Upload
architectuurcentrum-aorta
View
228
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Jubileumeditie: 10 jaar initiatieven in Utrecht.
Citation preview
architectuurcentrumaorta Architectuur in
en om Utrecht10 JAAR AORTA * INTERVIEWS * PROGRAMMA * JAARCIJFERS
J A A R B O E K
#06architectuurcentrum
AORTA
2 * architectuurcentrum aorta 2006
J A A R B O E K
#06architectuurcentrum
AORTA
architectuurcentrum aorta 2006 * 3
De naam Aorta verwijst naar het kloppend hart, de slagader van de bebouwde omgeving.De A in de naam staat bovendien voor Architectuur. Manon van der Wiel, coördinator van Aorta in 1997, in Bouw juli/1997
Prins Clausbrug over het Amsterdam-RijnkanaalOntwerp: UNStudioFoto: Frank Hanswijk
Boven: Interieur Maliehof UtrechtOnder: Mobiel huis ontworpen voor BEYOND, de kunstopgave voor Leidsche RijnOntwerp: BAR ArchitectenFoto: BAR Architecten
architectuurcentrum aorta 2006 * 5
Universiteitsbibliotheek, De UithofOntwerp: Wiel Arets ArchitectsFoto: Frank Hanswijk
architectuurcentrum aorta 2006 * 7
Eén van de grootste ontwikke-
lingsopgaven is wel die van de
herstructurering van de naoorlog-
se wijken. Ook in Utrecht, en dan
bedoelen we niet alleen de beken-
de drie: Hoograven, Kanaleneiland
en Overvecht, maar ook de 'klein-
tjes' zoals Ondiep. Al jaren zoekt
men in de wijkvernieuwing naar
de juiste knoppen om de leefbaar-
heid te verbeteren. Vastgoed
speelt daarbij onmiskenbaar een
rol. Onder architectuur gebouwde
sociale woningbouw en de daarbij
horende voorzieningen maken een
wijk mooier. Althans, als de
betrokken partijen durven te
kiezen voor schoonheid. En dan
bedoelen we schoonheid in ter-
men van betekenis geven, in ter-
men van differentiatie en in termen
van mooi zijn.
Veel van de oudere (sociale)
woningbouw ziet er goedkoop uit:
rechte blokken met vlakke gevels.
Rechthoekige 'gaten' worden met
glas of hout gevuld en dat noe-
men we de ramen en de deur. We
maken het af met donkergrijs,
zo’n grondverfkleur. De openbare
ruimte wordt opgevuld met strook-
jes gras en gemeentestruikjes.
Niets nieuws, vaak toegepast en
niet iets op trots op te zijn. Dat
kan anders.
Verzet tegen lelijkheid en diskwali-
teit.
Mooi bouwen kost minder dan
lelijk bouwen. Dat is wat de her-
structurering van de naoorlogse
bouwstromen en wijken ons leert.
Lelijke gebouwen en lelijke wijken
moeten worden gesloopt nog
voordat zij het einde van hun eco-
nomische levensduur hebben
bereikt. Dit in tegenstelling tot de
kwalitatief hoogwaardige wijken
en gebouwen. De waarde daarvan
(indirect rendement) is juist meer
dan gemiddeld gestegen. Mooie
gebouwen leveren 'at the end'
dus meer op dan lelijke. Vast-
goedbeleggers weten dit al lang,
ze zouden er goed aan doen om
er ook consequent op te sturen.
Meer dan ooit zijn er kansen: de
bewoners (huurders en kopers)
vragen er om, de economie
groeit, er is voldoende kennis in
dit land, er zijn architecten die het
kunnen en er zijn opdrachtgevers
die het willen. Architecten en ste-
debouwkundigen zouden moeten
weigeren om mee te werken aan
slechte en lelijke plannen. De
branche (bna) zou in dat opzicht
normerender moeten werken. En
de overheid moet continue op
kwaliteit en esthetiek sturen.
Er gaan stemmen op om corpora-
ties niet alleen in te zetten als ont-
wikkelaar en beheerders maar ook
meer te betrekken bij het ontwik-
kelen van sociale cohesie. Leef-
baarheid wordt beter als er lang-
durig wordt samengewerkt met
onderwijs, welzijn en het bedrijfsle-
ven. Het gaat namelijk niet alleen
om stenen stapelen, het gaat ook
om verbondenheid. Zinvolle voor-
zieningen voor bewoners helpen
daarbij. Programmeer (en ont-
Mooi is beter
Architectuurcentrum AortaAchter de Dom 14, 3512 JP Utrechtwww.aorta.nu
werp) vooral ook voor de mensen
die er in de verder gelegen toe-
komst gaan wonen. Richt je op de
stad zoals zij functioneert, nu en
in de toekomst. Reken de onstuit-
bare welvaartsgroei in voldoende
mate in de plannen in.
Geen blauwdrukplanningDe moderne ruimtelijke ordening
is geen blauwdrukplanning meer.
Veel belangen en actoren beïn-
vloeden een plan zodanig, dat het
meer gaat om de plek als geheel
én het bindende verhaal wat men-
sen verleidt te investeren in eco-
nomische, culturele en emotione-
le zin. Betekenis geven aan een
plek als geheel wordt steeds
belangrijker. Een ontwerper richt
zich niet op het gebouw als soli-
tair object maar beschouwt het in
zijn context.
Vakgenoten zoeken naar manie-
ren om plekken, wijken en gebie-
den een eigen identiteit te geven.
De cultuurhistorie speelt hierin
een belangrijke en vaak bindende
rol. Vaak wordt dat gerelateerd
aan oude fysieke verschijningvor-
men zoals historische bouwwer-
ken of structuren, industriële pan-
den, en soms gaat het zelfs over
de mentaliteit waar een gebied
zich door heeft weten te ontwik-
kelen en te manifesteren door de
eeuwen heen.
Oude waterlopen zoals de Limes,
maar ook de Vaartse Rijn die
loopt van Utrecht naar Nieuwe-
gein, hebben hun functie verlo-
ren. En toch, voor beiden geldt
dat er groeiende maatschappelij-
ke aandacht is voor deze grotere
historische structuren. Aorta heeft
in haar programma van 2006 het
thema cultuurhistorie centraal
gezet in al haar diversiteit: van
archeologie (de Limes) tot indus-
trieel erfgoed (de Vaartse Rijn),
van jonge stedenbouwkundige
structuren en typologieën (de
naoorlogse wijken) tot vermen-
ging van andere eeuwenoude cul-
turen (architectuur in een multi-
culturele samenleving).
De A van Architectuur Het jaarboek van Aorta is een kijk
en leesbundel over architectuur in
en om Utrecht, naar aanleiding
van wat Aorta in 2006 heeft geor-
ganiseerd. In deze editie zijn ook
interviews opgenomen. Medy van
der Laan, voormalig staatssecre-
taris van cultuur was betrokken
bij de inbedding van de Limes bij
bestuurlijke partijen. Zij richt haar
bijdrage op de uitdaging die zij
ziet voor de marktpartijen én de
ontwerpers.
In 2006 functioneerde Aorta tien
jaar! Op zondag 14 april 1996
opende Aorta voor het eerst haar
deuren voor het publiek. Oprich-
ter Jaco de Visser vertelt over de
eerste fase en zijn motivatie een
architectuurcentrum te willen star-
ten. Annemiek Rijckenberg stond
als toenmalige wethouder ruimte-
lijke ordening achter een architec-
tuurcentrum als onderdeel van
het gemeentelijk architectuurbe-
leid. Zij reflecteert op de rol die
Aorta heeft vervuld en de Utrecht-
se architectuuragenda. Marcel
van Heck, adviseur architectuur-
beleid bij het Atelier Rijksbouw-
meester en secretaris van het
College van Rijksadviseurs,
beschrijft de landelijke ontwikke-
lingen en de toekomstige rol die
hij ziet voor de architectuurcentra.
Blik vooruitAorta heeft een duidelijke, onaf-
hankelijke positie verworven in
het architectuurveld van Utrecht
en omstreken. Dat is iets om trots
op te zijn én de komende jaren uit
te bouwen met nog meer aan-
sprekende en prikkelende pro-
gramma’s.
Juni 2007
Eveline Paalvast, Directeur
Jacques Thielen,
voorzitter Raad van Toezicht
dan lelijk* VOORWOORD
'Verzet tegen de lelijkheid'Het motto voor 2007/2008: (‘Wees realistisch, eis het onmogelijke’, Che Guevara)
architectuurcentrum aorta 2006 * 9
Interviews Medy van der Laan 17Jaco de Visser 31Annemiek Rijckenberg 53Marcel van Heck 95
Wat doet Aorta?Vaart in de Vaartse Rijn 26De Limes 34Informatief 37Rondleidingen 42Culturele evenementen 46Films & mooie woorden 52Kids & architectuur 55Tentoonstellingen, lezingen & debatten 62
Aorta & CompanyMissie en visie van Aorta 20Bezoekersaantallen 45Financiële verantwoording 78Publicaties Aorta 98Aorta & Company 102Tien jaar Aorta 108Koers 2007-2010 110Colofon 110
InhoudJ A A R B O E K
#06architectuurcentrum
AORTA
architectuurcentrumaorta Architectuur in
en om Utrecht
Open staan voor andere oplossingen dan je zelf in gedachten had,
is denk ik het belangrijkste * 17 Mensen moeten beseffen dat het
goed functioneren van een straat, stad of buurt geen vanzelfspre-
kendheid is, maar mede afhangt van de kwaliteit van architectuur *
31 Aorta zet architectuurthema’s zelf op de agenda en maakt nieu-
we interessante verbindingen * 53 Meer visie is meer visie. Of het
nu gaat om mijn medewerkers, mijn opdrachtgever, een gemeente
of mijzelf, ik ben uit op uitgesproken gedachtegoed. De scherpte
die daarbij hoort, zie je nooit letterlijk af aan een gebouw, maar de
kracht, het karakter, de crux straalt er onbewust wel vanaf * 64 De
tentoonstelling toonde aan dat de directe invloed van Berlage in
Utrecht veel geringer is geweest dan meestal in de literatuur wordt
gesteld * 68 Als een ziel een plek heeft, dan huist hij in diegene die
hem koestert * 70 Dit gebouw moet een van de meest duurzame
grote kantoorgebouwen van Nederland worden * 72 Wachten op
opdrachten komt overeen met wachten op God. Het is mogelijk om
ontdekt te worden op het niveau van verbouwingen! Tegenwoordig
ben je geen architect maar ontwerper en ontwerp je dus alles * 74
In tegenstelling tot de stad Groningen heeft Utrecht geen duidelijk
herkenbare ruimtelijke structuur. Ik heb nooit iets van Utrecht
begrepen * 78 Op het Domplein ligt de geschiedenis voor het opra-
pen * 80 Vraagstukken over moskeeën en asielzoekercentra wor-
den niet alleen door politici opgelost. Het is als architect belangrijk
om je stem te laten horen, en niet alleen binnen het architectencir-
cuit * 82 Ik wil geen mensen op de foto’s van mijn gebouwen omdat
hun aanwezigheid de foto’s te zeer dateren * 86 Ik vind dat er in
Utrecht te krampachtig met hoogbouw wordt omgegaan en pleit
daarom voor meer programma, want meer programma is geen
bedreiging * 88 Ik zie dat Aorta nog zeker voor tien jaar een pom-
pend hart zal blijven voor het lokale architectuurbeleid * 95
Kantoorgebouw Cap Gemini, Ernst & YoungOntwerp: de Architekten Cie.Foto: Frank Hanswijk
architectuurcentrum aorta 2006 * 13
Herbestemming watertoren Soest:woonhuis over 9 lagenOntwerp: Zecc ArchitectsFoto: Jeroen Musch
architectuurcentrum aorta 2006 * 15
16 * architectuurcentrum aorta 2006
Open staan voor andere oplossingen dan je zelf ingedachten had, is denk ik het belangrijkste.Medy van der Laan
Vier bekenden over Aorta
Medy van der Laan >>
#1I N T E R V I E W
In gesprek met Medy van der
Laan, voormalig staatssecretaris
van cultuur bij het ministerie van
OCW, in die rol mede verant-
woordelijk voor de samenwer-
king tussen lokale, provinciale
overheden en het Rijk. Zij is nu
werkzaam als Programma-
directeur bij TCN Urop. Voor
Aorta geeft zij haar visie op
ontwikkelingen in het opdracht-
geverschap.
FOTO: SEBASTIAAN TER BURG
architectuurcentrum aorta 2006 * 19
‘Het klinkt zo logisch: stel debehoefte van de mens centraalen daarmee de functies van eengebouw. Toch is het in ontwikke-lingsprocessen niet voor de handliggend. Het lijkt wel te gebeu-ren, maar projectontwikkelaarsgaan bij het ontwerp doorgaansuit van wat ze gewend zijn’, steltVan der Laan.Neem bijvoorbeeld het onder-wijs. De meeste gebouwen heb-ben lokalen voor theoretischonderwijs. Het nieuwe lerenvraagt een heel andere opzet eninrichting van het gebouw. ‘Ikben ervan overtuigd dat door eenonderwijsgebouw te ontwerpen(of te verbouwen) waar kinderenworden gestimuleerd tot onder-zoeken, verkennen, samenwer-ken en leren, de schoolprestatiesverbeteren. En niet in de laatsteplaats: dan is het leuk om opschool te zijn!’ Dit laatste is eenbelangrijk aspect om schooluit-val tegen te gaan. Zo kan eenprojectontwikkelaar bijdragenaan maatschappelijke vraagstuk-
ken door met het ontwerpprocesdaarop in te spelen.
Andere rol van de overheidDe overheid moet veel meeralleen de kaders stellen en deoutput formuleren, vindt Van derLaan. Maar de overheid (lande-lijk, regionaal en lokaal) kiest erbijna altijd voor om volop tegaan meeontwerpen, de vierkan-te meters te bepalen, en debedenker te zijn. De ander is danalleen de uitvoerder. Als eenoverheid meer afstand neemt,kunnen andere partijen meercreatieve inbreng geven. Doorconcurrentie in met name hetontwerp- en uitwerkingsproceswordt die creatieve ruimte benut.Van der Laan: ‘Open staan voorandere oplossingen dan je zelf ingedachten had, is denk ik hetbelangrijkste. Daar heb je geenextra beleidsinstrumenten voornodig, maar moet je als overheider juist een aantal niet inzetten.’Publiek-private samenwerkingkan in maatschappelijke functiesde juiste dynamiek geven. ‘Datvraagt zowel van overheid, vanhet maatschappelijke veld en deculturele instellingen een openhouding naar de markt. Zij moe-ten de bereidheid hebben teerkennen dat niet alleen zij zelfde wijsheid in pacht hebben oferger nog, dat alleen zijzelfpublieke belangen kunnenbehartigen.’ Door randvoorwaar-den te stellen, kun je publiekebelangen prima waarborgen,
zonder dat je tot in detail daarophoeft te sturen, dan wel zelf overalles hoeft te (willen) gaan.
Bijzondere beeldkwaliteit‘Ook het borgen van de beeld-kwaliteit is belangrijk. Om tebeginnen speelt de ontwerperdaarin een rol. Daarnaast is hetprogramma van eisen cruciaalom de opdrachtnemer duidelijkekaders mee te geven over beeld-kwaliteit. Vaak gaat het alleenmaar om functies en vergeetmen de eisen voor esthetiek.’Van der Laan vindt dat cultuur-historie daar zeker een rol inspeelt, als je tenminste eengoede opdrachtnemer én goedeopdrachtgever hebt! Beide partij-en moeten gevoel hebben daar-voor. Als de opdrachtgever, vaakde overheid, bereid is ongebaan-de paden te gaan, kan dat verras-send mooie resultaten geven.Kijk naar de Limes. Fantastischzoals de verschillende gemeen-ten en provincies de handenineen hebben geslagen. Daarmeespreken ze zichzelf én de anderaan om hoge kwaliteit te leverenen met mooie oplossingen tekomen.
Innovatief ruimtegebruikIn ons land waar ruimte schaarsis, is meervoudig ruimtegebruikeen goede oplossing. De innova-tie in het meervoudig ruimtege-bruik is nog kleinschalig inNederland. De belangrijkstedrempel is dat het meestal
noodzakelijk is dat twee instel-lingen of organisaties samenopdrachtgever moeten zijn. Enze moeten elkaar iets gunnen.Een voorbeeld: een parkeer-plaats die overdag wordtgebruikt door bijvoorbeeld win-kelend publiek en die ’s avondswordt gebuikt voor culturelefuncties zoals bioscopen, thea-ters, etc. Het is voor de ontwik-kelaar financieel interessant enhet legt minder beslag op deschaarse ruimte. ‘Door niet in standaardoplossin-gen te denken en vooral niet tedoen wat we altijd al hebbengedaan, kunnen mooie projec-ten voor meervoudig ruimtege-bruik ontstaan’.
Goed opdrachtgeverschap‘Gelukkig is er steeds meer aan-dacht voor het tegengaan van deverrommeling van het land-schap. En het belang van hoog-staande architectuur wordtonderkend. Dit is een tendensdie ik bespeur. Niettemin zie iknog steeds welstandscommis-sies ontwerpen voor woning-bouw en bedrijventerreinengoedkeuren, waar ik mij alsgemeente voor zou schamen.’Goede projectontwikkelingbegint met een goed samenspeltussen opdrachtgever en project-ontwikkelaar. Steeds meergemeenten zijn zich daarvanbewust, maar het vraagt veelkwaliteit van gemeentebestuur-ders. *
Een ontwikkeling in projectontwikkeling is eerst kijkennaar functies en behoeften, en dan pas ontwerpen.
20 * architectuurcentrum aorta 200620 * architectuurcentrum aorta 2006
informerenpresenterenstimulerendebatterencommunicereninnoveren...
architectuurcentrum aorta 2006 * 21
MissieArchitectuurcentrum Aorta
is de kritische graadmeter
van en de inhoudelijk pleit-
bezorger voor architectuur
in en om Utrecht. Het is
een plek voor het aanjagen
van het maatschappelijk
debat, kennisvergaring en
informatie over nieuwe
ontwikkelingen en visies.
Bij Aorta hoor je opmerke-
lijke uitspraken en vurige
betogen en kan iedereen
mee discussiëren. Aorta is
het ontmoetingspunt voor
de vakgemeenschap én
biedt het brede publiek de
mogelijkheid te leren over
architectuur, om zo de
eigen omgeving beter te
begrijpen. Aorta beoogt
met dit alles een bijdrage
te leveren aan de brede
discussie over de kwaliteit
van onze gebouwde en
landelijke omgeving - en
zo onze leefomgeving
beter te maken.
VisieAorta hanteert een ruime
opvatting van architectuur:
stedenbouw, ruimtelijke
ordening, landschap, tuin
en interieur en inrichting
van de openbare ruimte.
Architectuur is een instru-
ment waarmee de
gebouwde en groene
omgeving wordt vormge-
geven en bepaalt de iden-
titeit van de openbare
ruimte. Aorta ziet architec-
tuur als een culturele
waarde. Het is per defini-
tie méér dan ontwerpen:
het raakt aan maatschap-
pelijke, economische,
technologische, sociale en
politieke ontwikkelingen.
Architectuur geeft een
positieve meerwaarde aan
de leefomgeving. Het is
ook méér dan een stape-
ling van stenen. Wezenlijk
is hoe mensen architec-
tuur ervaren en beleven.
Het komt tot in het huis
van elke burger en roept
dus veel reacties op. Aorta
ontwikkelt activiteiten die
belangwekkende denk-
beelden over de gebouw-
de en landelijke omgeving
blootleggen.
AanpakAorta doet dit door die
denkbeelden herkenbaar
te maken en uit te wisse-
len en door de belangstel-
ling van het brede publiek
voor architectuur te bevor-
deren. Daarom hecht
Aorta er grote waarde aan
om leken de taal van de
architectuur te leren. De
productie of de bijdrage
van de vakgemeenschap
is het uitgangspunt. Voor
het brede publiek maakt
Aorta laagdrempelige pro-
grammaonderdelen. Voor
de vakgemeenschap wil
Aorta opiniërende pro-
gramma’s ontwikkelen en
het debat voor professio-
nals verstevigen.
OntmoetingsplekAorta is een inspirerende
ontmoetingsplek voor
architecten, publiek,
opdrachtgevers, overheid,
ontwikkelaars en bouwers.
Het centrum weet wat er
speelt, neemt initiatieven
en ontwikkelt projecten.
De organisatie is professi-
oneel, initiërend, levert
maatwerk. Aorta reageert
adequaat op actuele ont-
wikkelingen, zoals de ont-
wikkeling van De Uithof en
Kanaleneiland, landinrich-
tingsgebieden rondom de
stad of de grootschalige
ontwikkelingen in het
Stationsgebied. Kortom:
Aorta reageert op alles
wat op grote en kleine
schaal bijdraagt aan een
betere leefomgeving.
Aorta communiceert door-
lopend over de stad en
haar ontwikkeling.
SamenwerkingAorta staat niet alleen. Het
centrum wil haar missie en
doelen realiseren in goede
samenwerking met andere
culturele instellingen,
maatschappelijke organi-
saties, gemeenten, de
provincie, het bedrijfsleven
en het publiek. Aorta
werkt op programmatische
basis intensief samen met
de andere architectuur-
initiatieven in Utrecht.
* WAT BETEKENT AORTA VOOR UTRECHT?
Stadion Galgenwaard, renovatie en uitbreiding Ontwerp: Zwarts & Jansma ArchitectenFoto: Mascha van Damme
architectuurcentrum aorta 2006 * 23
‘In de kom’ 128 woningen, Vleuterweide VleutenOntwerp: Blaauw & De Roos Architectuur & BouwkundeFoto: Blaauw & De Roos Architectuur & Bouwkunde
Woonhuis Fort Blauwkapel aan deKapelwegOntwerp: MONK ArchitectenFoto: Rolf Reichardt
Basketbar, De UithofOntwerp: NL ArchitectsFoto: Frank Hanswijk
architectuurcentrum aorta 2006 * 25
26 * architectuurcentrum aorta 2006
* EEN VERGETEN HISTORISCHE WATERLIJN HERONTDEKT! Workshop & debat september/december 2006
Vaart in de Vaartse
Prozee terrein aan het Merwedekanaal
rijn
architectuurcentrum aorta 2006 * 27
Erfgoedhuis Utrecht en Architectuur-
centrum Aorta vinden het belangrijk
dat de cultuurhistorische betekenis
van de Vaartse Rijn als industrieel
waterlint niet verloren gaat. Om deze reden
hebben zij samen een tweetal
ontwerpworkshops georganiseerd waarin
twee multidisciplinaire teams de mogelijkhe-
den voor revitalisering hebben geëxploreerd
vanuit het perspectief van het water en wat
dit betekent voor ontwikkelingen op de oever.
De hele Vaartse Rijn, vanaf het Ledig Erf in
Utrecht tot aan de Lek in Vreeswijk, is onder-
werp van onderzoek geweest.
Dat de Vaartse Rijn een historisch waterlint
was staat vast. Ooit was het een drukke
waterweg die gebruikt werd voor de handel
met het Duitse achterland. Door de eeuwen
heen waren er verschillende vormen van
bedrijvigheid. Enkele restanten zijn nog zicht-
baar langs de oevers. In Utrecht is de geres-
taureerde watertoren een bekende, in Nieu-
wegein de Henkelfabriek. Langs het lint
liggen restanten van oude buitenplaatsen en
industriële bedrijvigheid uit de vorige eeuw.
Tegenwoordig vervullen de oevers van de
Vaartse Rijn verschillende functies waardoor
het gebied versnipperd is geraakt. Naast
mogelijkheden voor revitalisering formuleer-
den twee teams een ontwikkelingsstrategie
voor de hele Vaartse Rijn. Zij namen het
water als uitgangspunt en analyseerden van-
uit dit perspectief de samenhang tussen het
water en het land.
De beide teams bestonden uit diverse disci-
plines: architecten, stedenbouwkundigen,
projectontwikkelaars, kunstenaars en historici
en ambtenaren van de beide gemeenten en
van de Provincie. De teams werden bijge-
staan door een klein team van visiting criticsvan diverse specialismen. De teams werkten
aan hun voorstellen op twee locaties in het
plangebied. De workshops werden vooraf
gegaan door een boottocht op de Vaartse
Rijn, met een bezoek aan de twee voorbeeld-
locaties. Tijdens de boottocht werden presen-
taties gegeven over de cultuurhistorische ken-
merken, de ontwikkellocaties en de kansen
voor meer mobiliteit over het water. Vooraf-
gaand aan de workshop waren twee onder-
zoeken verricht die als onderlegger dienden:
een cultuurhistorische rapportage en een
onderzoek naar mobiliteit over het water.
Dit laatste onderzoek is mede tot stand
gekomen door het afnemen van interviews
van passerende boten. Beide onderzoeken
staan integraal op www.aorta.nu.
De plannen die het resultaat waren van deze
ontwerpworkshops werden gepresenteerd
aan een panel en aan publiek. >>
Het panel bestond uit:- Paul Roncken
landschapsarchitect, universitair docent
WUR en voorzitter debat
- Prof. dr. Marieke Kuipersbijz. hoogleraar cultureel erfgoed,
Universiteit Maastricht en RAMC te Zeist
- Prof. dr. Oetzge Atzemahoogleraar economische geografie,
Universiteit Utrecht
- Dr. Tim Schwanenstads- en vervoersgeograaf, Universiteit
Utrecht
- Paul van der VoortDaF Architecten in Rotterdam
Ontwerpatelier en debat
* WAT DOET AORTA
28 * architectuurcentrum aorta 2006
PRESENTATIE TEAM 1:
Vaartse Rijn Vloeibare VormMarcel Eekhout landschapsarchitect
Peter Heideman architect
Jolanda van Looij landschapsarchitect
Paul de Kort kunstenaar
Rien Leclerq stedenbouwkundige
Monique van Loon projectmanager New Urban bij TCN Property
Projects.
PRESENTATIE TEAM 2:
De Vaartse Rijn GevouwenJaco de Visser architect
Bastiaan van der Kraats architect
Nanna van der Zouw stedenbouwkundige
Arda van Helsdingen landschapsarchitect
Erwin Bos gemeente Nieuwegein
Win Weijers gemeente Nieuwegein
Esther Blaauw gemeente Nieuwegein
Maarten Meijerink gemeente Nieuwegein
Cristiaan Ratering gemeente Nieuwegein
Conny Hofstede gemeente Nieuwegein
Jeroen Hoogstraaten kunstenaar en vormgever
Watze Houtstra student erfgoedstudies Universitetit Utrecht
Complex netwerk van kanalen, waterwegen en vertakkin-gen in beeldDe historische betekenis van de Vaartse Rijn ziet teamleider Marcel
Eekhout in de ‘water- en landverbinding’ en de ‘watergerelateerde
ontwikkelingsas’. Het team heeft het complexe netwerk van kana-
len, waterwegen en vertakkingen getracht in beeld te brengen om
op die manier het gebied te kunnen ontleden. Hierbij werd gecon-
stateerd dat de historische betekenis van de Vaartse Rijn vooral in
de water en landverbinding en de ontwikkelingsas terug is te zien.
Het team noemt de mentaliteit van de vaart ‘opportunistisch, flexibel
en aanpassingsgericht’. Dit karakter en deze mentaliteit willen ze
handhaven in het nieuwe plan. Andere kenmerken die ze willen
handhaven zijn de bedrijvigheid en diversiteit, het contrast tussen
de twee oevers en de variatie aan oude en jonge monumenten
langs de oevers.
Tot stand komen van de vloeibaarheid
Om de vaart te herstellen tot ontwikkelingsas is het volgens dit
team belangrijk dat de vloeibaarheid weer tot stand komt. Zij zien
hier een rol voor de steigers en insteekhavens, die kunnen er
immers voor zorgen dat de ‘vaart’ op gang komt.
Vervoers- en recreatiepotentieDe centrale vraag die het team zich stelde was: Hoe zorg je dat het
zo aantrekkelijk wordt dat ‘iedereen’ er naar toe wil?
Dit team heeft vooral gekeken naar de vervoerspotentie van de
Vaartse Rijn. Ook bracht het team de (historische) betekenis van de
Vaartse Rijn in beeld. Op de waterkaart van Nederland maakt de
vaart deel uit van het basisnetwerk voor toervaart. De historische
betekenis ligt in het feit dat het waarschijnlijk het oudste kanaal van
Nederland is en de historische Route Imperial no. 2 erlangs loopt.
In regionaal opzicht vormt de vaart zowel een corridor in stedelijk
weefsel als een verbinding tussen het omringende landschap en de
stad, en functioneert als een voorziening van frisse lucht. In Utrecht
is de vaart een centrale as, die onderdelen verbindt. In Nieuwegein
scheidt de vaart juist oost van west.
Wat het team opviel is dat de woonbuurten met hun rug aan het
water liggen.
architectuurcentrum aorta 2006 * 29
DebatDe presentaties van beide teams werden door debatleider Paul Ronc-
ken samengevat en het publiek kon reageren.
Marieke Kuipers merkte op dat de teams niet echt zijn ingegaan op de
historie van de gebouwen. Ze vindt de plannen interessant maar ze
zou wel willen dat ze nog een keert getoetst worden aan de opdracht,
‘behoud door ontwikkeling’.
Een ander thema dat werd aangesneden is de manier waarop de
plannen in gang kunnen worden gezet. Het vastleggen van spelregels
om de kwaliteit van het kanaal te bewaken kwam aan de orde. Men
vreest echter dat spelregels de ontwikkelingen van het gebied kunnen
beperken.
Ook werden de kwaliteiten van de Vaartse Rijn besproken. De vraag
is of je de waarderingsfactoren van het gebied echt kan benoemen en
daardoor belanghebbenden in het gebied kan identificeren en bepaal-
de ontwikkelingen kan initiëren. Dit blijkt lastig te zijn omdat het
gebied zo gefragmenteerd is en het juist om verborgen kwaliteiten
gaat.
Beide teams hebben onderzoek gedaan naar de introductie van een
watertaxi maar dit idee is niet haalbaar.
Ook wordt het idee geopperd de bruggen langer open te houden
zodat de recreatievaart op het water bevorderd kan worden. Dit blijkt
vaak niet wenselijk te zijn in verband met geluidsoverlast. Met deze
vraag wordt duidelijk dat de bewoners van het kanaal een factor zijn
om mee rekening te houden in de plannen. Om het gebied te revitali-
seren is het belangrijk om belanghebbenden te identificeren en plan-
nen op te stellen.
Een groot deel van het gebied beslaat verschillende gemeenten wat
een integrale gebiedsvisie bemoeilijkt. Vanuit het publiek werd
gevraagd of er iemand van de gemeente was die hierop antwoord kon
geven. Anco Schut hoofd afdeling Stedebouw antwoordt dat hij het
heel goed vindt dat er in een workshop ‘gedroomd’ is over mogelijk-
heden over het gebied. Dromen zijn inspirerend en heb je nodig om
ergens te komen. Om de plannen in werking te stellen is het volgens
hem nodig om te benoemen wat je niet wilt. Daarvoor heb je geen
integrale gebiedsvisie nodig en hoeven plannen ook niet precies
gekopieerd te worden. Ook moeten de lokale bevolking en de belang-
hebbenden betrokken worden bij de plannen. Zo heeft de roeivereni-
ging geen baat bij een vertienvoudiging van plezierbootjes. Men is het
erover eens dat men deze belangen eerst in kaart moet brengen alvo-
rens creatief te worden. Ook vindt men het van belang katalysatoren
te benoemen voor een positieve ontwikkeling van het gebied. Er moet
een waarschuwingssignaal worden afgegeven om de diversiteit te
behouden.
Het debat wordt afgesloten met de opmerking dat dromen leuk zijn en
dat het belangrijk is dat er daadwerkelijk over de ontwikkeling van het
gebied gesproken wordt. De gemeente zal echter grenzen moeten
stellen en mogelijkheden moeten zoeken. Dat is namelijk ontwikkelen
met behoud.
Uitgebreide informatie over de uitwerkingen en ontwerpvoorstellen zijn te vindenop www.vaartindevaartserijn.nl
Voor de ontwikkeling van de Vaartse Rijn moeten er volgens dit
team drie basisprincipes gehanteerd worden;
- de ontwikkelingen moeten van nut zijn voor de Vaartse Rijn;
- de nieuwe functies moeten bij voorkeur in lijn liggen van het
oude;
- het industriële rommelige karakter van de vaart moet behouden
blijven.
Mogelijkheden voor ontwikkeling
Eekhout stelt voor dat de gemeente het goede voorbeeld geeft voor
de ontwikkelingen. Hij koos een aantal voorbeeldplekken waarvan
de gemeente eigenaar is en waar de bestemmingsplannen ontwik-
keling mogelijk maken, zoals Rotsoord, de kadeparken, de gemeen-
tewerf en het Liesbospark. Als de gemeente het hier goed aanpakt,
volgen de particuliere eigenaren en ontwikkelaars vanzelf.
Om meer contact met het water te krijgen stelt Eekhout voor om
mobiele servicesteigers te plaatsten als een kade-element waar
mensen prettig kunnen verpozen. In zijn presentatie stelt Eekhout
een paar locaties voor waar dit mogelijk zou zijn. Het Liesbospark
is er één van. Hij stelt voor om hier een plein en een park aan het
water te realiseren. Ook denkt Eekhout dat de herinrichting van de
Vaartse Rijn het gebied kan revitaliseren. Door het het bouwen van
woningen aan het water kan het verplaatsen van recreatiefuncties
gefinancierd worden.
Mogelijkheden voor ontwikkelingOm de vaart aantrekkelijker te maken werd een kaartje uitgewerkt,
waarop bestaande specifieke plekken en zones zijn gemarkeerd
genaamd: ‘De Vaartse Rijn Gevouwen’. Het team doet ook voor-
stellen voor de toekomst, die al op het kaartje zijn aangegeven.
Om het gebied aantrekkelijker te maken heeft dit team een aantal
plannen uitgewerkt. Zo moet het water voor de recreant toeganke-
lijk gemaakt worden door middel van fiets- en looproutes aan de
oevers. Ook op het water moet meer gerecreëerd moeten worden.
In de presentatie liet Jaco de Visser een reeks ideeën de revue
passeren zoals het installeren van een drijvende zwemstrip, een
applebeach met internetaansluiting en een boardwalk. Centraal bij
de plannen van dit team was dat het water en de oever de recreant
heel veel te bieden hebben. Evenals team 1 vond team 2 dat de
bestaande gebieden zich meer moeten openstellen naar het water
toe. Woningen op en aan het water zouden volgens hen het gebied
eveneens kunnen revitaliseren.
* WAT DOET AORTA
30 * architectuurcentrum aorta 2006
Mensen moeten beseffen dat het goed functioneren van een straat, stad of buurt geen vanzelfsprekendheid is, maar mede afhangt van de kwaliteit van architectuur.Jaco de Visser in het Utrechts Nieuwsblad 15 april 1996
Vier bekenden over Aorta
Jaco de Visser van JDdV Architecten
en (mede)oprichter Aorta >>
architectuurcentrum aorta 2006 * 31
#2I N T E R V I E W
Jaco de VisserJDdV Architecten is in 1986
opgericht door Jaco D. de Visser.
Het bureau werkt aan een breed
scala opdrachten, op het gebied
van architectuur, stedelijke
(her)ontwikkeling, vastgoed-
optimalisatie en concept-ontwik-
keling.
32 * architectuurcentrum aorta 2006
architectuurcentrum aorta 2006 * 33
Aorta behoort in de top 1 van de Nederlandsearchitectuurcentra.
Het was Jaco de Visser die in1996 op het idee kwam om eenarchitectuurcentrum in Utrechtop te richten en daadwerkelijk inactie kwam om het centrum terealiseren. Tien jaar laterbeschrijft hij tijdens een inter-view de ontstaansgeschiedenisvan Aorta. Hoe is Aorta tot standgekomen en waar komt de naamAorta vandaan?
Hoe is Aorta ontstaan?‘Ik heb mij als architect altijd alingezet voor het behoud van his-torische gebouwen in de stad’.Deze gebouwen bepalen volgensDe Visser voor een groot deel decouleur locale van Utrecht. Te veelgoede gebouwen werdengesloopt terwijl ze eigenlijkgekoesterd moesten wordenomdat ze de stad sfeer geven. DeVisser besloot zich aan te sluitenbij de vele clubjes die zich met ditbehoud bezig hielden. Hij vondhet jammer dat de kennis die erin deze gezelschappen bestondover het opbouwen, conserveren
en hergebruik van deze histori-sche panden zo versnipperd was.Er was niet één orgaan waarbijdeze kennis bij elkaar gebrachtwerd zodat iedereen er toegangtot had. Dit bracht hem op hetidee van een architectuurcen-trum. Zo kon de kennis wordenontsloten en voor iedereen toe-gankelijk worden gemaakt énbovendien ontstond er zo eenplek waar gediscussieerd konworden over deze onderwerpen.Nu moest het idee ook uitge-voerd worden. ‘Er was maar éénmogelijkheid en dat was the hardway’, volgens De Visser. ‘Ermoest gewoon een daad wordengesteld’. Hij deed dit door eententoonstelling te organiseren.Door zijn contacten bij het ABC(het architectuurcentrum inHaarlem) kon hij een tentoon-stelling overnemen die in eenmeubelzaak op het Oudkerkhofgetoond werd. ‘De tentoonstel-ling was een groot succes, des temeer omdat er in Utrecht nognauwelijks aandacht werdgeschonken aan architectuur’.Tevens organiseerde De Visserverschillende studiemiddagen.Eén daarvan was getiteld ‘kruisof munt’. Op deze bijeenkomstwerd besproken hoe kerken, diein belangrijke mate karaktergeven aan bepaalde wijken,behouden konden worden. Eenarchitectuurcentrum zou zekerinvulling kunnen geven aan degroeiende behoefte om dit soortlezingen en tentoonstellingencentraal te regelen. Het balletje
begon te rollen maar op datmoment was er bij de gemeenteUtrecht nog geen beleid ten aan-zien van architectuur. Dit veran-derde toen er bij de gemeenteUtrecht meer projectmatiggewerkt ging worden. Door tus-senkomst van toenmalig wethou-der ruimtelijke ordening Anne-miek Rijckenberg werduiteindelijk een nota opgesteldvoor architectuurbeleid, waar eenarchitectuurcentrum in paste. ‘Ikkreeg subsidie, maar om delevensvatbaarheid van het archi-tectuurcentrum te kunnen garan-deren waren er nog meer spon-soren nodig’. Op initiatief vanWalter de Boer van Bouwfondswerd een bijeenkomst met Bouw-fonds Fortis, Interheem en SFB(tegenwoordig BPF Bouwinvest)georganiseerd. ‘Nadat ik dezebijeenkomst verliet, had Archi-tectuurcentrum Aorta eenbehoorlijk financieel fundament.Nu was er alleen nog een pandnodig. Het eerste postkantoorvan Utrecht achter de Dom kwamvrij en met de vele ruimtes bleekhet al snel de perfecte locatie’.Met een feestelijke opening werdArchitectuurcentrum Aorta opzondag 14 april 1996 een feit eneen programma om mee reke-ning te houden.
Waar komt de naam Aortavandaan?Jaco de Visser gebruikte de naamAorta oorspronkelijk voor eenander project dat hij op het Dom-plein organiseerde. Omdat hij
vond dat Utrecht een kloppendhart miste organiseerde hij eenforum waar mensen hun meningkonden ventileren. Voor ditforum gebruikte hij de naamAorta. Deze gedachte was ookleidend bij de oprichting vanArchitectuurcentrum Aorta.Aorta moest een centrum wordenwaar je met elkaar in discussiekon gaan, waar zaken op scherpgesteld konden worden en aanidealen uiting werd gegeven. Nietdiscussie om de discussie maarom idealen, ideeën, en bevlogen-heid om te zetten in inspiratie endaden.
Aorta nu en in de toekomstAls bestuurslid heeft De Visser deontwikkeling van Aorta altijdnauwlettend kunnen volgen. Inde afgelopen 10 jaar is er dan ookveel veranderd. Hij is een grootvoorstander van het debat omdatalleen op die manier belangrijkethema’s voor de stad Utrecht ont-plooid kunnen worden. De echteopgave voor Utrecht is volgenshem het bestrijden van de ver-rommeling en het open houdenvan het Groene Hart. De stadmoet energie gaan steken in ver-dichting maar dit onderwerpstuit nog op te weinig visie en teveel weerstand. Wat betreft DeVisser mag er binnen Aorta nogveel meer gediscussieerd wordenover deze vraagstukken. Eén dingstaat voor De Visser als een paalboven water; ‘Aorta behoort in detop 1 van de Nederlandse archi-tectuurcentra’! *
* INTERVIEW?
34 * architectuurcentrum aorta 2006
De limes
* GRENS VAN HET ROMEINSE RIJKVan 1 januari tot december 2006
Reconstructie van de Limes in Leidsche Rijn
architectuurcentrum aorta 2006 * 35
* WAT DOET AORTA
‘Handige jongens die Romeinen!’Het is misschien wel de meest onzichtbare invloed heden ten dage: die
van de occupatie van de Romeinen. In het oerhollandse landschap
bezetten zij de gebieden tot aan de rivier de Rijn. Haar loop bepaalde
de noordgrens van het Romeinse Rijk, de Limes. Ze legden een verde-
digingslinie aan van Arnhem tot Katwijk aan Zee, versterkt met castel-
la en wachttorens die verbonden waren door een weg, de Limes. De
Romeinen waren echte bezetters: je was voor ze of tegen ze. Tijdens
vier eeuwen bezetting was er natuurlijk sprake van een intensieve uit-
wisseling tussen de autochtone volken en de Romeinen. Veel is in die
periode geïntroduceerd: het geld, naamgeving, de citroen, de kastan-
je, de vloerverwarming, thermische baden en ook een vroege vorm van
planologie en ruimtelijke ordening. De Romeinen introduceerden een
eerste vorm van verstedelijking op de plek die nu Nijmegen heet; weg-
en waterbouw omdat ze bruggen bouwden, duikers, dammen en zelfs
kanalen aanlegden. Ze transporteerden en verhandelden zeer veel over
de rivier. Deze werd niet bedwongen op een manier zoals we die nu
kennen: de loop van de vroegere Rijn bepaalde de ligging van de
grens.
De Romeinen introduceerden een manier van beschouwen en naden-
ken over bouwstijlen die niet meer verlaten is. Nog steeds speelt dit
beschouwend en reflecterend onderzoeken van de opgave een grote
rol voor architecten. Waren er echter in de Romeinse tijd strenge voor-
schriften hoe er gebouwd diende te worden, nu is het adagium om
steeds opnieuw een antwoord te vinden. En je daarbij niet alleen te
richten op het gebouw als solitair object maar het te beschouwen in
zijn context.
Archeologie als identiteitsdragerBetekenis geven aan een plek als geheel wordt steeds belangrijker.
Voor alle belanghebbende partijen want de hedendaagse ruimtelijke
ordening is geen blauwdrukplanning meer. Te veel belangen en acto-
ren beïnvloeden een plan zodanig dat het meer gaat om de plek als
geheel en het bindende verhaal wat mensen verleidt te investeren.
De cultuurhistorie speelt hierin een belangrijke en vaak bindende rol. Er
wordt gezocht naar manieren om plekken, wijken, gebieden een eigen
identiteit te geven. Archeologie als identiteitsdrager is een hele speci-
fieke uitdaging: het fysieke materiaal ligt verborgen onder de grond en
is vaak fragmentarisch. Dat betekent dat het voor onderzoekers lastig
kan zijn een eenduidige interpretatie te geven.
Archeologen hebben stukken van dit grootste archeologische monu-
ment van Nederland aangetoond, soms aan de hand van spectaculai-
re vondsten zoals het schip in Leidsche Rijn. Helaas zijn deze vondsten
zo kwetsbaar, dat zij maar een paar dagen te bezichtigen zijn. De Limes
moet dus op andere manieren zichtbaar gemaakt worden. Hier en daar
is de Limes zichtbaar gemaakt in het plaveisel of als snede in een
woonblok. Nog vaker worden de contouren van castella in kaart
gebracht, temeer daar op die veelal strategische plekken opnieuw
belangwekkende gebouwen verrezen. De Limes ligt verborgen onder
de grond omdat Nederland in de loop van de eeuwen is opgehoogd óf
omdat de restanten zijn weggespoeld door de sterk meanderende
rivier.
IntentieverklaringDoor een aantal pilotprojecten en de toenemende belangstelling in
de samenleving voor de Romeinse tijd, is er groeiende aandacht bij
beleidsmakers voor de Limes. In 2005 is een intentieverklaring onder-
tekend om de Limes opnieuw beleefbaar te maken en te benutten bin-
nen de ruimtelijke ordening.
Aorta heeft namens projectbureau Belvedere een landelijk programma
ontwikkeld, activiteiten uitgevoerd en de organisatie opgezet voor deze
ondertekenaars. Het gaat om de drie provincies Utrecht, Gelderland
en Zuid-Holland, de Stadsregio Arnhem-Nijmegen, de steden Nijme-
gen en Utrecht en het ministerie van OCW. Aorta heeft activiteiten
ontwikkeld voor het brede publiek gericht op de introductie van het
fenomeen Limes en agendabepalende activiteiten voor de vakgemeen-
schap om het omgaan met dit hele speciale erfgoed een stap verder te
brengen. Voor het brede publiek was het begrip Limes onbekend.
De LimeskaartDe Limeskaart, een aantrekkelijk vormgegeven kaart waarop de grens
voor het eerst op nationale schaal is ingetekend, met te bezoeken
plaatsen waar restanten van de Limes en het Romeinse leven zijn te
bezichtigen, was een eerste stap in het bewerken van de markt. Na de
introductie bleek al snel dat de oplage verdubbeld kon worden. In de
vakgemeenschap vergt het benutten van de Limes, en archeologie in
het algemeen, nog nader onderzoek maar vooral goede uitwerkingen
op locatie die voorbeelden kunnen zijn voor anderen. Juist de deels
onbekende schatten maken de Limes boeiend; hier en daar is hij aan-
getoond en wordt de locatie verbijzonderd met ingrepen door kunste-
naars en/of architecten.
Dat daarbij zeer speciale behoudsstrategieën een rol spelen mag evi-
dent zijn. En dat het voor ontwerpers een bijzondere opgave is om iets
zichtbaar te maken en betekenis te geven aan wat a priori onzichtbaar
is, ook. Maar het feit dat de Limes in vaktermen een wetlandlimes
wordt genoemd, toont aan dat na al die eeuwen die Romeinen nog niet
zo gek waren. Zij deden de eerste pogingen het water te beheersen.
Een Nederlandser exportproduct bestaat er niet. Nu is het aan de
moderne Nederlander om dat wat verscholen ligt in de grond door de
dynamiek van het oude watersysteem weer betekenis te geven.
* WAT DOET AORTA
Informatief
architectuurcentrum aorta 2006 * 37
MEDIATHEEK
Aorta geeft informatie aan een breed publiek. Aan de medewerkers van de publieks-
balie kunnen vragen worden gesteld. In het knipselarchief zijn artikelen te vinden uit
landelijke dag-, week- en vakbladen, die de gebouwde omgeving van Utrecht als
onderwerp hebben. Deze knipsels zijn geografisch geordend en het publiek kan tij-
dens openingstijden deze knipsels inzien. Tegen kostprijs kunnen hieruit kopieën
gemaakt worden.
Op de leestafel liggen de laatste nummers van vakbladen, recent uitgegeven boe-
ken en informatie over het lopende programma van Aorta.
De mediatheek omvat boeken en tijdschriften over architectuur en stedenbouw (in
de Utrechtse regio), informatie over Utrechtse architectenbureaus en bureaus van
buiten die in Utrecht bouwen en video’s en dvd’s over verschillende onderwerpen
met betrekking tot Utrecht en architectuur.
WWW.AORTA.NU
De website geeft informatie over de organisatie, lopende programma’s, lezingen,
debatten, gerelateerde activiteiten en rondleidingen. Door middel van links zijn sites
van sponsors van Aorta en derden te bekijken. De homepage biedt een overzichte-
lijke agenda van de lopende activiteiten. In het archief kan gezocht worden naar pro-
gramma’s van voorgaande jaren. De website geeft informatie in de Nederlandse en
de Engelse taal.
links: Aorta’s mediatheek, boven: de website
Schuttinghuis, bessemerlaan te Utrecht(verbouwing en uitbreiding)Ontwerp: Van Kats ArchitectenFoto: Aaron Hurford
Interieur BAK Utrecht (Basis voor Actu-ele KunstOntwerp: BAR ArchitectenFoto: Rob ‘t Hart
architectuurcentrum aorta 2006 * 39
Kantoorvilla MaliebaanArchitect: Mecanoo architectenFoto: Christian Richters
42 * architectuurcentrum aorta 2006
Rondleidingen
OPEN RONDLEIDINGEN
Op gezette tijden organiseert Aorta open rondleidingen op verschillende locaties
die zij bekendmaakt op de website en in de lokale pers. Deze rondleidingen duren
1,5 à 2 uur en kosten doorgaans € 7,50 per persoon (€ 6,25 voor U-pas houders
en Vrienden van Aorta). De prijs is afhankelijk van het thema en is exclusief ver-
voer. Aanmelden voor de rondleidingen is verplicht en kan bij de receptie van
Aorta, telefonisch, of via de website.
RONDLEIDINGEN VOOR GROEPEN
Groepsrondleidingen worden uitsluitend op aanvraag georganiseerd. De klant
betaalt een vast bedrag per gids, per uur, ongeacht het aantal deelnemers. Er is
een maximum aantal van 20 deelnemers per gids.
GIDSEN
Alle rondleidingen worden begeleid door professionele architectuurgidsen, voorna-
melijk met een achtergrond op het gebied van architectuurgeschiedenis, bouwkun-
de, sociale geografie en/of landschapsinrichting. Tijdens de rondleidingen geven zij
uitgebreide achtergrondinformatie over de historische, stedenbouwkundige en
architectonische ontwikkelingen. De toelichting is in het Nederlands, maar kan bij
groepsaanvragen op verzoek ook in het Engels of een andere taal worden gegeven.
Gids van Aorta tijdens een rondleiding in De Uithof
Hoewel Utrecht vooral bekend staat om haar historisch centrum, heeft de stad ook een schat aan moderne
architectuur. Veel van de jongere bouwkunst bevindt zich in de binnenstad, waar rekening moet worden gehou-
den met bestaande gebouwen en stadsstructuren. De recente uitbreidingen aan de oost- en westkant van
Utrecht hebben architectonische hoogstandjes voortgebracht. Architectuurcentrum Aorta organiseert het hele
jaar door rondleidingen langs (moderne) architectuur en landschapsarchitectuur in Utrecht. De excursies zijn
geconcentreerd rondom verschillende thema's en locaties.
architectuurcentrum aorta 2006 * 43
THEMA’S & LOCATIES
RIETVELD EN TIJDGE-
NOTEN/ RONDOM HET
WILHELMINAPARK
Zowel het Rietveld-Schrö-
derhuis als enkele andere
gebouwen van Rietveld
komen tijdens deze wan-
deling aan de orde. Daar-
naast ook veel moderne
villa’s om het park, onder
meer het Dubbel Huis van
MVRDV. De architectuur
van Rietveld gaf aanzet tot
deze villa’s.
HET STADHUIS VAN
MIRALLES
In 2000 nam Utrecht een
vernieuwd stadhuis in
gebruik, ontworpen door
de Spaanse architect
Enric Miralles (1955 –
2000). In de architectuur
van Miralles staat de
afleesbaarheid van de
geschiedenis voorop,
oud- en nieuwbouw zijn
op geheel eigen wijze met
elkaar verbonden. Het
bezoek aan zowel het
interieur als het exterieur
maakt dit duidelijk.
MODERNE
ARCHITECTUUR
IN DE BINNENSTAD
Deze route gaat langs
projecten van architecten
die een prominente contri-
butie aan de architectuur
van de Utrechtse binnen-
stad hebben geleverd,
zoals Mart van Schijndel,
Robert van der Hout, bOb
van Reeth, W.M. Dudok,
West 8, Maaskant, Enric
Miralles, Francine Houben
en Sluijmer en Van Leeu-
wen.
LEIDSCHE RIJN
ONDER DE LOEP
De grootste Vinex-wijk van
Nederland begint lang-
zaam vorm te krijgen.
Hoewel er op de wonin-
gen veel kritiek wordt
geuit, zijn er zeer markan-
te gebouwen te bezichti-
gen en te bezoeken, zoals
het WOS 8 gebouw, de
telefooncentrale en de
TGV-housing.
Onder begeleiding van
een gids wordt per fiets
de architectuur van het
gebied gekeken.
Een deelneemster aan de rondleiding door de Uithof, bekijkt het Educatorium
* WAT DOET AORTA
44 * architectuurcentrum aorta 200644 * architectuurcentrum aorta 2006
HET MUSEUM-
KWARTIER EN
MUSEUM-
ARCHITECTUUR
De meeste musea in het
zuidelijke deel van de bin-
nenstad hebben een
moderne uitbreiding of
herstructurering gekre-
gen. In de wandeling wor-
den onder andere het
Centraal Museum van
Beel en Agtergael, het
Universiteitsmuseum van
Koen van Velsen en het
Museum Catharijne-
convent van Hubert-Jan
Henket bekeken en
besproken hoe modern
gebouwd kan worden in
een historische context.
Met als voorbeeld het
woonhuis van Robert van
der Hout of Jan Jansen.
DE UITHOF EN DE
UNIVERSITEITS-
BIBLIOTHEEK VAN
WIEL ARETS
Naast het stedenbouw-
kundig plan van De Uithof
komt in deze rondleiding
vanzelfsprekend ook de
spraakmakende architec-
tuur aan de orde. De
rondleiding doet het Edu-
catorium van Rem Kool-
haas aan, het Minnaertge-
bouw van Neutelings
Riedijk of de Faculteit van
Economie en Manage-
ment van Mecanoo, gaat
langs de opvallende,
glossy Basketbar van NL
Partners en bezoekt de
spectaculaire universiteits-
bibliotheek van Wiel
Arets. Op verzoek kan de
rondleiding ook langs
andere gebouwen, zoals
de studentenwoningen
van Rudy Uytenhaak of
het Ronald McDonald
Huis van Bosch Haslett.
JUGENDSTIL /
ART NOUVEAU
Door het gebruik van
ijzeren balken en nieuwe,
machinaal vervaardigde,
grote ramen werd
Jugendstil veel toegepast
bij gebouwen met etala-
ges, zoals apotheken,
kledingmagazijnen en
warenhuizen. Een ander
opvallend kenmerk van de
Nederlandse Jugendstilar-
chitectuur is het gebruik
van gekleurde, meestal
geglazuurde baksteen,
soms verwerkt in tegelta-
bleaus met daarop sym-
bolische voorstellingen,
die vaak betrekking had-
den op de functie van het
pand. Naast het pand van
Sic Semper doet deze
rondleiding ook de apo-
theek in de Voorstraat, het
'Gele Kasteel' aan het
Janskerkhof, café De
Witte Ballons aan de Lijn-
markt en vele winkelpan-
den rond de Oudegracht
aan.
LANDGOED
AMELISWEERD
Een groot deel van dit
gebied werd in de Middel-
eeuwen aangelegd als
park dat onderdeel uit-
maakte van drie verschil-
lende landgoederen.
Amelisweerd dankt zijn
naam aan Amelis de Insu-
la, een ridder die zich in
1224 aan de Kromme Rijn
vestigde. Het landgoed
wordt geflankeerd door
de landhuizen Nieuw
Amelisweerd en Rhijnau-
wen. Naast een beknopte
geschiedenis van de land-
goederen gaat de excur-
sie in op de hedendaagse
bestemmingen van dit
soort 17e eeuwse land-
huizen. De wandeling
start in bezoekerscentrum
Oud Amelisweerd.
HET ZOCHER-
PLANTSOEN
Het Zocherplantsoen, een
19e-eeuws landschaps-
park. Via de 19e-eeuwse
omvorming van de stads-
wallen tot een plantsoen
door J.D. Zocher wordt
gekeken naar het land-
schappelijk ontwerp van
het Griftpark. Zo ontstaat
een beeld van de verschil-
lende opvattingen.
THEMA’S & LOCATIES RONDLEIDINGEN
JAAR
2002200320042005*2006
BEZOEKERS TENTOONSTELLINGEN, SYMPOSIA,LEZINGEN EN DEBATTEN
2.987 3.583 4.214 3.333 3.720
DEELNEMERSRONDLEIDINGEN
1.936 1.786 3.184 3.287 3.053
INDIRECTECONTACTEN
N.N.B. N.N.B. 4.462 18.532 23.103
ACTIVITEITEN EN PUBLIEKSBEREIK
*In verband met een grondige verbouwing van de huisvesting van Aorta konden er in 2005 van 4 februari tot11 mei in huis geen activiteiten georganiseerd worden. De lagere bezoekersaantallen 2005 ten opzichte van2004 zijn hieruit te verklaren.
* WAT DOET AORTA
architectuurcentrum aorta 2006 * 45
THEMADe UithofUBUEducatoriumJugendstilStadhuisRietveld en TijdgenotenModerne Architectuur in de BinnenstadLeidsche RijnKwetsbare PlekkenMusea en het MuseumkwartierGeheimen van het DompleinMaatwerk
TOTAAL:
AANTAL97 35 2 3 6 1 9
46 1 1
n.v.t. 1
202
DEELN.1.523
563 42 35
109 20
123 573 18 17
n.v.t. 30
3.053
RONDLEIDINGENVOOR GROEPEN
AANTAL9 6
n.v.t. 5 2 1 3 1
n.v.t. 1 2
n.v.t. 30
DEELN.123 111
n.v.t. 91 24 11 38 8
n.v.t.12 30
n.v.t. 448
RONDLEIDINGENINDIVIDUELEDEELNEMERS
GEORGANISEERDE RONDLEIDINGEN EN AANTAL DEELNEMERS PER THEMA
LAND VAN HERKOMSTJapanItaliëBelgiëEngelandChinaSpanjeZwedenDenemarkenDuitslandUSASchotlandIerlandDiversTOTAAL BUITENLAND:
NEDERLANDTOTAAL:
AANTAL96
390 235 70 8
74 57 47 63 20 7 3
83 1.153
2.348 3.501
DEELNEMERS AAN RONDLEIDINGEN PER LAND
WEEK12345678910111213
AANTAL14 16 20 39 45 38 36 51 34 28 30 32 21 404
1E KWARTAALWEEK
14151617181920212223242526
AANTAL71 89 54 51 47 38 66 37 41 31 34 39 36
634
2E KWARTAALWEEK
27282930313233343536373839
AANTAL15 49 40 47 55 75 74 49
123 493 30 34 34
1.118
3E KWARTAALWEEK
40414243444546474849505152
AANTAL22 27 34 22 12 45 16 25 15 27 20 7 0
272
4E KWARTAAL
BEZOEKERSAANTALLEN MEDIATHEEK EN EXPOSITIES 2006. TOTAAL: 2.428
WEEK16911131516181920222327363637414445454750
DATUM26-Jan09-Feb02-Mar14-Mar28-Mar13-Apr20-Apr01-May12-May18-May29-May11-Jun07-Jul05-Sep10-Sep13-Sep10-Oct03-Nov07-Nov12-Nov21-Nov13-Dec
ACTIVITEITLezing Marlies Rohmer 'Less is less, more is more'Lezing Het Gewone BouwenDebat SPACE/RUIMTE - AGORAFilm over architect Hendrik WijdeveldFilm 'Scherp Zicht' over Francine HoubenLezing RabobankKinderkunstkijkdagFilm over Mart StamDebat Nieuwe LadingDUO Debat 'Nieuwe Ronden, Nieuwe Kansen - Utrecht Vernieuwt, toch?!'Film 'Sta op en verander de rotzooi' over Nelly en Theo van Doesburglezing Nahied Coolen i.h.k. van Culturele ZondagOpening expositie 'Geheimen van het Domplein'Film 'Zonnestraal, Drempels tussen Licht en Aarde'OMD - lezingen in het kader van 'Geheimen van het Domplein'Debat United Colors of NLFilm 'House for Sale' (ontwerpwedstrijd woning LR)Opening expositie 15 jaar RietveldprijsDebat 'Vaart in de Vaartse Rijn'Kinderworkshop i.h.k. van Culturele Zondag 'De Vuurdoop'RelatiebijeenkomstDebat Utrecht NOW
AANTALBEZOEKERS85 40 51 30 46 95 60 90 65 59 95 28 40 63 94 68 27 48 85 13 40 70
BEZOEKERSAANTALLEN PROGRAMMA-ACTIVITEITEN 2006. TOTAAL: 1.292
46 * architectuurcentrum aorta 2006
Culturele evenementen
Ieder jaar worden er in Utrecht verschillende culturele evenementen georganiseerd waaronder de Culturele Zondagen en Open Monumenten-
dag. Architectuurcentrum Aorta haakt graag in op deze activiteiten omdat het de mogelijkheid biedt architectuur vanuit een andere invalshoek te
benaderen en een groot publiek aan te spreken.
Domplein en tram (1936). Foto: Cultuurhistorie Utrecht
architectuurcentrum aorta 2006 * 47
* WAT DOET AORTA
GEHEIMEN VAN HET DOMPLEINOpen Monumentendag / Initiatief Domplein 2013
Open Monumentendag 10 september
Lezing
In 2005 werd de Abi Bakr Essaddik moskee in de Van Heukelomlaan in
Zuilen gebouwd.
Op de eerste etage bevindt zich de Maria-moskee, een ruimte speciaal
voor de vrouwen, geopend door de burgemeester van Utrecht,
mevrouw Brouwer.
Ontwerper van dit postmoderne bouwwerk aan de rand van een typi-
sche wederopbouwwijk met lage flats is Nahied Koolen van ARC-archi-
tecten in Den Haag. In de lezing ging zij in op haar ontwerp en de keu-
zes die zij daarbij gemaakt heeft. Koolen is van Perzische afkomst en
genoot haar architectuuropleiding in Parijs. Sinds 1985 is zij werkzaam
als architect in Nederland.
Nahied Koolen ontwerpt naast moskeeën ook woningen en probeert
sinds 1998 in kaart te brengen wat de woonwensen zijn van allochtone
deelnemers aan de woningmarkt. De woonwensen van vooral Turken en
Marokkanen wijken vaak veel af van wat er in de regel in Nederland
gebouwd wordt. Nahied Koolen heeft de woonwensen toegepast in
ontwerpen die bij zowel allochtonen als autochtonen erg in de smaak
vielen. Ook heeft zij andere wensen van allochtonen in praktijk
gebracht. Omdat veel allochtonen behoefte hebben aan ontmoetings-
plekken tussen de woningen, zijn in de wijk Boschveld in Den Bosch
pleintjes gemaakt met bestrating, zitplaatsen en groen. In de Arnhemse
wijk Malburgen is Koolen al een jaar of drie bezig met het realiseren van
twee zogeheten salonhalwoningen, waarvan de indeling aansluit op de
voorkeuren van allochtonen.
Moskeeroute per bus
Aansluitend op de lezing is een bustour georganiseerd om de moskee
(naar het ontwerp van Nahied Koolen) en enkele andere moskeeën ter
plekke te bekijken.
Lezingen
In het kader van de Open Monumentendag en het Initiatief Domplein
2013 heeft Architectuurcentrum Aorta een aantal activiteiten voor de
zomer georganiseerd waaronder drie lezingen. In deze lezingen vertel-
den drie onderzoekers over een deel van de geschiedenis en de gehei-
men van het Domplein. Verschillende markante en bijzondere bouwwer-
ken zijn er in de loop van de eeuwen op het Domplein verrezen en ook
weer verdwenen. In de lezingenreeks werden enkele van deze gebou-
wen uitgelicht.
In de eerste lezing werd het Romeinse castellum besproken. Al in de
jaren 30 van de twintigste eeuw werd een deel van het castellum opge-
graven. Vooral de zuidelijke poort voor het Academiegebouw baarde
opzien. Frans Kipp, die de lezing verzorgde en werkzaam is bij de sec-
tie Monumenten van de gemeente Utrecht, volgt de ontwikkelingen al
jaren op de voet. Hij was deze zomer bij nieuwe opgravingen betrok-
ken, onder meer van een van de pijlers van het gotische middenschip
van de Dom.
De tweede lezing ging over de Heilig-Kruiskapel. Deze lag tussen de
Maartensdom en de Salvatorkerk en deed in de Middeleeuwen dienst
als grafkapel voor de kanunniken van beide kapittels en als seendkerk
voor de proost van Salvator. De datering van het gebouw heeft echter
veel stof voor discussie en speculatie opgeleverd: 8ste-, 9de- of 10de-
eeuws? Daarmee is ook de identificatie onzeker: eerste Maartenskerk
of Heilig-Kruisoratorium? In 1993 werd een deel van de Heilig-Kruiska-
pel opnieuw blootgelegd. Raphaël Rijntjes deed onderzoek naar de
toenmalige bevindingen en legt inmiddels de laatste hand aan zijn proef-
schrift over de Heilig-Kruiskapel. Geen beter persoon dus om de gehei-
men van de Kruiskapel uit de doeken te doen.
In de derde lezing sprak dr. Jos Stöver over de St. Salvatorkerk. De
Ierse missionaris Willibrord (658-739) liet niet alleen het castellum her-
stellen, hij bouwde ook een aan Christus Salvator en alle heiligen gewij-
de kerk, terwijl hij een oudere Maartenskerk herstelde. Waarschijnlijk
was de Salvatorkerk als moederkerk voor het nieuw te vormen (aarts-
bisdom) bedoeld. Het salvatorpatrocinium lijkt te verwijzen naar de Sal-
vatorbasiliek in Rome (nu de Sint-Jan in Laterano), de zetelkerk van de
paus. Later kreeg de kerk een andere positie. Van de oudste Salvator-
kerk zijn tijdens de opgravingen in de jaren dertig van de vorige eeuw
resten teruggevonden. Het betrof een grote zaalkerk met ingesprongen
oostelijke annex, waarin blijkens de vele sarcofagen die erin werden
gevonden, de eerste bisschoppen van Utrecht hun laatste rustplaats
vonden. Jos Stöver, werkzaam bij de Rijksdienst voor het Oudheidkun-
dig Bodemonderzoek, promoveerde op de St. Salvatorkerk en gaf de
lezing.
POSTMODERNE MINARETTEN EN HUIZEN ZONDER GANGCulturele Zondag ‘Turkije Express’
Culturele Zondag 11 juni
Maria-moskeeOntwerp: Nahied Koolen(ARC-architecten)Foto: Nahied Koolen
48 * architectuurcentrum aorta 2006
MariaplaatsOntwerp: AWG ArchitectenFoto: Luuk Kramer
architectuurcentrum aorta 2006 * 49
Clip-on op Centraal Museum UtrechtOntwerp: Atelier van LieshoutFoto: Mascha van Damme
Parkwijk Zuid, Leidsche RijnOntwerp: DKV ArchitectenFoto: Frank Hanswijk
architectuurcentrum aorta 2006 * 51
Eigenwijs woningen, Leidsche RijnOntwerp: DaF-architectenFoto: Frank Hanswijk
52 * architectuurcentrum aorta 2006
Films & MooieWoordenOnder de titel Films & Mooie Woorden presenteert Architectuurcentrum Aorta
samen met filmtheater ‘t Hoogt en Het Utrechts Architectencafé ieder jaar een
aantal films met architectuur in de hoofdrol. Vaak wordendeze films begeleid
door een lezing over het betreffende onderwerp.
architectuurcentrum aorta 2006 * 53
HANK ONRUST IN WOORD EN BEELD
OVER ARCHITECT HENDRIK WIJDEVELD
14 maart 2006
In het NAi was tot 21 mei 2006 de tentoon-
stelling ‘Ontwerp het onmogelijke’ te zien,
over de visionaire en in de omgang zeer
theatrale maar innemende architect Hendrik
Wijdeveld. In zijn utopische ontwerpen wist
Wijdeveld zich herhaaldelijk aan te passen
aan de stijl van het moment, waardoor zijn
oeuvre te beschouwen is als een staalkaart
van beeldopvattingen van de eerste helft van
de vorige eeuw.
In aansluiting op deze tentoonstelling werd
door Architectuurcentrum Aorta samen met
Het Utrechtse Architectencafé een film
getoond over architect Hendrik Wijdeveld
gemaakt door Hank Onrust. Onrust (1941) is
tv-maker en was eindredacteur van kunst- en
cultuurprogramma's zoals R.A.M., De Ivoren
Toren, Het Heilig Vuur, Atlantis en Noorder-
licht. Naast de documentaire over Wijdeveld
maakte hij ook documentaires over een aantal
andere architecten. Onrust heeft eigenlijk
geen beelden nodig om zijn gehoor te boeien.
Hij laat zien dat architectuurhistorie behalve
interessant ook gewoon amusant kan zijn.
Wijdeveld stelde al: ‘De kunst verdwijnt om
onbewust en algemeen te worden’
SCHERP ZICHT: EEN DOCUMENTAIRE
VAN IREEN VAN DITSHUYZEN OVER
FRANCINE HOUBEN
28 maart 2006
De film De provincie Zuid-Holland reikte dit jaar de
waarderingsprijs ‘Gezichtsbepalend’ uit aan
architect Francine Houben. Francine Houben
ontving de prijs voor de kwaliteit van haar
werk en voor haar bijdrage aan kunst en cul-
tuur in het algemeen en die van Zuid-Holland
in het bijzonder. In het kader van deze prijs
kreeg documentairemaker Ireen van Ditshuy-
zen de opdracht om een documentaire te
maken over Francine Houben en de manier
waarop zij te werk gaat.
Het oeuvre van architect Francine Houben is
ongekend breed: huizen, scholen en comple-
te woonwijken, theaters, decors, bibliotheken
en wolkenkrabbers, parken, pleinen en snel-
wegen, steden, polders en Randstad, hotels,
musea en zelfs een kapel. In haar projecten
probeert ze technische, menselijke, en speel-
se aspecten in één oplossing te vervlechten.
Haar werkwijze is gestoeld op zowel analyse
als intuïtie.
De stad Tirana in Albanië, waar Francine
Houben aan verschillende projecten werkte,
speelt een belangrijke rol in de documentaire
‘Scherp Zicht’. Ireen van Ditshuyzen is met
Francine Houben afgereisd naar deze stad.
Gesprekken in Nederland laten zien dat in
haar ‘thuisland’ intuïtie een veel grotere rol
speelt dan in Albanië.
De lezing Francine Houben is architect/directeur van
Mecanoo architecten. Dit bureau verwierf in
Utrecht vooral bekendheid met het ontwerp
voor de Faculteit voor Economie en Manage-
ment, een gebouw met een opvallend trans-
parante gevel en verborgen binnentuinen in
De Uithof, woningbouw van ‘rommelige’ bak-
steen in het Vondelparc en de herstructure-
ring voor een deel van Kanaleneiland. In een
lezing werden deze (en andere) projecten
door Mecanoo architecten toegelicht.
DE ARCHITECT: EEN DOCUMENTAIRE
OVER MART STAM
1 mei 2006
In de jaren tachtig volgden Hank Onrust en
Gerrit Oorthuys het spoor van Mart Stam tot
in Rusland. De idealistische Mart Stam was
begin jaren dertig naar de Sovjet Unie ver-
trokken. Daar hielp hij mee aan het ontwer-
pen van nieuwe steden als Magnitogorsk,
Makejevka en Orsk. Stam was van jongs af
aan compromisloos idealist (en dienstweige-
raar), die worstelde met zijn opvattingen en
zijn omgeving over het primaat van de archi-
tectuur. Stam is onder meer bekend van zijn
omstreden auteurschap van de Van Nelle
fabriek in Rotterdam, toen hij voor Brinkman
en Van der Vlugt werkte. Hij is wereldbe-
roemd om zijn omstreden auteursrecht op de
achterpootloze buisstoel (1926), aangeduid
als de belangrijkste uitvinding van het functio-
nele design.
Mart Stam riep het verkeer uit tot grondslag
van de stedenbouwkundige vormgeving en
verving het 'esthetisch-architectonische
kleed' van het gesloten stadsbeeld van Rot-
terdam door het huidige open stadsbeeld. Hij
was Gastdozent am Dessauer Bauhaus waar
hij het idee introduceerde ‘das Konzept einer
Synthese der Künste unter dem Primat der
Architektur stieß’
Na onderwijs te hebben gegeven in de DDR
kwam hij terug naar Nederland, waar hij uit-
eindelijk als academiedirecteur één van de
grondleggers van de Gerrit Rietveld Acade-
mie werd.
Hij geldt als de pionier van het alles omvatten-
de moderne, letterlijk een ontwerper van stoel
tot stad.
Mart Stam verstopt zich uiteindelijk in 1966 in
Zwitserland, waar hij, gedesillusioneerd en
gevangen in zijn eigen overtuigingen én in de
diep religieuze overtuigingen van zijn derde
vrouw, niet meer van zich wil laten horen of
zien.
54 * architectuurcentrum aorta 2006
ZONNESTRAAL, DREMPELS TUSSEN
LICHT EN AARDE: EEN DOCUMENTAIRE
VAN KIKI AMSBERG & HENK RENOU
5 september 2006
De film Op het landgoed Pampahoeve, aan de rand
van Hilversum, ligt het sanatorium Zonne-
straal. Het is één van de meest beroemde
jonge monumenten van Nederland en zal bin-
nenkort worden voorgedragen voor de
UNESCO werelderfgoedlijst. Beroemd omdat
het internationaal bekend staat als één van de
grote voorbeelden van het Nieuwe Bouwen.
Geroemd om het sprankelend witte kristallij-
nen voorkomen, de heldere constructie en het
vooruitstrevende materiaalgebruik. Zonne-
straal is behalve een architectonisch, ook een
sociaal en medisch monument. Het sanatori-
um is het resultaat van jarenlange inspanning
van een groep diamantbewerkers om hun
door tuberculose gevelde kameraden bij te
staan.
In opdracht van de bevlogen vakbondsman
Jan van Zutphen en de voorzitter van de Alge-
mene Nederlandse Diamantbewerkerbond
Henri Polak, ontwierpen de architecten Jan
Duiker en Bernhard Bijvoet in de jaren twintig
een sanatorium waarin genezing, wonen en
arbeid samengaan. Socialistische idealen ver-
enigden zich in Duikers sanatorium met de
ideeën over helderheid en techniek van het
Nieuwe Bouwen. In de jaren vijftig verloor het
gebouw haar oorspronkelijke functie en takel-
de het langzaam maar zeker af. In de docu-
mentaire kwam de geschiedenis van Zonne-
straal weer even tot leven middels
archiefbeelden en verhalen van betrokkenen.
De lezing Voor alles was Duiker bezig gestalte te geven
aan wat hij noemde de geestelijke economie.
Hieronder verstond hij dat men zo doelmatig
mogelijk moest omgaan met materiaal- en
constructie-eigenschappen, met wetenschap-
pelijke en technische ontwikkelingen, met
arbeid, met functionele gegevenheden e.d.
Elke ruimte en combinaties van ruimten gaf hij
vorm in overeenstemming met de functionele
eisen die er aan gesteld werden. In zijn vorm-
geving streefde Duiker naar immaterialisering
en kwam hij tot een universele esthetiek. Als
gevolg van sociaal-historische en cultuurhisto-
rische redenen is Zonnestraal tot Rijksmonu-
ment verklaard. Daarom is en zal het verder
worden gerestaureerd.
Wessel de Jonge architecten bna bv is een
jong bureau met een bijzondere expertise op
het gebied van herbestemming van gebou-
wen. In 1997 is in een samenwerkingsver-
band met Hubert-Jan Henket architecten en
Alle Hosper landschapsarchitecten een struc-
tuurplan ontwikkeld voor herbestemming.
Sander Nelissen van Wessel de Jonge archi-
tecten vertelde in zijn lezing over de specifie-
ke opgave van Zonnestraal.
HOUSE FOR SALE: VIDEOPORTRETTEN
10 oktober 2006
Beyond heeft acht kunstenaars, architecten
en vormgevers gevraagd om een voorstel
te doen voor een huis op een vrije kavel in
’t Zand, Leidsche Rijn. Deelgenomen hebben:
Hans Aarsman & Erik Kessels, Droog Design
i.s.m. Next Architects, Joep van Lieshout,
Marko Lulic, NL Architects, Sean Snyder,
Monika Sosnowska en Barbara Visser. De
ontwerpen werden t/m 5 november 2006
gepresenteerd in Het Gebouw van Stanley
Brouwn en Bertus Mulder. Drie ontwerpen
zijn gekozen door een vakjury en verder uitge-
werkt.
In de documentaire House for Sale biedt
Jacqueline de Bruijn middels diverse video-
portretten van de bewoners en kunstenaars
een intiem beeld over wonen.
Sanatorium Zonnestraal, ontworpen door Jan Duiker i.s.m. Bernard Bijvoeten Jan Gerko Wiebenga. Foto’s: Stichting Loosdrechtse Bos
architectuurcentrum aorta 2006 * 55
Kids &ArchitectuurArchitectuurcentrum Aorta vindt het belangrijk om kinderen met
architectuur in contact te brengen en hen te interesseren voor de
gebouwde omgeving. Door prikkelende en leuke programma’s
aan te bieden probeert Aorta hun begrip, kennis en inzicht in de
processen die met architectuur en de gebouwde omgeving te
maken hebben te vergroten.
KUNSTKIJKDAG 20 april 2006
Elk jaar wordt er in Utrecht door Planet Junior een Kunstkijkdag
voor kinderen georganiseerd. Het uitgangspunt is de ontmoeting
tussen kinderen en culturele instellingen te stimuleren en participa-
tie van kinderen aan cultuur te versterken.
Dit jaar kwamen de kinderen bij Aorta van alles te weten over het
omstreden metalen en kleinste huisje van Utrecht aan de Nieuwe-
gracht. Eerst kregen ze een film te zien en daarna werd het huisje
bezocht. Door middel van een quiz met vragen werden de kinderen
geprikkeld na te denken over het idee, het ontwerp, mooi en lelijk
en het materiaalgebruik. De vragen en de antwoorden werden ver-
volgens in de caféruimte van Aorta besproken en er werd een klei-
ne prijs uitgereikt.
KINDERWORKSHOPVurige Vormen in de Architectuur
12 november 2006
Als onderdeel van de Culturele Zondag De Vuurdoop heeft Aorta
de workshop Vurige Vormen in de Architectuur georganiseerd.
Hiermee wilden we kinderen de
vuurdoop in de wereld van de
architectuur bieden. Want wat is
dat eigenlijk…architectuur? Wat
doet een architect en zit er een
architect in iedereen? Binnen een
duidelijk kader werden de kinde-
ren gestimuleerd om een eigen
gebouw te ontwerpen wat nog
nergens ter wereld bestaat! Nieu-
we vormen, nieuwe ideeën waren
welkom!
Financiële verantwoording2006Aorta
ACTIVA
Materiële vaste activa
Vorderingen
Liquide middelen
PASSIVA
Stichtingsvermogen
Voorzieningen
Kortlopende schulden
* Na resultaatbestemming
56 * architectuurcentrum aorta 2006
31-12-2006
€
42.688
43.604
195.411
281.703
161.556
48.000
72.147
281.703
31-12-2005
€
45.123
22.174
226.119
293.416
144.152
35.668
113.593
293.416
BALANS PER 31 DECEMBER 2006*
* AORTA & COMPANY
TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING
Baten
* Subsidie gemeente Utrecht
Financiële bijdrage van Gemeente Utrecht, DSO
* Subsidie basisprogramma
Financiële bijdrage van Stimuleringsfonds voor
Architectuur
* Sponsor- en subsidiegeld basisprogramma
Financiële bijdragen van sponsoren en subsidie
verstrekkers voor het basisprogramma
* Sponsor- en subsidiegeld aanvullend
programma
Financiële bijdragen van sponsoren en subsidie-
verstrekkers voor het aanvullend programma
* Sponsorbijdragen
Financiële bijdragen van sponsors voor het
totale jaarprogramma
* Rondleidingen
Opbrengsten uit de organisatie van rondleidingen
* Maatwerk
Opbrengsten inzake dienstverlening Stichting de
LIMES
* Overige baten
Omzet van verkoop van producten, horeca en
entreeheffing
Lasten
* Directe projectkosten
Totale kosten van activiteiten zoals tentoonstellin-
gen, lezingen en andere activiteiten
* Personeelskosten
Kosten van het vaste personeel en het inhuren
van personeel
* Huisvestingskosten
Kosten van huur, onderhoud, gas, water, elektra
en belastingen
* Kantoorkosten
Kosten kopiëren, kantoorbenodigdheden,
netwerkbeheer, telefoon, porti en drukwerk -
jaarverslag
* Algemene kosten
Accountantskosten, bestuurskosten,
administratiekosten en niet terugvorderbare
omzetbelasting
architectuurcentrum aorta 2006 * 57
BATEN
Subsidie gemeente Utrecht
Subsidie basisprogramma SFA
Sponsor- en subsidiegeld
basisprogramma
Sponsor- en subsidiegeld
aanvullend programma
Sponsorbijdragen
Rondleidingen
Maatwerk
Overige baten
LASTEN
Directe programmakosten
Personeelskosten
Afschrijvingen materiële vaste
activa
Huisvestingskosten
Kantoorkosten
Algemene kosten
SOM DER LASTEN
Bedrijfsresultaat
Som financiële baten en lasten
RESULTAAT
2006
€
55.462
53.115
5.580
66.697
47.820
18.522
100.326
6.900
354.422
100.966
140.783
8.670
39.360
27.268
22.741
339.788
14.634
2.770
17.404
2005
€
55.462
24.608
3.449
216.280
36.500
18.578
39.725
4.841
399.443
161.965
140.360
6.385
36.938
12.749
21.055
379.452
19.991
4.092
24.083
BATEN EN LASTEN OVER 2006
58 * architectuurcentrum aorta 2006
architectuurcentrum aorta 2006 * 59
Aorta zet architectuurthema’s zelf op de agenda en maakt nieuwe interessante verbindingen.Annemiek Rijckenberg
Drie bekenden over Aorta
drs. Annemiek Rijckenberg, wethouder
Ruimtelijke Ordening van de gemeente
Utrecht in de periode 1994 – 2001 >>
#3I N T E R V I E W
60 * architectuurcentrum aorta 2006
Drs. Annemiek Rijckenberg
(voormalig wethouder Ruimtelij-
ke Ordening voor de gemeente
Utrecht 1994 - 2001)
Tegenwoordig is drs. Annemiek
Rijckenberg werkzaam als
zelfstandig adviseur stedelijke
ontwikkeling. Zij is o.m. lid van
de VROM-raad en voorzitter van
de Commissie voor Welstand en
Monumenten Amsterdam.
architectuurcentrum aorta 2006 * 61
* INTERVIEW
Annemiek Rijckenberg was van1994 -2001 wethouder Ruimtelij-ke Ordening van de gemeenteUtrecht. Als wethouder is zemede verantwoordelijk geweestvoor de oprichting van Aorta ensterk sturend geweest in dearchitectonische ontwikkelingenvan Utrecht. Terugkijkend op 10jaar Aorta mag een gesprek metde voormalig wethouder nietontbreken.
Utrecht en architectuurAls raadslid en wethouder vondRijckenberg dat het volstrekt ont-brak aan aandacht voor architec-tuur binnen de gemeente. Op hetterrein van de oude monumentenwas Utrecht baanbrekend, metvele restauraties, subsidies voorhet Kerkenkruis en stadsarcheo-logie. De nieuwe architecten wer-den met uitzondering van Riet-veld niet gezien, verketterd(Neudeflat!) of afgebroken (VanRavesteyn!). Veel 19e en vroeg-20e eeuwse panden dreigdengesloopt te worden, en wat ervoor in de plaats kwam was wei-nig inspirerend. Er was behalvede realisatie van de wijk Voordorpweinig ervaring met opdrachtge-verschap. Men dacht meer na
over functies dan over ontwerp. Dit was haar belangrijkste moti-vatie om als wethouder samen tegaan werken met de bestaandeparticuliere initiatieven om eenarchitectuurklimaat te bevorde-ren. En te experimenteren methet creëren van eigen opdrachtenen prijsvragen en ontwerp-ont-wikkelcompetities te organiseren.
De oprichting van Aorta vondRijckenberg vooral belangrijkvanwege de mensen erachter,zoals Jaco de Visser, die ze aljaren kende vanuit de werkgroepOmbouw Panden, een groep lief-hebbers van oude panden metnieuwe bestemmingen, zoals hetAnthoniusziekenhuis, AZU,Moira en Hooghiemstra. Ze hadde illusie dat een architectuur-centrum de fragmentatie zoukunnen opheffen, dus al dieafzonderlijke kleine clubjes bijelkaar brengen en daarmee meerresultaten behalen. Inmiddelsziet ze dat anders: resultatenbehaal je vooral met kleine club-jes, zoals Aorta, die iets echt wil-len. Ze gelooft nog steeds inpubliek debat, en in het zicht-baar maken van nieuwe ontwik-kelingen.
Utrechts visie op architectuurOf Utrecht voldoende visie oparchitectuur heeft kan Rijcken-berg niet goed beoordelen. Deafgelopen jaren zijn er erg wei-nig nieuwe of spraakmakendeplannen gelanceerd. De manierwaarop het plein Vredenburg nuwordt ingevuld met een nep-klassiek woonwinkelgebouw
doet volgens haar geen rechtaan het 20e eeuwse karakter vande Lange Viestraat. ‘Of je moetheel cynisch vaststellen, dat diteen weerspiegeling is van detijdgeest, zoals ook de oudeGaleries Modernes, de C&A ende Bijenkorf dat waren. Ook eentraditionalistische visie is eréén, maar je moet als bestuur-der of ex-bestuurder niet jeeigen smaak opleggen. Het gaater vooral om capabele mensenom je heen te verzamelen envoorwaarden voor goede archi-tectuur te creëren, door uitste-kende stedenbouw en doormarktpartijen scherp te houden.Leidsche Rijn begint een beetjeop een dakpannententoonstel-ling te lijken met al die marktge-dreven meer traditionele nieuw-bouw, maar het is een visie!’
Wat maakt Utrecht Utrecht?Het meest unieke van Utrecht isvolgens Rijckenberg nog steedsde ligging in het midden vanhet land en aan zoveel infra-structuur. Daardoor is Utrechtook een beetje lui geworden enlaat het kansen lopen. Utrechtis niet beroemd vanwege zijnarchitectuur, alleen om zijngrootste architect en vormge-ver, Gerrit Rietveld. ‘Ik noemhem vaak als voorbeeld vanduurzame architectuur, ook alroest het ijzer en rot het beton.We willen zijn gebouwenbehouden en zijn meubeleneindeloos restaureren en repli-ceren, dat is een voorbeeld vandierbaarheid en duurzaamheid.En een andere Utrechtse archi-
tect, Sybold van Ravensteyn, isde meest gesloopte en vergetenarchitect van Nederland, terwijlhij zulke prachtige stations enpublieke ruimtes maakte.’
Aorta’s rolZe is enthousiast over de wijzewaarop Aorta opereert. ‘Eenmix van debat, exposities, docu-mentatie en onderzoek, veeleigen initiatieven’. Belangrijkethema’s zijn volgens Rijcken-berg het steeds meer op elkaargaan lijken van de huidigenieuwbouw en de binnenhuis-adviezen in Elle Wonen. Moder-nisme is oud, traditionalisme isnieuw. Aorta doet heel zijde-lings mee in dat debat vindt ze.Maar ook de discussie over devertrutting van Leidsche Rijn ende uitverkoop van het stations-gebied zijn voor Aorta belang-rijke thema´s. De grootste ont-wikkeling die ze bij Aorta zelfziet is het gegroeide zelfbe-wustzijn Aorta zet architectuur-thema’s zelf op de agenda enmaakt nieuwe interessante ver-bindingen. Bijvoorbeeld overhet behoud en de geschiedenisvan het Jongeriuscomplex. Hetonderzoek naar nieuwe ontwik-kelmogelijkheden in en om destad vond ze zeer inspirerend.En thema’s als de herwaarde-ring van het groen aan de stads-rand. Of het bieden van eenpodium voor jonge architecten. ‘En hoe interessanter ik het vind,hoe minder tijd ik heb om zelf tegaan kijken of avonden te bezoe-ken! Maar ik ben nog steeds blijdat Aorta er is gekomen!’ *
Resultaten behaal je vooral met kleine clubjes die ietsecht willen.
62 * architectuurcentrum aorta 2006
Het hele jaar door organiseert Architectuurcentrum Aorta spraakma-
kende tentoonstellingen over zeer uiteenlopende onderwerpen. Aorta
hanteert een ruime opvatting van architectuur waardoor onderwer-
pen als stedenbouw, ruimtelijke ordening, landschap, tuin en interi-
eur en inrichting van de openbare ruimte ook ruimschoots aan bod
komen. Eén ding hebben de programma’s gemeen: Utrecht en de
regio staan centraal. Naast tentoonstellingen organiseert Aorta work-
shops, symposia, lezingen en debatten over actuele onderwerpen in
de gebouwde en landelijke omgeving. Bij Aorta kunt u luisteren naar
vurige betogen en opmerkelijke uitspraken en kunt u mee discussië-
ren over onderwerpen die u aan het hart gaan.
Tentoonstellingenlezingen &debatten
LESS IS LESS, MORE IS MORE Expositie: 21 januari t/m 25 februari 2006Lezing: 26 januari
HET GEWONE BOUWEN Expositie: 25 januari t/m 4 maart 2006 Lezing: 9 februari
SPACE / RUIMTE Expositie: Agora 1 maart t/m 1 april 2006Debat: Agora 2 maart
GEBOUW VAN MORGEN Expositie: 5 april t/m 6 mei 2006Lezing: Rabobank 13 april
NIEUWE LADING Expositie: 10 mei t/m 24 juni 2006 Debat: Nieuwe Lading 12 mei
NIEUWE RONDEN, NIEUWE KANSEN Debat: 18 mei 2006
DOMPLEIN 2013 Expositie: 7 juli t/m 15 september 2006
UNITED COLORS OF NLExpositie: 13 september t/m 28 oktober 2006Debat: United Colors of NL 13 september
15 JAAR RIETVELDPRIJSExpositie: 1 november 2006 t/m 19 januari 2007
UTRECHT NOW Debat: 13 december 2006
architectuurcentrum aorta 2006 * 63
* WAT DOET AORTA
Casa Confetti, De Uithof. Architectenbureau Marlies Rohmer. Oplevering 2008
architectuurcentrum aorta 2006 * 65
Meer visie is meer visie. Of nu het gaat om mijn medewerkers, mijn opdrachtgever, een gemeente of mijzelf, ik ben uit op uitgesproken gedachtegoed. De scherpte die daarbij hoort, zie je nooit letterlijk af aan een gebouw, maar de kracht, het karakter, de crux straalt er onbewust wel vanaf.Marlies Rohmer, Architectenbureau Marlies Rohmer Amsterdam, 2006
* WAT DOET AORTA
66 * architectuurcentrum aorta 2006
Tentoonstelling
De bouw van het veelkleurige
project ‘Casa Confetti’ in De Uit-
hof naar ontwerp van Marlies
Rohmer ging in de lente van 2006
van start. Het nieuwste studen-
tencomplex op het campusterrein
De Uithof in Utrecht dankt zijn
naam aan de veelkleurige alumini-
um gevel. In het gebouw kunnen
straks 377 studenten wonen. Het
48 meter hoge complex omvat
257 zelfstandige woningen en
120 kamers, verdeeld over vijftien
bouwlagen. Er is ook een aantal
ruimten beschikbaar voor starten-
de ondernemers. Reden genoeg
voor Aorta om het Utrechtse
publiek kennis te laten maken met
Architectenbureau Marlies
Rohmer. De reizende tentoonstel-
ling ‘Less is less, more is more’
gaf een representatief overzicht
van het werk van het in 1986
opgerichte bureau. De opdrach-
tenportefeuille is divers en vari-
eert van stedenbouwkundige pro-
jecten, woningbouw,
utiliteitsbouw (zoals een politiebu-
reau, zwembad en kantoren),
scholenbouw, woonzorgcom-
plexen tot interieurprojecten.
In het kader van het onderzoek
naar jongerencultuur van Marlies
Rohmer werd het manifest
‘Sociaal cement: stoep, straat,
school, stad’ gepresenteerd. Een
deel van de tentoonstelling
bestond uit een visualisatie van
de inzichten uit dit onderzoek
onder de naam: ‘Streetculture:
The way we live’. Straatcultuur is
een mondiaal verschijnsel en
onlosmakelijk verbonden met
jeugdcultuur. De ‘straat’ is een
broedplaats waar nieuwe fenome-
nen ontstaan. Dit zie je terug in
de architectuur. In de tentoonstel-
ling waren maquettes en tekenin-
gen te zien van het nieuwe
gebouw ‘Casa Confetti’ in
De Uithof.
Lezing
Marlies Rohmer ging in de lezing
nader in op de relatie tussen het
onderzoek naar jongerencultuur
en het werk van het bureau, in
het bijzonder het project in De
Uithof.
De analyses die de studenten in
het kader van hun studie architec-
tuurgeschiedenis maakten waren
de basis voor de tentoonstelling.
Deze werd door de studenten zelf
vormgegeven en geproduceerd
en was daarmee onderdeel van
hun studie.
LESS IS LESS, MORE IS MORE Architectenbureau Marlies Rohmer
boven: Casa Confetti, impressie van het interieurrechts: Tentoonstelling ‘Less is Less, More is More’ in Architectuurcentrum Aorta
* WAT DOET AORTA
68 * architectuurcentrum aorta 2006
Tentoonstelling
Het Nederlandse leefklimaat, en
in het bijzonder de volkshuisves-
ting, werd in de vorige eeuw tot
de beste van de wereld gere-
kend. Dat is niet alleen de ver-
dienste van de grote namen in
het bestuur, de architectuur en de
stedenbouw. Utrecht zou er uiter-
aard anders hebben uitgezien als
bijvoorbeeld burgemeester Foc-
kema Andrea, architect en ste-
denbouwer Berlage en architect
Rietveld geen nieuwe visie op
architectuur en stedenbouw had-
den ontwikkeld. Maar wat daad-
werkelijk tot stand is gekomen, is
veel meer het werk van onbeken-
de of zelfs naamloos gebleven
mensen. Juist dit gewone dage-
lijkse bouwen in de periode 1920
– 1960 heeft in de vierde stad
van Nederland geleid tot een leef-
omgeving die nog steeds
gewaardeerd wordt.
In de tentoonstelling werd aan de
hand van vier voorbeelden
beschreven hoe deze groei heeft
plaatsgevonden en welke steden-
bouwkundige beslissingen zijn
gemaakt in deze periode. Vanuit
een stedenbouwkundig perspec-
tief werd de stad als geheel
geanalyseerd en kregen de ver-
schillende wijken elk een plek
binnen het grotere geheel.
In 1924 hebben H.P. Berlage en
ir. L.N. Holsboer voor de stad
Utrecht een masterplan opge-
steld. Het kader van de tentoon-
stelling werd gevormd door een
studie naar wat er van het mas-
terplan terecht is gekomen. Om
de snelle groei van Utrecht in
goede banen te leiden was er
behoefte aan dit plan, maar het
kreeg nooit de juridische status
van een Uitbreidingsplan conform
de Woningwet van 1901. De rug-
gengraat van het plan Berlage
vormde een infrastructuur
bestaande uit ringwegen en forse
doorbraken in de binnenstad. De
Neude werd gezien als verkeers-
en stadsplein. De binnenstad zou
tot een city uitgroeien. Het hier-
door ontstane netwerk van
wegen verbond de oude stad met
de nieuwe wijken, waar voor de
groeiende bevolking degelijke en
aantrekkelijke woningen moesten
worden gebouwd. Naast nieuwe
wegen moest er een nieuw cen-
traal station en zelfs een vliegveld
komen. Grote delen van deze
visie zijn pas aan het eind van de
bestudeerde periode in gewijzig-
de vorm tot stand gekomen, of
zelfs helemaal niet uitgevoerd.
Wel werden de voorziene woon-
wijken grotendeels gerealiseerd.
Deze nieuwe woningen in Oog in
Al, Elinkwijk en Tolsteeg zijn van-
daag de dag nog altijd populair.
De traditionele bouw die toege-
past is, spreekt ook nu nog tot de
verbeelding.
De tentoonstelling toonde aan dat
de directe invloed van Berlage
veel geringer is geweest dan
meestal in de literatuur wordt
gesteld. Daarnaast liet de ten-
toonstelling zien hoe Utrecht
geworden is tot wat het nu is:
hoe Werkspoor en Demka hun
stempel hebben gedrukt op het
kleine dorpje Zuilen, hoe Rietveld
Tolsteeg heeft beïnvloed, hoe
parkwijk Oog in Al tot stand
kwam, en waarom er geen stad-
huis staat op de Neude.
Lezing
De studenten van de Universiteit
Utrecht hebben de tentoonstelling
inhoudelijk toegelicht in de lezing
aan de hand van hun onderzoeks-
resultaten.
De tentoonstelling toonde aan dat de directe invloedvan Berlage in Utrecht veel geringer is geweest danmeestal in de literatuur wordt gesteld.
links: H.P. Berlage, Architect (1856-1934)
rechts: Mendelssohnstraat, Utrecht
HET GEWONE BOUWEN: TRADITIES IN DE 20STE EEUWWerkgroep Bouwkunst van de Universiteit Utrecht onder begeleiding van dr. R. Dettingmeijer en drs M. van Damme
* WAT DOET AORTA
70 * architectuurcentrum aorta 2006
SPACE / RUIMTE: PUBLIEK RUIMTEGEBRUIK IN NIEUW PERSPECTIEFAgora, Cities for People
Tentoonstelling
Agora, Cities for People is een
driejarig project van vier landen.
Spanje, Engeland, Zweden en
Nederland hebben nauw samen-
gewerkt om de ontwikkelingen in
het stedelijke domein te onderzoe-
ken. Door de sterke groei van
Europese steden verandert de
stedelijke leefomgeving drastisch
van betekenis en vorm. Om beter
inzicht te krijgen in de relatie tus-
sen de mens en zijn stedelijke
omgeving is gedurende het drieja-
rige onderzoek Agora, Cities for
People gekeken naar de ruimtelij-
ke context en het menselijke
gebruik en ervaringen van de
publieke ruimte. Het onderzoek
heeft zich gericht op duurzame
oplossingen voor de inrichting van
de openbare ruimte. In dit project
zijn vier Europese steden uitvoerig
bestudeerd: Barcelona, Londen,
Malmö en Utrecht.
Onder het motto ‘Stad van Mor-
gen en Cultureel Erfgoed’ heeft
Agora een voorstel gedaan voor
een model dat gericht is op het
verbeteren van de leefkwaliteit en
veiligheid van de stedelijke omge-
ving. Als alternatief voor politie- en
cameratoezicht werden zowel de
sociale als ruimtelijke problemen
geanalyseerd. Vervolgens werden
richtlijnen gegeven voor ontwerp-
methodes, waarin zowel vormge-
ving als de belevingswaarde van
de plek geïntegreerd werd.
Om de steden, die onderling
sterk verschillen in zowel schaal
als cultuur, gelijkwaardig te
onderzoeken, is een zogenaamde
Capital Route bepaald. Deze
Capital Route vertegenwoordigt
de microkosmos van elke Euro-
pese stad en vormt de geografi-
sche afbakening van het onder-
zoeksgebied waarin vergelijkbare
lokale gegevens worden verza-
meld. De Capital Route is in
Utrecht de oost-west route die
loopt van het Jaarbeursplein in
het westen tot het Janskerkhof in
het oosten. Hierbij doorkruist de
route het stationsgebied, winkel-
centrum Hoog Catharijne en de
pleinen Vredenburg en Neude.
De benadering van Agora kan
een waardevolle bijdrage leveren
in het debat over en vormgeving
van deze grootschalige ruimtelijke
ontwikkelingen.
In Utrecht werd het Agora onder-
zoek uitgevoerd door onderzoe-
kers en specialisten verbonden
aan de Hogeschool voor de Kun-
sten Utrecht (HKU) in samenwer-
king met de Universiteit Utrecht.
De Agora analyse van het stati-
onsgebied en haar omgeving
heeft verschillende problemen en
kwaliteiten van het gebied goed
zichtbaar gemaakt. Veel van de
gevonden problemen werden in
het masterplan van de gemeente
onderkend en aangepakt, maar
lang niet allemaal. Waar het mas-
terplan de kwaliteit van het gebied
aanpakt in de primaire structuur
en op het niveau van het gebied
zelf, ziet Agora juist de kwaliteit in
de secundaire routes en de aan-
sluitingen op het omliggende ste-
delijk weefsel die voor de gebrui-
kers zo belangrijk zijn.
De bevindingen van het Agora
onderzoek werden getoond in
Architectuurcentrum Aorta. In de
tentoonstelling kwamen de onder-
zoeksopzet, de analyse en de
visie van Agora op het Utrechtse
masterplan aan bod.
Lezing
Tijdens de publiekspresentatie
discussieerden de Agora onder-
zoekers zelf met co-referaten
dr. Jan van Weesep, sociaal
geograaf en hoogleraar University
College Utrecht, Sjoerd Cusvel-
ler, zelfstandig adviseur steden-
bouw en drs. André van den
Berg, MRE Aquisitie bij Cório
Nederland Retail BV.
Als een ziel een plek heeft, dan huist hij in diegenedie hem koestert.Ginette Blom, HKU student
* WAT DOET AORTA
links: Studenten werken aan het Agora onderzoek
rechts: De Neude, Utrecht
architectuurcentrum aorta 2006 * 73
Tentoonstelling
De tentoonstelling toonde de
spectaculaire plannen voor het
nieuwe hoofdgebouw van Rabo-
bank Nederland aan de Croese-
laan in Utrecht. Dit gebouw moet
een van de meest duurzame
grote kantoorgebouwen van
Nederland worden. De Rabobank
bouwde al eerder een spraakma-
kend gebouw in Utrecht: het hui-
dige kantoorgebouw aan de
Croeselaan was het eerste grote
glazen kantoorgebouw in Neder-
land. Er moesten verschillende
bouwhoogtes in het ontwerp wor-
den opgenomen dat vindingrijk
op het toenmalige logo van de
bank werd gebaseerd.
Het nieuwe kantoorpand verrijst
naast het huidige hoofdgebouw
aan de Croeselaan, op de plaats
waar nu het door Rabobank in
gebruik zijnde EDS-gebouw
staat.
In samenhang met de planpre-
sentatie zijn in de tentoonstelling
verschillende fasen in beeld
gebracht die samen de geschie-
denis en de ontwikkeling illustre-
ren van de Croeselaan en de
plek waarop het nieuwe Rabo-
bank kantoor komt te staan. De
omgeving van de Rabobank is
een gebied waar extreme veran-
deringen hebben plaatsgevonden
in steeds korter op elkaar volgen-
de perioden. Met de huidige acti-
viteiten in het Stationsgebied, de
Veilinghaven en de Dichterswijk,
staan er nog veel ontwikkelingen
op stapel.
Lezing
De lezing werd ingeleid door
Marie-Louise van Kleef, wethou-
der Ruimtelijke Ordening en
Wonen. Zij gaf een kijkje in de
keuken van de besluitvorming van
dit, voor Utrechtse begrippen,
hoge gebouw. Tijdens de lezing
illustreerde architect Rob Witvoet,
van Kraaijvanger•Urbis zijn uit-
gangspunten en ontwerp van het
gebouw. Hij ging onder andere in
op de aanhechting van de beide
torens, de verbindende elemen-
ten tussen de bestaande bouw
en de nieuwe gebouwen en de
positionering van de torens ten
opzichte van de omringende wijk
en straten.
GEBOUW VAN MORGENRabobank Nederland en de Croeselaan
* WAT DOET AORTA
Dit gebouw moet een van de meest duurzame grote kantoorgebouwen van Nederland worden.Programmabureau Huisvesting Rabobank Nederland
links: Impressie van het nieuwe
bestuurscentrum vanRabobank Nederland.
Kraaijvanger•Urbisbureau voor architec-tuur en stadsontwerp
rechts: Schets van het nieuwe
bestuurscentrum
Presentatie van Urbanizer Aannemers & Architecten voor de tentoonstelling ‘Nieuwe Lading’
architectuurcentrum aorta 2006 * 75
* WAT DOET AORTA
Wachten op opdrachten komt overeen met wachtenop God. Het is mogelijk om ontdekt te worden op hetniveau van verbouwingen! Tegenwoordig ben je geenarchitect maar ontwerper en ontwerp je dus alles. Klaas Vermolen van BAR architecten tijdens de discussie op de opening Nieuwe Lading
76 * architectuurcentrum aorta 2006
Tentoonstelling
In Nieuwe Lading zijn zes opmer-
kelijke en jonge Utrechtse archi-
tectenbureaus uitgelicht. De
bureaus verschillen qua grootte,
ervaring en opdrachtportefeuille,
maar wat zij gemeen hebben is
hun hoge ambitieniveau.
De tentoonstelling gaf de ontwer-
pers de mogelijkheid en uitdaging
om niet alleen een bureaupresen-
tatie te geven, maar meer nog om
hun visie in een ‘tentoonstellings-
bouwwerk’ tot uitdrukking te
laten komen. Thema’s die bij de
tentoonstellingsbouwwerken aan
de orde kwamen, waren bijzon-
dere kenmerken van het bureau,
werkwijze, visie en ambitie. De
bureaus waren zowel verantwoor-
delijk voor het concept als voor
de uitvoering van hun tentoonstel-
lingsbouwwerk. Zodoende
bestond de tentoonstelling uit een
zestal bureauconcepten.
De selectie van de bureaus was
in handen van Indira van ’t Kloos-
ter, werkzaam bij Architectuur
Lokaal en publiciste in Bouw.
Aan de hand van een aantal crite-
ria werden de volgende bureaus
geselecteerd:
- Blaauw & De Roos
- Dynamo Architecten
- MONK Architecten
- Urbanizer Aannemers &
Architecten
- Van Kats Architecten
- Zecc Architecten
Indira van ’t Klooster trad tevens
op als curator van de tentoonstel-
ling.
Debat
Bij de opening van de tentoon-
stelling Nieuwe Lading werden
architecten van de zes deelne-
mende bureaus uitgenodigd voor
een debat met een panel.
Het blijkt voor beginnende
Utrechtse architectenbureaus las-
tig te zijn om grote opdrachten
zoals die van gemeenten of cor-
poraties te verkrijgen. Ze beschik-
ken nog niet over een uitgebreid
portfolio. De opdrachten van een
beginnend bureau betreffen voor-
al verbouwingen en uitbreidingen.
Klaas Vermolen van BAR archi-
tecten en Jaco de Visser, JDdV
architecten, benadrukten dat de
bureaus zich het beste proactief
kunnen opstellen. Niet wachten
op opdrachten maar zelf actief
bijvoorbeeld de gemeente Utrecht
benaderen. Ook deelname aan
allerlei activiteiten kan het beno-
digde netwerk opleveren. Boven-
dien kunnen kleine opdrachten
ook tot de gewilde grote
opdrachten leiden.
Peter Vermeulen, voorzitter van
de Commissie Welstand en
Monumenten, bevalt het werk van
jonge bureaus de laatste tijd bij-
zonder. Het is zorgvuldig gemaakt
en conceptueel zuiver. Somber-
heid over de jonge generatie
hoeft er dus niet te zijn, er is
genoeg potentie. Het probleem is
dat er in Nederland niet wordt
gekeken naar de intentie van
architecten, maar naar wie er
reeds gebouwd heeft. In ideëel
opzicht zal er dus iets moeten
veranderen om de jonge bureaus
meer kansen te geven.
Geconstateerd werd dat de con-
centratie van jonge architectenbu-
reaus in Utrecht erg laag is. Er
werd gesproken over het Utrecht-
se architectuurklimaat en hoe
deze de concentratie van jonge
architectenbureaus beïnvloedt.
De stad Utrecht voldoet aan de
randvoorwaarden voor jonge
bureaus om zich te vestigen. Ech-
ter door het ontbreken van oplei-
dingsinstituten op het gebied van
architectuur krijgen bureaus
moeilijk toegang tot internatonale
netwerken. Janny Rodermond,
directeur van het Stimulerings-
fonds voor Architectuur, stelde
daarom dat deze jonge architec-
ten gestimuleerd moeten worden.
Zij ziet de tentoonstelling van
Architectuurcentrum Aorta als
een goede manier om het werk
van deze bureaus zichtbaar te
maken.
Een ander onderwerp dat de
revue passeerde is dat jonge
Utrechtse architectenbureaus
meer kans zouden moeten krijgen
in de eigen stad, juist omdat zij
de stad goed kennen. Enkele
sprekers vinden dat het ook een
voordeel kan zijn om als Utrechts
bureau juist niet in eigen stad te
werken omdat je op die manier
een frisse blik hebt. Toch zouden
de meeste Utrechtse architecten-
bureaus graag in Utrecht willen
werken en zij vinden dat het meer
gestimuleerd moet worden. Klaas
Vermolen vindt dat architecten
* WAT DOET AORTA
NIEUWE LADING Zes jonge talentvolle architectenbureaus
Het panel
- Peter Vermeulen
(voorzitter Commissie Wel-
stand en Monumenten)
- Klaas Vermolen
(Bar architecten)
- Jaco de Visser (architecten-
bureau Jaco D. de Visser)
- Janny Rodermond (directeur
Stimuleringsfonds voor
Architectuur)
van boven naar beneden:Dynamo ArchitectenMONK ArchitectenVan Kats Architecten
rechts: Presentatie van Blaauw & DeRoos Architectuur & Bouwkunde voorde tentoonstelling ‘Nieuwe Lading’
architectuurcentrum aorta 2006 * 77
Heb oog voor nieuwe opgaven, begeef je in eenander circuit. Gebruik de kracht van het kleinschalige.Janny Rodermond tijdens de discussie op de opening Nieuwe Lading
sowieso niet in een cirkel van tien
kilometer van het bureau moeten
werken. Architecten hebben vol-
gens hem een netwerk over heel
Nederland. Jonge Utrechtse
bureaus moeten zich dus niet
alleen focussen op Utrecht.
De stelling raakt het onderwerp of
je wel echt van een Utrechtse
school of Utrechtse architectuur
kan spreken of niet. Janny Roder-
mond noemt wijlen Mart van
Schijndel als typisch Utrechtse
architect. Zijn werk kenmerkt zich
door kleinschaligheid, ambachte-
lijkheid en grensoverschrijding van
disciplines. De Utrechtse school
zou dan zoiets kunnen zijn als
‘ploeteren op de vierkante meter’.
De vraag komt weer terug op het
architectuurklimaat van Utrecht en
dit wordt vergeleken met die van
andere grote steden. Marnix van
der Meer van Zecc Architecten
sluit de discussie af met de mede-
deling dat het leukste van Utrecht
misschien wel is dat er niet zoveel
bureaus gevestigd zijn. Hierdoor
kent iedereen elkaar en is het
makkelijk om elkaar te benaderen.
Een uitgebreid verslag van het debat staat op de website van Aorta:www.aorta.nu; onder archief 2006.
78 * architectuurcentrum aorta 2006
* WAT DOET AORTA
NIEUWE RONDEN, NIEUWE KANSENUtrecht vernieuwd toch?
Onder de naam ‘Utrecht ver-
nieuwt’ hebben de gemeente
Utrecht en de woningcorporaties
in een overeenkomst nieuwe
afspraken vastgelegd over de
transformatie van de Utrechtse
woningvoorraad tussen 2005 en
2009. Met deze herstructurering
wordt gepoogd woonwijken met
problemen te transformeren naar
leefbare, toekomstbestendige wij-
ken waar mensen graag willen
wonen. Om dit te bereiken wor-
den er 9.500 sociale huurwonin-
gen gesloopt en 3.000 sociale
huurwoningen opnieuw gebouwd.
Ook worden er 6.000 nieuwe
koopwoningen gerealiseerd en
3.000 huurwoningen gereno-
veerd. Het gaat hierbij niet alleen
om een veranderd fysiek pro-
gramma, er worden ook economi-
sche en sociale maatregelen
genomen.
In het debat kwamen de volgende
vragen aan de orde: Wat wordt
er gebouwd en wat is er al
gebouwd? Hoe ziet het eruit en
hoe functioneert het? Dragen de
nieuwe woningen, en de architec-
tuur daarvan, bij aan het doel
waarvoor ze gebouwd zijn? Een
interessante discussie die nog
niet vaak in een open debat
gevoerd is.
Madeleine Lenagh, gebiedsmana-
ger van de gemeente Utrecht, en
Marlies de Nijs, senior steden-
bouwkundige bij de gemeente
Utrecht, leidden het debat in met
een toelichting op de herstructu-
reringsplannen. Madeleine
Lenagh vertelde over het her-
structureringsproces en lichtte de
verschillende stappen toe die de
gemeente Utrecht neemt om de
wijk te vernieuwen.
Marlies de Nijs toonde drie voor-
beelden van wijken waarin trans-
formatie plaatsvindt of heeft plaats-
gevonden. Zij haalde de
naoorlogse wijk Hoograven aan. In
deze wijk is voortgeborduurd op
de oude structuur, maar is ook oud
en nieuw met elkaar verweven.
In Zuilen wordt nog gebouwd.
Gezien het feit dat het plangebied
een zelfstandige eenheid vormt,
is gekozen voor een volledig nieu-
we stedenbouwkundige invulling.
Het accent van het nieuwe plan
ligt op de kwaliteit van de open-
bare ruimte en de autovrije, groe-
ne ruimten. Zowel in Hoograven
als in Zuilen is sprake van ver-
menging van sociale huurwonin-
gen en koopwoningen. Er zijn
meer woningen gesloopt dan er
gebouwd zijn.
De as van Kanaleneiland is in de
stedenbouwkundige planfase.
Naast vernieuwing van de wonin-
gen speelt hier de uitbreiding van
de scholen (ROC) en van een
winkelcentrum. In dit plan worden
het wegenpatroon en de samen-
hang bewaard maar op blokni-
veau vinden er ingrijpende ver-
nieuwingen plaats. Door
verdichting komen er meer wonin-
gen terug in een mix van eenge-
zinswoningen en appartementen.
Marcel Tankink (directeur van
KAW Architecten) leidt het debat.
Hebben de gemeente en de cor-
poraties een krimpstrategie?
Dit blijkt voor binnenstedelijk
Utrecht zo te zijn. Leidsche Rijn
moet daar compensatie aan bie-
den.
Is het een keuze van de stad om
wel of niet te verdichten? Waar-
om gebeurt dat nu in de éne wijk
wel en de andere niet?
Sommigen sprekers vinden dat
Utrecht meer voor verdichting
moet kiezen om de gebieden
rond de stad open te houden en
voorzieningen in de stad op peil
te houden. Verdichting brengt wel
specifieke problemen met zich
mee zoals het verkeersprogram-
ma.
Moet je bij stedelijke vernieuwing
aansluiting zoeken bij het
bestaande zoals in Hoograven is
gebeurd? De mogelijkheid
bestaat dat dit juist leidt tot
degradatie van het bestaande.
Ontwerpers stellen juist dat zij de
eenzijdigheid van de bestaande
ontwerpen willen doorbreken.
Endry van Velzen van De Nijl
Architecten maakt bezwaar tegen
het ‘herstructureringsdenken’
omdat er te veel van problemen
uit wordt gegaan. Het gaat er vol-
gens hem om wat de projecten
doen ten opzichte van hun omge-
ving.
Vervolgens richt de discussie zich
op de strategie van de gemeente.
Er is een structuurvisie maar het
publiek vindt dat de Utrechtse
plannen zo kruimelig zijn door het
ontbreken van een masterplan.
Omdat Utrecht juist uit een aantal
karakteristieke dorpen bestaat,
wordt één stedenbouwkundig
plan door het publiek verworpen.
Ook de ambities voor de sociale
woningbouw worden ter discus-
sie gesteld.
De sociale woningbouw uit de
jaren zeventig en tachtig was
kwalitatief niet erg hoog. Smink
meent dat dit verandert omdat de
corporaties nu steeds vaker een
sociale beleggingsstrategie (het
op termijn verkopen van sociale
huurwoningen) hebben waardoor
zij een groter belang hechten aan
duurzaamheid en kwaliteit. Ont-
werpthema’s zijn interessant maar
voor de bewoners is het belang-
rijk dat zij mee kunnen praten en
dat er naar hen geluisterd wordt.
Er is weliswaar een goed sociaal
plan opgesteld ten aanzien van
de herhuisvesting, maar op het
gebied van ontwerp en de rol van
bewoners daarbij is er nog een
lange weg te gaan. Bewoners
hebben wel meegepraat met alle
partijen, maar hun voorstellen zijn
niet of nauwelijks gehonoreerd.
Karien Dekker refereert aan haar
proefschrift waarin zij het span-
ningsveld tussen betrokkenheid
van alle partijen en effectief
beleid behandelt: hoe meer partij-
en er aan tafel zitten, hoe langer
het proces duurt. Aan de andere
kant blijkt dat wanneer partijen
niet mee kunnen praten, plannen
niet goed gedragen worden. Ook
de herhuisvesting brengt proble-
men met zich mee die lastig op te
lossen zijn. In de verdunnings-
plannen kunnen de bewoners niet
Het panel
- Marcel Tankink, directeur
van KAW-Architecten en
voorzitter debat
- Endry van Velzen, De Nijl
Architecten
- Willem Smink, oud-wethou-
der Ruimtelijke Ordening,
Volkshuisvesting, Wijkver-
nieuwing, Grondzaken,
Monumenten in Groningen
- Ron Onverzaagt, directeur
Mitros Wonen Utrecht
- Jan de Jong, voorzitter
bewonerskoepel Mitropool
- Karien Dekker, promoven-
dus Stedelijke Vernieuwing
architectuurcentrum aorta 2006 * 79
altijd terug naar hun oude plek.
Wat zijn de succesfactoren voor
herstructurering?
Geconstateerd wordt dat de
woningmarkt in Utrecht overspan-
nen is – dat bemoeilijkt het suc-
ces. De wachttijd voor een sociale
huurwoning bedraagt wel drie
jaar. Onverzaagt pleit voor meer
beweging op de woningmarkt.
Veertig procent van de
huurders/bewoners woont te
goedkoop. Om beweging in dit
soort processen te krijgen, is het
noodzakelijk dat corporaties een
brede opvatting van hun taken
hebben en dat gemeente en cor-
poratie elkaar vertrouwen. Om
integrale beleidsvorming te reali-
seren is vertrouwen nodig en een
goede samenwerking, niet alleen
tussen de gemeente en de corpo-
raties, maar ook met scholen,
zorgpartijen en bewoners.
Een uitgebreid verslag van het debatstaat op de website van Aorta:www.aorta.nu; onder archief 2006.
In tegenstelling tot de stad Groningen heeft Utrechtgeen duidelijk herkenbare ruimtelijke structuur. Ik hebnooit iets van Utrecht begrepen.Smink in het debat ‘Nieuwe Ronden, Nieuwe Kansen – Utrecht Vernieuwt, toch?!
Rietveldflats in Hooggraven. Foto: Cultuurhistorisch Archief, Utrecht
80 * architectuurcentrum aorta 2006
Romeinse legionairs, middel-
eeuwse geestelijken, Duitse kei-
zers, beeldenstormers, handela-
ren, verlichte wetenschappers,
kunstenaars, studenten en kroeg-
lopers hebben door de eeuwen
heen de plek waar nu het Dom-
plein is bevolkt en hun sporen
achtergelaten. Straatstenen laten
nog de contouren zien van oude
kerken. Het gat tussen Domkerk
en Domtoren vertelt haar eigen
heroïsche verhaal. In de kelder
van een kroeg ruiken keizerlijke
muren naar verschraald bier. Toch
is er meer, veel meer... Jaren van
intensief onderzoek hebben
opgeleverd wat een enkeling al
vermoedde. Op het Domplein ligt
de geschiedenis voor het opra-
pen. Zo’n 2000 jaar, in zeven tijd-
lagen. In een periode van zeven
jaar (tot 2013) wordt deze
geschiedenis weer zichtbaar en
beleefbaar gemaakt door InitiatiefDomplein 2013 7x7. Een stad is
een plek die langzaam ontstaat,
waar op de ruïnes van ingestorte
gebouwen verder wordt
gebouwd en waar de patronen
van voorbije eeuwen nog zicht-
baar zijn.
De eerste tentoonstelling van Ini-tiatief Domplein 2013 was in archi-
tectuurcentrum Aorta te zien en
gaf inzicht in de ontstaansgeschie-
denis van het Domplein.
Op een multimediale manier wer-
den zeven tijdlagen van het Dom-
plein - letterlijk- uitgelicht. Middels
geprojecteerde glas-in-lood ramen
en gesproken verhalen werd een
combinatie van gebouwen en
gebeurtenissen getoond. Hun rol
en betekenis voor de ontwikkeling
van het Domplein door de eeuwen
heen werd toegelicht. Een reis
door de tijd dus, langs Romeinen
en hun castellum, Willibrord en de
Heilig-Kruiskapel, de Salvatorkerk,
keizer Koenraad en de Romaanse
Dom, de gotische Dom, de heden-
daagse en futuristische plannen.
Met deze tentoonstelling kreeg
een groter publiek een beeld van
de historische waarde van het
Domplein, en inzicht in de ver-
schillende tijdlagen en hun onder-
linge samenhang. Het doel was
vooral om de fascinatie voor de
historie van de plek te ontsluiten
en de fascinatie voor de toekomst
aan te wakkeren.
GEHEIMEN VAN HET DOMPLEIN2000 jaar geschiedenis komt tot leven. Expositie Domplein 2013 & Architectuurcentrum Aorta
Op het Domplein ligt de geschiedenis voor het oprapen.
* WAT DOET AORTA
Expositie ‘Geheimen van het Domplein’ in Architectuurcentrum Aorta
Presentatie MEMAR•DUT@H voor de tentoonstelling United Colors of NL
architectuurcentrum aorta 2006 * 83
Vraagstukken over moskeeën en asielzoekercentraworden niet alleen door politici opgelost. Het is als architect belangrijk om je stem te latenhoren, en niet alleen binnen het architectencircuit.Ergün Erkoçu van MEMAR•DUT©H
* WAT DOET AORTA
84 * architectuurcentrum aorta 2006
UNITED COLORS OF NLZin en onzin van multiculturele architectuur
Tentoonstelling
Nederland heeft een multiculture-
le samenleving. Maar komt dit
ook tot uiting in de architectuur?
Houdt een architect in zijn ont-
werp überhaupt rekening met de
samenstelling van de samenle-
ving? Hoe gaat men om met nieu-
we woonvormen, openbaar/privé,
verzorgingsvormen, uitvaartcen-
tra, begraafplaatsen en geloofs-
centra? Steeds meer architecten
zien een uitdaging in bovenstaan-
de problematiek.
Projecten die in deze inspireren-
de tentoonstelling aan de orde
kwamen waren een multicultureel
rouwcentrum, een kosmopoliti-
sche straat, de poldermoskee,
diverse badhuisstudies en
woningbouwproject Le Medi.
De tentoonstelling bestond uit een
aantal studies en een afstudeer-
project rondom het thema multi-
culturele architectuur. Experts en
een studente uit verschillende vak-
gebieden waren gevraagd hun
visie te geven op dit actuele
onderwerp. De deelnemende
exposanten en studies waren:
- LÖHMANN’S Architecture ·
Urban + Industrial Design:
‘afscheid van eenduidigheid’ -
architectonisch vormgeven aan
rituelen in een multiculturele
samenleving.
- STAWON: ontwerpstudie naar
de woonomgeving van de mul-
ticulturele samenleving.
- Artgineering: Kanaleneiland,
alternatieve strategie voor de
herstructurering van een
naoorlogse wijk.
- Geurst & Schulze architecten
en Korteknie Stuhlmacher
architecten: Le Medi Rotter-
dam.
- Rosanne van Yperen: afstu-
deerproject de Kosmopoliti-
sche straat.
- MEMAR•DUT©H: intercultu-
reel architectonisch onder-
zoek.
- FORUM, instituut voor multi-
culturele ontwikkeling, pro-
gramma sociale cohesie: multi-
cultureel bouwen en wonen;
woonwensenateliers.
- Architectenbureau Marlies
Rohmer: Kop van Lombok
Utrecht en project Fusion,
Multifunctioneel Centrum Jou-
bertstraat, Amsterdam.
- MOPET architecten: hamam
Amsterdam.
Debat
Het debat werd geleid door
Lucas Verweij, directeur van de
Academie van Bouwkunst in Rot-
terdam. Een aantal vragen stond
centraal: Is de multiculturele
samenleving een onderwerp voor
ontwerpers? Bestaat multiculture-
le architectuur? Agenderen archi-
tecten de sociaal-politieke lading
die het begrip multicultureel
heeft?
Zes exposerende architecten
waren uitgenodigd om een ant-
woord op deze vraagstukken te
geven en hun visie op het onder-
werp te presenteren. Via de
Japanse vorm Pecha Kucha –
een korte beeldpresentatie van
20 beelden van 20 seconden –
presenteerden de zes architecten
hun opvattingen over het thema.
Slechts een minderheid in de zaal
vindt dat multiculturele architec-
tuur bestaat. Dat impliceert name-
lijk dat er ook een niet-multicultu-
rele architectuur is bijvoorbeeld
een Hollandse architectuur. Maar
zelfs de Amsterdamse bruggen
zijn geïnspireerd op Oosterse
vormen en elementen. Hoe kos-
mopolitischer een stad, des te
meer verscheidenheid. Dat heeft
niet speciaal te maken met een
sociaal-politieke achtergrond. Het
rechtvaardigt de vraag of er
eigenlijk wel wat nieuws onder de
zon is.
In het debat werd duidelijk dat er
verwarring bestaat over de term
multiculturele architectuur.
Je kunt het zien als een idealis-
tisch en dus sociaal-politiek
fenomeen maar ook als een
esthetisch thema. Erkoçu van
MEMAR·DUT©H gaf aan tegen
monoculturele gettovorming te
* WAT DOET AORTA
boven: ‘Concepting Kanaleneiland’ door Artgineering
rechts: LÖHMANN’S Architecture · Urban +Industrial Design voor ‘United Colorsof NL’
architectuurcentrum aorta 2006 * 85
zijn. Hij bepleitte een interculture-
le benadering, een menging zoals
in eten, mode en architectuur al
zichtbaar is of wordt, en het
onderzoeken van specifieke the-
ma’s die voortkomen uit de multi-
culturele samenleving zoals bid-
den, rouwen en verzorgen.
Een deelnemer in de zaal vindt
dat een multiculturele functie niet
het zelfde is als multiculturele
architectuur. Kan je wel multicul-
turele architectuur maken? Mis-
schien niet, maar er kan wel een
gemixte vormentaal ontstaan. Iets
eigens, dat voor mensen uit ver-
schillende culturen interessant
kan zijn. Dat ontstaat niet van de
ene op de andere dag. Want als
cultuur iets is dat zich langzaam
opbouwt, dan kun je niet eens-
klaps een andere cultuur introdu-
ceren. In dat geval zal het vooral
iconografie zijn, en dus opper-
vlakkig. Een deel van het publiek
meent dat dat is wat er nu
gebeurt. Multiculturele architec-
tuur etaleert zich vooral als een
thema, als in hoofdletters geëta-
leerde iconen; een benadering
die zich schaart in dezelfde reeks
als de nostalgietrend, zoals ken-
merkend tot uiting komt in de
‘authentieke nieuwbouw’ van
Brandevoort. Een dergelijke
benadering camoufleert nu juist
wat er in een samenleving speelt.
Debatleider Verweij stelt dat de
Hollandse koopmansgeest over-
heerst. “We maken wat ze vra-
gen”, zegt hij en hij noemt dit de
Hollandse manier van integratie.
Maar met deze insteek kun je ook
een fantastisch gebouw maken,
stelt architect Löhmann – al blijven
dergelijke ontwerpen uitzonderlijk.
En daarmee eindigt de discussie
toch met een conclusie vanuit de
esthetiek. De beginvraag van Ver-
weij ‘of architecten de sociaal-
politieke lading die het begrip mul-
ticultureel heeft überhaupt wel
agenderen’, is niet eensluidend
beantwoord. Al lijken de wensen
van de opdrachtgever en esthe-
tiek meer de overhand te hebben
dan sociaal-politieke afwegingen.
Een uitgebreid verslag van het debatstaat op de website van Aorta:www.aorta.nu; onder archief 2006.
Het panel
- Lucas Verweij, directeur van
de Academie van Bouw-
kunst in Rotterdam en voor-
zitter debat.
- Heike Löhmann van
LÖHMANN’S Architecture .
Urban + Industrial design
- Stephan Bendiks van Artgi-
neering
- Marc Jan Boerman van
Geurst & Schultze Architec-
ten
- Rosanne van Yperen met
afstudeerproject de Kosmo-
politische Straat
- Ergün Erkoçu van
MEMAR·DUT©H
- Marlies Rohmer van Archi-
tectenbureau Marlies
Rohmer
architectuurcentrum aorta 2006 * 87
Ik wil geen mensen op de foto’s van mijn gebouwenomdat hun aanwezigheid de foto’s te zeer dateren.Gerrit Rietveld in het boek Jan Versnel uit de serie monografieën van Nederlandse fotografen
* WAT DOET AORTA
EXPOSITIE 15 JAAR RIETVELDPRIJSDoor de ogen van de fotograaf In samenwerking met de Stichting Rietveldprijs
Ter gelegenheid van haar vijftien-
jarig jubileum presenteerde Stich-
ting Rietveldprijs in samenwer-
king met Architectuurcentrum
Aorta de lustrumtentoonstelling
Vijftien jaar Rietveldprijs, door deogen van de fotograaf. De ten-
toonstelling bood een pakkend
overzicht van de Utrechtse archi-
tectonische ontwikkelingen van
de afgelopen vijftien jaar.
De Rietveldprijs stelt zich ten doel
het debat over de kwaliteit van de
gebouwde omgeving in Utrecht te
bevorderen. Architectuurfotografie
kan daar een belangrijke bijdrage
aan leveren. De fotograaf die
gebouwen en buitenruimten vast-
legt, voegt iets toe aan de concre-
te architectuur. Hij stelt het publiek
in staat om de gebouwen niet
alleen met eigen ogen te zien maar
ook met de ogen van de fotograaf.
Dit levert nieuwe ervaringen, bete-
kenissen en inzichten op.
Voor de publicaties die elke twee
jaar verschijnen, benadert de
Stichting Rietveldprijs fotografen
die zich onderscheiden door een
eigenzinnige blik of een opvallende
visie op ruimte. Hen wordt
gevraagd een beeldessay te
maken van projecten die voor de
Rietveldprijs worden geselecteerd,
waarin zij hun visie op de gebouw-
de omgeving verwerken. Dit heeft
inmiddels geresulteerd in acht
prachtige fotoseries van de hand
van Jannes Linders, Kim Zwarts,
Jan Derwig, Daria Scagliola in
samenwerking met Stijn Brakkee,
Ralph Kämena, Luuk Kramer, Bas
Princen en Frank Hanswijk. Deze
vormden de grondslag van de ten-
toonstelling Vijftien jaar Rietveld-prijs, door de ogen van de foto-graaf. Naast de foto’s bevatte de
tentoonstelling informatie over de
fotografen en extra materiaal over
de winnende projecten. Deze ten-
toonstelling was ook te zien in
Brno, in de architectuurgalerie van
Brno in Tsjechie waarmee Aorta in
het kader van de stedenband tus-
sen Utrecht en Brno programma
uitwisselt.
links: Gerrit Thomas Rietveld Architect (1888-1964)
grote foto: Universiteitsbibliotheek, De Uithof. Prijswinnaar 2005Ontwerp: Wiel Arets ArchitectsFoto: Frank Hanswijk
88 * architectuurcentrum aorta 2006
UTRECHT NOW
* WAT DOET AORTA
De herontwikkeling van naoorlog-
se wijken vormt de grootste ont-
werpopgave van deze tijd. Moe-
ten de wijken onherkenbaar
veranderen omdat we de woning-
voorraad, voorzieningen en omge-
vingskwaliteit willen actualiseren?
Of kun je de typische cultuurhis-
torische kenmerken en structuren
van naoorlogse wijken opnieuw
interpreteren vanuit de heden-
daagse context?
De afdeling Stedenbouw en
Monumenten van de gemeente
Utrecht pleit voor een zorgvuldige
herinterpretatie vanuit de heden-
daagse context. Onderzoekers
Marinke Steenhuis en Paul Meurs
kregen de opdracht om cultuur-
historisch onderzoek te doen en
een ruimtelijke analyse te maken
van de naoorlogse wijken van
Utrecht. Tijdens de debatavond
werd gekeken of dit onderzoek
een geschikt instrumentarium
biedt voor zinvol behoud en
gebruik van bestaande kwalitei-
ten. Ook werd besproken hoe de
resultaten praktisch kunnen wor-
den ingezet. En hoe groot de
bereidheid en de speelruimte is
bij betrokken partijen zoals corpo-
raties, projectontwikkelaars en
ontwerpers.
Presentaties
Marinke Steenhuis presenteerde
een samenvatting van het onder-
zoek. Het onderzoek behelst tien
rapporten die de plangeschiede-
nis in kaart brengen. De wederop-
bouwwijken zijn gebouwd voor
bewoning door gezinnen, maar de
samenstelling van de samenleving
is inmiddels veranderd. Door aan-
bevelingen te doen zou Steenhuis
zich op een rijdende trein bege-
ven, vindt ze zelf. Toch is het dui-
delijk dat er momenteel een
inhaalslag gemaakt moet worden
om cultuurhistorische kennis te
integreren in de huidige plannen
voor de naoorlogse wijken.
Met het oog op de toekomst
onderscheiden Steenhuis en
Meurs drie verschillende aanpak-
ken. Bij Kromme Rijn, Halve
Maan en Tuindorp Oost kan het
bestaande ruimtelijke concept als
uitgangspunt dienen voor nieuwe
ontwikkelingen, omdat het stevig
genoeg is en mogelijkheden
biedt. De groenstrook langs het
water van de Kromme Rijn moet
leeg blijven, dit is een belangrijke
voorwaarde voor de kwaliteit van
de hele wijk. Bij Pijlsweerd,
Majellapark en Nieuw Zuilen kun-
nen nieuwe concepten worden
toegevoegd met begrip voor de
bestaande structuur. De wijkjes
lenen zich voor celvormige buurt-
bewoning of stempels van de
21ste eeuw. Aan Lauwerecht,
Hoograven, Kanaleneiland en
Overvecht kan een nieuwe laag
worden toegevoegd vanuit de
bestaande, historische en eigen-
tijdse, logica.
De resultaten van het onderzoek
van Marinke Steenhuis en Paul
Meurs zijn verwerkt op een cd-
rom die te verkrijgen is bij de
gemeente Utrecht.
Daarna lichtten drie sprekers
praktijkcases toe: Machiel van der
Torre van Duinker, van der Torre
samenwerkende architecten ver-
telde over de Pedagogenbuurt in
Zuilen, Allart Joffers van Mecanoo
architecten besprak Kanaleneiland
en Jeroen de Willigen van De
Zwarte Hond gaf een toelichting
op het Hart van Hoograven.
Debat
Wijnand Galema constateert uit
het onderzoek dat de prioriteit ligt
bij het behoud van de structuur.
Komt dat door de Utrechtse voor-
beelden of ligt dat aan de onder-
zoeksmethode?
Steenhuis legt uit dat de wijken
met een andere stedenbouwkun-
dige traditie zijn gebouwd dan
hoe ze nu worden geherstructu-
reerd. De losse blokken in het
groen van de naoorlogse steden-
bouw leverden een diffuse open-
bare ruimte op. Die ruimte was
van iedereen, maar tegelijk van
niemand. Wat een dergelijke wijk
bijzonder maakt zijn niet de archi-
tectonische juweeltjes – een
mooie bibliotheek, galerijflat of
kerk daargelaten. Het gaat om
hoe je je beweegt in een dergelij-
ke wijk.
Spreekt het ontwikkelingsgerichte
onderzoek de corporaties aan?
De Langen merkt op dat hoe ver-
der voorin het proces een derge-
lijk onderzoek wordt ingebracht,
des te meer je ermee kunt. Nu
gebeurt de verankering van cul-
tuurhistorisch onderzoek vaak in
het bestemmingsplan. Je zou je
moeten afvragen hoe het in de
gebiedsontwikkeling verankerd
kan worden. De Langen mist het
sociale vraagstuk in het onder-
zoek het probleem van de eenzij-
digheid van de wijken. Toch is het
erg belangrijk om ook hier in een
vroeg stadium van de ontwikke-
ling aandacht aan te besteden.
Een andere interessante vraag
die De Langen wil stellen na het
lezen van het onderzoek is of de
genoemde kwaliteiten aansluiten
bij wat de mensen die er momen-
teel wonen, waarderen.
Volgens Alice van Rooij zijn de
woonwensen van de huidige
bewoners niet in kaart gebracht,
maar het valt haar op dat de men-
sen niet anders willen dan ze
gewend zijn. Wanneer eenmaal
besloten is te slopen, blijft groot
onderhoud vaak achterwege. Het
Hart van Hoograven was op den
duur mede door het achterstallig
onderhoud een wijk waar ieder-
een weg wilde. Omdat de men-
sen graag in de wijken willen blij-
ven, is met de raad afgesproken
om eerst te bouwen (verdichten)
en daarna pas te slopen,
Volgens Anna Vos hebben naoor-
logse wijken een rijkdom in lucht
en ruimte waar een Vinex-wijk
voorlopig niet tegenop kan. De
afmetingen van de bomen zijn
enorm. ‘De naoorlogse periode
was er één waarin gezaaid is, en
we kunnen nu oogsten met de
herontwikkeling. We kunnen
opnieuw gebruik maken van de
structuur. Dit onderzoek is een
aanknopingspunt voor het geza-
menlijk omgaan met de opdracht
in die wijken, met de bedoeling
om het eigenzinnige van die wij-
ken te bewaren.’
Architect De Willigen van De
Het panel
- Wijnand Galema,
architectuurhistoricus en
voorzitter debat
- Alice van Rooij, D66 en
voorzitter raadscommissie
stedelijke ontwikkeling
- Marien de Langen,
directeur Mitros
- Anna Vos, Hoofd Studio
bij Bouwfonds /
MAB Development
architectuurcentrum aorta 2006 * 89
Zwarte Hond wil kijken wat voor
soort buurt de ideologie van die
tijd, met de eisen en techniek van
de huidige tijd, zou opleveren
omdat de discussies zich te vaak
concentreren op fysieke factoren.
Hij wil een buurt maken die weer
vijftig jaar meekan. Het spreekt
Marien de Langen aan om de
oorspronkelijke kwaliteiten op te
zoeken en te optimaliseren, met
meer precisie en diepgang dan
alleen het groen te bewaren.
Iemand uit het publiek vraagt zich
af of het niet juist door het onbe-
heerde groen in de naoorlogse
wijken mis ging en verbaast zich
dat juist het groen nu zo wordt
geprezen als een kwaliteit.
Het panel antwoordt dat het om
meer gaat dan groen, water en
de openbare ruimte. Naoorlogse
wijken staan ook voor brede pro-
fielen en goede ontsluitingsstruc-
turen.
De gemeenteraad kan het onder-
zoek dat vanavond is gepresen-
teerd gebruiken om te communi-
ceren met de bewoners. Het is
duidelijk dat onderzoeksresultaten
helpen om gezamenlijk een oplos-
sing te vinden voor een pro-
bleem. Het onderzoek is een
instrument, om de sociale, fysieke
en economische gelijkheid van de
naoorlogse wijken weer tot de
ultieme kwaliteit te maken.
Een uitgebreid verslag van het debatstaat op de website van Aorta:www.aorta.nu; onder archief 2006.
Ik vind dat er in Utrecht te krampachtig met hoogbouwwordt omgegaan en pleit daarom voor meer program-ma, want meer programma is geen bedreiging.Marien de Langen van Mitros in het debat Utrecht NOW
Visualisatie Hart Hoograven. Ontwerp: De Zwarte Hond
Huis de Wiers, VreeswijkOntwerp: JDvV Architecten en Ex InteriorsFoto: Olivier Shah
Woonhuis Kromme NieuwegrachtOntwerp: Architectuurbureau Sluijmer &van LeeuwenFoto: Mascha van Damme
architectuurcentrum aorta 2006 * 91
The WallOntwerp: VVKH Architecten
architectuurcentrum aorta 2006 * 93
94 * architectuurcentrum aorta 2006
Ik zie dat Aorta nog zeker voor tien jaar een pompend hart zal blijven voor het lokale architectuurbeleid.Marcel van Heck
Vier bekenden over Aorta
Drs. Marcel van Heck, adviseur
architectuurbeleid bij het atelier
Rijksbouwmeester en secretaris van het
College van Rijksadviseurs >>
#4I N T E R V I E W
architectuurcentrum aorta 2006 * 95
Drs. Marcel van Heck
Marcel van Heck vervult de
functie van adviseur architec-
tuurbeleid bij het atelier
Rijksbouwmeester. Het atelier
Rijksbouwmeester is onderdeel
van het Ministerie van VROM.
architectuurcentrum aorta 2006 * 97
‘Met deze bijdrage feliciteer ikArchitectuurcentrum Aorta methaar 10-jarig bestaan. Samenmet de vele andere lokale archi-tectuurcentra in Nederlandvormt Aorta een belangrijkonderdeel van het Nederlandsearchitectuurbeleid. Tevens zijndeze lokale architectuurcentraeen treffende illustratie van hetsucces van het Nederlandsearchitectuurbeleid.’
In een vorige functie heeft VanHeck aan de wieg gestaan van deoprichting van ArchitectuurLokaal, dat de taak heeft om dediverse lokale architectuurcentraeen platform te bieden. ‘Bij deoprichting had ik niet kunnenbevroeden dat de gedachte omde architectuurcentra te onder-steunen zoveel weerklank zouvinden en dat de centra zich zosnel over Nederland zouden ver-spreiden. Een goed beleid op
landelijk niveau kan niet zondereen goede vruchtbare voedings-bodem op lokaal niveau. De velearchitectuurcentra zijn naar mijngevoel een onmisbare schakelvoor het Nederlandse architec-tuurklimaat.’ Zo staat Van Heck elk jaar weerverbaasd over de grote belang-stelling voor de Dag van deArchitectuur. De activiteiten vande architectuurcentra geven eengoed beeld hoe op gemeentelijkniveau het onderwerp architec-tuur leeft.
‘Voor de komende tien jaar zie ikvoor Aorta, maar eveneens voorde andere architectuurcentra,een zonnige toekomst tegemoet.Er is geen reden om te twijfelenaan een verdere groei van dezearchitectuurcentra.’ Integendeel, Van Heck neemt aan dat hetnieuwe ruimtelijke ordeningsbe-leid, waarbij steeds meer takenen bevoegdheden zijn overgehe-veld naar provinciale en gemeen-telijke overheden, goed is voorde lokale architectuurcentra. Hetarchitectuurbeleid richt zich nietmeer enkel op het niveau van hetgebouw. Landschap, infrastruc-tuur en cultureel erfgoed zijneveneens domeinen gewordenvan het architectuurbeleid. Ophet niveau van het rijk, in het bij-
zonder binnen het Atelier Rijks-bouwmeester, heeft deze verbre-ding fysiek gestalte gekregendoor het instellen van het Colle-ge van Rijksadviseurs.
Het College bestaat uit vier des-kundigen die ieder door huneigen moederdepartement zijnaangesteld om gevraagd enongevraagd te adviseren over hetarchitectuurbeleid in de meestbrede zin van het woord. DeRijksbouwmeester is deskundigop het gebied van architectuuren stedenbouw. De drie nieuweRijksadviseurs brengen specifie-ke kennis in van de andere ter-reinen: de Rijksadviseur voor hetLandschap, de Rijksadviseurvoor de Infrastructuur en deRijksadviseur voor het CultureelErfgoed. Het College is hierdoorin staat op alle onderdelen vanhet brede architectuurbeleid ade-quaat te adviseren. Natuurlijk zitten daar ook geva-ren aan. Een al te brede invals-hoek heeft het risico dat het overte veel gaat en de specifiekeeigen invalshoek wordt verlaten.Daarom heeft het College vanRijksadviseurs bij haar werk-zaamheden als focus voor haarwerk gekozen: het aansturen enstimuleren van het ontwerp enontwerpkwaliteit op Rijksniveau.
Het verbreden van het architec-tuurbeleid, zoals deze al wasingezet met de Tweede Nota,heeft afgelopen jaren verderebeleidsmatige inkadering gekre-gen met het ActieprogrammaRuimte en Cultuur. Het vigeren-de beleid loopt tot en met 2008en thans zijn er gesprekkengaande over de wijze waarop ditbeleid een vervolg moet krijgen.
De verbreding met de verderebeleidsmatige verankering oprijksniveau zal de positie vanlokale architectuurcentra alleenmaar verder versterken, verwachtVan Heck. Uiteraard zijn er ophet gemeentelijk niveau voldoen-de ontwikkelingen die voorAorta, maar eveneens voor deandere architectuurcentra bui-tengewoon interessant zijn.‘De vele interessante ontwikke-lingen die zich in Utrecht voor-doen, zoals de uitbreidingen inDe Uithof, Leidsche Rijn, hetStationsgebied en de vele cul-tuurhistorische artefacten rond-om Utrecht, maken dat ik zie datAorta nog zeker voor tien jaareen pompend hart zal blijvenvoor het lokale architectuurbe-leid.’‘Daarmee wens ik Aorta heel veelsucces.’
Voor de komende tien jaar zie ik voor Aorta, maareveneens voor de andere architectuurcentra, eenzonnige toekomst tegemoet. Er is geen reden om tetwijfelen aan een verdere groei van deze architectuur-centra.
* INTERVIEW
98 * architectuurcentrum aorta 2006
3
28
7
1 9
4 5
6
PublicatiesAorta
* AORTA & COMPANY
architectuurcentrum aorta 2006 * 99
100 * architectuurcentrum aorta 2006
1INDUSTRIEELERFGOED INUTRECHTIn het boekje Industrieel Erfgoed
in Utrecht, dat in 2005 uitgege-
ven is, zijn 14 locaties opgeno-
men waarover interessante gege-
vens over de geschiedenis en
hergebruik vermeld worden,
onder andere van Hooghiemstra,
Villa Jongerius en het Cereol ter-
rein. Het boekje bevat voorin een
kaartje waarop de gebouwen zijn
aangegeven met een nummer dat
correspondeert met de omschrij-
ving verderop in het boekje. Aan
de hand van het kaartje en de
adresgegevens kunnen geïnteres-
seerden de verschillende gebou-
wen zelf gaan bekijken.
Prijs: € 5,00
2BOUWEN VOORHET GELOOFBouwen voor het Geloof ver-
scheen als catalogus in 2005 bij
de gelijknamige tentoonstelling
over de architect Alfred Tepe
(1840-1920) en zijn leerlingen in
2005. In het laatste kwart van de
negentiende eeuw bepaalde Tepe
het aanzicht van veel dorpen en
steden in het bisdom Utrecht met
ontwerpen voor een overweldi-
gend groot aantal neogotische
kerken. In Utrecht zelf zijn onder
meer de St. Martinuskerk en de
Willibrorduskerk (1876-1877) van
zijn hand. Tegenwoordig is Tepe
een vrij onbekende figuur, terwijl
hij gedurende zijn leven werd
gelijkgesteld met zijn tijd- en stijl-
genoot Pierre Cuypers.
In het boekje zijn zeventien
gebouwen van Tepe in Utrecht
opgenomen. Voorin bevat het een
kaartje waarop de gebouwen zijn
aangegeven met een nummer dat
correspondeert met de omschrij-
ving verderop in het boekje. Aan
de hand van het kaartje en de
adresgegevens kunnen geïnteres-
seerden de verschillende gebou-
wen zelf gaan bekijken.
Prijs: € 5,00
3DE ROMEINSELIJN, VAN LEVEFANUMNAAR LAURUMIn opdracht van de Provincie
Utrecht heeft Aorta in 2005 het
wedstrijdprogramma voor de
ideeënprijsvraag onder de naam
‘de Romeinse Lijn’ ontwikkeld en
de organisatie op zich genomen.
De publicatie toont een impressie
van het ingezonden werk, plan-
nen van de vijf genomineerden
die uitgebreider werden beschre-
ven en het gehele juryrapport. De
wedstrijd richtte zich op de ruim-
telijke ontwikkelingskansen met
als archeologische onderlegger:
de Romeinse Limes, de verdedi-
gingslinie die door heel Europa
loopt en in de Provincie Utrecht
via Wijk bij Duurstede, Utrecht en
Woerden langs de Rijn liep. Doel
van de prijsvraag - voor samenge-
stelde teams van ontwerpers,
archeologen, architecten en ste-
denbouwkundigen, communica-
tiedeskundigen en kunstenaars –
was met ideeën te komen om de
Limes (de Romeinse rijksgrens)
in ruimtelijke plannen te betrek-
ken én de Limes beter voor
publiek zichtbaar en beleefbaar te
maken. Een hele uitdaging, want
de resten van de 2000 jaar oude
Romeinse weg liggen groten-
deels in de bodem verborgen.
Het ging in de wedstrijd vooral
om een hedendaagse interpreta-
tie en visie op de Limes als lint,
een drietal locaties, een commu-
nicatiestrategie en een financiële
onderbouwing. De wedstrijd
bestond uit twee fasen: de jury
beoordeelde na afronding van de
eerste fase welke vijf teams hun
ontwerpen konden uitwerken.
Prijs € 10
4100 UIT 100ARCHITECTUURUTRECHT (1900-2000)ARCHITECTUUR-KAART UTRECHTIn dit handzame boekje uit 2002
zijn 100 architectonisch interes-
sante gebouwen in Utrecht opge-
nomen die in de afgelopen eeuw
zijn gebouwd en die hebben bij-
gedragen aan de discussie over
architectuur in Utrecht. De kaart
bevat beschrijvingen in het
Engels en Nederlands over de
gekozen gebouwen, zoals archi-
tect, bouwstijl en -jaar, een over-
zichtskaart ter oriëntatie, een
overzicht van de buslijnen om de
100 bestemmingen mee te berei-
ken, een uitleg van de gebruikte
stijltermen en natuurlijk een
redactionele verantwoording.
Prijs: € 5,00
architectuurcentrum aorta 2006 * 101
550.000 EXTRAWONINGEN IN DESTAD UTRECHT(CD-ROM)Resultaten van de gelijknamige
workshop in 2002 waarin onder-
zocht werd hoe en in welke vorm
50.000 woningen extra binnen de
stad Utrecht kunnen worden
gerealiseerd. Ook de reacties van
de criticasters en het publiek zijn
op de cd-rom opgenomen.
Prijs: € 2,50
6BUITEN WONEN(CD-ROM)Resultaten van de workshop in
2004 waarin onderzocht werd
hoe en in welke vorm wonen in
het landelijk gebied kan worden
vormgegeven. Drie teams onder
leiding van ieder twee masters
ontwikkelden ieder een eigenzin-
nig voorstel. Naast ontwerpsce-
nario´s besteedden de teams aan-
dacht aan
ontwikkelingsstrategieën en finan-
ciering. De cd-rom toont alle ont-
werpen en geeft een inhoudelijke
toelichting. Integrale verslagleg-
ging ook via de site van Aorta.
Prijs: € 2,50
7THEMANUMMER‘NAAR BUITEN!’POST PLANJERDit themanummer sloot aan bij
een tentoonstelling ‘Naar Buiten!’
die in 2002 in Aorta plaatsvond.
De activiteiten van de Dienst Lan-
delijk Gebied en de plannen voor
de drie gebieden Groenraven
Oost, Utrecht West en Noorder-
park werden uitgediept. Analyses
van het stedelijk groen waren
opgenomen, waaronder de stads-
parken Park de Gagel, het Grift-
park en het toen nog toekomstige
Rijnsche Park in Leidsche Rijn.
De visies van betrokkenen van de
ontwikkelingen van de plannen
werden belicht. Toenmalig wet-
houder M.L. Van Kleef van Ruim-
telijk Ordening gaf haar visie op
het gemeentelijke groenbeleid.
Landschapsarchitecte Berdie Olt-
hoff analyseerde enkele groen
ingerichte plekken in de stad en
biologe Marijke van Damme-Jong-
sten beschreef de verschillende
soorten ‘natuur’ in de stad met
haar mogelijkheden. Om een
indruk te geven van de (onpretti-
ge) invloeden die de plannen
hebben op de landbouw, werd
een interview weergegeven met
een agrariër die tevens deel uit-
maakt van de herinrichtingcom-
missie voor Groenraven Oost.
Het beeldessay van fotograaf
Ruud Bakker visualiseerde een
route van stadsrand tot stads-
rand. Zijn beelden laten zien dat
de mens het groen onderwerpt
aan zijn wensen en grillen, waar-
onder het soms dreigt te bezwij-
ken, terwijl het verlangen naar
een weids landschap blijft.
Gratis
8GEBOUW VANMORGEN: RABOBANKNEDERLAND ENDE CROESELAANUITGAVE 2006Rabobank Nederland zal begin
2007 starten met de bouw van
het nieuwe bestuursgebouw
naast het huidige hoofdgebouw
aan de Croeselaan. De omgeving
van het Rabobankcomplex is een
gebied waarin extreme verande-
ringen hebben plaatsgevonden in
steeds korter op elkaar volgende
perioden. In het boekje Gebouw
van Morgen: Rabobank Neder-
land en de Croeselaan wordt
nader ingegaan op de geschiede-
nis van dit gebied. Het nieuwe
bestuursgebouw moet één van
de meest duurzame kantoorge-
bouwen van Nederland worden
en krijgt bovendien een flexibel en
innovatief werkplekconcept. Het
boekje geeft door middel van
beeldmateriaal inzicht in deze toe-
komstplannen.
Gratis
* AORTA & COMPANY
9JAARBOEK AORTA 2005Gratis
JAARBOEK AORTA 2006Uiteraard is deze uitgave bij Aorta verkrijgbaar.
Gratis
102 * architectuurcentrum aorta 2006
Team
In 2006 namen twee medewer-
kers na jarenlange dienst
afscheid van Aorta en verwelkom-
den we twee nieuwe medewer-
kers.
* Eveline Paalvast directeur
(0,8 fte)
* Mascha van Damme, beleids-
medewerker (1,0 fte) tot 31
augustus 2006
* Rosalie Kalkoene, projectme-
dewerker (0,8 fte) vanaf 11
oktober 2006
* Janneke van der Poel,
projectmedewerker (0,8 fte)
vanaf 15 december 2006
* Truus van der Weyden, balie-
medewerker (0,4 fte) tot 24
oktober 2006
* Marti Michielse, administratief
medewerker (0,6 fte)
* Dini van de Leur, administra-
tief medewerker (0,6 fte)
Vrijwilligers
Het werk van Aorta is niet moge-
lijk zonder de energie en inzet
van vrijwilligers. Zij hielpen onder
andere bij de mailings en het
beheer van de documentatie..
* Ebba Braun
* Eus Joanknecht
* Jan Peek
Gidsen
In 2006 zijn wederom veel gidsen
voor Aorta actief geweest:
* Sanne Bovenlander
* Jan Maarten Dalmeijer
* Joos van den Dool
* Thea van Goudzwaard
* Annemiek Hakkers
* Wineke Hiddema
* Viktor van Hooff
* Martin de Jong
* Andy Kilian
* Xandra Knoth
* Bastiaan van de Kraats
* Els Lagas
* Renette Niekerk
* Arco Ooms
* Stephan Petermann
* Eva Röell
* Janna Schoenberger
* Tessel Schmidt
* Nicole Tak
* Petra Vossesten
* Sara Zondergeld
Programmaraad
De programmaraad functioneert
als inhoudelijk adviesorgaan van
Aorta. De raad adviseert de
directeur en de medewerkers
over de diverse programma-
onderdelen.
* Paul Roncken
landschapsarchitect en uni-
versitair docent WUR
* Judith Godijn
adviseur Companen
* Marlies de Nijs
seniorstedenbouwkundige
gemeente Utrecht
* Hans Lars Boetes
beleidsmedewerker Project-
bureau Belvedère
* Rolf Bruggink
Zecc architecten
Bestuur
Het bestuur is in 2006 vier keer
bijeen geweest. Het bestuur heeft
het programma, de begroting, de
jaarrekening en het jaarverslag
vastgesteld. Daarnaast heeft het
bestuur de directeur beoordeeld
en met raad en daad bijgestaan.
Het bestuur en de directeur zijn
van mening dat het een goede
ontwikkeling is dat het bestuur
steeds meer op afstand functio-
neert en besluiten van de direc-
teur achteraf goedkeurt. Het
bestuur wilde dat deze organisch
gegroeide praktijk zich ook ver-
taalt in de formele verhoudingen
tussen directeur en bestuur.
Op 8 december 2006 is middels
statutaire wijziging doorgevoerd
dat:
* het bestuur een Raad van
Toezicht is;
* de titulatair directeur een
directeur/bestuurder is.
De verantwoordelijkheden van de
directeur/bestuurder en de Raad
van Toezicht zijn in de statuten
vastgelegd. De statuten zijn in
algehele zin aangepast en vol-
doen nu aan de hedendaagse
governance eisen.
Het bestuur heeft haar functione-
ren in 2006 geëvalueerd, naar
aanleiding van de conclusies zijn
stappen ondernomen.
Het rooster van aftreden is vast-
gesteld. De heer Thielen is voor
een laatste periode herbenoemd.
Het bestuur bestond in 2006 uit:
* Jacques Thielen
voorzitter, directeur Far West,
aangetreden in 2000
* Karel de Wit
penningmeester, BU-manager
Wonen Dynamisch ABC,
aangetreden in 2004
* Michael van der Velden
markt en marketing, partner
Andersson Elffers Felix,
aangetreden in 2001
* Paul Kokkeler
personeel en organisatie,
Kokkeler advies en interimma-
nagement, aangetreden in
2005
* Anton Bronsvoort
architectuur, architect en
partner Bureau Bronsvoort
Blaak, aangetreden in 2004
* Vacature
stedenbouw
Sponsoren
Architectuurcentrum Aorta kon in
2006 rekenen op de financiële
steun van de volgende bedrijven
en instellingen:
BESCHIKBAARHEID-
SUBSIDIËNTEN:
* DSO Gemeente Utrecht
* Stimuleringsfonds voor
Architectuur
PROJECTSUBSIDIËNTEN:
* Projectbureau Belvedere
namens de Romeinse Limes
Alliantie
* Stichting Domplein 2013
* Projectsubsidie Belvedère
regeling
* Gemeente Utrecht
* Gemeente Nieuwegein
* Provincie Utrecht
BESCHIKBAARHEIDS-
SPONSOREN:
* Geelen Bouwprojecten BV
* Dura Vermeer Vastgoed BV
* Rabo Vastgoed BV
* Volker Wessels Vastgoed BV
* VIOS Bouwgroep BV
* Bylan Accountants –
Adviseurs BV
* ING Vastgoedontwikkeling BV
* AM Wonen BV
* Cório Nederland Retail BV
* Grontmij Midwest BV
* Heijmans Vastgoed BV
PROJECTSPONSOREN:
* BAM Woningbouw bv
* SSH Utrecht
* Pieters Bouwtechniek BV
* Kompaan Vastgoed BV
* Rabobank Nederland
* Niroc Vastgoedontwikkeling
bv
* MAB Ontwikkeling BV
* Van Hoogevest Utrecht
* AORTA & COMPANY
architectuurcentrum aorta 2006 * 103
Zenpatio, Faculteit Economie en Management, De UithofOntwerp: Mecanoo architectenFoto’s: Christian Richters
Boven en onder: Faculteit Economie en Management, De UithofOntwerp: Mecanoo architectenFoto’s: Christian Richters
architectuurcentrum aorta 2006 * 105
VondelparcOntwerp: Mecanoo architectenFoto: Christian Richters
architectuurcentrum aorta 2006 * 107
DE FEESTELIJKEOPENING VANAORTA IN 1996Op 14 april 1996 vond de opening
van Architectuurcentrum Aorta
plaats. Bij de start van het architec-
tuurcentrum werd gekozen voor
een thema waar iedereen een
mening over heeft: wat is mooi en
wat is lelijk in de gebouwde omge-
ving. De wijkbureaus onderzochten
de keuze van de bewoners, de
volksvertegenwoordigers spraken
zich uit via de wijkcommissies en
de Commissie Welstand en Monu-
menten oordeelde namens de
deskundigen. De vormgeving van
Aorta’s eerste expositie werd ver-
zorgd door studenten van de Hoge-
school voor de Kunsten Utrecht.
De wijze van exposeren droeg bij
aan het feestelijke karakter van de
opening, circa 400 mensen aan-
schouwden hoe Architectuurcen-
trum Aorta van start ging;
wethouders Rijckenberg en Zwart
verrichten gezamenlijk de openings-
handeling.
architectuurcentrum aorta 2006 * 109
Aorta heeft haar vierde jaar van de strategie 2003-2006 achter de rug. Aorta heeft zich
in 2006 gericht op de alle speerpunten uit deze strategie met als belangrijkste focus het
ontwikkelen van agendavormende programma's en het versterken van de organisatie-
kracht en de bedrijfseconomische basis. Daarnaast is in 2006 de 'Koers 2007 - 2010'
vastgesteld.
Er wordt voor 2007-2010 geen majeure koerswijziging ingezet. De ingezette koers wordt
gecontinueerd en aangescherpt. We hebben met een kritische blik naar onze zwakke en
sterke kanten, kansen en bedreigingen gekeken. Hiermee rekeninghoudend en met het
vizier gericht op onze missie, ziet Aorta de volgende speerpunten voor de komende vier jaar:
* Groei in het huidige programma aanbod in de (regio) Utrecht.
* Meer educatieve activiteiten voor het brede publiek.
* Meer activiteiten in partnership met (commerciële) partners.
* Meer ‘fun and leisure’ activiteiten, ook voor kinderen.
* verdere professionalisering van de externe communicatie en marktbewerking.
* Meer inzet van multimediale middelen via allerlei kanalen om het brede publiek te
bereiken
* Bescheiden verbreding en versterking van de organisatie om aan de toenemende
vraag te kunnen voldoen.
110 * architectuurcentrum aorta 2006
Koers Aorta 2007-2010
COLOFON© Architectuurcentrum Aorta, juni 2007. Oplage: 1500.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigt en/of openbaar
worden gemaakt op welke wijze dan ook zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de rechthebbenden.
Redactie Rosalie Kalkoene, Janneke van der Poel, Eveline Paalvast.
Vormgeving Alette Pak, Utrecht. Drukker Pluspoint, Antwerpen.
Met dank aan iedereen die heeft bijgedragen aan de totstandkoming
van het jaarboek.
VondelparcOntwerp: Mecanoo architectenFoto: Christian Richters