24
Magazine van en over ATM Moerdijk, een Shanks bedrijf Aardgas Icopower Haven van Moerdijk nr. 6 - december 2009 Foto Koos Boertjens (www.beeldsite.nl)

ATMosfeer editie 6 - december 2009

Embed Size (px)

DESCRIPTION

De zesde editie van ons relatiemagazine!

Citation preview

Page 1: ATMosfeer editie 6 - december 2009

M a g a z i n e v a n e n o v e r AT M M o e r d i j k , e e n S h a n k s b e d r i j f

Aardgas

Icopower

Haven van Moerdijk

nr. 6 - december 2009

Foto Koos Boertjens (www.beeldsite.nl)

Page 2: ATMosfeer editie 6 - december 2009

2

Van de redactie

2

Eindredactie:Jack DroogArno NijssenPiet Rolloos

Tel: 0168-389225Fax: 0168-389270

E-mail: [email protected]

Interviews:Michel van StratenAdriënne Nijssen

Vormgeving:Artfull Media, [email protected]

Druk:Drukkerij Van der Louw, Berkel & Rodenrijs

Dit magazine is een uitgave van: ATMAfvalstoffen Terminal Moerdijk B.V. Industrieterrein - Seaport M152Vlasweg 12, 4782 PW MoerdijkPostbus 30, 4780 AA MoerdijkNederland

Indien u dit magazine niet wenst te ontvangen bel, fax of e-mail naar de redactie.

COLOFON

O ndanks de economische mal-heur heeft de redactie het dus-

danig druk met zijn eigen werk dat het niet gelukt is om in het voorjaar een ATMosfeer gereed te hebben. Dit jaar is de uitgave dus eenmalig, maar daarom niet minder interes-sant.

Omdat Nederland dit jaar 50 jaar bestaat als producent van aardgas besteden we hier extra aandacht aan in de vorm van een artikel van 4 pa-gina’s. Het ontstaan van de NAM en Gasunie vloeide hier rechtstreeks uit voort. Maar ook onze welvaart (oa. pensioen) hebben we hier voor een groot deel aan te danken. Zou een verhoging van de aardgaspro-ductie onze pensioengerechtigde leeftijd op 65 kunnen houden? De voorraden zijn immers veel groter dan ooit gedacht.

Het bezoek aan ons zusterbedrijf ICOVA heeft naast een interview met Gerrit Tol nog een artikel op-geleverd over ICOPOWER, produ-cent van alternatieve “energiepel-lets”. Zeer vooruitstrevend toen men er mee begon en die sinds 2003 de status van een apart pro-duct heeft gekregen.

Een belangrijk onderwerp voor ATM is het veranderend inzicht van de overheid in het kader van haar handhavingsbeleid. Men moet uit-gaan van het goede in de mens is het nieuwe devies. Een insider ver-teld het verhaal.

We laten de havenmeester van de “Port of Moerdijk” zijn toekomstvi-sie met u delen over de groeimoge-lijkheden die de haven heeft.

We hebben gesproken met het Bel-gische Envisan, dat zelf gestopt is met grondreiniging en nu ATM als partner heeft voor de reiniging van vervuilde grond. Een relatie die ge-baseerd is op gevoel en vertrouwen in elkaar.

De elektrotechnische dienst van ATM laat ons zien dat zij bij alle plants een belangrijke rol vervullen, die zich grotendeels op de achter-grond lijkt af te spelen. Schijn be-driegt?

In het kader van de milieubewust-wording is er gekeken wat de cam-pagnes, die de ANWB sinds tiental-len jaren voert, voor effect hebben op ons gedrag. Daarom zijn we gaan

posten langs de snelweg bij een van smerigste parkeerplaatsen (ook wel verzorgingsplaatsen genoemd) die Nederland kent.

Namens de redactie,

Arno Nijssen

O ndanks de economische mal-heur heeft de redactie het dus-

danig druk met zijn eigen werk dat het niet gelukt is om in het voorjaar een ATMosfeer gereed te hebben. Dit jaar is de uitgave dus eenmalig, maar daarom niet minder interes-sant.

Omdat Nederland dit jaar 50 jaar bestaat als producent van aardgas besteden we hier extra aandacht aan in de vorm van een artikel van 4 pa-gina’s. Het ontstaan van de NAM en Gasunie vloeide hier rechtstreeks uit voort. Maar ook onze welvaart (oa. pensioen) hebben we hier voor een groot deel aan te danken. Zou een verhoging van de aardgaspro-ductie onze pensioengerechtigde leeftijd op 65 kunnen houden? De voorraden zijn immers veel groter dan ooit gedacht.

Het bezoek aan ons zusterbedrijf ICOVA heeft naast een interview met Gerrit Tol nog een artikel op-geleverd over ICOPOWER, produ-cent van alternatieve “energiepel-lets”. Zeer vooruitstrevend toen men er mee begon en die sinds 2003 de status van een apart pro-duct heeft gekregen.

Een belangrijk onderwerp voor ATM is het veranderend inzicht van de overheid in het kader van haar handhavingsbeleid. Men moet uit-gaan van het goede in de mens is het nieuwe devies. Een insider ver-teld het verhaal.

We laten de havenmeester van de “Port of Moerdijk” zijn toekomstvi-sie met u delen over de groeimoge-lijkheden die de haven heeft.

We hebben gesproken met het Bel-gische Envisan, dat zelf gestopt is met grondreiniging en nu ATM als partner heeft voor de reiniging van vervuilde grond. Een relatie die ge-baseerd is op gevoel en vertrouwen in elkaar.

De elektrotechnische dienst van ATM laat ons zien dat zij bij alle plants een belangrijke rol vervullen, die zich grotendeels op de achter-grond lijkt af te spelen. Schijn be-driegt?

In het kader van de milieubewust-wording is er gekeken wat de cam-pagnes, die de ANWB sinds tiental-len jaren voert, voor effect hebben op ons gedrag. Daarom zijn we gaan

posten langs de snelweg bij een van smerigste parkeerplaatsen (ook wel verzorgingsplaatsen genoemd) die Nederland kent.

Namens de redactie,

Arno Nijssen

Van de redactie

Van de directie

Afdeling ETD

Haven van Moerdijk

Icova

Icopower

Envisan Aardgas

De parkeerplaats

Toezicht

Reym Veendam

Nieuwsfl its

2

3

4

6

8

10

12

14

18

20

21

22

Inhoud

Page 3: ATMosfeer editie 6 - december 2009

33

Van de directie

3

Hebben we last van de fi nanciële en economische crises, die al on-geveer een jaar dominant in het nieuws aanwezig, is een veelvuldig gestelde vraag. In tal van sectoren (transport, bouw, metaal, auto-in-dustrie) is er inderdaad sprake van veel slechtere bedrijfsresultaten en ook de overheid heeft fl inke tekorten. In de hele afvalsector is te merken dat er minder eco-nomische activiteit is en dus ook minder afvalaanbod. Daarnaast zijn er in de afgelopen periode diverse extra afvalinstallaties bijgebouwd, vooral verbranding. Dat gaat ook nog even door, waardoor de con-currentie sterk is toegenomen en prijzen behoorlijk zijn gedaald. Momenteel is het zelfs zo dat ver-brandingsprijzen zo laag zijn dat sommige vormen van materiaalre-cycling stil komt te liggen; voor het milieu geen goede zaak. Bij ATM merken we de gevolgen van deze ontwikkelingen. Zo is het aanbod van verontreinigde grond lager dan voorgaande jaren, om-dat bouwprojecten stagneren of worden afgeblazen. Omdat het ge-bruik van verf (auto’s, bouw) min-der is, is er ook minder verfafval. Ook in de chemie en scheepvaart, die veel afval aanlevert voor onze waterkant, is het allemaal een slag minder. Door dit alles is de omzet dit jaar daarom lager dan vorig jaar en ook zien we nu af en toe een gebrek aan voeding voor de installaties. Gelukkig zijn we in staat om een deel van de mindere inkomsten te compenseren door lagere kosten in de logistiek en afzet van rest-stoffen. Wel moeilijker dus, maar al met al mogen we tot nu toe nog niet erg mopperen over de gang

van zaken, ook al omdat we nog voldoende werk hebben om alle medewerkers goed aan de gang te houden.

Bij moederbedrijf Shanks heeft de slechtere economie in zowel Ne-derland als België en de UK geleid tot lagere verwachtingen en resul-taten dan vorig jaar. Het is in dat licht positief dat we toestemming van Shanks hebben gekregen om de door ons gewenste investerin-gen dit jaar door te mogen zetten. De twee belangrijkste daarvan zijn het nieuwe laboratorium/kantoor waterkant en de uitbreiding in opslagtanks voor afvalwater. Ook beginnen we na te denken over uitbreiding van onze steiger in het Hollands Diep, hoewel dat een in-vestering gaat worden voor het volgende jaar (jaren).Een ontwikkeling die ook een be-langrijke rol kan gaan spelen, is de ontwikkeling van het nieuwe bedrijf van Martens en Van Oord naast ons terrein. Dit wordt een bedrijf voor de ontvangst, be-werking en afzet van bouwstof-fen, waaronder uitgebaggerd zand en grind van de Maas, maar ook verschillende andere bouwstoffen. Al jarenlang neemt Martens en Van Oord ons gereinigde zand af voor toepassing in vooral wegen-bouwprojecten. Nu zij een terrein ontwikkelen naast dat van ATM, is het een optie om de gereinigde grondlogistiek en afzet nog effi -ciënter vorm te geven. Hierdoor kan onze eigen opslag voor grond op het ZHD-terrein helemaal gebruikt worden voor verontrei-nigde grond en TAG, zodat nog minder gebruik gemaakt hoeft te worden van externe opslag.

Naast geld verdienen en een bij-drage leveren aan een maatschap-pelijke behoefte (afval verwerken) heeft een bedrijf (werk) ook een sociale functie. Dit geldt uiteraard vooral voor de medewerkers van het bedrijf, die 8 uur per dag met elkaar omgaan op het werk. Plezier hebben in je werk of baan wordt vooral bepaald door een goede sfeer en een eerlijke en open wijze van omgaan met elkaar. Voor ons als directie is dit een belang-rijk onderdeel van de cultuur die we binnen het bedrijf proberen te stimuleren. Een bedrijf is vooral een club van mensen en de afgelo-pen maanden waren er een aantal bijzonderheden. Zo hadden we dit voorjaar voor het eerst een 40-ja-rig dienstverband. Weliswaar met hulp van een aantal jaren bij een rechtsvoorganger van ATM, maar toch was onze Salesmanager en mederedactielid Piet Rolloos de eerste jubilaris van deze categorie. Ook een man van een bijzondere categorie is Co van de Wijngaard, die 65 jaar is geworden en met pensioen is gegaan. Co is ruim 22 jaar bij ATM werkzaam geweest en was binnen ATM, maar ook buiten ATM een geliefd mens.Van een geheel andere en trieste orde is het plotselinge overlijden van Jaap Tolenaars in juni jl. op een bedrijfsvoetbaltoernooi van zijn eigen club. Een schok voor zijn ge-zin en ook binnen ATM, maar ook een aansporing om plezier te heb-ben in het werk en daarbuiten en te genieten van het leven.

Jack Droog, directeur

Hebben we last van de fi nanciële en economische crises, die al on-geveer een jaar dominant in het nieuws aanwezig, is een veelvuldig gestelde vraag. In tal van sectoren (transport, bouw, metaal, auto-in-dustrie) is er inderdaad sprake van veel slechtere bedrijfsresultaten en ook de overheid heeft fl inke tekorten. In de hele afvalsector is te merken dat er minder eco-nomische activiteit is en dus ook minder afvalaanbod. Daarnaast zijn er in de afgelopen periode diverse extra afvalinstallaties bijgebouwd, vooral verbranding. Dat gaat ook nog even door, waardoor de con-currentie sterk is toegenomen en prijzen behoorlijk zijn gedaald. Momenteel is het zelfs zo dat ver-brandingsprijzen zo laag zijn dat sommige vormen van materiaalre-cycling stil komt te liggen; voor het milieu geen goede zaak. Bij ATM merken we de gevolgen van deze ontwikkelingen. Zo is het aanbod van verontreinigde grond lager dan voorgaande jaren, om-dat bouwprojecten stagneren of worden afgeblazen. Omdat het ge-bruik van verf (auto’s, bouw) min-der is, is er ook minder verfafval. Ook in de chemie en scheepvaart, die veel afval aanlevert voor onze waterkant, is het allemaal een slag minder. Door dit alles is de omzet dit jaar daarom lager dan vorig jaar en ook zien we nu af en toe een gebrek aan voeding voor de installaties. Gelukkig zijn we in staat om een deel van de mindere inkomsten te compenseren door lagere kosten in de logistiek en afzet van rest-stoffen. Wel moeilijker dus, maar al met al mogen we tot nu toe nog niet erg mopperen over de gang

van zaken, ook al omdat we nog voldoende werk hebben om alle medewerkers goed aan de gang te houden.

Bij moederbedrijf Shanks heeft de slechtere economie in zowel Ne-derland als België en de UK geleid tot lagere verwachtingen en resul-taten dan vorig jaar. Het is in dat licht positief dat we toestemming van Shanks hebben gekregen om de door ons gewenste investerin-gen dit jaar door te mogen zetten. De twee belangrijkste daarvan zijn het nieuwe laboratorium/kantoor waterkant en de uitbreiding in opslagtanks voor afvalwater. Ook beginnen we na te denken over uitbreiding van onze steiger in het Hollands Diep, hoewel dat een in-vestering gaat worden voor het volgende jaar (jaren).Een ontwikkeling die ook een be-langrijke rol kan gaan spelen, is de ontwikkeling van het nieuwe bedrijf van Martens en Van Oord naast ons terrein. Dit wordt een bedrijf voor de ontvangst, be-werking en afzet van bouwstof-fen, waaronder uitgebaggerd zand en grind van de Maas, maar ook verschillende andere bouwstoffen. Al jarenlang neemt Martens en Van Oord ons gereinigde zand af voor toepassing in vooral wegen-bouwprojecten. Nu zij een terrein ontwikkelen naast dat van ATM, is het een optie om de gereinigde grondlogistiek en afzet nog effi -ciënter vorm te geven. Hierdoor kan onze eigen opslag voor grond op het ZHD-terrein helemaal gebruikt worden voor verontrei-nigde grond en TAG, zodat nog minder gebruik gemaakt hoeft te worden van externe opslag.

Naast geld verdienen en een bij-drage leveren aan een maatschap-pelijke behoefte (afval verwerken) heeft een bedrijf (werk) ook een sociale functie. Dit geldt uiteraard vooral voor de medewerkers van het bedrijf, die 8 uur per dag met elkaar omgaan op het werk. Plezier hebben in je werk of baan wordt vooral bepaald door een goede sfeer en een eerlijke en open wijze van omgaan met elkaar. Voor ons als directie is dit een belang-rijk onderdeel van de cultuur die we binnen het bedrijf proberen te stimuleren. Een bedrijf is vooral een club van mensen en de afgelo-pen maanden waren er een aantal bijzonderheden. Zo hadden we dit voorjaar voor het eerst een 40-ja-rig dienstverband. Weliswaar met hulp van een aantal jaren bij een rechtsvoorganger van ATM, maar toch was onze Salesmanager en mederedactielid Piet Rolloos de eerste jubilaris van deze categorie. Ook een man van een bijzondere categorie is Co van de Wijngaard, die 65 jaar is geworden en met pensioen is gegaan. Co is ruim 22 jaar bij ATM werkzaam geweest en was binnen ATM, maar ook buiten ATM een geliefd mens.Van een geheel andere en trieste orde is het plotselinge overlijden van Jaap Tolenaars in juni jl. op een bedrijfsvoetbaltoernooi van zijn eigen club. Een schok voor zijn ge-zin en ook binnen ATM, maar ook een aansporing om plezier te heb-ben in het werk en daarbuiten en te genieten van het leven.

Jack Droog, directeur

De economische crisis

Investeringen

Mensen

Page 4: ATMosfeer editie 6 - december 2009

In de serie “afdelingen” heeft de redactie deze keer haar pijlen

gericht op de “elektrotechnische dienst”.Stroom is voor een ieder van ons iets waar we normaal niet bij na-denken; het is er gewoon.Dat daar heel wat bij komt kijken werd ons duidelijk nadat we, het hoofd van de afdeling, Teus Brand hadden gesproken. De ETD is een afdeling die met 9 mensen niet al-leen de stroomvoorziening binnen ATM regelt en controleert, maar die ook een duidelijke link heeft met de procesbesturing.Op een zonnige dag in september heeft Teus, vlak voor zijn vakantie, even tijd voor een gesprek met ons. De gedrevenheid druipt van hem af. Nu vakantie nemen, want na terugkomst wacht weer de gro-te onderhoudsstop bij de grond-reiniging.“We bemoeien ons met alles wat zit tussen een printplaatje en een 1500 kW elektromotor,” valt Teus met de deur in huis. Het is nodig om de spraakwaterval enigszins in te dammen en de taken die de ETD heeft per stuk te benoemen.

De stroomvoorziening is de basis van de ETD. Ons bedrijf is een grote verbruiker van elektrische energie en dat vraagt dus om betrouwbare voorzieningen. Met een verbruik van 50 miljoen kWh per jaar (een gezin van 4 personen gebruikt ca. 3500 kWh per jaar) is het nodig om een eigen 10 kV net te hebben. Als een van de weinige bedrijven op het industrieterrein hebben we zelf kabels laten leggen vanaf het 150 kV verdeelstation van Essent. Aan de ene kant omdat op deze manier de bedrijfszekerheid ver-

groot wordt; geen last meer als er op het industrieterrein een kabel kapot getrokken wordt, terwijl ook diverse 150 kV stations met elkaar verbonden zijn die de functie van elkaar bij stroomuitval overnemen. Anderzijds hoef je geen transport-kosten voor de stroom meer te betalen.Doordat van de 10 kV kabel een ringleiding is gemaakt, is ervoor gezorgd dat bij storingen bliksem-snel de stroomrichting wordt om-gedraaid en er dus geen stroom-uitval op ons eigen terrein is.De spanning wordt in stappen te-ruggeregeld en via verdeelkasten verdeeld over het terrein, afhanke-lijk van wat men ter plaatse nodig heeft. Een belangrijk onderwerp hierbij is natuurlijk veiligheid. Bij ATM zijn er een aantal gebieden die volgens de ATEX zonering aangemerkt worden als explosie gevaarlijk gebied. Dat betekent dus strenge regels voor de aanleg en het gebruik van elektriciteit.

Men kan zich voorstellen dat het belangrijk is dat alle aansluitsche-ma’s op een uniforme wijze in een tekening vast liggen. Dit is noodza-kelijk voor onderhoud, aanpassin-

gen en storingen. Andere partijen zijn vaak betrokken bij het uit-voeren van de diverse werkzaam-heden. Zij doen hun werk aan de hand van deze schema’s.De tekeningen maken is al een flinke klus, maar het up-to-date houden is zo mogelijk een nog grotere taak. Dit is een minutieus karweitje, waar Peter Kraaijeveld zich helemaal in vast bijt. Ook bij grotere projecten (gebouwen en installaties) dienen voor het offer-te stadium tekeningen en een pro-gramma van eisen (PVE) gemaakt te worden, zodat aannemers in staat zijn om hun aanbieding te kunnen doen.

De laatste jaren is de ETD steeds meer betrokken geraakt bij aller-lei online ana-lyseapparatuur die in de diverse installaties is in-gebouwd. NEN 14181 is hier-bij de leidraad, waarin eisen vastgelegd zijn waar de meet-apparatuur aan moet voldoen,

ETD: de stille kracht

4

Peter

Lauran

Engineering

Rob

EmisiesElektriciteit

Page 5: ATMosfeer editie 6 - december 2009

de controle- en calibratiefrequen-tie van de apparatuur alsook de vastlegging van al deze metingen. Aan analysers zitten draadjes die de signalen doorgeven en zo is dit bij de ETD terecht gekomen. Dit hele systeem wordt jaarlijks ge-controleerd via een audit door o.a. de Nederlandse Emissie Autoriteit. Deze klussen worden door Lauran van Hal geklaard.

Procesbesturing is een aaneen-schakeling van acties die volgen op andere acties. Bij het verpompen van vloeistoffen van de ene tank naar de andere is het inmiddels verleden tijd dat iemand bovenop de tank in de gaten moest houden of de tank al vol is. Met drukopne-mers wordt het niveau van de tank gemeten. Wordt het hoge niveau bereikt dan gaat er een alarm af

en wordt het verpompen gestopt. PLC ‘s (Programmable Logic Con-troller) hebben voor een revolu-tie gezorgd in de procesbesturing. Een kleine chip met een aantal aansluitingen daarop die vrij ge-programmeerd kan worden voor wat betreft acties die gedaan moe-

ten worden. Dit vergt een zeer nauwgezette omschrijving van wat er moet gebeuren bij be-paalde acties en wat er fout kan gaan en hoe dat voorkomen kan worden. Kortom een taak waarbij men goed moet kunnen luisteren, lezen, begrij-pen wat er gebeurt en programmeren. Peter en Humphry zijn de mannen die dat voor hun rekening nemen.

Afgelopen jaren zijn er flinke vor-deringen gemaakt met het pre-ventief onderhoud. Door lering te trekken uit storingen is een proces in gang gezet waarbij het besef is ontstaan dat preventief onder-houd de bedrijfstijd van installa-ties behoorlijk kan verhogen. Dit vergt echter een grote mate van discipline en daaraan gekoppelde planning. Voor sommige installaties wordt het (preventief) onderhoud, aanpassingen, vernieuwingen ge-bundeld in een korte tijd. De plant gaat stil en er komen grote aantal-len mensen uit diverse disciplines om het onderhoud uit te voeren. De voormannen zijn voorzien van tekeningen en foto’s om het werk uit te kunnen voeren. Het eindpunt van de planning is het doorspre-ken van het werk, het geven van instructies, materialen bestellen en zorgen dat deze tijdig aanwezig zijn. Aan zo’n stop gaan maanden van voorbereiding af, terwijl dit voor kleinere klussen logischerwijs min-der tijd vraagt van Randy, de man die dit allemaal coör-dineert. Het tes-ten van systemen is belangrijk om weer veilig op te kunnen starten.Ook al verloopt een stop nog zo gladjes, er blijven altijd verbeter-punten en daarom

wordt er achteraf altijd met alle betrokkenen een evaluatie van de stop gedaan.

Rob, Rene en Mark verzorgen de dagelijkse werkzaamheden, waarbij ieder zijn eigen werkgebied heeft. Ondanks alle onderhoudsactivi-teiten zijn er storingen, die zich op elk tijdstip voor kunnen doen. Deze vragen meestal om directe actie. De organisatie is zodanig dat elke medewerker van de ETD zijn bijdrage levert aan de consig-natiediensten die hiervoor in het leven zijn geroepen. Afhankelijk van de ernst van de storing wordt extra hulp ingeroepen of wordt de klus alleen geklaard.

Al met al was het bijzonder leer-zaam voor ons om te horen wat de ETD allemaal doet. Ter afsluiting typeert Teus de ETD: “Een dyna-mische afdeling, waar we ons met z’n allen als een vis in het water voelen en die midden in de pro-cessen van ATM staat.” Onze me-ning spreekt al uit de titel van dit artikel.

5

Storingen

Lauran Peter, Teus en Randy

Humphry

Peter

René en Randy

Plannen

Programmeren

Page 6: ATMosfeer editie 6 - december 2009

De haven van Moerdijk vierde in 2008 het 40-jarig bestaan. Er

mocht even stilgestaan worden bij een enorme ontwikkeling. In vier decennia groeide de haven aan het Hollands Diep uit van niets tot de vierde zeehaven van Nederland. Havenmeester Ruud Verhulst (56) gelooft in de potentie van Moer-dijk. “In de komende twintig jaar zie ik de haven zeker twee keer zo groot worden. Moerdijk heeft het in zich uit te groeien tot een belangrijk binnenlands distribu-tieknooppunt. De ligging tussen Rotterdam en Antwerpen is ideaal in combinatie met de veelzijdige achterlandverbindingen: spoor, fi -levrij wegtransport, binnenvaart

en de aanwezigheid van een buis-leidingenstraat.” Verhulst voegt daar nog aan toe: “Vergeleken met andere havens beschikken we over korte beslis-singslijnen, waardoor we ook in staat zijn om snel en fl exibel te handelen. Daarnaast hebben we specialismen in huis, waardoor we voor bepaalde goederenstromen interessant kunnen zijn en – niet onbelangrijk – we zijn concurre-rend wanneer het om de kosten per overslag gaat.”

Ruud Verhulst werd in ’98 door het Havenschap Moerdijk gevraagd voor de functie van havenmeester. Dat men op de Rotterdammer uitkwam, was geen toeval. Verhulst was met zijn ervaring op zowel het water (stuurman GHV en een job bij een Ierse rederij) als op het droge (16 jaar bij containerover-slagbedrijf ECT) geknipt voor de

functie van havenmeester. Van zijn ‘ja’ heeft hij nog geen moment spijt gehad.“Je werkt in een dynamische om-geving die steeds weer nieuwe uitdagingen biedt,” verzekert de enthousiaste vijftiger. “Kijk ik ach-terom, dan is er al heel wat ge-beurd. Toen ik hier aantrad, liet men de dingen nog vaak op zich afkomen. Was er iets nodig, dan werd dat aangeschaft. Was er iets kapot, dan werd dat gerepareerd. Er werd veel hapsnap gewerkt. Kijk ik nu naar onderwerpen als beheer, onderhoud, innovatie en, niet onbelangrijk, veiligheid dan wordt er veel planmatiger ge-werkt. En doordat er planmatig gewerkt wordt, kan er ook beter geanticipeerd worden op nieuwe ontwikkelingen. Kortom: binnen de haven Moerdijk wordt minder aan toeval overgelaten.”Een interessant item in dit ver-

6

Havenmeester Ruud Verhulst, Port of Moerdijk:

‘De haven zie ik twee keer zo groot worden’

Door Michel van Straten

Page 7: ATMosfeer editie 6 - december 2009

band is ook de verduurzaming van de haven. Hier is nog een grote slag te maken. Ruud Verhulst wijst vanuit zijn kantoor naar de vele loodsen en kantoorpanden. “Al die dakoppervlakten zijn te gebruiken voor de opvang van regenwater. Ook is er op milieugebied veel te bereiken door reststoffen van het ene bedrijf te benutten voor het andere. Vrijkomend CO2 wordt nu al gebruikt bij het productieproces van andere ondernemingen. Een

pijpleiding koppelt de bedrijven aan elkaar. Goed voor het milieu en er ontstaat een win-winsituatie voor meerdere partijen.”

Wil de haven Moerdijk, zoals Ruud Verhulst voorziet, qua grootte ver-dubbelen, dan moet er natuurlijk wel iets gebeuren. De concurren-tie slaapt immers niet.“Allereerst moeten we natuurlijk als haven alert blijven. Een ont-wikkeling die de haven er sterker op maakt is de heruitgave van de overtollige grond (132 hectare, red.) van Shell Chemie Moerdijk. Er komt meer diversiteit in het ge-bied. Was Moerdijk eerst slechts een haven bij de Shell, anno 2009 liggen de verhoudingen heel an-ders. De erfpachtconstructie bij de heruitgave van het Shell-terrein biedt bovendien op termijn meer continuïteit qua inkomsten.”Verhulst en de zijnen zien zich echter ook graag gesteund door

een mee-denkende en meewerken-de overheid, zowel lokaal, provinciaal als nationaal.“Het besef dat het hier om de vierde zeehaven van Neder land gaat, is soms

nog onvol-doende ge-w o r t e l d ,” stelt Ruud Verhulst op basis van zijn contac ten . “Zelf ben ik iemand die altijd

m a r i t i e m denkt, maar de mensen moeten in Brabant ken-nelijk nog al-tijd aan het idee wen-nen dat ze een zeehaven – we zijn zelfs een Schengen-buitengrens – op hun grondgebeid hebben. En dat is ook wel weer te begrijpen. Veertig jaar geleden werden in dit gebied nog bieten en vlas verbouwd. Noord-Brabant kende wel industrie, maar was bij uitstek een landbouwpro-vincie.”

Een grote sprong voorwaarts zou de haven van Moerdijk kunnen maken, wanneer de aanvoerroute een grotere diepgang krijgt. De ha-ven is nu bereikbaar voor schepen met een diepgang van 8,90 meter. “De Kiltunnel is bepalend,” legt

Verhulst uit. “Op de tunnelbuizen ligt een afdeklaag ter bescher-ming van bijvoorbeeld een vallend anker. Wanneer die beschermde afdeklaag vervangen zou worden door stalen platen, dan zou er ruim een meter aan diepgang ge-wonnen kunnen worden. In dat geval kunnen we ook schepen met de zogenaamde Baltic Max ont-vangen. Die schepen hebben net die diepgang om door het Kieler Kanaal de Oostzee te bereiken. Wat let ze dan nog om in voor-komende gevallen door te varen naar Moerdijk?”

Het laat zich raden dat iemand als Ruud Verhulst ook in zijn vrije tijd op het water te vinden is. In zijn vrije tijd brengt hij menig uur-tje door op zijn eigen boot met Numansdorp als thuishaven. De maritieme liefde gaat nog verder. “In mijn rol als kapitein-luitenant ter zee (KMR) begeleid ik soms militaire transporten op koop-vaardijschepen. Zo ben ik naar Noord-Noorwegen gevaren met een schip vol Leopard tanks,” ver-haalt de havenmeester over zijn nevenfunctie. “Als liaison-officier ben je dan medeverantwoordelijk voor de veiligheidsaspecten rond-om het transport. Ook leuk om te doen.”

7

Diversiteit

Baltic Max

Vrije tijd

Page 8: ATMosfeer editie 6 - december 2009

8

Vroeger dan afgesproken ar-riveer ik bij ICOVA. Hoewel

Gerrit Tol nog druk bezig is word ik door zijn secretaresse het rui-me en lichte kantoor ingeloodst, de koffi e staat klaar. Door de hoge ramen zijn bomen in hun herfst-tooi zichtbaar.Gerrit brandt los zodra hij aan ta-fel komt zitten. “Ik zit al heel mijn leven in het afval en ja, daar raak je mee besmet,” begint hij lachend. “Mijn vader had een containerbe-drijf, Containerverhuur NJ Tol en zoon, ik groeide er in. Als jongen op de shovel en de kraan, vanaf mijn achttiende op een vracht-

wagen. Eerst een klein portaaltje, daarna een combinatie. Vervolgens de planning, daarna de boekhou-ding en uiteindelijk mede-eigenaar. Toen pa met pensioen ging werd ik eigenaar. Ik begon in Volendam maar verhuisde in 1986 naar Pur-merend.” In 2001 verkocht Gerrit het bedrijf aan ICOVA. Hij wilde Tol in Noord-Holland laten groei-en en verwachtte dat het sneller zou gaan met ICOVA dan in zijn eentje. Gerrit werd vestigingsma-nager van Tol Milieu Purmerend. “Geen idee dat ik ooit algemeen directeur van ICOVA zou wor-den,” lacht hij.

In 2004 kreeg ICOVA nog een vestiging in Noord-Holland, Tol Milieu Burgerbrug. Vanaf dat mo-ment zwaaide Gerrit de scepter over twee bedrijven. Met behulp van moeder ICOVA groeide Tol Milieu gigantisch, alle zowel qua personeel en qua omzet.Ruim een jaar geleden werd Ger-rit gevraagd of hij interesse had in de functie van algemeen directeur van ICOVA. “Nou dat had ik wel,” zegt hij. Vanaf mei 2008 draaide hij mee als adjunct-directeur, in september werd zijn benoeming offi cieel. “Ik was al snel op mezelf aangewezen, maar dat is wel lek-ker. Dan kun je alles doen zoals jij het in gedachten hebt.”ICOVA is maar een jaartje ouder dan Gerrit. In 1962 veranderde Jan Visser, eigenaar en oprichter, de naam van zijn afvalbedrijf We-trac NV. in Inkoop Combinatie Van Afvalstoffen, afgekort ICOVA. Visser introduceerde als één van de eerste in Nederland afvalpers-containers. Iedereen verklaarde hem voor gek, men dacht dat hij minder werk zou krijgen. Maar aan een container hing wel een con-

‘Innovatie en samenwerking, daar gaan we voor!’

Door Adriënne Nijssen

Carrière

Page 9: ATMosfeer editie 6 - december 2009

99

tract van minimaal 5 jaar. De conti-nuering van het bedrijf werd voor langere tijd gegarandeerd. “Visser leeft nog,” vertelt Gerrit. Hij heeft niets meer te zeggen maar is nog steeds geïnteresseerd. Hij is bijna 87 en doet alles nog zelf.” In de hal van het bedrijf hangt zijn geschil-derde portret.Het plaatsen van containers bij particulieren en bedrijven was zo succesvol dat het bedrijf explo-sief groeide en zich steeds meer toelegde op de totale dienstverle-ning rondom inzameling, reiniging, transport en verwerking van afval- en reststoffen.

Met dezelfde vooruitziende blik bouwde ICOVA, als eerste in Eu-ropa, een fabriek om hoogwaar-dige brandstof te produceren uit afval. “Toen Visser die fabriek be-gon was hij zijn tijd ver vooruit. De benzine kostte niks, brand-stofprijzen waren laag. Misschien was zijn achterliggende gedachte wel de oliecrisis. Omdat Icopower de eerste was, is ICOVA er wel bekend door geworden in deze markt.” Over het paradepaardje van ICOVA is opde volgende blad-zijden een artikel opgenomen.Een speerpunt van ICOVA is in-novatie. Van (ondergrondse) pers-containers maakte het bedrijf zijn specialisatie. “De burger in Am-sterdam-Noord gooit zijn afval in de ondergrondse. Dat afval wordt tussen de 5 en 6 keer verdicht.” ICOVA onderhoudt de 700 on-dergrondse perscontainers. Ze worden bij ICOVA geleegd, nage-keken en gewassen. Ook de over-slag van het afval gebeurt bij ons. “Met dat afval doen we niets, het is niet van ons. Al het andere afval wordt gescheiden. Ongeveer 60 tot 70 procent van het bedrijfs-afval gaat naar Icopower, wat we echt niet kunnen gebruiken gaat naar de vuilverbranding. En wat ze daar niet willen hebben gaat naar de stort.”

Een tweede speerpunt van ICO-VA is samenwerking. “We kiezen er voor om sommige dingen niet zelf te doen om de simpele reden dat anderen er beter in zijn. We gaan voor het opbouwen van een goede relatie zodat we er beiden beter van worden. Liever samen-werken, dan elkaars concurrenten worden,” zegt Gerrit.”Zo werkt ICOVA op het gebied van papier- en kartonrecycling sa-men met Kras en de Graaf. Gerrit wijst op een schilderij van golfkar-ton dat al heel lang aan de muur hangt. Gemaakt door Kras en de Graaf en aangeboden bij het veer-tigjarig bestaan van ICOVA.Een tweede voorbeeld van samen-werking is de levering van elektri-citeit. Restafval van ICOVA wordt verbrand bij AEB (Afval- en Electri-citeits Bedrijf). De elektriciteit die daarbij wordt opgewekt verkoopt AEB weer aan ICOVA. “Ook met HVC (HuisVuilCentrale) in de kop van Noord-Holland hebben we zo’n soort regeling. Tol Milieu Bur-gerbrug en Tol Milieu Purmerend brengen hun bedrijfsafval en krij-gen elektriciteit terug geleverd.”

Bij een tweede kop koffie ontdek-ken we onze gezamenlijke passie voor boten. In het weekend vaart Gerrit vaak met zijn vrouw, die ook dol op de boot is. De kinde-ren, een zoon van 16 en een doch-ter van 13, gaan steeds minder vaak mee. “Och, die redden zich thuis nu ook wel,” zegt hij.

Door de stoere verhalen over harde wind en verschrikkelijke re-genbuien zouden we bijna verge-ten dat we aan het werk zijn. Maar het brengt ons ook bij Mokum Mariteam. Al in 1999 door ICOVA, samen met een aantal bedrijven uit Amsterdam, opgericht.Mokum Mariteam is gespeciali-seerd in afvalinzameling over wa-ter. Sinds 2007 krijgt het bedrijf meer vorm omdat het maatschap-pelijk draagvlak groter wordt. Er wordt nu al gevaren met dekschui-ten waar containers op staan. Een klein bootje vaart de dekschuiten van en naar de binnenstad van Amsterdam, het afval wordt bij ICOVA verwerkt. “We willen naar een selfsupporting boot toe,” ver-telt Gerrit. Binnen afzienbare tijd wordt de eerste boot met kraan gemaakt. Zo kunnen bijvoorbeeld bouwmaterialen de binnenstad in en afval de binnenstad uit. Het is de bedoeling dat de boot elek-trisch wordt. Stil en milieuvriende-lijk. “We kunnen ook de cafés aan de grachten bevoorraden zoals de bierboot in Utrecht. We kunnen dan het afval mee terugnemen. Momenteel worden potentiële klanten benaderd.”Maar ook aan land timmert ICO-VA aan de weg. Met TNO, DAF en een aantal andere bedrijven wordt bekeken of hybride vuilnisauto’s haalbaar zijn. “Altijd lastig als je de eerste bent, dan heb je alle kosten. Maar wij willen er alles aan doen om duurzaam te zijn, dan moet je geen afwachtende houding aanne-men,” besluit Gerrit.

9

Visie

Samenwerken

Grachten

Page 10: ATMosfeer editie 6 - december 2009

ICOPOWER, een zelfstandige BV die onderdeel uitmaakt van

de ICOVA-groep te Amsterdam, is de enige particuliere installatie voor productie van brandstofpel-lets uit bedrijfsafval in Nederland. Reden voor een bezoek aan dit bedrijf.Gehuld in oranje veiligheidsvest en gele helm, in de broekzak oor-dopjes voor ‘je weet maar nooit’ wandel ik samen met Gerrit Tol, algemeen directeur van ICOVA, naar ICOPOWER, het parade-paardje van het bedrijf. Tussen de hoge bedrijfsgebouwen en af- en aanrijdende vrachtauto’s die galant voor me wachten, voel ik mij als Alice in Wonderland. Het bedrijf oogt imponerend en blijkt dat ook te zijn.Als eerste gaan we naar de hal waar het bedrijfsafval binnenkomt. Voor een leek als ik, verschilt de afvalberg in niets van anderen. Toch is dat wel het geval, klanten zijn vooraf geselecteerd. Niet alle

afval is bruikbaar voor dit proces, autobanden en ijzer bijvoorbeeld tref je in de berg niet aan. Helaas is niet te voorkomen dat zich tussen het afval ongeschikt materiaal be-vindt. Een shovel is daarom bezig met de zogenaamde voorschei-ding. De rest van het traject is vanuit de hal niet te zien, op naar de fabriek dus.In de controlekamer word ik verwelkomd door Bart Majoor, assistent-bedrijfsleider van ICO-POWER en sinds 1985 werkzaam voor het bedrijf. Het is een deel van zijn leven geworden. De liefde en het enthousiasme spatten dan ook van zijn verhaal. Staande bij een enorm controlepaneel, met lampjes en meters voor van alles en nog wat, legt hij het hele proces uit. Alle punten waarop problemen kunnen ontstaan worden gecon-troleerd. Uiteraard vertelt Bart meer technische feiten dan een leek behappen kan, maar vragen staat vrij. Toch blijkt zijn aanpak

prima te werken want later in de fabriek herken ik veel, zo niet alles, van wat hij vertelde.

Na eerdergenoemde selectie op de stort gaat het afval via een opvoerband de installatie in. Het komt terecht in een hamermolen waar het gemalen wordt en door roosters valt. Wat niet stuk gaat komt in een residuvak, de rest gaat via een transportband langs een bovenbandmagneet die alles wat magnetisch is uit de massa haalt. “Nou ja, bijna alles, zo’n 99 pro-cent,” zegt Bart, “maar op die ene procent kom ik nog terug.”Wat over is wordt afgezeefd in een zeskantige zeeftrommel met maaswijdten van 2,5 centimeter en 12,5 centimeter. Via gaatjes van 2,5 centimeter wordt de ONF (organische natte fractie) geschei-den van het overige afval. Het gaat vervolgens naar een vuilverwer-kend bedrijf.Materiaal groter dan 12,5 centime-ter ondergaat het proces nog een keer. De roosters in de tweede hamermolen zijn fi jner zodat de stukgrootte maximaal 12,5 centi-meter wordt. Een luik van de zeef-trommel wordt voor me geopend en voor mijn ogen ontvouwd zich een onvoorstelbaar schouwspel

10

‘ICOPOWER maakt er Watt van’

Door Adriënne Nijssen

Scheiding

Page 11: ATMosfeer editie 6 - december 2009

11

van ronddwarrelend afval.Een tweede magneetband verwij-dert van het resterende magne-tisch materiaal nog eens 90 pro-cent. Vervolgens vindt in classifiers een ballistische scheiding plaats. Onbruikbare non-ferro’s en harde kunststoffen zoals PVC komen aan de achterkant uit de machine, bruikbaar materiaal aan de voor-kant.

“Op dit punt vindt ook de naams-verandering plaats,” vertelt Bart. “We spreken nu niet meer van af-val maar van fluff.”Fluff is een halfproduct dat nog een paar bewerkingen moet onder-gaan. Allereerst wordt er nog eens ONF verwijderd, de eerste keer blijft door aanhanging ongeveer 10 procent achter. Daarna wordt de fluff gedroogd. Bij dit proces wor-den WKK’s (warmtekrachtkoppe-lingen) ingezet. Met de verkregen warmte wordt door verbranding van aardgas direct elektriciteit opgewekt, zodat in totaal energie bespaard wordt. Aan het eind van twee droogtrommels, gevormd uit gasbranders met daaraan enorm lange buizen, staan grote ventila-toren die maar liefst 55.000 tot 65.000 kubieke meter warme lucht per uur aanzuigen. Dat gaat mijn voorstellingsvermogen echt te boven. Feit is dat in twee minu-ten tijd de vochtigheidsgraad van

de fluff teruggebracht van zo’n 20 procent tot circa 5 procent. Dat is nodig om het materiaal te kun-nen bewaren. De gedroogde fluff wordt in een van de twee grote mengbekers gehomogeniseerd. Indien nodig worden hulpstoffen bijgevoegd om de verbrandingsei-genschappen te beïnvloeden.

En dan de laatste stap, de pelleti-seerpersen om de fluff zwaarder te krijgen voor transport. “Zes centrifuges op hun kant,” legt Bart uit. Door de middelpuntvlie-dende kracht gaat de fluff aan de binnenzijde van de matrijzen zit-ten en wordt met rollen door de gaatjes geperst. “De vorm is ont-zettend belangrijk,” zegt hij. “Dat is namelijk je kenmerk.” Voor mij zijn de energiepellets bijna niet te onderscheiden van kleine stukjes hout. Gloeiend heet, zo’n 70 gra-den Celsius, komen de pellets uit de pers. Via elevators gaan ze naar koeltorens waar ze, afhankelijk van het seizoen, gekoeld worden tot tussen de 10 en de 30 graden Cel-sius. Het gruis dat daarbij ontstaat, gaat terug het proces in. Van elke kilo afval blijft ongeveer 350 gram pellets over die nog een laatste keer op ijzer getest worden. “Dat is om die 0,1 procent er ook nog uit te halen,” lacht Bart. “We heb-ben graag tevreden klanten.”Pellets die niet voldoen gaan te-

rug het proces in, de rest gaat in containers die naar grote voor-raadhallen in de Amsterdamse haven gebracht worden. Transport gaat voornamelijk via schepen, het is wel zo handig dat die vanuit de droge hallen geladen kunnen wor-den. Samen met Gerrit rijd ik rich-ting Noordzeekanaal om bergen en nog eens bergen energiepellets te bekijken. Ik heb geluk, er is juist een vrachtwagen van ICOVA bezig de berg nog hoger te maken. Een belevenis, je weet niet wat je ziet.

ICOPOWER® energiepellets wor-den ingezet ter vervanging van primaire (voornamelijk fossiele) brandstoffen zoals steenkool. “De pellets worden sinds 2003 niet meer als een opgewerkte afvalstof gezien maar hebben, via een uit-spraak van de Raad van State, de status van een zelfstandig product gekregen,” vertelt Gerrit trots. “Ze worden op dit moment voorna-melijk geëxporteerd naar Zweden waar ze in elektriciteitscentrales met stadsverwarmingen en de ce-mentindustrie gebruikt worden. Ook Noorwegen en Spanje zijn erg geïnteresseerd in het product. Het streven is dat we ook in Ne-derland gaan afzetten.”Vooraf was ik gewaarschuwd voor stank, zowel in fabriek als in hallen, maar het viel allemaal best mee. Ook de oordopjes zaten meer in mijn zak dan in mijn oren. Geef mij maar het geluid van ronkende machines in plaats van mijn eigen oorsuizingen. Toch heb ik Bart’s laatste advies om mijn kleren nog diezelfde dag te wassen wel ter harte genomen. Je weet tenslotte maar nooit.

11

Fluff

Pellets

Brandstof

Page 12: ATMosfeer editie 6 - december 2009

12

Het afgelopen boekjaar kwam er zo’n 200.000 ton aan af-

valstoffen via het Belgische Envisan N.V., een specialist op het gebied van bodem- en grondwatersane-ring, richting ATM Moerdijk. Voor Geert Ide (55), bestuurder-direc-teur van de Jan de Nul-dochter, is niet alleen de prijs bepalend om de te verwerken stoffen naar Noord-Brabant te transporteren. “Wanneer je veel met elkaar te maken hebt, spelen ook gevoelens van vertrouwen en wederzijds res-pect mee. Neemt niet weg dat we dankzij de goede relatie met ATM concurrerend in de markt kunnen opereren. Tot voor kort deden we zelf ook aan thermische reiniging, maar dat hebben we afgestoten. Door het bij ATM te doen zijn we voordeliger uit. Zowel voor Envi-

san als voor ATM is hierdoor dus een win-winsituatie ontstaan,” al-dus Ide.

Envisan N.V. werd in 1992 opge-richt en behoort sinds 1996 voor honderd procent tot Groep Jan de Nul, de internationaal gerenom-meerde baggeraar. Het bedrijf is gespecialiseerd in locatiesanerin-gen, grondreiniging en slib-, bagger- en ruimingspecie. Met een kantoor in Aalst en de exploitatieadressen Gent/Hulsdonk, Gent/Noorddok en Saint-Ghislain bestrijkt Envisan de Vlaamse markt en de rest van de wereld, waarbij het accent ligt op Oost-Europa. Voor Wallonië en Frankrijk werd Envisan International in het leven geroepen. “Deze splitsing heeft alles met cultuurverschillen te maken,” legt de in Oedelem (bij Brugge) woonachtige Ide uit. “Het werkt gewoon niet wanneer je Vlaamse mensen op een Waals project zet en andersom. Door

de splitsing werken we per saldo effectiever. Met al onze ervaring, kennis en creativiteit hebben we overigens de ambitie een partij te worden, die overal gevraagd wordt. We hebben daarbij de mentaliteit van een aannemer om altijd tot een oplossing te komen. En dat met een voor de klant gun-stige prijs-kwaliteitverhouding.”

Geert Ide koestert de paraplu van de Groep Jan de Nul om meer-dere redenen. “De Groep neemt ons als milieupoot zeer serieus. Met onze innovatieve technieken op milieugebied vullen we het baggerbedrijf goed aan,” verhaalt de West-Vlaming. “We kunnen als Envisan profi teren van het inter-nationale netwerk en de facilitaire mogelijkheden van de Groep. Wij hoeven op die manier niet overal in de wereld een eigen kantoor of vertegenwoordiger te hebben. Zo kunnen we als relatief kleine

‘We schuiven op naar het

oosten’

Geert Ide verzet

met Envisan de bakens

Door Michel van Straten

Paraplu

Page 13: ATMosfeer editie 6 - december 2009

1313

onderneming met een kleine zes-tig werknemers op een veel gro-tere schaal actief zijn dan dat je voor mogelijk zou houden. Een bijkomend voordeel is het feit dat het bij Groep Jan de Nul om een familiebedrijf gaat. De lijnen zijn kort en er zijn geen aandeelhou-ders die bij elke beslissing over de schouders mee willen kijken. Wil ik een extra investering, dan moet ik vanzelfsprekend met een goed onderbouwd verhaal komen, maar dan is het meestal binnen tien mi-nuten ja of nee.”

Bij Envisan realiseerde men zich dat er binnen de eigen landsgren-zen al sinds de millenniumwisse-ling geen sprake meer is van een groeimarkt. De bakens werden dan ook tijdig verzet. “We schui-ven steeds verder op naar het oosten,” vertelt Geert Ide. “Denk daarbij vooral aan de landen die recent tot de Europese Unie zijn toegetreden zoals Roemenië. Mi-lieu was daar bijzaak. Die landen moeten nu aan de Europese re-gelgeving gaan voldoen. Daar valt dus nog heel wat te saneren. Op de projecten die wij buiten Vlaan-deren uitvoeren, zorgen wij voor het management en de vereiste technologische kennis. Voor de uitvoering van de werkzaamheden maken we echter gebruik van lo-kaal personeel. Ook schakelen we zo nodig lokale consultants in, die ons weer kunnen adviseren. Het gaat te ver om deze manier van werken een vorm van ontwikke-lingshulp te noemen. Er zijn bui-tenlandse concurrenten die alles met eigen mensen willen doen. Wij kiezen daar bewust niet voor. Noem onze manier van werken maar een vorm van beleefdheid. Wij verdienen eraan, maar voor de plaatselijke bevolking geldt dat ook.”

Waar in eigen land een derde van de opdrachten van de overheid

komt en tweederde van particu-lieren, ligt dat in de voormalige Oostbloklanden net andersom. “Inmiddels is er wel van alles ge-privatiseerd,” weet Ide. “Maar het zijn nog steeds staatsinstellingen die zich bezighouden met sane-ringsprojecten. En dan merk je dat de kennis van de regelgeving ontbreekt of dat men niet weet bij wie men moet zijn om een plan van de grond te krijgen. De admi-nistratieve wegen zijn onduidelijk of onbekend. Dat vertaalt zich soms in een enorme traagheid. Of erger, men sluit zich ergens hele-maal voor af.”

Geert Ide is realist en verwacht dat de cijfers voor 2009 door de

economische dip achter zullen blij-ven bij de eerdere verwachtingen. “Milieusaneringen zijn en blijven altijd een kostenpost en daardoor gevoelig voor schommelingen in de conjunctuur. Gaat het minder, dan stelt men een sanering uit of de sanering wordt qua uitvoering bijgesteld. Ik denk dat we er als Envisan toch nog redelijk doorko-men. Juist, omdat we op een veel breder front actief zijn geworden. Daarbij zitten we in een aantal projecten, waarvoor de gelden zijn vrijgemaakt en die dus sowieso doorgaan. Hierdoor is onze con-tinuïteit voor een belangrijk deel gewaarborgd.”

Oosten

Overheid/particulier

Page 14: ATMosfeer editie 6 - december 2009

14

Bij ATM worden zowel afval-stoffen die vrijkomen bij de

oliewinning als bij de gaswinning verwerkt. Schreven we de vorige keer over oliewinning, deze keer is aardgas aan de beurt om nader belicht te worden. Omdat het dit jaar precies 50 jaar geleden is dat de gasbel nabij Slochteren ontdekt is, is het artikel uitgebreider dan gebruikelijk.De winning van aardgas (Sloch-teren en (straks) de Waddenzee) roept in Nederland meer tegen-strijdige gevoelens op dan de win-ning van olie (Schoonebeek). Dit vindt zijn oorzaak in meer merkba-re gevolgen voor de inwoners. Lij-vige rapporten zijn er geschreven over de invloed van gaswinning op het zeeleven en over het kunnen ontstaan van aardbevingen.Als brandstof is gas echter veel schoner dan olie omdat bij de ver-brandingsproducten die ontstaan de verhouding tussen de vorming van waterdamp en CO2 veel gun-stiger is.Dit kan aangetoond worden met de verbranding van methaan (=aardgas, CH4) en kerosine (=C14H30)

CH4 + 2 O2 ⇒ CO2 + 2 H2O

C14H30 + 21,5 O2 ⇒ 14 CO2 + 15 H2O

De verbrandingswarmte van me-thaan is 50 MJ/kg en van kerosine 40 MJ/kg.Enig chemisch gereken levert op dat per MJ warmte uit methaan er ca 55 gram CO2 ontstaat, terwijl bij kerosine dit ongeveer 78 gram CO2 is.

In principe is de vorming van olie en gas hetzelfde proces, al-leen de condities waaronder dit gebeurd(e) zijn verschillend. Door de afbraak van plantenres-ten, zonder dat hier zuurstof bij kan, ontstaat langzaam een dikke substantie die lijkt op bi-tumen (teer). Als dit pro-ces verder doorgaat vormt zich een steeds dunnere vloeistof (=olie). In goed afgesloten bodemlagen kan de druk en temperatuur steeds verder oplopen en ontstaat afbraak naar nog kleinere moleculen (aard-gas). De Nederlandse olie bevindt zich op een diepte van ca. 800 meter en is 100 mil-joen jaar geleden gevormd in het tijdperk dat “Onder Krijt” wordt genoemd. Aardgas in Slochteren wordt gehaald vanaf een diepte van ongeveer 2700 meter en is ontstaan in het “Carboon”, ca. 300 miljoen jaar geleden. Het duurt dus een poosje voordat aardgas is gevormd.Ook zijn er bronnen waar beide naast elkaar voorkomen; in dat ge-val wordt er gesproken over nat aardgas, wat het meest wordt aan-getroffen onder de huidige zeeën. Omdat de vorming van fossiele brandstof plaatsvindt uit hoofdza-kelijk plantenresten zijn stikstof- en zwavelverbindingen logische

vervuilingen, terwijl ook sommige elementen, die van nature in ge-steentes voorkomen, ook in aard-gas aanwezig zijn. Het belangrijkste element is kwik.Echter de mate waarin deze onge-wenste componenten voorkomen is per winlocatie zeer verschil-lend.Zo zijn er ook gasvelden waar het gas economisch niet gewonnen kan worden omdat het teveel kost om de zwavel te verwijderen.Omdat die genoemde producten uit het aardgas worden gehaald en afvalstoffen worden, zijn dit de be-langrijkste vervuilingen waar ATM

mee te maken heeft bij het ver-werken van dat afval.

De winning van olie en aardgas wordt meestal onder één noe-mer geschoven. Beide zijn fossiele brandstoffen en worden met de-zelfde technieken uit de bodem gehaald.Het boren van een put gebeurt met behulp van een aantal aan elkaar geschroefde boorpijpen. Aan het eind van deze boorserie bevindt zich de boorbeitel (foto rechts). De boorserie wordt vast-gehouden door een boortoren en geroteerd door de draaitafel op de boorvloer. Terwijl de tanden

Vol gas vooruit50 jaar welvaart

Ontstaan van aardgas

Boorinstallatie voor olie- en gaswinning

Winning

Page 15: ATMosfeer editie 6 - december 2009

1515

van de boorbeitel zich in het gesteente boven de olievoorraad boren, verwijdert de boorspoe-ling (een rondgepompte modderige vloeistof) het boorgruis. Aardoliereser-voirs (boven) komen op veel plaatsen voor. Het afgebeelde reservoir ligt tussen een zoutpijler en ondoor-laatbaar gesteente. Doordat er voor het gas en de ruwe olie geen ruimte is om uit te zetten, staan ze onder grote druk en kunnen zij met grote kracht uit de put spuiten. Nu verkeert Nederland in de luxe positie dat het een klein land is waar het mogelijk is om het gas direct via een buizen-stelsel te transporteren naar de klant. Op veel andere plaatsen in de wereld is dit economisch niet rendabel. Daarom wordt daar het gewonnen gas afgekoeld zodat het onder atmosferische omstandig-heden vloeibaar wordt. Het wordt dan Liquefied Natural Gas (LNG) genoemd. Niet te verwarren met LPG (Liquefied Petroleum Gas), wat een mengsel is van propaan en butaan. Het LNG wordt tijdens de afkoeling naar -162 ºC ont-daan van onzuiverheden als ben-zinedampen, SO2, water, CO2 en H2S. In vloeibare vorm wordt het gas vervoerd in speciale schepen naar LNG terminals. Via verdam-ping wordt de vloeistof op locatie weer omgezet in gas. Tegelijkertijd wordt er een geurstof toegevoegd, omdat methaan van zichzelf reuk-loos is. Hier wordt in ons land een zwavelverbinding voor gebruikt; Tetrahydrothiofeen (THT)

De Rijksdienst voor Opsporing van Delfstof-fen was de instantie die als eerst in Nederland ontdekte dat er olie en aardgas in de Neder-landse bodem aanwezig is. In 1924 werd er in de buurt van Winterswijk

gezocht naar steenkool, maar op 21 februari van dat jaar stroomde er olie en gas uit de bodem. Hier werd verder geen acht op gesla-gen. De hoeveelheden waren rela-tief klein en men wist aanvankelijk niet wat men er mee moest. Later wel, want in 1947 gaat de Bataafse Petroleum Maatschappij op in de Nederlandse Aardolie Maatschap-pij met de bedoeling om het olie-veld van Schoonebeek, dat in 1943 was ontdekt, te exploiteren.

Dat gebeurde op een gedenkwaar-dige dag in de strenge winter van 1947/1948.Boring Coevorden/ West stond onder de supervisie van toolpu-sher Blokdijk. Met een boortoren die aan alle kanten in het water stond. Een primitieve boorkeet met twee potkacheltjes als on-derkomen voor de NAM-mensen. En zoals iedereen in die tijd deed werden de kacheltjes gestookt op kolen, briketten en hout!Ze zaten 2785 meter diep, dat was de diepste boring in Neder-land op dat moment. Het stonk, een afsluitring die eigenlijk niet deugde, een enorme druk van 290 atmosfeer, een lekkende flens met ontsnappend aardgas. Er moest 80 ton bariet in de put gepompt worden om de zaak weer onder controle te krijgen. Wat zullen die lui het benauwd hebben gehad.De gewone mens zat toen nog be-haaglijk in de door de kolenhaard verwarmde huiskamer. Niets ver-moedend wat daar ginder allemaal gebeurde en dat er een nieuw tijdperk was aangebroken. Het

aardgastijdperk, dat begon op 7 juli 1948.Een journalist beschreef zeer ly-risch de vondst van het aardgas, “Bij Coevorden sist zomaar gas uit de bodem. In een uitgestrekt land-schap aan de Krimweg rijst een 45 meter hoge NAM-boortoren op, de grootste die de maatschap-pij heeft. Met die installatie is het aardgas gevonden. De lucht zat daar vol met gas, wat rook naar zwavel en dieselolie. De bewoners

aan de Krimweg weten niet wat ze van de vondst moeten denken.

Neen, dat wisten de heren van NAM eigenlijk ook niet, want ze waren op zoek naar olie. In plaats van olie werden er achter elkaar allerlei aardgasvondsten gedaan. In Tubbergen, in De Wijk, Wanneper-veen en in Ten Boer, De Lutte, IJs-selmonde, Leidschendam. Het leek wel alsof heel Nederland op een enorme aardgasbel dreef.Waren de aardgasvondsten van dien aard, dat de productie lonend was? NAM-directeur Ir. H.J. van Goch sprak hierover tijdens een bijeenkomst van het Departement Noord-Drenthe van de Neder-landse Maatschappij voor Nijver-heid en Handel met als motto: “De kans op aardgas als energiebron”.Veel was toen nog onzeker. Hoe-veel gas was er? Was dit econo-

S

Nederland

Zoeken naar olie maar aardgas vinden

Page 16: ATMosfeer editie 6 - december 2009

16

misch winbaar? Werd een even-tuele gasproductie en levering aan huishoudens beperkt tot de vier noordelijke provincies of kon dit op landelijke schaal? Zou wellicht ook de industrie ervan kunnen profiteren? Hoeveel gaan opsporing, winning en verkoop eerst kosten? Hoe moeten we al die verbruikstoestellen, vooral in de grote steden, gaan aanpassen? Welke pijpleidingen moeten er gelegd worden? Kan er altijd gas geleverd worden?Zo was er een waslijst vragen, die allemaal beantwoord moesten worden. Maar die antwoorden kwamen er!In 1951 gaat de gemeente Coevor-den als eerste gemeente over op aardgas, dat via de oude gasfabriek gedistribueerd werd. In 1959 volgt dan de ontdekking van de gasbel nabij Slochteren (Kolham). Één van de grootste gasvelden ter wereld met een inhoud van 60 miljard m3. Deze omvang werd in 1970 bij-gesteld tot 300 miljard m3, terwijl men er nu vanuit gaat dat het om 2800 miljard m3 gaat. De mijnwet van Napoleon uit 1810 zorgde er-voor dat dhr. Boon, eigenaar van het stuk land waar het gas werd gevonden, er financieel niet veel wijzer van is geworden. De eige-naar kon namelijk geen aanspraak maken op de delfstoffen die in de bodem gevonden werden. Die rechten vervielen automatisch aan de staat.Nederland ging vanaf nu in hoog tempo over naar koken op en ver-warmen met aardgas. Terwijl de overheid in deze tijd het idee had dat kernenergie de toekomst had en dat de gasvoorraad dus zo snel mogelijk verkocht moest worden. Nu leverde het immers nog wat op. Daartoe werd, na aanname van de aardgasnota in 1963 de Gas-unie opgericht die zich alleen met de verkoop en distributie van het gas bezig hield. In 2009 is het jubi-leum gevierd van 50 jaar Gas.

Sinds de overheid en de aandeel-houders van de NAM (Shell en Esso) het startsein gaven tot het exploiteren van Slochteren heeft dit ons land geen windeieren ge-legd. De welvaart en de sociale ze-kerheid van Nederland zijn deels gebouwd op aardgasverdiensten. De berekeningen lopen uiteen van 150 tot 200 miljard euro aan in-komsten. De industrie en de glas-tuinbouw hebben profijt gehad van voor hen gunstige gastarieven. Maar het is niet louter goud wat er blinkt. Er waren ook verliezers, zoals mijnwerkers in Limburg en kolenhandelaren. En de ma-nier waarop de aardgasbaten zijn besteed, staat bloot aan kritiek. Onze sociale welvaartstaat had nooit kunnen ontstaan zonder de gasbel. Als welvaart leidt tot af-hankelijkheid dan ontstaan er ook vaak conflicten, meestal van poli-tieke aard. Op het gebied van gas ligt het conflict tussen Rusland en Oekraïne iedereen nog vers in het geheugen.

We zijn nu in een periode aange-land waarbij duurzaamheid een steeds belangrijker element wordt van ons denken en doen. Wat is het verband tussen gas en duur-zaamheid. De drie P’s die vaak voor duurzaamheid gebruikt wor-den: planet, profit, people ofwel ecologische, economische en so-ciale belangen moeten met elkaar in evenwicht zijn. Diverse projec-ten rond aardgas zijn gericht op het anders gebruiken, het anders produceren en het anders win-nen. Een voorbeeld van op kleine schaal minder gas gebruiken is een project van Eneco en vindt plaats op Ameland door het bijmengen van waterstof (20%). De waterstof wordt gemaakt met behulp van zonnepanelen. Een ander steeds meer in zwang rakend proces is het anaeroob (=zonder zuurstof) vergisten van slib uit waterzui-veringsinstallaties, waarbij biogas

vrijkomt. Enerzijds om selfsuppor-ting te kunnen zijn bij deze instal-laties, maar onlangs is in Hengelo de RWZI zelfs aangesloten op het gasnet. Ook winning uit stortplaat-sen en de vergisting van groente-, fruit en tuinafval, terwijl de ver-gisting van mest steeds meer aan-dacht krijgt en er ook een proef wordt gedaan met de vergisting van bermgras. Biogas wordt ook wel groen gas genoemd omdat het CO2 neutraal geproduceerd gas is. De vrijkomende CO2 bij de ver-gisting werd al eerder opgenomen, dus er komt geen “nieuwe” CO2 bij. Wordt over 25 jaar 50 % gas duurzaam geproduceerd? Een an-der onderwerp dat veel aandacht krijgt is het aardgas dat bij olie-

Duurzaam

Schateiland

Page 17: ATMosfeer editie 6 - december 2009

1717

winning op zee vrijkomt en tot nu toe altijd bij het booreiland werd afgefakkeld. Er zijn studies gaande om dit gas op te vangen en samen te persen tot een vloeistof, zodat transport naar land rendabel kan worden.De zoektocht naar aardgas gaat echter onverminderd door. Zo heeft Shell onlangs in de Noorse Zee op slechts 1300 meter diepte een gasbel ontdekt van ongeveer 1000 miljard m3. In Limburg heeft het kleine Queensland Gas Com-pany een vergunning gekregen om proefboringen te doen naar steen-koolgas, terwijl ook vergunningen zijn aangevraagd voor Brabant, Gelderland en Overijsel.Onderzoek naar de exploitatie van

zwavelrijke gasbronnen is ook een voorbeeld waarbij de technologie ingeschakeld wordt om dit moge-lijk te maken. De TU Eindhoven is met een onderzoek bezig om met een speciale centrifuge het gas goedkoop te kunnen ontzwavelen.

Als we de berichten mogen gelo-ven heeft gas een plaats in de toe-komstige energievoorziening. Dat gaat zelfs zover dat er al gespro-ken wordt over een omschakeling van olie naar gas. De transportsec-tor zal gas gaan gebruiken in plaats van diesel; de eerste bussen rijden al rond. Ook wordt er al druk ge-experimenteerd met kleine ver-gistinginstallaties zodat men thuis,

geheel of gedeeltelijk, zelf energie kan opwekken. Op iets grotere schaal wordt weer gesproken over gemeentelijke energiebedrijven, waarbij men zich haast om te ver-melden zeker geen nieuwe Nuon of Essent te willen oprichten.Ook de gedeeltelijke omschakeling naar gas van de chemische industrie is al een veelbesproken onderwerp. Ook bij ATM is er een bijzondere gasproductie en toepassing. Uit verfafval wordt in de Pyro-instal-latie gas gemaakt en dit gas wordt als brandstof ingezet om de naver-brander van de grondreiniging op temperatuur te houden.

Toekomst

Landmark van Marc Ruygrok aan de A7Voorstellende een gasmolecuul

17

Page 18: ATMosfeer editie 6 - december 2009

Het begin van een

slogan van de ANWB. Velen van ons zullen zich de rest ook wel her-inneren; den eigenaar van ‘t bosch de schillen en de doozen. Al in 1916 werd het publiek hiermee gewezen op hun eigen verant-woordelijkheid voor een leefom-geving zonder zwerfafval. Dat was nodig toen, dat is nodig nu. Het lijkt er op dat er na bijna 100 jaar niet veel veranderd is. Nog steeds zijn campagnes nodig om Neder-land een klein beetje leefbaar te houden.

Wat wel veranderde, zijn de materialen. Moderne ver-pakkingen hebben een veel langere afbraaktijd dan ver-pakkingen die aan het begin van de twintigste eeuw ge-bruikt werden. Afbraaktijd is de tijd die nodig is tot het afval vergaan of verteerd is. Was de kartonnen doos van toen nog binnen een half jaar vergaan, het patatbakje

van nu doet daar maar liefst ne-gentig jaar over. Zwerfafval langs de Nederlandse wegen vormt een steeds gro-ter probleem. Automobilisten en truckers zorgen voor meer dan honderdduizend ton afval per jaar. Resten fastfood, blikjes pepdrank, snoepwikkels, maar ook puin en meubilair slingeren rond langs de snelweg. Het kost Rijkswater-staat, en dus de belastingbetaler, elk jaar acht miljoen euro om al dat bermafval op te ruimen. In veel natuurgebieden, waar geen reinigingsdiensten komen, moet afval gewoon wegrotten. En de hoeveelheid zwerfvuil blijft maar toenemen.In de afgelopen decennia zijn vaak publiekscampagnes gehouden.

‘Een blikje op de grond, zwerft nog vijftig jaar rond’ en ‘Doe een ander je afval niet cadeau’, zijn er maar een paar van. Volgens het ministerie van VROM is de poging een mentaliteitsverandering bij de consument te bewerkstelligen door middel van publiekscampag-nes niet de juiste oplossing. On-derzoek wijst uit dat zo’n cam-pagne het zwerfafval met ‘slechts’ vijftig procent terugdringt, statie-geld van 25 cent leidt tot een re-ductie van 60 procent. Pas wan-neer een wat groter bedrag, mini-maal vijftig cent, op fl essen, blikjes en karton wordt geheven, zal er volgens VROM echt iets verande-ren. Het bedrijfsleven verzet zich echter tegen statiegeld omdat het terugnemen, schoonspoelen en

hergebruiken of recyclen van verpakkingen veel geld zou kosten. Supermarkten noemen de terugname van vooral zuivelverpakkingen ‘onhygiënisch’ en ‘ruimte-verslindend’.Onlangs wees een onder-zoek van de ANWB uit dat ‘De Haar’ aan de A1 tus-sen Amersfoort en Baarn, de vuilste parkeerplaats

18

‘Laat niet als dank voor ‘t aangenaam verpoozen’

Door Adriënne Nijssen

Zwerfafval

Page 19: ATMosfeer editie 6 - december 2009

19

van Nederland is. Reden om die parkeerplaats eens te bezoeken. Op het eerste gezicht ziet het er idyllisch uit. Picknickbanken, afval-bakken, een klein aangelegd meer-tje met wuivende rietpalmen, een weiland met koeien. Een vader en zijn zoontje strekken even de be-nen, zijn aan het voetballen. Een jong echtpaar drinkt een kop kof-fie in de buurt van de vangrail, een bus toeristen wordt gelucht.Bij nader inzien is de parkeer-plaats behoorlijk smerig. En dat ligt niet alleen aan de bus jonge-mannen uit Polen die niet veel op hebben met het milieu en bekers en bakjes van McDonald overal neergooien. “Nee, we vinden het hier niet smerig. Moet je eens in ons land komen, veel erger alle-maal,” zegt Alojzy. “Eerlijk gezegd let ik er niet zo op. Jullie hebben toch mensen die ervoor betaald worden om dat allemaal op te rui-men.” Als ik over het milieu begin haakt hij af. “Milieu kan me wat,” zegt hij in gebrekkig Engels. “Het gaat toch al jaren goed en het zal mijn tijd wel duren.”Nee, als je wat beter tussen en achter de begroeiing kijkt weet je niet wat je ziet. Dat weet ook het tweetal tegen de vangrail. “Noem ons maar Colinda en Peter. We blijven niet voor niets aan het

randje. Zo vies hier,” zegt Colin-da. Dat ze op de vuilste parkeer-plaats van Nederland staan, daar-van hebben ze geen idee. “Voor ons zijn ze allemaal hetzelfde, we hebben altijd onze eigen koffie en bekers bij. Die troep langs de snelweg is ons een doorn in het oog. Wij doen daar niet aan mee,” zegt Peter terwijl hij met zijn voet een peuk in de aarde uitdrukt. Als ik hem vertel dat een sigaretten-peuk een afbraaktijd van twee jaar heeft schrikt hij. “Dat had ik niet gedacht, het lijkt zo onschuldig, iedereen doet het,” verdedigt hij zichzelf. “Zij wil niet dat ik in de auto rook, de asbak mag ik niet gebruiken. Hoe ik dat op moet lossen weet ik dus niet.”

Even verderop staat een jong ge-zin bij hun auto. “Nee, natuurlijk gooi ik niets weg, ik kijk altijd of er een prullenbak in de buurt is,” zegt Min Ling die samen met man en kind op weg is naar hun vakantie-bestemming. Maar als zoon Timo een plastic flesje in het gras gooit zegt ze daar niets van. Pas als ik mijn wenkbrauwen ophaal moet de jongen het flesje bij de afvalbak leggen. Er in gaat niet meer, de bak is boordevol. Dat zo’n petfles er, afhankelijk of hij al dan niet in de zon ligt, vijf tot tien jaar over doet voor hij vergaan is, daar kijken ze van op. “Echt, duurt dat zo lang? Jeetje, dat wist ik niet. Ik zal voort-aan beter nadenken voor ik iets

weggooi,” zegt Timo braaf.“Ze zouden het hier net als in Duitsland moeten doen, daar zit statiegeld op blikjes en op kleine flesjes, daar zie je veel minder af-val,” bromt Dieter. Hij is als enige wat uitgesprokener. “Ik gooi wel eens wat weg ja. Je gaat toch, als je al een half uur gelopen hebt, niet terug naar je auto om een plas-tic zakje te halen. Dan moeten ze maar zorgen dat overal prullen-bakken staan en dat die niet vol zitten.” Wie die ze dan wel zou-den moeten zijn, daarover heeft hij geen idee. “De regering of zo?” vraagt hij. Hoe dan ook, het echt-paar is het er over eens dat er veel te weinig prullenbakken op parkeerplaatsen, bij bushaltes en benzinestations staan.

De grootste ergernis van Min Ling tenslotte is kauwgum die overal wordt weggegooid. Het is niet de afbraaktijd van vijfentwintig jaar die haar zorgen baart. Nee, het feit dat het plakt en aan je schoe-nen blijft zitten is de reden van ergernis.Dat in elk geval Nederlanders zich zo ergeren geeft me goede hoop dat we ooit de strijd te-gen het bermafval gaan winnen. ‘Nederland Schoon’, en onafhan-kelijke stichting die in 1991 door het bedrijfsleven, de ANWB en de NVRD is opgericht, gaat in elk geval verder met de preventie en bestrijding van zwerfafval.

19

FlessenKauwgom

Page 20: ATMosfeer editie 6 - december 2009

20

Bovenstaande titel is af-komstig uit een brief

van de minister van eco-nomische zaken die in 2006 naar de 2e kamer is gestuurd. De brief is ge-schreven naar aanleiding van de steeds toenemende regelgeving op het gebied van handhaving in het be-drijfsleven en de aanpak die het kabinet voor ogen staat om haar belofte na te komen om juist een ver-mindering van regelge-ving te realiseren.Sindsdien is er het nodige gebeurd binnen de over-heidsinstanties. Het is im-mers een forse stap van handhaven op basis van wantrouwen naar hand-haven op basis van ver-trouwen. Dat hier sprake is van een hele omslag in denken, dat op een goede manier ingevuld moet

worden, is logisch.Om te ontdekken hoe dit nu, anno 2009, in de prak-tijk uitpakt heeft de re-dactie een artikel laten schrijven door Martin de Bree, die in opdracht van het ministerie van VROM bij een aantal proefpro-jecten voor deze omscha-keling nauw betrokken is geweest.

Sinds enige tijd waait er een nieu-we wind door milieutoezichtsland. Naar aanleiding van de motie Ap-troot in de 2e kamer wordt het toezicht momenteel sterk ver-nieuwd. Het kabinet heeft beslo-ten dat toezicht gebaseerd moet zijn op vertrouwen. Dat betekent een enorme omslag ten opzichte van de tijd dat toezicht was geba-seerd op wantrouwen. In de prak-tijk houdt uitgaan van vertrouwen niet in dat toezichthouders alle be-drijven maar hun gang laten gaan.

Deze vorm van vertrouwen (zeg maar blind vertrouwen) zou grote risico’s opleveren. Het zou beteke-nen dat alle bedrijven, ook zij die het niet zo nauw nemen, niet of minder worden gecontroleerd. Als dat zou gebeuren, zou het milieu er behoorlijk onder kunnen gaan lijden.Het toezicht wordt gebaseerd op slim vertrouwen. Bij slim vertrou-wen houden toezichthouders re-kening met de mate waarin bedrij-ven zelf hun zaakjes op orde heb-ben. Bedrijven die aantoonbaar zelf de risico’s in kaart brengen, effec-tieve beheersmaatregelen nemen, beschikken over voldoende kennis en hun afspraken nakomen krijgen ander toezicht dan bedrijven waar niet aan deze voorwaarden wordt voldaan. De mate van vertrouwen is door Covey (2006) in een matrixdia-gram weergegeven, waarbij kwa-drant 1 uitgaat van blind vertrou-wen en de kwadranten 3 en 4 uit-gaan van wantrouwen. Het ideaal beeld bevindt zich in kwadrant 2 (slim vertrouwen), waar aan alle hierboven genoemde voorwaar-den wordt voldaan.

De vraag is: hoe doe je dat en vooral ook: hoe doe je dat in een sector waar de milieuregels zo tal-rijk, gedetailleerd en complex zijn als in de afvalsector?

Tot op heden werd een bedrijf door toezichthouders ingedeeld als koploper, middenmoter of ach-terblijver op basis van het aantal geconstateerde overtredingen. Dit is bij milieuregels (wettelijke eisen en vergunningsvoorschrif-ten) een weinig effectieve werk-

Toezicht: zelfrijzend bakmeel!

Maatstaf

Gen

eid

hh

eid

to

t ve

rtro

uw

en

Wei

nig

Vee

l

Weinig Veel

Analyse

Blindvertrouwen

Slimvertrouwen

Geenvertrouwen Wantrouwen

Zones

1 Goedgelovigheid

Sterke neiging Weinig analyse

Geringe neiging Geringe analyse

3 Besluiteloosheid

Beoordelingsvermogen 2

Sterke neiging Veel analyse

Geringe neiging Veel analyse

Achterdocht 4

Page 21: ATMosfeer editie 6 - december 2009

21

wijze. Het vervelende is namelijk dat de milieuregels zo ingewikkeld geworden zijn dat het voor grote bedrijven niet meer mogelijk is om alle regels ten alle tijden 100% na te leven. Men kan, als men dat zou willen, elk willekeurig bedrijf in de procesindustrie binnenlopen en met het grootste gemak enkele overtredingen constateren. Als men dat bij elk bedrijf zou doen, is hiermee elk bedrijf een achterblij-ver geworden. Het aantal gecon-stateerde overtredingen wordt dus veel meer bepaald door de gedetailleerdheid van de regels en de intensiteit van toezicht dan het gedrag van het bedrijf. Daarmee is het een ongeschikt criterium om koplopers van achterblijvers te onderscheiden. Dit probleem speelt overigens niet alleen in de milieuwereld, maar ook in vele an-dere sectoren.

Gelukkig is er een alternatief cri-terium dat wel iets zegt over de vraag of een bedrijf koploper, mid-denmoter of achterblijver is. Veel bedrijven in de industrie hebben geavanceerde managementsyste-men opgezet om er voor te zorgen dat de regels worden nageleefd en de risico’s goed worden beheerst (compliance (=nalevings) manage-ment). Deze bedrijven streven een bedrijfscultuur na die gericht is op zelfcontrole en continue verbe-tering. In verschillende sectoren (chemische industrie, luchtvaart) heeft dit geleid tot drastische ver-betering van de veiligheid en de milieuprestatie.

In het kader van het programma “Vernieuwing Toezicht” is een me-thode ontwikkeld waarmee aan de hand van een onderzoek kan worden bepaald in welke mate een bedrijf de naleving van wette-lijke eisen in de eigen organisatie heeft geborgd. Op basis van een dergelijk onderzoek wordt het bedrijf ingedeeld in één niveau op een schaal van vier. Tevens is aan

elk van deze vier niveaus een an-dere vorm van toezicht gekoppeld. Bedrijven die matig scoren, krijgen intensief toezicht op de output van de processen (zeg maar tra-ditioneel toezicht). Bedrijven die goed scoren krijgen minder vaak controles op de output (steek-proeven) en worden op het sy-steem getoetst (systeemtoezicht). Deze methode, met succes toe-gepast in de luchtvaartindustrie, heeft als groot voordeel dat de nalevingsprestatie van het bedrijf verder verbetert omdat er wordt gewerkt aan de organisatie van na-leving en risicomanagement. Het bedrijf wordt hierdoor in grote mate zelfcontrolerend. Een ander voordeel is dat bij de methode gebruik wordt gemaakt van het managementsysteem dat het bedrijf zelf al heeft opgezet. Een ISO gecertificeerd systeem is bijvoorbeeld een prima basis voor compliance management. Een be-drijf kan leren en zich aanpassen zodat men kan groeien naar het uiteindelijke doel: niveau 4.

De provincie Noord-Brabant, Afvalstoffen Terminal Moerdijk (ATM) en de VROM Inspectie zijn in 2008 een project gestart waarin

deze methode wordt toegepast bij een afvalbedrijf. Uit de inmiddels uitgevoerde nulmeting is geble-ken dat het managementsysteem en de cultuur bij ATM een goede basis vormen om te komen tot af-spraken tussen provincie en ATM over compliance management en aangepast toezicht. Momenteel wordt gewerkt aan het uitwerken van deze afspraken die naar ver-wachting eind 2009 kunnen wor-den vastgesteld.

De provincie Noord-Brabant heeft inmiddels een breder project op-gezet waarbij grote bedrijven zijn uitgenodigd om eenzelfde traject in te gaan. Inmiddels hebben zich hiervoor 15 bedrijven aangemeld. Landelijk lopen er soortgelijke projecten bij o.a. chemische be-drijven (ThermPhos International, AkzoNobel), afvalbedrijven (Es-sent Milieu Wijster, VAR, Twence) en bij exploitanten van buislei-dingen. Het doel van de VROM Inspectie en de provincies is om de methode in deze sectoren op grotere schaal in te voeren.

Niveau

Praktijk

BedrijfBewezen compliance

BedrijfCompliance systeem

BedrijfNiet willen/niet kunnen

BedrijfMilieu- en kwaliteitzorg

Handhaving/toezichtNiveau 4

Handhaving/toezichtNiveau 3

Handhaving/toezichtNiveau 2

Handhaving/toezichtNiveau 1

Page 22: ATMosfeer editie 6 - december 2009

2222

Half december 2008 is bij Reym Veendam de ABI (Afval Behan-

deling Installatie) in bedrijf geno-men. Naast Beverwijk en Sittard is dit de derde installatie binnen de Reym organisatie. De opgedane ervaringen van de eerste twee zijn meegenomen in het concept van de nieuwe ABI. Dit heeft geleidt tot diverse aanpassingen. De officiële opening heeft 17 april j.l. plaatsge-vonden tijdens de Innovatie- en fa-miliedag. De redactie nam een kijkje en sprak met Gosse Spoelstra, de afvalstoffencoördinator.

Speciaal voor onze belangrijke klan-ten, zoals de Gasunie en de NAM, die hier in de buurt gas en olie win-nen, hebben we hier in het Noor-den deze prachtige ABI gebouwd. Op deze locatie hebben we nu 18 opslagtanks, spuit- en wasplaatsen, losbunkers en een waterzuivering. De ABI is ver-gund om olie/wa-ter stromen en organisch veront-reinigd afvalwater in te nemen en fy-sisch/chemisch te zuiveren. Tevens mogen afvalstro-men worden op-geslagen en door-gevoerd. Deze vinden bijna altijd hun weg naar ATM, zo begint de trotse Fries Gosse zijn rondleiding.

De afvalstoffen die worden ingeno-men bij de ABI worden voor lossing bemonsterd. Elk monster wordt door middel van een sneltest beke-ken op geschiktheid. De monsters zelf worden in het laboratorium van ATM uitgebreid geanalyseerd en de

gegevens worden digitaal terug-gemeld. Omdat we gebruik maken van hetzelfde computersysteem als ATM komen de analyses recht-streeks in ons systeem en dat zorgt voor een efficiënte afhandeling en rapportage.

Het hoofddoel van de installatie is om afvalwater zo schoon te krij-gen dat afvoer naar de plaatselijke

RWZI (RioolWaterZuiveringsIn-stallatie) mogelijk is. Mocht dit niet kunnen (bijvoorbeeld door een te hoog CZV gehalte) dan is ATM de beste optie. Slibben die ontstaan en worden aangeleverd gaan sowieso naar ATM om daar verwerkt te worden.

We hebben nu ook de mogelijkheid om tankwagens te reinigen en er is ook nog een compartiment voor het schoonspuiten van niet rollend materiaal. Deze is zo uitgelegd dat het vrijkomende afvalwater niet di-rect in de putten van de ABI terecht komt. Door deze stroom apart te houden wordt voorkomen dat het totale mengsel verontreinigd wordt met stoffen welke niet geschikt zijn

voor het water-zuiveringspro-ces. Dit afvalwa-ter wordt dan ook apart op-geslagen en na analyse wordt de bestemming bepaald.

Door de nauwe samenwerking met ATM zijn we uitstekend in staat de markt

optimaal te bedienen. De ABI’s kun-nen als tussenopslag dienen voor een aantal afvalstromen om na op-bulken door te voeren naar Moer-dijk. Een aantal afvalstromen welke door ATM niet kunnen worden ver-werkt (bijvoorbeeld door te hoog gehalte aan zware metalen) kunnen weer bij de ABI’s worden behan-deld. Dankzij de kleinschalige floc-culatieunit is het mogelijk om met wisselende chemicaliën, fijnere do-seringen of bij een andere zuurgaad een optimaal rendement te behalen. In de giga flocculatieunit van ATM is dat niet mogelijk. Op deze manier is er sprake van een uitbreiding van de verwerkingstechniek, zodat ATM en Reym hun klanten nog beter van dienst kunnen zijn.

Reym Veendam vol gas mee vooruit

Page 23: ATMosfeer editie 6 - december 2009

2323

WebsiteDe nieuwe website is in de lucht! Het concept van de site is aangeleverd door ons moederbedrijf, dus de websites van onze zusterondernemingen zien er ongeveer hetzelf-de uit, maar elk bedrijf heeft toch ook weer haar eigen inbreng. De site van ATM wordt 6 talig en aan het interac-tieve gedeelte, zoals afvalstroomnummers aanvragen, aan-leveringen melden en gegevens opvragen met betrekking tot aanleveringen en analyses wordt nog aan gewerkt. Het doel is om eind december volledig operationeel te zijn. Nu al zijn onze acceptatievoorwaarden, onze Euralcode-lijst en een printversie van het aanvraagformulier afvalstroomnummer beschikbaar. Veel andere informatie, zoals het ontstaan van ATM, de installaties, de activiteiten, bedrijfsgegevens, certifi caten en nog veel meer is in de site opgeno-men. Geïnteresseerd? Log dan in op www.atmmoerdijk.nl

Nieuwsfl its

ATM - Nu ook vanuit de lucht en vanaf het Hollands Diep duidelijk te zien

23

Door de, 10 meter hoge, letters ATM op de nieuwe opslag loods te plaatsen is vanuit de lucht, maar ook vanaf het Hollands Diep, nu duidelijk te zien waar ATM is gevestigd. De schippers, die hun afvalstoffen bij ATM af willen geven, zien al vanaf de Dordtse Kil waar ze moeten zijn.

Page 24: ATMosfeer editie 6 - december 2009

Afvalstoffen Terminal Moerdijk B.V. Industrieterrein - Seaport M152

Vlasweg 12, 4782 PW MoerdijkPostbus 30, 4780 AA Moerdijk

Nederland

Tel.: +31 (0)168 389289Fax: +31 (0)168 389270

E-mail: [email protected]: www.atmmoerdijk.nl

Afvalstoffen Terminal Moerdijk B.V. Industrieterrein - Seaport M152

Vlasweg 12, 4782 PW MoerdijkPostbus 30, 4780 AA Moerdijk

Nederland

Tel.: +31 (0)168 389289Fax: +31 (0)168 389270

E-mail: [email protected]: www.atmmoerdijk.nl