9
Declinaties, de vergeten dimensie in de horoscoop. Luc Duprez najaar 2002. Astronomisch gedeelte. We beginnen met een astronomische gedeelte. Daarna gaan we over naar het astrologisch gedeelte: de toepassing van de declinaties in de horoscoop. Declinaties bestonden al ten tijde van de Babyloniërs, maar nu zijn ze al lang in onbruik geraakt, omdat ze teveel berekeningen vroegen en dat was te lastig en te tijdrovend. In de jaren 1990 heeft Kt Boehrer, met een goed en duidelijk boek, de declinaties nieuw leven ingeblazen. Met de declinaties zet je een tweede horoscoop neer naast de bestaande. Als we naar de tekening van de zodiak kijken, zien we al de tekens van de dierenriem, waar de zon in haar jaaromloop doorheen loopt. Voor ons lijkt alsof de zon om de aarde loopt, maar we weten allemaal dat de aarde om de zon draait en dat de zon altijd op de ecliptica loopt, het vlak waarin zowel de aarde als de zon liggen. De planeten die we gaan meten, liggen daar niet in. Die liggen daarboven. Coördinatenstelsels: Om aan te duiden waar een planeet zich in de ruimte bevindt, hebben we coördinatenstelsels nodig. Momenteel maken we een horoscoop, alleen op basis van de longitude, maar dat is maar één coördinaat. Eigenlijk hebben we 3 gegevens nodig. 1. Een 1° referentievlak om de longitude te bepalen (horizontale coördinaat): het ecliptisch CS. 2. Een 2° referentievlak om de latitude te bepalen boven of onder( verticale coördinaat): het equatoriaal CS. 3. Een 3° referentiepunt om de radius te bepalen, maar dat is in die enorme ruimte van het heelal veel minder belangrijk. Dat is het galactisch CS. We gaan nu vooral werken met 1 en 2. Het ecliptisch coördinatenstelsel.

Astrology Declinations

  • Upload
    fides

  • View
    82

  • Download
    6

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Document on the importance of declinations in astrology

Citation preview

Page 1: Astrology Declinations

Declinaties, de vergeten dimensie in de horoscoop.

Luc Duprez najaar 2002.

Astronomisch gedeelte.We beginnen met een astronomische gedeelte. Daarna gaan we over naar het astrologisch gedeelte: de toepassing van de declinaties in de horoscoop.Declinaties bestonden al ten tijde van de Babyloniërs, maar nu zijn ze al lang in onbruik geraakt, omdat ze teveel berekeningen vroegen en dat was te lastig en te tijdrovend. In de jaren 1990 heeft Kt Boehrer, met een goed en duidelijk boek, de declinaties nieuw leven ingeblazen.Met de declinaties zet je een tweede horoscoop neer naast de bestaande.Als we naar de tekening van de zodiak kijken, zien we al de tekens van de dierenriem, waar de zon in haar jaaromloop doorheen loopt. Voor ons lijkt alsof de zon om de aarde loopt, maar we weten allemaal dat

de aarde om de zon draait en dat de zon altijd op de ecliptica loopt, het vlak waarin zowel de aarde als de zon liggen.

De planeten die we gaan meten, liggen daar niet in. Die liggen daarboven.

Coördinatenstelsels:

Om aan te duiden waar een planeet zich in de ruimte bevindt, hebben we coördinatenstelsels nodig. Momenteel maken we een horoscoop, alleen op basis van de longitude, maar dat is maar één coördinaat. Eigenlijk hebben we 3 gegevens nodig.

1. Een 1° referentievlak om de longitude te bepalen (horizontale coördinaat): het ecliptisch CS.

2. Een 2° referentievlak om de latitude te bepalen boven of onder( verticale coördinaat): het equatoriaal CS.

3. Een 3° referentiepunt om de radius te bepalen, maar dat is in die enorme ruimte van het heelal veel minder belangrijk. Dat is het galactisch CS.

We gaan nu vooral werken met 1 en 2.

Het ecliptisch coördinatenstelsel.

Als horizontaal referentievlak nemen we dus de ecliptica (de schijnbare baan van de aarde rond de zon). Het is de middenlijn in de zodiakbalk, waar alle planeten langs lopen: 8,5° erboven en 8,5° eronder of samen 17°.

Page 2: Astrology Declinations

Op 21 Maart staat de zon vanaf de aarde gezien op 0° Ram. Dan begint de lente. Op die cirkel ga je dan de afstand vanaf dat punt naar bvb een punt in Stier. Dat is de pijl naar rechts en horizontaal en wordt de ‘longitude’ genoemd. We moeten ook nog de hoogte meten,de verticale coördinaat.Op basis daarvan gaan wij de plaats van de planeten in het zonnestelsel bepalen (zoals op een kaart, als je een straat of een dorp moet zoeken, dan kijk je naar links verticaal: A/B/C/D, vanonder 3/4/5/6, dan ga je op het snijpunt van die twee zoeken. Bvb. waar ligt Baarle Nassau? Dan kijken we op de kaart en zeggen, horizontaal ligt Baarle in vak 3, en verticaal ligt Baarle in vak 7.Zo komen we aan een NB of latitude en een OL of longitude om die plaats te bepalen en terug te vinden.Latitude is ook een belangrijke, vergeten dimensie in de astrologie. Het is de Hoogte boven het eclipticavlak, die kan gaan tot 90°. Hier is weinig onderzoek naar gedaan. De Latitude van de zon is altijd: 0°. Er zijn ook planeten die buiten die gordel komen. Pluto heeft een heel sterke helling. Die kan een latitude hebben tot 17°, maar sommige planeten hebben maar een latitude van 1 of 2°. Mercurius heeft ook een grote latitude. Die kan gaan tot 7°.

Soms kan een planeet veel verder staan dan de gewone horoscoop aangeeft. Ik heb daar een voorbeeldje van ivm met de inauguratie van president Carter. Pluto en Uranus stonden toen in Longitude al onder de evenaar. Maar als je met de latitude rekening hield, stonden Uranus en Pluto conjunct juist boven de evenaar. Iedere astroloog weet, dat als een planeet boven de horizon staat, zij effectief nog in de Descendant zit en je ze eigenlijk ook boven de horizon moet tekenen. Dat verschil was toen 27°! Uranus en Pluto hadden een verschil van 20° in longitude en ze stonden feitelijk conjunct . Dat heeft dan met latitude te maken. Je geeft iets weer wat niet is, omdat je alleen de projectie van de longitude weergeeft. Dat verschil van 17° van Pluto gaat langs de beide kanten van de ecliptica. Dat maak samen met Mercurius bvb een verschil van 24°.

Als je een transit krijgt van Pluto over de maan en de ene heeft een latitude van –5 en de andere van +5, kunnen ze in longitude toch samenvallen, terwijl het in latitude een orbverschil kan geven van 10°.

Door de precessie van de equinoxen (wat gekwakkel zoals met een tol!), schuift het nulpunt Ram per 2000 jaar een teken op.

Page 3: Astrology Declinations

Dat doet niets af aan de waarde van astrologie, omdat wij altijd van het lentepunt vertrekken. Het maakt wel verschil met de siderische astrologie, die plus minus met de werkelijke stand werken. Doordat de latitude van de zon altijd nul is zou je kunnen denken dat het voor de zon geen rol speelt.

In de eerste tekening staat de zon in Steenbok. Omdat de planeten allemaal in dezelfde band zitten, zie je ze ook allemaal in dezelfde richting draaien. Je kunt met het blote oog tot en met Saturnus zien.

Tweede tekening is van 22 Maart. De zon staat hier hoger. De latitude voor de zon is nul en toch is er een verschil. Conclusie: Met het ecliptisch coördinatenstelsel alleen komen we eigenlijk niet toe om de beweging van de zon te meten. We hebben een tweede coördinatenstelsel nodig om de schijnbare positie van de zon te bepalen. Voor het ecliptisch CS nemen we de ecliptica als referentievlak en O° Ram als beginpunt.

het equatoriaal Coördinatenstelsel.

Referentievlak is het vlak dat door de evenaar gaat. Als referentiepunt neemt men terug 0° Ram. Die twee vlakken snijden mekaar. Het schuin vlak is het eclipticavlak en het recht vlak is het equatoriaal vlak. Equinoxen:Als de zon op het herfstpunt komt (0° Weegschaal), staat ze op de equinox (equus: gelijk en nox: nacht)Op het lente- en herfstpunt (de equinoxen) zijn de dagen en de nachten gelijk. De solsticepunten. Met het equatoriaal rekenstelsel kan je wél de werkelijke hoogte berekenen. In de zomer staat de zon heel wat hoger dan in de winter.We noemen dit het zomer -en winter solsticepunt. (sol: zon en sticere: stilstaan). Als de zon gaat zakken of stijgen, staat ze evenstil om haar boog te veranderen.

Page 4: Astrology Declinations

De Vernal Equinox is het 0° Rampunt. Van daar vertrekt de zon in de lente aan haar jaarronde. Op 0° kreeft bereikt de zonhaar zomersolstice – punt. Op 0° WS bereikt de zon haar herfstpunt en op 0° SB heeft de zon haar dieptepunt van de winter of haar winter Solstice - punt bereikt.

In feite bestaan er drie coördinatenstelsels: 1. het ecliptisch waarvan wij de lengte gebruiken in de radix, met als referentievlak de

ecliptica, waar we de lengtes meten tegenover de sterrentekens.2. Het equatoriaal met als referentievlak het vlak door de evenaar of de hemelequator,

hier meten we de declinaties en de rechte klimming(RA).3. het referentiepunt is in beide stelsels hetzelfde: 0° Ram , waar de zon altijd opkomt

en 0° weegschaal, waar de zon altijd onder gaat en waar beide vlakken elkaar snijden of waar de equator en de ecliptica elkaar snijden.

Als de zon boven het equatoriaal vlak staat, zitten we in de zomer en als ze eronder staat, zitten we in de winter. In het ecliptisch CS was de horizontale maat de longitude en de verticale maat de latitude. In het equatoriaal CS is de horizontale maat de rechte klimming (RA) en de verticale maat de declinatie.

ecliptisch longitude latitude

equatoriaal Rechte klimming (RA) declinatie

Het zijn twee verschillende coördinatenstelsels, die allebei voor hun coördinaten een ander naam gekregen hebben. Je hebt dus dat tweede coordinatenstelsel nodig om de declinatie van de zon te kunnen bepalen, want op dat ander vlak is de zon per definitie :0°.

Voorbeeld van het meten van een ster. Je kan gelijk welk coördinatenstelsel Gebruiken om die afstand te meten.

Page 5: Astrology Declinations

1° mogelijkheid: met het ecliptisch CS.

We nemen de afstand van de ster loodrecht op de Ecliptica. Dat noemen we de longitude. De hoogte is de latitude recht naar die ster. Op basis daarvan kan je zeggen waar ze staat.

2° mogelijkheid: met het equatoriaal CS.

Ik vertrek van hetzelfde referentiepunt. Die 2 vlakken snijden elkaar. Daar trekken we ook een loodrechte op. Dan heb je eerst de rechte klimming of Right Ascension (R.A.) en hier rechtop de Declinatie.

Je kan dus met de verschillende CS de positie van dezelfde planeet berekenen.

Voor het bepalen van de zon hebben we de longitude nodig. De zon ligt per definitie op de ecliptica. In de horoscoop houden we momenteel alleen rekening met de longitudes, maar dan weet je niet of de zon hoger of lager staat.

Waarom staat de zon in de zomer hoger en in de winter lager?Omwille van de schuine stand van de aarde. Die schuine stand van de aarde is 23°26 à 28.

Dat is een gemiddelde.

Wat is nu een declinatie?Dit komt van het Latijnse declinatio: afwijking. Doordat de aarde schuin staat, krijgen we een hoek van 23°26-28’,of het vredesteken. De hoek tussen wijsvinger en middenvinger = 23°26’.

Die schuine stand varieert van 22° 36 tot 24° 12’ (een Verschil van 2°), maar dat varieert niet elke dag. Het duurt 40.000 jaar vooraleer gans die afstand afgelegd is. We zitten nu in de dalende fase.

Wat gebeurt er met een declinatie?Op 0° Ram (21 maart) staat de zon op 0° declinatie. Daarna gaat de zon elke dag iets hoger staan. De dagen worden langer, de nachten korter.Als de zon aangekomen is op 0° kreeft, staat ze op de hoogste Noordelijke declinatie of 23°26. Daarna beginnen de dagen te korten en worden de nachten langer. We komen in de herfst op 0° Weegschaal of opnieuw op 0° declinatie. Op 21 december komt de zon op haar hoogste/laagste Zuidelijke declinatie of 23°26 SB.In feite is het de aarde die op en af gaat en elke beweging veroorzaakt.

Fig 1 p 5

Fig 2 pag 5

Page 6: Astrology Declinations

Deze S beweging ( het op en neer gaan )over de 0° declinatielijn geeft ons een beter beeld over wat declinaties precies zijn.In de zomer is het warmer en staat de zon hoger op die 0° lijn. In de winter als het kouder is, staat de zon lager dan die 0° lijn.

Je moet wél consequent zijn in het gebruik van deze termen, want ze komen uit 2 verschillende stelsels. Je gebruikt of latitude en longitude of RA en declinatie, maar niet de twee door elkaar. Op internet slaat men deze soms door elkaar, je moet heel goed weten met welk systeem je werkt, afhankelijk van je referentievlak.

Het gaan rond de zon en het feit dat ze hoger staat zijn

twee bewegingen die onafscheidelijk verbonden zijn.

Als de zon in 0° kreeft staat, bereikt ze de hoogste declinatie van dat jaar en op 0° steenbok, in de winter, de laagste.

In de westerse of tropische zodiakastrologie, zijn de constellaties van de sterrenbeelden niet zo belangrijk. Voor ons zijn de vier hoekpunten of de seizoenen het belangrijkst.Wij werken met een seizoensgeoriënteerde astrologie, in tegenstelling tot de Indiërs die met de sterrenbeelden werken.

Conclusie: Het is dank zij de declinaties dat er een Westerse astrologie is. Als de aarde niet schuin zou staan zouden er geen declinaties zijn. Dan hadden we géén

ecliptica nodig, want die geven juist de baan van de zon aan.. Als die ecliptica plat was, viel zij samen met de equator.

Moesten er géén declinaties zijn, dan waren er géén seizoenen, want dan draaide de aarde altijd op dezelfde manier om de zon, géén seizoen = géén levenscyclus (want het is door de declinaties dat je seizoenen krijgt). Alle dagen zouden gelijk zijn aan de nachten.

Zonder declinaties zou de tropische zodiak samenvallen met de siderische zodiak. Er zouden géén Kardinale / Hoekpunten zijn, géén Asc, IC, Desc of Mc. Er zouden géén verschillen zijn en géén solstice / antiscia punten.

In feite zijn declinaties belangrijker dan longitudes. De longitudes zijn de moedertaal van de astrologie. Iedereen weet waar zijn zon staat, maar geen kat weet de declinatie van zijn zon. In feite zouden de declinaties de moedertaal moeten zijn. Het is eigenlijk heel eigenaardig dat wij astrologie aan het doen zijn, terwijl we de basis van de astrologie zouden vergeten.

Als je bij de efemeriden kijkt, staan de declinaties in de onderste tabellen.Als er een “S” achterstaat, wil dat zeggen South en een “N” is North. South is Winter, omdat het onder de equator ligt en North is Zomer. Oppassen, want dat is verwarrend…

Page 7: Astrology Declinations

Voorbeeld:De zon staat in oktober op 11° WS. Dat valt samen met een declinatie van de zon van –4°, want South = onder de evenaar, het zuidelijk halfrond. De maan staat dan op 8°N. Mercurius staat op 0°, vlak op de equator. De maan staat in de gewone efemeriden conjunct Mercurius en in declinatie is er een verschil van 8°. Venus staat op 22°43 Z, helemaal van onder.Saturnus staat op 23° N.Venus en Saturnus staan parallel // (komen we later op terug). Op dezelfde Hoogte en in hetzelfde halfrond is Parallel.Op dezelfde graad maar in verschillende halfronden is contraparallel.