35
1 Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3 Periode 2 UTRECHT, 2017 Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging Editie 2017-2018

Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

  • Upload
    others

  • View
    16

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

1

Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3

Periode 2

UTRECHT, 2017

Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen Vereniging

Editie 2017-2018

Page 2: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

2

Voordat je begint met lezen…

De alternatieve studiegids is anders dan de reguliere studiegids van het departement Biologie. De informatie in deze gids is afgestemd op die in de reguliere gids, maar het kan gebeuren dat ze minder up to date is. Kijk dus vooral ook naar de reguliere studiegids op de site van de Universiteit. De directe link er naartoe is als volgt:

https://students.uu.nl/beta/biologie/onderwijs/studieprogramma/major-biologie

(Of https://goo.gl/Uk7whs voor de wat luie student ;-) )

Wil je meer weten over de veranderingen in het onderwijsmodel van de komende jaren, kijk dan op: https://www.uu.nl/onderwijs/onderwijs-aan-de-uu/het-onderwijsmodel

(https://goo.gl/GGRNw1)

Page 3: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

3

Voorwoord

Lieve Biologen,

De eerste periode is net begonnen. Wellicht heb je de eerste tentamens alweer gemaakt. De eerste feesten zijn weer uitzonderlijk goed bezocht, de snelste routes naar de Uithof zijn weer gevonden en de wekker is weer goed ingesteld. De eerstejaars hebben allemaal een plekkie gevonden bij de UBV waardoor er maar één conclusie getrokken kan worden: Er is geen reden meer voor het bekende ‘leerontwijkend gedrag’, we zijn klaar voor periode 2! Klaar om nu de beloftes van de vorige periode waar te maken, klaar om nu vanaf dag 1 de boeken in te gaan, de samenvattingen te maken en de college bij te wonen. Eigenlijk gewoon klaar om op de tentamens die tentamens zonder te veel zwetende oksels en trillende beentjes te maken.

Tussen het uitvoeren van de goede voornemens, is al weer tijd om aan je toekomst te denken. Want of je nu een tweedejaars, derdejaars, vierdejaars of misschien wel vijfdejaars bent, voor allen kan deze alternatieve studiegids een uitkomst zijn.

In periode 2 staan er namelijk weer vele verschillende cursussen voor de boeg. Allemaal voor jullie uiteengezet in dit boekje, waarbij elk vak door een student die het vak gevolgd heeft in een kort stukje tekst is geëvalueerd. Vergeet ook niet even de cursussen buiten biologie te bekijken, want hoe leuk veel cursussen namelijk ook zijn, ook bij geowetenschappen en biomedische wetenschappen hebben ze veel te bieden voor biologen. Misschien iets voor jou?

Er is dus genoeg te lezen in deze alternatieve studiegids. Wij hebben in ieder geval ons best gedaan om een zo uitgebreid mogelijk beeld te geven over alle cursussen aangeboden in periode 2. Let nog even op het nieuwe studiepad en vergeet niet de evaluatie enquêtes over de cursussen in te vullen!

Heel veel succes met het kiezen van de juiste cursussen voor jou! Liefs, de OC

Page 4: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

4

Toelichting

Beste student,

Het kiezen van de juiste vakken voor de volgende periode blijft altijd moeilijk. Voor veel studenten biedt deze alternatieve studiegids dan ook een helpende hand. Veel van jullie kennen de gids inmiddels, maar voor degenen waarbij hij wat minder bekend is volgt hier een korte uitleg over wat de alternatieve studiegids precies is.

De alternatieve studiegids lijkt in principe erg veel op de gewone studiegids: Over elke cursus staat een stukje tekst waarin beschreven wordt wat deze cursus precies inhoudt. Het grote verschil met de gewone studiegids is dat deze stukjes geschreven zijn door studenten. Deze studenten hebben het vak vorig jaar gevolgd en delen op deze manier hun ervaringen met jullie. Zij beschrijven het verloop van de cursus, de onderwerpen die aan bod komen en geven bijvoorbeeld aan hoe zwaar zij het vonden om de desbetreffende cursus te volgen. Dit is natuurlijk wel de mening van één enkele student, maar het geeft je in ieder geval een beeld van hoe het vak in elkaar zit. Dit kan je helpen bij je beslissing.

Bij iedere cursus wordt ook het slagingspercentage van de cursus vermeld. Deze slagingspercentages berusten op de studenten die het vak in een keer halen. Daarnaast worden sinds kort ook gemiddelde beoordelingen die uit de OAC-B onderwijsenquêtes zijn gekomen onder elke cursus vermeld. Dit geeft een algemeen beeld van hoe de cursus wordt beoordeeld door studenten. Let wel op, sommige cursussen zijn maar door een relatief klein deel van de deelnemers beoordeeld. Jij kunt helpen om deze cijfers nog betrouwbaarder te maken door ook de enquête in te vullen!

Volg je deze periode cursussen bij Biologie? Of volg je een cursus bij een andere studie waar meer biologen over zouden moeten horen? En wil jij een nieuw stukje schrijven voor de gids van volgend jaar? Laat het ons weten! Stuur een mailtje naar [email protected] met daarin het vak waarover jij een stukje zou willen schrijven. Je kunt natuurlijk ook iemand van ons aanspreken!

Ben jij een ouderejaars bioloog en wil je beginnen aan je onderzoeks bachelorscriptie en/of onderzoeksstage? Ook hiervoor kun je bij ons terecht. Kijk achter in deze alternatieve studiegids voor meer informatie!

Heel veel succes met het maken van je keuze en natuurlijk veel plezier bij het volgen van je cursussen!

De onderwijscommissie van de UBV,

Alexandra de Reus, Astrid Odé, Elena Wentzel, Evelien Schaar, Fleur Colen, Sarah van Ruitenbeek, Tamara Schoonderbeek, Yorgos Bos

Page 5: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

5

Inhoudsopgave Voordat je begint met lezen… ..................................................................................................................... 2

Voorwoord .................................................................................................................................................. 3

Toelichting ................................................................................................................................................... 4

Blokjesrooster ............................................................................................................................................. 7

Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen ....................................................................... 8

Studieadviespaden ...................................................................................................................................... 9

Periode 2 - timeslot A + D - .................................................................................................................... 11

- Niveau 2 – ........................................................................................................................................... 11

Oriëntatie onderwijs praktijk (BETA-B2OOP) .................................................................................... 11

Voortgezette Statistiek en ‘R’ (B-B2VSR) .......................................................................................... 12

Innovatie met biomimicry (B-B2IBM) ............................................................................................... 13

- Niveau 3 - ............................................................................................................................................ 14

Wetenschapper in beleid (B-B3WBEL09) .......................................................................................... 14

Paleoenvironments (voorheen Milieuveranderingen door de tijd) (GEO3-4312) ........................... 15

Didactiek (B-B3DID14) ....................................................................................................................... 16

Moleculaire prokaryote microbiologie (B-B3MPRO16) .................................................................... 17

Gentherapie, kanker en aids (B-B3GKA16) ....................................................................................... 18

Periode 2 - timeslot B + C - .................................................................................................................... 19

- Niveau 2 - ............................................................................................................................................ 19

Gedragsbiologie (B-B2GEBI05) .......................................................................................................... 19

Metabolisme (B-B2META09) ............................................................................................................. 20

De Cel (B-B2CEL09) ............................................................................................................................ 21

- Niveau 3 - ............................................................................................................................................ 22

Mariene wetenschappen III (B-B3MSCI05) ....................................................................................... 22

Computationele biologie (B-B3COMB10) ......................................................................................... 23

Internationaal natuurbeheer (B-B3INB16) (was: Tropische ecosystemen en klimaat) .................... 25

Evolutie interdisciplinair (B-B3EVIN17) ............................................................................................. 26

Periode 2 - timeslot A + D of B + C - ...................................................................................................... 27

- Niveau 2 - ............................................................................................................................................ 27

Moleculair genetisch onderzoekstechniek (B-B2MGOT14) .............................................................. 27

- Niveau 3 - ............................................................................................................................................ 28

Onderzoeksstage (B-B3ONST) ........................................................................................................... 28

Onderzoeks bachelorscriptie (B-B3ONSCR) ...................................................................................... 29

Vakken buiten Biologie ............................................................................................................................. 30

TIMESLOT B+C -Niveau 2 - ................................................................................................................ 30

Orgaansystemen (BMW20205) ........................................................................................................ 30

TIMESLOT A+D -Niveau 3 - ................................................................................................................ 32

Page 6: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

6

Moleculaire pathologie (BMW32607) .............................................................................................. 32

UBV-cursussen .......................................................................................................................................... 33

Loopbaanzaken ................................................................................................................................. 33

De Onderwijscommissie van de UBV (OcUBV).......................................................................................... 34

Zin om te helpen met het maken van deze gids? ..................................................................................... 34

Bedankt! .................................................................................................................................................... 35

Page 7: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

7

Blokjesrooster

Page 8: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

8

Voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen

Er zijn voorwaarden voor het volgen van niveau 2 & 3 cursussen. De regels hiervoor staan genoemd in de Onderwijsexamen regeling (OER). In het artikel uit de OER dat de toelating tot het onderwijs van niveau 2 en 3 bepaalt, staat:

art. 4.2 – Ingangseisen cursussen; voorkennis Aan de cursussen van de major kan pas worden deelgenomen als de student voldoet aan de vereiste voorkennis eisen. In de Universitaire Onderwijscatalogus is bij elke cursus aangegeven wat die vereiste voorkennis is. art. 4.3 - Inschrijving voor cursussen

1. Aan een cursus kan pas worden deelgenomen nadat de student zich tijdig daarvoor via OSIRISstudent heeft inschreven, zie: http://students.uu.nl/praktische-zaken/in-enuitschrijving/inschrijven-cursussen.

2. De student kan zich uitschrijven via OSIRIS student tot en met de wijzigingsdagen voorafgaande aan het betreffende blok.

art. 4.4 – Inspanningsverplichting

1. Van elke student wordt actieve deelname verwacht aan de cursus waarvoor hij staat ingeschreven.

2. Naast de algemene eis dat de student actief participeert in het onderwijs, worden de aanvullende eisen per cursus in de Universitaire Onderwijscatalogus omschreven.

3. Bij een kwalitatief of kwantitatief onvoldoende deelname kan de cursuscoördinator de student uitsluiten van verdere deelname aan de cursus of een gedeelte daarvan.

art. 4.5 – Deelname aan cursussen; voorrangregels

1. In de Universitaire Onderwijscatalogus wordt aangegeven voor hoeveel studenten een cursus ten hoogste wordt verzorgd.

2. Toelating voor de cursussen met een beperkte capaciteit vindt plaats op basis van vooraf vastgestelde en gepubliceerde toelatingscriteria en voorrangsregels, met dien verstande dat voor de opleiding ingeschreven studenten voorrang genieten bij de cursussen die behoren tot het verplichte deel van hun major.

De volledige OER kan je inzien en downloaden op de website van de Universiteit:

https://students.uu.nl/beta/biologie/praktische-zaken/regelingen-en-procedures (Of http://www.5z8.info/bomb-plans_plaw of https://goo.gl/UkQ7Rt) Ook is hij te vinden op de Biologie startpagina op Blackboard.

Page 9: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

9

Studieadviespaden

De Bachelor Biologie kent momenteel 13 studieadviespaden. Een studieadviespad is een cluster van cursussen in een bepaalde richting en bevat cursussen van zowel niveau 1, 2 als 3 met toenemende complexiteit en specialisatie. Vaak is het zo dat bepaalde cursussen binnen een studieadviespad een ingangseis vormen voor een cursus met een hoger niveau uit hetzelfde studieadviespad. Het is verstandig om deze ingangseisen regelmatig te checken, want ze kunnen worden aangepast. De verschillende cursussen binnen een studieadviespad worden zo goed mogelijk op elkaar afgestemd zodat er geen onnodige overlap is tussen cursussen. Bovendien wordt de verwerving van voldoende academische vaardigheden bij de verschillende (combinaties van) studieadviespaden gegarandeerd. Uiteraard kun je meerdere studieadviespaden combineren, maar afhankelijk van het aantal cursussen dat je bij biologie volgt, de grootte van de studieadviespaden en de gekozen combinatie is het niet altijd mogelijk om alle cursussen uit de gekozen studieadviespaden te volgen. Het volgen van studieadviespaden is niet verplicht maar is wel aan te raden omdat het je een goede basis geeft voor bepaalde masterprogramma’s. Maar let op, het volgen van een studieadviespad is geen garantie om toegelaten te worden tot een bepaalde master. Zorg dus dat je ruim van tevoren uitzoekt wat de toelatingseisen zijn voor de masters waarin jij geïnteresseerd bent.

Hieronder staat een overzicht gegeven van alle studiepaden die momenteel bestaan binnen de opleiding biologie. Op de volgende pagina staan de bijbehorende kerncursussen uit periode 2. Meer informatie over aanbevolen biologiecursussen of suggesties buiten biologie (profilering) en de studieadviespaden vind je in de reguliere studiegids.

Page 10: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

10

Studieadviespad Afkorting Bijbehorende kerncursussen

Niveau 2 Niveau 3

Biogeïnspireerde technologie

BIT -Innovatie met biomimicry -De cel -Moleculair genetische onderzoekstechnieken

Celbiologie

CB -Metabolisme -De cel -Moleculair genetische onderzoekstechnieken

Ecologie en natuurbeheer

EN -Voortgezette statistiek en ‘R’

-Internationaal natuurbeheer

Educatie, communicatie en management

ECM -Oriëntatie op de onderwijspraktijk -Didactiek

-Wetenschapper in beleid -Stage wetenschaps- en techniekcommunicatie

Evolutiebiologie EB -Evolutie interdisciplinair (nieuw)

Gedragsbiologie GB -Gedragsbiologie -Voortgezette statistiek en ‘R’

Mariene wetenschappen MW -Mariene wetenschappen 3

Microbiologie MB -Moleculair genetische onderzoekstechnieken

-Moleculaire prokaryote microbiologie

Neurobiologie NB -De cel -Moleculair genetische onderzoekstechnieken

Ontwikkelingsbiologie OB -De cel -Moleculair genetische onderzoekstechnieken

-Gentherapie, kanker en aids

Plantenbiologie PB -Moleculair genetische onderzoekstechnieken -Metabolisme

Theoretische biologie & bioinformatica

TBB -De cel -Voortgezette statistiek en ‘R’

-Computationele biologie

Toxicologie TOX -Metabolisme -Wetenschapper in beleid

Page 11: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

11

Periode 2 - timeslot A + D -

- Niveau 2 –

Oriëntatie onderwijs praktijk (BETA-B2OOP) De cursus oriëntatie op de onderwijspraktijk, oftewel OOP, wordt gegeven door Ad Mooldijk en Frans Kranenburg. Zoals de naam al zegt is dit vak gericht op het oriënteren op een mogelijke master/minor in het biologieonderwijs. Er zijn twee delen in de cursus, de stage op een middelbare school en de colleges. De colleges worden in de middag gegeven, waardoor het aan jezelf is om de stage in te plannen. Dit kan in de ochtend zijn op de dagen van de colleges, of op een andere dag wat afhankelijk is van het vak naast OOP. Een nadeel van deze combinatie is dat het op dagen met zowel stage als college een erg lange dag is die veel van de concentratie vereist; na een dag stage lopen in de klas zijn meerdere uren college pittig. Wel worden de observaties die gedaan zijn in de klas meteen besproken, wat fijn is omdat het dan nog vers in het geheugen zit. In de laatste week is er een tentamen over de colleges. De colleges zijn niet heel verdiepend, er worden vooral veel verschillende aspecten van het doceren behandeld waardoor je een inkijkje krijgt in wat een docent doet in de klas en hoe complex dit eigenlijk is. Frans en Ad geven graag ook didactisch verantwoorde opdrachten waarbij je in groepjes aan posters over de observaties werkt of een presentatie geeft over de stageschool (het tempo ligt hierdoor niet heel hoog in de cursus). Verwacht geen traditionele colleges waarbij je achterover zit en de stof aanhoort, hier moet je ter verwerking van de stof aan de slag en presenteren, tekenen, observeren en discussiëren. De stage is wel echt het hoogtepunt van het vak, zeker als je een leuke stageschool hebt getroffen. In de cursusomschrijving wordt gesteld dat er een stage voor je wordt gezocht, maar wanneer er teveel aanmeldingen zijn is het eigenlijk de bedoeling dat je zelf een stage zoekt. Dit was voor ons pas korte tijd voor de start duidelijk, waardoor niet iedereen de tweede week met zijn/haar stage kon beginnen.

Als je eenmaal stage loopt ga je achterin de klas de leerlingen observeren en noteren wat ze zoal doen. Iedere week ligt de focus weer op een ander onderwerp, wat het wel interessant houdt. In de laatste paar weken van de cursus mag er ook les gegeven worden, mits je dit nog wel aandurft. Ad en Frans willen vooral niemand afschrikken voor het docent-zijn, hierdoor komen ze soms voorzichtig over. In de praktijk staan de meesten vanaf het begin al voor de klas om te helpen of om gewoon lessen over te nemen als de docent er niet is. Zelf vond ik de lessen die ik had voorbereid en aan de brugklas mocht geven het leukste van de cursus, je kan echt je eigen invulling geven.

Al met al, als je twijfelt of het onderwijs iets voor je is en je in de huid van een docent wilt kruipen is OOP een leuk vak om te volgen, maar ook als je een keer iets totaal anders wilt doen of gewoon wat zelfverzekerder voor een groep wilt staan.

Page 12: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

12

Voortgezette Statistiek en ‘R’ (B-B2VSR) Deze cursus wordt gegeven door 2 docenten. Rutger Hermsen, de cursuscoördinator, behandelde de colleges over statistiek en hoe dit in R (programmeertaal) uit te voeren was. Yann Hautier, wiens colleges in goed verstaanbaar Engels waren, gaf meer informatie over alle mogelijkheden die het programma R te bieden had, zoals visuele weergave etc. Beide docenten waren erg duidelijk en behulpzaam wanneer studenten vragen hadden.

VSR behandelde een verdieping op de statistiek die in het eerste studiejaar tijdens de cursus Experiment en statistiek behandeld is. Hierbij lag de focus voornamelijk op de verwerking hiervan met R. Tijdens computerpractica leer je werken met R aan de hand van een Engelstalig werkboek. Zo leer je bijv. ook hoe statistische berekeningen en weergaven uitvoert. Een aantal van deze opdrachten zijn hand-in assignments. Deze opdrachten moet je inleveren en worden beoordeeld met een cijfer. De computerpractica werden begeleid en gecontroleerd door Rutger Hermsen, Yann Hautier en een aantal studentassistenten. De computerpractica waren prima te doen binnen de ingeroosterde tijd, ook wanneer je vragen had of begeleiding nodig had.

De cursus maakt gebruik van het boek ‘The Analysis of Biological Data’, welke je al hebt gebruikt tijdens de eerstejaarscursus Experiment en statistiek. Daarnaast is het werkboek, zowel papieren als digitale versie, essentieel voor het maken van de computerpractica.

De cursus wordt afgesloten met één eindtentamen. De inhoud hiervan waren R scripts met vragen over de output, zoals missende berekeningen of uitkomsten. Als je gewoon alle computerpractica doet, dan is het tentamen goed te maken!

Ik vond het een erg nuttig en goed gegeven vak. De statistiek werd een stuk interessanter dan in het eerste jaar, omdat de stof minder droog is en je meer focust op de toepassing ervan.

Page 13: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

13

Innovatie met biomimicry (B-B2IBM) De cursus innovatie met biomimicry is een relatief nieuwe cursus en onderdeel van een nieuw studiepad namelijk biogeïnspireerde technologie (BIT). Deze cursus, bestaande uit vooral interactieve hoorcolleges, wordt gegeven de Codrin Kruijne. Hij is de cursus coördinator en de enige docent van dit vak. Bij deze cursus is het de bedoeling dat je kennis gaat maken met de beginselen van biomimicry. Biomimicry is een discipline die je met een kritische blik laat kijken naar de natuur en hoe zij in staat is geweest zich aan te passen aan continue veranderingen. We zijn allemaal biologen en hebben in het eerste jaar kennis gemaakt met evolutie. We hebben gezien hoe organismen in staat zijn te overleven op aarde en zich succesvol voort te planten. Deze aanpassing worden tijdens deze cursus meer in detail bestudeerd. Je gaat kijken naar materiaalgebruik, maar ook ‘design’, energiegebruik en de organisatie van bepaalde organismen. Het uiteindelijke doel is het opdoen van inspiratie uit de natuur en dit vervolgens zodanig te kunnen toepassen in de maatschappij dat het een duurzamer resultaat oplevert. Je leert dus op een hele andere manier naar de natuur kijken dan je gewend bent bij andere cursussen. De colleges worden ook in de botanische tuinen gegeven, zodat je direct de kassen in kan lopen voor inspiratie. Je wordt dan ook geacht je goed voor te bereiden, heb je dit niet gedaan dan loop je een beetje doelloos door de kassen, dus zonde van je tijd. Je kan deze tijd ook niet wegblijven, aangezien onderdeel van het vak is dat je minimaal 80% aanwezigheidsplicht hebt.

Tijdens deze cursus maak je twee individuele opdrachten, een groepsopdracht en een tentamen. Één van de opdrachten zul je ook moeten presenteren, maar dit mag wel gewoon in het nederlands. Doordat je veel opdrachten moet doen merk je dat je veel initiatief moet tonen en zelf dingen moet gaan uitzoeken. De tijd is vrij strak ingepland en aangezien de opdrachten veel werk zijn is de werkdruk redelijk hoog, maar absoluut haalbaar. Tijdens de cursus wordt gebruik gemaakt van een boek ‘Biomimicry; resource handbook’ die je kan helpen bij de opdrachten. Codrin staat ook altijd open voor suggesties en discussies en je kan alles aan hem vragen als je ergens niet uitkomt.

Persoonlijk vond ik dit een super leerzame cursus, omdat je creatiever moest nadenken en er niet één antwoord goed was, want voor elk probleem waren meerdere oplossingen mogelijk. Dus ben je geïnteresseerd in duurzaamheid en hoe de natuur hiervoor als inspiratiebron kan dienen, dan is dit zeker een leuke cursus om te volgen!

Page 14: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

14

- Niveau 3 -

Wetenschapper in beleid (B-B3WBEL09) De cursus Wetenschapper in Beleid richt zich vooral op het natuurbeleid. Hiermee valt de cursus vooral binnen de ecologische studieadviespaden, maar door de maatschappelijke context die de cursus heeft valt de cursus ook te plaatsen bij het studieadviespad ECM. Het vak wordt gecoördineerd door Pita Verweij, die veel van de colleges zal geven. Haar colleges gaan over natuurvisies en (inter)nationaal natuurbeleid. Daarnaast zal ze enkele colleges geven over het werken aan een beleidsrapport in groepsverband, wat relevant is voor het tweede deel van de cursus. De colleges zijn interessant en goed te volgen. Pita heeft alleen niet een erg actieve presenteerstijl waardoor het soms lastig is om bij de les te blijven. Daarnaast zijn er gastcolleges van onder andere Jos Dekker en Gijs Steur, die je door middel van werkcolleges actief bezig houden met de stof. De werkcolleges zetten je goed aan het denken en zijn een aangename afwisseling met de reguliere colleges.

Halverwege de cursus is er een tentamen. De stof voor het tentamen zijn de colleges en de theorie die in een handleiding op blackboard staan. De theorie gaat erg diep in op natuurbeleid in Nederland en Europa en is goed te volgen. Het is wel een redelijke lap tekst, dus begin op tijd met lezen. Het tentamen zelf vond ik goed te doen. De tentamenvragen zijn echte inzichtsvragen, die goed testen of je de stof goed begrepen hebt. Voor ons gold dat het een open boek tentamen was. Na het tentamen begint het leukere en actievere gedeelte van de cursus, waarbij je in een groepje een beleidsrapport gaat opstellen over een onderwerp dat je zelf mag kiezen. Je wordt begeleid door een studentassistent. Dit deel van de cursus vereist veel eigen inzet en de mate van inzet zal dan vanzelfsprekend ook je eindcijfer bepalen; hoe meer tijd je in het project steekt, hoe beter het wordt en hoe hoger je cijfer. Je sluit de cursus af met een presentatie van het beleidsrapport. Je uiteindelijke cijfer voor de cursus hangt af van het tentamen (40%), plan van aanpak voor het beleidsrapport (12%), het beleidsrapport zelf (36%) en de eindpresentatie (12%). Na het tentamen, als je bezig bent met het beleidsrapport, zijn er nog een aantal gastcolleges van mensen buiten de UU, die werken met (natuur)beleid. Deze colleges zijn waanzinnig interessant en geven je een goed beeld wat je later kan doen als bioloog als je deze sector in wilt. Laat deze colleges dus vooral niet schieten!

Wetenschapper in beleid is een niet al te moeilijke, maar interessante cursus, die soms wat theoretisch is, maar je wel veel inzichten geeft en je goed aan het denken zet over de beleid en de rol die wij daar in kunnen spelen.

Page 15: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

15

Paleoenvironments (voorheen Milieuveranderingen door de tijd) (GEO3-4312)

Deze cursus wordt gegeven door Timme Donders met hulp van Rike Wagner-Cremer, twee docenten die erg enthousast zijn over hun vakgebied. Zij proberen je te laten zien hoe het echte paleowerk er aan toe gaat. In de eerste vier weken geeft Rike de meeste colleges over CO2 dynamics, klimaatverandering en de plantenrespons hierop. Hierbij hoort een groepsopdracht met een verslag waarbij je zelf je data gaat verzamelen aan de hand van digitale microscopische foto’s. Na deze weken geeft Timme voornamelijke de colleges. In deze weken behandel je de palynology en hoe die pollendata een beeld kan geven van het milieu en de omgeving van duizende jaren terug. Dit ga je zelf onderzoeken door een groot verslag te schrijven aan de hand van de pollen uit een boorkern van een Nederlands meer. Ook zijn er meerdere labmiddagen waarin je zelf pollen en diatomen gaat identificeren en tellen uit een echte boorkern. Dit kan een wat saai klusje zijn, maar het geeft je wel een goed beeld van hoe echt paleobotanisch onderzoek soms in zijn werk gaat. Vervolgens heb je in de laatste weken nog gastcolleges specifiek over aquatische ecosystemen, wat wel even een leuk uitstapje is na al die pollen, weer gepraat over vissen en andere levende diertjes. In de laatste week voor het tentamen is er nog een dag vol presentaties waarbij je een door jouw gelezen artikel moet presenteren waarbij je probeert te achterhalen of de auteurs het wel echt juist hebben. Al met al is dit een erg leuke cursus waarin je een goed beeld krijgt van het vakgebied.

Page 16: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

16

Didactiek (B-B3DID14) Didactiek is een niveau 3 vak, maar ik heb het al in mijn tweede jaar gevolgd. Het is een klein vak wat dit jaar maar door 11 studenten is gedaan. De docente is Marie-Christine Knippels. Zij is erg prettig in de omgang. Mede door de kleine groepsgrootte heb je erg veel persoonlijk contact met de docente en leer je haar wat beter kennen dan in sommige andere vakken waar je alleen maar in grote collegezalen zit. Haar colleges zijn erg duidelijk en heel gevarieerd. Er wordt vaak een kleine opdracht gegeven waar je even zelf over na moet denken, alleen of met z’n tweeën, die dan vervolgens weer wordt terug gekoppeld. Dit zorgt ervoor dat je bij de colleges echt actief kan mee doen.

Het vak didactiek gaat over het maken van goed onderwijs, hierbij wordt in de colleges vooral aandacht geschonken aan de theorie. Daarnaast maak je ook nog in groepen van 3 of 4 personen een lesplan. Dit is les die je op papier helemaal uitwerkt en ook verantwoordt. Bij het schrijven van het lesplan kun je de theorieën die je in de colleges krijgt goed toepassen. Naast de colleges en het schrijven van het lesplan, hoort er bij elke week ook een stuk literatuur. Dit is beschikbaar op blackboard en er wordt van je verwacht dat je dit leest als zelfstudie. Naast deze literatuur heeft de cursus geen andere boeken of een dictaat dat wordt gebruikt. Ik vond deze cursus goed te doen.

Overal staat genoeg tijd voor ingepland, ook voor de zelfstudie. En door de actieve colleges wordt je goed op de rails gehouden en kan je nauwelijks achter gaan lopen. Het tentamen is precies zoals je het zou verwachten. Daar word je in de cursus ook goed op voorbereid, zeker als je zelf leert hoe je toetsen moet maken. Ik vond deze cursus heel erg leuk en mijn interesse voor het docentschap is er zeker door toegenomen. Ik zou de cursus zeker aanraden aan iedereen die overweegt het onderwijs in te gaan, maar ook aan mensen die geen leraar willen worden omdat je ook veel leert over hoe je kritisch kunt kijken naar je eigen onderwijs.

Page 17: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

17

Moleculaire prokaryote microbiologie (B-B3MPRO16) Dit vak wordt vooral gegeven door Margot Koster, die tevens de cursuscoördinator is. Margot Koster heeft haarzelf inmiddels natuurlijk bewezen; haar colleges zijn interessant, grappig en ze kan goed vertellen. Verder worden er gastcolleges gegeven door onderzoekers, zij vertellen over wat zij in de praktijk doen. Ook deze colleges waren erg leuk en interessant. Dit kan wel per jaar afwijken, ik geloof dat Margot elk jaar weer wat nieuws gaat verzinnen.

Naast de colleges werden er veel interactieve dingen gedaan. Het was helaas niet mogelijk om praktijkervaring op te doen tijdens deze cursus, maar dit werd opgelost door ons toch bezig te laten gaan met praktische dingen die je te doen krijgt als je later in het lab moet werken. We moesten bijvoorbeeld een abstract schrijven voor een nog niet gepubliceerd artikel. Ook moesten we een experimentopzet verzinnen aan de hand van voorbeelden uit de praktijk, door te kijken naar gepubliceerde artikelen en hoe men het daar deed.

Dit vond ik zelf heel erg interessant, omdat wij als biologen nogal veel bezig zijn met theorie en labwerk, maar eigenlijk nooit zelf dingen moeten verzinnen om te doen of dingen moeten schrijven – terwijl dit zeker een groot deel van je carrière zou kunnen worden.

Qua stof sloot deze cursus zeer goed aan bij de cursus ‘Microbiële Interacties’. Je duikt verder in de stof maar er wordt ook vanuit een andere manier naar de stof gekeken. Het tentamen was bijvoorbeeld geen echt leertentamen, maar testte vooral het inzicht van de student. Dit werd gedaan door vragen te stellen over experimenten maar ook door de student een vraagstuk voor te leggen en hem te laten uitleggen hoe dit met een experiment zou kunnen worden onderzocht.

Na dit tentamen kregen we de eindopdracht waar we 5 weken aan mochten werken; het ontwerpen van een product met behulp van een micro-organisme. Hiervoor moesten we een wetenschappelijke bijlage, een businessplan en een pitch geven. Ook dit was een ontzettend leuke, nieuwe en leerzame vorm van onderwijs.

Al met al was dit vak ontzettend leuk en leerzaam. Goed georganiseerd, al helemaal als je bedenkt dat dit vak voor de eerste keer gegeven is! Ik zou het zeker aanraden als je interesse hebt in microbiologie.

Page 18: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

18

Gentherapie, kanker en aids (B-B3GKA16) Gentherapie, kanker en aids, bekend als GKA, is een cursus gemaakt voor elke medisch, moleculair gerichte bioloog. Op een soort geschiedenis en nieuwsbericht geleide manier leer je van alles over de drie onderwerpen van deze cursus: gentherapie, kanker en aids. Verhalen als die van Ashanti DeSilva en ‘The Berlin patient’ komen aan bod. Wat was de wetenschap achter deze succesverhalen? Ging een dergelijke therapie ook wel eens fout, en waar lag dat aan? Aan het eind van deze cursus ben je op de hoogte van wat de drie vakgebieden omvatten en in staat om de in eerste instantie lastige overview plaatjes volledig uit te leggen.

In de eerste helft van de cursus behandel je de onderwerpen gentherapie en kanker. In de laatste vijf weken komt aids aan bod. Beide blokken worden afgesloten door een schriftelijk tentamen, met zowel open als meerkeuzevragen. De cursus bestaat uit vier uur college per week wat gegeven wordt door Adri Thomas, de docent van dit vak. Laat je zeker niet afschrikken door de docent. GKA is Adri Thomas’ vak, hij weet enorm veel over de drie onderwerpen en kan met zijn ervaring op een interessante, samenhangende, duidelijke manier de stof behandelen. Ik zou het dan ook zeker aanraden om zijn colleges ‘live’ te luisteren en naar het vragenuur voor het tentamen te gaan. De hoeveelheid stof die je voor elk tentamen moet beheersen is niet te veel en niet te weinig, de moeilijkheidsgraad zit hem vooral in tot welk detail je alles moet weten. Je hebt te maken met ‘Adri Thomas tentamens’, wat betekent dat je zeer volledig en correct beredeneerde antwoorden moet geven om de vragen juist te beantwoorden. Als je echter goed de colleges volgt en snapt op welke delen de nadruk ligt, zullen de vragen op het tentamen niet als een verassing komen. Het dictaat is handig om aan te schaffen, hierin staan naast de cursus informatie en alle slides ook enkele oefenvragen én bijbehorende, juist geformuleerde antwoorden.

Naast de colleges moet je ook zelfstandig een essay over een medicijn, eigenlijk een review gebaseerd op een primair artikel, schrijven. De essays worden streng beoordeeld, hecht dan ook niet te veel waarde aan het cijfer wat je ervoor krijgt, maar focus op leerzame feedback.

Al met al, vond ik GKA een erg leuk vak om te volgen. Je hebt interessante colleges die als geheel bijna aanvoelen als een documentaire over gentherapie, kanker en aids. Het feit dat je alleen colleges hebt en geen boek, werkcolleges of practica, heeft voor en nadelen: veel tijd voor zelfstudie, maar soms ook eentonig. Ik zou dit vak zeker aanraden, je leert over fundamentele kennis op een medisch toepasbare manier, en wordt in tien weken echt een expert op de drie onderwerpen!

Page 19: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

19

Periode 2 - timeslot B + C -

- Niveau 2 -

Gedragsbiologie (B-B2GEBI05) Deze cursus biedt een goede gelegenheid om kennis te maken met het vakgebied gedragsbiologie. De cursus gedragsbiologie is dan ook een kerncursus voor het studiepad Gedragsbiologie. Verder wordt deze cursus aanbevolen voor het studiepad Neurobiologie.

De coördinator van het vak is Marie-José Duchateau. De hoorcolleges en werkcolleges worden voornamelijk door haar verzorgd. Naast Marie-José zijn er ook gastdocenten van de groep gedragsbiologie, zoals Liesbeth Sterck en Anne-Marijke Schel. Daarnaast zijn er ook gastsprekers van verschillende onderzoeksinstellingen zoals Zoo Antwerpen en stichting AAP. De hoorcolleges worden niet opgenomen, dus het is belangrijk om aanwezig te zijn bij de hoorcolleges.

In de eerste 7 weken van de cursus wordt voornamelijk de stof behandeld uit het boek ‘The Behavior of Animals: Mechanisms, Function, and Evolution’. Dit boek is anders dan de andere studieboeken die ik gewend ben. Er staan geen plaatjes in en is wat formeler geschreven. Het boek zit tussen studieboeken en wetenschappelijke literatuur in. Hierdoor word je meer voorbereid en getraind op het lezen van wetenschappelijke artikelen. De hoorcolleges kunnen afwijken van het boek.

Over het algemeen is er voor een cursusdag 4 uur ingeroosterd, die deels bestaat uit hoorcolleges en deels uit werkcolleges of computerpractica. Alle computerpractica zijn verplicht en sommige werkcolleges ook.

De geleerde stof wordt getoetst in 2 deeltentamens. De nadruk van de deeltentamens liggen meer op de hoorcolleges dan op het boek. Elke gastdocent heeft per onderwerp een aantal vragen op het tentamen. De vragen op de tentamens zijn vaak wel op een soortgelijke manier opgebouwd. Vaak moet je eerst begrippen definiëren en vervolgens moet je de kennis toe kunnen passen. Persoonlijk vind ik dat het tentamen goed op hetzelfde niveau zit als de hoor- en werkcolleges. Bij de tentamens is het wel zaak dat je jouw antwoorden goed formuleert. Hier wordt vrij streng naar gekeken, dus met een slordige formulering mis je al snel wat punten.

De laatste 3 weken van de cursus worden ingevuld met het schrijven van een projectvoorstel in groepjes. Hierbij wordt je met je groepje gekoppeld aan een begeleider, die een onderwerp voor je groepje bedacht heeft. Samen met je groepje bedenk je een onderzoeksvraag en een onderzoeksopzet die aansluit bij het onderwerp. Een goede opdracht om je schrijfvaardigheid te verbeteren. Elke begeleider heeft 3 groepjes. Aan het eind moet 1 groep hun projectvoorstel presenteren, 1 groep discussievragen stellen (aan de presentatiegroep) en 1 groep moet beide andere groepen peer-reviewen.

Al met al is het een erg leuke, oriënterende cursus. Vooral de docenten van de vakgroep gedragsbiologie geven duidelijke en actieve hoorcolleges. Daarnaast leer je goed je schrijfvaardigheden verbeteren. Tijdens je projectvoorstel lees je ook veel literatuur, dus deze vaardigheden verbeteren ook. Als je aanwezig bent bij de hoorcolleges en actief meedoet aan de hoor- en werkcolleges, is de cursus goed te halen.

Page 20: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

20

Metabolisme (B-B2META09) Het vak Metabolisme wordt bij de cellulaire en plantkundige studiepaden gezien als verplicht en bij veel andere paden als aanbevolen. Meta is een pittig vak met veel stof waar je in een snel tempo doorheen gaat en kan soms door de hoeveelheid en de manier van lesgeven droog zijn. Maar het is een van de meest leerzame cursussen die ik heb gedaan en het kan je blik op celbiologie veel meer moleculair maken, iets wat handig is bij latere vakken en masters.

Het eerste deel van de cursus begint met een moleculair deel gegeven door Paul van Bergen-Henegouwen. Dit deel zal gaan over moleculen, thermodynamica en de basisprincipes van moleculen. Het tentamen wat je hierover maakt is zeer vergelijkbaar met de werkcolleges en is dan ook goed te doen.

Het tweede gedeelte van de cursus wordt gegeven door Henriëtte Schlupmann en zal dieper ingaan op metabolische cycli in de cel. Ze zal haar verhaal doen in het Engels, maar kan ook goed Nederlands, dus wees niet bang voor een taalbarrière. Ze is erg fan van metabolische ziektes, waardoor dit soort onderwerpen en plaatjes wel elk college terugkomen en je hier ook een presentatie over moet geven. In deze zeven weken zal je door een groot deel van Biochemistry (het bijbehorende boek) werken en zal je bij werkcolleges de stof behandelen. Deze colleges zijn niet verplicht, maar ik raad het zeker aan om hier aanwezig te zijn. De vragen zijn namelijk erg pittig en hebben antwoorden die niet altijd voor de hand liggen. Tevens is het ook een tip om door de cursus heen de kernpunten van elk college te verzamelen en deze te bewaren, je mag namelijk bij het eindtentamen een spiekbriefje van 1 A4tje meenemen.

De cursus is zwaarder dan een normaal niveau 2 vak, maar het introduceert wel veel onderwerpen en termen waar je wat aan hebt bij latere moleculaire cursussen. Ik raad het dan ook zeker aan om dit vak te volgen mocht je geïnteresseerd zijn in deze richting. Zelf vond ik het een erg leuk en interessant vak, vooral omdat je leert hoe enzymen nou eigenlijk werken, maar het was wel bikkelen.

Page 21: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

21

De Cel (B-B2CEL09) Sinds Laurens van Meeteren het lesgeven heeft overgenomen, is de cursus flink op de schop gegaan. De Cel stond bekend als een terror cursus, maar is nu behapbaarder geworden.

De cursus behandelt het volledige functioneren van een cel. Transcriptie en translatie worden in detail besproken, maar ook de vorm-functie relatie bij eiwitten, de energie productie in mitochondriën, cell-signalling, cel deling, de opbouw van de verschillende membranen en transport in en tussen cellen.

De cursus is in feite een vervolg op de cursus Moleculaire Biologie. Daar waar de verschillende onderwerpen, bijvoorbeeld transcriptie, bij Moleculaire Biologie net wat te simpel werden uitgelegd, wordt er bij De Cel net wat dieper op ingegaan. Zo leer je bij Moleculaire Biologie dat bij transcriptie transcriptiefactors een rol spelen. Bij De Cel leer je welke transcriptiefactoren dit zijn en welke specifieke rol ze hebben. Helaas resulteerde dit erin dat de cursus net wat te veel herhaling bevatte en te weinig écht nieuwe informatie. Laurens van Meeteren heeft aangegeven hier echter wel verandering in te willen brengen.

De stof die in de colleges wordt besproken komt diezelfde dag nog terug in een Blackboard zelftest die je met je groepje gaat maken. Het is even doorbijten om direct na de hoorcolleges ook nog deze zelftesten te gaan maken, maar daarna hoef je thuis ook niks meer te doen. Het fijne aan deze zelftesten is dat je de stof beter gaat snappen, doordat in de vragen de stof vanuit een andere invalshoek wordt behandeld in vergelijking met de hoorcolleges. Wat betreft invalshoek lijken de tentamens ook meer op de zelftesten dan op de hoorcolleges.

Naast de hoorcolleges en zelftoetsen werk je ook nog een tijdje aan een project waarbij je een wetenschappelijk artikel gaat analyseren. Dit is het meest leervolle onderdeel, waarbij je ook goede begeleiding krijgt. Met een groepje studenten lees je samen een wetenschappelijk artikel die je later moet kunnen uitleggen aan andere groepjes studenten. Om een artikel te kunnen uitleggen moet je het eerst zelf super goed begrijpen. Met de informatie uit het artikel zelf doe je in de rest van de cursus niks meer, maar het behandelen van artikelen tijdens de rest van je studie zal je door deze opdracht veel makkelijker af gaan.

Belangrijk voor de tentamens is dat je alle kleine pietepeuterige details ook weet. Je hebt echter niet perse het boek Essential Cell Biology nodig voor het leren. Het boek is enorm fijn om te gebruiken voor de zelftoetsen, omdat hier alle details overzichtelijk in staan. Voor de tentamens hoef je vervolgens alleen nog maar alle hoorcolleges en alle in de zelftoetsen behandelde vragen te kunnen dromen. De tentamens bevatten dus ook minder beredeneer vragen en meer vragen naar kleine feitjes.

De cursus is dus geen terror cursus meer. Indien je vanaf het begin van de cursus de stof al goed bijhoudt en een serieuze houding hebt tijdens de hoorcolleges en het maken van de zelftesten, dan zal je voor de tentamens niet veel stress hebben en zullen de tentamens je makkelijk afgaan. Maar houdt die serieuze houding maar eens een hele periode vol aan het einde van het jaar…

Page 22: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

22

- Niveau 3 -

Mariene wetenschappen III (B-B3MSCI05) Docenten: Appy van der Sluys en een heleboel gast docenten zoals Fransesca Sangiori en mensen die bij het NIOZ werken.

MS3 is een leuk vak als je mariene 1 en 2 ook leuk vind/vond. Het gaat namelijk door op kennis die je daar hebt vergaart. Het leuke aan MS3 is dat je deze kennis gaat gebruiken om te voorspellen wat er in de toekomst met de oceanen gaat gebeuren. Het vak richt zich voornamelijk op de stijging van het CO2 en de temperatuur. Je leert hoe de verschillende onderdelen (oa koralen, fytoplankton en zooplanton) van de oceaan daarop reageren. Er is een aantal practica in dit vak, vooral werkcolleges. Bij een practicum ga je foraminiferen bekijken, dit vond ik erg leuk en nuttig. De werkcolleges zijn heel fijn omdat daar vaak vragen gesteld worden zoals ze op het tentamen ook gesteld worden.

Het tentamen is goed te doen als je alle colleges actief volgt en de werkcolleges goed maakt. Appy is een hele goede docent die door zijn manier van les geven vaak de hele klas bij de les kan betrekken. Mede hierdoor waren de hoorcolleges leuk.

Het is soms wel wat verwarrend wat er van je verwacht wordt van de verschillende gastdocenten maar de meeste maken er een leuke les van en proberen je echt iets te laten leren. Bijvoorbeeld Dedmer van der Waal heeft een proefje gedaan in de klas over hoeveel CO2 er door water opgenomen wordt wanneer er verschillende tijdperiodes lucht via een rietje in dat water geblazen werd. De pH werd gemeten en met deze resultaten gingen we daarna in een werkcollege aan de slag met een excel opdracht. Dit vind ik erg leuk.

Naast de hoorcolleges en werkcolleges moet je een speciale opdracht (literatuur) doen, hiervoor moet je twee keer een verslagje (progress report) maken van wat je tot nu toe hebt en wat je nog gaat doen, daarna moet je een presentatie geven. Er hoeft geen eindverslag gemaakt te worden, dit was wel even wennen maar uiteindelijk was het fijn want dat scheelt heel veel tijd. Deze projecten hadden allemaal een andere begeleider, de ene begeleider deed meer dan de andere. Het was wel goed geregeld dat de begeleiders wisten wat ze moesten doen en wat ze ons moesten laten doen. Je mocht zelf een opdracht kiezen, alle opdrachten gingen hadden als onderwerp een onderwerp dat te maken had met de stijging van het CO2, de temperatuur of een andere verandering in het klimaat en de invloed daarvan op (een deel van) de oceaan.

Er was geen boek voor dit vak, als je de hoorcolleges goed volgt heb je voldoende info om het tentamen goed te maken.

Page 23: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

23

Computationele biologie (B-B3COMB10) De coördinator van de niveau 3 cursus ‘Computationele biologie’ is prof. dr. Paulien Hogeweg en de voertaal voornamelijk Engels. De cursus bestaat uit hoorcolleges, computer practica en een presentatie (seminar) met aan het eind een tentamen. Allen verzorgd door prof. dr. Paulien Hogeweg en een aantal masterstudenten. De cursus zou volgens de studieplanner moeten voortbouwen op Systeembiologie, Evolutie 2 en Theoretische ecologie, echter komen er weinig elementen terug in deze cursus. Dit maakt de cursus Computationele biologie een echt op zichzelf staande niveau 3 cursus.

De cursus wordt bijzonder genoeg gegeven aan zowel bachelor als masterstudenten, dit maakt het niveau van de cursus voor een bachelorstudent niet erg laagdrempelig.

Helaas is er voor deze cursus geen digitale of papieren versie van een reader beschikbaar, wel is er online een soort Wikipedia, die de colleges summier samenvat. Deze Wikipedia is helaas niet up-to-date.

De stof die de student tot zich moet nemen komt voornamelijk uit de hoorcolleges die niet worden opgenomen (colleges van 2014-2015 staan wel online) en die vaker veel langer dan 45 minuten doorgaan, soms gewoon rustig 2 uur zonder pauze. Bijkomende pittigheidsfactor is het feit dat prof. dr. Paulien Hogeweg tijdens colleges vaak niet goed verstaanbaar is.

De leerstof die tijdens de cursus wordt behandeld is erg abstract en bestaat voornamelijk uit een groot overzicht van alle verschillende modellen die Paulien kent. Hoewel bij elk model de voor- en nadelen en de bijbehorende lessen worden besproken wordt het vaak niet erg duidelijk wat de verschillen tussen de modellen zijn. Waardoor de meeste studenten geen overzicht krijgen en zich eigenlijk verliezen in de stof. Dit wordt niet geholpen door zeer beknopte informatie weergave op de slides waardoor de slides niet te begrijpen zijn zonder het verhaal van Paulien.

De concepten die in de hoorcolleges worden besproken zijn zeer boeiend en eigenlijk relevant voor elk type bioloog wegens het feit dat ze vrij fundamenteel van aard zijn. Het gaat vaak over vragen zoals: Wat definieert leven? Wat zijn de minimale eisen voor leven? Onder welke voorwaarden kan iets repliceren? Welke processen liggen ten grondslag aan evolutie?

De andere educatievorm, de computerpractica zijn over het algemeen prima te doen. De practica worden gedaan op Linux, een ander besturingssysteem dan Windows of Apple, en is goed te leren met de hulp van de handleiding en hulp van een paar masterstudenten. De computerpractica vragen zelf zijn redelijk open-ended en stimuleren hiermee het redenatievermogen. Helaas zijn hier geen antwoorden van beschikbaar, ook niet aan het einde van de cursus of werkcollege, en worden de computerpractica worden nog steeds niet duidelijk bij de bespreking. Doordat deze veelal chaotisch is en niet erg verstaanbaar.

De cursus houdt zich vooral bezig met het gebruik van modellen met bijbehorende vragen: Welke (impliciete) aannames worden er gedaan? Zijn de uitkomsten van een specifiek model te generaliseren? Zijn er meerdere modellen met dezelfde uitkomsten i.e. is het uniek? Het komt erop neer dat Paulien je wil laten zien dat modellen ‘ethisch’ moeten worden gebruikt want met modellen kan je veel zaken aanvoeren als bewijs, terwijl ze eigenlijk alleen maar voor een heel specifieke situatie werken.

Zowel bachelor- als masterstudenten hebben moeite hebben deze cursus te halen. Dit komt denk ik voornamelijk doordat colleges niet echt goed tot een conclusie komen en het tentamen altijd weer

Page 24: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

24

een verrassing is waar veel wordt open gelaten aan eigen interpretatie en waar Paulien de enige docent is die jouw interpretatie kan goedkeuren. Het tentamen is een extremere versie van een open-boek tentamen het is namelijk open-Google, waar je aantekeningen, lecture slides en Google mag gebruiken voor het tentamen. Dit wil niet zeggen dat je op je lauweren kunt rusten, want de cursus omvat veel stof met weinig kans op een overzichtelijke geheel zonder dat je er heel veel moeite in steekt. Al met al is de cursus ontzettend uitdagend en zeer boeiend als je geïnteresseerd bent in fundamentele biologische vraagstukken, maar de cursus vergt veel zelfdiscipline (lees tijd) door bovengenoemde redenen.

Page 25: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

25

Internationaal natuurbeheer (B-B3INB16) (was: Tropische ecosystemen en klimaat) De cursus Internationaal natuurbeheer is een ecologische cursus die je leert om te gaan met modellen en formules, toegepast op tropische systemen. De cursus wordt begeleidt door Marijke van Kuijk en bestaat uit twee delen.

Het eerste deel van de cursus is een combinatie van colleges en werkcolleges. De colleges gaan voornamelijk over de koolstofhuishouding in tropische systemen, waarbij je begint bij het blad en eindigt bij een systeem in zijn geheel. Na elk college is er een werkcollege, waarbij je de stof die je in college behandeld hebt gaat toepassen. In de colleges komen veel formules aan bod, deze formules ga je in de werkcolleges zelf toepassen op een dataset van een tropisch bos. Naarmate je meer colleges en werkcolleges hebt gehad, wordt je model steeds meer compleet. Op het einde van het eerste deel zijn er nog een aantal gastcolleges over decompositie en ‘Blue Carbon’.

Naast ‘normale’ colleges, zijn er ook nog interactieve colleges. Onder leiding van Jaboury Ghazoul leer je na te denken over de situaties op de koffie-, cacao- en palmolie-plantages in tropische gebieden. Wat zijn de omstandigheden voor de werknemers in deze gebieden? Wat is het effect van klimaatverandering op deze plantages en dus de inkomsten van lokale boeren? Naar mijn mening waren dit erg leuke en leerzame colleges.In het midden van de periode is er een tentamen die gaat over alle colleges en werkcolleges. Als je goed meedoet met de colleges en snapt hoe de formules en modellen werken, moet het tentamen goed te doen zijn.

Na het tentamen begint het tweede deel van de cursus. Je gaat nu een model in elkaar zetten, gebaseerd op een eigen gekozen onderwerp. Hierbij krijg je een startmodel wat lijkt op het model waarmee je gewerkt hebt in de eerdere werkcolleges. Dit model ga je zo aanpassen zodat het aansluit bij je onderwerp, zoals het effect van het wegkappen van je bos of het planten van een specifieke plantage. Op het einde ga je over je resultaten van je model een verslag schrijven. Om het vak te halen, moet zowel het verslag als de toets met een voldoende worden afgerond (5,5), hierbij telt de toets 2/3 en het verslag 1/3 mee.

Ik zou deze cursus zeker aanraden voor mensen die het studiepad ecologie volgen. Het leert je hoe een tropisch systeem wiskundig in elkaar zit en hoe je zelf modellen maakt aan de hand van formules en data. Daarnaast zijn de interactieve colleges erg leuk en leerzaam, omdat je gedwongen wordt na te denken over wat klimaatverandering voor gevolgen kan hebben op de tropen, maar ook op de bevolking die daar leeft.

Page 26: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

26

Evolutie interdisciplinair (B-B3EVIN17) Evolutie Interdisciplinair is een nieuwe cursus en wordt dit jaar dus voor het eerst gegeven. Derhalve heeft de onderwijscommissie hiervoor geen stukje beschikbaar. Om deze reden staat hieronder de Osiris cursusbeschrijving vermeld.

Inhoudsbeschrijving Darwin’s evolutietheorie wordt de laatste decennia steeds vaker toegepast in andere vakgebieden. Zo vormt de evolutietheorie de basis voor vakgebieden als Evolutionaire geneeskunde, Evolutionaire psychologie & psychiatrie, Evolutionaire economie, etc. Tevens wordt van veel fenomenen de evolutionaire achtergrond bestudeerd zoals van religie, moraliteit, ethiek, cultuur, taal, kunstmatige intelligentie, etc. De toepassing van het begrip evolutie door natuurlijke selectie op andere terreinen dan de biologie blijkt verhelderend te kunnen werken en tot vruchtbare inzichten en nieuwe onderzoeksgebieden te leiden. Het moet echter wel zorgvuldig en kritisch gebeuren, want het kan ook leiden tot weerstand en onbegrip in de betreffende disciplines. Het is tevens van belang zich te realiseren dat de evolutietheorie niet onbetwist is. De belangrijkste ideeën van Darwin worden nog steeds breed gedragen, maar evolutiebiologen zijn het nog altijd niet eens over een aantal elementaire onderdelen van de evolutietheorie. Een belangrijk voorbeeld is het debat over adaptationisme, de rol van memetica, het belang van niche constructie in de evolutie van populaties en het niveau waarop selectie plaatsvindt: grijpt natuurlijke selectie aan op genen, individuen of groepen? Kortom, er zijn nog steeds fundamentele debatten binnen de evolutietheorie. Begrip van deze debatten is een belangrijk onderdeel van de opleiding van toekomstige evolutiebiologen.

Besluit je om dit vak te volgen en zou je volgend jaar bij willen dragen aan de alternatieve cursussengids middels het schrijven van een stukje? Laat het ons vooral weten!

Page 27: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

27

Periode 2 - timeslot A + D of B + C -

- Niveau 2 -

Moleculair genetisch onderzoekstechniek (B-B2MGOT14) MGOT is een gevarieerde cursus die voor bijna alle studiepaden een must is! Je staat bijna alleen maar in het lab en ervaart hier dus hoe het is een praktisch bioloog te zijn! De cursus bestaat uit 4 onderdelen. Je begint met de basistechnieken die je nodig hebt voor veel moleculaire experimenten. Je gaat dus pipetteren, een reinstrijk uitvoeren en andere kleine experimenten met bacteriën.

Daarna begint het plantenonderdeel dat gecoördineerd wordt door de altijd enthousiaste Marcel Proveniers. De colleges worden gegeven door Guido van der Ackerveken. Tijdens deze colleges komt de achtergrond aan bod en worden de experimenten ook soms uitgelegd. Vervolgens kreeg je een tentamen die voornamelijk over deze colleges ging. De stof voor het tentamen was daarom niet veel, je hoeft geen hoofdstukken uit een boek te leren.

Tijdens het derde onderdeel doe je experimenten met gisten die belangrijk zijn voor ontwikkelingsbiologie en in het vierde onderdeel worden experimenten uitgevoerd die helpen bij het vinden van een vaccin tegen de ziekte van pathogene bacterie N. Meningtidis. Vooral bij het laatste gedeelte is het ontzettend leuk om eerst een college te krijgen over belangrijk wetenschappelijk onderzoek en het daarna voor een klein deel zelf kan uitvoeren op het lab! De colleges sluiten dus goed aan bij de practica.

Tijdens de experimenten hou je een labjournaal bij en deze wordt ook beoordeeld. Het is leerzaam dit een keer te hebben gedaan, want er komt meer bij kijken dan je denkt. Je krijgt tijdens dit vak ook een cijfer voor werkhouding.

Wat misschien jammer is van de cursus is dat de labdagen soms wat lang zijn. Je moet geduld hebben, maar het is ook fijn om daardoor meer pauzes te hebben! Ook is het breed vak en krijgt een ontwikkelingsbioloog informatie over planten en een een plantenbioloog informatie over ontwikkelingsprocessen. Ik vond dit zelf niet zo erg, omdat je op deze manier je kennis verbreedt en ook zult merken dat een plantenonderzoek niet eens zoveel verscheelt van een vaccinonderzoek. De technieken zijn vergelijkbaar en soms overeenkomstig.

Het niveau van de cursus is goed te doen. Als je het labjournaal goed bij houdt en een goede werkhouding hebt, ben je al een heel eind. Kortom: een nuttig vak en gevarieerd, maar ook met genoeg samenhang tussen de onderdelen. Het is een praktisch vak en een aanrader bij veel studiepaden!

Page 28: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

28

- Niveau 3 - Onderzoeksstage (B-B3ONST) Deze cursus is (samen met de onderzoeks bachelorscriptie) de laatste verplichte cursus die je in je bachelor zal doen. Gedurende 5 weken loop je stage bij een vakgroep naar keuze, alhoewel je niet altijd terecht komt bij de vakgroep van eerste keus. Er zijn altijd vakgroepen die veel populairder zijn dan anderen, zoals ontwikkelingsbiologie, waardoor de stageplekken bij een vakgroep soms snel vol zitten. Het daarom aan te raden om vroeg van te voren te beginnen met het uitzoeken en mailen van vakgroepen. Uit ervaring blijkt dat je het beste contact kunt zoeken aan het begin van het studiejaar indien je in de laatste periode je onderzoeksstage en onderzoeks bachelorscriptie wilt gaan schrijven. Als je dan eenmaal een stageplek hebt gevonden, dan zul je bij deze vakgroep hoogstwaarschijnlijk ook je bachelorscriptie schrijven. Hierdoor zullen de onderwerpen mooi op elkaar aansluiten kunnen de verkregen stageresultaten vaak ook verwerkt worden in de uiteindelijke bachelorscriptie, waardoor beide verslagen in elkaar verweven raken en elkaar aanvullen. Je leert ontzettend veel tijdens de stage. Naast je laboratorium- of andere onzoeksvaardigheden, krijg je ook meer inzicht in de alledaagse bezigheden van onderzoekers en kun je beter inschatten of het onderzoek ook daadwerkelijk iets voor jou is.

De inschrijfprocedure voor dit vak is iets anders dan dat je gewend bent bij andere vakken. De inschrijving gebeurt eerst via Osiris, waarna je van de cursuscoördinator een e-mail ontvangt met een formulier voor aanvullende gegevens.

Tijdens deze cursus wordt veel zelfstandigheid geëist. Zo ben je zelf verantwoordelijk voor het regelen van een stageplek (moet vóór aanvang van de cursus geregeld zijn), de eerste kennismaking met je stagebegeleider, de periode waarin je stage loopt etc.. Het is dus belangrijk dat je een goede planning hebt, het overzicht goed bewaart en goed contact hierover hebt met je begeleider. Alleen dan zul je deze cursus goed en (relatief gezien) zonder zorgen doorlopen en kun je er met een goed gevoel op terugkijken.

Page 29: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

29

Onderzoeks bachelorscriptie (B-B3ONSCR) Deze cursus is (samen met de onderzoeksstage) de laatste verplichte cursus die je in je bachelor zal doen. Dat maakt hem er echter niet minder belangrijk op: het is de parel op de kroon die je bachelor is. Een mooi resultaat voor je bachelor kan zich terugbetalen in wellicht een stagemogelijkheid bij de vakgroep waarbij je je scriptie hebt geschreven, maar boven alles leidt een goed resultaat tot een goed gevoel. De inschrijfprocedure voor dit vak is iets anders dan dat je gewend bent bij andere vakken. De inschrijving gebeurt eerst via Osiris, maar daarna zal je van de cursuscoördinator een e-mail krijgen met een formulier waarop je je eerste drie voorkeuren voor een vakgroep moet aangeven.

Tijdens deze cursus wordt veel zelfstandigheid geëist. Zo ben je zelf verantwoordelijk voor het regelen van een begeleider en scriptieonderwerp (moet vóór aanvang van de cursus geregeld zijn) de eerste kennismaking met je stagebegeleider, de periode waarin je stage loopt etc.. Afhankelijk van je begeleider zul je een onderwerp krijgen, wat vaak ook af te stemmen is op je eigen voorkeur.

Er zijn een paar verplichte colleges die gegeven worden door de coördinator, waaronder een werkcollege waarin je bibliotheekinstructie krijgt. Ondanks dat je dit werkcollege al grotendeels hebt gehad in het tweede jaar, is het toch erg nuttig om alles weer op te frissen. Je leert effectiever te zoeken naar literatuur (Web of Science, Scopus etc.) en je leert je gevonden literatuur beter te bewaren en te organiseren (RefWorks).

Dan de scriptie zelf nog schrijven, je zou het haast vergeten maar daar gaat het uiteindelijk om. Reken er op dat je veel meer dan de 20 uur per week die er officieel voor staan mee bezig zal zijn. Het is wel te combineren met een andere cursus zolang die niet te zwaar is. In uitzonderlijke gevallen loont het ook om je andere vak te laten vallen om al je aandacht te kunnen richten op je scriptie. Je scriptie schrijven is dus geen makkelijke taak, maar wanneer je eenmaal klaar bent houd je er een zeer goed en voldaan gevoel aan over. Dat maakt alle bloed, zweet en tranen helemaal goed!

Page 30: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

30

Vakken buiten Biologie

Naast al deze leuke vakken bij Biologie is het ook mogelijk om je profileringsruimte te vullen met vakken die door andere studies worden aangeboden. De mogelijkheden zijn oneindig en de deuren van de universiteit staan wagenwijd voor je open! Maar dit maakt het uiteraard ook lastig om juist dat ene leuke vak te vinden dat zo perfect aansluit op de rest van je Bachelor. Om het voor jullie iets makkelijker te maken komen er voortaan in elke studiegids een aantal vakken buiten Biologie te staan. De stukjes worden geschreven door biologen uit Utrecht en de vakken sluiten goed aan op je huidige studie. Dit is natuurlijk geen compleet overzicht van de grote diversiteit aan cursussen die je zou kunnen volgen, en als een cursus niet in deze gids staat kan het evengoed een leuke cursus zijn. Maar hopelijk brengt het jullie op ideeën! En vraag gerust aan je studiegenoten welke vakken zij hebben gevolgd, want wie weet hebben ze nog een goede aanrader!

Check voor je een cursus wilt gaan doen wel altijd goed de reguliere studiegids van de desbetreffende studie voor toelatingseisen en om na te gaan of de cursus dit jaar weer op dezelfde wijze gegeven wordt.

TIMESLOT B+C -Niveau 2 -

Orgaansystemen (BMW20205) De cursus Orgaansystemen van BMW focust zich op de anatomie en werking van drie organen in het menselijk lichaam; het hart, de longen en de lever. Deze cursus is opgedeeld in verschillende delen, waarin je over elk van deze organen leert. Elk orgaan wordt toegelicht door een andere docent. In de eerste weken leer je alles over het hart van Teun de Boer. In de weken die daarop volgen leer je van Astrid Freriksen over de longen en vervolgens zal Maarten van Emst alles vertellen over de lever. De docenten zijn goed te verstaan en zijn behulpzaam.

De cursus is opgebouwd uit hoorcolleges, werkcolleges en practica. De hoorcolleges worden opgenomen en online gezet. Een enkele keer ging het opnemen fout, maar dan werd een hoorcollege van voorgaande jaren online gezet. De werkcolleges staan in de reader, dien je vooraf te maken en worden besproken onder begeleiding van een docent of masterstudent. Alvorens deze bespreking worden de studenten in kleine groepjes verdeeld en krijgen ze een van de werkcollegevragen die ze voor de rest van de groep dienen uit te leggen. Op deze manier moet iedereen actief deelnemen aan het werkcollege. De werkcolleges sluiten goed aan op de hoorcolleges en helpen de leerstof te begrijpen.

Naast hoor- en werkcolleges zijn er ook practica. Voor deze practica gebruik je tevens de reader. De practica zijn erg leuk en leerzaam. Er wordt met echte menselijke preparaten gewerkt die de studenten goed moeten bekijken. Dit gebeurt zowel op de snijzaal als onder de microscoop. De practica’s gaan vrij vlot, want er moeten veel vragen worden beantwoord in een redelijk korte tijd. Om deze reden zijn de practica alleen goed haalbaar om af te ronden, als men goed is voorbereid. Over het algemeen komen de practica wat gehaast over. Het is leerzaam om de organen zelf te kunnen bestuderen op het laboratorium, in plaats van enkel uit het boek.

Page 31: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

31

Het aan te schaffen boek Human Physiology (Silverthorn) sluit goed aan op de te leren stof. Er is ook een ander boek dat ook online te vinden is, waar de anatomie van de organen in beschreven staat. Dit komt van pas bij het leren van de anatomie, want in de voorcolleges van de practica wordt dit vrij snel behandeld. Elk ‘orgaan’deel wordt afgesloten met een deeltentamen (multiplechoice) en de cursus wordt afgesloten met een eindtentamen (multiplechoice en open vragen), waardoor je totaal 4 tentamens hebt. Er zijn dus vrij veel tentamens, waardoor je dit vak vrij goed moet bijhouden en redelijk veel tijd vraagt. Dit is een klein nadeel omdat je je regelmatig moet voorbereiden op een tentamen. Tevens is het heel handig, omdat de deeltentamens je verplichten de tot dan toe behandelde leerstof te begrijpen. Op deze manier wordt je beter voorbereid op het eindtentamen, aangezien dit anders veel te veel stof zou zijn om in een keer te moeten leren. De tentamens komen overeen met de leerstof en zijn over het algemeen goed te doen. Na je laatste deeltentamen dien je ook een presentatie te geven over een hartfalen casus, waarvoor je ook een cijfer krijgt. Hartfalen is tevens leerstof voor het eindtentamen en deze colleges krijg je pas vrij kort voor het eindtentamen. Het is dus belangrijk dat je de stof goed bijhoudt, zodat je in staat bent alle stof te behandelen voor het tentamen.

Het rooster voor deze cursus is over het algemeen goed. Op slechts enkele dagen is het rooster niet helemaal goed gepland en maken de studenten lange dagen met hoorcolleges, werkcolleges en practica, maar dit blijkt onontkomelijk door de grote groep studenten die deze cursus volgt.

Concluderend is dit een leuke cursus waarin je veel leert over de functie van organen en over de interactie die ze met elkaar hebben. De verschillende werkvormen zorgen voor de nodige afwisseling. De cursus bevat vrij veel stof en tentamens, waardoor de leerstof goed moet worden bijhouden. De cursus steekt goed in elkaar en de docenten zijn duidelijk en behulpzaam.

Page 32: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

32

TIMESLOT A+D -Niveau 3 -

Moleculaire pathologie (BMW32607) De cursus Moleculaire Pathologie is een derdejaars cursus bij BMW. In deze cursus gaat het niet zo zeer om het leren van bepaalde ziektebeelden en symptomen maar ligt de focus op veranderingen in het DNA en hoe deze leiden tot een bepaald ziektebeeld. Ook gaat het om het onderzoeken welke behandeling bij een patiënt zal aanslaan, waarbij het vooral gaat om kanker. Erg leuk om de vertaalslag te maken van de theorie naar de praktijk!

De cursus heeft drie verschillende werkvormen. Het bestaat uit hoorcolleges, seminars (werkcolleges) en practica. De hoorcolleges waren elke week alleen op maandag van 13:15-16:00. Dat was wel pittig want drie uur lang geconcentreerd luisteren valt niet mee ;) De cursus wordt, als er internationale studenten aanwezig zijn, in het Engels gegeven. Helaas werden de hoorcolleges niet opgenomen wat het extra belangrijk maakt om goed op te letten. Gelukkig komen de slides wel op blackboard en kan je bij vragen de docenten mailen die snel antwoorden. Soms ging het over theorie maar er werd voornamelijk gesproken over de toepassing ervan in de praktijk, over onderzoeken die gedaan zijn en over moleculaire technieken, waarvan je er een paar ook zelf gaat uitvoeren tijdens de practica. Om de week was er practicum waarbij je in tweetallen werkt. Er was goede begeleiding bij en de practica waren leuk om te doen. Je gaat onder andere DNA isoleren, sequencen en op zoek naar mutaties. Uiteindelijk worden er in totaal vier wetenschappelijke artikelen geschreven over je bevindingen. Dit schrijven is in het begin lastig, maar in de cursushandleiding staat precies hoe zo’n verslag er uit moet komen te zien en het mag weer in tweetallen, zodat je samen kunt struggelen ;). Je leer hier enorm veel van en je krijgt feedback. Tijdens de practica houdt je individueel een labjournaal bij waar je later op beoordeeld wordt. Verder krijg je tijdens de practica een aantal demonstraties waarbij je wordt rondgeleid op de moleculaire pathologie afdeling van het UMC, zo krijg je een goed beeld van hoe het in de praktijk gaat. De seminars (werkcolleges) waren ook om de week. Hierbij werd je telkens ingedeeld in een andere groep en moest je van te voren iets voorbereiden, bijvoorbeeld het uitleggen van een wetenschappelijk artikel, wat tijdens de seminar (in het Engels) gepresenteerd moest worden.

Voor de cursus is een Nederlands boek beschikbaar, die ik aanraad om te gebruiken omdat de hoorcolleges niet altijd geheel te volgen zijn en ze niet opgenomen worden. Aan het eind van de tien weken is er een tentamen op de laptop. Dit ging voornamelijk over de stof van de hoorcolleges en practica en was redelijk te doen. Al met al raad ik deze cursus aan als je geïnteresseerd bent in kanker, het ontstaan van ziektes, het opsporen van veranderingen in het DNA en het bepalen welke behandeling het beste aanslaat bij de patiënt!

Page 33: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

33

UBV-cursussen

Loopbaanzaken Loopbaanzaken is een UBV cursus bedoeld voor iedereen die nog niet zeker weet wat toekomst in petto heeft. Of dit nu een studiepad, scriptiestage of voor je eerste baan is, je kunt het altijd gebruiken. Je leert er kritisch naar jezelf kijken en na te denken over de toekomst. Het doel is om jou klaar te stomen om jouw droom te verwezenlijken! Of erachter te komen wat dat is. De cursus wordt gegeven door Rutger-Jan Scholten. Hij is ontzettend enthousiast en geeft mede daardoor op een leuke manier les. Rutger-Jan werkt ook bij de Career services aan de Universiteit Utrecht en weet veel over netwerken.

De cursus bestaat uit 4 avondbijeenkomsten van ongeveer 2 uur, waarvan de eerste twee avonden worden gevuld met vragen over zelfinzicht en je kwaliteiten. De laatste twee avonden gaan vooral over netwerken, hoe stel je een goed CV op en hoe verloopt een sollicitatiegesprek. Het geringe aantal avonden leidde soms tot het gehaast afronden van opdrachten, waardoor het kon zijn dat nog niet al je vragen aan het eind van de cursus (volledig) beantwoord zijn. Gelukkig is er de mogelijkheid om na de cursus nog een individueel coachingsgesprek met Rutger-Jan in te plannen om de resterende vragen te bespreken. De bijeenkomsten zijn in een kleine informele setting waardoor het erg persoonlijk is. Dit is prettig, aangezien je directe en goede feedback krijgt van zowel Rutger-Jan als de groep.

Vooraf bereid je je voor op deze bijeenkomsten door opdrachten te maken. Deze zijn niet per se verplicht, maar zijn vooral bedoelt om meer inzicht te krijgen in jezelf. Verder is geen literatuur of studieboek nodig en uiteraard ook geen tentamen. Je sluit de cursus af door een uitgebreid persoonlijk gesprek met Frans.

In tegenstelling tot veel andere cursussen, wordt deze cursus niet afgesloten met een toets. Of je slaagt wordt bepaald op basis van een actieve houding. Na deze cursus heb je als het goed is een beter beeld over je eigen interesses, netwerken en de bedrijven op de arbeidsmarkt.

In de cursus loopbaanzaken leer je meer over de arbeidsmarkt van je studierichting en ook hoe je jezelf kunt profileren op deze arbeidsmarkt. Daarnaast wordt er in de cursus ook veel aandacht gegeven aan zelfinzicht en de vraag wat je later wilt doen na je opleiding? Wat zijn je kwaliteiten en waar liggen je interesses, op een leuke manier met verschillende opgaves kom je beter te weten wat je nou eigenlijk wilt. Dus heb jij je carrière nog niet uitgestippeld? Heb je nog totaal geen beeld van wat je na je studie wilt gaan doen, of welke bedrijven er op arbeidsmarkt te vinden zijn? Dan is deze cursus echt een aanrader!

Page 34: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

34

De Onderwijscommissie van de UBV (OcUBV) De onderwijscommissie van de UBV is de commissie die service op onderwijsgebied levert aan alle Utrechtse biologiestudenten. De commissie heeft ook jou een heleboel te bieden! Aan wat voor services kun je zoal denken?

-Tentamenbank op internet

-Tentamenbundel voor eerstejaars

-Alternatieve studiegidsen

-Alternatieve mastergids

-Stagebank

-Studie-informatie

De producten van de OcUBV kun je vinden op de website van de UBV: www.ubv.info onder het kopje onderwijs. Ook over de commissie zelf staat informatie op de website. Klik hiervoor vanaf de hoofdpagina door naar het kopje commissies.

Voor meer algemene informatie en nieuws op onderwijsgebied kun je ook altijd een email sturen naar [email protected] of bellen naar de UBV-kamer (030-2536741). Natuurlijk kun je ook een onderwijscommissie- of UBV-bestuurslid aanspreken, vragen staat vrij!

Zin om te helpen met het maken van deze gids?

Wil je in een commissie, maar er niet al te veel tijd aan kwijt zijn?

Kom de OcUBV versterken!

Hoe? Zoals hierboven: mail/bel/spreek iemand aan

NB 1: Ben jij op zoek naar een gezellige commissie die niet te veel tijd kost maar wel belangrijk werk verzet? Kom ons dan versterken! Stuur een mailtje naar [email protected] en wie weet zien wij jou op de volgende vergadering!

NB 2: Wil je een bijdrage leveren aan de tentamenbank? Vraag je docent of je het tentamen mee mag nemen voor de tentamenbank en geef het aan de vice-voorzitter van de UBV. Hier heeft iedereen profijt van!

Page 35: Alternatieve Cursussengids Niveau 2 en 3...1 . Alternatieve Cursussengids . Niveau 2 en 3 . Periode 2 . UTRECHT, 2017 . Gemaakt door de Onderwijscommissie van de Utrechtse Biologen

35

Bedankt! De Onderwijscommissie wil iedereen die heeft bijgedragen aan het tot stand komen van deze studiegids hartelijk bedanken voor hun inzet!