Upload
others
View
0
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Huurdersmagazine Stadgenoot Tiende jaargang | maart 2017 nummer 1
Opvang HVO QueridoIn een wuifwoning
Makkelijker wonenVan groot naar beter
Minder mobielStad met obstakels
Rolstoelwoning met lift na een brommerongeluk
Amsterdam met steuntje in de rug
Koken voor de buren In Slotermeer
Voor iemand zorgen mantelzorgers zijn helden
inhoud
woord vooraf
De tijd vliegt
Mijn oma was achter in de tachtig,
al een hele tijd weduwe, nog helder
van geest en goed ter been. Toch
zette ze de stap. Ze verhuisde naar
een bejaardenhuis. Belangrijkste
reden: geen leeftijdsgenoten meer
om een praatje mee te maken.
Haar oudste buur was een blaag
van achter in de zestig. Een hele
generatie jonger. Waar moest ze het
met hem over hebben? Nog tien
jaar heeft ze daar gewoond. Ze had
een eigen kamer met TV. Er werd
voor haar gekookt en gewassen. In
de recreatiezaal was gezelligheid te
vinden. Net een hotel, zei ze altijd.
De tijden zijn veranderd. Nu was mijn
oma in haar huisje blijven wonen.
Voor een verpleeghuis was ze te
goed geweest en verkassen naar
een verzorgingshuis was niet meer
gelukt. Ze verdwijnen in rap tempo.
De komende drie jaar sluiten 800
van de 2000 verzorgingstehuizen in
Nederland hun deuren. Wie nog op
zichzelf woont, maakt bijna geen
kans meer daar terecht te komen.
Tenzij het echt niet meer gaat, blijf
je thuis wonen. Zelfs als je de leeftijd
der zeer sterken hebt bereikt. De zorg
die je nodig hebt, moet je 'inkopen'.
De fysiotherapeut, wijkverpleger of
huishoudelijke hulp komt dan langs.
Intussen wordt ervan uitgegaan
dat de familie wel wat kan doen en
dat de buren een oogje in het zeil
houden. Of dat altijd zo gemakkelijk
gaat, valt nog te bezien. Dat het voor
veel mensen een stuk ingewikkelder
wordt, is wel zeker.
Wees voorbereid op het moment dat
niet alles meer vanzelf gaat. Probeer
voor die tijd een makkelijke woning
te bemachtigen: een die niet te groot
is en geen trap heeft bijvoorbeeld.
Oriënteer je op Woningnet en lees
deze Stadleven goed. Er staan allerlei
suggesties in om het leven gezellig te
houden, ook als je niet meer honderd
procent voor jezelf kunt zorgen.
SpoedgevalSolvers biedt
uitkomst
Zorgende hand
Wonen in de
Diamantbuurt
ObstakelsDe stad voor
minder validen
Plein ’40-‘45Boerenkoolsoep
op het menu
3023
166
3128
2010
Kleiner of lager
Makkelijker wonen
als je ouder wordt
Zo woon ik
Rowo met lift
in Noord
De oude dagWees erop
voorbereid
Atlasbehandeling Je lichaam
beter in balans
Pim de Ruiter
Manager
Communicatie
Stadgenoot
Stadleven 1 | 20172
Pim de Ruiter
Manager
Communicatie
Stadgenoot
achter de voordeur
Stadgenoot 3
Dag nachtrustAnneke lucht de volgende dag haar hart bij een medewerker van Stadgenoot. Ze heeft
een nieuwe buurman die nu al wekenlang haar nachtrust verstoort. Het lijkt wel of
zijn stoppen zijn doorgeslagen. ’s Nachts gaat hij als een furie tekeer. Wat is er aan de
hand? Stadgenoot duikt in de zaak en komt via het gemeentelijk meldpunt Zorg en
Overlast in contact met de begeleider van de man.
BenDe 29-jarige Ben wordt al zijn hele leven door waanbeelden geplaagd. Hij heeft een
mooie nieuwe woning en wil hier ‘als een normaal mens’ leven. Zonder overleg met
zijn begeleiding is hij met zijn medicatie gestopt. Dat was niet de afspraak. De voor-
waarde om zelfstandig te wonen is dat hij zijn pillen neemt. Zijn begeleider vertelt dat
er klachten zijn binnengekomen bij Stadgenoot. Ben schrikt enorm. Samen met zijn
begeleider besluit hij zijn medicijnen voortaan onder toezicht in te nemen.
Eerste kennismakingAnneke is flink geschrokken van het hele gebeuren. Ze wordt uitgenodigd voor een
gesprek met Ben en zijn begeleider. Anneke leert haar buurman wat beter kennen. Ze
ziet een heel andere kant van hem. Ook ziet ze zijn worsteling. Eigenlijk een heel aar-
dige jongeman, denkt ze bij zichzelf. Het contact verloopt sindsdien een stuk beter. Ze
zeggen elkaar gedag en maken af en toe een praatje. En mocht er in de toekomst toch
weer iets misgaan, dan weet Anneke precies bij wie ze moet zijn.
Gaat het weer een beetje?
‘Eigenlijk een heel aardige jongeman’
Stadgenoot komt dagelijks bij mensen over de
vloer. De rubriek ‘Achter de voordeur’ opent deuren
die voor anderen gesloten blijven.
Ervaart u overlast van een buur? Twijfelt u over het welzijn van een omwonende?
Bel het gemeentelijke meldpunt Zorg en Overlast: 020 - 255 2914.
Boem! Een gigantische knal. En dan nog één. Vervolgens minutenlang een hartverscheurend geschreeuw. Anneke zit rechtop in haar bed. Voor de zoveelste keer. De maat is vol. Morgen zal ze Stadgenoot bellen. Tekst Julia Doomen
kort
Wooncoach
4 Stadleven 1 | 2017
Stadgenoot zie je overalHet is een goede gewoonte van woningcorporaties om te
laten zien welke panden ze verhuren. Kijk maar eens rond
in de stad, dan zie je nog veel prachtige tegeltableaus of
gevelstenen op corporatiepanden. Ook Stadgenoot kent
deze traditie. De rode tegels met het logo van Stadgenoot
zie je op gevels overal in de stad. Onlangs zijn er 200
nieuwe bordjes geschroefd op gebouwen die de afgelopen
jaren in eigendom zijn gekomen van Stadgenoot: door
ruil met andere corporaties of door nieuwbouw.
Bij het Amsterdams Steunpunt Wonen werken woon-
coaches. Dat zijn vrijwilligers die op huisbezoek gaan
bij 65-plussers. Ze informeren mensen hoe ze op een
prettige manier langer thuis kunnen blijven
wonen en geven advies op maat over
woningaanpassingen en regelingen
als ‘Van hoog naar laag’ en
‘Van groot naar beter’.
Meer info op
steunpuntwonen.nl/
wooncoach
Aardige Stadgenoten gezocht
Maar liefst 1200 mensen per jaar vragen om een maatje bij de
Regenboog. Zo’n maatje geeft tijd en aandacht aan mensen die
dat nodig hebben en biedt een stadgenoot in (sociale) armoede
weer wat perspectief. Wil jij ook iets voor een ander doen?
Bel De Regenboog op 020 - 53 17 600 of ga naar hun website:
deregenboog.org
kort
Wonen met zorg bij Stadgenoot
De onderhoudsmonteur
Werk in uitvoering
Geen verzorgingshuis, wel verzorgd wonen
Stadgenoot 5
Sommige Amsterdammers hebben iets extra's nodig om zelfstandig
te wonen: handsteunen in de badkamer, een traplift, een aangepast
huis. Welke mogelijkheden zijn er allemaal? Waarvoor moet je bij
Stadgenoot zijn en waarvoor bij de gemeente of een andere instantie?
Voor woningaanbod, voorrangsregelingen, seniorenwoningen,
verpleeghuizen en veel meer raadpleeg je onze website:
stadgenoot.nl/huren/wonen-met–zorg.
Problemen met CV, lift of ventilatie? Dat is iets voor de
onderhouds-monteur. Stadgenoot heeft contracten met
verschillende onderhoudsbedrijven.
Weten welk bedrijf de installaties
in uw woning onderhoudt?
Ga naar stadgenoot.nl/
onderhoudsmonteur.
Een gebouw heeft soms groot onderhoud of renovatie nodig.
Soms moet een pand gesloopt worden om plaats te maken voor
nieuwbouw. Stadgenoot houdt zijn huurders zo goed mogelijk
op de hoogte van wat er allemaal aan de hand is en staat te
gebeuren. De informatie over onderhoud, renovatie en sloop
staat nu ook op onze vernieuwde website. Via een overzichte-
lijke kaart zoom je in op je eigen buurt en met één eenvoudige
muisklik vind je de informatie die je nodig hebt. Handig en
overzichtelijk: stadgenoot.nl/werk-in-uitvoering
Het verzorgingshuis, beter bekend als bejaardenhuis, gaat verdwij-
nen. Stadgenoot heeft een alternatief bedacht: veilig en verzorgd
wonen, met méér voorzieningen dan in een gewoon seniorencomplex.
Stadgenoot biedt dat aan in De Venser, De Drecht, De Boeg, De Klinker,
Het Schouw en Kastanjehof. Er is hier een receptie, er is activiteiten-
aanbod, een ontmoetingsruimte, een zorgsteunpunt in huis of vlakbij,
maaltijden of extra voorzieningen in het kader van brandveiligheid
of alarmering. Speciaal voor mensen die 65 jaar of ouder zijn en niet
meer geheel zelfstandig willen of kunnen wonen. De woningen wor-
den aangeboden via WoningNet.nl.
Sally, Martha en Kwint, bewoners van de Drecht
buurt in beeld
Tekst Caroline Freriks | Fotografie Jean-Pierre Jans
Iedere vrijdag koken Richard en David voor hun medebewoners. Boodschappen doen ze op het veelzijdige Plein ’40-’45 in Slotermeer. Vanavond staat er boerenkoolsoep op het menu.
6 Stadleven 1 | 2017
buurt in beeld
Op steenworp afstand van de Sloterplas wonen
Richard en David in een rustig buurtje. Beiden
hebben een eigen appartement pal naast het
steunpunt van Philadelphia, een organisatie
voor mensen die zorg of ondersteuning nodig
hebben. Daar schijnt vandaag de zon vrolijk de
huiskamer binnen.
Koken voor elkaarWe drinken met David een kop thee terwijl we
wachten tot Richard van zijn werk bij de catering
van het ROC terug is. Daarnaast draait Richard
iedere dinsdagavond als DJ bij energy-radio.nl,
vertelt hij later trots. David heeft de vrijdagen
vrij en werkt de rest van de week als dagbe-
steding bij de klussendienst van Philadelphia.
Iedere vrijdag koken de twee mannen samen
voor de andere bewoners en begeleiders.
Gezonde voeding met veel groente‘Wij kennen alleen de stamppot, maar Ame-
rikanen maken van alles met boerenkool,’
weet David te vertellen. ‘Boerenkoolsmoothie,
boerenkoolsoep. Ik heb gehoord dat ze zelfs
een boerenkooldessert hebben, maar daar zal
wel veel suiker in zitten.’ David is een bewuste
eter. Hij is vegetariër en neemt ook bijna geen
suiker: ‘Ik houd van gezonde voeding met veel
groente, maar het moet wel lekker zijn.’ Hij
vindt het een sport om steeds andere recepten
uit te proberen. Als Richard binnenkomt is hij
benieuwd wat ze vandaag gaan koken: ‘Bij
David is het altijd een verrassing.’
Een echt dorpsgevoelIn tien minuten lopen we via de Slotermeer-
laan naar de markt op Plein ’40-’45. Voor het
Tuinstadhuis staat het Vrijheidscarillon met zijn
vele klokken. ‘Met kerst worden er kerstliedjes
gespeeld, maar ik heb ook weleens de Amster-
damse grachten erop gehoord.’ ‘Mij geeft het
plein een echt dorpsgevoel,’ zegt David. Dat
vindt Richard ook: ‘Je voelt hier niet dat je in de
stad bent.’
Pilinoten uit de FilipijnenDavid houdt van bijzondere ingrediënten en
bekijkt op de markt de cactusvruchten waar hij
eerder jam van maakte. ‘Die jam was heerlijk.
Zoetzuur, meer richting citrus.’ Waar je maar
kijkt zijn exotische groentes en fruit te koop.
Bij de notenkraam valt zijn oog op een nieuwe
soort noten. ‘Dat zijn pilinoten uit de Filippij-
nen,’ weet de man van de kraam te vertellen.
‘Er zitten heel veel voedingsstoffen in.’ David >
‘Mij geeft het plein een echt dorpsgevoel’
Stadgenoot 7
buurt in beeld
Op vrijdag vegetarischMet alle inkopen op zak zitten de mannen
even later gezellig op een bankje bij het water.
David legt uit hoe het gezamenlijk eten werkt:
‘Iedereen die mee wil eten zegt dat een dag van
tevoren, en betaalt drie euro. Daar doen wij de
boodschappen van. Omdat ik vegetarisch ben,
en omdat wij koken, is dat op vrijdag altijd ve-
getarisch.’ Er zijn vijftien bewoners die rondom
het steunpunt van Philadelphia wonen. Daar
worden ze geholpen in bijvoorbeeld het vinden
van een geschikte dagbesteding, hun adminis-
tratie of in het contact met instanties.
Het meisje van SlotermeerAan de overkant van de Slotermeerlaan zien we
een grote muurschildering geïnspireerd op het
melkmeisje van Vermeer. ‘Dat is het meisje van
Slotermeer!’ roept Richard met een lach. Er vlie-
gen veel meeuwen rond bij het water ervoor.
‘Dat zijn hele jonge meeuwen,’ weet David.
‘Heb je naar hun leeftijd gevraagd dan?’ grapt
Richard meteen en zo wordt er wat afgelachen
met die twee.
Wat gaan we eten?Eenmaal weer terug bij het steunpunt gaan de
mannen meteen naar de keuken om het eten
te maken. De eerste bewoners komen al binnen
en werpen snel een blik in de pannen. Wat
gaan we eten, wil iedereen weten. Tijdens het
‘Met al die bijzondere recepten, durf ik niks
meer voor te stellen,’ zegt Richard met een
knipoog en aan iedere hand een gevulde tas:
‘Ik ben wel de pakezel.’ Bij bakkerij Arena is het
toch Richard die een slagroom schnitt en een
vruchten schnitt uitkiest. ‘Beter twee verschil-
lende taarten, zodat iedereen kan kiezen,’ vindt
hij. In bakkerij Arena werken de eigenaar en
zijn zus samen in de winkel. ‘Mijn zus is heel
bijzonder,’ vertelt hij trots. ‘Ze helpt me in de
zaak, maar ook thuis. En ze is een moeder voor
mijn kinderen.’
‘Dat is het meisje van Slotermeer!’
neemt voor de boerenkoolsoep cashewnoten.
De ongezouten, want je krijgt snel teveel zout in
een gerecht. De meeste boodschappen doen we
in twee grote supermarkten. Een aan het plein
en de ander in het winkelcentrum Plein’40-’45,
waar nog zo’n vijftig andere winkels zitten.
Twee verschillende taartenBoerenkool, abrikozen, kookroom op sojabasis
en geraspte kaas. Alles wordt voor tien perso-
nen ingekocht. De taakverdeling is helder. David
kiest de ingrediënten en beheert de financiën.
Stadleven 1 | 20178
buurt in beeld
‘Beter twee verschillende taarten, zodat iedereen kan kiezen’
koken vertelt David dat boerenkool veel anti-
oxidanten en ijzers bevat, en daarom zo gezond
is. ‘Niet van die moeilijke woorden hè,’ roept
Richard er tussendoor, terwijl hij de abrikozen in
stukjes snijdt. Ook wordt er veelvuldig geproefd
door beide heren. Net zolang totdat de soep
helemaal naar hun zin is. Ondertussen staat de
rodekoolschotel in de oven en kan het gezel-
schap voor de boerenkoolsoep aan tafel. Na een
gebed in stilte komen de eerste complimenten
los: heel lekker David en Richard, goed gelukt!
Stadgenoot 9
• 1,2 kilo verse gesneden
boerenkool
• 3 liter water
• 3 groente bouillonblokjes
• 3 knoflookteentjes
(geperst)
• 3 mespuntjes
nootmuskaat
• 300 ml kookroom op
sojabasis
• verse zwarte peper
• zout toevoegen naar
smaak
• 2 blikjes van 400 ml
abrikozen (uitgelekt en
in stukjes)
• 200 gr ongezouten
cashewnoten
• geraspte belegen kaas
(garnering)
Breng het water aan de kook in een grote soeppan
en laat de helft van de boerenkool in het water
slinken. Voeg dan de andere helft van de boerenkool
en de 3 bouillonblokjes toe en laat 10 minuten
zachtjes koken. Mix de soep enkele minuten met de
staafmixer en laat opnieuw 10 minuten koken. Mix
de soep opnieuw totdat hij er gebonden uitziet. Voeg
kookroom, knoflook, nootmuskaat, peper, abrikozen
toe en verwarm opnieuw. Voeg op het laatst de
cashewnoten toe en garneer met de geraspte kaas.
Eet smakelijk én gezond!
Bereiding
Ingediënten
Aantal personen
Recept
Boerenkoolsoep van David en Richard (vegetarisch én veganistisch)
‘Ik heb me gespecialiseerd in het behandelen van blessures’
Ik ben geboren Amsterdammer, opgegroeid in
Slotermeer. Inmiddels woon ik alweer 23 jaar in
Oud West. Sinds ruim vijf jaar heb ik deze prak-
tijk in de Agatha Dekenstraat. Van jongs af aan
had ik al een fascinatie voor de werking van het
menselijk lichaam. Op mijn 29ste ben ik een op-
leiding gaan volgen voor sportmasseur. Ik heb
me gespecialiseerd in blessurebehandelingen.
Daarnaast houd ik mij ook bezig met voeding
en gezondheid. Mijn klanten zijn niet alleen
buurtgenoten, maar komen uit heel Nederland.
Het zijn vaak mensen die al jaren met klachten
lopen waar ze niet verder mee komen in het
reguliere circuit. Ze komen specifiek voor de
AtlasPROfilax behandeling. Ik ben een officieel
gediplomeerd Atlasprof.
De atlas is de bovenste halswervel. Bij veel
mensen staat de atlas scheef. Het lichaam moet
dat compenseren en dat heeft allerlei conse-
quenties. Bij een AtlasPROfilax behandeling zet
ik in één sessie de atlas in de juiste positie, met
een speciaal daarvoor ontwikkeld massage-ap-
paraat. Zo komt het lichaam in zijn geheel beter
in balans. Klachten als bekkenscheefstand,
beenlengteverschil en vele andere klachten kun-
nen hiermee effectief worden behandeld.
Als je een muurtje wilt metselen en je begint
de onderste rij niet helemaal waterpas, dan
staat deze bovenaan ver uit het lood. In dit
geval moet het van bovenuit goed zitten en is
de atlas dus de ‘basis’. Het mooiste vind ik het
als mensen niet meer terug hoeven te komen
en niet afhankelijk worden van een masseur of
fysiotherapeut.
Zorg voor anderen: Zelf ben ik mantelzorger
van mijn moeder. Ze woont in Hoofddorp. Eén
keer per week ga ik naar haar toe om schoon te
maken en iedere zondag eten we samen. Verder
regel ik haar afspraken met o.a. het zieken-
huis en begeleid ik haar daar naartoe. Haar
lichamelijke klachten zijn vervelend, maar de
geestelijke klachten zijn toch wel het heftigste.
Felix Baas (1967) • Agatha Dekenstraat 28 • www.corpusmassage.nl
de ondernemer
Tekst & Fotografie Rogier Alleblas
Stadleven 1 | 201710
ActieDe eerste vijf lezers met
klachten die n.a.v. het artikel
bellen mogen zonder kosten
en vrijblijvend langskomen
voor een consult en advies.
(normaal € 35,=)
StukIedere keer als ik behendig op mijn scootertje door de
Ferdinand Bolstraat tussen de fietsers en overstekende
voetgangers slalom, vraag ik mij altijd iets af.
Waar in hemelsnaam is Iwan de Indiaan?
De dronkenlap met zijn zelfgemaakte indianentooi die
schreeuwend door de straten van de stad slenterde.
Met zijn verweerde leren jas met franjes op de voor- en
achterkant die beweeglijk dansten tijdens zijn wilde
handgebaren. Zijn vrolijke verensjaals die hij geïrriteerd
om zijn nek sloeg als de wind ze verwaaide.
Vroeger speelde hij op zijn ontstemde gitaar voor de
HEMA terwijl hij onsamenhangende teksten zong. Hij
hield van dat aftandse instrument. Hij schonk er veel
aandacht aan: hij speelde de snaren stuk, plakte plaatjes
op de klankkast en graveerde er namen in, waarschijnlijk
van vrouwen die hij meenam naar zijn met bierblikjes
bezaaide zolderkamer en de nacht mee doorbracht. De
man had oog voor kinderen - waarschijnlijk omdat hij
zelf nog kind was. Als ik met mijn moeder langs hem liep
om tompoezen te halen, laste hij een korte pauze in. Hij
pakte de gitaar bij de hals, glimlachte naar mij en nam
een slok uit het gigantische blik goedkope bocht dat hij
met zijn bij elkaar gesprokkelde royalty's bij de slijterij
van de Dirk van den Broek aan het Heinekenplein had
gekocht.
Mijn moeder trok mij dan snel naar binnen, door de
zware glazen deur, naar de bakkersafdeling achterin de
winkel terwijl zij hoofdschuddend een gebedje prevelde
aan Allah's adres, opdat de zingende zondaars gauw naar
het juiste pad worden geleid.
Toen ik puberde, kwam ik hem nog weleens tegen
als ik samen met mijn vriendjes de straten onveilig
maakte. Dan was hij aan het vloeken en tieren, tegen
een automobilist die hem vier straten terug bijna had
aangereden. Maar wanneer hij ons zag, veranderde hij in
een aardige meneer en stak zijn grote hand uit. Maar wij
gaven hem een boks. Hoe tof wij hem ook vonden om zijn
tegendraadsheid, zijn vieze, vlezige vingers met bruine
column
(1991) is schrijver en columnist.
Mano zit op twitter:
twitter.com/manobouzamour
Stadgenoot 11
Mano Bouzamour
nagelriemen wilden wij liever niet aanraken. We vroegen
hem iets voor ons te spelen. Een liedje waarmee hij de
vrouwen verleidde. Dan zong hij een onwijs vals liedje vol
scheldwoorden. Pakte hij na tien tellen de indianentooi
van het hoofd en smeten we wat muntgeld erin om zijn
alcoholverslaving en zangtalent te stimuleren. We waren
meanderende mecenassen van de zwerverskunsten.
Ik heb de gitaarspelende indiaan al jaren niet gezien.
Hij is de grijnzende bewaker van mijn vroegste
jeugdherinneringen. De dorpsgek van de stad. Hij is de
belichaming van de buurt. De vroegere, ongekunstelde
rauwheid van de Albert Cuyp. Tijdens de strenge winters
verschanst hij zich vast in warme cafeetjes aan het
Sarphatipark. Als ik aan De Pijp denk, denk ik aan hem.
Als ik de verloren vriend ooit zie, schud ik hem de hand.
− Deze column verscheen eerder in Het Parool −
reportage
Op reportage bij de maatschappelijke opvang van HVO Querido
Wie door verslaving, psychische problemen of simpel- weg te veel pech een tijdje hulp nodig heeft om weer zelfstandig te wonen, kan terecht bij de maatschappe- lijke opvang. ’Het liefste blijf ik hier wonen.’
Weer zelfstandig leren wonen in een wuifwoning
Tekst Joost Zonneveld | Fotografie Jean-Pierre Jans
‘Ah, het verloren schaapje!,’ zegt een van de
medewerkers van De Veste aan de Poeldijkstraat
enthousiast als Gisela Hoogvliets (61) de keuken
binnenstapt,’ we hebben je gemist.’ De begroe-
ting maakt Hoogvliets een beetje verlegen,
maar tevreden verschijnt een gulle lach op haar
gezicht. De geboren Surinaamse is een vaste
waarde in het kookteam van De Veste, een grote
locatie voor maatschappelijke opvang van HVO
Querido. Maar nu sukkelt Hoogvliets al enige
tijd met een venijnige griep.’ Ik wil geen andere
mensen aansteken met mijn keel- en oorpijn,’
heeft ze vlak daarvoor in haar ’wuifwoning'
enkele verdiepingen hoger verteld.
Stadleven 1 | 201712
reportage
WuifwoningGisele Hoogvliets woont bijna een jaar in een
zogenoemde ’wuifwoning', de laatste stap
tussen maatschappelijke opvang en zelfstandig
wonen. Dat laatste lijkt haar goed af te gaan.
De kleine woning van ongeveer dertig vier-
kante meter, met een aparte slaapkamer, een
badkamer, eigen (open) keuken en een relatief
ruim balkon, ziet er niet alleen keurig maar
ook gezellig uit. Veel planten, hier en daar nog
wat kerstverlichting, foto's van haar ouders
aan de muur en een glazen kast vol netjes
gepresenteerd servies. Op de salontafel, die net
als de bank en een kast bij de woning horen,
domineren de tissues en anti-griepmiddelen
om het virus onder de duim te krijgen.’ Ik heb
nooit eerder een griepprik genomen. Nu ik het
wel heb gedaan, heb ik er heel erg veel last
van,’ zegt Hoogvliets die een glimlach niet kan
onderdrukken terwijl ze met een half oog naar
de televisie blijft kijken.
PechHet forse complex voor maatschappelijke
opvang aan de Poeldijkstraat kent een nogal
bonte verzameling bewoners. Er wonen mensen
met psychische problemen, anderen hebben
moeite om van drank of drugs af te blijven.
Hoogvliets behoort tot de categorie pechvogels.
Ze kwam net als heel veel Surinamers vlak voor
de onafhankelijkheid van het Zuid-Amerikaanse
land begin jaren zeventig met haar moeder
naar Nederland. Ze trouwde en kreeg kinderen.’
Ik heb altijd in West gewoond. In 2001 dacht de
sociale dienst dat ik mijn huis onderverhuurde,
maar dat was niet zo. Toch ben ik zomaar op
straat gezet. Ik was mijn huis en al mijn spullen
in een keer kwijt. Ik wil er liever niet meer aan
denken.’ Een tijdje dronk Hoogvliets te veel, zegt
ze, maar dat is alweer lang geleden. ’Wel heb ik
schulden gehad en heb ik in de schuldsanering
gezeten.’ Het had te maken met de nasleep van
de ontruiming van haar woning. ’Maar ook
dat is achter de rug. Ik heb geen verslaving en
ik heb geen schulden meer,’ zegt ze enigszins
opgelucht, ’ik regel alles in mijn leven nu zelf, ik
doe de was en let op de aanbiedingen in de su-
permarkt.’ Maar lange tijd had ze geen woning.
’Ik logeerde afwisselend bij mijn zusters.’
Extra kamerEnkele jaren geleden moest Hoogvliets geope-
reerd worden aan haar knie. Revalideren bij
haar zusters bleek lastig. ’Toen werd ik opgevan-
gen in de Aak, een gebouw in Osdorp voor dak-
en thuislozen. Maar op die plek hoorde ik niet.
Toen kwam ik in De Veste terecht en kreeg >
‘Ik hoef hier niet te vertrekken, ik heb hier alles wat ik nodig heb’
‘Mijn huis en al mijn spullen was ik in één keer kwijt’
Stadgenoot 13
reportage
De VesteVlakbij de Ring A10 West ligt de Poeldijkstraat
waar HVO Querido het grote complex De Veste
huurt van Stadgenoot. Daar worden mensen op-
gevangen die te maken hebben met verslaving,
psychische problemen of om een andere reden
opvang nodig hebben. De meeste bewoners
wonen daar langere tijd, maar een deel lukt
het om na enige tijd stabiel te functioneren. Zij
komen dan in aanmerking voor een ’wuifwo-
ning', een zelfstandig appartement binnen de
beschermde wereld die HVO Querido biedt. In
deze wuifwoningen worden de bewoners voor-
bereid op een leven buiten De Veste en mogen
zij bijvoorbeeld ook in hun appartement koken.
De bewoners kunnen net als ieder ander naar
buiten en beschikken over een eigen sleutel. In
het complex zijn twee dagbestedingscentra. Het
gaat dan om activiteiten als het repareren van
fietsen en het sorteren van kleding.
dat is wederzijds: ’ik kreeg pas een kaart met
de boodschap dat ze mij misten.’ En naast het
koken helpt ze soms mee met het uitzoeken van
kleding voor de ’winkel' waar bewoners kleding
kunnen krijgen die door andere Amsterdammers
is weggegeven. ’Ik vind het belangrijk om mij
een beetje nuttig te maken. Maar meedoen met
de bingo vind ik ook leuk.’
‘Ik regel alles in mijn leven nu zelf’
ik daar een kamer. Dat was wat klein, deze
wuifwoning is veel beter.’ Sterker: Hoogvliets
wil eigenlijk niet meer weg. ’Soms hoor ik dat
ik naar een eigen woning moet doorstromen,
maar ik hoef niet weg. Het is niet groot, maar
het is prima voor mij. Ik heb hier alles wat ik no-
dig heb.’ Het enige dat ze mist is een logeerka-
mer. ’Het zou leuk zijn als mijn kleindochter een
eigen kamer heeft als ze komt logeren. En mijn
dochter vindt het ook niet zo prettig met de
andere bewoners hier in het gebouw. Dat snap
ik ook wel, ik heb ook last gehad van bewoners
die voor overlast zorgden of dealden.’ Op een
enkeling na komen haar buren niet bij haar
over de vloer, zegt ze beslist, maar contact met
andere bewoners heeft ze veelvuldig.
KokenDat Gisela Hoogvliets van een kamer in De Veste
naar een wuifwoning kon verhuizen, betekende
ook dat ze weer in haar eigen woonruimte kon
koken. ’Dat is wat ik heel graag doe. En niet
alleen de Surinaamse keuken, hoor. Ik maak net
zo lief erwtensoep. Als ik van de griep af ben,
dan ga ik weer twee dagen per week koken voor
de andere bewoners. In de ochtend maak ik dan
soep en salade, in de avond warm eten. Vaak
nasi of bami. Samen met andere bewoners doe
ik ook de boodschappen,’ vertelt Hoogvliets als
zij de keuken van het ’Vestaurant', zoals het res-
taurant van De Veste wordt genoemd, laat zien.
Ze is blij als ze straks weer aan de slag kan. En
‘Niet alleen gerechten uit de Surinaamse keuken. Ik maak net zo lief erwtensoep’
Stadleven 1 | 201714
Meer weten over de urgentieverklaring?
Google ‘mantelzorg Amsterdam’ of bel 14 020.
Toestemming voor een ‘duurzaam
gemeenschappelijk huishouden’?
Mail naar [email protected] of bel tijdens
kantooruren 020 - 511 8000
Voor iemand zorgen Als mantelzorger is het handig om
in de buurt te wonen van degene
die je helpt. Als je te ver weg
woont, kun je bij de gemeente
een urgentieverklaring aanvragen
om dichterbij te gaan wonen.
Met een urgentiebewijs krijg je
voorrang bij het zoeken naar een
sociale huurwoning in de buurt.
Andersom kan ook. Degene die
zorg nodig heeft, kan een
urgentieverklaring aan-
vragen om in de buurt van
de mantelzorger te gaan
wonen.
De voorwaardenDe voorwaarden voor een
urgentieverklaring zijn streng.
De gemeente kijkt naar de
zorgsituatie en jouw rol daarin.
En beoordeelt of verhuizing
noodzakelijk is, bijvoorbeeld
om opname in een instelling te
voorkomen. Ook wordt gekeken
naar het inkomen en of je een
zelfstandige woning achterlaat.
Het moet aannemelijk zijn dat
je echt van plan bent lang voor
de ander te zorgen en dat die
verzorging veel tijd gaat kosten.
Als de gemeente overtuigd is, krijg
je voorrang in Woningnet. Zodra
er dan een geschikt huis vrijkomt,
kun je gaan kijken.
Bij elkaar wonenAls een van jullie bij Stadgenoot
huurt, is het misschien ook
mogelijk om samen te gaan
wonen. Je moet daarvoor wel
schriftelijk toestemming vragen
aan Stadgenoot. We willen
zeker weten dat jullie echt een
‘duurzaam gemeenschappelijk
huishouden’ gaat runnen. Pas als
je aanvraag wordt goedgekeurd,
mag je medehuurder worden.
Klantenservice
Stadgenoot 15
Zorgen voor iemand
die je mag Sommige mensen kunnen niet meer helemaal zelfstandig wonen. Dat lukt alleen nog met een steuntje in de rug. Soms kunnen familieleden, vrienden of buren dat steuntje geven. Dat zijn dan mantelzorgers. Tekst Jenny Velthuys
reportage
Stadleven 1 | 201716
Amsterdam is een heerlijke stad. Vrolijk fluitend fiets je van oost naar west en van noord naar zuid.
Maar niet voor iedereen is dat weggelegd. Fotograaf Bas Uterwijk laat zien hoe de stad eruit ziet als je je
níet zo gemakkelijk zelfstandig beweegt.
Obstakels
reportage
Stadgenoot 17
reportage
Stadleven 1 | 201718
reportage
Stadgenoot 19
interview
Stadleven 1 | 201720
Denk na over je
oude dag
interview
>
Omdat heel veel mensen in Amsterdam
willen wonen, is het woningaanbod
beperkt. Wie iets anders wil of nodig
heeft, kan zich daarom maar beter op
tijd oriënteren. Afhankelijk van het
inkomen zijn via WoningNet sociale
huurwoningen beschikbaar. Een deel is
speciaal voor senioren bedoeld.
Wie daarvoor een te hoog inkomen
heeft, is aangewezen op vrijesectorhuur
of op een koopwoning. Wie graag de
oude dag wil slijten in het gezelschap
van andere senioren, kan proberen een
appartement in een seniorencomplex
te krijgen. Hiervoor geldt sinds kort een
minimale leeftijd van 65 jaar. Activitei-
ten, zorg en een winkeltje zijn dan vaak
in de directe omgeving te vinden. De
woningcorporaties kunnen daar meer
informatie over geven. En dat geldt
ook voor mensen die in een woongroep
willen wonen. In Amsterdam bestaan
bijvoorbeeld al woongroepen voor
Surinaamse ouderen of homoseksuele
senioren. Ook nieuwe initiatieven voor
een woongroep kunnen, bijvoorbeeld
met Stadgenoot, besproken worden.
Voor mensen die liever in een gewone
straat blijven wonen, maar de trap
niet meer op kunnen, bestaan andere
regelingen. ‘Van hoog naar laag’ (alleen
voor huurders van 70 jaar en ouder) of
‘van groot naar beter’ (nieuwbouw is
uitgesloten) bieden de mogelijkheid om
een woning te krijgen die beter past bij
de fysieke mogelijkheden van de bewo-
ner, bijvoorbeeld door te verhuizen naar
een woning op de begane grond. De
huur blijft dan in principe hetzelfde.
Zie pagina 31 ‘Makkelijk wonen’.
Woonvormen voor de oude dag
Stadgenoot 21
Het is niet iets waar iedereen graag over nadenkt, maar het is verstandig om op tijd een woning te hebben die past bij de gebreken van de oude dag. Daar wijzen Franck Storm en Willeke Drevijn van Stadgenoot op.Fotografie Jan-Pierre Jans Tekst Joost Zonneveld
Het is misschien wel het grootste nadeel van de charmante
Amsterdamse oude woningen: ze hebben bijna nooit een lift.
‘En als je dan ineens niet meer zo gemakkelijk de trap op en af
kan lopen, dan heb je wel een probleem,’ zegt Franck Storm,
directeur klant en woning bij Stadgenoot, ‘de kans om te ver-
eenzamen wordt dan groot omdat je niet meer buiten komt.’
De meeste mensen blijven het liefste zo lang mogelijk in hun
eigen huis wonen. Volgens Willeke Drevijn, adviseur Wonen bij
Stadgenoot is het vaak ingewikkeld en duur om een lift in een
bestaand gebouw te plaatsen, zeker in vooroorlogse wooncom-
plexen in de dichtbebouwde binnenstad. Storm: ‘En trapliften
kunnen alleen tot aan de eerste verdieping. De lift kan niet
voor de deur van één-hoog langslopen.’ Zeker in Amsterdam
waar het niet gemakkelijk is snel een nieuwe woning te vinden
als de nood hoog is, is het verstandig om op tijd na te denken
over een huis waar het gemakkelijk oud worden is.
Kunnen kiezenWaarom is op tijd oriënteren nu van belang? De overheid
heeft nog maar kort geleden besloten dat alleen mensen die
echt niet zonder zorg kunnen in aanmerking komen om in een
verpleeghuis te wonen. Wie met ongemakken te maken heeft
of lichte zorg nodig heeft, kan niet meer zoals vroeger naar
een verzorgingshuis. De overheid heeft die wegbezuinigd. De
stap tussen de eigen woning en een plek in een zorginstelling
is daarmee groter geworden. Storm en Drevijn signaleren dat
ook huurders van Stadgenoot vaak wachten totdat zij geen
keuze meer hebben. Drevijn: ‘Pas moest iemand die al heel
lang in de Pijp woonde verhuizen naar een complex van Stad-
genoot in Zuidoost. In de Venser was een plek vrij en daar kon
deze vrouw haar appartement met een lift bereiken. Zij bloeide
helemaal op omdat ze meer contacten kreeg. Maar de meeste
mensen willen op tijd kunnen bepalen waar en met wie zij
wonen als zij ouder worden.’
‘Het is verstandig op tijd na te denken over de woonsituatie’
interview
• Voor een indicatiestelling in het
kader van de Wet langdurige zorg bij
het CIZ: ciz.nl of 088 - 789 1000
• De Wmo Helpdesk van de gemeente
is te bereiken via
amsterdam.nl/zorg-ondersteuning/
wmo/wmo-helpdesk en het gratis
telefoonnummer 0800 - 0643
• De wooncoaches van !Woon, de vroe-
gere wijksteunpunten wonen, kun-
nen informatie geven over regelingen
die met wonen te maken hebben.
Contact via wooninfo.nl of
020 - 523 01 30. Op Woningnet is
hierover ook informatie te vinden:
woningnetregioamsterdam.nl
Heeft u zorg nodig? Dan kunt u een Wlz-indicatie aanvragen
bij het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ). Afhankelijk van die
beoordeling kunt u bijvoorbeeld in aanmerking komen voor
een plek in een verpleeghuis. Bij de Wmo Helpdesk van de
gemeente kunt u terecht voor lichtere hulp zoals thuiszorg,
aanvullend vervoer, handgrepen in de douche of een traplift.
Informatie
Zorg nodig en dan?
Stadleven 1 | 201722
Vragen stellenVolgens Storm zou het goed zijn als mensen op tijd nadenken
over hun situatie en hun woning. ‘Hoe zou ik willen wonen als
ik slecht ter been ben of ziek word? En woon ik dan het liefste
alleen, met vrienden of in een groter complex waar ik bijvoor-
beeld ook allerlei activiteiten kan doen? Dan is het ook goed
om te weten in welke buurt je dat dan het liefste zou willen,’
zegt Storm, ‘dan geef je jezelf de tijd om een plek te zoeken
die het beste bij je past.’ Het idee achter het nieuwe beleid is
dat mensen met een zorgvraag meer keuzevrijheid hebben.
Maar dat betekent ook meer zelf regelen. Drevijn: ‘voorheen
kon je met een lichte zorgvraag al naar een verzorgingshuis.
Je huurde dan de woonruimte en kocht de zorg in van dezelfde
zorginstelling. Nu huren die mensen weer van ons en moeten
zij zelf hun zorg inkopen. Hier, in woonzorgcentrum De Boeg in
Bos en Lommer bijvoorbeeld, huurt Cordaan straks nog maar
een kwart van het gebouw, bedoeld voor mensen die zware
zorg nodig hebben. In het overige deel woont iedereen in
principe zelfstandig. Maar het blijft gevoelsmatig wel een
verschil of je nu in een complex met meer senioren leeft waar
ook voorzieningen zijn of in een gewoon appartement.’
Huis van de buurtHet verschil tussen langer in het eigen huis blijven wonen of
in de beschermde omgeving van bijvoorbeeld De Boeg, wordt
eigenlijk ook steeds kleiner. In De Boeg bijvoorbeeld werken
de gemeente, welzijnsorganisatie Combiwell en Stadgenoot
samen om op de begane grond een Huis van de Buurt te
maken, zegt Drevijn. ‘Daarmee hopen we dat bijvoorbeeld de
kapper en de sportruimte kunnen blijven bestaan. Senioren
uit de omgeving kunnen hier dan met de bewoners activitei-
ten doen of gewoon koffie drinken. Dat is ook goed voor de
bewoners in De Boeg zelf omdat zij meer betrokken worden
bij de buurt.’
‘Tegenwoordig moeten senioren veel meer zelf regelen’
Maria Bolté
‘Ik ben geboren in 1959, in de polder
in Landsmeer. Op mijn 12de verhuis-
den we naar Buitenveldert, op mijn
23ste ben ik in de Pijp gaan wonen.
Vanwege mijn gezondheid had ik
een benedenwoning nodig. Ik heb
COPD, een ongeneeslijke longziekte.
Dat uit zich in benauwdheid. Hier
woon ik nu zo'n tweeënhalf jaar.
Van beroep was ik kapster, 25 jaar
lang, maar ik ben noodgedwongen
gestopt. Nu ben ik doktersassistent.
Een kennis van me is psychiatrisch
patiënt. Ik maak af en toe uitstap-
jes met haar, bijvoorbeeld naar
de bioscoop. Ook help ik haar met
praktische zaken als bijvoorbeeld
de wasmachine stuk is. Laatst heb
ik de overgordijnen korter gemaakt.
Die waren sinds haar verhuizing,
vier jaar geleden, veel te lang en
met veiligheidsspelden vastgezet.
Ze is er zeer content mee. Er is nog
iemand die ik af en toe help. Zij is
wat ouder. Voor haar ben ik een luis-
terend oor. Af en toe maken we een
uitstapje. Er zijn hier veel mensen
in de buurt met een problematische
achtergrond, alcohol, drugs, depres-
sie of psychiatrische stoornissen.’
‘Af en toe maken we een
uitstapje’
portretserie
>
Stadgenoot 23
Een zorgende hand uitsteken naar iemand in de buurt. Wie doet dat wel eens? We gingen op onderzoek uit. In de Diamantbuurt (Amsterdam-Zuid) belden we aan. Zorg jij wel eens voor iemand?
Zorg voor iemand in de buurt
Tekst & Fotografie Rogier Alleblas
Mevrouw Grunberg-Schuuring
Mevrouw Grunberg-Schuuring is
77 jaar en woont alleen. Op
5 mei 2015 overleed haar man.
‘Hij had suikerziekte. De laatste
jaren zorgde ik voor hem, ik was
tenslotte zijn vrouw. Ik hielp hem
met wassen en de dagelijkse din-
gen. Hij kreeg ook verzorging van
iemand die langskwam.
Ik ben geboren in de Baarsjes. In de
oorlog kwam ons gezin in de Sma-
ragdstraat terecht. Toen ik trouwde
ging ik in de Stadionbuurt wonen
en nu woon ik al weer zo'n 33 jaar
aan de Amsteldijk. We hebben hier
drie kinderen grootgebracht. Mijn
dochter komt mij af en toe helpen
met de boodschappen, voor de rest
doe ik alles nog zelf. Zelf zorg ik
af en toe voor de vrouw van mijn
broer. Ze wonen om de hoek. Ze
heeft Alzheimer en ligt op bed, be-
weegt zich niet en praat niet meer.
Als mijn broer eens weg wil, ga ik
erheen en pas ik op haar.’
‘Soms zorg ik voor de vrouw van mijn broer’
portretserie
Stadleven 1 | 201724
Igor Kramer
‘Ik zorg regelmatig voor andere
mensen! De buurvrouw heeft
toevallig net een briefje onder
de deur geschoven. Of ik een
lamp wil vervangen. Dat ga ik zo
doen. Soms is er een buur met
een kapotte computer die ik dan
maak. Een tijdje geleden had een
buurvrouw een ontstoken vinger
die ik heb verzorgd. We hebben
een uitgebreid burennetwerk hier,
zelfs met een eigen buurt-face-
bookpagina. Daarop staan allerlei
oproepen en vragen.’
Aan het woord is Igor Kramer (44).
De huishoudelijke hulp is er ook.
Linda maakt één keer in de week
het huis schoon. Ik kijk naar de
racebaan op de grond. ‘Een mens
moet het spelen niet verleren’,
zegt Igor. Dat houdt je creatief
en vrolijk’.
‘Ik zorg regelmatig
voor andere mensen’
portretserie
Stadgenoot 25
Monique en Hjalmar
Monique (1968) komt uit Amster-
dam-Noord en woonde jarenlang
in het centrum. Hjalmar (1965) is
geboren in Amerika. Zijn ouders
keerden terug naar Amsterdam
toen hij vier maanden oud was. Hij
woonde in verschillende buurten,
onder andere in Oost in een huis
zonder douche. Het gezin ging naar
het badhuis om te douchen.
Monique: ‘Ik ken Hjalmar via
Internet. Eigenlijk was ik op zoek
naar vriendschap en niet naar een
relatie, maar het klikte zo goed dat
we inmiddels getrouwd zijn.’ Toen
Monique invalide werd, kon ze deze
benedenwoning krijgen. ’Ik was op
slag verliefd op het huis en de tuin.
Het huis is aangepast aan mijn
rolstoel. In het begin heeft de buurt
me vaak geholpen. Inmiddels ben
ik zelf in staat om andere mensen
te helpen. Ik kook weleens voor
mensen als ze ziek zijn. We doen
ook wel eens boodschappen voor
andere mensen of helpen met ad-
ministratieve klusjes. Hjalmar helpt
mensen die computerproblemen
hebben. Ook heeft hier wel eens
iemand een wasje gedraaid in onze
wasmachine.’
‘De buurt heeft
me vaak geholpen’
Stadleven 1 | 201726
portretserie
Peter van Maaren
Kerstmis is al weer een tijd voorbij,
maar het huis is één grote kerst-
stal. Overal beelden en stalletjes.
Peter: ‘Ik hou van de gewaden van
de kerstfiguren en ik vind kerst
een heel fijne tijd. Mensen hebben
meer aandacht voor elkaar. Het is
een tijd van verbinding.’
Peter, geboren in Groningen,
verhuisde naar Amsterdam toen
in de buurt een baan als docent
kon krijgen. Nu, vele jaren later,
geeft hij workshops diversiteit op
scholen.
Peter: ‘Het heb altijd graag met
jongeren gewerkt, het liefst met
probleemjongeren. Ik heb een
natuurlijke drive om stigmatisering
te ontkrachten’.
‘Op verschillende manieren zet
ik me in voor de buurt. Ik was
medeoprichter van buurthuis plan
C, zit in de bewonerscommissie en
ben bezig met een project over on-
zichtbare ouderen en mensen met
een psychiatrische achtergrond.
We gaan bij de ouderen langs om
hun wens voor 2017 op te schrij-
ven, daarna kijken we of we die in
vervulling kunnen laten gaan. Met
buurtgenoten organiseer ik in de
zomer de Straattafel, een barbecue
voor iedereen uit de buurt. Zo leren
mensen elkaar op een ontspannen
manier kennen.’
‘Ik zet me in voor de
buurt’
portretserie
Stadgenoot 27
zo woon ik
Ron Monté woont nu sinds een half jaar met zijn vrouw Emmie, zoon Donnie en kat Boefie in een rolstoelwoning met lift in Amsterdam-Noord. Ron zit sinds een brommerongeluk in een rolstoel. Ze konden er zo intrekken, er hoefde niets meer te gebeuren.
Tekst Jenny Velthuys Fotografie Rufus de Vries
‘Het is alsof we hier al tijden wonen’
De buren van hun vorige woning draaiden wel
heel vaak luide muziek. Dus wilden Ron en Emmie
verhuizen. Nu wonen ze in een rolstoelwoning
op de vijfde etage in Noord. Ze konden er meteen
intrekken, alles was al aangepast aan de vorige
bewoner. Dat was een mevrouw die ook in een
rolstoel zat. Er gaat een lift naar boven en binnen
zijn nergens drempels. Ook is er veel ruimte om te
draaien en er zijn extra handvatten bij de wc en is
er een speciale douche. Helemaal prima. Al moest
Emmie wel een beetje wennen aan de hoogte. Ze
heeft namelijk last van hoogtevrees. ‘We wonen
hier heerlijk,’ zegt Ron. ‘Je hoort geen auto’s,
geen slaande deuren, niets.’ Emmie is ook heel
enthousiast, met name over de buurt. ‘Buiten
groet iedereen elkaar.’
Stadleven 1 | 201728
zo woon ik
Emmie verzamelde vroeger
allerlei soorten poppetjes.
Boeddhabeeldjes, muzikanten
uit de jaren zestig, laafjes.
Tien jaar geleden was dat ‘in’,
vertelt Emmie. Zij is inmiddels
al een beetje op de beeldjes
uitgekeken, maar Ron vindt ze
wel gezellig staan.
‘Knappe jongen, he,’ zegt
Emmie. Donnie studeert voor
beveiliger. Het leukste is het als
hij op festivals moet staan. Dan
is hij helemaal in pak. Emmie is
dan erg trots op hem.
Als Ron en Emmie sigaretjes
roken, doen ze dat in de serre.
Zelfs in de winter is het daar
lekker warm. Bovendien zor-
gen ze er op die manier voor
dat het huis niet naar rook
gaat stinken.
Ronnie en Emmie hebben
elkaar 26 jaar geleden kennen.
Ze waren allebei nog niet zo
lang gescheiden, maar toen ze
elkaar zagen was het meteen
gebeurd. Liefde op het eerste
gezicht.
De badkamer is van alle ge-
makken voorzien. Er zijn steu-
nen naast de wc en een stoel
onder de douche. Volgens Em-
mie was de vorige bewoonster
een mevrouw zonder benen.
Kat Boefie is een beetje
schuchter, maar wel heel
lief. Ze loopt Emmie overal
achterna. Zelfs als Emmie naar
de wc gaat, wil Boefie er het
liefste bij zijn. Dan gaat ze aan
de deur krabben. Laatst was ze
eventjes onvindbaar. Ron en
Emmie hadden het hele huis
doorzocht. Later kroop Boefie
ineens uit een pijp in de keu-
ken. Die heeft Emmie nu maar
even afgeplakt met tape.
Ron heeft een spierziekte,
maar kon nog gewoon lopen
toen hij Emmie 26 jaar gele-
den ontmoette. Helaas kreeg
hij een ongeluk en brak hij zijn
been. Sindsdien zit hij in een
rolstoel.
Stadgenoot 29
‘Overal is een oplossing voor’
mijn werk
Lekkage, stroomstoring of inbraak? Voor dit soort spoedgevallen schakelt Stadgenoot de firma Solvers in. Rob van den Bosch werkt er al ruim 10 jaar.
Ingebroken?• Bel de politie: 0900 - 8844
• Neem contact op met Stadgenoot
• Als het nodig is, laat Stadgenoot een noodvoorzie-
ning aanbrengen.
Het definitieve herstel van deur of raam volgt dan
later. Daarvoor moet
u Stadgenoot een kopie van het proces-verbaal
van de politie geven.
Tekst Katja Kreukels | Fotografie Jean Pierre Jans
Stadleven 1 | 201730
Vanochtend kreeg Rob melding van een inbraak in de
Westerparkbuurt. ‘Met een koevoet was de deur van
een garagebox opengebroken. Alles compleet naar z’n
mallemoer.’ Rob pakt z’n IPad en laat foto’s zien. Hij
heeft een plaat hout op de deur geschroefd en met
een hangslot de box afgesloten. ‘Een noodvoorzie-
ning’, legt hij uit. ‘Als er aangifte is gedaan, zetten we
er een nieuwe deur in’.
Gehaaide inbrekers Rob kent de trucs van inbrekers inmiddels. ‘Een
loeiend alarm rukken ze zo van de muur. Ze stoppen
het in beddengoed en leggen dat onder de bank. Ze
zijn gehaaid, die inbrekers. Als ze naar binnen willen,
kómen ze binnen. Het enige wat je kunt doen, is het
ze zo moeilijk mogelijk maken. Dubbelglas, veilig-
heidsbeslag, een inbraakstrip. Het kost allemaal extra
tijd en daar houden de heren niet van.’
Mooi vakRob zou geen ander vak willen. ‘Ik ben de hele dag
buiten, ontmoet uiteenlopende Amsterdammers, ben
bezig met techniek en geen dag is hetzelfde. In dit
vak moet je kunnen improviseren en dat doe ik graag.
Laatst stond er een vrouw vast achter een hek. Ze
moest naar het ziekenhuis. Ik maak dat hek vast aan
mijn bus, ga rijden en trek het zo open. Overal is een
oplossing voor’.
Stadgenoot 31
wooncarriere
Makkelijker wonen
Van groot naar beter Van hoog naar laag
Het huis waar je altijd heerlijk gewoond hebt, kan op een
gegeven moment te groot gaan voelen. Dan wil je mis-
schien wel kleiner gaan wonen. Voor mensen die zeventig
jaar of ouder zijn is daarvoor de regeling Van groot naar
beter bedacht.
Je kunt gebruik maken van de regeling als je huurhuis groter
is dan 70 vierkante meter en minstens vijf kamers heeft. Je
krijgt dan voorrang op woningen kleiner dan 60 vierkante
meter en woningen met een 'seniorenlabel'. Als het nieuwe
huis een hogere huur heeft, zorgen wij ervoor dat je even-
veel blijft betalen als voor je oude huis. Je kunt verhuizen
naar een andere woning van Stadgenoot, maar ook naar
een woning van Ymere, De Alliantie, Eigen Haard, De Key,
Rochdale of Woonzorg. Nieuwbouwwoningen vallen buiten
de regeling.
Ook een tegemoetkoming in de verhuis- en inrich-
tingskosten is mogelijk. Die kun je aanvragen
bij de gemeente. Via de website
van de gemeente dien je de
aanvraag in. Beoordeling van
de aanvraag duurt maximaal
6 weken.
Een andere regeling is Van hoog naar laag. Voor mensen
voor wie trappenlopen te vermoeiend of zelfs onmogelijk
wordt. De regeling is bedoeld voor mensen die op twee
hoog of hoger wonen en willen verhuizen naar een bene-
denwoning, een huis op de eerste etage of een huis met lift.
Via de regeling Van hoog naar laag krijg je voorrang op een
geschikte woning in je eigen buurt. Je kunt doorstromen
naar een woning van alle grote corporaties in Amsterdam:
Stadgenoot, Ymere, De Alliantie, Eigen Haard, De Key, Roch-
dale en Woonzorg.
Huurders vanaf zeventig jaar gaan nooit méér huur betalen
dan voor hun oude huis, zelfs als de huur van de nieuwe
woning eigenlijk hoger is. Dat geldt voor alle huizen, be-
halve als de nieuwe woning een nieuwbouwwoning is.
Meer informatie over beide regelingen
staan op de websites WoningNet.nl
en Amsterdam.nl
Tekst Jenny Velthuys
fotostrip
BeperkingYpe & friends
contactgegevenscolofon
Redactie Pim de Ruiter
Productie Sirikit Huibers
Vormgeving Milja Oortwijn
Medewerkers Rogier Alleblas, Mano Bouzamour, Julia Doomen,
Ype Driessen, Jean-Pierre Jans, Jenny Velthuys, Bas Uterwijk,
Rufus de Vries, Joost Zonneveld
Drukker Wilco Art Books, Amsterdam
Stadleven is een uitgave van Stadgenoot. Het huurdersmagazine verschijnt
vier keer per jaar. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming
van Stadgenoot worden gekopieerd en/of gebruikt. Aan de inhoud van dit
magazine kunnen geen rechten worden ontleend.
Klantenservice 020 - 511 80 00
E-mail [email protected]
Website www.stadgenoot.nl
Bezoekadres Sarphatistraat 370, 1018 GW Amsterdam
Postadres Postbus 700, 1000 AS Amsterdam