48
1 Van Leeszaal naar Erfgoedinstelling Adviesrapport voor de afdeling Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Groningen Jaline de Groot November 2016

Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

1

Van Leeszaal naar

Erfgoedinstelling

Adviesrapport voor de afdeling Bijzondere Collecties

van de Universiteitsbibliotheek Groningen

Jaline de Groot

November 2016

Page 2: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

2

Page 3: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

3

Inhoud

Samenvatting ......................................................................................................................................4

Voorwoord .........................................................................................................................................5

Inleiding ..............................................................................................................................................6

1. Onderzoeksopzet ............................................................................................................................7

2. Uitkomsten .....................................................................................................................................8

3. Aanbevelingen ................................................................................................................................9

1. Kernaanbevelingen ................................................................................................................... 11

2. Aanbevelingen per doelgroep.................................................................................................... 13

3. Algemene aanbevelingen voor alle doelgroepen ....................................................................... 18

4. Resultaten onderdeel 1 ................................................................................................................. 25

5. Resultaten onderdeel 2 ................................................................................................................. 27

A. Gesprekken met medewerkers van de afdeling Bijzondere Collecties Groningen....................... 27

B. Gesprekken met andere medewerkers van de UB of Erfgoed Groningen. .................................. 30

C. Gesprekken met personen uit andere erfgoedinstellingen......................................................... 31

Lijst met beleidsplannen en jaarverslagen ......................................................................................... 39

Lijst met aanbevolen literatuur ......................................................................................................... 40

Bijlage 1: Lijst met activiteiten die erfgoedinstellingen organiseren met betrekking tot

publieksbereik............................................................................................................................... 41

Bijlage 2: Gebruikersonderzoek leeszaal Bijzondere Collecties Groningen ..................................... 43

Bijlage 3: promotie voor een activiteit van de BC........................................................................... 44

Bijlage 4: een tekst ter promotie van de introductiebijeenkomst ................................................... 44

Bijlage 5: Mogelijke topics voor een nieuwe website (voorlopige versie) ....................................... 45

Bijlage 6: Ideeën voor tentoonstellingen ....................................................................................... 46

Bijlage 7: Nieuwe formulering huisregels....................................................................................... 47

Bijlage 8: Ideeën voor samenwerking ............................................................................................ 48

Page 4: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

4

Samenvatting

Als stagiaire heeft Jaline de Groot in het najaar van 2016 onderzoek gedaan naar de vraag hoe de

Afdeling Bijzondere Collecties, deel van de sector Erfgoed van de Groningse Universiteitsbibliotheek,

haar collecties onder de aandacht zou kunnen brengen bij haar doelgroepen. De uitkomsten zijn

gebaseerd op de resultaten van een onderzoek naar beleidstukken van

(academische)erfgoedinstellingen, interviews met medewerkers van de UB Groningen en interviews

met medewerkers van andere erfgoedinstellingen. Op basis daarvan zijn aanbevelingen gegeven.

Erfgoedinstellingen zijn op twee onderscheidende manieren bezig met publiek. Dat is op het gebied

van zichtbaarheid en publiekspresentatie. De instellingen stellen zich met name twee doelen. Dat is

als eerste het binnenhalen van een groter en divers publiek en als tweede streven zij er bijna

allemaal naar digitaal toegankelijk te zijn. Uit de beleidstukken bleek dat succesvolle projecten en

activiteiten altijd voortkomen uit een samenwerking met verschillende organisaties.

De medewerkers van de Bijzondere Collecties in Groningen vinden dat de collecties er zijn

voor het gebruik. Een belangrijke doelgroep daarvoor zijn docenten, maar er zijn ook kansen voor

geïnteresseerd publiek. Medewerkers van de Universiteitsbibliotheek en het Universiteitsmuseum

vinden dat mogelijke bezoekers door voldoende promotie moeten weten dat er een Bijzondere

Collecties bestaat en als zij langskomen moeten zij gastvrij worden onthaald.

Medewerkers van andere erfgoedinstellingen noemen dat zij hun collectie het meeste onder

de aandacht brengen door activiteiten als lezingen, tentoonstellingen en activiteiten die hier verwant

aan zijn. Voor promotie is een goedlopende website belangrijk evenals actief zijn op sociale media.

Erfgoedinstellingen die hun doelgroepen actief te bereiken hebben een paar personen in dienst om

zich hiermee bezig te houden.

De Bijzondere Collecties in Groningen hebben veel potentie om aantrekkelijk te worden aangeboden

aan publiek. Actief samenwerken en verbinding zoeken met de bibliotheek, sector Erfgoed en andere

instellingen op het gebied van zichtbaarheid en publiekspresentatie kan veel voordeel opleveren.

Duidelijkheid, personele bezetting en het nemen van initiatief zijn ook onontbeerlijk. Concrete

aanbevelingen zijn gedaan op het gebied van zichtbaarheid en publiekspresentatie. Naast veel

aanbevelingen per doelgroep zijn in dit adviesverslag drie kernaanbevelingen gegeven die het

minimum zijn om aan de slag te gaan. Dat zijn het maken van een duidelijke website, het organiseren

van een introductiecollege voor studenten en geïnteresseerden en ten slotte het organiseren van

minimaal twee lezingen en tentoonstellingen per jaar. Het uitvoeren van deze aanbevelingen zal

eraan bijdragen dat het mooie academische erfgoed in Groningen voor een breed publiek

zichtbaarder en toegankelijker wordt.

Page 5: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

5

Voorwoord

Een unieke verzameling boeken en documenten en een mooie leeszaal in het hart van de binnenstad.

Zo kijk ik als masterstudent geschiedenis naar de afdeling BC in de Universiteitsbibliotheek in

Groningen. Hier kan meer mee gedaan worden, bedacht ik me, tijdens de uren dat ik in de

vernieuwde leeszaal helemaal alleen oude brieven zat te lezen voor mijn afstudeerscriptie.

Aangemoedigd door anderen heb ik bij de afdeling aangeklopt met het idee of ik een stage zou

kunnen lopen om na te denken over deze vraag door middel van een inventariserend onderzoek.

Vanwege mijn interesse in wetenschaps- en universiteitsgeschiedenis en publieksgeschiedenis leek

een dergelijke stage mij heel leerzaam.1 Met enthousiasme werd dit idee goedgekeurd en ik werd

hartelijk welkom geheten om drie maanden bij de afdeling BC mee te lopen, gesprekken te voeren en

mijn onderzoek uit te werken. Enerzijds zijn adviesrapporten en beleidsdocumenten prettig omdat ze

de koers uitzetten en richtlijnen geven, maar anderzijds kunnen ze erg ontmoedigend werken als er

weinig van terecht komt of kan komen. Hoewel een adviesverslag ingaat tegen mijn idee om na te

hebben nagedacht ook vooral praktisch aan de slag te gaan, kan ik niet anders dan hopen dan dat er

initiatief wordt genomen vanuit de medewerkers en zij daar eventueel de nodige aansturing en

middelen voor ontvangen. Het zou een aanwinst zijn voor het universitaire onderwijs en het

geïnteresseerd publiek in Groningen, als studenten, docenten, onderzoekers en publiek de weg naar

deze mooie bronnencollecties vaker en eenvoudiger vinden.

1 Een publiekshistoricus is getraind in onderzoek doen op academisch niveau maar kan naast het schrijven van academische publicaties ook historisch onderzoek vertalen naar een breder publiek. Vaak is dat in de vorm van een documentaire, tentoonstelling, website of educatieproject, maar dat kan ook een heel ander publieksproduct zijn.

Page 6: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

6

Inleiding

De Rijksuniversiteit in Groningen (RUG) vindt haar erfgoed belangrijk. In het visiedocument van de

bibliotheek wordt het erfgoed, bestaande uit de Universiteitsbibliotheek (UB), de afdeling Bijzondere

Collecties (BC) en het Universiteitsmuseum (UM), het visitekaartje genoemd dat de zichtbaarheid,

attractiviteit en representatie van de universiteit kan versterken. Daarvoor is het nodig dat de fysieke

en digitale erfgoedcollecties breed gepresenteerd worden en de verschillende instanties die het

erfgoed van de universiteit bewaren samenwerken.2 Deze samenwerking werd deels gerealiseerd

door het erfgoed van universiteit in één sector te verenigen. Dat betekent dat het UM en de BC,

binnen de bibliotheekorganisatie één sector vormen en dat zij één erfgoedhoofd hebben. Deze

sector valt vervolgens onder de UB. Sinds mei 2016 ligt er een beleidsplan klaar voor deze sector dat

voor een groot deel ingaat op het vergroten van de zichtbaarheid, toegankelijkheid en het gebruik

van de universitaire collecties. Valorisatie, oftewel het maatschappelijk relevant maken van het

academisch erfgoed, speelt daarin ook een belangrijke rol. In het beleidsplan staan vijf doelen om te

worden gerealiseerd tussen 2016 en 2020. Deze zijn het aangaan van een actievere verbinding met

de gebruikers, het stimuleren van het (her)gebruik van de collecties voor onderwijs en onderzoek,

het opstellen van een collectieplan, het vergroten van de digitale toegankelijkheid van de collecties

en het realiseren van betere huisvesting voor het Universiteitsmuseum.3 Naar de eerste twee doelen

is een onderzoek gedaan met als resultaat dit adviesrapport. De centrale vraag is:

Hoe kan de Afdeling Bijzondere Collecties van de Groningse universiteitsbibliotheek haar

collecties onder de aandacht brengen bij haar doelgroepen?

Bijzondere Collecties van universiteitsbibliotheken zijn verzamelingen van manuscripten, prenten,

archieven, boeken met een bijzonder formaat, kaarten, foto’s of wat maar kostbaar, kwetsbaar en

zeldzaam is en die niet zomaar bij de andere boeken van de universiteitsbibliotheek geplaatst

kunnen worden en niet worden uitgeleend. De afdeling BC bevat archieven, maar is primair geen

archief. Het bevat boeken, maar is niet alleen een bibliotheek. Het bevat museumwaardige objecten,

maar heeft vaak geen primaire museale functie. Enerzijds wordt de collectie bijzonder genoemd

omdat van veel documenten slechts één exemplaar beschikbaar is, of maar een paar. Anderzijds

wordt de collectie bijzonder genoemd omdat het materiaal een bijzondere behandeling nodig heeft,

zoals een ideale temperatuur en luchtvochtigheid om de collectie te behouden.4

Gedurende de periode van 1 september tot 1 december ben ik, Jaline de Groot en

masterstudent van de opleiding Geschiedenis Vandaag aan de RUG in Groningen, als stagiaire

verbonden geweest aan de afdeling BC met als doel het maken van een adviesverslag met concrete

ideeën over het onder de aandacht brengen van de Groningse Bijzondere Collectie bij haar

doelgroepen. Onder de doelgroepen wordt iedereen verstaan die belangstelling heeft voor de

collecties. Dat zijn doorgaans studenten, docenten, onderzoekers en het brede publiek. Voor het

overgrote deel zijn zij afkomstig uit Groningen en omgeving, maar er zijn ook geregeld

uitzonderingen. In dit rapport wordt eerst kort de opzet van het onderzoek besproken en vervolgens

de resultaten van het onderzoek. Uit die resultaten zijn uitkomsten geformuleerd en op basis

daarvan zijn aanbevelingen gedaan.

2 Marjolein Nieboer, Visiedocument RUG Bibliotheek 2020 (2011), 1-2. 3 P.M.J.L. Pablo Collette ed., Beleidsplan 2016-2020 sector erfgoed universiteitsbibliotheek Groningen (mei 2016), 6. 4 Judith Belinfante “Bijzondere Collecties, de schone slaapsters van het academisch erfgoed,” in Universitaire collecties in Nederland: nieuw licht op het academisch erfgoed Tiny Monquil-Broersen (Zwolle: Waanders uitgevers, 2007).

Page 7: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

7

1. Onderzoeksopzet

Doelstellingen van het onderzoek

Voor het onderzoek zijn de volgende doelstellingen geformuleerd:

Onderzoek naar het beleid van (academische) erfgoedinstellingen met betrekking tot het

bereiken van doelgroepen.

Gesprekken voeren met medewerkers van de BC in Groningen, medewerkers van de UB en het

UM en medewerkers van andere erfgoedinstellingen.

Opsommen van concrete ideeën en aanbevelingen die op kortere en langere termijn zouden

kunnen worden uitgevoerd.

Het presenteren van een adviesrapport aan de medewerkers van de BC/UM/UB.

Onderdelen van het onderzoek

1. Een begin met het onderzoek is gemaakt door beleidstukken, jaarverslagen, publieksverslagen en

jaarplannen door te nemen van verschillende (academische) erfgoedinstellingen. Dat waren

musea, wetenschapsmusea, Bijzondere Collecties van universiteitsbibliotheken, regionale

historische centra, archiefinstellingen en erfgoednetwerkorganisaties. Bij het lezen van de

stukken is gelet op de vragen:

A. Welke activiteiten worden er ondernomen door erfgoedinstellingen om hun collectie onder de

aandacht te brengen en publiek aan zich te binden?

B. Hoe richten deze erfgoedorganisaties zich op het publiek en hoe willen zij dat in de toekomst

gaan doen?

C. Welke publieksactiviteiten werden bestempeld als succesvol (indien aangegeven)?

2. Vervolgens zijn er gesprekken gevoerd met verschillende personen, te verdelen in drie groepen:

Medewerkers van de BC in Groningen, medewerkers van de UB en het UM en medewerkers van

erfgoedinstellingen elders in het land. Deze gesprekken hadden niet het karakter van een

gestandaardiseerd interview maar zijn gevoerd als een open interview waarbij in ieder geval de

volgende vragen aan de orde kwamen:

A. Medewerkers BC Groningen

- Wat is volgens u de functie van de BC?

- Hoe kan de afdeling BC haar doelgroepen meer aanspreken? Per doelgroep vragen: breed

geïnteresseerd publiek, studenten, onderzoekers, docenten.

B. Overige medewerkers van de UB en het UM.

- Hoe probeert u uw doelgroepen aan te spreken en heeft u ideeën hoe de afdeling BC dat meer

zou kunnen doen?

C. Medewerkers van andere erfgoedinstellingen elders:

- Voor welke doelgroepen is jullie instelling?

- Hoe maken jullie potentiële gebruikers bekend met de collectie?

- Hoe belangrijk is het onder de aandacht brengen van jullie instelling?

- Wat willen jullie daarmee bereiken?

- Welke activiteiten spreken de doelgroepen aan?

- Welke activiteiten werden nauwelijks bezocht en bleken niet heel succesvol?

- Welke rol speelt internet voor jullie instelling?

Page 8: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

8

2. Uitkomsten Onderdeel 1. Beleidsstukken (academische) erfgoedinstellingen

- Een afgebakende lijn tussen een erfgoedinstelling als een museum, archief of

bibliotheekcollectie is er niet meer, gelet op publieksactiviteiten. Alle soorten

erfgoedinstellingen lijken zich meer te willen bewegen in de richting van een maatschappelijk

relevante, culturele ontmoetingsplek.

- De onderzochte erfgoedinstellingen stellen zich met name ten doel om meer en divers

publiek binnen te halen. Daarnaast streven zij er bijna allemaal naar digitaal toegankelijk te

zijn.

- Projecten of activiteiten die succesvol worden genoemd zijn het product van samenwerking

met andere organisaties.

Onderdeel 2A. Gesprekken met medewerkers van BC

- Iedereen is het erover eens dat de collecties van de BC er zijn voor het gebruik. Een

belangrijk onderdeel van de functie van de BC is om dit te faciliteren en zo nodig de collecties

onder de aandacht te brengen.

- Docenten zijn een belangrijke groep om kennis te laten maken met de collecties. Zij kunnen

stukken uit de collecties gebruiken voor college of een opdracht en zijn daarmee essentieel

in het enthousiasmeren van studenten voor de BC. Andere doelgroepen moet zij niet

verwaarlozen. Vooral voor geïnteresseerd publiek zijn er kansen voor de BC.

- Medewerkers van de BC zijn geïnteresseerd in het onder de aandacht brengen van het

academisch erfgoed, maar vragen zich af in wat voor structuur zij dat moeten gaan doen.

Onderdeel 2B. Gesprekken met medewerkers van UB/UM

- Bezoekers moeten zich van harte welkom voelen om de BC te bezoeken en worden daar

ideaal gezien gastvrij onthaald.

- De BC kan op allerlei manier meer naar buiten brengen over hun collectie, via website, blogs,

sociale media en folders. Het aanbieden van educatieactiviteiten draagt daar ook aan bij.

Onderdeel 2C. Gesprekken met medewerkers van andere erfgoedinstellingen

- De meeste mensen raken bekend met een erfgoedinstelling door de activiteiten die zij

organiseert. Dat is vaak in de traditionele vorm van een lezing of tentoonstelling, maar

creatieve andere activiteiten worden niet geschuwd.

- Erfgoedinstellingen willen dat hun collectie wordt gebruikt en mensen afweten van die

collectie. De reden daarvan ligt op zowel financieel als beleidsmatig vlak.

- Succesvolle activiteiten zijn groter opgezette activiteiten rondom een thema waarin voor

verschillende doelgroepen activiteiten aangeboden worden.

- Als een activiteit geen groot succes is, ligt dat aan een gebrek aan PR of dat het onderwerp

weinig mensen aanspreekt.

- Een goed werkende actuele website en actief zijn op sociale media is van groot belang.

- Erfgoedinstellingen die succesvol zijn in het bereiken van doelgroepen hebben allemaal een

paar personen in dienst om zich hier primair mee bezig te houden. Publieksvriendelijkheid

wordt doorgaans van iedere medewerker verwacht, maar niet op het niveau van het

bedenken, organiseren en uitvoeren van publieksactiviteiten en projecten.

Page 9: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

9

3. Aanbevelingen

De BC in Groningen kan op verschillende manieren haar collecties onder de aandacht brengen bij

haar doelgroepen. Dat kan door te laten zien wat de afdeling doet, door goede contacten met

gebruikers te onderhouden, potentiële gebruikers te enthousiasmeren en publieksactiviteiten te

organiseren. De BC representeert samen met het UM het erfgoed van de RUG en hoewel er

duidelijke verschillen zijn tussen deze twee afdelingen, zouden zij op het vlak van het profileren van

het erfgoed, hartelijk en nauw moeten samenwerken. Met andere organisaties samenwerking

aangaan is ook aan te bevelen.5 Het is een goed idee als de medewerkers van de BC de komende

jaren bezig gaan met het uitproberen van verschillende manieren om doelgroepen aan te spreken en

aan zich te binden. Het bekendmaken van de collectie is geen eenmalige maar een blijvende

noodzaak die steeds in ontwikkeling is.

De onderstaande aanbevelingen om de collectie meer onder de aandacht te brengen zijn

verdeeld in drie groepen. Dat zijn de kernaanbevelingen, aanbevelingen per doelgroep en

aanbevelingen voor alle doelgroepen. De aanbevelingen zijn gedaan op zowel het gebied van

zichtbaarheid als publiekspresentatie. Alle aanbevelingen zijn speciaal gegeven voor de BC in

Groningen en bewust daarop afgestemd. De drie kernaanbevelingen zijn bijzonder belangrijk en zijn

wat mij betreft het absolute minimum om mee aan de slag te gaan. Het is echter niet mijn

aanbeveling om deze drie ideeën als de beste te zien en het daarbij te laten. Het zijn eerder ideeën

om mee te beginnen (en met één is zelfs al begonnen). Ik ben ervan overtuigt dat alle ideeën de

moeite waard zijn om op deze afdeling uit te proberen, maar uiteraard niet allemaal tegelijk. Bewust

zijn de aanbevelingen gepresenteerd als een raadpleegbare lijst om er af en toe bij te pakken en iets

uit te zoeken. Aangezien nu nog onduidelijk is wie zich bezig gaat houden met dit onderwerp, of dat

dit van alle of meerdere medewerkers wordt verwacht, kan ieder bekijken waar hij of zij wat aan

heeft. Het lijkt mij belangrijk om bij al deze ideeën internationalisering in gedachten te houden. De

UB en het erfgoed van de universiteit is niet alleen interessant voor Nederlandse studenten,

docenten en onderzoekers, maar in toenemende mate ook voor internationale. Voor alle ideeën

geldt dat van tevoren moet worden bedacht of deze tweetalig kan zijn en hoe dat kan worden

vormgegeven.

Om zichzelf te profileren en samen te werken met het UM is voldoende enthousiasme,

kennis en personele bezetting nodig om deze nieuwe houding vorm te geven.6 Aansturing door het

hoofd van de sector is belangrijk om daadwerkelijk nieuwe plannen van de grond te krijgen. Het is

ook essentieel dat de medewerkers zelf initiatief nemen en hun ideeën en hun wensen uit gaan

voeren. Professionele culturele instellingen bedenken lang van tevoren een plan voor wat ze in een

jaar aan publieksactiviteiten willen gaan doen. Het is mijn aanbeveling om een paar mensen of een

commissie verantwoordelijk te laten zijn voor de inhoudelijke thema’s die er voor erfgoed in ieder

geval op de agenda komen. De BC kan vervolgens bedenken hoe zij dat praktisch willen gaan invullen

en leggen verantwoording af van wat er uiteindelijk van is gekomen. Zo kan zichtbaarheid en het

organiseren van publieksactiviteiten een concreet agendapunt worden op het werkoverleg.

Met het toepassen van de onderstaande ideeën hoop ik dat de BC een levendige en kundige

instelling wordt ten behoeve van het academisch onderwijs, onderzoek en het geïnteresseerde

publiek in de regio.

5 Zie bijlage 8. 6 Pieter ter Keurs en Steph Scholten, Quickscan Afdeling Erfgoed Universiteitsbibliotheek, Rijksuniversiteit Groningen (juli 2013). In hun rapport over de mogelijkheden om een nieuwe sector erfgoed te vormen en het versterken van de representatieve functie van de collecties benadrukken zij dat een adequate personele bezetting essentieel is.

Page 10: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

10

Hoe kan de BC haar collecties onder de aandacht brengen

bij haar doelgroepen?

Samen-werken

1. Zichtbaarheid

2. Publiekspresentatie

Kernaanbevelingen

•Website

•Introductiecollege

•lezing & tentoonstellingAanbevelingen per doelgroep

•Studenten

•Docenten

•Onderzoekers

•Geïnteresseerd publiek

Algemene aanbevelingen

voor alle doelgroepen

Aansturing &

bezetting

Aanbevelingen schematisch weergeven

Page 11: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

11

1. Kernaanbevelingen

Kernaanbeveling 1: Website

De afdeling BC verbetert haar website.7 Dat wordt een gebruiksvriendelijke en visueel

aantrekkelijke website waarop bezoekers:

- Eenvoudig en voldoende informatie kunnen vinden over de instelling, het zoeken van informatie

en het raadplegen van de collecties;

- Verhalen over de collectie kunnen lezen en nieuwsitems over de collectie kunnen vinden;

- Een korte beschrijving kunnen vinden per collectiespecialist en zijn/haar expertise om deze

gemakkelijk te kunnen bereiken;

- Op den duur een duidelijk overzicht vinden van welke collecties, archieven en boeken er zijn;

- Geïnformeerd worden over activiteiten en mogelijkheden om langs te komen met een groep.

Kernaanbeveling 2: Introductiebijeenkomst of inleidend college

Twee keer per jaar organiseert de BC een introductiebijeenkomst of inleidend college voor het

gebruik en het onderzoek naar de BC voor studenten en andere geïnteresseerden.8 Het kan

bijvoorbeeld een programma zijn van zo’n twee uur waarin eerst in de collegezaal op de vierde

verdieping door een conservator of informatiespecialist het een en ander wordt uitgelegd over

de collectie, het zoeken daarin en hoe je de collectie voor je eigen onderzoek kan gebruiken. De

studenten en geïnteresseerden kunnen daarna naar de zaal van de BC waar eventueel kort iets

kan worden uitgelegd over de regels op de zaal en de boeken die daar staan. Daarna kunnen de

studenten kennis maken met andere studenten, onderzoekers en docenten die allemaal op de

zaal iets uit de BC hebben gebruikt, iets hebben gepubliceerd of daar mee bezig zijn. Studenten

kunnen, als op een informatiemarkt, bij deze personen langslopen en een praatje maken over

hun onderzoek om zo ideeën op te doen. Conservator en informatiespecialisten staan klaar om

vragen te beantwoorden van studenten over de collectie en denken mee met een eventueel

onderwerp voor werkstuk of scriptie. Het doel van de bijeenkomst is dat studenten weten dat

onder andere speciaal voor hen waardevolle werken worden bewaard om door hen te worden

gebruikt.

- De introductiebijeenkomst duurt zo’n twee uur, bijvoorbeeld van 16-18 uur.

- De introductiebijeenkomst wordt uitgebreid gepromoot. Zie bijlage 3 en 4 hoe dit kan worden

gedaan. Het is van belang dat de bijeenkomst niet tijdens een verplicht college voor een grote

doelgroep zoals geschiedenisstudenten is.

- Van tevoren worden studenten, onderzoekers en docenten gevraagd of zij bereid zijn om een

uurtje in de leeszaal hun bronnen te presenteren met eventueel een publicatie. Studenten

kunnen langs de tafels lopen en in gesprek gaan met de onderzoekers.

- Het zal eerst onduidelijk zijn hoeveel studenten er kunnen worden verwacht. Aanmelden werkt

vaak drempelverhogend. Er kan voor worden gekozen dat aanmelden niet verplicht is maar wel

gewenst, waarbij de aanmelder ook de studierichting en zijn of haar taal aan kan geven zodat

daar tijdens het college extra rekening mee kan worden gehouden.

- Na één keer uitproberen kan het programma aangepast worden zodat het (nog) beter aansluit bij

de behoeftes van studenten. Het programma kan ook verkort worden gegeven, er kan gekozen

7 Zie bijlage 5 voor een plan voor een nieuwe website 8 Dat kunnen allerlei studenten zijn, van bachelor tot master en van geschiedenis tot Europese talen en culturen. Met wat aanpassingen zou het ook voor geïnteresseerde onderzoekers en docenten kunnen zijn. Dit idee komt grotendeels van het Scaliger instituut in Leiden, een instituut dat als doel heeft het gebuikt van de BC Leiden voor onderwijs en onderzoek te bevorderen. Zie jaarverslag Scaliger instituut 2015.

Page 12: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

12

worden om het eens in het jaar te organiseren, wellicht kan het een cursus van meerdere

bijeenkomsten worden en samenwerking met het universiteitsmuseum kan op den duur worden

overwogen. Dit idee zou dan ook kunnen gaan richting een open middag met workshops,

rondleidingen en lezingen voor studenten en onderzoekers die iets met academisch erfgoed

willen gaan doen.

Kernaanbeveling 3: Lezing met tentoonstelling

Per jaar worden minimaal twee lezingen verzorgd voor geïnteresseerd publiek, bij voorkeur

gecombineerd met een tentoonstelling (bijvoorbeeld in de nieuwe tentoonstellingsvitrine die in

mei 2017 bij de ingang van de BC komt of in een tentoonstellingsruimte van een andere

instelling). Dat kan een lezing zijn naar aanleiding van een actueel onderwerp, een publicatie van

iemand die bronnen uit de BC gebruikt of een origineel onderwerp dat met de collectie te maken

heeft. De lezing met tentoonstelling wordt uitgebreid gepromoot en eventueel wordt ook pers

uitgenodigd.9 Het voordeel van een uitgebreide promotie is dat mensen weten van de lezing en

de tentoonstelling en merken dat de BC een levendige afdeling is die dingen organiseert.

9 Zie bijlage 3 voor promotie.

Collectiespecialist Evert Jan Reker en een bezoeker in de kluis bij de opening van de vernieuwde afdeling van de Bijzondere Collecties in de Universiteitsbibliotheek, mei 2016. Uit: Dagblad van het Noorden. Foto Kees van de Veen.

Page 13: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

13

2. Aanbevelingen per doelgroep

Studenten

1. Rondleidingen voor studenten

Studenten kunnen regelmatig in de UB een kleine rondleiding van een half uur krijgen over de

Groningse academische geschiedenis. Er kan iets worden verteld over de kaart van Beckering op de

derde verdieping, het academiegebouw, de tentoonstelling bij de ingang van de BC en op de zaal of

eventueel de collegekamer kunnen één of twee stukken uit de collectie worden getoond met een

korte uitleg. De rondleiding over de geschiedenis van de Groningse universiteit in een notendop is bij

voorkeur in het Engels om zo ook aantrekkelijk voor de vele internationale studenten die de

bibliotheek bezoeken. Studenten kunnen in de pauze genieten van geschiedenis en erfgoed en

hebben zo een korte afleiding van hun eigen werk. Dit is een ideale kans voor de universiteit om

zichzelf met haar erfgoed te profileren, de UB biedt een leuke dienst aan haar gebruikers aan en de

BC maakt zich zichtbaar in de bibliotheek door naar buiten te treden met een regelmatige activiteit.

Uit de gebruikersenquête die gehouden is in 2011 bleek dat studenten de UB niet altijd een

inspirerende omgeving vonden.10 Het aanbieden van een activiteit als een rondleiding zou eraan

kunnen bijdragen om de bibliotheek een bruisende en inspirerende plek te maken.

2. Stages en scripties

Op de website van de BC kunnen enkele stages en scriptieonderwerpen voor bachelor of

masterstudenten staan. Bijvoorbeeld het uitzoeken en inventariseren van archieven of het schrijven

van een scriptie over een deel van de collectie. Via het stagebureau van de faculteit letteren kan hier

reclame voor worden gemaakt.11

3. Scriptieprijs of prijsvraag

Een jaarlijkse of tweejaarlijkse prijs voor studenten die een bachelor of masterscriptie hebben

geschreven over een onderwerp uit de BC. Nog beter lijkt mij een scriptie over het Gronings

universitair erfgoed in het algemeen, samen met het UM. Op een middag of avond mogen de

genomineerden hun scriptie presenteren en wordt de winnaar bekend gemaakt. Eventueel kan

worden samengewerkt met studieverenigingen om publiek te krijgen voor de presentaties van de

scripties. Een ander idee is om voor studenten en andere geïnteresseerden een prijsvraag uit te

schrijven voor bijvoorbeeld een tentoonstellingsplan.

4. Culturele middag/avond

In samenwerking met het universiteitsmuseum een culturele middag of avond organiseren voor

studenten én buitenlandse (phd-)studenten waarbij ze thee en Groninger koek krijgen, er een half

uur tot uur iets verteld wordt over een collectiestuk waarbij het verhaal ook een internationaal

karakter krijgt. De studenten kunnen daarna in gesprek met elkaar gaan over het onderwerp en hoe

zich dat verhoudt tot hun eigen land en hun eigen ideeën. Deze activiteit is vooral recreatief van aard

en heeft als doel om het Groningse academisch erfgoed te gebruiken om Nederlandse en

internationale (phd-)studenten met elkaar te verbinden.

10 http://www.rug.nl/bibliotheek/news/libqual-infographics-results.pdf (geraadpleegd 08-11-2016). 11In Leiden worden op de website van de Bijzondere Collectie stages aangeboden met een korte beschrijving en de begeleider. Zowel bachelor als masterstudenten uit verschillende richtingen kunnen zich voor de stage aanmelden. Ook hebben zij een interessante pagina met mogelijke scriptieonderwerpen voor allerlei vakgebieden. Zie bijvoorbeeld http://bibliotheek.leidenuniv.nl/bijzondere-collecties/praktisch/stage.html (geraadpleegd op 19-10-2016).

Page 14: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

14

5. Keuzevak academisch erfgoed

In samenwerking met het universiteitsmuseum en de faculteit letteren een vak ontwikkelen over

academisch erfgoed. De BC in Leiden hebben bijvoorbeeld een vak dat geheel ingaat op de BC. Het

zou een vak kunnen zijn binnen de minor Erfgoed of een keuzevak met één hoofddocent en

verschillende gastsprekers. Allerlei thema’s en aspecten kunnen aanbod komen zoals het vormen van

collecties het onderzoeken daarvan en het presenteren aan publiek.12

Docenten

1. Docenten persoonlijk benaderen en contact onderhouden

Medewerkers van de BC zijn actief in het benaderen van docenten. Ideaal gezien kennen zij deze ook

een beetje en weten ze waar ze college over geven en wat ze onderzoeken. Ze enthousiasmeren

docenten om materiaal te gebruiken voor colleges en nodigen deze uit eens langs te komen als er

iets nieuws is wat eventueel interessant is. Daarvoor is het nodig dat medewerkers met de collectie

bezig zijn en weten wat er in de collectie zit. Eventueel gaat dit via tussenpersonen maar het is erg

belangrijk dat docenten weten van de collectie en dat de collectie regelmatig wordt gebruikt voor het

onderwijs.13 Grotendeels zal deze taak terecht komen bij de conservator en collectiespecialisten, die

veel van de collectie afweten. De UKB-commissies Gedrukte Werken, Handschriften en Kaarten zien

dit als een belangrijk aspect voor de (toekomstige) conservator:

Het is van wezenlijk belang dat de conservator niet uitsluitend wacht op een vraag vanuit de

wetenschap of het onderwijsveld. Hij bepaald ook niet meer zelf wat er bestudeerd en

beschreven wordt maar gaat naar de wetenschappers toe om het gebruik van de collecties

actief te stimuleren.14

Uit de resultaten kwam ook naar voren dat de vakreferenten of de library liaison hierin ook een rol

kunnen vervullen. Of dat het geval is en hoe dat zou moeten is waard om te onderzoeken. Als dit op

deze manier uitbesteed wordt zou iemand van de BC hier wel steeds van op de hoogte moeten

worden gehouden en het belang van de samenwerking steeds onder de aandacht moeten brengen.

2. Bibliotheekinstructie

Er zou contact opgenomen kunnen worden met medewerkers van de UB die bibliotheekinstructies

voor Letteren en Religiestudies geven. Dat komt niet heel geregeld voor, maar wel af en toe. Aan de

medewerkers die de instructies geven wordt geregeld gevraagd ook met eerstejaars studenten langs

te komen op de zaal van de BC. Op de algemene website met bibliotheekinstructies kan worden

aangeven dat ook een aparte instructie kan worden aangevraagd voor de afdeling BC. Ook op de

eigen website van BC wordt dat aangegeven.15

3. Oproep op website

12 https://studiegids.leidenuniv.nl/courses/show/58025/Sources-of-Knowledge-Leiden-University-Libraries-Special-Collections 13 Dit is een recent agendapunt bij de BC van de UvA. Conservator Reinder Storm noemt dat er sinds een paar jaar een verandering waar te nemen is in het aantal bezoekers vanuit faculteiten. De oorzaak daarvoor is volgens hem allereerst de inkorting van het curriculum en als tweede de veranderende informatiebehoefte van mensen. Reinder Storm in een e-mail correspondentie 25 tot 31 oktober 2016. 14 Over de toekomst van het vak van conservator: een notie van de UKB-commissies Gedrukte Werken, Handschriften en Kaarten (april 2006). 15 Pagina van de website van de universiteitsbibliotheek met informatie over instructies: http://www.rug.nl/bibliotheek/support/library-of-arts/

Page 15: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

15

Op de website kan een oproep staan dat de conservator en de medewerkers van de BC graag

nadenken met docenten over hoe en welke bronnen uit de collectie voor een college zouden kunnen

worden gebruikt en dat er in overleg altijd een gastles kan worden verzorgd.

Onderzoekers

1. Inventarissen en collectiebeschrijvingen online

Voor de onderzoekers moet het duidelijk zijn wat zij aan de BC zouden kunnen hebben. De collectie

is op de website bijvoorbeeld ingedeeld per vakgebied of thema. Er is een lijst beschikbaar van wat er

allemaal te vinden in de collecties en idealiter met een collectiebeschrijving en inventaris in pdf. Voor

de duidelijkheid zouden ook de topstukken apart vermeld kunnen worden met een klein verhaaltje

en een directe link naar het digitale bestand. Ook staan er allerlei links met publicaties over de

collectie van de BC op de website.

2. Onderzoekszaal promoten

Onderzoekers weten dat zij op de zaal van de BC (en op den duur in het postzegelpand) mogen zitten

om aan hun eigen onderzoek te werken, ongeacht of zij gebruik maken van de BC. Om te beginnen

kan dit gecommuniceerd worden door dit op een duidelijke plek op de website te zetten. Daarnaast

zou dit op de zaal zelf en bijvoorbeeld via een e-mail aan de medewerkers kunnen worden

gecommuniceerd. De hoeveelheid promotie die hiervoor nodig is zou moeten worden afgewogen.

Geïnteresseerd publiek

1. Workshop

Een workshop van bijvoorbeeld drie keer twee uur over onderwerpen die bij een breed publiek

spelen en te maken hebben met de BC. De workshop hoeft niet bijzonder specialistisch te zijn, maar

interessant voor een breed scala aan geïnteresseerden. Voor de workshop kan een bepaald bedrag

gevraagd worden en aan het einde krijgen deelnemers een certificaat van deelname aan de cursus

van de BC.

o Historische cartografie vinden veel mensen een interessant om meer over te weten.

o Brieven als historische bron

o Een geschiedenis van het boek in een notendop

o Een geschiedenis van de Groningse universiteit aan de hand van bronnen uit de BC

o Zoeken en vinden in de BC Groningen

Deelnemen aan de dag van de Groningen Geschiedenis

De dag van de Groninger Geschiedenis, georganiseerd door RHC Groninger Archieven, gebruiken om

ook een deel van de academische geschiedenis te promoten. De rondleidingen die de Archieven die

dag organiseert door de stad en door het depot zijn erg in trek. Je moet je van tevoren aanmelden en

soms zijn er geen kaartjes meer beschikbaar. Het is waarschijnlijk dat een rondleiding door het

magazijn van de Universiteitsbibliotheek met een bezoek aan de BC met wat klaargelegde stukken

die te maken hebben met het thema van het evenement veel belangstelling zal trekken.

2. Lezingen

Onderzoekers, masterstudenten of docenten die iets uit de BC hebben onderzocht kunnen

uitgenodigd worden daarover te spreken. Dat kunnen ook twee of drie kleine flitslezingen zijn, of een

lezing in samenwerking met het centrum voor universiteits- en wetenschapsgeschiedenis van Klaas

van Berkel (CUW). Een promovendus die vaak op de zaal komt kan al lang van tevoren worden

Page 16: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

16

gevraagd om over een jaar een lezing te komen geven. Wel is het van belang dat er nagegaan wordt

gedaan of de betreffende persoon wel aansprekend kan vertellen. Lezingen bij de BC of de sector

Erfgoed verschillen van lezingen bij de universitaire lezinginstelling Studium Generale. In

tegenstelling tot deze laatste organisatie staat bij de BC altijd de collectie en een thema rondom het

academisch erfgoed centraal. Geregeld samenwerken met het organiseren van een lezing en

profiteren van de ervaring van Studium Generale is aan te raden.

3. Rondleidingen

Op de website kan worden aangeven dat de BC ook rondleidingen voor groepen op aanvraag kan

verzorgen voor een bepaalde prijs. Er kan dan contact worden opgenomen met een bepaalde

medewerker van de BC. Het loopt dan waarschijnlijk geen storm, maar het is wel vriendelijk naar

publiek.

4. Colleges in samenwerking met HOVO

Overleggen met de HOVO (seniorenacademie) over de invulling van één college of een reeks over

een bepaald onderwerp. Een eerder college van een medewerker van de BC bij de HOVO was een

groot succes. Wellicht willen de cursisten daarna de bronnen van de BC zelf gaan bekijken of

enthousiasmeren zij anderen. Cursisten van de HOVO kunnen immers ook een gratis UB lenerspas

aanvragen wat al een drempelverlagend aspect voor hen is.

5. Educatief project

Op de website wordt duidelijk gemaakt dat een docent altijd contact op kan nemen als hij met een

klas een bezoek wil brengen aan de BC. Voorbeelden wat eerdere klassen hebben gedaan, zoals

rekenen met zeventiende-eeuwse sommen, kunnen op de website worden gezet. Het is niet

aanbodgericht, maar vraaggericht. Wil een docent dit eventueel, dan kan hij na overleg langskomen.

Daarnaast kan de BC samen met het UM één eenvoudig educatief project aanbieden en promoten.

Een medewerker van de BC kan samen met Linda Tijsma, hoofd educatie bij het UM een project

bedenken. Een voorbeeld is een verhalend programma. De schoolgroep gaat eerst naar het UM om

hier met een ‘cliffhanger’ vandaan te komen en op zoek te gaan naar het antwoord bij de BC te gaan

zoeken. Het programma is van tevoren al helemaal gemaakt en de kinderen gaan in groepjes naar

kopieën van documenten uit de BC kijken. Een medewerker van de BC kan bijvoorbeeld één of twee

voorbeelden in het echt laten zien. Daarna kunnen die documenten weer terug en kan een

medewerker van het UM verder met de kopieën en de groep leerlingen. De leerlingen van het

winnende groepje krijgen bijvoorbeeld een potlood met het logo van de BC erop.

6. Colleges voor professionals over een specifiek onderwerk

De BC kan een kleine collegeserie voor professionals regelen. Bijvoorbeeld terugkerende

zomercolleges of wintercolleges over een paar aansprekende thema’s. De Anne Frank stichting doet

dit ook, bijvoorbeeld over het omgaan met vooroordelen, discriminatie of antisemitische

opmerkingen in de klas. De BC doet dit niet helemaal zelf, maar verzorgt dit in samenwerking met

anderen. BC kan bijvoorbeeld met een geschiedenisdocent colleges geven over het gebruik van

primaire bronnen in de klas en iemand anders een college over het nut en nadeel van het bezoeken

met je klas van erfgoedinstellingen. Om te kijken wat op dit gebied mogelijk is kan contact

opgenomen worden met bijvoorbeeld vakdidacticus geschiedenis in Groningen, Tim Huijgen, om

ideeën hierover uit te wisselen.

Page 17: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

17

7. De Bijzondere Collecties en de Scholierenacademie

De BC kan een college verzorgen via de scholierenacademie van de RuG. Zij organiseren vervolgens

zelf alles, de BC levert een spreker. Onderwerpen kunnen handschriften, boekgeschiedenis of

historische cartografie zijn. Dit is een mooie en gemakkelijke kans om scholieren te enthousiasmeren

voor brononderzoek en om voor de BC bekendheid te genereren.16

Huidige leeszaal afdeling Bijzondere Collecties.17

16 http://www.rug.nl/education/scholierenacademie/ (Geraadpleegd op 8-11-2016) 17 Tenzij anders aangegeven zijn de foto’s zelf genomen.

Page 18: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

18

3. Algemene aanbevelingen voor alle doelgroepen

1. Gebruiksvriendelijke beeldbank/documentbank

De huidige website waar de digitale collecties van de universiteit zijn onder gebracht is niet erg

gebruiksvriendelijk of aantrekkelijk om te bezoeken.18 Het digitaal ontsluiten van de collectie wordt

echter erg belangrijk gevonden in zowel het beleidsstuk van de sector erfgoed 2016-2020 als het

visiedocument van de bibliotheek van de RUG 2020:

De in 2020 vergevorderde digitalisering van de erfgoedcollecties van de RUG zal

leiden tot een toenemend gebruik van deze collecties door onderzoekers, docenten en

studenten binnen de universitaire gemeenschap en geïnteresseerden buiten de universitaire

gemeenschap. De behoefte aan het raadplegen van de fysieke erfgoedcollecties zal daardoor

eerder toe- dan afnemen.19

In het beleidsplan van de sector erfgoed staat onder andere over digitalisering:

Om de collecties toegankelijk te maken zijn een goede bereikbaarheid en ontsluiting van de

collecties essentieel. Hierbij is een sleutelrol weggelegd voor de digitale ontsluiting van het

materiaal. Daarmee zijn drie doelen gediend: door de beschikbaarheid van de digitale versies

wordt het behoud van het erfgoed vergemakkelijkt, de bekendheid verhoogd en de

toegankelijkheid vergroot.20

In het proces van het vergroten van bekendheid en de toegankelijkheid van de universitaire collecties

spelen digitale middelen een belangrijke rol, zo niet de belangrijkste. Hoewel in digitaliseren meer

werk zit dan enkel het presenteren, zien de gebruikers alleen het laatste. Het is erg jammer om juist

op zoiets essentieels te bezuinigen. Iemand die op de huidige website grondig naar een afbeelding

van de digitale bestanden zoekt zal deze kunnen vinden, maar de website moedigt niet verder aan

tot het rustig bekijken van afbeeldingen en zogenaamd ‘schatgraven’. Het is mijn voorstel om na te

denken over een gebruiksvriendelijke website of beeldbank. Dit is wellicht een kostbaar project maar

noodzakelijk om professioneel en gebruiksvriendelijk over te komen. Een voorbeeld van een

organisatie die gebruiksvriendelijke websites voor erfgoed maakt is het Europese bedrijf Picturae.21

Voorbeelden van websites die zij hebben gemaakt voor Nederlandse erfgoedinstellingen zijn

www.westbrabantsarchief.nl en www.beeldbankgroningen.nl Op deze websites is het ook mogelijk

om digitale tentoonstellingen te bekijken en reacties achter te laten. Om geschiedenis op het digitale

medium van betekenis te laten zijn is dat erg belangrijk en vooruitstrevend.22 De UvA streeft er naar

om de online bezoeker op dezelfde manier te behandelen als de fysieke bezoeker in de leeszaal. Ik

ben het met deze gedachte eens en ik denk dat dit een belangrijke trend is waar de UB als zij daar

snel gehoor aan geeft voordeel van kan hebben.

18 http://facsimile.ub.rug.nl/ (geraadpleegd 09-11-2016). 19 Marjolein Nieboer, Visiedocument RUG Bibliotheek 2020 (2011), 1-2. 20 P.M.J.L. Pablo Collette ed., Beleidsplan 2016-2020 sector erfgoed universiteitsbibliotheek Groningen (mei 2016), 5. 21 https://picturae.com/nl/ (geraadpleegd op 12-09-2016). 22 C. Van Den Akker, “History as Dialogue: On Online Narrativity,” BMGN - Low Countries Historical Review 128 nr.4 (2013): 103–117. http://www.bmgn-lchr.nl/articles/abstract/10.18352/bmgn-lchr.9354/ ; Een succesvol voorbeeld van een dergelijke website is de jubileumwebsite van de universiteit van Gent: http://www.ugentmemorie.be/ (geraadpleegd op 01-11-2016).

Page 19: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

19

2. Bijzondere Collecties op sociale media

De BC maakt een Facebookpagina aan en verkent de mogelijkheden naar bijvoorbeeld Instagram. Via

de sociale media wordt gereageerd op andere erfgoedinstellingen om op die manier online zichtbaar

te zijn. Via deze media worden nieuwtjes gedeeld, een boek verloot, een lezing aangekondigd ect. De

BC kan ook een Wikipediapagina aanmaken over de collectie. Geen sociale media, maar wel gratis

bekendheid.

3. De Bijzondere Collecties heeft een zichtbare plek in de Bibliotheek

De ingang van de BC zou meer geaccentueerd kunnen worden. Dat vergroot letterlijk de

zichtbaarheid in de bibliotheek.

De huidige ingang van de afdeling Bijzondere Collecties

4. Nieuwsbrief Bijzondere Collecties of academisch erfgoed

Sommige mensen vinden het prettig om zich aan te melden voor een nieuwsbrief om op de hoogte

te worden gehouden van nieuwtjes en activiteiten. Voor deze mensen kan regelmatig (per maand of

per twee maand) een nieuwsbrief worden verstuurd.23

5. Folders Bijzondere Collecties

Een algemene folder van de BC met allerlei informatie over zoeken in de collecties, het raadplegen

daarvan en informatie over de verschillende deelcollecties. Deze folders beschikbaar stellen bij de

ingang van de BC, op de balie van de BC en in boeken stoppen die in de UB worden weggegeven,

verspreiden over verschillende faculteiten (letteren, theologie) of vragen of studieverenigingen ze bij

de eerste- en tweedejaars boekenpakketten in willen stoppen. Ter promotie kunnen de folders

uitgedeeld worden bij activiteiten, zoals een informatiemarkt voor studenten of er kan worden

23 Eenvoudig aantrekkelijk uitziende nieuwsbrieven maken kan bijvoorbeeld via de website www.mailchimp.com

Page 20: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

20

geregeld dat ze in een tasje komen voor eerstejaars studenten met allerlei materiaal. Er kan contact

worden opgenomen met een relevante opleiding, zoals geschiedenis, dat de folder op een

introductiedag kan worden verspreid. De folder kan met een begeleidende brief naar studieadviseurs

worden gestuurd met de boodschap dat studenten welkom zijn als ze echt bezig willen met

onderzoek naar oude bronnen. Ook kan de folder samen met een begeleidende brief gestuurd

worden naar een docent die een vak geeft dat raakvlakken heeft met de BC. Daarnaast kan gedacht

worden aan een folder over het doen van onderzoek naar academisch erfgoed (samen met het UM),

folders over deelcollecties (de kaartencollecties, archieven, incunabelen etc.) of een folder met de

activiteiten per kwartaal. De folders zijn tweetalig (Nederlands en Engels) of worden in twee

verschillende talen uitgegeven.

6. Meedoen met themaweken of dagen

Een activiteit organiseren met de nationale museumweek, nationale monumentendag of de nacht

van kunst en wetenschap. Op deze manier wordt bekendheid gegenereerd en is de BC door mee te

werken aan de culturele recreatieve sector van nut voor de maatschappij. De opening van de

vernieuwde UB in 2017 is ook een unieke kans om bij aan te sluiten als BC.

7. Tentoonstelling

Te denken valt aan de nieuwe tentoonstellingsvitrine die in de maak is voor de BC en gegeven is door

de Vereniging Vrienden van de Bibliotheek Rijksuniversiteit Groningen.24 Het is wellicht een idee om

studenten van het vak historische methoden: documentaire en tentoonstelling (gegeven door Tity de

Vries) in te schakelen voor het af en toe aandragen van ideeën voor de tentoonstellingskast. Zij

kunnen eventueel ook helpen met de uitvoering daarvan of een idee aandragen voor een

openingslezing o.i.d. De BC is publieksvriendelijk door iets tentoon te stellen én geeft studenten de

kans iets te leren in de praktijk. De BC kan profiteren van het werk dat uit handen wordt genomen en

kan profiteren van de kennis en creativiteit van de studenten. Eén tentoonstellingskast is in principe

aardig, maar kent ook haar beperkingen. Aangezien de BC geen eigen expositieruimte heeft is het

verstandig om af en toe met organisaties te gaan samenwerken die dat wel hebben. Een succesvol

voorbeeld was de tentoonstelling van de kaart van Beckeringh in het Groninger Museum in het

najaar van 2016, of bijvoorbeeld de tentoonstelling ‘Hel en Hemel’ in het Groninger Museum in 2001.

Daarnaast kan ook worden samengewerkt met andere instellingen. Het Noordelijk

scheepvaartmuseum heeft geregeld wisseltentoonstellingen. Voor de hand ligt bijvoorbeeld een

tentoonstelling over (zee)kaarten. Ook is het een idee om te bekijken of de BC een tentoonstelling

met het Grafisch Museum kan maken. De BC zou ook geregeld samen kunnen werken met het UM in

het opzetten van een wisseltentoonstelling.25 Studenten van de master Geschiedenis Vandaag

mogen afstuderen op een groot tentoonstellingsplan. De BC kan op haar website zetten dat een plan

van een tentoonstelling samen met een andere organisatie in Groningen van harte wordt

aangemoedigd, en in overleg eventueel kan worden uitgevoerd. Bij tentoonstellingen is het ten slotte

leuk om de bezoeker nieuwsgierig te maken door het stellen van een vraag. Bijvoorbeeld een hele

algemene vraag of juist een specifieke vraag waar de bezoeker een antwoord op kan vinden door de

tentoonstelling te bekijken.

24 Sinds April 2016 is dit Vrienden Academisch Erfgoed Groningen geworden. 25 Zie bijlage 6 voor enkele specifieke ideeën.

Page 21: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

21

8. Een document met zoektips voor in de collectie

Digitale bestanden, archiefbeschrijvingen, inventarissen, verschillende catalogi: zoeken naar bronnen

uit de BC kan voor de gebruiker bijzonder lastig zijn. Er is niet één platform, een zoekmachine of een

overzicht wat er allemaal in de collectie zit en waar dat over gaat. Dat is geen probleem, zolang de

zoeker weet waar hij diverse informatie kan vinden en wanneer hij contact op kan nemen met

iemand over een zoekvraag. In een apart document kan hier kort een overzicht van worden gegeven.

Het documentje staat op de website en kan steeds worden aangepast. Een voorbeeld van een

uitgebreid document met zoektips is de onderzoeksgids van de Groninger Archieven of het document

met zoektips van de Koninklijke Bibliotheek.26

9. Cadeauproducten en reproducties

Ansichtkaarten, een verjaardagskalender, een reproductie van een kaart of mooie plaat kunnen

worden verkocht in de nieuwe I-Shop van de universiteit. Wellicht kunnen publicaties vanuit de BC

daar ook worden verkocht.

10. Tijdschrift

De BC zou eens per jaar een publicatie uit kunnen geven met leuke artikelen, een ingekort

jaarverslag, interviews en andere interessante dingen. Het tijdschrift kan uitgedeeld worden aan alle

bibliotheekmedewerkers, meegegeven worden aan bezoekers van de BC, gestuurd worden naar de

leden van de Vrienden Academisch Erfgoed Groningen en het blad kan uitgedeeld worden aan

andere erfgoedinstellingen in Groningen. Extra leuk is om het tijdschrift samen met het UM te

maken.

11. Gebruikersonderzoek

De BC kan ongeveer eens per twee jaar, gedurende een aantal weken aan gebruikers van de zaal

vragen of ze een enquête willen invullen over de BC. In bijlage 2 is een voorbeeld gemaakt van een

dergelijke enquête voor op de zaal. Ook kan gedacht worden aan een digitale enquête via Google

Forms die gestuurd kan worden naar studenten en medewerkers van de letterenfaculteit. Het

voordeel hiervan is dat de BC tegen het licht wordt gehouden, dat er waardevolle tips tussen kunnen

zitten en dat de BC onder de aandacht wordt gebracht bij (mogelijke) gebruikers.

12. Lunchlezing

Per maand of kwartaal wordt er één lunchlezing of een zogenaamde ‘brownbaglunch’ georganiseerd.

Zowel medewerkers van de bibliotheek als studenten zijn daarvoor welkom. Iedereen brengt zelf zijn

lunch mee en kan tijdens het eten luisteren naar iets interessants. Er wordt een spreker uitgenodigd

die iets vertelt (ongeveer 20 minuten) over een onderwerp dat te maken heeft met de bibliotheek,

BC of het Groningse academisch erfgoed. De spreker heeft ook een paar discussievragen die worden

gesteld. Binnen drie kwartier is de lunchlezing weer afgelopen. Het zaaltje van de BC kan hierdoor

gebruikt worden. Er kan ook gedacht worden om aan te sluiten bij initiatieven die er op dit gebied al

in de UB aanwezig zijn, in de vorm van bijvoorbeeld een kennissessie, in plaats van dit zelf te

organiseren.

26 https://www.groningerarchieven.nl/onderzoek/zelf-onderzoek-doen/download-de-onderzoekgids; https://www.kb.nl/expo/blader/digitaal-gouddelven-bij-de-kb/gouddelven.pdf. (Geraadpleegd op 8-11-2016)

Page 22: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

22

13. Jaarverslag

De BC maakt een jaarverslag met onderwerpen als:

o Bezoekerscijfers

o Bezoeken via de website

o Publieksactiviteiten en tentoonstellingen

o Bruiklenen

o Publicaties

o Aanwinsten

o Externe financiering

Het verslag kan bijvoorbeeld leuk opgemaakt worden via de communicatieafdeling van de UB. Met

een jaarverslag wordt stilgestaan wat er is bereikt en wat er gebeurd op de afdeling. Hierdoor wordt

ook duidelijk of de doelen wel of niet worden gehaald. Door terug te blikken heeft iedereen een idee

wat er gebeurt. De presentatie van het verslag kan een gezellige aangelegenheid zijn, ook om de

medewerkers toe te spreken bijvoorbeeld. Het verslag kan worden verspreid onder de medewerkers

van de UB, het UM, de Vrienden en via de website. Dit is een goed middel om te laten zien wat er

gebeurt bij de BC aan allerlei partijen, onder andere ook het college van bestuur. Er zijn veel

voorbeelden van zulke jaarverslagen beschikbaar. Je kunt gemakkelijk ideeën opdoen en beginnen

met een bescheiden jaarverslag om dat langzamerhand steeds professioneler te laten lijken. De BC

van de UvA Hebben dit ook, evenals het UM.

14. Aanspreken van fondsen

De BC kan initiatief nemen door iemand te vragen in de Universiteitsbibliotheek die verantwoordelijk

is voor het binnenhalen van fondsen of hij/zij samen met de medewerkers van de BC wil kijken naar

de mogelijkheden voor financiering van een project of idee voor het erfgoed van de RUG of de BC.

- Het Ubbo Emmius Fonds. Dit fonds wil de onderlinge betrokkenheid tussen de

samenleving en de universiteit stimuleren, onder andere ook door crowdfunding. De BC

of nog breder, het erfgoed van de RUG wil ook graag relevanter worden voor onderwijs,

onderzoek en de maatschappij. Het fonds richt zich vooral op de speerpunten healthy

ageing, energy en sustainable society van de universiteit, maar steunt regelmatig ook

andere projecten in de richting van de geesteswetenschappen, bijvoorbeeld het

onderzoek naar de Dode Zee rollen. Hoe een project of idee precies in aanmerking kan

komen voor financiële steun moet worden uitgezocht. Gedacht kan worden aan

o Steun voor een prijs voor docenten, onderzoekers en medewerkers van de RUG

die het Gronings academisch erfgoed hebben gepromoot met hun onderzoek of

zich bijzonder hebben ingezet om het academisch onderwijs te verrijken door

het gebruik van het academisch erfgoed van de RUG.

o Steun voor het in kunnen stellen van een scriptieprijs voor een onderzoek op

bachelor of masterscriptie niveau naar het (Groningse) academische erfgoed.

o Beurs voor medewerkers/onderzoekers die willen werken aan verbinding van het

academisch onderwijs en het gebruik van erfgoed om het onderwijs van kwaliteit

te verbeteren.

o Steun voor het oprichten van een organisatie die culturele activiteiten rond het

academisch erfgoed organiseert voor gepensioneerden in het Noorden van

Nederland. Deze groep gaat de komende tijd groeien vanwege de vergrijzing en

omdat veel ouderen op latere leeftijd nog vitaal zijn (healthy ageing).

Page 23: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

23

o Steun voor het starten van een project om de vele schenkingen te kunnen

uitzoeken. Daar kunnen immers ‘schatten’ tussen zitten.

o Een speciaal Erfgoedfonds om een onderzoeker of bijzonder hoogleraar te

kunnen aanstellen die onderzoek doet, lesgeeft en publiceert over het Gronings

academisch erfgoed, zowel vanuit het universiteitsmuseum als de BC.

- Eventueel kan ook geprobeerd worden om samen met het UM ministeriële fondsen voor

culturele instellingen aan te vragen.

15. Universiteitsmuseum fysiek verbinden met universiteitsbibliotheek

In de UB komen dagelijks honderden mensen, met name studenten maar ook onderzoekers en ander

gebruikers van de UB. Als het UM fysiek gecombineerd zou zijn met de UB, eventueel ook met de

nieuwe faculteit Rechten, ontstaat er één groot universitair informatiecentrum (UI). Bezoekers

kunnen via het museum ook naar de BC en andersom (hun toegangskaartje is bijvoorbeeld een pasje

waarmee je ook de UB in kan). Nederlandse studenten, internationale studenten, bezoekers van de

UB maar ook toeristen kunnen dit centrum bezoeken. Het wordt dan een bruisende academische

informatie-instelling met een publieksfunctie voor academisch en niet-academisch publiek.

16. Huisregels

Het is normaal dat een instelling die kwetsbare materialen herbergt zoals een bibliotheek, museum

of archief, huisregels heeft met betrekking tot het bekijken en raadplegen van bronnenmateriaal. Dat

is temeer het geval als een ruimte is geklimatiseerd. Om gastvrij te zijn naar de bezoekers is het wel

van belang om deze huisregels duidelijk te communiceren. Regels zijn niet per se ongastvrij, maar

geven ook duidelijkheid aan de bezoeker. De huidige bezoeker kan nauwelijks weten wat hij wel en

niet mag, terwijl hij er vervolgens op de zaal op af wordt gerekend. Onduidelijke stickers op de deur

en kleine bordjes tekst zijn niet genoeg om de welwillende maar onwetende bezoeker op deze regels

te attenderen. Belangrijk is dat de regels zo positief mogelijke worden geformuleerd en met een

prettige professionele vormgeving duidelijk worden gemaakt. De basisregels voor de zaal zouden

eerst kunnen worden gecommuniceerd, en op de zaal kan vriendelijk geattendeerd worden op de

specifieke huisregels.27

17. BC vraagt feedback aan bezoekers

Bezoekers kunnen gemakkelijk feedback geven als zij dat willen. Dat kan bijvoorbeeld door een

ideeën brievenbus of feedbackmuur in het halletjes van de BC. De afdeling wordt door de

mogelijkheid van feedback levendiger naar publiek toe.

27 Zie bijlage 7 met een herformulering van de bestaande huisregels.

Page 24: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

24

Ideeën om feedback te vragen aan bezoekers28

28 Afbeeldingen via www.pinterest.com/exhibition. Exacte bron onbekend. (Geraadpleegd 28-11-2016)

Page 25: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

25

4. Resultaten onderdeel 1

A. Welke activiteiten worden er ondernomen door erfgoedinstellingen om hun collectie onder de

aandacht te brengen en publiek aan zich te binden?

Op verschillende manieren brengen erfgoedorganisaties hun collectie onder de aandacht. Musea zijn

van oudsher erfgoedinstellingen met een focus op publiek en zij houden over het algemeen meer

activiteiten voor publiek dan bijvoorbeeld archieven. Toch is de lijn niet scherp te trekken omdat

archieven, zoals het Groninger archief en BC’s, zoals de afdeling BC van de Universiteit van

Amsterdam, ook publieksactiviteiten of activiteiten afgestemd op een bepaalde doelgroep houden,

zij het geregeld samen met een museum. Wat erfgoedinstellingen aan publieksbereik en

publieksactiviteiten doen zijn verdeeld in drie (zelfbedachte) groepen. Sommige activiteiten of

handelingen passen in meer dan één groep, maar het idee achter deze groepen is dat niet alle

manieren om publiek te bereiken hetzelfde zijn en dat de ene actie mogelijkheden creëert voor de

andere actie.

1. Zichtbaarheid

2. Publiekspresentatie

In bijlage 1 is een opsomming gemaakt van alle activiteiten die erfgoedinstellingen ondernemen om

zichtbaar te zijn en publiek aan zich te binden. Groep 1, zichtbaarheid, heeft te maken met het

bereiken van publiek of communiceren met publiek over de instelling, de collectie en haar

activiteiten. Zichtbaarheid is voor een groot deel een voorwaarde voor groep 2, het

presenteren/tonen van de collectie aan het publiek. Er kan nog zo’n leuke collectie zijn en veel

georganiseerd worden, als niemand ervan af weet zou er niemand langskomen. In de beleidstukken

en jaarverslagen komt digitale zichtbaarheid veel terug. Vervolgens is het belangrijk dat de

erfgoedinstelling iets aanbiedt aan publiek wat zij vermakelijk, interessant of leerzaam vinden. Dat

kan op verschillende manieren, met verschillende activiteiten en zowel binnen als buiten de

instelling. Per erfgoedinstelling en type erfgoedinstelling verschillen deze activiteiten, maar lezingen

en tentoonstellingen komen standaard terug.

B. Hoe richten deze erfgoedorganisaties zich in het algemeen op het publiek en hoe willen zij dat in

de toekomst gaan doen?29

Twee onderwerpen komen opvallend veel terug in de doorgenomen beleidsstukken en jaarverslagen

en hebben te maken met een groter en meer divers publiek en digitale toegankelijkheid.

1. Erfgoedinstellingen zetten in op een groter en meer divers publiek voor hun instelling, of een

intensiever gebruik van hun collecties door publiek.

- Instellingen die al langer gericht zijn op de presentatie van hun collectie aan publiek, zoals

musea organiseren educatieprojecten en tentoonstellingen in samenwerking met andere

organisaties. Er wordt zo gebruik gemaakt van elkaars kennis, publiek en capaciteit. Deze

instellingen innoveren in hun aanbod van activiteiten voor hun publiek, zoals programma’s

gericht op specifieke doelgroepen als gezinnen of bejaarden.

- Instellingen die van oudsher meer gericht zijn op het beheren en behouden van hun

collectie, zoals archieven en bibliotheken, gaan meer publieksactiviteiten organiseren,

werken samen met hun publiek aan de ontsluiting van hun collecties en benaderen actief

29 Hiervoor zijn alleen de beleidsplannen en jaarverslagen vanaf 2015 meegenomen.

Page 26: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

26

groepen of personen die mogelijk interesse hebben in een collectiestuk om dat te komen

bekijken.

2. Erfgoedinstellingen zetten in op digitale toegankelijkheid van hun instelling en hun collecties. Dat

doen zij onder andere door:

- Publiek eenvoudig te laten zoeken door de collecties. Ingewikkelde websites of

zoekmachines worden vermeden of vervangen.

- Het zoeken naar manieren om data en gegevens vrij van rechten aan te bieden.

- Het zoeken naar een balans tussen collecties digitaliseren en (archief)collecties analoog aan

te bieden voor bezoekers op de zaal.

C. Welke publieksactiviteiten werden bestempeld als succesvol (indien aangegeven)?

In beleid en jaarverslagen noemen organisaties allerlei projecten of activiteiten die zij hebben

ondernomen. Enkele projecten of activiteiten worden in deze verslagen benadrukt en bestempeld als

bijzonder succesvol. Opvallend is dat bij al deze projecten of activiteiten is samengewerkt met

andere organisaties.

- Museum Catharijneconvent deed mee aan een landelijk educatieproject genaamd Feest!

Weet wat je viert. Het project trok bijzonder veel bezoekers, met name schoolklassen,

vanwege het educatieve programma dat lesstofvervangend was. Het museum werkte samen

met zes andere musea en het project werd genomineerd voor de Museumeducatieprijs van

het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap.

- De KB initieert sinds enkele jaren de programma’s Boekstart en de Bibliotheek op school.

Deze programma’s bestempelt de KB als succesvol vanwege het aantoonbare positieve effect

op het leesplezier van kinderen.

- De Groninger Archieven, Het Noordelijk Scheepvaartmuseum en het Groninger Museum

organiseerden de theatervoorstelling: ‘Drama achter de gevel, een combinatie van

tentoonstelling, historisch theater en archiefpresentatie. Het werd in juni en juli 2014

gehouden en was een groot publiekssucces volgens het jaarverslag 2015 van de Groninger

Archieven.

- De jaarlijkse Summerschool die de BC van de UvA elk jaar organiseert met als thema ‘History

of the book’ vermelden zij in hun jaarverslag van 2015 als succesvoller dan ooit.

- Het Universiteitsmuseum Groningen heeft in 2014 een experiment gedaan door met 14

studenten van de master ‘Archeology Today’ een tentoonstelling voor te bereiden. De

samenwerking tussen de opleiding en het museum wordt als een groot succes bestempeld.

Page 27: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

27

5. Resultaten onderdeel 2 A. Gesprekken met medewerkers van de afdeling Bijzondere Collecties Groningen.30 Wat is de functie van de afdeling Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek?

- Dat we de BC hebben zorgt voor een regionale worteling van de universiteit. Het is van

belang dat de universiteit ook mensen in haar omgeving achter zich heeft. Eerst werd er

allerlei kennis bewaard door de Groningse kloosters maar nu is die informatie bij de afdeling

BC. Deze collectie herbergt de oorsprong van de universiteit. Het is de taak van de BC om het

gebruik van haar bronnen te faciliteren en deze collectie onder de aandacht te brengen.

- De afdeling BC heeft niet per se veel topstukken maar wel erg veel variëteit voor allerlei

colleges. Er is nog genoeg materiaal waar onderzoek naar gedaan kan worden en er zitten

veel verhalen in de collectie voor de representatieve functie van de bibliotheek. De BC,

samen met de UB en het UM beheren de geschiedenis van de Universiteit van Groningen. Zij

moet zich vooral plaatsen in de regio. Deze universiteitsbibliotheek is er voor het Noorden.

- De collecties moeten worden beheerd en behouden door te archiveren, te beschrijven en te

conserveren. Daarnaast is het belangrijk dat ze toegankelijk zijn, zowel fysiek als digitaal. De

collecties moeten ook worden gepresenteerd aan bezoekers en gebruikers, bijvoorbeeld in

de nieuwe vitrine, digitaal en via bruiklenen.

- De functie van de BC is dat er dingen worden bewaard om beschikbaar te stellen voor

mensen die erin geïnteresseerd zijn. Je bewaart niet alleen voor het conserveren of voor het

uitbreiden, maar voor het publiek. Mensen moeten het materiaal kunnen vinden.

Hoe kan de afdeling Bijzondere Collecties haar publiek meer aanspreken?

Docenten

- Docenten moeten actief persoonlijk worden benaderd. Medewerkers van de BC moeten

voortdurend blijven bedenken welke docent belang kan hebben bij een stuk voor onderzoek

en gebruik op college voor studenten. Dat kan door een praatje te maken als een docent

langs komt of een uitnodiging te sturen om het te hebben over mogelijk interessante stukken

uit de collectie. Docenten moeten vooral niet regelmatig ongevraagd lastig worden gevallen

met informatie over de BC. Zo creëren we een persoonlijk en actieve verbinding. We moeten

geen overvloed aan oppervlakkige informatie verzenden om maar bekender te willen

worden.

- Het is niet altijd bekend bij docenten welke collecties we hebben en wat de mogelijkheden

zijn bij de BC. We moeten hun (maar ook studenten en universitaire onderzoekers) direct

benaderen met behulp van de library liaison (de vakreferenten) die directe contacten binnen

de faculteiten hebben.

- Ideaal gezien weten veel medewerkers wat af van de collectie. Zij kunnen docenten erop

attenderen als er iets nieuws binnen is. Het begint bij de BC, die zou dingen kunnen

organiseren om docenten bekend te maken met de collectie.

- Vakreferenten in de bibliotheek hebben de taak om docenten te wijzen op de collecties van

de bibliotheek, inclusief de BC. Of dat wordt gedaan en wat de mogelijkheden zijn zou

moeten worden onderzocht.

30 Evert Jan Reker (Specialist Wetenschappelijk Informatie), Gerda C. Huisman (Conservator), Tonnis E. Musschenga (Specialist cartografie en Groningana) en Diane Holtkamp (Teamleider).

Page 28: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

28

Onderzoekers

- Kunnen zelf de bronnen van de BC vinden. Hoeven niet actief bediend te worden met

informatie wat er in de BC is.

- Buitenlandse onderzoekers vinden de BC automatisch als zij er iets uit nodig hebben.

Studenten

- Studenten zijn pas geïnteresseerd in de collectie als zij er een vraag naar hebben.

Enthousiaste docenten die hen attenderen op de BC of hun meenemen naar de BC zijn

hiervoor vooral van belang.

- Een vitrine bij de ingang, zodat het duidelijk is in de bibliotheek waar de afdeling BC zit. Iets

als lunchlezingen verzorgen, of aansluiten bij de activiteiten die het Bureau van de

universiteit organiseert.

- Een prijs, zoals bijvoorbeeld een scriptieprijs. Die hoeft maar klein bedrag te zijn met

eventueel een publicatie en dat iemand daarna er iets over verteld.

- Voor studenten is de website erg belangrijk. Daar moet allerlei informatie op staan over de

collecties en wat zij er mee kunnen. Er moet een koppeling gemaakt worden van de digitale

collecties naar de fysieke collecties. Studenten moeten weten wat ze met het materiaal

kunnen doen.

- Eerst waren er voor veel studenten verplichte rondleidingen waardoor ze de bibliotheek

leerden kennen. De BC werd vaak ook benoemd of kort bezocht. De rondleidingen waren

niet altijd zo’n succes met ongemotiveerde studenten en de vele opdrachten die het

bibliotheekpersoneel moest nakijken.

- Stages voor studenten waarin zij een deel van een archief gaan inventariseren kunnen een

idee zijn. Bijkomend voordeel is dat ze er vervolgens een scriptie over kunnen schrijven.

- Het erfgoed zou iets vaster in het curriculum kunnen worden ingebed, dat is bijvoorbeeld in

Amsterdam ook zo. Weinig studies doen nu iets met erfgoed terwijl dat wel zou kunnen.

Bredere publiek

- De BC kan af en toe vragen aan iemand die iets heeft gepubliceerd met bronnen uit de BC

om een lezing te geven. Daarvoor is het nodig om in de gaten te houden wat er wordt

gepubliceerd met bronnen uit de BC.

- Vitrines met materiaal of tentoonstellingen is leuk voor breder publiek.

- Af en toe een lezing. Dit heeft ok als voordeel dat meer mensen van de BC af gaan weten en

dat weer door kunnen vertellen aan anderen.

- College bij de HOVO geven, en met een tentoonstelling daarbij zodat mensen direct iets

ervan kunnen zien.

- Vaker rondleidingen in de UB voor belangstellenden, zoals door het magazijn. Het liefst dan

de hele bibliotheek daarin betrekken en niet alleen de focus hebben op de afdeling BC maar

de hele wetenschappelijke collectie als geheel.

- Het universiteitsmuseum zou een paar boeken op moeten nemen in de vaste tentoonstelling

van het museum. Boeken zijn immers ook een deel van het verhaal van wetenschap in

Groningen. Daarbij was de grote zaal in het museum vroeger de algemene leeszaal in de

bibliotheek. Dat past mooi bij elkaar.

- Het bredere publiek is een belangrijke doelgroep voor de BC. De universiteit heeft er altijd

naar gestreefd niet alleen een organisatie te zijn voor studenten, onderzoekers en

medewerkers maar ook een functie voor de regio en de Groningers in het algemeen te

hebben. Er treedt tegenwoordig steeds meer vergrijzing op, ouderen zijn langer actief en

Page 29: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

29

hebben veel vrije tijd. Vele ouderen zijn geïnteresseerd in de geschiedenis van de regio. Door

deze groep te bedienen genereer je misschien niet standaard meer bezoek voor het

onderzoek van de collecties maar het is wel een groeiende doelgroep. Ook vinden deze

mensen het vaak erg leuk om nog fysiek materiaal te bekijken en dat kunnen ze bij de BC

doen.

- De Groninger Archieven organiseren met succes veel activiteiten, dat zou de BC misschien

ook kunnen. De BC kan met de HOVO een cursus of college geven, bijvoorbeeld over oude

handschriften. Zonder twijfel zouden veel mensen daarin geïnteresseerd zijn.

- Men hoeft niet bang te zijn dat er zomaar in de BC allerlei mensen komen die er niet zoveel

te zoeken hebben. Het is beter om te veel bezoekers te hebben dan te weinig maar bang zijn

dat het overloopt van bezoekers is niet nodig.

- Cadeauproducten met afbeeldingen uit de Collecties aanbieden via de RUG-winkel als PR

voor de BC.

Algemeen

- Medewerkers van de BC moeten zich vriendelijk en behulpzaam gedragen naar klanten op de

zaal en naar hun collega’s. Medewerker verplaatst zich in de klant die zich niet bewust is van

de huisregels en attendeert vriendelijk op die huisregels.

- Medewerkers zijn bekend bij en met allerlei historische verenigingen zodat mensen hen

kennen, medewerkers weten wat interessant is voor anderen en anderen hen kunnen

vinden.

- Publiek moet in het algemeen meer worden aangesproken door aan PR te gaan doen en

samen te werken. Dat kan bijvoorbeeld met de RUG-winkel, de library

liaisons/vakreferenten, regionale erfgoedinstellingen, nationale UKB’s en erfgoedinstellingen

en internationale erfgoedinstellingen zoals de U4 van Göttingen, Uppsala, Gent en

Groningen.

- Ideaal gezien zouden de mensen die bij de BC werken geregeld iets schrijven of publiceren

over de BC. Dat hoeft maar heel kort of eenvoudig te zijn, maar het is wel essentieel om de

collecties bekend te maken.

- Het is niet de bedoeling dat de afdeling BC de hele tijd gaat roepen wat voor geweldige

collectie zij hebben. Het moet, door allerlei middelen, bij de doelgroepen beter bekend

worden dat bij de UB een afdeling BC hoort.

- De drempel om binnen te komen moeten we laag houden en het is belangrijk dat bezoekers

zich welkom voelen. Dit conflicteert misschien met onze huisregels, maar duidelijkheid zal al

veel oplossen.

Opmerking naar aanleiding van gesprekken met medewerkers

- Veel medewerkers uiten hun zorgen over hoe de ideeën uitgevoerd kunnen worden. Er staat

veel achterstallig werk te wachten, dozen met archieven, vele schenkingen en boeken die

nog moeten worden gecatalogiseerd. Het bijhouden van een volledige en actuele website en

het organiseren van activiteiten zien de meeste medewerkers wel als een unieke kans om

het Gronings academisch erfgoed te promoten maar zij vinden allemaal bijna collectief dat

het wel erg veel gevraagd is om dit spontaan zelf te gaan ondernemen. Enerzijds weten de

Page 30: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

30

medewerkers niet wanneer zij dat naast hun dagelijkse bezigheden op het werk moeten

doen en anderzijds vinden zij dat ze de vaardigheden en soms het enthousiasme missen.31

B. Gesprekken met andere medewerkers van de UB of Erfgoed Groningen.32 Hoe probeert u uw doelgroepen aan te spreken en hoe zou de afdeling Bijzondere Collecties dat

meer kunnen doen?

- Mond-tot-mondreclame werkt bij het UM vaak erg goed. Als mensen iets eens vanbinnen

hebben gezien en tevreden zijn, vertellen zij dat vaak door.

- Gericht posters verspreiden op plekken waar mogelijk geïnteresseerden voor een activiteit of

tentoonstelling zijn. Bijvoorbeeld bij een huisartsenpraktijk als het over het menselijk lichaam

gaat of een studievereniging benaderen bij een tentoonstelling over hun vakgebied.

- Niet te prominent verboden communiceren naar bezoekers bij de ingang van de leeszaal. Dat

komt niet altijd hartelijk en gastvrij over.

- De zaal moet goed zichtbaar zijn in de bibliotheek. Dat kan bijvoorbeeld door het aanbrengen

van stickers of bordjes met ‘Bijzondere Collecties en onderzoekszaal.’

- De BC zou sociale media meer kunnen inzetten. Zelf een inhoudelijke tekst toevoegen bij een

plaatje die door de twitterbot is uitgezocht. Schatten uit kluis onder de aandacht brengen op

bijvoorbeeld Facebook of het sociale medium Instagram om de doelgroep ook te vergroten.

- Een folder verspreiden onder nieuwe onderzoekers en gastonderzoekers om de BC en de

onderzoekszaal bekend te maken onder deze doelgroep.

- Elke maand een rondleiding en lezing waarbij bij iets actueels wordt aangesloten.

- De mogelijkheid aanbieden om schoolgroepen te ontvangen. Op de website aangeven wat

mogelijk is. Er hoeft geen groot aanbod te zijn, maar dat scholen die de BC zelf vinden en

graag langs willen komen mogelijkheid wordt geboden om contact daarover op te nemen.

- Samenwerken met het UM op educatief vlak. Bijvoorbeeld het gezamenlijk uitvoeren van

een educatief project voor de bovenbouw van Havo en Vwo.

- Naar buiten brengen wat er in de collecties zit. Leuke berichten, zoals de blogs van

conservator Gerda Huisman, waren een goed idee.

31 Vanuit de medewerkers komen ook geregeld wel ideeën, maar daar blijft het helaas vaak bij. Diane Holtkamp en Jettie Noordam, Memo profileren Bijzondere Collecties (2013). 32 Babette Knauer (Senior communicatieadviseur UB), Frank den Hollander (communicatiemedewerker UB), Cato van der Vlugt (Hoofd PR en communicatie UM) en Linda Tijsma (Hoofd educatie UM).

Page 31: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

31

C. Gesprekken met personen uit andere erfgoedinstellingen.33

Bijzondere Collecties UvA

Wat zijn jullie doelgroepen?

- De doelgroepen zijn per activiteit of georganiseerde afdeling verschillend maar in het

algemeen zijn de doelgroepen personen die komen voor onderwijs en onderzoek en het

brede publiek. Onderwijs en onderzoek bestaat uit studenten, docenten en onderzoekers.

Het bredere publiek bestaat uit traditionele museumkaarthouders en ander publiek dat voor

een specifieke activiteit of tentoonstelling komt.

Hoe maken jullie potentiële gebruikers bekend met de collectie?

- De doelgroepen willen we bereiken door tentoonstellingen, evenementen en activiteiten.

Deze zijn erg belangrijk om het erfgoed van de UvA bekend te maken, maar ook om

gebruikers aan te spreken die later weer onderzoek kunnen doen naar de collectie. Per

tentoonstelling wordt er een andere doelgroep aangesproken. In een grafische

tentoonstelling zijn andere mensen geïnteresseerd dan een tentoonstelling over

Shakespeare of de tentoonstelling ‘out of the box’ die specifiek ging over het doen van

onderzoek naar erfgoed.

- Wat betreft communicatie is het een uitdaging dat de boodschap van de BC van de UvA

complex is. Er is niet één duidelijk verhaal, zoals bijvoorbeeld het Van Gogh museum of het

Rijksmuseum in Amsterdam dat wel hebben. Er is alleen wel een groot voordeel, namelijk dat

er heel veel verhalen zijn. De BC kunnen gemakkelijk aansluiten bij de manier van marketing

die tegenwoordig veel voorkomt, namelijk content marketing.34 Waar een gewoon bedrijf

vaak moeite heeft met het zoeken naar verhalen en waardevolle informatie voor de klant, is

de UvA, haar erfgoed en BC voor veel doelgroepen al bij voorbaat interessant door al haar

verschillende collecties en verhalen. Mensen moeten daar vervolgens wel van op de hoogte

worden gesteld. Wat ook vaak wordt gedaan is zelf aan een organisatie vragen hoe we hen

het beste kunnen bereiken. Bijvoorbeeld voor de conferentie TypAmsterdam in oktober,

wordt hogescholen met opleidingen grafische vormgeving gevraagd hoe we de studenten en

docenten het beste hierover informeren. Niet altijd werkt een instelling daaraan mee, en dan

worden er posters en flyers opgestuurd. Het erfgoed van de UvA is tegelijk een bibliotheek,

onderzoeksplek én museum. Het is niet een traditionele vorm, maar we zetten onszelf wel

echt neer als museum. We zijn bijvoorbeeld lid van de museumvereniging.

- Praktisch worden de doelgroepen vaak bereikt door flyers en posters. In Amsterdam is een

organisatie genaamd ‘De Flyerman’ waarbij je aan kan geven wat je doelgroep is,

bijvoorbeeld cultureel, kinderen of toeristen. De organisatie legt vervolgens op relevante

plekken flyers neer en hangt posters op. Hiervoor is geen groot budget nodig. Ook in het

eigen gebouw is het belangrijk om reclame te maken voor de activiteiten, die mensen heb je

immers al binnen. Dat gebeurt door posters, informatie op schermen en folders. De

aankomende activiteiten worden ook gedeeld met nieuwsbrieven zoals de

33 Marleen Smit (communicatieadviseur Bijzondere Collecties UvA), Jona van Keulen (Archivaris en hoofd publiekszaken RHC

Groninger archieven) en Neeltje van der Weide (Afdelingshoofd Publieksprojecten & Webdiensten Tresoar). Aangezien de antwoorden in de interviews verschillen is ervoor gekozen om de resultaten van deze gesprekken per gesprek weer te geven. 34 Manier van marketing waarbij de informatiebehoefte van de klant centraal staat, in plaats van het merk of het bedrijf die

iets aanbiedt. http://vandeinhoud.nl/content-marketing-filosofie (geraadpleegd op 19-10-2016).

Page 32: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

32

museumnieuwsbrief en de NS-nieuwsbrief. Daardoor staat een activiteit soms ook weer in

een tijdschrift.

- Natuurlijk is er ook een doorlopende manier van communicatie en informatievoorziening

nodig. De website is daarvoor erg belangrijk, maar ook een nieuwsbrief, sociale media, en de

algemene collectiefolders. Dat zijn folders die informatie geven over een deel van de

collectie, bijvoorbeeld de folder met kaarten en atlassen of de folder over de documentatie

van grafische machines. Iedere geïnteresseerde kan zo’n folder meenemen en het geeft snel

een beeld van wat er in de collectie is. Ook kan de folder uitgedeeld worden ter promotie op

beurzen o.i. d. Een zeer belangrijke manier van doorlopende communicatie en

informatievoorziening wordt gedaan door de conservatoren. Zij hebben veel persoonlijke

contacten en kennen veel mensen. Hoe beter de conservatoren bereikbaar zijn, des te meer

mensen gebruik maken en kunnen maken van de collecties. Dit wordt bevorderd door de

conservatoren zo toegankelijk mogelijk te maken op de website door ze te vermelden met

hun specialisme, een foto en hun contactgegevens.

- De website is erg belangrijk voor de BC van de UvA. Hierop moet de kern vermeld staan van

wat we in huis hebben en wat we kunnen betekenen voor de bezoeker. Het streven moet

wellicht ook zijn om de bezoeker van de website net zo te waarderen en te behandelen als

de bezoeker van de tentoonstelling of de leeszaal. Hij of zij moet eenvoudig met zijn vragen

bij een specialist terecht kunnen en gemakkelijk door de collectie worden meegevoerd. Nu

wordt dat nog niet als gelijkwaardig gezien maar in de toekomst wordt dat echt belangrijk.

Hoe belangrijk is het onder de aandacht brengen van jullie collectie voor jullie instelling?

- Erg belangrijk. De collecties zijn er om te worden gebruikt en werken mee om het erfgoed

van de UvA onder de aandacht te brengen. Het bewaren en ontsluiten van collecties kost

alleen wel veel geld. Bezoekers zijn ook gewoon nodig voor inkomsten, net als fondsen en

andere bronnen van inkomsten zoals van de Vereniging van Vrienden.

Welke activiteiten spreken de verschillende doelgroepen en gebruikers aan?

- Studenten

Voor studenten organiseren we bijvoorbeeld een minimuseumnacht tijdens de intree week,

de introductieweek voor nieuwe studenten van de UvA. De studenten komen in die week

dan langs met hun groepje. Dit werkt goed als een eerste introductie dat de studenten weten

dat het UvA erfgoed er is. Vaak horen we van de mentoren van de groepjes, die vaak

ouderejaars studenten zijn, dat ook zij het interessant vinden en weer nieuwe dingen hebben

gehoord.

- Docenten

De conservatoren spelen daarin een belangrijke rol. Er wordt al jaren actief gestreefd naar

het creëren van goede contacten tussen docenten van faculteiten en studierichtingen die

een link hebben met bronnen uit de collectie. Conservatoren zijn enthousiast en actief om

dat voor elkaar te krijgen. Dat werpt zijn vruchten af want er komen veel docenten met hun

studenten langs voor een algemene inleiding in de BC, maar er komen ook docenten met

studenten die een specifiek college of specifieke les aanvragen bij een conservator.

- Voor het brede publiek verzorgen we allerlei tentoonstellingen, symposia en activiteiten.

Voor deze doelgroep doen we ook mee met de museumnacht in Amsterdam.

- De Summerschool over de geschiedenis van het boek is voor deze doelgroep ook een succes,

maar eigenlijk voor alle doelgroepen. Mensen kunnen kiezen om een cursus te volgen, of

twee weken lang een programma samen te stellen. Voor iedereen, zowel specialisten als

Page 33: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

33

hobbymatig geïnteresseerden, zit er wel wat bij wat interessant kan zijn. Uit de praktijk blijkt

dat veel cursussen die tijdens de Summerschool worden aangeboden steeds weer vol zitten.

Welke activiteiten worden nauwelijks bezocht en bleken niet erg succesvol?

- Natuurlijk is het niet allemaal een groot succesverhaal. Soms melden zich weinig mensen aan

voor een activiteit of komen er uiteindelijk weinig mensen. De oorzaak daarvan is vooral

weinig geld en capaciteit. Als er weinig aanmeldingen zijn is het nodig extra reclame te

maken en dat kost geld en tijd. Het niet al te ruime communicatiebudget laat dat niet altijd

toe.

Wat wil jij/jullie bereiken?

- We zijn er om het erfgoed van de UvA te beheren voor het gebruik. We bewaren niets om

het bewaren, maar alleen om te gebruiken. Dat is het algemene primaire doel van de BC.

Secundair, maar dat is ook meer persoonlijk, is dat mensen bepaalde collecties vinden.

Bijvoorbeeld de mooie kaartencollectie of de grafische collectie.

Page 34: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

34

RHC Groninger Archieven

Wat voor rol hebben publieksactiviteiten voor het Regionaal Historisch Centrum Groninger

Archieven?

- Eerst waren we alleen een archiefdienst, maar sinds 1990 veranderde dat langzaam en

helemaal met fusie in 2002 tussen het Rijksarchief Groningen en het Gemeentearchief

Groningen. Vanuit de overheid werd verlangd dat de organisatie van alleen een archiefdienst

zou overgaan tot een historisch centrum met een nadrukkelijke publieksfunctie.

Hoe geven jullie invulling aan die publieksfunctie?

- We proberen steeds te bedenken wat we in de collectie missen of nog niet heel toegankelijk

hebben gemaakt, maar wat veel mensen wel interessant zouden vinden. Dat proberen we

vervolgens te ‘vermarkten’. Dat vermarkten doen we door aantrekkelijke websites met een

eigen naam, zoals allegroningers.nl en beeldbankgroningen.nl. Deze websites zijn erg

populair. Uiteindelijk hopen we dat mensen naar de zaal komen. Ons nadrukkelijke doel met

alle publieksactiviteiten is dat de collectie die we bewaren wordt gebruikt. Andere dingen

zijn bruiklenen uitgeven, zoveel mogelijk afbeeldingen en stukken via open data beschikbaar

stellen zodat mensen ze zelf kunnen downloaden zonder dat er rechten op zitten. We maken

goedkope scans voor onze klanten om ons publiek van dienst te zijn.

- We springen in op onderwerpen die een grote groep mensen interessant vindt. Genealogie is

vaak erg populair maar op het moment is historisch onderzoek naar huizen ook in trek. Daar

proberen we op in te spelen met een lezing of een workshop. De workshop

pandenonderzoek trok allerlei mensen die het leuk vonden om de geschiedenis van hun huis

uit te zoeken, maar ook mensen die een verhaal wilden zoeken bij hun bed and breakfast of

café. Nieuwe trends die komen lijken mij landschapsgeschiedenis, planten en de

geschiedenis van biologie, maar ook letters vinden mensen erg interessant.

- We organiseren rondleidingen en voor enkele jaren waren deze gepland in een speciale

rondleidingen week. Individuen en organisaties werden uitgenodigd om langs te komen,

maar ook benaderden we groepen, zoals afdelingen van de plattelandsvrouwen. Dit jaar

doen we dat niet, omdat we vorig jaar met moeite de week gevuld kregen, terwijl het een

grote opgave is om zo’n week te organiseren. We maken daaruit op dat er voortdurend

gewerkt moet worden aan publieksbereik. De hele tijd dezelfde dingen organiseren werkt

niet, er moet worden ingespeeld op de interesses van mensen. We merkten bijvoorbeeld dat

tijdens rondleidingen mensen het album van het Feithuis vaak erg leuk vonden. Dit hebben

we vervolgens ook gedigitaliseerd en aangeprezen om online te bekijken.

- We organiseren geregeld lezingenavonden samen met de historische vereniging Stad en

Lande en de Groningse afdeling van de Nederlandse Genealogische vereniging. De

lezingenavonden trekken een bezoekersaantal van dertig tot tweehonderd mensen. We

bedenken eerst met de andere organisaties wat voor lezingen we willen houden. Meestal

komen er allerlei onderwerpen op tafel en dan zoeken we er sprekers bij. Het komt ook voor

dat een spreker zichzelf aanmeldt, en dan gaan we er soms wel en soms niet mee in zee. We

gaan vaak voor onderwerpen die het publiek heel leuk vindt, maar we kiezen er bewust voor

ook af en toe onderwerpen te behandelen die wij zelf belangrijk vinden, maar die minder

geliefd zijn. Vaak komt het publiek op het onderwerp af, soms ook juist op de spreken. We

merken aan het publiek dat op de lezingenavonden afkomt dat een groot deel alleen is. We

proberen de avond zo in te richten dat je prima alleen kan komen en op die manier ook een

Page 35: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

35

gezellige avond kan hebben. Lezingen organiseren met een andere vereniging of organisatie

werkt erg goed, merken wij. Je hebt immers de achterban van beide groepen al. Soms

faciliteert het RHC Groninger archieven ook wel lezingen, maar als het onderwerp niet

regionaal is dan willen we dat niet te vaak. We stemmen ook af met andere organisaties

wanneer zij een lezing houden. De stichting oude Groninger kerken hield bijvoorbeeld op

dezelfde dag als het RHC Groninger archieven lezingen terwijl veel mensen wel naar beide

wilden. Sinds kort is dat aangepast.

- Door het hebben van een studiezaal en het organiseren van activiteiten proberen we publiek

te verleiden om de collectie te gebruiken. De afdeling publiekszaken bedenkt steeds met

elkaar nieuwe activiteiten. Daarnaast zetten we ook actief sociale media in om ons publiek te

bereiken. Ongeveer twee tot drie keer per week posten we iets op twitter of facebook. Het is

voor ons erg belangrijk om online bekend te zijn. We merken dat we vaak bezoekers en

cursisten krijgen doordat andere verenigingen en organisaties een link naar onze website

zetten.

- We versturen een nieuwsbrief die onderhand 1500 abonnees heeft. Deze nieuwsbrief trekt

een grote deel vaste bezoekers en is erg belangrijk voor het RHC Groninger archieven.

Is een publieksactiviteit ooit een onverwachts succes geworden of juist niet?

- We proberen soms bepaalde stukken populair te maken. Een goed voorbeeld van een succes

is de kentekendatabase waar alle Groninger kentekens met gegevens van 1906 tot 1950 in

staan. We merkten dat sommige mensen interesse hadden in de geschiedenis van auto’s

maar de lijsten die we hadden van alle kentekens van Groningse auto’s in het verleden

werden nauwelijks ingezien. Door daar een database van de maken die raadpleegbaar is op

de website werd de lijst veel ingezien en populair. We verspreiden het nieuws over deze

database door berichten rond te sturen, flyers uit te delen, te adverteren bij het busmuseum

in Hoogezand, op de open dag van het RHC, via onze eigen website, in de nieuwsbrief en via

de website verhalenvangroningen.nl. Ook bij lezingen en beurzen werd deze database

gepromoot. Soms waren mensen in eerste instantie niet geïnteresseerd in auto’s, maar veel

mensen vonden het toch leuk om te weten wie de eerste auto in hun dorp had of wat voor

auto een familielid had gehad. De database wordt nog geregeld aangevuld door liefhebbers

die foto’s en materiaal sturen. We proberen kortom ook te kijken hoe we stukken populair

kunnen maken en tegemoet kunnen komen aan de interesses van de bezoekers. Het maken

van een database is een typisch publieksproject waarin vrijwilligers en medewerkers van de

RHC Groninger archieven samen werken en waar we in de toekomst ook meer van willen

hebben.

Page 36: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

36

Tresoar Leeuwarden

Wat voor soort instelling is Tresoar? Hoe belangrijk is ‘zichtbaarheid’ voor jullie?

- Tresoar is een provinciale instelling, het archief voor Friesland waar de geschiedenis van de

provincie is te vinden. Tresoar is in 2002 ontstaan uit een fusie van het Frysk Letterkundich

Museum en Dokumintaasjesintrum, de Provinciale en Buma-Bibliotheek en het Ryksargyf

Fryslân. Centraal voor onze instelling is cultuuroverdracht. Het is de opdracht vanuit de

overheid en de provincie om de collectie toegankelijk te maken voor mensen. Zichtbaar zijn

is voor ons dus heel essentieel.

Wie zijn jullie doelgroepen en hoe willen jullie die bereiken?

- We onderscheiden globaal verschillende doelgroepen. Dat zijn bijvoorbeeld onderzoekers,

zowel wetenschappelijke onderzoekers als niet-wetenschappelijke. We hebben ook

‘sneupers,’ mensen die geïnteresseerd zijn in verhalen. Daarnaast zij studenten ook een

doelgroep. Die kunnen gebruik maken van de faciliteiten en het materiaal. Ook kinderen en

scholieren zijn een doelgroep en voor de rest geïnteresseerd publiek. Maar de doelgroepen

zijn niet erg afgebakend en behoorlijk breed.

- We willen deze doelgroepen bereiken door allerlei activiteiten voor hen te organiseren en de

website in te zetten. We organiseren tentoonstellingen, lezingen, elke maand een gratis

rondleiding door de depots en geregeld bedenken we een verrassende activiteit. Ook geven

we nieuwsbrieven uit en een blad. De activiteiten zijn gevormd rondom ‘debat en

ontmoeting’ en ‘educatie.’ We richten ons op de speerpunten die geformuleerd zijn voor

bibliotheken. Dit jaar zijn dat de thema’s ‘klassieken,’ ‘denksport’ en ‘judaïca.’ Ook vanuit

onze collectie bedenken we thema’s. Vervolgens bedenken wij hoe we de thema’s onder de

aandacht kunnen brengen. Binnenkort organiseren wij een tentoonstelling met kleine

Hebreeuwse boekjes en laatst hadden we een damkampioenschap in de bibliotheek wat een

groot succes was.

- Met al onze activiteiten proberen we veel samen te werken met anderen. Het Historische

Centrum van Leeuwarden, Tresoar en het Fries Museum werken veel samen op het gebied

van bruiklenen bijvoorbeeld. Op educatief gebied werken we samen, via het Fries Educatief

Platvorm. Ook werken we veel samen met de Fryske Akademy, een wetenschappelijke

instelling. We helpen mee de bekendheid voor activiteiten te vergroten en bedenken bij een

lezing of iets dergelijks ook iets minder wetenschappelijks wat weer andere mensen aan zou

trekken, zoals een dichter. Ook kwam er een keer een meneer die onderzoek deed naar

brieven met de vraag of we daar iets mee konden doen. We hebben toen een ‘dag van de

brief’ georganiseerd waarop we een congres hielden. Het ging over handschriften tot het

schrijven van een brief tegenwoordig. We hielden zowel wetenschappelijke als luchtige

lezingen. Er kwamen veel communicatiestudenten en veel cultureel geïnteresseerden op af.

Deze groep van gepensioneerden die een interessante invulling zoeken voor hun vrije tijd is

vaak best groot.

Hebben jullie te maken gehad met dat een project een onverwachts succes werd of juist niet?

- Ja, die projecten zijn er. Een project waar we net mee zijn begonnen is ‘Tresoar on tour.’ Dat

is een interactief programma met filmpjes, quiz, verhalen en informatie wat Tresoar doet en

wat informatie over het specifieke dorp of de plek waar de presentatie wordt gegeven. We

hebben zelf allerlei instellingen aangeschreven zoals kerken, bibliotheken, commerciële

Page 37: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

37

instellingen, dorpshuizen, Rotaryclubs en verenigingen van Plattelandsvrouwen. Wij bieden

ons programma aan en zij kunnen ons uitnodigen. Dat blijkt een succes. We zijn voor de

zomer begonnen met aanschrijven en vanaf september met de presentaties. Tot en met

januari zijn we al 52 keer uitgenodigd. Bij een groep binnenkomen die in een netwerk zit met

andere groepen is erg handig. Als de ene Plattelandsvrouwenvereniging enthousiast is,

willen de anderen ook dat we langskomen. Bij de Doopsgezinde Kerk was dat ook het geval.

In samenwerking met deze gemeenschap maakten we een tentoonstelling en alle

Doopsgezinde gemeenten kwamen langs.

- Een ander voorbeeld van een succesvol project is ‘Grutte Pier De Famylje,’ georganiseerd

met een lokaal theatergezelschap. Het idee was om mensen via de Friese volksheld Grutte

Pier en door vereenvoudigd digitaal stamboomonderzoek bewust te maken van hun eigen

identiteit. Mensen konden bij Tresoar zelf op zoek of zij afstamden van de Friese volksheld

uit de vijftiende eeuw. Veel meer mensen waren hierin geïnteresseerd dan we dachten. Het

koste behoorlijk veel werk om voor iedereen na te zoeken of ze van Grutte Pier afstamden

en uiteindelijk hebben we meer dan 2000 ‘Pierbewijzen’ uitgereikt. Deze mensen mochten

toetreden tot de familie van Grutte Pier waar een speciale familiedag voor werd

georganiseerd. We organiseerden hieromheen ook verschillende lezingen met een

wetenschappelijk tintje voor mensen die meer wilden weten. Dat ging bijvoorbeeld over de

vraag of je echt nog de genen van Grutte Pier in je hebt als je van hem afstamt of hoe

betrouwbaar de historische documenten zijn die we gebruikt hadden om de stambomen uit

te zoeken. Door het succes hadden we door dat mensen erg geïnteresseerd zijn in waar ze

vandaan komen en in geschiedenis. We denken dat deze interesse toeneemt.

- Nog een ander project is ‘onderduikersonline.’ Via een Crowdsourcingproject konden

mensen de registratiekaarten van onderduikers overtypen zodat we de gegevens in een

database konden zetten. We dachten dat daar wel drie maanden voor nodig zouden zijn,

maar veel mensen wilden graag helpen en na tien dagen was alles klaar. We proberen bij

zoiets altijd een project erbovenop te maken voor meer zichtbaarheid, bijvoorbeeld een

educatieproject voor scholen.

- Er zijn ook dingen die iets minder goed lopen. Op onze website is er een functie dat mensen

zelf verhalen kunnen maken. We merken dat mensen het vooral heel leuk vinden om

verhalen te lezen en niet geïnteresseerd zijn in het maken van een eigen verhaal. We zijn nu

maar extra verhalen zelf gaan maken.

- Eén van onze taken is om aandacht te geven aan de Friese taal. We willen een podium

bieden aan mensen die daar wat mee doen om zo bij te dragen aan een levendige taal. We

zijn alleen zoekend wat we met dat literatuurprogramma moeten doen. We hebben een

klein reizend literatuurprogramma, maar mensen lijken er niet erg enthousiast voor.

Welke rol speelt de website en het internet voor jullie?

- De website is erg belangrijk maar soms ook zoeken. We hebben de site nu twee jaar, maar

aangezien het ook twee jaar duurt om een nieuwe site te ontwikkelen moeten we ook

denken aan een nieuwe website. De zoekbalk die we nu hebben, waarin mensen in alles

integraal kunnen zoeken was een belangrijke eis. Nu komen wij er een beetje van terug. Er

komen te veel resultaten terwijl mensen toch vaak gericht willen zoeken. Gemakkelijk in

verschillende databases zoeken heeft misschien toch wel de voorkeur. De vele verhalen op

de website zijn een succes. We wilden graag dat mensen rustig op onze site konden

rondkijken en ontdekken. Dat de website visueel aantrekkelijk is en mensen leuke dingen

Page 38: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

38

kunnen vinden. Als mensen nu eenmaal op de website zijn blijven ze daar ook een poos. Een

nadeel waar we ook mee zitten is dat we 231 aparte websites in de lucht hebben. Dit zijn

databases of websites van projecten die ook onder Tresoar vallen. Maar ze hebben allemaal

een andere huisstijl en het is niet altijd duidelijk dat het bij onze instelling hoort.

- Sociale media zijn voor ons erg belangrijk. De reacties op Twitter lijken wat af te nemen,

maar de verhalen die we op Facebook plaatsen zijn erg populair. We hebben bijvoorbeeld

een rubriek, waarin we elke week op hetzelfde tijdstip een foto met verhaal plaatsen. We

proberen dat aan de actualiteit te koppelen. Wat we zelf erg bijzonder vonden is dat via

Pinterest heel veel mensen geïnteresseerd zijn. Momenteel groeit de Instagramgroep, maar

daar kunnen we minder tekst bij kwijt, terwijl we merken dat veel mensen het verhaal juist

leuk vinden.

Overig

- Op de afdeling publieksdiensten & webdiensten werken ongeveer vijftien mensen, maar niet

allemaal fulltime. We houden elke week op maandagochtend een overleg van een half uur

waarin iedereen in één minuut mag zeggen waar hij of zij mee bezig is en van plan is te doen

in de komende week. Dat werkt bijzonder goed en medewerkers zijn erg gemotiveerd om te

vertellen en te luisteren.

Medewerkers van de BC achter de balie in de leeszaal.

Page 39: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

39

Lijst met beleidsplannen en jaarverslagen

De volgende stukken heb ik gebuikt:

Beleidsplannen

Bibliotheek RUG, visiedocument 2012-2020

Fries Museum, beleidsplan 2013-2016

Groninger Museum, beleidsplan 2013-2016

Het Utrechts Archief, meerjarenbeleidsplan 2013-2016

Koninklijke Bibliotheek, beleidsplan 2015-2018

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, cultuurbeleid 2017-2020

Museum Catharijneconvent, beleidsplan 2017-2020

Naturalis, beleidsplan 2013-2016

Natuurhistorisch Museum Rotterdam, beleidsplan 2013-2016

Noordelijk Scheepvaartmuseum, beleidsplan 2013-2016

Noord-Hollands archief, beleidsplan 2017-2020

Raad voor cultuur, agenda cultuur 2017-2020 en verder

Regionaal Historisch Centrum Groninger Archieven, beleidsplan 2017-2021

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed, Visie, missie en strategie 2014-2018

Rijksmuseum van Oudheden Leiden, activiteitenverslag 2013-2016

Rijksuniversiteit Groningen, strategisch plan 2015-2020

Universitaire bibliotheken Leiden, meerjarenbeleidsplan 2011-2015

Universiteit van Amsterdam, Collectieplan Erfgoed 2015–2018

Universiteitsbibliotheken & Koninklijke Bibliotheek, beleidsplan 2011-2015

Universiteitsmuseum Utrecht, collectiebeleidsplan 2013-2016

Vereniging van Wetenschapsmusea en Science centra, meerjarenplan 2016-2020

Jaarverslagen

Archief Limburg, jaarverslag 2015

Drents Archief, jaarstukken 2014

Historisch centrum Overijsel, publieksjaarverslag 2016

Museum Boerhave, jaarverslag 2016

Museum Meermanno, jaarverslag 2015

Scaliger Instituut, jaarverslag 2015

Teylers Museum, jaarverslag 2015

Universiteit van Amsterdam Bijzondere Collecties, jaarverslag 2015

Universiteitsmuseum Groningen, jaarverslag 2014

Jaarplan

Vereniging van Wetenschapsmusea en Science centra, jaarplan 2016

Page 40: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

40

Lijst met aanbevolen literatuur

Over geschiedenis en het internet

- Themanummer Digital History BMGN Low countries historical review 128, no. 4 2013.

http://www.bmgn-lchr.nl/515/volume/128/issue/4/

Over het maken van tentoonstellingen

- Gaynor Kavanagh. Making histories in museums. London: University Press, 1996.

- Sharon Macdonald, Paul Basu, ed. Exhibition Experiments. Malden: Blackwell Pub., 2007.

Over publieksgeschiedenis

- Jerome de Groot ed., Public and populair history. Londen: Routledge, 2012.

- Ludmilla Jordanova, History in practice. Londen: Arnold, 2000.

Overig

- Voor ideeën om aan PR te doen als erfgoedinstelling: www.cultuurmarketing.com

- Voor het volgen van de nieuwste internationale trends op het gebied van musea en erfgoed:

Centre for the Future of Museums http://www.aam-us.org/resources/center-for-the-future-

of-museums

Page 41: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

41

Bijlage 1: Lijst met activiteiten die erfgoedinstellingen organiseren met betrekking tot publieksbereik.

Zichtbaarheid

- Allerlei sociale media frequent gebruiken

- Toegankelijke website

- Toegankelijke beeldbank

- Publiek laten participeren via crowdfunding (financiering van iets door de bijdrage van veel

mensen)

- Beelden ter beschikking stellen aan Wikipedia

- Een Wikipediapagina voor de instelling zelf maken

- Instelling is op betaalde en niet betaalde online agenda’s zichtbaar (zoals dagjeweg.nl)

- Samenwerken met andere organisaties

- Mogelijke geïnteresseerden in je collectie persoonlijk benaderen en bekendmaken met de

collectie

- Objecten of stukken uitlenen aan een andere instelling

- Publieksonderzoek

- Kortingskaarten uitgeven

- Samenwerken met andere organisaties

- Mogelijke geïnteresseerden in je collectie persoonlijk benaderen en bekendmaken met de

collectie

- Objecten of stukken uitlenen aan een andere instelling

- Publieksonderzoek

- Kortingskaarten uitgeven

- Herkenbare huisstijl

- Posters en flyers

- Wetenschappelijke publicatie over de collectie (analoog en digitaal)

- Publicatie bij een tentoonstelling

- Periodieke publicatie over de collectie.

- Iets publiceren voor andere erfgoedinstellingen

Publiekspresentatie

- Lezing/presentatie

- Workshop

- Vaste tentoonstelling

- Wisseltentoonstelling

- Zelfstandig kunnen bestuderen/onderzoeken van het materiaal in de instelling

- Rondleiding (dat kan buiten, binnen of voor specifieke doelgroepen zijn)

- Het vertonen van een documentaire of film

- Summerschool

- Cursus

- Deelnemen aan een groter evenement zoals museumweek of weekend/ nacht van Kunst en

Wetenschap.

- Symposia

- Boekpresentatie

- Lunch met lezing

Page 42: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

42

- Middag met het uitreiken van prijzen

- Studiemiddag met een werkgroep

- Vrijwillig kunnen meewerken aan een project in de instelling

- Publiek laten participeren via crowdsourcing (gebruik maken van vrijwilligers via internet)

- Een themadag/evenementendag

- Educatieprojecten voor basisschool en middelbare school in de instelling

- Zomerexpositie

- Zomervakantieproject (Viking in één dag, mythologie in één dag)

- Colleges voor kinderen (Museumjeugduniversiteit.nl)

- Verjaardagspartijtjes

- Zakelijke partijen laten vergaderen in een museum met rondleiding

- Publiek laten participeren in het maken van een tentoonstelling of andere

museumactiviteiten.

- Demonstratie van de collectie aan gastonderzoekers en studenten

- Ergfoedpunten (minimusea) in openbare bibliotheken.

- Met kraampje op een informatiemarkt staan

- Educatieprojecten voor basisschool en middelbare school op de school

- Fotospeurtocht door de stad

- Winkel met cadeauproducten uit de collectie

Page 43: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

43

Bijlage 2: Gebruikersonderzoek leeszaal Bijzondere Collecties Groningen

1 Ik bezoek de afdeling Bijzondere Collecties (BC) als: o Onderzoeker, verbonden aan een universitaire instelling o Onderzoeker, voor een eigen project of dat van iemand anders o Docent o Student o Anders, namelijk….

2 Hoe kent u de afdeling BC?

o Vanwege een vak dat ik heb gevolgd, namelijk…

o Een docent heeft mij erop gewezen o Een collega heeft mij erop gewezen o Via de website van de bibliotheek, RuG of BC o Via de digitale bestanden van de BC o Via de Universiteitsbibliotheek o Anders, namelijk…

3 Wordt u als bezoeker op de leeszaal van de BC naar behoren geholpen?

o Ja o Dat zou iets beter kunnen o Nee o Geen mening

4 Zijn er storende factoren voor u als u de zaal van de BC bezoekt?

o Ja, namelijk… o Nee o Geen mening

5 Raadt u de BC aan bij anderen?

o Ja, namelijk aan... o Nee, omdat…

6 Heeft u een tip hoe de afdeling Bijzondere Collecties haar collectie meer onder de aandacht kan brengen? _______________________________________________________________________________

_______________________________________________________________________________

7 Heeft u een tip of opmerking hoe de BC haar dienstverlening zou kunnen verbeteren?

_______________________________________________________________________________

_______________________________________________________________________________

Hartelijk bedankt voor het invullen van deze enquête.

Page 44: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

44

Bijlage 3: promotie voor een activiteit van de BC

Natuurlijk hangt dat af van wat er wordt georganiseerd maar de volgende punten kunnen worden

overwogen.

- E-mail naar medewerkers en studenten letterenfaculteit. Voor geschiedenisstudenten een e-

mail sturen naar Charlene Croes van geschiedenis. [email protected]

- Studentenportal Nestor via ‘library news’ en ‘nice to know.’

- Nieuwsbrief universiteitsbibliotheek.

- Poster op letterenfaculteit en theologiefaculteit.

- Publiciteit via schermen van de UB. Te regelen via [email protected]

- Via een eigen facebookaccount van de Bijzondere Collecties Groningen.

- Een praatje vóór een verplicht geschiedenis of ander letterencollege en daarna het uitdelen

van flyers.

- Het uitdelen van Flyers (via een organisatie) bij culturele instellingen/punten in de stad

(erfgoedinstellingen, openbare bibliotheken, musea, café’s).

- Vragen of een het bericht in de nieuwsbrief van een andere erfgoedinstelling mag. Of

bijvoorbeeld de nieuwsbrief van leden van de HOVO.

Bijlage 4: een tekst ter promotie van de introductiebijeenkomst

Wil je onderzoek doen naar historische kaarten, oude handschriften en drukken,

hoogleraarsarchieven of ander interessant materiaal wat we bewaren op de afdeling Bijzondere

Collecties van universiteitsbibliotheek? Je bent van harte welkom om kennis te maken met onze

collectie en leeszaal. In een twee uur durende bijeenkomst krijg je eerst informatie over wat er

globaal te vinden is in de collecties en hoe je vindt wat je zoekt. Vervolgens is er op de leeszaal volop

gelegenheid om vragen te stellen aan collectiespecialisten, de conservator en ervaringsdeskundigen.

Verschillende studenten, oud-studenten, onderzoekers en docenten presenteren het resultaat van

hun onderzoek en de originele bronnen die zij daarbij hebben gebruikt.

- Een ideale gelegenheid om inspiratie op te doen voor een paper, scriptie of onderzoek.

- Specialisten kunnen je verder helpen om bronnen te zoeken bij je onderzoeksinteresse.

- Interessant om eens te weten welke oude bronnen er nu in de UB worden bewaard!

Page 45: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

45

Bijlage 5: Mogelijke topics voor een nieuwe website (voorlopige versie)

Zoeken

- Catalogi

o Smartcat

o Catalogus professorum

o

- Zoeken op de website

- Inventarissen

- Digitale collecties

- Wat kan ik met deze collecties?

- Tips bij zoeken in de collecties

Bekijken (Raadplegen)

- Zaal

o Boeken op de zaal (inclusief

plattegrond)

o Huisregels

- Aanvragen

- lenerspas

- Digitaliseren op verzoek

- Onderwijs

o Materiaal voor college

o Rondleiding en instructie

o Introductiecollege

Collecties

- Digitale collecties

- Analoge collecties

- Collecties per vakgebied

- Geschiedenis van de collecties

- Verzamelgebieden

- Topstukken

(Dit past Gerda ev. nog aan)

Over ons

- Bruikleenaanvraag

- Partners

- Valorisatie

- Organisatie

o Sector erfgoed

o Missie en beleid

o Collectieplan

o Jaarverslagen

Nieuws & agenda

- Nieuws

- Agenda

- Blog

o De wereld aan boeken

o Recente blogs

- Tentoonstelling

Contact

- Adres en openingstijden

- Medewerkers

o Baliemedewerkers

o Collectiespecialisten

- Activiteiten

o Rondleidingen

o Educatie

- Suggesties voor onderzoek

- Stages

- Schenkingen

- Nieuwsbrief

- Wilt u ons steunen?

o Vrienden Academisch Erfgoed

Groningen.

o Gift

o Tip

Page 46: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

46

Bijlage 6: Ideeën voor tentoonstellingen

- Een tentoonstelling over het wapen van de universiteit. Het wapen is een academisch

symbool dat door de jaren heen een logo is geworden. Vanuit historisch perspectief kan

worden verteld hoe het wapen tot stand is gekomen. Vanuit theologisch perspectief kan

worden verteld wat de spreuk op het wapen betekend. De tentoonstelling kan een kleine

geschiedenis van de universiteit worden aan de hand van het wapen.

- Een tentoonstelling over Festschriften. Academische instellingen hebben een uitgebreide

herinneringscultuur. Het maken van Festschriften is daar één van. Deze boeken of uitgaven

van tijdschriften werden speciaal samengesteld voor een jubileum van een hoogleraar. Het

cadeau bevatte verschillende artikelen en bijdrages van bevriende collega’s die aansloten bij

het thema van het Festschrift dat vaak te maken had met het onderzoek van de hoogleraar.

Het Festschrift is waarschijnlijk een van oorsprong Duits gebruik maar maakte in de

twintigste eeuw een groei door om aan het einde van die eeuw weer af te nemen in

populariteit. Er kunnen verschillende Festschriften worden tentoongesteld met een verhaal

over het ontstaan van het Festschrift en de betekenis ervan voor de academische

gemeenschap.

- Een tentoonstelling over laboratoria in Groningen. De komst van het praktisch en

experimenteel onderwijs vond architectonisch zijn weerspiegeling in de vele laboratoria die

verrezen in Groningen aan het begin van de twintigste eeuw. Hoewel bijna alle laboratoria

hun oorspronkelijke functie hebben moeten opgeven zijn de gebouwen, vaak gebouwd in

neorenaissance en neogotische stijl, nog steeds opvallende verschijningen in de stad

Groningen. Misschien kan dat gekoppeld worden aan een laboratorium jaarthema, met een

mooie route langs de Groningse universitaire laboratoria©, lezingen op verschillende

plekken en nieuwe publicaties over deze gebouwen.

- Een tentoonstelling over het Botanisch Laboratorium. Iets minder ambitieus maar niet

minder interessant. Voor veel mensen is botanie met haar platen en potten met planten een

wetenschap die tot de verbeelding spreekt. Het Botanisch Laboratorium in Groningen heeft

een mooi verhaal wat betreft het ontwerp en er zijn veel bronnen om te laten zijen. Brieven

uit het archief van hoogleraar-directeur Moll, oude onderwijsdia’s (Het BL had de eerste

collegekamer in Nederland speciaal voor fotografische projectie), het herbarium,

geconserveerde planten stukken uit het museum en misschien nog apparaten voor

experimenten. Daarnaast is het gerenoveerde gebouw zelf een mooi artefact van het

Botanisch Laboratorium waar geïnteresseerden een rondleiding zouden kunnen krijgen en

die opengesteld zou kunnen worden op monumentendagen etc.

Page 47: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

47

Bijlage 7: Nieuwe formulering huisregels

Tekst voor in het halletje bij binnenkomst:

Uitgebreide huisregels voor op de website en op een paar bordjes op de tafels: Huisregels van de zaal Bijzondere Collecties Doelgroep De zaal is alleen bestemd voor gebruikers van Bijzondere Collecties en/of de zaalcollecties en voor alle onderzoekers in dienst van de RUG.

Jassen, verwante spullen en tassen Jassen, paraplu's, sjaals, tassen, computertassen etc. zijn niet toegestaan in de zaal. U kunt uw spullen in de kluisjes en garderobe achterlaten.

Omgang met het materiaal Van de gebruikers wordt verwacht dat zij met uiterste zorgvuldigheid met het materiaal omgaan. Kwetsbaar materiaal graag aan het eerste tafelblok raadplegen. Losbladig moet weer worden ingeleverd in de volgorde zoals u deze aantrof.

Potloden en laptops Tijdens het raadplegen van het materiaal mag alleen met een potlood of een laptop aantekeningen worden gemaakt.

Boekensteunen en boekenleggers Leg kwetsbare en dikke boeken op de daarvoor bestemde boekenkussens. Leg geen strookjes, papieren, boeken of andere voorwerpen in of op de boeken. Gebruik voor het openhouden van de boeken de daarvoor bestemde boekenwurmen/loodveters.

Inleveren boeken Bij het voor langere tijd verlaten van de zaal (langer dan een half uur) dient u het materiaal tijdelijk bij de balie af te geven.

Veel plezier met uw onderzoek

Welkom bij de Bijzondere Collecties!

Vanwege het klimaat in de leeszaal

en het bijzondere materiaal:

Mag u wel meenemen

- Laptop

- Papier

- Potlood

Mag u niet meenemen

- Jas & tas

- Eten & drinken

- Pen

Welcome at the Special Collections!

Due to the climate in the reading room

and the special material:

Are you allowed to bring

- Laptop

- Paper

- Pencil

Are you not allowed to bring

- Coat & bag

- Food & drink

- Pen

Page 48: Adviesverslag Bijzondere Collecties 2

48

De BC kan samenwerken

met:

UB

Erfgoed/UMAfdeling

Communicatie

Regionale musea en culturele instellingen

Groninger Archieven

Historische

verenigingen

Grid

ScheepvaartmuseumTresoar

Groningen

Museum

Universiteit Faculteiten

•Studenten

•Onderzoekers

•Docenten

•Opleidingscoördinatoren

•Studieadvisuers

Studium Generale

Nationale instellingen

UKB

Internationale instellingen

U4

•Göttingen

•Uppsala

•Gent

•Groningen

Bijlage 8: Ideeën voor samenwerking