24
ATM OSFEER nr. 10 - maart 2012 Heros Sluiskil Duurzaam, denken en doen Dirk Ponnet van DEME De effecten van onzichtbaarheid Vliko Specialisten in sorteren

ATMosfeer editie 10 - maart 2012

Embed Size (px)

DESCRIPTION

De tiende editie van ons relatiemagazine!

Citation preview

Page 1: ATMosfeer editie 10 - maart 2012

ATMOSFEERnr. 10 - maart 2012

Heros Sluiskil Duurzaam, denken en doen

Dirk Ponnet van DEME De effecten van onzichtbaarheid

Vliko Specialisten in sorteren

Page 2: ATMosfeer editie 10 - maart 2012

2 ATMOSFEER maart 2012

Van de redactie

COLOFON

ATM is volop in beweging. Dat zijn de woorden waar Jonny Kappen zijn bijdrage van de directie mee opent. Wij durven te stellen dat niet alleen wij in beweging zijn, maar dat wereldwijd steeds meer het besef groeit dat afval op een goede manier verwerkt moet worden.

Water vormt nog steeds een belangrijke schakel in het transporteren van goederen en chemicaliën. Vergelijk-baar met de Hanzesteden uit de middeleeuwen wordt er hard gewerkt aan een samenwerkingsverband tus-sen havensteden in Europa. Afval moet gemakkelijk af te geven zijn in elke haven en correcte verwerking moet gegarandeerd worden. Euroshore is de naam van de organisatie die dit voor elkaar probeert te krijgen.

Sorteren is de eerste stap naar een verantwoorde afval-verwerking, waarbij hergebruik een belangrijke drijfveer is. Zusterbedrijf Vliko heeft hier een pioniersrol vervult en een prachtige installatie gebouwd.

Heros is in Sluiskil ook een voortrekker van de ontwik-keling van het Ecopark en ook hier is scheiden van af-val belangrijk. Nieuwe technieken gebruiken gaat met vallen en opstaan.

Pionieren doen we zelf ook al jaren. Deze keer komt de analyse van zware metalen in het laboratorium aan de beurt. Het aandurven om door een unieke combinatie

van twee instrumenten de analysesnelheid flink te ver-beteren mag hier toch wel onder worden geschaard.

De Olympische spelen zijn weer in aantocht en als we straks weer genieten van alle mooie sportmomenten realiseren we ons niet dat er tijdens de voorbereiding veel werk verzet is. De bijdrage over DEME maakt dui-delijk dat de positieve bijdrage aan de Spelen ook zit in het saneren van vervuilde terreinen.

Het draaiende houden van installaties is een taak waar-bij veiligheid, snelheid, overleg en plannen dé items zijn waar het om draait. De technische dienst wordt geïn-terviewd en vertelt hoe dit allemaal in zijn werk gaat.

De 'grote brand van Moerdijk' krijgt nogmaals aan-dacht. Hoe is de verwerking van de grote hoeveelheid bluswater in zijn werk gegaan en wat zijn de conclu-sies? De afdeling KAM doet zijn verhaal.

Kunst en afval. Men denkt niet zo snel aan deze combinatie, maar na het lezen van twee artikelen hierover wordt duidelijk gemaakt dat deze link er wel degelijk is.

Namens de redactie,

Arno Nijssen

2 Van de redactie 3 Van de directie 4 Heros 6 Afvalanalyse-pionier 8 Putdeksels 10 Bluswater Chemie-Pack

12 DEME 14 Guido en zijn mannen 16 Vliko 18 Weggooien kan altijd nog 20 Voms en Euroshore 22 Nieuwsflits

Eindredactie:Jacques de JongArno NijssenPiet Rolloos

Tel: 0168-389225Fax: 0168-389270E-mail: [email protected]

Interviews:Michel van StratenAdriënne Nijssen

Vormgeving:Artfull [email protected]

Druk:Drukkerij Van der Louw, Berkel & Rodenrijs

ATMosfeer is een uitgave van: ATMAfvalstoffen Terminal Moerdijk B.V.

INHOUD

Page 3: ATMosfeer editie 10 - maart 2012

3

ATM is volop in beweging. Want, we weten het al-lemaal, stilstand is achteruitgang. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen wordt steeds belangrijker binnen onze samenleving en ook ATM onderschrijft dit als bedrijf volledig en draagt, samen met haar me-dewerkers, graag haar steentje bij. Als je Maatschap-pelijk Verantwoord wilt Ondernemen moet je open en transparant willen zijn en dat is iets waar ATM zeker voor staat. Die garantie geef ik u en daar kunt u mij altijd op aanspreken.

Graag spelen we een actieve maatschappelijke rol in de regio. Zo bieden we actief stageplaatsen aan voor alle opleidingsniveau's en richten we ons bij sponso-ring alleen nog op de regio. Wij sponsoren lokale ver-enigingen die een bijdrage leveren aan een verbeterde samenleving waar men vrij deel kan nemen aan het verenigingsleven en in de omgeving kan recreëren.

2011 ATM is een grote afvalverwerker en van de 1.800.000 ton afval welke jaarlijks wordt verwerkt wordt 93% her-gebruikt. Hiermee zijn we koploper in duurzaamheid. In ATMosfeer nr.7 heeft men hier ook al iets over kunnen lezen.In het afgelopen jaar hebben we een medewerkerste-vredenheidsonderzoek laten uitvoeren. We waren po-sitief tevreden met de uitkomst en daar waar we nog kunnen verbeteren gaan we dit in samenspraak met het personeel doen.Omdat we onze klanten zeer serieus nemen hebben we ook een klanttevredenheidsonderzoek laten uitvoeren. Hierin werden we beoordeeld met een 8.2. Een goede score, maar ook hier geldt, waar we kunnen verbete-ren zullen we dit ook zeker gaan doen. De economie zit in de verdrukking en ook wij voelen dit, een mindere economie betekent minder afvalstoffen.Toch zijn wij volop doorgegaan met het uitvoeren van

onze plannen. Afgelopen jaar hebben we 10 miljoen geïnves-teerd in nieuwe ontwikkel ingen en in het doorvoeren van verbeteringen. Denk hierbij aan betere losplaatsen, nieuwe tanks en betere op-slagfaciliteiten voor onze residuen.Door goed overleg met onze klanten, het beter benut-ten van onze productiecapaciteit, doorvoer van alle vernieuwingen en verbeteringen hebben wij het jaar 2011 toch bevredigend kunnen afsluiten en zijn we weer in staat ook in het nieuwe jaar de benodigde in-vesteringen door te voeren. Een woord van dank naar alle personeelsleden en een ieder die ATM een warm hart toedraagt is hier op zijn plaats. 2012Ook dit jaar hebben we weer volop plannen om te in-vesteren en verbeteringen te implementeren.We willen een nieuwe ontvangsthal voor de vaten gaan bouwen, de steiger aan het Hollands Diep vernieuwen en de oude opslagloods voor vervuilde grond afbreken en vervangen door een nieuwe. Een logische en milieuhy-giënische vooruitgang die al met al aan investeringen meer dan €10 miljoen gaan vergen. De verwachting is dat de economie ons nog parten zal blijven spelen, maar wij moeten en gaan door. In de afvalverwerkende sector is een langetermijnvisie van belang om je maatschappelijke functie richting mede-werkers, klanten, samenleving en overheden betrouw-baar te kunnen blijven vervullen. Mocht u ooit een bezoek aan ATM willen brengen, als individu of als groep, meld u dan aan, wij ontvangen u graag. Wij zijn er trots op onderdeel van de gemeen-schap rondom Moerdijk te zijn en willen dit ook graag tonen.Een afspraak is gemakkelijk gemaakt via Michèle;Michè[email protected] Rest mij u nog veel leesplezier toe te wensen bij het lezen van deze ATMosfeer.

Jonny Kappen

Van de directie

"Omdat we onze klanten zeer

serieus nemen hebben we ook

een klanttevredenheidsonder-

zoek laten uitvoeren."

Page 4: ATMosfeer editie 10 - maart 2012

4 ATMOSFEER maart 2012

Heros Sluiskil: duurzaam, denken en doen

De glas-in-loodramen in het hoofdkantoor van Heros in Sluiskil verraden nog iets van het industriële verleden van het bedrijvencomplex aan het Kanaal van Gent naar Terneuzen. In het midden van de ramen zijn de letters ACZC nog prominent aanwezig. De letters staan voor Association Coopérative Zélandai-se de Carbonisation. Het was de officiële benaming van de eerste cokesfa-briek in Nederland, in 1911 gesticht door een consortium van staalfabrikanten uit het groothertogdom Luxemburg. De cokesfabriek bood ooit aan ruim 400 mensen werk, maar sloot uiteindelijk in januari 2000 de poorten, waardoor zo’n 280 mensen hun baan verloren. Wie goed oplet, kan nog wel meer resten van industrieel erfgoed aantreffen, maar met de komst van Heros ging het ter-rein flink op de schop.

Door Michel van Straten

Vandaag de dag staat er bij de toegangspoort 'He-ros Ecopark Terneuzen' en biedt het terrein met een oppervlakte van 45 hectare en 500 meter kademuur plaats aan verschillende scheidingsinstallaties, een biologische waterzuiveringsinstallatie en opslagvoor-zieningen voor onbewerkte en bewerkte afvalstoffen. Het complex biedt daarnaast ook nog ruimte aan milieubedrijven: Goes on Green (biodieselfabriek) en Lijnco Green Energy (biomassacentrale voor opwek-king groene stroom). Daarnaast zijn er nog plannen om onder de naam Bio2E een centrale in te richten die ook groene stroom gaat opwekken uit houtresten. Het Ecopark van Heros maakt op zijn beurt weer deel uit van het Biopark Terneuzen, waarin bedrijven participe-ren als Yara (kunstmest), Cargill (zetmeel) en het kas-sencomplex op de Axelse Vlakte."Toen wij hier neerstreken, maakte het complex een werkelijk desolate indruk," blikt Arie de Bode (53), één van de directeuren terug. "Het deed denken aan een verlaten steenkolenmijn. Tja, wat was voor ons nog bruikbaar en wat niet. Er is in de beginjaren enorm veel gebouwd en gesloopt en gesaneerd om het voor onze bedrijfsvoering geschikt te maken. Kredietverstrekkers zagen ons in die tijd ook helemaal niet zitten. Die had-den er weinig vertrouwen in. Dat vertrouwen kwam pas toen de schwung erin kwam."

AVI-bodemassenDe hoofdactiviteit van Heros Sluiskil B.V. is het be-werken van AVI-bodemassen (ofwel assen uit ver-brandingsinstallaties voor huisvuil en bedrijfsafval). Bij de bewerking worden de bodemassen ontdaan van de deeltjes ferro, non-ferro en onverbrand materiaal. Op deze wijze ontstaat Heros Granulaat, een secun-daire bouwstof, in verschillende gradaties. Het product wordt bijvoorbeeld gebruikt als basislaag voor wegen en spoorwegtracés. Een tweede product is Heros Ferro, dat ontstaat na het bewerken van verbrandings-schroot. Heros Ferro kent een vijftal 'kwaliteiten', die

Page 5: ATMosfeer editie 10 - maart 2012

5

allemaal weer hun specifieke toepassing kennen in de staalindustrie. De afgescheiden non-ferrodelen vormen een mengsel van onder meer koper, messing, lood en aluminium. Na reiniging - de resten worden gewassen en gezeefd - vinden ook deze producten aftrek bij ver-schillende eindgebruikers."De verwerking van verbrandingsschroot is één van onze linken met ATM," vertelt De Bode. "De schroot-resten uit de pyrolyseinstallatie in Moerdijk komen naar Sluiskil om bewerkt te worden. Op het gebied van ver-vuild water zijn we letterlijk een overloop voor elkaar, wat de één niet aan kan neemt de ander over. Vorig jaar na de brand bij ChemiePack konden we nog een handje toesteken door vervuild water hier tijdelijk op te slaan."

HavenmanAnno 2012 is Heros niet alleen een bedrijf dat een belangrijke bijdrage levert aan het hergebruik van af-valstoffen, maar binnen het werkgebied van Zeeland Seaports zich ook met tal van nieuwe initiatieven inlaat. Het was dan ook niet helemaal toevallig dat Arie de Bode tijdens de laatste Terneuzense Havendagen tot 'Zeeuws havenman van het jaar' werd benoemd. He-ros voert als slogan 'Duurzaam, denken en doen' en heeft bij het uitdragen en waarmaken van die slogan in de persoon van Arie de Bode een uitstekende ver-tegenwoordiger. De Bode heeft in de afgelopen jaren voortdurend gepleit om de synergie tussen de bedrij-

ven van het Biopark te vergroten. Laat geen restpro-ducten verloren gaan, maar kijk of je buurman er iets mee kan."Ondernemers moeten er achter staan, maar bij groe-ne initiatieven ben je ook in belangrijke mate afhankelijk van de politiek," weet De Bode. "De eerste exploitant van de biodieselfabriek in Sluiskil (Rosendaal Energy red.) redde het niet. Gelukkig gaat Goes on Green, een Brits bedrijf, het nu weer proberen. SDE-gelden (subsidieregeling duurzame energie, red.) zijn voorals-nog onontbeerlijk. Dit geldt zeker voor de ontwikkeling en exploitatie van een biomassacentrale die groene stroom levert. Zonder overheidssteun redt zo'n cen-trale het nooit."

Betonfabriek Staatssecretaris Atsma heeft het voornemen een zo-genaamde green deal te sluiten waarin de branche van Afvalverbrandingsinstallaties (VA) wordt opgeroepen om in vijf jaar de helft van de AVI-bodemas na bewer-king zo schoon te krijgen dat het zonder bezwaar als Heros-granulaat kan worden toegepast in bijvoorbeeld de betonproductie. De reden is de terughoudendheid van met name Rijkswaterstaat om AVI-bodemas toe te passen in rijkswegtracés, ook al is het milieutechnisch een prima vervanger van de primaire bouwstof. Naar hun mening brengt de monitoring van deze secundaire bouwstof met zich mee dat er na 30 jaar werkzaam-heden noodzakelijk zijn die dan de mobiliteit van het Nederlandse verkeer nadelig kunnen beïnvloeden. Zelf vind ik het enigszins overdreven, want ik denk dat er bij de juiste toepassing nu niets, maar ook na dertig jaar, niets ongerijmds doorsijpelt in de bodem. Dat wijzen recente onderzoeken immers uit. Maar het biedt ook weer kansen. Komen we tot een nog schoner product, dan zie ik hier op het terrein nog een betonfabriek verrijzen.

Arie de Bode (midden) ziet overigens nog meer kan-sen: "Met 500 meter kade kunnen we onze overslag-activiteiten nog verder uitbreiden. Met de TU Delft zijn we aan het uitdokteren hoe we via speciale processen meer koper uit het materiaal kunnen halen. Er moet hier meer koper te winnen zijn dan in een Zuid-Afri-kaanse kopermijn. En ook onze ligging biedt kansen. Wanneer de Schelde-Seineverbinding gerealiseerd is, wordt Parijs hiervandaan ook voor grotere schepen bereikbaar."

Over toekomst gesproken. Het gezegde 'Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst' wordt door Heros goed be-grepen. De Bode tot slot: "Een school die wil komen kijken is van harte welkom. Dat geldt ook voor stagiai-res. We helpen ze graag aan een leerplek."

"De verwerking van

verbrandingsschroot is één

van onze linken met ATM."

Page 6: ATMosfeer editie 10 - maart 2012

6 ATMOSFEER maart 2012

Afvalanalyse-pionier

Het lab van ATM werkt op dit moment aan een revolutionaire methode om zware metalen te meten in afvalwater. Dat is bepaald niet de makkelijkste matrix. Zure ontsluiting hoort daar-mee tot het verleden.

AfvalwaterPer maand komen er ongeveer 1300 vrachtwagens met afvalwater bij ATM. Voordat deze kunnen lossen moet bekend zijn welke stoffen er in welke hoeveel-heden aanwezig zijn. Het afvalwater wordt eerst be-monsterd op een speciaal bemonsteringsstation. Na ontvangst wordt het monster door de analisten gefloc-culeerd met AlCl3 om het zwevend materiaal te laten samenklitten en na filtratie wordt de heldere oplossing gebruikt voor analyse.De meest gebruikte analyses zijn de bepaling van se-diment, organisch chloor, chemisch zuurstof verbruik, stikstof en zware metalen. Om de verwachte groei aan te kunnen dacht labmanager Arno Nijssen na of er ana-lyses zijn die efficiënter zouden kunnen. Zo ontstond zijn idee om voor afvalwater de elementenanalyse uit te voeren door een grafietoven rechtstreeks aan een ICP te koppelen. Doordat de grafietoven opgewarmd wordt tot 2300 ºC zullen alle metalen en de storende matrix verdampen, terwijl normaal gesproken de ma-trix tijdens de twee uur durende destructie afgebroken wordt, waarbij dan de metalen helemaal in oplossing gaan. Dit levert een grote tijdswinst op indien er me-talen gemeten moeten worden, omdat de totale ana-lysetijd teruggebracht kan worden van vier uur naar de normale vijf kwartier.

VerbluffendArno besprak zijn idee met Bert van der Hoeff

van ICP- leverancier Aemas. Ondanks het feit dat dit, voor zover bekend, niet elders ter wereld gebeurt, zag ook hij mogelijkheden en bood aan om in het lab van Aemas testen te doen. Een vijftigtal monsters, die op de oude methode waren gemeten, werden geanalyseerd met de testopstelling. De resultaten waren verbluffend. De waardes van de monsters die op het lab van ATM met de standaard ICP-opstelling waren geanalyseerd lagen zo dicht bij elkaar dat besloten werd om tot de aanschaf van deze combinatie over te gaan.

Sinds enige tijd staat op het lab een gloednieuwe ICP waaraan een grafietoven gekoppeld is. Femke Schachtschabel, supervisor van de olieafdeling van het lab, is helemaal vrijgeroosterd om het systeem te vali-

deren. "Uittesten, uitsluiten, reproduceerbaarheid en herhaalbaarheid bepalen en meten."

De eerste twee weken na de installatie verliepen

6 ATMOSFEER maart 2012

Inductively Coupled Plasma (ICP) is een analyse-techniek om elementen in een monster te bepa-len. Het principe berust op de intensiteit van licht dat een atoom, ion of molecuul uitzendt in een plasma van 7000 ºC. Elke element heeft zijn ei-gen spectrum en door specifieke golflengtes uit dit spectrum te kiezen kunnen veel elementen gemeten worden. Dankzij de chiptechnologie kunnen deze elementen tegelijkertijd gemeten worden. De hoeveelheid licht is een maat voor de hoeveelheid van het desbetreffende element.Daarnaast is het ook mogelijk om scans te ma-ken, die globaal weergeven welke elementen in het monster voorkomen. De techniek kan dus zowel voor kwantitatieve als kwalitatieve doel-einden gebruikt worden.

Page 7: ATMosfeer editie 10 - maart 2012

volgens haar niet probleemloos. "Het voordeel is wel, dat je het apparaat van haver tot gort leert kennen." Femke is bezig om verschil-lende elementen te kalibreren. Van ach-ter de PC bekijkt ze de verschillende spectra die op het beeldscherm verschijnen. "Je ziet welke elementen op deze golflengte kunnen interfere-ren."Omdat deze combinatie van instrumenten nieuw is en ATM geen ervaring heeft met een grafietoven is het belangrijk om een goede validatie van de methode te doen. Robuustheid, betrouwbaarheid, herhaalbaar-heid, detectiegrenzen en lineair bereik zijn zaken waar nu volop aan wordt gewerkt en die veel tijd en cre-ativiteit vragen. "Je voelt jezelf tot op zekere hoogte een pionier. Je wordt met allerlei variabelen geconfron-teerd, waar je bij een methode 'die staat' weinig last van hebt. Maar het geeft juist een kick om het tot een goed eind te brengen. In een later stadium wordt beke-ken of grondmonsters, olie en oplosmiddelen ook op deze manier te analyseren zijn.

Oud versus nieuwVan het heldere filtraat nam de analist 50 milliliter en voegde daar 50 milliliter koningswater - een mengsel van geconcentreerd salpeterzuur en geconcentreerd zoutzuur - aan toe. Van ultrapure kwaliteit en dus kost-baar. Vervolgens werd dit twee uur gekookt, om de organische matrix kapot te maken. Na afkoelen werd middels de ICP, met autosampler, de concentratie van vijftien verschillende elementen gemeten. Kwik werd apart geanalyseerd met de kwikanalyser.In de nieuwe situatie wordt de destructiestap met koningswater overgeslagen. In plaats van 50 milliliter monster nemen we nu 50 microliter. Dit gaat in een schuitje in de autosampler, die het monster vervolgens rechtstreeks in de grafietoven plaatst, die met een ge-isoleerde buis, om condensvorming tegen te gaan, ge-koppeld is aan de ICP. Drie minuten later hebben we resultaten. De functie van de grafietoven in deze op-

stelling is alleen maar het verdampen van het monster. Het hete plasma zorgt verder voor de totale ontleding.

VoordelenDe nieuwe manier van elementenanalyse levert een aantal voordelen op. De al eerder genoemde verkor-ting van de analysetijd levert een grote tijdwinst voor de klanten op. Per analyse is minder mankracht nodig en daarbij reduceert het zurenverbruik drastisch. Deze besparing loopt in ons geval op tot tienduizenden eu-ro's per jaar. Tenslotte verlaagt deze opstelling de de-tectiegrenzen, omdat er geen verdunnend effect meer is van de gebruikte zuren en omdat er een betere sig-naal/ruis verhouding is. Het monster komt in zeer korte tijd in het plasma terecht, terwijl in de oude opstelling dit een langere tijd duurde. Voor kwik denken we een detectiegrens te kunnen realiseren van 1-3 ppb, wat in ons geval voldoende is en de kwikanalyser overbo-dig maakt. Ook monsters die slecht te destrueren zijn, zoals schuimvormers, worden probleemloos met deze combinatie geanalyseerd. We zijn toch wel trots dat er nu al navolging plaats-vindt. Inmiddels zijn er al een aantal opstellingen ver-kocht voor de analyse van kolen, ook zo'n moeilijke monstersoort. Het wachten is op het eerste instrument dat in een ziekenhuis geplaatst wordt. Bloed, plasma en urine zijn analytisch gezien bijzonder lastige mon-sters om metalen in te meten, waarbij deze combinatie uitkomst kan bieden.

Dit artikel is een bewerking van het artikel afvalanalyse-

pionier uit het Laboratorium Magazine van oktober 2011

7

Page 8: ATMosfeer editie 10 - maart 2012

8 ATMOSFEER maart 2012

Drainspotting

Echt bijzonder zijn ze meestal niet en de meeste mensen zullen er dan ook zonder enige notie overheen lopen: putdeksels. Ik vroeg acht willekeurige mensen waar ze voor dienen, ze moesten allemaal het antwoord schul-dig blijven. Pas bij nummer negen en tien, Ineke en Jeroen, had ik succes. "Volgens mij heeft het iets met de riolering te maken," zei Ineke voorzichtig terwijl Jeroen goedkeurend knikte. Inderdaad, het antwoord is eenvoudig. Het zijn deksels die het riool afsluiten en in principe alleen geopend worden als het rioleringsstelsel gereinigd moet worden. Om een goede werking van de riolering te garanderen moet dit namelijk periodiek gebeuren.Het echtpaar was zeer geïnteresseerd en vuurde allerlei vragen op me af. Waarom zijn sommige putdeksels rond en anderen vierkant. Waarom liggen ze altijd op onmogelijke plekken op rijwegen of fietspaden en niet ergens achteraf in een hoekje? Waarom bevriezen ze nooit in de winter ook al doet de rest van het wegdek dat wel?

AanlegBrandende vragen die uitnodigden om iets meer te vertellen over de riolering, de infrastructuur waarop afvalwater geloosd, ingezameld en getransporteerd wordt. Een riolering of rioolstelsel is een systeem van buizen (riolen), putten en pompen dat in steden en dor-pen ondergronds is aangelegd. Het is bedoeld om het afvalwater en hemelwater op een veilige en gezonde manier af te voeren. Het oudst bekende stedelijk af-wateringssysteem is dat van de Indusbeschaving, on-geveer 3300-1300 voor Christus. Sinds die tijd heb-ben de meer ontwikkelde landen altijd geprobeerd het systeem voor afvalwaterbehandeling te verbeteren. Het resultaat hiervan vertaalt zich naar ons huidige sy-steem. De grootschalige aanleg van riolering is echter nog steeds een betrekkelijk nieuw verschijnsel. Tot in de jaren dertig van de vorige eeuw deed men in de meeste Nederlandse steden zijn behoefte op een em-mer. De emmers (poepemmers en beertonnen) werden opgehaald, geleegd (meestal in de plaatselijke rivier) en gespoeld. In steden dienden grachten als open riool. Met de aansluiting op een gesloten riolering kwam aan dit alles een eind. En sinds die tijd hebben we dus ook putdeksels.

Oorspronkelijk waren putdeksels vierkant. Dat was ge-makkelijk voor het aansluiten van de bestrating. Er zat wel een nadeel aan, een vierkant putdeksel kan (di-agonaal) in het eigen gat vallen. Vooral gevaarlijk als iemand in de schacht aan het werk is voor onderhoud. Dat was de reden voor de overstap naar ronde putdek-sels, die kunnen eenvoudigweg niet in de put vallen. De laatste jaren worden weer steeds meer vierkante putdeksels gebruikt omdat ze door verbeterde ontwer-pen, bijvoorbeeld met scharnieren, nu ook veilig zijn.

SaaiDat putdeksels vaak midden op de weg liggen heeft ook zo zijn redenen. Riolering wordt meestal onder een weg aangelegd omdat voor de aanleg behoorlijk veel ruimte en diepte nodig is en er zo voldoende afstand is tot boomwortels, kabels en leidingen. Een weg is doorgaans ook de natuurlijke keuze omdat die grond al in eigendom is van de gemeente en er dus minder procedures doorlopen hoeven te worden.De laatste brandende vraag van Jeroen en Ineke ging over het niet bevriezen van putdeksels. Ook hierop is het antwoord eenvoudig. In het riool komen alle af-valstoffen terecht die wij door- of wegspoelen. Hierbij

Saaie putdeksels verleden tijd?Door Adriënne Nijssen

Page 9: ATMosfeer editie 10 - maart 2012

9

zit ook het hete (af)was water, douche- en badwater etc. Deze warmte verspreidt zich in het rioolnet waardoor ook de putdeksels warm blijven. In Nederland is ieder putdeksel voorzien van een raster, je mag er immers niet over uit-glijden. Verder zijn ze maar saai, de meeste ondervraagden vonden putdeksels hope-loos ouderwets.Toch komt daar langzamerhand verandering in, wellicht onder invloed van andere landen waar al langer bijzondere putdeksels te be-wonderen zijn. Europese steden als Berlijn, Boedapest, Bremen, Milaan, Praag, Riga, Sevilla en Trier gingen ons voor. Ook uit Flo-rida zijn prachtige putdeksels bekend.

KunstVoor zover bekend was Amersfoort de eer-ste Nederlandse stad die in 1995 door een kunstenaar putdeksels liet ontwerpen. Door de hele wijk Kattenbroek zijn putdeksels van Albert Goederond te zien. In 2001 volgde Leeuwarden met het project Sint Jacobstraat waar enkele dagen put-deksels met bijzondere afbeeldingen te zien waren. De kunstwerken zijn van Gerard Groenewoud en Tilly Buij. De gietijzeren putdeksels wijzen de weg langs een deel van de oude pelgrimsroute van Sint Jacobiparochie tot Santiago de Compostela in Spanje.In 2007 volgde Amsterdam. Kunstenaar Alex Fisher was te zien in zijn tentoonstelling 'Manhole covers' en in het Diemerpark van IJburg werden 103 gietijzeren putdeksels aangebracht van kunstenares Maria Bar-nas. Elk putdeksel bevat een aantal dichtregels die over de liefde gaan, maar ook verwijzen naar de oor-spronkelijke functie van de Diemerzeedijk. De putdek-sels liggen niet in een vaste volgorde. Er is geen vaste structuur waardoor de dichtregels in willekeurige volg-orde gelezen kunnen worden.Eind 2010 werd in Groningen het voetgangersgebied in en rond de binnenstad verfraaid met nieuwe putdek-sels met daarop een afbeelding van de Martinitoren.

BuitenlandEen goed begin, maar er is nog een wereld te winnen. Wat te denken van een kunstproject zoals in Milaan? The Don Gallery heeft het bestuur van die stad zover gekregen dat een aantal kunstenaars voor nieuwe putdeksels mocht zorgen. Deze opvallende openbare kunstwerken zijn vanaf november 2010 te zien. De kunstenaars die aan het project meededen waren nie-mand minder dan: Shepard Fairey, Invader, The Lon-don Police, Flying Fortress en Rendo.En het echte eldorado is natuurlijk Japan. Japanners

zijn gek op kunstzinnige putdeksels. Rood-kapje, de spaceshuttle, dinosaurussen, de berg Fuji en nog ruim 2700 andere ontwer-pen, vaak gekleurd en al. Zoveel verschillen-de Japanse putdeksels verzamelde de Brit Remo Camerota voor zijn boek 'Drainspot-ting', over een uniek Japans fenomeen.In Japan heeft 95 procent van de 1780 gemeenten een eigen putdeksel. Toeristen zoeken hun favorieten door het hele land. Er is zelfs een putdekselmuseum. Plaatsen strijden met elkaar om het mooiste putdek-sel. Elke stad gebruikt zijn eigen mythe of dat waar ze beroemd om zijn. Is een stad bekend om zijn tonijn, dan staat er een to-nijn op het putdeksel. De ander heeft het bekendste voetbalteam, dus nemen ze die. De gemeente waar het Japanse ruimte-vaartcentrum zit, heeft de spaceshuttle ge-nomen.Wellicht is het ontstaan van de unieke put-

deksels te herleiden op de shinto-religie van Japan. Japanners streven daardoor altijd naar perfectie, ook bij putdekels. Ook hun volksaard, om onwelriekende zaken te maskeren, speelt mee. Onder die putdeksel stroomt vies water, maar door er een mooi gekleurde deksel op te doen, proberen ze dat te verdoezelen.

DiefstalHoe het ook zij, diefstal van putdeksels zal in Japan amper voorkomen. Een putdeksel aanbieden bij de schroot om er klein geld van te maken is er namelijk niet bij. De handelaren weten vrij snel waar het deksel vandaan komt en kopen ze niet op. Misschien toch een idee voor Nederland waar diefstal van putdeksels hand over hand toeneemt. De diefstallen zijn een gevolg van de hoge grondstofprijzen. Een riooldeksel van 40 kilo levert toch al snel tien euro op. Helaas levensgevaarlijk voor wie in zo'n gat valt of rijdt. Natuurlijk wordt be-keken of de deksels beter bestand gemaakt kunnen worden tegen diefstal, maar ze mogen ook niet te ste-vig vastzitten. Bij wateroverlast moet het opstuwende water de deksels omhoog kunnen duwen.Al reizend kijken we nieuwsgierig rond. We bewonde-ren architectuur en skylines, bekijken mensen en mu-sea. Het is maar heel af en toe dat we naar beneden kijken. Wellicht toch iets om in de toekomst wat vaker te doen. Wie weet kom je iets tegen van Andrew Le-wicki. Hij maakt hedendaagse kunst met een knipoog en waarom ook niet. Waarom moet een putdeksel saai zijn terwijl je er ook een postzegel van kunt maken?Anderzijds moeten we natuurlijk blij zijn met ons rio-leringsstelsel. In veel landen is dit nog geen gemeen-goed, maar daarover in een volgend nummer meer!

Regulier

Amersfoort

Milaan

Page 10: ATMosfeer editie 10 - maart 2012

10 ATMOSFEER maart 2012

In maart 2011 kwam de ATMosfeer met een spe-ciale uitgave die geheel in het teken stond van de brand bij Chemie-Pack en de betrokkenheid van ATM hierbij.Destijds was een artikel gewijd aan het bij het blussen vrijgekomen vervuilde bluswater. Het was toen nog maar de vraag of het bluswater al dan niet bij ATM gereinigd mocht worden.Inmiddels kan gemeld worden dat 38.000 m3 ver-ontreinigd bluswater bij ATM is gereinigd. Hoe dit in zijn werk is gegaan leest u hier.

Na diverse overleggen met het bevoegd gezag, waar-onder Waterschap Brabantse Delta en de provincie Noord-Brabant, heeft ATM zich laten overtuigen om een zogenaamde proefreiniging aan te vragen.In het kader van de vergunning was een dergelijke proefaanvraag noodzakelijk omdat ATM formeel geen afvalwater waarin bestrijdingsmiddelen worden aange-toond mag verwerken.

Met aanvullende reinigingstechnieken werd verwacht dat het afvalwater dusdanig gereinigd kon worden dat in het op het persriool naar Rilland-Bath te lozen water geen bestrijdingsmiddelen meer zouden worden aan-getoond. Voldoende fundament om van het bevoegd gezag toestemming voor een proefreiniging te krijgen.

De doelstelling van de proef was tweeledig:1. kan met een extra voorbehandelingstap voldaan

worden aan de bestaande acceptatiecriteria (dwz niet aantoonbaar voor bestrijdingsmiddelen)

2. kan door een extra voorbehandeling, gecombineerd met extra nabehandelingsstappen, worden voldaan aan de huidige lozingseisen (dwz niet aantoonbaar voor bestrijdingsmiddelen).

In maart 2011 heeft ATM haar proefverzoek ingediend en binnen een week was toestemming verleend voor een proef van ca. 38.000 ton bluswater. Na toestem-ming is, mede op verzoek van het bevoegd gezag, di-

Verwerking bluswater Chemie-Pack

Schematisch overzicht werkwijze proefneming Voorbehandeling Fenton + nabehandeling aktief kool + extra nabehandeling Fenton

Proef 1(Voorbehandeling)

Afvalwater (Batch)Ex Chemie-Pack

DoseringFenton

FFU

Opslag(voorbehadeld

bluswater)

Opslagtank(s)Regulier afvalwater

WaterfaseOpslagtank(s)

Diversen: (o.a.)Waterfase

decanters/VWB

A

B

Verhouding 1:5(500 ton/dag)

FFU MBRC

Proef 2(Nabehandeling)

Proef 3(Nabehandeling)

Aktief kool

DoseringFenton+ijzer

(effluent)

Lozingstanks

A: Influent batch: Effluent voorbehandelingB: Influent nabehandeling (aktef-koolfilters en/of Dosering Fenton)C: Effluent batch: Geloosd afvalwater via persriool

Page 11: ATMosfeer editie 10 - maart 2012

11

rect met de proef gestart. Op 6 augustus is het laatste afvalwater in het kader van de proef verwerkt. Tussen-tijds is de proefverwerking op een aantal momenten, samen met het bevoegd gezag, geëvalueerd en bijge-stuurd.

Beschrijving proefnemingen; Proef 1: extra voorbehandeling (zie schema)Bluswater heeft batchgewijs, d.w.z. niet gemengd met ander afvalwater, een extra voorbehandeling onder-gaan (flocculatie) in de FFU van ATM onder toevoeging van de hulpstof Fenton. (Fenton bevat waterstofperoxi-de en ijzersulfaat en is één van de sterkste oxidatoren waarmee organische verontreinigingen, zoals bestrij-dingsmiddelen, kunnen worden afgebroken).

Proef 2: extra voorbehandeling + nabehandeling met actief kool (zie schema) Vooruitlopend op het beschikbaar komen van alle analyseresultaten van de eerste proeffase en omdat het bevoegd gezag het in deze fase niet noodzakelijk achtte om een tussentijdse evaluatie uit te voeren heeft ATM voor de zekerheid de volgende aanpassing in de proefopzet aangebracht:Tussen de zuivering en de lozingstanks is als extra be-handeling een actief koolfilter geplaatst.Actief kool is een speciaal behandeld koolstof dat door adsorptie de eigenschap heeft allerlei stoffen aan zich te kunnen binden (zie schema 2a).

Proef 3: extra voorbehandeling + nabehandeling: actief kool + extra dosering fenton (zie schema)Naar aanleiding van een tussentijdse evaluatie in mei 2011 is, in overleg met het bevoegd gezag besloten, de nabehandeling verder uit te breiden . Deze uitbrei-ding zag toe op het volgende: na het actief koolfilter wordt nogmaals/extra fenton gedoseerd.Doel/verwachting van deze aanvulling was dat door het 2x doseren van fenton (1x tijdens de voorbehandeling en 1x in de nabehandeling) alle mogelijke organische verontreinigen (incl. bestrijdingsmiddelen) uit het efflu-ent zouden worden verwijderd. (ATM merkt hierbij op

dat, tijdens het overleg in mei 2011, deze verwachting werd onderschreven door het bevoegd gezag)

Uit de uitgevoerde proeven kunnen de volgende con-clusies worden getrokken:

• Vooralsnog lijkt het niet mogelijk te zijn om met een extra voorbehandeling aan de nu geldende accepta-tiegrens van 'niet aantoonbaar' te voldoen. De vraag is echter opportuun of een dergelijk afwezigheidcriterium terecht is. Veel bestrijdingsmiddelen zijn vrij verhandel-baar en worden breed in de maatschappij ingezet. In willekeurig stedelijk oppervlakte water worden deze stoffen dan ook gemakkelijk aangetoond. De huidige analysetechniek is ook zo sterk verbeterd dat momen-teel op tientallen cijfers achter de komma 'aangetoond' wordt. Een afwezigheidcriterium voor de acceptatie van afvalwater lijkt hierdoor in de huidige maatschap-pij/leefomgeving niet reëel.• Van de ca. 850 onderzochte stoffen (bestrijdingsmid-delen), waarvan een groot gedeelte in het vervuilde bluswater is aangetroffen, blijven er uiteindelijk nog ca. 5 in het effluent 'aantoonbaar' (zie verder ook eerste aandachtstreepje). • Het tijdens de proef geproduceerde effluent voldoet aan beschikbare (nationale- en/of europeese) milieu-kwaliteitsnormen voor oppervlaktewater.

Membramen waterzuivering ATM

Page 12: ATMosfeer editie 10 - maart 2012

12 ATMOSFEER maart 2012

De effecten van onzichtbaarheid

Het is een druilerige dag als ik naar DEC in het Belgische Zwijndrecht rijd. Toch weet het industrieterrein waar ik moet zijn me te imponeren. Bijzonder om onder bruggen van staal door te rijden terwijl je uitzicht hebt op hoge masten en fabrieken in soorten en maten. Als ik bijna bij DEC ben wordt het uitzicht adembenemend mooi, de Schelde laat zich in al zijn glorie zien.Na het parkeren van mijn auto is het even zoeken naar het juiste kantoor, maar na twee vriendelijke en behulpzame receptionistes ben ik dan toch op het juiste adres, dit keer bij een receptionist. Hij vertelt me dat Dirk Ponnet, de man waar het allemaal om draait, nog even op zich laat wachten. Geen nood, zijn secretaresse installeert me met de nodige bedrijfslectuur en een heerlijke kop koffie alvast in zijn kantoor.Verontschuldigend komt Dirk even later, voor mijn gevoel nog geen minuut, binnen. Hij ontvangt me met een joviale groet. "Adriënne, de vrouw die mijn enige uurtje ‘vrij’ in mijn agenda weet op te vullen." En lach dan maar eens niet. Het ijs is meteen gebroken.

Door Adriënne Nijssen

CarrièreOmdat we maar een uurtje hebben steken we gelijk van wal. Dirk vertelt dat hij in Gent afgestudeerd is als ingeni-eur in de milieutechnologie en zijn carrière in 1995 startte bij DEME. DEME staat voor Dredging, Environmental and Marine Engineering en is een Belgische holding die ma-riene en milieuactiviteiten voor haar rekening neemt.Na een jaartje werd Dirk, omdat hij Frans sprak, overge-plaatst naar het zusterbedrijf Ecoterres in Wallonië. "Ik heb daar 2,5 jaar met veel plezier gewerkt maar ik heb dan toch gevraagd om in het buitenland te mogen werken." In een paar jaar volgden Dubai, Irak en India elkaar op. Hij had het goed naar zijn zin maar kwam in 2000 terug naar België om hoofd van het grondreinigingscentrum te worden. Sinds 2004 zit hij bij DEC, (DEME Environmen-tal Contractors) een dochteronderneming van DEME. Hij bekleedt daar de functie van area-manager voor de regio Vlaanderen.DEC is een internationale milieuaannemer en gespeciali-seerd in grond- en grondwatersanering, sedimentbehan-deling, waterbouwwerken, recyclagetechnieken, inrich-ting, afdekking en sanering van stortplaatsen, milieubag-geren en de herontwikkeling van gebieden met ernstige bodemvervuiling, de zogenaamde brownfields.Als ik Dirk vertel dat ik bij een aannemer toch eerder

denk aan iemand die iets bouwt, moet hij lachen. "Ik snap dat je dat verwacht. Mijn vader was een bouwkundig aannemer en die deed tastbare dingen. Hij bouwde bruggen, windmolens en an-dere gebouwen. Daar kun je langs rijden en fier op zijn. Wat wij doen is heel onzichtbaar. Wij breken, als het nodig is, juist gebouwen af, brengen de verontreinigde grond er-onder naar een verwerkingslocatie, een Grond Recyclage Centrum. Wij geven een ander soort aannemers de kans om op die plek weer iets heel moois te bouwen."

BeginAls voorbeeld noemt hij een vervuild gebied in Antwerpen dat door DEC gereinigd is. "In dat gebied kwam niemand meer. Nu is het een prachtig park en bij goed weer is het daar elke zaterdag en zondag druk. Mensen wandelen er, sporten er of vleien zich neer. Dat is toch mooi!"DEME was van oorsprong een baggerbedrijf en pioniers in België als het om het milieu gaat. "Ruim dertig jaar ge-leden knapte er in Nederland een waterleidingbuis in Lek-kerkerk. Dat herinner je je vast wel. De grond bleek zwaar vervuild, Nederland had zijn eerste en grootste gifschan-daal. De huizen moesten leeg, de grond werd afgegraven, er was veel geld mee gemoeid. Minister Ginjaar van Mi-

Page 13: ATMosfeer editie 10 - maart 2012

13

lieuhygiëne greep destijds de gifaffaire aan om de wet op de bodemsanering door het parlement te jagen. Wij

wilden dat ook in België tot stand brengen. Nog voor er wetgeving was besliste DEC samen met de overheid wat er moest gebeuren als er problemen waren met vervuilde grond."

Olympische spelenIn 1993 begon DEC met biologische grondreiniging in Antwerpen. Er worden micro-organismen aan de grond toegevoegd en de condities worden verbeterd, waardoor de organismen optimaal hun werk doen. Een redelijk goedkope manier van grondreiniging die echter als na-deel heeft dat de micro-organismen slechts een beperkt aantal stoffen 'lusten' en dus niet voor alle vervuilde grond gebruikt kan worden. In 1995 kwam daar grondwassing bij. "Simpel gezegd, de vuile grond gaat in een wasma-chine en komt er als propere grond uit," legt Dirk uit. "Een prachtig voorbeeld van een sanering op deze manier is een gebied in Londen waar de Olympische Spelen in 2012 plaatsvinden. Stratford is een achtergestelde buurt maar voor een groot evenement zijn er grote budgetten. Londen wilde van de gelegenheid gebruik maken om het goed aan te pakken. Geen betonplaten er op maar goed schoonmaken."Via Europese aanbesteding kwam het project bij DEC te-recht. In eerste instantie alleen voor het zuidelijk deel van het terrein. Omdat ze voorlagen op schema en de aan-nemer voor het noordelijk deel nog niet eens begonnen was, mocht DEC het hele terrein doen. Met drie mobiele grondwasinstallaties werden miljoenen tonnen grond ge-reinigd. "Als ik deze zomer de spelen op TV zal zien zal ik toch een zekere trots voelen. Ook al is het niet zichtbaar, we hebben er toch mede voor gezorgd dat het mogelijk is. Vroeger was het één vuile plek en nu blijft er na de spe-len een mooi stadsdeel over."Ook in Zweden is DEC al jaren met saneringsprojecten bezig. "Er is veel papierindustrie in Zweden. Om van het hout van bomen papier te maken wordt kwik gebruikt. Van heel veel meertjes en fjorden is daardoor de boven-laag van 25-30 cm vervuild met kwik. Het is een combi-natie van ervaring met verontreinigd slib en heel precies kunnen wegbaggeren om de kosten zo laag mogelijk houden, die ons naar daar brengt. We proberen zo lokaal mogelijk te werken en lokale mensen aan te trekken. Zij hebben kennis van de lokale wetgeving, van vergunnin-gen, arbeidsvoorwaarden etc. Ikzelf ga er regelmatig een paar dagen naar toe. Vóór het einde van 2015 moeten de saneringswerken in Valdemarsvik afgerond zijn."

Derde manierGrondwassing is alleen geschikt voor zand en daarom is

er nog een derde manier om grond te reinigen, de ther-mische reiniging. Hierbij wordt grond in een draaiende metalen trommel gebracht. Deze trommel wordt verhit waardoor organische verontreinigingen verdampen. Voor deze manier van reinigingen werkt DEC al jaren samen met ATM, zelf hebben ze op hun Grond Recyclage Cen-trum namelijk geen thermische grondreiniging hoewel ze nu wel een mobiele thermische installatie hebben.Als je het over brownfields hebt, Zeebrugge is een van de meest verontreinigde sites in België. De oude gas- en cokesfabriek Carcoke in Zeebrugge was hightech en in-novatief in 1898. Maar de productie van cokes en elektri-citeit leidde tot een zware verontreiniging van de Carcoke-site met teer, cyanides, asbest, benzeen, cadmium. In 2003 verwierf de overheid de oude cokesfabriek Carcoke. Sinds de start van de sanering in 2004 werden al meer dan 100.000 ton stenen, 8.000 ton slib, 15.000 ton vuur-vaste stenen en meer dan 100.000 ton verontreinigde bo-dem opgeruimd, gesaneerd en gerecycleerd. Meer dan 80 procent van de gesloopte materialen werd hergebruikt en grote partijen verontreinigde grond werden na sanering heraangewend op de site. Met het gebruik van zonne- en windenergie op de Carcoke-site wil de overheid een nieuwe mijlpaal in de sanering van het gebied bereiken."Voor dit project werken wij veel samen met ATM," ver-telt Dirk. "Biologische reiniging en grondwassing doen we zelf, de thermische te reinigen grond gaat per schip naar ATM. Vroeger ook wel per vrachtwagen, maar de weg geraakt steeds voller, dat is niet meer te doen. Met Rob van Zundert maak ik de afspraken. Het is heel prettig samenwerken met hen. De afspraken zijn altijd correct, je kunt er van op aan. Gelukkig is de laatste fase van het ti-tanenwerk ingezet. Het is een van de grootste en duurste saneringen van België."Grond verwerken en proberen er een bruikbaar product van te maken is kenmerkend voor DEC. "Onze filosofie is van een probleem een opportuniteit maken. Innovatief en creatief te werk gaan. We proberen dat al vroeg in het proces te doen zodat we kunnen meedenken met de op-drachtgever. Het vraagt meer studie en voorwerk, maar heeft wel een toegevoegde waarde." Na deze woorden neem ik, heel wat wijzer, afscheid van Dirk, zijn volgende afspraak wacht.

Page 14: ATMosfeer editie 10 - maart 2012

14 ATMOSFEER maart 2012

Guido en zijn mannen vormen de

Technische Dienst aan de Waterkant

De afdelingsbijdrage komt deze keer van de tech-nische dienst waterkant. Omdat er zoveel werk te doen is aan wat bij ATM de 'waterkant' heet, heeft men hier een eigen technische dienst. Zij verzor-gen het onderhoud, doen reparaties en aanpas-singen en ook de nieuwbouw bij de slibverwer-king, waterzuivering en tankenpark.

DagplanningDe redactie heeft een goede bak koffie gedronken met Guido Brugmans, die sturing geeft aan de groep men-sen die de installaties draaiende moeten houden.Als we bij Guido aanschuiven in zijn kantoor valt de rust die de afdeling uitstraalt direct op. Toch is het re-gelmatig stressen maakt Guido duidelijk als we er een opmerking over maken. "Wat we hier met z'n vieren voor elkaar boksen verbaast me soms zelf wel eens. Samen met Jeroen, Leen en Jappa wordt al het werk zo systematisch mogelijk aangepakt.We hebben geleerd dat in de hektiek van alledag dat de beste strijdwijze is om niet om te komen in achter-stallig werk, maar dat betekent niet dat we niet preven-tief werken."We worden natuurlijk geprikkeld door zo'n opmerking en willen dus achterhalen hoe dit dan precies in zijn werk gaat."De dag begint er-mee dat ik mezelf in de controlekamer op de hoogte laat brengen over even-tuele problemen die er zijn met bv. pompen, afsluiters, decanters, tanks en leidingwerk. Ook de andere jon-gens hebben zo hun informanten met betrekking tot de staat van de installaties die we beheren.Daarna schuiven we even bij elkaar aan tafel en maken we een dagplanning, als er onderdelen nodig zijn wor-den deze besteld en dan gaan we aan de slag. 'Er kort op zitten' is ons devies en altijd ogen en oren openhou-den. Jappa is de man die het constructie- en leiding-

werk doet terwijl Leen, Jeroen en ik de installaties, de pompen en het overige voor onze rekening nemen."

Preventief "We maken onderscheid in twee vormen van preven-tief werk. Bij de ene vorm zorgen we ervoor dat cruci-ale onderdelen of pompen in het magazijn op de plank staan. Door de wisselende samenstelling en hoeveel-heden van het afval kan er meer of minder slijtage op-treden. Echt een dag plannen is vaak niet handig, om-dat bijvoorbeeld de installatie lekker draait, of er veel aanvoer is." En vergeet niet dat spullen ook plotsklaps de geest kunnen geven. Snel uitwisselen op het mo-ment dat er wat is, is hier het credo.De andere vorm van preventief onderhoud die we ken-nen is volgens een vast patroon onderhoud inplannen. Compressoren voor de perslucht en het brandbluslei-ding systeem zijn stabiele systemen die zicht hier dus prima voor lenen. Je weet bijvoorbeeld dat 's zomers alle bluspompen bijstaan om de MBR (biologische waterzuivering) te koelen. Dat onderhoud plan je dus vroeg in het jaar. Ook tanks en leidingwerk worden planmatig onder handen genomen.

OverlegOp dinsdag worden in het 'waterkantoverleg', waar de plantmanager, technoloog en hoofden van de diverse instal-laties bij aanwezig zijn, lopende zaken bespro-ken. Ook worden hier toekomstplannen ge-smeed en onderhouds-stops besproken. In diverse andere over-leggen, waarbij we niet

aanwezig zijn, worden ook zaken besproken die

ons aangaan. Daar hebben we een mooi systeem voor wat hier 'control O' wordt genoemd. Alle bespreek- en actiepunten van ATM staan hierin vermeld."Soms worden er punten genoteerd waarbij niet altijd stilgestaan wordt bij de impact die dat heeft op ons clubje. Een belangrijke informatiebron voor ons dus om alert te blijven op de hoeveelheid werk. Deze manier

Guido

Page 15: ATMosfeer editie 10 - maart 2012

15

van werken toont de openheid van de organisatie aan en daar voelen we ons happy bij," zo geeft Guido het gevoel van de hele groep weer.In principe werkt onze afdeling in dagdienst, maar soms moeten we klussen in het weekend plannen om-dat het doordeweeks niet kan. Ook probeer je dingen te combineren als een stukje van de plant stil ligt. Aan het op correcte en veilige wijze uitschakelen van installaties of onderdelen ervan wordt grote aandacht gegeven. Ook het veilig uitvoeren van de klussen, vaak vooraf gegaan door metingen met explosieme-ter en PID meter, staat bij ons bovenaan het lijstje. Heetwerkvergunningen en brandpreventie zijn dan ook onmisbaar bij dit werk. Het leuke aan deze klus-sen is dat je met andere ondersteunende diensten samenwerkt: magazijn, engi- neering, elektrotechnische dienst, inkoop en de programmeurs.

RustAan het einde van de dag als de rust weergekeerd is op de afdeling is er tijd om bestellingen de deur uit te doen en afleverbonnen, facturen en offertes na te zien. We moeten natuurlijk wel op tijd de juiste spullen hebben om ons werk te kunnen doen.Dit is ook het moment om de logboeken bij te werken. Logboeken van bijvoor-beeld pompen en decanters om zo de historie te kunnen volgen, maar ook de

toenemende vraag naar onderhoud is voor ons een signaal dat een pomp wellicht aan vervanging toe is."Een goede administratie is het halve werk," aldus Gui-do, die ook duidelijk maakt zeer betrokken te zijn bij wel en wee van ATM, gezien de gepaste trots die hij aan de dag legt als het gaat over in eigen beheer ont-wikkelde onderdelen van installaties. "Onderdelen die nergens ter wereld verkrijgbaar zijn, maar die zorgen dat de installaties draaien als een raket."Bij het afscheid benadrukt Guido dat de afdeling een team is dat het werk met z'n vieren doet. Want om het geheel zo vlekkeloos mogelijk te laten verlopen, is een prettige werksfeer bepalend voor een optimale pres-tatie.

Jappa

Jeroen en Leen

Page 16: ATMosfeer editie 10 - maart 2012

16 ATMOSFEER maart 2012

Vliko: Specialisten in sorteren

In de donkere dagen voor Kerstmis bezoek ik Vliko in Leiderdorp. Bij binnen-komst straalt de warmte van de kerstversieringen me tegemoet. Een kop kof-fie verhoogt de sfeer nog meer. Het wordt me gebracht door een vriendelijke receptioniste die ook Hendrik-Jan Koen zal waarschuwen dat ik er ben. Lang hoef ik niet te wachten, een ferme handdruk, een korte wandeling naar een so-ber kantoor. Vliko is al sinds 1963 een begrip op het gebied van inzameling en verwerking van bedrijfsafval in de randstad. In dat jaar richtten de families Van Vliet en Koen op de Hoogmadenseweg in Leiderdorp een aannemersbedrijf en een containerservice op.Hendrik-Jan was de zoon van een van de oprichters en kwam in 1975, met zijn Mulo-A diploma op zak, bijna als vanzelf in het familiebedrijf terecht. "Talen wa-ren niet mijn sterkste kant, nog steeds niet," lacht Hendrik-Jan. "Maar het liep gewoon zo. Ik haalde mijn vakdiploma’s en ging gewoon aan het werk. Eerst als chauffeur, later als monteur en planner. Vanaf 1984 trok mijn vader zich lang-zaam terug uit het bedrijf en werd ik directeur," voegt Hendrik-Jan er aan toe.

Door Adriënne Nijssen

Waste ManagementIn de jaren tachtig werd de aannemerij afgestoten en stapte de familie Van Vliet uit het bedrijf. Het inzamelen van afval werd toen de kernactiviteit van Vliko. Het be-drijf groeide en moest omzien naar een groter terrein. In 1986 verhuisde Vliko daarom van de Hoogmaden-seweg naar de Achthovenerweg waar in de loop der jaren nog een aantal hallen bijgebouwd werden.In 1991 werd het bedrijf verkocht aan Waste Manage-ment. "Dat was de grootste afvalverwerker ter wereld op dat moment. Voor mijn vader het moment om zich helemaal terug te trekken, ik zou nog vier jaar aanblij-ven als directeur van Vliko, maar dat werd iets langer." In 2000 werd Wast Management aan Shanks verkocht. Inmiddels is het 2012 en is Hendrik-Jan nog altijd di-recteur van Vliko. Op de vraag hoe dat in godsnaam mogelijk is als je van plan bent om in 1995 te stoppen, moet Hendrik-Jan lachen. "Mijn werk is gewoon hobby nummer een. De vrijheid in ondernemingschap en de-centrale aansturing zijn voor mij daarbij belangrijke fac-toren. In 2004 kreeg ik er van Shanks nog een bedrijf bij, Van Vliet in Nieuwegein en in 2007 completeerde Kluivers in Leiderdorp het geheel."Moeiteloos somt Hendrik-Jan de voordelen van de-centraal werken op. Het belangrijkste is daarbij het feit

dat het bedrijf op de lokale markt ope-reert, op die ma-nier direct contact met klanten heeft. "Dat vind ik een van de pluspunten van onze organisa-tie. Tenslotte ben je dagelijks bezig met de klanten," licht Hendrik-Jan toe. De bedrijfsfilosofie van vandaag de dag refereert nog aan het familiebedrijf van toen. Er werken, inclusief kantoorpersoneel zo'n 130 men-sen en Hendrik-Jan kent ze allemaal. "Mensen die hier werken, werken echt voor Vliko. De saamhorigheid is daardoor groot en dat maakt ons sterk."

HobbyWerk mag dan hobby nummer een zijn, de tweede plaats is zeker gereserveerd voor Voetbalvereniging RCL (Racing Club Leiderdorp). Hendrik-Jan is al 47 jaar lid van die club, heeft zelfs zo'n dertig jaar gele-den nog 1e klas zaterdag-amateurvoetbal gespeeld. Hij gaat vaak naar wedstrijden kijken, zeker als de club een thuiswedstrijd speelt. Het is dan ook geen wonder dat Vliko de sponsor is van RCL.

Page 17: ATMosfeer editie 10 - maart 2012

17

Dat Hendrik-Jan een sportief man is mag blij-ken uit zijn andere hob-by's. Twee tot drie keer

in de week gaat hij hardlo-

pen, van maart tot september springt hij twee keer per week op de racefiets, als het kan gaat hij skiën en met zijn vrouw maakt hij fietsvakanties. "Ja sporten," zegt Hendrik-Jan, "een goede uitlaatklep voor me."Naast werk en sport zijn er de kinderen, een zoon en een dochter. Zijn zoon is ten tijde van ons gesprek ad-junct-directeur, per 1 januari 2012 zal hij de functie van directeur aanvaarden. "Dan zijn we met twee direc-teuren," lacht Hendrik-Jan. Kleinkinderen zijn er ook, drie in totaal. Een kleindochter van vier jaar en twee kleinzonen van respectievelijk een half en anderhalf jaar oud. Met de opvolging zit het dus wel goed. Hoewel Hendrik-Jan in het midden laat of de kleinzonen ooit in het bedrijf komen. "Ze moeten het wel willen," zegt hij.

UniekEn dan wordt het tijd het bedrijf te bekijken. Laarzen en een veiligheidsjack aan, tot mijn verbazing geen helm en ook geen oordopjes. We wandelen over het hele terrein maar ons voornaamste doel is toch de sorteer-machine. Uniek in zijn soort, de enige in Nederland en door het personeel zelf ontworpen.Als eerste gaan we naar de sorteerhal. Grote kranen sorteren het afval in grof en fijn materiaal. Grof mate-riaal als grote stukken puin, beton, hout, spoorbielzen en grote stukken metaal vormen samen de grove stro-ming. Wat overblijft heet de fijne stroming. Die laatste stroom wordt twee tot vier dagen opgeslagen om op natuurlijke basis te drogen. "Gedroogd afval levert nou eenmaal een beter scheidingsrendement op. Denk maar aan een blad van een boom dat op de grond ligt, er kleeft vuil aan. Het kost moeite dat vuil te verwijde-ren, maar is het blad droog, dan schud je even en dan is alles er af," legt Hendrik-Jan uit.Het grove materiaal wordt eerst via een breker kleiner gemaakt tot stukken van ongeveer dertig centimeter zodat men met de zeven een betere sortering krijgt. Daarna worden zowel grof al fijn materiaal tegelijkertijd gezeefd. Als het materiaal 'machinegereed' is gaat zo-wel het fijne materiaal als het grove materiaal via een shovel naar de dubbele sorteerlijn. Daar wordt gesor-teerd via zeven, magneetbanden en non-ferroschei-ders. Het fijne materiaal gaat over dezelfde sorteerlijn. Het zeven gebeurd door middel van trommelzeven,

hierin worden grof en fijn materiaal weer gescheiden. Het fijne materiaal wordt vervolgens afgezeefd. Het zand en de puinfractie worden er uit gehaald. Bij de grovere fractie die overblijft worden niet ijzerhoudende metalen, zoals koper en aluminium, er uitgehaald. Ver-volgens wordt door windshifting het lichte afval er tus-senuit geblazen en blijft de zware fractie vanzelf over. "Een steen valt, een koffiebekertje wordt weggebla-zen," legt Hendrik-Jan uit.Uiteindelijk blijven twee soorten afval over, een puin-fractie en een houtfractie. Zowel het grove als het fijne materiaal wordt weer samengevoegd op de sorteerlijn. Aan het eind van het proces worden die met de hand verder gesorteerd door zes mensen. Stoorstoffen, bij-voorbeeld een stukje textiel dat tussen hout terecht gekomen is, worden verwijderd.Die zes mensen staan in beschermde en geluidswe-rende cabines waar, stofafzuiging en temperatuur au-tomatisch geregeld wordt. Ik begrijp nu ook waarom ik geen oordopjes meekreeg. Het geluid blijft ver onder de norm.Trots laat Hendrik-Jan het paneel waarmee op acht punten controle is uit te oefenen op de installatie. Eventueel kan de machine vanaf het controlepaneel worden uitgeschakeld."Deze machine is uniek," zegt Hendrik-Jan nog-maals. "Deze machine, voor dit type afval en met deze capaciteit, draait ner-gens anders in Nederland. Bij de bouw is niet alleen naar productie gekeken maar vooral ook naar de arbeidsomstandigheden. Het aan-tal mensen kon van veertien terug gebracht worden naar zes, dat levert een behoorlijke besparing op. Daarnaast levert de machine een hogere capaciteit. Twee jaar geleden is eenzelfde machine voor Van Vliet in Nieuwegein gebouwd. Misschien dat we voor onze eigen organisatie nog eens zo'n machine bouwen, maar zeker niet voor derden."

HoogvlietEenmaal terug buiten wijst Hendrik-Jan op het wagen-park en de vele containers die op het terrein staan. Een aantal daarvan zijn bedoeld om het afval van Hoogvliet in op te slaan. "Daar hebben wij een contract mee," vertelt hij. "Net zoals met Heineken en Brand Bier." Vliko verwerkt voor hen een kleine 15.000 ton glas per jaar. Na de rondgang over het terrein nemen we af-scheid van elkaar en begin ik aan de thuisreis. Eenmaal in de auto komen flarden van het gesprek in mijn hoofd op. Na een aangename middag valt het me weer op dat de wereld van het afval een wereld op zich is.

Page 18: ATMosfeer editie 10 - maart 2012

Weggooien kan altijd nog!

Afval, wijzelf vinden het een prachtige branche. Hergebruik staat hoog op het lijstje. Wordt afval hergebruikt, dan doe je het goed als afvalverwerker.Wordt in het artikel over de VOMS gesproken over de droeve kant van al het af-val dat in zee terecht komt, in onderstaand artikel wordt een positieve wending gegeven aan het 'zeeafval'. Hergebruik door van afval kunstwerken te maken is iets waar we allemaal wel een over gehoord of gelezen hebben. Naast het Juttersmuseum in Oudeschild wordt er ook vanuit den Burg volop afval verza-meld aan het strand.

Door Adriënne Nijssen

Is het toeval of niet dat Maria Roelofsen uiteinde-lijk recyclingkunstenares werd? Duidelijk zal dat nooit worden, wel heeft ze haar hele leven al iets met afval. "Ik koop mijn hele leven al de meeste kleding tweedehands en

ook onze meubelen. Voor mijn dochters deed ik dat, ze doen het nu zelf ook. De overproductie van spul-len en de weggooimaatschappij vind ik absurd. Ik ben helemaal niet fanatiek maar gewoon bewust leven kan geen kwaad denk ik. Ik doe bijvoorbeeld ook aan afval-scheiding; plastic, glas, oude kranten, kleding. Ik wil de aarde netjes achterlaten. De afvalberg wordt alsmaar groter en groter. Ik streef ernaar klein te leven. Genoeg is genoeg. Laten we de wereld mooier maken."

VerhuisKlein begon ook haar atelier in Den Burg op Texel waar ze zich in 2008 vestigde. Tot 2007 speelde het leven van de kunstenares zich af in Amersfoort. Via de boe-ken van Jan Wolkers, van wie ze een grote fan is, ont-dekte ze het eiland Texel, ze kampeerde er regelmatig met haar gezin."In 2007 solliciteerde mijn man voor de grap als leraar wiskunde aan de middelbare school in Den Burg en

werd aangenomen. We besloten de geboden kans met beide handen aan te grijpen. Omdat onze jong-ste dochter in de eindexamenklas zat, ben ik nog een jaar in Amersfoort gebleven. Mijn man betrok een ap-partementje op het eiland. In de weekeinden reisden we heen en weer. Toen onze dochter haar diploma op zak had en ook op kamers ging, zetten wij direct ons huis in Amersfoort te koop. Het werd bijna meteen ver-kocht."De zoektocht naar een onderkomen op Texel verliep nog vlotter. "We liepen in Den Burg over de Burgwal en zagen dit pand te koop staan. We hebben niets anders meer bekeken. Dit was het gewoon helemaal."In eerste instantie betrokken Maria en haar man de woning met de bedoeling er gewoon te gaan wonen. Maria, afgestudeerd kleuterleidster, gaf zich op als in-valkracht. Ze stond jaren voor de klas en ze dacht dat

'Kunstenares Maria Roelofsen maakt er wat moois van'

18 ATMOSFEER maart 2012

Page 19: ATMosfeer editie 10 - maart 2012

19

ze op die manier wel snel weer ergens in zou rollen. Maar dat pakte anders uit.

JuttenZe kwam niet aan de slag en merkte dat ze eigenlijk ook niet meer zo gemotiveerd was voor het onderwijs. In haar werkzame leven als moeder en kleuterleidster bracht Maria haar vakanties altijd aan het strand door. Opvallende spullen die ze op het strand vond nam ze mee naar huis en daar maakte ze gedurende het vol-gende schooljaar één kunstwerk van. Meer ruimte was er niet door haar baan en de opvoeding van haar twee dochters. De drang om meer kunstwerken te maken was er echter altijd, soms had ze tussendoor tijd om te schilderen, maar ze koos voor de opvoeding van de kinderen en brood op de plank.Nu was er dus de gelegenheid om eens dagenlang naar het strand te gaan en te jutten. De spullen stapel-den zich op in haar tuintje en Maria maakte er mooie dingen van die ze in haar vensterbanken zette. "Omdat we midden in het centrum wonen, klopten er wel eens mensen op het raam en staken twee duimen omhoog. Nu viel pas het kwartje. Toen ik hier net kwam wonen had ik nog geen idee dat ik me zou gaan vestigen als vrouwelijke strandjutter en beeldend kunstenaar, maar ineens wist ik dat de tijd er rijp voor was. Er kwam een explosie van creativiteit en Atelier Maria Roelofsen kreeg vorm. Ik verkocht te goed om het als hobby te blijven doen dus heb ik me aangemeld bij de Kamer van Koophandel en heb nu een eenmanszaak." Ze woont met haar man nu overdag in het tuinhuisje en slaapt boven haar atelier dat eens de huiskamer was. Het verkoopseizoen is toeristafhankelijk, jutten doet Maria het hele jaar.

SorterenIn haar kleine atelier heeft ze in, wat eerst het keukentje van hun huis was, een stelling gemaakt waar bovenin bakken met gejut plastic staan en onderin hout ligt. Buiten liggen de grotere stukken. Hout moet sowieso eerst een paar weken ontzilten in de regen. Plastic, touw en houtjes wast Maria allemaal met de hand. Alle materiaal wordt gesorteerd op kleur en grootte. "Zodat ik, als ik bijvoorbeeld een groen pootje voor een insect zoek, dat meteen in de groene bak kan vinden," legt ze uit. Objecten van hout lakt ze met een mooie matte lak af zodat de nerven en kleuren van het hout nog net iets beter tot hun recht komen. Touw hangt op kleur om een stok. "Mensen verwachten vaak een grote schuur met een berg rotzooi en zijn dan verrast dat alles zo keurig geordend is," lacht Maria.Verder is het materiaal verdeeld in hoofd- en bijzaken. "Hoofdzaken zijn die spullen waar ik direct iets in zie, een vissenkop, de kop van een geit of de hoed van een

kwal bijvoorbeeld. Bijzaken zijn stukken hout en plastic die niet direct inspireren maar wel mooi zijn qua kleur en/of vorm. Die komen in de bakken te liggen tot ze nodig zijn om iets compleet te maken."

EmotieMaria voelt zielsverwantschap met Karl Trompert en Kurt Schwitters, beide assemblagekunstenaars die proberen met afval iets te vertellen. Net zolang puz-zelen tot je bepaald materiaal bij elkaar hebt gebracht waardoor een zekere sfeer of emotie wordt uitgedrukt. "Voor mij is afval van het strand het beste materiaal om me mee te uiten. Mijn thema is de fascinatie voor de bizarre verschijningsvormen in de natuur en de kwets-baarheid ervan. Het gejutte afval heeft karakter gekre-gen door weer en wind en heeft een geschiedenis. Ik heb een heel eigen stijl, minder abstract dan Trompert en Schwitters en meer geënt op de natuur. En er zit ook meer humor in. Kunst moet troost bieden, je moet er blij van worden en het moet fijn zijn ernaar te kijken. Ook mensen die nooit in een galerie kwamen zijn aan-genaam verrast dat wat ik maak herkenbaar is en dat je in de kunstwerken ziet welk materiaal ik gebruikte. Hé een schepje! Kijk dat beestje is van een waterpi-stooltje gemaakt! Hé dit was vast ooit een stuk van een pallet of kistje! Het zijn opmerkingen die ik maar al te vaak hoor in de galerie."Ooit op een vakantie naar Schotland huurden Maria, haar man en hun twee dochters een roeibootje en roeiden langs zeehonden naar een strandje dat vol lag met aangespoeld afval. "Ik verzamelde geestdrif-tig de dingen die voor mij schoonheid bezaten, zoals plankjes met wat kleur eraan, een oude bezem, een gek stuk ijzer met gaten erin en nog wat dingen. Thuis maakte ik er mijn eerste reliëf van, ik noemde het 'Opa met kleindochter'. Het hing jaren in onze huiskamer en was echt mijn favoriet. Toen het hier op Texel verkocht werd was dat wel even slik-ken. De kopers waren er echter direct door geraakt en ze zijn er nog steeds erg blij mee. Dat geeft veel voldoening."Inmiddels is Maria volledig geaccep-teerd door de inwoners van Texel. Soms vindt ze een tasje op de stoep met gejutte spullen van een ano-nieme jutter, haar overbuurmeisje jut voor haar, haar kunst hangt bij de lokale bevolking in huis. Mocht je ooit op Texel zijn, dan kan ik je adviseren haar ga-lerie te bezoeken. Op de website vind je nog meer foto's van kunstwerken en de openingstijden van het atelier: www.zeedistel.blogspot.com

Page 20: ATMosfeer editie 10 - maart 2012

20 ATMOSFEER maart 2012

Wim Hulshof en Arie Nijdam: de gezichten van Euroshore en VOMS

De documentaire Any Waste Any Time*, uitgebracht door het Havenbedrijf Rot-terdam, geeft onthutsende beelden te zien omtrent de vervuiling van de zeeën. Dat er binnen elke vierkante zeemijl zo’n 46.000 plastic deeltjes drijven, mag dan een schatting zijn. Dat de OD 6 uit Stellendam per week 400 kilo afval als bijvangst heeft, is daarentegen een feit. Maar ook de bestudeerde maaginhoud van zeevogels, die het leven lieten, spreekt boekdelen. De documentaire komt ook met de verklaring: slechts een op de drie schepen die de haven van Rotter-dam aandoen, biedt ook scheepsafval aan. En dat in een haven met uitstekende faciliteiten. Het laat zich raden waar het andere twee derde deel blijft.

Door Michel van Straten

Wim Hulshof (62) en Arie Nijdam (52) vertegenwoordi-gen de bedrijven die zich bezighouden met het inza-melen en verwerken van allerlei soorten scheepsafval. Hulshof is binnen ATM bepaald geen onbekende. Ruim 22 jaar maakte hij deel uit van de directie. Op dit mo-ment geniet hij van zijn prépensioen maar werkt nog op contractbasis voor halve dagen bij ATM, waarbij hij zich richt op de afwikkeling van bepaalde projecten. Tevens is hij voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Procesmatige Grondreinigingsbedrijven (NVPG) en bestuurslid van VNO-NCW. In 2010 werd hij gekozen tot president van Euroshore, de overkoepelende Eu-ropese organisatie van inzamelaars en verwerkers van maritiem afval. Arie Nijdam op zijn beurt vertegenwoordigt de Vereni-ging van Ondernemingen in de Milieudienstverlening ten behoeve van de Scheepvaart, kortweg VOMS ge-noemd. Nijdam is als VOMS-representant ook lid van Euroshore. Binnen deze club is hij de voortrekker bij de werkgroep 'beleid'."Wil je echt de vervuiling van de zeeën tegengaan, dan moet er ook voor de zeevaart een afgifteverplichting

voor scheepsafval komen," stelt Arie Nijdam. "Er is in de Tweede Kamer al een motie aangenomen dat sche-pen slechts 'leeg' mogen vertrekken. Het is alleen nog niet omgezet in wetgeving. Gelukkig is het wat betreft de binnenvaart behoorlijk geregeld door middel van de nodige wetgeving." Bij dit laatste valt te denken aan het Scheepsafvalstoffenverdrag dat sinds kort van kracht is. "En naast de afgifteverplichting is strakke

'Er moet een afgifteverplichting voor scheepsafval komen'

Page 21: ATMosfeer editie 10 - maart 2012

21

handhaving en controle nodig," vult Wim Hulshof aan. "Een goede monitoring van de schepen die de havens aandoen, zal er zeker ook toe bijdragen. "Een kapitein die weet dat ie gevolgd wordt en dat ie zich moet ver-antwoorden, zal zich een tweede keer wel bedenken."

Structuur en cultuurVOMS (sinds 1991) en Euroshore (sinds 1997) zijn relatief jonge brancheorganisaties. "De bedrijven heb-ben elkaar uiteindelijk gevonden, omdat er veel te veel scheepsafval niet werd afgegeven aan de havenont-vangstvoorzieningen," verhaalt Hulshof, destijds sa-men met Nijdam initiator van Euroshore. "Omdat de scheepvaart en de regelgeving voor de scheepvaart internationaal is, was het voor de inzamelaars en ver-werkers van scheepsafval nodig zich ook internatio-naal te organiseren. Aanvankelijk waren we niet meer dan een praatclub die geregeld bij elkaar kwam. Na-tuurlijk, het was goed elkaar te ontmoeten, maar daar bleef het dan ook bij. De laatste jaren wordt er meer gestructureerd gewerkt. Ik zal me daar ook hard voor blijven maken. Zo zijn er nu drie werkgroepen actief: beleid, kwaliteit en publiciteit. Binnen die werkgroepen zijn specialisten verenigd die tijdig rapporteren aan de algemene vergadering. Daarnaast werd de Belg Guido van Meel als secretaris aangesteld voor de dagelijkse gang van zaken." Euroshore is inmiddels door de Eu-ropese instanties erkend als dé vertegenwoor-diger van de havenontvangstvoorzieningen en betrokken bij alle Europese beleidsont-wikkelingen op het terrein van scheeps-afval. Dat de gewenste stappen minder snel worden gezet dan wenselijk heeft ook zo zijn verklaring. Hulshof: "We willen op het gebied van afvalinzameling en ver-werking uiteindelijk graag tot eenduidig beleid komen, maar dat is op Europese schaal enorm moeilijk. Er zijn nog altijd grote verschillen qua mentaliteit, cultuur en politiek. Voor mij is morgen morgen, maar in Zuid-Europa wordt daar toch nog wel eens anders over gedacht.""En dan zijn er ook nog verschillen qua

infrastructuur," voegt Nijdam eraan toe. "In Nederland hebben we tal van mogelijkheden om aangeboden af-val te verwerken volgens de geldende richtlijnen. Die richtlijnen kunnen we nu wel loslaten op, pakweg Roe-menië, maar daar ontbreekt het vaak nog aan verwer-kingscapaciteit. Dan wordt er waarschijnlijk voor een minder wenselijke oplossing, zoals storten gekozen."

Turkije en NigeriaHulshof en Nijdam zijn redelijk tevreden over de orga-nisatiegraad van respectievelijk Euroshore en VOMS. "Binnen elke branche zijn er bedrijven die meeliften op de bagagedrager van een ander," haalt Hulshof zijn schouders op. "Het zij zo. Die bedrijven moeten ook beseffen dat zij geen invloed kunnen uitoefenen op te maken beleid. Wel is het dan weer aardig om te zien dat bedrijven uit Turkije en Nigeria aansluiting gezocht hebben. Zij zien toch de meerwaarde van een branche-organisatie. Zij willen zich professioneler profileren."

Wim Hulshof wil met Euroshore de ingeslagen, profes-sionelere weg graag doortrekken. "Mijn wens is om uit-eindelijk tot een soort keurmerk of label voor scheeps-afvalinzamelaars te komen." Naast het tot stand komen van een afgifteplicht heeft Arie Nijdam nog een tweede wens. Deze wens van Arie Nijdam mag minder ambitieus klinken, maar is zeker zo lastig om te realiseren. "Mij is er veel aangelegen om de branche positiever in het nieuws te krijgen. De branche is veelal negatief in het nieuws, ook al blijken de feiten later anders te zijn. Ik weet hoe hard en integer er ge-werkt wordt en dan gaat die negatieve berichtgeving weleens zeer doen."

*Any Waste Any Time is te bekijken via:

www.portofrotterdam.com/nl/Pages/any-waste-any-time.aspx

"Wil je echt de vervuiling van

de zeeën tegengaan, dan

moet er ook voor de zeevaart

een afgifteverplichting voor

scheepsafval komen."

Page 22: ATMosfeer editie 10 - maart 2012

22 ATMOSFEER maart 2012

NieuwsflitsLosplaatsen en acceptatietanks opgeleverd

Met de uitbreiding van de losplaatsen en de installatie van 10 extra acceptatietanks gaan we er voor zorgen dat de service aan onze klanten weer verbeterd. Snel-heid is cruciaal voor onze transporteurs en onze ont-doeners, tijd is geld, en met deze investering worden zij nog sneller geholpen. Met het investeren aan de wa-terkant zijn we nog niet klaar, momenteel wordt er nog gebouwd aan 2 extra losplaatsen bij de slibontvangst- en verwerkingsinstallatie. De verwachting is dat de bouw hiervan tegen de zomer zal zijn afgerond.

Nieuw Logo, nieuwe uitstraling

Alle dochterondernemingen van Shanks krijgen een uniforme uitstraling.Het logo met daarin de naam en daaronder Part of shanks Group. De slogan is 'Making more from was-te'. De Shanks bedrijven krijgen hierdoor een uniforme en meer herkenbare uitstraling. Naast het nieuwe logo hebben we ook huisstijl handboeken uitgereikt gekre-gen. Dit behelst de uitstraling van briefpapier, adver-tenties e.d.. Voor ATM geldt in dit verband ook de stijl van het magazine ATMosfeer.

Page 23: ATMosfeer editie 10 - maart 2012

23

ATM blijft investeren!

De komende 2 jaar zal er weer volop worden gebouwd. Er komt een nieuwe grondloods voor verontreinigde grond, een nieuwe moderne vatenloods en een nieuwe grotere steiger. Met deze investeringen maken we weer een ver-beterslag op het gebied van milieu, logistiek en service. De impressie van deze projecten is over 2 jaar al weer werkelijkheid!

Peter Dilnot, B.Eng Chief Executive

Peter is op 1 februari 2012 als Chief Executive bij Shanks begonnen. Peter werkte hiervoor bij “Danaher Corporation,” op het laatst was hii daar “Group Presi-dent, Emerging Markets,” van de Gilbarco Veeder tak en President van “Danaher Middle East”. Voor Peter bij Danaher kwam, heeft hij zeven jaar bij de “Boston

Consulting Group” gewerkt in Londen en Chicago. Nadat Peter afgestudeerd was aan de “Royal Military Academy at Sandhurst,” heeft hij negen jaar als officier gewerkt bij de “British Armed Forces.Al binnen een week nadat Peter bij Shanks was be-gonnen heeft hij een hele dag bij ATM doorgebracht. Hij was zeer onder de indruk van zowel de technische innovaties als de organisatie die hij hier aantrof.

Nieuwsflits

Page 24: ATMosfeer editie 10 - maart 2012

Afvalstoffen Terminal Moerdijk B.V. Industrieterrein - Seaport M152Vlasweg 12, 4782 PW MoerdijkPostbus 30, 4780 AA Moerdijk

Nederland

Tel.: +31 (0)168 389289Fax: +31 (0)168 389270

E-mail: [email protected]: www.atmmoerdijk.nl