Upload
lamdang
View
215
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Ondersteuningsplan1 2014 – 2018
APRIL 2014
Amstelronde passend onderwijs – PO 27-08
Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn
1 Definitief vastgesteld door bestuur Amstelronde passend onderwijs op 1 april 2014
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 2
Voorwoord
Voor u ligt het concept ondersteuningsplan 2014 – 2018 van Amstelronde passend
onderwijs. Dit is de regio die gevormd wordt door de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen,
Ouder-Amstel en Uithoorn. In het ondersteuningsplan staat hoe wij passend onderwijs
organiseren voor alle leerlingen in de regio Amstelronde. Samen met alle reguliere
basisscholen, het speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs zorgen we dat iedere
leerling naar school kan en het beste onderwijs krijgt dat voor hem of haar nodig is. De
scholen binnen Amstelronde werken met elkaar samen om het onderwijs steeds beter te
laten aansluiten bij de grote diversiteit aan onderwijsbehoeften van leerlingen.
Vanaf het moment dat duidelijk werd dat de regio voor passend onderwijs zou gaan
bestaan uit bovengenoemde gemeenten zijn er in bestuurlijke zin voorbereidingen
getroffen om te komen tot een nieuw samenwerkingsverband. Op 20 september 2011
vond de eerste gezamenlijke bijeenkomst plaats met alle besturen die scholen voor
regulier of speciaal onderwijs hebben in dit gebied. Het zogeheten ‘breed bestuurlijk
overleg’ (BBO). De beoogde invoeringsdatum voor passend onderwijs was toen nog 1
augustus 2013.
Vanaf 20 september 2011 is er een bestuurlijke voorbereidingsgroep gestart, het
‘dagelijks bestuur’ (DB) bestaande uit twee bestuurders van de samenwerkingsverband
Amstelzijde en twee van Amstelland Zuid en de Veenlanden en de beide coördinatoren.
Het DB is vanaf september 2011 ongeveer maandelijks bij elkaar geweest. Op 11 mei
2012 kwam de brief van OCW waarin aangegeven werd dat de invoering van passend
onderwijs met een jaar wordt uitgesteld en dat invoering plaatsvindt per 1 augustus
2014. Inhoudelijk is in cursusjaar 2011-2012 gewerkt aan een concept hoofdlijnennotitie.
Op 18 september 2012 is er voor bestuurders, directeuren en intern begeleiders (IB) een
meedenkmiddag georganiseerd waarin naast inhoudelijke thema’s de officiële start van
Amstelronde werd gemarkeerd. Vanaf die tijd zijn er twee werkgroepen (bestuurlijke
voorbereiding en inhoud en financiën) in het leven geroepen.
Op 26 februari 2013 heeft de installatievergadering plaatsgevonden van het bestuur
Amstelronde. Daarmee zijn bovengenoemde werkgroepen opgeheven. Er is een
voorlopige directie benoemd die gestart is met de opbouw van het concept
ondersteuningsplan. De conceptversies in ontwikkeling, zijn vanaf september 2013
voorgelegd aan bestuur, BBO en kernoverleggen Aalsmeer, Uithoorn en de Noord- en
Zuid overleggen (zoals georganiseerd in Amstelveen en Ouder-Amstel) en OOGO
voorbereidingscommissie en in januari 2014 aan de OPR (Ondersteuningsplanraad).
In juni 2013 is de eerste conceptversie van het ondersteuningsplan besproken in het BBO
van Amstelronde passend onderwijs. Op 14 januari 2014 is de definitieve concept versie
door het BBO goedgekeurd. Op 1 april 2014 zal het bestuur Amstelronde het
ondersteuningsplan definitief vaststellen.
José Geijsel en Peter Truijens
directie Amstelronde passend onderwijs
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 3
Inhoud 1. Inleiding ................................................................................................ 6
1.1 Het ondersteuningsplan ...................................................................... 7
1.2 Samenhang met andere documenten ................................................... 8
1.3 Planperiode en overgangsperiode ....................................................... 10
1.4 Procedure en tijdpad vaststelling ondersteuningsplan ........................... 11
2. Missie en visie ...................................................................................... 12
2.1 Missie van Amstelronde .................................................................... 12
2.2 Visie van Amstelronde ...................................................................... 13
2.3 Relevante denkkaders en ontwikkelingen ............................................ 14
2.3.1. Verschuiving verantwoordelijkheden naar maatschappelijk middenveld
....................................................................................................................................................... 14
2.3.2 Vergroten van het zelf organiserend vermogen ............................................. 14
2.3.3 Samenwerking met andere domeinen ................................................................ 14
3. Beoogde resultaten passend onderwijs .................................................... 16
3.1 Startsituatie .................................................................................... 16
3.2 Kwalitatieve resultaten ..................................................................... 16
3.2.1 Samenhangend netwerk van ondersteuningsvoorzieningen ..................... 20
3.3 Kwantitatieve resultaten ................................................................... 25
4. Inrichting passend onderwijs .................................................................. 27
4.1 Vormgeving zorgplicht –goed onderwijs vormt de basis ........................ 27
4.2 Basisondersteuning .......................................................................... 28
4.3 Extra ondersteuning ......................................................................... 28
4.4 Toeleiding naar extra ondersteuning – start op de basisschool ............... 29
4.4.1 Procedure en voorwaarden – arrangeren op school ..................................... 30
4.4.2 Ontwikkelingsperspectief ......................................................................................... 31
4.4.3 Deskundigenadvies .................................................................................................... 31
4.4.4 Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) ........................................................................ 32
4.4.5 Rechtstreekse instroom vanuit voorschoolse voorzieningen ..................... 34
4.4.6 Leerlingen uit een andere regio ............................................................................ 35
4.5 Doorgaande lijn ............................................................................... 36
4.5.1 Beleidsafstemming met voorschoolse voorzieningen ................................... 36
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 4
4.5.2 Overdracht voorschoolse voorzieningen ............................................................ 36
4.5.3 Beleidsafstemming en overdracht met voortgezet onderwijs ................... 37
4.5.4 Passend voortgezet onderwijs ............................................................................... 38
4.5.5 Overgang naar het Voortgezet onderwijs van leerlingen met een
Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) .................................................................................... 38
5. Samenwerking met ouders .................................................................... 39
5.1 Ouders als educatief partner .............................................................. 39
5.2 Afstemming rondom individuele leerlingen .......................................... 39
5.3 Ouders en medezeggenschap ............................................................ 40
6. Organisatie van het samenwerkingsverband ............................................ 41
6.1 Bestuurlijke uitgangspunten .............................................................. 41
6.2 Inrichting van de organisatie ............................................................. 42
6.3 Ondersteuningsplanraad (OPR) .......................................................... 43
6.4 Personeel ........................................................................................ 44
6.5 Geschillenregeling ............................................................................ 45
7. Passend onderwijs in relatie tot gemeentelijk beleid .................................. 47
7.1 Beleidsontwikkeling bij gemeenten ..................................................... 48
7.2 Organisatie van de samenwerking ...................................................... 48
7.3 Samenwerking met jeugdhulp ........................................................... 48
7.4 Leerlingenvervoer in relatie tot passend onderwijs ............................... 49
7.5 Onderwijshuisvesting in relatie tot passend onderwijs ........................... 50
7.6 Leerplicht in relatie tot passend onderwijs ........................................... 50
8. Kwaliteitsontwikkeling ........................................................................... 52
8.1 Monitoring en evaluatie ..................................................................... 52
8.2 Planning- & controlcyclus .................................................................. 54
8.3 Verantwoording ............................................................................... 55
9. Financiën ............................................................................................. 56
9.1. Verdeling van het ondersteuningsbudget ............................................ 56
9.2. Meerjarenbegroting ..................................................................... 60
Lijst met afkortingen................................................................................. 65
Bijlage 1a overzicht basisondersteuning Amstelronde .................................... 67
Bijlage 1b de netwerkschool ...................................................................... 71
Bijlage 1c de smalle ondersteuningsschool .................................................. 72
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 5
Bijlage 1d Wettelijk kader Schoolondersteuningsprofiel ................................. 73
Bijlage 2: Plaatsingsprotocol Amstelronde ................................................... 74
Bijlage 3: Thuiszittersprotocol Amstelronde ................................................. 77
Bijlage 4: Ondertekende instemmingsverklaring…………………………………………………80
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 6
1. Inleiding
Op 1 augustus 2014 wordt de wetswijziging passend onderwijs van kracht. Passend
onderwijs gaat over alle kinderen en jongeren in de leeftijd tot 23 jaar en heeft
betrekking op alle reguliere en speciale onderwijsvoorzieningen die kunnen bijdragen aan
een succesvolle schoolloopbaan2. Schoolbesturen krijgen zorgplicht en de middelen en de
verantwoordelijkheid voor de uitvoering van passend onderwijs. Zij werken samen in het
nieuwe samenwerkingsverband Amstelronde passend onderwijs. De invoering van de
gewijzigde wet betekent:
Zorgplicht voor schoolbesturen is van kracht.
Veranderde bekostiging van de nieuwe samenwerkingsverbanden gaat van start.
Leerlinggebonden financiering (rugzakje) verdwijnt, de huidige
samenwerkingsverbanden WSNS en de REC’s worden opgeheven en de verplichte
landelijke indicatiestelling door de Commissie van Indicatiestelling (CvI) stopt
evenals de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) die de beschikking
afgeeft voor het Speciaal Basisonderwijs.
Middelen voor lichte ondersteuning (huidige WSNS middelen) en middelen voor
preventieve ambulante begeleiding (PAB) en het budget dat nu gebruikt wordt
voor het schooldeel van de rugzak, gaan per 1 augustus 2014 naar het
samenwerkingsverband passend onderwijs.
Middelen voor ambulante begeleiding (AB) gaan één jaar later, namelijk op 1
augustus 2015 over naar het samenwerkingsverband met de verplichting tot her
besteding van de middelen aan het speciaal onderwijs voor de inzet van AB, tot 1
augustus 2016.
Alle scholen3 voor regulier en speciaal primair onderwijs in de regio Amstelronde maken
deel uit van het nieuwe samenwerkingsverband. De regiogrens van het nieuwe
samenwerkingsverband is via een ministeriële regeling vastgesteld en loopt gelijk met de
grenzen van de gemeenten: Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn. Het
samenwerkingsverband met nummer PO-2708 heeft de naam: Amstelronde passend
onderwijs (hierna: Amstelronde). Het algemene doel van het Amstelronde is om passend
onderwijs te organiseren. Passend onderwijs betekent voor Amstelronde:
‘Goed onderwijs voor alle leerlingen waarbij (onderwijs) ondersteuning en begeleiding
voor leerlingen en leerkrachten beschikbaar is en hulp zo snel mogelijk, in zo licht
mogelijke vorm, zo dicht mogelijk bij huis en op de meest adequate wijze wordt
gegeven’.
Amstelronde krijgt een grote mate van beleidsvrijheid om het onderwijs aan leerlingen zo
goed mogelijk in te richten en het daarmee mogelijk te maken aan bovenstaande missie
te kunnen voldoen. Het ondersteuningsplan beschrijft de manier waarop Amstelronde
zorgt voor een inhoudelijk sterk onderwijsaanbod, voor snelle en adequate hulp en
ondersteuning, zo min mogelijk bureaucratie, korte lijnen en een transparante verdeling
2 Referentiekader Passend Onderwijs,
http://www.poraad.nl/sites/www.poraad.nl/files/book/bestand/referentiekader_pao_versie_def_januari_2013_0.pdf 3 Met uitzondering van twee particuliere scholen en de reformatorische basisschool de Akker in Amstelveen.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 7
van middelen in een organisatorisch en financieel systeem dat het geven van passend
onderwijs beloont.
1.1 Het ondersteuningsplan
In het ondersteuningsplan staan de afspraken die scholen in deze regio hebben gemaakt
met de gemeenten (Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn) en het voortgezet
onderwijs (samenwerkingsverband VO Amstelland en Meerlanden). Het
ondersteuningsplan is een wettelijk verplicht verantwoordingsdocument dat ten minste
één keer per vier jaar wordt opgesteld. Het geeft de wijze aan waarop het
samenwerkingsverband organisatie en financiering van passend onderwijs vorm geeft.
Het wordt opgesteld na ‘op overeenstemming gericht overleg’ (OOGO) met de
gemeente(n), waarbij afspraken zijn gemaakt over aansluiting van onderwijs en
gemeentelijke zorgtaken. Het ondersteuningsplan wordt door het bestuur van het
samenwerkingsverband vastgesteld nadat de Ondersteuningsplanraad (OPR) hierop
instemming heeft verleend. Het voorliggende ondersteuningsplan geldt voor de periode
2014-2018.
Het ondersteuningsplan beschrijft volgens de wet:
a. Het niveau van basisondersteuning dat op alle vestigingen van scholen in het
samenwerkingsverband aanwezig is.
b. De manier waarop het samenwerkingsverband een samenhangend geheel van
voorzieningen voor extra ondersteuning binnen en tussen de scholen organiseert,
zodat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en
leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een zo passend mogelijke plaats in
het onderwijs krijgen.
c. De afspraken (procedure en criteria) die de bevoegde gezagsorganen hebben
gemaakt over de verdeling, besteding en toewijzing van de middelen voor extra
ondersteuning en de voorzieningen voor extra ondersteuning aan de scholen,
inclusief een meerjarenbegroting.
d. De procedure en de criteria voor de plaatsing van leerlingen op de speciale scholen
voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband en op scholen voor speciaal
onderwijs en voor voortgezet speciaal onderwijs.
e. De procedure en het beleid voor de terugplaatsing of overplaatsing naar het
basisonderwijs en voortgezet onderwijs voor leerlingen van wie de duur van de
toelaatbaarheidsverklaring (TLV) is afgelopen.
f. De beoogde en bereikte kwalitatieve en kwantitatieve resultaten van het onderwijs
aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.
g. De manier waarop het samenwerkingsverband ouders informatie verstrekt over de
ondersteuningsvoorzieningen en over de ondersteuningsmogelijkheden voor ouders.
h. De afspraken die zijn gemaakt over de overdracht van het budget voor lichte
ondersteuning aan de scholen voor speciaal basisonderwijs.
i. De afspraken die zijn gemaakt over de overdracht van middelen voor zware
ondersteuning voor leerlingen die na de jaarlijkse teldatum van 1 oktober instromen
in het (v)so, inclusief de afspraken die zijn gemaakt over de overdracht van
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 8
middelen aan het samenwerkingsverband door scholen bij een ontoereikend budget
voor lichte ondersteuning4.
1.2 Samenhang met andere documenten
Het ondersteuningsplan wordt uitgewerkt in activiteitenplannen per schooljaar
(jaarplannen) waarin de doelstellingen worden geconcretiseerd en de benodigde
activiteiten met begroting per jaarplan worden uitgeschreven. De jaarplannen, die als
bijlage aan het ondersteuningsplan worden toegevoegd en een uitwerking vormen van
het ondersteuningsplan, worden tenminste jaarlijks voor 1 mei, te beginnen in 2015, ter
instemming voorgelegd aan de Ondersteuningsplanraad (OPR). De jaarplannen zullen
ook besproken worden in het kernoverleg, het bestuur van Amstelronde en de OOGO
beleidscommissie.
Iedere vier jaar wordt het ondersteuningsplan vastgesteld volgens het wettelijk kader. In
relatie tot andere documenten die van belang zijn, is de tijdtabel als volgt:
Jaarlijks:
- schoolgids;
- herijking gegevens schoolondersteuningsprofiel5 op schoolniveau;
- herijking ondersteuningsplan samenwerkingsverband.
1e jaar: herziening ondersteuningsplan samenwerkingsverband.
3e jaar: herziening schoolondersteuningsprofiel (op swv niveau) inclusief ambities.
4e jaar: herziening schoolplan.
Toezichtkader inspectie
Met de invoering van passend onderwijs krijgen samenwerkingsverbanden veel taken en
verantwoordelijkheden. Bovendien gaan er in samenwerkingsverbanden veel middelen
om. Daarom ontwikkelt de Inspectie van het Onderwijs een apart toezichtkader voor
samenwerkingsverbanden6. Het toezichtkader van de inspectie is risicogericht.
Als uit een risicoanalyse blijkt dat er signalen of aanwijzingen zijn dat het
samenwerkingsverband onvoldoende kwaliteit levert, voert de inspectie een
kwaliteitsonderzoek uit. Tijdens dat kwaliteitsonderzoek stelt de inspectie aan de hand
van een waarderingskader vast of er tekortkomingen zijn.
Voor de risicodetectie hanteert de inspectie een risicomodel dat is gebaseerd op zes
parameters:
1. Thuiszitters, niet deelnemers aan onderwijs: zijn er leerlingen die niet deelnemen
aan het onderwijs?
2. Spreiding en doorstroom in het onderwijs: aan welke onderwijsinstelling volgen de
leerlingen die extra ondersteuning krijgen onderwijs?
4 http://www.passendonderwijs.nl/samenwerkingsverbanden/taken-
samenwerkingsverbanden/ondersteuningsplan/ 5 In bijlage 1d wordt het wettelijk kader van het schoolondersteuningsprofiel beschreven.
6 http://www.onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/Toezicht/Toezichtkaders
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 9
3. (Eerder gegeven) inspectieoordelen op scholen en instellingen: wat is het aantal
scholen met aangepast toezicht binnen het samenwerkingsverband en in hoeverre
wijkt dit af van het landelijk gemiddelde?
4. Signalen: zijn er signalen die wijzen op tekortkomingen in de uitvoering van
passend onderwijs in een regio?
5. Het ondersteuningsplan, de jaarverslagen en de verdeling van de
ondersteuningsmiddelen: de inspectie ontwikkelt een (risico)analysemodel voor
het ondersteuningsplan. Hierin komen vragen aan de orde zoals: Hoe zijn de
schoolbesturen in het samenwerkingsverband aan elkaar verbonden? Is er sprake
van een structuur waarin ze kunnen komen tot een verdeling van inzet van
personele en financiële middelen op het gebied van ondersteuning?
6. De deskundigheid op het gebied van ondersteuning door de leraar: de
inspectietaak is met ingang van 1 juli 2012 uitgebreid met het beoordelen en
bevorderen van de kwaliteit van het onderwijspersoneel. De vraag is aan de orde
of er in de scholen voldoende deskundigheid aanwezig is en of de leraren
voldoende vakbekwaam zijn op het gebied van pedagogische en didactische
ondersteuning van de leerling die extra ondersteuning nodig heeft. De inspectie
ontwikkelt op dit moment een werkwijze om uitspraken te kunnen doen over de
kwaliteit van de leraar.
Toezicht op de samenwerkingsverbanden versus toezicht op de scholen
Er is verschil tussen de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur en die van het
samenwerkingsverband. Zo is volgens de wet het samenwerkingsverband
verantwoordelijk voor een samenhangend geheel aan ondersteuningsvoorzieningen
binnen en tussen scholen en de verdeling van de ondersteuningsmiddelen. De zorgplicht
ligt bij de school en het schoolbestuur is dus verantwoordelijk voor de kwaliteit van het
onderwijs aan de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.
Maar in de praktijk liggen de verantwoordelijkheden van de school en het
samenwerkingsverband heel dicht bij elkaar. Want hoe het schoolbestuur de zorgplicht
kan invullen, wordt deels beïnvloed door hoe het samenwerkingsverband op orde is. En
een samenwerkingsverband is bij het creëren van een ‘samenhangend geheel van
voorzieningen’ afhankelijk van de aangesloten schoolbesturen. Als er sprake is van
tekortkomingen in kwaliteit kan de inspectie om een samenhangend geheel van
maatregelen vragen, aan zowel het samenwerkingsverband als de schoolbesturen.
Om het toezicht te kunnen monitoren dient de inspectie het eerste ondersteuningsplan
uiterlijk 1 mei 2014 te ontvangen. Jaarlijks zal het bestuur van het
samenwerkingsverband een jaarverslag opleveren bij de inspectie waarin aangegeven
wordt wat de opbrengsten zijn geweest. Dit jaarverslag zal ter kennisneming ook naar de
vier gemeenten worden gestuurd.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 10
1.3 Planperiode en overgangsperiode
De planperiode van dit ondersteuningsplan loopt van 1 augustus 2014 tot 1 augustus
2018. Het is de eerste keer dat een ondersteuningsplan wordt geschreven en dat dit plan
voor vier jaar wordt geschreven. Aangezien er wat betreft concrete uitwerking van een
en ander nog veel onduidelijk is, kan het plan na de startperiode mogelijk enige
bijstelling nodig hebben. Bij elke formele aanpassing van het plan zal het plan weer voor
4 jaar worden vastgesteld. In elk geval dient voor de periode van 2018 tot 2022 een
nieuw ondersteuningsplan geschreven te worden.
Bij de invoering van passend onderwijs in de regio Amstelronde kiest het bestuur voor
een zorgvuldige en doortastende aanpak. Deze aanpak is gericht op het bieden van
passend onderwijs aan alle leerlingen. Hierbij is duidelijk dat scholen in dit gebied de
afgelopen jaren al stappen in de goede richting hebben gezet. Dit blijkt onder meer uit de
relatief lage gemiddelden van deelnamepercentages voor leerlingen in het speciaal
(basis) onderwijs en het gebruik van rugzakjes. De gemiddelden hiervan zijn lager dan
de landelijke gemiddelden.
De keuze voor een zorgvuldige en doortastende aanpak komt onder meer tot uiting in
het gegeven dat er sinds eind februari 2013 een bestuur voor Amstelronde operationeel
is. Ook heeft het bestuur beide coördinatoren van de huidige samenwerkingsverbanden
WSNS met ingang van 1 mei 2013 benoemd in de directie van Amstelronde (tijdelijk tot
1 augustus 2015). Te beginnen met een omvang per persoon van 1 dag per week met
ingang van 1 mei 2013. Per 1 november 2013 uit te breiden naar 1 ½ tot 2 dagen per
persoon per week.
In de overgangsperiode zijn drie fasen te onderscheiden:
1. 1 augustus 2013 – 1 augustus 2014
Dit is de fase van afbouw van de huidige WSNS samenwerkingsverbanden
Amstelzijde en Amstelland Zuid en de Veenlanden en de uiteindelijke liquidatie
van beide verbanden per 31 juli 2013. Dit is ook de fase van de verdere
voorbereiding, het oefenen en experimenteren en het geleidelijk overgaan naar
andere werkwijzen en aanpakken. Bijvoorbeeld wordt hierbij gedoeld op het ‘leren
arrangeren’ op schoolniveau. De huidige wetgeving (WPO, WSNS, WEC, LGF) is
nog van toepassing tot 1 augustus 2014.
2. 1 augustus 2014 – 1 augustus 2016
Op 1 augustus 2014 gaat passend onderwijs van start. Dat wil zeggen dat naast
de middelen van lichte ondersteuning (huidige WSNS middelen), het schooldeel
van de huidige rugzakmiddelen rechtstreeks naar het samenwerkingsverband
gaat. De middelen voor de ambulante begeleiding (AB) worden tot 1 augustus
2016 herbesteed bij het Speciaal onderwijs (SO) voor de inzet van AB.
In deze periode komt bestuur Amstelronde met een voorstel over hoe met ingang
van 1 augustus 2015 het management en aansturing van Amstelronde gaat
plaatsvinden, aangezien de huidige directie tot 1 augustus 2015 benoemd is.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 11
3. 1 augustus 2015 – 1 augustus 2020
Vanaf 1 augustus 2015 tot 1 augustus 2020 vindt de zogenaamde ‘verevening’
plaats. Dit is de compensatie voor samenwerkingsverbanden, negatief dan wel
positief, afgezet tegen het landelijk gemiddelde gebruik van speciaal onderwijs en
rugzak. Voor Amstelronde pakt dit positief uit, dat wil zeggen in de periode 2015-
2020 komt er gefaseerd geld bij (in 2020 oplopend tot € 1.254.410,- extra). Zie
hiervoor de kengetallen zoals te vinden op www.passendonderwijs.nl7 en
paragraaf 3.5. Vanaf 1 augustus 2015 komen ook de middelen voor ambulante
begeleiding (AB) naar de samenwerkingsverbanden.
1.4 Procedure en tijdpad vaststelling ondersteuningsplan
Tijdpad Procedure
Juni – december 2013 Bespreken van (delen van) concept ondersteuningsplan
Amstelronde, zoals bestuur, kernoverleg Aalsmeer, Uithoorn,
Noord en Zuid, ambtelijke OOGO voorbereidingscommissie;
Ondersteuningsplanraad (OPR).
14 januari 2014 Voorleggen concept ondersteuningsplan Amstelronde aan
breed bestuurlijk overleg (BBO), waarin alle bij Amstelronde
aangesloten schoolbesturen vertegenwoordigd zijn.
1 februari 2014 Ter instemming voorleggen aan Ondersteuningsplanraad (OPR
heeft wettelijk instemmingsrecht).
4 en 6 februari 2014 Aangepaste conceptversie ondersteuningsplan ligt ter
bespreking voor aan de kernoverleggen Aalsmeer,
Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn
20 februari 2014 Bestuurlijk OOGO met portefeuillehouders van de vier
betrokken gemeenten, bestuur en directie Amstelronde op
basis van voorbereiding door ambtelijke
voorbereidingscommissie OOGO
1 april 2014 Concept ondersteuningsplan Amstelronde ligt ter definitieve
vaststelling voor bij bestuur Amstelronde passend onderwijs
1 mei 2014 Verzending van definitieve ondersteuningsplan Amstelronde
passend onderwijs naar onderwijsinspectie
7 http://swv.passendonderwijs.nl/PO2708/
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 12
2. Missie en visie
Met de invoering van passend onderwijs heeft Amstelronde de wettelijke verplichting en
de maatschappelijke opdracht om alle kinderen een passend onderwijsaanbod te bieden.
Alle kinderen in de basisschoolleeftijd in de regio Amstelronde kunnen in principe op
basisscholen in deze regio passend onderwijs krijgen. Scholen kunnen hierbij zelf en met
gebruikmaking van anderen ondersteuning organiseren.
Met basisscholen worden alle basisscholen bedoeld, dus ook de speciale scholen voor
basisonderwijs. Daarbij wil Amstelronde aansluiten bij de eigen ontwikkeling en de eigen
kracht van de scholen. Passend onderwijs betekent niet dat álle kinderen op de reguliere
basisschool onderwijs volgen. Voor sommige kinderen is het beter om onderwijs te
volgen op een school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs.
Amstelronde wil bovenstaande realiseren door een sluitende, gebiedsgerichte aanpak. De
activiteiten van Amstelronde zullen zich vooral richten op het realiseren van meer
expertise in en nabij de school.
2.1 Missie van Amstelronde
De missie van de schoolbesturen in het samenwerkingsverband Amstelronde is om:
Goed onderwijs te bieden aan alle leerlingen waarbij (onderwijs) ondersteuning en
begeleiding voor leerlingen en leerkrachten beschikbaar is en hulp zo snel
mogelijk, in zo licht mogelijke vorm, zo dicht mogelijk bij huis en op de meest
adequate wijze wordt gegeven.
De tien uitgangspunten daarbij zijn:
Onderwijs en ondersteuning organiseren we zo thuis nabij mogelijk.
We gaan uit van de kracht en het zelf organiserend vermogen van leerkrachten,
leerlingen, ouders, scholen en kernen8.
We brengen het onderwijs naar het kind en niet het kind naar het onderwijs.
Het belangrijkste werk vindt plaats in de klas, op school en in de kern.
We gaan arrangeren in plaats van indiceren.
We bieden hulp op basis van vragen en sturen door resultaten regelmatig te
evalueren.
We bieden hulp gericht op de organisatie en het systeem rond het kind en zoeken
daarbij aansluiting met de zorgstructuren binnen de kernen.
Ondersteuning nemen we niet over, we helpen leerkracht, ouders, leerling en
schoolteam het zelf te kunnen.
Het gaat om importeren van expertise in plaats van exporteren van problemen.
De school hoeft niet alles zelf te kunnen, maar heeft een hoge ambitie om
passend onderwijs te bieden.
8 Amstelronde werkt organisatorisch vanuit vier kernen: Aalsmeer, Uithoorn, Noord (scholen ten noorden van
de A9) en Zuid (scholen ten zuiden van de A9). Er is vijf maal per jaar een kernoverleg waarin directeuren en IB-ers per kern bij elkaar komen. In het kernoverleg staat beleidsvoorbereiding en –uitvoering van passend onderwijs op de agenda.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 13
2.2 Visie van Amstelronde
Om bovenstaande missie te kunnen realiseren, is het noodzakelijk een dekkend netwerk
van onderwijsvoorzieningen te ontwikkelen. Dit zo thuisnabij mogelijk en op basis van
integraal georganiseerde ondersteuning. Amstelronde ziet goed onderwijs binnen de
scholen hierbij als basale voorwaarde.
Kwaliteit doet ertoe:
Een goede kwaliteit van de basisondersteuning zorgt ervoor dat scholen minder verwijzen
en de kosten lager zijn. We vertrouwen scholen in hun professionaliteit, zelf organiserend
vermogen en daarmee het vervullen van de zorgplicht. Uitgangspunt is dat de leerkracht
het verschil maakt door goed om te gaan met de verschillen in de klas. De leerkrachten
doen dit onder andere door te differentiëren, handelings- en opbrengstgericht te werken
en zich blijvend te professionaliseren.
Ondersteuning van het dagelijkse systeem:
Het snel signaleren van hulpvragen ten aanzien van de ontwikkeling van kinderen in de
dagelijkse lespraktijk moet leiden tot passende ondersteuning in de klas, op school, in de
wijk, de buurt, het dorp of de gemeente. Door het laagdrempelig beschikbaar maken van
ondersteuning op basis van onderwijskundige vragen van leerkrachten (onder
verantwoordelijkheid van de scholen) en opvoedkundige vragen van ouders (onder
verantwoordelijkheid van en gefinancierd door de gemeenten) kan passend onderwijs en
passende begeleiding of zorg geboden worden op de eigen school in de kern, de buurt,
het dorp of de gemeente.
Verbinden in een maatschappelijke context:
Verbinding en samenwerking op het niveau van de gemeente, de kern of het dorp,
moeten een antwoord geven op de schotten die tussen de domeinen (jeugd-)zorg,
onderwijs, sociale zekerheid, wonen en zorg zijn georganiseerd. We streven naar
daadkrachtige ondersteuningsteams in scholen. Herkenbaar voor professionals, leerlingen
en ouders.
Bestuurlijke inrichting:
Het verleggen van geldstromen betekent dat een omslag nodig is in cultuur, beleid en
sturing. We doen centraal wat nodig is en decentraal wat kan. Daarbij streven we ernaar
om zoveel mogelijk ondersteuningskracht en middelen in en onder verantwoordelijkheid
van de scholen te realiseren. Aansluitend bij de uitgangspunten ‘eigen kracht’ en ‘zelf
organiserend vermogen’ van Amstelronde
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 14
2.3 Relevante denkkaders en ontwikkelingen
2.3.1. Verschuiving verantwoordelijkheden naar maatschappelijk
middenveld
Het ministerie van OCW wil met de invoering van Passend Onderwijs het onderwijs voor
alle leerlingen verbeteren. Het benutten van talent, de professionalisering van
leerkrachten en de samenhang met de jeugdhulp staan hierbij voorop.
Passend Onderwijs staat niet op zichzelf. Bestaande stelsels, zoals de (algemene) zorg,
jeugdzorg en sociale zekerheid, hebben hun grenzen bereikt als het gaat om de
financierbaarheid en maatschappelijke effecten. De uitgangspunten van de minister
rondom Passend Onderwijs vertonen dan ook grote overeenkomsten met de
veranderende wetgeving op deze aangrenzende gebieden. Het verleggen van
geldstromen en verantwoordelijkheden naar het maatschappelijk middenveld staat
telkens centraal.
Kinderen, jongeren en hun gezinnen maar ook de leerkrachten dienen op basis van hun
vragen direct en in de eigen thuis- of schoolsituatie ondersteuning te krijgen. Een groot
verschil met de vorige wetgeving waarbij op basis van loketten en indicatieorganen de
zorgmiddelen beschikbaar werden gesteld.
2.3.2 Vergroten van het zelf organiserend vermogen
Passend Onderwijs is een politiek antwoord op verschillende ontwikkelingen, zoals de
groei van het (voortgezet) speciaal onderwijs en het toenemende aantal leerlingen met
een rugzakje. Passend Onderwijs gaat over een verdelingsvraagstuk voor
samenwerkingsverbanden.
Door de groei van het aantal leerlingen met een indicatie voor het (voortgezet) speciaal
onderwijs is een financieel vraagstuk ontstaan. Tegelijkertijd maakt de overheid zich
zorgen over de stigmatiserende werking van de onafhankelijke indicatiestelling. Deze is
van invloed op het uitplaatsen van leerlingen uit het thuisnabije reguliere onderwijs naar
speciale voorzieningen. Ook lijkt dit fenomeen volgens OCW een effect te hebben op de
kansen op deelname op de arbeidsmarkt of vervolgonderwijs.
Dit betekent dat er een beweging in gang is gezet naar het niveau van de wijk, de buurt ,
het dorp of de gemeente. Het zelf organiserend vermogen van gezinnen en scholen staat
hierbij centraal. Besturen krijgen nadrukkelijk de verantwoordelijkheden voor de
onderwijskwaliteit en de kwaliteit van zorg die daar sterk mee samenhangt.
2.3.3 Samenwerking met andere domeinen
De schoolbesturen in het PO en VO en de gemeenten werken samen aan de gewenste
veranderingen in het jeugd- en onderwijsdomein. De gezamenlijke visie en ambities
kunnen als volgt samengevat worden:
1. a. De leerkracht in de klas kan zelf meer kinderen de passende ondersteuning
bieden die zij nodig hebben.
b. Kinderen die in aanvulling op deze ondersteuning nog ondersteuning of zorg
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 15
van andere professionals nodig hebben krijgen deze zoveel mogelijk in de school
of de eigen buurt aangeboden (= basisondersteuning/basiszorg).
2. Een kind waarvan de onderwijsbehoefte de basisondersteuning van de school
ontstijgt komt in aanmerking voor extra ondersteuning in de vorm van een
arrangement, georganiseerd op de eigen school of op een andere basisschool of
school voor speciaal (basis) onderwijs.
Het bieden van gespecialiseerde zorg voor de jeugd gebeurt in afstemming met de
gemeente die vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk wordt voor alle vormen van
jeugdzorg. In een gebiedsgerichte aanpak zijn teams met professionals van verschillende
organisaties (gemeente, zorg, onderwijs) met elkaar verbonden. Zij werken op basis van
de vraag en zijn beschikbaar en zichtbaar in de school en in de wijk. Opbrengsten en
resultaten worden geëvalueerd.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 16
3. Beoogde resultaten passend onderwijs
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op (operationele) doelstellingen, in termen van
kwalitatief en kwantitatief te behalen resultaten. Deze doelstellingen komen voort uit de
missie en visie die Amstelronde heeft verwoord in Hoofdstuk 2.
3.1 Startsituatie
De scholen van Amstelronde zijn al vanaf de invoering van Weer Samen Naar School en
de leerlinggebonden financiering (lgf, het rugzakje) bezig om ervoor te zorgen dat
kinderen zo thuisnabij mogelijk passend onderwijs krijgen. Dit heeft ertoe geleid dat er
op dit moment, vergeleken met de landelijke gemiddelden, relatief weinig gebruik
gemaakt wordt van het speciaal onderwijs en het rugzakje. Zie onderstaande tabel,
waarvan de cijfers gebaseerd zijn op 20139
Deelname % op basis van de leerlingtelling 1-10-2013
sbo10 so cat 111 so cat 212 so cat 313 so totaal14 rugzakken15
PO2708 2,55% 0,80% 0,08% 0,11% 0,99% 0,85%
Landelijk 2,60% 1,34% 0,09% 0,21% 1,64% 0,95%
Zoals uit bovenstaande cijfers blijkt staat Amstelronde wat betreft deelname aan het
speciaal basisonderwijs (sbo) iets onder het landelijk gemiddelde. Voor wat betreft het
aantal leerlingen in scholen voor speciaal onderwijs (categorieën 1 t/m 3) staat
Amstelronde ruim onder het landelijk gemiddelde. Ook het aantal rugzakken ligt onder
het landelijk gemiddelde.
Gezien de eerder geformuleerde missie en visie van Amstelronde is de ambitie te streven
naar een deelnamepercentage van 2% voor het speciaal basisonderwijs en 1% voor het
speciaal onderwijs.
3.2 Kwalitatieve resultaten
Amstelronde streeft in de komende periode onderstaande kwalitatieve resultaten na.
1. Het ondersteunen en faciliteren van goed onderwijs op alle scholen.
2. Realiseren van een dekkend onderwijs- en ondersteuningsnetwerk voor alle
leerlingen in de basisschoolleeftijd.
3. Het organiseren van zo thuisnabij mogelijk onderwijs
9 Deze cijfers zijn afkomstig van www.passendonderwijs.nl .
10 sbo is speciaal basisonderwijs.
11 SO categorie 1 zijn leerlingen cluster 4, ZMLK en LZ.
12 SO categorie 2 zijn leerlingen met een lichamelijke beperking (LG).
13 SO categorie 3 zijn leerlingen met een meervoudige beperking (MG).
14 Hierin zijn niet meegerekend de leerlingen in het Speciaal Onderwijs cluster 1 (slechtziende en blinde
kinderen) en in cluster 2 (dove kinderen of kinderen met een ernstige spraak taalstoornis). Scholen voor cluster 1 en 2 vallen qua financiering buiten het wetsvoorstel passend onderwijs. 15
Ook dit betreft uitsluitend de rugzakken cluster 3 en 4 (categorie I, II en III) en niet cluster 1 en 2.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 17
4. Mogelijkheden bieden zodat scholen, ouders (en kind) en zorgpartners in staat
gesteld worden (handelingsgericht) te arrangeren en waarin een goede
samenwerking met gemeenten en zorgpartners wordt gerealiseerd.
5. Alle kinderen naar school.
Nadere uitwerking van bovenstaande kwalitatieve resultaten:
1. Het ondersteunen en faciliteren van goed onderwijs op
alle scholen.
Het bieden van kwalitatief goed onderwijs is een verantwoordelijkheid van het
betreffende schoolbestuur. Om kinderen een passend aanbod te kunnen bieden, wordt
geïnvesteerd in didactische en signalerende kwaliteiten van leerkrachten, het nastreven
van een pedagogisch klimaat van hoge maar realistische verwachtingen en een
schoolcultuur waarin het benutten van de mogelijkheden van het kind als uitdaging
wordt gezien.
Amstelronde heeft geen directe verantwoordelijkheid inzake de onderwijskwaliteit van
scholen. Dit ligt immers bij het betreffende bevoegd gezag van de school. Echter, de
gevolgen kunnen wel direct merkbaar zijn in het realiseren van onze missie waardoor
sprake is van een indirecte verantwoordelijkheid. Daarnaast zal de onderwijsinspectie
het samenwerkingsverband aanspreken op het realiseren van de basisondersteuning en
het aantal thuiszitters binnen de regio. Ten behoeve van bovengenoemde indirecte
verantwoordelijkheid heeft het bevoegd gezag van de school bij een toegekend
arrangement ‘zwak of zeer zwak’ de verantwoordelijkheid om dit te melden bij het
bestuur van Amstelronde.
Doelstelling voor alle scholen:
Alle deelnemende scholen beschikken vanaf schooljaar 2015-2016 over een
basisarrangement van de inspectie en behouden dit in de toekomst.
2. Realiseren van een dekkend onderwijs- en
ondersteuningsnetwerk voor alle leerlingen in de
basisschoolleeftijd.
Basisondersteuning wordt in het referentiekader Passend Onderwijs omschreven als
‘door het samenwerkingsverband afgesproken geheel van preventieve en lichte
curatieve interventies die binnen de onderwijsondersteuningsstructuur van de school
planmatig en op een overeengekomen kwaliteitsniveau, eventueel in samenwerking met
ketenpartners, worden uitgevoerd’.
Amstelronde stelt als ambitieniveau voor de basisondersteuning dat in 2018 80% van de
scholen een ‘smalle ondersteuningsschool’ is. Dit betekent dat de huidige
basisondersteuning gesteld wordt op die van een ‘netwerkschool’. In de komende vier
jaar zullen scholen aan de hand van aangereikte indicatoren in staat gesteld worden om
na te gaan in hoeverre ze gevorderd zijn op weg naar een ‘smalle
ondersteuningsschool’.
Om in de toekomst te kunnen voldoen aan het gestelde niveau van basisondersteuning
zal Amstelronde de komende jaren de overdracht van de ondersteuningsmiddelen naar
de scholen gefaseerd gaan verhogen. Op deze wijze zijn scholen in staat om de
vastgestelde basisondersteuning in de toekomst te kunnen bieden.
Doelstelling:
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 18
Het merendeel van de scholen (80%) is per 1 augustus 2018 in staat om te voldoen aan
de basisondersteuning die gesteld wordt op het niveau van smalle ondersteuningsschool.
Voor kinderen met ondersteuningsbehoefte waaraan de basisondersteuning niet kan
voldoen, organiseert de school extra ondersteuning.
Extra ondersteuning wordt in het referentiekader Passend Onderwijs omschreven als
‘alle vormen en combinaties van onderwijs, ondersteuning en/of zorg die de
basisondersteuning overstijgen’.
Amstelronde stelt scholen in staat om extra ondersteuning in de vorm van
arrangementen te organiseren, waarbij de volgende uitgangspunten gelden:
gericht op onderwijsbehoeften en niet op kindkenmerken
gericht op tijdelijke interventie waarna het kind weer kan functioneren binnen de
basisondersteuning
Doelstelling:
Voor elk kind zal per augustus 2014 extra ondersteuning beschikbaar zijn, wanneer dit
nodig is.
3. Het organiseren van zo thuisnabij mogelijk onderwijs
Om zo thuisnabij mogelijk onderwijs te kunnen bieden, gaan de drie huidige SBO-
voorzieningen intensief samenwerken en in samenwerking met het speciaal onderwijs
investeren in verbrede toelating. Hierdoor zal een aantal kinderen dat op dit moment
verwezen wordt naar het speciaal onderwijs (vaak niet thuisnabij) binnen de SBO-
voorziening of het regulier basisonderwijs (meer thuisnabij) passend onderwijs krijgen.
Daarnaast is de verwachting dat meer kinderen regulier geplaatst kunnen worden omdat
op termijn het niveau van basisondersteuning stapsgewijs verhoogd wordt.
Amstelronde wil dit realiseren door:
het opzetten van een pilot voor verbrede toelating (samenwerking tussen drie
SBO scholen en SO cluster 3 en 4);
stapsgewijs overdragen van ondersteuningsmiddelen naar het onderwijsveld
‘extra ondersteuning’ zoveel mogelijk gericht op terugplaatsing binnen het
regulier basisonderwijs
Het organiseren van zo thuisnabij mogelijk onderwijs betekent overigens nog steeds dat
er kinderen zullen zijn (en blijven) voor wie een plaats in het Speciaal onderwijs de
meest passende plek is. Dit geldt in elk geval voor kinderen die via plaatsbekostiging
(via het medische circuit en/of de zorginstelling) een plaats in het SO krijgen
toebedeeld.
Doelstelling:
1) Meer kinderen volgen vanaf augustus 2016 meer thuisnabij passend onderwijs
2) Het (speciaal) basisonderwijs is in staat, in het kader van ‘verbrede toelating’,
een passend aanbod voor een aantal kinderen die nu aangewezen zijn op speciaal
onderwijs te realiseren.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 19
4. Mogelijkheden bieden zodat scholen, ouders (en kind) en
zorgpartners in staat gesteld worden
(handelingsgericht) te arrangeren en waarin een goede
samenwerking met gemeenten en zorgpartners wordt
gerealiseerd.
Amstelronde bevordert dat scholen steeds meer in staat zijn om op schoolniveau die
ondersteuning te organiseren die nodig is om een goed passend aanbod te creëren en te
organiseren die nodig is om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoefte van het kind
en de ondersteuningsbehoefte van de leerkracht. In het ondersteuningsteam zijn, indien
relevant, ook zorgpartners en/of instanties vanuit de gemeente (zoals CJG), aanwezig.
Deze worden uitgenodigd door directie en IB van de school in samenspraak met de
Amstelrondespecialist van het samenwerkingsverband.
Amstelronde heeft daartoe in de voorbereiding van de start van passend onderwijs
ondersteuning geboden door het faciliteren van pilots om de werkwijze van het werken
in ondersteuningsteam te kunnen uitvoeren. Amstelronde zal dit de komende periode
blijven ondersteunen en daartoe ook middelen inzetten om het ondersteuningsteam op
school verder te professionaliseren.
Doelstelling:
Meer scholen zijn in staat om een ondersteuningsteam adequaat, efficiënt en
resultaatgericht te organiseren, waarbij de driehoek school, ouders en kind optimaal
wordt benut en waarbij samenwerking georganiseerd is met zorgpartners en
gemeenten.
5. Alle kinderen naar school
Een belangrijke reden voor het invoeren van de zorgplicht is het voorkomen van
thuiszitters16 en het bevorderen dat alle kinderen naar school gaan door onder meer een
eenduidig aannamebeleid.
Deze verantwoordelijkheid van het voorkomen van thuiszitters, wordt met de wetgeving
passend onderwijs niet meer alleen belegd bij de autonome schoolbesturen maar ook bij
het bestuur van het samenwerkingsverband. De onderwijsinspectie heeft ‘thuiszitters’
opgenomen als parameter binnen het toezichtskader.
Amstelronde heeft een ‘plaatsingsprotocol’ (bijlage) beschikbaar. Hierin zijn afspraken
gemaakt tussen schoolbesturen aangesloten bij Amstelronde ten aanzien van plaatsing
van kinderen. Ook is een ‘thuiszittersprotocol’ (bijlage) beschikbaar waarin afspraken
zijn gemaakt tussen de vier gemeenten en Amstelronde over hoe om te gaan met
verzuim. In dit protocol is opgenomen wat van de scholen en de schoolbesturen wordt
verwacht en wat de positie en verantwoordelijkheid is van het schoolbestuur, het
samenwerkingsverband en leerplicht.
Doelstelling:
Schoolbesturen hebben per 1 augustus 2014 op niveau van Amstelronde een eenduidig
plaatsingsprotocol en een thuiszittersprotocol vastgesteld en passen dit toe.
16
Een thuiszitter is een leerplichtige jongere tussen de 5 en 16 jaar of een jongere van 16 of 17 jaar die valt onder de kwalificatieplicht en die ingeschreven staat op een school of onderwijsinstelling en die zonder geldige reden meer dan 4 weken verzuimt, zonder dat hij/zij ontheffing heeft van de leerplicht resp. vrijstelling van geregeld schoolbezoek wegens het volgen van ander onderwijs (Ingrado, landelijke vereniging leerplicht).
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 20
3.2.1 Samenhangend netwerk van ondersteuningsvoorzieningen
Basisscholen
In de regio Amstelronde gaan veruit de meeste leerlingen naar het reguliere onderwijs.
Er gaan 13.696 (97,4%) leerlingen naar een reguliere basisschool (teldatum 1-10-2013).
In de regio zijn 41 verschillende basisscholen met één of meer vestigingen. De
basisscholen zijn verdeeld over 12 verschillende besturen. Het samenwerkingsverband is
interzuilair dat betekent dat algemeen bijzondere, protestants-christelijke, openbare en
rooms-katholieke scholen zijn aangesloten. De scholen zijn verdeeld over de vier
gemeenten van het samenwerkingsverband:
Aalsmeer
Amstelveen
Ouder-Amstel
Uithoorn
Wat betreft de organisatie van de ondersteuning werkt Amstelronde in vier
kernoverleggen, te weten: Aalsmeer, Uithoorn, Noord en Zuid (dat wil zeggen het gebied
ten Noorden van de A9: Amstelveen Noord en Ouder-Amstel en het gebied ten zuiden
van de A9: Amstelveen centrum en zuid). Dit wordt in hoofdstuk 6 (Organisatie) nader
uitgewerkt.
Kernoverleg
Aalsmeer
Kernoverleg
Noord
Kernoverleg
Uithoorn
Kernoverleg
Zuid
Antonius School
Jozef School
Oosteinderschool
De Wegwijzer
De Hoeksteen
De Graankorrel
De Brug
OBS Samen Eén
OBS de Zuidooster
OBS Kudelstaart
1e Amstelveense
Montessorischool
Michiel de Ruyter
Piet Hein
Martin Luther
Kingschool
Jan Hekmanschool
Grote Beer
Amstelschool
Brede School
Rembrandt
Roelof Venema
school
Joost
v.d.Vondelschool
Het Kofschip
Bekemaschool
De Kwikstaart
De Regenboog
De Vuurvogel
’t Startnest
’t LAB
De Zon
De Springschans
Toermalijn
De Kajuit
2e Amstelveense
Montessorischool
De Pionier
De Zwaluw
De Westwijzer
Karel Eykman
school
Het Palet-zuid
Willem-
Alexanderschool
De Cirkel
De Horizon
De Triangel
Vrije School Parcival
Scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO)
In de regio gaan er 359 (2,55%) leerlingen naar het speciaal basisonderwijs (teldatum 1-
10-2013). Er zijn drie scholen voor speciaal basisonderwijs, verdeeld over twee
schoolbesturen. Het SBO is voor leerlingen die extra ondersteuning en voorzieningen
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 21
nodig hebben maar in principe niet in aanmerking komen voor het speciaal onderwijs.
SBO scholen bieden onderwijs aan leerlingen van 4 t/m 13 jaar en deze scholen hebben
dezelfde kerndoelen als reguliere basisscholen. Ze hebben echter meer middelen
waardoor klassen meestal kleiner zijn, leerkrachten extra expertise hebben en er op
school ondersteuning is van een orthopedagoog of psycholoog. Soms hebben SBO
scholen ook de beschikking over andere specialisten zoals logopedist,
kinderfysiotherapeut, speltherapeut, dyslexiebehandelaar, etc. Hierdoor zijn SBO scholen
in staat het onderwijs verder af te stemmen op de onderwijsbehoefte van de leerling.
Binnen de regio Amstelronde zijn er, behalve de Pionier (SO-school cluster 4 van de
Bascule, Duivendrecht), geen scholen voor speciaal onderwijs. Om die reden hebben de
drie SBO scholen in Amstelronde de ambitie om een deel van de kinderen die nu naar het
Speciaal onderwijs gaan (m.n. SO categorie 1: zml, lzk, cluster 4), in een ‘verbrede’
toelating op te nemen17. Dit komt ten goede aan het uitgangspunt dat zoveel mogelijk
thuisnabije onderwijsondersteuning geboden kan worden. De SBO scholen van
Amstelronde zijn.
De Dolfijn www.dedolfijn.nl
De Schakel www.sbodeschakel.nl
Wending www.sbo-wending.nl
Als onderdeel van de verbrede toelating van de SBO scholen kan gerekend worden de
huidige JRK voorziening op de Dolfijn en Schakel. Amstelronde wil vooralsnog een deel
van de financiering van de JRK voorziening voor haar rekening nemen. Dat wil zeggen
dat beide schoolbesturen in het kader van een ‘overgangsregeling’ in cursusjaar 2014 –
2015 middelen krijgen om de observatiefunctie duidelijk te beschrijven. In de loop van
dit overgangsjaar en afhankelijk van het resultaat van de beschrijving van de
observatiefunctie zal bepaald worden of, en zo ja in welke mate, deze voorziening vanuit
Amstelronde deels bekostigd zal worden in het tweede jaar.
Met de drie SBO scholen van Amstelronde zullen nadere resultaatafspraken gemaakt
worden hierover en over de verbrede toelating.
Scholen voor speciaal onderwijs (SO), Categorie 1, 2 en 3
In de regio gaan 139 (0,99 %) leerlingen naar het speciaal onderwijs (Categorie 1, 2 en
3, teldatum 1-10-2013). Daarnaast gaan ook nog 39 kinderen, woonachtig in dit gebied,
naar scholen voor cluster 1 of 2. Het speciaal onderwijs is voor leerlingen die vanwege
min of meer ernstige leer- of gedragsproblemen, lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke beperkingen of vanwege gedragsstoornissen extra zorg op school nodig
hebben. De leerlingen krijgen in het speciaal onderwijs specifiek gerichte aandacht en
ondersteuning en volgen het onderwijs in kleinere klassen dan in het reguliere onderwijs
en het speciaal basisonderwijs. Er zijn ook aanvullende expertise en voorzieningen
aanwezig om deze kinderen onderwijs op maat te kunnen bieden.
In het gebied van Amstelronde is slechts één school voor speciaal onderwijs aanwezig,
namelijk de Pionier (school verbonden aan het Paedologisch Instituut, categorie I, cluster
4, De Bascule in Duivendrecht); www.depionier.info
17
De Parcivalschool (Vrije School in Amstelveen) heeft momenteel een instapklas voor ZML leerlingen. Dit kan ook gerekend worden tot een verbrede toelatingsmogelijkheid.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 22
De meeste kinderen die in dit gebied wonen en naar het speciaal onderwijs gaan, moeten
hiervoor naar Amsterdam, Haarlemmermeer of Haarlem of nog verder weg (zie
onderstaande tabel) In de praktijk betekent dat in veel gevallen dat ze met een busje
naar de bewuste school voor speciaal onderwijs worden vervoerd en na school weer
terug naar huis.
Onder meer om deze reden ligt het voor de hand dat de drie scholen voor speciaal
basisonderwijs plannen ontwikkelen om sommige van deze kinderen die aangewezen zijn
op verder weg gelegen scholen voor speciaal onderwijs, meer thuisnabij in het speciaal
basisonderwijs te kunnen opvangen en goed onderwijs te geven.
Tabel: aantal kinderen op scholen voor Speciaal Onderwijs18
Naam Plaats naam bevoegd gezag cat 1 cat 2 Cat 3 totaal
Prof Dr Leo Kannerschool Oegstgeest Stg. Prof Dr Kanneronderwijsgroep
1 1
Stichting Mozarthof Hilversum Stichting Mozarthof 1 1
Mytylsch De Trappenberg Huizen De Kleine Prins, Sticht. S.O.
2 2
De Waterlelie Cruquius Stg. Epilepsie Instell. Ned.
8 8
Professor Waterinkschool Amsterdam Stichting de Bascule 2 2
Professor Waterinkschool Amsterdam Stichting de Bascule 2 2
Professor Waterinkschool Amsterdam Zuidoost
Stichting de Bascule 1 1
De Schelp Haarlem St.Kath. Onderwijs 'Sint Bavo'
1 1 2
O.G. Heldringschool Amsterdam Stg. Kolom. Stg. v. Spec. Ond.
2 2 4
Alphons Laudyschool Amsterdam Stg. Kolom. Stg. v. Spec. Ond.
5 5
Alb Schweitzerschool Haarlem Stichting Spaarnesant 1 1
Prof Dr Gunningschool Haarlem Stg. Dunamare Onderwijsgroep
1 1
Dr A V Voorthuysenschool Haarlem Stichting Spaarnesant 1 1
Dr A V Voorthuysenschool Hoofddorp Stichting Spaarnesant 22 1 23
Mytylsch De Regenboog Haarlem Stichting Spaarnesant 5 3 8
Opb school zmok De Spinaker
Alkmaar Stichting Ronduit 1 1
Mytylschool Amsterdam Zuidoost
Stichting Orion 6 6
Tyltylschool Amsterdam Zuidoost
Stichting Orion 7 7
Coronelschool Amsterdam Stichting Orion 3 3
WB Noteboomschool Amsterdam Zuidoost
Stichting Orion 3 3
Van Koetsveldschool Amsterdam Stichting Orion 6 6
Gerhardschool Amsterdam Stichting Orion 1 1
Mr de Jonghschool Amsterdam Stichting Orion 7 7
Van Detschool Amsterdam Stichting Orion 24 24
De Pionier Duivendrecht Stichting de Bascule 12 12
De Buitenrif Hoofddorp Stichting de Bascule 1 1
De Pionier Hoofddorp Stichting de Bascule 5 5
Zonnehuisschool Zeist Stg Zonnehuizen Kind en Jeugd
1 1
112 11 16 139
18
Op basis van gegevens op teldatum 1-10-2013
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 23
Samenwerking cluster 1 en 2
Na invoering van passend onderwijs zal het onderwijs in cluster 1 en 2 vanwege de
schaalgrootte en de specialistische expertise in een landelijk systeem georganiseerd
worden. Dit betekent dat cluster 1 en 2 wettelijk geen deel uitmaken van het
samenwerkingsverband. Net als in cluster 1 wordt voor cluster 2 een beperkt aantal
instellingen ingericht dat het onderwijs, de indicatie en de ondersteuning gaat verzorgen.
Cluster 1
Cluster 1 is verantwoordelijk voor kinderen die blind of slechtziend zijn.
Visio en Bartiméus hebben hun krachten gebundeld in VISIS Onderwijs en werken samen
om passend onderwijs aan kinderen met een visuele beperking gestalte te geven. Het
streven van VISIS Onderwijs is zoveel mogelijk kinderen met een visuele beperking op
reguliere basisscholen onderwijs te laten volgen. Om dat te realiseren wordt
ondersteuning op maat geboden. Op basis van de onderwijsbehoeften van het kind en de
ondersteuningsbehoeften van de leerkracht wordt een begeleidingsplan opgesteld en
uitgevoerd. Ondersteuning kan bestaan uit: ambulante onderwijskundige begeleiding,
advies, coaching, instructie, collegiale consultatie en cursussen.
Een kwart van de kinderen met een visuele beperking is aangewezen op een
onderwijsinstelling van Visio of Bartiméus. Wanneer sprake is van (een vermoeden van)
visuele beperking kunnen ouders (ondersteund door een verwijzer zoals de school) hun
kind aanmelden bij Visio of Bartiméus. Na onderzoek beoordeelt de Commissie van
Onderzoek van de betreffende onderwijsinstelling of het kind op basis van de landelijke
toelatingscriteria recht heeft op ambulante begeleiding of op onderwijs van een
onderwijsinstelling voor kinderen met een visuele beperking.
Cluster 2
Cluster 2 is verantwoordelijk voor kinderen die doof of slechthorend zijn, of ernstige
spraak-taalmoeilijkheden hebben. Siméa is de overkoepelende, landelijke organisatie
voor cluster 2 instellingen. Cluster 2 gaat haar ondersteuningsverplichting aan haar
doelgroep vormgeven door middel van arrangementen. Deze zijn te onderscheiden in
licht (kortdurende ondersteuning), medium (intensieve ondersteuning, mogelijk
geclusterd op een basisschool) en intensief (plaatsing op een onderwijsinstelling binnen
cluster 2). Hiermee komt de huidige rugzaksystematiek (‘schooldeel’ en ‘AB-deel’) cluster
2 te vervallen.
Toekenning van een arrangement vindt plaats door de Commissie van Onderzoek waarbij
niet alleen de ernst van de beperking bepalend is, maar ook de onderwijsbehoefte van
het kind. Ouders en reguliere scholen kunnen rekenen op begeleiding bij het traject om
de toelaatbaarheid en het onderwijsarrangement vast te stellen. Dat zal de taak worden
van trajectbegeleiders vanuit de instelling.
De instellingen streven naar een laagdrempelige en toegankelijke informatie-,
consultatie- en adviesfunctie waar ouders, reguliere scholen en hulpverleners met cluster
2 gerelateerde vragen terecht kunnen. Hierdoor wordt handelingsverlegenheid eerder
gesignaleerd en kan er, indien nodig, tijdig en adequaat ondersteuning worden geboden.
Het uiteindelijke doel is dat voor ieder kind met een auditieve en/of communicatieve
beperking, passend onderwijs kan worden gerealiseerd.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 24
Samenwerking Amstelronde en cluster 1 en 2
Hoewel cluster 1 en 2 wettelijk geen onderdeel uitmaken van het
samenwerkingsverband, wil Amstelronde in het belang van kinderen op onze scholen met
een specifieke visuele dan wel auditieve onderwijsbehoefte een samenwerking aangaan.
Amstelronde organiseert afstemming en samenwerking om basisscholen ook ten aanzien
van onderwijsbehoeften van deze kinderen adequaat te kunnen informeren en waar
mogelijk in contact te brengen met de gewenste expertise. Concreet betekent dit dat
vanuit het loket van Amstelronde contact gezocht wordt met een contactpersoon uit
cluster 1 en 2 indien de onderwijsbehoefte van het kind hiertoe aanleiding geeft.
Deze contactpersoon fungeert als ‘spil’ tussen Amstelronde en cluster 1 of 2 en is
toegerust om ook daadwerkelijk actie te ondernemen op de ondersteuningsvraag vanuit
de school. Amstelronde wil er voor waken dat er een extra schijf ontstaat. Tevens is het
mogelijk om vanuit de school direct contact op te nemen met de betreffende
contactpersoon.
Samenwerking met de Waterlelie school voor speciaal onderwijs (epilepsie)
Leerlingen met epilepsie en aanverwante neurologische stoornissen kunnen, als er sprake
is van schoolproblemen, rekenen op ondersteuning vanuit het Landelijk Werkverband
Onderwijs en Epilepsie (LWOE). Het LWOE wordt gevormd door de ambulante diensten
van de twee Nederlandse epilepsiescholen ‘De Berkenschutse’ in Heeze en ‘De Waterlelie’
in Cruquius. Beide scholen zijn verbonden aan een Epilepsiecentrum (3e-lijns ziekenhuis)
voor epileptologie en neurologisch bepaalde leerstoornissen, respectievelijk
Kempenhaeghe en SEIN.
Het LWOE biedt ondersteuning aan leerlingen met epilepsie in het reguliere onderwijs en
leerlingen in het speciaal onderwijs. Na aanmelding bij het LWOE door ouders, arts,
school of samenwerkingsverband volgt directe, preventieve betrokkenheid door een
onderwijskundig begeleider van het LWOE. Indien meer intensieve ondersteuning nodig
is, wordt de ondersteuningsbehoefte en het begeleidingsarrangement voor de
betreffende leerling vastgesteld.
Naast de eerste preventieve interventie worden de volgende arrangementen
onderscheiden: lichte begeleiding, medium begeleiding en zware onderwijszorg. De lichte
begeleiding is screenend en kortdurend van aard. De medium begeleiding is
handelingsgericht en langer durend van aard.
In voorkomende gevallen zal het LWOE het samenwerkingsverband zware onderwijszorg
adviseren om een leerling toe te laten tot het (voortgezet) speciaal (basis) onderwijs.
Ter toerusting van leerkrachten en docenten biedt het LWOE een signaleringslijst
aangaande het herkennen van epilepsieproblematiek. Tevens biedt het LWOE
voorlichting, workshops en scholing met betrekking tot epilepsie, leren en gedrag.
Voor meer informatie zie www.lwoe.nl
Onderwijs aan zieke leerlingen in relatie tot passend onderwijs
Met de invoering van passend onderwijs en de daarmee verbonden zorgplicht is iedere
school verplicht onderwijs en begeleiding voor haar leerlingen te verzorgen, ook als deze
wordt opgenomen in een ziekenhuis of revalidatiecentrum, langdurig ziek is of op een
andere manier geen onderwijs kan volgen als gevolg van een ziekte. Omdat
thuisonderwijs niet in de onderwijswetgeving is geregeld is onderwijs aan huis altijd een
tijdelijke oplossing voor kinderen die op een erkende school staan ingeschreven. Het is
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 25
voor ouders en scholen van groot belang om goed geïnformeerd te zijn over de
faciliteiten die de dienstverlening onderwijsondersteuning aan zieke leerlingen (OZL)
zonder bijkomende kosten kan bieden.
Consulenten OZL, die allen deel uitmaken van het netwerk Ziek Zijn en Onderwijs
(Ziezon), hadden tot op heden doorgaans de taak om de begeleiding van zieke leerlingen
uit te voeren en in deze begeleidingsperiode eventueel toe te werken naar een
rugzakaanvraag voor een clusterschool. In het verleden was er bij de inzet van een
consulent dus veelal sprake van een kortdurend en afgebakend traject waarbij telkens
een einddatum werd afgesproken. Met de invoering van passend onderwijs kunnen
consulenten OZL nog steeds een belangrijke rol spelen, zowel bij de initiële begeleiding
als door te adviseren bij de totstandkoming van een arrangement. OC&W heeft het
budget dat beschikbaar is voor de financiering van de onderwijsondersteuning aan zieke
leerlingen niet toegekend aan de samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Dit
budget blijft ongewijzigd bij de instellingen waar de consulenten in dienst zijn zonder
wijziging in taakomschrijving.
Voor meer informatie zie: www.ziezon.nl.
3.3 Kwantitatieve resultaten
In deze paragraaf beschrijft Amstelronde haar kwantitatieve resultaten te bereiken in
2018.
SBO en SO deelname
Zoals hiervoor aangegeven streeft Amstelronde naar een deelnamepercentage van het
Speciaal basisonderwijs (SBO) van 2% en naar een deelnamepercentage van het
Speciaal onderwijs (SO), categorie 1, 2 en 3 van 1% in 2018. Daarmee dient rekening
gehouden te worden met eventuele rechtstreekse instroom van leerlingen die vanuit hun
voorschoolse periode directe instromen naar scholen voor SBO en SO van genoemde
categorieën. Hierop heeft het samenwerkingsverband geen invloed.
Thuiszitters.
Amstelronde streeft naar nul thuiszitters in 2018. Toch zullen zich, door omstandigheden
waar geen invloed op is, thuiszitters (blijven) voordoen. In dat geval streeft Amstelronde
naar een zo snel en adequaat mogelijke oplossing waarbij in samenwerking tussen school
(van herkomst), ouders, leerplicht, samenwerkingsverband, school (van toekomst) en
eventuele andere instanties, een vlotte plaatsing op een school mogelijk wordt19.
Doorlooptijden van processen binnen het samenwerkingsverband
Amstelronde streeft naar een zo snel mogelijke dienstverlening vanuit het
samenwerkingsverband met korte lijnen naar vaste contactpersonen binnen elke regio
(Aalsmeer, Uithoorn, Noord en Zuid). Daarbij zal telefonisch contact zijn tussen de school
en een Amstelrondespecialist20 vanuit het samenwerkingsverband, waarna overgegaan
kan worden tot vlotte en adequate actie. Binnen maximaal één werkweek is er contact
gerealiseerd tussen de school en de Amstelrondespecialist om nader af te stemmen en/of
19
Zie het plaatsingsprotocol . 20
Amstelrondespecialist is de onderwijsspecialist van het samenwerkingsverband.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 26
nadere afspraken te maken..
Beroep op doorzettingsmacht
Het kan in voorkomen dat een school een leerling niet wil of kan plaatsen. In overleg
met het betreffende schoolbestuur, de (beoogde) school, het samenwerkingsverband en
leerplicht zal gezocht worden naar een oplossing. Amstelronde is op zoek naar
mogelijkheden om in gevallen waarin de oplossing op bovengenoemde wijze niet tot
stand komt, doorzettingsmacht te organiseren en te beleggen bij de directie
Amstelronde. .
Klachten en beroep en bezwaar
Het samenwerkingsverband gaat mediation inzetten als er een verschil van mening
ontstaat over de te kiezen oplossing. Het is mogelijk om een erkende mediator uit het
eigen samenwerkingsverband bij een geschil te vragen maar ook kan een onafhankelijke
partij (van elders bijvoorbeeld uit een ander samenwerkingsverband). Het gaat bij
mediation niet om ‘gelijk krijgen’ en ‘winnen’, zoals bij een juridisch procedure of bij een
geschillencommissie het geval is. De mediator spant zich in om de belangen van alle
betrokkenen zo goed mogelijk tot hun recht te laten komen. De mediator doet geen
uitspraak over het geschil of conflict, maar begeleidt de betrokkenen in hun overleg en
onderhandelingen.
Een andere mogelijkheid voor ouders en school is om gebruik te maken van het
landelijke netwerk van onderwijsconsulenten21, die ook bemiddeling tussen ouders en
school verzorgen.
Wanneer ouders en school er samen niet uitkomen en wanneer de klacht het
samenwerkingsverband betreft, kunnen ouders en/of school het geschil ook voorleggen
aan de landelijke geschillencommissie passend onderwijs22 waarbij het
samenwerkingsverband is aangesloten (zie ook par. 6.5). De commissie hoort de
partijen, toetst of het besluit en/of de handeling in redelijkheid en na afweging van de
belangen van alle betrokkenen is genomen en/of uitgevoerd en doet een voor alle
partijen bindende uitspraak. Daarnaast bestaat er altijd de mogelijkheid om het geschil
voor te leggen aan de rechter of de commissie gelijke behandeling.
21
http://www.onderwijsconsulenten.nl/over-ons/netwerk.dot 22
http://www.onderwijsgeschillen.nl/passend-onderwijs/geschillencommissie-passend-onderwijs/
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 27
4. Inrichting passend onderwijs
In dit hoofdstuk geeft Amstelronde inzicht in hoe zij, in de praktijk, haar samenhangend
en dekkend geheel van ondersteuningsvoorzieningen heeft ingericht. Daarbij wordt het
proces beschreven van preventie, signalering en eerste aanpak tot aan een daadwerkelijk
arrangement (de route). Daarnaast worden de voorzieningen omschreven, die het
samenwerkingsverband heeft ingericht om de betreffende arrangementen uit te voeren
(aanbod).
Jeugdhulp en onderwijsondersteuning maken beiden deel uit van een samenhangend
netwerk van ondersteuningsvoorzieningen voor alle jeugdigen binnen het
samenwerkingsverband. In dit hoofdstuk beschrijft het samenwerkingsverband haar
eigen voorzieningen. In hoofdstuk 7 wordt nader ingegaan op de aansluitende
preventieve voorzieningen vanuit gemeenten (bijvoorbeeld vanuit het Centrum voor
Jeugd en Gezin), als de meer aansluitende curatieve interventies (vanuit bijvoorbeeld
de jeugdhulp).
4.1 Vormgeving zorgplicht –goed onderwijs vormt de basis
Kernelementen van de wetswijziging passend onderwijs zijn de zorgplicht, de niet
vrijblijvende samenwerking tussen schoolbesturen en budgetfinanciering. Het geheel van
maatregelen dat betrekking heeft op de onderwijsondersteuning van zittende en nieuwe
leerlingen (aanmelding, inschrijving en toelating) vat de wetgever samen in het juridisch
begrip zorgplicht. De zorgplicht ligt bij het bevoegd gezag van de school en is van
toepassing op leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben en die niet zonder meer
het onderwijs kunnen doorlopen. Als een school geen passende onderwijsplek kan
bieden, moet zij ervoor zorgen dat de leerling op een andere school kan worden
geplaatst. Om de zorgplicht waar te kunnen maken moeten alle scholen voor regulier en
(voortgezet) speciaal onderwijs binnen een samenwerkingsverband met elkaar
samenwerken. Deze samenwerking is niet vrijblijvend. Doel is om gezamenlijk een
dekkend aanbod van onderwijsondersteuning in de regio te bieden, zodanig dat
leerlingen – al dan niet met extra ondersteuning - een ononderbroken
ontwikkelingsproces kunnen doormaken.
De scholen en schoolbesturen van Amstelronde zien de basis voor de zorgplicht in het
realiseren van goed onderwijs. De scholen van Amstelronde willen de lat hoog leggen
voor wat betreft de ambitie om goed onderwijs te realiseren voor alle leerlingen. De
verantwoordelijkheid om deze ambitie te realiseren ligt bij de schoolbesturen zelf. Het
samenwerkingsverband zal dit zoveel mogelijk in samenspraak met de scholen en
schoolbesturen ondersteunen en faciliteren. Het is de opdracht voor scholen en
schoolbesturen in het samenwerkingsverband om tot een continuüm van onderwijs te
komen zodat een dekkend netwerk van thuisnabije onderwijsondersteuning ontstaat.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 28
4.2 Basisondersteuning
Wettelijk is vastgesteld dat het samenwerkingsverband een niveau van
basisondersteuning vaststelt in het ondersteuningsplan. De wet biedt ruimte om een
eigen invulling te geven aan de afspraken over het niveau van basisondersteuning. De
basisondersteuning zorgt dat ouders weten wat zij tenminste van iedere school in de
regio mogen verwachten van het onderwijs en de onderwijsondersteuning. Daarmee
wordt ook duidelijk welke bekwaamheidseisen aan het personeel kunnen worden gesteld.
Een verbreding van interventies in de onderwijsondersteuningsstructuur binnen de school
heeft consequenties voor het handelen van leerkrachten en ondersteuners op school.
In Amstelronde moeten alle scholen voldoen aan het basisarrangement van de
inspectie23. Het bestuur en de directeur van de school zijn verantwoordelijk voor deze
basiskwaliteit van het primaire proces. De basisondersteuning omvat meer dan de
basiskwaliteit. Bij basisondersteuning gaat het om het afgesproken geheel van
interventies (bij voorkeur preventief soms ook curatief) die binnen de
onderwijsondersteuningsstructuur van de school planmatig en op een overeengekomen
kwaliteitsniveau, eventueel in samenwerking met zorgpartners, worden uitgevoerd. Een
hoog niveau van basisondersteuning laat onverlet dat een deel van de kinderen extra
ondersteuning en/of jeugdhulp nodig heeft. Zij kunnen gebruik maken van onderwijs- en
zorgarrangementen die de school zoveel mogelijk zelf organiseert. Voor alle vormen van
onderwijsondersteuning die de basisondersteuning overstijgen hanteren we het begrip
‘extra ondersteuning’. Alle scholen hebben hun schoolondersteuningsprofiel24 (sop)
beschreven, zodat er zicht is op de mogelijkheden van de basisschool zelf en van de
andere basisscholen in de buurt of in de gemeente. Ook is er zicht op het sop van de
scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO) en speciaal onderwijs (SO).
Binnen Amstelronde is het ambitieniveau voor de basisondersteuning gesteld op het
niveau van de ‘smalle ondersteuningsschool’ (zie bijlage 1). Dit ambitieniveau dient in
augustus 2018 voor 80% van de scholen bereikt te zijn. Om dit relatief hoge niveau van
basisondersteuning te kunnen bereiken, zullen scholen voldoende middelen moeten
krijgen om dit verantwoord en adequaat te kunnen realiseren. Dat betekent dat het
huidige niveau van basisondersteuning gesteld wordt op dat van een netwerkschool.
4.3 Extra ondersteuning
Binnen het samenwerkingsverband wordt een dekkende infrastructuur van extra
onderwijsondersteuning ingericht om alle kinderen met een extra ondersteuningsvraag
een passend aanbod te kunnen bieden. Deze extra onderwijsondersteuning omvat alle
vormen en combinaties van onderwijs, ondersteuning en/of zorg die de
basisondersteuning overstijgen. De grens tussen basisondersteuning en extra
ondersteuning wordt door het samenwerkingsverband bepaald. Aan de bovenkant wordt
de extra ondersteuning begrensd door het beschikbare budget van het
samenwerkingsverband.
23
Indien de onderwijsinspectie geen tekortkomingen constateert komt de school in aanmerking voor het basisarrangement. Zie ook: http://www.onderwijsinspectie.nl/onderwijs/Primair+onderwijs 24
het schoolondersteuningsprofiel is een beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen die extra ondersteuning behoeven (art. 1 WPO, art. 1 WEC, art. 1 WVO)
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 29
De extra ondersteuning wordt georganiseerd in de vorm van arrangementen. Deze
kunnen variëren van licht en tijdelijk tot intensief en langdurend of structureel van aard.
Volgens de uitgangspunten van Amstelronde zal deze extra ondersteuning zo thuisnabij
mogelijk plaatsvinden, waarbij gebruik gemaakt wordt van het zelf organiserend
vermogen van scholen.
De doelstelling van passend onderwijs is niet het aantonen van extra onderwijsbehoeften
en daar middelen aan te koppelen, maar het onderwijs zodanig aanpassen dat een extra
onderwijsbehoefte geen belemmering meer vormt.
Basisscholen kunnen dus (in principe) geen extra middelen aanvragen door het aantonen
van extra onderwijsbehoeften van leerlingen. Het samenwerkingsverband geeft scholen
direct de beschikking over een deel van de ondersteuningsmiddelen waarmee zij extra
ondersteuning op maat en tijdig kunnen inzetten. Het bedrag wordt bepaald door het
aantal leerlingen van de school (lump sum financiering).
Een school kan deze extra middelen direct gebruiken om de basisondersteuning verder te
verbreden of om dit aan te wenden voor de extra ondersteuning. Deze middelen kunnen
ingezet worden voor inzet van expertise vanuit de school zelf of het inhuren van
expertise van buitenaf. Ook kunnen de middelen (op termijn) ingezet worden om bij te
dragen in de kosten van een (tijdelijke of deeltijd) plaatsing op een school voor speciaal
(basis) onderwijs (SBO of SO).
Voorbeelden van arrangementen zijn:
Tijdelijk toegevoegde ondersteuning voor de leerkracht en/of het schoolteam op
de eigen school (bijvoorbeeld: co-teaching).
Een tijdelijke plaats voor een leerling in een voorziening binnen de eigen school of
binnen een bovenschoolse voorziening, bijvoorbeeld een te organiseren
opvangklas voor kinderen met gedragshulpvragen.
Een gecombineerd traject van onderwijs en jeugdzorg (een onderwijs- en
zorgarrangement).
Een tijdelijke plaats of observatie binnen speciaal (basis) onderwijs.
4.4 Toeleiding naar extra ondersteuning – start op de basisschool
In de wetswijziging passend onderwijs is vastgelegd dat ouders hun kind schriftelijk
aanmelden bij de school van hun voorkeur. Schoolbesturen spreken lokaal beleid af over
aanmelding en inschrijving van leerlingen. Een schriftelijke aanmelding houdt in dat
ouders een inschrijfformulier van de school invullen en ondertekenen. Dit doen zij
minimaal tien weken voordat zij plaatsing op een basisschool willen. Ouders kunnen
aangeven als zij vermoeden dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft. Bij de eerste
aanmelding in het primair onderwijs vormt die informatie, eventueel aangevuld met
informatie vanuit de voorschoolse periode, de belangrijkste basis voor de school van
voorkeur om vast te stellen of een kind extra ondersteuning nodig heeft.
De school moet binnen zes weken beslissen of de leerling kan worden toegelaten. Deze
periode kan eenmaal met maximaal vier weken worden verlengd.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 30
Als een school de leerling niet kan toelaten, moet de school (of het schoolbestuur) een
passende onderwijsplek op een andere school zoeken. Dat kan een andere reguliere
basisschool zijn of een school voor speciaal (basis) onderwijs. Voor het speciaal (basis)
onderwijs is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig.
Voor leerlingen waarvan, voordat ze naar de basisschool gaan, bekend is dat ze extra
ondersteuning nodig hebben (bijvoorbeeld omdat ze van geboorte af aan al extra zorg
nodig hebben, bijvoorbeeld kinderen die in een Medisch Kinderdagverblijf (MKD)
opgevangen worden) en waarvan duidelijk is dat ze rechtstreeks instromen in het
speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs, dient het samenwerkingsverband een TLV
af te geven. De kosten voor plaatsing van deze kinderen is niet te herleiden naar een
basisschool van herkomst aangezien deze kinderen geen basisschool van herkomst
hebben. Dat betekent dat de kosten van deze rechtstreekse instroom voor rekening zijn
van Amstelronde.
4.4.1 Procedure en voorwaarden – arrangeren op school
Passend onderwijs gaat ervan uit dat voor elk kind de meest passende onderwijsplek en
de meest adequate ondersteuning wordt geboden. Het liefst op de eigen school, zo dicht
mogelijk bij huis en binnen het samenwerkingsverband. Het doorlopen van de route en
daarmee het vinden van de meest geschikte plek voor ondersteuning, begint op de
basisschool zelf. Dit gebeurt vanuit het denkkader van Handelingsgericht werken (HGW).
Handelingsgericht werken stelt de onderwijs ondersteuningsbehoefte(n) van leerlingen
centraal (in plaats van hun beperkingen) en zet sterk in op continue afstemming tussen
school (leerkracht), leerling en ouders. Daarnaast gaat HGW uit van doelgericht,
systematisch en transparant werken.
Een eerste richtlijn is dan ook de afspraak dat alle scholen handelingsgericht werken. Dit
betekent ook dat scholen werken volgens (de zorgindicatoren van) het inspectiekader.
Dit zijn basisvoorwaarden voor de eerste stap in het arrangeertraject: het signaleren en
opschrijven van de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van een leerling. Het zorgt
ervoor dat in handelingsgerichte termen op papier kan worden gezet wat een leerling
nodig heeft om een volgende stap te maken in zijn of haar ontwikkeling.
Voor de leerkracht betekent dit concreet dat hij de cyclus van HGW in de klas doorloopt
en op de juiste wijze de niveaus van ondersteuning volgt.
Meer algemeen vraagt het van de leerkracht dat deze moet kunnen reflecteren op het
eigen gedrag zodat zij25 systematisch en professioneel op de gesignaleerde onderwijs- en
ondersteuningsbehoefte(n) van het kind kan inspelen, eventueel met behulp van extern
advies en/of ondersteuning.
Ondersteuningsteam
Op het moment dat de leerkracht, ondanks het doorlopen van de HGW-cyclus en haar
eigen professionaliteit, handelingsverlegen raakt, roept zij de hulp in van de interne
begeleider. Indien ook leerkracht en intern begeleider er samen niet uitkomen, wordt de
hulp ingeroepen van het ondersteuningsteam (OT), ook wel zorgteam genoemd. Dit team
is wisselend van samenstelling. Afhankelijk van de ondersteuningsvraag of –vragen die
25
Overal in de tekst waar zij of haar verwijst naar ‘de leerkracht’ kan ook hij of hem gelezen worden. Hiervoor is gekozen omdat het merendeel van de leerkrachten in het basisonderwijs vrouw is.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 31
er liggen, zal het ondersteuningsteam bestaan uit: leerkracht, intern begeleider,
ouder(s)/verzorger(s), directielid school, GGD (jeugdverpleegkundige of schoolarts),
maatschappelijk werk (schoolmaatschappelijk of jeugdmaatschappelijk werk) expertise
vanuit de onderwijskant (Amstelrondespecialist) en indien nodig expertise vanuit de
thuis- en/of gezinskant (gezinsspecialist). Deze laatste functionaris kan samen met
maatschappelijk werk inschatten of er meer of andere ondersteuning nodig is in het
gezin, via de sociale wijkteams waar (veel) gemeenten mee (gaan) werken. Indien zich
vragen voordoen die voornamelijk liggen op het vlak van thuis- en gezinsproblematiek,
dan zal dit zo snel mogelijk opgepakt moeten worden door instanties die daarop ingezet
kunnen worden. Zo kan de school zich concentreren op haar hoofdtaak: het verzorgen
van goed onderwijs.
Het ondersteuningsteam heeft als taak om de ondersteuningsvraag van het kind, door
actieve inbreng van alle deelnemers van dit overleg, te verhelderen en op zoek te gaan
naar een passende aanpak die vlot, bij voorkeur op de school zelf en in zo licht mogelijke
vorm, gerealiseerd kan worden. Een ondersteuningsteam is een op actie gericht team,
dat snel en adequaat overgaat tot handelen. Indien bij de ondersteuningsvraag van een
kind gedacht wordt aan speciaal basisonderwijs (SBO) of speciaal onderwijs (SO) worden
deskundigen vanuit SBO of SO van de beoogde school uitgenodigd in het OT. Inhoudelijk
vindt dan in dat geval in het Ondersteuningsteam de voorbereiding plaats voor de
Toelaatbaarheidsverklaring (TLV).
4.4.2 Ontwikkelingsperspectief
Voor elke leerling in het regulier onderwijs die extra ondersteuning nodig heeft dient een
ontwikkelingsperspectief26 (OPP) opgesteld te worden. Deze verplichting bestaat al voor
alle leerlingen in het speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs, maar is met passend
onderwijs ook van toepassing op leerlingen die extra ondersteuning ontvangen in de
reguliere basisschool.
De school stelt in geval van extra ondersteuning een ontwikkelingsperspectief (OPP) op
en moet dit voorleggen aan de ouders. Er ligt een wetsvoorstel dat regelt dat ouders
instemmingsrecht hebben op het handelingsdeel van het plan. In het
ontwikkelingsperspectief voor een leerling in het regulier onderwijs zijn in ieder geval
opgenomen:
de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed zijn op het
onderwijsproces;
het te verwachten uitstroomniveau van de leerling en een onderbouwing daarvan;
de afwijkingen van het reguliere onderwijsprogramma en de te bieden begeleiding
en ondersteuning
Scholen voor speciaal onderwijs nemen in hun ontwikkelingsperspectief alleen de eerste
twee punten op.
4.4.3 Deskundigenadvies
Het samenwerkingsverband is verplicht om, bij de beoordeling van de toelaatbaarheid
van een leerling tot het SBO of het (V)SO, een deskundigenadvies in te winnen. Per
26
Het ontwikkelingsperspectief is een onderbouwde set uitspraken over wat een haalbaar einddoel (uitstroomniveau) is voor een bepaalde leerling en wat de school gaat doen om daar te komen.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 32
Algemene Maatregel van Bestuur is vastgelegd dat het deskundigenadvies noodzakelijk is
als er gedacht wordt aan SBO of (V)SO, bestaand uit twee deskundigen, waarvan
tenminste één een orthopedagoog is. Voor de toekenning van andere vormen van extra
ondersteuning is een deskundigenadvies niet verplicht. Ouders kunnen hier wel om
vragen en dan zal het samenwerkingsverband dit adequaat moeten organiseren.
De in paragraaf 4.4.1 voorgestelde werkwijze van arrangeren op schoolniveau door
middel van het ondersteuningsteam (of zorgteam), met daarin in elk geval een
Amstelrondespecialist (vanuit het samenwerkingsverband), heeft als voordeel dat
hiermee voldaan wordt aan de wettelijke verplichting tot het inrichten van een
deskundigenadvies.
Dit deskundigenadvies is verplicht voorafgaand aan een verwijzing naar het SBO of SO
en facultatief (op aanvraag van ouders) bij het inzetten van extra ondersteuning.
Door het opleggen van deze verplichting is geborgd dat het samenwerkingsverband
relevante deskundigheid betrekt bij de beslissing over het wel of niet verwijzen van
leerlingen naar speciale voorzieningen in of buiten het samenwerkingsverband.
4.4.4 Toelaatbaarheidsverklaring (TLV)
Per 1 augustus 2014 verdwijnt de leerlinggebonden financiering (het rugzakje), de
Regionale Expertisecentra (REC’s) worden opgeheven en de verplichte landelijke
indicatiestelling voor het (voortgezet) speciaal onderwijs (door de Commissie voor
Indicatiestelling, CvI) verdwijnt. Ook de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) die
nu nog de beschikkingen voor het speciaal basisonderwijs (SBO) afgeeft, verdwijnt.
Het samenwerkingsverband bepaalt of een leerling in aanmerking komt voor extra
ondersteuning en organiseert het afgeven van een toelaatbaarheidsverklaring (TLV).
Er komen vier verschillende toelaatbaarheidsverklaringen:
SBO
Categorie 1 (zml, lzk, cluster 4)
Categorie 2 (lg)
Categorie 3 (mg)
Het gaat daarbij om de afgifte van toelaatbaarheidsverklaringen (TLV) voor plaatsing in
het speciaal basisonderwijs (SBO) of het speciaal onderwijs (SO), categorie 1, 2 en 3.
Het inrichten en uitrusten van een ondersteuningsteam op elke school (zoals hiervoor
beschreven) garandeert dat er aan de voorkant van het traject voldoende expertise in de
school aanwezig is. Dit impliceert dat het samenwerkingsverband erop kan vertrouwen
dat scholen tot een weloverwogen afweging komen welk arrangement het beste past bij
de ondersteuningsbehoefte van een leerling.
De conclusie van het Ondersteuningsteam (OT) kan zijn dat een leerling het best
geholpen is met plaatsing op het SBO of het SO. De TLV wordt (als onderdeel van het
arrangeren en met behulp van beschikbare expertise) op het niveau van de school in het
OT voorbereid. Toch is het wettelijk verplicht dat het samenwerkingsverband de TLV
afgeeft. Na voorbereiding van de TLV door het OT vindt door het samenwerkingsverband
een procedurele toetsing plaats. Bij een dergelijke toets wordt gecontroleerd of alle
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 33
verplichte en gewenste stappen in het proces op juiste wijze zijn doorlopen. Met name
wordt gekeken of ouders in voldoende mate betrokken zijn geweest bij de
totstandkoming van de beslissing tot een TLV. Enerzijds wordt hiermee voldaan aan de
wettelijke verplichting en anderzijds wordt hiermee het vertrouwen in de
arrangeercapaciteit van scholen uitgesproken. Het samenwerkingsverband geeft een TLV
af als door vier partijen in het overleg overeenstemming is bereikt en daarvoor getekend
is, te weten: school van herkomst, ouders, beoogde SBO of SO school en een deskundige
(in het kader van het verplichte deskundigenadvies).
Een tweede aspect betreft het deskundigenadvies dat verplicht is bij een TLV en
facultatief is bij extra ondersteuning. Indien in het ondersteuningsteam op school een
orthopedagoog aanwezig is, wordt voldaan aan de eerste eis die gesteld wordt aan het
deskundigenadvies. Toch kan het voorkomen dat ouders en school structureel van
mening verschillen over het in het ondersteuningsteam vormgegeven arrangement.
In dat geval kan het primaire deskundigenadvies (in het ondersteuningsteam) niet nog
eens de eigen beslissing beoordelen. Op het niveau van het samenwerkingsverband
organiseert Amstelronde de tweede deskundigheid door de Amstelrondespecialist vanuit
een van de andere drie kernen.
Plaatsing in het Speciaal onderwijs zonder TLV
Een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) is in sommige gevallen niet nodig. Er zijn kinderen
die op medische indicatie (bijv. door de kinderpsychiater) rechtstreeks verwezen kunnen
worden op een school voor speciaal onderwijs, waar passend onderwijs geboden kan
worden. De kosten voor het speciaal onderwijs voor deze kinderen (het onderwijsdeel)
zijn voor rekening van het samenwerkingsverband.
Compensatiemaatregel AWBZ 2014-2015
De afgelopen jaren zijn steeds meer kinderen met zeer complexe problematiek speciaal
onderwijs gaan volgen. De financiering in het speciaal onderwijs bleek in een aantal
gevallen tekort te schieten om deze kinderen op verantwoorde wijze aan het speciaal
onderwijs te kunnen laten deelnemen. Om de begeleiding van deze leerlingen binnen de
school te kunnen garanderen, is de mogelijkheid geschapen om AWBZ-middelen in te
zetten binnen het onderwijs. Het ministerie van OCW stelt daarnaast sinds 1 januari
2010 jaarlijks 10 miljoen euro beschikbaar via een compensatieregeling welke wordt
uitgevoerd onder regie van het REC. Per 1 augustus 2014 wordt dit budget onderdeel van
het ‘zware ondersteuningsbudget’ van het samenwerkingsverband (€3,98 per kind).
Amstelronde maakt het mogelijk om extra ondersteuning in de vorm van een
ondersteuningsbudget toe te kennen aan kinderen die voorheen middelen ontvingen uit
de compensatiemaatregel AWBZ om onderwijs mogelijk te maken.
Ten behoeve van 2014-2015 geldt de volgende procedure:
A. Wanneer een leerling op school behoefte heeft aan een x-aantal uren persoonlijke
verzorging (PV) verpleging (VP) en/of begeleiding (BG) brengt de school dat per
categorie (PV< VP< BG) in kaart. Voor de uren die de school niet volledig kan
leveren, klopt zij aan bij de ouders om gebruik te maken van de richtlijn
“afbakening en reikwijdte AWBZ en onderwijs“ (2004). Het Centrum
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 34
Indicatiestelling Zorg (CIZ) zal deze aanvraag in behandeling nemen, of het
Bureau Jeugdzorg (als het gaat om een kind met een psychiatrische stoornis).
B. Het indicatieorgaan AWBZ (CIZ of BJZ) indiceert vervolgens (de totale
zorgbehoefte 24/7) en is verplicht op het indicatiebesluit expliciet aan te geven
hoeveel uren persoonlijke verzorging, verpleging en/of begeleiding er ten behoeve
van inzet op school nodig zijn.
C. Bij een negatieve AWBZ-indicatie of een indicatie voor minder uren dan door de
school benodigd (zoals vastgesteld onder A), kan de school zich wenden tot het
samenwerkingsverband met een vraag naar middelen voor extra zorg voor 2, 4 of
6 uur per week. (€ 3.000, € 6.000, of € 9.000). De school onderbouwt daarbij de
noodzaak voor de gevraagde omvang van de benodigde middelen.
Bij de beoordeling van de aanvraag hanteert het samenwerkingsverband de
volgende criteria:
1. Een school kan per leerling slechts één aanvraag indienen (voor een heel
schooljaar, dan wel voor de periode vanaf 1 januari tot aan 1 augustus van
datzelfde schooljaar).
2. Een school betrekt in ieder geval de ouders van de leerling, de ambulant
begeleider of de commissie van begeleiding bij de aanvraag. Als een
leerling in een instelling woont, wordt een vertegenwoordiger van de
instelling bij de aanvraag betrokken.
3. Voor elke leerling met een behoefte aan extra zorg, kan de vergoeding
worden aangevraagd ongeacht de school(soort) waar de leerling verblijft.
De school toont aan:
a. dat de leerling meer zorg nodig heeft dan de school redelijkerwijs kan
bieden en
b. dat die zorg meer is dan het aantal uren AWBZ-zorg dat ten behoeve
van inzet op school is opgenomen in het AWBZ-indicatiebesluit van het
kind.
D. Per schooljaar worden twee momenten voor toekenning gehanteerd. Aanvragen
voor een heel schooljaar worden ingediend vóór 1 september en uiterlijk in
oktober beoordeeld. Aanvragen voor de tweede helft van het schooljaar worden
vóór 1 januari ingediend en uiterlijk in februari beoordeeld.
Symbiose
De huidige wettelijke regeling van symbiose maakt het voor leerlingen in het speciaal
onderwijs mogelijk om een deel van het onderwijs op een reguliere basisschool of een
school voor speciaal (basis)onderwijs te volgen. (Speciaal) Basisonderwijs en speciaal
onderwijs maken onderling afspraken over het programma en de bekostiging en leggen
dit vast in een symbioseovereenkomst. Er zijn geen voorwaarden voor de minimale
lengte en het minimale aantal uren. Deze flexibilisering maakt het voor scholen
gemakkelijk om een onderwijsarrangement te bieden dat past bij de mogelijkheden van
de leerling. De afspraken die worden gemaakt, worden opgenomen in het
ontwikkelingsperspectief van de leerling.
4.4.5 Rechtstreekse instroom vanuit voorschoolse voorzieningen
Er is een categorie kinderen die (vanaf geboorte) zoveel zorg en ondersteuning nodig
hebben dat op voorhand duidelijk is dat zij naar het speciaal basisonderwijs of speciaal
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 35
onderwijs gaan. Ook voor deze kinderen is een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) van het
samenwerkingsverband nodig. Deze wordt afgegeven voor de hele basisschoolperiode.
Bij de start van het onderwijs in deze situatie is er geen basisschool in beeld. Immers
ouders wisten op voorhand dat hun kind naar het speciaal (basis) onderwijs zou gaan en
hebben hun kind niet bij het reguliere onderwijs aangemeld.
De ouders vragen een TLV aan bij het samenwerkingsverband, samen met de daarvoor
geselecteerde hulpverleners. Het samenwerkingsverband heeft afspraken gemaakt27 met
de instanties die in een vroeg stadium de ouders en het kind, waarvan bekend is dat het
ook op school extra ondersteuning nodig heeft, begeleiden. Het betreft de JGZ, MEE, Ons
Tweede Thuis28. De hulpverlenende instantie zoekt samen met ouders een school naar
keuze en kan vervolgens een TLV aanvragen bij het samenwerkingsverband. Een tweede
deskundige, bijvoorbeeld de orthopedagoog van het speciaal (basis) onderwijs, is nodig
om het deskundigenadvies te vervolmaken. Daarna verstrekt het samenwerkingsverband
de TLV.
Bij ernstig meervoudig beperkte leerlingen (EMB)29 hanteert Amstelronde een
vereenvoudigde procedure van toelaatbaarheid. Dit om te voorkomen dat de
toelaatbaarheid tot het SO, categorie 3, telkens uitvoerig moet worden beoordeeld
waarmee overbodige bureaucratie wordt voorkomen.
Deze vereenvoudigde procedure, geldend voor bovengenoemde leerlingen houdt in dat:
* toelaatbaarheidsverklaringen voor EMB leerlingen als beschreven onder A, B en C
eenmalig worden afgegeven en vervolgens geldig zijn gedurende het hele verblijf op
het SO. Veel leerlingen maken de overstap naar het voortgezet (speciaal) onderwijs
op de leeftijd van 12 jaar, maar in elk geval verlaten de leerlingen het speciaal
onderwijs aan het einde van het schooljaar waarin zij de leeftijd van 14 jaar hebben
bereikt;
* bij de overstap van SO naar VSO een nieuwe toelaatbaarheidsverklaring moet
worden aangevraagd bij het SWV VO. Deze verklaring is vervolgens geldig gedurende
het hele verblijf op het VSO. In elk geval verlaten de leerlingen het voortgezet
speciaal onderwijs aan het einde van het schooljaar waarin zij de leeftijd van 20 jaar
hebben bereikt.
4.4.6 Leerlingen uit een andere regio
Het zal met enige regelmaat voorkomen dat een leerling uit een andere regio in de regio
Amstelronde komt wonen. De leerling die in een ander samenwerkingsverband extra
ondersteuning heeft gekregen, zal dit in onze regio ook nodig hebben. Indien het kind
een TLV uit een andere regio heeft voor SBO of SO, zal het samenwerkingsverband dit in
principe overnemen met het oog op het verminderen van de bureaucratie. Wanneer er
27
Deze afspraken moeten nog gemaakt en vastgelegd worden. 28
Aanvullen met andere relevante instanties en voorzieningen in de regio. 29
A. een laag ontwikkelingsperspectief ten gevolge van een ernstige verstandelijke beperking (IQ < 35), vaak met moeilijk te ‘lezen’ gedrag en ernstige sensomotorische problematiek (zoals ontbreken van spraak, bijna niet kunnen zitten/staan), of B. een matig tot lichte verstandelijke beperking (IQ tussen 35 en 70) en een grote zorgvraag ten gevolge van ernstige en complexe lichamelijke beperkingen, of C. een matig tot lichte verstandelijke beperking (IQ tussen 35 en 70) in combinatie met moeilijk te reguleren gedragsproblematiek als gevolg van ernstige psychiatrische stoornissen
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 36
sprake is van een andere vorm van ondersteuning, zal de school volgens de werkwijze
van het ondersteuningsteam (zorgteam), samen met ouders en eventuele deskundigen
kijken welke ondersteuningsmogelijkheden het beste geboden kunnen worden. School,
ouders en de Amstelrondespecialist van het samenwerkingsverband zoeken gezamenlijk
naar de best haalbare oplossing.
Daarnaast zijn er leerlingen niet woonachtig in de regio die het SBO in dit
samenwerkingsverband bezoeken. Ook komt het voor dat leerlingen woonachtig in het
gebied van Amstelronde naar een SBO school gaan in een ander samenwerkingsverband.
In de eerste situatie is er sprake van inkomend grensverkeer in de tweede situatie is dat
uitgaand grensverkeer. De regeling grensverkeer, zoals nu bestaat, blijft binnen passend
onderwijs, ongewijzigd gehandhaafd.
4.5 Doorgaande lijn
In deze paragraaf beschrijft Amstelronde welke afspraken zij heeft gemaakt met zowel
voor- en vroegschoolse voorzieningen als met het voortgezet onderwijs over de
doorgaande lijn in (extra) ondersteuning.
Daarbij wordt duidelijk gemaakt wat er op het niveau van het samenwerkingsverband
gebeurt en wat de verantwoordelijkheid van individuele scholen/instellingen is. De
subparagrafen geven dus een overzicht van de afspraken, opgedeeld in beleidsafspraken
enerzijds en afspraken over werkwijzen in de praktijk anderzijds.
4.5.1 Beleidsafstemming met voorschoolse voorzieningen
Voor bijna alle kinderen is de overstap van een voorschoolse voorziening
(peuterspeelzaal, kinderdagverblijf, etc.) naar de basisschool een ingrijpende
gebeurtenis. De meeste kinderen zijn prima in staat om deze overstap naar de
basisschool goed te maken. Voor kinderen die in de voorschoolse periode al veel zorg en
ondersteuning nodig hebben, is het van belang dat dit goed wordt gecontinueerd als ze
naar de basisschool gaan. Deze doorgaande zorglijn blijkt in de praktijk niet altijd
eenvoudig te realiseren. Dit heeft te maken met het gegeven dat er tussen en vaak zelfs
binnen bepaalde gemeenten diverse (commerciële) aanbieders zijn die voorschoolse
voorzieningen organiseren. Alle betrokkenen zijn verantwoordelijk om te komen tot
goede afspraken met name waar het gaat om het afstemmen van de overdracht van
kinderen die extra zorg en ondersteuning nodig hebben van de voorschoolse periode naar
de basisschoolperiode.
4.5.2 Overdracht voorschoolse voorzieningen
Amstelronde ziet als belangrijke voorwaarde voor het realiseren van passend onderwijs
dat er concrete en praktische afspraken gemaakt worden tussen de voorschoolse
voorzieningen en de (speciale) basisscholen van Amstelronde. Het betreft praktische
afspraken tussen het samenwerkingsverband en voorschoolse voorzieningen met
betrekking tot de overdracht van leerlingen naar het primair onderwijs, afspraken over
continuïteit van ondersteuning en afspraken over de overdracht en bescherming van
leerlinggegevens. In alle gevallen wordt hier ook aangegeven wat de rol van ouders in
deze overdrachtsfase is.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 37
4.5.3 Beleidsafstemming en overdracht met voortgezet onderwijs
De overstap van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs is voor bijna alle leerlingen
een grote gebeurtenis. De meeste leerlingen zijn prima in staat deze overstap goed te
maken. Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, vormt deze overstap een
extra risico. Het is een cruciaal moment in hun schoolcarrière. Een juiste plaatsing kan
demotivatie, afstroom en schoolverzuim voorkomen. Bij de overstap is het
basisschooladvies leidend criterium. Op grond van een lange ervaring met het kind geeft
het basisonderwijs, mede gebaseerd op gegevens vanuit het leerlingvolgsysteem, advies
aan kind en ouders. Het voortgezet onderwijs is wettelijk verplicht naast het
basisschooladvies een tweede gegeven mee te laten wegen, bijvoorbeeld een Cito-
eindtoets.
Om de overgang zo optimaal mogelijk te laten verlopen hebben scholen voor PO en VO
afspraken gemaakt die zijn vastgelegd in de Kernprocedure Amstelland . Deze zijn
vastgelegd door het samenwerkingsverband VO Amstelland en de Meerlanden30.
De kernprocedure is een set van afspraken die de schoolbesturen van het voortgezet
onderwijs in de regio Amstelland samen met schoolbesturen van het basisonderwijs
hebben gemaakt. Deze afspraken gaan over het proces van de overstap van leerlingen
van een school voor primair onderwijs naar een school voor regulier voortgezet
onderwijs. Scholen in de genoemde regio’s hebben met elkaar afgesproken dat zij zich
zullen houden aan de afspraken van de kernprocedure.
Het doel van de kernprocedure is het proces van de overgang van de school voor primair
onderwijs naar het voortgezet onderwijs van de individuele leerling zo goed mogelijk
laten verlopen. Het basisschooladvies, de schoolkeuze, de aanmelding en de inschrijving
van de leerling op een school voor voortgezet onderwijs staan hierbij centraal.
De kernprocedure richt zich op vier onderdelen:
1. Zo goed mogelijke advisering van de basisschool
2. Kwalitatief hoogwaardige behandeling door de VO school
3. Helder en eerlijk proces van schoolkeuze, aanmelding en toelating
4. Verzameling van gegevens rond het schoolkeuzeproces.
Bij de overgang van leerlingen van de basisschool naar het voortgezet onderwijs,
organiseren basisscholen, indien nodig en relevant, een warme overdracht naar de school
voor voortgezet onderwijs waar de leerling naar toe gaat. In elk geval zal dit dienen te
gebeuren bij leerlingen die extra ondersteuning hebben gehad op de basisschool.
Hiermee wordt de kans op het optimaal doorzetten van een doorgaande lijn in de
ondersteuning van de jongere vergroot.
Sommige leerlingen zijn gebaat bij ondersteuning die slechts op één of enkele scholen?
voor voortgezet onderwijs geboden kan worden. Het is voor ouders mogelijk om al
eerder met deze school in gesprek te gaan over de overgang naar het voortgezet
onderwijs.
30
http://www.swvamstellandmeerlanden.nl/index.php?id=87
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 38
4.5.4 Passend voortgezet onderwijs
Voor het voortgezet onderwijs (VO) geldt, net als voor het basisonderwijs, de wet- en
regelgeving ten aanzien van passend onderwijs. Dat wil zeggen dat ook VO scholen
gehouden zijn om zo goed mogelijk ondersteuning te bieden aan leerlingen, afgestemd
op de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van de leerling.
Alle VO scholen van het samenwerkingsverband VO werken aan een goed functionerende
ondersteuningsstructuur. Dit bestaat uit het tijdig signaleren, preventief handelen,
handelingsbekwame docenten, ondersteuning van professionals, onderwijs en niet-
onderwijs gerelateerde ondersteuningsvragen.
De VO scholen hebben vanaf 1 augustus 2014 in het schoolondersteuningsprofiel
beschreven welke ondersteuning zij kunnen bieden.
Het samenwerkingsverband VO Amstelland en Meerlanden, heeft de volgende prioriteiten
gesteld:
- Actieonderzoek (ongeoorloofd) schoolverzuim
- Vaststellen afspraken over basis- en extra ondersteuning
- Professionalisering docenten, zorgcoördinatoren, mentoren
- Herinrichting van de Rebound
- Uitbreiding ZMOK plaatsen ALTRA Hoofddorp
- Inrichten van een bovenschools ZAT
- PO-VO overgang (kernprocedures) herzien/aanscherpen
- Afstemming gemeenten (januari 2013)
4.5.5 Overgang naar het Voortgezet onderwijs van leerlingen met een
Toelaatbaarheidsverklaring (TLV)
Ouders van kinderen die op het basisonderwijs een TLV hebben en die in groep 8 (of
eindgroep SBO of SO) zitten en die hun kind willen aanmelden voor een school die extra
ondersteuning kan bieden (zoals een school voor Voortgezet Speciaal Onderwijs, VSO),
dienen hun kind voor schooljaar 2014 – 2015 aan te melden bij het regioloket van
samenwerkingsverband VO Amstelland en Meerlanden. Het verdient aanbeveling dit
proces rond november van het laatste jaar (groep 8) te laten lopen om de ouders in het
voorjaar de kans te geven hun kind aan te melden bij een VSO naar keuze. Vanaf
schooljaar 2015 – 2016 lopen ook de aanmeldingen voor Leerwegondersteunend
onderwijs (LWOO) en Praktijkonderwijs (PRO) via het regioloket. Voor komend schooljaar
lopen de aanmeldingen voor LWOO en PRO nog via de Regionale Verwijzingscomissie
(RVC).
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 39
5. Samenwerking met ouders
Scholen en ouders hebben elkaar nodig bij het vormgeven van passend onderwijs. De
betrokkenheid thuis levert een bijdrage aan het succes op de school. Het
samenwerkingsverband ziet ouders als gelijkwaardige partners die een stem hebben in
het kiezen van een passend onderwijsaanbod. Scholen komen sneller tot een passende
oplossing met de ouders die zich een gelijkwaardige partner voelen. Dit laatste is alleen
mogelijk wanneer ouders actief betrokken zijn bij de totstandkoming van oplossingen.
De scholen van Amstelronde geven ouders de mogelijkheid om mee te denken en mee te
praten over de ondersteuning die zij voor hun kind belangrijk en het meest wenselijk
vinden. Dit vindt plaats door ouders actief te betrekken bij het ‘handelingsgericht
arrangeren’ in het ondersteuningsteam (OT) op school, waarbij ouders/verzorgers in
principe aanwezig zijn. Ouders weten wat hun kind nodig heeft. Bij een oplossing die
vooral vanuit de school komt, bestaat de kans dat deze na verloop van tijd minder
bruikbaar is, omdat het een oplossing is die in de ogen van ouders niet door henzelf
bedacht is.
De oplossingsrichting van school en ouders is niet altijd gelijk. De oplossing moet gezocht
worden in de dialoog waarbij de leerkracht, de ouder(s) en de leerling ideeën mogen
aandragen. In de dialoog wordt gezocht naar oplossingen en toepassingen die in het
belang zijn van de verdere ontwikkeling van de leerling.
5.1 Ouders als educatief partner
Zoals hiervoor aangegeven zijn ouders belangrijk educatieve partners in onderwijs en
opvoeding. Amstelronde wil naast het actief betrekken van ouders bij het nadenken over
wat nodig is voor de beste ontwikkeling van hun kind op school ook educatief
partnerschap in de praktijk organiseren en stimuleren, door middel van:
een nieuwsbrief van het samenwerkingsverband ook voor ouders
informatieavonden voor ouders
communicatie met ouders via de website (eventueel opgenomen in een
communicatieplan)
een paragraaf met informatie over het samenwerkingsverband in de individuele
schoolgidsen
concrete afspraken over het betrekken van ouders bij het arrangeerproces
op overeenstemming gericht overleg over het ontwikkelingsperspectief
betrekken ouders bij het vinden van een passende plek op een andere school
informatie over ondersteuning door andere instanties, bijvoorbeeld het CJG
5.2 Afstemming rondom individuele leerlingen
Amstelronde wil bevorderen en stimuleren dat ouders van een leerling goed in positie
worden gebracht zodat zij een goede bijdrage kunnen leveren aan de ondersteuning en
aanpak die nodig is voor hun kind. Dat is in Amstelronde georganiseerd door ouders
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 40
nadrukkelijk te betrekken bij de totstandkoming van het (handelingsgericht) arrangeren
in het ondersteuningsteam (zorgteam). De nadruk ligt op de continue samenwerking
tussen ouders en school: zowel op algemeen niveau als op het niveau van individuele
leerlingen.
Amstelronde biedt ouders het recht om actief mee te denken en mee te praten op school
in het proces van toewijzen van (extra) ondersteuning aan hun kind. Daarbij blijft de
eerste verantwoordelijkheid voor het kunnen realiseren van deze ondersteuning bij de
school.
Er is een wetsvoorstel in behandeling waardoor ouders instemmingsrecht krijgen op het
handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectief, mocht hun kind in aanmerking komen
voor extra ondersteuning.
Bij de wetswijziging passend onderwijs is het de school die extra ondersteuning of een
toelaatbaarheidsverklaring aanvraagt bij het samenwerkingsverband. Dit is een wijziging
ten opzichte van de huidige situatie, waarin ouders degenen zijn die een verwijzing of
indicatie aanvragen.
5.3 Ouders en medezeggenschap
Deze paragraaf behandelt de formele samenwerking tussen ouders en school: de
medezeggenschap. In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de positie van medezeggenschap
in het samenwerkingsverband. Hier is het van belang te melden dat ouders op twee
manieren inspraak hebben op de wijze waarop het samenwerkingsverband is
vormgegeven:
1. via het adviesrecht dat de Medezeggenschapsraad (MR) van een individuele
school heeft op het schoolondersteuningsprofiel;
2. via deelname in de ondersteuningsplanraad (OPR) van het
samenwerkingsverband.
Voor de medezeggenschapsorganen geldt bespreekrecht, informatierecht enzovoort.
Meer informatie daarover is te verkrijgen via het Steunpunt Medezeggenschap Passend
Onderwijs31.
31
http://www.steunpuntmedezeggenschappassendonderwijs.nl
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 41
6. Organisatie van het samenwerkingsverband
In hoofdstuk 3 zijn de beoogde kwalitatieve resultaten die Amstelronde wil realiseren met
passend onderwijs beschreven. Deze zijn nauw gerelateerd aan de in hoofdstuk 2
beschreven missie en visie en de daar genoemde uitgangspunten.
Om deze resultaten te kunnen bereiken, kiest Amstelronde voor een compacte
organisatie met een klein bestuur, bestaande uit vijf bestuursleden en een kleine
netwerkorganisatie op Amstelronde niveau. Het kunnen anticiperen op een diversiteit aan
ondersteuningsmogelijkheden voor scholen, vraagt om een flexibele organisatie met een
vaste kern (basale functies) en een flexibele schil (waarbij inhuur van expertise mogelijk
is). Het beleid is erop gericht om zoveel mogelijk middelen bedoeld voor
onderwijsondersteuning ten goede te laten komen aan het primaire proces op school en
in de klas. Deze opbouw van ondersteuningsmiddelen zal de komende jaren een
gefaseerde opbouw kennen (zie daarvoor het hoofdstuk financiën).
6.1 Bestuurlijke uitgangspunten
Bestuursmodel en ‘goed onderwijs, goed bestuur’
Het bestuur van Amstelronde is op 26 februari 2013 geïnstalleerd en werkt vanuit een
stichtingsmodel waarbij sprake is van een functionele scheiding van intern toezicht en
bestuurs- en uitvoeringstaken in de vorm van een bestuur-directiemodel. Het bestuur
neemt de rol van intern toezichthoudend orgaan op zich.
De meeste bestuursbevoegdheden zijn gemandateerd aan de directeur (directie) van
Amstelronde. Het bestuur ontwikkelt samen met de directie het toezichtkader en stelt
zich vervolgens op als toezichthouder door de resultaten te monitoren. De directie van
Amstelronde is verantwoordelijk voor de uitvoering ervan, in overleg met de
schooldirecteuren en IB-ers (vertegenwoordigd in de kernoverleggen) wordt dit beleid
voorbereid en de uitvoering van beleid, zoals vastgelegd in het ondersteuningsplan,
gevolgd.
Tenminste één maal per jaar vindt een vergadering van alle vijftien bij Amstelronde
aangesloten schoolbesturen plaats. Het bestuur verantwoordt zich jaarlijks in de
vergadering van aangeslotenen over het gevoerde inhoudelijke en financiële beleid van
het Samenwerkingsverband.
Iedere aangeslotene in de vergadering van aangeslotenen kan aanspraak maken op het
in stemming brengen van bestuursbesluiten die te maken hebben met:
- benoeming van bestuursleden;
- goedkeuring en vaststelling van het ondersteuningsplan en de meerjarenbegroting van
het samenwerkingsverband;
- wijziging van de statuten, tot fusie of splitsing van de stichting en ontbinding van de
stichting, waaronder begrepen bestemming van een eventueel batig saldo.
Bij deze stemming wordt gebruik gemaakt van een in de statuten vastgelegde weging
der stemmen gebaseerd op het aantal leerlingen van de aangeslotenen binnen het
samenwerkingsverband. Voor meer informatie met betrekking tot de bestuurlijke
inrichting wordt verwezen naar de volgende documenten: statuten Stichting Amstelronde
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 42
passend onderwijs, het daarbij behorende bestuursreglement, managementstatuut en
privacy reglement. Deze zijn op te vragen bij [email protected]
Samenstelling bestuur
Het bestuur bestaat uit vijf leden, waaronder een voorzitter. Vier leden zijn benoemd op
voordracht van de aangesloten schoolbesturen in Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel
en Uithoorn (één per gemeente). Eén lid is benoemd op voordracht van de aangesloten
besturen met een school voor speciaal (basis)onderwijs. Het bestuur wijst uit zijn midden
een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan.
6.2 Inrichting van de organisatie
Het bestuur heeft middels een mandaatbesluit de dagelijkse verantwoordelijkheid en
uitvoering belegd bij de directie van Amstelronde. De directie wordt op dit moment
(tijdelijk tot 1 augustus 2015) gevormd door de twee coördinatoren van de huidige
WSNS samenwerkingsverbanden Amstelzijde en Amstelland Zuid en de Veenlanden.
De scholen in Amstelronde zijn georganiseerd in vier kernoverleggen , zoals hieronder
aangegeven. Elke kern werkt met een preferente partner school voor Speciaal
basisonderwijs (SBO), dit is de meest dichtbijzijnde SBO-school
Kernoverleg
Aalsmeer
Kernoverleg
Noord
Kernoverleg
Uithoorn
Kernoverleg
Zuid
Antonius School
Jozef School
Oosteinderschool
De Wegwijzer
De Hoeksteen
De Graankorrel
De Brug
OBS Samen Eén
OBS De Zuidooster
OBS Kudelstaart
1e Amstelveense
Montessorischool
Michiel de Ruyter
Piet Hein
Martin L. Kingschool
Jan Hekmanschool
Grote Beer
Amstelschool
Brede S. Rembrandt
R. Venema school
Joost v.d.Vondel
Het Kofschip
Bekemaschool
De Kwikstaart
De Regenboog
De Vuurvogel
’t Startnest
‘t LAB
De Zon
De Springschans
Toermalijn
De Kajuit
2e Amstelveense
Montessorischool
De Pionier
De Zwaluw
De Westwijzer
Karel Eykmanschool
Het Palet-zuid
Willem-
Alexanderschool
De Cirkel
De Horizon
De Triangel
Vrije School Parcival
10 scholen 12 scholen 9 scholen 11 scholen
3300 leerlingen32 4281 leerlingen 2676 leerlingen 3435 leerlingen
Dolfijn (SBO)/
De Wending (SBO)
Schakel (SBO) Dolfijn (SBO) De Wending (SBO)
32
De leerlingenaantallen per kern zijn bij benadering; het aantal leerlingen SBO staat niet vermeld op dit overzicht.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 43
Kernoverleg
Het kernoverleg van scholen komt vijf keer per jaar bij elkaar. In dat overleg staat
passend onderwijs op de agenda, zowel beleidsvoorbereidend als beleidsvolgend. Het
kernoverleg wordt voorgezeten door een schooldirecteur van een van de scholen van het
gebied; een intern begeleider treedt op als secretaris van het kernoverleg. De directie
van Amstelronde wordt gevraagd en ongevraagd geadviseerd door het kernoverleg. Het
kernoverleg vormt daarmee een belangrijke bron van informatie voor directie en bestuur.
Ook draagt het kernoverleg bij aan het realiseren van draagvlak. Er is een
onkostenvergoeding beschikbaar voor de voorzitter en secretaris van het kernoverleg,
voor de voorbereiding en uitvoering van deze taak.
Afstemmingsoverleg
Naast het kernoverleg functioneert het Afstemmingsoverleg. Dit bestaat uit de vier
voorzitters en secretarissen van de kernen Aalsmeer, Uithoorn, Noord en Zuid en de
directie Amstelronde. Het Afstemmingsoverleg komt vijf keer per jaar bij elkaar,
minimaal twee weken voor het volgende kernoverleg. Doel van het Afstemmingsoverleg:
afstemming tussen de vier kernen en voorbereiding van de agenda van het volgend
kernoverleg.
Amstelrondespecialist
Per kernoverleg is een (vaste) Amstelrondespecialist aangesteld in opdracht van
Amstelronde33. De Amstelrondespecialist speelt een belangrijke rol binnen het
ondersteuningsteam van scholen. Deze functionaris is de vaste aanspreekpersoon voor
scholen in deze kern. Hij/zij kan diverse rollen spelen en functies bekleden zoals:
trajectbegeleiding, inhoudelijke deskundige (nodig bij deskundigenadvies),
makelaarsfunctie. De Amstelrondespecialist speelt een belangrijke ondersteunende rol bij
vragen die scholen hebben als leerkracht, IB en directie en ouders (dreigen) vast te
lopen bij het bieden van ondersteuning van een kind (zie hoofdstuk 4).
6.3 Ondersteuningsplanraad (OPR)
Een belangrijk aspect binnen Passend Onderwijs betreft een meer direct geregelde
medezeggenschap en grotere betrokkenheid van de oudergeleding en het onderwijsveld
bij de beleidsvoorbereiding vanuit het samenwerkingsverband. Dit in de vorm van een
ondersteuningsplanraad (OPR), bestaande uit ouders en personeel.
De hoofdtaak van de OPR is het geven van instemming op het ondersteuningsplan (elke
vier jaar en de daaruit voortvloeiende jaarplannen (jaarlijks). Om dit verantwoord te
kunnen doen, zullen de deelnemers meegenomen moeten worden in de uitgangspunten
van Passend Onderwijs en de voorgenomen specifieke beleidskeuzes van Amstelronde.
Naast het geven van instemming is de OPR bevoegd tot bespreking van alle
aangelegenheden betreffende het samenwerkingsverband.
Wat betreft de samenstelling is gebruik gemaakt van het ordeningsprincipe welke ten
grondslag ligt aan de bestuurlijke samenstelling waarbij de verhouding tussen ouders en
personeel in principe gelijk is. Dus per gemeente één personeelsgeleding en één
33
De omvang van wat nodig is voor de inzet van een Amstelrondespecialist moet nader onderzocht worden. Gedacht kan worden aan een inzet van twee dagen per week (16 uur) per week per kern.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 44
oudergeleding en voor het Speciaal (basis) onderwijs, één personeelsgeleding en één
oudergeleding. In totaal tien OPR leden34. Op deze wijze worden alle deelnemende
besturen direct of indirect in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan de OPR. De OPR
wordt voorgezeten door een door de raad benoemde voorzitter uit het eigen midden en
beschikt over een door het bestuur vastgesteld statuut en reglement35.
Op dit moment is het aantal werknemers in dienst bij Amstelronde minder dan twee en
dat betekent dat Amstelronde geen medezeggenschapsraad (MR) hoeft in te richten.
Wanneer er in de toekomst twee of meer personeelsleden in dienst komen, zal
Amstelronde overgaan tot het instellen van een MR.
6.4 Personeel
Amstelronde zal ingericht worden als netwerkorganisatie gericht op samenwerking met
partners om optimaal gebruik te kunnen maken van elkaars kennis en kunde. Omwille
van stabiliteit en continuïteit enerzijds en vanuit financieel oogpunt anderzijds is het
werkgeverschap van een aantal functies (directie, secretariaat, coördinatie en enkele
uitvoerende functies waaronder die van Amstelrondespecialisten) belegd bij het bestuur
van Amstelronde.
Tripartiete overeenkomst
Met de nieuwe wet passend onderwijs worden geldstromen verlegd van SO-besturen,
REC’s en regulier onderwijs naar de samenwerkingsverbanden. Daarnaast is er op
termijn sprake van een stapsgewijze landelijke verevening van de zware
ondersteuningsmiddelen. Deze ontwikkelingen hebben consequenties voor een aantal
groepen personeel op wie de tripartiete overeenkomst betrekking heeft. De
schoolbesturen binnen Amstelronde krijgen door deze overeenkomst een gezamenlijke
inspanningsverplichting om verlies van expertise en gedwongen ontslag van personeel
zoveel mogelijk te voorkomen. Hieronder staat per doelgroep aangegeven op welke wijze
Amstelronde haar inspanningsverplichting invult.
Personeel in dienst
van de huidige
verbanden
Amstelronde zal als netwerkorganisatie in het kader van
behoud van expertise en personeel naar rato personeel
overnemen dan wel inhuren van de huidige verbanden.
Uitgangspunt vormt hierbij de expertise die noodzakelijk is
om de activiteiten in het ondersteuningsplan te kunnen
uitvoeren (functiehuis) en anderzijds naar de organisatorische
inpasbaarheid.
Personeel benoemd op
het ‘schooldeel lgf’
binnen het regulier
basisonderwijs
In 2014-2015 zal Amstelronde het te ontvangen schooldeel
van de voormalige lgf-financiering doorzetten naar de
scholen36.
Door deze keuze krijgen schoolbesturen een jaar extra tijd
34
OPR leden kunnen aanspraak maken op een onkostenvergoeding. Deze is vastgesteld op € 50,- per deelnemer per vergadering met een maximum aantal vergaderingen van vijf per cursusjaar. 35
Statuut en reglement OPR zijn op te vragen bij [email protected] 36
Dit is afhankelijk van de uitkomsten van de inventarisatie van de (inhoud) van de rugzakken.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 45
om maatregelen te treffen ten aanzien van personeel
benoemd op het schooldeel van de leerlinggebonden
financiering. Deze maatregel kan in 2015 – 2016 nog een
keer voortgezet worden maar zal per 1 augustus 2016
eindigen.
Ambulant begeleiders
cluster 3 en 4 in
dienst van
schoolbestuur
Amstelronde maakt in 2014-2015 geen gebruik van opting-
out, de middelen blijven toegekend aan de SO-besturen. De
ambulant begeleiders worden ingezet op uitvoering van de AB
op grond van de bestaande lgf leerlingen.
In 2015-2016 komen de middelen voor ambulante begeleiding
naar het samenwerkingsverband. Amstelronde zal als
netwerkorganisatie in het kader van de
herbestedingsverplichting afspraken maken met de SO-
besturen welke op 01-10-2013 het grootste deel van de
ambulante begeleiding verzorgen en bestuurlijk aangesloten
zijn bij Amstelronde (opting-in). Met deze besturen zal een
overeenkomst worden aangegaan inzake het inhuren van
expertise. In het kader van continuïteit in de bedrijfsvoering,
het behoud van expertise en de verplichte herbesteding is het
bestuur voornemens deze overeenkomsten in principe voor
drie jaar aan te gaan waarbij in ieder geval afspraken gemaakt
worden over de gevraagde expertise vanuit Amstelronde en de
vermindering van de verplichte herbesteding volgens de dan
geldende ministeriele regeling.
Personeel in het dienst
van REC 3 en 4
Indien blijkt dat expertise binnen Amstelronde wenselijk is
waarin niet kan worden voorzien door eigen personeel,
personeel uit doelgroep 1 en 2 of reeds aangegane
samenwerking met externe partners, zal overlegd worden
met de betrokken regionale expertise centra voordat extern
geworven zal worden. Voor 1 augustus 2014 is duidelijk
of Amstelronde iets voor deze doelgroep kan betekenen.
Personeel dat als
gevolg van de
verevening mogelijk
hun baan verliest
Gezien de positieve verevening binnen de regio van
Amstelronde en de huidige betrokken
samenwerkingsverbanden is deze doelgroep niet van
toepassing.
6.5 Geschillenregeling Amstelronde is aangesloten bij Stichting Onderwijsgeschillen welke aansluiting verzorgt
bij de Arbitragecommissie samenwerkingsverbanden, de geschillencommissie
medezeggenschap, de geschillencommissie DGO, de klachtencommissie, de commissie
van beroep PO en de bezwarencommissie functiewaardering.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 46
Arbitragecommissie
samenwerkingsverband
en
De aan de Arbitragecommissie voor te leggen geschillen
kunnen betrekking hebben op de statuten van de stichting;
de onderlinge verhoudingen tussen de stichting enerzijds en
de deelnemers en/of scholen anderzijds; het door de
stichting te voeren beleid ten aanzien van de extra
ondersteuning en de bekostiging van de extra ondersteuning
en de verdeling van die bekostiging. De actuele tekst van
het reglement is beschikbaar op www.onderwijsgeschillen.nl,
tabblad ‘passend onderwijs’.
Geschillencommissie
medezeggenschap
Geschillen over aangelegenheden waar de MR of OPR
medezeggenschap over heeft of naar haar mening behoort
te hebben, kunnen door het bestuur, dan wel door de MR of
OPR, met inachtneming van het in de WMS bepaalde,
worden voorgelegd aan de Geschillencommissie
medezeggenschap. De actuele tekst van het reglement is
beschikbaar op www.onderwijsgeschillen.nl, tabblad
‘medezeggenschap’.
Geschillencommissie
DGO
Geschillen, voortvloeiend uit en/of samenhangend met door
de stichting te voeren decentraal georganiseerd overleg met
de centrales voor overheids- en onderwijspersoneel, kunnen
door het bestuur, dan wel de vertegenwoordigers van
centrales voor overheids- en onderwijspersoneel in dit
overleg, worden voorgelegd aan de Geschillencommissie
DGO.
Het betreft de commissie zoals benoemd in artikel XIII van
de cao-PO 2013, refererend aan artikel 38 van de WPO.’ De
actuele tekst van het reglement is beschikbaar op
www.onderwijsgeschillen.nl, tabblad ‘overige geschillen’.
Klachtencommissie Geschillen voortvloeiend uit de bij de stichting geldende
klachtenregeling worden voorgelegd aan de
klachtencommissie. Amstelronde is voor de behandeling van
klachten aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie
(LKC) welke in stand wordt gehouden door
Onderwijsgeschillen. De actuele tekst van het reglement is
beschikbaar op www.onderwijsgeschillen.nl, tabblad
‘klachten’.
Commissie van Beroep Personen, die in dienstverband bij de stichting werkzaam
zijn, kunnen tegen elk besluit, bedoeld in artikel 60 van de
WPO in verband met het ter zake bepaalde in de
toepasselijke cao, in beroep komen bij de Commissie van
beroep PO. De actuele tekst van het reglement is
beschikbaar op www.onderwijsgeschillen.nl, tabblad
‘beroep’.
Bezwarencommissie
functiewaardering
Personen, die in dienstverband bij de stichting werkzaam
zijn, kunnen tegen een besluit betreffende de waardering
van zijn functie, dan wel de beschrijving van zijn functie in
relatie tot de hem opgedragen taken, zoals opgenomen in de
toepasselijke cao, in bezwaar komen bij de
Bezwarencommissie Functiewaardering. De actuele tekst van
het reglement is beschikbaar op www.onderwijsgeschillen.nl,
tabblad ‘functiewaardering’.
De aansluiting bij de geschillencommissie OOGO is hier niet opgenomen maar apart
benoemd binnen een aparte overeenkomst tussen Colleges van B&W en Amstelronde.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 47
7. Passend onderwijs in relatie tot gemeentelijk beleid
Met de decentralisatie van alle jeugdhulp worden nieuwe taken en bevoegdheden aan de
gemeente toegekend. Het nieuwe stelsel kent door één wettelijk kader en één integrale
financieringssysteem voor de jeugdhulp meer doelmatigheid. Dit maakt meer integrale
hulp in geval van meervoudige problematiek beter mogelijk: één gezin-één plan- één
regisseur.
Met de verschuiving van alle jeugdhulp naar gemeenten wil het kabinet er onder meer
voor zorgen dat het jeugdstelsel eenvoudiger wordt en beter aansluit op de eigen kracht
en sociale netwerken van jeugdigen en hun ouders of verzorgers. Door versterking van
preventie en andere ‘lichtere’ vormen van hulp is het de bedoeling dat het beroep op
zwaardere specialistische jeugdzorg wordt teruggedrongen. Het nieuwe stelsel biedt
kansen voor regeldrukvermindering en het tegengaan van onnodige bureaucratie.
De gemeenten worden met de schoolbesturen gezamenlijk verantwoordelijk voor alle
ondersteuning en zorg aan kinderen en hun gezinnen. De gezamenlijke opgave van de
gemeenten en het samenwerkingsverband is om zo veel mogelijk leerlingen zo goed
mogelijk te begeleiden zodat ze later zo veel mogelijk zelfstandig kunnen participeren in
de samenleving.
Naast de preventieve zorg voor jeugd worden gemeenten met de decentralisatie van de
jeugdzorg verantwoordelijk voor:
de jeugd- en opvoedhulp
de jeugdbescherming en jeugdreclassering
de gesloten jeugdzorg
de crisisdienst
het AMHK (Advies Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling)
de pleegzorg
de zorg voor kinderen met een psychische of psychiatrische stoornis
de zorg voor jeugdigen met een lichtverstandelijke beperking (LVB)
Dit betekent voor gemeenten een groot aantal nieuwe taken en verantwoordelijkheden
en nieuwe mogelijkheden voor het maken van verbindingen tussen de zorg voor jeugd en
het onderwijs. De gemeenten moeten de taken met minder middelen gaan uitvoeren. Er
moet dus op een andere manier gewerkt worden en er moeten creatieve verbindingen
gelegd worden. Bij het inrichten van de nieuwe zorg voor jeugd gaan de gemeenten in de
regio Amstelronde uit van:
Kracht van ouders, jongeren en hun sociale omgeving als basis
Ondersteunen in plaats van overnemen
Hulp inzetten in de directe leefomgeving
Snelheid: minder schakels en minder gezichten
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 48
Een goede samenwerking tussen gemeenten en het onderwijs draagt bij aan het bereiken
van de uitgangspunten die zowel het onderwijs als de gemeenten en de instellingen
onderschrijven en kan leiden tot een meer preventieve en integrale aanpak van hulp
dichtbij de leefomgeving.
7.1 Beleidsontwikkeling bij gemeenten
De Amstelland gemeenten werken rondom het thema Jeugd en de ontwikkeling van de
Centra voor Jeugd & Gezin al vele jaren samen vanuit de visie dat een lokale focus nodig
is.
In het nieuwe beleid staan het gezin en of de jeugdige centraal, wordt een maximale
inzet van betrokkene en eigen omgeving verwacht en is het de bedoeling dat de zorg
thuis en schoolnabij wordt georganiseerd. In deze gemeenten wordt gewerkt met sociale
(wijk)teams (of kernteams) die sociaal domeinbreed functioneren.
In de regio zijn diverse experimenten gestart of gaan binnenkort starten, waarbij onder
meer de volgende zaken centraal staan: eigen kracht benutten en inzet sociale
omgeving; ontzorgen en normaliseren; 1 kind, 1 gezin, 1 plan, 1 aanpak; zorg nabij
organiseren (denk hierbij aan thuis, school, etc.) en experimenteren met indicatie
vrij/arme trajecten jeugdzorg.
7.2 Organisatie van de samenwerking
Vanuit het onderwijs en de gemeenten is op 28 mei 2013 in het eerste bestuurlijke
OOGO (op overeenstemming gericht overleg), bestuurlijk draagvlak uitgesproken om de
verbinding tussen de transitie jeugdzorg (gemeente) en Passend Onderwijs
(schoolbesturen verenigd in samenwerkingsverband Amstelronde) nadrukkelijker vorm te
geven. Alle betrokken partijen (Gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en
Uithoorn; swv PO Amstelronde) stellen zich ten doel te komen tot een duurzame
samenwerking tussen onderwijs en gemeenten in het kader van integrale ondersteuning.
Na dit bestuurlijke OOGO van 28 mei 2013 is een (ambtelijke) OOGO overlegcommissie
in het leven geroepen die het bestuurlijke OOGO voorbereidt. In die commissie zijn
beleidsmedewerkers van de vier gemeenten vertegenwoordigd en de directie van
Amstelronde.
Er is een procedure OOGO voorbereid. Deze is inmiddels bestuurlijk vastgesteld (zowel
door de vier gemeentebesturen als door het bestuur Amstelronde). In deze procedure is
vastgelegd dat het samenwerkingsverband en het college, elk vanuit de eigen
verantwoordelijkheid, overleggen over de afstemming tussen passend onderwijs en de
jeugdzorg (jeugdhulp), het leerlingenvervoer, de leerplicht en de onderwijshuisvesting.
7.3 Samenwerking met jeugdhulp
Met bovengenoemde gemeenten zijn samenwerkingsafspraken op operationeel niveau -
in de praktijk. In het kader van de transformatie van het jeugdbeleid wordt er gesproken
over een 'kanteling in het denken': preventie is meer (en begint eerder) dan signaleren.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 49
Wanneer kinderen en gezinnen met problemen of een ondersteuningsvraag tijdig worden
gesignaleerd, vergroot het de kans dat problemen niet escaleren.
Denk aan bijvoorbeeld een integrale toegang tot onderwijsondersteuning en jeugdhulp
door de beschikbaarheid van expertise aan de gezins/jeugdhulpkant en aan de
onderwijskant in het ondersteuningsteam van de school. In het ondersteuningsteam op
school vindt het overleg plaats tussen school, ouder, Amstelrondespecialist
(onderwijsspecialist) en een vertegenwoordiger van gezins/thuiskant (sociaal (wijk) team
of kernteam). Indien er sprake is van (voornamelijk) gezins- of thuisproblematiek, zal
verdere ondersteuning en interventie plaatsvinden vanuit het sociaal (wijk) team of
kernteam.
Als linking pin tussen onderwijs enerzijds en jeugd- en gezinshulp anderzijds functioneert
al geruime tijd het schoolmaatschappelijk werk (SMW), gefinancierd door de gemeenten.
Amstelronde en de vier gemeenten maken concrete afspraken over de omvang en inzet
van SMW om deze functie ook in de toekomst te kunnen blijven vervullen.
Afspraken over respectievelijke verantwoordelijkheden van onderwijs- en gezinskant met
betrekking tot signalering van gezinsproblematiek, (handelingsgerichte) diagnostiek en
de wijze waarop combinatie-arrangementen voor leerlingen worden ontwikkeld,
uitgevoerd en bekostigd, zullen nog nader gemaakt worden.
7.4 Leerlingenvervoer in relatie tot passend onderwijs
Het betreft hier vervoer van leerlingen naar het basis-, speciaal basis- en (voortgezet)
speciaal onderwijs, die wegens hun lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke beperking
of handicap op ander vervoer dan openbaar vervoer zijn aangewezen, dan wel vanwege
een zodanige beperking of handicap niet zelfstandig van openbaar vervoer gebruik
kunnen maken. In het speciaal onderwijs heeft iedere leerling recht op leerlingenvervoer.
Ten aanzien van het leerlingenvervoer hebben Amstelronde passend onderwijs en de vier
gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn, afspraken gemaakt over
een duidelijk en voor ouders inzichtelijke regeling leerlingenvervoer in het kader van de
invoering van Passend onderwijs.
Als uitgangspunt hanteren de vier gemeenten de gewijzigde Modelverordening
leerlingenvervoer van januari 201437. Binnen deze modelverordening hanteren genoemde
gemeenten hun eigen gemeentelijke verordeningen. Deze zijn te vinden op de website
van de betreffende gemeente.
In het kader van leerlingenvervoer en passend onderwijs hebben de vier gemeenten met
Amstelronde het volgende afgesproken:
- Een vervoersvoorziening wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan
wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school,
tenzij vervoer naar een verder weg gelegen school voor de gemeente minder
kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school
schriftelijk instemmen. Dat kan ook een school betreffen buiten het
samenwerkingsverband en/of ongeacht de voorkeur van de ouders;
37
http://www.vng.nl/files/vng/brieven/2014/20140108_ledenbrief_wijziging-modelverordening-leerlingenvervoer.pdf
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 50
- in het Ondersteuningsteam op school wordt, in overleg met ouders, beoogde
school voor speciaal (basis) onderwijs en Amstelrondespecialist
(onderwijsspecialist in dienst van Amstelronde) bepaalt wat de best passende
onderwijsplek is. Hierbij wordt de best passende onderwijsplek op de
dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school gekozen;
- indien bekend is aan welke school voor speciaal (basis) onderwijs in de
voorbereiding van het Ondersteuningsteam, gedacht wordt, neemt de
Amstelrondespecialist zo snel mogelijk contact op met de medewerker
leerlingenvervoer van de gemeente waar het kind woont om na te gaan of
leerlingenvervoer voor dit kind een belemmering vormt;
- ouders/verzorgers doen de aanvraag leerlingenvervoer;
- hierbij dient een termijn van 8 weken aangehouden te worden, die gemeenten
nodig hebben om een en ander in te kunnen plannen.
- Scholen geven een onafhankelijke verklaring/ advies als hierom wordt gevraagd
door een van de gemeenten. (Het kan om een verklaring gaan waarin staat dat de
leerling niet in staat is met de fiets of openbaar vervoer (met of zonder
begeleiding) zelfstandig naar school kan reizen. Tevens kan het college bij de
beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele (vervoers)adviezen
van deskundigen betrekken die voor de beoordeling van die aanvraag van belang
zijn.
- Scholen zijn bereid leerlingen te stimuleren in hun zelfstandigheid.
7.5 Onderwijshuisvesting in relatie tot passend onderwijs
Voor wat betreft de onderwijshuisvesting is de gemeentelijke verordening voorzieningen
huisvesting onderwijs van toepassing. Op 1 januari 2015 komt er een wetswijziging
waarbij niet alleen de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud en aanpassingen
van schoolgebouwen, maar ook de financiële middelen, door het rijk worden
overgedragen van gemeenten naar schoolbesturen. Vanaf die datum is de gemeente
hiervoor niet meer verantwoordelijk. Mocht dit in 2015 in de praktijk leiden tot kennelijk
onredelijke situaties dan kan dit alsnog nader worden besproken.
7.6 Leerplicht in relatie tot passend onderwijs
Een van de belangrijkste doelen van passend onderwijs is het reduceren van het aantal
thuiszitters38. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de Leerplichtwet,
middels leerplichtambtenaren. Er zijn afspraken gemaakt tussen samenwerkingsverband
en gemeente(n) met betrekking tot het handhaven van de leerplicht, waar het
(dreigende) thuiszitters betreft. Daarbij kan bijvoorbeeld ook worden gedacht aan de
aanwezigheid van de leerplichtambtenaar bij het ondersteuningsteam, of het uitwisselen
van gegevens tussen leerplicht en samenwerkingsverband met betrekking tot
38
Een thuiszitter is een leerplichtige jongere tussen de 5 en 16 jaar of een jongere van 16 of 17 jaar die valt onder de kwalificatieplicht en die ingeschreven staat op een school of onderwijsinstelling en die zonder geldige reden meer dan 4 weken verzuimt, zonder dat hij/zij ontheffing heeft van de leerplicht resp. vrijstelling van geregeld schoolbezoek wegens het volgen van ander onderwijs (Ingrado, landelijke vereniging leerplicht).
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 51
thuiszitters. In hoofdstuk 3 is al een en ander over leerplicht in relatie tot passend
onderwijs geschreven. Er is in overleg met de vier gemeenten een protocol ter
voorkoming en/of terugdringing van thuiszitters vastgesteld (zie bijlage).
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 52
8. Kwaliteitsontwikkeling
In dit hoofdstuk wordt verwoord op welke wijze Amstelronde de ontwikkeling van de
doelstellingen geformuleerd in hoofdstuk 3 vorm zal geven en welke resultaten worden
gezien als succesfactoren.
8.1 Monitoring en evaluatie
Amstelronde wil proactief sturen op resultaten. Dit wil zeggen dat zoveel mogelijk op
basis van sturingselementen getoetst wordt of doelstellingen gerealiseerd worden om
tussentijdse bijstelling te kunnen doorvoeren. In paragraaf 3.2 en 3.3 zijn respectievelijk
kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen geformuleerd die Amstelronde wil realiseren.
Deze doelstellingen worden in onderstaande tabel aangevuld en gekoppeld aan de
volgende sturingselementen: dekkend aanbod, onderwijskundige resultaten, financiën en
personeel.
In onderstaande tabel een toelichting op de streefsituatie en de wijze waarop dit
gemonitord zal worden.
Streefsituatie Meetbaar
Dekkend aanbod
Basisondersteuning
Het merendeel (80%) van de
scholen van Amstelronde
voldoen in 2018 aan het niveau
van basisondersteuning van
een ‘smalle
ondersteuningsschool’.
Op basis van nader vast te
stellen set van indicatoren zal
dit door (zelf) evaluatie
worden getoetst.
De set van indicatoren op basis
waarvan het niveau van
ondersteuning zal worden
vastgesteld zal in samenspraak
met het veld (de kernen)
worden ontwikkeld.
Ten behoeve van schooljaar
2015-2016 is een eerste set
van indicatoren beschreven.
Extra ondersteuning Voor elk kind wat dit nodig
heeft, is per augustus 2014
extra ondersteuning
beschikbaar.
Op basis van een monitor en
vanuit informatie van de
Amstelrondespecialisten van
Amstelronde in de
ondersteuningsteams wordt
dit gemonitord.
Zo thuisnabij
mogelijk
Meer kinderen volgen vanaf
2016 meer thuisnabij passend
onderwijs.
Het absolute
deelnamepercentage speciaal
(basis) onderwijs laat een
daling zien (kengetallen
ministerie) vergeleken met de
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 53
situatie van 1 oktober 2013.
Het (speciaal) basisonderwijs is
in staat een passend aanbod te
bieden aan een aantal kinderen
die nu aangewezen zijn op
speciaal onderwijs.
Het deelnamepercentage SO
laat ten opzichte van 1
oktober 2013 een daling zien.
Ondersteuningsteam Alle scholen werken met een
goed georganiseerd
ondersteuningsteam. Daarbij
wordt per kern gebruik
gemaakt van een ‘vaste’
Amstelrondespecialist die
namens Amstelronde aanwezig
is en een ondersteunende rol
speelt in het arrangeren op
school.
Elk ondersteuningsteam werkt
volgens een heldere
procedure waarbij gebruik
gemaakt wordt van het
groeidocument HGW.
Thuiszitters
Schoolbesturen hebben per 1
augustus 2014 op niveau van
Amstelronde eenduidige
afspraken vastgelegd over
aannamebeleid en er is een
thuiszittersprotocol vastgesteld
en passen dit toe.
Vanaf 2014 – 2015 is er
binnen Amstelronde zicht
(kwantitatief) op absoluut
schoolverzuim en kan een
plan van aanpak getoond
worden (kwalitatief).
Streefsituatie Meetbaar
Onderwijskundige
resultaten
Kwalitatief goed
onderwijs
Alle deelnemende scholen
beschikken vanaf schooljaar
2015-2016 minimaal over een
basisarrangement van de
inspectie en behouden dit ook.
Elk jaar genereert Amstelronde
op basis van de rapportages op
www.onderwijsinspectie.nl een
totaaloverzicht.
Streefsituatie Meetbaar
Financiën
Gezonde Amstelronde begint met een
gezonde financiële startpositie
Op basis van een nader vast te
stellen risicoanalyse wordt een
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 54
startpositie om haar missie en
doelstellingen te kunnen
realiseren.
minimale algemene reserve
vastgesteld.
Sturing op
kengetallen
Amstelronde wil proactief
financieel beleid voeren op
basis van samenhang tussen
balans en begroting.
Op basis van een risicoanalyse
worden kengetallen vastgesteld
voor de kapitalisatiefactor,
solvabiliteit en liquiditeit.
Streefsituatie Meetbaar
Personeel
Netwerkorganisatie Amstelronde zal zich de
komende jaren verder
ontwikkelen als
netwerkorganisatie.
De formatie binnen
Amstelronde zal een beperkte
omvang hebben. Basale
functies (zoals: directie,
Amstelrondespecialist,
secretarieel medewerker)
zullen een dienstverband
hebben.
Expertise Scholen zullen de komende
jaren expertise ontwikkelen op
het gebied van extra
ondersteuning. Amstelronde
kan hierin een aanvullende
en/of faciliterende rol spelen
door het (mede) organiseren
van professionalisering of
scholing.
In 2018 hebben scholen meer
expertise in huis voor extra
ondersteuning, verkregen door
professionalisering en scholing
en door de verhoogde inzet
van ondersteuningsmiddelen.
8.2 Planning- & controlcyclus
De meeste bestuursbevoegdheden zijn gemandateerd aan de directeur van Amstelronde
passend onderwijs. Het bestuur ontwikkelt samen met de directie het toezichtkader en
stelt zich vervolgens op als toezichthouder door de resultaten te monitoren. De directie is
verantwoordelijk voor de uitvoering ervan, in overleg met de schooldirecteuren en intern
begeleiders (verenigd in de kernoverleggen).
De directie rapporteert aan het bestuur op basis van de volgende instrumenten.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 55
Financiële
rapportage
Elk half jaar geeft de directie inzicht in de financiële situatie
middels een management rapportage. Deze rapportage bevat
een vergelijking tussen realisatie en begroting. Significante
verschillen worden in deze rapportage verklaard. Op basis van
het jaarverslag en de jaarrekening inclusief accountantscontrole
wordt jaarlijks financiële verantwoording afgelegd.
Financiële planning
& controlcyclus
Amstelronde zal de planning en controlcyclus beschrijven in een
document. Doel van dit document is inzicht te geven in de wijze
waarop Amstelronde de informatievoorziening zodanig inricht dat
de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie en de
efficiency van de administratieve processen zijn verzekerd.
Monitor
Amstelronde
Jaarlijks wordt een monitor opgesteld waarin kengetallen van
het afgelopen schooljaar worden gepresenteerd op basis van de
hulpvragen van scholen die naar voren zijn gekomen in de
ondersteuningsteams op school en vastgelegd in het
groeidocument HGW. Naast de kengetallen worden trends
weergegeven. De monitor kan leiden tot bijstelling van de
beleidsvoering.
Jaarlijkse evaluatie
van het
ondersteuningsplan
Op basis van de in paragraaf 8.1 gepresenteerde
sturingselementen zal jaarlijks een evaluatie worden besproken
binnen het bestuur en het breed bestuurlijk overleg (BBO) van
Amstelronde. Op basis van deze evaluatie vindt mogelijk
bijstelling van beleidsvoering plaats.
8.3 Verantwoording
Amstelronde kent naast een interne horizontale en verticale verantwoording ook een
externe verantwoording naar stakeholders.
De interne horizontale verantwoording betreft met name de verantwoording die aan het
onderwijsveld wordt afgelegd binnen de OPR en de kernoverleggen.
De verticale verantwoording is de verantwoording naar het bestuur en het breed
bestuurlijk overleg (BBO) zoals omschreven in paragraaf 8.2.
De externe verantwoording naar stakeholders betreft met name de verantwoording naar
gemeenten en ouders. Binnen het OOGO met de betrokken gemeenten licht Amstelronde
haar beleidsvoornemens toe in het licht van de verbinding tussen onderwijs en
jeugdzorg. Verantwoording naar ouders vindt plaats in de dialoog die de school met
ouders voert en waarbij het samenwerkingsverband in geval van extra ondersteuning,
een belangrijke partner is. Amstelronde wil als betrouwbaar en herkenbaar
samenwerkingsverband algemeen genomen helder en transparant met ouders
communiceren over de mogelijkheden welke het verband kan bieden en specifiek
afstemming bereiken over de inzet van extra ondersteuning.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 56
9. Financiën
9.1. Verdeling van het ondersteuningsbudget
Het samenwerkingsverband heeft, de beschikking over alle middelen voor de lichte
ondersteuning (voorheen WSNS) en krijgt geleidelijk de beschikking over alle middelen
voor de zware ondersteuning (voorheen SO-bekostiging en LGF). Het aantal leerlingen
bepaalt de hoogte van het ondersteuningsbedrag (lump sum financiering) van het
samenwerkingsverband. De lichte ondersteuning wordt bepaald door het aantal
leerlingen op het regulier onderwijs en bedraagt ca.€ 156,- per leerling. De zware
ondersteuning wordt bepaald door het aantal leerlingen op het regulier en het speciaal
basisonderwijs en bedraagt ca.€ 323,- per leerling. Het bedrag per leerling staat los van
de ondersteuningsbehoeften van individuele leerlingen en is voor ieder
samenwerkingsverband gelijk. Dit betekent dat er bij minder verwijzingen naar het SO
en het SBO direct meer geld beschikbaar is voor de reguliere basisscholen en andersom.
De financieringssystematiek is een waterbedconstructie, waarbij de verdeling van
middelen verandert, maar de hoeveelheid middelen altijd gelijk blijft. Er moet wel
rekening gehouden worden met het feit dat het samenwerkingsverband niet altijd een
directe invloed kan uitoefenen op de leerlingenstromen. Denk aan de leerlingen die in het
speciaal onderwijs worden geplaatst via een zorgindicatie of bijvoorbeeld de populatie
leerlingen met een ernstige meervoudige beperking.
Passend arrangeren in Amstelronde
Amstelronde wil scholen stimuleren leerlingen thuisnabij een passend onderwijsaanbod te
doen. Amstelronde wil dit organiseren zonder onnodige bureaucratie. Parallel aan het
landelijk beleid krijgt iedere basisschool een ondersteuningsbedrag per leerling. De
basisschool moet vervolgens de extra ondersteuning vanuit het eigen budget
organiseren. De basisschool is vrij in de besteding van haar budget en legt na ieder
schooljaar verantwoording af aan het samenwerkingsverband volgens het principe ‘pas
toe en leg uit’. De school kan de extra ondersteuning binnen de school zelf mogelijk
maken of ondersteuning inkopen. De extra ondersteuningskosten van een
onderwijsplaats in het SO (categorie I ) of het SBO koopt de basisschool ook in vanuit
het eigen ondersteuningsbudget.
De zorgmiddelen in het nieuwe Samenwerkingsverband worden verdeeld op basis van
het leerlingenaantal. Vóór de verdeling wordt een budget afgeroomd om een aantal
zaken te regelen. Allereerst een budget voor leerlingen die zonder ooit een reguliere
school bezocht te hebben instromen in het SO. Voor deze kinderen kun je namelijk de
‘verwijzer betaalt’-regeling niet toepassen. Ook de (meervoudig) gehandicapte leerlingen
worden uit het budget van Amstelronde bekostigd. Daarnaast wordt geld gereserveerd
om het deskundigenadvies te organiseren. Tenslotte zal er geld worden ingehouden
waarmee de organisatie kan worden bekostigd. De rest van de middelen (een jaarlijks
groeiend deel) wordt overgemaakt aan de schoolbesturen. Hiermee komen de zorgeuro’s
‘in de klas’. Want alleen de schoolbesturen zijn in de positie om de situatie in de klas te
veranderen.
Amstelronde legt de prikkel voor het creëren van een breder onderwijsaanbod bij de
school zelf. De basisschool die passend onderwijs kan creëren voor al hun leerlingen
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 57
hoeft minder externe ondersteuning in te kopen. Het inkopen van de extra ondersteuning
maakt tevens alle kosten direct transparant voor de scholen. Omdat het geld vast ligt,
zullen verdere afspraken en procedures in het samenwerkingsverband over de inhoud
van het onderwijs gaan. Verder is dit verdeelmodel geen open einde regeling middels een
indicatiecommissie, waardoor de budgettaire beheersbaarheid op het niveau van het
samenwerkingsverband is geregeld. Het samenwerkingsverband hoeft op deze wijze
weinig reserves op te bouwen en de middelen kunnen zoveel mogelijk op het niveau van
de school ingezet worden.
Amstelronde betaalt de verwijzingen tot 1 oktober 2014
Scholen moeten een plek in het SO en het SBO inkopen vanuit het eigen budget voor
verwijzingen na 1-8-2014. De kosten van de huidige onderwijsplaatsen in het SO en het
SBO worden gedragen door het samenwerkingsverband. Dit betekent dat alle scholen op
1-08-2014 met eenzelfde ondersteuningsbedrag per leerling starten, waarbij het aantal
verwijzingen van alle scholen nul is.
In het schooljaar 2014-2015 krijgen de basisscholen een ondersteuningsbudget op basis
van hun leerlingaantal op 1-10-2013 (t-1). De verwijzingen staan voor alle scholen op
nul. Vanaf 1-8-2014 gaan de verwijzingen van de scholen meetellen. Deze leerlingen
tellen we voor het eerst op 1-10-2015 en dit heeft gevolgen voor het
ondersteuningsbudget in het schooljaar 2015-2016. De school betaalt in het schooljaar
2015-2016 vanuit de ondersteuningsmiddelen de onderwijsplekken op het speciaal
(basis) onderwijs voor alle leerlingen die tussen 1-8-2014 en 1-08-2015 zijn verwezen.
De scholen krijgen in het schooljaar 2015-2016 een hoger ondersteuningsbudget om dit
te realiseren. Het ondersteuningsbudget wordt groter, maar iedere school betaalt daaruit
zelf de extra ondersteuning. Het resterende ondersteuningsbudget van de school hangt
af van het aantal onderwijsplekken dat zij extern moet inkopen.
Als de ingekochte ondersteuning onvoldoende blijkt te zijn en er intensievere
ondersteuning nodig is, wordt dit uitsluitend in overleg met de basisschool ingezet. Zij zal
een groter deel van het ondersteuningsbudget moeten besteden voor de passende hulp
aan de leerling. Dit gebeurt als een leerling onvoldoende steun krijgt op het SBO en een
SO voorziening nodig heeft.
Amstelronde hanteert een overgangsregeling voor de oude rugzakken cluster 4 en
cluster 3. Dit betreft rugzakken die vóór 1-10-2013 zijn toegekend, en de betreffende
leerlingen nog op school zitten.
Toegekende rugzakken bestaan uit een schooldeel en een deel ambulante begeleiding.
De ambulante begeleiding wordt bij de start van passend onderwijs voortgezet.
Leerlingen die op of na 1-10-2013 voor het eerst een rugzak cluster 3 of 4 hebben
gekregen, raken het schooldeel van deze rugzakgelden kwijt. De extra ondersteuning
moet de school uit het eigen ondersteuningsbudget betalen.
De uitkomsten van de inventarisatie rugzakken (op 1-10-2013) bepaalt de
overgangsregeling:
- in 2014-2015 wordt de rugzakregeling onverkort uitgevoerd, mits de leerling nog op
school zit, en de beschikking nog doorloopt.
- voor 2015-2016 wordt de overgangsregeling nog inhoudelijk vastgesteld.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 58
Leerlingen op het SO en het SBO
Amstelronde geeft alle SO en SBO leerlingen met een beschikking afgegeven voor 31 juli
2014 een indicatie voor de gehele basisschoolperiode. Herindicatie is niet nodig. De
huidige indicatie wordt direct omgezet naar een vergelijkbare toelaatbaarheidsverklaring.
Toelaatbaarheidsverklaringen (TLV)
Amstelronde geeft uitsluitend een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) af voor een
verwijzing naar het SBO of SO. Dit vindt plaats nadat door Amstelronde is vastgesteld
dat de procedure om te komen tot een TLV correct is verlopen en alle partijen hebben
getekend (zie par. 4.4.4). Indien de leerling met een TLV van het SBO of SO terug keert
naar de basisschool dan zal de basisschool een arrangement ontwikkelen dat past bij de
ondersteuningsbehoefte van deze leerling. De kosten van dit arrangement betaalt de
basisschool uit het eigen ondersteuningsbudget. In onderstaande tabel zijn de bijhorende
bedragen van de verschillende TLV’s aangegeven (prijspeil april 2013).
Aantal lln. (1-10-2013)
Leeft < 8
Bedrag lln. 22015/16
Leeft ≥ 8
Bedrag lln. 2015/16
Regulier onderwijs
13.696
SBO
359
€ 4.294,06
SO cat.I (Cluster 4, ZMLK, LZ)
112
30
€ 8.636,45
82
€ 7.832,26
SO cat.II (LG)
11
3
€12.668,12
8
€ 13.716,51
SO cat. III (MG)
16
4
€ 19.291,04
12
€ 20.339,43
Expertiseniveau van het samenwerkingsverband
Het samenwerkingsverband wil het expertiseniveau zoals kennisdeling via netwerken,
schoolnabije ondersteuning door Amstelrondespecialisten en een loket Amstelronde voor
scholen en ouders, in stand houden. Verder moet het samenwerkingsverband in staat
zijn alle wettelijke taken uit te voeren. De kosten worden op voorhand aan het
ondersteuningsbudget onttrokken.
Betaling en groeiregeling speciaal onderwijs en het speciaal basisonderwijs
Met de wet passend onderwijs wordt het stelsel van de financiering van de (extra)
ondersteuning aan leerlingen in het (speciaal) basisonderwijs, het voortgezet onderwijs
en in het (voortgezet) speciaal onderwijs herzien. In de wet is geregeld dat de
samenwerkingsverbanden passend onderwijs een budget zullen ontvangen voor de extra
ondersteuning aan leerlingen in het regulier onderwijs en de ondersteuningskosten van
leerlingen in het speciaal onderwijs. De samenwerkingsverbanden zullen dit budget met
ingang van het schooljaar 2015-2016 ontvangen.
De bekostiging van de scholen voor cluster 3 en 4 is in het schooljaar 2014-2015 qua
opbouw hetzelfde als in de voorgaande jaren. Er is nog geen sprake van
categoriebedragen, maar nog steeds van de huidige bekostiging per onderwijssoort. De
bekostiging is gebaseerd op het aantal leerlingen op 1-10-(t-1). Daarnaast ontvangt het
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 59
SO in principe het ‘her te besteden deel’ van de rugzak op basis van 1-10-2013. De
bekostiging via de categoriebedragen gaat in per schooljaar 2014-2015.
Amstelronde hanteert vanaf het schooljaar 2014-2015 een groeiregeling voor leerlingen
op het SO. De meerkosten van de groei van SO-scholen tussen 1 oktober en 1 februari
worden bekostigd door het samenwerkingsverband. Dit geldt voor zowel de basis- als de
zorgbekostiging. Alle betalingen zijn uitgesplitst naar personele (schooljaar) en materiële
(kalenderjaar) bekostiging.
De leerlingen op het speciaal basisonderwijs worden tot 2% rechtstreeks bekostigd door
het ministerie op basis van de gewogen gemiddelde leeftijd (GGL). Daalt het
deelnamepercentage op het SBO onder de 2% dan draagt het SBO de teveel ontvangen
middelen over aan het samenwerkingsverband.
Vanaf 1 augustus 2014 gelden voor het speciaal basisonderwijs de nieuwe
bekostigingsregels passend onderwijs. De leerlingen boven de 2% worden vergoed door
het samenwerkingsverband op basis van de landelijke gemiddelde personele last (GPL).
Voor het SBO geldt een extra teldatum, de peildatum op 1 februari. De groei van SBO-
scholen tussen 1 oktober en 1 februari wordt bekostigd door het samenwerkingsverband.
Dit geldt voor zowel de basis-als de zorgbekostiging. Alle betalingen zijn uitgesplitst naar
personele (schooljaar) en materiële (kalenderjaar) bekostiging. De betaling van de
meerkosten van groeiregelingen voor het SO en het SBO worden niet doorbelast aan de
verwijzende scholen, maar solidair opgevangen door het samenwerkingsverband.
Verevening
De mate waarin op dit moment in ons land van speciale onderwijszorg gebruik gemaakt
wordt, verschilt per regio. Het ministerie van onderwijs heeft de verevening toegepast op
het aantal leerlingen dat gebruik maakt van de speciale onderwijszorg. De
samenwerkingsverbanden die relatief veel gebruik maken van de speciale zorg krijgen in
de eerste periode extra middelen om deze zorg te kunnen continueren. De
samenwerkingsverbanden die weinig gebruik maken van de speciale zorg krijgen bij de
start van passend onderwijs minder middelen volgens de stappengrootte (in schooljaar
2015-2016: -100%, 2016-2017: -90%, 2017-2018: -75%, 2018-2019: -60%, 2019-
2020 -30%).
In schooljaar 2020-2021 krijgen alle samenwerkingsverbanden de ondersteunings-
middelen op basis van hun leerlingaantallen en is de verevening afgelopen.
Voor Amstelronde betekent dit dat het samenwerkingsverband in schooljaar 2020-2021
€ 1.254.410,- meer ondersteuningsmiddelen zal ontvangen dan bij de start van passend
onderwijs.
Onvoorzien
Bij de start van passend onderwijs is niet duidelijk welke kosten samenhangen met de
groeiregeling SO, cijfers van de afgelopen jaren zijn niet beschikbaar. Amstelronde
reserveert daarvoor, en voor de directe bekostiging van SO leerlingen categorie II en III,
een ruim budget. In 2015-2016 zal duidelijk worden waar deze middelen voor worden
ingezet. Uitgangspunt blijft dat Amstelronde geen reserves opbouwt, maar zoveel
mogelijk middelen inzet direct bij het kind, op de basisschool.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 60
9.2. Meerjarenbegroting
Toelichting op de begroting
De nummers van de opmerkingen verwijzen naar de volgnummers in de begroting.
Baten:
1. Het aantal leerlingen onder het kopje 2014‐2015 is het werkelijke leerlingenaantal van
1‐10‐2013. Er is sprake van krimp ten opzichte van het leerlingenaantal 1-10-2012 (-49).
De telgegevens van de komende jaren zijn gebaseerd op de prognose gebaseerd op
demografische gegevens. Bron: http://www.scenariomodelpo.nl
Begroting Begroting Begroting Begroting
2014-2015 2015-2016 2016-2017 2017-2018
leerlingen (S)BaO 1. 14.055 14.223 14.265 14.231
BATEN
Lichte ondersteuning pers 2. 2.044.676 2.070.652 2.077.520 2.072.593
Zware ondersteuning pers 3. 882.376 4.242.721 4.255.250 4.245.107
bijzondere bekostiging smw 4. 16.681 16.143 15.605 15.067
Lichte en zware ondersteuning mat 5. 220.999 487.919 487.855 486.868
inkomend grensverkeer 6. 0 17.700 34.877 51.922
Totaal 3.164.732 6.331.074 6.367.647 6.369.623
LASTEN
Ondersteuningsmiddelen Bao 7. 1.369.600 1.664.400 1.948.240 2.221.280
Kosten SBO >2% pers+groei 8. 428.075 391.451 371.104 367.035
Kosten SBO >2% mat+groei 9. 14.454 32.668 31.545 31.320
JRK, overgangsregeling 10. 100.000 100.000
AWBZ maatregel 11. 30.000 30.000 30.000 30.000
Ondersteuningskosten SO pers 12. 1.403.560 1.330.714 1.267.426
Ondersteuningskosten SO mat 13. 49.398 255.566 247.238 242.517
Groei SO pers (basis+zorg) 14. 436.844 381.300 381.300
(Verplichte) herbesteding AB 15. 337.082 300.000 300.000
Amstelrondespecialisten+Loket 16. 175.000 175.000 175.000 175.000
Uitgaand grensverkeer 17. 0 4.069 8.139 8.139
Arrangementen op de basisschool 18. 400.000 652.015 652.015 652.015
SMW 19. 16.681 16.143 15.605 15.067
Projecten en netwerken 20. 75.000 75.000 75.000 50.000
Bestuur, personeel/organisatie 21. 200.000 200.000 200.000 200.000
Huur en bureaukosten 22. 55.000 55.000 55.000 55.000
Totaal 2.913.209 5.828.798 5.820.899 5.996.099
RESULTAAT 23. 251.523 502.275 546.747 373.524
gemiddeld ondersteuningsbedrag 24. 100 120 140 160
2. Elk samenwerkingsverband krijgt een budget voor lichte ondersteuning. Dat zijn de
middelen die tot nu toe onder de noemer weer samen naar school (wsns) werden verstrekt.
Lichte ondersteuning personeel: aantal leerlingen BaO*€ 149,29.
Het SBO ontvangt rechtstreeks van het Rijk de basisbekostiging voor alle leerlingen op basis
van de telling 1-10 van het voorafgaande schooljaar, de zogenaamde T-1 systematiek. De
ondersteuningsbekostiging wordt toegekend voor 2% van de leerlingen van de basisscholen
en de SBO’s van het samenwerkingsverband.
3. Zware ondersteuning personeel:
In 2014-2015 krijgt het SWV het budget schooldeel rugzakken.
De inkomsten aan LGF gedurende 2014‐2015 zijn gelijk gesteld aan de uitgaven aan de
overgangsmaatregel LGF, zoals deze zijn gecalculeerd op basis aantal rugzakleerlingen op
teldatum 1-10-2013. Daarnaast ontvangt Amstelronde bekostiging zware ondersteuning
14055*16,39 (2015-2016 € 25,59). Door het vervallen van de bezuinigingen valt het
budget van een aantal regelingen vrij. In het bedrag € 16,39 is verwerkt dat DUO in 2014-
2015 nog één keer de bekostiging groei (peildatum) uitvoert.
In 2015-2016 krijgt het SWV alle zware ondersteuning, maar is het AB-deel nog
geoormerkt. Omgerekend € 298,30 per leerling BaO en SBO.
In 2016-2017 krijgt het SWV alle zware ondersteuning en start de verevening
(90,75,60,30,0).
4. De inkomsten schoolmaatschappelijk werk (SMW) maken geen deel uit van de middelen
passend onderwijs, maar worden wel door het SWV ontvangen en besteed. Het bedrag is
gebaseerd op het totaal aantal eenheden schoolgewicht regulier basisonderwijs op 1‐10‐
2012. Er is een krimpprognose opgenomen.
5. Lichte en zware ondersteuning materieel:
Dit betreft alle middelen materiele instandhouding. Deze worden vastgesteld per
kalenderjaar.
Lichte ondersteuning materieel aantal leerlingen BaO*€ 7,48.
Zware ondersteuning materieel: aantal leerling (Bao+Sbo)*€ 26,95 (vanaf 2015).
6. Inkomend grensverkeer:
In de overgangssituatie op 1 augustus 2014 is het zo dat de huidige verplichtingen van de
WSNS samenwerkingsverbanden vervallen, dus ook de verplichtingen tot verrekening met
de andere samenwerkingsverbanden inzake de sbo leerlingen. Op 1 augustus 2014 betaal je
als swv (alleen) voor alle leerlingen die op de sbo scholen in het samenwerkingsverband
staan ingeschreven. Na 1 augustus 2014 moet je ook voor leerlingen gaan betalen als ze
een tlv voor het sbo krijgen en naar een sbo school van een ‘buur’ samenwerkingsverband
gaan.
Lasten:
7. Bedrag voor basisondersteuning: een vast bedrag per leerling (voor alle scholen gelijk)
beschikbaar voor de uitvoering van passend onderwijs. Er wordt gestart met een bedrag
van € 100 per leerling. In het gemiddelde ondersteuningsbedrag zijn alles kosten SO en
SBO reeds betaald. Het is het ondersteuningsbedrag dat scholen gemiddeld overhouden als
alle verwijzingen zijn betaald. Het daadwerkelijke ondersteuningsbedrag per school hangt af
van het aantal verwijzingen en kan lager of hoger uitvallen.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 62
Het gemiddelde ondersteuningsbedrag per leerling voor de basisscholen stijgt in de
komende jaren. De middelen worden opgehoogd door het verdwijnen van de
rugzakregeling. De verevening gaat vanaf schooljaar 2016-2017 ook een positieve rol
spelen in het ondersteuningsbedrag. Dit betekent dat er meer geld vrij komt voor de
reguliere scholen.
8. en 9. Betaling SBO: Verplichte overdracht: SWV vult >2% per schooljaar aan op basis
van landelijke GPL met groeibekostiging. Idem voor materiele instandhouding. Hier zijn de
bedragen per kalenderjaar aangehouden.
Het betreft hier de overdrachtsverplichting SBO op grond van de kengetallen 1‐10.
(deelnamepercentage van 2,6%). Dit percentage is als een constante opgevoerd.
Omdat het SBO zich heeft uitgesproken voor verbrede toelating, is er rekening mee
gehouden dat het deelnamepercentage niet direct daalt.
10. Amstelronde neemt een deel van de financiering van de JRK voorziening op het SBO
voor haar rekening. Dat wil zeggen dat de besturen Aloysiusstichting en Amstelwijs in het
kader van een ‘overgangsregeling’ in cursusjaar 2014 – 2015 middelen krijgen om de JRK
voorziening in stand te houden en de observatiefunctie duidelijk te beschrijven. In de loop
van 2014-2015 en afhankelijk van het resultaat van de beschrijving van de
observatiefunctie zal bepaald worden of, en zo ja in welke mate, deze voorziening vanuit
Amstelronde deels bekostigd zal worden in 2015-2016.
11. AWBZ maatregel: er is een budget gereserveerd van € 30.000. Lees de toelichting in
hoofdstuk 4.4.4.
12. en 13. De overdracht aan het speciaal onderwijs, in werkelijkheid een korting van DUO,
is gebaseerd op de kengetallen 1‐10‐2013. Net als wat bij de overdrachtsverplichting SBO (8
en 9) is opgemerkt, kan de krimp van de totale schoolbevolking een stijging van het
deelnamepercentage veroorzaken. M.n. cluster 4 laat de laatste jaren een stijgende trend
zien, waarbij nog geen relatie meetbaar is met de krimp van de schoolbevolking. In deze
raming is uitgegaan van een constante. Aangezien de tarieven voor jongste en oudere
leerlingen verschillen, wordt voorgesteld dit voorlopig aan te houden. Het
deelnamepercentage kan immers wel stijgen, maar dan is ook “vergrijzing” van de SO-
populatie mogelijk, waardoor door het verschil in leeftijdstarieven de kosten toch min of
meer gelijk blijven. Een echte prognose is ook pas mogelijk als er ervaringscijfers zijn met
rechtstreekse instroom van 4 jarigen.
14. Groeiregeling: SO, peildatum 1 feb. De SO scholen krijgen de groei van 1-10-xx tot 1-
02-xx betaald vanaf schooljaar 2014-2015.
Het ministerie van OCW en DUO voeren nog eenmaal de groeibekostiging van 16 januari
2014 uit voor het SO, voor de aanvullende bekostiging van het schooljaar 2014/2015. De
kosten voor de groei van het (V)SO trekt OCW af van de bekostiging van de
samenwerkingsverbanden (ca.- €7,00 per leerling, zie 3.)
Zowel SBO als SO kennen straks een peildatum naast de reguliere telling. Deze is bedoeld
voor verrekening van tussentijdse instroom. Het aangegeven bedrag is een aanname die
niet op ervaringscijfers is te baseren.
15. Het bedrag voor de herbestedingsverplichting ambulante begeleiding is voorlopig
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 63
gecalculeerd op basis van de rugzakjes uit de inventarisatie. Ook na de overgangsperiode
wordt rekening gehouden met ambulante ondersteuning vanuit cluster 3 en 4.
16. Amstelrondespecialisten en Loket Amstelronde: Begroot is ca.2 fte schaal 11 en ca.0,3
fte schaal 6.
17. Uitgaand grensverkeer: Er is voorlopig rekening gehouden met 2 leerlingen.
18. Arrangementen op de basisschool (inclusief overgangsregeling rugzakken): Amstelronde
hanteert een overgangsmaatregel lgf tot uiterlijk 31-7-2016. Dit geldt voor rugzakjes
toegekend op of voor 1-10-2013, waarvan de indicatie nog doorloopt, en de leerlingen nog
op school zitten. Daarnaast is een bedrag begroot voor arrangementen op de basisschool,
voor leerlingen die met een zorgbehoefte instromen.
19. Hier zijn de uitgaven aan schoolmaatschappelijk werk opgenomen, gelijk aan de baten
(2).
20. Voor de begeleiding van invoering passend onderwijs, en de nieuwe werkwijze van
toewijzing van ondersteuning is een budget gereserveerd.
21. Bestuur, personeel en organisatie: dit betreft personele kosten van Amstelronde,
waaronder bestuurskosten, directie, administratieve- en financiële ondersteuning.
22. De post huur en bureaukosten betreft o.a. de huidige verplichtingen aan huisvesting en
communicatie.
23. In de begroting is gewerkt met een ruime marge, een positief resultaat omdat er nog
veel onzekere factoren zijn. Dit is een ‘veiligheidsmarge’ en geen schema voor het
opbouwen van vermogen.
De gezamenlijke besturen van Amstelronde hebben (januari 2014) besloten het positief
resultaat in het daaropvolgende jaar te voegen bij de middelen basisondersteuning van de
basisscholen. Het bedrag per leerling zal dan hoger uitvallen.
Indien wel gekozen wordt voor een schema met vermogensopbouw, kan het werken met
een laag risicoprofiel (SWV met weinig personeel) leiden tot een uitgangspunt voor
weerstandsvermogen van 5% van de omzet (opbouw naar ca. € 165.000,‐).
24. Dit is het bedrag dat scholen gemiddeld per leerling overhouden, als (ook in de
toekomst) alle verwijzingen zijn betaald.
Tot slot:
Voor een kleine school kan de manier van bekostigen nadelig uitvallen bij meerdere
verwijzingen naar SO/SBO. In het Breed Bestuurlijk Overleg (januari 2014) is afgesproken
dat kleine scholen met een hoog verwijzigingspercentage niet alle ondersteuningsmiddelen
kwijt raken en niet in financiële moeilijkheden mogen komen. De directie van Amstelronde
kan in het voorkomende geval aan de betreffende school een bedrag voor extra zorg
toekennen.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 64
Jaarverslag en jaarrekening
Het samenwerkingsverband verantwoordt zich door een jaarverslag en een jaarrekening op
te stellen. Het jaarverslag beschrijft alle relevante ontwikkelingen gedurende het
verslagjaar. Het jaarverslag schetst een zo volledig mogelijk beeld van de gang van zaken
gedurende het verslagjaar en beschrijft alle daarbij van invloed zijnde interne en externe
ontwikkelingen. De Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs (RJO) is voor de
samenwerkingsverbanden van toepassing.
Voor het elektronisch aanleveren van de jaarcijfers aan DUO wordt jaarlijks ook aan de
samenwerkingsverbanden het programma Elektronische financiële jaarrekening (EFJ)
beschikbaar gesteld. EFJ voor samenwerkingsverbanden zal worden ingericht volgens het
standaard model en enkele posten bevatten, bestemd voor de ontvangst en doorbetaling
van de SWV-gelden. Aan schoolbesturen wordt aldus in het verslagjaar 2014 voor het eerst
de mogelijkheid geboden 'ontvangen doorbetalingen rijksbijdrage swv' apart te registreren
en te rapporteren.
Amstelronde kiest voor een verlengd boekjaar, dat betekent dat voor 1-11-2013 tot en met
31-12-2014 kan worden volstaan met één jaarrekening. Over de laatste twee maanden van
2013 behoeft geen aparte jaarrekening te worden opgesteld.
Voor de jaarrekening over 2014 (inclusief verlenging) zal het Onderwijscontroleprotocol
2014 van toepassing zijn, dat in december 2014 bekend wordt gemaakt.
In de nieuwe versie van de OCW-jaarverslaggevingsbrochure, die naar verwachting begin
2014 verschijnt, wordt ook het onderwerp samenwerkingsverbanden nader behandeld.
Bron: www.rijksoverheid.nl
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 65
Lijst met afkortingen
AB Ambulante begeleiding
AMK Advies en meldpunt kindermishandeling
AWBZ Algemene wet bijzondere ziektekosten
BaO Basisonderwijs
BO Besturenoverleg Amstelronde passend onderwijs
BBO Breed bestuurlijk overleg (alle aangesloten schoolbesturen)
CGB Commissie gelijke behandeling
CJG Centrum voor jeugd en gezin
CvI Commissie voor Indicatiestelling
GGL Gewogen gemiddelde leeftijd
GPL Gemiddelde personele last
HBO Hoger beroepsonderwijs
HGW Handelingsgericht werken
HGA Handelingsgericht arrangeren
IB Interne begeleiding
ITK Internationale taalklas
IQ Intelligentie coëfficiënt
JGZ Jeugdgezondheidszorg
LEA Lokale educatieve agenda
LG Lichamelijke gehandicapt
LGF Leerlinggebonden financiering (rugzakje)
LVB Licht Verstandelijke Beperking
LWO Leerwegondersteunend
LZK Langdurig zieke kinderen
MG Meervoudig gehandicapt
MKD Medisch kinderdagverblijf
OCW Ministerie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
OOGO Op overeenstemming gericht overleg
OPR Ondersteuningsplanraad
OT Ondersteuningsteam
PAB Preventief ambulante begeleiding
PAS Punt voor aanmelding en screening
PCL Permanente commissie leerlingenzorg
PO Primair onderwijs
REC Regionaal Expertisecentrum
SBO Speciaal basisonderwijs
SMW School maatschappelijk werk
SO Speciaal onderwijs
SOP Schoolondersteuningsprofiel
SWV Samenwerkingsverband
TLV Toelaatbaarheidsverklaring
VIA Verwijzing indicatie advies
VO Voortgezet onderwijs
VSO Voortgezet speciaal onderwijs
VVE Voor- en vroegschoolse educatie
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 66
WEC Wet op de Expertisecentra
WGBH/CZ Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte
WMO Wet maatschappelijke ondersteuning
WMS Wet medezeggenschap scholen
WOT Wet op het onderwijstoezicht
WSNS Weer samen naar school
WVO Wet op het voortgezet onderwijs
ZAT Zorg- en adviesteam
ZML Zeer moeilijk lerend
ZVW Zorgverzekeringswet
Bijlage 1a overzicht basisondersteuning Amstelronde
Scholen kern Aalsmeer: gekarakteriseerd volgens de vier ondersteuningsprofielen is de positie van de scholen op de vijf velden als volgt:
n = netwerkschool, s = smalle ondersteuningsschool, b = brede ondersteuningsschool, i = inclusieve school (voor een verklaring van de beschrijvingen hiervan
zie bijlage 1b, 1c).
voorjaar 2012: scholen VPCO De Basis januari 2013 (overige scholen)
onderwijs concept
handen in de klas
onderwijs materialen
ruimtelijke omgeving
expertise externe
contacten totaalbeeld
n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i
De Wegwijzer n s n n n n n
De Graankorrel n s n n n n n
De Hoeksteen s s s n s n s
De Brug n s n n n n n
OBS Kudelstaart n+ n n n n s n
OBS Samen Eén n n n n s n n
OBS De Zuidooster n n n n n n n
Antoniusschool Kudelstaart n n n n n n n
Jozefschool Aalsmeer n n n n n n n
De Oosteinder n n n n n n n
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 68
Scholen kern Uithoorn: gekarakteriseerd volgens de vier ondersteuningsprofielen is de positie van de scholen op de vijf velden als volgt:
Januari 2013
onderwijs concept
handen in de klas
onderwijs materialen
ruimtelijke omgeving
expertise externe
contacten totaalbeeld
n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i
OBS De Kajuit n s s n s n n
OBS Toermalijn n s s n s n n
De Vuurvogel n n n n n n n
De Kwikstaart n n n n n n n
De Regenboog n n n n n n n
RKBS De Zon n+ s s s n n n(s)
RKBS De Springschans n s n s n n n
’t Startnest Jenaplanbasisschool s+ s s s s n s
’t LAB (voorheen De Tra) s s s s s n s
De Dolfijn SBO b b b i b b doelgroepen-
school*
Scholen kern Noord: gekarakteriseerd volgens de vier ondersteuningsprofielen is de positie op de vijf velden als volgt:
Najaar 2011 – update najaar 2013
onderwijs concept
handen in de klas
onderwijs materialen
ruimtelijke omgeving
expertise externe
contacten totaalbeeld
n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i
A. Bekemaschool s s b s s s s
De Grote Beer n s n s n n n
Amstelschool n s s s s s n/s
Het Kofschip n s s s n s n+
Jan Hekmanschool s n s s s s n/s
1e Montessorischool Amstelveen –
Burgemeester Haspelslaan s n n n n n n+
Joost van den Vondelschool n n n s n s n+
Brede School Rembrandt n n n n n n n
M.L. Kingschool s n n n n n n
Michiel de Ruyter n/s n n n n n n/s
Roelof Venema School incl 2 dependances
n s n n n s n
Piet Hein incl 2 dependances s n n n s n n
SBO De Schakel nvt nvt nvt nvt nvt nvt doelgroepen-
school
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 70
Scholen kern Zuid: gekarakteriseerd volgens de vier ondersteuningsprofielen is de positie van de scholen op de vijf velden als volgt:
Najaar 2011 – update najaar 2013
onderwijs concept
handen in de klas
onderwijs materialen
ruimtelijke omgeving
expertise externe
contacten totaalbeeld
n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i n/s/b/i
2e Montessorischool Amstelveen - Lindenlaan
n n n n s n n
Het Palet Zuid incl dependance s s n n n s n+
Vrije School Parcival n/s s n s s n n
De Horizon incl dependance n/s s n n n s n
De Pionier n n n n n n n
De Zwaluw s n s s s s s
De Cirkel 2 locaties n n s n s s n+
Karel Eykman school s s+ s+ s n s s
De Triangel incl locatie Overloop n n n n n s n
Willem Alexanderschool n/s s n s s s s
De Westwijzer n n n n s n n
SBO Wending nvt nvt nvt nvt nvt nvt doelgroepen-
school
Bijlage 1b de netwerkschool Tabel 1: Speciale onderwijsondersteuning op de netwerkschool
Veld Setting
Binnen de klas Binnen de school
1. Hoeveelheid aandacht en tijd
Er is één paar handen in de klas, de
lk39 zorgt zelf voor bijv. preteaching, werken aan de instructietafel, op tijdelijke basis (een uur per week).
Er wordt gewerkt met de gegeven
groepsgrootte (± 25 leerlingen).
Er is speciale
onderwijsondersteuning door rt’er en/of ib’er, op tijdelijke basis (gedurende enkele uren per week).
2. Onderwijs-materialen
Er wordt waar nodig gebruik gemaakt van niveaudifferentiatie in
de lesmethoden. Er is aanvullend remediërend
materiaal voor de kernvakken, behorend bij de gebruikte lesmethoden.
Er zijn onderwijsmaterialen beschikbaar die tegemoet komen
aan specifieke didactische kenmerken en speciale pedagogische/psychologische kenmerken (bijv. beloningssysteem).
3. Ruimtelijke omgeving
Aan de tafel van de ondersteuningleerlingen wordt één-op-één begeleiding gegeven.
Er is op de gang ruimte waar één-op-één begeleiding of begeleiding van een (sub)groepje leerlingen kan plaatsvinden.
4. Expertise De lk hebben enige kennis van en competenties op het gebied van speciale onderwijsbehoeften.
De rt’er en/of ib’er hebben enige kennis van en competenties op het gebied van de meest voorkomende speciale onderwijsbehoeften.
5. Samenwerking met andere instanties
De lk onderhouden contacten met de ib’er om op de hoogte te blijven.
Er is op basis van behoefte samen werking en afstemming met professionals uit so en zorginstellingen.
39
In deze tabel en de andere tabellen komen meerdere afkortingen voor. Daarbij staat lk voor leerkracht, oa voor onderwijsassistent, ou voor ouder, mll voor medeleerling, rt’er voor remedial teacher, ib’er voor intern begeleider, ab’er voor ambulant begeleider, so voor speciaal onderwijs, lgf voor leerlinggebonden financiering, pgb voor persoonsgebonden budget, ihp voor individueel handelingsplan.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 72
Bijlage 1c de smalle ondersteuningsschool Tabel 2: speciale ondersteuning op smalle ondersteuningsschool
veld setting
binnen de klas binnen de school
1. hoeveelheid aandacht en tijd
Er is één paar handen in de klas, de lk zorgen eventueel met extra ondersteuning van oa/ou/mll voor bijv. pre-teaching, extra leestijd, op tijdelijke basis (enkele uren per week).
Er wordt grotendeels gewerkt met de gegeven groepsgrootte (± 25 leerlingen).
Voor korte perioden kan de groep kleiner worden gemaakt door inzet van oa/ou/mll; de lk kan dan individuele leerling of subgroep leerlingen helpen.
Er is speciale ondersteuning door rt’er en/of ib’er, op tijdelijke basis (een enkel dagdeel of enkele dag per week).
Er is speciale ondersteuning door ab’er (gedurende enkele uren per week).
2. onderwijs-materialen
Er wordt gebruik gemaakt van niveau- en tempodifferentiatie in de lesmethoden.
Er is aanvullend remediërend materiaal, behorend bij de gebruikte lesmethoden.
Er zijn onderwijsmaterialen beschikbaar die tegemoet komen aan specifieke didactische kenmerken (bijv. pictogrammen) en speciale pedagogische/ psychologische kenmerken.
Er wordt op projectbasis gewerkt aan het pedagogisch klimaat.
3. ruimtelijke omgeving
Er is een aparte plek (bijv. prikkelarm hoekje) waar één-op-één begeleiding of begeleiding van een (sub)groepje
leerlingen kan plaatsvinden.
Er is op de gang ruimte waar één-op-één begeleiding of begeleiding van een (sub)groepje leerlingen kan
plaatsvinden.
4. expertise De lk hebben enige kennis van en competenties op het gebied van de speciale onderwijsbehoeften
Enkele leerkrachten hebben zich verdiept in de meest voorkomende problemen/aandoeningen/stoornissen
De rt-er en/of ib-er hebben kennis van en competenties op het gebied van vele speciale onderwijsbehoeften
Een deel van het team heeft kennis van en competenties op het gebied van de speciale onderwijsbehoeften
5. samenwerking met andere instanties
De lk onderhouden contacten met de ib-er om op de hoogte te blijven.
Er is geregelde samenwerking en afstemming met professionals uit so en zorginstellingen.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 73
Bijlage 1d Wettelijk kader Schoolondersteuningsprofiel
Hieronder een omschrijving welke is ontleend aan de Wet passend onderwijs: Stb. 2012,
nr. 533
Begripsomschrijvingen
De definitie van het schoolondersteuningsprofiel is aan de sectorwetten toegevoegd: het
schoolondersteuningsprofiel is een beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen
voor leerlingen die extra ondersteuning behoeven (art. 1 WPO, art. 1 WEC, art. 1 WVO).
Frequentie
Het bevoegd gezag stelt ten minste eenmaal in de vier jaar een
schoolondersteuningsprofiel vast (art. 8 WPO, art 11 WEC, art. 17b WVO).
Schoolplan
Het schoolplan bevat een beschrijving van het beleid met betrekking tot de kwaliteit van
het onderwijs. Dat plan omvat ook het onderwijskundig beleid van de school. Het
schoolondersteuningsprofiel dient betrokken te worden bij dat onderwijskundig beleid
(art. 12 lid 2 WPO, art. 21 lid 2 WEC, art. 24 lid 2 WVO).
Medezeggenschap
De medezeggenschapsraad heeft op basis van artikel 11 sub r WMS een
adviesbevoegdheid ten aanzien van de vaststelling of wijziging van het
schoolondersteuningsprofiel.
Schoolgids
De schoolgids moet informatie bevatten over de wijze waarop aan de ondersteuning van
leerlingen die extra ondersteuning behoeven wordt vormgegeven (art. 13 lid 1 onderdeel
c WPO, art. 24 a lid 1 onderdeel b WVO. Art 22 WEC wordt op dit punt niet gewijzigd).
Afstemming schoolondersteuningsprofiel en ondersteuningsplan
Per amendering (nr. 56) is in de wet opgenomen de verplichting tot afstemming van het
schoolondersteuningsprofiel en het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband.
Het samenwerkingsverband stelt eenmaal in de vier jaar een ondersteuningsplan vast.
Bij het vaststellen van het ondersteuningsplan kunnen door het samenwerkingsverband
slechts beperkingen worden gesteld aan de door de school gewenste invulling van het
schoolondersteuningsprofiel, indien dat voor het samenwerkingsverband met het oog op
de beschikbare ondersteuningsmiddelen en ondersteuningsvoorzieningen een
onevenredige belasting zou vormen (amendement 33 106, nr. 56 Dijkgraaf/Ferrier, het
betreft een wijziging van art. 18a lid 7 WPO en art. 17a lid 7 WVO).
Toelating/weigering leerling en schoolondersteuningsprofiel
Indien de toelating van een leerling die extra ondersteuning behoeft, wordt geweigerd,
vindt de weigering niet plaats dan nadat het bevoegd gezag er, na overleg met de ouders
en met inachtneming van de ondersteuningsbehoefte van de leerling en de
schoolondersteuningsprofielen van de betrokken scholen, voor heeft zorg gedragen dat
een andere school bereid is de leerling toe te laten (art. 40 lid 4 WPO, art. 40 lid 5 WEC,
art. 27 lid 2c WVO; de redactie van de bepalingen verschilt).
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 74
Bijlage 2: Plaatsingsprotocol Amstelronde
Inleiding
Het schoolbestuur krijgt de wettelijke plicht om kinderen (aangemeld of ingeschreven)
die zijn aangewezen op extra ondersteuning een passend onderwijsaanbod te bieden
(zorgplicht). Waar mogelijk op de eigen school of anders op een andere, meer passende,
school.
Om dit mogelijk te maken hebben de aangesloten schoolbesturen afspraken gemaakt
over het niveau van basisondersteuning en extra ondersteuning. Tevens zijn afspraken
met het speciaal onderwijs gemaakt om expertise binnen de regio te halen met als doel
minder verwijzingen naar verder gelegen scholen. Deze afspraken zijn
geoperationaliseerd in de extra ondersteuning en de verbrede toelating speciaal
basisonderwijs (voor meer informatie wordt verwezen naar het ondersteuningsplan
Amstelronde).
Het blijft mogelijk dat kinderen buiten de regio naar school gaan. Immers, de ‘match’
tussen onderwijsbehoefte en een passend onderwijsaanbod blijft leidend.
Om de zorgplicht te realiseren en thuiszitters te voorkomen is het van belang heldere
afspraken te maken over het plaatsen van kinderen op de meest passende school.
Vooral daar waar de onderwijsbehoefte van het kind niet ‘matcht’ met wat een school
kan bieden.
In dit document worden de afspraken binnen Amstelronde inzake plaatsing en
voorkomen van thuiszitters beschreven in de vorm van een protocol. Hierbij wordt
onderscheid gemaakt in een plaatsingsprotocol en een thuiszittersprotocol (zie bijlage 3).
Betrokken partijen
School(besturen), ouders/verzorgers, Amstelronde passend onderwijs
Doel
Het eenduidig en vlot plaatsen van kinderen op de meest passende school;
Het stimuleren van samenwerking tussen scholen bij het plaatsen van kinderen
die aangewezen zijn op extra ondersteuning;
Het bevorderen van een gezamenlijke verantwoordelijkheid inzake het plaatsen
van kinderen met inachtneming van de beslissingsbevoegdheid van bevoegde
gezagen (zie ‘uitgelicht’ verderop).
Doelgroep
Kinderen die voor het eerst naar school gaan (onder-instromers);
Kinderen die overstappen van school, bv. vanwege verhuizing of omdat de school
van herkomst niet meer kan voldoen aan de onderwijsbehoefte van het kind (‘zij-
instromers’).
Uitgangspunten plaatsingsprotocol
het protocol richt zich op afspraken inzake achtereenvolgens aanmelding, verzoek
tot inschrijving en toelating van kinderen;
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 75
ouders/verzorgers kunnen op elk gewenst moment schriftelijk aanmelden bij een
school, de wijze waarop dit plaatsvindt is een schooleigen keuze;
op het moment van verzoek tot inschrijving geldt de zorgplicht voor de
betreffende school;
de school gaat over tot toelating indien uit onderzoek is gebleken dat de school
kan voldoen aan de onderwijsbehoefte van de leerling;
indien de school na onderzoek niet overgaat tot toelating, heeft zij de plicht een
andere passende school te zoeken. Hierbij kan Amstelronde een ondersteunende
rol spelen.
Plaatsingsprotocol
1. Ouders/verzorgers kunnen zich ten alle tijden aanmelden bij een school van
voorkeur.
2. Ouders richten op verzoek van school in geval van onderinstroom vanaf 3 jaar
maar uiterlijk 10 schoolweken voor de eerste schooldag van het kind een
schriftelijk verzoek tot inschrijving aan de school.
3. De school beoordeelt op basis van gegevens of het kind extra ondersteuning nodig
heeft. Daartoe kan de school gegevens opvragen van de school/instelling van
herkomst of ouders/verzorgers verzoeken gegevens te overleggen waaruit de
behoefte aan extra ondersteuning blijkt.
4. Indien geen sprake is van extra ondersteuning wordt het kind binnen 6 weken na
het verzoek tot inschrijving toelaatbaar geacht tot de betreffende school.
Bij extra ondersteuning worden de volgende stappen gevolgd.
5. Het bevoegd gezag van de school onderzoekt in overleg met ouders op basis van
gegevens welke extra ondersteuning voor het kind nodig is. De
Amstelrondespecialist kan hierbij ondersteunend optreden.
6. Na vaststelling van de ondersteuningsbehoefte besluit de school of een passend
aanbod geboden kan worden. Hierbij vormen het ondersteuningsprofiel van de
school en de mogelijkheden van de school om extra ondersteuning te kunnen
bieden, belangrijke pijlers.
Indien een passend aanbod geboden kan worden, wordt het kind binnen 6 weken na het
verzoek tot inschrijving toelaatbaar geacht tot de betreffende school.
Indien het kind niet toelaatbaar wordt geacht, worden de volgende stappen
gevolgd.
7. Als de school geen passend aanbod kan bieden, zoekt de school binnen 6 weken
na verzoek tot inschrijving een school die wel een passend aanbod kan bieden.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 76
Deze termijn mag 1 keer met maximaal 4 weken verlengd worden. De
Amstelrondespecialist wordt in deze situatie betrokken bij het proces.
De school bespreekt met ouders en Amstelrondespecialist op basis van de
vastgestelde onderwijsbehoefte welke scholen binnen de regio passend
onderwijs kunnen bieden. In geval dit speciaal (basis) onderwijs betreft, wordt
een traject richting het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring in gang
gezet.
8. Tot het moment van plaatsing op de meest passende school, blijft de school waar
het verzoek tot inschrijving is gedaan formeel verantwoordelijk voor de zorgplicht.
Als er na 10 weken geen besluit is genomen over de toelating van het kind op de meest
passende school, heeft het kind recht op een tijdelijke plaatsing op de school waar het
verzoek tot inschrijving is gedaan.
Uitgelicht wettelijk kader toelating
De Grondwet, de Leerplichtwet en de Wet op het primair onderwijs (WPO) bevatten geen
recht tot toelating tot een school.
Integendeel, de WPO geeft het bevoegd gezag van een openbare of bijzondere school het
recht over toelating te beslissen. Scholen hebben daarbij een vergaande beleidsautonomie
en het bevoegd gezag mag een leerling om diverse redenen afwijzen.
Voorbeelden zijn plaatsgebrek, schoolwijkenbeleid, evenwichtige spreiding van leerlingen
etc. De beslissingsbevoegdheid van het bevoegd gezag omvat ook de vrijheid te bepalen
hoe de toelating geschiedt. Het bevoegd gezag kan daartoe een toelatingsprocedure
opstellen.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 77
Bijlage 3: Thuiszittersprotocol Amstelronde
Inleiding
Naast het bieden van een zo passend mogelijke onderwijsplek voor een kind is een
andere belangrijke opdracht van passend onderwijs om het aantal thuiszitters40 te
reduceren. Het voorkomen van thuiszitten en het zo snel mogelijk weer naar school laten
gaan van deze kinderen is daarbij de opdracht. Deze opdracht is een gezamenlijke
verantwoordelijkheid van schoolbesturen, ouders/verzorgers, gemeenten (leerplicht) en
Amstelronde.
In dit document worden de afspraken binnen Amstelronde inzake het voorkomen van
thuiszitters beschreven in de vorm van een thuiszittersprotocol.
Betrokken partijen
Ouders, schoolbesturen, afdeling Leerplicht betrokken gemeenten, betrokken
hulpverleningsinstanties, Amstelronde passend onderwijs.
Doel
voorkomen van absoluut schoolverzuim41 (thuiszitters);
in beeld brengen van (potentiele) thuiszitters;
toeleiding naar passend onderwijs van (potentiele) thuiszitters.
Doelgroep
Leerplichtige kinderen in de basisschoolleeftijd die school absoluut verzuimen en
woonachtig zijn in de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn.
Uitgangspunten thuiszittersprotocol
Het protocol richt zich op absoluut schoolverzuim;
Het voorkomen van relatief verzuim is een verantwoordelijkheid van scholen
(schoolbesturen) en Leerplicht (Gemeenten).
Amstelronde kan op verzoek van de school een ondersteunende rol spelen in (het
voorkomen van) relatief schoolverzuim;
Voorkomen van thuiszitters kan alleen succesvol zijn op basis van een integrale
aanpak (sluitend netwerk).
Thuiszittersprotocol
1. In geval van absoluut verzuim dan wel schorsing van een reeds ingeschreven
kind, vindt melding door de school plaats:
40
Een ‘thuiszitter’ betreft een leerplichtige jongere tussen de vijf en de zestien jaar of jongere van zestien of
zeventien jaar met kwalificatieplicht die: - niet ingeschreven staat bij een school (absoluut verzuim) - die ingeschreven staat op een school of onderwijsinstelling en zonder geldige reden meer dan vier weken verzuimt, zonder dat hij/zij ontheffing heeft van de leerplicht respectievelijk vrijstelling van geregeld schoolbezoek of wegens het volgen van ander onderwijs (Ingrado). 41
We spreken van absoluut verzuim als een kind niet staat ingeschreven bij een onderwijsinstelling, terwijl dit
kind geen vrijstelling van onderwijs geniet. Het gaat hierbij om kinderen die zijn ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie en nog leerplichtig zijn.
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 78
a) bij leerplicht van de betreffende gemeente volgens de richtlijnen van het
verzuimbeleid van de school;
b) bij het loket van Amstelronde
In geval van absoluut verzuim van een nog niet ingeschreven kind, vindt
afstemming door leerplicht plaats met de Amstelrondespecialist.
2. De school en/of leerplicht maakt bij de melding/afstemming inzichtelijk welke
stappen/acties reeds zijn ondernomen en op welke wijze ouders/verzorgers
betrokken zijn.
3. De school en/of leerplicht besluiten of een ondersteuningsteam georganiseerd
moet worden. Hierin kan de Amstelrondespecialist een initiërende rol in nemen.
Uitgelicht Ondersteuningsteam thuiszitters
Dit ondersteuningsteam vindt plaats op initiatief van de school waar het kind
ingeschreven staat c.q. het laatste verbleef, in aanwezigheid van de
leerplichtambtenaar van de gemeente waar het kind woonachtig is.
Betrokken partijen: ouders, school van herkomst en/of beoogde school,
Amstelrondespecialist en relevante betrokkenen.
Het ondersteuningsteam in geval van thuiszitten, werkt volgens de volgende
principes:
de werkwijze is oplossingsgericht (gestuurd vanuit een integrale en
contextuele visie op de situatie);
er wordt gestuurd op actieve plaatsing van het thuiszittende kind op een
school binnen een termijn van twee weken.
4. Leerplicht en Amstelronde overleggen structureel over de voortgang van plaatsing
van thuiszitters waarbij een overzicht van thuiszitters door beide partijen wordt
aangeleverd.
Uitgelicht verantwoordelijkheden inzake absoluut schoolverzuim
(thuiszitters)
School(bestuur)
Schrijft een kind pas uit nadat het elders is ingeschreven;
Meldt absoluut verzuim bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente
volgens het verzuimbeleid van de school;
Maakt inzichtelijk welke stappen reeds door de school ondernomen zijn
inzake het absoluut schoolverzuim;
Houdt contact met de thuiszitter en de ouders/verzorgers;
Biedt een aangepast onderwijsprogramma aan de thuiszitter;
Neemt initiatief om met betrokken partners (leerplicht en Amstelronde) te
besluiten of een ondersteuningsteam gericht op thuiszitten georganiseerd
moet worden.
Ouders/verzorgers
Ondersteuningsplan Amstelronde versie april 2014 Pagina 79
Zijn verplicht hun kind in te schrijven bij een door de wet erkende school
of onderwijsinstelling;
Schrijven bij tussentijdse overstap naar een andere school hun kind uit bij
de oude school en schrijven hun kind in bij de nieuwe school;
Conformeren zich aan het verzuimbeleid van de school;
Houden zich beschikbaar voor overleg, waaronder het ondersteuningsteam
thuiszitten, in geval van absoluut schoolverzuim;
Stellen zich coöperatief op bij het vinden van een oplossing in geval van
absoluut schoolverzuim.
Leerplicht
Doet onderzoek naar de achtergronden van absoluut schoolverzuim;
Pleegt (wettelijke) interventies naar aanleiding van absoluut
schoolverzuim;
Neemt deel aan het door school georganiseerde ondersteuningsteam
thuiszitten of initieert dit.
Amstelronde
Zoekt na de melding door de school en/of leerplicht met betrokken
partners naar een oplossing om absoluut schoolverzuim op te heffen;
Bespreekt maandelijks de bij Amstelronde bekende thuiszitters met
leerplicht en vergelijkt deze lijst met de lijst die leerplicht hanteert;
Neemt deel aan het ondersteuningsteam gericht op thuiszitten om te
bevorderen dat een snelle en adequate oplossing wordt gevonden.