtige toediening van snelwerkende anticonvulsiva langs IM- of IV-weg, samen met een zelfs laattijdige maagspoeling. 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1 Farmacodynamische eigenschappen Farmacotherapeutische categorie: aminoalkylethers, ATC-code: R06AA02 Dimenhydrinaat (DCl) is een anti H1-antihistaminicum. Het bezit sedatieve eigenschappen met anti-emetische effecten en met effecten op de duizeligheid. Het heeft geen effect op de H2-receptoren. Zoals alle anti H1-antihistaminica bezit het eveneens anticholinergische eigenschappen: gezichtsstoornissen, moeilijkheden bij de mictie, dyspnoe, droge mond, beklemdheid op de borst. 5.2 Farmacokinetische eigenschappen Geen gegevens. 5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek Geen gegevens. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1 Lijst van hulpstoffen Lactose Gelatine Talk Microkristallijne cellulose Magnesiumstearaat Maszetmeel. 6.2 Gevallen van onverenigbaarheid Niet van toepassing. 6.3 Houdbaarheid 5 jaar. 6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren Bewaren in de oorspronkelijke verpakking. Bewaren bij kamertemperatuur (15C 25C) en ter bescherming tegen licht. Buiten het bereik van kinderen houden. De vervaldatum staat duidelijk vermeld op de verpakking, juist na het teken EXP. Het geneesmiddel vervalt de laatste dag van de maand en van het jaar die gedrukt zijn na het teken EXP. 6.5 Aard en inhoud van de verpakking R Calm Dimenhydrinate 12 tabletten: 1 blisterverpakking met 12 tabletten R Calm Dimenhydrinate 24 tabletten: 2 blisterverpakkingen met elk 12 tabletten. 6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen Geen bijzondere vereisten. 7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN LABIMA NV, Van Volxemlaan 328, B-1190 BRUSSEL. 8. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN BE200051 9. DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING Datum van eerste verlening van de vergunning: 23 december 1998 Datum van laatste hernieuwing: 17 mei 2005 10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST 05/2013 Datum van goedkeuring van de tekst: 06/2013

    Prijs: 9,39 Dr. Marc Desmet (palliatief arts): Ongezonde machtsconcentratie

    Dr. Marc Desmet, jezuet en vol-tijds arts palliatieve zorg in het Hasseltse Jessa Ziekenhuis, treedt Marc Moens bij. Het is duidelijk dat het hele KB van de hand is van een LEIF-gezinde auteur, vindt hij. Het is zo opgesteld dat er bijna onmogelijk een andere orga-nisatie in aanmerking kwam om inrichtende macht te worden. De Federatie Palliatieve Zorg Vlaan-deren heeft zich in oktober 2011 neergelegd bij de consensus, maar van harte was dat niet.

    Dr. Desmet vindt het verder on-gezond dat prof. Distelmans nu zowel de uitvoerende, de rech-telijke als de wetgevende macht krijgt. Dezelfde figuur is nu im-mers niet alleen voorzitter van de vzw LEIF, die euthanasien niet alleen ondersteunt maar vaak ook zelf uitvoert, en voorzitter van de Federale Controle- en Evaluatie Commissie Euthanasie, maar ook de persoon die via de inrichtende macht bepaalt wie geschikt wordt geacht om als tweede arts betaald te kunnen worden, stelt hij. Een dergelijke concentratie van macht is volgens mij ongezond. Artsen met veel meer palliatieve en ethi-sche expertise dan de 24-uren-LEIF-cursus dreigen uitgesloten te worden van de begeleiding van mensen met euthanasievragen.

    Mediatieke monopolieTot slot krijgen de media een veeg uit de pan. Zij helpen welwillig mee aan het feitelijke mediatieke monopolie van professor Distel-mans door steeds dezelfde expert in deze materie naar voren te halen.

    T.R.

    betaald worden. Maar van die retroactivi-teit komt niets in huis, klinkt het bij het Riziv. En dat is misschien maar best ook, vindt Distelmans. Gezien de budgettaire krapte denk ik dat we dit geld beter voor toekomstige adviezen gebruiken.

    Nederland

    LEIF voerde niet lang geleden onderzoek uit naar hoeveel tijd zon advies ongeveer kost aan een arts. De verplaatsing inbe-grepen kom je toch gemakkelijk uit op vier uur per advies. Een vergoeding van on-

    der voorbehoud 160 euro is dus zeker niet overdreven veel, integendeel. Maar het is een begin, aldus prof. Distelmans. Om u een idee te geven: in Nederland krijgen artsen van Steun en Consultatie Euthanasie Nederland (SCEN) ongeveer 330 euro voor hetzelfde werk.

    Kunnen andere artsen dan LEIF- en EOL-artsen eigenlijk een vergoeding krij-gen voor het verstrekken van een tweede of derde advies bij een euthanasiever-zoek? Distelmans: In een overgangs-maatregel zeker, tenminste als die artsen

    vergelijkbare kennis dan wel ervaring kun-nen aantonen aan het college van artsen. Dat college bestaat uit twaalf artsen uit alle geledingen en ziet toe op de lijst van de artsen die als vergoedbare adviesver-strekkers kunnen fungeren.

    Twee soorten LEIF-artsen

    Niet alle LEIF-artsen leveren daadwerke-lijk advies. Er zijn twee soorten LEIF-art-sen, legt prof. Distelmans uit. Je hebt artsen die de cursus volgen ter persoonlij-ke verrijking en je hebt zij die de opleiding

    volgen om later daadwerkelijk als LEIF-arts aan de slag te kunnen. In het totaal hebben al zowat 400 artsen de LEIF-oplei-ding succesvol afgerond, maar de harde kern bestaat uit 150 200. Dat zijn dus artsen die effectief adviezen verlenen en die tweemaal per jaar bijeenkomen voor intervisiemomenten.

    De opleiding tot LEIF-arts telt 24 lesuren en bestaat uit een basisintroductie van zes uur en enkele vervolgcursussen. ]

    Tijs Ruysschaert

    BEROEPSNIEUWS